Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en

Transcription

Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en
QRVA 51 066
QRVA 51 066
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE BELGIQUE
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
————
————
Questions
et réponses
écrites
Schriftelijke
vragen en
antwoorden
BELGISCHE KAMER VAN
21 - 02 - 2005
1331
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10534
cdH
CD&V
ECOLO
FN
MR
N-VA
PS
sp•a - spirit
Vlaams Belang
VLD
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
Centre démocrate Humaniste
Christen-Democratisch en Vlaams
Écologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales
Front National
Mouvement Réformateur
Nieuw - Vlaamse Alliantie
Parti socialiste
Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht.
Vlaams Belang
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature,
suivi du no de base et du no consécutif
QRVA :
Questions et Réponses écrites
CRIV :
Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le
compte rendu intégral et, à droite, le compte
rendu analytique traduit des interventions
(sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV :
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral
(sur papier vert)
CRABV :
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN :
Séance plénière (couverture blanche)
COM :
Réunion de commission (couverture beige)
DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA :
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV :
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal
verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de
toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)
CRABV :
PLEN :
COM :
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail : [email protected]
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : [email protected]
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
CRIV :
2004
2005
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen
papier)
Beknopt Verslag (op blauw papier)
Plenum (witte kaft)
Commissievergadering (beige kaft)
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10535
SOMMAIRE
INHOUD
II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement,
à partir de la session extraordinaire 2003.
II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn,
vanaf de buitengewone zitting 2003.
Page/Blz. 10539
II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement.
(Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre).
II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is.
(Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Page/Blz. 10549
Page
Blz.
Premier ministre
—
Eerste minister
Vice-première ministre et ministre de la Justice
10549 Vice-eerste minister en minister van Justitie
Vice-premier ministre et ministre des Finances
10557 Vice-eerste minister en minister van Financiën
Vice-premier ministre
et ministre du Budget et des Entreprises publiques
Vice-eerste minister
10568 en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
10576 Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
Ministre des Affaires étrangères
10583 Minister van Buitenlandse Zaken
Ministre de la Défense
10590 Minister van Landsverdediging
Ministre de l’Économie, de l’Énergie,
du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie,
10591 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
10597 Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
—
Minister van Middenstand en Landbouw
Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs 10602 Minister van Werk en Consumentenzaken
Ministre de la Coopération au développement
10605 Minister van Ontwikkelingssamenwerking
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale,
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances 10607 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Ministre de la Mobilité
10609 Minister van Mobiliteit
Ministre de l’Environnement et des Pensions
Secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État,
adjoint au ministre du Budget
et des Entreprises publiques
—
Minister van Leefmilieu en Pensioenen
—
Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat,
toegevoegd aan de minister van Begroting
en Overheidsbedrijven
Secrétaire d’État à la Modernisation des Finances
et à la Lutte contre la fraude fiscale,
adjoint au ministre des Finances
—
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën
en de Strijd tegen de fiscale fraude,
toegevoegd aan de minister van Financiën
Secrétaire d’État à la Simplification administrative,
adjoint au Premier ministre
—
Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de Eerste minister
Secrétaire d’État aux Affaires européennes,
adjoint au ministre des Affaires étrangères
—
Staatssecretaris voor Europese Zaken,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
—
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling
en Sociale Economie, toegevoegd aan
de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
—
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid
Secrétaire d’État au Développement durable
et à l’Économie sociale,
adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques
Secrétaire d’État aux Familles et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10537
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants
et réponses données par les ministres.
III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers
en antwoorden van de ministers.
Page/Blz. 10613
Page
Blz.
Premier ministre
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-premier ministre et ministre des Finances
Vice-premier ministre
et ministre du Budget et des Entreprises publiques
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Ministre des Affaires étrangères
Ministre de la Défense
Ministre de l’Économie, de l’Énergie,
du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
10613 Eerste minister
10615 Vice-eerste minister en minister van Justitie
10623 Vice-eerste minister en minister van Financiën
Vice-eerste minister
10635 en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
10666 Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
—
Minister van Buitenlandse Zaken
10679 Minister van Landsverdediging
Minister van Economie, Energie,
10685 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs
Ministre de la Coopération au développement
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale,
de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances
Ministre de la Mobilité
Ministre de l’Environnement et des Pensions
Secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État,
adjoint au ministre du Budget
et des Entreprises publiques
Secrétaire d’État à la Modernisation des Finances
et à la Lutte contre la fraude fiscale,
adjoint au ministre des Finances
10701
10710
10718
—
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Minister van Middenstand en Landbouw
Minister van Werk en Consumentenzaken
Minister van Ontwikkelingssamenwerking
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
10749 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
—
Minister van Mobiliteit
10762 Minister van Leefmilieu en Pensioenen
Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat,
toegevoegd aan de minister van Begroting
10769 en Overheidsbedrijven
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën
en de Strijd tegen de fiscale fraude,
10774 toegevoegd aan de minister van Financiën
Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
—
toegevoegd aan de Eerste minister
Staatssecretaris voor Europese Zaken,
—
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
Secrétaire d’État à la Simplification administrative,
adjoint au Premier ministre
Secrétaire d’État aux Affaires européennes,
adjoint au ministre des Affaires étrangères
Secrétaire d’État au Développement durable
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling
et à l’Économie sociale,
en Sociale Economie, toegevoegd aan
adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques 10777 de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Secrétaire d’État aux Familles et aux Personnes handicapées,
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handiadjointe au ministre des Affaires sociales
cap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken
et de la Santé publique
10781 en Volksgezondheid
Questions posées aux ministres-membres
du Conseil des ministres européen via le comité d’avis
chargé de questions européennes
—
Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin
Vragen gesteld aan de ministers-leden
van de Europese Raad van ministers via het adviescomité
voor Europese aangelegenheden
In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet.
IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
Page/Blz. 10785
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10539
I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement,
à partir de la session extraordinaire 2003. *
I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn,
vanaf de buitengewone zitting 2003. *
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
Auteur
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
Auteur
8089
15-10-2004
15-10-2004
22-10-2004
26-10-2004
27-10-2004
27-10-2004
9-11-2004
10-11-2004
10-11-2004
16-11-2004
18-11-2004
18-11-2004
22-11-2004
23-11-2004
23-11-2004
23-11-2004
23-11-2004
23-11-2004
24-11-2004
25-11-2004
30-11-2004
1-12-2004
3-12-2004
3-12-2004
3-12-2004
3-12-2004
7-12-2004
7-12-2004
7-12-2004
9-12-2004
10-12-2004
13-12-2004
14-12-2004
17-12-2004
17-12-2004
17-12-2004
20-12-2004
20-12-2004
21-12-2004
398
400
412
416
419
420
433
435
436
437
441
444
447
448
450
451
452
453
455
456
457
458
459
460
461
462
467
469
470
473
477
479
480
482
484
485
486
487
488
Bart Laeremans
Mme Muriel Gerkens
Alfons Borginon
Dylan Casaer
Stijn Bex
Walter Muls
Hagen Goyvaerts
Francis Van den Eynde
Jean-Marc Nollet
Mw. Ingrid Meeus
Alfons Borginon
Guido De Padt
Mw. Greet Van Gool
Gerolf Annemans
Claude Marinower
Alfons Borginon
Alfons Borginon
Alfons Borginon
Claude Marinower
Guido De Padt
Roel Deseyn
Roel Deseyn
Guido De Padt
Guido De Padt
Guido De Padt
Guido De Padt
Jo Vandeurzen
Staf Neel
Mw. Hilde Vautmans
Geert Lambert
Mme Anne Barzin
Hagen Goyvaerts
Guido De Padt
Gerolf Annemans
Guido De Padt
Alfons Borginon
Dirk Van der Maelen
Bart Laeremans
Mw. Martine Taelman
2004
2005
Page
Blz.
Vice-première ministre
et ministre de la Justice
Vice-eerste minister
en minister van Justitie
20- 8-2003
21- 8-2003
21-10-2003
8- 3-2004
22
25
66
203
951326510173-
206
229
233
249
260
272
283
289
91115426269161622-
3-2004
4-2004
4-2004
4-2004
5-2004
5-2004
5-2004
6-2004
6-2004
6-2004
7-2004
7-2004
8-2004
8-2004
8-2004
9-2004
9-2004
9-2004
9-2004
23- 9-2004
24- 9-2004
30- 9-2004
1-10-2004
1-10-2004
6-10-2004
291
293
303
306
327
338
339
342
350
352
364
366
369
370
378
383
390
Francis Van den Eynde
Jan Mortelmans
Guy D’haeseleer
François-Xavier de
Donnea
Bart Laeremans
Filip De Man
Olivier Maingain
Alfons Borginon
Walter Muls
Mw. Nahima Lanjri
Alfons Borginon
Mw. Yolande Avontroodt
Alfons Borginon
Gerolf Annemans
Jo Vandeurzen
Mme Marie Nagy
Bart Laeremans
Stijn Bex
Stijn Bex
Roel Deseyn
Guido De Padt
Stijn Bex
Mw. Sabien LahayeBattheu
Geert Lambert
Claude Marinower
Luk Van Biesen
Bart Laeremans
Alfons Borginon
Mw. Annemie Turtelboom
232
233
1091
4254
4255
4878
4880
5312
5457
5614
5969
6112
6114
6312
6598
6599
7179
7181
7182
7511
7685
7685
7691
7877
7879
8081
8084
8085
Page
Blz.
8437
8439
8649
8652
8654
8655
8884
8885
8885
9105
9279
9280
9281
9282
9283
9284
9284
9285
9286
9475
9476
9477
9478
9478
9479
9480
9483
9484
9484
9662
9664
9665
9666
9951
9952
9952
9953
9954
9955
* Liste clôturée le 18 février 2005
* Lijst afgesloten op 18 februari 2005
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10540
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
22-12-2004
22-10-2004
28-12-2004
3- 1-2005
11- 1-2005
13- 1-2005
13- 1-2005
13- 1-2005
489
490
491
492
494
496
497
498
17- 1-2005
499
171717171818191919-
500
501
502
503
504
505
506
507
508
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
Auteur
Guido De Padt
Alfons Borginon
Gerolf Annemans
Guido De Padt
Mw. Annelies Storms
Guido De Padt
Guido De Padt
Mw. Sabien LahayeBattheu
Mw. Sabien LahayeBattheu
Guido De Padt
Francis Van den Eynde
Melchior Wathelet
Francis Van den Eynde
Roel Deseyn
Luk Van Biesen
Mark Verhaegen
Gerolf Annemans
Guido Tastenhoye
Page
Blz.
