Centre d`Esneux : anniversaire du Président

Le mot du président
Nous sommes en aout 1957, mon père, Marcel Beugnier dirige comme chaque année une formation en
hébertisme pour les scouts. Ce sont des routiers d’une vingtaine d’années. Ils viennent de Belgique mais aussi
d’Italie ou du Katanga. La formation est dure mais l’ambiance est bonne. Nous sommes à la Fresnaye dans le
village de Dworp pas loin de Halle.
Les scouts dorment sous la tente mais, moi, alors âgé de 8 ans, je partage une baraque en bois avec mon père.
C’est dans cette baraque que j’ai reçu sans le savoir, mes premières leçons théoriques d’hébertisme …..Mon
père avait l’habitude de répéter ses cours tout haut. J’écoutais sans tout comprendre ou plutôt en croyant ne
pas comprendre…..les dix familles, l’alternance des efforts contraires, le dosage, les principes doctrinaux et
encore bien d’autres choses encore.
Comme le soir, je pouvais assister au feu de camp et me coucher tard, mon père me laissait le privilège de me
lever bien après les routiers. J’allais alors manger dans la cuisine du camp. Je garde de ces petits déjeuners un
souvenir heureux. C’est là que j’ai découvert le sirop de Liège alors inconnu de la table de ma mère. Je buvais
du chocolat chaud tous les jours…la cuisinière, une brave femme me choyait comme son fils. Ce n’est qu’après
ce gouteux petit déjeuner que je rejoignais enfin les routiers sur le plateau du matin.
Le 2 aout 1957, nous sommes tous à table pour le repas de midi. Il est 12h30 environ, lorsque la terrible
nouvelle tombe : « le maître est mort ». Le silence est lourd et la tristesse se lit sur tous les visages.
Ce jour-là, j’ai cru que tout allait s’arrêter. La nouvelle était terrible. Le maître n’était autre que Georges
Hébert. A huit ans, j’étais impressionné et je pensais que, sans le maître, il devenait impossible de faire de
l’hébertisme.
Quelques jours plus tard, mon père s’est rendu à Paris pour l’enterrement. Je me souviens encore du souvenir
que mon père avait fait imprimer pour la circonstance : une photo du maître qu’il a distribuée à la fin de la
messe. Certes, je n’y étais pas mais je me souviens encore de la réflexion de mon père lorsqu’il était rentré de
cet enterrement : « les français ont dit que c’était plutôt à eux d’imprimer ce souvenir….mais ils n’y avaient pas
pensé ».
Contrairement à ce que je pensais à l’époque, l’hébertisme ne s’est pas arrêté avec la mort d’Hébert mais aussi,
contrairement à ce que mon père pensait à l’époque, l’hébertisme que nous pratiquons aujourd’hui est bien
différent de celui que l’on pratiquait à l’époque. Le public de nos centres est différent, les cours sont mixtes, le
monde a évolué. Les termes même de l’époque sont bien différents aussi. Qui parlerait encore du maître
aujourd’hui ?
Cette petite anecdote donne toute sa richesse à la Méthode Naturelle qui calquée sur la vie en pleine nature,
peut s’adapter facilement aux changements d’époque, de public, mais aussi de lieu, de temps et de condition
physique des individus.
Comme le veut la tradition de ce début d’année, je vous souhaite à tous une bonne et heureuse année
sportive.
Christian Beugnier
ELBRUS PROJECT 2011 STELT VOOR:
‘De avonturen van de Elbrusboys’
“Na twee jaar van intense voorbereiding (op Hébertistische wijze) vertrokken de Elbrusboys op
maandag 5 juli 2011 richting Rusland. Hun doel: het beklimmen van de Elbrus.
De Elbrus is met zijn 5642 m. de hoogste top van het Kaukasus-gebregte en is daarmee het hoogste punt
van Europa. Voor het beklimmen van de berg zouden zij niet de gebruikelijke normaalroute via het
zuiden nemen maar de veel minder gekende Noordroute. Daarnaast stelden zij zich ook nog tal van
andere doelen voorop: de twee toppen beklimmen, afdalen via het Oosten, bij het klimmen gebruik
makend van de methode van de geleidelijke aanpassing aan de hoogte, fysieke voorbereiding via de
“Méthode Naturelle” van het Hébertisme, het maken van een film en een volledige zelfstandigheid op de
berg, zonder gebruikmaking van een plaatselijke berggids.
Hoe het uiteindelijk allemaal gegaan is en hoe hun avontuur afliep kan u lezen in volgend verslag.
De Elbrusboys waren:
Quinten Mattens, Jeroen Adam, Fabian Buysrogge, Dries Desmet, Jochen Maas, Frederic Sablain en Frank
Mattens.
Het verslag
Na een nachtvlucht vanuit Zaventem via Moskou en Sint-Petersburg (waarvan ik de lezer de details liever
bespaar) landen we uiteindelijk in een broeiend heet Mineralnye Vody, de meest nabijgelegen luchthaven voor
de regio van de Elbrus. Iemand van Pilgrim Tours, onze reisorganisatie ter plaatse, staat ons trouw op te
wachten en brengt ons in een propvol busje mét airco naar het stadje Piatigorsk. Wat ons onderweg direct
opvalt is de massaal aanwezige politie. We worden ondergebracht in InterHotel (typisch Russisch staatshotel)
gelegen in een park op een heuvel van de stad. Daar ontmoetten we Andrew, onze contactpersoon van Pilgrim
Tours. Hij regelt ons verblijf en vervoer naar het basiskamp. We besteden nog een dag aan inkopen doen
(basisvoedsel, benzine, wodka,..) en vertrekken ’s morgens vroeg richting Elbrus. Een vijf uur durende helse,
maar onvergetelijke avontuurlijke rit brengt ons naar het basiskamp aan de noordzijde van de Elbrus.
Enig minpunt onderweg: een legerpatrouille maakt ons per persoon 1300 roebels (zo’n 1300 oude Belgische
franken) lichter. Maar..’t weer is buitengewoon prachtig en het basiskamp (± 2600 m) is een oase van miljarden
gele bloemen, koeien, paarden en.. lemmingen. Het zicht op de berg is van daaruit overdonderend. Aan een
wild stromende rivier slaan we onze tenten op. ‘s Nachts worden we echter wakker gehouden door de geur en
het lawaai van een generator van een nabijgelegen legereenheid. We besluiten dus op te breken. Hogerop gaan
we op verkenning; op ± 2900 m vinden we een geschikte plaats aan een watervalletje. We bevinden er ons op
een uitgestrekte grasvlakte bezaaid met hoge basalttorens (de grasvlakte doet ons denken aan de film ’Lord of
the Rings’, we noemen het de vallei van de paarden). In twee portages brengen we er al ons materiaal naar toe
(per man hadden we ± 35 kg bij). Er dient dus steeds tweemaal op en neer geklommen te worden. Heel de
expeditie door zouden we trouwens dit systeem van verplaatsen toepassen. ’s Anderendaags klimmen we door
tot een plaats waar zich een paar geïmproviseerde hutten bevinden. Door de onveilige situatie ten zuiden van de
Elbrus hebben heel wat trekkingsagentschappen hun actieradius verlegd naar de Noordzijde. Ook bevinden er
zich nog een aantal tenten van klimmers van diverse nationaliteiten. Het is er vuil en smerig en overal liggen
drollen. Het stinkt er naar uitwerpselen. We zoeken een veilige plaats en verstoppen er een deel van ons
materiaal en dalen direct weer af. Voor het eerst hadden we sneeuw onder onze voeten. Deze plaats ligt op
3700 m. Je hebt er reeds een goed zicht op de te nemen route naar boven.
