Notarius 12

Transcription

Notarius 12
notarius
Tijdschrift voor het notariaat
Revue pour le notariat
JUNI 2014
49STE JAARG.
JUIN 2014
49ÈME ANNÉE
Pierre Van den Eynde
06
... over de werking van COBRA
… sur le fonctionnement du COBRA
14
Internationa(a)l
Het Europees notariaat in 2020
Le notariat européen en 2020
Afgiftekantoor: 2099
Antwerpen X P501197
Bergstraat 30-34,
1000 Brussel
Bureau de dépôt : 2099
Antwerpen X P501197
Rue de la Montagne 30-34,
1000 Bruxelles
notarius
Inhoud - Sommaire
Juni - Juin 2014
02
Chairman’s corner
03
Rédactionnel
Redactioneel
04
Blikvanger
Coup d’œil
06
20
Bergstraat
Rue de la Montagne
Steundienst databanken
Service d’appui
Bases de données
Interview
Pierre Van den Eynde
30
Office Management
De efficiëntie van een notariskantoor verhogen.
eRegistration: hoe kan ik mijn
kantoor hierop voorbereiden?
14
Internationa(a)l
“Plan 2020”
42
Blikvanger
Coup d’œil
p. 04
Augmenter l’efficacité d’une
étude notariale.
eRegistration : comment
préparer mon étude à ce
changement ?
Event
20 km door Brussel
Les 20 km de Bruxelles
Notarius 2014
Juni - Juin
1
Uit eten met
de notaris
À table avec
un notaire
Nationale Kamer
Nieuwigheden
Chambre nationale
Nouveautés
p. 38
ONZE VASTE RUBRIEKEN
18
Waar eten in ...
5 smakelijke eetadressen in
Bergen.
28 Ou manger à ...
5 adresses culinaires à Mons.
Event 44
CE de foot des notaires
46
Column - Colonne
Bert Kruismans
p. 60
Info juridique
Juridische info
Les défaillants et récalcitrants :
qu’en faire à présent ?
p. 88
70
ALN
72
Opleiding
Formation
Les quatre saisons de l’ALN
De niet-verschijnende en weigerende partijen: wat doen we er
nu mee?
52
Interview
Nicole de Block
Risico’s
van het beroep
83
85 Risques du métier
Managen kun je leren
Juridische vraag
86 Question juridique
66
68
Biblio
76
On ne naît pas manager,
on le devient...
eRegistration
Van voorbereiding
tot implementatie
De la préparation à l’implémentation
VLN
Feest en awards op het gala van de VLN
80
Event
Leerstoel Gommaar Van Oosterwyck
2
Chairman’s corner
Lorette Rousseau, Voorzitter KFBN - Président FRNB
Isabelle Persyn
Derrière chaque président,
un Conseil d’administration
Achter elke voorzitter,
een Raad van Bestuur
Comme chaque année, le Conseil d’administration du mois de mai
est particulier puisque c’est traditionnellement le dernier conseil
de certains administrateurs. Nous avons ainsi cette année fait nos
adieux à trois administrateurs fortement appréciés : Xavier Bricout,
Jean Flemings et Robert Ledent. J’aimerais à nouveau les remercier
pour leur engagement, chacun de la façon qui le caractérise.
Zoals elk jaar is de vergadering van de raad van bestuur in mei
een bijzondere omdat het traditiegetrouw de laatste raad is van
enkele bestuurders. Dit jaar hebben we afscheid genomen van drie
gewaardeerde bestuurders: Xavier Bricout, Jean Flemings en Robert
Ledent. Ik wil hen via deze weg nog een keer bedanken voor hun
inzet, elk op zijn karakteristieke manier.
Xavier, qui, grâce à sa passion pour l’informatique et à ses
connaissances en la matière, nous a permis de prendre des décisions
stratégiques en connaissance de cause.
L’expérience de Robert, la force tranquille du notariat, constituait un
atout absolu. Il nous a en outre fait beaucoup rire grâce à ses citations
dans la langue de Goethe.
Xavier, die met zijn passie voor en kennis van informatica ervoor
gezorgd heeft dat we strategische beslissingen in die materie hebben
kunnen nemen.
Et, enfin, Jean. Un président ne peut s’imaginer meilleur trésorier.
Toujours calme et posé. C’est notamment grâce à ses compétences
que nous avons pu mener à terme un grand nombre de dossiers
complexes.
Un président se retrouve plus souvent sous les projecteurs, mais le
conseil d’administration est bel et bien constitué de neuf autres administrateurs qui ont chacun une mission spécifique. Sans des arrières
solides, il est impossible de mener une bonne gouvernance. C’est la
raison pour laquelle un tiers est renouvelé chaque année. Il n’est de
toute façon pas évident en tant que notaire de combiner un mandat
d’administrateur avec une étude. En outre, il est bon d’insuffler
régulièrement un air de nouveauté. Cela nous évite de rouiller.
Le départ de trois administrateurs annonce automatiquement
l’arrivée de trois nouveaux. Nicolas Demolin, Vincent Dumoulin et
Bernard Indekeu se tiennent prêts à endosser leur mandat. Dans le
même temps, le nouveau président élu, Erik Van Tricht, rejoindra
également le conseil d’administration avec voix consultative afin
d’assurer la continuité. Cela lui permettra de préparer sa présidence
qui débutera en juin 2015.
Je souhaite d’ores et déjà beaucoup de succès aux administrateurs
sortants dans la suite de leurs activités.
Robert, de stille kracht van het notariaat, was met al zijn ervaring
een absolute troef. En bovendien heeft hij ons vaak laten lachen met
citaten in de taal van Goethe.
En tot slot, Jean. Een voorzitter kan zich geen betere penningmeester
wensen. Altijd rustig en doordacht. Mede door zijn bekwaamheid hebben we heel wat complexe dossiers tot een goed einde kunnen brengen.
Een voorzitter staat wat vaker in het daglicht, maar onze raad van
bestuur bestaat wel degelijk uit nog negen andere bestuurders met
elk een specifieke taak. Zonder een sterke achterban, is een goed
bestuur niet haalbaar. Daarom dat de raad elk jaar voor één derde
vernieuwd wordt. Het is sowieso niet evident om als notaris het mandaat van bestuurder met een kantoor te combineren. Daarenboven
is het goed om geregeld een nieuwe wind te laten waaien.
Zo voorkomen we dat we vastgeroest geraken.
Het vertrek van de drie bestuurders betekent automatisch de komst
van drie nieuwe. Nicolas Demolin, Vincent Dumoulin en Bernard
Indekeu staan klaar om hun mandaat op te nemen. Tegelijkertijd zal
ook de nieuw verkozen voorzitter, Erik Van Tricht, de raad van bestuur
met adviserende stem vervoegen om de continuïteit te garanderen.
Zo kan hij zich voorbereiden op zijn voorzitterschap dat in juni 2015
begint.
Ik wens, zowel de uittredende als aantredende bestuurders, veel
geluk met hun activiteiten.
Notarius 2014
Rédactionnel - Redactioneel
Juni - Juin
Nathalie Guyaux, hoofdredacteur, Rédacteur en chef
Bart Azare
« Au notaire-liquidateur de mener la danse et de battre la mesure. »
“Aan de notaris-vereffenaar
om de dans te leiden en
de maat te slaan.”
Lorsque cet éminent professeur et avocat qu’est Alain-Charles Van
Gysel m’a suggéré la publication d’un article sur le rôle des parties
défaillantes et récalcitrantes, je me suis demandé ce que l’on pouvait
encore écrire sur le sujet qui n’eut été dit ou redit.
Wanneer de eminente professor en advocaat Alain-Charles Van Gysel
mij voorstelde om een artikel te publiceren over de rol van de niet-
verschijnende en weigerende partijen, heb ik mij afgevraagd wat er nog
over dit onderwerp, waarover alles al gezegd is geweest, geschreven
kon worden.
S’il est trop tôt pour constater un changement radical des attitudes
notariales dans les procédures de liquidation-partage depuis l’entrée
en vigueur de la nouvelle loi le 1er avril 2012, le professeur nous tend
la perche et nous incite à la bravoure.
Si la position des absents et récalcitrants s’est vue affaiblie par la
suppression de leur représentant légal, ils continuent cependant à
hanter nos procédures de liquidation.
Non tant la crainte d’être accusé de tous les maux, mais davantage le
souci d’aboutir à un accord à l’amiable ou à tout le moins d’associer
tous les participants à la cause, freine notre ardeur à diligenter la
procédure contre vents et marées.
Assis entre deux chaises, l’attitude du notaire est trop souvent empreinte de clémence et de réserve dans la prise de décisions.
On découvrira sous la plume d’Alain-Charles Van Gysel non une leçon
de morale, mais un modus operandi pour affronter les mal intentionnés ; en tant que chef d’orchestre, le notaire ne doit pas se contenter
de donner le « La », mais il doit rythmer la procédure sans en arrêter
la cadence.
Osons aller de l’avant, non la tête baissée mais digne de la confiance
que le législateur nous a octroyée en barrant les routes aux plus
effrontés, voilà ce que j’en retiens.
Hoewel het nog te vroeg is om een radicale verandering vast te stellen
in het gedrag van de notarissen bij de procedures van vereffening-
verdeling sinds de inwerkingtreding van de nieuwe wet van 1 april
2012, steekt professor Van Gysel ons een reddende hand toe en
moedigt hij ons aan om dapper te zijn.
Hoewel de positie van de niet-verschijnende en weigerende partijen
sterk verzwakt is sinds de afschaffing van hun wettelijk vertegenwoordiger, blijven ze ons achtervolgen in onze vereffeningsprocedures.
Niet zozeer onze vrees om de schuld te krijgen voor al het kwade, maar
eerder onze zorg om een minnelijke schikking te treffen of op zijn minst
alle belanghebbenden bij de zaak te betrekken, zet een rem op ons
enthousiasme om de procedure door alle moeilijkheden te loodsen.
Het gedrag van de notaris, die tussen twee vuren in zit, wordt al te
vaak gekenmerkt door vergevingsgezindheid en terughoudendheid
wanneer er beslissingen genomen moeten worden.
We zullen in het artikel van Alain-Charles Van Gysel geen moraalles ontdekken, maar wel een modus operandi om de kwaadwilligen de
baas te kunnen; net zoals een dirigent, mag de notaris zich niet tevreden stellen met het aangeven van de eerste noot, maar dient hij het
ritme van de procedure te bepalen, zonder de cadans te stoppen.
Laten we er tegen aan gaan, niet met het hoofd omlaag, maar vol
vertrouwen. Een vertrouwen dat de wetgever ons heeft toegekend om
de meest brutalen de pas af te snijden. Dat is wat ik onthoud!
3
4
Blikvanger
Onder leiding van André Michielsens vond op 5 en 6 juni jl. in Antwerpen de Algemene
Vergadering van de CNUE plaats.
Lees het verslag op pagina 14.
Notarius 2014
Juni - Juin
Blikvanger - Coup d’œil
Jonas Verhulst
Coup d’œil
L’assemblée générale de la CNUE s’est tenue
à Anvers les 5 et 6 juin derniers sous
la direction d’André Michielsens.
Lisez le compte-rendu en page 16.
5
6
Nu de regionale verkiezingen
achter de rug zijn, wordt in BrusselHoofdstad een nieuwe coalitie
gevormd voor een legislatuur van
vijf jaar. Een heleboel wetteksten
zullen worden uitgedacht,
voorbereid, besproken, gestemd,
toegepast. Een groot deel van die
teksten zal uiteraard betrekking
hebben op de notarissen van het
Gewest, maar ook van Vlaanderen
en Wallonië. De taak van COBRA
bestaat erin om het creatieproces
van deze wetteksten op te volgen.
Maar niet alleen opvolgen. COBRA streeft er voornamelijk
naar om vroegtijdig in het
proces tussen te komen om de
Brusselse wetgever in te lichten
en, indien nodig, verbeteringen of
amendementen voor te stellen met
de bedoeling de kwaliteit van de
teksten te verbeteren in het belang
van het publiek.
COBRA... Wat schuilt er achter
dit acroniem?
Pierre Van den Eynde: “De oorsprong van
COBRA ligt eenvoudigweg in de statuten van
de Federatie. Zoals de Nationale Raad (NR)
in Vlaanderen en de Conseil francophone
(CF) in Wallonië, stelt COBRA zich ten doel
aandacht te schenken aan alle Brusselse
wetsontwerpen die een invloed kunnen
hebben op het werk van de notarissen, met
uitzondering van alles wat rechtstreeks of
onrechtstreeks betrekking heeft op
opleiding, in tegenstelling tot de NR en de CF.
We pogen dus om alle ontwerpen van
ordonnantie of van besluiten te onderzoeken
en, uiteraard, om nuttige contacten tot stand
te brengen met de regionale politieke
verantwoordelijken zodoende onze
praktijkervaring met hen te delen. We
moeten ervoor zorgen dat de wetgeving van
de hoogst mogelijke kwaliteit is. Maar hoe
dan ook raken we niet aan de federale
aangelegenheden; de opvolging daarvan
valt onder de verantwoordelijkheid van de
Federatie en haar juridisch departement.”
Michel Gassée
Emmanuel Crooÿ
COBRA, de uitkijktoren
van het Brussels notariaat
Een gesprek met voorzitter
Pierre Van den Eynde.
Is de organisatie van COBRA identiek
aan die van de NR in Vlaanderen en
die van de CF in Wallonië, met dien
verstande dat de plaats van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest op
het Belgisch institutioneel schaakbord niet identiek is aan die van het
Vlaams of Waals Gewest?
“We stellen inderdaad verschillen vast. Het
eerste verschil is dat de bevoegdheden van
de CF en de NR ruimer zijn dan die van
COBRA. Een voorbeeld: wanneer een nieuwe
wet in Brussel wordt gestemd, mogen we
daarover geen opleiding organiseren. Deze
bevoegdheid valt onder de verantwoordelijkheid van de CF en de NR die opleidingen
organiseren indien die noodzakelijk worden
geacht. In feite vormt dit punt in de praktijk
geen probleem. De studiekring van Brussel
zorgt er namelijk voor dat de Brusselse
notarissen permanent worden bijgeschoold.
Een tweede bijzonder kenmerk is dat COBRA
inderdaad staat ingeschreven in de statuten
van de Federatie maar deze laatste heeft
haar bevoegdheden ter zake gedelegeerd
aan de Kamer van Notarissen van Brussel.
Concreet worden de leden van COBRA dus
aangesteld door de Kamer van Notarissen
van Brussel, terwijl in Vlaanderen en Wallonië
de NR en de CF volledig onafhankelijk zijn
van de Kamers van Notarissen. Bovendien zit
geen enkele persoon die van rechtswege lid
is van COBRA in de Raad van Bestuur van de
Federatie. COBRA onderscheidt zich
voornamelijk in die drie opzichten van de NR
en de CF.”
Hoe is COBRA samengesteld?
“In totaal zijn we met twaalf. De meeste
leden zijn Brusselse notarissen die worden
bijgestaan door de Voorzitter van de Kamer
van Notarissen van Brussel, de Voorzitter van
de Federatie, de vertegenwoordigers van de
verenigingen van licentiaten in het notariaat
(ALN aan Franstalige kant en VLN aan
Nederlandstalige kant) en twee notarissen
die de NR en de CF vertegenwoordigen.
We bestaan dus niet alleen uit Brusselse
notarissen! Die formule is erg nuttig: ze
bevordert de doorstroom van nuttige
informatie van COBRA naar de Waalse en
Vlaamse confraters via de CF of de NR. Het is
belangrijk dat ze weten hoe de Brusselse
wetgeving evolueert. COBRA is dan ook om
Notarius 2014
Interview
Juni - Juin
“Onze knowhow
kan zeer nuttig
zijn voor onze
besluitvormers”
Pierre Van den Eynde
deze reden in het leven geroepen: het
Brussels notariaat, maar ook de Waalse en
de Vlaamse confraters, een dienst bewijzen.
Ik moet daar nog aan toevoegen dat de
dagelijkse opvolging wordt verzekerd door
onze uitstekende juriste Iris Gerlo.
Meer concreet komen we sinds 2010 één keer
per maand bijeen na de vergadering van de
studiekring. Over het algemeen duurt een
COBRA-bijeenkomst één uur/anderhalf uur en
behandelen we de belangrijkste wetgevingsvoorstellen die in Brussel lopende zijn.”
Welke balans kunt u opmaken van
deze jaren intensief werken binnen
de COBRA groep?
“We moeten wel toegeven dat we na vier jaar
nog ver verwijderd zijn van de doelstellingen
die we ons hebben opgelegd. Ik zou dus
spreken van een tussenbalans. We werden
veel te vaak laattijdig geïnformeerd over de
voorstellen van de verschillende Brusselse
instellingen waardoor we gedwongen
werden te werken in situaties van hoogdringendheid, wat uiteraard niet ideaal is. Als ik
het voorbeeld neem van de
Huisvestings-code hebben we uiteindelijk
slechts enkele amendementen kunnen
voorstellen, allemaal in een rush. In dit soort
zaken ben ik echter overtuigd dat onze
knowhow zeer nuttig kan zijn voor onze
besluitvormers. De notarissen kunnen hen
verlichting brengen die uiterst nuttig kan zijn
voor de zaken die we opvolgen in het belang
van de mensen. Ik denk dat de Brusselse
politieke wereld – ten minste een deel van de
politieke wereld – zich daar nog niet
voldoende van bewust is. Laten we duidelijk
zijn, ons doel is om – in alle vertrouwen! – bij
te dragen tot de verbetering van de kwaliteit
van de wetgeving in het belang van de
burgers.
Het gaat hier niet om het verdedigen van de
belangen van notarissen of om politieke
keuzes opnieuw in vraag te stellen. Dat
gezegd zijnde, stel ik vast dat we uiterst
positieve en gestage contacten hebben
gelegd met het BIM of met de gewestelijke
administratie. Ze hebben ingezien dat we
hen iets konden bijbrengen en dus
vergaderen we regelmatig met hen. Deze
basis moet ons nu helpen om vruchtbare
contacten te ontwikkelen met andere
Brusselse administraties, zoals stedenbouw,
en – uiteraard – met de verschillende
verkozen kabinetten. Daaraan wordt
gewerkt; zo hebben we vóór de verkiezingen
minister-president Rudi Vervoort ontmoet
om hem te verduidelijken welke hervormingen we willen in het belang van de
burgers.”
Prestaties te melden?
“Vreemd genoeg heeft de eerste actie die ik
wil vermelden helemaal geen betrekking op
de Brusselse regelgeving! Het gaat eigenlijk
over het decreet “Wonen in eigen streek” dat
het Vlaams Gewest kreeg in 2010.
7
8
De Brusselse notarissen moesten worden
geïnformeerd over de inhoud van dit decreet
betreffende het grond- en pandenbeleid,
aangezien de tekst een aanzienlijke impact
had op de vastgoedtransacties in de periferie
van Brussel. Maar uiteindelijk heeft het
Grondwettelijk Hof eind 2013 een reeks
belangrijke bepalingen van dit Vlaams
decreet nietig verklaard. We zijn eveneens
tussengekomen in het kader van de
bodemordonnantie. Deze ordonnantie is in
werking getreden op 1 januari 2010. De tekst
werd dus duidelijk opgesteld vóór het begin
van de werkzaamheden van COBRA. We
hebben echter meermaals contact gehad
met het kabinet van Mevrouw Huytebroeck
en met het BIM. We hebben de kans
gekregen om hen uit te leggen wat we in het
dagelijks leven zien inzake de overdracht van
garantie in geval van bodemsanering.
Een ander thema is het recht van voorkoop.
In het Brussels Gewest werd dit recht
ingevoerd door de ordonnantie van 18 juli
2002 die ingrijpend gewijzigd werd in 2009.
We vinden het belangrijk uiteen te zetten hoe
de notarissen deze norm en de rechtsonzekerheid die daar tegenwoordig uit
voortvloeit, interpreteren.”
Welke dossiers gaat u de komende
jaren aandachtig volgen?
“Zoals het er nu naar uitziet, is de stedenbouw zonder twijfel hét prioritaire dossier.
We menen dat we alles wat de stedenbouwkundige overtredingen betreft, moeten
herzien met een essentiële hervorming: het
invoeren van het verjaringsprincipe voor
deze overtredingen. Deze verjaring bestaat
wel in Wallonië en Vlaanderen maar niet in
Brussel en die situatie leidt tot rechtsonzekerheid. We zien te vaak dat verkopers de
gevolgen ondervinden van een stedenbouwkundige overtreding die ze niet hebben
begaan en waarvan ze zich zelfs vaak niet
bewust zijn. Stelt u zich voor dat in 1970 een
overtreding werd begaan in een goed dat
werd doorverkocht in 1980, 1990, 2000 en
nog eens in 2014!
Een ander dossier dat we moeten volgen is
de gewestelijke fiscaliteit. Voor de burgers
zou het invoeren, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, van de mogelijkheid om de
verkoopovereenkomst te ontbinden zonder
belangrijke fiscale gevolgen, een goede
zaak zijn.
Met de laatste Staatshervorming hebben de
Gewesten eveneens de bevoegdheid inzake
huur gekregen. Ook dat onderwerp gaan we
op de voet volgen, maar op dit moment
weten we nog niet hoe de nieuwe gewestelijke overheden dit dossier zullen
behandelen.
Gaan ze bijvoorbeeld inspiratie halen uit het
Parijse voorbeeld en de verbreking van een
huurcontract in de winter verbieden? We
tasten nog volledig in het duister. Het is
duidelijk dat we nog heel wat werk voor de
boeg hebben, vooral wat de evolutie betreft
van alles wat met vastgoed te maken heeft.”_
10
Les élections régionales passées,
une nouvelle coalition s’installera à
Bruxelles-Capitale pour une législature de cinq ans.
Beaucoup de textes réglementaires
vont être imaginés, préparés,
discutés, votés, mis en application.
Bon nombre de ces textes concerneront les notaires de la Région,
évidemment, mais aussi de Flandre
et de Wallonie.
Le COBRA a pour mission de suivre
le processus de création de ces
textes législatifs. Suivre mais pas
seulement. Le COBRA a surtout
pour ambition d’intervenir
suffisamment tôt dans le processus
pour éclairer le législateur bruxellois ainsi que, le cas échéant,
de proposer des corrections ou des
amendements destinés à améliorer
la qualité des textes dans l’intérêt
du public.
COBRA... Qu’est-ce qui se cache
derrière cet acronyme ?
Pierre Van den Eynde : « L’origine du COBRA
se trouve tout simplement dans les statuts
de la Fédération. Comme le Nationale Raad
en Flandre (NR) et le Conseil francophone
(CF) en Wallonie, le COBRA a pour vocation
de s’intéresser à tous les projets législatifs
bruxellois susceptibles d’avoir un impact
sur le travail des notaires, à l’exclusion de
tout ce qui concerne directement ou
indirectement la formation, contrairement
au NR et au CF.
Nous essayons donc d’analyser tous les
projets d’ordonnance ou d’arrêtés et, bien
sûr, d’établir les contacts utiles avec les
responsables politiques régionaux pour
partager avec eux notre expérience du
terrain. Notre mission est de faire en sorte
que les législations soient de la meilleure
qualité possible.
Mais en tout état de cause, on ne touche
donc pas aux matières fédérales : leur suivi
incombe à la Fédération et à son
département juridique. »
Michel Gassée
Emmanuel Crooÿ
COBRA : la vigie du
notariat bruxellois
Notarius fait le point avec Pierre Van den Eynde,
président du COBRA.
L’organisation du COBRA est-elle
identique à celle du NR en Flandre
et celle du CF en Wallonie, sachant
que la place de la Région de
Bruxelles-Capitale sur l’échiquier
institutionnel belge n’est pas
identique à celle de la Région flamande ou de la Région wallonne ?
« On constate effectivement des
différences. La première : les compétences
du CF et du NR sont plus larges que celles
du COBRA. Quand une nouvelle législation
est votée à Bruxelles, nous ne pouvons pas,
par exemple, organiser de formation sur
cette matière. Cette compétence incombe
au CF et au NR, qui organisent les
formations quand elles sont jugées
nécessaires. En réalité, ce point ne pose pas
de problème sur le terrain.
En effet, le cercle d’études de Bruxelles
veille à assurer la formation continue des
notaires bruxellois. Il existe une deuxième
particularité : le COBRA est effectivement
inscrit dans les statuts de la Fédération,
mais celle-ci a délégué ses pouvoirs en
cette matière à la Chambre des notaires de
Bruxelles. Donc, concrètement, les
membres du COBRA sont désignés par la
Chambre des notaires de Bruxelles, alors
qu’en Flandre et en Wallonie, le NR et le CF
sont totalement indépendants des
chambres des notaires. Par ailleurs, il n’y a
aucun membre de droit du COBRA au
conseil d’administration de la Fédération. A
ces trois égards notamment, le COBRA se
singularise du NR et du CF»
Quelle est la composition du COBRA ?
« Nous sommes douze au total. La majorité
des membres sont des notaires bruxellois,
rejoints par le président de la Chambre des
notaires de Bruxelles, le président de la
Fédération, les représentants des
associations de licenciés en notariat (l’ALN
côté francophone, le VLN côté néerlandophone) et deux notaires représentant le NR
et le CF. Nous ne sommes donc pas qu’entre
notaires bruxellois !
Cette formule est très utile : elle a l’intérêt
de faciliter la circulation des informations
utiles du COBRA vers les confrères wallons
et flamands au travers du CF ou du NR. Il est
important qu’ils sachent comment évolue
la législation bruxelloise. C’est d’ailleurs
pour cela que le COBRA est né : rendre
Notarius 2014
Interview
Juni - Juin
« Notre savoirfaire peut s’avérer
très utile dans
pour nos
décideurs »
Pierre Van den Eynde
service au notariat bruxellois, mais aussi
aux confrères wallons et flamands. Je dois
encore ajouter que le suivi quotidien est
assuré par notre excellente juriste Iris Gerlo.
Très concrètement, depuis la fin 2010, nous
nous réunissons une fois par mois après la
réunion du cercle d’études. En général, la
réunion COBRA dure 1 heure/1 heure et
demie et nous passons en revue les
principaux projets législatifs en cours à
Bruxelles. »
Quel bilan tirez-vous de ces années
de travail intensif au sein du groupe
COBRA ?
« Il faut bien reconnaître qu’après quatre
ans, nous sommes encore loin des objectifs
que nous nous étions fixés. Je parlerais
donc d’un bilan en demi-teinte. Trop
souvent, nous avons été informés
tardivement des projets des différentes
institutions bruxelloises, ce qui nous a
contraint à travailler dans l’extrême
urgence, ce n’est évidemment pas l’idéal. Si
je prends l’exemple du Code du Logement,
nous n’avons finalement pu proposer que
quelques amendements, le tout dans la
précipitation. Or, je suis persuadé que, dans
ce type de matière, notre savoir-faire peut
s’avérer très utile pour nos décideurs. Les
notaires peuvent leur apporter un éclairage
extrêmement utile sur les matières que
nous suivons, dans l’intérêt du public. Je
pense que le monde politique bruxellois
– du moins une partie du monde politique
– n’en ont pas encore suffisamment
conscience.
Soyons clairs, notre objectif est de
contribuer – en toute confidentialité ! – à
l’amélioration de la qualité des législations
dans l’intérêt des citoyens. Il ne s’agit pas ici
de défendre les intérêts des notaires ou de
remettre en question des choix politiques.
Cela dit, je constate que nous avons noué
des contacts extrêmement positifs et
réguliers avec l’IBGE ou avec l’administration régionale des finances. Ils ont compris
que nous pouvions leur apporter quelque
chose et donc, nous avons des réunions
assez fréquentes avec eux. Cette base doit,
à présent, nous servir pour développer des
contacts fructueux avec d’autres
administrations bruxelloises, l’urbanisme
par exemple, et – bien sûr – avec les
différents cabinets ministériels issus des
élections. Ce travail est en cours : avant les
élections, nous avons ainsi rencontré le
ministre-président Rudi Vervoort pour lui
exposer ce que nous souhaitons comme
réformes dans l’intérêt des citoyens.»
Des réalisations à signaler ?
« Curieusement, la première action que j’ai
envie de citer ne concerne pas du tout les
réglementations bruxelloises ! Il s’agit en
fait du décret « Wonen in eigen streek » dont
la Région flamande s’était dotée en 2010. Il
avait fallu informer les notaires bruxellois
du contenu de ce décret relatif à la politique
foncière et immobilière, puisque le texte
avait un impact très important sur les
transactions immobilières dans la
périphérie de Bruxelles. Mais finalement, fin
2013, la Cour constitutionnelle a annulé une
série de dispositions importantes de ce
décret flamand. Nous sommes également
intervenus dans le cadre de l’ordonnance
sols. Cette ordonnance est entrée en
vigueur le 1er janvier 2010, le texte a donc
clairement été rédigé avant le début des
travaux du COBRA.
11
12
Nous avons toutefois entretenu de
nombreux contacts avec le cabinet de
Evelyne Huytebroeck et avec l’IBGE. Nous
avons eu l’occasion de leur expliquer ce que
nous voyons au quotidien sur la question
des transferts de garantie en cas d’assainissement du sol.
Autre thème : le droit de préemption. En
Région bruxelloise, il a été instauré par
l’ordonnance du 18 juillet 2002 qui a été
modifiée de façon substantielle en 2009. Il
nous a paru important d’exposer la manière
dont les notaires interprètent cette norme
et l’insécurité juridique qui en découle
actuellement. »
Quels sont les dossiers que vous
allez suivre avec attention dans les
prochaines années ?
« En l’état actuel des choses, l’urbanisme
est sans doute « le » dossier prioritaire.
Nous pensons qu’il faut revoir tout ce qui
touche aux infractions urbanistiques, avec
une réforme essentielle : introduire le
principe de la prescription pour ces
infractions. Cette prescription existe en
Wallonie et en Flandre, pas à Bruxelles, et
cette situation est source d’insécurité
juridique. On voit trop souvent des
vendeurs subir les conséquences d’une
infraction urbanistique qu’ils n’ont pas
commise et dont ils n’ont souvent même
pas connaissance. Imaginez une infraction
commise en 1970 dans un bien revendu en
1980, en 1990, en 2000, puis encore en 2014 !
Autre dossier à suivre pour nous : la fiscalité
régionale. Introduire la possibilité en région
de Bruxelles-Capitale de résilier le
compromis de vente sans conséquences
fiscales significatives serait une bonne
chose pour les citoyens.
Avec la dernière réforme de l’Etat, les
Régions ont également reçu la compétence
concernant les baux. C’est un sujet que
nous allons également suivre de près. À ce
jour, on n’ignore encore comment les
nouvelles autorités régionales vont gérer ce
dossier. Vont-elles par exemple s’inspirer de
l’exemple parisien et interdire la rupture
d’un bail en hiver ? On n’en sait encore rien.
Il est clair que nous avons du pain sur la
planche, surtout en ce que concerne
l’évolution de tout ce qui touche à
l’immobilier. » _
Votre prêt en moins de temps
qu’il n’en faut pour dire
acceptation de succession sous
bénéfice d’inventaire.
VOUS POUVEZ COMPTER SUR NOS CONSEILLERS PROFESSIONS LIBÉRALES.
Prenez rendez-vous au 02 433 43 32 ou surfez sur bnpparibasfortis.be/professionliberale
bnpparibasfortis.be
bnpparibasfortis.be
Sous réserve d’acceptation de votre demande par le prêteur.
E.R.: A. Moenaert, BNP Paribas Fortis SA, Montagne du Parc 3, 1000 Bruxelles, RPM Bruxelles, TVA BE 0403.199.702.
14
Charles Six
Jonas Verhulst
De contouren van het
Europees notariaat
voor 2020
André Michielsens
2014 is door de verkiezingen een
bijzonder jaar op Europees vlak. 2014 zal ons
een nieuw samengesteld Europees
parlement brengen, alsook een nieuwe
college van commissarissen. Vanuit praktisch
oogpunt bekeken gaat het om een
overgangsjaar waarin, hoewel bepaalde
gesprekspartners zullen veranderen, de
dossiers door de diensten van de verschillende instellingen verder behandeld zullen
worden.
Dit neemt niet weg dat het Europees
notariaat belangrijke uitdagingen te wachten
staat. Enerzijds is er de druk die de
aanhangers van het liberalisme opvoeren.
Anderzijds werkt de CNUE hand in hand
samen met de Europese instellingen als
technisch adviseur van de wetgever voor
zaken die het dagelijkse leven van de burger
aanbelangen. Het verrichte werk voor de
verordening inzake internationale nalatenschappen of voor de verordening inzake
huwelijksvermogensstelsels die momenteel
in de goedkeuringsfase zit zijn hiervan
perfecte voorbeelden.
Ondanks de invoering van de interne markt,
worden de rechten van de burgers nog te
vaak aan de grens opgehouden. Daarom
hebben de Notarissen van de Europese Unie
een programma uitgewerkt, genaamd ‘Plan
2020’, waarin een langetermijnvisie centraal
staat. De voorzitter van de CNUE, André
Michielsens, heeft een belangrijk doel
vooropgesteld. “Ik wens het beroep
duurzaam in de Europese Unie te verankeren
omwille van zijn expertise en de praktische
instrumenten die het aan de notarissen en
de burgers ter beschikking stelt.” En verder:
“Om die reden wens ik, onder mijn
voorzitterschap van de CNUE, dat dit ‘Plan
2020’ de Europese notariaten toelaat de
contouren van het beroep voor de toekomst
te schetsen.”
Het bindmiddel van het plan is het
gemeenschappelijk instrument van het
notariaat: de authentieke akte. Wat kunnen
we samen doen om dit juridisch instrument
en zijn waarde binnen het Europees
Notariaat meer te promoten? De reflectie
diende concreet te zijn en te beantwoorden
aan de noden van de beroepsbeoefenaars,
alsook aan de noden van de burger. Dit Plan
werd tijdens de Algemene plenaire
vergadering van de CNUE in Antwerpen op 5
en 6 juni laatstleden goedgekeurd. Een sterk
gebaar van de instellingen die 40.000
Europese notarissen en hun 160.000
medewerkers vertegenwoordigen.
Het plan bestaat uit 5 engagementen: ten
aanzien van de burgers, de ondernemingen,
de notarissen, justitie en de nationale
administraties. In totaal herneemt het plan
18 markante onderwerpen waaronder één
specifiek onderwerp dat de lezers van
Notarius ondertussen kennen: EUFides. Deze
beveiligde notariële cloud bevordert
namelijk de samenwerking tussen de
Europese notarissen bij de behandeling van
grensoverschrijdende dossiers, bijvoorbeeld
voor de aankoop van een onroerend goed in
het buitenland. Dankzij EUFides kan de
koper van een onroerend goed contact
opnemen met zijn gebruikelijke notaris, die
de verkoop samen met een notaris in de
lidstaat waar het goed gelegen is, in alle
rechtszekerheid zal regelen.
De authentieke akte vormt de rode draad
van het plan. Behalve het vrij verkeer ervan
binnen de Europese Unie, is ook de promotie
Notarius 2014
Internationaal
Juni - Juin
‘Plan 2020’ laat
de Europese
notariaten toe de
contouren van
het beroep voor
de toekomst te
schetsen.
van de authentieke akte in Europa een van
de stokpaardjes van het Plan 2020. Bijgevolg
beschouwen de notarissen van de Europese
Unie, doeltreffende actoren van preventieve
justitie, dit aspect als een noodzaak.
