Téléchargez le guide d`expo

31.10.2015...14.02.2016
2
NL
3
A | AYŞE ERKMEN & ANN VERONICA JANSSENS
31.10.2015… 14.02.2016
De kunstenaars
In 2013 gaf de stad Gent Ayşe Erkmen (Istanbul, TUR) en Ann Veronica
Janssens (Folkestone, UK) de opdracht om elk een permanente sculptuur voor de Korenmarkt te ontwerpen. De twee sculpturen worden in het
voorjaar van 2016 ingehuldigd. S.M.A.K. greep deze gelegenheid aan om
de kunstenaars in het museum uit te nodigen voor een tentoonstelling
die hun voorstellen voor de Gentse publieke ruimte kadert binnen hun
oeuvres en verkent hoe en waar hun werken elkaar kruisen en vinden of
net uiteenwijken.
Voor Ayşe Erkmen en Ann Veronica Janssens reikt sculptuur veel verder
dan driedimensionaliteit en de verhouding tussen beeld, kijker en ruimte.
Hun fascinatie voor dagdagelijkse fenomenen en hun ambitie om de
relatie tussen kunst, publiek en omgeving te herdefiniëren delen ze. Het
perspectief van waaruit ze het alledaagse en de plekken waarvoor ze
werk creëren benaderen verschilt.
Ayşe Erkmen heeft een uitgesproken interesse voor de architecturale, historische en maatschappelijke context waarin een kunstwerk ontstaat. In
de omgevingen of ruimtes waarin ze werkt, maakt ze structuren zichtbaar
die verborgen zitten of nagenoeg onopgemerkt blijven. Ann Veronica
Janssens focust op de zintuiglijke ervaring en het moment waarop lichaam en ruimte op elkaar inwerken. Ze zet ongrijpbare fenomenen zoals
licht, kleur en geluid in om nieuwe vormen van beleving te ontwikkelen.
4
NL
5
A
De wat absurde tentoonstellingstitel – A – verwijst naar de eerste letter
van de voornamen van beide kunstenaars. Het is ook de eerste letter
van het alfabet en van het woord ‘architectuur’. Bovendien heeft het
teken een uitgesproken architecturale vorm en doet de constructie ervan
denken aan een passer, een van dé instrumenten van de architect. Verder
is ‘a’ Engels voor ‘een’, een lidwoord dat onbepaald is, dat geen grenzen
bepaalt maar mogelijkheden opent.
Op de bovenverdieping van S.M.A.K. brachten Ayşe Erkmen en Ann Veronica Janssens bestaande en nieuwe sculpturen en installaties bij elkaar.
De kunstenaars richtten hun tentoonstelling in volgens het principe
van yin en yang. Ze ontwikkelden een reeks individuele ruimtes, waarin
doorkijken van de ene ruimte naar de andere een spel op gang brengen
tussen beide oeuvres.
Het museumgebouw zelf vormt een belangrijke factor van deze tentoonstelling. Met eenvoudige, minimale ingrepen op de museumzalen en hun
infrastructuur bereiken Erkmen en Janssens een maximale impact. Het
ontdekken ervan laten de kunstenaars over aan jou. Bewust laten ze rond
hun kunstwerken ruimte open, ruimte waarin je vrij kan interpreteren,
bewegen, stilstaan, kijken, luisteren, denken en voelen.
Ayşe Erkmen
Ayşe Erkmen vertrekt vaak van vormen en functies die onopvallend al
in de ruimtes aanwezig waren. In de centrale tentoonstellingsruimte
verwijderde ze het scherm van de lichtkoepel en liet ze de lampen zakken
in de ruimte. Zo springt de technische constructie – die normaal verborgen zit – in het oog. De infrastructuur treedt op de voorgrond en wordt
kunstwerk. De lampen kunnen als minimalistisch aandoende, hangende
sculpturen worden begrepen maar verstoren in de eerste plaats je verwachtingspatroon. Dit keer kan je niet onbelemmerd in deze museumzaal
rondwandelen, want een labyrint van lichtarmaturen palmt de ruimte in.
Erkmen construeerde een hindernis met als doel ons gewoontegedrag en
onze routineuze manier van denken tegen te werken. Impliciet stelt ze de
betekenis in vraag van dit en andere musea als architecturaal gegeven,
als instituut en als machtsstructuur.
Voor de installatie Itself downloadde Erkmen meer dan duizend foto’s die
op haar computerscherm verschenen toen ze haar naam in Google intikte. Met dit absurde zelfportret neemt ze de diepgaande invloed van de
digitale en sociale media op de korrel. Wie is Ayşe Erkmen? Wie is ze als
persoon? Wie is ze als kunstenaar? Met ironie verzet Erkmen zich tegen
de personencultus rond kunstenaars die ertoe leidt dat hun imago even
belangrijk of soms zelfs belangrijker wordt dan de zichtbaarheid en waarde van hun werk. In S.M.A.K. kan je dit fotoarchief interpreteren als een
miniretrospectieve rond Erkmens werk ter omkadering van haar sculptuur
voor de Korenmarkt. Maar in hoeverre is de identiteit die Google haar
aanmeet accuraat? Onder meer werk van kunstenaars waarmee Erkmen
ooit samenwerkte en zangeres Ayşe Idil Erkmen, die quasi dezelfde naam
draagt, zijn de kunstenaars autobiografie binnengeslopen.
Een volgende ruimte wordt omlijnd door een fries van abstracte wandsculpturen. Het zijn kopieën op ware grootte van onderdelen van
Erkmens sculptuur voor de Korenmarkt. De motieven zijn geïnspireerd op
raamdecoraties van gebouwen uit de Gentse historische binnenstad die
de kunstenaar ontdekte tijdens lange stadswandelingen ter voorbereiding
van haar ontwerp.
