MONITEUR BELGE — 18.06.1997 — BELGISCH STAATSBLAD

16276
MONITEUR BELGE — 18.06.1997 — BELGISCH STAATSBLAD
Vu l’arrêté ministériel du 6 septembre 1990 portant des mesures de
lutte temporaires en vue de la lutte contre la peste porcine classique,
modifié par les arrêtés ministériels des 21 septembre 1990, 12 octobre 1990, 16 novembre 1990, 6 décembre 1990, 28 mai 1991, 15 octobre 1993, 21 octobre 1993, 29 octobre 1993, 24 novembre 1993,
13 janvier 1994, 8 février 1994, 18 février 1994, 10 mars 1994,
17 mars 1994, 22 mars 1994, 1er avril 1994, 15 avril 1994, 20 avril 1994,
28 avril 1994, 27 mai 1994, 8 juin 1994, 21 juin 1994, 1er juillet 1994,
11 juillet 1994, 5 août 1994, 25 août 1994, 20 septembre 1994,
7 octobre 1994, 4 novembre 1994, 28 décembre 1994, 7 février 1997,
17 février 1997, 6 mars 1997, 28 mars 1997, 9 avril 1997, 10 avril 1997,
9 mai 1997 et 22 mai 1997 ainsi que par l’arrêté royal du 14 juin 1993
déterminant les conditions d’équipement pour la détention des porcs;
Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973,
notamment l’article 3, § 1er, modifié par les lois des 9 août 1980,
16 juin 1989, 4 juillet 1989, 6 avril 1995 et 4 août 1996;
Vu l’urgence;
Considérant que l’évolution de la peste porcine classique en Belgique
et aux Pays-Bas nécessite une adaptation urgente des mesures de lutte
temporaires,
Gelet op het ministerieel besluit van 6 september 1990 houdende
tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de klassieke varkenspest,
gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 september 1990, 12 oktober 1990, 16 november 1990, 6 december 1990, 28 mei 1991, 15 oktober 1993, 21 oktober 1993, 29 oktober 1993, 24 november 1993,
13 januari 1994, 8 februari 1994, 18 februari 1994, 10 maart 1994,
17 maart 1994, 22 maart 1994, 1 april 1994, 15 april 1994, 20 april 1994,
28 april 1994, 27 mei 1994, 8 juni 1994, 21 juni 1994, 1 juli 1994,
11 juli 1994, 5 augustus 1994, 25 augustus 1994, 20 september 1994,
7 oktober 1994, 4 november 1994, 28 december 1994, 7 februari 1997,
17 februari 1997, 6 maart 1997, 28 maart 1997, 9 april 1997, 10 april 1997,
9 mei 1997 en 22 mei 1997 en bij koninklijk besluit van 14 juni 1993 tot
bepaling van de uitrustingsvoorwaarden voor het houden van varkens;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op
12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten
van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en
4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de evolutie van de klassieke varkenspest in België
en Nederland het aanpassen van de tijdelijke bestrijdingsmaatregelen
dringend noodzakelijk maakt,
Besluit :
Arrête :
er
Article 1 . La zone tampon sur le territoire des communes de
Baarle-Hertog, Ravels et Turnhout, telle que délimitée à l’article 6 de
l’arrêté ministériel du 6 septembre 1990 portant des mesures temporaires en vue de la lutte contre la peste porcine classique, modifié par
l’arrêté ministériel du 22 mai 1997 est abrogée.
Artikel 1. De bufferzone op het grondgebied van de gemeenten
Baarle-Hertog, Ravels en Turnhout, beschreven in artikel 6 van het
ministerieel besluit van 6 september 1990 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de klassieke varkenspest, gewijzigd bij
ministerieel besluit van 22 mei 1997, wordt opgeheven.
Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 17 juin 1997.
Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 17 juni 1997.
Bruxelles, le 16 juin 1997.
Brussel, 16 juni 1997.
K. PINXTEN
K. PINXTEN
*
MINISTERE DES FINANCES
F. 97 — 1179
MINISTERIE VAN FINANCIEN
[97/3224]
13 AVRIL 1997. — Arrêté royal
modifiant l’arrêté royal du 5 août 1992
portant règlement organique de la Monnaie royale de Belgique
ALBERT II, Roi des Belges,
A tous, présents et à venir, Salut.
Vu les articles 37, 107, deuxième alinéa, et 112 de la Constitution,
coordonnée le 14 février 1994;
Vu le décret du 22 vendémiaire an IV sur l’organisation des
monnaies, notamment l’article 59;
Vu la loi du 30 décembre 1885 approuvant l’acte du 12 décembre 1885
par lequel la Belgique adhère à la Convention monétaire conclue à Paris
le 6 novembre 1885, entre la France, la Grèce, l’Italie et la Suisse, ainsi
qu’à l’arrangement et à la déclaration y annexés, modifiées par les lois
des 12 avril 1957 et 12 juillet 1991;
Vu la loi du 11 août 1987 relative à la garantie des ouvrages en
métaux précieux, modifiée par la loi du 4 avril 1995;
Vu les lois sur la comptabilité de l’Etat, coordonnées le 17 juillet 1991,
notamment les articles 121 et 122;
Vu la loi du 4 avril 1995 portant des dispositions fiscales et
financières, notamment les articles 53 et 55;
Vu l’arrêté royal du 5 août 1992 portant règlement organique de la
Monnaie royale de Belgique, modifié par l’arrêté royal du 14 avril 1993;
Vu l’arrêté ministériel du 3 juin 1993 relatif à la surveillance, la
conservation et l’utilisation des métaux dans les ateliers et magasins de
la Monnaie royale de Belgique.
Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 8 décembre 1995;
Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 13 novembre 1996;
Vu l’accord de Notre Ministre de la Fonction publique, donné le
13 novembre 1996;
Vu le protocole du 9 janvier 1997 du Comité de secteur II, Finances;
N. 97 — 1179
[97/3224]
13 APRIL 1997. — Koninklijk besluit tot wijziging
van het koninklijk besluit van 5 augustus 1992
houdende organiek reglement van de Koninklijke Munt van België
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37, 107, tweede lid, en 112 van de Grondwet,
gecoördineerd op 14 februari 1994;
Gelet op het decreet van 22 vendémiaire jaar IV betreffende het
muntwezen, inzonderheid op artikel 59;
Gelet op de wet van 30 december 1885 goedkeurende de akte van
12 december 1885 waarbij België toetreedt tot de overeenkomst rakende
het muntwezen, de 6e november 1885 te Parijs gesloten tussen
Frankrijk, Grienkenland, Italië en Zwitserland, alsmede tot de er
aangehechte schikking en verklaring, gewijzigd bij de wetten van
12 april 1957 en 12 juli 1991;
Gelet op de wet van 11 augustus 1987 houdende waarborg van
werken uit edele metalen, gewijzigd, bij de wet van 4 april 1995;
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op
17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 121 en 122;
Gelet op de wet van 4 april 1995 houdende fiscale en financiële
bepalingen, inzonderheid op de artikelen 53 en 55;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 augustus 1992 houdende
organiek reglement van de Koninklijke Munt van België, gewijzigd bij
koninklijk besluit van 14 april 1993;
Gelet op het ministerieel besluit van 3 juni 1993 betreffende de
bewaking, de bewaring en het gebruik van de metalen in de werkplaatsen en de magazijnen van de Koninklijke Munt van België;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op
8 december 1995;
Gelet op het akkoord van onze Minister van Begroting, gegeven op
13 november 1996;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken,
gegeven op 13 november 1996;
Gelet op het protocol van 9 januari 1997 van het Sectorcomité
II-Financiën;
MONITEUR BELGE — 18.06.1997 — BELGISCH STAATSBLAD
Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973,
notamment l’article 84, alinéa 1er, 2°, inséré par la loi du 4 août 1996;
Vu l’urgence;
Considérant que l’année budgétaire de la Monnaie royale de
Belgique coïncide avec l’année calendrier et qu’il est indispensable de
mettre en vigueur le titre II, chapitre XII de la loi du 4 avril 1995 portant
des dispositions fiscales et financières;
Vu l’avis du Conseil d’Etat;
Sur les proposition de Notre Ministre des Finances et de Notre
Ministre du Budget,
Nous avons arrêté et arrêtons :
Article 1er. L’article 1er de l’arrêté royal du 5 août 1992 portant
règlement organique de la Monnaie royale de Belgique est remplacé par
un titre préliminaire comprenant les dispositions suivantes :
« TITRE PRELIMINAIRE.
16277
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op
12 januari 1973, inzonderheid op artikel 84, eerste lid, 2° ingevoegd bij
de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het boekhoudkundig jaar van de Koninklijke Munt
van België samenvalt met het kalenderjaar en dat het noodzakelijk is
titel II, hoofdstuk XII van de wet van 4 april 1995 houdende fiscale en
financiële bepalingen in werking te laten treden;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en van Onze
Minister van Begroting,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 5 augustus 1992
houdende organiek reglement van de Koninklijke Munt van België
wordt vervangen door een voorafgaande titel met de volgende
bepalingen :
« VOORAFGAANDE TITEL.
CHAPITRE Ier. — Budget et comptabilité
HOOFDSTUK I. — Begroting en comptabiliteit
Article 1er. Le projet de budget de la Monnaie royale de Belgique est
divisé en trois parties qui comprennnent :
— les opérations courantes;
— les opérations en capital;
— les opérations pour ordre.
Article 1erbis. La comptabilité est subdivisée en deux parties :
1° la comptabilité budgétaire a pour but de suivre l’exécution du
budget et d’assurer un contrôle au niveau des justifications des
dépenses. Elle doit permettre l’établissement du compte d’exécution du
budget au 31 décembre.
2° la comptabilité en partie double doit permettre :
— de déterminer le prix de revient des produits et d’en déduire les
résultats d’exploitation;
— d’établir le compte des pertes et profits et d’en tirer un bilan.
Sans préjudice des adaptations qui s’avèrent nécessaires, la loi du
17 juillet 1995 relative à la comptabilité et aux comptes annuels des
entreprises est d’application.
A la fin de chaque semestre, un état des recettes et un état des
dépenses sont établis. Le président du comité de gestion transmet ces
états au Ministre des Finances qui les adresse à la Cour des Comptes.
Les pièces justificatives sont conservées sur place.
Artikel 1. Het begrotingsontwerp van de Koninklijke Munt van
België wordt ingedeeld in drie afdelingen die omvatten :
— de lopende verrichtingen;
— de kapitaalverrichtingen;
— de verrichtingen voor orde.
Artikel 1bis. De comptabiliteit is onderverdeeld in twee delen :
1° de begrotingscomptabiliteit heeft tot doel de begrotingsuitvoering
te volgen en toe te zien op het niveau van de vastleggingen van de
uitgaven. Zij moet toelaten de uitvoeringsrekening van de begroting op
31 december op te maken;
2° de dubbele boekhouding moet toelaten;
— de kostprijs van de produkten te bepalen en de exploitatieresultaten eruit af te leiden;
— de rekening van verlies en winst en de balans vast te stellen.
