András schiff, piAno 15 MAY `16

centre for fine arts
brussels
music
András Schiff,
piano
15 MAY ‘16
Grote Zaal Henry Le Bœuf ∙
Grande Salle Henry Le Bœuf
Paleis voor Schone Kunsten
Brussel
Palais des Beaux-Arts
Bruxelles
„Wer die Musik liebt, kann nie ganz
unglücklich werden.“
« Celui qui aime la musique ne peut jamais
être totalement malheureux. »
“Wie van muziek houdt, kan nooit volledig
ongelukkig worden.”
Franz Schubert
Programma · Programme, p. 3
Toelichting, p. 4
Clé d’écoute, p. 8
Biografieën · Biographies, p. 13
The Space between the Notes, p. 15
1
FRANÇAIS /
NEDERLANDS /
LE FESTIVAL /
HET FESTIVAL /
TRENTIÈME ÉDITION /
DERTIGSTE EDITIE /
ÉTÉ /
2016
ZOMER /
DU 04 JUILLET /
AU 31 AOÛT /
VAN 04 JULI /
TOT 31 AUGUSTUS /
CONSERVATOIRE /
CONSERVATORIUM /
12:15’
30
À/
OM /
CONCERT
QUOTIDIEN /
DAGELIJKS
CONCERT /
INFORMATIONS :
INFORMATIE :
02/512 30 79
www.midis-minimes.be
VOUS DESIREZ RECEVOIR
LE PROGRAMME DETAILLE
DES CONCERTS
op.3
U WENST HET GEDETAILLEERDE
PROGRAMMA TE ONTVANGEN
NOM / NAAM : ....................................................................................................................
ADRESSE / ADRES : .........................................................................................................
E-MAIL : ..............................................................................................................................
A RENVOYER À / TERUG TE STUREN NAAR
MIDIS-MINIMES
RUE VANDERMEERSCHSTRAAT 30
BRUXELLES 1030 BRUSSEL
[email protected]
András Schiff
piano
Joseph Haydn 1732-1809
Sonate voor piano in C · Sonate pour piano en ut majeur, Hob. XVI:50
(1794-1795)
—— Allegro
—— Adagio
—— Allegro molto
Ludwig van Beethoven 1770-1827
Sonate voor piano nr. 30 in E · Sonate pour piano n° 30 en mi majeur,
op. 109 (1820)
—— Vivace ma non troppo
—— Prestissimo
—— Andante: Gesangvoll, mit innigster Empfindung
Wolfgang Amadeus Mozart 1756-1791
Sonate voor piano nr. 16 in C · Sonate pour piano n° 16 en ut majeur,
KV 545 (1788)
—— Allegro
—— Andante
—— Rondo
Franz Schubert 1797-1828
Sonate voor piano nr. 21 in c · Sonate pour piano n° 21 en ut mineur,
D 958 (1828)
—— Allegro
—— Adagio
—— Menuetto & Trio
—— Allegro
concert zonder pauze · concert sans pause
21:45
einde van het concert · fin du concert
Gelieve uit respect voor de artiesten en de muziek de stilte te bewaren. Schakel je gsm of elektronisch
uurwerk uit en hoest niet onnodig. Het is verboden te fotograferen, te filmen en opnames te maken.
Pour les artistes et la musique, merci de respecter le silence. Veillez à éteindre téléphones portables,
montres électroniques et à réprimer les toux. Il est interdit de photographier, filmer et enregistrer.
3
toelichting
Last Sonatas
Ode aan de meesters van
de Eerste Weense School
De laatste werken van een componist hebben altijd iets mythisch:
ze worden gezien als een testament, een samenvatting van een carrière of een
blik op de toekomst. In de seizoenen 2014-2015 en 2015-2016 toert András
Schiff met de Last Sonatas-cyclus, waarbij hij de laatste drie klaviersonates
van de reuzen uit de Eerste Weense School brengt: Mozart, Haydn, Beethoven
en Schubert. In het werk van de vier componisten neemt de sonatevorm* een
cruciale plaats in. De cyclus van in totaal twaalf sonates zijn daarom als het ware
een eerbetoon aan de sonatevorm, “een van de meest fantastische uitvindingen
in de westerse muziek”, aldus Schiff.
Voor zijn recital bij BOZAR speelt de Hongaarse grootmeester de derde laatste
sonate van elk van de vier: Haydns Pianosonate in C, Hob. XVI:50, expliciet
geschreven voor een Broadwood pianoforte met zijn uitgebreide klankbereik,
de populaire Sonata facile van Mozart, het expressieve opus 109 van Beethoven
en de Pianosonate, D 958 van Schubert, die aanknoopt met het voorbeeld van
Beethoven en tegelijk nieuw terrein verkent.
Joseph Haydn
Sonate voor piano in C, Hob. XVI:50
(1794-1795)
Het stond goed voor de burgerij in de
18e eeuw om een piano te bezitten.
Bovendien was de opvoeding van
de kinderen, en dan vooral van de
meisjes, niet compleet zonder muzikale
vorming. Daarom werden nogal wat
pianowerken geschreven voor huiselijke
kring, en werden ze vaak aan vrouwen
opgedragen – zo ook de Pianosonate,
Hob. XVI:50.
Haydns sonates zijn intieme werken.
Voor hem was de sonate het medium
bij uitstek waarin hij uiting gaf aan zijn
esthetische opvattingen. De werken
van Haydn uit de periode 1766-1773 zijn
gekenmerkt door Sturm und Drang.
In deze sonates wint de hartstocht en
de sensibiliteit het van de rationaliteit
van de Verlichting. Nadien volgt een
kalmere periode, waarin er een invloed
van Mozart – voor wie Haydn steeds
een grote bewondering koesterde –
merkbaar is. De sonates gecomponeerd
tussen 1789 en 1795 vormen tot slot het
hoogtepunt van Haydns productie voor
*Sonatevorm: klassieke vorm, gebaseerd op de behandeling van twee thema's in drie grote etappes (expositie,
doorwerking, reprise) binnen een welbepaald tonaal kader.
4
de piano. Ze sluiten aan bij een brede
stijl en klinken bijna symfonisch.
De Sonate voor piano in C, Hob.
XVI:50 komt uit deze laatste creatieve
periode van Haydn. De componist
schreef ze in 1794-95 tijdens zijn tweede
verblijf in Londen. Bestemmelinge
was de klaviervirtuoze Therese Jansen
Bartolozzi. Om den brode moest
Haydn echter geen opdrachten meer
aanvaarden: in de jaren 1790 was Haydn
een vrij componist geworden na de
beëindiging van zijn werk in vaste dienst
aan het hof van de Esterházy’s. Hij was
welstellend en bekend, en kon het zich
veroorloven te componeren naar zijn
eigen smaak. Haydns schrijfstijl is dan
ook rijk en breed, zoals blijkt uit de
Sonate voor piano in C, Hob. XVI:50.
Het eerste deel van deze sonate
verrast door de gedaanteverwisselingen
die het hoofdthema ondergaat.
