Editorial
Transcription
Editorial
Om over na te denken… In den beginne was er… de osteopathie, zoals geconcipieerd door Still, … en alles was duidelijk. Vandaag is alles niet meer zo duidelijk; correctie: het was al heel snel niet meer duidelijk. Het thema van de identiteit van de osteopathie maakt deel uit van de historiek van ons beroep. De identiteit van ons beroep en de kwaliteit van haar opleiding waren van in den beginne een heikel thema1,2,3,4. Hoewel deze twee thema’s onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, heb ik me voorgenomen om enkel even de oppervlakte te tasten van het thema identiteit van ons beroep en dit in het kader van de huidige gesprekken in het Forum ziekenfondsen en deze tussen en binnen de GNRPO en UKO (zie hiervoor de oktober nieuwsbrief van de BVO). Veel van de inhoud van deze gesprekken gaan in se over, of zijn deelwijze terug te voeren op dit thema. Wanneer we op zoek gaan naar de identiteit van een osteopaat en naar het kenmerkend karakter van de osteopathie lijkt dit vandaag de dag niet meer zo eenduidig te verklaren.5 Fundamenteel kunnen we ervan uitgaan dat de profilering van de osteopathie in de USA van een andere aard is dan deze in Europa en Australazië maar er zijn wel degelijk overlappingen. Deze overlappingen geven aan een organisatie als WOHO ook haar bestaansreden. Ook werd dit thema in de USA zeer uitvoerig en vooral sociologisch onderzocht2,3,4,6,…en hoewel er nog geen afdoend antwoord werd geformuleerd op de vraag wat een osteopaat nu precies zo uniek maakt, staat het als een paal boven water dat enkel de osteopathie het heeft klaargespeeld om, en vandaag zelfs sterker als ooit voordien, met gelijke rechten aan deze van de allopathie in de gezondheidszorg in de USA te fungeren. Het verhaal van de Europese osteopathie is, buiten enkele publicaties7,8 en wat voetnoten, nog niet echt geschreven, laat staan diepgaand onderzocht. Het is misschien wel meer divers en zeker van een andere strekking maar de onderliggende mechanismen, stromingen, valkuilen,… zijn angstwekkend gelijklopend met deze van de USA9. Verder kwalitatief onderzoek is noodzakelijk om dit beter te doorgronden5 en waarvan we kunnen zeggen dat de osteopathie daar volop mee bezig is9,10,11. Zonder de inhoud van deze identiteit te willen uitdiepen, wat het bestek van dit editoriaal ver zou overschrijden, wil ik enkel voorzichtig wat achtergrond aanbieden die voor een dialoog in het achterhoofd kan worden gehouden. Los van de verschillen tussen de Amerikaanse en de Europese osteopathie zijn er beslist ook verschillen binnen Europa, ja zelfs in ons eigenste Belgenland waar te nemen; verschillen binnen de GNRPO, t.o.v. de UKO, binnen het Forum ziekenfondsen, … De osteopathie is nooit en nergens gelijk. Toch dienen we gelijktijdig niet uit het oog te verliezen dat er bij al deze wisselende tijdshistorische stromingen en tegenstromen, zich in deze verscheidene, zich veranderende 1 Littlejohn J.M. Osteopathy an independent system co-extensive with the science and art of healing, JAOA, special reprint 1901 in 2000, 100 (1): 14-26 Gevitz N. Center or Periphery? The Future of Osteopathic Principles and Practices, JAOA, 2006, 106 (3): 121-129 3 nd Gevitz N. The D.O.s: Osteopathic Medicine in America, 2004, 2 edition, The Johns Hopkins University Press, Baltimore & London 4 Miller K. The evolution of professional identity: the case of osteopathic medicine, Soc .Sci. Med., 1998, 47 (11): 1739-1748 5 van Dun P.L.S. (2008) Professionele identiteit en kwaliteit voor de osteopathie, De Osteopaat, 9 (2): 6-8 6 Peppin J.F. The Osteopathic Distinction: Fact or Fancy? Journal of Medical Humanities, 1993, 14 (4) 203-222 7 Baer H.A. The drive for professionalization in British osteopathy, Soc .Sci. Med., 1984, 15: 717-725 8 Bear H.A. The Divergent Evolution of Osteopathy in America and Britain, Soc. Sci. Med.,1984,19 (1);717-725 9 Wagner C. Exploring an European osteopathic identity: analysis of professional