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
9955
9956
10141
10311
10439
10549
10550
689
947
1117
1694
1714
1725
1748
1748
1941
1944
1950
2784
2787
3225
3656
3922
3923
4281
4576
4577
20- 4-2004
27- 4-2004
28- 4-2004
30- 4-2004
5- 5-2004
12- 5-2004
13- 5-2004
24- 5-2004
24- 5-2004
24- 5-2004
27- 5-2004
2- 6-2004
22- 6-2004
23- 6-2004
23- 6-2004
28- 6-2004
12- 7-2004
13- 7-2004
27- 7-2004
27- 7-2004
27- 7-2004
27- 7-2004
27- 7-2004
16- 9-2004
21- 9-2004
23- 9-2004
1-10-2004
5-10-2004
5-10-2004
6-10-2004
6-10-2004
6-10-2004
7-10-2004
8-10-2004
12-10-2004
15-10-2004
15-10-2004
18-10-2004
19-10-2004
19-10-2004
26-10-2004
27-10-2004
3-11-2004
3-11-2004
8-11-2004
9-11-2004
352
355
357
366
367
387
389
397
398
399
401
407
420
421
422
425
434
435
441
442
443
445
449
473
483
487
490
496
497
499
500
501
503
504
506
509
510
511
512
513
518
519
523
525
527
528
2004
2005
10550
10551
10551
10552
10552
10553
10553
10554
10555
10556
10556
Vice-premier ministre
et ministre des Finances
Vice-eerste minister
en minister van Financiën
30- 9-2003
9-10-2003
22-10-2003
6-11-2003
10-11-2003
10-11-2003
10-11-2003
18-11-2003
20-11-2003
20-11-2003
24-11-2003
8- 1-2004
12- 1-2004
26- 1-2004
3- 2-2004
9- 2-2004
23- 2-2004
8- 3-2004
22- 3-2004
22- 3-2004
45
54
66
81
97
104
137
138
150
152
158
206
208
236
254
273
274
305
318
320
Geert Lambert
Jean-Jacques Viseur
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Olivier Maingain
Mw. Trees Pieters
Carl Devlies
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Willy Cortois
Mw. Trees Pieters
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
Auteur
Mw. Trees Pieters
Geert Lambert
Pieter De Crem
Alfons Borginon
Jean-Jacques Viseur
Carl Devlies
Carl Devlies
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Guido De Padt
Mw. Trees Pieters
Geert Versnick
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Carl Devlies
Richard Fournaux
Richard Fournaux
Richard Fournaux
Hagen Goyvaerts
Bart Tommelein
Hagen Goyvaerts
Hagen Goyvaerts
Melchior Wathelet
Patrick De Groote
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Olivier Chastel
Mw. Trees Pieters
Theo Kelchtermans
Dylan Casaer
Koen Bultinck
Mme Muriel Gerkens
Mw. Greet Van Gool
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Jean-Jacques Viseur
Jean-Marc Nollet
Servais Verherstraeten
Richard Fournaux
Page
Blz.
5075
5333
5334
5470
5471
5624
5836
5977
5979
5980
6128
6134
6440
6442
6442
6607
6753
6753
7187
7187
7188
7188
7190
7692
7697
7879
8091
8093
8095
8096
8097
8098
8234
8236
8239
8444
8445
8445
8446
8447
8656
8658
8888
8890
8891
8892
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
9-11-2004
10-11-2004
10-11-2004
12-11-2004
18-11-2004
23-11-2004
24-11-2004
30-11-2004
529
532
533
535
538
541
543
547
2-12-2004
6-12-2004
6-12-2004
7-12-2004
7-12-2004
8-12-2004
9-12-2004
9-12-2004
14-12-2004
15-12-2004
17-12-2004
23-12-2004
23-12-2004
23-12-2004
28-12-2004
28-12-2004
29-12-2004
3- 1-2005
3- 1-2005
3- 1-2005
549
551
552
553
554
555
556
557
560
561
563
568
569
571
574
577
578
580
581
582
31010111313-
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
583
584
585
589
590
591
1414141417-
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
592
593
594
595
596
17171818-
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
597
598
601
603
10541
Auteur
Patrick De Groote
Dirk Van der Maelen
Ortwin Depoortere
Mw. Dalila Douifi
Alfons Borginon
Alfons Borginon
Luk Van Biesen
Mw. Annemie Turtelboom
Melchior Wathelet
Servais Verherstraeten
Dirk Van der Maelen
Mw. Annelies Storms
Mw. Hilde Vautmans
Koen T’Sijen
Mme Zoé Genot
Geert Lambert
Geert Lambert
Carl Devlies
Gerolf Annemans
Guido De Padt
Jean-Jacques Viseur
Mw. Trees Pieters
Gerolf Annemans
Mme Muriel Gerkens
Gerolf Annemans
Guido De Padt
Roel Deseyn
Mw. Marleen
Govaerts
Servais Verherstraeten
Servais Verherstraeten
Jan Peeters
Guido De Padt
Koen T’Sijen
Mw. Sabien LahayeBattheu
Mme Zoé Genot
Gerolf Annemans
Guido De Padt
Mw. Nathalie Muylle
Mw. Sabien LahayeBattheu
Mw. Annelies Storms
Mw. Annelies Storms
Luk Van Biesen
Dirk Van der Maelen
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
Page
Blz.
8893
8895
8896
9107
9286
9287
9287
9486
9487
9490
9491
9491
9492
9493
9668
9669
9670
9671
9957
10142
10142
10143
10147
10148
10149
10312
10313
10313
10314
10440
10441
10441
10557
10557
10558
10559
10560
10561
10562
10563
10564
10564
10565
2004
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
18- 1-2005
19- 1-2005
604
607
Auteur
Jean-Jacques Viseur
Jean-Marc Nollet
Page
Blz.
10566
10567
Vice-premier ministre
et ministre du Budget
et des Entreprises publiques
Vice-eerste minister
en minister van Begroting
en Overheidsbedrijven
Budget — Begroting
28- 6-2004
17- 9-2004
21- 9-2004
15-10-2004
9-11-2004
10-11-2004
9-12-2004
15-12-2004
17-12-2004
27
28
29
31
34
36
37
39
40
Filip Anthuenis
Mme Marie Nagy
Bart Laeremans
Mme Muriel Gerkens
Bart Laeremans
Jean-Marc Nollet
Mme Zoé Genot
Carl Devlies
Gerolf Annemans
6616
7699
7700
8450
8898
8898
9672
9673
9957
Entreprises publiques — Overheidsbedrijven
242531111242815913272727272730112061017-
2-2004
5-2004
6-2004
6-2004
6-2004
6-2004
6-2004
7-2004
7-2004
7-2004
7-2004
7-2004
7-2004
7-2004
7-2004
7-2004
9-2004
8-2004
8-2004
9-2004
9-2004
9-2004
2005
170
214
218
222
224
231
240
244
247
250
253
255
257
259
263
269
270
271
274
282
284
286
Geert Lambert
Jan Mortelmans
Guido Tastenhoye
Roel Deseyn
Mw. Maggie De Block
Jan Mortelmans
Jan Mortelmans
Filip De Man
Roel Deseyn
Roel Deseyn
Roel Deseyn
Bart Tommelein
Mw. Annelies Storms
Willy Cortois
Francis Van den Eynde
Mme Muriel Gerkens
Guido De Padt
Francis Van den Eynde
Francis Van den Eynde
Mme Muriel Gerkens
Roel Deseyn
Mme Marie Nagy
4097
5973
6118
6315
6316
6618
6622
6624
6626
6755
6758
7195
7196
7198
7199
7201
7201
7202
7203
7414
7518
7702
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1332
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10542
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
20- 9-2004
21- 9-2004
21- 8-2004
23- 9-2004
24- 9-2004
30- 9-2004
5-10-2004
5-10-2004
7-10-2004
8-10-2004
15-10-2004
18-10-2004
26-10-2004
26-10-2004
3-11-2004
5-11-2004
5-11-2004
8-11-2004
9-11-2004
9-11-2004
10-11-2004
18-11-2004
23-11-2004
24-11-2004
25-11-2004
25-11-2004
1-12-2004
1-12-2004
6-12-2004
7-12-2004
9-12-2004
9-12-2004
10-12-2004
13-12-2004
15-12-2004
16-12-2004
17-12-2004
21-12-2004
29-12-2004
3- 1-2005
10- 1-2005
10- 1-2005
13- 1-2005
13- 1-2005
13- 1-2005
13- 1-2005
288
289
290
291
292
296
304
305
312
314
319
321
328
330
339
340
341
343
345
346
350
354
358
362
363
364
369
371
373
374
375
376
377
378
379
380
381
383
389
390
391
392
395
396
397
399
Auteur
Bart Laeremans
Bart Laeremans
Carl Devlies
Mme Annick Saudoyer
Willy Cortois
Bart Laeremans
Jan Mortelmans
Jan Mortelmans
Jan Mortelmans
Patrick De Groote
Mme Muriel Gerkens
Mw. Greet Van Gool
Roel Deseyn
Roel Deseyn
Guy D’haeseleer
Francis Van den Eynde
Koen T’Sijen
Patrick De Groote
Roel Deseyn
Roel Deseyn
Jean-Marc Nollet
Luk Van Biesen
Olivier Chastel
François Bellot
Jef Van den Bergh
François Bellot
Francis Van den Eynde
Jan Mortelmans
Mw. Ingrid Meeus
Guido De Padt
Mme Zoé Genot
Geert Lambert
Mw. Annelies Storms
Mw. Inga Verhaert
Carl Devlies
Melchior Wathelet
Gerolf Annemans
Guido De Padt
Mme Muriel Gerkens
Jan Mortelmans
Guido De Padt
Francis Van den Eynde
Filip Anthuenis
Bart Laeremans
Bart Laeremans
Jan Mortelmans
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
Page
Blz.
7704
7704
7705
7881
7881
8104
8109
8110
8240
8240
8451
8452
8660
8661
8900
8901
8901
8903
8904
8906
8908
9290
9293
9296
9494
9495
9497
9497
9498
9499
9674
9675
9675
9677
9678
9958
9959
9960
10150
10315
10442
10443
10568
10569
10569
10570
2004
Date
Datum
13131717171718191919-
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
Question no
Vraag nr.
400
401
402
404
405
406
407
408
409
410
Auteur
Francis Van den Eynde
Roel Deseyn
Guido De Padt
Bart Laeremans
Francis Van den Eynde
Francis Van den Eynde
Francis Van den Eynde
Luk Van Biesen
Jean-Marc Nollet
Mme Colette Burgeon
Page
Blz.