Een van de te volgen pistes zou zijn om aan
de nieuwe Europese rechtsinstrumenten de
authentieke vorm te geven. Door haar
typische eigenschappen komt de authentieke akte tegemoet aan de behoefte aan
rechtszekerheid van de Europese burgers.
De ontwikkeling van het Europees recht ligt
aan de basis van nieuwe instrumenten, zoals
de Europese erfrechtverklaring. De
notarissen van Ede uropese Unie engageren
zich om in overleg te werken met de
Europese instellingen opdat de burger in
deze nieuwe Europese instrumenten de
troeven vindt die uit authenticiteit voortvloeien. Een aanpak die, meer dan ooit
dankzij de authentieke akte, justitie
doeltreffender beoogt te maken. _
15
16
Charles Six
Jonas Verhulst
Les contours du
notariat européen
pour 2020
Avec les élections, 2014 représente une
année particulière sur le plan européen. Elle
nous amènera un Parlement européen
nouvellement composé, ainsi qu’un
nouveau collège de commissaires.
D’un point de vue pratique, c’est une année
transitoire au cours de laquelle, bien que
certains interlocuteurs changent, les dossiers
continuent d’être traités par les services des
différentes institutions.
Il n’en reste pas moins que le notariat
européen doit faire face à des défis majeurs.
D’un côté, il y a les pressions orchestrées par
les tenants du libéralisme. De l’autre côté, le
CNUE travaille main dans la main avec les
institutions européennes en tant que
conseiller technique du législateur s’agissant
du quotidien des citoyens. Le travail réalisé
sur le règlement relatif aux successions
internationales ou celui en cours d’adoption
sur les régimes matrimoniaux en sont de
parfaits exemples.
Malgré la mise en place du marché intérieur,
les droits des citoyens s’arrêtent encore trop
souvent aux frontières. Dès lors, il y avait lieu,
pour les Notaires d’Europe, d’élaborer un
programme, baptisé « Plan 2020 » dont la
réflexion privilégie le long terme.
Le président de CNUE, André Michielsens,
avait fixé un objectif fort. « Je souhaite ancrer
durablement la profession au sein de l’Union
européenne de par son expertise et les outils
pratiques qu’elle met en place pour les
notaires et les citoyens. » Et de poursuivre :
« C’est pourquoi, sous ma présidence du
CNUE, je souhaite que ce “Plan 2020”
permette aux notariats européens de
dessiner les contours de la profession pour
le futur. »
Le véhicule du plan est l’outil commun au
notariat : l’acte authentique. Comment,
ensemble, mieux promouvoir cet instrument
juridique et ses valeurs au sein de l’Union
européenne ? La réflexion se devait d’être
très concrète et de répondre aux besoins des
praticiens sur le terrain, ainsi qu’à ceux des
citoyens. Au final, ce Plan a été adopté à
l’occasion de l’Assemblée générale plénière
du CNUE, tenue à Anvers les 5 et 6 juin
derniers. Un geste fort par les organes qui
représentent 40.000 notaires d’Europe et
leurs 160.000 collaborateurs.
Le plan est composé de 5 engagements : à
l’attention des citoyens, des entreprises, des
notaires, de la justice et des administrations
nationales. Ensemble, ils reprennent 18
sujets marquants dont un point déjà connu
par les lecteurs de Notarius : EUFides. En
effet, ce cloud notarial sécurisé facilite la
coopération entre notaires européens dans
le traitement des dossiers transfrontaliers,
par exemple pour l’achat transfrontalier d’un
bien immobilier. Avec EUFides, l’acheteur
d’un bien immobilier peut contacter son
notaire habituel, qui prendra en charge la
réalisation de la vente en collaboration avec
un notaire de l’État membre où le bien est
situé, et ce en toute sécurité juridique.
En outre, l’acte authentique constitue le
fil rouge du plan. Outre sa circulation, qui
doit être facilitée au sein de l’Union
européenne, l’un des chevaux de bataille
du Plan 2020 est la promotion de l’acte
authentique en Europe.
Dès lors, les notaires d’Europe, acteurs
efficaces d’une justice préventive, considèrent cet aspect comme une nécessité. L’une
des pistes à suivre serait de donner la forme
Notarius 2014
Juni - Juin
International
Le “Plan 2020”
permet aux
notariats européens
de dessiner les
contours de la profession pour
le futur.
authentique aux nouveaux instruments
juridiques européens.
Par ses attributs, l’acte authentique répond
aux besoins de sécurité juridique des
citoyens européens. Le développement du
droit européen est à l’origine de nouveaux
outils, tels que le certificat successoral
européen. Les notaires d’Europe s’engagent
à travailler de concert avec les institutions
européennes pour que les citoyens trouvent,
dans ces nouveaux instruments européens,
les atouts qui résultent de l’authenticité. Une
démarche qui vise, plus que jamais, grâce à
l’acte authentique, à rendre la justice plus
efficace. _
17
18
De hoofdstad van een provincie
heeft altijd wel iets te bieden
op culinair vlak.
We kiezen 5 topadressen uit
op loopafstand van het Notarishuis, waar het gegarandeerd
‘smullen’ is.
Elk van deze adressen hebben we
zelf getest (of is te onzer kennis
gekomen via een betrouwbare
lokale bron).
Eric Sohl
Waar eten in ...
Bergen ?
Culinair of gastronomisch,
‘fast’ of ‘slow’: een ruime keuze!
01
Rue Havré 49,
7000 Bergen
T : 065 31 68 38
La Table du
Boucher
Rue des fripiers, 2
7000 Bergen
T : 065 33 40 33
Icook
02
04
Rue Halle 42 B
7000 Bergen
T : 065 35 13 70
Rue d’Havré 95,
7000 Bergen
T : 065 75 04 55
La Madeleine
Les
Gribaumonts
Rue Grand Trou
Oudard, 16
7000 Bergen
T : 065 84 17 06
La Table des
matières
03
05
U hebt sneller uw lening dan dat u
omzetting van vruchtgebruik
in volle eigendom hebt gezegd.
U KUNT REKENEN OP ONZE ADVISEURS VRIJE BEROEPEN.
Maak een afspraak via 02 433 43 31 of surf naar bnpparibasfortis.be/vrijberoep
bnpparibasfortis.be
bnpparibasfortis.be
Onder voorbehoud van aanvaarding van uw aanvraag door de kredietverstrekker.
V.U.: A. Moenaert, BNP Paribas Fortis NV, Warandeberg 3, 1000 Brussel, RPR Brussel, BTW BE 0403.199.702.
20
Pour annuler un contrat de mariage
déjà inscrit, vous utilisez l’application CRH. Pour faire corriger un
testament déjà inscrit, vous utilisez
l’application CRT. Pour savoir si une
personne a été déclarée interdite,
les recherches nécessaires sont
effectuées.
Mais qui se cache vraiment derrière
ces bases de données ? Qui répond
chaque jour à ces centaines de
demandes ? Laurence Delatte,
Joëlle Dohlen, Kim Fonteyn,
Cindy Heremans et Véronique
Plas forment, ensemble, sous
l’encadrement de Véronique De
Backer, le Service d’appui Bases
de données. Celui-ci est du ressort
du Département juridique, dirigé
par Hilde Jacobs, depuis la fusion
récente de Credoc et de la FRNB.
De quoi s’occupe le Service d’appui
Bases de données ?
Les pouvoirs publics ont confié à la FRNB
plusieurs bases de données qu’elle gère en
interne. Il s’agit aujourd’hui du Registre
Central des Testaments (CRT), du Registre
Central des Contrats de Mariage (CRH), du
Registre central des déclarations relatives à
la désignation d’un administrateur provisoire
(RAP) et du Réseau Européen des Registres
Testamentaires (RERT).
À partir du 1er septembre 2014 s’y ajouteront,
dans le cadre de la loi réformant les régimes
d’incapacité et instaurant un nouveau statut
de protection, deux nouveaux registres : un
Registre Central des Contrats de Mandat
(CRL) et un Registre Central des Déclarations
(CRV). Ce dernier contiendra des informations semblables à celles du RAP, mais il voit
le jour en vertu d’une nouvelle loi.
Hormis les bases de données que le
législateur laisse à la FRNB, le Service
d’appui effectue également des recherches
sur la désignation d’un administrateur
provisoire, les faillites, les délits relatifs à
Bo Bogaert
Charles Six
Service d’appui
Bases de données
Une brève présentation du
fonctionnement et des collaborateurs.
l’état de faillite, les concordats judiciaires et
les interdictions.
Enfin, certaines applications de l’e-notariat
ne fonctionnent correctement que si la base
de données sous-jacente est exacte. Ces
informations sont également encodées par
le Service d’appui. Elles sont assistées dans
cette tâche par Gina Mornie, responsable de
la Banque-Carrefour du Notariat. Gina veille,
par exemple, à l’actualisation annuelle des
centimes additionnels communaux et
provinciaux, nécessaires au calcul du
précompte immobilier.
Pour quelles types de démarches
pouvez-vous vous adresser au
Service d’appui Bases de données ?
• Pour toutes questions de contenu sur les
bases de données mentionnées ci-dessus.
• Vous ne pouvez pas effectuer vous-même
certaines actions par le biais des
applications sur l’e-notariat. Vous devez
pour ce faire envoyer une demande au
Service d’appui. Chaque jour, le Service
d’appui traite en moyenne :
-
-
-
-
-
830 demandes en matière de capacités
20 recherches dans le CRT
50 recherches dans le RAP
Des corrections et annulations CRT-CRH
Des recherches dans le RERT
• Dans une première phase, les inscriptions
dans le CRL et le CRV se feront sur papier.
Vous pourrez envoyer vos demandes par la
poste, par fax, e-mail ou via l’e-notariat. Le
Service d’appui se charge alors de
l’encodage.
« Le travail du Service d’appui Base de données est d’une
importance cruciale. Sans données actuelles, le notaire
peut difficilement dresser des actes corrects. »
Notarius 2014
Rue de la Montagne
Juni - Juin
Le travail du
Service d’appui
Base de données
est d’une importance cruciale.
Que nous réserve encore 2014 ?
Le Service d’appui a encore trois projets
importants en route pour 2014 :
1Inscription des anciens contrats de
mariage
Tous les contrats de mariage et actes
modificatifs, reçus avant le 1er septembre
2011 et avec un effet rétroactif de 30 ans,
doivent être inscrits dans le CRH avant le
1er septembre 2014. Jusqu’à présent,
quelque 550.000 ont déjà été inscrits, mais
il en reste encore 200.000 à inscrire avant le
31 août de cette année. Après cette date,
un montant de 50 euros par acte sera
imputé au notaire en défaut.
Afin de soutenir les notaires dans cette
tâche, un manuel Quick Start du CRH a été
placé sur l’e-notariat. Des trucs et astuces
ont également été publiés dans l’e-notarius de mai. Le Service d’appui Bases de
données offre enfin aux études un support
plus concret sous forme de :
• Formations gratuites pour les
collaborateurs notariaux sur le CRH,
tant concernant le volet juridique que le
volet applicatif. Ces formations se
dérouleront à la rue de la Montagne à
Bruxelles (salle de vente 1) les 30 juin et
1er juillet 2014 pour les francophones et
les 3 et 4 juillet 2014 pour les néerlandophones, chaque fois de 9h à
10h30. Vous pouvez vous inscrire à ces
formations en envoyant un e-mail à
l’adresse [email protected].
• Encodage des données dans le CRH
par le Service d’appui sur base des
formulaires rentrés par les études
notariales. Ces inscriptions seront
facturées 5 euros chacune.
2Tests du CRV et du CRL
Les nouvelles bases de données CRV et
CRL seront actives à partir du 1er
septembre 2014. Celles-ci sont actuellement testées par le Service d’appui. Dans
un premier temps, les inscriptions et
consultations se feront sur papier. Le
Service d’appui traitera les demandes sur
papier par voie électronique.
3Remplacement de CAPA
Des discussions sont en ce moment
menées avec Fedict et la BCE pour
chercher un webservice alternatif qui
succèdera à la base de données CAPA.
Le Service d’appui est constitué de fidèles
collaboratrices qui ont de nombreuses
années d’expérience professionnelle au
compteur. Bien qu’elles connaissent toutes
l’ensemble des bases de données, elles
possèdent chacune leur propre spécialité.
Véronique De Backer travaille depuis mai
2003 au département juridique de la FRNB.
Elle est à la tête du Service d’appui depuis
décembre 2013. C’est surtout le fait qu’elle
puisse suivre et corriger tous les aspects du
service, tant le volet juridique, informatique
21
22
que managérial, qui rend son travail aussi
passionnant. « Je suis l’ensemble du
fonctionnement de A à Z. En tant que
conseillère juridique au centre de consultation, j’entretiens des contacts avec la Justice
qui décide quels registres sont nécessaires.
Chaque banque de données dispose donc
d’une base juridique. Je me concerte en
outre avec Credoc sur le développement et
l’amélioration des applications. Mes
collègues du Service d’appui m’informent
immédiatement des plaintes ou demandes
relatives aux applications émanant de la
pratique notariale. Cela me permet de
soumettre rapidement les exigences d’un
bon registre à Credoc, de telle sorte qu’ils
puissent à leur tour corriger le cas échéant. »
Kim Fonteyn travaille depuis 17 ans pour le Service d’appui Bases de données et elle est responsable de la gestion
journalière du service. Elle effectue principalement les recherches au CRT demandées par des particuliers, ainsi que les
inscriptions au CRT et au CRH sollicitées par des ambassades et des notaires à l’étranger. Elle tient également à jour
toutes les statistiques, notamment le nombre de demandes par base de données. « J’apprécie surtout de pouvoir
déterminer mon propre emploi du temps. »
Avec ses trois ans d’ancienneté, Joëlle Dohlen est la petite dernière de l’équipe. Au début, elle procédait surtout aux
inscriptions dans le CRT et le CRH. Aujourd’hui, elle traite principalement les demandes relatives aux interdictions, ainsi
que, depuis peu, les demandes relatives au RAP. « On reçoit en moyenne 800 demandes de recherches par jour. C’est
relativement beaucoup, c’est pourquoi nous devons maintenir un rythme de travail soutenu. »
Laurence Delatte travaille depuis 13 ans pour le Service d’appui Bases de données. Alors qu’elle traitait auparavant les
demandes CRT et RAP, elle commence à présent sa journée de travail en parcourant minutieusement le Moniteur belge.
« Éplucher le Moniteur belge me plaît parce que c’est très varié. »
Cindy Heremans a rejoint l’équipe il y a 12 ans. A l’époque, elle se consacrait exclusivement aux recherches dans le RIC,
mais elle aide aujourd’hui à la tenue à jour de CAPA et au traitement des demandes CAPA. Elle reçoit actuellement aussi
une formation de la part de Véronique Plas sur les demandes RERT et les corrections et annulations dans le CRT et le CRH.
« Je préfère effectuer l’encodage des avis dans le Moniteur belge parce que ce travail est plus varié. J’attends également
avec impatience les nouvelles bases de données CRL et CRV car elles représentent un nouveau défi. »
Depuis 15 ans, le Service d’appui peut compter sur les services de Véronique Plas. Elle a déjà touché à toutes les bases de
données, sauf au Moniteur belge. Aujourd’hui, elle traite les demandes CRT, CRH, RAP, RERT ainsi que Rbis, et forme Cindy
et Laurence dans RERT et le Rbis. Elle s’occupe également des corrections et annulations dans le CRT et le CRH. « J’aime
surtout décortiquer des choses. Si un notaire ne parvient, par exemple, pas tout de suite à compléter quelque chose, je
cherche volontiers une solution. Plus la question est difficile, plus ça me plaît ! Je suis souvent tellement concentrée
pendant de pareilles recherches que je n’entends même pas le téléphone sonner (rires). »
Notarius 2014
Rue de la Montagne
Juni - Juin
Que réserve l’avenir ?
Le Registre Central des Contrats de Mariage
sera étendu en 2015. Le CRH, inséré depuis le
1er septembre 2011, sera parachevé, d’une
part, par les contrats de cohabitation pour
les cohabitants légaux et, d’autre part, par les
jugements et arrêts qui impliquent une
modification du régime matrimonial ou des
contrats de cohabitation pour les cohabitants légaux.
La publicité et l’opposabilité à l’égard de tiers
des contrats de mariage et contrats de
cohabitation seront également adaptées, vu
que l’inscription au CRH est conservée
comme unique mesure de publicité. De cette
façon, le contenu de la base de données est
considérablement élargi.
Ces adaptations requièrent encore un arrêté
d’exécution sous la forme d’un Arrêté royal
dans lequel seront fixées les modalités de
ces nouvelles formes d’inscriptions et l’accès
complet au Registre Central des Contrats de
Mariage.
Vous pouvez contacter le Service
d’appui Bases de données par
e-mail ou par téléphone :
Kim Fonteyn
[email protected] - 02/50 50 846
Joëlle Dohlen
[email protected] - 02/50 50 841
Laurence Delatte
[email protected] - 02/50 50 842
Cindy Heremans
[email protected] - 02/50 50 824
Véronique Plas
[email protected] - 02/50 50 848
Veuillez envoyer toutes vos demandes
CRT et CRH aux adresses suivantes :
[email protected] et [email protected]
Dès ce moment, le CRH constituera une
source authentique d’informations et le
grand public aura également accès à cette
base de données.
En tant qu’unique forme de publicité, le CRH
devra contenir les informations les plus
complètes possibles, car la responsabilité du
notaire en défaut augmentera sensiblement.
Il pourra être condamné à une amende,
destitué et tenu responsable envers les
créanciers. _
23
24
Als u een reeds ingeschreven
huwelijksovereenkomst wil
annuleren, dan gebruikt u de
applicatie CRH. Als u een reeds
ingeschreven testament wil laten
verbeteren, dan gebruikt u de applicatie CRT. Om te weten of een persoon
onbekwaam is verklaard, dan worden
de nodige opzoekingen gedaan.
Maar wie schuilt er nu achter deze
databanken? Wie beantwoordt
dagelijks die honderden aanvragen?
Laurence Delatte, Joëlle Dohlen, Kim Fonteyn, Cindy Heremans en
Véronique Plas vormen samen, onder leiding van Véronique De Backer, de steundienst
databanken. Deze ressorteert sinds
de recente eenmaking van Credoc
en de KFBN onder het juridisch d
epartement geleid door Hilde Jacobs.
Waar houdt de steundienst databanken zich mee bezig?
De overheid heeft de KFBN enkele databanken toevertrouwd die zij intern beheert.
Vandaag zijn dat het Centraal Register van
Testamenten (CRT), het Centraal Register
van Huwelijksovereenkomsten (CRH), het
Centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een voorlopige
bewindvoerder (RAP) en het Réseau
Européen des Registres Testamentaires
(RERT). Vanaf 1 september 2014 komen
daar, in het raam van de hervorming van de
regelingen inzake onbekwaamheid en tot
instelling van een nieuwe beschermingsstatus, twee nieuwe registers bij: een
Centraal Register van Lastgevingsovereenkomsten (CRL) en een Centraal
Register van Verklaringen (CRV). Deze laatste
bevat gelijkaardige informatie als de
RAP-databank, maar komt er op basis van
een nieuwe wet.
Naast de databanken die de wetgever aan
de KFBN overlaat, voert de steundienst ook
opzoekingen uit over de aanstelling van een
voorlopig bewindvoerder, faillissementen,
Bo Bogaert
Charles Six
Steundienst
databanken
Een introductie van de werking
en de medewerkers.
misdrijven in verband met de staat van het
faillissement, gerechtelijke akkoorden en
onbekwaamverklaringen.
Tot slot zijn er ook applicaties op het
e-notariaat die enkel correct werken als de
achterliggende databank juist is. Ook deze
informatie wordt door de steundienst
ingegeven. De dienst krijgt daarbij de hulp
van Gina Mornie, de verantwoordelijke voor
de kruispuntbank van het notariaat. Gina
zorgt er bijvoorbeeld voor dat de gemeentelijke en provinciale opcentiemen, nodig voor
de berekening van de onroerende voorheffing, jaarlijks worden aangepast.
Waarvoor kunt u bij de steundienst
databanken terecht?
• Voor alle inhoudelijke vragen over de
databanken hierboven vermeld.
• Bepaalde acties kunt u niet zelf doen via
de applicaties op het e-notariaat, daarvoor
moet u een aanvraag naar de steundienst
sturen. Dagelijks verwerkt de steundienst
gemiddeld:
- 830 aanvragen inzake bekwaamheden
- 20 opzoekingen in het CRT
- 50 opzoekingen in het RAP
- Verbeteringen en annulaties CRT-CRH
- Opzoekingen RERT
• De inschrijvingen in het CRL en het CRV
zullen in de eerste fase via papier verlopen.
U kunt uw aanvragen versturen per post,
fax, mail of via het e-notariaat.
De steundienst databanken zorgt dan
voor de input.
“Het werk van de steundienst databanken is
van cruciaal belang. Zonder actuele gegevens kan
de notaris onmogelijk correcte akten opmaken.”
Notarius 2014
Bergstraat
Juni - Juin
Het werk van
de steundienst
databanken is
van cruciaal
belang.
Wat brengt 2014 nog?
Voor 2014 heeft de steundienst nog drie
belangrijke projecten op stapel staan:
1Inschrijven van de oude huwelijksovereenkomsten
Vóór 1 september 2014 moeten alle
huwelijksovereenkomsten en wijzigingsakten, verleden voor 1 september 2011 en
tot 30 jaar terug, in het CRH ingeschreven
zijn. Tot hiertoe werden er al ongeveer
550.000 ingeschreven, maar er zijn er nog
200.000 te gaan vóór 31 augustus van dit
jaar. Nadien wordt er per akte 50 euro
aangerekend aan de notaris die in gebreke
is gebleven.
Om de notarissen hierbij te steunen werd
er een quick start handleiding van het CRH
op het e-notariaat geplaatst en werden er
tips en tricks in de e-notarius van mei
gepubliceerd. De steundienst databanken
biedt de notarissen ook meer concrete
ondersteuning aan in de vorm van:
• Gratis opleidingen voor de notariële
medewerkers over CRH, zowel over
het juridische luik als het applicatieve
luik. Deze opleidingen gaan door in de
Bergstraat te Brussel (verkoopzaal 1) op
30 juni 2014 en 1 juli 2014 voor de
Franstaligen en op 3 en 4 juli 2014 voor
de Nederlandstaligen, telkens van 9u tot
10u30. U kunt zich inschrijven voor deze
opleidingen door een mail te sturen
naar [email protected].
• Input van de gegevens in CRH door
de steundienst op basis van formulieren ingediend door de
notariskantoren. Deze inschrijvingen
worden aangerekend aan 5 euro per
inschrijving.
2Testen van CRV en CRL
Vanaf 1 september 2014 zullen de nieuwe
databanken CRV en CRL actief zijn.
Momenteel worden deze door de
steundienst getest. In een eerste fase
zullen de inschrijvingen en consultaties via
papier verlopen. De steundienst zal de
aanvragen op papier elektronisch
verwerken.
3Vervanging CAPA
Momenteel lopen er gesprekken met
Fedict en de KBO om een alternatief, een
opvolgende webservice, te zoeken voor de
opvolging van de CAPA-databank.
De steundienst databanken heeft trouwe
medewerkers. Allen hebben heel wat jaren
werkervaring op de teller. Hoewel ze
allemaal alle databanken kennen, hebben ze
elk hun eigen specialiteit.
Véronique De Backer werkt al sinds mei
2003 op het juridisch departement van de
KFBN. Sinds december 2013 staat zij aan het
hoofd van de steundienst. Vooral het feit dat
ze alle aspecten van de dienst, zowel het
juridische, het IT- als het managementluik,
25
26
kan opvolgen en bijsturen, maakt de job
voor haar zo boeiend. “Ik volg de hele
werking van a tot z op. Als juridisch
raadgever op het consultatiecentrum heb ik
contact met Justitie die beslist welke
registers er nodig zijn. Elke databank heeft
dus een juridische basis. Daarnaast overleg
ik met Credoc over de ontwikkeling en
verbetering van de applicaties. Via mijn
collega’s van de steundienst ben ik
onmiddellijk op de hoogte van klachten of
vragen vanuit de notariële praktijk m.b.t. de
applicaties. Daardoor kan ik de vereisten
voor een goed register snel terugkoppelen
naar Credoc zodat zij op hun beurt kunnen
bijsturen waar nodig.”
Kim Fonteyn werkt al 17 jaar voor de steundienst databanken en staat in voor het dagelijks beheer van de dienst. Zij
doet voornamelijk de opzoekingen in het CRT aangevraagd door particulieren en de buitenlandse inschrijvingen in het
CRT en CRH, aangevraagd door ambassades en notarissen in het buitenland. Daarnaast houdt ze ook alle statistieken
bij, onder meer van het aantal aanvragen per databank. “Ik vind het vooral fijn dat ik mijn eigen dagindeling en
tijdsbesteding kan bepalen.”
Joëlle Dohlen is met haar drie jaar anciënniteit ‘het groentje’ van het team. In het begin deed zij vooral de inschrijvingen in
het CRT en CRH. Vandaag verwerkt zij voornamelijk de aanvragen inzake onbekwaamheden en sinds kort ook de
aanvragen m.b.t. RAP. “Dagelijks komen er gemiddeld 800 aanvragen binnen voor opzoekingen. Dat is behoorlijk veel,
waardoor we een stevig werkritme moeten aanhouden.”
Laurence Delatte werkt 13 jaar voor de steundienst databanken. Waar ze vroeger de aanvragen m.b.t. CRT en RAP
behandelde, begint ze haar werkdag tegenwoordig met het grondig doornemen van het Belgisch Staatsblad. “Het
uitpluizen van het Belgisch Staatblad ligt me omdat het zeer gevarieerd is.”
Cindy Heremans werkt 12 jaar voor de steundienst databanken. Zij is destijds begonnen met de opzoeken in het RIC
maar vandaag helpt zij met het up-to-date houden van de CAPA-databank en het verwerken van de CAPA-aanvragen.
Momenteel krijgt zij ook een opleiding van Véronique Plas m.b.t. de aanvragen voor RERT en de verbeteringen en
annulaties in CRT en CRH. “Het coderen van de berichten in het Belgisch Staatsblad doe ik het liefst omdat daar het meeste variatie inzit. Ik kijk ook uit naar de nieuwe databanken CRL en CRV, want dat wordt een nieuwe uitdaging.”
In de 15 jaar dat Véronique Plas voor de steundienst werkt, heeft ze al met alle databanken, behalve het Belgisch
Staatsblad, gewerkt. Vandaag verwerkt ze de aanvragen voor het CRT, CRH, RAP, RERT en Rbis en leidt ze Cindy en
Laurence op in RERT en Rbis. Ze verwerkt ook de verbeteringen en annulaties in CRT en CRH. “Ik hou er vooral van om
dingen uit te pluizen. Als een notaris er bijvoorbeeld niet meteen in slaagt om iets in te vullen, dan zoek ik dat graag uit.
Hoe moeilijker het vraagstuk, hoe leuker ik het vind. Tijdens zo’n speurtocht ben ik vaak zo geconcentreerd bezig, dat ik
zelfs de telefoon niet hoor (lacht).”
Notarius 2014
Bergstraat
Juni - Juin
Wat brengt de toekomst?
In 2015 wordt het centraal register van
huwelijksovereenkomsten uitgebreid. Het
CRH, ingevoerd sinds 1 september 2011,
wordt vervolledigd, enerzijds met de
samenlevingsovereenkomsten voor
wettelijke samenwoners, en anderzijds met
de vonnissen en arresten die een wijziging
inhouden van het huwelijksvermogensstelsel
of van de samenlevingsovereenkomsten
voor wettelijke samenwoners.
Ook de publiciteit en de tegenwerpelijkheid
ten aanzien van derden van huwelijksovereenkomsten en samenlevingsovereenkomsten worden aangepast,
aangezien de inschrijving in het CRH als
enige publiciteitsmaatregel wordt
behouden. Op die manier wordt de inhoud
van de databank danig uitgebreid.
Deze aanpassingen vereisen nog een
uitvoeringsbesluit in de vorm van een
Koninklijk Besluit waarin de modaliteiten
van deze nieuwe vormen van inschrijvingen
U bereikt de steundienst
databanken via mail of telefonisch:
Kim Fonteyn
[email protected] - 02/50 50 846
Joëlle Dohlen
[email protected] - 02/50 50 841
Laurence Delatte
[email protected] - 02/50 50 842
Cindy Heremans
[email protected] - 02/50 50 824
Véronique Plas
[email protected] - 02/50 50 848
Al uw vragen inzake
CRT en CRH
kunt u sturen naar:
[email protected] en [email protected]
en de volledige toegang tot het centraal
register van huwelijksovereenkomsten zullen
worden vastgelegd. Vanaf dan zal het CRH
een authentieke bron van informatie zijn en
zal ook het grote publiek toegang hebben tot
deze databank.
Het CRH zal als enige publiciteitsvorm zo
volledig mogelijk gegevens moeten
bevatten, want de aansprakelijkheid van de
notaris die in gebreke is gebleven, verhoogt
aanzienlijk. Hij kan veroordeeld worden tot
een geldboete, hij kan uit zijn ambt ontzet
worden en hij kan aansprakelijk gesteld
worden jegens de schuldeisers. _
27
28
Les grandes villes ont souvent de
nombreuses richesses à proposer
dans le domaine culinaire.
Nous avons sélectionné 5 adresses
de qualité à deux pas de la Maison
des notaires où il fait bon se
régaler.
Nous avons testé chacune d’elles
adresses (ou elles nous ont été
recommandées par une source
fiable).
Eric Sohl
Où manger
à Mons ?
Culinaire ou gastronomique,
‘fast’ ou ‘slow’: un vaste choix !
01
Rue Havré 49,
7000 Mons
T : 065 31 68 38
01
La Table du
Boucher
Rue des fripiers, 2
7000 Mons
T : 065 33 40 33
Icook
02
Rue Halle 42 B
7000 Mons
T : 065 35 13 70
04
Rue d’Havré 95,
7000 Mons
T : 065 75 04 55
La Madeleine
Les
Gribaumonts
Rue Grand Trou
Oudard, 16
7000 Mons
T : 065 84 17 06
La Table des
matières
03
05
10 %
0%
01/2013
01/2014
03/2014
Belfius Private Banking
Un rendement solide, grâce à la gestion
personnalisée de votre portefeuille
7,4 %*, c’est le rendement annuel moyen du mandat « Belfius Managed Portfolio Stratégie 50 » en 2013
et sur les 3 premiers mois de 2014. Un bel exemple de ce que Belfius Private Banking peut faire pour vous,
toujours à la recherche du meilleur équilibre entre rendement et risque.
Vous souhaitez une gestion sur mesure de votre portefeuille ? Prenez rendez-vous avec
votre Private Banker local, appelez le 02 222 10 22 ou surfez sur www.belfius.be/private.
Le mandat « Belfius Managed Portfolio » vous propose un portefeuille mixte équilibré, dans lequel la répartition
des actions, obligations et autres classes d’actifs est adaptée en fonction du risque que vous acceptez et du
rendement que vous recherchez pour votre portefeuille. Ce mandat est un contrat de gestion discrétionnaire,
accessible à partir de 500 000 euros, par lequel vous autorisez nos spécialistes en investissements à gérer
votre portefeuille selon des directives strictes et une stratégie à long terme.
Un regard plus riche sur votre patrimoine
*
Les performances passées ne préjugent pas des performances futures. Le résultat montré est la moyenne des rendements des portefeuilles gérés suivant cette stratégie. Ce document est un document promotionnel, établi et distribué par Belfius
Banque. Il ne comporte aucun conseil de placement et ne peut être considéré comme tel. Il n’est pas non plus une recommandation et ne doit pas être interprété comme recommandation pour souscrire, ou comme un conseil ou une recommandation pour
effectuer une quelconque opération.
Belfius Banque SA, Boulevard Pachéco 44 à 1000 Bruxelles – IBAN BE23 0529 0064 6991 – BIC GKCCBEBB – RPM Bruxelles TVA BE 0403.201.185 – No FSMA 19649 A.
30
Het departement Kantoormanagement geeft haar geaccrediteerde
consultants een forum om
onderwerpen m.b.t. een efficiënt
en modern kantoormanagement
uit te werken en toe te lichten.
Fabrice Blum www.ricochetconsult.eu
De efficiëntie van
een notariskantoor
verhogen met behulp
van boordtabellen
De instrumenten in handen krijgen
die toelaten ons op onze prioriteiten
te concentreren en een globaal zicht
te krijgen op ons kantoor: ja, dit is
mogelijk. Op die manier in staat zijn
om een efficiëntere service te
verlenen aan ons cliënteel: ja, dit
is mogelijk.
“Informatica heeft de taak van de notaris
aanzienlijk vereenvoudigd. Deze laatste krijgt
echter steeds meer en meer verantwoordelijkheden toebedeeld, met als logisch gevolg
dat hij bepaalde taken moet delegeren”,
constateert Fabrice Blum, directeur van het
Luikse bedrijf Ricochet Consult.
“Hoe kunnen we bijgevolg de controle
behouden zonder uit de koers te geraken die
we ons vooropgesteld hebben? Door onze
managementcapaciteiten te ontwikkelen en,
in die zin, gebruik te maken van ratio’s, ook
wel KPI’s (Key Performance Indicators)
genoemd.”
We kunnen de ratio’s van een kantoor
uitdrukken in aantal akten per medewerker,
aantal nalatenschappen, aantal vennootschapsdossiers, of zelfs in de
tevredenheidsgraad van de cliënten na de
behandeling van hun dossier. Zoveel
gegevens die, wanneer ze in een tabel van
een pagina lang worden ondergebracht,
toelaten de schommelingen van de
resultaten te begrijpen, de kosten bij te
stellen, een sector of een departement te
ontwikkelen, de medewerkers van het
kantoor te motiveren door hun resultaten te
erkennen... kortom “beslissingen te nemen
op basis van concrete cijfers”, vat Blum
samen. “Door ieder trimester of ieder
semester een financiële boordtabel op te
maken, bieden we ons het comfort dat nodig
is om de jaarlijkse objectieven van het
kantoor, de notaris en de medewerkers
gemakkelijk te kunnen bepalen.
Deze strategische managementreflectie kan
op korte, middellange en lange termijn
gevoerd worden. Zij kan eveneens aangevuld worden met vergelijkingen tussen de
jaarresultaten, of zelfs met vergelijkingen
tussen verschillende kantoren, op basis van
identieke criteria.”
Een klantgerichte efficiëntie
Naast een duidelijker financieel beheer,
hebben de resultaten die een boordtabel
oplevert ook een impact op een ander soort
kapitaal... namelijk het menselijk kapitaal.
Wanneer men een beroep uitoefent dat
contacten vooropstelt, dat de belangrijke
momenten van het leven afbakent en het
vertrouwen van de cliënt vereist, betekent
zich concentreren op wat essentieel is
inderdaad voorrang geven aan de verwachtingen van de cliënt, en zelfs in staat zijn om
op zijn behoeften te anticiperen.
“Een klantgerichte boordtabel zal aldus
toelaten te begrijpen van waar deze cliënten
komen, alsook hun tevredenheid af te
toetsen, de risico’s te analyseren, en zelfs het
kantoor en de profielen van de medewerkers
bij te stellen in functie van de ontwikkeling
van de dossiers, bijvoorbeeld via aanwervingen of opleidingen”, vervolgt Blum.
Een oefening die, door de kritieke punten te
onthullen, eveneens kan uitmonden in
projecten om het personeel (opnieuw) te
motiveren... voorwaarde, zoals we weten, om
de efficiëntie en de kwaliteit van de
dienstverlening te verhogen.