NL
7
Ayşe Erkmen | Itself | 2012 | archival pigment print on Dibond | courtesy Galerie Barbara Weiss, Berlin
8
NL
9
Voor Skylight werkte Erkmen opnieuw met de plafondkoepel van een
museumruimte. Enkele panelen in de koepel bedekte ze met felgekleurde
zeilen. De koepelstructuur die eerder niet of nauwelijks opviel, kreeg
letterlijk kleur. Ze functioneert nu als een soort abstracte sculptuur of een
schilderij in de ruimte maar roept ook andere associaties op. De zeilen
zijn niet perfect strak over de koepelpanelen gespannen. Is het museumdak in herstelling en werd het voorlopig zo gedicht? Of zijn er zeilen
van tenten op het dak gewaaid? Komen ze van tijdelijke woningen voor
vluchtelingen?
Verderop hangt de sculptuur Turuncu, een tros naamlintjes waarmee
gewoonlijk kledij wordt gemerkt. Op elk lint lees je de voornaam en naam
van de kunstenaar. Met dit werk reageert Ayşe Erkmen op de drang van
de kunstmarkt om kunstenaars als merken te promoten. Op de muur
tegenover Turuncu heeft ze de naam van de Duitse filosoof Leibniz en die
van de Franse dichter Lamartine geschilderd. Beroemdheden die in niets
verband houden met Erkmens oeuvre, behalve dat de kunstenaar in Istanbul en Berlijn per toeval woont in straten die naar hen zijn genoemd. Door
middel van een merknaam en een biografisch weetje, relativeert Erkmen
het kunstenaar-zijn met een ironische knipoog.
Ann Veronica Janssens
Ann Veronica Janssens verkent de mogelijkheden van geluid, licht en
kleur. In de voorzaal voorzag ze het veiligheidsalarm bij Sol LeWitts
Wall Drawing Nr.36 van een ander geluid. Wanneer je te dicht bij de
muurtekening komt, krijg je geen klassieke alarmtune te horen maar een
zacht zingende mannenstem. Het is die van de Amerikaanse kunstenaar
John Baldessari die een eigenzinnige versie vertolkt van Sentences
on Conceptual Art (1969), de basisregels van de conceptuele kunst
Ayşe Erkmen | Turuncu | 2006 | clothing labels made of cotton, knitted together by hand |
courtesy Galerie Barbara Weiss, Berlin
10
NL
11
volgens Sol LeWitt1. Dit nieuwe alarmgeluid bespeelt je kijk- en luistergewoontegedrag. Het doet je niet meer afstand nemen van Sol LeWitts
muurtekening zoals een alarm gewoonlijk doet, maar drijft je naar het
kunstwerk toe om beter te kunnen luisteren naar wat er precies te horen
valt. Janssens verschuift ook je aandacht van de muurtekening, een van
de meest prestigieuze collectiestukken van S.M.A.K., naar het alarm dat
op zijn beurt een kunstwerk wordt.
liggende zalen aan met installaties op basis van kunstmatig en gekleurd
licht. Het zijn verkenningen rond het gebruik van licht en kleur als pure
materialen. Stuk voor stuk vormen ze stappen in Janssens’ onderzoek
rond waarneming, beweging en ruimte. Lichtbanen herdefiniëren de
bestaande ruimte en doen je haar beleven op een sterk zintuiglijke manier. Licht en kleur – immateriële verschijnselen – krijgen in deze werken
een materieel aspect. Ze worden vaak bijna tactiel.
In het kader van de bijna een jaar lang lopende collectiepresentatie rond
Sol LeWitts Wall Drawing Nr.36 selecteerden zowel Ayşe Erkmen als Ann
Veronica Janssens kunst uit de collectie van S.M.A.K. Dit in relatie tot de
muurtekening en hun persoonlijke oeuvres en in functie van twee nieuwe
kabinetpresentaties rond Sol LeWitt.
RR Lyrae is een ruimtevullende lichtsculptuur. De titel is ontleend aan de
sterrenkunde2. Zeven spots stralen een stervorm op de wand en kleuren
de ijle nevel die in de ruimte hangt. De nevel heeft een desoriënterend
effect: hij begrenst je zicht maar lijkt tegelijk alle grenzen weg te nemen.
Context (de museumruimte) en materie (licht, nevel en kleur) vloeien visueel ineen. Ook de tijd ervaar je op een ongewone manier. Je komt terecht
in een tussenzone op de grens tussen licht en schaduw, het tastbare en
het ontastbare, het bestemde en het onbestemde. In deze tussenzone is
Ann Veronica Janssens bijzonder geïnteresseerd. Voor haar geeft ze de
elasticiteit van de werkelijkheid weer.
In deze zaal realiseerde Ann Veronica Janssens nog een tweede ingreep.
Tussen het dubbele glas van één van de ramen liet ze een prisma plaatsen. Op momenten dat de zon doorheen de kleine, transparante driehoek
schijnt, buigt licht van verschillende golflengtes af in verschillende richtingen. Zo vormt zich een zwevende, trillende vlek van regenboogkleuren
die in de ruimte lijken te dansen. Met dit minimale gebaar maakt Janssens
daglicht – doorgaans een onzichtbaar fenomeen – zichtbaar. Licht wordt
een efemeer object dat, net als een sculptuur, positie inneemt in en ten
opzichte van de ruimte waarin het zich bevindt.
Dit werk met natuurlijk daglicht vult Ann Veronica Janssens in de om-
In Magic Mirrors, een reeks minimale, spiegelende sculpturen die tegen
de wand aanleunen, toont Janssens het veranderlijke effect van licht dat
voortdurend op andere manieren breekt en weerkaatst. Tussen twee
transparante platen steekt telkens een vlak dat in scherven is gebroken.