Onverminderd de aanpassingen die noodzakelijk blijken, is de wet
van 17 juli 1975 op de boekhouding en de jaarrekening van de
ondernemingen van toepassing.
Op het einde van elk semester, worden een staat van ontvangsten en
een staat van uitgaven opgemaakt. Deze staten worden door de
voorzitter van het beheerszcomité overgemaakt aan de Minister van
Financiën die ze voorlegt aan het Rekenhof. De verantwoordingsstukken worden ter plaatse bewaard.
CHAPITRE II. — Le contrôle
HOOFDSTUK II. — De controle
Article 1erter. Sans préjudice des dispositions de l’arrêté royal du
16 novembre 1994 relatives au contrôle administratif et budgétaire, le
pouvoir de contrôle du Ministre des Finances est exercé par l’Inspecteur
des Finances accrédité auprès du Ministre des Finances. L’Inspecteur
des Finances assiste, avec voix consultative, aux réunions du comité de
gestion. Il a les pouvoirs les plus étendus pour l’accomplissement de sa
mission.
Artikel 1ter. Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit
van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, wordt de controlebevoegdheid van de Minister van Financiën
uitgeoefend door de Inspecteur van Financiën geaccrediteerd bij de
Minister van Financiën. De Inspecteur van Financiën woont, met
raadgevende stem, de vergaderingen van het beheerscomité bij. Hij
beschikt voor het vervullen van zijn opdracht over de ruimste
bevoegdheid.
De Inspecteur van Financiën beschikt over een termijn van vier
werkdagen om beroep in te stellen tegen de uitvoering van elke
beslissing die hij met de wet, de statuten of met het algemeen belang
strijdig acht. Het beroep is opschortend.
Deze termijn gaat in de dag waarop de beslissing genomen werd,
voor zover de Inspecteur van Financiën regelmatig op de vergadering
werd uitgenodigd, ofwel, in het tegenovergestelde geval, de dag
waarop hij van de beslissing kennis heeft gekregen.
Heeft de Minister van Financiën, bij wie het beroep werd ingesteld,
binnen een termijn van acht werkdagen, ingaand dezelfde dag als de in
lid 2 bedoelde termijn, de nietigverklaring niet uitgesproken, dan
wordt de beslissing definitief.
Bij aan het beheerscomité betekende beslissing van de Minister van
Financiën, kan de in het vorige lid bepaalde termijn met tien dagen
worden verlengd.
De nietigverklaring wordt aan het beheerscomité betekend door de
Minister van Financiën.
L’Inspecteur des Finances dispose d’un délai de quatre jours
ouvrables pour prendre son recours contre l’exécution de toute décision
qu’il estime contraire à la loi, aux statuts ou à l’intérêt général. Le
recours est suspensif.
Ce délai court à partir du jour où la décision a été prise, pour autant
que l’Inspecteur des Finances ait été convoqué régulièrement à la
réunion, ou, dans le cas contraire, le jour où il a reçu connaissance de la
décision.
Si dans un délai de huit jours ouvrables, commençant le même jour
que le délai visé à l’alinéa 2, le Ministres des Finances, saisi du recours,
n’a pas prononcé l’annulation, la décision devient définitive.
Par décision du Ministre des Finance notifiée au comité de gestion, le
délai prévu à l’alinéa précédent peut être augmenté de dix jours.
L’annulation de la décision est notifiée au comité de gestion par le
Ministre des Finances.
16278
MONITEUR BELGE — 18.06.1997 — BELGISCH STAATSBLAD
CHAPITRE III. — Le comité de gestion
Article 1erquater. § 1er. Le comité de gestion est composé :
1° de l’Administrateur général de la trésorerie, qui en est le président;
2° du Commissaire des monnaies ;
3° de deux autres fonctionnaires de l’Administration de la trésorerie;
4° d’un représentant du Secrétaire général du Ministre des Finances;
HOOFDSTUK III. — Het beheerscomité
Artikel 1quater, § 1. Het beheerscomité is samengesteld uit :
5° d’un représentant de la Banque Nationale de Belgique.
Un suppléant est adjoint à chaque membre visé aux points 3° à 5°.
§ 2. Sur proposition du président, les membres visés au § 1er, 3° à 5°,
et leurs suppléants sont désignés par le Ministre des Finances pour une
période de quatre ans.
Si un membre démissionne ou décède, il est immédiatement
remplacé. Le nouveau membre achève le mandat de son prédécesseur.
1° de Administrateur-generaal der thesaurie, die de voorzitter is;
2° de Muntmeester;
3° twee andere ambtenaren van de Administratie der thesaurie;
4° een afgevaardigde van de Secretaris-generaal van het Ministerie
van Financiën;
5° een afgevaardigde van de Nationale Bank van België.
Aan elk lid sub 3° tot 5° wordt een plaatsvervanger toegevoegd.
§ 2. Op voorstel van de voorzitter worden de leden bedoeld in § 1, 3°
tot 5°, en hun plaatsvervangers door de Minister van Financiën
aangesteld voor een periode van vier jaar.
Als een lid ontslag neemt of overlijdt, wordt het onmiddellijk
vervangen. Het nieuwe lid voltooit het mandaat van zijn voorganger.