“Begrijpen wat de meest courante dossiers
zijn, de behandeling van minder frequente
dossiers verbeteren, een ratio voor de
tevredenheid van de klanten en het
personeel opmaken, zijn zoveel elementen
die een stevige werkbasis en een concreet
gemeenschappelijk project creëren.”
Is een notariskantoor een
onderneming?
“Dit is, denk ik, de vaststelling van waaruit
enkele Luikse notarissen en het
Notarius 2014
Office Management
Juni - Juin
ThinkStock
boekhoudkantoor, die aan de basis liggen
van dit project, vertrokken zijn. Wanneer de
werklast in een kantoor verhoogt, dient de
notaris, net zoals een bedrijfsleider, een deel
van de taken aan zijn team te delegeren,
waarbij hij de eindverantwoordelijkheid over
de dossiers, waarvan de inzet hoog is, steeds
op zich neemt. Het gebruik van managementinstrumenten, aangepast aan de specifieke
kenmerken van het notariaat, wordt dus
essentieel.”
En ook een beter beheer van de
human resources?
“Paradoxaal genoeg wel ja. Een dergelijk
cijferwerk mondt heel dikwijls uit in een
menselijke reflectie… Door de resultaten te
vergelijken en te extrapoleren, kan de notaris
het beheer van zijn team, de aanwerving en
ontwikkeling, maar ook de kwaliteit van zijn
dienstverlening naar de cliënten toe
verbeteren.” _
Waarom beslist men om een
financiële boordtabel op te maken?
“Het aantal verwerkte akten op een jaar kan
sterk verschillen van kantoor tot kantoor. Het
aantal medewerkers dat actief is binnen het
kantoor is één factor, maar is verre van de
enige. Op basis van enkele snel berekende
ratio’s, kan ik wanneer ik in een kantoor kom
waar 5 medewerkers actief zijn en waar 500
akten per jaar verleden worden meteen al
een aantal verbeteringspistes aanreiken.
Het opmaken van een cijfertabel ter
ondersteuning kan als springplank fungeren
naar een beter beheer van het notariskantoor en een betere organisatie van het werk.”
Fabrice Blum
Naast een
duidelijker financieel
beheer, heeft een
boordtabel ook
een impact op het
menselijk kapitaal.
31
32
eRegistration is een zoveelste
verandering voor de werking van
het notariaat. En niet de laatste.
Notariskantoren moeten ‘leren
veranderen’: ze moeten een cultuur
opbouwen die weet hoe ze veranderingen het best aanpakt.
Sibylle Ouwerx www.frahanblonde.com
Veranderen is een proces. Wanneer we het
proces onder de knie hebben, kunnen we
het toepassen op elke verandering. Hierna
schetsen we de basisonderdelen van een
dergelijk proces en passen we het toe op
eRegistration.
haalbare eerste stappen zien. Hoe duidelijker
het is wat ik anders zal moeten doen, hoe
groter de kans op slagen.
De ingrediënten van verandering
De formule van Gleicher geeft een goed
inzicht in de drijfveren achter verandering en
weerstand:
UxVxF>R
Verandering is pas mogelijk als
U (Urgentie)
We genoeg zin hebben om te veranderen.
We voelen de ‘Urgentie’ om te veranderen:
we willen of moeten er iets aan doen.
V (Visie)
We begrijpen wat het eindresultaat zal zijn.
Hoe aantrekkelijker het toekomstbeeld, hoe
makkelijker om te veranderen.
F (First steps)
We zien wat we concreet kunnen doen. Vage
plannen zijn niet genoeg, we moeten
eRegistration: hoe
kan ik mijn kantoor
voorbereiden op deze verandering?
R (Resistance)
De weerstand klein genoeg is.
De positieve drijfveren (urgentiegevoel,
positief toekomstbeeld, realistisch
stappenplan) moeten dus sterker zijn dan
onze natuurlijke weerstand. Laat ons eens
bekijken hoe we dit nu zouden kunnen
toepassen op eRegistration.
eRegistration: twee grote risico’s
van weerstand
Een eerste risico is de ‘vrees voor technologie’. eRegistration zal opnieuw aantonen
dat het ‘kunnen werken met de computer’
een basisvoorwaarde wordt om in het
notariaat te kunnen opereren. Bij een aantal
medewerkers (en notarissen) groeit de
existentiële vrees ‘niet meer mee te kunnen’.
Een deel van hen zal zich verzetten tegen
eRegistration en zo misschien het hele
kantoor besmetten.
eRegistration zal bovendien onvermijdelijk
ook nog door een aantal kinderziekten
(technologie, overheid) gaan. Het risico is
reëel dat deze medewerkers het kantoor in
een klaagcultuur zullen onderdompelen. Het
voortdurend zuchten, steunen en mopperen
over een verandering heeft een nefaste
invloed op de motivatie van de andere
medewerkers.
Een ander deel zal ‘struisvogelen’, en zich
niet voorbereiden. Doordat ze zich
verstoppen, zullen we het probleem maar
vaststellen wanneer we volop in de
implementatie van eRegistration zijn, met
alle gevolgen van dien.
Een tweede, specifiek, risico is dat men
binnen het kantoor denkt dat het ‘een
probleem van de postakte is’, waar enkel de
notaris en de medewerker postakte van
moeten wakker liggen. Deze redenering is
niet alleen fout, ze houdt ook heel wat
risico’s in. De dossierbeheerders spelen
straks een cruciale rol in een efficiënte
invoering van eRegistration. Zij moeten
eRegistration voorbereiden.
Wanneer ze dit niet correct doen, loopt
eRegistration straks vierkant. Het tweede
Notarius 2014
Office Management
Juni - Juin
weerstandsrisico is er dus een van desinteresse voor de verandering van een groot deel
van het kantoor.
Hoe kan men eRegistration best
voorbereiden?
Laat ons, vanuit de Gleicher-formule, eens
stap voor stap bekijken wat de notaris kan
doen om eRegistration succesvol te
implementeren.
Stap 1. Bewustmaking: iedereen binnen
het kantoor moet begrijpen en beseffen
wat eRegistration zal veranderen en wat
ieders rol zal zijn in deze verandering.
De notaris moet er vooreerst voor zorgen dat
iedereen, zonder uitzondering, binnen het
kantoor de ‘urgentie’ aanvoelt om na te
denken over de impact van eRegistration.
Een aantal tips hiervoor:
- Duid een medewerker aan die alle
informatie (van de Federatie, van de
leverancier kantoorsoftware…) over
eRegistration verzamelt, doorneemt en
opvolgt. Liefst een ervaren dossierbeheerder, zo worden de dossierbeheerders
meteen mee in het bad getrokken.
- Organiseer een (of twee) kantoorvergaderingen over eRegistration. De medewerker
die eRegistration opvolgt, informeert de
andere medewerkers. Vervolgens houdt u
een discussie over de impact van
eRegistration. Tracht aan het einde van
deze vergadering vier zaken te realiseren:
1. Inventaris van ontbrekende of
onduidelijke informatie: wat weten we
vandaag nog niet?
2. Inventaris van de mogelijke voordelen
wanneer eRegistration ingeburgerd is.
Focus in dit stadium niet op de
nadelen en problemen van de
implementatie, maar kijk vooruit naar
de periode na de implementatie.
3. Impact op de taken en verantwoordelijkheden van elkeen: wat verandert er
voor elk van de functies in het kantoor?
4. Aanduiding van een werkgroep die de
eRegistration zal voorbereiden en
opvolgen. Deze werkgroep bestaat uit
de notaris, de medewerker postakte,
de medewerker boekhouding en
minstens één dossierbeheerder.
Stap 2. Planning: de werkgroep stelt een
plan op om eRegistration te
implementeren.
De werkgroep werkt een zo concreet
mogelijk stappenplan uit, op papier. Een
plan mag niet lang of complex zijn maar
heeft in ieder geval volgende onderdelen:
- Doelstelling: wat willen we bereiken?
Wanneer zal de verandering geslaagd
zijn? Dit is een cruciaal onderdeel van het
plan want hier zit de Visie (V) van onze
verandering. Medewerkers hebben een
zicht nodig op het potentiële eindresultaat. Het is belangrijk om dit eindresultaat
positief en stimulerend te formuleren.
- Stappen: welke zijn de verschillende
stappen in de verandering?
- Timing: wanneer zullen de verschillende
stappen plaatsvinden?
- Taakverdeling: wat verwachten we van
wie? Zeker voor de eerste fase is het
belangrijk dat het snel duidelijk wordt wie
wat zal moeten doen en tegen wanneer.
Het plan wordt door de werkgroep
voorgesteld aan de rest van het kantoor
tijdens een kantoorvergadering en grondig
besproken, eventueel ook aangepast.
De notaris neemt deel aan de werkgroep
maar hoeft niet de leiding te nemen.
Delegeer zeker het voorbereidende en
schrijvende werk aan een ervaren medewerker binnen de werkgroep.
Stap 3. Identificeer de ‘weerstandsrisico’s’: geef extra aandacht aan die
personen die het grootste risico op
weerstand hebben.
Zelfs met een goede voorbereiding kunnen
sommige medewerkers weerstand
opbouwen. Deze medewerkers hebben extra
aandacht nodig.
De beste methode is een besloten gesprek
tussen notaris en medewerker waarbij de
notaris nagaat of er risico op weerstand is en
wat hij kan doen om weerstand te voorkomen. Veruit de meeste weerstand vertrekt
vanuit ‘vrees’: vrees om iets niet te kunnen,
vrees om de comfortzone te verlaten.
Positieve aanmoedigingen (ik ben ervan
overtuigd dat jij dit kan) en begeleidende
maatregelen (voorbeeld: extra opleiding of
een interne coach) kunnen die vrees
wegnemen.
Hoe vroeger men de individuele weerstand
van medewerkers detecteert en aanpakt,
hoe kleiner de kans dat de weerstand
overslaat op de rest van de groep.
Stap 4. Implementeren: snel ingrijpen en
bijsturen dankzij een goede opvolging.
Het is extreem belangrijk om de eerste
weken de implementatie van nabij op te
volgen. Goed begonnen is meer dan half
gewonnen. Wanneer het fout loopt, zonder
snelle bijsturing, riskeren we heel veel
negatieve energie en ‘herstelkosten’ (= tijd
nodig om fouten recht te trekken). Aangezien
we zonder twijfel met kinderziekten te
maken zullen hebben, is het in dit geval nog
belangrijker. Enkele tips:
- Hou de eerste weken op regelmatige
tijstippen korte kantoorvergaderingen
over eRegistration. Tijdens die vergaderingen bespreekt u wat goed werkt en
waar zich de problemen situeren. Geef
iedereen de kans om zich uit te spreken,
maar focus de vergaderingen op het
vinden van oplossingen.
- Hou de sfeer positief, ondanks de
moeilijkheden. Laat u niet verleiden om
zelf mee te klagen. U versterkt op die
manier enkel de weerstand.
- Hou u zelf aan de afspraken. Als u ze niet
respecteert, waarom zouden anderen dat
dan moeten doen?
- Hou individuele gesprekken met
medewerkers die niet meegaan in de
veranderingen, die het moeilijk hebben of
die dwarsliggen.
- Vier succes. Wanneer de (meeste)
medewerkers zich hebben ingespannen
om de eRegistration goed te implementeren, vier dat dan door een klein
kantoorfeestje (champagne, pizza’s…).
Vergeet niet: 80% succes is nog steeds
grote onderscheiding.
Veranderen is een beetje een kunst maar het
is meestal gewoon een grote opportuniteit.
Wij wensen u alvast veel succes de komende
maanden! _
33
34
Le département Management
des études offre un forum à ses
consultants accrédités afin
d’analyser et d’expliquer des sujets
en rapport avec un management
efficace et moderne des nos études
notariales.
Fabrice Blum www.ricochetconsult.eu
Augmenter l’efficacité
d’une étude notariale
à l’aide des tableaux
de bord
Obtenir les outils qui permettent
tout à la fois de se concentrer sur ses
priorités et d’avoir une vue globale
sur son étude : oui, c’est possible.
Etre, de la sorte, en mesure d’offrir
un service plus efficace à la
clientèle : oui, c’est possible.
« L’informatique a considérablement
simplifié la tâche du notaire, mais ce dernier
se voit confier toujours plus de responsabilités, avec ce corollaire évident qu’il doit
déléguer certaines tâches », remarque
Fabrice Blum, directeur de l’agence liégeoise
Ricochet Consult. « Comment, dès lors,
s’assurer de garder la maîtrise de l’outil, et de
ne pas perdre le cap que l’on s’était fixé ? En
développant ses capacités managériales et
en axant ses ratios, ou KPI (Key Performance
Indicators), dans ce sens. »
On peut définir les ratios d’une étude en
termes de nombre d’actes par collaborateur, de nombre de successions, de dossiers
d’entreprises, voire de degré de satisfaction
des clients après traitement de leur dossier.
Autant de données qui, cartographiées sous
forme d’un tableau d’une page,
permettront de comprendre les fluctuations
des résultats, d’ajuster les coûts, de
développer un secteur ou un département,
de motiver les collaborateurs de l’étude en
reconnaissant leurs résultats… bref, « de
prendre des décisions sur des bases
concrètes et chiffrées », résume M. Blum.
« En établissant un tableau de bord
financier, chaque trimestre ou semestre, on
s’offre le confort de fixer ensuite facilement
les objectifs annuels de l’étude, du notaire
et des collaborateurs. Cette réflexion
managériale stratégique peut être menée à
court, à moyen et à long terme. Elle peut
également s’étoffer de comparaisons entre
les résultats annuels, voire entre différentes
études, sur la base de critères identiques. »
Une efficacité orientée clients
Outre une gestion financière clarifiée, les
résultats engendrés par la création d’un
tableau de bord se remarquent également
sur le capital… humain. Lorsque l’on exerce
une profession qui privilégie les contacts,
jalonne les moments importants d’une vie
et nécessite la confiance du client, se
concentrer sur l’essentiel signifie en effet
donner la priorité aux attentes de ce
dernier, voire être en mesure de devancer
ses besoins.
« Un tableau de bord orienté clients
permettra ainsi de comprendre d’où ils
viennent, d’étalonner leur satisfaction,
d’analyser les risques, et même, d’adapter
l’étude et les profils de ses collaborateurs
en fonction du développement des
dossiers, par exemple, par le biais de
recrutements ou de formations », poursuit
M. Blum. Un exercice qui, en dévoilant les
points critiques, peut aussi déboucher sur
des projets destinés à (re)motiver le
personnel… gage, on le sait, d’accroissement de l’efficacité et du service :
« Comprendre quels sont les dossiers les
plus courants, améliorer le traitement
d’autres dossiers moins fréquemment
rencontrés, établir un ratio de satisfaction
des clients et du personnel, sont autant
d’éléments qui créent une base de travail
solide et un projet commun concret ».
Peut-on dire qu’une étude notariale
est une entreprise ?
C’est, je crois, le constat dont sont partis
quelques notaires liégeois et le bureau
comptable à l’origine de ce projet de
tableaux de bord.
Lorsque la charge de travail augmente dans
une étude, le notaire, comme un chef
d’entreprise, doit pouvoir déléguer une
partie des tâches à son équipe, en
endossant toujours in fine la responsabilité
de dossiers dont les enjeux sont importants.
Il devient donc essentiel de pouvoir utiliser
des outils de management, en les adaptant
aux particularités du notariat.
Notarius 2014
Office Management
Juni - Juin
ThinkStock
Pourquoi décide-t-on d’établir un
tableau de bord financier ?
Voire une meilleure gestion des
ressources humaines?
D’une étude à l’autre, le nombre d’actes
produits sur une année varie fortement. Le
nombre de collaborateurs actifs à l’étude
est un facteur mais il est loin d’être le seul.
Assez paradoxalement, oui. Ce travail de
chiffres débouche le plus souvent sur une
réflexion humaine…
Sur la base de quelques ratios rapidement
calculés, je peux, lorsque j’entre dans une
étude qui occupe 5 collaborateurs et où l’on
passe 500 actes par an, d’emblée pointer
les pistes d’amélioration.
En comparant les résultats, en les
extrapolant, le notaire peut améliorer la
gestion de son équipe, son recrutement et
son développement, mais aussi la qualité
de son service client, etc. _
Etablir un support chiffré peut être un
tremplin vers une meilleure gestion de
l’étude notariale et une meilleure organisation du travail.
Fabrice Blum
Outre une gestion
financière clarifiée, un
tableau de bord
se remarque
également sur le
capital humain.
35
36
eRegistration est un énième
changement dans le fonctionnement du notariat. Et ce ne sera pas
le dernier ! Les études notariales
doivent « apprendre à changer » :
elles doivent construire une culture
qui sait comment aborder au mieux
les changements.
Sibylle Ouwerx www.frahanblonde.com
Le changement est un processus. Lorsque
l’on connaît le processus, on peut
l’appliquer à chaque changement. Nous
esquissons ci-après les éléments essentiels
d’un tel processus et nous l’appliquons à
eRegistration.
concrètement. Des plans vagues ne suffisent
pas ; nous devons voir des premiers pas
réalisables. Plus ce que je devrai faire
autrement sera clair, plus les chances de
réussite seront élevées.
Les ingrédients du changement
La formule de Gleicher donne une bonne
idée des raisons du changement et de la
résistance :
UxVxF>R
Le changement est seulement
possible si
U (Urgence)
Nous avons suffisamment envie de changer.
Nous ressentons l’ « Urgence » du changement : nous voulons ou devons agir.
V (Vision)
Nous comprenons quel sera le résultat final.
Plus la vision de l’avenir sera attrayante, plus
le changement sera facile.
F (First steps)
Nous voyons ce que nous pouvons faire
eRegistration :
comment préparer
mon étude à ce
changement ?
R (Résistance)
La résistance est assez faible.
Les motifs positifs (sentiment d’urgence,
vision de l’avenir positive, plan par étapes
réaliste) doivent donc être plus forts que
notre résistance naturelle. Voyons à présent
comment nous pourrions appliquer ces
idées à eRegistration.
eRegistration : deux risques majeurs de résistance
Premier risque : la « peur de la technologie ».
eRegistration démontrera à nouveau que
« pouvoir travailler avec un ordinateur » est
une condition fondamentale pour pouvoir
opérer dans le notariat.
La crainte existentielle de « ne plus pouvoir
suivre » s’accroît chez un certain nombre de
collaborateurs (et de notaires). Une partie
d’entre eux s’opposera à eRegistration et
contaminera peut-être ainsi toute l’étude.
eRegistration passera par ailleurs inévitablement aussi par certaines maladies de
jeunesse (technologie, pouvoirs publics). Le
risque est réel que ces collaborateurs
plongent l’étude dans une culture de la
plainte. Soupirer, geindre et râler perpétuellement à propos d’un changement produit
un effet néfaste sur la motivation des autres
collaborateurs.
Une autre partie pratiquera la « politique de
l’autruche » en omettant de se préparer.
Parce que ces collaborateurs se cachent,
nous ne constaterons le problème que
lorsque nous serons entièrement dans
l’implémentation d’eRegistration, avec
toutes les conséquences qui s’ensuivent.
Un second risque spécifique réside dans le
fait que certaines personnes au sein de
l’étude estiment qu’il s’agit « d’un problème
du post-acte » qui empêche seulement le
notaire et le collaborateur post-acte de
dormir. Ce raisonnement n’est pas seulement erroné, il implique également de
nombreux risques. Les gestionnaires de
Notarius 2014
Office Management
Juni - Juin
dossiers joueront sous peu un rôle crucial
dans le lancement efficace d’eRegistration.
Ils doivent préparer correctement eRegistration sous peine de voir eRegistration
connaître des ratés. Le second risque de
résistance est donc un désintérêt pour le
changement d’une grande partie de l’étude.
Comment préparer eRegistration
au mieux ?
En partant de la formule de Gleicher, voyons
étape par étape ce que le notaire peut faire
pour implémenter eRegistration avec succès.
Étape 1. Conscientisation : chacun au sein
de l’étude doit comprendre et connaître
l’impact de eRegistration ainsi que le rôle
de chacun dans ce changement.
Le notaire doit tout d’abord veiller à ce que
tous, sans exception, au sein de l’étude
perçoivent l’ « urgence » de réfléchir aux
conséquences d’eRegistration. Quelques
conseils pour ce faire :
- Désignez un collaborateur qui rassemblera,
passera en revue et suivra toutes les
informations relatives à eRegistration (de
la Fédération, du fournisseur du logiciel
de gestion d’étude, etc.). Choisissez de
préférence un gestionnaire de dossiers
expérimenté, de sorte à mettre
immédiatement les gestionnaires de
dossiers dans le bain.
- Organisez une (ou deux) réunion(s)
d’étude sur eRegistration. Le collaborateur qui suit eRegistration informe les
autres collaborateurs. Menez ensuite une
discussion quant à l’impact d’eRegistration. Essayez de réaliser quatre choses à
la fin de cette réunion :
1. Inventaire des informations
manquantes ou imprécises : que ne
savons-nous pas encore aujourd’hui ?
2. Inventaire des avantages potentiels
une fois acclimatés à eRegistration.
Ne vous focalisez pas à ce stade sur
les inconvénients et problèmes de
l’implémentation, mais regardez vers
la période suivant l’implémentation.
3. Impact sur les tâches et responsabilités de chacun : qu’est-ce qui change
pour chacune des fonctions de
l’étude ?
4. Désignation d’un groupe de travail
qui préparera et suivra eRegistration.
Ce groupe de travail se composera
du notaire, du collaborateur
post-acte, du collaborateur de la
comptabilité et d’au moins un
gestionnaire de dossiers.
Stap 2. Planning : le groupe de travail
élabore un plan pour implémenter
eRegistration.
Le groupe de travail élabore un plan par
étapes le plus concret possible sur papier. Un
plan ne peut pas être long et complexe, mais
il comprend dans tous les cas les parties
suivantes :
- Objectif : à quoi voulons-nous parvenir ?
Quand le changement sera-t-il une
réussite ? Il s’agit d’une partie cruciale du
plan, car c’est là que se trouve la Vision (V)
de notre changement. Les collaborateurs
ont besoin d’avoir une idée du résultat
final potentiel. Il est important de
formuler ce résultat final de manière
positive et stimulante.
- Étapes : quelles sont les différentes étapes
du changement ?
- Timing : quand auront lieu les différentes
étapes ?
- Partage des tâches : qu’attendons-nous
de qui ? Il importe, pour la première
phase surtout, de préciser rapidement qui
devra faire quoi et dans quel délai.
Le plan est présenté par le groupe de travail
au reste de l’étude pendant une réunion
d’étude. Il est discuté en détail et éventuellement adapté.
Le notaire participe au groupe de travail,
mais il ne doit pas nécessairement en
prendre la tête. Déléguez sans crainte le
travail de préparation et d’écriture à un
collaborateur expérimenté au sein du
groupe de travail.
Étape 3. Identifiez les « risques de
résistance » : accordez une attention
particulière aux personnes qui présentent
le plus gros risque de résistance.
Certains collaborateurs peuvent développer
une résistance, même avec une bonne
préparation. Ces collaborateurs nécessitent
une attention supplémentaire. La meilleure
méthode réside dans un entretien privé
entre le notaire et le collaborateur lors
duquel le notaire vérifie s’il existe un risque
de résistance et ce qu’il peut faire pour
l’éviter. De loin, la résistance vient en
majeure partie d’une « peur » : peur de ne
pas pouvoir faire quelque chose, peur de
quitter la zone de confort. Des encouragements positifs (« je suis certain que tu peux
y arriver ») et des mesures d’accompagnement (exemple : une formation
complémentaire ou un coach interne)
peuvent faire disparaître cette peur.
Plus tôt on détecte et aborde la résistance
individuelle des collaborateurs, moindre est
le risque que la résistance gagne le reste du
groupe.
Stap 4. Implémenter : intervenir et
corriger rapidement grâce à un bon suivi.
Il est extrêmement important de suivre
l’implémentation de près lors des premières
semaines. Bien commencé, c’est déjà la
moitié de réaliser. Lorsque cela se passe mal,
nous risquons, sans une rapide correction,
de générer énormément d’énergie négative
et des « frais de réparation » (= temps
nécessaire pour rectifier une erreur).
Étant donné que nous serons sans doute
confrontés à des maladies de jeunesse, c’est
encore plus important dans ce cas. Quelques
conseils :
- Organisez régulièrement au cours des
premières semaines de brèves réunions
d’étude sur eRegistration. Lors de ces
réunions, discutez de ce qui fonctionne
bien et d’où se situent les problèmes.
Donnez à chacun la chance de s’exprimer,
mais centrez les réunions sur la recherche
de solutions.
- Maintenez une ambiance positive, malgré
les difficultés. Ne vous laissez pas tenter à
vous plaindre également. Vous renforcerez
seulement la résistance.
- Tenez-vous en aux accords. Si vous ne les
respectez pas, pourquoi les autres
devraient-ils le faire ?
- Organisez des entretiens individuels avec
les collaborateurs qui ne vont pas aux
réunions, qui ont du mal ou qui contrecarrent vos plans.
- Quatre succès. Quand (la plupart) des
collaborateurs se sont démenés pour
implémenter correctement eRegistration,
fêtez cela par une petite fête à l’étude
(champagne, pizzas, etc.). Et n’oubliez
pas : une réussite à 80% reçoit toujours
une grande distinction.
Le changement est un peu un art, mais il
est en général simplement une grande
opportunité. Nous vous souhaitons d’ores
et déjà bonne chance pour les prochains
mois ! _
37
38
Onze redacteur Eric Sohl luncht
met een notaris en babbelt over de
smakelijke zaken van het leven;
lokale gastronomie, levensgenieterijen, de verborgen
‘foodie’ adresjes in de streek
en ook de sociale kant van het
beroep. Een kleine inzage in
de andere kant van het leven van
de notaris.
Twee regels voor deze ontmoeting:
de notaris kiest zelf het restaurant
en de rekening mag niet meer
bedragen dan € 40 per persoon,
alles inbegrepen.
Eric Sohl
Slowfood in de
Brusselse studentenbuurt.
Slowfood in hartje Brussel bij restaurant
Contre-Temps: smaak, traceerbaarheid van de
ingrediënten en topkwaliteit. Een favoriet culinair
adres van notaris Jérôme Otte.
Jérôme Otte
Afspraak bij Contre-Temps, in de studentenbuurt van de Brusselse hoofdstad. We
worden onmiddellijk ontvangen met een
spannend aperitief, namelijk een ‘Perle de
Wallonie 2010’, vin Mousseux Brut, van het
Domaine vinicole du Chenoy te Émines. Een
heerlijk frisse start van de maaltijd met een
Belgische ‘champagne’.
Eric Sohl: Waarom heeft u voor Contre-Temps
gekozen?
Jérôme Otte: Ik werd hier uitgenodigd door
een vriend van me en ik was direct verleid
door de goede service en de mooie presentatie van de gerechten. Ook het feit dat
ze met een hele reeks kleinschalige, lokale
producenten werken is zeker een troef voor
het restaurant.
Elk seizoen kiezen de chefs, Denis Mollet en
Manu Debauve, de beste ingrediënten uit om
nieuwe gerechten te bereiden.
Elke maand hebben ze ook ‘het bier van de
maand’, gebrouwd door Belgische microbrouwerijen. Zo ontdek je dus elke keer een
andere verrassende bierbrouwer. De selectie
is altijd verbazend want de smaken kunnen
fruitig, zoet en zelfs bitter zijn. Ons kantoor is
ook heel dichtbij, dat is wel praktisch als ik ‘s
avonds geen zin heb om te koken.
Eric Sohl: Wat brengt de lunch vandaag?
JO: We starten met een velouté van aardperen, schorseneren, garnalen en blokjes heek
(vis). Dan krijgen we een tweede voorgerecht
van ‘petits gris’ van Ourchet, peterseliejus
met zachte look, kalfsvlees en mousseline
van knolselder. Het hoofdgerecht is émincé
van eendenborst, gestoofde zuurkool,
groentjes en een zoetzure jus. Als wijn krijgen
we een rode ‘Belgische wijn’: Mas des Anges,
Côteaux de Montauban, van de Belgische
wijnboer, dhr. Kervyn te Montauban. Als we
nog een plaatsje over hebben, is er ook nog
een selectie van kazen, de meeste uiteraard
van Belgische afkomst.
Eric Sohl: Bent u een foodie notaris?
JO: Ik houd heel erg van eten en koken. Maar
spijtig genoeg heb ik niet altijd de tijd om te
koken, en dan houd ik ervan om een gezellig
restaurant uit te kiezen. Nieuwe restaurants
uitproberen is dan ook een leuke bezigheid.
Ik houd zowel van de geraffineerde keuken
van sterrenrestaurants als van een lekkere
Brusselse stoemp. Ik eet ook alles. Andouillette van Troyes of artisanale rijstpap, voor
mij kan alles! Een van mijn jeugdherinneringen is de rijstpap van mijn grootmoeder.
Die specifieke smaak is mij altijd bijgebleven,
dat is tot nu toe nog altijd mijn favoriete des-
sert. Alleen is het spijtig dat mijn drukke agenda
het niet toelaat om vaker thuis te koken.
Ondertussen worden we verwend met twee
voorgerechten; een hartige velouté van vergeten
groenten en slakjes met kalfsvlees, prachtig
gepresenteerd. Het gaat hier duidelijk om topingrediënten in een verfijnde presentatie.
Eric Sohl: Welke keuken kan u bekoren?
JO: De Franse of Italiaanse keuken kan me
wel bekoren. Pasta is altijd een dankbaar
gerecht om klaar te maken. Verder houd ik
zeker ook van de Aziatische keuken, Thai,
Vietnamees of Japans. Ik vind de Thaise en
Vietnamese keuken heel lekker voor hun
gekookte gerechten en de Japanse keuken
voor haar rauwe gerechten.
Wat de Italiaanse keuken betreft, hebben
we in Toscane echt lekker gegeten, zoals
bv. in Florence. Trouwens één van mijn topadressen die ik met iedereen wil delen is San
Daniele in Koekelberg. Daar laat ik de chef
altijd zelf beslissen wat we gaan eten. En hij
heeft ons nog nooit teleurgesteld.
Eric Sohl: Is op restaurant gaan voor u een
sociale gebeurtenis?
JO: Uiteraard! Meer nog, de beste momenten zijn samen eten met vrienden, of dat nu
thuis is of op restaurant.
Notarius 2014
Uit eten met de notaris
Juni - Juin
De daglunch kost € 21.
Contre-Temps
Contre
-Temps
Kroonlaan
275
B-1050 Bru
ssel
www.cont
re-temps.
be
02 / 644
44 80
Slowfood op zijn
best in de studentenbuurt van Brussel.
Emincé van eendenborst met gestoofde
zuurkool.
Eric Sohl: Wat is uw lievelingsgerecht?
JO: Een lekkere stoemp of een smeuïge Gentse waterzooi kan me wel smaken. Alles wat
met vlees te maken heeft, is voor mij oké!
De ouders van mijn schoonmoeder waren
landbouwers in Pont-à-Celles en vlees was
een belangrijk element in mijn dagelijkse
kost. Ik had dan nog het geluk dat we zelf
een groentetuin hadden. Er is niets beter dan
kraakverse groenten uit de tuin.
Eric Sohl: Bent u een wijnkenner?
JO: Niet echt, maar ik heb wel voorkeuren.
De wijnen uit de Bourgognestreek zijn voor
mij de beste. Maar er zijn uiteraard ook heel
wat kleine en onbekende regio’s in Frankrijk
waar je lekkere wijnen kan ontdekken, zoals
in de Provence. Ook de nieuwe wereldwijnen
kunnen me wel bekoren: Marokkaanse en
Zuid-Afrikaanse wijnen bijvoorbeeld. De
kwaliteit van de nieuwe wereldwijnen valt
me op, dus die wil ik zeker ook wel in mijn
wijnselectie hebben.
Het hoofdgerecht wordt geserveerd en opnieuw
is de presentatie uiterst verzorgd. De émincé van
eendenborst met gestoofde zuurkool en die
zoetzure jus is een perfecte combinatie.
02
01
Eric Sohl: Wat zijn uw favoriete adressen in
Brussel?
JO: Afhankelijk van mijn disgenoot, kies ik
graag één van de volgende restaurants:
Kumquat: Je komt hier niet voor het stijlvolle decor maar voor de pittige en lekkere
bereidingen. De chef is heel goed. Je kunt
hier dus gegarandeerd lekker en exotisch
eten voor een redelijke prijs. Een leuke
anekdote is dat ze daar nog ‘Clos du Notaire’
serveren aan een heel goede prijs.
Bon Bon: Ik heb heel goede herinneringen
aan Bon Bon. Want voor we aan het eten
begonnen hebben we een uurtje kennis gemaakt met de chef. Zijn persoonlijk onthaal
heeft ons echt gecharmeerd. Uiteraard is het
eten daar écht van topkwaliteit. Geraffineerd
eten in een prachtig kader en dat maakt
dat dit wellicht één van mijn beste culinaire
ervaringen was. Nu zijn de prijzen gestegen
en is het dus niet zo betaalbaar meer als
vroeger maar om je te verwennen is dit een
topadres in Brussel.
Chez Fernand: Het frietkot op Square de
Meudon is mijn favoriete frietkot in Brussel.
Ze serveren daar een hamburger met een
‘steak haché’ ertussen en met handgesneden en dubbel gebakken frieten. Nu heeft
zoon Laurent de zaak overgenomen. En ze
zijn tot 23.00 u open, dus daar kom ik wel
eens langs.
La Roue d’Or vlak bij de Grote Markt:
De ambiance is er goed en de stoemp overheerlijk, daar moet je gaan voor de Brusselse
klassiekers.
We sluiten af met een sterke espresso.
Eric Sohl: Bent u een cocktail fan?
JO: Met de trend van gin and tonics ben ik
helemaal mee. Bij ‘Au gré du vent’ in Seneffe
hebben we een memorabele gin&tonic
gedronken. Het tonicwater was van Spaanse
afkomst en je kunt er zelfs kiezen of je hem
mét of zonder kinine wil drinken. Afgezien
van de gin&tonic is dit restaurant trouwens
ook een aanrader als je buiten Brussel
gastronomisch wil eten.
Contre-Temps, Kroonlaan 375,
1050 Brussel
www.contre-temps.be
39
40
Notre rédacteur Eric Sohl dîne avec
un notaire et discute de bonnes
choses, gastronomie locale, plaisirs
de la vie, adresses cachées des
gourmets dans leur région et aspect
social de laprofession.
Eric Sohl
Un coup d’œil de l’autre côté de
la vie d’un notaire.
Slow Food dans
le quartier estudiantin
bruxellois.
Deux règles pour cette rencontre :
le notaire choisit son restaurant et
la note ne peut dépasser 40€ par
personne, boisson comprise.
Slow Food au cœur de Bruxelles, au restaurant
Contre-Temps : goût, traçabilité des ingrédients
et excellente qualité. L’une des adresses culinaires
préférées du notaire Jérome Otte.
Jérôme Otte
Rendez-vous au Contre-Temps, dans le
quartier estudiantin de la capitale. Nous
sommes immédiatement accueillis par un
apéritif saisissant, une « Perle de Wallonie
2010 », vin mousseux brut du Domaine viticole du Chenoy à Émines. Un début de repas
agréablement rafraîchissant avec un
« champagne » belge.
Eric Sohl: Pourquoi avez-vous choisi le
Contre-Temps ?