Verschillende kijkposities en de lichtinval die in de loop van de dag verschuift, leveren continu andere effecten op.
Grote glazen bakken zijn gevuld met vloeibare parafine en kleur. Door-
1 In de historische opname Baldessari sings LeWitt (1972) zingt John Baldessari op de tonen van
populaire deuntjes Sol LeWitts 35 theoretische statements over conceptuele kunst. Het werk drukt
Baldessari’s twijfel uit over zijn persoonlijke capaciteit (en in principe die van iedereen) om vanuit
een autoritaire positie over kunst te spreken. Een dubbelzinnige houding als je weet dat de kunstenaar in die tijd carrière maakte als een van Amerika’s meest invloedrijke leerkrachten over kunst.
2 RR Lyrae sterren zijn pulserende, variabele sterren met een regelmatige periode, die zich gewoonlijk bevinden in bolvormige sterrenhopen. Ze worden onder meer gebruikt om afstanden binnen de
Melkweg te bepalen.
12
NL
13
zichtige vloeistof, verzadigde kleurlagen en glaswanden vormen samen
verstilde objecten. Wanneer je je eromheen beweegt komen ze tot leven:
kleuren, vormen en lijnen verglijden in en rond de sculpturen in een eindeloos spel met jou en de ruimte rondom.
Untitled (blue glitters) bestaat uit een berg blauwe glitters. De kunstenaar
schopte er stevig in, zodat ze over de ruimte verspreid raakten. Deze
sculptuur is niet verbeeldend maar blijft bij de kern van de zaak. Hier
primeren de materie in haar ruwe schoonheid en de spanning tussen
energie en rust, concentratie en verstrooiing, licht, schaduw, densiteit en
transparantie. Zo weinig is er soms nodig om zoveel poëtische kracht op
te wekken.
Twee sculpturen voor de Korenmarkt
In het masterplan Torenrij Gent voor de heraanleg van de Korenmarkt, het
Emile Braunplein en omgeving voorzag de stad Gent plaats voor twee
verticale kunstwerken op de noord-zuid as van de Korenmarkt. De stad
legde vormvoorschriften op: beide sculpturen moesten tussen 17 en 21
meter hoog zijn en passen binnen een bepaalde diameter. Verder was het
van belang dat de werken het stedelijke karakter van het plein zouden
onderstrepen, dat ze een betekenisvolle verbinding zouden aangaan
met hun omgeving en hun publiek, en dat ze een sterk artistiek antwoord
zouden bieden op de historische drie torens en de recente stadshal van
Gent. Tegelijk moesten ze ook duidelijk de eigenheid van de kunstenaars
meedragen. Voor deze opdracht nodigde Gent Ann Veronica Janssens
en Ayşe Erkmen uit omwille van hun internationale artistieke erkenning en
hun doorgedreven engagement.
Ann Veronica Janssens | Installation view, Esther Schipper, Berlin | 2015 |
courtesy the artist and Esther Schipper, Berlin | photo Andrea Rossetti
14
NL
15
In afwachting van de installatie van de twee sculpturen op de Korenmarkt
in het voorjaar van 2016 verwerkten de kunstenaars in deze tentoonstelling inspiratiebronnen, schetsen, foto’s, fragmenten en documenten
die deel uitmaakten van het creatieproces van hun projecten voor het
stadscentrum.
Ayşe Erkmen tekende een elegant goudkleurig snoer uit dat over een opstaande staaf is geschoven. Bedoeld als een hommage aan de inwoners
van Gent – die zij “verfijnd en wereldwijs” noemt – put dit extravagante
juweel inspiratie uit de binnenstad: haar schakels verwijzen naar raammotieven van kerken, kapellen en burgerhuizen uit de omgeving.
Ann Veronica Janssens’ sculptuur HEM 600 bestaat uit een rechtopstaande massieve stalen balk met H-profiel, waarvan één zijde werd
gepolijst tot een spiegelend vlak. De balk weerkaatst de omgeving, de
hemel en de zon en werpt tegelijk zijn schaduw. Doorheen de seizoenen
lijken schaduw en reflectie elkaar rondom de balk te achtervolgen. Een
keer per jaar – op 1 mei om 16u – strekken reflectie en schaduw zich
precies in elkaars verlengde uit en vormen ze een rechte lijn. HEM 600
verwijst naar de steunbalk als basis van architectuur en brengt hulde aan
de Gentse architectuurgeschiedenis in het bijzonder maar breder ook
aan alle architecten ter wereld.
De tentoonstelling A | Ayşe Erkmen & Ann Veronica Janssens maakt deel uit van
Europalia Turkije 2015-’16.
Ann Veronica Janssens | HEM 600 | 2013 – 2016 | steel, one side polished |
courtesy the artist | photo city of Ghent
16
FR
17
A | AYŞE ERKMEN & ANN VERONICA JANSSENS
31.10.2015… 14.02.2016
Les artistes
En 2013, la ville de Gand a invité Ayşe Erkmen (Istanbul, TUR) et Ann
Veronica Janssens (Folkestone, UK) à concevoir chacune une sculpture
permanente pour le Korenmarkt. Les deux sculptures seront inaugurées
au printemps 2016. Le S.M.A.K. a saisi cette opportunité pour inviter les
artistes à une exposition dans le musée, afin de placer leurs propositions,
destinées à l’espace public de Gand, dans le contexte de leurs œuvres
et d’explorer comment et où leurs œuvres se croisent et se rencontrent
ou comment elles vont précisément s’éloigner les unes des autres.
nouvelles formes d’expériences.