profiles of European osteopathic organizations, WSO-DUK, Master thesis, Vienna, (in progress) 10 Tyreman S. Valuing osteopathy: What are our professional values and how do we teach them, IJOM, 2008, 11: 90-95 11 Drexeler K. De plaats van de osteopathie in het huidige gezondheidszorgbeleid: een belichting vanuit de fenomenologie, College Sutherland, Brussel, thesis (in progress) 2 About Osteopathy, n° 2008-5 page 4 beelden en beleefde realisaties van de osteopathie, daadwerkelijk een “blijvend” schuilgaat. Een blijvend waar we onze volle opmerkzaamheid aan moeten schenken; grondcomponenten die in de oorsprong van het beroep vervat liggen. Dit blijft de geldige norm en vormt het “wezen”, de kern, een gemeenzame substantie van het beroep. Tegenover dit starre essentialisme voeg ik er direct aan toe dat dit blijvende wezen zich enkel toont in veranderenden. Er bestaat een identieke in variabelen. De osteopathie vertoont zich in een steeds veranderlijk-historische verschijningsvorm of “gestalt”. Wanneer we een zicht willen krijgen op het dynamische en niet het starre, blijvende wezen dienen we op zijn veranderende historische verschijningsvorm, zijn gestalt, te achten. Misschien is dit niet de ideaal-osteopathie die we voor ogen hadden en die zich verheft in hogere filosofische sferen maar de werkelijke osteopathie te midden in de wereld en geschiedenis van geneeskunde en gezondheidszorg. Nergens bestaat er een wezen van de osteopathie an sich, ontkoppeld en chemisch distilleert uit de geschiedenisstroom. Wezen en gestalt laten zich niet loskoppelen. Toch is het belangrijk om het onderscheid tussen wezen en gestalt te onderkennen. Hoe moet men anders het blijvende in de gestaltwording bepalen? Wat zou de norm worden, het criterium, om te bepalen wat acceptabel of wat verwerpelijk is? Want er is niet enkel wezen en gestalt, een blijvend en een zich-veranderend, er is ook on-wezen. Er zal steeds wel een grondconflict tussen traditie en vernieuwing zijn. De vraag is of onze osteopathie in staat zal zijn bij al deze verschillen en conflicten, bij al deze richtingen en scholen, stromingen en opinies, haar substantie en haar wezen te bewaren. Zonder grenzen is identiteit niet denkbaar12. Wanneer we dan even midden in onze osteopathische wereld staan, verstoken van fundamentele erkenning en regelmatig onder vuur genomen, ware het misschien wijselijk om deze grenzen in eerste instantie hoog en sterk op te trekken. Hoe sterker de grenzen, hoe compacter, meer coherent, de identiteit; weliswaar defensiever en ook wel potentieel repressiever, maar toch. Wanneer we dan wat verder gekomen zijn kunnen ze misschien enigermate elastischer en meer gedifferentieerd opgetrokken worden. Wanneer we een fenomenologische aanpak van het begrip professionalisatie hanteren3 zien we dat de identiteit van een beroep voornamelijk uitgaat van het discours waarmee individuen zichzelf en hun beroep definiëren. Ze assimileren hun objectief professionele identiteit niet maar het is een proces waarbij een groep communicators een identiteit onderhandelt, zowel met een interne alsook met een externe omgeving. In dit gegeven dienen we er ook vanuit te gaan dat deze identiteit geen vaststaand concept is maar eerder fluïdisch is bij het doorlopen van zijn levenscyclus en zich aanpast aan zowel interne alsook externe vragen c.q. eisen. Deze communicatie dient niet enkel plaats te vinden op het niveau van de beroepsorganisaties maar op alle niveaus: van de individuele osteopaat met zijn collega en hun patiënt of derde, tot het niveau van de WOHO met de WHO. Laten we op de stroom van deze overpeinzingen onze gestalt vinden zonder het wezen der osteopathie te beschamen. Patrick van Dun, DO 12 Assmann A., Friese H. Identitäten, Erinnerung, Geschichte, Identität 3, 1999, 2.Aufl., Suhrkamp Verlag Frankfurt am Main About Osteopathy, n° 2008-5 page 5 A réfléchir … Au début il y avait… l'ostéopathie, telle qu'elle a été conçue par Still,… et tout était