10570
10571
10571
10572
10572
10573
10573
10573
10574
10575
Vice-premier ministre
et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken
17- 5-2004
12- 7-2004
27- 7-2004
11- 8-2004
12- 8-2004
12- 8-2004
18- 8-2004
20- 8-2004
25- 8-2004
13- 9-2004
13- 9-2004
13- 9-2004
16- 9-2004
17- 9-2004
17- 9-2004
17- 9-2004
24- 9-2004
30- 9-2004
30- 9-2004
12-10-2004
12-10-2004
15-10-2004
20-10-2004
21-10-2004
22-10-2004
8-11-2004
9-11-2004
22-11-2004
23-11-2004
25-11-2004
2005
281
314
325
337
338
339
343
344
346
352
353
355
360
364
365
367
373
378
379
395
398
402
411
413
414
426
427
439
444
446
Dirk Claes
Willy Cortois
Guido De Padt
Stijn Bex
Roel Deseyn
Roel Deseyn
Stijn Bex
Francis Van den Eynde
Hagen Goyvaerts
Guido De Padt
Guido De Padt
Filip Anthuenis
Mme Marie Nagy
Patrick De Groote
Mme Marie Nagy
Hagen Goyvaerts
Alfons Borginon
Bart Laeremans
Geert Lambert
Melchior Wathelet
François Bellot
Guido De Padt
Stijn Bex
Koen T’Sijen
Mw. Hilde Vautmans
Mme Zoé Genot
Hagen Goyvaerts
Mme Muriel Gerkens
Guido De Padt
Stijn Bex
5833
6760
7207
7216
7216
7217
7220
7220
7222
7520
7520
7522
7706
7708
7709
7710
7884
8116
8117
8244
8247
8454
8459
8665
8666
8912
8913
9298
9301
9501
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
29-11-2004
1-12-2004
7-12-2004
8-12-2004
9-12-2004
10-12-2004
14-12-2004
16-12-2004
17-12-2004
20-12-2004
21-12-2004
3- 1-2005
10- 1-2005
11- 1-2005
11- 1-2005
11- 1-2005
12- 1-2005
13- 1-2005
13- 1-2005
13- 1-2005
447
448
452
456
457
459
461
464
466
467
471
472
474
475
476
477
478
479
480
481
1418181819-
483
485
486
487
488
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
10543
Auteur
Guido De Padt
Jan Mortelmans
Koen T’Sijen
Mw. Annelies Storms
Mme Zoé Genot
Jo Vandeurzen
Filip De Man
Melchior Wathelet
Jean-Marc Nollet
Guido De Padt
Filip De Man
Guido De Padt
Melchior Wathelet
Hagen Goyvaerts
Mw. Inga Verhaert
Guido Tastenhoye
Koen T’Sijen
Willy Cortois
Francis Van den Eynde
Mw. Sabien LahayeBattheu
Guido De Padt
Melchior Wathelet
Melchior Wathelet
Melchior Wathelet
Guido Tastenhoye
Page
Blz.
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
9501
9502
9504
9506
9679
9679
9680
9965
9966
9967
9967
10315
10444
10445
10446
10447
10447
10576
10577
9-11-2004
10-11-2004
10-11-2004
16-11-2004
16-11-2004
127
128
129
130
131
10577
10578
10579
10580
10581
10583
Ministre des Affaires étrangères
Minister van Buitenlandse Zaken
18-11-2003
7- 1-2004
6- 2-2004
17- 2-2004
22- 3-2004
1- 4-2004
14- 7-2004
26- 7-2004
29- 7-2004
13- 9-2004
21- 9-2004
21- 9-2004
12-10-2004
18-10-2004
3-11-2004
3-11-2004
38
51
59
61
70
71
102
104
109
115
118
119
121
123
125
126
Roel Deseyn
Mme Marie Nagy
Mme Zoé Genot
Pieter De Crem
Francis Van den Eynde
Mme Zoé Genot
Karel Pinxten
Mme Karine Lalieux
Karel Pinxten
Dirk Van der Maelen
Mme Muriel Gerkens
Bart Laeremans
Luk Van Biesen
Mw. Greet Van Gool
Gerolf Annemans
Guy D’haeseleer
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
1674
2582
3641
3804
4563
4881
6766
7223
7228
7523
7713
7714
8248
8461
8915
8916
2004
16-11-2004
18-11-2004
23-11-2004
26-11-2004
29-11-2004
7-12-2004
9-12-2004
9-12-2004
10-12-2004
14-12-2004
15-12-2004
17-12-2004
21-12-2004
22-12-2004
24-12-2004
28-12-2004
28-12-2004
28-12-2004
28-12-2004
29-12-2004
10- 1-2005
11- 1-2005
13- 1-2005
13- 1-2005
14- 1-2005
17- 1-2005
17- 1-2005
17- 1-2005
17- 1-2005
18- 1-2005
19- 1-2005
132
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
151
152
153
154
155
156
157
158
159
160
161
162
163
Auteur
Patrick Moriau
Guy D’haeseleer
Jean-Marc Nollet
Dirk Van der Maelen
Ludo Van Campenhout
Mohammed
Boukourna
Mme Annick Saudoyer
Hervé Hasquin
Mme Zoé Genot
Mme Zoé Genot
Pieter De Crem
Mme Zoé Genot
Geert Lambert
Francis Van den Eynde
Gerolf Annemans
Carl Devlies
Gerolf Annemans
Francis Van den Eynde
Mme Zoé Genot
Servais Verherstraeten
Francis Van den Eynde
Francis Van den Eynde
Francis Van den Eynde
Gerolf Annemans
Mme Muriel Gerkens
Hagen Goyvaerts
Francis Van den Eynde
Dirk Van der Maelen
Dirk Van der Maelen
Gerolf Annemans
Pieter De Crem
Mme Zoé Genot
Luc Goutry
Dirk Van der Maelen
Gerolf Annemans
Guido Tastenhoye
Page
Blz.
8917
8919
8919
9115
9117
9119
9302
9303
9507
9507
9508
9682
9683
9683
9684
9685
9969
9969
9970
10150
10151
10151
10152
10152
10153
10448
10449
10583
10584
10586
10586
10587
10588
10589
10589
10590
Ministre de la Défense
Minister van Landsverdediging
28-11-2003
16-12-2003
18-10-2004
8-12-2004
2005
36
45
127
154
Karel Pinxten
Luc Sevenhans
Mw. Greet Van Gool
Mme Jacqueline Galant
2091
2359
8463
9510
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10544
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
13- 1-2005
17- 1-2005
167
168
Auteur
Page
Blz.
Francis Van den Eynde 10590
Eric Massin
10590
Ministre de l’Économie,
de l’Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique
Minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid
Économie — Economie
3-11-2004
28-12-2004
14- 1-2005
18- 1-2005
18- 1-2005
167
197
203
207
208
Roel Deseyn
Gerolf Annemans
Gerolf Annemans
Patrick De Groote
Gerolf Annemans
8921
10155
10591
10592
10592
Énergie — Energie
13- 1-2005
18- 1-2005
18- 1-2005
92
93
94
Jean-Marc Nollet
10592
Gerolf Annemans
10594
Dirk Van der Maelen 10594
Commerce extérieur — Buitenlandse Handel
29-12-2004
18- 1-2005
37
38
Mme Muriel Gerkens
Gerolf Annemans
10157
10595
Politique scientifique — Wetenschapsbeleid
3-11-2004
8-11-2004
10-11-2004
9-12-2004
15-12-2004
29-12-2004
17- 1-2005
18- 1-2005
31
32
33
36
38
41
43
44
Guy D’haeseleer
Jean-Marc Nollet
Guy D’haeseleer
Mme Zoé Genot
Carl Devlies
Mme Muriel Gerkens
Patrick De Groote
Gerolf Annemans
8926
8927
8928
9692
9693
10158
10596
10596
Ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid
Affaires sociales — Sociale Zaken
21- 8-2003
14
Jan Mortelmans
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
22- 9-2003
23- 9-2003
6-10-2003
3-11-2003
3- 3-2004
3- 3-2004
4- 3-2004
16- 4-2004
19
20
25
41
83
84
87
100
24- 5-2004
11- 6-2004
15- 6-2004
3- 8-2004
9- 9-2004
13- 9-2004
16- 9-2004
17- 9-2004
21- 9-2004
30- 9-2004
4-10-2004
109
122
123
141
148
151
153
159
162
165
167
6-10-2004
8-10-2004
13-10-2004
13-10-2004
15-10-2004
15-10-2004
19-10-2004
25-10-2004
3-11-2004
173
174
175
177
178
182
190
192
3-11-2004
10-11-2004
10-11-2004
17-11-2004
23-11-2004
26-11-2004
30-11-2004
7-12-2004
7-12-2004
9-12-2004
193
196
197
199
201
204
206
208
210
212
9-12-2004
9-12-2004
9-12-2004
10-12-2004
213
214
215
218
253
2004
170
2005
Auteur
Staf Neel
Jo Vandeurzen
Gerolf Annemans
Guy D’haeseleer
Mw. Trees Pieters
Mw. Maggie De Block
Mw. Greet Van Gool
Mw. Yolande Avontroodt
Jo Vandeurzen
Gerolf Annemans
Jo Vandeurzen
Mme Zoé Genot
Luk Van Biesen
Luk Van Biesen
Willy Cortois
Mw. Maggie De Block
Bart Laeremans
Philippe De Coene
Mw. Annemie Turtelboom
Mw. Annemie Turtelboom
Guy D’haeseleer
Guy D’haeseleer
Guy D’haeseleer
Mme Muriel Gerkens
Mw. Maggie De Block
Hendrik Daems
Mw. Maggie De Block
Mw. Sabien LahayeBattheu
Hans Bonte
Guy D’haeseleer
Francis Van den Eynde
David Geerts
Benoı̂t Drèze
Mw. Greet Van Gool
Patrick De Groote
Mw. Hilde Vautmans
Jo Vandeurzen
Mw. Annemie Turtelboom
Guy D’haeseleer
Geert Lambert
Mw. Greet Van Gool
Bruno Van Grootenbrulle
Page
Blz.
601
602
778
1523
4111
4114
4282
5077
5983
6324
6326
7236
7526
7529
7718
7721
7723
8134
8135
8137
8252
8253
8253
8467
8467
8469
8676
8930
8931
8933
8933
9124
9315
9517
9519
9521
9522
9695
9696
9697
9697
9698
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
10-12-2004
14-12-2004
15-12-2004
16-12-2004
17-12-2004
20-12-2004
20-12-2004
21-12-2004
221
223
224
225
226
227
228
229
22-12-2004
231
22-12-2004
28-12-2004
29-12-2004
29-12-2004
3- 1-2005
13- 1-2005
18- 1-2005
18- 1-2005
18- 1-2005
19- 1-2005
233
234
237
238
239
240
241
242
243
244
10545
Auteur
Jo Vandeurzen
Luc Goutry
Carl Devlies
Mw. Greet Van Gool
Gerolf Annemans
Mw. Nathalie Muylle
Koen Bultinck
Bruno Van Grootenbrulle
Mw. Yolande Avontroodt
Mw. Maggie De Block
Koen Bultinck
Gerolf Annemans
Mme Muriel Gerkens
Mw. Greet Van Gool
Melchior Wathelet
Gerolf Annemans
Jean-Marc Nollet
Koen Bultinck
Koen Bultinck
Page
Blz.