’s Avonds terug in ons vooruitgeschoven basiskamp
genieten we volop en kijken in een met sterren
bezaaide hemel. De volgende morgen, met pijn in ons
hart, breken we ons kamp op. Van op een heuvel
blikken we nog even terug op “de vallei van de
paarden”. In de namiddag, een stuk verwijderd van dat
stinkende kamp, op 3700 m. , slaan we onze tenten op.
We bevinden er ons direct bij de gletsjer en een
gletsjerbeek is binnen bereik voor fris water om ons te
wassen en voor drinkwater. Hier zouden we drie
nachten doorbrengen.
Elke dag hetzelfde scenario. ’s Morgens open hemel, ’s
namiddags regen , hagel, bliksem, donder. Een Rus die
beweert kampleider en officier te zijn, probeert ons nog wat
geld af te luizen. We hebben geen Russische gids en moeten
dus volgens hem een boete betalen. Uiteindelijk doet de
naam Pilgrim Tours wonderen en druipt hij, letterlijk, af
want het begint te stortregenen. Ondertussen brengen we
bagage naar Lenz Rock (± 4500 m). Lenz Rock is een plaats
op de berg waar een gordel van hoge bazaltrotsen uit de
eeuwige sneeuw steken. Daar vinden we een goed beschutte
plaats voor de tenten. We bouwen muurtjes om al onze
tenten.
Nog volop bezig begint het te sneeuwen en te stormen. Dezelfde nacht raast een sneeuwstorm over onze
kampplaats. Zonder de beschutting van de rotsen zouden we zo de eeuwigheid in geblazen zijn. Verschillende
tentstokken moeten het echter begeven. Met een bang hart overleven we de nacht, die bijna onmerkbaar
overgaat in een dag van hevige sneeuwval. Totaal ondergesneeuwd overschouwen we ons tentenkamp. Het
wordt een dag van “repareren” door de windstoten hen. Nog twee dagen blijft de sneeuwstorm aanhouden.
Even klaart het uit en ’s middags gaan we op verkenning naar boven. We vinden een neergestortte Russische
helikopter. Hij ligt er als een dode vogel met gebroken vlerken, neergesmakt tegen ‘Lenzrock’. We klimmen
door tot 4900 m. en worden weer teruggeslagen door hevige wind en sneeuw. Heel de nacht door stormt het; je
zou het bijna gewoon worden. Zo blijven we vastgekluisterd, bijna gevangenen van de berg, tot er op een
middag toch een waterzonnetje door de de dikke wolken heendringt. ‘s Middags nog vertrekken we naar boven
en bereiken een hoogte van 5200 m., bijna op de col tussen de twee toppen. We moeten schuilen voor de
aankomende storm achter een monumentale basaltrots. Weer maar eens slagen donder, hagel, sneeuw en wind
ons terug. In een witte duisternis dalen we ontgoocheld af naar ons tentplaats. Die avond klaart het volledig uit
en kunnen we zelfs voor het eerst op deze kampplaats buiten zitten. Het optimisme stijgt. ‘s Nachts stormt het
terug, maar dan plots wordt het muisstil, windstil. Tegen de morgen aan, in een bitter koude, kijken we in een
open hemel. Een stralende morgen breekt aan. Je voelt het. Koortsachtig maakt iedereen zich klaar voor de
klim. Dit is dé dag. We vertrekken samen met de opkomende zon en de wijkende maan die zich boven de
toppen heeft gevestigd. We nemen de directe route naar de Westtop, de hoogste top van de Elbrus. Na drie uur
klimmen bereiken we het zadel op 5400 m. tussen de twee toppen. We kunnen er een glimp opvangen van de
Baksanvallei in het Zuiden. Hoge toppen rijzen er op; de vele vierduizenders van de Kaukasus.
Een Russische gids die met Japanse klanten naar beneden komt raadt ons aan de rugzakken hier achter te laten
en dat “inbinden” overbodig is. Een raad die we natuurlijk NIET opvolgen. De laatste 200 hoogtemeters naar
de top worden heel wat steiler (± 35°). Het zicht om het omringende Kaukasusgebergte is om nooit te vergeten.
Niemand is ook maar iets hoogteziek door de goede acclimatisatie. Iedereen is ontroerd bij deze laatste meters
naar de top. Eindelijk!! Maar.. weer maar eens slaat het weer om. Dikke wolken en een hevige wind omringen
ons. We zetten door. De natte sneeuw striemt in ons gezicht; als een koud stortbad valt het over ons.
In een hevige bergstorm bereiken we de top. De emoties van de
Elbrusboys laaien hevig op. Aan het standbeeldje dat op de top staat
nemen we foto’s en filmen. De vlaggen van de sponsors worden
bovengehaald. Elk expeditielid werkt zich uit de naad om alle
mogelijke foto’s te maken. Ondertussen worden we bijna van de top
geblazen en worden allen doorkoud. Een halfuur later in een loeiende
storm dalen we af. Algauw zijn we ons spoor naar beneden totaal
bijster. Ons spoor naar boven is totaal ondergesneeuwd. Om het
tweede cordée niet kwijt te raken maken we het vast aan het eerste.
Door de steilheid is het voorzichtig dalen. We zien geen twee meter
voor onze ogen. Plots beginnen we terug te stijgen en zo weten we dat
we terug in de col zitten tussen de twee toppen.
Na een tijdje dalen stellen we echter vast dat we richting Zuid i.p.v. richting Noord dalen. Kompas en GPS
brengen ons terug in de juiste richting. Pal Noord dalen we af. Na een twee uur dalen komen we eindelijk uit
het dikke wolkendek. De stress deint weg en vanaf dan wordt de afdaling naar ons hoogtekamp een
triomftocht. Later zal bij elke Elbrusboy dit moment bijblijven als het mooiste van heel de expeditie.
Aangekomen in het kamp blijft iedereen maar lachen en lachen..
De dag erna, na één van de zaligste nachten in het leven van elke
Elbrusboy, worden we weer maar eens wakker in een witte
duisternis. Allen zijn we het er mee eens dat de afdaling naar het
Oosten nu kan beginnen. De Oosttop laten we voor wat hij is.
Vooral ook de kapotte tentstokken baren ons zorgen. We steken
een spaltenrijk gebied over en bereiken een stad van basaltrotsen
met honderden kathedralen van zwarte rots. We dalen nu af in een
niemandsland: riviertjes, gletsjers, grassteppen, kleine wouden van
dwergbomen, valleien van bloemen…
We trekken er al dalend doorheen. Aan een gletsjermeer slaan we onze tenten op. Het is een betoverende plaats
met uitzicht op de berg. Als dank aan de berggoden bouwen we iets hogerop honderden torens. Het is een
heilige plaats. Mooi, mooi, mooi. Na nog twee dagen van afdalen door vele ongeschonden valleien bereiken we
terug het basiskamp. Net voor we” opgehaald worden door het landroverbusje van Pilgrim Tours, scheert er een
Russische gevechtshelikopter over onze tenten… tijd dat we hier weg zijn!
Terug in Piatigorsk, drinken we onze eerste pint, douchen, nemen contact op met thuis, maar bovenal eten en
drinken we als tempeliers.. Nagenietend van het voorbije avontuur.