clair. Aujourd'hui, tout n'est plus si clair, correction : très vite ce n'était déjà plus si clair. Le thème de l'identité de l'ostéopathie fait partie de l'historique de notre profession. L'identité de notre profession et la qualité de son enseignement ont été dès le début un sujet délicat 1,2,3,4.. Bien que ces deux thèmes soient indissociablement liés, je me propose de n'aborder que la surface du thème de l'identité de notre profession et cela dans le cadre des discussions actuelles du forum des mutuelles et celles qui ont eu lieu entre et au sein du GNRPO et de l'UKO (cf à ce propos la newsletter d'octobre de la SBO). Une grosse part du contenu de ces discussions en parle in se, ou revient en partie sur ce thème. Si nous partons à la recherche de l'identité d'un ostéopathe et du caractère spécifique de l'ostéopathie, il ne semble plus aujourd'hui y avoir d'explication vraiment univoque.5 Fondamentalement nous pouvons retenir que le profil de l'ostéopathie aux USA est d'une autre nature que celle en Europe ou en Asie australe mais qu'il y a bel et bien des chevauchements. Ces chevauchements donnent aussi sa raison d'être à une organisation telle que le WOHO. Ce thème a d'ailleurs été étudié de façon très détaillée aux USA et surtout sociologiquement2,3,4,6,… et bien qu'aucune réponse convaincante n'ait à ce jour été donnée pour expliquer ce qui fait précisément qu'un ostéopathe soit si unique, il est clair comme de l'eau de roche que c'est l'ostéopathie seule qui s'est arrangée pour, et aujourd'hui plus que jamais, faire fonction, avec les mêmes droits que ceux de l'allopathie, dans la santé publique aux USA. L'ostéopathie européenne, en dehors de quelques publications7,8 et de quelques notes en bas de page, n'est pas encore vraiment écrite et moins encore étudiée de manière approfondie. Elle est sans doute différente et a certainement une autre portée mais les mécanismes sous-jacents, les courants, les pièges,… sont de manière effrayante semblables à ceux des USA9. Il faudrait plus de recherches qualitatives pour mieux la comprendre5, dont on pourrait dire que l'ostéopathie s'en occupe activement9,10,11. Sans vouloir creuser le contenu de cette identité, ce qui sortirait de loin cet éditorial de son cadre, je voulais seulement avec précaution offrir un peu de background que l'on pourrait garder en tête lors d'une conversation à ce sujet. Indépendamment des différences entre l'ostéopathie européenne et américaine, on observe aussi des différences au sein de l'Europe, oui même dans notre petite Belgique; des différences au sein du GNRPO, vis-à-vis de l'UKO, à l'intérieur du Forum des mutuelles, …. L'ostéopathie n'est jamais et nulle part pareille ! 1 Littlejohn J.M. Osteopathy an independent system co-extensive with the science and art of healing, JAOA, special reprint 1901 in 2000, 100 (1): 14-26 2 Gevitz N. Center or Periphery? The Future of Osteopathic Principles and Practices, JAOA, 2006, 106 (3): 121-129 3 nd Gevitz N. The D.O.s: Osteopathic Medicine in America, 2004, 2 edition, The Johns Hopkins University Press, Baltimore & London 4 Miller K. The evolution of professional identity: the case of osteopathic medicine, Soc .Sci. Med., 1998, 47 (11): 1739-1748 5 van Dun P.L.S. (2008) Professionele identiteit en kwaliteit voor de osteopathie, De Osteopaat, 9 (2): 6-8 6 Peppin J.F. The Osteopathic Distinction: Fact or Fancy? Journal of Medical Humanities, 1993, 14 (4) 203-222 7 Baer H.A. The drive for professionalization in British osteopathy, Soc .Sci. Med., 1984, 15: 717-725 8 Bear H.A. The Divergent Evolution of Osteopathy in America and Britain, Soc. Sci. Med.,1984,19 (1);717-725 9 Wagner C. Exploring an European osteopathic identity: analysis of professional profiles of European osteopathic organizations, WSO-DUK, Master thesis, Vienna, (in progress) 10 Tyreman S. Valuing osteopathy: What are our professional values and how do we teach them, IJOM, 2008, 11: 90-95 11 Drexeler K. De plaats van de osteopathie