Jérôme Otte: L’un de mes amis ma invité ici
et j’ai été directement séduit par l’excellent
service et la belle présentation des plats. Le
fait qu’ils travaillent avec toute une série de
produits locaux, à petite échelle, constitue
certainement un atout supplémentaire pour
le restaurant. À chaque saison, les chefs,
Denis Mollet et Manu Debauve, choisissent
les meilleures ingrédients pour préparer de
nouveaux plats. Tous les mois, ils proposent
aussi « la bière du mois », brassée par des
microbrasseries belges.
Cela vous permet ainsi de découvrir, à
chaque fois, un brasseur différent et surprenant. La sélection est toujours étonnante,
car les goûts peuvent être tant fruités que
sucrés, voire amers. Notre étude se situe en
outre à proximité, ce qui est très pratique.
Eric Sohl: En quoi consistera le repas
d’aujourd’hui ?
JO : Nous commencerons par un velouté de
topinambours, scorsonères, crevettes et dés
de merlu (poisson).
En deuxième entrée, nous aurons des Petits
Gris d’Ourchet, jus de persil à l’ail doux, veau
et mousseline de céleri-rave.
Le plat principal sera composé d’un émincé
de poitrine de canard, de la choucroute
braisée et de légumes, le tout servi avec un
jus aigre-doux. En vin, nous apprécierons
un vin rouge belge : Mas des Anges, Coteaux
de Montauban, du vigneron belge Monsieur
Kervyn à Montauban. S’il nous reste encore
une petite place, nous dégusterons une
sélection de fromages, la plupart d’origine
belge bien entendu.
Eric Sohl: Êtes-vous un notaire gourmet ?
JO :J’adore manger et cuisiner. Je n’ai malheureusement pas toujours le temps de cuisiner. C’est pour cela que j’aime bien choisir
un restaurant sympa. Essayer de nouveaux
restaurants est dès lors un chouette passetemps. J’aime autant la cuisine raffinée de
restaurants étoilés qu’un délicieux stoemp
bruxellois. Je mange de tout. Andouillette de
Troyes ou riz au lait artisanal, tout est bon
pour moi ! Le riz au lait de ma grand-mère
est l’un de mes souvenirs d’enfance. Ce goût
particulier m’est toujours resté et il constitue
toujours mon dessert préféré. C’est juste
dommage que mon agenda chargé ne me
permette pas de cuisiner plus souvent à la
maison.
Entre-temps, nous sommes gâtés par les deux
entrées : un velouté relevé de légumes oubliés
et des escargots au veau, joliment présentés. Il
s’agit ici clairement d’ingrédients de choix dans
une présentation sophistiquée.
Eric Sohl: Quelle cuisine vous plaît ?
JO :La cuisine française ou italienne. Les
pâtes sont toujours un plat gratifiant à
préparer. Par ailleurs, j’aime aussi beaucoup
la cuisine asiatique : thaï, vietnamienne ou japonaise. J’apprécie énormément les cuisines
thaï et vietnamienne pour leurs plats cuits et
la cuisine japonaise pour ses plats crus. Pour
ce qui est de la cuisine italienne, nous avons
particulièrement bien mangé en Toscane, à
Florence notamment. D’ailleurs, l’une de mes
adresses préférées que je souhaite partager
avec tout le monde, c’est le San Daniele à
Koekelberg. Je laisse toujours le chef décider
lui-même de ce que nous allons manger. Et il
ne nous a encore jamais déçu !
Eric Sohl: Pour vous, aller au restaurant, estce un événement social ?
Notarius 2014
À table avec un notaire
Juni - Juin
Le plat du jour
coûte € 21.
Contre-Temps
Contre
-Temps
Kroonlaan
275
B-1050 Bru
ssel
www.cont
re-temps.
be
02 / 644
44 80
Slow Food dans le
quartier estudiantin
bruxellois
Emincé de
poitrine
de canard
01
JO :Tout à fait ! Qui plus est, les meilleurs
moments sont ceux où l’on mange entre
amis, que ce soit à la maison ou au restaurant.
de poitrine de canard accompagné de choucroute braisée et de ce jus aigre-doux est une
association parfaite.
Eric Sohl: Quel est votre plat préféré ?
JO :Un délicieux stoemp ou un savoureux
waterzooi à la gantoise. Tout ce qui est à
base de viande me convient ! Les parents de
ma belle-mère étaient agriculteurs à Pontà-Celles. La viande était donc bien entendu
un élément essentiel de mon alimentation
quotidienne. Nous avions aussi la chance
d’avoir nous-mêmes un potager. Il n’y a rien
de tel que des légumes frais du jardin.
Eric Sohl: Quelles sont vos adresses préférées
à Bruxelles ?
JO :En fonction de mon convive, je choisis
volontiers l’un des restaurants suivants :
Kumquat: on ne vient pas ici pour le décor
stylé, mais pour les préparations épicées et
savoureuses. Le chef est très doué. On peut
donc y déguster en toute certitude un bon
plat exotique à un prix raisonnable. Anecdote amusante : on y sert aussi du « Clos du
Notaire » à un très bon prix.
Bon Bon: j’ai d’excellents souvenirs au
Bon-Bon. Avant de commencer à manger,
nous avons fait connaissance avec le chef
pendant une bonne heure. Son accueil personnel nous a véritablement enchanté. Les
plats y sont vraiment d’excellente qualité.
Manger raffiné dans un cadre agréable : c’est
peut-être pour cela que ce restaurant est
l’une de mes meilleures expériences culinaires. Aujourd’hui, les prix ont augmenté et
le restaurant n’est donc plus aussi abordable
qu’avant, mais il s’agit d’une adresse de
choix si l’on veut se faire plaisir.
Chez Fernand: cette friterie située au square
de Meudon est ma préférée à Bruxelles. On
Eric Sohl: Êtes-vous un connaisseur de vins ?
JO :Pas vraiment, mais j’ai mes préférences.
Pour moi, les meilleurs vins sont ceux de
Bourgogne. Mais il existe bien sûr également
quantité de petites régions inconnues en
France où l’on peut découvrir de délicieux
vins, comme la Provence. Les nouveaux vins
du monde, tels que les vins marocains et
sud-africains, me plaisent beaucoup aussi.
Je suis frappé par la qualité de ces nouveaux
vins du monde qui figurent également dans
ma sélection.
Le plat principal nous est servi et la présentation
est de nouveau extrêmement soignée. L’émincé
02
y sert un hamburger avec un steak haché et
des frites coupées à la main et cuites deux
fois. Laurent, le fils, a repris l’affaire à présent.
C’est ouvert jusqu’à 23h00, donc j’y passe de
temps en temps.
La Roue d’Or à proximité de la Grand -Place :
l’ambiance y est bonne et le stoemp succulent. Il faut y choisir les classiques bruxellois.
Eric Sohl: Êtes-vous un amateur de cocktails ?
JO :J’adhère pleinement à la mode du gin
tonic. Nous avons bu un gin tonic mémorable
au restaurant « Au Gré du Vent » à Seneffe.
L’eau tonique est d’origine espagnole et l’on
peut même choisir de le boire avec ou sans
quinine. Hormis le gin tonic, ce restaurant est
par ailleurs à recommander si l’on veut manger gastronomique en dehors de Bruxelles.
Nous terminons cette agréable pause de midi
par un espresso corsé et nous nous saluons
avant de rejoindre chacun son bureau.
Contre-Temps, 375,
Avenue de la Couronne 375,
1050 Bruxelles
www.contre-temps.be
41
42
138 notarissen, medewerkers en sympathisanten van het notariaat liepen
in mei mee met de 20 km door Brussel.
Daarbij zamelden ze een kleine € 3.000
in ten voordele van ‘Vivre Ensemble’ en
‘Welzijnszorg’, twee verenigingen die
armoede en sociale uitsluiting in België
bestrijden.
138 notaires, collaborateurs et sympathisants du notariat ont couru ensemble en mai lors des 20 km de Bruxelles.
Ils y ont récolté la modique somme de
3.000 € au profit de « Vivre Ensemble » et
de « Welzijnszorg », deux associations qui
luttent contre la pauvreté et l’exclusion
sociale en Belgique.
De zusjes Tack werken beiden in het kantoor
Tack & De Moor in Sint-Niklaas. Valérie Tack
heeft haar zus Angélique meegebracht om te
supporteren. Met een tijd van 1 uur 47 is
Valérie zeer tevreden over haar eerste
deelname aan de 20 km door Brussel. “Mijn
streefdoel was om een tijd neer te zetten
tussen de 1u45 en 1u50 en daar ben ik dus
mooi in geslaagd. Ik heb al meerdere malen
de 10 Miles in Antwerpen gelopen, maar
vandaag was het de allereerste keer dat ik 20
kilometer heb gelopen en dat is heel goed
meegevallen.
Valérie en Angélique Tack
Bo Bogaert
Charles Six
20 km door Brussel
Les 20 km de Bruxelles
Vooral de tunnels maken het parcours zwaar,
het is veel op en af. En de laatste twee
kilometers is echt afzien.” Volgend jaar doet
ze wellicht opnieuw mee. “Ik kan nu ook
beter inschatten wat het is om 20 km te
lopen. Dat maakt dat je ook beter kunt
doseren. En volgend jaar breng ik ons mama
mee (Catherine De Moor). Zij loopt al vele
jaren de 20 km door Brussel, maar kon
wegens vakantie dit jaar niet aanwezig zijn.”
“Vooral de sfeer is geweldig, overal staan er
muziekbandjes langs het parcours en dat is
fijn.” Voor deze wedstrijd heeft ze twee keer
per week getraind. Tijdens de week een korte
afstand samen met de vriendinnen op het
internaat en tijdens het weekend een lange
afstand. “De lastigste kilometer was die
tussen 17 en 18 km, toen had ik even een
dipje, maar vanaf kilometer 18 ging het weer
goed.” Volgend jaar zullen moeder en
dochter terug van de partij zijn.
Notaris Bénédicte Strobbe en haar
dochter Marie-Alix hebben samen de
wedstrijd rustig uitgelopen in ongeveer 2 uur
15. “We zijn eigenlijk niet moe”, lacht
Bénédicte. De 15-jarige Marie-Alix is de
jongste van de notarisploeg. Het is de eerste
keer dat ze meedoet en dat is haar
supergoed bevallen.
Notaris Bénédicte Strobbe en dochter Marie-Alix
Notarius 2014
Event
Juni - Juin
Le notaire Alain Caprasse de GrâceHollogne participait cette année pour la
cinquième fois aux 20 km de Bruxelles. Avec
un temps de 1h42, il est légèrement déçu car
son objectif était de rester sous les 1h40.
Alain Caprasse
« Mais c’était plus difficile cette année en
raison de la chaleur. Il s’agissait de chercher
un peu d’ombre. J’ai zigzagué pour tout de
même pouvoir courir sous les arbres (rires) ».
Le notaire commence à s’entraîner deux à
trois mois avant l’évènement. Il donne alors
rendez-vous à des amis 1 à 2 fois par
semaine pour aller courir avec eux.
« Nous commençons par courir une
demi-heure en parcourant progressivement
des distances de plus en plus longues.
Et nous concluons bien sûr chaque
entraînement par un verre (rires). » Le notaire
Caprasse apprécie surtout de rencontrer ses
confrères après les heures de travail, dans
une autre ambiance. _
« Et savoir que nous sommes soignés par la
Fédération me motive également à prendre
part à la course. On est ici dans un endroit de
choix, on a à manger et à boire, et on peut
tranquillement laisser nos affaires. Tout cela
st vraiment très agréable! »
43
44
Event
Cette année, le 29ème championnat européen de football
pour les notaires se déroulait dans
la romantique ville de Prague.
Maarten Urkens
Benoît Musch
Les Diables de notaires
à Prague
Les Tchèques se sont pliés en quatre pour
gâter les joueurs, tant sur le plan sportif que
sur le plan récréatif. Ils sont même allés
jusqu’à inviter le légendaire joueur tchèque
Panenka afin de donner à chaque gardien
de but l’opportunité de se mesurer à lui en
un contre un.
joueurs pour leur fournir les explications
nécessaires sur le château de Konopiště, le
pont Charles, le monastère de Břevnov, etc.
Toutes les attractions ont été passées en
revue avant de terminer par le lieu par
excellence en matière de faune et de flore :
la discothèque Duplex.
Sous les encouragements d’une belle
brochette de supporters (merci à eux !), nos
Diables ont pu s’en donner à cœur joie. Le
premier duel contre l’Espagne, qui
remporterait finalement le tournoi, s’est
soldé sur une défaite pour les Diables (1 - 3).
La Pologne devait ensuite passer à la trappe
sur un 4 - 0. Les places sur le podium se
jouaient déjà, mais les Diables ont manqué
d’un brin de réussite contre l’Italie (1 - 1),
puis contre la France (défaite 1 - 0).
Finalement, après deux victoires contre la
République tchèque (1 - 0) et l’Autriche
(5 - 0), ainsi qu’un match nul contre
l’Allemagne (0 - 0), nous nous sommes
emparés de la quatrième place dont nous
pouvions être fiers.
Mais ce qui reste chaque année dans la
mémoire des participants au CE et que
l’équipe à l’unanimité reconnaît par ailleurs,
c’est l’amitié et l’aisance avec lesquelles les
notariats des différents pays entretiennent
des relations. Cela crée, en toute simplicité,
des liens forts pour une future collaboration
professionnelle. Cela ne peut être que
profitable pour l’intérêt général et à la
cohésion du notariat.
À côté de l’aspect sportif, du temps avait
également été prévu pour un peu de
culture. Des guides ont accompagnés nos
Il est toujours risqué de remercier
individuellement chaque membre d’une
équipe, sous peine d’oublier quelqu’un.
Mais je pense pouvoir adresser, au nom de
toute l’équipe, une mention spéciale et un
grand merci à Jérôme Otte, Yves Somville,
Dominique Roulez et Michel Cornelis pour
l’organisation, l’ambiance et, bien sûr, leurs
prestations sportives.
L’année prochaine, ce sera à notre tour
d’organiser le tournoi. Rendez-vous à Liège
pour la 30ème édition ! _
Classement final du CE de Prague
2014 :
1. Espagne
2. France
3. Italie
4. Belgique
5. République tchèque
6. Allemagne
7. Autriche
8. Pologne
Team Belgium:
Bogaerts Benoit, Brouwers Olivier, Catinus François, Cornelis Michel, Debouche Arnaud, Geudens Stijn, Jacques Olivier, Jacques Sébastien,
Lambeau Benoît, Odin Benoît, Otte Jérôme,
Pareyn Joeri, Roulez Dominique, Schellaert Guillaume, Somville Yves, Urkens Maarten, Vlaeminck Frederic et
Musch Benoît.
10 %
0%
01/2013
01/2014
03/2014
Belfius Private Banking
Een stevig rendement dankzij een
persoonlijk beheer van uw portefeuille
In 2013 en de eerste 3 maanden van 2014 behaalde het mandaat ‘Belfius Managed Portfolio
Strategie 50’ een gemiddeld jaarlijks rendement van 7,4 %*. Een mooi voorbeeld van wat Belfius
Private Banking voor u kan betekenen, met het best mogelijke evenwicht tussen risico en rendement.
Wenst u ook een portefeuillebeheer op maat? Maak dan een afspraak met
uw lokale Private Banker, bel 02 222 10 21 of surf naar www.belfius.be/private.
Het mandaat ‘Belfius Managed Portfolio’ stelt u een gemengde, uitgebalanceerde portefeuille
voor, waarin de spreiding over aandelen, obligaties en andere activaklassen afgestemd is op
uw houding tegenover risico. Dit mandaat is een overeenkomst inzake discretionair beheer, dat
toegankelijk is vanaf 500 000 euro en waarbij beleggingsspecialisten uw portefeuille beheren
volgens strikte richtlijnen en een langetermijnstrategie.
Een rijkere kijk op uw vermogen
*
Prestaties uit het verleden vormen geen enkele garantie voor toekomstige prestaties. Het getoonde resultaat is het gemiddelde van de rendementen voor de portefeuilles die volgens deze strategie worden beheerd.
Dit is een promotioneel document, opgesteld en verspreid door Belfius Bank. Het bevat geen beleggingsadvies en kan niet als dusdanig worden beschouwd. Het is evenmin een aanbeveling en dient niet geïnterpreteerd te
worden als een aanbeveling om in te schrijven, of als een advies of aanbeveling om gelijk welke operatie uit te voeren.
Belfius Bank NV, Pachecolaan 44, 1000 Brussel – IBAN BE23 0529 0064 6991 – BIC GKCCBEBB – RPR Brussel BTW BE 0403.201.185 – FSMA nr. 19649 A.
46
Alain-Charles Van Gysel, Professeur à ’l’ULB, Avocat au Barreau de Bruxelles 1
Les défaillants et
récalcitrants :
qu’en faire à présent ?
A. Certaines parties sont toujours
défaillantes ou récalcitrantes
La loi du 13 août 2011 n’a évidemment pas
mis fin au phénomène de parties, qui, au
cours d’une procédure de liquidation-partage judiciaire, se révèlent défaillantes et/ou
récalcitrantes, en tentant indûment de
retarder l’issue d’un partage qu’ils
pressentent défavorable à leurs intérêts.
Mais cette loi a donné au liquidateur à la
fois les moyens et la mission de juguler
désormais leur volonté illégitime de
procrastination.
Elle a en effet substitué à l’institution du
notaire commis pour représenter ces
parties, laquelle s’était révélée peu efficace,
et, au fond, peu respectueuse des droits de
ceux qui étaient supposés en « bénéficier ».
Les deux nouveaux principes qui vont
permettre au notaire-liquidateur, en
principe désormais unique, de résoudre
lui-même ce type de problèmes, peuvent
s’énoncer ainsi : pouvoir d’initiative du
notaire et fermeture progressive des portes
au fil du déroulement du calendrier.
Il nous semble que, si le mécanisme
nouveau de la loi, appliquée depuis le 1er
avril 2012 aux procédures nouvelles, est
désormais bien connu du monde notarial,
les pratiques démontrent que l’on ne tire
pas encore assez de fruits des opportunités
qu’ouvre le nouveau texte.
Le présent exposé, qui n’apporte que peu
d’idées neuves, a donc surtout pour souhait
d’éveiller les esprits à la pleine utilisation de
ces potentialités.
B. L’ouverture des opérations
La nouvelle loi n’ayant pas prévu que le
notaire reçoive directement du Greffe le
jugement le désignant, c’est donc toujours
la « partie la plus diligente » qui l’informera
de sa mission et demandera d’ouvrir les
opérations, ceci en vertu du principe
dispositif.
Si le jugement contient, outre la
désignation du notaire-liquidateur2, la
solution de problèmes de droit3, mieux
vaudrait immédiatement « fermer la porte »
à la remise en question de ces solutions, en
demandant à la partie la plus diligente de
signifier cette décision aux autres et
d’attendre qu’elle soit devenue définitive4
avant de convoquer les indivisaires à la
première réunion.
Lors de cette première réunion, le notaire
doit, à notre avis, donner à la procédure
une impulsion primordiale et capitale,
basée sur ses nouveaux pouvoirs
d’initiative.
Tout d’abord, que le notaire-liquidateur se
souvienne qu’il est investi d’une mission
quasi-judiciaire, et que, dès lors, sans doute
est-il toujours bon qu’il propose d’abord,
comme auparavant, quelques dates aux
parties5; mais, que ces dernières répondent
ou non, qu’elles s’accordent ou non sur la
date, que le notaire fixe d’autorité celle-ci
au moment qui convient à un maximum de
personnes – et tout d’abord à lui-même – et
convoque formellement6 les parties pour
cette réunion primordiale.
Lors de cette réunion, trois éléments
importants sont susceptibles d’être
« engrangés » :
- Tout d’abord, le notaire va tenter de
dégager des accords entre les parties,
seraient-ils très partiels7, qui vont limiter
le champ des points qui devront être
Notarius 2014
Info juridique
Juni - Juin
traités par le notaire et tranchés par le
tribunal, et cela de façon définitive.
Sans doute l’article 1134 du Code civil et
le principe de la convention-loi avaient-ils
la même portée sous l’empire de la loi
ancienne, mais il ne nous semble pas
inutile que l’article 1214, § 1er nouveau du
Code judiciaire rappelle aux parties – et
au notaire – que de tels accords conclus
entre parties les lient définitivement, et
que le notaire peut – et doit – donc les
exécuter, même si l’un des signataires de
l’accord « mange ensuite sa parole ».
- Ensuite, le notaire va dresser un
procès-verbal d’ouverture des opérations.
Cet acte est une frontière temporelle
importante, puisque les parties qui
n’auront pas soulevé envers la
désignation du notaire-liquidateur les
moyens qui étaient alors connus d’elles,
ne pourront plus jamais en faire état,
quand bien même ces moyens auraient
trait à l’impartialité objective du notaire,
et qu’ils auraient pu entraîner son
remplacement8.
La loi crée ici un équilibre entre la
possibilité pour les parties de demander
le remplacement du notaire directement
au tribunal – sans procès-verbal
intermédiaire de dires et difficultés9 – et
la sécurité juridique : la partie qui
connaîtrait une cause de récusation du
notaire ne pourra plus la garder comme
« Joker » pour la sortir en fin de course et
faire recommencer à zéro toutes les
opérations.
- Enfin, le notaire rappellera aux parties les
nouvelles « règles du jeu », qui pourraient
être résumées ainsi :
a)Sauf s’il y a eu un accord de toutes les
parties sur d’autres délais, ceux qui
sont prévus par le Code judiciaire10
sont désormais impératifs tant pour les
parties, qu’elles soient présentes ou
défaillantes, que pour le notaire.
b)Le notaire jouit désormais d’un pouvoir
d’initiative propre, indépendant de la
volonté des parties, pour réaliser les
diverses étapes de la liquidation-partage judiciaire.
c)Lorsque le notaire a pris une initiative
ou lorsqu’il constate qu’un délai est
dépassé, les parties qui n’ont pas réagi
en temps utile sont définitivement
forcloses à contester le pas accompli
vers la solution finale.
En d’autres termes, le notaire expliquera
fermement aux parties qu’une attitude
d’obstruction est désormais vaine : si les
parties « sentent » que le notaire est
effectivement décidé à mettre en œuvre les
pouvoirs que la loi lui donne, elles seront
sans doute bien moins enclines à
« défaillir » ou à « récalcitrer ».
C. La poursuite des opérations
Le notaire-liquidateur doit ensuite effectuer
progressivement les opérations qui vont
aboutir soit à un partage amiable ou réputé
tel11, soit à un jugement tranchant les
différends entre parties, en veillant à
chaque fois à « fermer progressivement les
portes ».
Dans ce processus, il doit bien entendu
respecter le principe du contradictoire12, qui
constitue le fil rouge de toute procédure civile.
En l’espèce, le contradictoire est assuré
dans la procédure de liquidation-partage
par les convocations que le notaire doit
lancer avant tout pas supplémentaire, et
cela sous deux formes : « forte » pour les
parties (recommandé) et « light » vis-à-vis
de leurs avocats (fax, courriel...) : ouverture
des opérations, comme nous l’avons déjà
vu plus haut, mais aussi aperçu des
revendications des parties13, et enfin état
liquidatif14.
La sanction de forclusion ou « fermeture
progressive des portes » est assurée par
deux dispositions : l’article 1214 § 6, qui
sanctionne l’absence d’une partie à une
réunion fixée par le notaire en ces termes :
« L’absence d’une ou plusieurs parties ne fait
pas obstacle à la poursuite des opérations.
Le cas échéant, le notaire-liquidateur
constate, à tout stade de la procédure,
l’absence ou le refus de signer d’une partie.
Nonobstant l’absence ou le refus de signer
d’une partie, le notaire-liquidateur reçoit les
prix d’adjudication et autres créances en
principal et accessoires, en donne quittance
avec ou sans subrogation et, en
conséquence de ces paiements, donne
mainlevée de toute inscription prise ou à
prendre, de toute transcription de
commandement et saisie, ainsi que de toute
opposition s’il y a lieu » ; et l’article 1220,
§ 1er, qui opère la déchéance du droit
d’émettre une revendication après
échéance d’un des délais légaux, en
édictant que « Sauf accord de toutes les
parties ou découverte de nouveaux faits ou
nouvelles pièces déterminants, le notaireliquidateur ne tient pas compte des
revendications, observations et pièces
communiquées après l’échéance des délais
convenus en application de l’article 1217 ou
fixés à l’article 1218, §§ 1er et 2 » .
Certes, le récalcitrant intelligent pourrait
avoir l’idée de retarder la procédure de
façon plus astucieuse, en soulevant en
cours de procédure des questions, qu’il
soumettra au notaire dans l’espoir de
provoquer la rédaction d’un procès-verbal
intermédiaire de dires et difficultés, selon la
procédure désormais consacrée par l’article
1216 du Code judiciaire.
En effet, outre le délai de confection du
procès-verbal – deux mois plus un mois
égalent trois mois –, cet incident renvoie la
cause devant le tribunal – désormais le
tribunal de la famille15 – qui doit le trancher.
Or, la loi ne prévoit aucun délai dans le chef
de la juridiction16, et l’on sait l’encombrement de certains tribunaux…
Cependant, le notaire-liquidateur sera
attentif à ne pas se laisser « piéger » par la
manœuvre : sauf dans les cas où la loi
l’oblige à rédiger un tel procès-verbal si
l’une des parties forme un contredit17, le
notaire jouit d’un pouvoir d’appréciation
sur le fait que les questions « sont à ce point
essentiels qu’elles empêchent l’établissement de l’état liquidatif » 18 – ou pas – : dans
la négative, il postposera tout simplement
la solution de la question à la résolution
générale du litige, en l’incluant dans son
état liquidatif.
47
48
D. Les biens non-commodément
partageables en nature et l’état
liquidatif
Deux étapes de la procédure illustrent
particulièrement les nouveaux pouvoirs du
notaire.
La première est le pouvoir du notaire de
déclarer motu proprio un bien comme étant
non-commodément partageable en
nature19 : sauf contredit d’une partie dans le
délai légal – lequel provoquerait un
procès-verbal intermédiaire – le notaire
dressera sans désemparer le cahier des
charges et – à la requête d’au moins une
partie s’il s’agit d’un immeuble – procèdera
à la vente, en en encaissant le prix20.
La seconde est l’établissement du projet
d’état liquidatif21: régulièrement sommées,
les parties qui n’auront pas fait valoir leurs
contredits dans le délai utile ne pourront
plus jamais faire état de ces arguments, en
jouant les « inspecteurs Columbo »
notamment devant le tribunal. Cette
solution existait déjà de façon prétorienne
sous l’empire de la loi ancienne22, mais elle
est désormais consacrée par la loi23,
laquelle, loin de bouleverser inutilement le
droit du partage judiciaire, entérine et
développe les « bonnes pratiques »,
recueillies dans les accords conclus à de
nombreux endroits entre les notaires et les
avocats.
1 Le texte ici publié est une version résumée de l’exposé donné dans le cadre de la rentrée
scientifique de la Compagnie des notaires du Hainaut, au Mundaneum, à Mons, le 13
septembre 2012.
2 Et, éventuellement, d’un expert ou un gestionnaire de biens.
3 Tel testament est valide ou invalide, telle donation est préciputaire ou pas…
4 Éventuellement, après un appel. Notons que, dans cette hypothèse, la cause sera, après que
la Cour d’appel aura statué, renvoyée au tribunal : l’effet dévolutif n’est donc que temporaire
à ce stade de la procédure, pour éviter que toute la procédure ne doive être traitée par la
Cour : article 1224/2 du Code judiciaire.
5 Par parenthèse, il existe des programmes gratuits (Doodle…) à insérer dans le courriel du
notaire, qui permettent à toutes les parties de répondre d’un clic de souris et d’être
instantanément averties de la réponse des autres : les fax et contre-fax sont peut-être un peu
périmés…
6 Par lettre recommandée aux parties, par téléfax ou courriel à leurs conseils : article 1215 §
1er, al.2 du Code judiciaire.
7 Qui va occuper tel bien durant le partage, et moyennant quelle indemnité locative pour la
masse ; tel bien doit-il être vendu et selon quelles modalités ?
8 Article 1211, § 1er, al.3, du Code judiciaire.
9 Article 1211 du Code judiciaire.
10 Sur ce calendrier, voyez Ch. AUGHUET, « le calendrier de la nouvelle procédure de liquidation-partage judiciaire, in Actualités en droit patrimonial de la famille, UB³, n°39, p.7,
sous la direction de N. GALLUS ; et le tableau éclairant de Ch. AUGHUET et M. CARBONE.
Plus : à défaut de tels contredits, le projet
d’état liquidatif deviendra un partage
définitif et réputé amiable24, ayant la force
légale d’une convention.
E. Conclusion
Au terme de cette brève analyse, on ne peut
que conjurer les notaires-liquidateurs,
désormais constitués commandants du
navire de la liquidation, de mettre au vent
les voiles que la loi du 13 août 2011 leur a
tissées, et de voguer hardiment vers la
liquidation et le partage de la masse, qui
leur ont été confiées, sans se laisser retarder
par les rémoras que sont les parties
défaillantes et récalcitrantes ! _
11 Nous verrons dans la partie suivante ce qu’il faut entendre par là.
12 Il respectera aussi le principe du dispositif, en ce que les parties, si elles sont unanimes,
peuvent lui imposer telle ou telle solution à leur litige, ou, a fortiori, allonger (article 1217) ou
suspendre (article 1221) le calendrier de la procédure.
13 Article 1218, § 2, al.1, du Code judiciaire.
14 Article 1223, §1er, al.2, du Code judiciaire.
15 Article 572bis, 9° et 10°, nouveau, du Code judiciaire.
16 Voyez l’article 1216, § 5, du Code judiciaire.
17 Ainsi, à la vente de biens que le notaire estime non-commodément partageable en nature
(article 1224, § 3, du Code judiciaire); ou lors de la communication du projet d’état liquidatif
(article 1223, §3, du Code judiciaire).
18 Article 1216, § 1er, du Code judiciaire.
19 Article 1224 du Code judiciaire.
20 Voyez l’article 1214, § 6, al.2, ci-dessus.
21 Article 1223 du Code judiciaire.
22 Cass. 6 avril 1990, Pas. 1990, I, p.922.
23 Article 1223, § 4, du Code judiciaire.
24 Article 1223, § 2, al.2, du Code judiciaire.
Notarius 2014
Juridische info
Juni - Juin
Alain-Charles Van Gysel, Professor aan de ULB, Advocaat aan de Balie van Brussel
1
De niet-verschijnende
en weigerende partijen:
wat doen we er nu mee?
A. Sommige partijen zijn steeds
afwezig of weigerend
De wet van 13 augustus 2011 heeft uiteraard
geen einde gemaakt aan het fenomeen van
de partijen die tijdens een procedure van
gerechtelijke vereffening-verdeling afwezig
en/of weigerend blijken, omdat zij de afloop
van een verdeling die zij voor zichzelf als
ongunstig ervaren, onterecht proberen uit te
stellen.
Deze wet heeft de vereffenaar echter wel
zowel de middelen als de opdracht gegeven
om hun ongerechtvaardigde wil om de
zaken op de lange baan te schuiven een halt
toe te roepen.
Zij heeft namelijk de vertegenwoordiging van
deze partijen door de aangestelde notaris
afgeschaft, aangezien dit mechanisme
weinig efficiënt bleek en in wezen van weinig
respect getuigde ten aanzien van de rechten
van zij die verondersteld werden ervan te
“genieten”.
De twee nieuwe principes die de notarisvereffenaar, in principe voortaan alleen,
zullen toelaten om dit soort van problemen
zelf op te lossen, kunnen als volgt verwoord
worden: initiatiefbevoegdheid van de notaris
en geleidelijk sluiten van de achterpoortjes
tijdens het verloop van het tijdschema.
We zijn van mening dat, hoewel het nieuwe
mechanisme van de wet die sinds 1 april
2012 op de nieuwe procedures van
toepassing is, goed gekend is in de notariële
wereld, de praktijk aantoont dat de
mogelijkheden die de nieuwe wet biedt
onvoldoende aangewend worden.
Deze uiteenzetting, die slechts weinig nieuwe
ideeën brengt, heeft dus vooral tot doel ons
wakker te schudden om deze mogelijkheden
ten volle te benutten.
B. Opening van de werkzaamheden
De nieuwe wet voorziet niet dat de notaris
het vonnis waarin hij aangesteld wordt,
rechtstreeks van de Griffie krijgt. Bijgevolg is
het steeds de “meest gerede partij” die hem
op de hoogte zal brengen van zijn opdracht
en hem zal vragen de werkzaamheden te
openen, dit op grond van het
beschikkingsbeginsel.
Hoewel het vonnis, naast de aanstelling van
de notaris-vereffenaar2, ook de oplossing
voor de rechtsproblemen bevat3, is het toch
beter om onmiddellijk de “deur te sluiten”
voor het in vraag stellen van deze oplossingen, dit door aan de meeste gerede partij
te vragen om deze beslissing aan de anderen
te betekenen, en te wachten tot dat deze
beslissing definitief4 is, alvorens de onverdeelde eigenaars tot de eerste vergadering
worden opgeroepen.
dan niet eens zijn, op het tijdstip dat een
maximaal aantal personen – en in de eerste
plaats zichzelf – uitkomt en de partijen
formeel tot deze uiterst belangrijke
vergadering6 op te roepen.
Op deze vergadering kunnen er drie
belangrijke elementen “binnengehaald”
worden:
- Ten eerste zal de notaris proberen om
definitieve akkoorden tussen de partijen te
sluiten, ook al zijn het zeer gedeeltelijke
akkoorden7. Deze akkoorden zullen het
aantal punten dat door de notaris
behandeld zal moeten worden en door de
rechtbank beslecht zal moeten worden,
definitief beperken.
Op deze eerste vergadering dient de notaris,
naar onze mening, de procedure een
belangrijke en doorslaggevende aanzet te
geven, gebaseerd op zijn nieuwe
initiatiefbevoegdheden.
Waarschijnlijk hadden artikel 1134 van het
Burgerlijk Wetboek en het principe dat
overeenkomsten tot wet strekken, onder
de vorige wet, dezelfde draagwijdte, maar
het lijkt ons niet onnuttig om in het nieuwe
artikel 1214, § 1 van het Gerechtelijk
Wetboek de partijen - en de notaris - eraan
te herinneren dat dergelijke tussen de
partijen gesloten akkoorden hen definitief
binden, en dat de notaris deze dus kan - en
moet - uitvoeren, ook al neemt een van de
ondertekenaars van het akkoord “nadien
zijn woorden terug”.
Eerst en vooral dient de notaris zich te
herinneren dat hij een quasi-gerechtelijke
opdracht heeft en dat het bijgevolg wellicht
steeds goed is om net zoals voorheen de
partijen eerst een aantal datums voor te
stellen5 ; de notaris dient deze datum echter
zonder meer vast te leggen, ongeacht de
partijen antwoorden of het over de datum al
- Vervolgens zal de notaris een proces verbaal van opening van de werkzaamheden opmaken. Dit proces-verbaal duidt
op een belangrijke tijdsgrens, aangezien
de partijen die de op dat ogenblik door
hen gekende middelen niet tegen de
aanstelling van de notaris hebben
aangevoerd, deze middelen nooit meer
49
50
zullen kunnen aanvoeren, ook al zouden
ze betrekking hebben op de objectieve
onpartijdigheid van de notaris en hadden
zij tot zijn vervanging kunnen leiden8.