Malgré ces points de départ intellectuels, les œuvres d’Erkmen et de
Janssens ne sont jamais lourdes. Les artistes parviennent à en adoucir le
sérieux de leur recherche avec une perfection agréable à l’œil, une légèreté rebelle et une poésie aérienne. Leurs œuvres paraissent vives, légères
et belles.
A
Le titre quelque peu absurde de l’exposition – A – réfère à la première
lettre des prénoms des deux artistes. C’est également la première lettre
de l’alphabet et du terme ‘architecture’. En outre, le signe a une forme très
architecturale et sa construction évoque le compas, un des instruments par
excellence de l’architecte. De plus ‘a’ est le terme anglais pour ‘un(e)’, un
article indéfini qui ne définit pas de frontières mais qui ouvre des possibilités.
Pour Ayşe Erkmen et Ann Veronica Janssens, la sculpture va bien au-delà
de la tri-dimensionnalité et de la relation entre l’œuvre, le spectateur et
l’espace. Elles partagent leur fascination pour les phénomènes quotidiens et leur ambition de redéfinir la relation entre l’art, le public et l’environnement. Leur perspective d’approche du quotidien et des endroits
pour lesquels elles créent des œuvres diverge.
A l’étage supérieur du S.M.A.K., Ayşe Erkmen et Ann Veronica Janssens
ont regroupé des sculptures et des installations existantes et nouvelles.
Les artistes ont aménagé leur exposition selon les principes du yin et du
yang. Elles ont développé une série d’espaces individuels, où le regard
qui passé d’un espace à l’autre génère un jeu entre les deux œuvres.
Ayşe Erkmen témoigne d’un intérêt marqué pour le contexte architectural,
historique et social dans lequel une œuvre d’art se crée. Dans les environnements ou les espaces dans lesquels elle travaille, elle rend visibles
les structures qui sont dissimulées ou qu’on ne remarque pratiquement
pas. Ann Veronica Janssens se focalise sur l’expérience sensorielle et le
moment où le corps et l’espace interfèrent. Elle se sert de phénomènes
insaisissables, comme la lumière, la couleur et le son pour développer de
Le bâtiment même du musée constitue un facteur important de cette
exposition. En réalisant des interventions simples et minimales dans les
salles du musée et leur infrastructure, Erkmen et Janssens atteignent un
impact maximal. Les artistes vous laissent le plaisir de la découverte.
Elles laissent délibérément de l’espace ouvert autour de leurs œuvres,
espace qui permet d’interpréter librement, de bouger, s’arrêter, regarder,
écouter, penser et sentir.
18
FR
19
Ayşe Erkmen
Ayşe Erkmen part souvent de formes et de fonctions qui étaient déjà
inaperçues dans les espaces. Dans la salle d’exposition centrale, elle a
retiré l’écran de la coupole et a fait descendre les lampes dans l’espace.
De sorte que le regard est attiré par la construction technique – qui est
normalement cachée. L’infrastructure passe à l’avant-plan et devient
œuvre d’art. Les lampes peuvent être perçues comme des sculptures
minimalistes, en suspension, mais elles perturbent en premier lieu votre
attente. Cette fois-ci, il n’est pas possible de déambuler sans contrainte
dans cette salle du musée, car un labyrinthe d’armatures lumineuses
s’approprient l’espace. Erkmen a construit un obstacle dans le but de
contrarier nos habitudes et notre manière routinière de penser. Elle s’interroge implicitement sur la signification de ce musée et d’autres musées
en tant que donnée architecturale, qu’institut et que structure du pouvoir.
Pour l’installation Itself, Erkmen a téléchargé plus de mille photos qui
apparaissaient sur son écran d’ordinateur lorsqu’elle tapait son nom sur
Google. Avec cet autoportrait absurde, elle dénonce l’influence considérable des médias numériques et sociaux. Qui est Ayşe Erkmen? Quelle
personne est-elle? Quelle artiste est-elle? Erkmen s’oppose avec ironie
au culte de la personne autour des artistes, ce qui a pour effet que leur
image devient aussi importante, parfois même plus importante que la
visibilité et la valeur de leur œuvre. Au S.M.A.K., on peut interpréter ces
archives photographiques comme une mini-rétrospective de l’œuvre
d’Erkmen destinées à encadrer sa sculpture pour le Korenmarkt. Mais
dans quelle mesure l’identité que Google lui donne est-elle exacte? Des
œuvres d’artistes avec lesquels Erkmen a collaboré un jour et la chanteuse Ayşe Idil Erkmen, qui porte presque le même nom, se sont infiltrées
dans l’autobiographie de l’artiste.
Ayşe Erkmen | Das Haus / Ev / The House | 1993 – 2008 |
installation at Weggefährten, Hamburger Bahnhof, Berlin | photo Jens Ziehe
20
FR
21
Un autre espace est entouré d’une frise composée de sculptures
murales abstraites. Ce sont des copies grandeur originale de parties de
la sculpture qu’Erkmen destine au Korenmarkt. Les motifs s’inspirent de
décorations de fenêtres d’immeubles du centre-ville historique de Gand
que l’artiste a découvertes lors de longues promenades dans la ville pour
préparer son projet.
Pour Skylight, Erkmen a une fois encore utilisé la coupole du plafond
d’un espace du musée. Elle a recouvert quelques panneaux de la
coupole avec des voiles de couleur vive. La structure de la coupole qui
n’attirait pas ou presque pas l’attention précédemment a littéralement
pris couleur. Elle fonctionne à présent comme une sorte de sculpture
abstraite ou une peinture dans l’espace, mais elle évoque aussi d’autres
associations. Les voiles ne sont pas parfaitement tendues sur les panneaux de la coupole. Le toit du musée fait-il l’objet d’une réparation et
a-t-il provisoirement été colmaté de la sorte? A moins que ce soit des
voiles de tentes que le vent a porté sur le toit? Proviennent-elles de logements provisoires destinés aux réfugiés?