Article 1erquinquies. Le comité de gestion délibère sous la présidence
de l’Administrateur général de la trésorerie ou, s’il est absent, du
fonctionnaire de l’administration de la trésorerie, visé à l’article 1erquater, § 1er, 3°, ayant la plus grande ancienneté de service.
Artikel 1quinquies. Het beheerscomité beraadslaagt onder het voorzitterschap van de Administrateur-generaal der thesaurie of, bij diens
afwezigheid, de ambtenaar van de Administratie der thesaurie met de
hoogste dienstanciënniteit, vermeld onder artikel 1 quater, § 1, 3°.
Article 1ersexies. § 1er. Le comité de gestion se réunit au moins trois
fois par an. Le préseident convoque les membres par écrit soit
d’initiative soit à la demande de deux membres du comité de gestion et
ce, au moins trois jours ouvrables avant la réunion. La convocation
mentionne l’ordre du jour.
Les décisions sont prises à la majorité des voix. En cas de partage des
voix, celle du président est prépondérante.
§ 2. Le Commissaire assure le secrétariat du Comité de gestion.
Artikel 1sexies, § 1. Het beheerscomité vergadert ten minste driemaal
per jaar. De voorzitter roept schriftelijk, minstens drie werkdagen
vooraf, de leden samen en dit ambtshalve of op verzoek van twee van
de leden van het beheerscomité. De uitnodiging vermeldt de agenda.
§ 3. Le comité de gestion établit sont règlement d’ordre intérieur qui
sera approuvé par le Ministre des Finances.
Beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij
staking van stemmen is deze van de voorzitter beslissend.
§ 2. De Muntmeester neemt het secretariaat van het beheerscomité
waar.
§ 3. Het beheerscomité stelt zijn huishoudelijk reglement op, dat door
de Minister van Financiën goedgekeurd zal worden.
Article 1ersepties. En fonction de l’ordre du jour, le président invite
toute personne dont il estimera la présence nécessaire.
Artikel 1septies. In functie van de agenda nodigt de voorzitter elke
persoon uit van wie de aanwezigheid noodzakelijk wordt geacht.
Article 1erocties. Le comité de gestion délibère de tout projet de
décision importante pour la vie de l’entreprise d’Etat et est notamment
chargé :
1° d’établir le projet de budget annuel contenant toutes les dépenses
et toutes les recettes;
2° d’approuver le plan d’investissement annuel;
3° d’approuver le plan d’entreprise, y compris de développement des
activités commerciales, ainsi que les propositions modifiant le plan
d’entreprise à la suite de nouvelles activités commerciales.
4° d’approuver les états semestriels des recettes et des dépenses;
Artikel 1octies. Het beheerscomité beraadslaagt over elk ontwerp van
beslissing van belang voor het bestaan van het Staatsbedrijf en is
inzonderheid belast met :
1° het opmaken van het ontwerp van jaarlijkse begroting dat alle
ontvangsten en alle uitgaven bevat;
2° het goedkeuren van het jaarlijkse investeringsplan;
3° het goedkeuren van het bedrijfsplan, inclusief de ontwikkeling van
de commerciële activiteiten, alsmede de voorstellen tot wijziging van
het bedrijfsplan naar aanleiding van nieuwe commerciële activiteiten;
4° het goedkeuren van de semestriële staten van ontvangsten en
uitgaven;
5° het goedkeuren van het commercieel programma, inclusief het
vastleggen van de winstmarge aangerekend op de produkten;
6° het aanvragen van voorschotten en/of leningen bij het Muntfonds;
7° het goedkeuren van de rekeningen van uitvoering van de
begroting, de balans, de verlies- en winstrekening en de exploitatierekening van het afgelopen boekjaar, opgesteld door de rekenplichtige
van de munt;
8° het beslissen over overschrijvingen van kredieten met betrekking
tot de lopende verrichtingen en de kapitaalverrichtingen;
9° het jaarlijks controleren van de door de controleur van de
aanmunting overeenkomstig artikel 12 opgestelde inventaris;
10° het goedkeuren van de aanmaak van gedenkpenningen van
nationaal belang.
Beslissingen van het beheerscomité betreffende de in het vorige lid
opgesomde bevoegdheden worden door de voorzitter aan de Minister
van Financiën voorgelegd.
Het ontwerp van begroting van het volgend jaar wordt vóór 1 juni ter
goedkeuring aan de Minister voorgelegd. Worden er aan toegevoegd :
5° d’approuver le programme commercial, y compris la détermination des marges bénéficiaires prises sur les produits;
6° de demander des avances et/ou des prêts au Fonds monétaire;
7° d’approuver le compte d’exécution du budget, du bilan, du
compte de pertes et profits et du compte d’exploitation de l’exercice
précédent, établis par le comptable de la monnaie;
8° de décider des transferts de crédits relatifs aux opérations
courantes et de capital;
9° de contrôler annuellement l’inventaire rédigé par le contrôleur du
monnayage, conformément à l’article 12;
10° d’approuver la fabrication de pièces commémoratives d’intérêt
national.
Les décisions du comité de gestion relatives aux compétences
mentionnées dans l’alinéa précédent sont transmises par le président
au Ministre des Finances.
Le projet de budget pour l’année suivante est soumis à l’approbation
du Ministre avant le 1er juin. Y sont joints :
1° le plan d’entreprise;
2° le plan d’investissement;
3° le programme commercial.
Sur proposition du Commissaire des monnaies, le comité de gestion
décide de la vente de marchandises visées à l’article 51, alinéa 1er, 4° et
alinéa 3, de la loi du 4 avril 1995 portant des dispositions fiscales et
financières. »
1° het bedrijfsplan;
2° het investeringsplan;
3° het commerciaal programma.