9700
9701
9702
9972
9973
9974
9974
9975
9976
9977
10158
10160
10161
10316
10597
10598
10599
10599
10600
Santé publique — Volksgezondheid
14- 8-2003
18- 8-2003
21- 8-2003
21-10-2003
21-10-2003
29-10-2003
16- 3-2004
19- 4-2004
6- 5-2004
26- 5-2004
9- 6-2004
9- 6-2004
11- 6-2004
21- 6-2004
24- 6-2004
912262644-
7-2004
7-2004
7-2004
7-2004
8-2004
8-2004
11
12
14
44
47
66
141
158
179
196
206
223
224
231
234
243
244
246
247
259
260
Jan Mortelmans
Jan Mortelmans
Jan Mortelmans
Guy D’haeseleer
Jo Vandeurzen
Jo Vandeurzen
Jo Vandeurzen
Bart Laeremans
Guido De Padt
Pierre Lano
Mw. Magda De Meyer
Mw. Yolande Avontroodt
Gerolf Annemans
Mme Colette Burgeon
Mw. Yolande Avontroodt
Guido De Padt
Mw. Simonne Creyf
Willy Cortois
Willy Cortois
Guido De Padt
Koen Bultinck
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
254
255
256
1123
1125
2099
4438
5078
5626
5987
6149
6153
6328
6453
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
13- 8-2004
2- 9-2004
6- 9-2004
8- 9-2004
9- 9-2004
10- 9-2004
21- 9-2004
1-10-2004
4-10-2004
4-10-2004
6-10-2004
265
269
270
277
278
279
287
295
297
298
299
20-10-2004
22-10-2004
25-10-2004
25-10-2004
310
312
314
316
26-10-2004
26-10-2004
27-10-2004
27-10-2004
28-10-2004
29-10-2004
23-11-2004
23-11-2004
24-11-2004
317
318
320
321
324
326
336
338
342
29-11-2004
30-11-2004
1-12-2004
345
348
349
3-12-2004
7-12-2004
10-12-2004
351
355
361
15-12-2004
362
6652
6772
6773
7239
7240
7249
7249
17-12-2004
21-12-2004
10- 1-2005
11- 1-2005
11- 1-2005
14- 1-2005
18- 1-2005
19- 1-2005
2004
2005
364
370
372
373
374
376
377
378
Auteur
Koen Bultinck
Jo Vandeurzen
Mme Muriel Gerkens
Guido De Padt
Mw. Magda De Meyer
Jo Vandeurzen
Bart Laeremans
Guido De Padt
Mw. Maggie De Block
Guido De Padt
Mw. Annemie Turtelboom
Mw. Magda De Meyer
Mark Verhaegen
Guido De Padt
Mw. Frieda Van
Themsche
Koen Bultinck
Mw. Annemie Roppe
Mme Jacqueline Galant
Mme Jacqueline Galant
Jean-Marc Nollet
Koen Bultinck
Guido De Padt
Mme Annick Saudoyer
Mw. Yolande Avontroodt
Luc Goutry
Koen Bultinck
Mw. Marleen
Govaerts
Willy Cortois
Mw. Annelies Storms
Mw. Sabien LahayeBattheu
Mw. Yolande Avontroodt
Gerolf Annemans
Mme Jacqueline Galant
Mme Zoé Genot
Hagen Goyvaerts
Mme Muriel Gerkens
Mw. Annelies Storms
Hagen Goyvaerts
Jo Vandeurzen
Page
Blz.
7251
7429
7430
7435
7529
7531
7727
8140
8142
8143
8143
8478
8677
8679
8680
8681
8681
8684
8684
8934
8936
9316
9317
9320
9524
9526
9527
9528
9531
9704
9705
9978
9982
10451
10452
10453
10600
10601
10602
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10546
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
Auteur
Page
Blz.
Ministre de l’Emploi
et de la Protection des consommateurs
Minister van Werk
en Consumentenzaken
Emploi — Werk
14-10-2003
7- 5-2004
24- 5-2004
24- 5-2004
13- 7-2004
27- 7-2004
17- 9-2004
1-10-2004
5-10-2004
5-10-2004
6-10-2004
20-10-2004
24
87
89
90
109
112
127
134
137
138
142
161
20-10-2004
163
25-10-2004
167
18-11-2004
30-11-2004
179
190
9-12-2004
9-12-2004
14-12-2004
15-12-2004
195
197
198
199
17-12-2004
21-12-2004
203
205
121314171718-
213
215
216
217
218
223
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
Filip Anthuenis
Mw. Maggie De Block
Mw. Greet Van Gool
Mw. Greet Van Gool
Roel Deseyn
Luc Sevenhans
Mme Marie Nagy
Mw. Maggie De Block
Mw. Maggie De Block
Bart Laeremans
Ortwin Depoortere
Mw. Annemie Turtelboom
Mw. Annemie Turtelboom
Mw. Annemie Turtelboom
Hagen Goyvaerts
Mw. Annemie Turtelboom
Mme Zoé Genot
Mw. Greet Van Gool
Guido Tastenhoye
Mw. Annemie Turtelboom
Mw. Maggie De Block
Mw. Sabien LahayeBattheu
Guy D’haeseleer
Gerolf Annemans
Jo Vandeurzen
Guy D’haeseleer
Guy D’haeseleer
Mme Muriel Gerkens
946
5621
5975
5976
6776
7254
7730
8147
8148
8149
8153
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
10-11-2004
10-12-2004
13-12-2004
15-12-2004
17-12-2004
22-12-2004
22-12-2004
29-12-2004
29-12-2004
14- 1-2005
14- 1-2005
18- 1-2005
19- 1-2005
43
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
8687
9321
9984
10455
10602
10603
10603
10604
10604
Ministre de la Coopération au développement
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie
22- 9-2003
31- 3-2004
18- 6-2004
23- 6-2004
15-10-2004
3-11-2004
10-11-2004
9-12-2004
15-12-2004
12- 1-2005
7
37
52
54
65
69
72
77
78
82
17- 1-2005
85
19
Mme Zoé Genot
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
Francis Van den Eynde
Mw. Annelies Storms
Mw. Hilde Dierickx
Mw. Martine Taelman
Mme Muriel Gerkens
Guy D’haeseleer
Jean-Marc Nollet
Geert Lambert
Carl Devlies
Mw. Sabien LahayeBattheu
Patrick De Groote
621
4736
6454
6456
8485
8944
8946
9716
9716
10456
10607
Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid
3-11-2004
9-12-2004
15-12-2004
Minister van Ontwikkelingssamenwerking
8- 3-2004
8944
9711
9712
9714
9987
9987
9988
10162
10162
10605
10606
10606
10607
Minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen
8481
9708
9983
Jean-Marc Nollet
Mw. Nathalie Muylle
Gerolf Annemans
Carl Devlies
Gerolf Annemans
Mme Zoé Genot
Mme Zoé Genot
Mme Muriel Gerkens
Mme Muriel Gerkens
Francis Van den Eynde
Mme Zoé Genot
Gerolf Annemans
Guido Tastenhoye
Ministre de la Fonction publique,
de l’Intégration sociale,
de la Politique des grandes villes
et de l’Égalité des chances
8480
9538
9706
9707
9708
Auteur
Page
Blz.
23
27
29
Guy D’haeseleer
Geert Lambert
Carl Devlies
8947
9718
9719
Gelijke Kansen — Égalité des chances
4270
30-12-2003
2004
2005
4
Mme Zoé Genot
2480
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
Date
Datum
555514271911165788886-
10547
Question no
Vraag nr.
1-2004
1-2004
1-2004
1-2004
1-2004
1-2004
4-2004
6-2004
6-2004
7-2004
7-2004
7-2004
7-2004
7-2004
7-2004
8-2004
5
6
7
8
9
11
12
15
16
17
18
19
20
21
22
24
17- 9-2004
1-12-2004
9-12-2004
9-12-2004
15-12-2004
13- 1-2005
18- 1-2005
25
37
38
39
41
44
45
Auteur
Jo Vandeurzen
Francis Van den Eynde
Francis Van den Eynde
Francis Van den Eynde
Mw. Greet Van Gool
Mme Muriel Gerkens
Mw. Greet Van Gool
Gerolf Annemans
Francis Van den Eynde
Francis Van den Eynde
Francis Van den Eynde
Francis Van den Eynde
Francis Van den Eynde
Francis Van den Eynde
Francis Van den Eynde
Mw. Marleen
Govaerts
Mme Marie Nagy
Mme Annick Saudoyer
Mme Zoé Genot
Geert Lambert
Carl Devlies
Francis Van den Eynde
Mw. Annelies Storms
Page
Blz.
2612
2613
2613
2614
2829
3245
5087
6331
6332
6665
6665
6777
6778
6778
6779
7257
7736
9546
9720
9721
9722
10608
10609
Ministre de la Mobilité
Minister van Mobiliteit
2- 9-2004
143
10- 9-2004
17- 9-2004
1-10-2004
7-10-2004
12-10-2004
22-10-2004
22-10-2004
25-10-2004
144
146
151
153
154
162
163
164
5-11-2004
5-11-2004
9-11-2004
10-11-2004
10-11-2004
10-11-2004
10-11-2004
168
169
170
171
172
174
175
Mw. Marleen
Govaerts
Luk Van Biesen
Mme Marie Nagy
Bart Laeremans
Mw. Nathalie Muylle
Hagen Goyvaerts
Staf Neel
Olivier Maingain
Mw. Frieda Van
Themsche
Mme Zoé Genot
Guido De Padt
Servais Verherstraeten
Guy D’haeseleer
Jan Mortelmans
Jan Mortelmans
Willy Cortois
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
7436
7534
7737
8155
8265
8265
8690
8691
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
10-11-2004
23-11-2004
176
178
24-11-2004
24-11-2004
26-11-2004
29-11-2004
29-11-2004
30-11-2004
13-12-2004
14-12-2004
17-12-2004
17-12-2004
23-12-2004
23-12-2004
23-12-2004
23-12-2004
24-12-2004
24-12-2004
28-12-2004
28-12-2004
29-12-2004
29-12-2004
29-12-2004
11- 1-2005
11- 1-2005
179
180
181
182
183
184
187
188
190
191
192
193
194
195
196
197
198
199
200
201
202
203
204
13131414-
205
206
207
208
1-2005
1-2005
1-2005
1-2005
Auteur
Jean-Marc Nollet
Ludo Van Campenhout
François Bellot
Bart Tommelein
Guido De Padt
Roel Deseyn
Mw. Greet Van Gool
Guido De Padt
Walter Muls
Mme Marie Nagy
Gerolf Annemans
Mw. Greet Van Gool
Jan Mortelmans
Jan Mortelmans
Jan Mortelmans
Jan Mortelmans
Jan Mortelmans
Jan Mortelmans
Jan Mortelmans
Jan Peeters
Jan Mortelmans
Jan Mortelmans
Jan Mortelmans
Melchior Wathelet
Mme Pierrette CahayAndré
Guido De Padt
Roel Deseyn
Jef Van den Bergh
Luk Van Biesen
Page
Blz.
8954
9323
9324
9325
9547
9548
9548
9549
9724
9725
9990
9990
10163
10163
10164
10164
10164
10165
10165
10166
10166
10166
10167
10458
10458
10609
10610
10611
10612
Ministre de l’Environnement
et des Pensions
Minister van Leefmilieu
en van Pensioenen
Environnement — Leefmilieu
8692
8950
8950
8951
8951
8952
8952
8953
21- 9-2004
9-12-2004
15-12-2004
17-12-2004
2004
2005
33
39
41
42
Bart Laeremans
Mme Zoé Genot
Carl Devlies
Gerolf Annemans
7740
9726
9728
9991
Pensions — Pensioenen
10- 5-2004
32
Mw. Nahima Lanjri
6126
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10548
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
5- 7-2004
21- 9-2004
23-11-2004
23-11-2004
26-11-2004
9-12-2004
15-12-2004
17-12-2004
29-12-2004
3- 1-2005
36
45
61
62
63
65
68
69
70
71
Auteur
Francis Van den Eynde
Bart Laeremans
Mw. Greet Van Gool
Mw. Greet Van Gool
Mme Muriel Gerkens
Mme Zoé Genot
Carl Devlies
Gerolf Annemans
Mme Muriel Gerkens
Mw. Greet Van Gool
Page
Blz.