Plus loin pend la sculpture Turuncu, un bouquet de nominettes qui
servent habituellement à marquer les vêtements. Le prénom et le nom
de l’artiste est inscrit sur chaque nominette. Cette œuvre d’Ayşe Erkmen
est une réaction au marché de l’art qui fait la promotion des artistes
comme des marques. Sur le mur face à Turuncu, elle a peint le nom du
philosophe allemand Leibniz et celui du poète français Lamartine. Des
célébrités qui n’ont rien en commun avec l’œuvre d’Erkmen, sauf que
l’artiste habite par hasard à Istanbul et à Berlin dans des rues qui portent
leur nom. En se servant d’une marque déposée et de connaissances
biographiques, Erkmen relativise le fait d’être un artiste avec un clin d’œil
ironique.
Ayşe Erkmen | Skylight | 2009 | coloured plastic sheets | installation at Beyond These Walls, South
London Gallery, London | courtesy Galerie Barbara Weiss, Berlin | photo Andy Stagg
22
FR
23
Ann Veronica Janssens
Ann Veronica Janssens explore les possibilités du son, de la lumière et de
la couleur. Dans la salle à l’avant, elle a équipé l’alarme de sécurité de Wall
Drawing Nr.36 de Sol LeWitt d’une autre tonalité. Si vous vous approchez
trop du dessin mural, vous n’entendrez pas d’alarme classique, mais une
douce voix d’homme en train de chanter. C’est la voix de l’artiste américain
John Baldessari qui met en scène une version excentrique de Sentences
on Conceptual Art (1969), les règles de base de l’art conceptuel selon Sol
LeWitt1. Ce nouveau signal d’alarme joue sur votre comportement habituel
de spectateur et d’auditeur. Il ne vous fait plus prendre vos distances par
rapport au dessin mural de Sol LeWitt comme le fait habituellement une
alarme, mais il vous pousse vers l’œuvre d’art pour pouvoir mieux écouter
ce qu’il convient d’entendre avec précision. Janssens déplace aussi votre
attention du dessin mural, une des pièces les plus prestigieuses de la collection du S.M.A.K., vers l’alarme qui devient œuvre d’art à son tour.
Dans le cadre de la présentation de la collection autour de Wall Drawing
Nr.36 de Sol LeWitt qui dure depuis près d’un an, tant Ayşe Erkmen
qu’Ann Veronica Janssens ont sélectionné des œuvres d’art provenant
de la collection du S.M.A.K. Et ce, en relation avec le dessin mural et
leurs œuvres personnelles et en fonction de deux nouvelles présentations de cabinets autour de Sol LeWitt.
Dans cette salle, Ann Veronica Janssens a encore réalisé une deuxième ac-
1 Dans l’enregistrement historique Baldessari sings LeWitt (1972), John Baldessari chante sur les
airs de rengaines populaires les 35 affirmations théoriques de Sol LeWitt sur l’art conceptuel.
L’oeuvre exprime les doutes de Baldessari sur sa capacité personnelle (et, en principe, celle de
tout un chacun) de parler d’art en partant d’une position autoritaire. C’est une attitude ambiguë
lorsqu’on sait qu’au cours de cette période l’artiste a fait carrière comme un des enseignants en
art les plus influents d’Amérique.
tion. Elle a fait placer un prisme entre le double vitrage d’une des fenêtres.
Lorsque le soleil brille à travers le petit triangle transparent, la lumière dévie
à partir de différentes longueurs d’ondes dans différentes directions. Ce
qui donne naissance à une tache flottante, vibrante de couleurs de l’arcen-ciel qui semblent danser dans l’espace. Par ce geste minime, Janssens
rend la lumière du jour – généralement un phénomène invisible – visible.
La lumière devient un objet éphémère qui, à l’instar d’une sculpture, prend
position dans et par rapport à l’espace dans lequel elle se trouve.
Dans les salles avoisinantes, Ann Veronica Janssens complète cette
œuvre réalisée à la lumière du jour naturelle avec des installations basées
sur une lumière artificielle et colorée. Ce sont des explorations sur l’utilisation de la lumière et de la couleur comme matériaux purs. Elles constituent des étapes successives dans l’étude de Janssens sur l’observation,
le mouvement et l’espace. Les bandes lumineuses redéfinissent l’espace
existant et le font revivre d’une manière très sensorielle. La lumière et la
couleur – phénomènes immatériels – épousent un aspect matériel dans
ces œuvres. Souvent, ils deviennent presque tactiles.
RR Lyrae est une sculpture de lumière qui remplit l’espace. Le titre est
emprunté à l’astronomie2. Sept spots reflètent une forme en étoile sur le
mur et colorent la légère brume qui pend dans l’espace. La brume a un
effet de désorientation: elle limite la vue, mais semble en même temps
effacer toutes les frontières. Le contexte (l’espace du musée) et la matière
(lumière, brume et couleur) se fondent visuellement. On vit également le
temps d’une manière inhabituelle. On aboutit dans une zone intermédiaire
à la limite entre la lumière et l’ombre, le saisissable et l’insaisissable, le
destiné et le non-destiné. Ann Veronica Janssens montre un vif intérêt pour
2 Des étoiles RR Lyrae sont des étoiles ondulantes, variables avec une période régulière, que l’on
trouve habituellement dans les amas d’étoiles sphériques. Elles servent notamment à définir les
distances au sein de la Voie lactée.