Op voorstel van de Muntmeester beslist het beheerscomité over de
verkoop van de goederen bedoeld in artikel 51, alinea 1, 4° en alinea 3
van de wet van 4 april 1995 houdende fiscale en financiële bepalingen. »
MONITEUR BELGE — 18.06.1997 — BELGISCH STAATSBLAD
16279
Art. 2. L’article 2 du même arrêté est remplacé par la disposition
suivante :
Art. 2. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de
volgende bepaling :
« Article 2. Le Commissaire des monnaies est chargé de la gestion
journalière de la Monnaie royale de Belgique et prend toutes les
mesures nécessaires à l’exécution des décisions prises par le comité de
gestion, visés à l’article 1erocties.
« Artikel 2. De Muntmeester staat in voor het dagelijks beheer van de
Koninklijke Munt van België en treft al de nodige maatregelen ter
uitvoering van de door het beheerscomité genomen beslissingen,
bedoeld in artikel 1octies.
Il établit et communique au président les propositions, relatives aux
matières visées à l’article 1erocties, 1° à 6°, 8° et 10° ».
Hij stelt de voorstellen op betreffende de onderwerpen bedoeld in
artikel 1octies, 1° tot 6°, 8° en 10° en deelt ze mee aan de voorzitter. ».
Art. 3. A l’article 3 du même arrêté sont apportées les modifications
suivantes :
Art. 3. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende
wijzigingen aangebracht :
1° dans l’alinéa 3 les mots « et soumet à l’approbation de l’Administrateur général de la trésorerie la fabrication de pièces commémoratives
d’intérêt national », sont supprimés;
1° in het derde lid worden de woorden « en onderwerpt de aanmaak
van gedenkpenningen van nationaal belang aan de goedkeuring van de
Administrateur-generaal van de thesaurie » geschrapt;
2° dans l’alinéa 5 les mots « et de la bibliothèque de la Monnaie royale
de Belgique » sont supprimés.
2° in het vijfde lid worden de woorden « en de bibliotheek van de
Koninklijke Munt van België » geschrapt.
Art. 4. Un article 4bis, rédigé comme suit, est inséré dans le même
arrêté :
Art. 4. Een artikel 4bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit
ingevoegd :
« Article 4bis. Le Commissaire des monnaies est l’ordonnateur
délégué. Il peut désigner un ou plusieurs ordonnateurs subdélégués.
« Artikel 4bis. De Muntmeester is de afgevaardigd ordonnateur. Hij
kan één of meer onderafgevaardigde ordonnateurs aanstellen.
Le Commissaire des monnaies répond en justice à toute action
intentée à la Monnaie royale de Belgique. Il intente les actions en référé
et les actions possessoires et fait tous actes conservatoires ou interruptifs de la préscription et des déchéances.
Bij elke tegen de Koninklijke Munt van België ingestelde rechtsvordering treedt de Muntmeester als verweerder op. Hij stelt de vorderingen in kortgeding en de bezitsvorderingen in en verricht alle handelingen tot bewaring van recht of tot stuiting van verjaring en van
verval.
Toutes les autres actions dans lesquelles la Monnaie royale de
Belgique intervient comme demandresse ne peuvent être intentées par
le Commissaire des monnaies qu’après autorisation du comité de
gestion. »
Alle andere rechtsgedingen waarbij de Koninklijke Munt van België
als eiser optreedt, mogen door de Muntmeester slechts worden
ingesteld na machtiging van het beheerscomité. ».
Art. 5. Un article 11bis, rédigé comme suit, est inséré dans le même
arrêté :
Art. 5. Een artikel 11bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit
ingevoegd :
« Article 11bis. Il remet deux exemplaires de chaque nouvelle pièce
aux archives de la Monnaie royale de Belgique, à la Banque nationale de
Belgique et au Cabinet des médailles à Bruxelles.
« Artikel 11bis. Van elke nieuwe munt bezorgt hij twee exemplaren
aan het archief van de Koninklijke Munt van België, aan de Nationale
Bank van België en aan het penningenkabinet te Brussel.
Il remet un exemplaire de chaque nouvelle médaille en bronze au
Ministre des Finances, à l’Administrateur général de la trésorerie, à la
Banque Nationale de Belgique, au cabinet des médailles à Bruxelles et
au cabinet des médailles à Hasselt ainsi que deux exemplaires aux
archives de la Monnaie royale de Belgique. ».
Van elke nieuwe bronzen medaille bezorgt bij een exemplaar aan de
Minister van Financiën, aan de Administrateur-generaal der thesaurie,
aan de Nationale Bank van België, aan het penningenkabinet te Brussel
en aan het penningen-kabinet te Hasselt alsook twee exemplaren aan
het archief van de Koninklijke Munt van België. ».
Art. 6. L’article 12 du même arrêté est complété par l’alinéa suivant :
Art. 6. Artikel 12 van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld
met het volgend lid :
« Il réalise, au moins une fois par trimestre, un inventaire de tous les
métaux et produits métalliques conservés. ».
« Ten minste eenmaal per kwartaal maakt hij een inventaris op van
alle in bewaring genomen metalen en metalen produkten. ».
Art. 7. L’article 15 du même arrêté est remplacé par la disposition
suivante :
Art. 7. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de
volgende bepaling :
« Article 15. Il organise la sécurité des lieux où les métaux et produits
finis qui lui ont été confiés sont entreposés. A cet effet, il soumet au
service qualité et sécurité toutes les propositions et projets qu’il estime
utiles à l’amélioration de la sécurité. ».