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
6667
7741
9326
9327
9550
9729
9731
9992
10168
10319
18-10-2004
19-10-2004
19-10-2004
26-10-2004
9-12-2004
22
23
24
25
27
Secrétaire d’État
à la Modernisation des Finances
et à la Lutte contre la fraude fiscale,
adjoint au ministre des Finances
13
15
20
21
Mw. Trees Pieters
Mme Muriel Gerkens
Mw. Trees Pieters
Mme Muriel Gerkens
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
Mw. Greet Van Gool
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mw. Trees Pieters
Mme Zoé Genot
8494
8494
8496
8695
9732
Secrétaire d’État aux Affaires européennes,
adjoint au ministre des Affaires étrangères
Staatssecretaris voor Europese Zaken,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
17-12-2004
23
Gerolf Annemans
9992
Secrétaire d’État aux Familles
et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
Staatssecretaris
voor Modernisering van de Financiën
en de Strijd tegen de fiscale fraude,
toegevoegd aan de minister van Financiën
22- 3-2004
7- 9-2004
7-10-2004
15-10-2004
Auteur
Page
Blz.
Staatssecretaris voor het Gezin
en Personen met een handicap,
toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid
4595
7437
8267
8493
24- 9-2004
2004
2005
26
Mme Zoé Genot
7889
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10549
(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais.
(Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag.
II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement.
(Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre).
II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is.
(Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Vice-première ministre
et ministre de la Justice
Vice-eerste minister
en minister van Justitie
DO 2004200503055
DO 2004200503055
Question no 496 de M. Guido De Padt du 13 janvier
2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre
de la Justice :
Vraag nr. 496 van de heer Guido De Padt van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Justitie :
Encaissement de chèques sur présentation de cartes
d’identité falsifiées.
Innen van cheques met vervalste identiteitskaarten.
On constate que des chèques (circulaires) sont
parfois encaissés sur présentation de cartes d’identité
falsifiées. La banque vérifie si le numéro de la carte
d’identité ne figure pas dans les fichiers « cartes
d’identités volées », mais le contrôle s’arrête là. La
banque ne peut pas vérifier si le numéro de la carte
d’identité appartient effectivement à la personne dont
l’identité est mentionnée sur la carte, de sorte que des
chèques sont régulièrement payés à des criminels qui
mentionnent l’identité du bénéficiaire du chèque sur
une/leur carte d’identité.
Vastgesteld wordt dat (circulaire) cheques soms
worden geı̈nd met vervalste identiteitskaarten. Daarbij
gaat de bank na of het nummer van de identiteitskaart
niet voorkomt in de bestanden « bekendgemaakte
gestolen identiteitskaarten », maar daar stopt de controle dan ook. De bank kan niet nagaan of het
nummer van de identiteitskaart effectief toebehoort
aan diegene die op de kaart is vermeld zodat regelmatig cheques worden uitbetaald aan criminele personen
die de identiteit van de begunstigde van de cheque vermelden op een/hun vervalste identiteitskaart.
Pouvez-vous communiquer, pour les années 2001,
2002, 2003, 2004 et par région :
Kan u voor de jaren 2001, 2002, 2003 en 2004 en
opgesplitst per gewest meedelen :
1. le nombre de déclarations de perception frauduleuse de chèques disparus ou volés;
1. hoeveel aangiftes er gebeurden van het valselijk
innen van verdwenen of gestolen cheques;
2. l’importance des montants ainsi dérobés;
2. hoe groot de aldus ontvreemde bedragen waren;
3. le nombre de dossiers classés sans suite et les
raisons de ce classement;
4. la nationalité des auteurs repérés;
4. wat de nationaliteit was van de opgespoorde
daders;
5. le nombre de chèques dérobés avant d’être remis
au bénéficiaire (par exemple dans les bureaux de
poste, les organismes de paiement, etc.) ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
3. hoeveel dossiers er geseponeerd werden en om
welke redenen;
2004
5. hoeveel cheques er ontvreemd werden vooraleer
zij in het bezit werden gesteld van de begunstigde
(bijvoorbeeld in postkantoren, in uitbetalingsinstellingen, enzovoort) ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1333
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10550
DO 2004200503075
DO 2004200503075
Question no 497 de M. Guido De Padt du 13 janvier
2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre
de la Justice :
Vraag nr. 497 van de heer Guido De Padt van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Justitie :
Vélomoteurs trafiqués.
Opgefokte bromfietsen.
L’ajout de pièces trafiquées aux cyclomoteurs
entraı̂ne non seulement des situations d’insécurité
routière mais est également source d’irritation sociale.
Il est manifestement toujours très facile d’augmenter la
vitesse d’un cyclomoteur et ce en enlevant simplement
les limiteurs. Cela permet parfois d’atteindre la vitesse
de 80km/h.
Het aanbrengen van opfok-onderdelen aan bromfietsen, zorgt niet alleen voor verkeersonveilige situaties, maar geeft ook aanleiding tot maatschappelijk
ongenoegen. Blijkbaar is het nog steeds zeer gemakkelijk om een bromfiets op te drijven en dit door het
eenvoudigweg verwijderen van de begrenzers. Daardoor kunnen soms snelheden van 80 km/uur gehaald
worden.
Votre administration peut-elle nous faire part pour
les années 2002, 2003 et 2004 (par Région et par
classe) :
Kan uw administratie voor de jaren 2002, 2003 en
2004 (opgesplitst per gewest en per klasse) meedelen :
1. du nombre de contrôles de vitesse qui ont été
réalisés sur les cyclomoteurs de classe A et sur les
cyclomoteurs de classe B;
1. hoeveel snelheidscontroles er werden uitgevoerd
op bromfietsen klasse A en op bromfietsen klasse B;
2. du nombre de cas où l’on a constaté que les
cyclomoteurs étaient trafiqués;
2. in hoeveel gevallen er werd vastgesteld dat de
gecontroleerde bromfietsen opgefokt waren;
3. du nombre de procès-verbaux dressés;
3. hoeveel processen-verbaal er werden opgesteld;
4. du nombre de cyclomoteurs saisis;
4. hoeveel bromfietsen in beslag werden genomen;
5. du nombre de procès-verbaux dressés à
l’encontre de ceux qui fabriquaient des pièces trafiquées, qui les importaient ou qui en avaient en leur
possession en vue de les vendre et/ou de ceux qui
dispensaient des conseils ou apportaient de l’aide pour
le montage de ces pièces (application de la loi du 05
avril 1995);
5. hoeveel processen-verbaal werden opgesteld
tegen diegenen die opfok-onderdelen vervaardigden,
invoerden of in het bezit hadden met het oog op de
verkoop en/of advies of hulp verleenden bij het monteren van de onderdelen (toepassing wet van 5 april
1995);
6. de la suite judiciaire donnée à ces procèsverbaux ?
6. welk gerechtelijk gevolg werd gegeven aan voormelde processen-verbaal ?
DO 2004200503078
DO 2004200503078
Question no 498 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du
13 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre
et ministre de la Justice :
Vraag nr. 498 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu
van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Déchéance de l’autorité parentale.
Ontzetting uit het ouderlijk gezag.
Un père ou une mère qui n’est plus digne d’être
parent peut être déchu de l’autorité parentale conformément à la loi du 8 avril 1965 relative à la protection
de la jeunesse, articles 32 et suivants. La déchéance
peut par exemple être prononcée lorsque le parent est
condamné pour des délits sexuels commis sur ses
propres enfants, parce qu’il n’a pas payé de pension
alimentaire pendant des années ou parce qu’il a
Een ouder die het niet meer waardig is om ouder te
zijn, kan ontzet worden uit het ouderlijk gezag conform de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, artikel 32 en volgende. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij een veroordeling wegens seksuele
misdrijven op de eigen kinderen, omdat de ouder
jarenlang geen onderhoudsgeld heeft betaald, of de
eigen kinderen verwaarloosd heeft. Soms misbruiken
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10551
négligé ses propres enfants. Parfois, les parents
abusent de leur autorité ou ont un comportement
atypique (ils sont par exemple toxicomanes).
ouders hun gezag, of hebben ze gewoon een slechte
manier van leven (bijvoorbeeld een drugsverslaving).
Le tribunal peut déchoir de tels parents de leur autorité parentale. L’autorité est alors confiée à un tuteur.
De rechtbank kan zulke ouders uit hun ouderlijke
macht ontzetten. Het gezag wordt dan toegewezen aan
een voogd.
1.
a) Dans combien de cas le ministère public a-t-il saisi
en 2001, 2002, 2003 et 2004 les tribunaux de la
jeunesse pour réclamer une déchéance partielle ou
totale de l’autorité parentale ?
1.
a) Hoeveel zaken werden in 2001, 2002, 2003 en 2004
aanhangig gemaakt door het openbaar ministerie
bij de jeugdrechtbanken, waarin de gedeeltelijke of
volledige ontzetting uit het ouderlijk gezag werd
gevorderd ?
b) Quels sont les tribunaux de la jeunesse qui ont été
saisis de ces affaires ?
b) Bij welke jeugdrechtbanken werden deze zaken
aanhangig gemaakt ?
2. Dans combien de cas la déchéance partielle ou
totale de l’autorité parentale a-t-elle été réellement
prononcée ?
2. In hoeveel van deze zaken werd de gedeeltelijke
of volledige ontzetting uit het ouderlijk gezag ook
daadwerkelijk toegekend ?
3. Comment la situation a-t-elle évolué pour les
affaires dans lesquelles la déchéance de l’autorité
parentale n’a pas été accordée ?
3. Wat was het resultaat van de zaken waarin de
ontzetting uit het ouderlijk gezag niet toegekend
werd ?
DO 2004200503093
DO 2004200503093
Question no 499 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du
17 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre
et ministre de la Justice :
Vraag nr. 499 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu
van 17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Nombre d’affaires introduites devant le tribunal de la
jeunesse en 2004.
Aantal zaken ingeleid voor de jeugdrechtbank in 2004.
En réponse à ma question no 259 du 4 mai 2004,
vous m’aviez communiqué le nombre d’affaires (tant
pénales que civiles) introduites par arrondissement
judiciaire au cours des années 2001, 2002 et 2003
(Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 36,
p. 5485).
In antwoord op mijn vraag nr. 259 van 4 mei 2004
deelde u mij het aantal zaken (zowel strafrechtelijk als
burgerrechtelijk) dat per gerechtelijk arrondissement
ingeleid werd in de jaren 2001, 2002 en 2003 (Vragen
en Antwoorden, Kamer 2003-2004, nr. 36, blz. 5485).
De manière à pouvoir me rendre compte de
l’évolution en la matière, je souhaiterais aussi
connaı̂tre le nombre d’affaires (tant pénales que civiles) qui ont été introduites, par arrondissement judiciaire, devant le tribunal de la jeunesse en 2004.
Om de evolutie in het aantal ingeleide zaken in het
jaar 2004 te kunnen zien, bekwam ik ook graag de
volgende gegevens. Hoeveel zaken (zowel strafrechtelijk als burgerrechtelijk) werden, per gerechtelijk
arrondissement, voor de jeugdrechtbank ingeleid in
2004 ?
DO 2004200503094
DO 2004200503094
Question no 500 de M. Guido De Padt du 17 janvier
2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre
de la Justice :
Vraag nr. 500 van de heer Guido De Padt van 17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Justitie :
Prisons. — Confusion de personnes chez des détenus.
Gevangenissen. — Persoonsverwisseling van gedetineerden.