Twee dagen later verlaten we Rusland zoals we gekomen zijn, d.w.z. lastiggevallen worden door politie die
steeds weer op zoek is naar roebels. Dit land van corruptie heeft nog een lange weg te gaan. Van een snikheet
Moskou (31°C) landen we in een koel Brussel (15°C), verwelkomd door vrienden en familie.
Proficiat Elbrusboys! Ik eer jullie met de woorden van mijn legendarisch klimmersidool uit mijn jeugd Lionel
Terray: jullie zijn “Les conquérants de l’inutile”.
Frank Mattens
De sponsors: Bergsport Vlaams-Brabant
Trekking Aal
Pur Natur - Bio Joghurt
Roska-Hébertisme Asse
K.S.C. Satelliettelefoon
Speedy Asse (Broodjes-en traiteurzaak)
Gemeente Asse
En vooral de vele helpende handen tijdens onze spaghetti-avond!
ELBRUS PROJECT 2011 PRESENTE :
'Les aventures des Elbrusboys'
Après deux ans d'une intense préparation (selon la méthode Hébertiste), les Elbrusboys sont partis pour la
Russie le lundi 5 juillet 2011. Leur objectif : l'escalade de l'Elbrus.
L'Elbrus est avec ses 5642m le plus haut sommet de la chaîne du Caucase et donc de l'Europe. Pour
escalader cette montagne, ils ne prendraient pas la route du Sud la plus usitée mais la route du Nord bien
moins connue. Ils se proposent en plus d'atteindre d'autres objectifs : escalader les 2 sommets, descendre
par le côté Est, respecter une méthode d'adaptation à l'altitude pendant l'escalade, se préparer
physiquement via la Méthode Naturelle de l'Hébertisme, réaliser un film et enfin gravir la montagne en
toute indépendance, sans l'aide d'un guide de montagne local.
Vous pourrez lire dans ce compte rendu comment cela s'est passé finalement et comment s'est déroulée
leur aventure.
* Les Elbrusboys étaient :
Quinten Mattens, Jeroen Adam, Fabian Buysrogge, Dries Desmet, Jochen Maas, Frederic Sablain en Frank
Mattens.
Le compte rendu
Après un vol de nuit de Zaventem à Moscou et Saint Petersbourg (dont je vous épargnerai les détails), nous
avons enfin atterri dans un endroit étouffant nommé Minealnye Vody, l'aéroport le plus proche de la région
de l'Elbrus. Un agent de Pilgrim Tours, notre organisme de voyage sur place, nous attend fidèlement et nous
emmène dans un minibus équipé de l'air conditionné et plein à craquer à la petite ville de Piatigorsk. La
présence massive de policiers nous frappe immédiatement. Nous sommes emmenés à l'InterHotel (hôtel
d'état typiquement russe) situé dans un parc sur une colline de la ville. Nous rencontrons là Andrew, notre
personne de contact de Pilgrim Tours. Il gère notre séjour et le transport vers le camp de base. Nous passons
encore un jour à faire des achats (nourriture de base, essence, vodka...) et nous partons tôt le matin pour
l'Elbrus. Un voyage de 5 heures, infernal mais inoubliable et aventureux nous amène au camp de base sur le
côté nord de l'Elbrus.
Un point négatif sur la route : une patrouille militaire nous déleste de 1300 roubles (1300 anciens francs
belges) par personne. Mais... il fait beau dehors et le camp de base (+/- 2600 m) est une oasis de milliards de
fleurs jaunes, de vaches, de chevaux et de lemmings. La vue sur la montagne en est époustouflante. On monte
nos tentes au bord d'un torrent. Nous restons éveillés la nuit à cause des odeurs et du bruit d'un générateur
du camp militaire tout proche. Nous décidons de nous éloigner. Nous partons en reconnaissance et à +/- 2900
m, nous trouvons un emplacement nous convenant près d'une chute d'eau. On se retrouve sur une étendue
d'herbe ceinturant des tours de basalt (ces étendues d'herbe nous font penser au film “Le seigneur des
Anneaux”, nous la baptisons la vallée des chevaux). Tout le matériel est acheminé en 2 portages (+/- 35 kgs
par personne).
Il nous faut donc toujours monter et descendre 2 fois, nous devrons appliquer ce système tout au long de
l'expédition. Les jours qui suivent, nous montons jusqu'à un endroit où se trouvent quelques huttes
improvisées. Beaucoup des agences de trekking ont porté leur action sur le côté Nord de l'Elbrus, la situation
étant peu sûre au Sud. On retrouve aussi quelques tentes d'alpinistes de différentes nationalités. Il fait sale et
le sol est constellé d'étrons. Cela pue à en vomir. Nous recherchons un emplacement sûr et y laissons une part
de notre matériel et reprenons notre ascension. Pour la première fois, nous avons de la neige sous les pieds.
Nous sommes maintenant à 3700 m. On y a déjà une belle vue sur la route menant au sommet.
Le soir, de retour dans notre camp avancé, nous profitons
pleinement du ciel étoilé. Le lendemain, le coeur en peine,
nous démontons le camp. Du sommet d'une colline, nous
observons de nouveau la “vallée des chevaux”. Dans l'aprèsmidi, nous montons les tentes à 3700 m. Nous sommes
proches du glacier qui nous offre l'eau potable et l'eau
fraîche pour nous laver. Nous passerons 3 nuits à cet
endroit.
Chaque jour le même scénario. Le matin, ciel clair, l'aprèsmidi la pluie, la grêle, les éclairs, le tonnerre. Un Russe qui
affirme être chef de camp et officier essaye encore de
nous soutirer quelque argent. Nous n'avons pas de guide
russe et devons par conséquent selon lui verser notre
obole. Finalement, le nom de Pilgrim Tours fait des
merveilles et il disparaît littéralement lorsqu'il commence
à pleuvoir averse. Sur ce nous emmenons nos bagages à
Lenz Rock (+/- 4500 m). Lenz Rock est un site de la
montagne où une ceinture de rochers basaltiques surgit
des neiges éternelles. On trouve là un bon endroit abrité
pour installer nos tentes.
Nous sommes occupés lorsque les rafales commencent et qu'il se met à neiger. La même nuit, une tempête
de neige s'abat sur notre camp. Sans l'abri des rochers, on n’aurait pas survécu. Plusieurs piquets de tente ont
lâché. La peur au ventre, nous survivons à la nuit qui insensiblement se mue en une journée de denses chutes
de neige. Submergés par la neige, nous observons notre camp. La journée se passe à réparer sous les rafales
de vent. La tempête de neige se maintient 2 jours. Le ciel s'éclaircit enfin et nous partons vers midi en
reconnaissance vers le sommet. Nous trouvons un hélicoptère russe abattu. Il gît comme un oiseau aux ailes
brisées abattu sur les flanc du Lenz Rock. Nous poursuivons jusqu'à 44900 m et sommes à nouveau frappés de
plein fouet par un vent violent et la neige. La tempête sévit toute la nuit, on en est presque habitués. Nous
restons donc cloîtrés, prisonniers de” la montagne jusqu'à ce qu'un jour midi un soleil triste perce les épais
nuages. Nous partons immédiatement et atteignons une altitude de 5200 m, presque au niveau du col entre
les 2 sommets. Nous nous abritons derrière une roche basaltique monumentale voyant la tempête arriver. De
nouveau de la grêle, de la neige et du vent mais moins violent cette fois. Nous descendons déçus dans
l'obscurité “blanche” vers notre camp. Le soir tout s'éclaircit et on peut même s'asseoir dehors pour la
première fois. L'optimisme revient. De nouveau une tempête la nuit et soudain le silence, plus de vent. Au
matin, dans le froid, nous regardons le ciel bleu, c'est l'aube d'un matin radieux, on le sent. Chacun se
prépare fébrilement pour l'ascension. C'est le jour J. Nous partons ensemble sous le soleil naissant et le
quartier de lune posé sur les sommets. Nous empruntons la voie directe vers le sommet Ouest, le plus haut
sommet de l'Elbrus. Après 3 heures d'ascension, nous atteignons le col entre les 2 sommets à 5400M. Nous
pouvons apercevoir la vallée Baksan au Sud. De hauts sommets en émergent, les nombreux plus de 4000
mètres du Caucase.