« Artikel 15. Hij organiseert de beveiliging van de ruimten waarin de
aan hem in bewaring gegeven metalen en afgewerkte produkten
gegeven metalen en afgewerkte produkten worden opgeslagen. Daartoe legt hij aan de dienst veiligheid en kwaliteit al de voorstellen en
ontwerpen voor die hij nuttig acht ter verbetering van de veiligheid. ».
Art. 8. A l’article 19 du même arrêté sont apportées les modifications
suivantes :
Art. 8. In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende
wijzigingen aangebracht :
1° dans le premier alinéa, les mots « ou son remplaçant » sont insérés
entre les mots « essais » et « fait »;
1° in het eerste lid worden tussen de woorden « essaai » en « heeft »
de woorden « of zijn plaatsvervanger » ingevoegd;
2° dans le dernier alinéa, les mots « fonctionnaire d’un autre service »
sont remplacés par les mots « remplaçant de son service ou à un
fonctionnaire du service de fabrication. ».
2° in het laatste lid worden de woorden « ambtenaar van een andere
dienst » vervangen door de woorden « plaatsvervanger van zijn dienst
of een ambtenaar van de dienst fabricage. ».
Art. 9. L’article 21 du même arrêté est complété par l’alinéa suivant :
« Il tient également le registre des commerçants et des réparateurs
d’ouvrages en métaux précieux. ».
Art. 9. Artikel 21 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het
volgende lid : « Hij houdt eveneens het register bij van de handelaars
en de herstellers van werken in edele metalen. ».
Art. 10. Dans le titre 1er du même arrêté est inséré un chapitre IVbis,
comprenant les articles 23bis et 23ter, rédigés comme suit :
Art. 10. In titel I van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IVbis
toegevoegd dat de artikelen 23bis en 23ter bevat, luidend als volgt :
16280
MONITEUR BELGE — 18.06.1997 — BELGISCH STAATSBLAD
« CHAPITRE IVbis. Du service sécurité et qualité.
« HOOFDSTUK IVbis. — De dienst veiligheid en kwaliteit
Article 23bis. Le service sécurité et qualité vérifie, nonobstant les
compétences du comité de concertation de base, de façon permanente
les systèmes de sécurité et les procédures de sécurité de la Monnaie
royale de Belgique. Il soumet au Commissaire des monnaies les
propositions et projets visant à des adaptations, des améliorations ou
des modernisations.
Articles 23ter. Le service sécurité et qualité étudie toutes les
propositions et projets relatifs à la sécurité et à la qualité, proposés par
les chefs de service ou établis à son initiative. Il les soumet ensuite au
Commissaire des monnaies. ».
Artikel 23bis. De dienst veiligheid en kwaliteit onderzoekt, onverminderd de bevoegdheden van het basisoverlegcomité, voortdurend de
veiligheidssystemen, en veiligheidsprocedures van de Koninklijke
Munt van België. Hij legt aan de Muntmeester de nodige voorstellen en
ontwerpen tot aanpassing, verbetering en modernisering voor.
Art. 11. L’article 24 du même arrêté est remplacé par la disposition
suivante :
Art. 11. Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de
volgende bepaling :
« Article 24. Le comptable de la monnaie est chargé de toutes les
tâches administratives et de toutes les opérations comptables en ce
compris la transmission de tous les renseignements nécessaires aux
paiements corrects de toutes les rémunérations et indemnités.
« Artikel 24. De rekenplichtige van de munt is belast met al de
administratieve taken en al de boekhoudkundige verrichtingen waaronder het doorsturen van de nodige inlichtingen voor de juiste
uitbetalingen van alle lonen en vergoedingen.
Il gère l’économat et les archives de la Monnaie. ».
Art. 12. L’article 25, alinéa 6, du même arrêté est remplacé comme
suit :
« Il est chargé d’établir les projets visés à l’article 1erocties, 7°. ».
Artikel 23ter. De dienst veiligheid en kwaliteit bestudeert alle
voorstellen en ontwerpen met betrekking tot de veiligheid en de
kwaliteit, die worden voorgelegd door de diensthoofden of worden
opgesteld op zijn eigen initiatief. Hij legt ze vervolgens aan de
Muntmeester voor. ».
Hij beheert het economaat en het archief van de Munt. ».
Art. 12. Artikel 25, zesde lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen
als volgt :
« Hij is belast met het opmaken van de ontwerpen bedoeld in
artikel 1octies, 7°. ».
Art. 13. Dans l’article 26 du même arrêté, les mots « mis à sa
disposition par le Fonds monétaire pour le paiement des salaires et
indemnités du personnel, des frais de fabrication et des factures des
fournisseurs et prestations de service » sont supprimés.
Art. 13. In artikel 26 van hetzelfde besluit worden de woorden
« door het Muntfonds voor de betaling van de lonen, en de vergoedingen, de fabricagekosten en de facturen van de leveranciers en
dienstverleners » geschrapt.
Art. 14. Au Titre I, Chapitre V, du même arrêté, la Section 2 et
l’article 27 sont remplacés par les dispositions suivantes :
Art. 14. In titel I, Hoofdstuk V, van hetzelfde besluit, worden
Afdeling 2 en artikel 27 vervangen door de volgende bepalingen :
« Section 2. Le service marketing.
« Afdeling 2. De dienst marketing.