24
FR
25
cette zone intermédiaire qui, pour elle, reflète l’élasticité de la réalité.
Dans Magic Mirrors, une série de sculptures minimales, réfléchissantes qui
prennent appui contre la paroi, Janssens montre l’effet changeant de la
lumière qui se casse et se réfléchit sans cesse de différentes manières. Dans
toutes ces œuvres, un plan cassé en éclats est placé entre deux panneaux
transparents. Différentes positions de vision et l’éclairage qui se déplace en
cours de journée génèrent en permanence d’autres effets.
De grands récipients en verre sont remplis de paraffine liquide et de couleur.
Un liquide transparent, des couches de couleurs saturées et des parois en
verre forment ensemble des objets apaisés. Ils prennent vie lorsque vous
évoluez autour d’eux: les couleurs, les formes et les lignes glissent dans et
autour des sculptures dans un jeu infini entre vous et l’espace environnant.
Untitled (blue glitters) se compose d’une montagne de paillettes bleues.
L’artiste lui a donné un solide coup de pied. Ainsi, elles se sont dispersées dans l’espace. Cette sculpture n’est pas figurative, mais elle
reste dans le vif de la question. Ce qui prime ici c’est la matière dans sa
beauté brute et la tension entre l’énergie et le repos, la concentration et
la distraction, la lumière et l’ombre, la densité et la transparence. Il faut
parfois tellement peu pour susciter une telle force poétique.
Deux sculptures pour le Korenmarkt
Dans le masterplan Torenrij Gent, consacré au réaménagement du
Korenmarkt, de la Emile Braunplein et des environs, la ville de Gand avait
prévu deux œuvres d’art verticales sur l’axe nord-sud du Korenmarkt. La
ville a imposé des instructions quant à la forme: les sculptures devaient
avoir entre 17 et 21 mètres de hauteur et s’intégrer dans un diamètre
défini. Par ailleurs, il était important que les œuvres soulignent le caracAnn Veronica Janssens | RR Lyrae | 2007 – 2014 | 7 spotlights, artificial haze |
courtesy the artist and Museum Voorlinden, Wassenaar | photo Fabrice Seixas
26
FR
27
tère urbain de la place, qu’elles entretiennent un lien significatif avec leur
environnement et leur public et qu’elles donnent une réponse artistique
forte aux trois tours historiques et à la récente halle de la ville de Gand.
En outre, elles devaient exprimer la spécificité des artistes. Gand a
chargé Ann Veronica Janssens et Ayşe Erkmen de cette mission, pour
leur reconnaissance artistique internationale et leur profond engagement.
Dans l’attente de l’installation des deux sculptures sur le Korenmarkt
au printemps 2016, les artistes ont intégré dans cette exposition des
sources d’inspiration, des esquisses, des photos, des fragments et des
documents qui faisaient partie du processus créatif de leurs projets
destinés au centre-ville.
Ayşe Erkmen a dessiné un élégant collier doré qui coulisse sur une barre
droite. Conçu comme un hommage aux habitants de Gand – qu’elle qualifie de “raffinés et dotés d’une grande expérience du monde” – ce bijou
extravagant puise son inspiration dans le cœur de la ville: ses anneaux
renvoient aux motifs des fenêtres dans les églises, les chapelles et les
maisons bourgeoises des environs.
La sculpture d’Ann Veronica Janssens HEM 600 se compose d’une poutre
en acier massif avec un profil en H, dont un côté a été poli pour obtenir une
surface réfléchissante. La poutre reflète l’environnement, le ciel et le soleil
tout en projetant son ombre. Au fil des saisons, l’ombre et la réverbération
semblent se poursuivre autour de la poutre. Une fois par an – le 1er mai à
16h – la réverbération et l’ombre s’étirent dans un prolongement mutuel et
forment une ligne droite. HEM 600 renvoie à la poutre, base de l’architecture, et rend hommage à l’histoire de l’architecture gantoise en particulier,
mais aussi de manière plus générale à tous les architectes du monde.
L’exposition A | Ayşe Erkmen & Ann Veronica Janssens fait partie d’Europalia
Turquie 2015-’16.
Ayşe Erkmen | Korenmarkt Sculpture | 2013 – 2016 | courtesy the artist | photo city of Ghent
28
EN
29
A | AYŞE ERKMEN & ANN VERONICA JANSSENS
31.10.2015… 14.02.2016
The artists
In 2013, the City of Ghent commissioned Ayşe Erkmen (Istanbul, TR) and
Ann Veronica Janssens (Folkestone, UK) each to create a permanent
sculpture for the Korenmarkt, a large square in the city centre. The two
sculptures are to be inaugurated in spring 2016. S.M.A.K. is taking this
opportunity to invite the artists to mount an exhibition in the museum to
put their proposals for Ghent’s public space into the context of their oeuvres and to explore how and where their work intersects and is related
or differs.
For Ayşe Erkmen and Ann Veronica Janssens, sculpture goes far beyond
the three-dimensional and the relationship between image, viewer and
space. They share a fascination with everyday phenomena and the aim of
redefining the relationship between art, the public and the surroundings.
Where they differ is in their approach to the everyday and the places for
which they create work.
Ayşe Erkmen has a distinct interest in the architectural, historical and
social context in which an artwork comes into being. In the surroundings
or spaces in which she operates, she finds structures that are concealed
or remain virtually unnoticed, and makes them visible. Ann Veronica
Janssens focuses on the sensory experience and the moment when body
and space affect each other. She employs such intangible phenomena as
light, colour and sound to develop new forms of experience.