De wet creëert hier een evenwicht tussen
de mogelijkheid voor de partijen om de
vervanging van de notaris rechtstreeks aan
de rechtbank te vragen - zonder tussentijds
proces-verbaal van beweringen en
zwarigheden9 - en de rechtszekerheid: de
partij die namelijk weet zou hebben van
een reden van wraking zal deze niet langer
als “Joker” kunnen bijhouden om ze
vervolgens helemaal op het einde in te
zetten en alle verrichtingen van voor af aan
te doen herbeginnen.
- Tot slot zal de notaris de partijen op de
nieuwe “spelregels” wijzen. Deze zouden
als volgt samengevat kunnen worden:
a)Tenzij alle partijen met andere termijnen
akkoord gaan, zijn het voortaan de
termijnen die door het Gerechtelijk
Wetboek voorzien worden10 die zowel
voor de partijen, ook al zijn ze niet-
verschijnend of weigerend, als voor de
notaris dwingend zijn.
b)De notaris beschikt voortaan over een
eigen initiatiefrecht, onafhankelijk van de
wil van de partijen, om de verschillende
stappen van de gerechtelijke vereffeningverdeling te verwezenlijken.
c)Wanneer de notaris een initiatief
genomen heeft of wanneer hij vaststelt
dat een termijn verstreken is, worden de
partijen die niet tijdig gereageerd
hebben definitief uitgesloten om de
gezette stap richting eindoplossing te
betwisten.
Met andere woorden de notaris zal de
partijen duidelijk maken dat obstructiegedrag voortaan tevergeefs is: indien de
partijen “aanvoelen” dat de notaris effectief
besloten heeft om de bevoegdheden die de
wet hem toekent, uit te oefenen, dan zullen
ze waarschijnlijk minder geneigd zijn om
“niet te verschijnen” of te “weigeren”.
C. De voortzetting van de
werkzaamheden
De notaris-vereffenaar dient vervolgens de
werkzaamheden voor te zetten die hetzij tot
een verdeling in der minne of een verdeling
die geacht wordt in der minne te zijn11, hetzij
tot een vonnis dat de geschillen tussen de
partijen beslecht, zullen leiden, waarbij hij
telkens “geleidelijk aan de achterpoortjes
sluit”.
Hij dient uiteraard in dit proces het principe
van de tegenspraak12 te respecteren, dat de
rode draad vormt in de gehele burgerlijke
procedure.
In casu wordt de tegenspraak in de
procedure van vereffening-verdeling
verzekerd door de oproepingen die de
notaris vóór elke bijkomende stap dient te
versturen en dit onder twee vormen: “strong”
voor de partijen (aangetekend) en “light”
voor hun advocaten (fax, mail, ...): opening
van de werkzaamheden, zoals we hierboven
reeds zagen, maar ook overzicht van de
aanspraken van de partijen13, en tot slot staat
van vereffening14.
De sanctie van uitsluiting of “geleidelijke
sluiting van de achterpoortjes” wordt door
twee bepalingen verzekerd: artikel 1214 § 6,
die de afwezigheid van een partij op een
door de notaris vastgelegde bijeenkomst als
volgt bestraft: “De afwezigheid van één of
meer partijen verhindert de voortzetting van
de werkzaamheden niet. In voorkomend
geval stelt de notaris-vereffenaar in elke stand
van de procedure vast dat een partij afwezig
is of weigert te tekenen. Niettegenstaande een
partij afwezig is of weigert te tekenen,
ontvangt de notaris-vereffenaar de
toewijzingsprijzen en andere schuldvorderingen in kapitaal en toebehoren, geeft hij
ervan kwijting met of zonder indeplaatsstelling en, ten gevolge van deze betalingen,
verleent hij opheffing van elke inschrijving die
is of moet worden genomen, van elke
overschrijving van bevel of beslag, alsmede
van elk verzet indien daartoe grond bestaat”;
en artikel 1220, §1, dat het recht op
aanspraak na het verstrijken van een van de
wettelijke termijnen doet vervallen door te
stellen dat “Behoudens akkoord van alle
partijen of ontdekking van nieuwe feiten of
nieuwe stukken van overwegend belang de
notaris-vereffenaar geen rekening houdt met
aanspraken, opmerkingen en stukken die na
het verstrijken van de met toepassing van
artikel 1217 overeengekomen termijnen of de
in artikel 1218, § 1 en § 2 bepaalde termijnen
zijn aangebracht”.
De intelligente weigeraar zou weliswaar het
idee kunnen hebben om de procedure op
een meer uitgekiende manier te vertragen,
door in de loop van de procedure vragen op
te werpen en deze aan de notaris voor te
leggen in de hoop dat er een tussentijds
proces-verbaal van beweringen en
zwarigheden zou worden opgesteld, volgens
de procedure die voortaan door artikel 1216
van het Gerechtelijk Wetboek bekrachtigd
wordt.
Naast de termijn om het proces-verbaal op
te stellen –twee maanden plus één maand is
gelijk aan drie maanden-, zou dit incident er
namelijk voor zorgen dat de zaak naar de
rechtbank–voortaan de familierechtbank15
- doorverwezen wordt, die de knoop zal
moeten doorhakken.
De wet voorziet echter geen enkele termijn in
hoofde van de jurisdictie en we weten dat
bepaalde rechtbanken overbelast zijn...
De notaris-vereffenaar dient er evenwel op
toe te zien dat hij zich door dit manoeuvre
Notarius 2014
Juridische info
Juni - Juin
niet “in de val laat lokken”: behalve in de
gevallen waarin de wet hem verplicht om
een dergelijk proces-verbaal op te stellen
wanneer een van de partijen een bezwaar
formuleert17, beschikt de notaris over een
beoordelingsbevoegdheid en mag hij
oordelen over het feit of de vragen al dan niet
“dermate essentieel zijn dat ze het opstellen
van de staat van vereffening beletten”18:
indien zij niet essentieel zijn, zal hij het
antwoord op de vraag eenvoudigweg
uitstellen tot de algemene beslechting van
het geschil, door deze in zijn staat van
vereffening op te nemen.
D. Niet-gevoeglijk in natura verdeelbare goederen en staat van vereffening
Twee fases in de procedure tonen de nieuwe
bevoegdheden van de notaris bijzonder
goed aan.
De eerste is de bevoegdheid van de notaris
om een goed motu proprio als zijnde niet
gevoeglijk in natura verdeelbaar te
verklaren19: tenzij een partij binnen de
wettelijke termijn haar bezwaren formuleert
– wat tot een tussentijds proces-verbaal zou
leiden- zal de notaris onmiddellijk het
lastenboek opmaken en –op verzoek van
minstens één partij in geval van een
onroerend goed- tot de verkoop overgaan,
door de prijs ervan in ontvangst te nemen20.
De tweede is het opmaken van het ontwerp
van de staat van vereffening21: de partijen,
die regelmatig aangemaand werden en hun
bezwaren niet binnen de gepaste termijn
hebben laten gelden, zullen nooit meer van
deze argumenten gebruik kunnen maken,
door “Inspector Columbo” voor de
rechtbank te spelen. Deze oplossing
bestond reeds op pretoriaanse wijze toen
de vorige wetgeving nog van kracht was22,
maar wordt voortaan bevestigd in de wet23,
die, zonder het recht van de gerechtelijke
verdeling onnodig overhoop te gooien, “de
goede praktijken” uit de akkoorden die op
verschillende plaatsen tussen de notarissen
en de advocaten afgesloten werden,
bekrachtigt en uitwerkt.
definitieve verdeling worden die geacht
wordt in der minne te zijn24, met de wettelijke
kracht van een overeenkomst.
E. Conclusie
Na deze korte analyse kunnen we de
notarissen-vereffenaars, die voortaan de
kapiteins van het schip van de vereffening
zijn geworden, slechts verzoeken om de
zeilen uit te rollen die de wet van 13 augustus
voor hen geweven heeft, en onverschrokken
koers te zetten naar de aan hen toevertrouwde vereffening en verdeling van de
massa zonder het schip te laten ophouden
door het remoragedrag van de niet-verschijnende en weigerende partijen! _
Nog: indien dergelijke bezwaren ontbreken,
zal het ontwerp van de vereffeningsstaat een
1 De tekst die hier gepubliceerd wordt is een samenvatting van de uiteenzetting gegeven in
het kader van de start van het wetenschappelijk jaar van het Genootschap der notarissen van
Henegouwen, in het Mundaneum, te Bergen op 13 september 2012.
2 En, eventueel, de aanstelling van een deskundige of een beheerder.
3 Dit testament is geldig of ongeldig, die schenking is al dan niet bij vooruitmaking ...
4 Eventueel, na beroep. Noteren we dat, in deze veronderstelling, de zaak, nadat het Hof van
Beroep uitspraak zal hebben gedaan, naar de rechtbank zal worden terugverwezen: de
devolutieve werking is dus slechts tijdelijk in deze stand van de procedure, dit om te
vermijden dat de volledige procedure door het Hof behandeld moet worden: artikel 1224/2
van het Gerechtelijk Wetboek.
5 Ter info: er bestaan gratis tools (Doodle...) die de notaris in zijn e-mail kan invoegen
waardoor alle partijen via één muisklik kunnen antwoorden en onmiddellijk op de hoogte
worden gebracht van het antwoord van de anderen: de fax is misschien een beetje passé.
6 Bij aangetekende brief aan de partijen, per fax of elektronische post aan hun raadslieden:
artikel 1215 § 1, tweede lid van het Gerechtelijk Wetboek.
7 Wie zal een bepaald goed tijdens de verdeling innemen, en aan welke huurvergoeding voor
de massa; dient een bepaald goed verkocht te worden en volgens welke modaliteiten?
8 Artikel 1211, § 1er, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
9 Artikel 1211 van het Gerechtelijk Wetboek.
10 Over dit tijdschema, zie Ch. AUGHUET, « le calendrier de la nouvelle procédure de
liquidation-partage judiciaire, in Actualités en droit patrimonial de la famille, UB³, nr. 39,
blz.7, onder leiding van N. GALLUS ; en de verduidelijkingstabel van Ch. AUGHUET en M. CARBONE.
11 We zullen in het volgend deel zien wat we hieronder dienen te verstaan.
12 Hij zal ook het beschikkingsbeginsel naleven, in die zin dat de partijen, indien zij het
unaniem met elkaar eens zijn, hem een bepaalde oplossing voor hun geschil kunnen
opleggen of, a fortiori, het tijdschema van de procedure kunnen verlengen (artikel 1217) of
opschorten (artikel 1221).
13 Artikel 1218, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
14 Artikel 1223, § 1, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
15 Artikel 572bis, 9° en 10°, nieuw van het Burgerlijk Wetboek.
16 Zie artikel 1216, § 5, van het Gerechtelijk Wetboek.
17 Bij de verkoop van goederen die volgens de notaris niet gevoeglijk in natura verdeelbaar zijn
(artikel 1224, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek); of bij het meedelen van het ontwerp van de
staat van vereffening (artikel 1223, §3, van het Gerechtelijk Wetboek).
18 Artikel 1216, § 1 van het Gerechtelijk Wetboek.
19 Artikel 1224 van het Gerechtelijk Wetboek.
20 Zie artikel 1214, § 6, tweede lid, hiervoor.
21 Artikel 1223 van het Gerechtelijk Wetboek.
22 Cass. 6 april 1990, Pas. 1990, I, blz .922.
23 Artikel 1223, § 4 van het Gerechtelijk Wetboek.
24 Artikel 1223, § 2, lid 2, van het Gerechtelijk Wetboek.
51
52
Lorsque l’on m’a annoncé le départ
à la retraite de Nicole De Block,
j’ai été très surprise. En la voyant,
il est difficile de croire que ce petit
bout de femme dynamique et
toujours en forme soit déjà dans le
notariat depuis les années 1970.
Plus précisément depuis le
1er février 1976.
Le 31 juillet, Nicole fera définitivement ses adieux au notariat après
un parcours passionnant et riche
en expériences de presque 40 ans.
Isabelle Van Lint
Nicole de Block,
l’âme du Conseil
francophone
Une tranche de vie notariale riche
en expériences
Lorsque je lui demande comment elle a
débarqué dans le notariat, elle m’avoue
que ce n’était pas prévu au départ. Elle
s’explique :
« Après mes humanités supérieures
(modernes scientifiques) à l’Institut des
Sœurs de Notre-Dame à Anderlecht, j’ai
débuté ma carrière professionnelle au sein
d’une société commerciale. N’ayant aucune
connaissance en secrétariat, j’ai suivi
pendant 3 ans des cours du soir en
secrétariat de direction. Au bout de 4 ans, je
me suis rendu compte que ma carrière au
sein de la société commerciale était peu
prometteuse.
A l’occasion d’une réunion pour fêter la
nouvelle année, je me suis confiée à un
membre de ma belle-famille, notaire de
profession. Il m’a signalé qu’un poste de
secrétaire était vacant à la Fédération. J’ai
donc répondu à l’annonce et j’ai été
engagée, après avoir passé les tests comme
toutes les autres candidates.
A l’époque, le staff de la Fédération était
constitué d’un directeur juridique, d’un
directeur administratif et de trois
secrétaires. J’étais la 4ème engagée. Le
notaire honoraire Henri Du Faux dirigeait le
Centre de Consultation et avec l’aide de
deux juristes et un rédacteur, il s’occupait du
« Notarius ». Nous étions donc fort peu
nombreux à la Fédération. Mes premières
tâches ont consisté à dactylographier les
réponses des juristes aux consultations des
notaires, ensuite le courrier du président, les
rapports du Comité de Direction et du
Conseil d’Administration de la FRNB et enfin
les rapports du Comité d’Etude et de
Législation dictés par son secrétaire,
Jacques Possoz. On était encore bien loin
de l’e-notariat en ces années-là. Les
circulaires du Centre d’information des
Notaires (C.I.N.) et de la FRNB, soit
l’équivalent de ce qui est publié actuellement sur le portail, étaient envoyées par
courrier postal aux 1225 études. Les envois
faisaient très souvent plusieurs pages à
rassembler et à mettre sous pli
manuellement.
Nous étions une petite équipe soudée et
toujours prête à s’entraider. Au fil du temps,
cette équipe s’est agrandie, mais elle est
restée très polyvalente pendant des années.
Les échanges étaient nombreux. Lorsque
l’une d’entre nous était débordée, nous
allions volontiers lui prêter main forte. »
Nicole s’est également occupée du dossier
de la cession des études notariales, bien
avant la constitution de la Chambre
nationale des notaires et elle a aussi
travaillé 12 ans pour le département
international présidé par le notaire
honoraire Paul Ghorain. « Mais c’est
véritablement le Conseil Francophone qui
m’a le plus marqué durant toutes ces
années. C’est un peu mon bébé ». Les
Commissions régionales, précurseurs des
conseils, ont été constituées en novembre
1975 et sont entrées en fonction en janvier
1976. « Un mois avant mon arrivée », se
rappelle Nicole.
Elles étaient placées sous la tutelle du
Conseil d’administration et répondaient à
des missions ponctuelles. En 1979, le
Conseil d’administration de la FRNB les a
chargées de la formation, des relations
extérieures et de la législation en matière
d’urbanisme et d’aménagement du
territoire. Elles sont devenues autonomes
Notarius 2014
Interview
Juni - Juin
« J’ai toujours
considéré que
chaque notaire
était mon
patron. »
en 1982 et depuis, leur président siège au
Conseil d’administration de la FRNB.
Lorsque je lui demande comment elle a
abouti comme secrétaire du CF, elle
m’explique que c’est le résultat d’un
concours de circonstances. « Les choses se
sont faites au fil du temps. J’ai été
immédiatement confrontée aux travaux de
la Commission sous la supervision du
directeur administratif de l’époque. Lorsqu’il
a quitté la FRNB, j’étais la seule personne à
avoir une vue d’ensemble sur les activités de
la Commission devenue entre-temps
« Conseil communautaire francophone ».
Lorsque Philippe Six est entré en fonction
comme directeur général, je m’occupais
principalement du CF dont les activités
avaient pris énormément d’extension.
Philippe Six a officialisé mon statut, « ce qui
me convenait parfaitement », me confie-telle avec un grand sourire.
J’ai eu beaucoup de plaisir à travailler au
sein du CF. Pour moi, chaque notaire était
mon patron. On me confiait une mission et je
m’efforçais de répondre au mieux à chacune
des demandes. J’avoue avoir bénéficié de la
confiance de chacun des présidents. Tous
m’ont laissé une entière liberté pour réaliser
mes tâches. Je bénéficiais de leur écoute et,
parfois, ils me demandaient aussi conseil.
Etant fréquemment en contact avec les
notaires, j’étais en quelque sorte un
« entonnoir » permettant de filtrer les
besoins et les demandes et de faire
remonter l’information auprès des
instances supérieures, de sorte que des
actions puissent éventuellement se mettre
en place. »
Durant toutes ces années à la FRNB, Nicole
a vu passer bien des gens. Mais le
changement s’est surtout ressenti au niveau
de la profession, observe Nicole. «Le
notariat est une profession qui évolue avec
la société, qui se met au diapason de la
société. La Fédération a souvent donné
l’impulsion aux études pour suivre le
mouvement, que ce soit au niveau juridique
ou non juridique. Pensons plus précisément
aux nouvelles technologies.
Ma première machine à écrire à la
Fédération était à taquets, nous avons
ensuite acheté des machines à boules et les
avons utilisées pendant plusieurs années.
En cas d’erreur et pour éviter de devoir
redactylographier tout le texte, nous
utilisions le « typp-ex ». En guise d’anecdote,
je me souviens que nous devions adresser
un courrier à sa Majesté le Roi Baudouin. La
lettre avait été signée par le Président mais,
en voulant la mettre sous pli, nous avions
observé que le titre « Sire » avait été écrit
avec un « s » minuscule. Il était impensable
de l’envoyer telle quelle. Nous avons donc
décidé de replacer la lettre entre les
rouleaux de la machine à écrire et d’utiliser
le typp-ex pour effectuer la correction. Nous
avons mis un temps fou pour transformer le
petit « s » en un « S » majuscule, alors qu’à
l’heure actuelle il suffit de faire la correction
et de scanner éventuellement la signature.
Nous sommes ensuite passés aux
semi-ordinateurs, puis à l’ordinateur.
On ne peut pas arrêter le progrès et la
Fédération en est consciente. Elle a donc
toujours veillé à éviter un notariat à deux
vitesses et fait en sorte que chaque étude
suive ce mouvement de modernisation.
Ainsi, quelque temps après l’arrivée du fax,
elle a décidé d’adresser les
53
54
lettres-circulaires aux études uniquement
par un fax de nuit. Tout comme elle a obligé
les études à s’équiper de l’Internet. Nous
voyons aujourd’hui que c’est un outil
incontournable. »
Lorsque je demande à Nicole ce qu’elle
compte faire après son départ, elle me
confie, avec un grand sourire, qu’elle ne
craint pas de s’ennuyer.
« J’ai deux filles et 5 petits-enfants, dont une
petite-fille qui vient de naître. Quatre de
mes petits-enfants vivent dans le Sud de la
France et j’ai ma « Poupinette » en
Belgique. Je risque donc d’être mise à
contribution lors des vacances scolaires. Je
compte aussi voyager avec mes petits-enfants et j’irai prendre le thé avec mes amies.
J’adore également bricoler et aménager
mon appartement ; tout ce qui est peinture
et tapisserie n’a plus de secret pour moi. J’ai
un beau-frère artiste-peintre qui possède
un atelier. Je ne sais pas du tout dessiner,
mais je peux faire quelques taches. Je
compte donc m’initier à quelques
techniques et finalement, j’adore lire. Les
libraires font fortune grâce à moi, mais faute
de temps, j’ai une quantité impressionnante
de livres à lire. Ils meubleront certainement
mes après-midi d’hiver.
J’envisage aussi de continuer à me rendre
utile. Habitant Uccle, je souhaiterais
m’occuper quelques heures par semaine,
que ce soit au CPAS ou dans un organe de
l’administration qui cherche des bénévoles »
Lorsque je lui demande quels conseils elle
souhaiterait donner à son successeur, elle
affirme qu’à son avis il doit entretenir la
proximité avec les notaires et la vie dans les
études. » Il est important d’être proactif
dans les conseils et l’aide que l’on peut
fournir aux notaires et à leurs collaborateurs. Les sensibiliser au management de
leur étude est particulièrement utile. Un
notaire fraîchement nommé se laisse
souvent entraîner par les habitudes déjà en
place et se les approprie peu à peu. Il peut
parfois s’agir de mauvaises habitudes qui
jouent en défaveur du client, mais dont le
notaire ne se rend pas compte. Mon
successeur, Thomas Nyssen, a travaillé
quelques années dans une étude notariale
et, depuis 2 ans, il fait partie du
département Management de la
Fédération. Il est donc parfaitement au
courant de la problématique. Je suis aussi
persuadée qu’il a les qualités requises pour
me succéder et j’ose même espérer qu’il
assurera sa charge avec plus d’efficacité
encore.
Je conseillerais également à Thomas de
s’impliquer et de prendre part aux
formations. Il faut rester au fait des
nouvelles législations. Enfin, dans le cadre
de la communication, j’estime important de
veiller à la maîtrise et au bon usage de la
langue française. L’écriture d’un texte doit
être soignée, qu’il s’agisse d’un simple
rapport comme d’un texte à publier ; c’est
tellement plus agréable à lire !
J’avoue avoir un peu de stress en ce
moment. J’aimerais quitter ma place avec
le sentiment du devoir accompli, avec des
dossiers en ordre et en sachant que ma
succession se passera dans le calme et la
sérénité. Même si je ne doute pas que j’aurai
un petit pincement au cœur au moment
des adieux, mes jours à venir seront encore
bien remplis. » _
Notarius 2014
Interview
Juni - Juin
Toen ze mij aankondigden dat
Nicole De Block met pensioen gaat,
was ik erg verrast.
Als je haar ziet, kan je moeilijk
geloven dat deze dame, dynamisch
en altijd fit, al sinds de jaren ‘70
in het notariaat zit. Preciezer nog:
sinds 1 februari 1976.
Na een boeiende en ervaringrijke
loopbaan van bijna 40 jaar, zal
Nicole het notariaat definitief
vaarwel zeggen op 31 juli.
Isabelle Van Lint
Nicole de Block,
de ziel van de
Conseil francophone
Een stukje ervaringsrijk notarieel leven
Wanneer ik haar vraag hoe ze in het notariaat
terecht is gekomen, geeft ze toe dat dat
oorspronkelijk niet gepland was. Ze legt uit:
“Na mijn middelbare studies menswetenschappen (moderne-wetenschappen) in het
Institut des Sœurs de Notre-Dame te
Anderlecht, ben ik mijn professionele
loopbaan gestart in een commerciële firma.
Omdat ik geen enkele kennis had van het
secretariaat, heb ik gedurende drie jaar
avondcursussen directiesecretariaat gevolgd.
Na vier jaar besefte ik dat mijn carrière binnen
dit bedrijf weinig belovend was.
Tijdens een bijeenkomst om het nieuwe jaar
te vieren, sprak ik met iemand van mijn
schoonfamilie, notaris van beroep. Hij
vertelde me dat er bij de Federatie een
vacature was voor de functie van secretaresse. Ik heb dus gereageerd op de
advertentie en werd aangenomen nadat ik,
zoals alle andere kandidaten, de testen had
afgelegd.
Destijds bestond het personeel van de
Federatie uit een juridisch directeur, een
administratief directeur en drie secretaresses. Ik was de vierde die werd
aangenomen. Erenotaris Henri Du Faux
leidde het Consultatiecentrum met de hulp
van twee juristen en een redacteur hield zich
bezig met “Notarius”. We waren dus met zeer
weinig bij de Federatie. Mijn eerste taken
waren het typen van de antwoorden van de
juristen op de consultatieaanvragen van de
notarissen, daarna de briefwisseling van de
Voorzitter, de verslagen van het
Directiecomité en de Raad van Bestuur van
de KFBN en, ten slotte, de verslagen van het
Comité voor Studie en Wetgeving die
gedicteerd werden door diens secretaris,
Jacques Possoz. In die jaren waren we nog
ver verwijderd van het e-notariaat.
De nieuwsbrieven van de Centrale
Informatiedienst voor Notarissen (CIN) en van
de KFBN, ofwel het equivalent van wat nu op
de portaalsite wordt gepubliceerd, werden
per post verstuurd naar de 1225 notariskantoren. Het waren dikwijls verzendingen van
meerdere pagina’s die we manueel moesten
schikken en vouwen.
We waren een klein, hecht team waarin
iedereen altijd bereid was elkaar te helpen. Na
verloop van tijd is dit team groter geworden
maar jarenlang erg veelzijdig gebleven. Er
werd erg veel uitgewisseld. Wanneer één van
ons te veel werk had, staken we die persoon
graag een handje toe.”
Nog vóór de oprichting van de Nationale
Kamer van notarissen hield Nicole zich ook
bezig met het dossier van de overdracht van
notariskantoren. Ze heeft ook 12 jaar gewerkt
voor het internationaal departement dat
werd voorgezeten door erenotaris Paul
Ghorain. “Maar de Conseil francophone (CF)
heeft mij al die jaren ongetwijfeld het meest
getekend. Het is een beetje mijn baby.”
De Regionale Commissies, voorlopers van de
Raden, werden in november 1975 opgericht
en namen in januari 1976 hun functie op.
“Een maand voor mijn aankomst”, herinnert
Nicole zich. Ze werden onder het zeggenschap van de Raad van Bestuur geplaatst en
beantwoordden aan gerichte opdrachten. In
1979 stelde de Raad van Bestuur van de
KFBN hen verantwoordelijk voor de
opleiding, de externe relaties en de
wetgeving inzake stedenbouw en ruimtelijke
ordening. Ze werden onafhankelijk in 1982
en sindsdien zetelt hun voorzitter in de Raad
van Bestuur van de KFBN.
Wanneer ik haar vraag hoe ze secretaresse bij
de CF is geworden, legt ze me uit dat dat het
gevolg is van een samenloop van omstandigheden. “Alles is mettertijd gekomen. Ik werd
meteen geconfronteerd met de werkzaamheden van de Commissie onder toezicht van
de toenmalige administratief directeur. Toen
hij de KFBN verliet, was ik de enige persoon
55
56
die een overzicht had op de activiteiten van
de Commissie, intussen “Conseil communitaire francophone” geworden. Toen Philippe
Six aantrad als algemeen directeur, hield ik
mij voornamelijk bezig met de CF waarvan
de activiteiten aanzienlijk waren uitgebreid.
Philippe Six heeft mijn status officieel
gemaakt, wat me perfect uitkwam”, vertelt ze
me met een grote glimlach.
“Ik heb heel graag gewerkt bij de CF. Voor mij
was elke notaris mijn baas. Ze vertrouwden
mij een opdracht toe en ik deed mijn uiterste
best om elk verzoek zo goed mogelijk in te
willigen. Ik geef toe dat ik het vertrouwen van
alle voorzitters heb genoten. Allemaal
hebben ze me volledig vrij gelaten in het
uitvoeren van mijn taken. Ik profiteerde van
hun luisterend oor en soms vroegen ze me
ook om raad. Omdat ik geregeld in contact
stond met de notarissen was ik in zekere zin
een “trechter” die de behoeften en verzoeken
kon filteren en de informatie kon doorgeven
aan de hogere instanties opdat er eventueel
acties konden worden ondernomen.”
Tijdens al die jaren bij de KFBN heeft Nicole
veel mensen zien komen en gaan. Maar de
verandering werd vooral waargenomen op
het beroepsniveau, merkt Nicole op. “Het
notariaat is een beroep dat evolueert met de
maatschappij, dat zich afstemt op de
samenleving. De Federatie heeft de kantoren
vaak aangespoord om de beweging te
volgen, zowel op juridisch als niet-juridisch
niveau. Dan denk ik specifiek aan de nieuwe
technologieën.
Mijn eerste schrijfmachine bij de Federatie
was er eentje met tabstoppen. Vervolgens
hebben we schrijfmachines met letterbolletjes aangekocht die we meerdere jaren
hebben gebruikt. Bij een fout en om het
opnieuw typen van de hele tekst te
vermijden, gebruikten we “typp-ex”. Als
anekdote herinner ik me dat we een brief
moesten sturen naar zijne Majesteit Koning
Boudewijn. De brief werd ondertekend door
de Voorzitter maar toen we haar wilden
vouwen, zagen we dat de titel “Sire”
geschreven was met een kleine letter “s”. Het
was ondenkbaar om die zo te versturen. We
hadden dus besloten om de brief terug tussen
de walsen van de schrijfmachine te plaatsen
en typp-ex te gebruiken om de correctie uit te
voeren. We hebben er enorm veel tijd in
gestoken om de kleine letter “s” te veranderen
in een hoofdletter “S”, terwijl dat het nu
volstaat om de fout te corrigeren en eventueel
de handtekening te scannen.
Later zijn we overgeschakeld naar de
semi-computers en daarna naar de computer.
We kunnen de vooruitgang niet tegengaan
en daar is de Federatie zich van bewust. Ze
heeft er dus altijd op toegezien dat een
notariaat met twee snelheden wordt
vermeden en zorgt ervoor dat elk kantoor
deze tendens van modernisering volgt. Zo
heeft ze enige tijd na de komst van de fax
besloten om de nieuwsbrieven enkel nog per
fax ’s nachts te bezorgen aan de kantoren.
Ook heeft ze de kantoren verplicht om zich
uit te rusten met internet. Vandaag zien we
dat het een essentieel instrument is.”
Wanneer ik Nicole vraag wat ze wil doen na
haar vertrek, zegt ze met een grote glimlach
dat ze geen schrik heeft om zich te vervelen.
“Ik heb twee dochters en vijf kleinkinderen,
waarvan een pasgeboren kleindochter. Vier
van mijn kleinkinderen wonen in het zuiden
van Frankrijk en ik heb mijn “Popje” in België.
Ik riskeer dus te worden ingeschakeld tijdens
de schoolvakanties. Ik ben ook van plan om
te reizen met mijn kleinkinderen en ik ga
thee drinken met vriendinnen. Ik houd ook
van knutselen en mijn appartement
inrichten; alles wat te maken heeft met
schilderen en behangen heeft voor mij geen
geheimen meer. Ik heb een schoonbroer die
kunstschilder is en een atelier bezit. Ik kan
helemaal niet tekenen maar ik kan wel wat
kribbelen. Ik ben dus van plan om enkele
technieken te leren, en ten slotte houd ik van
lezen. De boekhandels doen gouden zaken
dankzij mij. Maar bij gebrek aan tijd heb ik
nog een indrukwekkende stapel boeken te
lezen. Ze zullen zeker en vast mijn winternamiddagen vullen.
Ik ben ook van plan om mij nog nuttig te
maken. Ik woon in Ukkel en zou me graag
Notarius 2014
Juni - Juin
57
“Ik heb iedere
notaris altijd
beschouwd
als mijn baas”
enkele uren per week bezighouden, hetzij bij
het OCMW of bij een overheidsdienst die
vrijwilligers zoekt.”
Wanneer ik haar vraag welke raad ze zou
willen geven aan haar opvolger, bevestigt ze
dat hij volgens haar het nauwe contact met
de notarissen en het leven in de kantoren
moet onderhouden. “Het is belangrijk om
proactief te zijn in de adviezen en de hulp die
we kunnen verlenen aan de notarissen en
hun medewerkers. Hen bewust maken van
het management van hun kantoor is
bijzonder nuttig. Een notaris die pas
benoemd is, laat zich vaak meeslepen door
de reeds gevestigde gewoonten en eigent
zich deze beetje bij beetje toe. Het kan soms
gaan om slechte gewoonten die ten koste
gaan van de cliënt maar waarvan de notaris
zich niet bewust is. Mijn opvolger, Thomas
Nyssen, heeft enkele jaren in een notariskantoor gewerkt en maakt sinds 2 jaar deel uit
van het managementdepartement van de
Federatie. Hij is dus perfect op de hoogte van
de problematiek. Ik ben er ook van overtuigd
dat hij over de vereiste kwaliteiten beschikt
om mij op te volgen en ik durf zelfs te
verwachten dat hij zijn taken nóg efficiënter
zal uitvoeren.
Ik zou Thomas eveneens aanraden om zich
te engageren en deel te nemen aan
opleidingen. We moeten op de hoogte
blijven van de nieuwe wetgeving. Ten slotte,
in het kader van de communicatie, acht ik
het belangrijk toe te zien op de beheersing
en het goed gebruik van de Franse taal. Of
het nu gaat om een eenvoudig verslag of een
tekst voor publicatie, het moet op een
verzorgde manier geschreven zijn; dat is zo
veel aangenamer om te lezen!
Ik geef toe dat ik nu wat stress heb. Ik zou
mijn plek graag verlaten met het gevoel de
opdracht te hebben volbracht, met dossiers
die in orde zijn en wetende dat ik in alle
kalmte en sereniteit zal worden opgevolgd.
Hoewel ik er niet aan twijfel dat ik met pijn in
het hart afscheid zal nemen, zullen mijn
dagen nadien nog goed gevuld zijn”. _
58
APPEL
L’Instituut voor Financiële
Archeologie (IFA) est à la recherche de :
Recueil spécial des actes, extraits d’actes,
procès-verbaux et documents relatifs aux
sociétés commerciales
L’IFA (ndlr : Institut flamand d’Archéologie
Financière) est une ASBL, récemment
constituée, qui s’occupe, notamment, de
l’histoire financière d’entreprises. À cet effet,
une bibliothèque spécialisée est en cours
de création. Elle est composée de livres, de
documents et de publications comme Le
Recueil Financier. Il s’agit d’une publication
annuelle qui offre, depuis 1893, un aperçu
détaillé par société cotée en bourse.
L’IFA collabore avec l’Université d’Anvers et
l’Expertisecentrum voor technisch,
wetenschappelijk en industrieel erfgoed
(ETWIE). L’ASBL a déjà reçu en prêt une
collection spécialisée et fort intéressante de
livres d’un particulier.
La bibliothèque de l’IFA est à disposition de
toutes les personnes intéressées ainsi que
des chercheurs.
L’IFA recherche actuellement le Recueil
spécial des actes, extraits d’actes,
procès-verbaux et documents relatifs
aux sociétés commerciales.
OPROEP
Instituut voor Financiële Archeologie
(IFA) is op zoek naar:
Ce Recueil Spécial est une source
d’informations vitale pour la recherche de
sociétés. Un extrait des statuts figure
toujours au verso des actions physiques,
mais seul le Recueil Spécial reprend les
actes « de constitution » complets.
Publié par l’État belge, le Recueil existe
depuis 1873 et l’IFA recherche les
collections de 1873 à 1940
« L’expérience nous apprend que de
nombreuses études notariales possèdent
ces collections et qu’elles les considèrent
comme ‘de vieux papiers’ bien
encombrants. » explique Guy Bertrand, le
responsable de la bibliothèque. « Si c’est
également votre cas et que vous êtes
disposé à faire don de ces collections à l’IFA,
l’ASBL viendra récupérer vos documents qui
seront consultables à l’Institut peu de
temps après. Les études notariales peuvent
bien entendu faire appel à l’ASBL IFA si elles
ont besoin d’informations de cette série. »
Coordonnées de Guy Bertrand :
E-mail : [email protected] –
Tél. : 0475/500 851
Bijzondere verzameling van de akten, uittreksels
uit akten, processen-verbaal en bescheiden
betreffende de handelsvennootschappen
Het IFA is een recent opgerichte vzw die zich
onder andere bezighoudt met de financiële
geschiedenis van bedrijven. Daartoe wordt
er momenteel een gespecialiseerde
bibliotheek opgebouwd bestaande uit
boeken, documenten en publicaties zoals
Le Recueil Financier, een jaarlijkse publicatie
die sinds 1893 een zeer gedetailleerd
overzicht geeft per beursgenoteerd bedrijf.