Haydn toont zich een meester van de
doorwerking, waardoor het middendeel
van de eerste beweging uiterst
boeiende muziek oplevert. Van het
langzame deel, Adagio, is meer dan
eens gezegd dat het treurmuziek voor
Mozart is, omdat het thema ervan
verwijst naar Mozarts Pianosonate,
KV 310. Deze beweging contrasteert
met het finale Allegro molto, dat flitsend
en zelfs grappig is en om de haverklap
onverwachte wendingen neemt.
5
Ludwig
van Beethoven
Sonate voor piano nr. 30 in E, op. 109
(1820)
De tweeëndertig pianosonates van
Ludwig van Beethoven zijn als een
parcours dat de meest persoonlijke
gevoelens en de denkwereld van
de componist weerspiegelt. In
de pianosonate kon Beethoven,
pianist in hart en nieren, zijn diepste
zielenroerselen uitdrukken. Zijn werken
in dit genre vormen als het ware
een tegenpool voor de extraverte
emotionaliteit van zijn symfonieën en
andere werken voor grote bezetting.
In het notitieboekje van Beethoven
staan schetsen van de drie laatste
pianosonates met opusnummers 109 tot
en met 111 door elkaar. Daardoor vormen
ze een soort van eenheid. Deze drie
sonates komen uit een periode waarin
Beethoven resoluut toekomstgericht
dacht. Rond 1818 kwam hij stilaan
een lange periode van psychische en
materiële problemen te boven en begon
opnieuw te componeren. Hij liet alle
hoop varen begrepen te worden door
zijn tijdgenoten en schreef muziek voor
de komende generaties. De stijl van zijn
laatste sonates is dan ook doordrongen
van deze ingesteldheid.
Beethoven begon aan zijn opus 109
kort na de publicatie van het opus 106,
de ‘Hammerklavier’-sonate. Het lijkt wel
of Beethoven de nieuwe muzikale en
pianistieke mogelijkheden, die het opus
106 had blootgelegd, wilde verkennen.
Beethoven toonde zich inderdaad erg
vernieuwend op vele vlakken, wat tot
onbegrip leidde bij zijn toehoorders.
Zo gaan snelle en langzame passages
volledig in elkaar op, terwijl die in de
vroege sonates geplaatst werden in de
allegro’s en adagio’s – zoals de traditie
het voorschreef. De tempoaanduiding
van de eerste beweging, Vivace ma
non troppo, wordt tweemaal door
een ‘Adagio espressivo’, een soort vrij
intermezzo, onderbroken. Verder is de
opbouw zeer vrij, met hier en daar een
terugkeer van bepaalde motieven. Er is
ook geen sprake van een middenfase
waarin het thematisch materiaal verder
wordt uitgewerkt (de zogenaamde
doorwerking), en nog minder van een
gebruikelijke reprise van beide thema’s.
Alles lijkt wel dooreengevlochten.
Het tweede deel, Prestissimo, is
dan wel in de klassieke sonatevorm,
zijn het in miniatuur. Maar de grote
ontboezemingen bewaarde Beethoven
– volledig tegen de conventies in – voor
het laatste deel, Andante, Gesangvoll,
mit innigster Empfindung (zangerig,
met de diepste gevoelens). Het
zwaartepunt van het werk, normaal
aan het eerste deel voorbehouden, is
opzettelijk naar de finale verschoven:
opnieuw gebruikte Beethoven hier
geen sonatevorm, maar een ongewone
reeks variaties. Het rustige, verinnerlijkte
hoofdthema is perfect in evenwicht door
zijn opbouw van tweemaal acht maten.
De variaties die er op volgen zijn veel
meer dan een decoratief commentaar
of een ruimere invulling van het thema.
Iedere variatie schetst een andere
gemoedstoestand.
András Schiff vindt het opus 109
van Beethoven een van de meest
poëtische sonates, een sonate zonder
begin en einde. De pianist zei ooit dat
artiesten weliswaar altijd erg dankbaar
zijn voor het applaus na een optreden,
maar na de uitvoering van sommige
muziekstukken is stilte eigenlijk de beste
reactie. Volgens Schiff is Beethovens
opus 109 een van die werken.
6
Wolfgang
Amadeus
Mozart
Sonate voor piano nr. 16 in C, KV 545
(1788)
De klavierconcerti van Mozart zijn
bedoeld voor het concertpodium,
en zijn daarom vaak erg virtuoos.
Maar zijn solo-sonates, variaties en
diverse stukken componeerde Mozart
voor leerlingen of om opgevoerd te
worden in de huiskamer. De bedoelde
uitvoerders van deze werken waren
technisch en muzikaal vaak beperkt.
Dat merk je in de partituur, die minder
uitgesproken veeleisend is. Maar dat is
relatief. Zo is de Sonate voor piano nr.
16 in C, KV 545, de “Sonata facile” die
Mozart omschreef als “voor beginners”,
niet zomaar voor om het even wie
weggelegd. Met zijn repetitieve triolen,
snelle ladders en gebroken akkoorden
– die alle volledig egaal en in één
constante stroom moeten worden
gespeeld – vergt de sonate een grote
technische beheersing. Het openingsAllegro bijvoorbeeld vraagt een absolute
ritmische controle. Het Andante is erg
galant en bevallig. In dit deel hoor je
een echo van Don Ottavio’s aria “Dalla
sua pace” uit Don Giovanni. De finale is
opgewekt en zorgeloos, een passend
slot voor deze compositie.
Franz Schubert
Sonate voor piano nr. 21 in c, D 958
(1828)
Schubert was de laatste grote
componist bij wie de pianosonate een
centrale plaats had in zijn oeuvre. Hij
componeerde 23 pianosonates (waarvan
hij er twaalf afwerkte), die zich kunnen
meten met die van Haydn, Mozart en
Beethoven. Toch lieten vele muzikanten
de pianosonates van Schubert lang
links liggen. Pas rond het midden van
de 20e eeuw konden ze opnieuw op de
belangstelling van pianisten rekenen.
De reden waarom deze werken van
Schubert lang werden genegeerd, is
omdat de componist de sonate op
vormelijk vlak niet vernieuwd heeft; het
belang van zijn werken lag voornamelijk
in de muziektaal. Hij verkende de
uiterste grenzen van de harmonie en
gaf zijn sonates een uitgesproken lyrisch
karakter.
Minder dan twee maanden voor zijn
dood, in september 1828, componeerde
Schubert nog drie grote pianosonates.
Zij vormen een hoogtepunt in de
koortsachtige creativiteit die het laatste
levensjaar van de componist beheerste,
en zijn in zekere zin een samenvatting
van Schuberts kunstenaarschap. In zijn
laatste pianosonates bereikte Schubert
een volmaakte synthese van Beethovens
invloed en de innige lyriek van zijn eigen
jeugdsonates.
Van de drie sonates wordt de
eerste gekenmerkt door extreme
onrust, sombere hartstocht en hevige
onstuimigheid. Ze doet het meest aan
Beethoven denken. Het beginthema
van het Allegro is erg krachtig en wild.