Article 27. Le service marketing est chargé des relations commerciales
avec la clientèle de la Monnaie royale de Belgique.
Artikel 27. De dienst marketing is belast met de commerciële
betrekkingen met de klanten van de Koninklijke Munt van België.
Le service marketing gère le musée et la bibliothèque de la Monnaie
royale de Belgique.
De dienst marketing beheert het museum en de bibliotheek van de
Koninklijke Munt van België.
Le service marketing conserve la documentation relative aux artistes
médailleurs et établit un inventaire des collections des anciennes
monnaies ainsi que des monnies étrangères. ».
De dienst marketing houdt de documentatie bij betreffende de
kunstenaars-medailleurs en inventariseert de verzamelingen van de
oude munten evenals de vreemde munten. »
Art. 15. Dans le titre Ier du même arreté est inséré un chapitre Vbis
comprenant les articles 27bis et 27ter, rédigés comme suit :
Art. 15. In titel I van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk Vbis
ingevoegd, dat de artikelen 27bis en 27ter bevat, luidend als volgt :
« CHAPITRE Vbis. — Le personnel
« HOOFDSTUK Vbis. — Het personeel
Article 27bis. Le personnel de la Monnaie se compose :
Artikel 27bis. Het personeel van de Munt omvat :
1° des fonctionnaires de l’Administration de la trésorerie mis à
disposition de la Monnaie royale de Belgique;
1° de ambtenaren van de Administratie der thesaurie, ter beschikking
gesteld bij de Koninklijk Munt van België;
2° des fonctionnaires nommés dans les limites du cadre organique de
la Monnaie royale de Belgique;
2° de ambtenaren benoemd binnen de grenzen van de personeelsformatie van de Koninklijke Munt van België;
3° des membres du personnel engagés sous contrat, conformément à
l’article 4 de la loi du 22 juillet 1993 portant certaines mesures en
matière de fonction publique.
3° de personeelsleden die aangeworven worden onder contract,
overeenkomstig artikel 4 van de wet van 22 juli 1993 houdende
bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken.
Article 27ter. Les salaires du personnel en service à la Monnaie royale
de Belgique, ainsi que les allocations complémentaires, sont calculés et
payés par le service central des dépenses fixes, et ce à charge du compte
courant ouvert au nom de la Monnaie royale de Belgique dans les
écritures de la trésorerie du Ministère des Finances. ».
Artikel 27ter. De wedden van het personeel in dienst bij de
Koninklijke Munt van België, alsmede de bijkomende uitkeringen,
worden berekend en uitbetaald door de centrale dienst der vaste
uitgaven, ten laste van de lopende rekening, geopend in de schrifturen
van de thesaurie van het Ministerie van Financiën op naam van de
Koninklijke Munt van België. ».
Art. 16. L’article 29 du même arrêté est remplacé par la disposition
suivante :
Art. 16. Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de
volgende bepaling :
« Article 29. Le cahier spécial des charges détermine pour chaque
fabrication le nombre de flans à prélever au hasard, dans la masse, pour
servir d’échantillon pour le contrôle du poids, du titre, des dimensions,
de la brillance et de la dureté. ».
« Artikel 29. Het bijzonder lastenboek bepaalt voor iedere aanmaak
het aantal lukraak uit de massa vooraf te nemen muntplaatjes, om als
monster te dienen voor de controle van het gewicht, het gehalte, de
afmetingen, de glans en de hardheid. ».
Art. 17. Dans l’article 31 du même arrêté, le mot « refonte » est
remplacé par le mot « destruction ».
Art. 17. In artikel 31 van hetzelfde besluit wordt het woord « versmelten » vervangen door het woord « vernietigen ».
Art. 18. Dans l’article 32 du même arrêté, les mots « monnaies d’or »
sont chaque fois remplacés par les mots « flans en or ».
Art. 18. In artikel 32 van hetzelfde besluit wordt het woord « munten » telkens vervangen door het woord « muntplaatjes ».
MONITEUR BELGE — 18.06.1997 — BELGISCH STAATSBLAD
16281
Art. 19. Dans l’article 36 du même arrêté, le mot « refonte » est
remplacé par le mot « destruction ».
Art. 19. In artikel 36 van hetzelfde besluit wordt het woord « versmelten » vervangen door het woord « vernietigen ».
Art. 20. L’article 37 du même arrêté est remplacé par la disposition
suivante :
Art. 20. Artikel 37 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de
volgende bepaling :
« Article 37. Le reste des échantillons qui ont servi à la vérification de
la livraison, ainsi que les flans d’échantillon qui ont été conservés
entiers, sont remis par l’Inspecteur des essais au contrôleur du
monnayage et ce, à la fin de l’exercice. ».
« Artikel 37. Het overschot van de monsters die voor het keuren van
de levering gediend hebben, alsook de geheel gebleven muntplaatjes
van de monsters, worden door de inspecteur van het essaai op het
einde van het werkingsjaar terug aan de controleur van de aanmunting
overhandigd. ».
Art. 21. Dans l’article 38 du même arrêté, les mots « pièces fabriquées qui se trouvent dans les limites voulues de la tolérance du titre et
du poids », sont remplacés par les mots « flans livrés qui se trouvent
dans les limites voulues de titre, de poids, de dimensions, de brillance
et de dureté. ».
Art. 21. In artikel 38 van hetzelfde besluit worden de woorden
« gefabriceerde stukken, die binnen de in gehalte en gewicht » vervangen door de woorden « geleverde muntplaatjes, die binnen de in het
gehalte, het gewicht, de afmetingen, de glans en de hardheid. ».
