traduction officieuse

TRADUCTION OFFICIEUSE
QUESTION ÉCRITE
n° 523
de FREYA VAN DEN BOSSCHE
date : 11 mai 2016
à JO VANDEURZEN
MINISTRE FLAMAND DU BIEN-ÊTRE, DE LA SANTÉ PUBLIQUE ET DE LA FAMILLE
Les étudiants ayant une charge d'étude peu élevée pour cause de maladie - Allocations
familiales
Le 15 mars 2016, le ministre du Bien-Être, de la Santé publique et de la Famille a
annoncé, à la commission Bien-Être, que ses services œuvraient avec FAMIFED en vue
d’une solution permettant d’octroyer le droit aux allocations familiales aux étudiants
ayant une charge d’étude peu élevée pour cause de maladie. En effet, à l’heure actuelle,
ces allocations sont perdues lorsqu’on est mineur et que la charge d’étude est inférieure
à 45 % d’une charge d’étude à plein temps.
1.
Quel est l’état des lieux de la concertation entre le ministre, FAMIFED et les
universités et hautes écoles en ce qui concerne la problématique précitée ?
2.
Le ministre a-t-il toujours l’intention de préserver les étudiants reconnus par la
Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) ayant une charge
d’étude peu élevée de la perte des allocations familiales ?
3.
En ce qui concerne les étudiants ayant une faible charge d'étude et atteints d'une
maladie grave ou chronique comme le cancer, comment le ministre va-t-il relever le
défi d'un enregistrement correct ? Les établissements d'enseignement sont-ils prêts
à communiquer leurs données concernant ce groupe-cible ou quels indicateurs le
ministre utilisera-t-il pour isoler ce groupe cible au sein du groupe ayant une charge
d'étude inférieure à 27 crédits nettement plus important dans l'ensemble de la
population estudiantine ?
Des questions portant sur le même sujet ont été posées aux ministres Jo Vandeurzen
(523) et Hilde Crevits (360).
JO VANDEURZEN
MINISTRE FLAMAND DU BIEN-ÊTRE, DE LA SANTÉ PUBLIQUE ET DE LA FAMILLE
RÉPONSE
à la question n° 523 du 11 mai
2016 de FREYA VAN DEN BOSSCHE
1.
Le 7 juin 2016, le Comité de gestion de FAMIFED s'est penché sur cette
problématique. L’avis du Comité de gestion de FAMIFED sera discuté au Comité ad
hoc Allocations familiales qui siège au sein du Comité de concertation. Étant un
élément essentiel des allocations familiales, cette problématique doit, dans cette
phase de transition, en effet être résolue de façon conjointe par toutes les entités
compétentes concernées, par le biais d’un accord de coopération.
2.
Si, en cas de maladie, des jeunes sont dans l'impossibilité de s'inscrire à temps
comme étudiant ou écolier, de s'inscrire pour un nombre suffisant de crédits ou de
suivre un nombre suffisant d'heures de cours, une exception est prévue aux
conditions respectives en ce qui concerne la totalité des nouvelles allocations
familiales flamandes.
Ainsi, le gouvernement flamand a également traduit cela dans sa note conceptuelle
« Un programme de croissance sur mesure pour chaque enfant et chaque famille »
qu’elle a déposée au Parlement flamand le 31 mai 2016.
3.
A l’instar de l’intention exprimée dans la note conceptuelle précitée, nous allons
examiner à cet effet quelles sources authentiques nous pourrons consulter afin de
délimiter ce groupe-cible. Une maladie de longue durée et/ou un handicap ainsi
qu’une faible charge d’étude ou l’impossibilité de s’inscrire en conséquence de cela
sont des indicateurs pertinents en ce qui concerne la problématique que vous
évoquez. Les procédures nécessaires seront élaborées à cet effet.
SCHRIFTELIJKE VRAAG
nr. 523
van FREYA VAN DEN BOSSCHE
datum: 11 mei 2016
aan JO VANDEURZEN
VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN
Studenten met een lage studiebelasting omwille van ziekte - Kinderbijslag
Op 15 maart 2016 bevestigde de minister, bevoegd voor Welzijn, Volksgezondheid en
Gezin, in de commissie Welzijn dat zijn diensten samen met Famifed werk maakten van
een oplossing die moet toelaten dat studenten die door medische problemen of een
zware handicap een lage studiebelasting hebben toch recht zouden blijven hebben op
kinderbijslag. Nu verliest men die immers indien men meerderjarig is en een
studiebelasting heeft die lager is dan 45% van een voltijdse studiebelasting.
1.
Wat is de stand van zaken van het overleg tussen de minister, Famifed en de
universiteiten en hogescholen omtrent een oplossing voor de hierboven geschetste
problematiek?
2.
Is het nog steeds de intentie van de minister om studenten met een door het Vlaams
Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) erkende handicap en een lage
studiebelasting vrij te stellen van het verlies van kinderbijslag bij een lage
studiebelasting?
3.
Aangaande studenten met een lage studiebelasting en een zware of chronische
ziekte zoals kanker, hoe zal de minister de uitdaging van een correctie registratie
oplossen? Zijn de onderwijsinstellingen bereid hun gegevens omtrent deze doelgroep
te delen of welke indicatoren zal de minister gebruiken om deze doelgroep te isoleren
binnen de significant grotere groep in de hele studentenpopulatie met een
studiebelasting lager dan 27 studiepunten?
Vragen over hetzelfde onderwerp werden gesteld aan de ministers Jo Vandeurzen (523)
en Hilde Crevits (360).
JO VANDEURZEN
VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN
ANTWOORD
op vraag nr. 523 van 11 mei 2016
van FREYA VAN DEN BOSSCHE
1.
Het Beheerscomité van FAMIFED heeft de problematiek besproken op 7 juni 2016.
Het advies van het Beheerscomité van FAMIFED zal besproken worden op het Comité
ad hoc Kinderbijslag, dat zetelt in de schoot van het Overlegcomité. Een oplossing
voor deze problematiek moet in de transitiefase immers gezamenlijk door alle
bevoegde deelentiteiten worden getroffen, via samenwerkingsakkoord, aangezien het
een essentieel element van de kinderbijslag betreft.
2.
Indien jongeren in geval van ziekte niet in de mogelijkheid zijn om zich tijdig in te
schrijven als student of scholier, of door ziekte zich niet voor voldoende studiepunten
kunnen inschrijven of voldoende lesuren kunnen volgen, wordt er een uitzondering
voorzien op de respectievelijke voorwaarden voor wat de totaliteit van de nieuwe
Vlaamse kinderbijslag zal betreffen.
Dit werd ook zo opgenomen door de Vlaamse Regering in haar Conceptnota “Voor elk
kind en elk gezin een groeipakket op maat”, die werd ingediend bij het Vlaams
Parlement op 31 mei 2016.
3.
In navolging van de intentie geuit in de voornoemde conceptnota, zullen we hiertoe
bekijken welke authentieke bronnen we kunnen aanspreken om deze doelgroep af te
bakenen. Indicatoren die relevant zijn in verband met de door u aangehaalde
problematiek zijn de langdurige ziekte en/of de handicap en een verlaagde
studiebelasting of onmogelijkheid om in te schrijven ten gevolge daarvan. De nodige
procedures hiertoe zullen ontwikkeld worden.