Deze demonische heftigheid komt
langzamerhand tot bedaren, en het
7
thema verandert in een ontroerende
klaagzang. Het tweede thema is een
lied dat zachte troost uitdrukt, en groeit
vervolgens uit tot een avontuurlijke
fantasie. Een kort crescendo leidt tot
de re-expositie. Een lange coda besluit
de eerste beweging. Het Adagio is een
van Schuberts zeldzame echt trage
instrumentale delen. De sereniteit
van de refreinen van dit rondo staat
lijnrecht tegenover de onstuimigheid
van de coupletten. Het karakter van het
Menuetto is een van de meest subtiele
en grillige dat Schubert ooit neerpende.
De hartstochtelijke beweging heeft
dramatische contrasten en bruuske
momenten van stilte. Het trio is
daarentegen erg rustgevend en bevallig.
De sonate eindigt met een stormachtige
tarantella waarvan het beginthema
verwant is aan de dodendansen uit
onder meer het kwartet Der Tod und
das Mädchen. We vinden dezelfde
permanente aarzeling tussen majeur
en mineur terug, met een toverachtige
fonkeling van harmonieën en hier en
daar gelijkaardige blokken van brede
akkoorden.
clé d’écoute
LAST SONATAS
Ode aux maîtres de la Première
École de Vienne
Les dernières œuvres d’un compositeur ont toujours quelque chose de mythique :
on les considère comme un testament, résumant l’ensemble d’une carrière ou
jetant un regard sur l’avenir. Depuis la saison dernière, András Schiff est en
tournée avec le cycle Last Sonatas, dans lequel il propose les trois dernières
sonates pour clavier des géants de la Première École de Vienne: Mozart, Haydn,
Beethoven et Schubert. La forme sonate* occupe une place essentielle dans
l’œuvre des quatre compositeurs. Le cycle de douze sonates constitue donc une
sorte d’hommage à la forme sonate, « l’une des plus grandes inventions de la
musique occidentale », selon Schiff.
Ce soir, le grand maître hongrois interprétera l’antépénultième sonate de chacun
des quatre compositeurs : la Sonate pour piano en ut majeur Hob. XVI:50 de
Haydn, explicitement écrite pour un piano-forte Broadwood à la large portée
sonore, la populaire Sonata facile de Mozart, l’expressive op. 109 de Beethoven
et la Sonate pour piano D 958 de Schubert, tributaire de l’exemple de Beethoven
tout en explorant de nouveaux territoires.
Joseph Haydn
Sonate pour piano en ut majeur Hob.
XVI:50 (1794-1795)
Au XVIIIe siècle, il était de bon ton, en
tant que bourgeois, de posséder un
piano. En outre, l’éducation des enfants,
et en particulier des filles, n’était pas
complète sans formation musicale.
C’est pourquoi de nombreuses œuvres
pour piano furent écrites pour la sphère
domestique et furent souvent dédiées à
des femmes : tel est le cas de la Sonate
pour piano Hob. XVI:50.
Les sonates de Haydn sont des
œuvres intimes. La sonate était pour lui
le médium par excellence où exprimer
ses idées esthétiques. Les œuvres de
Haydn écrites entre 1766 et 1773 sont
marquées par le Sturm und Drang :
la passion et la sensibilité y gagnent le
combat sur la rationalité des Lumières.
Vient ensuite une période plus calme,
dans laquelle l’influence de Mozart –
pour qui Haydn nourrissait une grande
admiration – se fait sentir. Enfin les
sonates composées entre 1789 et 1795
constituent le point culminant de son
œuvre pour piano. Elles épousent un
style ample et presque symphonique.
*Forme sonate : forme classique reposant sur le traitement de deux thèmes en trois grandes étapes (exposition,
développement, réexposition) et régie par un cadre tonal bien défini.
8
La Sonate pour piano en ut majeur
Hob. XVI:50 date de cette dernière
période créative : elle fut écrite en
1794-1795, durant le second séjour du
compositeur à Londres. Elle est dédiée
à la virtuose du clavier Therese Jansen
Bartolozzi. À cette époque, Haydn ne
devait cependant plus accepter de
commandes pour gagner sa vie : dans
les années 1790, il était devenu un
compositeur indépendant, après la fin
de son contrat à la cour des Esterhazy.
Célèbre et aisé, il pouvait se permettre
de composer selon son propre goût.
Son style d’écriture est donc également
riche et large, ainsi que l’on peut
l’entendre dans sa Sonate pour piano
en ut majeur.
Le premier mouvement de cette
sonate surprend par les transformations
que subit le thème principal. Haydn se
révèle un maître du développement,
rendant passionnante la partie centrale
du premier mouvement. Il a souvent été
dit que le mouvement lent, Adagio, était
une musique funèbre dédiée à Mozart,
car son premier thème fait référence
à la Sonate pour piano KV 310. Ce
mouvement contraste avec le finale,
Allegro molto, éblouissant et même
comique, prenant constamment des
détours inattendus.
9
Ludwig
van Beethoven
Sonate pour piano no 30 en mi majeur,
op. 109 (1820)
Les 32 sonates pour piano de Ludwig
van Beethoven sont comme un parcours
qui reflète les sentiments les plus
personnels et la pensée du compositeur.
Beethoven, pianiste dans l’âme, pouvait
exprimer ses sentiments les plus intimes
dans ses sonates pour piano, qui se
trouvent pour ainsi dire à l’opposé de
l’épanchement de ses symphonies et de
ses autres œuvres à grand effectif.
Le carnet de notes de Beethoven
contient des esquisses des trois
dernières sonates pour piano, portant,
pêle-mêle, les numéros d’opus 109 à 111.
Elles forment ainsi une sorte d’ensemble.
Ces trois sonates datent d’une période
durant laquelle Beethoven faisait
résolument face à l’avenir. Vers 1818, il
surmonta progressivement une longue
période de problèmes psychiques et
matériels et recommença à composer.
Il abandonna tout espoir d’être compris
par ses contemporains, écrivant pour
les générations futures. Le style de ses
dernières sonates est donc imprégné de
cet état d’esprit.
Beethoven s’attela à son opus 109
peu après la publication de l’opus 106,
la sonate dite « Hammerklavier ». Il
semble bien que Beethoven cherchait
à explorer de nouvelles possibilités
musicales et pianistiques, ce qu’avait
déjà révélé l’opus 106. En effet, il s’y
montre très novateur à bien des égards,
allant jusqu’à susciter l’incompréhension
de ses auditeurs. Des passages rapides
et lents s’enchaînent, tandis que dans
les sonates antérieures, ils intervenaient
au niveau des allegros et adagios – ainsi
que le prescrit la tradition. Le tempo du
premier mouvement, Vivace ma non
troppo, est interrompu à deux reprises
par un « Adagio espressivo », une
sorte d’intermezzo libre. En outre, la
construction est très libre, avec ci et là
le retour de certains motifs. Il n’est pas
question non plus d’un passage central
dans lequel serait développé le matériau
thématique (le « développement »),
et encore moins de la réexposition
habituelle des deux thèmes. Tout
semble entrelacé. Le deuxième
mouvement, Prestissimo, est écrit dans
une forme sonate classique, bien que
réduite. Beethoven réserve les grands
épanchements – allant ainsi à l’encontre
des conventions – pour le dernier
mouvement, Andante: Gesangvoll,
mit innigster Empfindung (chantant,
avec une émotion profonde). L’élément
essentiel de l’œuvre, généralement
réservé au premier mouvement, a été
intentionnellement déplacé vers le
finale : à nouveau, Beethoven n’y utilise
pas la forme sonate, mais une série
inhabituelle de variations. Le thème
principal, calme et intérieur, est d’un
équilibre parfait par sa construction en
deux fois huit mesures. Les variations
qui suivent sont beaucoup plus
qu’un commentaire décoratif ou une
interprétation plus large du thème.