Un guide russe qui descend avec des Japonais nous conseille de laisser ici les sacs à dos et tout ce qui superflu.
Un conseil que nous ne suivons naturellement pas. Les 200 dernier mètres vers le sommet deviennent très
raides (+/- 35°). La vue sur les montagnes du Caucase nous entourant est inoubliable.
Personne ne souffre de l'altitude grâce à la bonne acclimatation. Tout le monde est excité sur ces derniers
mètres vers le sommet. Enfin ! Mais... le temps se couvre à nouveau. De gros nuages et un vent soutenu nous
entoure.
Nous continuons. La neige humide nous fouette le visage, une
douche glacée nous tombe dessus. Nous atteignons le sommet dans
le blizzard. L'émotion des Elbrusboys est à son comble. Nous filmons
et prenons des photographies près de la statuette fixée au sommet.
Les drapeaux des sponsors sont hissés. Chaque membre de
l'expédition prend des photos sous toutes les coutures. Nous
sommes pendant ce temps pratiquement soufflés en bas du sommet
et nous prenons tous froid. Une demi-heure plus tard, nous
descendons dans la tempête. Nos traces de l'ascension ont disparu
sous la neige. Nous nous attachons au premier de cordée pour ne pas
nous perdre. La descente est raide et nous pratiquons prudemment.
On ne voit pas à 2 mètres. Nous remontons soudain et savons ainsi
que nous avons atteint le col entre les 2 sommets.
En descendant, nous constatons que nous sommes en direction du Sud plutôt que du Nord. Compas et GPS
nous ramènent sur le bon chemin. On descend la pente Nord, après 2 heures, nous quittons enfin l'épaisse
couverture nuageuse. Le stress disparaît et à partir d'alors, la descente vers le camp du haut devient un
voyage triomphal. Plus tard, ce moment restera comme le plus beau de toute l'expédition pour les
Elbrusboys. Arrivés au camp, tout le monde éclate de rire, rire, rire...
Le jour suivant, après une des nuits les plus bénies de la vie des
Elbrusboys, nous nous réveillons à nouveau dans l'obscurité
blanche. Nous sommes tous d'accord pour entamer la descente
vers l'Est. Nous laissons là le sommet Est. Les piquets de tente
cassés nous rendent soucieux. Nous traversons une région riche en
crevasses et atteignons une véritable ville couverte de centaines de
cathédrales de roches basaltiques noires. Nous descendons
maintenant dans un noman's land : rivières, glaciers, steppes,
bosquets d'arbres nains, vallées de fleurs...
Nous descendons toujours, nous montons nos tentes en bordure d'un lac de glacier. C'est un endroit
enchanteur avec vue sur la montagne. En guise de merci aux Dieux de la montagne, nous bâtissons quelque
chose au-dessus des centaines de tours. C'est un lieu saint, d'une beauté inouïe. Encore deux jours de
descente à travers de vierges vallées nous rejoignons le camp de base. Avant d'être repris par le minibus de
Pilgrim Tours, un hélicoptère de combat russe rase nos tentes, il était temps de partir. De retour à Piatigorsk,
nous buvons notre première pinte, nous douchons, prenons contact avec la maison, mais surtout mangeons
et buvons comme des templiers... savourant l'aventure passée.
Deux jours plus tard, nous quittons la Russie comme nous sommes venus, càd. De nouveau dévalisés par la
police toujours en quête de roubles. Ce pays de corruption a encore un long chemin à parcourir. D'une
chaleur torride à Moscou (31 °) nous débarquons dans la fraîche Bruxelles (15 °), accueillis par nos amis et la
famille.
Félicitations Elbrusboys ! Je vous rends hommage avec les mots de mon idole de jeunesse, l'illustre alpiniste
Lionel Terray : vous êtes les “Conquérants de l'inutile”.
Frank Mattens
Les sponsors: Bergsport Vlaams-Brabant
Pur Natur - Bio Joghurt
K.S.C. Satelliettelefoon
Gemeente Asse
Trekking Aal
Roska-Hébertisme Asse
Speedy Asse (Broodjes-en traiteurzaak)
Et surtout les nombreux volontaires pendant la soirée spaghettis
Centre d’ASSE : 25 ème anniversaire
Ce 25 juin 2011 le "Klub" Assois OmniSport Récréatif (les majuscules permutées donnent le sigle
avec l'orthographe de l'époque de la création) fêtait ses 25 ans d'existence et les 30 ans 'hébertisme
à Asse.
Horaire prévu :
11:00 : Parcours d'obstacle (en groupe ou individuel)
14:00 : départ de la promenade de la région de la bière
16:00 : début de la leçon de démonstration de Frank Mattens
17:00 : Bal-Barr
Une demi-douzaine d'"esneutois" sont arrivés après la leçon (à peine raccourcie) donnée à Esneux et
un trajet de plus de 100 km .
Largement à temps pour la promenade mais trop tard pour le parcours . ... Théoriquement car Frank
MATTENS savait ce que nous sommes et ce que nous cherchions ...
Pas question d'échapper au parcours , je savais que faire une
fois le tour sans franchissements mais en courant et en portant
une bûche (pas trop lourde pourtant) allait me rendre "sans jus"
pour les lancers , grimper et autres "difficultés" du tour numéro
2 et ultime .
Et ce fût le cas, après ce tour 2 , j'étais vidé mais heureux !
La leçon de Frank fût un exemple de dynamisme et la preuve de la bonne forme des pratiquants du
club de Asse .
Le président des hébertistes francophones ( Christian BEUGNIER ) s'est entretenu du streching
(étirements) avec le président de l'unique club flamand qui pratique l'hébertisme en s'en
revendiquant, Frank MATTENS .Pour ce dernier, les étirements doivent se faire à la FIN de la leçon et
leur caractère naturel est évident quand on voit un chat s'étirer . Pour le rédacteur de la présente ,
certaines activités de cueillettes notamment nécessitent des mouvements, délicats (pour ne pas
âbimer le fruit de la cueillette) et en extension parfois extrême. Ne peut-on imaginer que la
simulation de tels exercices soit un stretching qui ne dit pas son nom ?
Centre d’Esneux : anniversaire du Président
La famille revenait d’un super week-end à Sensenruth (près de Bouillon) où elle s’était réunie dans
un grand gîte pour fêter les 80 ans de Charles Demelenne, le 20 novembre 2011.