Ann Veronica Janssens | 14.0677 | 1999 | light installation at EACC, Castellon |
courtesy EACC, Castellon | photo Pascual Mercé
30
EN
31
Despite these underlying intellectual principles, Erkmen’s and Janssens’
works are never too ponderous. They are both able to lighten the earnestness of their research by means of delightful perfection, rebellious
playfulness and poetry with a light touch. The appearance of their works
is clear-cut, light and simply beautiful.
A
The somewhat absurd title of the exhibition – A – refers to the first letter
of the two artists’ first names. It is also the first letter of the alphabet and
of the word ‘architecture’. In addition, this letter has a distinctly architectural shape and its construction is reminiscent of a compass, one of the
architect’s chief instruments. And of course in English ‘a’ is the indefinite
article, a word that defines no limits, but opens up possibilities.
On the upper floor of S.M.A.K., Ayşe Erkmen and Ann Veronica Janssens
have assembled new and existing sculptures. They have arranged their
exhibition in accordance with the principles of yin and yang, creating a
series of individual spaces in which views from one space to another
spark off an interaction between the two oeuvres.
The museum itself is a major factor in the exhibition. Erkmen and Janssens achieve the maximum impact by means of simple, minimal changes
to the museum’s rooms and their infrastructure. They leave it to you to
discover the result. They deliberately leave space around their artworks,
space in which you are free to interpret, move, stand still, look, listen,
think and feel.
Ayşe Erkmen | Busy Colors | 2005 | existing crane, two widths of fabric out of polysilk and nylon
| installation at Sculpture Center, Long Island City, NY | courtesy Sculpture Center, Long Island
City, NY and Galerie Barbara Weiss, Berlin
32
EN
33
Ayşe Erkmen
Ayşe Erkmen often starts out from forms and functions that are already
inconspicuously present in the rooms. In the central exhibition room she
removed the screen from the skylight and had the lamps lowered into the
room. As a result, the technical construction – which is normally hidden
– comes into view. The infrastructure comes to the fore and becomes a
work of art. The lamps can be seen as minimalist-looking hanging sculptures, but in the first place they upset your expectations. On this occasion you cannot walk around the museum room unhindered, because a
labyrinth of light fittings occupies the space. Erkmen has constructed an
obstacle with the aim of thwarting our habitual behaviour and our routine
way of thinking. She implicitly questions the meaning of this and other
museums as architecture, as institutions and as power structures.
For the Itself installation, Erkmen downloaded the thousand-plus photos
that appeared on her computer screen when she searched her own name
using Google. This absurd self-portrait is her way of taking a shot at the
profound influence of digital and social media. Who is Ayşe Erkmen? Who
is she as a person? Who is she as an artist? With a degree of irony, Erkmen reacts against the personality cult that attaches to artists and which
leads to a situation where their image becomes just as, if not more,
important than the visibility and value of their work. At S.M.A.K. you can
interpret this photo-archive as a mini-retrospective of Erkmen’s work that
provides a context for her Korenmarkt sculpture. But how accurate is the
identity that Google provides her with? Artists with whom Erkmen once
collaborated and the singer Ayşe Idil Erkmen, who has virtually the same
name, also found their way into the artist’s autobiography.
The next room is outlined by a frieze of abstract wall-sculptures. They
are full-scale copies of parts of Erkmen’s sculpture for the Korenmarkt.
The motifs were inspired by window decoration on buildings in Ghent’s
historic city centre. The artist discovered them while on long walks she
took around the city to prepare for her design.
For Skylight, Erkmen once again used a skylight in a museum room. She
covered several of its panels with brightly coloured tarpaulins. This lends
colour to the structure of the skylight, which otherwise never, or hardly
ever, catches the eye. Now it works as a sort of abstract sculpture or
a painting in space, but also evokes other associations. The tarpaulins
are not stretched tight over the panels of the skylight. Is the roof of the
museum undergoing repairs, and has it thus been temporarily closed off?
Or have the flysheets from a number of tents blown onto the roof? Might
they have come from temporary accommodation for refugees?
Further along hangs the sculpture Turuncu, a bunch of name strips
usually used to label garments. You can read the artist’s first name and
family name on each of them. In this way, Erkmen is reacting to the
pressure from the art market to promote artists as a brand. On the wall
opposite Turuncu she has painted the names of the German philosopher
Leibniz and the French poet Lamartine. They are famous people who are
in no way connected with Erkmen’s oeuvre except that by chance both in
Istanbul and Berlin she lives in streets named after them. Using a brand
name and a biographical detail, Erkmen ironically puts artisthood into
perspective.
Ann Veronica Janssens
Ann Veronica Janssens explores the potential of sound, light and colour.
She changed the sound of the security alarm that accompanies Sol
LeWitt’s Wall Drawing No.36 in the large upper room at the front of the
34
EN
35
building. When you get too close to the drawing, you do not hear the
normal alarm tone, but a man’s voice quietly singing. It is the voice of
the American artist John Baldessari, performing his very own version of
Sentences on Conceptual Art (1969), the basic rules of conceptual art
according to Sol LeWitt1. This new alarm sound plays on your habitual
looking and listening behaviour. It no longer makes you move away from
LeWitt’s wall drawing as an alarm normally does, but draws you closer to
the work so you can get a better impression of what is being said. Janssens also shifts your attention from the wall drawing, one of the most
prestigious items in the S.M.A.K. collection, to the alarm, which in its turn
becomes an artwork.
Both Ayşe Erkmen and Ann Veronica Janssens have selected works from
the S.M.A.K. collection as part of the collection presentation linked to
Sol LeWitt’s Wall Drawing No.36, which is continuing for almost a year.
Their selections relate to both the wall drawing and their own oeuvres,
and are used in two new presentations on and associated with LeWitt in
the rooms adjoining this hall.