Chaque variation esquisse un état
d’esprit différent.
L’opus 109 est, pour Schiff, l’une
des sonates les plus poétiques de
Beethoven, une partition sans début
ni fin. Selon lui, les artistes sont
évidemment reconnaissants lorsque le
public applaudit à la fin d’un concert,
mais après certaines œuvres, le silence
est parfois la meilleure réaction. L’opus
109 de Beethoven serait l’une d’elles.
10
Wolfgang
Amadeus
Mozart
Sonate pour piano no 16 en ut majeur
KV 545 (1788)
Les concertos pour clavier de Mozart
sont destinés au concert, ce qui
explique leur caractère très virtuose.
À l’inverse, le compositeur a réservé
ses sonates pour soliste, variations et
diverses pièces à ses élèves ou à une
interprétation dans le cadre du salon.
Les dédicataires de ces œuvres étaient
souvent limités techniquement et
musicalement. Ainsi, la partition se veut
nettement moins exigeante par rapport
à d’autres. Cela reste cependant relatif :
la Sonate pour piano no 16 en ut majeur
KV 545, la Sonata facile que Mozart
écrivit « pour les débutants », n’est
pas destinée à n’importe qui. Avec ses
triolets répétitifs, ses arpèges rapides
et ses accords brisés – qui doivent être
joués de manière égale et en un flux
constant –, cette sonate nécessite une
grande maîtrise technique. L’Allegro
d’ouverture, par exemple, demande un
contrôle rythmique absolu. L’Andante,
très galant et gracieux, fait entendre
un écho de l’aria « Dalla sua pace » de
Don Ottavio dans Don Giovanni. Gai et
insouciant, le finale clôt l’œuvre avec
élégance.
Franz Schubert
Sonate pour piano n° 21 en ut mineur,
D 958 (1828)
Schubert fut l’un des derniers à avoir
accordé à la sonate pour piano une
place de choix dans son œuvre. Il en
composa vingt-trois – dont seules
douze furent achevées –, comparables à
celles de Haydn, Mozart et Beethoven.
Pourtant, les sonates pour piano de
Schubert furent longtemps ignorées
par les musiciens. Ce n’est qu’à partir
du milieu du XXe siècle que ces œuvres
connurent un regain d’intérêt auprès
des interprètes. En effet, si Schubert
ne renouvela pas la sonate sur le plan
formel, l’intérêt de ses compositions
réside principalement dans un langage
harmonique qui explore jusqu’en
ses ultimes limites le domaine d’une
tonalité déjà singulièrement élargie et
qui confère à ses sonates un caractère
profondément lyrique.
En septembre 1828, moins de deux
mois avant sa mort, Schubert, alors au
sommet de ses capacités, composa
trois grandes sonates pour piano,
que l’on peut considérer comme son
testament musical. Ces œuvres forment
ensemble une unité cohérente, et
pour cette raison, elles sont souvent
considérées comme un triptyque, une
sorte de résumé de l’art du compositeur.
Schubert parvient en fait à y réaliser
la parfaite synthèse de l’influence
beethovénienne et du lyrisme intime de
ses propres sonates de jeunesse.
Des trois sonates, la première,
Sonate D 958 est la plus agitée, la
plus sombrement passionnée, la plus
violente et aussi la plus beethovénienne.
L’Allegro démarre sur un thème puissant
11
et fougueux. La passion démoniaque qui
l’anime se calme progressivement avec
l’introduction d’un second thème, chant
d’une douce consolation richement
harmonisé, qui évolue ensuite vers une
fantaisie aventureuse. Un bref crescendo
mène à la réexposition, puis une longue
coda clôt le premier mouvement.
L’Adagio, l’un des rares mouvements
instrumentaux véritablement lents
de Schubert, est aussi l’un des plus
profonds. Il se présente comme un
rondo où la sérénité des refrains
s’oppose à la violence des couplets.
Le caractère du Menuetto est l’un des
plus subtils et des plus capricieux de
Schubert, multipliant les contrastes
dramatiques et les silences soudains.
Le trio s’oppose à ce dernier par la
grâce et le calme qui l’habitent. La
Sonate se termine par une impétueuse
tarentelle dont le thème initial est
emprunté au quatuor La Jeune fille et
la Mort. C’est ce dernier qu’on évoque
le plus ici, avec une même oscillation
permanente entre majeur et mineur, de
mêmes scintillements fantasmagoriques
d’harmonies multicolores et, de temps à
autre, de mêmes blocs de larges accords
sur lesquels vient buter temporairement
l’infernale chevauchée.
12
Andras Schiff © Joanna Bergin
biografie · biographie
András Schiff
piano
NL András Schiff is geboren in Boedapest
in 1953. Hij studeerde aan de Franz
Liszt Academie in zijn geboortestad bij
P. Kadosa, G. Kurtág en F. Rados, en in
Londen bij G. Malcolm. In 1999 richtte hij
zijn eigen kamerorkest op, de Cappella
Andrea Barca. Schiff geeft recitals overal
ter wereld, en werkt jaarlijks samen met
het Chamber Orchestra of Europe.
Schiff is veelvuldig onderscheiden,
onder meer met het Grosse
Verdienstkreuz mit Stern der
Bundesrepublik Deutschland, de Gold
Medal van The Royal Philharmonic
Society, de gouden Mozart-Medaille van
de International Stiftung Mozarteum,
een eredoctoraat van de universiteit van
Leeds en het Knighthood, verleend door
Queen Elisabeth II.
De pianist is een sociaal-politiek
geëngageerde artiest. Hij is van de
overtuiging dat kunstenaars ook de taak
hebben om zich uit te spreken tegen
racisme en andere vormen van sociaal
onrecht. In 2011 trok hij de aandacht
toen hij de politieke ontwikkelingen in
zijn thuisland Hongarije aankloeg.
Schiff heeft een uitgebreide
discografie op zijn actief, sinds 1997
exclusief bij het label ECM. Schiff heeft
onder meer het complete oeuvre voor
piano solo van Beethoven en Janáček
opgenomen. Zijn meeste recente album
is volledig gewijd aan Schubert (ECM
New Series, 2015).
13
FR András Schiff naît à Budapest en
1953. Il étudie à l’Université de musique
Franz-Liszt, dans sa ville natale, auprès
de P. Kadosa, G. Kurtág et F. Rados, ainsi
qu’à Londres auprès de G. Malcolm. En
1999, il fonde son propre orchestre de
chambre, la Cappella Andrea Barca.
Schiff donne des récitals partout dans le
monde et collabore chaque année avec
le Chamber Orchestra of Europe.