Het IFA werkt samen met de Universiteit
Antwerpen en het Expertisecentrum voor
technisch, wetenschappelijk en industrieel
erfgoed (ETWIE). De vzw ontving ook al, in
bruikleen, de gespecialiseerde en
interessante boekenverzameling van een
particulier. De bibliotheek van het IFA staat
ter beschikking van alle geïnteresseerden en
onderzoekers.
Momenteel is het IFA op zoek naar de
Bijzondere verzameling van de akten,
uittreksels uit akten, processen-verbaal
en bescheiden betreffende de handelsvennootschappen.
Deze Bijzondere Verzameling is een vitale
bron van informatie voor het onderzoek van
vennootschappen. Een uittreksel van de
statuten staat steeds op de achterzijde van
de fysieke aandelen, maar de volledige
‘oprichtings’-akten vinden we slechts in de
Bijzondere Verzameling terug.
De Bijzondere Verzameling wordt al sinds
1873 door de Belgische Staat uitgegeven!
Het IFA is nu op zoek naar de jaargangen
van 1873 tot 1940.
Ervaring leert dat heel wat notariskantoren
deze jaargangen in hun bezit hebben en ze
beschouwen als ‘oud papier’ dat veel plaats
in beslag neemt.
Is dat ook bij u het geval? En bent u bereid
om die jaargangen aan het IFA te schenken?
Contacteer dan Guy Bertrand, de verantwoordelijke van de bibliotheek. De vzw komt
de documenten bij u ophalen en kort daarna
zullen de boekdelen in het instituut
consulteerbaar zijn. De notariskantoren
kunnen uiteraard beroep doen op de vzw IFA
indien ze informatie uit deze reeks nodig
hebben.
Contactgegevens Guy Bertrand:
E-mail: [email protected] –
Tel. : 0475/500 851
BMW Motorrad
BMW scooter
The Ultimate
Riding Machine
BMW C 650 GT
€ 130
/maand*
BMW C 600 Sport
€ 125
/maand*
BMW C evolution
€ 195
/maand*
3 MANIEREN OM TE
ONTSNAPPEN AAN DE FILE.
DE OPLOSSING TEGEN HET STILSTAAND VERKEER RIJDT OP 2 WIELEN.
De wegen naar onze steden slibben dicht, parkeerplaatsen worden schaars goed en van A naar B geraken neemt steeds meer tijd in beslag.
Maar voor wie geen deel meer wil uitmaken van het probleem heeft BMW Motorrad nu 3 flexibele alternatieven.
De BMW C 600 Sport scooter slalomt behendig langs alle hindernissen voor maar 125 euro/maand* (excl. btw). De BMW C 650 GT
scooter loodst u in alle luxe naar uw bestemming voor maar 130 euro/maand* (excl. btw). En de elektrische BMW C evolution scooter
denkt aan het milieu én uw portefeuille voor maar 195 euro/maand* (excl. btw). Ontdek welke stijl het best bij u past bij uw dichtstbijzijnde
BMW Motorrad concessiehouder. Meer info op bmw-motorrad.be
Verkoopprijs
(excl. BTW)
Duurtijd
(maanden)
Voorschot
(excl. BTW)
Maandelijkse
huur
(excl. BTW)
Restwaarde
(excl. BTW)
C 600 Sport
8.256,20 €
48
1.650,00 €
125,00 €
1784,57 €
C 650 GT
8.553,72 €
48
1.710,00 €
130,00 €
1819,33 €
12.809,92 €
48
2.700,00 €
195,00 €
2504,89 €
C evolution
* Maandelijkse huurprijs van een BMW Financiële Renting berekend voor een looptijd van 48 maanden en
maximum 40.000 km. BMW Financiële Renting is enkel voorbehouden aan professionele klanten die het
voertuig gebruiken met het oog op de uitoefening van hun handels-, beroeps-, of ambachtelijke activiteiten.
Restwaarde: minimum 16% van de aankoopprijs. Onder voorbehoud van aanvaarding van het dossier door het kredietcomité van BMW Financial
Services Belgium NV, Lodderstraat 16, 2880 Bornem. Publiciteit geldig op 27.05.2014. Alle prijzen zijn exclusief BTW vermeld en onder
voorbehoud van eventuele wijzigingen en vergissingen.
BMW FINANCIËLE RENTING:
INTERESSANTE HUURFORMULE
VOOR PROFESSIONELEN.
60
.
Chambre nationale :
nouveautés
Au cours des dernières semaines, la Chambre nationale a communiqué bon nombre
de nouvelles informations via l’e-notariat.
Certaines d’entre elles ont peut-être échappé
à votre attention C’est la raison pour laquelle
nous récapitulons ci-après les principales
nouveautés.
Comptabilité notariale
La loi du 22 novembre 2013 a modifié
l’article 34 de la loi notariale et introduit à
partir du 1er juin 2014 le compte de tiers
« général » dans le notariat (à côté du
compte rubriqué individualisé).
Le 24 avril 2014, les Directives relatives à la
gestion des comptes de tiers ont été
approuvées. On peut les retrouver sur
l’e-notariat accompagnées d’une note de
commentaire détaillée. Les formulaires de
contrôle et les relevés trimestriels ont été
adaptés et un Protocole d’accord avec les
banques (Febelfin) est en voie de finalisation. (Ce protocole n’était pas encore signé
au moment de la mise sous presse.)
Les règlements pour l’organisation de la
comptabilité notariale et le contrôle de la
comptabilité n’ont pas été modifiés.
Blanchiment – Limitation des
paiements en espèces
Le 1er janvier 2014, la période transitoire des
articles 20 et 21 de la loi Anti-blanchiment
concernant la limitation des paiements en
espèces a pris fin. Le comité de direction a
émis un avis le 13 mars qui a été publié sur
l’e-notariat. Il permet de faire toute la clarté
sur les paiements cash dans le cadre de la
législation sur le blanchiment.
Cession des études
La Chambre nationale apporte un soin
constant au bon déroulement de l’estimation et de la cession des études.
Ce souci constant fut à l’origine des
Directives du 24 juin 2008 sur la cession des
études, qui ont mis en avant un certain
nombre de principes importants. Ces
principes ont été progressivement intégrés,
d’une part, dans le règlement concernant
l’estimation d’une étude notariale et,
d’autre part, dans le suivi concret de ces
dossiers au sein de la Chambre nationale.
Les directives de 2008 ont ainsi atteint leur
but et ont donc été abrogées en tant que
telles par l’Assemblée générale du 12 juin
2014.
Le Règlement du 26 avril 2011 concernant
l’estimation d’une étude notariale fixe la
personne du notaire assesseur et le rôle
important qu’elle joue dans les estimations.
Le vade-mecum pour l’assesseur, avec en
annexe le questionnaire relatif à l’étude et le
modèle de rapport de l’assesseur, a été
récemment adapté et publié sur l’e-notariat. La principale nouveauté réside dans la
possibilité pour un candidat à la reprise de
recevoir une copie du rapport de
l’assesseur. L’objectif est de fournir aux
candidats des informations optimales.
Afin de mieux protéger le notaire repreneur,
les directives relatives à la gestion des
comptes de tiers, la cession des études et
l’assurance responsabilité professionnelle
du 24 avril 2014 fournissent des précisions
et une méthode de travail pratique en ce
qui concerne les certificats et le devoir de
notification vis-à-vis du fisc et des services
de sécurité sociale et le pouvoir de contrôle
de la chambre dans le cadre du paiement et
de la libération de l’indemnité de reprise.
Réforme judiciaire – conséquences
pour le notariat
La loi du 1er décembre 2013 portant réforme
des arrondissements judiciaires et
modifiant le Code judiciaire en vue de
renforcer la mobilité des membres de
Notarius 2014
Chambre nationale des notaires
Juni - Juin
Comptabilité
notariale
Blanchiment
Cession des
études
Réforme
judiciaire
Sociétés
de notaires
Nous vous invitons à consulter sans tarder l’onglet « Profession » sur l’e-notariat. Vous y trouverez une mine d’informations sur le statut, la déontologie, la carrière et l’exercice de la fonction de notaire
l’ordre judiciaire est entrée en vigueur le
1er avril 2014. En ce qui concerne le notariat,
ce redécoupage du paysage judiciaire a des
répercussions sur la répartition des
résidences et la compétence territoriale des
notaires : les notaires en fonction le jour de
l’entrée en vigueur de cette loi, sont
compétents de plein droit dans l’arrondissement élargi, sans nouvelle nomination.
Pour les notaires qui ont leur résidence
dans les cantons de Limbourg-Aubel,
Malmédy-Spa-Stavelot, Verviers-Herve et le
deuxième canton de Verviers ou dans
l’arrondissement judiciaire d’Eupen, un
régime spécial s’applique. Ils exercent leurs
fonctions dans ces limites territoriales.
Sociétés de notaires – Assurance
responsabilité professionnelle
La modification de loi portant limitation de
la responsabilité du notaire qui exerce sa
fonction en société (loi du 25 avril 2014) lie
cette limitation à l’obligation légale pour
tous les notaires d’être assurés pour un
montant de 5.000.000 € (là où cette
obligation portait auparavant sur un
montant de 2.500.000 €). La loi prévoit
également que le contrat d’assurance qui
est conclu (tant pour les sociétés de
notaires que pour les notaires en personne
physique) doit être approuvé par la
Chambre nationale.
La Chambre nationale fait actuellement le
nécessaire pour approuver le contrat des
Assurances du Notariat et établira une liste
de tous les contrats d’assurance responsabilité professionnelle approuvés par elle. Le
notaire qui souhaite conclure un contrat
d’assurance autre que ceux approuvés par
la Chambre nationale des notaires, doit
d’abord recevoir l’autorisation sur ce point.
Il doit transmettre à cette fin le contrat à la
Chambre nationale.
La même modification de loi entraîne aussi
un certain nombre de modifications au
niveau des dispositions relatives aux
sociétés de notaires. Le règlement sociétés
est adapté en ce sens.
Recommandations du comité de
direction – publications régulières
La Chambre nationale publie actuellement
toutes les deux semaines une
recommandation du comité de direction
via l’e-notariat. Il s’agit de répondre, sous
forme de recommandation, à des questions
susceptibles d’intéresser tous les notaires.
Nous vous en recommandons chaudement
la lecture. _
61
62
Nationale Kamer:
nieuwigheden
De Nationale Kamer van notarissen heeft de
laatste weken nogal wat nieuwe informatie
gecommuniceerd via het e-notariaat. Misschien
is een of ander aan uw aandacht ontsnapt.
Daarom zetten we hier de belangrijkste
nieuwigheden nog eens op een rijtje.
Notariële boekhouding
De wet van 22 november 2013 heeft artikel
34 van de notariswet gewijzigd en introduceert vanaf 1 juni 2014 de “algemene”
derdenrekening in het notariaat (naast de
geïndividualiseerde rubriekrekening).
Op 24 april 2014 werden de Richtlijnen met
betrekking tot het beheer van de derdenrekeningen goedgekeurd die, samen met een
uitgebreide toelichtingsnota, op het
e-notariaat terug te vinden zijn. Er werd een
aanpassing aan de controleformulieren en
trimestriële staten doorgevoerd en een
Protocolakkoord met de banken (febelfin)
wordt gefinaliseerd. (Dit protocolakkoord was
nog niet getekend bij het ter perse gaan.)
De reglementen voor de organisatie van de
notariële boekhouding en het toezicht op de
boekhouding zijn ongewijzigd gebleven.
Witwas - Beperking betaling in
contanten
Op 1 januari 2014 is een einde gekomen aan
de overgangsperiode van de artikelen 20 en
21 van de Antiwitwaswet m.b.t. de beperking
van de betaling in contanten. Een advies
werd op 13 maart ll. door het directiecomité
uitgebracht en gepubliceerd op het
e-notariaat met als doelstelling volledige
duidelijkheid te scheppen m.b.t. de
cashbetalingen in het kader van de
witwaswetgeving.
Overdracht van kantoren
De Nationale Kamer legt een permanente
zorg aan de dag met het oog op een vlot
verloop van de schatting en overdracht van
kantoren.
Deze bekommernis lag aan de basis van de
Richtlijnen met betrekking tot de overdracht
van notariskantoren van 24 juni 2008 die een
aantal belangrijke principes naar voren
brachten. Deze principes werden gaandeweg
geïntegreerd in enerzijds het Reglement
inzake de schatting van een notariskantoor
en anderzijds de concrete opvolging van
deze dossiers binnen de Nationale Kamer.
De richtlijnen van 2008 hebben dan ook hun
doel bereikt en werden als dusdanig
ingetrokken door de Algemene vergadering
van 12 juni 2014.
De figuur van de notaris-assessor en zijn
belangrijke rol bij de schatting werd
vastgelegd in het Reglement van 26 april
2011 inzake de schatting van een notariskantoor. Het vademecum voor de assessor met
de vragenlijst over het kantoor en het
modelverslag van de assessor werd onlangs
aangepast en gepubliceerd op het
e-notariaat. Belangrijkste nieuwigheid is de
mogelijkheid voor een kandidaat tot
overname om een kopie van het verslag van
de assessor te ontvangen. Het objectief
hiervan is de kandidaten zo goed mogelijk
te informeren.
Met het oog op een betere bescherming van
de notaris-overnemer, hebben de
richtlijnen met betrekking tot het beheer
van de derdenrekeningen, de overdracht
van kantoren en de verzekering beroepsaansprakelijkheid van 24 april 2014 een
verduidelijking en een praktische werkwijze
voorzien m.b.t. de certificaten en notificatieplicht t.o.v. de fiscus en sociale zekerheidsdiensten en de controlebevoegdheid van de
kamer in het kader van de betaling en de
vrijgave van de overnamevergoeding.
Gerechtelijke hervorming –
gevolgen voor het notariaat
De wet van 1 december 2013 tot hervorming
Notarius 2014
Nationale Kamer voor notarissen
Juni - Juin
Notariële
boekhouding
Witwas
Overdracht
kantoren
Gerechtelijke
hervorming
Notariële
vennootschappen
We raden u sterk aan om even onder de tab “Beroep”
op het e-notariaat te neuzen. U vindt daar een schat van
informatie omtrent het statuut, de deontologie,
de loopbaan en de uitoefening van het ambt van notaris.
van de gerechtelijke arrondissementen en
tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek
met het oog op een grotere mobiliteit van de
leden van de rechterlijke orde is in werking
getreden op 1 april 2014. Specifiek voor het
notariaat, heeft deze hertekening van het
gerechtelijk landschap een invloed op het
vlak van de spreiding van de standplaatsen
en van de territoriale bevoegdheid van de
notarissen: de notarissen die op de dag van
de inwerkingtreding van deze wet in functie
zijn, zijn van rechtswege bevoegd in het
uitgebreide arrondissement, zonder nieuwe
benoeming. Voor de notarissen met
standplaats in de kantons Limburg-Aubel,
Malmedy-Spa-Stavelot, Verviers-Herve en
het tweede kanton Verviers of in het
gerechtelijk arrondissement Eupen geldt een
bijzondere regeling. Zij oefenen hun ambt uit
in deze gebiedsomschrijvingen.
Notariële vennootschappen –
verzekering beroepsaansprakelijkheid
De wetswijziging houdende beperking van
de aansprakelijkheid van de notaris die zijn
ambt in vennootschap uitoefent (wet van 25
april 2014), koppelt deze beperking aan een
wettelijke verzekeringsplicht voor alle
notarissen voor een bedrag van € 5.000.000
(daar waar de verplichting in het verleden
€ 2.500.000 betrof). Verder bepaalt de wet
dat het aangegane verzekeringscontract
(zowel voor notarisvennootschappen als
voor notarissen natuurlijke persoon) door
de Nationale Kamer goedgekeurd moet
worden. De Nationale Kamer doet momenteel het nodige met het oog op de
goedkeuring van het contract van de
Verzekeringen van het notariaat en zal de lijst
opmaken van alle door haar goedgekeurde
verzekeringsovereenkomsten inzake
beroepsaansprakelijkheid.
De notaris die een andere dan door de
Nationale Kamer van notarissen goedgekeurde verzekeringsovereenkomst wenst
aan te gaan, dient hiervoor op voorhand de
toestemming te krijgen. Hij dient hiertoe het
contract aan de Nationale Kamer over te
maken.
Dezelfde wetswijziging brengt verder ook een
aantal wijzigingen van de bepalingen
omtrent de notariële vennootschap met zich
mee. Het Reglement vennootschappen
wordt hieraan aangepast.
Aanbevelingen van het
directiecomité –
regelmatige publicatie
De Nationale Kamer publiceert momenteel
om de twee weken een aanbeveling van het
directiecomité via het e-notariaat.
Het betreft antwoorden op vragen die alle
notarissen kunnen interesseren en die in de
vorm van een aanbeveling worden verspreid.
Iedereen wordt dan ook warm aanbevolen
hiervan kennis te nemen. _
63
64
Info du CF
Charles Six
450.000 visions
Il y a 3 ans, la profession inaugurait
une nouvelle web tv : NotaireTV.
Le notariat était la première profession
libérale à se lancer dans cette aventure.
Arrivé au moment de boom des vidéos
d’entreprises sur le web, le site notaire.
be se devait de se doter d’un pareil canal
d’information. La formule des vidéos était
simple : en studio, un notaire répond à des
questions d’un journaliste.
Résultat : 100 vidéos à un prix tout à fait
raisonnable.
Les vidéos étaient résolument orientées
vers le citoyen avec une vulgarisation
poussée du propos juridique. NotaireTV
propose en quelques minutes une première
réponse aux questions. Les vidéos présentent, au choix, l’information de manière
globale ou de manière plus détaillée.
L’internaute les retrouve sur la chaine
YouTube (notaire.be/youtube) mais aussi
un peu partout dans le site Notaire.be. Cela
dynamise également le contenu écrit dans
la mesure où elles animent l’information
reprise sur la page.
Le résultat est gratifiant. En 6 mois à peine,
la chaine a généré 80.000 visions. Et, 3 ans
plus tard, aujourd’hui donc, la web télé
au service des citoyens franchit le cap des
450.000 visions. En « temps regardé », cela
correspond à une personne qui regarde ces
vidéos en continu durant 1 an et 5 mois…
A l’heure où tout le monde peut réaliser une
vidéo avec son smartphone, la commission
communication du CF a décidé de modifier
l’approche et de redynamiser le concept.
Une nouvelle série de vidéo est en cours
de réalisation. Elle offre des réponses concrètes aux questions fréquemment posées
par les citoyens aux notaires. Des notaires
porte-parole expliquent, de manière claire
et succincte, une question sur un sujet
spécifique. Le tout avec des cadrages très
travaillés, des mouvements de caméra et
des infographies en guise de support aux
propos. Les vidéos seront prochainement
disponibles. _
BMW Motorrad
BMW scooter
The Ultimate
Riding Machine
BMW C 650 GT
130 €
/mois*
BMW C 600 Sport
125 €
/mois*
BMW C evolution
195 €
/mois*
3 FAÇONS
DE SE JOUER DES BOUCHONS.
LA MOBILITÉ URBAINE PASSE PAR LA SOLUTION 2 ROUES.
Les routes vers les centres-villes sont engorgées, les places de parking se raréfient et il faut de plus en plus de temps pour aller d’un point A
à un point B. Pour remédier à ces problèmes sans attendre, BMW Motorrad vous propose 3 alternatives aussi flexibles qu’efficaces.
Le scooter BMW C 600 Sport slalome avec agilité entre tous les obstacles pour 125 euros/mois* (htva). Le scooter BMW C 650 GT
vous emmène à destination avec un maximum de confort pour 130 euros/mois* (htva). Et le scooter électrique BMW C evolution aux
performances époustouflantes respecte autant l’environnement que votre budget pour 195 euros/mois* (htva). Découvrez vite quel modèle
vous convient le mieux chez votre concessionnaire BMW Motorrad. Plus d’info sur bmw-motorrad.be
Prix de vente
(HTVA)
Durée
(mois)
Acompte
(HTVA)
Mensualité
(HTVA)
Valeur résiduelle
(HTVA)
C 600 Sport
8.256,20 €
48
1.650,00 €
125,00 €
1784,57 €
C 650 GT
8.553,72 €
48
1.710,00 €
130,00 €
1819,33 €
12.809,92 €
48
2.700,00 €
195,00 €
2504,89 €
C evolution
* Mensualité d’un Renting financier BMW calculée pour une durée de 48 mois et de 40.000 km maximum.
Le Renting Financier BMW est exclusivement réservé aux clients professionnels qui utilisent un véhicule
dans l’exercice de leurs activités commerciales, professionnelles ou artisanales. Valeur résiduelle : minimum 16%
du prix d’achat. Sous réserve d’acceptation du dossier par la commission de crédit de BMW Financial Services Belgium SA, Lodderstraat 16,
2880 Bornem. Offre valable à partir du 27.05.2014. Tous les prix mentionnés sont HTVA et sous réserve de modifications éventuelles et
d’erreurs d’impression.
RENTING FINANCIER BMW :
UNE FORMULE DE LOCATION
FLEXIBLE POUR
LES PROFESSIONNELS.
66
Biblio
KERNBEGRIPPEN FAMILIAAL
VERMOGENSRECHT
RECHTSPRAAKFICHES FAMILIAAL
VERMOGENSRECHT 2
DE AARD VAN DE
OVEREENKOMST
Intersentia, p. 318
Intersentia, p. 348
Intersentia, p. 576
In dit boek worden de kernbegrippen of
elementaire regels besproken van de vrij
technische en complexe materies van het
relatievermogensrecht, het erfrecht en de giften
(schenkingen en testamenten). Het voetnotenapparaat is uiterst beperkt. De doctrine wordt
vermeld in een algemene bibliografie en in een
korte literatuurlijst bij de aanvang van elk
hoofdstuk.
Auteurs: Renate Barbaix en
Alain Laurent Verbeke
Deze fiches bieden een nieuw concept om
rechtspraak toegankelijk en bruikbaar te
maken. Het boek brengt een overzicht van en
inzicht in de recente en belangwekkende
rechtspraak van onze hoogste rechtscolleges.
Auteurs: Alain Laurent Verbeke, Renate
Barbaix, Elisabeth Adriaens, Elise Goossens
en Ariadne Van den Broeck
Juridisch-technische en
juridisch-economische kwalificatie
met de schenking als leidraad
Auteur: Ayfer Aydogan
ACTUELE EVOLUTIES INZAKE
OVERNAMES EN
HERSTRUCTURERINGEN
VERKOOP UIT DE HAND
– VRIJWILLIGE OPENBARE
VERKOOP
TENDENSEN VERMOGENSRECHT 2014
Intersentia, p. 282
Het boek biedt een overzicht van de actuele
ontwikkelingen in het familiaal vermogensrecht en het zakenrecht, op basis van een
overzicht van rechtspraak en wetgeving.
Daarnaast komen een aantal actuele topics
aan bod die zich op het snijpunt van beide
disciplines bevinden. De aandacht voor de
praktijk wordt verder duidelijk in een derde
deel ‘Recht-uit de praktijk’.
Auteurs: Renate Barbaix en Nicolas Carette
Intersentia, p. 330
In dit boek komen de actuele knelpunten
inzake de onderhandse overname, het
openbaar overnamebod en herstructureringen aan bod. Ook de raakvlakken van de
Belgische overnamepraktijk met het
mededingingsrecht en het ondernemingsstrafrecht komen in dit handige en
belangrijke boek aan bod.
Auteurs: Koen Byttebier en Tom Wera
Kluwer, p. 618
Bij het verkopen van een onroerend
goed duiken heel wat vragen op.
Hierop geeft Notarieel contractenrecht – Verkoop uit de hand een
antwoord. Deze publicatie tracht
zowel een praktische leidraad als een
theoretische onderbouwing te zijn.
Auteur: Luc Weyts
Comme pour vos investissements
Deutsche Bank a toujours fait de l’investissement son
cœur de métier :

Vous traitez avec un expert international solide et reconnu

Vous avez le choix parmi les meilleurs produits de plus de 40
partenaires du monde entier, y compris ceux de nos concurrents

Vous payez les frais parmi les plus bas du marché
Testez nos spécialistes : recevez 1% (jusqu’à 5.000 € de
remboursé) sur tout nouvel apport investi dans les 3 mois.
Plus d’infos sur deutschebank.be
Recevez
1% sur tout
nouveau
montant
investi
Offre soumise à conditions et sur inscription, valable jusqu’au 30/09/2014, sauf clôture anticipée. Action non valable sur actions, assurances branche 21 et fonds monétaires. Le règlement est disponible sur deutschebank.be, dans nos agences ou au 02 551 98 35.Deutsche Bank
AG, Taunusanlage 12, 60325 Frankfurt am Main, Allemagne, HR Frankfurt am Main HRB 30000. Deutsche Bank AG Succursale de Bruxelles, Avenue Marnix 17, 1000 Bruxelles, RPR Bruxelles, TVA BE 0418.371.094, IBAN BE03 6102 0085 7284, IHK D-H0AV-L0HOD-14.
E.R. : Gregory Berleur. NOT1906
Parfois,
mieux vaut
choisir un
spécialiste
68
Naar jaarlijkse gewoonte organiseerde de Vereniging van Nederlandstalige Licentiaten en Masters
Notariaat het notarieel galabal
voor alle notarissen, erenotarissen,
kandidaat-notarissen en medewerkers, alsmede hun partners,
vrienden en kennissen. Dit jaar
ging het notarieel galabal door op
17 mei 2014 in de art-nouveauzaal
Horta te Antwerpen.
Het aperitief werd gehouden op het
aangename dakterras met uitzicht over de
Wapper en Hopland. De muziek werd
verzorgd door de jazzband “Jazz-O-Phonics”
en zorgde voor een gezellige sfeer.
Bovendien werden we verwend door de zon
die volop scheen met een heerlijk zomers
gevoel als gevolg.
Zodra alle gasten aanwezig waren, werden
we voor het driegangendiner terug naar
binnen geleid en konden we genieten van
een heerlijk voor- en hoofdgerecht in de
prachtige art-nouveauzaal. Het diner werd
afgesloten met een dessertenbuffet dat op
een spectaculaire wijze aangekondigd werd.
Nadat iedereen zich tegoed had gedaan aan
het rijkelijke dessertenbuffet, werd er
overgegaan tot de uitreiking van de Gala
awards. Deze werden door onze voorzitster
Katrien Van Kriekinge, in diverse categorieën,
aan notarissen en kandidaat-notarissen
overhandigd.
De 6 VLN-provincies hadden voor elke
categorie een genomineerde aangeduid en
na het diner werden de laureaten 2014
bekend gemaakt. Hieronder vindt u de
laureaten per categorie:
De eerste categorie was de ‘meest beloftevolle notaris’: de rijzende ster binnen het
notariaat, een talent in wording en kortom
een nieuwe toekomstige gevestigde waarde.
Deze award werd uitgereikt aan notaris
Helena Verwimp.
Aude Cauchie
Dieter Verbeeck
Feest en awards op
het gala van de VLN
De ‘fashionista van het notariaat’ werd
notaris Evy Willems. Zij won de prijs voor
Smart, Stunning & Stylish en is volgens de
meerderheid van de stemmen de verpersoonlijking van Oscar Wildes bekende citaat:
«You can never be overeducated or
overdressed».
De ‘lolbroek van het notariaat’ leek dan wel
de underdog award van de avond maar niets
is minder waar. De notaris die deze titel mag
dragen, is niemand minder dan notaris Alexis
Lemmerling. Hij kan als geen ander leven in
de brouwerij brengen en sfeer scheppen.
De award voor ‘notaris bourgondiër’ werd
toegekend aan notaris Luc Van Campenhout.
Lekker eten en drinken is voor deze notaris
een troef, hij is de keizer van de smaak en
maakt van luxueus dineren een hoofdzaak.
Last but not least werd de award voor ‘beste
stagemeester’ uitgereikt aan notaris Herman
Verschraegen.
Ook dit jaar werd er een lifetime achievement award uitgereikt waarmee we een zeer
verdienstelijke persoon uit het notariaat in
de bloemetjes willen zetten. Deze award,
toegekend door de Algemene Vergadering
op voordracht van de Raad van Bestuur, gaat
naar erenotaris Luc Talloen.
De voorzitster sloot af met een dankwoord
gericht aan het galabalcomité dat ook dit
jaar zijn – of liever “haar” – beste beentje had
voorgezet. Ook via deze weg wenst het
bestuur Dorien Verduyn, Laurence Deltomme
en Delphine Brandhof te bedanken voor alle
inzet en energie die ze in de organisatie van
het galabal gestoken hebben.
Het dankwoord betekende voor Dj Dimi het
startschot om de partymuziek op te zetten
en het dansfeest in te leiden. Na de
openingsdans geleid door de
VLN-bestuursleden was het startsein
gegeven en werd de dansvloer snel gevuld
en gingen de genodigden aan het dansen.
Woorden komen hier tekort en dus sluit ik dit
artikel graag af met een partijtje foto’s. Veel
kijkplezier. _
Notarius 2014
VLN
Juni - Juin
Dakterras met
uitzicht over
de Wapper en
Hopland
De muziek werd
verzorgd door
de jazzband
“Jazz-O-Phonics”
Chaque année le VLN organise un gala pour tous les notaires, notaires honoraires,
candidats-notaires et collaborateurs ainsi que leurs compagnons, ami(e)s et
connaissances. Cette année, le gala avait lieu le 17 mai 2014. Cette édition,
nous avions eu l’honneur et le plaisir de recevoir les invités dans la salle Art
Nouveau “Horta” située à Anvers.
69
70
Depuis 1993, l’Association des
Licenciés et Master en Notariat
accompagne les diplômés en
notariat et les candidats-notaires
francophones tout au long de leur
parcours professionnel.
Sa volonté est de jouer un rôle
fédérateur, ainsi que de faciliter et
de provoquer les rencontres entre
les diplômés en notariat.
L’ALN est aujourd’hui une institution notariale à part entière officiellement reconnue par le ministre
de la Justice.
Elle participe à la vie de la profession
notariale en étant notamment représentée
au sein du Conseil francophone de la FRNB,
des comités d’avis, du comité de rédaction
de la revue Notarius, etc.
L’Association propose chaque année des
formations juridiques pratiques et des
ateliers en collaboration avec des
partenaires du monde notarial, du monde
financier et des universités, de même que
des activités plus ludiques permettant à ses
membres de faire plus ample connaissance.
L’organisation de tous ces moments repose
sur le travail du Conseil d’administration. Il
est composé d’une équipe jeune et
enthousiaste de vingt diplômés en notariat
et candidats-notaires, tous bénévoles.
Ces dix femmes et ces dix hommes,
provenant de toutes les régions de Wallonie
et de Bruxelles, se coupent en quatre une
année entière pour faire vivre pleinement
l’ALN au sein du notariat.
Les administrateurs se répartissent entre les
différentes commissions. Chacun a son rôle
Ludovic du Bus et Christophe Mottard
Nizier Grooters
Les quatre saisons de l’ALN
à jouer et tient une place importante dans
l’organisation des activités.
Au début de chaque saison, l’ALN dévoile
son programme. En hiver, l’aide au
concours prend une place prépondérante. Il
ne faut pas seulement aider les candidats
dans la préparation du concours en
réunissant tous documents utiles, ouvrages
et autres bons plans pour sa réussite, ou
encore suivre de près l’agenda des
différentes étapes du concours. Il s’agit
aussi, avec l’aide précieuse de nombreux
candidats-notaires, de compiler les
questions écrites et orales des concours des
années précédentes et tâcher d’y répondre
au mieux. Et, quand vient l’heure des
épreuves, les membres de l’ALN ont la
possibilité de se tester en « conditions
réelles » par des activités de préparation à
l’écrit (concours blanc) et à l’oral (gestion du
stress et mises en situation concrètes)
organisées quelque temps auparavant.
Le printemps voit, quant à lui, éclore la mise
en place de tous les autres projets de l’ALN.
Il faut déterminer le programme du
colloque, contacter les intervenants, mettre
en place les activités ludiques de l’été et
préparer les prochaines interventions. C’est
également le moment de proposer de
nouvelles idées qui verront le jour tout au
long de l’année.
Le concours est passé… Et après l’effort, le
réconfort ! La belle saison est l’occasion
d’emmener les membres à la découverte
d’un pays voisin lors d’un weekend détente
afin de nouer ou de renforcer les liens entre
eux. Au programme cette année : la
découverte du patrimoine architectural
préservé du Grand-Duché de Luxembourg,
avec ses paysages charmants et fascinants,
les 14 et 15 juin 2014 derniers.
L’été fait également la part belle aux Apéros
Notariaux. Ces afterworks conviviaux et
décontractés sont organisés un peu partout
en francophonie, dans des lieux à découvrir.
Ces moments sont propices à la détente,
dans une ambiance chaleureuse. Il arrive
parfois même qu’une atmosphère plus
festive envahisse les apéros au fil de la
soirée, aboutissant, au plus grand bonheur
des convives, à quelques pas de danse…
Passé ces moments privilégiés, place à la
Notarius 2014
ALN
Juni - Juin
formation. L’automne est rythmé par les
colloques et activités scientifiques de l’ALN,
attirant chaque année collaborateurs,
candidats-notaires et notaires. Ce succès se
justifie tant par la qualité des orateurs que
par la mise en valeur de la pratique
notariale.
L’automne est encore favorable à l’accueil
des nouveaux diplômés en notariat et des
stagiaires au sein de notre association. Il se
concrétise par l’organisation de différentes
activités culturelles et didactiques, ainsi que
par un accompagnement spécifique dans
les multiples démarches à accomplir dans
le cadre du stage.
Avant de clôturer l’année par notre
assemblée générale, un workshop est
fréquemment mis en place afin de favoriser
les échanges entre candidats-notaires et
notaires en vue d’une future association ou
d’une reprise d’étude.
En janvier, enfin, arrive l’assemblée
générale. Elle est l’occasion de se
remémorer qu’une année ALN est riche en
rencontres et en activités. A l’issue de cette
assemblée, l’Association reçoit ses
membres à la Revue du Théâtre des
Galeries à Bruxelles afin de terminer l’année
par une soirée conviviale, entièrement
dédiée à la détente et à l’autodérision.
Voilà les moments forts d’une année avec
l’ALN. Outre la découverte d’une partie des
coulisses de notre association, nous
souhaitons par ce message réitérer notre
ouverture, notre engagement et notre
volonté d’ajouter un plus au statut de
licencié ou master en notariat. Nous tenons
également à vous remercier pour l’accueil
très favorable que vous accordez à nos
différents évènements et nous nous
réjouissons de vous retrouver très vite avec
de nouvelles surprises. Rejoignez-nous sur
www.e-aln.be et n’hésitez pas à nous
contacter à l’adresse [email protected]._
Au début de
chaque saison,
l’ALN dévoile son
programme.
71
72
Sommigen zullen het niet graag
lezen, maar wie vandaag een
goede notaris wil zijn, moet ook
een goede manager zijn.
Een notariskantoor is een onderneming. Dat is de realiteit. Net
als een bedrijfsleider moet een
notaris zijn kantoor runnen. Hij
moet weten hoe zijn kantoor te
organiseren, zijn medewerkers te
motiveren, hoe taken te delegeren,
hoe om te gaan met conflicten,
enzovoort. Alleen dan kan een
goede werking en een
kwaliteitsvolle service aan de
cliënten gegarandeerd worden.