Deux cas de confusion de personnes concernant des
détenus se sont produits aux Pays-Bas en 2004 : les
In Nederland greep in 2004 in twee gevallen een
persoonsverwisseling plaats van gedetineerden. Daar-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10552
peines infligées à un condamné été entièrement ou
partiellement purgées par quelqu’un d’autre.
bij werden de straffen geheel of gedeeltelijk uitgezeten
door iemand anders dan diegene die tot de straf werd
veroordeeld.
1. Combien de cas de confusion de personnes ont
été constatés dans les prisons belges au cours des cinq
dernières années ? Dans quelles prisons ces faits se
sont-ils produits ?
1. Hoeveel dergelijke gevallen werden in de voorbije vijf jaar in Belgische gevangenissen en in welke,
vastgesteld ?
2. Quel était, le cas échéant, la nationalité des détenus concernés ?
2. Wat was in voorkomend geval de nationaliteit
van de betrokken personen ?
3. À quelles procédures d’identification est soumis
le condamné qui se présente à la prison avant qu’il
puisse être incarcéré ?
3. Welke procedures, ter vaststelling van de identiteit dienen gevolgd te worden alvorens een veroordeelde die zich aan de gevangenispoorten aanbiedt,
wordt opgenomen in de gevangenis ?
4. Quelles mesures permettent d’empêcher qu’une
personne autre que le condamné purge la peine à la
place de celui-ci ?
4. Welke maatregelen zijn er om te voorkomen dat
een ander dan de veroordeelde de straf gaat uitzitten ?
DO 2004200503100
DO 2004200503100
Question no 501 de M. Francis Van den Eynde du
17 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre
et ministre de la Justice :
Vraag nr. 501 van de heer Francis Van den Eynde van
17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie :
Juges de la jeunesse. — Jeunes allochtones. — Assignation à résidence. — Religions. — Dérogations.
Jeugdrechters. — Jonge allochtonen. — Huisarrest. —
Godsdiensten. — Uitzonderingen.
Les jeunes allochtones assignés à résidence sur décision du juge de la jeunesse — qui ne peuvent dès lors
quitter leur domicile entre 18.00 heures et 7.00 heures
— bénéficieraient d’une dérogation leur permettant de
se rendre à la mosquée pendant le ramadan.
Wanneer jonge allochtonen door jeugdrechters tot
huisarrest veroordeeld werden en zij gedurende enkele
weken dus hun huis niet mogen verlaten tussen
18.00u’s avonds en 07.00u ’s ochtends, zou de jeugdrechter op deze regeling een uitzondering toestaan
zodat de betrokken jongeren tijdens de ramadan naar
de moskee kunnen.
1. Sur quelle base légale une telle dérogation est-elle
fondée ?
1. Kan u meedelen op welke wettelijke basis een en
ander steunt ?
2. D’autres religions que l’islam bénéficient-elles de
telles dérogations ? Dans l’affirmative, lesquelles ?
2. Worden er ook voor andere godsdiensten dan de
islam uitzonderingen toegestaan en zo ja, welke ?
DO 2004200502924
DO 2004200502924
Question no 502 de M. Melchior Wathelet du 17 janvier 2005 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 502 van de heer Melchior Wathelet van
17 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie :
Zones de police locales. — Répartition des nouveaux
agents de sécurité.
Lokale politiezones. Verdeling van de nieuwe veiligheidsbeambten.
Après une formation de 46 jours, 108 agents de sécurité viennent rejoindre les rangs des 50 de leurs collègues déjà en fonction dans le corps de sécurité.
Het veiligheidskorps, dat reeds 50 leden telt, wordt
uitgebreid met 108 veiligheidsbeambten die een opleiding van 46 dagen achter de rug hebben.
Ces 108 agents vont être affectés dans plusieurs
zones de police locales afin de décharger le personnel
De 108 beambten zullen in verscheidene lokale politiezones worden ingezet, waar zij grotendeels voor de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10553
de ces zones d’une partie importante du transfert des
détenus vers les palais de justice et de la surveillance
des audiences.
overbrenging van gedetineerden naar het gerechtshof
en hun bewaking tijdens de zittingen zullen instaan.
Op die manier wil men het lokale politiepersoneel
enigszins ontlasten.
1. Quelle est la répartition actuelle des agents de
sécurité par zone de police locale du Royaume ?
1. Hoe zijn de veiligheidsbeambten op dit ogenblik
over de lokale politiezones van het Koninkrijk verdeeld ?
2. Quelle est la répartition des 108 nouveaux agents
de sécurité par zone de police locale du Royaume ?
2. Hoe worden de 108 nieuwe beambten over de
lokale politiezones van het Koninkrijk verdeeld ?
3. Quels sont les critères qui ont prévalu pour ces
répartitions ?
3. Welke criteria werden/worden bij die verdeling
toegepast ?
4. Quel est le nombre de femmes que compte
actuellement le corps de sécurité ?
4. Hoeveel vrouwelijke beambten telt het veiligheidskorps op dit ogenblik ?
DO 2004200503105
DO 2004200503105
Question no 503 de M. Francis Van den Eynde du
17 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre
et ministre de la Justice :
Vraag nr. 503 van de heer Francis Van den Eynde van
17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie :
Juges de la jeunesse. — Assignation à résidence de
jeunes délinquants. — Contrôles effectués par des
agents de police.
Jeugdrechters. — Huisarrest voor jongeren. — Controles door politieagenten.
Les juges de la jeunesse peuvent imposer aux jeunes
délinquants à titre de peine de substitution une assignation à résidence qui les contraint à rester chez eux
entre 18 heures du soir et 7 heures du matin.
Jeugdrechters kunnen jongeren bij wijze van alternatieve straf huisarrest opleggen. Dit komt erop neer
dat de gestraften enkele weken niet op straat mogen
komen tussen 18.00 u ’s avonds en 07.00 u ’s morgens.
Le système existe depuis un certain temps mais ne
donne pas satisfaction.
Het systeem bestaat al een tijdje, maar werkt niet
goed.
Les problème réside dans le fait qu’il appartient aux
parents de s’assurer que leur enfant respecte
l’assignation à résidence. L’absence ou le manque de
contrôles fait que l’objectif n’est pas atteint.
Het probleem is dat het de ouders zijn die er moeten
op toezien dat hun of dochter het huisarrest respecteert. Precies dat toezicht is onbestaande of onvoldoende, zodat de maatregel haar doel voorbij schiet.
À Anvers, la police a mis au point un système de
contrôle par des agents du respect par les jeunes de
l’assignation à résidence. La police ferait de même à
Malines et à Renaix.
In Antwerpen zette de politie een systeem op waarbij agenten de jongeren met huisarrest thuis controleren. Ook in Mechelen en in Ronse zou de politie deze
zaak op zich genomen hebben.
1. Pourriez-vous me faire savoir si ce système est
également appliqué à Gand ou s’il y est envisagé ?
1. Kan u meedelen of dit ook in Gent toegepast
wordt of tenminste in overweging wordt genomen ?
2. Dans l’affirmative, combien de dossiers ont déjà
été traités entre temps à Gand et quel en est le résultat ?
2. Zo ja, hoeveel dossiers werden er ondertussen in
Gent reeds afgehandeld en met welk resultaat ?
DO 2004200502742
DO 2004200502742
Question no 504 de M. Roel Deseyn du 18 janvier 2005
(N.) à la vice-première ministre et ministre de la
Justice :
Vraag nr. 504 van de heer Roel Deseyn van 18 januari
2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister
van Justitie :
Mesures pour lutter contre les spywares.
D’après une étude de Symantec, société spécialisée
dans la sécurité informatique, 76 % des pc belges
Maatregelen tegen spyware.
Volgens een studie van internetbeveiliger Symantex
is 76 % van de Belgische pc’s die op het internet zijn
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10554
connectés à l’Internet sont infectés d’une manière ou
d’une autre. 64 % d’entre eux sont victimes d’un
spyware classique mais de plus en plus d’ordinateurs
font l’objet d’attaques plus graves. Un spyware désigne
un petit programme-espion qui s’installe sur le disque
dur de sa victime et liste par exemple tous les sites
consultés ou affiche des publicités non sollicitées.
Souvent, ces programmes augmentent rapidement en
nombre et tournent tous en tâche de fond. Ils ralentissent de plus en plus l’ordinateur et génèrent même
parfois des crashs.
Parmi les spywares les plus « vicieux », il y a notamment les « mouchards », programmes qui enregistrent
la frappe au clavier de leur victime et la transmettent à
l’auteur du spyware (qui peut ainsi entrer en possession de données confidentielles telles que des numéros
de cartes de crédit), et les « numéroteurs », qui demandent au modem de l’ordinateur hôte d’appeler des
numéros 0900 à des moments où l’ordinateur n’est pas
utilisé. Dans ce dernier cas, on peut retrouver des
traces des appels sur le disque dur de 30 % des victimes
étudiées.
1. Comment le phénomène des spywares va-t-il
évoluer ?
2.
a) Combien de plaintes avez-vous enregistrées par
mois depuis le début de cette année ?
b) Auprès de quels services ?
c) Quelles sont les plaintes les plus fréquentes ?
3.
a) Quelles mesures avez-vous prises pour enrayer le
phénomène ?
b) Quelles mesures envisagez-vous pour l’avenir ?
c) Quel rôle les pouvoirs publics peuvent-ils jouer ?
4.
a) Disposons-nous d’une base légale pour combattre
les personnes qui diffusent de tels spywares ?
b) Quels en sont les résultats concrets (autrement dit,
quelle est l’efficacité de cette base légale pour
réduire le phénomène) ?
5.
a) Existe-t-il une collaboration internationale en la
matière ?
b) Quel est le rôle joué par votre cabinet ?
aangesloten ergens door besmet. Bij 64 % gaat het om
gewone spyware, bij nog meer pc’s is het erger. Met
spyware worden kleine programmaatjes bedoeld die
zich vastbijten op de harde schijf van hun slachtoffer
en van daaruit diens surfgedrag in de gaten houden of
ongewenste reclameboodschappen binnenhalen. De
programmaatjes in kwestie stapelen zich vaak snel op
en draaien allemaal mee op de achtergrond, waardoor
de computer trager en trager begint te werken en soms
zelfs crasht.
DO 2004200503128
DO 2004200503128
Question no 505 de M. Luk Van Biesen du 18 janvier
2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre
de la Justice :
Infractions au code de la route dans l’agglomération
bruxelloise. — Procès-verbaux adressés en français à
des néerlandophones.
Les Flamands verbalisés pour une infraction au code
de la route dans l’agglomération bruxelloise reçoivent
Vraag nr. 505 van de heer Luk Van Biesen van 18 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Justitie :
Verkeersovertredingen in de Brusselse agglomeratie.
— Franstalige processen-verbaal van Vlamingen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
Met « ergere » indringers bedoelt men onder meer de
programma’s die de toetsaanslagen van hun slachtoffer doorsturen naar diegene die de spyware heeft
gemaakt (zodat die achter vertrouwelijke informatie,
zoals kredietkaartnummers, kan komen), of op zogenaamde « dialers » die op een onbewaakt moment de
modem van het slachtoffer doen bellen naar 0900nummers. Van dat laatste toont 30 % van de onderzochte gebruikers sporen op zijn harde schijf.
1. Wat is de verwachte evolutie van het aantal
spyware-gevallen ?
2.
a) Hoeveel klachten zijn er, opgesplitst per maand,
sinds begin dit jaar binnengekomen ?
b) Bij welke diensten ?
c) Om welk soort van klachten gaat het vooral ?