Schiff a été honoré de nombreux
prix : notamment la Grosse Verdienstkreuz mit Stern der Bundesrepublik
Deutschland, la Gold Medal de la Royal
Philharmonic Society, la Médaille d’or
« Mozart » de l’International Stiftung
Mozarteum, un doctorat honoris
causa de l’Université de Leeds et le
titre de chevalier décerné par la Reine
Élisabeth II d’Angleterre.
Musicien engagé, le pianiste est
convaincu que les artistes ont le devoir
de se positionner contre le racisme et
d’autres formes d’injustice sociale. En
2011, il a dénoncé la situation politique
de sa patrie, la Hongrie.
La vaste discographie de Schiff
paraît exclusivement sur le label ECM
depuis 1997. Le pianiste a notamment
enregistré l’intégrale des œuvres pour
piano seul de Beethoven et de Janáček.
Son enregistrement le plus récent
est entièrement dédié à Schubert
(ECM New Series, 2015).
the space between
the notes
Schrijvers over muziek
De la musique et des mots
Pedro Sena-Lino
Fado
BOZAR vroeg 10 auteurs een tekst te schrijven over een concert dat dit
seizoen in het Paleis voor Schone Kunsten plaatsvindt. De literaire hommages
aan hun favoriete componisten en muzikanten zijn elke maand te lezen in de
concertprogrammaboekjes. De teksten worden ook gebundeld in de aparte
publicatie The Space between the Notes.
Pedro Sena-Lino schreef over de fado naar aanleiding van een aantal
uitvoeringen van deze muziek in 2016.
BOZAR a demandé à 10 écrivains de rédiger un texte sur un concert organisé
durant cette saison au Palais des Beaux-Arts. Chaque mois, vous découvrez dans
nos programmes l’hommage que chacun rend à son compositeur et musicien
préféré. Ces textes font également l’objet du recueil The Space between
the Notes.
L’écrivain Pedro Sena-Lino a partagé sa passion pour le fado à l’occasion de
plusieurs concerts consacrés au genre en 2016.
15
[diepblauw]
De fado is ontstaan op die zeven
hoge heuvels bij de zee. In Lissabon,
smeltkroes van ontmoetingen, in zijn
straten van muziek, routes die Feniciërs,
Romeinen, Moren hebben getrokken
– en Portugezen die mijlen schaduw
aflegden om de wereld aan de wereld
voor te stellen. In die ‘gastvrije baai’,
zoals haar Fenicische stichters haar
noemden, ten westen van het westen.
In 1846 overleed hier in de Rua Suja
(letterlijk ‘Vuile Straat’) de 26-jarige
zangeres Maria Severa aan tering.
De eerste fadozangeres stierf in de
Moorse wijk, een plaats in Lissabon waar
culturen elkaar al meer dan duizend jaar
kruisen. Ze stierf tussen mythe en vloek:
de liefdes tussen dat zigeunermeisje
en de graaf van Vimioso schiepen het
tragische verbond dat een lied van
zeelui zal doen ontsnappen aan de vier
muren van angst en verboden liefdes.
Van dat eerste lied bleven alleen
echo’s over, nu gezongen door stemmen
die stemmen hoorden die haar hoorden
zingen. Zoals de Fenicische zeilschepen,
die liederen meevoerden en steden
stichtten op de uiterste grenzen van de
wereld, die steden stichtende liederen
aan flarden reten.
Sindsdien heeft de fado
verschillende wegen doorlopen. Amália
Rodrigues (1920-1999) was er het exces
en het symbool van. Voortgedreven
door haar stem brachten grote
componisten en grote dichters het
genre tot ontwikkeling. Ze legden die
klacht van verleden en toekomst vast
en verspreidden haar. De fado leed
onder het verlies van Amália, maar koos
nieuwe klankroutes. Groepen als A Naifa
en Deolinda verkenden de expressieve
mogelijkheden van die melodie van
verlies en vertrek. En ze mengden haar
16
met jazz en Portugese volksmuziek,
met haar oude Keltische en Moorse
oorsprong. Recent verdiepten andere
stemmen, zoals Antonio Zambujo, de
meervoudige wortels van die muziek in
hun lied. Daarin weerklonken het lied
van de Alentejo en de bossa nova. Maar
vooral een buitengewone reeks nieuwe
fadozangers bewijst de vitaliteit van
een genre dat nog verder verkend moet
worden – namen als Mariza, Carminho,
Gisela João, Ricardo Rodrigues of Joana
Amendoeira, om er maar enkele te
noemen.
De fado zoekt naar zichzelf en
bezingt tegelijk de afwezigheid van
verleden en toekomst in het heden. We
moeten nog een antwoord vinden op
de vraag welke elementen uit Afrika,
Brazilië en Azië de bronnen van die
muziek hebben gevoed. In de fado hoor
je ook het lijden van vijfhonderd jaar
kolonialisme en slavernij. Hierin wast
water van muziek het bloed weg.
Maar in de fado beluister je ook
millennia van verlies en ontmoeting.
Het schuren van het hout over het
zand, van scheepsrompen die door een
oceaan van ontdekkingen ploegen;
de zang van de minaretten, binnen
de kortste keren tot kliffen versteild,
die door onmetelijke ruimten van
zand en water weergalmen vooraleer
ze opgesloten worden in omheinde
Moorse wijken; de afwezigheid van Sion
in verboden liederen bij het dagen van
de sabbat; het zingen van slaven in de
scheepsruimten van stilstaand water; de
gebroken ogen en de hoop van een arm
die ten afscheid zwaait. De fado, of de
pijn van blauwige afstand in het zand.
Vertaald uit het Portugees
door Bart Vonck
[bleu profond]
C’est sur ces sept collines dominant la
mer que naquit le fado. Dans la Lisbonne
de toutes les rencontres, dans ses rues
de musique, routes tracées par les
Phéniciens, les Romains, les Maures
et les Portugais, qui parcoururent des
lieues et des lieues d’ombre pour offrir
au monde le monde. Sur cette « anse
accueillante », comme l’appelaient ses
fondateurs phéniciens, à l’occident de
l’occident.
C’est ici qu’en 1846, à l’âge de
vingt-six ans, s’éteignit dans la Rua Suja
(littéralement, la rue Sale) la chanteuse
Maria Severa, phtisique. La première
chanteuse de fado mourait dans le
quartier de la Mouraria, carrefour
millénaire des cultures à Lisbonne. Elle
mourait entre mythe et malédiction :
les amours de cette gitane et du comte
de Vimioso créèrent le duo tragique
qui permit à une chanson de marin de
percer les quatre murs de l’affliction et
des amours interdites.
De ce premier chant ne subsistent
rien que des échos, aujourd’hui chantés
par des voix qui entendirent les voix
qui l’entendirent chanter. Comme les
nefs phéniciennes, qui emportaient des
chants et fondaient des cités aux confins
du monde, qui déchiraient des chants
fondateurs de cités.