Tout le monde s’y était mis : Philippe, Dominique et Aurore avaient imaginé la chanson, la
« petite (25 !)» famille l’avait interprétée et c’est finalement Bernadette qui l’a mise en page…
Le Salon
RETROUVAILLES
2011
Lors de l’inauguration samedi matin
(03/09), Michel Firket, Echevin de
l'Urbanisme, de l'Environnement, du
Tourisme et du Développement
durable de la Ville de Liège a conjuré les éléments en clamant que « le temps est toujours
clément à Retrouvailles ! »… Après la superbe journée de samedi, bondée, le ciel a bien failli
le démentir dimanche matin… Mais tel un clin d’œil, prouvant que les promesses des
politiciens peuvent se réaliser, le soleil est réapparu l’après-midi, repoussant obstinément les
nuages jusqu’au moment où ceux-ci ont fini par gagner la bataille, en fin de journée, vers
18H30… Juste au bon moment pour clôturer cette nouvelle édition 2011 ! Tant pis pour les
exposants, forcés de « démonter » sous la pluie (fine, heureusement).
Comme les années précédentes, la
FBHY était représentée sur un seul
et unique (double) stand… Mais ce
dernier, décoré de nouveaux
panneaux, tous frais, tout neufs !
Autant côté Yoga, que côté
Hébertisme...
Deux nouveaux panneaux pour le
C.H. de Visé, assortis à ceux du
Yoga... En remplacement des
anciens panneaux détériorés par
les intempéries... Et 3 autres
panneaux,
un
présentant
l'Hébertisme et où le pratiquer en
Belgique, un panneau sur les 10
familles, en images (avec des
photos provenant de tous les
centres, même de Asse !), et un
nouveau panneau pour Esneux,
avec des photos du parcours...
Et tant qu'à faire, un nouveau "flyer" basé sur les mêmes informations et la nouvelle Charte graphique,
incluant les coordonnées des 3 centres de la région liégeoise... Merci à celles et ceux qui ont travaillé
pour préparer tout ce nouveau matériel !
Mais, il faut se rendre à l'évidence, ce
qui a le plus attiré le public, qui
s'arrêtait et prenait le temps de le
regarder... C'est le nouveau film
fédéral ! Projeté sur un PC portable,
avec un écran plat (chacun tourné vers
un côté du stand)... Voir comment cela
se passe « en vrai » est beaucoup plus
parlant pour les visiteurs… Un Ipad
avec une belle image ou un powerpoint
défilant, ça attire tout de suite les
regards aussi !
Commentaire du Yoga : « Vous êtes drôlement bien équipés à
l’Hébertisme ! ». Précision : tout le matériel est personnel… ;-)
Belle mobilisation aussi pour assurer les permanences sur le
stand cette année ! Le CHV et le CHE étaient bien représentés.
Et ne vous fiez pas aux images… Nous ne sommes pas restés
les bras croisés ! ;-) D’ailleurs, si vous ne voyez pas plus de
monde sur les photos, c’est que nous n’avons pas pu prendre le
temps de photographier tant il y avait du monde…
L’idée avait germé de placer un parcours mobile (cfr IRISPORT,
voire même plus simple encore)… Nous avions même obtenu
l’accord pour un bel emplacement, sur la pelouse du lac, mis
gratuitement à notre disposition… Un peu loin de notre stand
malheureusement… Mais la crainte de certains de ne pouvoir assurer les présences simultanées à la
fois sur le stand et sur le parcours nous a forcés à abandonner l’idée… Pourtant, vu le nombre que
nous étions sur le stand, nous aurions sans problème pu assurer une permanence sur le parcours…
Renseignements sont déjà pris pour l’édition 2012… Il faudra en reparler en C.D. et en A.G.
Autre idée à retenir, proposée par Laurianne (CHE) ; apporter quelques perches et ballons,
simplement, et faire quelques petits exercices près ou devant le stand… Dès qu’il y a une
« animation », cela crée un attroupement… Et cela évite
toute la logistique du transport de la piste mobile…
Beaucoup de visiteurs ne semblent pas encore connaitre
l’Hébertisme… (« Hébertisss … ? C’est quoi, ça ? »), voire
même n’arrivent pas à lire (« Herboristerie et Yoga, c’est
ca ? »). Cela dit, de plus en plus connaissent (« J’en ai
fais quand j’étais jeune… » ou « quand j’étais aux
mouvements de jeunesse »)… et parfois, plus rarement ;
« J’en ai fais il y a pas longtemps, à Liège, et je voudrais
m’y remettre ! ».
Argument porteur : La M.N. est une méthode très actuelle, aux goûts du jour, vu la sensibilisation à la
nature, au développement durable, au respect de la planète… très « en vogue » aujourd’hui ! Qui plus
est, c’est une méthode très économique (peu de matériel, pas de gros frais…) ce qui, dans la période
de crises que nous traversons, permet à chacun de pratiquer une activité sportive sans payer
d’abonnements exorbitants dans des salles de fitness !
Au total, je pense pouvoir dire que nous avons eu, grosso modo, certainement plus d'une centaine de
personnes, probablement plus proche de 200, sur les 2 jours... La moyenne d'âge variant très fort vu
que Retrouvailles est un événement ouvert à tous, avec tout de même beaucoup de familles, mais
aussi de personnes âgées qui se baladaient... Nous avons tenté de "filtrer" le public et de "cibler"
surtout les familles, les jeunes, bref tous ceux qui ont le bon "profil" pour pratiquer notre méthode...
Malheureusement, pas de nouveaux qui
se soient présentés ce samedi matin
(10/09) à Esneux ! Dommage... Pourtant,
il y avait beaucoup d'intéressés pour le
CHE ! Mais de là à ce qu'ils se mettent
en route le samedi matin pour venir ...
Il faisait très beau pourtant ce samedi...
Et c'était sur le parcours. Espérons qu’ils
nous rejoindront dans les semaines à
venir.
Philippe et Aurore COMPERE – CHE – 13/09/11
« Le Club des Cinq en
vadrouille »
Ou « … et la Boucle de
l’Ourthe »
Lors de notre A.G. du 31 mai dernier, nous avions décidé d’organiser une journée de
balade en vélos… Cette idée avait été émise plusieurs fois les années précédentes,
mais sans aboutir… Cette année, pas question d’annuler ou même de reporter cette
activité ! La date de ce dimanche 11 septembre (facile à retenir !) avait été décidée de
commun accord… Le salon RETROUVAILLES (1er week-end de septembre) à peine
terminé, un DOODLE d’invitation est transmis à tous les membres pour rappeler
l’imminence de cette sortie… 7 inscriptions ! Pas mal pour notre petit groupe…
Malheureusement, pas de chance, après une magnifique
journée samedi, celle de ce dimanche se présente beaucoup
plus maussade … La pluie est au rendez-vous, ce qui en
aura(it) découragé plus d’un(e)…
Mais un groupe d’irréductibles esneutois (ou presque) refuse
envers et contre tout l’invasion de la morosité et enfourche sa
monture pour s’élancer par monts et vaux ! Nous sommes bien
équipés !
Après un départ sous la pluie, et
quelques détours (Une partie du
RAVeL est en travaux justement à
Comblain ! Décidément…), les
superbes paysages de la Boucle
de l’Ourthe défilent devant nos
yeux… Après une pause à
Esneux (voir illustration cidessous), c’est le magnifique
amphithéâtre de la « Roche aux
Faucons » qui s’ouvre à nous…
La « Roche aux Faucons » vu de la Boucle de l’Ourthe
Objectif : Suivre le RAVeL depuis
Comblain-au-Pont
jusque,
si
possible, Angleur… Aller-retour,
puisque les voitures sont garées à
Comblain-au-Pont…
Vu le temps, et notre manque d’entrainement, nous sommes déjà
heureux d’avoir pu faire Comblain-au-Pont / Méry aller et retour !