Ann Veronica Janssens also carried out a second intervention in the same
room. She had a prism inserted inside the double glazing of one of the
windows. When the sun shines through this small transparent triangular
object, the various wavelengths of light are bent at different angles. This
gives rise to a hovering, vibrating patch of rainbow colours that look as
if they are dancing in space. By means of this minimal addition, Janssens
1 In the historical recording Baldessari sings LeWitt (1972), John Baldessari sings Sol LeWitt’s 35
theoretical statements on conceptual art to the tune of popular songs. This work expresses Baldessari’s doubts about his own personal capacity (and, in principle, everyone’s) to speak about art
from a position of authority. This is an ambiguous attitude when you consider that at that time he
was making a career for himself as one of America’s most influential teachers on the subject of art.
Ann Veronica Janssens | Untitled (blue glitters) | 2015 | glitter |
courtesy the artist and Esther Schipper, Berlin | photo Andrea Rossetti
36
EN
37
makes daylight – usually invisible – visible. Light becomes an ephemeral
object which, like a sculpture, takes up a position in and in relation to the
space it occupies.
plane broken into slivers between two transparent plates. The different
positions from which it is viewed, and the shifts of light in the course of
the day, continually result in different effects.
In the surrounding rooms, Ann Veronica Janssens supplements this work
using natural light with installations based on artificial and coloured light.
They are explorations of the use of light and colour as pure materials. Each is a step in Janssens’ research into perception, movement
and space. Beams of light redefine the existing space and make you
experience it in a highly sensory way. In these works, light and colour –
immaterial phenomena – are given a material aspect. In many cases they
become almost tactile.
Large glass boxes are filled with liquid paraffin and colour. Transparent
liquid, layers of saturated colour and glass panels together form still
objects. When you move around them they come to life: colours, forms
and lines glide in and around the sculptures in an endless interplay with
you and the surrounding space.
RR Lyrae is a light sculpture that fills a room. The title is taken from
astronomy2. Seven spotlights project the form of a star on the wall and
colour the thin haze that hangs in the room. The haze has a disorienting
effect: it limits your sight but at the same time seems to remove all limits.
Context (the museum room) and material (light, haze and colour) merge
visually into each other. You also experience time in an unusual way. You
find yourself in an intermediate zone on the boundary between light and
shade, the tangible and the intangible, the definable and the indefinable.
Janssens is particularly interested in this intermediate zone. She considers
that it represents the elasticity of reality.
In Magic Mirrors, a series of minimal, mirrored sculptures leaning against
the wall, Janssens shows the variable effect of light that is constantly
breaking up and reflecting in different ways. Each work consists of a
2 RR Lyrae stars are variable stars that pulsate at regular intervals and are usually found in spherical
nebulae. They are among other things used to determine distances within the Milky Way.
Untitled (blue glitters) consists of a pile of blue glitter. The artist gave
it a violent kick so that it is scattered all over the room. This sculpture
does not represent anything, but keeps to the heart of the matter. What
takes priority here is material in its raw beauty and the tension between
energy and rest, concentration and dispersion, light, shadow, density and
transparency. Sometimes only very little is needed to conjure up so much
poetic energy.
Two sculptures for the Korenmarkt
In the Ghent Towers master-plan for the redesign of the Korenmarkt,
Emile Braunplein and their surroundings, the City of Ghent provided
places for two vertical artworks on the north-south axis of the Korenmarkt. The council imposed a number of rules regarding their form:
they had to be between 17 and 21 metres tall and not exceed a certain
diameter. In addition, it was important that the works should emphasise
the urban nature of the square, that they should enter into a meaningful
relationship with their surroundings and the public, and that they should
form a powerful artistic response to the three historical towers and the
38
EN
39
recent Market Hall. At the same time, they were also to clearly display the
artists’ individual styles. The council invited Ayşe Erkmen and Ann Veronica
Janssens to carry out this assignment because of their international
recognition and their intense commitment.
In anticipation of the installation of the two sculptures on the Korenmarkt
in spring 2016, the artists incorporated into this exhibition the sources of
inspiration, sketches, photos, material samples and documents that were
part of the creative process for these projects.
Ayşe Erkmen traced out an elegant golden chain slipped over an upright
pole. This extravagant jewel is intended as a tribute to the inhabitants
of Ghent – whom she calls “refined and worldly wise” – and it takes its
inspiration from the city centre: its links refer to the motifs in the windows
of churches, chapels and houses in the surrounding area.
Ann Veronica Janssens’ sculpture HEM 600 consists of an upright solid
steel H-profile beam, one side of which is polished to form a mirrored
surface. The beam reflects the surroundings, the sky and the sun and at
the same time casts a shadow. As the seasons go by, the shadow and
reflection seem to be pursuing one another around the beam. Once a
year – at 4 pm on 1st May – the angle of the reflection and the shadow
will coincide and they will together form a single straight line. HEM 600
refers to the role of the beam as a fundamental of architecture and pays
tribute to the history of Ghent architecture in particular, and more generally
to all the architects in the world.
The exhibition A | Ayşe Erkmen & Ann Veronica Janssens is part of Europalia Turkey
2015-16.
Ann Veronica Janssens | Untitled (orange) | 2010 | glass container filled with paraffin oil,
fluo serigraph | courtesy the artist and Esther Schipper, Berlin | photo Andrea Rossetti
ENTRANCE
S.M.A.K.
STATION
GENTST-PIETERS
M.S.K.
CITADELLAAN
CITADELPARK
S . M . A . K . | J A N H O E T P L E I N | B - 9 0 0 0 G E N T | W W W. S M A K . B E
VU
:
ANNELIES
STORMS
|
BOTERMARKT
1
|
9000
GENT