Depuis lors, le fado emprunta
plusieurs chemins. Amália Rodrigues
(1920-1999) lui légua excès et
symbole. De grands compositeurs,
d’illustres poètes, guidés par sa voix,
développèrent le genre, fixant et
diffusant cette complainte du passé
et de l’avenir. Le fado pâtit de la perte
d’Amália, mais il sut s’engager sur de
nouveaux sentiers sonores. Des groupes
tels qu’A Naifa et Deolinda fouillèrent
le potentiel expressif de cette mélodie
17
de la perte et du départ et la mêlèrent
au jazz et à la musique populaire
portugaise, dont les origines remontent
aux Celtes et aux Maures. Plus
récemment, d’autres voix ont plongé
au coeur des racines multiples de cette
musique, comme António Zambujo
dont le chant renvoie à l’Alentejo et à la
bossa nova. Mais, et surtout, une série
d’extraordinaires nouveaux “fadistas”
a su démontrer la vitalité d’un genre
qui reste à explorer : Mariza, Carminho,
Gisela João, Ricardo Rodrigues ou
encore Joana Amendoeira, entre autres.
Le fado se cherche, en même
temps qu’il chante l’absence du
passé et du futur dans le présent. Ce
questionnement le conduira encore
à explorer les gouttes africaines,
brésiliennes et asiatiques qui alimentent
les sources de cette musique. Dans
le fado, ce sont également cinq cents
ans de colonialisme et d’esclavage qui
souffrent, ressac de la musique lavant
le sang.
Mais dans le fado s’entendent
également des millénaires de pertes
et de rencontres. Le bois déchirant
le sable ; les coques des navires
sillonnant l’océan de découvertes ;
le chant des minarets, si vite érigés
en falaise, projetant son écho sur les
immensités de sable et d’eau, avant
d’être emprisonné par les enceintes
des quartiers maures ; l’absence de
Sion dans les chants interdits à la lueur
naissante du sabbat ; les psalmodies
des esclaves dans les cales baignées
par les eaux immobiles ; les yeux brisés
et l’espoir d’un bras faisant un signe.
Le fado, ou la douleur de la distance
bleutée dans le sable.
Traduit du portugais par Alice Ensalem
© GR/DR
Pedro Sena-Lino (1977) is een Portugese
schrijver en woont in Berlijn. Hij schrijft
poëzie, romans en kinderboeken en
is de oprichter van Companhia do Eu
(Gemeenschap van het Zelf), een school
voor creatief schrijven. Hij doctoreerde
op de 17e-eeuwse katholieke non en
schrijfster Feliciana de Milã. Despaís
(Onland), zijn meest recente boek, een
politieke sciencefictionroman over het
einde van Portugal, veroorzaakte een
controverse in zijn geboorteland. Zijn
werk werd vertaald in het Kroatisch,
Engels, Frans, Duits en Japans.
18
Pedro Sena-Lino (1977) est un écrivain
portugais et vit à Berlin. Il écrit des
romans et des livres pour enfants ainsi
que de la poésie. Il est aussi le fondateur
de la Companhia EU (Société du moi),
une école pour la création littéraire.
Il a écrit une thèse de doctorat sur
la nonne et auteure catholique du
XVIIe siècle Felicianale Mil. Son dernier
livre, Despaís (Non-pays), un roman de
science politique sur la fin du Portugal,
a provoqué une polémique dans son
pays natal. Son œuvre a été traduite
en croate, en anglais, en français, en
allemand et en japonais.
centre for fine arts
brussels
In aller haast iets eten
voor een concert
hoeft niet meer. In de
BOZARBRASSERIE kun je
vanaf 18 uur rustig genieten
van een verfijnde keuken
en toch op tijd in de
concertzaal aankomen.
Plus besoin de manger en
vitesse avant un concert.
La BOZARBRASSERIE vous
permet dès 18 h de goûter
aux plaisirs d’une cuisine
ra�née avant de vous
rendre au spectacle en
toute sérénité.
RESERVERING
AANBEVOLEN
RÉSERVATION
SOUHAITÉE
+ 32 (0)2 503 00 00
Paleis voor schone Kunsten
brussel
Palais des beaux-arts
bruxelles
rue ravensteinstraat 23
1000 Brussels
+32 2 507 82 00 / bozar.be
© Blueclic.com/G.miclotte
Wij danken onze bozar PATRONS voor hun trouwe steun
Monsieur et Madame Charles Adriaenssen • Madame Geneviève Alsteens • Madame
Marie-Louise Angenent • Monsieur et Madame Etienne d’Argembeau • Comte et Comtesse
Christian d’Armand de Chateauvieux • Monsieur Laurent Arnauts • Duchesse d’Audiffret
Pasquier • Monsieur et Madame Laurent Badin • Baron en Barones Jean-Pierre de Bandt •
Monsieur Erard de Becker • Monsieur et Madame Roger Begault • Madame Marie Bégault
• Monsieur Jean-François Bellis • Baron et Baronne Berghmans • Monsieur Tony Bernard
• Baron en Barones Luc Bertrand • De Heer Stefaan Bettens • De Heer en Mevrouw Carl
Bevernage • Madame Bia • Mevrouw Liliane Bienfet • Professor en Mevrouw Roger Blanpain
• Monsieur et Madame Mickey Boël • Comte et Comtesse Boël • Monsieur et Madame
Bernard Boon Falleur • Monsieur Vincent Boone • Monsieur Thierry Bouckaert • De Heer
Harry Boukes • Monsieur Olivier Bourgois et Madame Alice Goldet • De Heer en Mevrouw
Alfons Brenninkmeijer • Ambassadeur Dr. Günther Burghardt en Mevrouw Rita BurghardtByl • Mevrouw Helena Bussers • Comte et Comtesse Buysse • Madame Marie Anne
Carbonez • Baron Cardon de Lichtbuer • Monsieur et Madame Michel Carlier • Monsieur
et Madame Hervé de Carmoy • Mevrouw Ingrid Ceusters-Luyten • Monsieur et Madame
Jean-Charles Charki • Monsieur Robert Chatin • Prince et Princesse de Chimay • Monsieur
et Madame Christian Chéruy • Madame Marianne Claes • Monsieur Nicolas Clarembeaux •
Monsieur Jim Cloos • Madame Jean de Cock de Rameyen • Monsieur Bernard de Cock de
Rameyen • Comtesse Michel Cornet d’Elzius • Monsieur et Madame Patrice Crouan • Prince
Guillaume de Croÿ • De Heer Géry Daeninck • Monsieur et Madame Denis Dalibot • Monsieur
et Madame Bernard Darty • Vicomte Davignon • De Heer en Mevrouw Philippe De Baere •
De Heer en Mevrouw Philippe Declercq • Monsieur Pascal De Graer • De heer en Mevrouw
Bert De Graeve • Baron Andreas De Leenheer • Monsieur Michel Delloye • Monsieur JeanMarie Delwart • Monsieur et Madame Alain De Pauw • Monsieur Patrick Derom • Monsieur
Laurent Desseille • Monsieur Eric Devos • Monsieur Amand-Benoît D’Hondt • Monsieur Régis
D’Hondt • De Heer en Mevrouw Xavier D’Hulst-Struyven • Monsieur et Madame Thierry R.