Soit près de 40 Km au total (Ne comptez pas… Il faut inclure tous
les demi-tours dus aux mauvaises indications –ou totalement
absentes !-, aux détours, etc.).
Jusqu’en 1930, à cause de l’avènement du chemin de fer, l’Ourthe a
servi pour transporter de lourdes cargaisons, sur des bateaux à fond
plat et aux extrémités recourbées, les "Bètchètes". Le long du canal
de l’Ourthe, projet pharaonique qui datait de l'époque Hollandaise et
visait à relier la vallée de la Meuse à la Moselle et au Rhin,
abandonné à l’indépendance de la Belgique, subsistent quelques
anciennes écluses…
D’autres vestiges agrémentent aussi notre promenade, dont ceux
d’anciens fours à chaux…
Ancienne écluse sur
le Canal de l’Ourthe
Arrivés à Méry, une belle halte désaltérante
nous tend les bras… Cette pause tombe à
pic ! Voilà enfin le soleil qui perse ! Nous
allons pouvoir sécher…
Un bon café plus tard, nous prenons le
chemin du retour…
« Si j’avais su, j’aurais pas venu ! » Qui a
dit cela ??
C’est vrai qu’avec le vent de face, le retour
est « hard » ! Même les coureurs nous
rattrapent ! Mais on tient bon…
Le soleil fait son apparition à Méry
Partis à 10h, c’est vers 16 heures que nous rejoignons
Comblain-au-Pont, fourbus, mais heureux de cette belle
journée !
Bravo à tous, et surtout à Charles, bien souvent 1er de file !
Quelle forme !
Allez… La prochaine balade, on part de Méry jusque Liège !
Un jour peut-être… Les Chemins de Compostelle ? ;-)
Charles en pleine forme !
IPhilGood
CHE
12/09/11
Découvrez l’hébertisme: de la gym très “ nature ”
Un “ Parcours Hébert ” doit avoir des caractéristiques bien
déterminées. À l’avant-plan, Roberte Vanderhaegen. N.M.
Vendredi 29 juillet 2011
SPORT INSOLITE
À Jamioulx, une bonne soixantaine d’amateurs s’adonnent à cette
discipline
Passé la gare de Jamioulx, quand on vient du haut du village, on
peut voir un panneau indiquant “ Centre Hébert ”. Mais que se
cache-t-il derrière cette inscription? ”
Pour beaucoup, ces deux mots ne veulent rien dire.
Heureusement, Thérèse Draye est tout indiquée pour éclairer
notre lanterne. Et pour cause, depuis 25 ans, elle dirige le Centre
Hébert du Val d’Heure: “ l’hébertisme, c’est une gymnastique
naturelle qui permet d’entretenir et développer la condition
physique en pleine nature, dans un esprit d’altruisme et
d’entraide. Les exercices sont codifiés en fonction de 10 familles:
la marche, la course, le saut, la quadrupédie, le grimper,
l’équilibre, le lancer, le lever, la défense, la natation. ”
Thérèse Draye explique les bienfaits de l’hébertisme: “ La
méthode, basée sur des gestes naturels, permet de développer
l’entièreté du corps. Et comme tout se passe en plein air, par
tous les temps, on devient plus résistant, on tombe moins souvent
malade. Nous avons déjà eu des seniors de 85 ans. Ici, il n’y a pas
d’esprit de compétition. ”
Notre interlocutrice, par ailleurs prof de gym, poursuit: “ Dans
notre discipline, on est toujours en mouvement. Il y a cependant
des périodes de repos relatif. À un effort intense succède un
effort qui l’est moins. Avec notre méthode, chacun développe
toute sa musculature tout en travaillant en endurance. À son
rythme et selon ses possibilités, qui plus est. Ce qui est bien
aussi, c’est la variété des exercices proposés.’
Roberte Vanderhaegen, monitrice ADEPS et qui est au club depuis
ses débuts en 1980, participe, elle aussi, au développement de
l’hébertisme. “ Une leçon dure entre 1h30 et 2 heures, au cours
de laquelle on court, on marche, on saute, on grimpe, on lance,
etc. Dans la bonne humeur. Toutes les parties du corps sont
concernées. Il faut savoir aussi qu’il est prévu un échauffement
de 20 à 30 minutes. ”
Aux dires de ses membres, le Centre Hébert du Val d’Heure est un
club on ne peut plus convivial. Robert Geurts et Guy Deveux: “
Après le cours, on se retrouve dans un wagon qui nous sert de
vestiaire. Et comme il y a 65 membres inscrits, on fête
fréquemment des anniversaires. Donc, des occasions de boire un
verre et manger un morceau de tarte. Ceci dit, le samedi, nous
sommes généralement 20 à 25 à répondre à l’appel.
Un “ Parcours Hébert ” doit avoir des caractéristiques bien
déterminées. À l’avant-plan, Roberte Vanderhaegen. N.M.
ou retrouver l'article en cliquant sur le lien ci-après
http://archives.sudpresse.be/sport-insolite-decouvrez-l
%E2%80%99-hebertism%20e-de-la_t-20110728-H38H03.html?
queryand=h
%E9bert&firstHit=0&by=10&begYear=20%2011&begMonth=08&be
gDay=1&endYear=2011&endMonth=08&endDay=02&sort=datedes
c&whe%20n=-1&pos=1&all=753&nav=1%3E
%20&firstHit=0&by=10&begYear=2011&begMonth=08&begDay=1&
endYear=2011&endMonth=08%20&endDay=02&sort=datedesc&wh
en=-1&pos=1&all=753&nav=1
Centre GYMNAT : marche en Forêt de Soignes
•
•
Comme de coutume désormais, nous nous sommes répartis en
2 groupes selon la distance que l’on souhaitait parcourir. Nous
nous sommes donné rendez-vous à la Ferme du Château de La
Hulpe (Drève de la Ramée 6A -1310 La Hulpe) avant d’entamer
au choix :
une Grande boucle de 22 kms sur le territoire des communes
de La Hulpe – Watermael Boitsfort – Rhode St Genèse
une Petite boucle de 13 kms (communes de La Hulpe – Rhode
St Genèse)
La date du 5 novembre était idéale, la forêt sompteuse et la météo
notre alliée, on ne peut que vous conseiller cette promenade.
Centre GYMNAT : journée Porte Ouverte
Ca se passait le samedi 1 octobre dernier, les centres
avaient promis d’être présents, le soleil était annoncé.
Le timing du jour s’avérait serré, les épreuves peutêtre un peu trop nombreuses…
Le montage des obstacles ne s’est pas passé
comme on s’y attendait, les Eaux et Forêts
nous ont interdit l’installation de câbles et de
lianes pour traverser la Biesmelle. Le MET
quant a lui nous a empêché de placer nos
cordes d’escalade, l’endroit étant maintenant
sillonné par le Ravel, on ne pouvait courir le
risque d’éboulis.