3.
a) Welke maatregelen heeft u hiertegen ondernomen ?
b) Wat overweegt u in de toekomst te ondernemen ?
c) Welke rol kan de overheid hierin spelen ?
4.
a) Welke wettelijke basis bestaat er om de verspreiders van spyware aan te pakken ?
b) Welke effecten heeft dit in de praktijk (met andere
woorden : hoe effectief is deze wettelijke basis om
het fenomeen terug te dringen) ?
5.
a) Welke internationale samenwerking bestaat in
deze ?
b) Welke rol speelt uw kabinet daarin ?
Vlamingen die beboet worden voor een verkeersovertreding in de Brusselse agglomeratie krijgen steeds
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10555
de plus en plus souvent leurs procès-verbaux en français. Lorsqu’ils demandent la traduction en néerlandais, ils doivent préalablement la payer (environ
15 euros). S’ils ne paient pas cette somme, ils sont
immédiatement cités à comparaı̂tre devant le tribunal
de police, tous les frais de justice étant à leur charge.
meer en meer hun boetes toegestuurd in de Franse taal.
Wanneer zij dan om een Nederlandstalige vertaling
verzoeken, dienen zij eerst de vertaling te betalen (zo’n
15 euro). Indien zij dit bedrag niet betalen, worden zij
meteen gedagvaard voor de politierechtbank, alle
gerechtskosten ten hunne laste.
En vertu de l’article 11 de la loi du 15 juin 1935
concernant l’emploi des langues en matière judiciaire,
les procès-verbaux relatifs à la constatation de contraventions dans une commune de l’agglomération
bruxelloise doivent être rédigés en français ou en
néerlandais « selon que celui qui en est l’objet fait
usage de l’une ou l’autre de ces langues pour ses déclarations. » Si le procès-verbal est envoyé à un habitant
d’une commune flamande, il est dès lors logique que
celui-ci reçoive la version néerlandaise de son procèsverbal et non la version française (pour laquelle une
traduction payante doit être demandée).
Krachtens artikel 11 van de wet van 15 juni 1935 op
het gebruik der talen in gerechtszaken dient een proces-verbaal betreffende de vaststelling van een overtreding in een gemeente van de Brusselse agglomeratie
opgesteld worden in het Frans of het Nederlands
« naargelang degene die er het voorwerp van uitmaakt ». Indien het proces-verbaal wordt opgestuurd
naar een inwoner uit een Vlaamse gemeente dan is het
logisch dat deze persoon een Nederlandstalige versie
van zijn proces-verbaal toegestuurd krijgt en geen
Franstalige (waarvoor dan een betalende vertaling
dient aangevraagd te worden).
1. Est-il normal que les Flamands verbalisés dans
l’agglomération bruxelloise reçoivent leur procèsverbal en français ?
1. Is het normaal dat Vlamingen, die beboet
worden in de Brusselse agglomeratie, een Franstalige
versie krijgen van hun proces-verbaal ?
2. Les Flamands doivent-ils payer pour obtenir la
traduction d’un procès-verbal dressé à leur charge
dans l’agglomération bruxelloise ?
2. Dienen Vlamingen, die een vertaling aanvragen
van hun proces-verbaal uit de Brusselse agglomeratie,
te betalen voor deze vertaling ?
3. Le maintien de cette pratique n’est-il pas
contraire à la loi anti-discrimination (eu égard à l’arrêt
de la Cour d’arbitrage du 6 octobre 2004, no157/2004
TBP 2004/10, 637 et suivants) ?
3. Is het aanhouden van deze praktijk in overeenstemming te brengen met de antidiscriminatiewet
(gelet op het arrest van het Arbitragehof van 6 oktober
2004, nr. 157/2004 TBP 2004/10, 637 en volgende) ?
DO 2004200503142
DO 2004200503142
Question no 506 de M. Mark Verhaegen du 19 janvier
2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre
de la Justice :
Vraag nr. 506 van de heer Mark Verhaegen van 19 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Justitie :
Autorisations de détenir des armes à feu. — Répartition géographique. — Zones de police.
Wapenvergunningen. — Geografische spreiding. —
Politiezones.
En réponse à ma question no 341 du 30 août 2004
sur le nombre d’autorisations de détenir des armes à
feu délivrées récemment, vous m’avez transmis un
tableau retraçant l’évolution du nombre d’autorisations dans la zone de police « Zuiderkempen » (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 52,
p. 7900).
Op mijn vraag nr. 341 van 30 augustus 2004 in verband met het aantal wapenvergunningen dat de
jongste tijd wordt afgeleverd, gaf u mij als antwoord
een tabel, waarin de evolutie van het aantal wapenvergunningen in de politiezone Zuiderkempen wordt aangetoond (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005,
nr. 52, blz. 7900).
Je souhaiterais obtenir un tableau similaire de la
répartition et de l’évolution pour toutes les zones de
police du pays, tant pour les armes de défense que
pour les armes de chasse et de sport.
Graag had ik echter een gelijkaardige tabel gekregen
met een overzicht van de spreiding en de evolutie voor
alle politiezones in het land, zowel voor verweerwapens als voor jacht- en sportwapens.
1. Quelle est la répartition géographique des autorisations de détention d’armes pour toutes les zones de
police du pays ?
1. Wat is de geografische spreiding inzake wapenvergunningen voor alle politiezones in het land ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10556
2.
a) Quelle a été l’évolution au cours des dernières
années ?
2.
a) Wat is de evolutie tijdens de jongste jaren ?
b) Une tendance est-elle perceptible ?
b) Is er een trend merkbaar ?
DO 2004200503143
DO 2004200503143
Question no 507 de M. Gerolf Annemans du 19 janvier
2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre
de la Justice :
Vraag nr. 507 van de heer Gerolf Annemans van 19 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Justitie :
Cabinet. — Nomination d’une personne compétente
chargée des cultes, de la politique multiculturelle et
de la politique des grandes villes.
Kabinet. — Aanstelling van de persoon bevoegd voor
de erediensten, de multiculturele politiek en de grote
steden-politiek.
Des articles de presse rapportent qu’une personne
serait employée au sein de votre cabinet dans une
« cellule stratégique » où elle s’occuperait des cultes, de
la politique multiculturelle et de la politique des grandes villes.
Luidens bepaalde artikelen in de pers zou een
persoon zijn tewerkgesteld op uw kabinet, meer
bepaald in een « cellule stratégique », en bevoegd zijn
voor de erediensten, de multiculturele politiek en de
grote steden-politiek.
1. Cette information est-elle exacte ?
1. Is deze informatie correct ?
2. De quel grade administratif cette personne estelle revêtue ?
2. Met welke administratieve graad werd de
betrokkene aangesteld ?
3. Cette personne travaille-t-elle dans le cabinet à
Bruxelles et sur la base de quels aspects de son curriculum vitae avez-vous décidé de la nommer à un poste
aussi élevé et aussi important ?
3. Is deze persoon op het kabinet te Brussel tewerkgesteld en welke elementen uit zijn curriculum hebben
de minister overtuigd om hem op een zo hoge en
belangrijke post aan te stellen ?
DO 2004200503152
DO 2004200503152
Question no 508 de M. Guido Tastenhoye du 19 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 508 van de heer Guido Tastenhoye van
19 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie :
Déclarations du procureur d’Anvers au sujet de la
menace terroriste sous-estimée à Anvers.
Verklaringen van de Antwerpse procureur aangaande
de onderschatte terreurdreiging in Antwerpen.
Le procureur d’Anvers, M. Bart Van Lijsebeth, a
déclaré dans une interview à la « Gazet van Antwerpen » du 18 décembre 2004 qu’en comparaison de
Bruxelles, de Liège et de Charleroi, Anvers dispose de
beaucoup trop peu d’enquêteurs antiterroristes alors
que la menace y est réelle. En effet, le gouvernement a
attribué à Charleroi et à Liège autant d’enquêteurs
fédéraux supplémentaires qu’à Anvers, c’est-à-dire
cinq (trente à Bruxelles !) alors qu’à l’inverse d’Anvers,
Charleroi ne possède, par exemple, pas de port
d’importance mondiale, ne soit pas un centre diamantaire mondial, n’ait pas de grand quartier juif ni de
grande communauté allochtone d’origine islamique, ni
de centrale nucléaire à sa périphérie.
De procureur van Antwerpen, de heer Bart Van
Lijsebeth, heeft in een interview in Gazet van Antwerpen van 18 december 2004, gezegd dat Antwerpen veel
te weinig antiterrorismespeurders heeft in vergelijking
met Brussel, Luik en Charleroi, hoewel de terreurdreiging in Antwerpen reëel is. Er zijn met name door de
regering evenveel bijkomende federale rechercheurs
toegewezen aan Charleroi en Luik als aan Antwerpen,
namelijk vijf (en dertig aan Brussel !), hoewel bijvoorbeeld Charleroi geen wereldhaven heeft, geen wereldcentrum is van diamant, geen grote joodse wijk heeft,
geen grote allochtone gemeenschap van islamitische
afkomst heeft en ook geen kerncentrale aan haar stadsgrens, zoals dat voor Antwerpen wel het geval is.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10557
1. Pourquoi Anvers ne reçoit-elle que cinq enquêteurs antiterroristes supplémentaires alors qu’elle
aurait dû en recevoir au moins quinze, voire vingt ?
1. Kan u meedelen waarom Antwerpen slechts vijf
bijkomende antiterrorismespeurders krijgt, terwijl dat
er minstens vijftien tot twintig zouden moeten zijn ?
2. Avez-vous déjà pris des mesures, ou en préparezvous, pour augmenter sensiblement le nombre
d’enquêteurs antiterroristes à Anvers ? Dans la négative, pourquoi ?
2. Heeft u al maatregelen genomen of in voorbereiding om het aantal antiterrorismespeurders in Antwerpen in de toekomst gevoelig op te trekken, en zo neen,
waarom niet ?
Vice-premier ministre
et ministre des Finances
Vice-eerste minister
en minister van Financiën
DO 2004200503062
DO 2004200503062
Question no 590 de M. Koen T’Sijen du 13 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des
Finances :
Vraag nr. 590 van de heer Koen T’Sijen van 13 januari
2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister
van Financiën :
Définition des camionnettes et directive à ce sujet. —
État de la question.
Definitie van lichte vrachtwagens en de richtlijn hierover. — Stand van zaken.
Deux types d’actions ont été entreprises pour annuler l’avantage fiscal des SUV (sport utility vehicles) :
Er is op twee manieren actie ondernomen om het
fiscaal voordeel van SUV’s (sport utility vehicles)
teniet te doen :
A) l’utilisation d’un véhicule de société à des fins
privées est soumise à des cotisations de sécurité sociale
qui dépendent des émissions de CO2 du véhicule;
A) de sociale zekerheidsbijdragen op het gebruik
van een bedrijfswagen voor privé-gebruik wordt ingevoerd en afhankelijk gemaakt van het CO2-gehalte van
de wagen;
B) le SPF Finances va redéfinir les camionnettes et
rédiger une directive qui mettra un terme à la pratique
des fausses camionnettes (achetées sans sièges mais
livrées avec sièges).