Dillard-Desjonquères • Monsieur Michel Doret • Monsieur Jean-Baptiste Douville de Franssu
• M. Bruce Dresbach et Dr. Corinne Lewis • Monsieur Alain Dromer • De Heer en Mevrouw
Bernard Dubois • Madame Sylvie Dubois • Monsieur et Madame Pierre Dumolard-Balthazard
• Monsieur et Madame Paul Dupuy • Mr. Graham Edwards • Madame Jacques E. François •
Madame Monique Fritz • Madame Sophie de Galbert • De heer en Mevrouw Marnix Galle
Sioen • Madame Marie-Christine Gennart • Monsieur Oscar Geyer • Monsieur et Madame
Léo Goldschmidt • Madame Sylvia Goldschmidt • De heer André Gordts • Comtesse Nadine
le Grelle •Monsieur et Madame Pierre Guilbert • Madame Bernard Guttman • Monsieur et
Madame Regnier Haegelsteen • Monsieur et Madame John van der Hagen • Monsieur Paul
Haine • Monsieur et Madame Bernard Hanotiau • De Heer en Mevrouw Philippe Haspeslagh
• Monsieur Thierry Hazevoets • De Heer en Mevrouw Pieter Heering • Monsieur Jean-Pierre
Hoa • De Heer Xavier Hufkens • Madame Christine Huvelin • Mevrouw Bonno H. Hylkema •
Monsieur Fernand Jacquet • Monsieur Maxime Jadot • Monsieur et Madame Jean-François
Jans • Barones Janssen • Baron et Baronne Paul-Emmanuel Janssen • Monsieur et Madame
Mathieu Janssens van der Maelen • Madame Patricia de Jong • Madame Elisabeth Jongen
• De Heer en Mevrouw Martin Kallen • Monsieur et Madame Adnan Kandiyoti • Monsieur
Claude Kandiyoti • Madame Harold t’Kint de Roodenbeke • Monsieur Peter Klein et
Madame Susanne Hinrichs • Dr. et Madame Klaus Körner • Monsieur Charles Kramarz •
Madame Jean-Jacques Kreglinger • Monsieur et Madame Charles Kriwin • Madame Marleen
Lammerant • Mademoiselle Alexandra et Monsieur Ludovic van Laethem • Mevrouw Hilde
Laga • Monsieur et Madame Francis-Charles Lang • Monsieur et Madame Richard Laub •
Madame Brigitte de Laubarede • Comte et Comtesse Yvan de Launoit • Chevalier et Madame
Laurent Josi • Monsieur Pierre Lebeau • Monsieur et Madame François Legein • Monsieur
et Madame Laurent Legein • Monsieur et Madame Charles-Henri Lehideux • Monsieur
Mark Le Jeune • Monsieur et Madame Gérald Leprince Jungbluth • Madame Dominique
Leroy • De Heer en Mevrouw Thomas Leysen • De Heer en Mevrouw Paul Lievevrouw – Van
20
Nous remercions nos bozar PATRONS pour leur soutien précieux
der Wee • Madame Florence Lippens • Madame Daphné Lippitt • Monsieur et Madame
Clive Llewellyn • Monsieur Manfred Loeb • Madame Marguerite de Longeville • Comte et
Comtesse Jean-Baptiste de Looz-Corswarem • Monsieur et Madame Thierry Lorang • De
Heer Peter Maenhout • Madame Oscar Mairlot • Monsieur et Madame Jean-Pierre Mariën •
Notaris Luc L. R. Marroyen • De Heer en Mevrouw Frederic Martens • Monsieur et Madame
Yves-Loïc Martin • De Heer en Mevrouw Paul Maselis • Monsieur et Madame Dominique
Mathieu-Defforey • Madame Luc Mikolajczak • De Heer en Mevrouw Frank MonstreyNoé • Madame Philippine de Montalembert • Baron et Baronne Dominique Moorkens •
Madame Jean Moureau-Stoclet • Madame Nelson • De Heer en Mevrouw Robert van Oordt
• Mevrouw Thérèse Opstal • Monsieur Laurent Pampfer • Monsieur Jean-Philippe Parain
• Comte et Comtesse Baudouin du Parc Locmaria • Madame Jessica Parser • Monsieur et
Madame Dominique Peninon • Monsieur et Madame Olivier Périer • Monsieur Frédéric
Peyré • Madame Florence Pierre • Madame Marie-Caroline Plaquet • Madame Suzanne de
Potter • Madame Marie-Neige Prignon • Monsieur et Madame André Querton • Madame
Hermine Rédélé Siegrist • Madame Agnès Rein – Bollack • De Heer Hendrik Reychler •
Madame Olivia Nicole Robinet-Mahé • De Heer en Mevrouw Anton van Rossum • Monsieur
et Madame Bernard Ruiz Picasso • Monsieur et Madame Jean Russotto • Monsieur et
Madame Dominique de Saint-Rapt • Monsieur et Madame Frederic Samama • Mevrouw
Anne-Marie Saquet • Monsieur Jean-Pierre Schaeken-Willemaers • Monsieur Eric-Emmanuel
Schmitt • Monsieur et Madame Philippe Schöller • Monsieur et Madame Hans C. Schwab •
Madame Ingrid Schwaiger • Chevalier Alec de Selliers de Moranville • Chevalier Baudouin
de Selliers de Moranville • Monsieur et Madame Tommaso Setari • Madame Gaëlle Siegrist
Mendelssohn • Madame Valérie Siegrist du Couëdic • Monsieur Sergio Gondim Simao •
Messieurs Bernard Slegten et Olivier Toegemann • Mr. & Mrs. Trevor Soames • Monsieur
Patrick Solvay • Madame Mario Spandre • Monsieur Eric Speeckaert • Vicomte Philippe de
Spoelberch • Monsieur Bernard Steyaert et Madame Wivine de Traux • De Heer en Mevrouw
Jan Steyaert • Stichting Liedts-Meesen • Monsieur et Madame Stoclet • Baron et Baronne
Hugues van der Straten • Monsieur et Madame Julien Struyven • De Heer en Mevrouw
Frank Sweerts • De Heer Coen Teulings • Monsieur Daniel Thierry • Monsieur Gilbert Tornel
• Madame Astrid Ullens de Schooten • Madame Brigitte Ullens de Schooten • Monsieur
Marc Urban • De Heer Marc Vandecandelaere • De heren Pascal van der Kelen en Patrick
Haemelinck • Monsieur et Madame Bruno Vanderschelden • Mevrouw Greet Van de Velde •
De heer Jan Van Doninck • Madame Nadine van Havre • Madame Lizzie Van Nieuwenhuyse •
Mevrouw Ludo Van Thillo • De Heer Johan Van Wassenhove • Baron et Baronne de Vaucleroy
• Baronne Velge • De Heer Eric Verbeeck • Monsieur et Madame Denis Vergé • Monsieur et
Madame Bernard Vergnes • Monsieur et Madame Alexis Verougstraete • Mevrouw Eddy
Vermeersch • De Heer en Mevrouw Axel Vervoordt • Monsieur Guy Vieillevigne • De Heer
en Mevrouw Karel Vinck • Vrienden van het Zoute • Monsieur Alain Vulihman • Madame
Gabriel Waucquez • Monsieur et Madame Peter Wilhelm • Monsieur et Madame Luc Willame
• Monsieur Robert Willocx • Madame Véronique Wilmot • Monsieur et Madame Antoine
Winckler • Monsieur et Madame Bernard Woronoff • Chevalier Godefroid de Wouters
d’Oplinter • Baron Guy de Wouters d’Oplinter†• Mr. Johan Ysewyn & Ms Georgia Brooks •
Zeno X Gallery – Antwerp • Monsieur et Madame Jacques Zucker •
corporate patrons