La Journée s’est finalement réduite à un
échauffement en plateau, un ballon hébertiste et une
courte marche orientation, pas de quoi déplacer les
foules, mais le Val d’Heure, Bruxelles et Waterloo,
géographiquement assez proches, ont répondu
présent et on s’est tous finalement très bien amusés.
Fischerman’s Friend Strongmanrun à Anvers
Ce nom imprononçable et à rallonge fait allusion au Sponsor qui vend différentes pastilles mentholées
anisées,.. au goût assez fort . Strongman est utilisé aussi (en anglais dans le texte) chez les confrères du
"Crossfit" pour qualifier des exercices de PORTER-DEPLACER assez lourds. STRONGMAN signifie "homme
fort" et le mot RUN signifie courir ou course. En fait, nul besoin de pouvoir porter une enclume entre le
pouce et l'index ou remorquer un tram articulé avec l'auriculaire ou encore d'être de sexe masculin pour
participer à cette course. La force en question sera à exercer à due concurrence du poids propre du
participant car il s'agira de progression "pas nécessairement horizontale". Le concept "FORT" ne doit pas
effrayer les hébertistes car "Etre fort pour être utile" est notre devise !
Donc à Anvers un peu à l'ouest près de l'Ecluse Royers, ce 13 août 2011 il y avait au programme:
13 km (*) en 2 boucles de 6.5 km (*) et un
grand nombre d'obstacles plus au moins
difficiles dont le plus facile était un tunnel
piétons-cyclistes agrémenté d'un voile noir
"palais des horreurs" et d'un générateur de
vapeur pas très endurant.
Des bottes de paille "assez compactes" se
trouvaient à différents endroits du circuit :
- pour faciliter le franchissement d'un fossé
(SIC)
- pour canaliser les participants dans un
agglomérat de vieux pneus (obstacle
nettement sous-dimensionné)
- pour la réception après passage d'un
container-box ( la montée se faisait par un
filet de l'autre côté )
- et parfois simplement comme marche pied)
Les organisateurs demandaient de retirer les dossards assez tôt ( 9 h à 14 h ) pour un départ à 15 h .
La plupart des obstacles étaient tout-à-fait artificiels ( j'ai reconnu des parties supérieures de réservoir
de gasoil en plastique ) sauf des passages de talus très très inclinés (ma session d'information pour
confrères-moniteurs du 30 avril 2011 me revint en tête). D'abord deux détournements par barrières
NADAR obligent à interrompre la ligne logique du sommet de la digue de l'Escaut et à descendre puis
remonter un talus herbeux. Ensuite des digues internes , vestiges boisés de fortifications devaient être
franchies tantôt avec corde tantôt sans . Le gag était l'arrosage de ces pentes ce qui rendit d'abord les
pentes glissantes sans provoquer de grosse boue vu le relief . Toutefois au deuxième tour l'érosion
combinée (eau + passage humain) avait fait son oeuvre : les gros graviers, les briques et autres éléments
lourds restaient seuls sur le fond d'un micro-canyon facile à parcourir ( les pieds étant déjà mouillés on ne
va pas s'effrayer de ce petit ruisseau ).
Autre arrosage plus folklorique que fonctionnel : celui d'un toboggan gonflable pas très incliné et pas très
glissant . Bien sûr , certains participants en ont profité pour jouer et se salir dans la flaque de réception ,
mais le franchissement le plus rapide consistait en un petit jogging à travers l'obstacle . D'autres
obstacles consistaient en containers ouverts à franchir et en un tunnel de quadrupédie. Ces deux derniers
obstacles étant bien visibles de la tente-tribune-bar.
Après le premier tour, j'ai du chercher le départ du
second tour tant j'étais englué dans les récipiendaires
appelés ici "finishers" (ceux qui avaient fini les deux
tours). En fait un jogging de 1300 personnes (si, si ) ne
s'organise pas comme un de 200 .. . Les derniers retraits
du colis "dossard à puce" ont fait l'objet de files
monstrueuses si bien que le départ a été retardé de 30
minutes. Ensuite il n'y avait pas de raison de se
précipiter sur la ligne de départ puisque la détection de
puce s'y faisait tant au départ qu'à l'arrivée.
Et pourtant il y eu des files dans le premier tour. Sans oublier que les "champions" entrés dans le second
tour ont rattrappé les coureurs du premier tour. Parfois les signaleurs ont prié les "champions" de
contourner l'obstacle encombré, parfois les "champions" se sont acharnés à contourner la file mais à
franchir l'obstacle. La consolation pour les plus lents (doublés et retardés) était d'espérer qu'eux au moins
pourront vraiment profiter deux fois de chaque obstacle en toute sérénité et en effet c'était un
plaisir que de refaire les obstacles avec l'expérience acquise au premier tour.
En résumé, une expérience inoubliable, accessible à tous les hébertistes. L'organisateur aurait même pu
faire plus en introduisant une ou plusieurs fosses à boue ou à eau à franchir ou encore un passage
nécessitant plus de recours aux bras. Cependant, je n'aurais pas aimé me mouvoir ou me réceptionner
dans l'eau peu engageante de l'étang local. Une zone portuaire historique est souvent polluée.
Le coût me paraît exageré (38 EUR moins ma réduction pour inscription hâtive) d'autant qu'on pourrait
se demander à quoi servent les nombreux et peu discrets sponsors. Et cependant en matière de douches
(rares), vestiaires (inexistants), casiers-consignes (inexistants) un effort eût pu être fait !
J'ai envie de dire que l'hébertisme est encore bien vivant même s'il oublie parfois son nom et qu' un
succès de foule comme celui du Fischerman’s Friend Strongmanrun ne peut se concevoir que par des
méthodes de promotion ciblées (Presse; Internet; ...). dont je constate les résultats sans tout comprendre
et qui nécessitent peut-être des moyens énormes de la part des sponsors. D'où le coût de l'inscription ?
Jean Delandtsheer
_____
(*) quand je pense à mon temps de parcours (1h 42 min) combiné à de belles files d'attente devant
certains obstacles, j'estimerais plutôt le parcours à 2 * 5 km soit 10 km .
http://www.hln.be/hln/nl/956/Meer-Sport/article/detail/1304755/2011/08/15/Eerste-Strongmanrunlokt-1-300-deelnemers-naar-Antwerpen.dhtml
Réponse de John-Edouard Ehlinger (vous vous souvenez… de
« Parkour » en Allemagne) à Cédric (de Movnat aux Etats-Unis) à
propos de la Paleonutrition
Je me suis bien renseigné sur le régime paléo, et il restera pour moi un régime épisodique pour les
différentes raisons que j'explique ci-après. J’espère sincèrement que la méthode MovNat saura
rester indépendante du régime alimentaire du pratiquant.
1. Avant tout on est français, et on se doit de promouvoir notre culture, celle-là même qui nous a
permis d'en arriver à ce qu'on fait aujourd'hui, même si c'est hors du territoire français. Je ne sais pas
si on peut parler de culture américaine, je dirais plutôt le modèle américain, modèle que je ne
conseille en aucun cas de suivre pour le moment. Lire sur http://perfecthumandiet.us/ que "Most of
us have heard that 65% of American adults are overweight or obese, and a shocking 45% of our
children and teens are as well", me rend triste pour toutes les victimes de ce modèle. Ce n'est pas
pour autant qu'il faut se priver des bonnes choses, tout est question de mesure, et ça la cuisine
française l'a prouvé depuis bien longtemps. Il est bien connu que les habitants du nord de la
Méditerranée vivent plus longtemps grâce entre autre à l'huile d'olive. Ces mêmes habitants ont
mangé des pâtes sans pour autant développer une intolérance au gluten. Et quant à cette histoire de
diabète, il est connu que les industries arrivent à nous rendre diabétiques, en d'autres termes
dépendants de l'industrie pharmaceutique, en modifiant artificiellement le goût de n'importe quel
aliment par l'ajout massif d'acide glutamique. Bref, on a un régime alimentaire reconnu
mondialement pour sa finesse, et j'en ferai toujours l'éloge.