De KFBN organiseert dit najaar opnieuw
twee managementopleidingen die de
leiderscapaciteiten in elke notaris naar
boven halen. Hieronder een korte
toelichting van de opleidingen en
getuigenissen van confraters die de
opleiding al volgden.
Notariële Management Training
Tijdens deze vierdaagse opleiding krijgt u
aan de hand van praktijkvoorbeelden en
direct toepasbare adviezen een antwoord
op volgende vragen:
- Hoe kunt u het dossierverloop in kaart
brengen en uw kantoorstructuur
optimaliseren?
- Hoe stelt u een performant team samen?
Aan wie kunt u delegeren?
- Hoe kunt u de efficiëntie en productiviteit van uw kantoor verhogen?
- Hoe krijgt u uw medewerkers enthousiast voor een verandering en hoe zorgt
u ervoor dat ze allemaal de afspraken
opvolgen?
-…
Deze opleiding wordt gegeven door
Barend Blondé en Peter Elsemans. Deze
door de KFBN geaccrediteerde consultants
hebben een ruime ervaring in de notariswereld en weten welke oplossingen
Bo Bogaert
Managen
kan je leren
Een managementopleiding bevordert
de organisatie van uw kantoor.
werkbaar zijn in een notariskantoor. De
training verloopt in kleine groepen.
Notaris Astrid De Wulf uit Dendermonde
volgde de Notariële Management Training en
is daar tevreden over. Ze vindt het een
goede, maar wel zeer intense, opleiding en
heeft veel bijgeleerd. “Tegenwoordig wordt
er meer en meer belang gehecht aan de
notaris als manager. HR en management
staan meer in de kijker dan vroeger. Een
notaris moet een empatisch manager zijn,
maar eigenlijk zijn wij daar nooit voor
opgeleid. Na 15 jaar actief zijn als notaris
vond ik het voor mezelf de moment om me
bij te scholen in deze toch wel belangrijke
materie.
Vooral de psychologische aspecten van
werken in groepsverband kwamen aan bod.
Dat is iets waar wij niet genoeg bij stilstaan.
Hoe moet je de signalen die je medewerkers
uitzenden oppikken? Hoe moet je ze
interpreteren? Hoe moet je grenzen
afbakenen? Boeiend om daar door experts
op attent gemaakt te worden.
Na deze opleiding ben ik gestart met het
voeren van evaluatiegesprekken met mijn
medewerkers. Er wordt nu ook meer tijd
gemaakt om dossiers en de organisatie van
het kantoor te bespreken. Het is de
bedoeling dat alle medewerkers zich meer
betrokken voelen bij het kantoor. Dit is een
permanente uitdaging. We hebben het
immers allemaal druk met het bedienen van
ons cliënteel.
De opleiding is ook een gelegenheid om
eens met collega’s van gedachten te
wisselen. Door ervaringen te delen ga je zelf
nadenken hoe je de zaken in je eigen kantoor
kunt aanpassen en verbeteren. Dat de
opleiding specifiek op het notariaat gericht
is, is ook een groot pluspunt.
Persoonlijk vind ik het wel goed dat ik de
opleiding nu pas gevolgd heb. Door mijn
ervaring herkende ik de beschreven situaties
goed en kon ik de input van de opleiding
kaderen. Jongere notarissen hebben dat
misschien in mindere mate.
Een minpuntje is mogelijks dat de opleiding
vier dagen in beslag neemt. Ik kan me
voorstellen dat dat voor sommigen een
struikelblok is om de opleiding te volgen. Het
is immers niet evident om je agenda vrij te
maken. Anderzijds was het een goedgevuld
programma, we hebben zelfs niet alles
kunnen uitdiepen.
Ik raad mijn collega’s zeker aan om deze
opleiding te volgen. Aangezien ik nooit een
Notarius 2014
Opleiding
Juni - Juin
cursus in management heb gekregen, heb ik
hier veel aan gehad. Managen is wel iets dat
je kan leren met vallen en opstaan maar de
professionele consultants vestigen je
aandacht op de valkuilen. Je gaat herkenbare situaties vanuit een andere invalshoek
bekijken en benaderen. Ik ben er ook van
overtuigd dat een periodieke opfrissing in
deze materie sterk aan te raden is.”
Notarieel Management Traject
Het uitgangspunt van deze opleiding is dat
de menselijke samenwerking in een kantoor
tot positieve resultaten leidt maar ook tot
functionele storingen. Fouten, onduidelijkheden en bijsturingen slorpen een deel van
de beschikbare tijd en middelen op en leiden
tot verborgen kosten.
Samen met de medewerkers worden
inefficiënties en verborgen kosten van het
kantoor gedefinieerd. Binnen deze lijst
worden de prioriteiten aangepakt. Er wordt
concrete ondersteuning gegeven om
actieplannen op te stellen, uit te werken en
verbeteringen aan te sturen.
De actieve aanpak van de aandachtspunten
in het kantoor laat toe om de aangeleerde
theoretische managementinzichten ook
daadwerkelijk in de praktijk om te zetten.
Deze begeleiding loopt gedurende negen
maanden. Tijdens vier namiddagen krijgt
men in groep de theorie aangeleerd.
Vervolgens zijn er vijf individuele sessies op
het notariskantoor om de theorie in de
praktijk om te zetten. Deze zijn toegespitst
op de opportuniteiten van het kantoor zelf,
met concrete verbeteringen en resultaten
die gemeten worden aan het einde van het
traject.
Deze opleiding wordt gegeven door twee
door de KFBN geaccrediteerde consultants; Ludo Goethals en Katrien Decroos
van Square Circle.
Notaris Wouter Bossuyt met kantoor in
Brugge is al 10 jaar notaris. Daarvoor
werkte hij 9 jaar als bediende in het
notariaat. Ondanks dat zijn kantoor al zeer
goed georganiseerd was, besloot hij toch
om het Notarieel Management Traject te
volgen. “Ik wou de organisatie van mijn
kantoor finetunen”, vertelt notaris Bossuyt.
“Een audit door een buitenstaander kan
de groeipijnen van een kantoor in
ontwikkeling bloot leggen.
De opleiding ‘Notariële Management
Training’ gaat dit najaar door op
23 oktober, 6, 20 en 27 november in
het Notarishuis van Brussel, telkens
van 9 tot 17u. U kunt zich hiervoor
inschrijven op het e-notariaat via
het formulier 880 onder de rubriek
opleidingen.
Tijdens onze studies aan de universiteit
hebben wij nooit geleerd hoe een kantoor te
managen, hoe het werk te delegeren. Je hebt
uiteraard wel een gevoel hoe je dat moet
doen, maar het is altijd interessant om van
een extern iemand te horen of je goed bezig
bent of niet.
Eigenlijk zou kantoormanagement een
verplicht onderdeel van de notarisopleiding
moeten zijn. Je kunt als notaris vandaag niet
meer verwachten dat alles wel vanzelf zal
lopen. We moeten beseffen dat we in andere
tijden leven.
Door de hoge werkdruk tegenwoordig, is er
soms weinig tijd om met elkaar te praten.
Maar dat is gevaarlijk. Als je het contact met
je medewerkers en cliënten verliest, dan
breekt er chaos uit. Dat is een van de dingen
waar de consultants van Square Circle ons
op gewezen hebben. Als notaris moet je
aandacht hebben voor je medewerkers en
rekening houden met hun gevoelens. Je
moet weten wat er leeft in het team. Daarom
hebben wij een maandelijkse vergadering
ingevoerd. Elke eerste dinsdag van de
maand om 12 uur houden wij een teamvergadering. Dat staat vast in mijn agenda. Dan
kan alles besproken worden; de werkpunten,
de taakverdeling enzovoort. Het gebeurt dat
we daarna samen gaan eten of dat we
broodjes bestellen.
Daarnaast overlopen we nu ook iedere
vrijdagmiddag kort de agenda voor de
komende week. Zo staan we klaar voor wat
er komt. De consultants hebben ook met al
mijn medewerkers gesproken en het belang
van goed time-management aangehaald.
Bedienden moeten meer en beter plannen,
bijvoorbeeld twee maal per dag een kwartier
tijd besteden aan e-mails i.p.v. de hele dag
door. Je moet niet de dag op je laten
afkomen. Door op voorhand het werk te
plannen, gaat er veel minder tijd verloren.
Nog enkele concrete veranderingen die ik
heb doorgevoerd na het volgen van deze
opleiding? We hebben bijvoorbeeld een
tweede kopieermachine aangekocht, alsook
Een infosessie over het Notarieel
Management Traject gaat door op
22 september om 17u in het
Notarishuis te Brussel.
Inschrijven via [email protected].
nieuwe kantoormeubelen. Dat alles in het
kader van een betere werkomgeving en
organisatie. Door na te denken over hoe we
ons kantoor beter konden organiseren,
kwamen we tot de conclusie dat we een
extra administratieve bediende nodig
hadden. Die werd ondertussen dan ook
aangenomen.
Nog een punt waar Square Circle op
gehamerd heeft is het onthaal. Zowel
telefonisch als in het kantoor, is een goed
onthaal immens belangrijk. Onze cliënten
zijn immers belangrijk. Als notaris, en ook als
bediende, moeten we empathisch zijn. We
moeten meegaan in de verzuchtingen van
onze klanten. Als jurist ben je vaak te
rationeel.
Ik vind de opleiding een must. Wie nu nog
denkt dat een notaris het automatisch goed
doet, komt bedrogen uit. Van zodra je met
meer dan twee mensen in een kantoor bent,
dan loopt de organisatie niet vanzelf.
Daarom moeten wij zoals een bedrijfsleider
ons kantoor leiden, want een cliënt voelt
meteen wanneer een kantoor slecht
georganiseerd is. Is dat commercialisering?
Niet noodzakelijk. Het is gewoon de kwaliteit
van je service verhogen. Een cliënt kan geen
maanden op een verkoopovereenkomst
wachten, die moet er binnen de twee weken
liggen. Wij willen snelheid en service leveren.
Ik kan geen echte minpunten aan deze
opleiding bedenken. Het enige is dat ze wel
een beetje confronterend is. Je wordt
geconfronteerd met jezelf en de organisatie
van je kantoor, maar dat is op zich dan ook
weer goed.
Square Circle heeft ons de hulpmiddelen (in
de vorm van een tijdsbeheerrooster, een
competentietabel, boordtabel, …) gegeven
om ons kantoor beter te organiseren. Nu is
het aan ons om dit vol te houden. Om de
zoveel jaar gaan we deze evaluatie herhalen.
Men moet zich regelmatig afvragen: heb ik
het juiste personeel? Heb ik een goed team?
Daarbij moet je goed weten waar je op
termijn met je kantoor naartoe wil. Quo
vadis? Het is belangrijk om een langetermijnvisie te hebben.” _
73
74
Qu’on le veuille ou non, une étude
est aussi une entreprise et, à ce
titre, le notaire est donc bel et bien
un chef d’entreprise. Mais est-il
pour autant un bon manager ?
Est-il un vrai chef d’équipe ? Est-il à
l’écoute de ses collaborateurs ?
Communique-t-il de manière
optimale pour mieux motiver ses
troupes ? Certains notaires réunissent naturellement ces qualités.
Pour les autres, la majorité sans
doute, il y a probablement une
marge de progression...
Bo Bogaert
On ne naît pas
manager, on le devient...
Et pour progresser, il faut investir un peu de
temps dans une formation aux techniques du management comme, par exemple, celle mise en place par le CF avec Alexia Subert. On ne naît pas manager, on le devient...
Ça n’a l’air de rien, et pourtant, la gestion
d’une équipe est tout sauf une sinécure ! Le
notaire du XXIème siècle ne peut plus se
permettre de gérer son étude comme le
faisaient (certains de) ses prédécesseurs. Il
ne suffit plus de demander pour que le
travail soit fait. Les jeunes collaborateurs
d’aujourd’hui veulent comprendre la
logique de leur travail, ils veulent progresser
et évoluer. En d’autres termes, ils ont des
attentes que le notaire a tout intérêt à
percevoir et, le cas échéant – s’il s’agit d’un
bon élément évidemment – à rencontrer.
La lutte pour les talents dont parlent tant
les médias et les professionnels des
ressources humaines est aussi une réalité
pour le notaire ! A lui donc de créer au sein
de son étude un climat tel que chaque
collaborateur puisse s’épanouir pour
donner le meilleur de lui-même, ce qui
contribuera au développement de étude. Le
rêve de tout manager...
Mais ce rêve a un prix : il faut d’abord que le
notaire soit un vrai manager, pas seulement
un technicien du droit compétent, mais
aussi un meneur d’hommes et de femmes.
Pas simple, c’est vrai. La bonne nouvelle : il
existe des formations sur mesure pour les
notaires.
C’est le métier d’Alexia Subert : elle anime
des formations pour aider les notaires à
devenir de meilleurs managers. Elle
accueille des groupes d’une dizaine de
notaires et candidats-notaires pour un cycle
de 6 demi-jours (1 tous les 15 jours) de
formation au management de l’étude. Ici,
pas de grandes envolées théoriques.
Beaucoup de pratique et de la mise en
situation. « L’objectif avant tout est d’aider
les notaires et candidats-notaires à mieux se
connaître, à communiquer efficacement et
à mieux gérer leur équipe. Pour cela, on leur
propose d’acquérir ou de renforcer une
série de compétences, comme l’écoute
active (pour comprendre l’autre), le respect
de soi et des autres, la communication
verbale et non-verbale pour transmettre un
message clair, etc. On va aussi essayer de
leur apprendre à déléguer, à encadrer leurs
collaborateurs, à anticiper, à motiver. Nous
travaillons cela de manière très concrète au
travers d’exercices d’improvisation qui
sollicitent spécifiquement la compétence
concernée, comme, par exemple, diriger
une équipe. Après chaque exercice, on
procède à un débriefing pour permettre à
chacun de s’améliorer. C’est une formation
très pratique, donc, mais aussi très intense :
à la fin de la séance, je peux vous assurer
que les participants sont épuisés ! »
La dynamique de groupe est importante
car la formatrice fait évoluer la formation
en fonction de l’évolution du groupe : « Les
notaires et candidats-notaires participent à
la construction de la formation, résume
Alexia Subert. Il est essentiel, en effet, de
prendre en compte la réalité de leur vie
professionnelle, qui n’est évidemment pas
la même pour un notaire généraliste dans
un village que pour un notaire spécialisé
dans telle ou telle matière dans une grande
étude. ».
Retour d’expérience
Notaire à Lasne, Benoît le Maire a suivi
cette formation en 2013. Il a tout de suite
« accroché ». Sans doute le terrain était-il
favorable... Il a connu un parcours
professionnel très varié. Ainsi, au début de
sa carrière, il a travaillé pendant cinq ans
dans deux études différentes.
Par la suite, il a exercé en sous-traitance
pour une cinquantaine de notaires. De ce
parcours, il retient ceci : « Il faut être
conscient qu’un notaire dirige une PME et
qu’a priori, il n’a reçu aucune formation pour
assumer cette tâche. Bien sûr, la formation
juridique est solide, mais en termes de
management, rien, ou presque. Or, force est
de constater qu’il est fini le temps où l’étude
notariale était efficace même si le notaire
Notarius 2014
Formation
Juni - Juin
«La formation ne
doit pas être simplement conseillée, je
pense qu’elle devrait
être obligatoire ! »
était un mauvais gestionnaire. »
Le notaire doit donc être un (bon)
gestionnaire non seulement du point de
vue financier, mais également en ressources
humaines : « Il est essentiel pour chaque
notaire de réussir ses recrutements. Dans
une PME, c’est une étape qu’on ne peut pas
rater. Et, par la suite, il faut proposer des
formations aux collaborateurs, les motiver,
les écouter, mesurer leurs attentes, analyser
leur travail, prévenir les départs intempestifs
qui peuvent déséquilibrer l’étude... Mais
aussi savoir prendre des décisions, trancher,
dire non à certains moments car, en
définitive, le patron, c’est le notaire. Tout cela
s’apprend, et la formation organisée par le
CF ne doit pas être simplement conseillée, je
pense qu’elle devrait être obligatoire ! »
Convaincu de la nécessité de se former,
Benoît le Maire l’était avant de s’inscrire à
cette formation. Mais il avait tout de même
un doute, non pas sur la pertinence de la
formation, mais plutôt sur ce qu’elle
changerait concrètement une fois de retour
dans son étude. Combien de formations
n’ont laissé aucune trace concrète dans le
travail quotidien... Mais là, surprise, il a
progressivement mis en place une série
d’outils et de techniques directement issus
de la formation. Exemple : se réserver des
moments dans l’agenda où personne ne
peut le déranger. « C’est important pour moi,
et ça l’est aussi pour mes collaborateurs.
Quand le comptable me dit qu’à tel moment,
il a besoin de temps sans être dérangé pour
accomplir une tâche qui nécessite une forte
concentration, il est évident que lui aussi à
accès à ce que j’appelle des carrés fermés
dans l’agenda. » Autre exemple, important
mais pas forcément simple, dire clairement
les choses à ses collaborateurs, dans le style
« je souhaite que ce dossier soit terminé et
déposé demain midi sur mon bureau en trois
exemplaires ».
« Ce qui est important dans ces exemples,
souligne Benoît le Maire, c’est d’assumer
clairement son autorité de patron avec
beaucoup de respect mutuel évidemment. Il
est important de travailler au service du
public, dans l’intérêt de l’entreprise et avec
un véritable esprit d’équipe. C’est à ça que
sert mon autorité de patron, il n’y a rien de
personnel. Je n’ai d’ailleurs pas perçu de
réticences particulières chez mes collaborateurs, j’ai plutôt eu l’impression qu’ils
éprouvent une certaine satisfaction parce
que cette formation au management
indique en définitive que je me préoccupe
d’eux. »
On l’aura compris, Benoît le Maire est un
fervent partisan de cette formation. Pas
seulement en paroles, d’ailleurs, en actes
aussi : il s’y est replongé avec délices ! Pas
tout seul mais avec les notaires qui avaient
participé au même cycle de formation que
lui en 2013. En groupe, ils ont pris l’initiative
de solliciter Alexia Subert, pour qu’elle les
aide à approfondir une série d’outils et de
techniques de management. « Ce premier
cycle de formation nous a apporté beaucoup
de satisfactions, explique Benoît le Maire.
Nous avons ressenti l’envie de continuer à
progresser ensemble, de partager nos
expériences. La façon dont se sont passés les
retours dans nos études, les outils et les
techniques que nous avons mis en place, les
difficultés éventuelles que l’on a pu
rencontrer, les solutions que l’on a
imaginées. Des trucs toujours très concrets,
je pense par exemple aux entretiens annuels,
comment chacun d’entre nous les mène,
avec quelle grille d’évaluation ».
Le prochain rendez-vous de ce petit groupe
« Manager et Remanager » – tout un
programme ! – est fixé au mois de
septembre pour une nouvelle formation à
la carte. Que du bonheur ! _
75
76
Op 1 april 2014 werd een eerste
akte neergelegd met de nieuwe
Credoc applicatie “eRegistration”.
Deze nieuwe Credoc dienst zal op
termijn alle notarissen toelaten om
alle akten elektronisch te registreren, en de hypotheekformaliteiten
af te handelen.
Op het eerste gezicht lijkt de dienst
eenvoudig: een elektronische expeditie van
een akte met kopieën van de bijlagen wordt
als een boodschap verstuurd en de
ontvanger zorgt voor registratie.
In diezelfde verzending worden ook de
hypotheekformaliteiten afgehandeld. De
antwoorden van de ontvanger en de
hypotheekbewaarder worden teruggestuurd
en bewaard in een databank waar de notaris
deze formaliteiten kan bekijken.
Achter deze eenvoudige omschrijving gaat
echter een complexe samenwerking van
applicaties en diensten schuil die nauwkeurig op elkaar afgestemd moeten worden.
Dit is het resultaat van een lange samenwerking tussen de federatie, FOD Financiën en
DAV, waarbij een deel van de ontwikkelingen
werden toevertrouwd aan een derde partij.
Dit team heeft samen een ketting van
kleinere applicaties ontwikkeld en geïntegreerd tot de dienst die nu 3 maanden
operationeel is.
DossierManager en eDossier
eRegistration is van in het begin uitgegaan
van een digitaal beheer van het dossier met
als doel een eenvoudige transitie van
geregistreerde akten naar NABAN en de
langetermijnarchivering van de notariële
akten. eDossier ondersteunt het gehele
Paul Verbeeck
eRegistration:
van voorbereiding
tot implementatie
proces na de ondertekening van de akte.
eDossier bevat een elektronische versie van
een dossier, met de partijen, de goederen, de
bijhorende documenten, de akten en de
bijlagen die allemaal in een consistent en
beveiligd geheel samen zitten.
Een dergelijk fundamenteel concept is niet
alleen bruikbaar in het kader van elektronische neerlegging van akten, eRegistration,
maar evenzeer voor het oprichten van
bedrijfsvormen, eDepot. Deze gemeenschappelijke applicatie werd
DossierManager gedoopt, en is een optie
naar de toekomst.
Een fundamentele omwenteling
Het gebruik van digitale technieken om
akten te registreren en hypotheekformaliteiten te vervullen is een substantiële
omwenteling, zowel voor het notariaat als
voor de diensten van Financiën.
Vooreerst is er een nieuw wettelijk kader dat
werd opgesteld voor de digitale verwerking,
maar die ook in de transitie een nieuwe
papieren procedure omvat. Voor FOD
Financiën komt daar een vereenvoudiging
van de structuur met een drastische
inkrimping van het aantal registratiepunten
bij: van de 212 registratiekantoren die begin
2014 bestonden blijven er na 1 april slechts
48 over. Deze administratieve vereenvoudi-
ging heeft een heleboel niet te onderschatten organisatorische gevolgen.
Op het vlak van personeel dienen zich een
heleboel uitdagingen aan bij FOD Financiën.
Ook voor de kantoren zijn er een aantal
uitdagingen omdat de omwenteling in twee
keer gebeurt. Eerst is er de aanpassing aan
de nieuwe tijdelijke papieren procedure.
Later is er de omschakeling naar de
elektronische neerlegging. Hoewel in eerste
instantie lijkt dat er enkel een impact is voor
de post-akte fase, voelt de gehele kantoorwerking de invloed van de “change”: het
kantoor als een team zorgt ervoor dat de
juiste juridische metagegevens worden
toegevoegd aan de expedities.
Het plan van aanpak
Het projectplan omvat een aantal grote
fases, waaronder de huidige pilootfase. Het
volgt de traditionele aanpak met ontwikkeling, functionele tests, integratie, user
acceptance tests (“UAT”), een pilootfase en
vervolgens de roll-out.
- De ontwikkeling van de verschillende
elementen van de applicaties door
verschillende partijen (Credoc, Financiën
en DAV) op basis van specificaties die
rekening houden met de juridische context
en toch een grote gebruikersvriendelijkheid nastreven.
- De integratie van de applicaties tot een
Notarius 2014
eRegistration
Juni - Juin
eRegistration is
een substantiële
omwenteling,
zowel voor het
notariaat als voor
de diensten van
Financiën.
consistente end-to-end service
- Een eerste fase waarbij enkele gebruikers
de service gebruiken in een testomgeving.
Aan de kant van FOD Financiën werden
kantoren in Brussel, Charleroi en Mechelen
aangeduid en een tiental notarissen
stelden zich vrijwilliger om dit extra werk te
dragen.
- Een pilootfase waarbij een aantal kantoren
de operationele service gebruiken. In de
pilootfase wordt voor het eerst de
volledige productieomgeving gebruikt,
inclusief alle ondersteunende procedures
en processen, zoals de service desk
diensten bij Credoc en FOD Financiën. In
deze fase willen we de operationele
processen perfectioneren.
- De roll-out, die in de zomer zal aanvangen,
is gebaseerd op een samenwerking met de
IT-providers. Er is een specifieke benadering voor kantoren die geen
kantoorsoftware gebruiken. Gezien het
aantal kantoren dat de dienst zal moeten
gebruiken voor midden november en de
beschikbare tijd, zullen we in die periode
gemiddeld 60 kantoren per week
opstarten.
De pilootfase van eRegistration en
de samenwerking met IT-providers
In de integratiefase van het project is een
specifieke stap voorzien voor de samenwerking met de IT-providers.
De samenwerking met de IT-providers is
gebaseerd op een webservice. Een
webservice is een digitale service die toelaat
om op gestructureerde en beveiligde manier
informatie uit te wisselen tussen applicaties.
Die geautomatiseerde uitwisseling laat toe
om verder te werken in de vertrouwde
omgeving van de kantoorsoftware en toch
alle benodigde informatie in DossierManager
ter beschikking te hebben voor eRegistration, zonder dubbel werk en dus zonder
risico’s op fouten.
met het beperkt aantal combinaties van
software dat Credoc redelijkerwijs kan
ondersteunen.
De samenwerking loopt met elk van de
partijen over een gelijkaardig traject met
ontwikkeling, testen, integratie, UAT en
piloten. Elk van die partijen heeft een eigen
benadering en planning voor de beschikbaarheid van deze automatische verbinding,
de ene is in een finale integratiefase en heeft
een paar pilootkantoren opgestart, een
andere is pas begonnen met de ontwikkeling
en mikt op het voltooien van de integratie
tegen het einde van de zomer. Credoc blijft in
nauw contact met elk van hen om op
optimale manier voor de notarissen de
introductie van de services te realiseren.
De webservices kunnen zowel gebruikt
worden voor dossiers van eRegistration, als
in het kader van de voorbereiding van een
eDepot.
Aanpak naar een eerste elektronische registratie
De kantoorinfrastructuur
Het gebruik van eRegistration in interactie
met de instanties van Financiën, vereist nog
meer dan voorheen een “standaardisatie”
van de infrastructuur in de kantoren.
Geruime tijd is er de mogelijkheid om de pc’s
te testen tegen de vooropgestelde aanbevolen configuraties. De resultaten van deze
test worden opgevolgd en zijn het vertrekpunt voor een actieplan om te trachten elk
kantoor in de best mogelijke omstandigheden te laten beginnen aan dit nieuwe
tijdperk in het notariswezen.
We stellen vast dat nog 20% van de pc’s op
Windows XP draaien, een besturingssysteem
van Microsoft dat reeds geruime tijd zonder
ondersteuning is en een enorm veiligheidsrisico inhoudt. Deze testen moeten ook
helpen om de infrastructuur af te stemmen
Het traject naar een eerste elektronische
neerlegging bevat de volgende stappen:
- Een klassikale opleiding georganiseerd
door NR/CF, waarin aan de hand van
oefeningen de applicatie wordt uitgelegd.
- Een verificatie en een eventuele aanpassing van de infrastructuur, met vooral
aandacht voor de pc-software.
- Een gesprek met de ontvanger en de
hypotheekbewaarder om basisafspraken
te maken over het gebruik van de
metadata, zoals welke optionele
informatie handig kan zijn en om af te
stemmen rond de eerste akten.
- Feitelijke opstart, de eerste elektronische
registratie, die met of zonder ondersteuning van Credoc kan uitgevoerd worden.
Slotbeschouwing
Aan de lancering op 1 april 2014 is een hele
periode van ontwikkeling en testen
voorafgegaan, in samenwerking met een
aantal kantoren en een aantal medewerkers
bij FOD Financiën. We zijn deze medewerkers
dankbaar voor hun genereuze inspanning,
want zonder die inzet zou het niet mogelijk
geweest zijn om vandaag de dienst aan te
bieden.
In de afgelopen weken werd stelselmatig het
aantal kantoren opgevoerd om uiteindelijk
voor elke antenne van FOD Financiën
minstens één kantoor te hebben dat akten
langs de elektronische weg afhandelt. Eind
juni zijn er een 70-tal kantoren die akten
elektronisch neerleggen en hebben we reeds
meer dan 2.000 akten afgehandeld. _
77
78
Un premier acte a été déposé
ce 1er avril 2014 au moyen
d’eRegistration, la nouvelle
application de Credoc. Ce nouveau
service de Credoc permettra à
terme à tous les notaires d’enregistrer tous les actes et de remplir les
formalités hypothécaires par voie
électronique.
À première vue, ce service semble simple :
une expédition électronique d’un acte ainsi
que les copies des annexes sont envoyés
comme un message et le receveur se
charge de l’enregistrement. Les formalités
hypothécaires sont également réglées lors
de ce même envoi. Les réponses du
receveur et du conservateur des
hypothèques sont renvoyées et conservées
dans une base de données où le notaire
peut consulter ces formalités.
Derrière cette description simple se cache
toutefois une collaboration complexe entre
des applications et des services qui doivent
parfaitement concorder. Ceci est le résultat
d’une longue collaboration entre la
Fédération, les SPF Finances et l’ASA
(Agence pour la Simplifcation
Administrative) lors de laquelle une partie
des développements ont été confiés à une
tierce partie. Cette équipe a développé une
chaîne d’applications plus petites et les a
intégrées au service qui est à présent
opérationnel depuis 3 mois.
DossierManager et eDossier
Au départ, eRegistration est issu d’une
gestion numérique du dossier en vue d’une
transition simple d’actes enregistrés vers
NABAN et l’archivage à long terme des actes
notariés. eDossier supporte tout le
processus après la signature de l’acte.
Paul Verbeeck
eRegistration:
de la préparation à
l’implémentation
eDossier contient une version électronique
d’un dossier reprenant les parties, les biens,
les documents y afférents ainsi que les
actes et annexes qui forment tous un
ensemble cohérent et sécurisé.
Un tel concept fondamental n’est pas
seulement pratique dans le cadre du dépôt
électronique d’actes, eRegistration. Il l’est
tout autant pour la constitution de
différents types d’entreprises, eDepot. Cette
application commune a été baptisée
DossierManager et elle représente une
option vers le futur.
Une révolution fondamentale
L’utilisation de techniques numériques
pour enregistrer des actes et remplir les
formalités hypothécaires représente une
révolution substantielle, tant pour le
notariat que pour les services des Finances.
Tout d’abord, un nouveau cadre légal a été
établi pour le traitement numérique, mais
également pour une nouvelle procédure
papier lors de la période de transition.
Pour le SPF Finances, cela implique une
simplification de la structure grâce à une
réduction drastique du nombre de points
d’enregistrement : des 212 bureaux
d’enregistrement qui existaient début 2014,
il n’en restait plus que 48 au 1er avril. Cette
simplification administrative entraine toute
une série de conséquences organisationnelles non négligeables. Au niveau du
personnel, un grand nombre de défis se
posent au SPF Finances.
Du fait que cette révolution se déroule en
deux temps, certains défis se présentent
aux études. D’abord, l’adaptation à la
nouvelle procédure provisoire sur papier.
Ensuite, le passage au dépôt électronique.
Bien qu’il ne semble dans un premier temps
y avoir qu’un impact pour la phase
post-acte, tout le fonctionnement de l’étude
ressent l’effet du « change »: l’étude veille en
tant qu’équipe à ajouter les bonnes
métadonnées juridiques aux expéditions.
Le plan d’approche
Le plan du projet comprend quelques
grandes phases, dont l’actuelle phase-pilote. Il suit l’approche traditionnelle avec un
développement, des tests fonctionnels, une
intégration, des user acceptance tests
(« UAT »), une phase-pilote et ensuite le
roll-out.
- Le développement des différents
éléments des applications par les
différentes parties (Credoc, Finances et
ASA) sur base des spécifications qui
tiennent compte du contexte juridique et
visent tout de même une grande
convivialité.
- L’intégration des applications à un service
Notarius 2014
eRegistration
Juni - Juin
eRegistration
représente une
révolution
substantielle pour
le notariat
« end-to-end » cohérent.
- Une première phase durant laquelle des
utilisateurs emploieront le service dans
un environnement de test. Du côté du
SPF Finances, des bureaux à Bruxelles,
Charleroi et Malines ont été désignés et
une dizaine de notaires se sont portés
volontaires pour supporter ce travail
supplémentaire.
- Une phase-pilote durant laquelle
certaines études utilisent le service
opérationnel. L’environnement de
production complet est utilisé pour la
première fois dans la phase-pilote, en ce
compris l’ensemble des procédures et
processus d’appui tels que les Service
Desks de Credoc et du SPF Finances.
Nous souhaitons perfectionner les
processus opérationnels au cours de
cette phase.
- Le roll-out (le déploiement), qui débutera
cet été, est basé sur une collaboration
avec les fournisseurs IT. Il existe une
approche particulière pour les études qui
n’utilisent pas de logiciel de gestion
d’étude. Vu le nombre d’études qui devra
utiliser ce service pour la mi-novembre et
le temps disponible, nous lancerons en
moyenne 60 études par semaine durant
cette période.
La phase-pilote d’eRegistration et
la collaboration avec les fournisseurs IT
Une étape spécifique a été prévue dans la
phase d’intégration du projet pour la
collaboration avec les fournisseurs IT.
La collaboration avec les fournisseurs IT est
basée sur un webservice. Il s’agit d’un
service numérique qui permet d’échanger
des informations entre applications d’une
manière structurée et sécurisée.
Cet échange automatisé permet de
continuer à travailler dans l’environnement
de confiance du logiciel de gestion d’étude
et de disposer tout de même dans
DossierManager de toutes les informations
nécessaires à eRegistration, sans double
travail et donc sans risques d’erreurs.
La collaboration passe avec chacune des
parties par un trajet similaire de développement, de tests, d’intégration, d’UAT et de
pilotes. Chacune de ces parties a sa propre
approche et son propre planning pour la
disponibilité de cette connexion
automatique : l’une réside dans une phase
finale d’intégration et a lancé quelques
études-pilotes, tandis que l’autre vient de
commencer le développement et
ambitionne d’achever l’intégration pour la
fin de l’été. Credoc reste en contact étroit
avec chacune d’elles pour réaliser
l’introduction des services de manière
optimale pour les notaires.
Les webservices peuvent être utilisés tant
pour les dossiers d’eRegistration que dans
le cadre de la préparation d’un eDepot.
L’infrastructure de l’étude
L’utilisation d’eRegistration en interaction
avec les instances des Finances requiert
plus que jamais une « standardisation » de
l’infrastructure dans les études. La
possibilité existe depuis un certain temps
de tester les pc aux configurations
recommandées postulées. Les résultats de
ce test sont suivis et ils constituent le point
de départ d’un plan d’action pour aider
chaque étude à entamer cette nouvelle ère
du notariat dans les meilleures conditions
possibles.
Nous constatons que 20 % des pc tournent
encore sous Windows XP, un système
d’exploitation de Microsoft qui n’est plus
supporté depuis quelques temps et qui
implique un énorme risque de sécurité. Ces
tests doivent également permettre
d’harmoniser l’infrastructure au nombre
limité de combinaisons de logiciels que
Credoc peut raisonnablement supporter.
Approche en vue d’un premier
enregistrement électronique
Le chemin vers un premier dépôt
électronique comprend les étapes
suivantes :
- Une formation collective organisée par le
CF/NR lors de laquelle l’application est
expliquée au moyen d’exercices.
- Une vérification et une éventuelle
adaptation de l’infrastructure avec une
attention particulière pour le logiciel pc.
- Une discussion avec le receveur et le
conservateur des hypothèques pour
convenir d’accords de base sur l’utilisation des métadonnées, comme savoir
quelles informations optionnelles
peuvent être pratiques et s’accorder sur
les premiers actes.
- Lancement effectif : le premier enregistrement électronique qui peut être effectué
avec ou sans le support de Credoc.
Considération finale
Une longue période de développement et
de tests, en collaboration avec certaines
études et des collaborateurs du SPF
Finances, a précédé le lancement, au 1er
avril 2014. Nous sommes reconnaissants à
ces collaborateurs de leur généreux effort.