in het huidige gezondheidszorgbeleid: een belichting vanuit de fenomenologie, College Sutherland, Brussel, thesis (in progress) About Osteopathy, n° 2008-5 page 6 Pourtant simultanément nous ne devons pas perdre de vue que se cache effectivement une "constante" parmi tous ces courants et contre-courants historiques qui changent au cours du temps, dans ces différences, dans ces représentations changeantes et ces réalisations vécues de l'ostéopathie. une constante à laquelle nous devons offrir toute notre attention; des composantes fondamentales qui ont été conçues à l'origine de la profession. Cela reste la norme valable et forme "l'essence", le noyau, une substance commune à la profession. A l'encontre de cet essentialisme rigide, j'ajouterai directement que cette essence permanente ne se montre qu'en variables. Il existe un identique dans les variables. L'ostéopathie se présente comme une manifestation historique-mouvante, ou une "gestalt". Si on veut percevoir l'essence dynamique et non l'essence rigide, nous devons considérer sa manifestation historique changeante, sa gestalt. Ce n'est peut-être pas l'ostéopathie-idéal que nous avions devant les yeux et qui s'élève dans les hautes sphères philosophiques mais l'ostéopathie réelle au milieu du monde et de l'histoire de la médecine et de la santé publique. Il n'existe nulle part une essence de l'ostéopathie en soi, déconnectée et chimiquement distillée du cours de l'histoire. L'essence et la gestalt ne peuvent pas être dissociées. Il est cependant important de reconnaître la distinction entre l'essence et la gestalt. Comment doit-on sinon déterminer la constante dans le développement de la gestalt ? Que deviendrait la norme, le critère, pour déterminer ce qui est acceptable et ce qui est condamnable ? Car il n'y a pas que l'essence et la gestalt, une constante et un en changement, il y a aussi un non-être. Il y aura toujours un conflit fondamental entre la tradition et l'innovation. La question est de savoir si notre ostéopathie sera à même de conserver, parmi tous ces différents et ces conflits, parmi toutes ces directions et ces écoles, ces courants et ces opinions, sa substance et son essence. Sans frontières, l'identité n'est pas concevable12. Quand nous nous trouvons en plein centre dans notre monde ostéopathique, privés de la reconnaissance fondamentale et régulièrement mis à feu, il serait peut-être sage en premier lieu d'ériger hautes et fortes ces frontières. Plus fortes sont les frontières, plus l'identité est compacte, davantage cohérente; certes elles sont alors plus défensives et aussi potentiellement plus répressives, mais pourtant. Puisque nous aurons alors avancé un peu, elles pourront sans doute se construire de manière quelque peu plus élastique et davantage différenciée. Si nous prenons une approche phénoménologique de la notion de professionnalisation3, nous voyons que l'identité d'une profession ressort essentiellement du discours par lequel les individus se définissent eux-mêmes et leur profession. Ils n'assimilent pas leur identité professionnelle objective mais c'est un processus par lequel un groupe de communicateurs négocie une identité, aussi bien dans le milieu interne qu'externe. Dans ce contexte, nous devons aussi retenir que cette identité n'est pas un concept acquis mais plutôt fluide par la continuité de son cycle de vie et s'adapte aussi bien aux questions internes qu'externes casu quo les exigences. Cette communication ne doit pas seulement avoir lieu au niveau des unions professionnelles mais à tous niveaux : de l'ostéopathe individuel avec son collègue et leur patient ou un tiers, jusqu'au niveau du WOHO avec la WHO. Laissons nous porter par le courant de ces méditations afin de trouver notre gestalt sans discréditer l'essence de l'ostéopathie. Patrick van Dun, DO 12 Assmann A., Friese H. Identitäten, Erinnerung, Geschichte, Identität 3, 1999, 2.Aufl., Suhrkamp Verlag Frankfurt am Main About Osteopathy, n° 2008-5 page 7