2. J'ai lu la page "Foire Aux Questions" de Robb Wolf" et franchement je trouve son guide de
démarrage rapide très inconséquent.
2.1. Vider tous ses placards d'un coup va certainement créer un choc, mais va aussi amener les gens à
compenser en mangeant à l'extérieur. Je pense que la transition doit se faire en douceur.
2.2.1. Il dit "Ideally these options are grass fed or wild caught. If you cannot find those should you eat
a bagel? No! Conventional options are fine." et c'est là que ça commence à perdre tout son sens.
Qu'elle est l’intérêt de manger la viande d’un animal qui n'a sans doute jamais vu la lumière du jour?
Et je ne parle même pas de la manière dont il est nourri (voir l’épisode de la vache folle).
2.2.2. Il enchaîne avec "omega-3 enriched eggs"? Alors qu'il est bien connu que seuls les œufs issus
de l'élevage biologique ne contiennent pas de mauvais cholestérol.
2.2.3. Pour les "végétaux" (les légumes sont exclus du régime) "Shop with the season, which typically
means what is on sale." ce qui est à l'heure de la mondialisation complément faux.
2.2.4. Et pour les fruits, la papaye est un des fruits qui a le plus de vitamines au monde, pourquoi en
priver ceux qui veulent perdre du poids?
2.3. Quant aux boissons "Beverages are coffee, tea, mineral water." alors que le café est clairement
connu pour rendre dépendant, nerveux et surtout déshydraté! On voit bien qu'il n'a pas envie de se
mettre un des lobbies les plus puissants au monde à dos.
2.5. "Black out your room." Ben oui, alors que les hommes des cavernes s'endormaient au coin du
feu! "Do not watch TV or check email for at least 1 hour before bed. Go to bed early, get at least 8-9
hrs of sleep. You should wake up without an alarm, feeling refreshed." euh? c'est là où il dépasse le
régime alimentaire pour en faire un style de vie. Clairement, il faut dormir suffisamment, mais écrire
tout ça... sans mentionner qu'il ne faut pas manger juste avant de se coucher, c'est encore un point
en moins.
3. Passons maintenant à sa "food matrix" qui est en fait un tableau de séparation des aliments. Au
passage je trouve que ce tableau (http://www.whfoods.com/foodstoc.php) à bien plus de valeur. Je
ne vais pas énumérer ici en détail tout ce qui ne va pas, mais les points les plus flagrants restent:
3.1. Le sel apparait dans sa liste, alors que Wikipedia explique clairement qu'il ne fait pas partie du
régime paleo.
3.2. Réduire l'assortiment des plats à un calcul "matriciel" est très réducteur à mon avis, car c'est
avant tout une question d'alchimie. Et à ce propos je suis mal barré car je ne supporte que très peu
d’aromates (même s'il oublie de diviser par 4 repas par jours - au lieu d'un dans son exemple-, il
oublie qu'il conseille de cuisiner plusieurs "végétaux" ce qui porte les 24 végétaux de bases de son
calcul théorique à 552 paires de végétaux (bien que en pratique il y en aura moins).
4. Le régime paléo n’est dans son ensemble qu'une théorie, car les viandes, fruits, végétaux et autres
aliments de l'époque des hommes des cavernes n'étaient ceux d’aujourd’hui, ils mangeaient du
mammouth et n'avaient bien sûr pas accès à une nourriture aussi variée que de nos jours (à cause
de la mondialisation). Et puis si ça se trouve, on n'en sait autant sur le régime paléo que sur les
pyramides en Bosnie!
Stage MOVNAT à Bruxelles les 16 et 17 juin 2012
Ces jours sont animés par VIC VERDIER instructeur principal de l'équipe MOVNAT fondée par ERWAN
LE CORRE
http://movnat.com/train-with-us/1-day-2-day-workshops-overview/schedule-and-booking/
Centre Hébert
BRUXELLES
Woluwé
Responsable
Véronique
GUILLAUME
Mixte de
WATERLOO
Andrée CORLIER
CENTRE
HERBERT
DAMES
WATERLOO
Téléphone
0475/54.28.17
02/354.49.48
Cours
samedi de 10h à 11h30 au Parc
Parmentier à Woluwe-Saint-Pierre
Le samedi de 9h30 à 10 h 30 Bois des
Bruyères – Piste de santé
(rue Fosse des Moines,Chenois)
Le dernier samedi du mois : Forêt de
Soignes
Le jeudi de 10 h à 11 h Terrain de football
à Joli-Bois
Andrée CORLIER
GYMNAT Thuin Christian BEUGNIER
02/354.49.48
071/56.10.77
(chaussée Bara)
Le dernier jeudi du mois : Bois des
Bruyère
Sur la piste METHODE NATURELLE de
Thuin Bois du Grand Bon Dieu le samedi
de 10h45 à 12h15.
Plaine des Sports Piste Hebert de Jamioulx
(près de la gare) Rue d'Andrémont (près
de la gare) 6120 Jamioulx
cours: jeudi de 9h.45 à 10h.45 (Seniors)
VAL D'HEURE
Jamioulx
Thérèse DRAYE
071/21.63.55
COQ MOSAN
Visé
Jacques DETAILLE
04/248.39.11
LIEGE
Benoît DENIS
04/253.18.61
samedi de 10h à 11h.30 (familles)
mercredi de 14h à 15h (cours pour
enfants avec Catherine Martens - 20 € /10
cours)
mercredi de 19h30 à 20h30 (endurance
pour adultes)
Complexe sportif du Hall Omnisport de
Visé Rue de Berneau, 30 4600 Visé
lundi de 17h30 à 18h30 leçon
samedi de 10h à 11h30 leçon
mercedi de 16h à 17h entrainement libre
parcours et course.
congés annuels, le mois de juillet
Parc Astrid Quai de Wallonie 4000 Liège
Mercredi de 19h à 20 h
Charles DEMELENNE
04/371.48.60
Tous les samedi de 10H à 11H30 au Parc
du Mary à Esneux, alternativement
rendez-vous au Parking du Bas et à la
Promenade Delsaux (suivant agenda
disponible en ligne sur le site Internet
http://www.centrehebertesneux.be/.
Parcours Hébert toutes les deux semaines.
et
ESNEUX
Philippe COMPERE
MARCHE
Frédérique
DELHASSE
0498/91.31.93
086/32 24 40
Pour tous les détails et informations :
http://www.centrehebertesneux.be/ et
email : [email protected]
PARCOURS HEBERT DU FOND DES VAUX
VILLE DE MARCHE Tous les samedis( hors
vacances scolaire)de 9 H à 10 H 30.
Piscine si pluie ininterrompue
Boekfos trimparcours Asse
ASSE
Frank MATTENS
Alle lessen gaan door elke dinsdag van
20u tot 21 u .
Eens per maand gaan we op zaterdag
oefenen in het nabijgelegen bos : Kravaal