Sans leur dévouement, il n’aurait pas été
possible de proposer aujourd’hui ce service.
Au cours des dernières semaines, le nombre
d’études a été systématiquement intensifié
afin de permettre, à chaque antenne du
SPF Finances de bénéficier d’au moins une
étude traitant les actes par voie
électronique. Fin juin, une septantaine
d’études déposera des actes par voie
électronique et plus de 2.000 actes auront
alors été traités._
79
80
Emmanuel Crooÿ
Leerstoel Gommaar
Van Oosterwyck
Op 23 mei 2014 vond de vijftiende editie
van de Leerstoel Gommaar
Van Oosterwyck plaats.
Voor het academiejaar 2013-2014 mocht
Bart Wylleman, raadsheer bij het Hof van
Cassatie, de leerstoel bekleden. Hij bracht
een uiteenzetting over “Aspecten van
notarieel insolventierecht”.
Het is de Faculteit Recht en Criminologie
van de Vrije Universiteit Brussel die als
eerbetoon aan Professor Gommaar Van
Oosterwyck de leerstoel heeft opgericht die
zijn naam draagt.
Als notaris, voorzitter van de Antwerpse
Conferentie van Notarissen, vrederechter en
hoogleraar in het notarieel recht in de
opleiding Notariaat van de Vrije Universiteit
Brussel en als directeur van deze opleiding,
heeft Gommaar Van Oosterwyck op het
hoogste niveau de belangen van het
notariaat en deze van de Vrije Universiteit
Brussel steeds oprecht en toegewijd
gediend.
Met deze leerstoel wordt een drievoudig
doel beoogd: een hulde brengen aan
Gommaar Van Oosterwyck, een
gelegenheid scheppen voor notarissen en
oud-studenten om de band met elkaar en
met de leden van de opleiding aan te halen
en het woord geven aan een gastspreker
die een onderwerp, dat in rechtstreeks
verband staat met het notariaat en
daarmee verwante beroepen, op
wetenschappelijke wijze behandelt. _
Zoals voor uw beleggingen
Bij Deutsche Bank draait alles rond beleggen:

U werkt met een internationaal erkende en solide expert

U heeft de keuze uit de beste producten van meer dan
40 wereldwijde partners, inclusief die van onze concurrenten

U betaalt één van de laagste kosten op de markt
Test onze specialisten: ontvang 1% (tot 5.000€ terugbetaald)
op elke nieuwe inbreng die u binnen de 3 maanden belegt.
Meer info op deutschebank.be
Ontvang
1% op elk
nieuw belegd
bedrag
Aanbod onder voorwaarden en mits inschrijving, geldig tot 30/09/2014, behoudens vervroegde afsluiting. Actie niet van toepassing op aandelen, tak 21 verzekeringen en monetaire fondsen. Raadpleeg het reglement beschikbaar op www.deutschebank.be of in onze Financial
Centers of op het nummer 078 153 154. Deutsche Bank AG, Taunusanlage 12, 60325 Frankfurt am Main, Duitsland, HR Frankfurt am Main HRB nr. 30000. Deutsche Bank AG Bijkantoor Brussel, Marnixlaan 17, 1000 Brussel, België, RPR Brussel, BTW BE 0418.371.094, IBAN BE03
6102 0085 7284, IHK D-H0AV-L0HOD-14. V.U.: Gregory Berleur. NOT1906
Soms kiest
u beter een
specialist
82
Nationale Kamer van notarissen
Schrijf u tijdig in
op het stagetableau.
Directiecomité van 3 april 2014 - Stage Einde tolerantie bij laattijdige inschrijving
op het stagetableau vanaf 1 september 2014
Artikel 4 van het Reglement van 24 oktober
2000 inzake de uitoefening van de stage
bepaalt dat iedere stagiair die zijn stage
aanvangt, binnen de maand aan de Nationale Kamer van notarissen een aanvraag tot
inschrijving op het tableau van de stagiairs
moet overmaken.
nog steeds geconfronteerd met stagiairs
die zich veel te laattijdig (soms tot twee jaar
te laat) inschrijven op het stagetableau. Dit
betekent onder meer dat deze stagiairs niet
opgevolgd worden door de stagecommissies. Dit is niet correct, noch ten opzichte van
de stagecommissies noch ten opzichte van
de andere stagiairs die het nodige wel doen.
Het directiecomité van de Nationale Kamer
heeft dit tot nu toe getolereerd en de
betrokken stagiairs, mits een verslag van de
stagecommissie, met terugwerkende kracht
ingeschreven.
Ook het vademecum voor de stagiair vermeldt
uitdrukkelijk deze regel.
Ondanks deze duidelijke reglementering en
veelvuldige oproepen via de universiteiten,
het e-notariaat en de provinciale algemene
vergaderingen wordt de Nationale Kamer
Het directiecomité, gesteund door de vraag
van de provinciale stagecommissies, is van
oordeel dit niet langer te kunnen dulden.
Vanaf 1 september 2014 zal een stagiair
niet langer met terugwerkende kracht
kunnen worden ingeschreven.
Dit betekent dat wie nalaat het nodige te
doen, zijn stage verlengd zal zien, met name
de drie jaar stage kan pas beginnen vanaf de
inschrijving op het stagetableau. _
Preventiedag op 2 oktober 2014.
...
tes s
ac uit
es s n
r d ne
sse on
Pa de b
et
Ak
zo ten
nd ver
er
l
te ijde
lij n ...
de
n
SAVE THE DATE
Akten verlijden ... zonder te lijden.
Registratierechten? Dode hoek? Vertraging?
Weigering tot dekking? Waarvoor dient de premie?
2-10
2014
Lessen trekken uit het verleden om valkuilen in de
toekomst te vermijden. Binnenkort meer info.
Notarius 2014
Juni - Juin
André Wallemacq
Charles Six
Risico’s van
het beroep
Kunt u zich voorstellen dat er notariaten zijn
waar men nooit naar iets moet zoeken?
Waar uw documenten en formulieren
)
+
!!
zich zelf
schrijven?
Fantasie?
Neen,
Maestro-Office software
Tijdswinst - Rendement
Toekomstgericht
Geschonken goed:
dubbel knipperlicht
Er werd hier wel vaker gezegd dat de melding dat een goed,
voorwerp van een akte, voortkomt uit een schenking, de
opsteller tot een bijzondere voorzichtigheid moet manen en
hem moet aansporen om een extra onderzoek te verrichten,
meer bepaald door de eigendomstitel aandachtig na te lezen
en het hypothecair onderzoek kritisch te analyseren.
Sans titre-4 1
11/10/07 14:37:06
Mr. Alhert, die akte moet nemen van de gedeeltelijke wederverkoop van een goed geschonken in 1966, herinnert zich de les van
zijn meesters: geschonken goed, precair karakter.
Hij meent echter dat het overlijden van de twee schenkers
(in ‘89 en ‘72) de titel van zijn precair karakter gezuiverd heeft.
Had hij het attest afgeleverd door de hypotheekbewaarder maar
volledig gelezen! Dan zou hij de kantmelding van een vordering
tot nietigverklaring voor benadeling voor meer dan een vierde
(art. 1079 BW), ingediend door de broers van de schenker,
hebben opgemerkt. Als deze vordering tot een resultaat moest
leiden, dan zou ze ex tunc worden beoordeeld en zou ze de hele
reeks aktes die tot stand kwamen na de schenking, nietig
verklaren: verkoop, wederverkoop, omzetting in verkaveling met
gebouw door een derde koper.
Er zijn redenen tot bezorgdheid, en de advocaat van de
verzekeringen zal er alles aan doen om een grote maatschappelijke onrust te vermijden. Bijgevolg zal hij onderzoeken of dit
oude geschil niet teniet werd gedaan op het ogenblik van het
overlijden van de schenkers of ten gevolge van de verjaring.
Mr. Alhert is niet de enige die zich het verwijt van een slechte
lezing op de hals haalt: zijn confraters die de tussentijdse akten
hebben verleden, hebben niets opgemerkt, maar het is niet aan
de verzekeraars om hen ermee lastig te vallen.
Er dient overigens te worden
genoteerd dat niemand tot op
heden schade heeft geleden. _
De rubriek “Risico’s van het beroep” heeft als
doel schadegevallen te voorkomen. Hiertoe
zetten wij de meest voorkomende en typische
gevallen, die om de 14 dagen door het beheercomité van de Verzekeringen van het Notariaat
behandeld worden, om in een kort verhaal.
De inhoud verbindt niemand en kan ook niet
tegen eender welk organisme van het notariaat
ingeroepen worden.
Meesterlijk notariaat
Maestro-Office, dé toonaangevende notariële software, integreert
de meest geavanceerde informaticatoepassingen. Bijvoorbeeld,
naast een perfecte agenda opvolging beheert Maestro-Office
alle taken van uw medewerkers, uw deadlines, maakt gebruik
van al de internet- en webtoepassingen zoals het e-Notariaat, het
e-Depot, de fiscale en sociale notificaties, GEOVL, BIM, enz.
Daarbij voegen we de integratie van de befaamde notariële
boekhouding EuroWin. Het boekhoudprogramma waar u echt
kunt op rekenen.
Maestro-Office is ook voor uw kantoor onmisbaar geworden.
Een kleine investering met een verzekerd hoog rendement!
Snelle overzichtschermen van de staned
van alle openstaand
rs
) +
dossie!!
Resultaat: tevreden cliënten
én medewerkers!
Maestro-Office
2009
www.officom.be
OFFICIELE IT-PARTNER VAN HET NOTARIAAT
hardware • software • service • training
Z.1 Researchpark 40 - 1731 Zellik
Tel : (02) 461.15.15 - Fax: (02) 461.15.12 - [email protected]
84
Chambre nationale des notaires
Inscrivez-vous à temps
au tableau de stage.
Comité de direction du 3 avril 2014 - Stage Fin de la tolérance en cas d’inscription tardive au tableau des stagiaires dès le 1er septembre 2014
L’article 4 du Règlement du 24 octobre 2000
relatif à la prestation du stage prévoit que
tout stagiaire qui commence son stage est
tenu d’envoyer dans le mois, à la Chambre
nationale des notaires, une demande d’inscription au tableau des stagiaires.
confrontée à des stagiaires qui s’inscrivent
trop tardivement au tableau des stagiaires
(parfois jusqu’à deux ans de retard). Cela
signifie, entre autres, que ces stagiaires ne
sont pas suivis par les commissions de stage.
Ce n’est pas correct, tant à l’égard des commissions de stage que des autres stagiaires
qui eux font le nécessaire.
Le vade-mecum pour le stagiaire mentionne
également expressément cette règle.
Jusqu’à présent, le Comité de direction
de la Chambre nationale a fait preuve
de tolérance et a inscrit les stagiaires en
question avec effet rétroactif, moyennant un
rapport de la commission de stage.
Malgré cette réglementation claire ainsi que
plusieurs rappels via les universités, l’e-notariat et les assemblées générales provinciales,
la Chambre nationale est encore et toujours
Le Comité de direction, s’appuyant sur la
demande des commissions de stage provinciales, estime qu’il ne peut plus maintenir
cette tolérance.
Dès le 1er septembre 2014, un stagiaire
ne sera donc plus inscrit avec effet rétroactif. Cela signifie que celui qui omet de faire
le nécessaire verra son stage prolongé, étant
entendu que le stage de trois ans ne peut
commencer qu’à partir de l’inscription au
tableau des stagiaires.
Journée de prévention
le 2 octobre 2014.
...
tes s
ac uit
es s n
r d ne
sse on
Pa de b
et
Ak
zo ten
nd ver
er
l
te ijde
lij n ...
de
n
SAVE THE DATE
Passer des actes ... et de bonnes nuits.
Droits d’enregistrement? Angle mort? Retard ?
2-10
2014
Refus de couverture ? A quoi sert la prime ?
Tirons ensemble les leçons du passé pour éviter les pièges
à l’avenir. Vous en saurez plus prochainement.
André Wallemacq
Charles Six
Risques
du Métier
Imaginez une étude notariale où toutes les
informations sont toujours à portéeBergstraat
de main.
Où les documents et formulaires se rédigent 85
comme par magie. Pure fantaisie ?
)
!!
Non, tout simplement
la suite
de+
logiciels
intégrés
Maestro-Office
Gain de temps
Rendement - Innovant
Bien donné :
double clignotant
Il a été dit ici, bien souvent, que l’indication qu’un bien, objet
d’un acte, provient d’une donation, doit inciter le rédacteur à
une particulière prudence et à un surplus d’investigation,
notamment par relecture attentive du titre de propriété et
examen critique de l’enquête hypothécaire.
Sans titre-4 1
11/10/07 14:37:06
M° Vittvu, qui doit acter la revente pour partie d’un bien donné
en 1966, se rappelle l’enseignement de ses maîtres : bien
donné, titre précaire.
Il estime toutefois que le décès des deux donateurs (en 89 et
72) a purgé le titre de sa précarité.
Que n’a-t-il complètement lu le certificat délivré par le
conservateur !
Il y aurait relevé la mention marginale d’une demande
d’annulation pour lésion de plus du quart (art 1079 Cc)
postulée par les frères du donataire. Si celle-ci devait aboutir,
elle jouerait ex tunc et mettrait donc à néant toute la série
d’actes intervenus après la donation : vente, revente, mise en
lotissement avec construction par un tiers acquéreur.
Il y a de quoi frémir et l’avocat des assurances fera tout pour
éviter un trouble social majeur, et rechercher si cette vieille
querelle n’a pas été éteinte lors des décès des donateurs ou
par l’effet de la prescription.
M° Vittvu n’est pas le seul à encourir le reproche d’avoir mal lu :
ses confrères qui ont passé les actes intermédiaires n’ont rien
signalé, mais il n’appartient pas aux assureurs de les en
inquiéter.
À noter d’ailleurs que personne
n’a, à ce jour, subi de préjudice.
La rubrique «Risques du métier» a pour objet,
dans le cadre de la prévention des sinistres,
d¹exposer, en les transposant, les cas les plus
fréquents, traités lors des réunions bimensuelles du Comité de Gestion des Assurances du
Notariat. Son contenu ne peut engager qui que ce
soit, ni être retenu à l¹encontre d¹un quelconque
organisme de la profession.
Des études notariales magistrales
Maestro-Office, le software notarial technologiquement le
plus avancé, intègre les technologies informatiques les plus
innovantes. Par exemple, en plus d’un agenda parfaitement suivi,
Maestro-Office gère toutes les tâches de vos collaborateurs,
les échéances, utilise toutes les applications du web: e-Notariat,
e-Dépôt, les notifications sociales et fiscales, OGEAD, IBGE, etc.
De plus, il peut intégrer la comptabilité notariale EuroWin.
Maestro-Office devient ainsi un must pour votre étude. Un petit
investissement pour un rendement assuré!
Un logiciel magistral pour une étude notariale tout aussi magistrale.
Aperçu rapide
de l’état
des dossiers
s
ouvert
) +
!!
Résultat: des clients et des
collaborateurs enchantés.
Maestro-Office
2009
www.officom.be
PARTENAIRE INFORMATIQUE OFFICIEL DU NOTARIAT
équipements – logiciels – services - formations
Z.1 Researchpark 40 - 1731 Zellik
Tél : (02) 461.15.15 - Fax: (02) 461.15.12 - [email protected]
86
Sebastian Roeland
Christophe Legasse
Juridische vraag
Vennootschapsrecht – Afschaffing effecten aan toonder –
Omzetting van rechtswege – Formaliteiten
Vraag
Ik word gecontacteerd door een naamloze vennootschap
waarvan de aandelen nog steeds aan toonder zijn en waarvan
de statuten niet voorzien in de mogelijkheid om gedematerialiseerde aandelen uit te geven. Ik neem aan dat deze aandelen
dus van rechtswege omgezet zijn in aandelen op naam.
Welke formaliteiten dienen te worden vervuld om deze omzetting te concretiseren? Is er een belasting verschuldigd?
Sebastian Roeland, juridisch adviseur KFBN
Antwoord
Deze effecten zijn inderdaad van rechtswege
omgezet in effecten op naam op 1 januari
2014 en de eraan verbonden rechten zijn
opgeschort zolang de titularissen ervan zich
niet kenbaar maken aan de vennootschap
teneinde de inschrijving op hun naam in het
aandelenregister te bekomen van hun
aandelen aan toonder.
Concreet dienen twee zaken te gebeuren:
1. de creatie van een aandelenregister en de
inschrijving daarin van de voormalige
aandelen aan toonder;
2. de “vernietiging” van de materiële drager
van de ingeschreven aandelen aan
toonder.
1. Aandelen op naam worden niet gedrukt.
Ze worden dus niet vertegenwoordigd door
een materiële titel. Het effectenregister is de
voornaamste bron om de eigendom van het
effect aan te tonen, maar is niet het enige
bewijsmiddel. De inschrijving is op zich
slechts een instrument om de effectenoverdrachten tegenwerpelijk te maken aan
derden, waaronder de vennootschap zelf.
Naar aanleiding van de inschrijving wordt in
de regel een inschrijvingsbewijs afgeleverd
aan de houder van het effect. Dit is zelf geen
effect en levert op zich geen bewijs van het
eigendomsrecht van het effect waarop het
betrekking heeft (cf. J. CERFONTAINE,
“Commentaar bij art. 463 W.Venn.”, in
Vennootschappen en verenigingen –
Artikelsgewijze commentaar met overzicht
van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen,
Kluwer, 1999, 14-15).
In principe zal de inschrijving gebeuren op
voorlegging van het toondereffect. Elke
inschrijving zal ondertekend worden door de
aandeelhouder (indien aanwezig) en 2
bestuurders (of de gedelegeerd bestuurder).
Artikel 463 W.Venn. bepaalt de verplicht op te
nemen vermeldingen. Indien partijen
hierover niet beschikken, kan gebruik
gemaakt worden van de modellen van
aandelenregister die beschikbaar zijn op de
website van de Taskforce Dmat.
2. In principe komt het aan de raad van
bestuur toe om de omgezette effecten aan
toonder te vernietigen, hoewel daar als
zodanig zelfs geen verplichting toe bestaat.
Uiteraard is het veiliger de effecten te
vernietigen of daarop een vermelding aan te
brengen die wijst op de omzetting (J.
CERFONTAINE, “Commentaar bij art. 462
W.Venn.”, in Vennootschappen en verenigingen – Artikelsgewijze commentaar met
overzicht van rechtspraak en rechtsleer,
Antwerpen, Kluwer, 2001, 3). Deze
“vernietiging” kan dus gebeuren op allerlei
wijzen. Dit kan gaan om de materiële
vernietiging (verbranding, verscheuring of
versnippering), maar kan zich ook beperken
tot het aanbrengen van een merkteken (een
stempel, een handgeschreven vermelding,
aftekening, een gaatje, een afgeknipt
hoekje, …) indien de vennoten de papieren
effecten willen houden als aandenken.
3. Er is geen belasting verschuldigd bij
omzetting van rechtswege op 1 januari 2014.
Notarius 2014
Juridische vraag - Question juridique
Juni - Juin
Question juridique
Droit des sociétés – Suppression des titres au porteur Conversion de plein droit - Formalités
Question
Je suis contacté par une société anonyme dont les actions
sont toujours au porteur et dont les statuts ne prévoient pas la
forme dématérialisée. Je suppose que ces actions ont donc été
converties de plein droit en actions nominatives.
Quelles formalités doivent-être accomplies pour concrétiser
cette conversion? Une taxe sera-t-elle due?
Réponse
Les titres ont en effet été convertis de plein
droit en titres au porteur au 1er janvier 2014
et les droits y afférant sont suspendus
jusqu’à ce que leurs titulaires se
manifestent auprès de la société pour
obtenir l’inscription en leur nom de leurs
titres au porteur dans le registre des titres
nominatifs.
Concrètement, la société doit faire deux
choses:
1.créer un registre des actions nominatives
et y inscrire les anciennes actions au
porteur;
2.procéder à la “destruction” du support
matériel des actions au porteur inscrites.
1. Les titres nominatifs ne sont pas
imprimés. Ils ne sont donc pas représentés
par un titre matériel. Le registre des titres est
la source principale pour démontrer le droit
de propriété du titre, mais ce n’est pas le
seul moyen de preuve. L’inscription est en
soi un instrument pour rendre les cessions
opposables aux tiers, dont la société. A
l’occasion de l’inscription, le titulaire du titre
recevra normalement une preuve d’inscription. Ce document n’est pas un titre et ne
constitue pas en soi la preuve du droit de
propriété du titre sur lequel il porte (cf. J.
CERFONTAINE, “Commentaar bij art. 463
W.Venn.”, in Vennootschappen en verenigingen – Artikelsgewijze commentaar met
overzicht van rechtspraak en rechtsleer,
Antwerpen, Kluwer, 1999, 14-15).
En principe, l’inscription aura lieu sur
présentation du titre au porteur. Chaque
inscription sera signée par l’actionnaire (s’il
est présent) et par deux administrateurs (ou
l’administrateur délégué). L’article 463
C.Soc. énumère les mentions obligatoires.
Si les parties n’en ont pas encore, ils
peuvent utiliser les modèles de registre
d’actions disponibles sur le site de la
Taskforce Dmat.
2. En principe, il revient au conseil d’administration de détruire les titres au porteur
convertis, même s’il n’y a pas d’obligation
expresse à cet égard. Il est bien sûr plus
prudent de détruire les titres ou au moins
d’y apporter une mention indiquant la
conversion (J. CERFONTAINE, “Commentaar
bij art. 462 W.Venn.”, in Vennootschappen en
verenigingen – Artikelsgewijze commentaar
met overzicht van rechtspraak en rechtsleer,
Antwerpen, Kluwer, 2001, 3).
Cette “destruction” peut donc prendre
différentes formes. Il peut s’agir de la
destruction matérielle (incinérer, déchirer,
découper), mais cela peut aussi se limiter
à l’apposition d’une marque (apposer un
cachet, une mention manuscrite ou un
paraphe, perforer ou couper un coin, …), si
les associés souhaitent conserver les titres
papier comme souvenir.
3. Aucune taxe n’est due en cas de conversion de plein droit au 1er janvier 2014.
87
88
Bert Kruismans, standupcomedian,
tv- en radiopresentator én auteur
van het boek ‘Meneer de notaris’
geeft zijn eigenzinnige visie op de
notariële realiteit.
Dit scenario durven ze zelfs in Hollywood niet
te bedenken. 17 april 2014. In Iran stapt een
veroordeelde moordenaar op een stoel en
steekt zijn hoofd in een strop. Hij is
geblinddoekt maar weet wat komen gaat.
Een oudere vrouw betreedt nu het schavot.
Haar zoon werd door deze man doodgestoken tijdens een straatgevecht. Daarom
heeft de moeder het recht om persoonlijk de
stoel weg te schoppen. Zij mag de man
executeren. Oog om oog, tand om tand. De
moeder kijkt de moordenaar strak aan en
geeft hem vervolgens een klap in het gezicht.
Op deze manier schenkt ze de man
vergiffenis. Hij blijft leven. Dan valt de
moeder van het slachtoffer in de armen van
de moeder van de moordenaar. Verstrengeld
barsten de twee vrouwen in tranen uit.
Einde, doek.
Wat een achterlijk systeem! Familieleden van
slachtoffers die als een Romeinse keizer hun
duim omhoog of omlaag houden en over
leven en dood beslissen. Dan staan wij in het
verlichte Westen toch een stuk verder!
Zou het? In de aanloop naar de verkiezingen
van 25 mei, werd de weifelende kiezer
geholpen door digitale stemtesten allerhande. Bent u voor of tegen deze stelling?
Druk op de knop, en onze computer vertelt u
wat u bent, liberaal, socialist, communist,
nationalist, of ergens in het midden.
Eén van de stellingen deed mijn wenkbrauwen ten zeerste fronsen: Slachtoffers
moeten mee kunnen beslissen over de
vervroegde vrijlating van de veroordeelde
daders. Sterker nog: Slachtoffers die dat
willen, zouden kunnen eisen dat daders hun
straf tot de laatste dag uitzitten. Als ik de
internetfora mag geloven, zijn heel wat
mensen het met deze stelling eens. Mag ik
daar enige vragen bij stellen? Wat doe je bij
een moord? Gaat dat beslissingsrecht van
het slachtoffer dan over op de nabestaanden? En wie zijn dat? Verwanten in
Bert Kruismans
“Heeft u deze
beelden gezien?”
eerste graad, of ook in tweede graad, in de
zijlijn? Wat als die nabestaanden niet op
dezelfde lijn zitten? Is het de moeder van het
slachtoffer die beslist? Of de vader? En wat
doe je als het slachtoffer geen familie meer
heeft? Gaan we naar een systeem waarbij het
doden van een dakloze, anonieme zwerver
minder zwaar bestraft wordt dan het
ombrengen van een medemens uit een
kroostrijk gezin? Is dat niet het perfecte
voorbeeld van klassenjustitie? En wat als het
slachtoffer misschien ook dader is?
Man verkracht meisje.
Vader van meisje schiet verkrachter neer.
Vader wordt veroordeeld voor poging tot
moord. Mag de verkrachter dan mee
beslissen over de vervroegde vrijlating van
de vader? Hebben de journalisten die deze
stelling lanceren daar langer dan 30
seconden over nagedacht? Het geweldsmonopolie is één van de belangrijkste
kenmerken van elke staat. Enkel de overheid
mag mensen oppakken, veroordelen en
bestraffen. Geef je dat monopolie uit
handen, dan is er geen staat meer en zitten
we met z’n allen gewoon opnieuw in de
oertijd, waar de holbewoner met de grootste
knots heer en meester is.
Maar… deze stelling past wel in een
algemene trend van de laatste decennia, de
trend van de privatisering en de outsourcing.
De tijd dat Vadertje Staat voor alles zelf de
handen uit de
mouwen moest
steken, is voorbij.
Overheidsgebouwen
worden bewaakt door
private bewakingsfirma’s, de inwonende
conciërge mocht met
pensioen. De
koffiejuffrouw van
het ministerie is
vervangen door een
machine die dankzij
een leasingcontract
rijkelijk gevuld blijft.
En dan zwijgen we nog over het ‘sociale
middenveld’ dat sinds mensenheugenis
scholen en ziekenhuizen uitbaat en zo, als we
internationale studies mogen geloven, een
zeer goeie service aan de burger weet af te
leveren. Wat we zelf doen, doen we beter, dat
is zowat de teneur. De Staat moet op heel wat
terreinen delegeren en controleren. Maar
meer ook niet.
Vreemd toch dat er dan meer en meer
stemmen opgaan, om het werk van de
notarissen door ambtenaren te laten
uitvoeren. In de recente verkiezingscampagne verkondigden de politici haast
unisono: Het ambtenarenapparaat moet
worden afgeslankt. Hoe valt dit te rijmen met
de roep om de ‘verstaatsing’ van het
notariaat? Misschien moeten de notarissen
zich nog meer opwerpen als de grootste
verdedigers van hun VRIJ beroep.
Misschien moeten ze elke keer vanaf dag één
aan hun cliënten en hun tegenpartij vertellen
dat de keuze van de notaris in België vrij is en
dat je te allen tijde de mogelijkheid hebt om
van notaris te veranderen of een eigen
notaris te kiezen.
Zo zal de cliënt misschien toch beseffen dat het
notariaat eigenlijk helemaal van deze tijd is. _
Notarius 2014
Column - Colonne
Juni - Juin
Bert Kruismans, humoriste
flamand, bien connu pour ses cafés
serrés, et auteur du livre «Meneer
de notaris» nous offre sa vision
personelle de la réalité notariale.
Même à Hollywood un tel scénario est
inconcevable. 17 avril 2014. En Iran, un
meurtrier condamné à mort grimpe sur une
chaise et passe sa tête à travers un nœud
coulant. Il a les yeux bandés, mais il sait ce
qui va lui arriver. Une dame plus âgée
monte à présent sur l’échafaud. Son fils a
été poignardé à mort par cet homme
pendant un combat de rue. C’est pourquoi,
cette mère a le droit de pousser elle-même
la chaise du pied. Elle peut exécuter
l’homme. Œil pour œil, dent pour dent. La
mère regarde le meurtrier de manière
impassible et finit par le gifler. De cette
façon, elle pardonne l’homme. Il reste en
vie. La mère de la victime tombe ensuite
dans les bras de la mère du meurtrier.
Enlacées, les deux femmes éclatent en
sanglots. Fin de l’histoire, rideau.
Quel système arriéré ! Les membres de la
famille des victimes qui lèvent ou baissent
le pouce tel un empereur romain en
décidant de la vie ou de la mort. Dans
l’Ouest des Lumières, nous sommes tout de
même un peu plus évolués !
Vraiment ? À l’approche des élections du
25 mai, l’électeur hésitant a pu se faire aider
par toutes sortes de tests électoraux
électroniques. Êtes-vous pour ou contre
cette proposition ? Cliquez et notre
ordinateur vous dira ce que vous êtes :
libéral, socialiste, communiste, nationaliste
ou quelque part au milieu.
L’une des propositions m’a beaucoup fait
sourciller : les victimes doivent pouvoir
décider de la libération anticipée des
auteurs condamnés. Plus fort encore : les
victimes qui le souhaitent pourraient exiger
que les auteurs purgent leur peine jusqu’au
dernier jour. À en croire les forums sur
Internet, ils sont nombreux à être d’accord
avec cette proposition. Permettez-moi
d’ajouter quelques questions. Que faire en
cas d’assassinat ? Ce droit de décision de la
victime est-il transmis aux proches parents ?
Bert Kruismans
« Avez-vous vu
ces images ? »
Et de qui s’agit-il ? Les parents au premier
degré, ou au deuxième degré également,
ceux en ligne collatérale ? Quid si ces
proches parents ne sont pas sur la même
ligne ? Est-ce la mère de la victime qui
décide ? Ou bien le père ? Quid si la victime
n’a plus de famille ? Se dirige-t-on vers un
système où le meurtre d’un sans-abri, d’un
clochard anonyme sera moins sévèrement
puni que l’assassinat d’un semblable issu
d’une grande famille ? N’est-ce pas le parfait
exemple d’une justice de classe ?
Et quid si la victime est aussi auteur ?
Un homme viole une jeune fille. Le père de
la jeune fille tire sur le violeur. Le père est
condamné pour tentative de meurtre. Le
violeur peut-il également décider de la
libération anticipée du père ? Les
journalistes qui ont lancé cette proposition
ont-ils réfléchi plus de 30 secondes ?
Le monopole de la violence est l’une des
caractéristiques principales de chaque État.
Seuls les pouvoirs publics peuvent arrêter,
condamner et punir des gens. Si l’on cède
ce monopole, l’État n’existe plus et on
retourne tout simplement tous à la
préhistoire, où l’homme des cavernes ayant
la plus grosse massue était juge et maître.
Mais... cette proposition s’inscrit néanmoins
dans une tendance générale de ces
dernières décennies, la tendance à la
privatisation et à l’externalisation. L’époque
où l’État devait lui-même mettre la main à
la pâte pour tout est
révolue. Les
bâtiments publics
sont surveillés par
des sociétés de
gardiennage
privées, le concierge
ayant pu prendre sa
retraite. La Madame
Café du ministère a
été remplacée par
une machine qui
demeure copieusement remplie grâce
à un contrat de
leasing. Sans parler de la « société
civile » qui, depuis mémoire d’homme,
exploite écoles et hôpitaux et qui, à en
croire des études internationales, parvient
à fournir un excellent service au citoyen. Ce
que nous faisons nous-mêmes, nous le
faisons mieux : c’est à peu près l’esprit.
L’État doit déléguer et contrôler sur de
nombreux terrains. Mais pas davantage
non plus.
Étrange tout de même que de plus en plus
de voix s’élèvent pour que le travail des
notaires soit effectué par des fonctionnaires. Au cours de la dernière campagne
électorale, les hommes politiques ont vite
fait d’annoncer à l’unisson : la fonction
publique doit être amaigrie. Est-ce
compatible avec l’appel à l’ « étatisation »
du notariat ? Peut-être les notaires
doivent-ils s’ériger davantage encore en
défenseurs principaux de leur profession
LIBÉRALE.
Peut-être doivent-ils informer systématiquement dès le premier jour leurs clients et
la partie adverse, qu’en Belgique, le choix
du notaire est libre et qu’il est toujours
possible de changer de notaire ou de
choisir son propre notaire.
Le client se rendra ainsi peut-être enfin
compte que le notariat est en réalité tout à
fait contemporain. _
89
notarius
Tijdschrift voor het notariaat
JUNI 2014
49STE JAARG.
JUIN 2014
49ÈME ANNÉE
Revue pour le notariat
COLOFON - COLOPHON
Redactie en administratie - Rédaction et administration
Bergstraat 30-34 rue de la Montagne
1000 Brussel Bruxelles
Tel. : 02/505.08.38 – Fax : 02/505.05.15
Hoofdredacteur en verantwoordelijke uitgever - Rédacteur en chef et éditeur responsable
Nathalie Guyaux – Lambermontlaan 374 Boulevard Lambermont
1030 Brussel Bruxelles
Coördinatie en eindredactie - Coordination et mise au point rédactionnelle
Bo Bogaert
p.06
Redactiecomité - Comité de rédaction
Alexis Cruysmans, Aude Cauchie,
Anne Catherine Deleye, Catherine De Moor,
Denis Carpentier, Eric Neven, Gauthier Clerens,
Nathalie Guyaux, Sylvain Bavier, Viviane Herman,
Catherine Hatert, Jean-Louis Jeghers, Hélène Diricq,
Marie-Pierre Géradin, Jérome Debie
p.20
Redactionele bijdragen - Contributions rédactionnelles
Guy Bertrand, Fabrice Blum, Bo Bogaert, Aude Cauchie, Ludovic du Bus, Michel Gassée,
Nathalie Guyaux, Bert Kruismans, Christophe Mottard, Sibylle Ouwerx, Sebastian Roeland,
Lorette Rousseau, Charles Six, Eric Sohl, Maarten Urkens, Alain-Charles Van Gysel, Isabelle Van Lint,
Paul Verbeeck, André Wallemacq
p.42
Foto’s - Photos
Bart Azare, Emmanuel Crooÿ, Dieter Verbeeck, Nizier Grooters, Christophe Legasse,
Benoît Musch, Isabelle Persyn, Charles Six, Eric Sohl, Thinkstock, Jonas Verhulst
Cover - Couverture
Jonas Verhulst
Layout - Mise en page
Eric Sohl
Advertenties - Annonces
TREVI nv/sa – Thomas Lannoo
Meerlaan 9, 9620 Zottegem,
Tel.: +32 9 360 62 16
p.52
Drukkerij - Imprimerie
Dereume
p.68
Commentaar en suggesties - Avis et suggestions
[email protected]
Notarius wordt gedrukt op papier uit
duurzaam beheerde bossen.
Voor deze editie heeft de KFBN de aanplanting gefinancierd van 2.500 bomen
via de VZW Kiem des Leven. Deze
bomen compenseren voor een deel de
CO2-uitstoot. De VZW Kiem des Leven is
een project dat gesteund wordt door de
Koning Boudewijnstichting.
Notarius est imprimé sur du papier
issu de forêts gérées durablement.
Pour cette édition, la FRNB finance la
plantation de 2.500 arbres via l’ONG
Graine de vie. Ces arbres compenseront
une partie de l’émission de carbone.
L’ONG Graine de vie est un projet agréé
par la Fondation Roi Baudouin.

Documents pareils