Art. 22. Un article 44bis, rédigé comme suit, est inséré dans le titre IV
du même arrêté :
Art. 22. Een artikel 44bis, luidend als volgt, wordt in titel IV van
hetzelfde besluit ingevoegd :
« Article 44bis. L’Etat met gratuitement à la disposition de la Monnaie
royale de Belgique, qui prend à charge tous les frais d’exploitation,
d’entretien, d’amortissement et de renouvellement, le terrain et le
bâtiment avec registre cadastral Bruxelles, troisième division, section C,
1563 C.
« Artikel 44bis. De Staat stelt de grond en het gebouw, met kadastrale
legger Brussel, derde afdeling, sectie C, 1563 C, gratis ter beschikking
van de Koninklijke Munt van België, die alle exploitatie-, onderhouds-,
afschrijvings- en vernieuwingskosten ten laste neemt.
Les modalités pour la mise à disposition du terrain et du bâtiment,
seront fixées conformément aux dispositions légales, dans une convention entre l’Etat, représenté par le Ministre des Finances et la Monnaie
royale de Belgique. ».
De modaliteiten van de terbeschikkingstelling van de grond en het
gebouw zullen overeenkomstig de wettelijke bepalingen vastgesteld
worden in een overeenkomst tussen de Staat, vertegenwoordigd door
de Minister van Financiën en de Koninklijke Munt van België ».
Art. 23. Dans le chapitre I du titre II de l’arrêté royal du 29 octobre 1971 fixant le règlement organique du Ministère des Finances ainsi
que les dispositions particulières y assurant l’exécution du Statut des
agents de l’Etat, sont insérés une section 7 et un article 25quater/2
rédigés comme suit :
Art. 23. In hoofdstuk I van titel II van het koninklijk besluit van
29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het
Ministerie van Financiën en van de bijzondere bepalingen die er
voorzien in de uitvoering van het Statuut van het Rijkspersoneel,
worden een afdeling 7 en een artikel 25quater/2 ingevoegd, luidend als
volgt :
« Section 7. Dispositions propres à l’Administration de la trésorerie.
« Afdeling 7. Bepalingen eigen aan de Administratie der thesaurie.
Article 25quater/2. Les agents de l’Administration de la trésorerie
visés à l’article 27bis, 1° de l’arrêté royal du 5 août 1992 portant
règlement organique de la Monnaie royale de Belgique sont mis à la
disposition de la Monnaie royale de Belgique dans les limites fixées par
l’arrêté royal portant exécution du cadre organique du Ministère des
Finances.
Artikel 25quater/2. De personeelsleden van de Administratie der
thesaurie bedoeld bij artikel 27bis, 1° van het koninklijk besluit van
5 augustus 1992 houdende organiek relement van de Koninklijke Munt
van België worden ter beschikking gesteld van de Koninklijke Munt
van België binnen de limieten van het koninklijk besluit tot uitvoering
van de personeelsformatie van het Ministerie van Financiën.
Ces agents conservent à l’Administration de la trésorerie leurs droits
à l’avancement de grade, à l’avancement barémique, à l’accession au
niveau supérieur et au retour dans un emploi de leur grade. ».
Deze personeelsleden behouden bij de Administratie der thesaurie
hun rechten op bevordering in graad, op bevordering in weddeschaal,
op overgang naar het hoger niveau en op een betrekking van hun graad
bij terugkeer. ».
Art. 24. A la date d’entrée en vigueur du présent arrêté, le Ministre
des Finances détermine, sur proposition de l’Administrateur général de
la trésorerie, un bilan d’ouverture basé sur un inventaire des éléments
du patrimoine.
Art. 24. Bij de inwerkingtreding van dit besluit stelt de Minister van
Financiën op voorstel van de Administrateur-generaal der thesaurie
een openingsbalans op, op basis van een inventaris van de bestanddelen van het vermogen.
Les actifs et les passifs à inventorier sont déterminés après avis de la
commission de contrôle de la Caisse d’amortissement.
De te inventariseren activa en passiva worden vastgelegd na advies
van de commissie van toezicht van de Amortisatiekas.
Art. 25. L’article 18 de l’arrêté ministériel du 3 juin 1993 relatif à la
surveillance, la conservation et l’utilisation des métaux dans les ateliers
et magasins de la Monnaie royale de Belgique, est abrogé.
Art. 25. Artikel 18 van het ministerieel besluit van 3 juni 1993
betreffende de bewaking, de bewaring en het gebruik van de metalen in
de werkplaatsen en de magazijnen van de Koninklijke Munt van België,
wordt opgeheven.
Art. 26. Le titre II, chapitre XII, de la loi du 4 avril 1995 portant des
dispositions fiscales et financières entre en vigueur le 1er janvier 1997.
Art. 26. Titel II, hoofdstuk XII van de wet van 4 april 1995 houdende
fiscale en financiële bepalingen treedt in werking met ingang van
1 januari 1997.
Art. 27. Le présent arrêté produit ses effets 1er janvier 1997.
Art. 28. Notre Ministre des Finances et Notre Ministre du Budget
sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution du présent
arrêté.
Art. 27. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.
Art. 28. Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 april 1997.
Bruxelles, le 13 avril 1997.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre des Finances,
Ph. MAYSTADT
De Minister van Financiën,
Ph. MAYSTADT
Le Ministre du Budget,
H. VAN ROMPUY
De Minister van Begroting,
H. VAN ROMPUY