ABN AMRO · Edmond de Rothschild (Europe) · Bird & Bird · BKCP · KBC Bank Nv
· EDF Luminus · LHOIST · Linklaters · LOmbard oDier · NH HotelEs · Puilaetco
dewaay private bankers s.a. · société fédérale de participations et d’investissements s.a. · Federale participatie en investeringsmaatschappij nv ·
Contact : 02 507 84 21 ou 02 507 84 01 - [email protected]
21
onze partners · nos partenaires · our partners
Overheidssteun · Soutien public · Public partners
KONINKRIJK BELGIË
Federale Overheidsdienst
Buitenlandse Zaken,
Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking
ROYAUME DE BELGIQUE
Service public fédéral
Affaires étrangères,
Commerce extérieur et
Coopération au Développement
Federale Regering · Gouvernement Fédéral
Diensten van de Eerste Minister, Cel algemene beleidscoördinatie · Services du
Premier Ministre, Cellule de coordination générale de la politique · Diensten van de
Vice-eersteminister en Minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met
Buitenlandse Handel · Services du Vice-Premier Ministre et Ministre de l’Emploi, de
l’Economie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur · Diensten van de
Vice-eersteminister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Grote
Steden en de Regie der gebouwen · Services du Vice-Premier Ministre et Ministre de
la Sécurité et de l’Intérieur, chargé des Grandes Villes et de la Régie des bâtiments ·
Diensten van de Vice-eersteminister en Minister van Ontwikkelingssamenwerking,
Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post · Services du Vice-Premier Ministre et Ministre
de la Coopération au développement, de l’Agenda numérique, des Télécommunications
et de la Poste · Diensten van de Vice-eersteminister en Minister van Buitenlandse Zaken
en Europese Zaken, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen · Services
du Vice-Premier Ministre et Ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de
Beliris et des Institutions culturelles fédérales · Diensten van de Minister van Begroting,
belast met de Nationale Loterij · Services du Ministre du Budget, chargé de la Loterie
nationale · Diensten van de Minister van Financiën · Services du Ministre des Finances
Vlaamse Gemeenschap
Kabinet van de Minister-president en Minister van Buitenlands Beleid en Onroerend
Erfgoed · Kabinet van de Minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel
Communauté Française
Cabinet du Ministre-Président · Cabinet de la Vice-Présidente et Ministre de l’Education,
de la Petite enfance, des Crèches et de la Culture · Cabinet du Ministre de l’Aide à la
jeunesse, des Maisons de justice et de la Promotion de Bruxelles
Deutschsprachige Gemeinschaft Belgiens
Kabinett des Ministerpräsidenten
Région Wallonne
Cabinet du Ministre-Président
Brussels Hoofdstedelijk Gewest · Région de Bruxelles-Capitale
Kabinet van de Minister-President · Cabinet du Ministre-Président · Kabinet van de
Minister van Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking ·
Cabinet du Ministre des Finances, du Budget, des Relations extérieures et de la
Coopération au Développement
Vlaamse Gemeenschapscommissie
Commission Communautaire Française
Stad Brussel · Ville de Bruxelles
22
Internationale partners · Partenaires internationaux · International partners
European Concert Hall Organisation: Concertgebouw Amsterdam · Gesellschaft der
Musikfreunde in Wien · Wiener Konzerthausgesellschaft · Cité de la Musique Paris ·
Barbican Centre London · Town Hall & Symphony Hall Birmingham · Kölner Philharmonie
· The Athens Concert Hall Organization · Konserthuset Stockholm · Festspielhaus
Baden-Baden · Théâtre des Champs-élysées Paris · Salle de concerts Grande-Duchesse
Joséphine-Charlotte de Luxembourg · Paleis voor Schone Kunsten Brussel/Palais des
Beaux-Arts de Bruxelles · The Sage Gateshead · Palace of Art Budapest · L’Auditori
Barcelona · Elbphilharmonie Hamburg · Casa da Música Porto · Calouste Gulbenkian
Foundation Lisboa · Palau de la Música Catalana Barcelona · Konzerthaus Dortmund
Institutionele partners · Partenaires institutionnels · Institutional partners
Structurele partners · Partenaires structurels · Structural partners
Media partners · Partenaires médias
Bevoorrechte partners · Partenaires privilégiés · Privileged partners
BOZAR
EXPO PHOTO
Stichtingen · Foundations
Promotiepartners · Partenaires promotionnels
Officiële leveranciers · Fournisseurs officiels
23
MUSIC
Enthousiast over dit concert? Neem nu een abonnement
‘Recitals in het Paleis’ (REC1) voor het seizoen 2016-2017.
Dit omvat onder meer de hierna volgende concerten.
Vous avez aimé ce concert ? Commandez dès à présent votre abonnement
« Récitals au Palais » (REC1) pour la saison 2016-2017.
Celui-ci se compose en partie des concerts ci-dessous.
NL
FR
30.09.2016 · HLB
Igor Levit, piano
Beethoven, Sonates I
Ludwig van Beethoven, Sonaten für
Klavier Nr. 25, op. 79; Nr. 12, op. 26;
Nr. 1, op. 2/1; Nr. 21, op. 53, “Waldstein”
01.10.2016 · HLB
Igor Levit, piano
Beethoven, Sonates II
Ludwig van Beethoven, Sonaten für
Klavier Nr. 24, op. 78; Nr. 4, op. 7;
Nr. 9, op. 14/1; Nr. 10, op. 14/2;
Nr. 26, op. 81a, “Das Lebewohl”
09.10.2016 · HLB
Vilde Frang, viool · violon
Aleksandar Madzar, piano
Johannes Brahms, Sonate für Violine
und Klavier Nr. 1, op. 78
Franz Schubert, Fantasie für Violine
und Klavier, op. 159, D 934
Isaac Albeniz, El Puerto (Iberia);
Sevilla, op. 47 n° 3
Béla Bartók, Sonate voor viool en
piano · Sonate pour violon et piano
Nr. 1, Sz. 75
09.11.2016 · HLB
Igor Levit, piano
Beethoven, Sonates III
Ludwig van Beethoven, Sonaten für
Klavier Nr. 5, op. 10/1; Nr. 19, op. 49/1;
Nr. 20, op. 49/2; Nr. 22, op. 54;
Nr. 23, op. 57, “Appassionata”
De volledige lijst van concerten in dit abonnement staat in de brochure
Subscriptions ’16-’17 die je kunt raadplegen op · www.bozar.be
La liste complète des concerts de cet abonnement figure dans la brochure
Subscriptions ’16-’17 disponible sur www.bozar.be
24