B) de FOD Financiën werkt aan een definitie en
richtlijn van lichte vrachtwagens die de praktijk van
valse lichte vrachtwagens (gekocht zonder zetels maar
geleverd met zetels) zou onmogelijk maken.
1. Où en est cette définition et la directive sur les
camionnettes est-elle prête ?
1. Wat is de stand van zaken betreffende deze definitie en richtlijn van lichte vrachtwagens ?
2. Le texte a-t-il déjà été rédigé ?
2. Zijn deze reeds uitgewerkt
3. Quelle est la teneur précise de la définition et de
la directive ?
3. Wat is de preciese inhoud van de definitie en de
richtlijn ?
DO 2004200503076
DO 2004200503076
Question no 591 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du
13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et
ministre des Finances :
Vraag nr. 591 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu
van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën :
Mesures possibles pour les entreprises en cas de
concurrence déloyale dans le cadre de la TVA.
Mogelijke maatregelen voor ondernemingen bij oneerlijke concurrentie via de BTW.
Supposons le cas suivant.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
Veronderstel de volgende casus.
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1334
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10558
Une PME installe des chambres froides professionnelles et des cuisines. Lorsqu’elle le fait pour des entreprises commerciales, comme les restaurants et les
hôtels, il ne se pose aucun problème. Elle fixe son prix
et y ajoute les 21 % de TVA. Le client paye et récupère
la TVA.
Toutefois, elle se retrouve en situation de concurrence déloyale en matière de TVA lorsqu’elle doit
installer une chambre froide dans une institution non
assujettie à la TVA, comme une école, chose fréquente
à l’heure actuelle puisque les écoles doivent également
se conformer aux normes HACCP.
Les entreprises de restauration qui contactent les
écoles font en effet leurs propres propositions. Si elles
installent des cuisines au même prix que les PME, les
écoles ne doivent pas régler la facture immédiatement
et le coût de l’installation est répercuté dans le prix des
repas préparés par les écoles. La TVA pour un repas
est de 6 % au lieu des 21 %.
J’ai procédé à la simulation chiffrée suivante :
— Une PME vend une chambre froide professionnelle
à 50 000 euros + 21 % de TVA. L’école paye donc
60 500 euros et ne récupère pas la TVA.
— Un gros traiteur installe une chambre froide dans
une école et incorpore les 50 000 euros dans le prix
des repas. Dans l’hypothèse où sont servis
250 repas par jour à raison de 160 jours par an, la
chambre froide est amortie en 5 ans moyennant
une majoration de 0,25 centimes d’euro par repas.
Concrètement, l’école paye donc 0,25 × 250 × 160
× 5 = 53 000 euros parce qu’elle ne récupère pas la
TVA.
Par conséquent, l’école récupère dans le cas qui
nous occupe 7.500 euros sur la même chambre froide.
La PME subit ainsi une concurrence déloyale non
pas en raison du prix mais par le biais de la TVA.
Aucun contrôleur ne va en outre se rendre compte de
l’augmentation des repas de 0,25 centimes d’euro.
1. Admettez-vous qu’une PME subit ainsi une
concurrence déloyale ?
2. Que peut faire une PME en pareille situation ?
3. Le gouvernement peut-il prendre des mesures
pour lutter contre cette forme de concurrence déloyale ?
Een KMO richt professionele koelcellen en keukens
in. Wanneer hij dit doet voor commerciële ondernemingen, zoals restaurants en hotels, doet zich geen
probleem voor. Hij maakt zijn prijs en doet er 21 %
BTW bij. De klant betaalt en recupereert de BTW.
DO 2004200503085
DO 2004200503085
Question no 592 de Mme Zoé Genot du 14 janvier 2005
(Fr.) au vice-premier ministre et ministre des
Finances :
Prêts d’État à État octroyés par le gouvernement
depuis juillet 2003.
Ma question concerne les prêts d’État à État octroyés par le gouvernement depuis juillet 2003.
Vraag nr. 592 van mevrouw Zoé Genot van 14 januari
2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister
van Financiën :
Sinds juli 2003 door de regering toegekende leningen
van Staat tot Staat.
Mijn vraag betreft de leningen van Staat tot Staat
die de regering sinds juli 2003 heeft toegekend.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
Wanneer de KMO echter een koelcel wil plaatsen
bij een niet BTW-plichtige instelling zoals een school,
wat momenteel veel gebeurt gezien de scholen ook in
orde moeten zijn met de HACCP-normen, komt de
KMO in een situatie van oneerlijke concurrentie
terecht.
De grote cateringbedrijven contacteren immers de
scholen met een eigen voorstel. Ze stellen voor om de
keuken voor dezelfde prijs als van de KMO te plaatsen, maar de scholen moeten de keuken niet
rechtstreeks betalen. Ze rekenen de prijs door via een
hogere prijs van de bereide maaltijden. Het BTWtarief voor een maaltijd is 6 % in plaats van 21 %.
Ik maakte de volgende fictieve berekening :
— Een KMO verkoopt een professionele koelcel voor
50 000 euro + 21 % BTW. De school betaalt dus
60 500 euro en recupereert de BTW niet.
— Een grote cateraar plaatst een koelcel in een school
en rekent de prijs van 50 000 euro door via de
meerprijs van de maaltijden. Stel nu :
250 maaltijden per dag, 160 dagen per jaar en de
koelcel wordt afgeschreven op 5 jaar, wat een
meerprijs met zich meebrengt van 0,25 eurocent
per maaltijd. De school betaalt dus in concreto
0,25 × 250 × 160 × 5 = 53 000 euro omdat ze ook
hier de BTW niet recupereert.
De conclusie is dat de school hier dus 7.500 euro
profiteert voor dezelfde koelcel.
De KMO wordt in deze situatie deloyaal beconcurreerd, niet via de prijs maar via de BTW. Geen enkele
controleur zal bovendien de stijging van de maaltijden
met 0,25 eurocent per maaltijd opmerken.
1. Erkent u dat een KMO op deze manier in een
situatie van oneerlijke concurrentie terecht komt ?
2. Wat kan een KMO hiertegen ondernemen ?
3. Zijn er vanuit de overheid maatregelen nodig om
deze oneerlijke concurrentie tegen te gaan ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10559
1. Pour quels dossiers des prêts ont-ils été octroyés ?
1. In het kader van welke dossiers werden leningen
toegekend ?
2. Pourriez-vous donner par dossier la date de la
décision du Conseil des ministres, le montant en cours,
les conditions de prêt, le nom du pays ainsi qu’une
courte description du projet ?
2. Kan u me per dossier de volgende gegevens
meedelen : de datum van de beslissing van de Ministerraad, het bedrag van de lopende leningen, de voorwaarden waaronder deze leningen werden toegekend
evenals de naam van het land en een korte beschrijving
van het project ?
3. Quels sont les normes et critères nationaux et
internationaux qui ont été utilisés pour évaluer le
projet ?
3. Volgens welke nationale en internationale criteria en normen werden de projecten geëvalueerd ?
4.
a) Pour lesquels parmi ces projets une étude
d’incidence a-t-elle été réalisée ?
4.
a) Voor welke projecten werd een effectenstudie opgesteld ?
b) De quelle manière le gouvernement en a-t-il tenu
compte ?
b) In welke mate heeft de regering met deze studies
rekening gehouden ?
DO 2004200503086
DO 2004200503086
Question no 593 de M. Gerolf Annemans du 14 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des
Finances :
Vraag nr. 593 van de heer Gerolf Annemans van 14 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Financiën :
Traitement administratif des réclamations en matière
de contributions directes.
Administratieve behandeling van bezwaarschriften
inzake directe belastingen.
Au fil des ans, le retard dans le traitement des réclamations en matière de contributions directes n’a cessé
d’augmenter. Malgré les efforts importants consentis
pour résorber ce retard historique, le nombre de réclamations en souffrance reste considérable (fin 2002, il
s’élevait encore à 138 486).
In de loop der jaren was de achterstand bij de
behandeling van bezwaarschriften inzake directe
belastingen steeds toegenomen. Ondanks de grote inspanningen die werden geleverd om deze oude achterstand weg te werken, blijft het aantal bezwaarschriften
aan de hoge kant (eind 2002 waren het er nog 138 486).
Il est évident que le droit du contribuable de
connaı̂tre la position de l’administration dans le délai
légal de six mois (neuf mois lorsqu’il s’agit d’une taxation d’office) n’est pas garanti dans la pratique.
Het is duidelijk dat het recht van de belastingplichtige om binnen de wettelijke termijn van zes maanden
(negen maanden bij aanslag van ambtswege) het administratieve standpunt te kennen in de praktijk niet
wordt gewaarborgd.
1.
a) Pouvez-vous nous fournir des chiffres récents
concernant le nombre de réclamations ?
1.
a) Kan u ons actuele cijfers verschaffen over het huidige aantal bezwaarschriften ?
b) Quelle est la répartition de ce nombre entre
dossiers de plus de six/neuf mois et par groupe
linguistique (néerlandais, français et allemand) ?
b) Kan u hierin ook de opsplitsing maken van
dossiers die meer dan zes/negen maanden oud zijn
alsook een opsplitsting per taalgroep (Nederlands,
Frans en Duits) ?
2. La Cour des comptes a fait quelques suggestions
à ce sujet dans son 161e cahier :
2. Het Rekenhof maakte in zijn 161e boek enkele
suggesties terzake :
a) poursuivre le développement d’un système de suivi
des dossiers qui soit performant, cohérent, intégré
et automatique;
a) de verdere ontwikkeling van een performant, coherent, geı̈ntegreerd en automatisch dossieropvolgingssysteem;
b) poursuivre le développement d’une banque de
données relative au contenu des réclamations, des
décisions administratives et des décisions judiciaires;
b) de verdere ontwikkeling van een database over de
inhoud van de bezwaren van de administartieve
beslissingen en van de gerechtelijke;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10560
c) poursuivre l’activation du changement des mentalités et de la responsabilisation des services de
taxation et du contentieux;
c) de verdere stimulering van de mentaliteitsverandering en van de responsabilisering van de taxatiediensten en geschillendiensten;
d) simplifier au maximum les méthodes de travail
(principalement en ce qui concerne les dossiers de
l’ISI qui font l’objet de procédures lourdes et fastidieuses),en évitant les doubles emplois et la dispersion des moyens;
d) de maximale vereenvoudiging van de werkmethodes (voornamelijk voor de BBI-dossiers waarvoor
zware en tijdrovende procedures gelden) en het
vermijden van dubbel werk en de versnippering
van middelen;
e) poursuivre la mise au point et la mise en œuvre de
critères et des ratios de mesure des performances
afin de pouvoir évaluer adéquatement le rendement des services de taxation et du contentieux.
e) het verder uitbouwen en implementeren van prestatiemetingscriteria en -ratio’s om het rendement
van de taxatie- en geschillendiensten adequaat te
kunnen beoordelen.
Envisagez-vous d’intégrer les observations de la
Cour des comptes dans la politique et si oui, de quelle
manière comptez-vous procéder ?
Overweegt u de opmerkingen van het Rekenhof in
het beleid te verwerken en zo ja, op welke manier
denkt u deze dan verwezenlijken ?
DO 2004200503087
DO 2004200503087
Question no 594 de M. Guido De Padt du 14 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des
Finances :
Vraag nr. 594 van de heer Guido De Padt van 14 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Financiën :
Communes. — Précompte professionnel sur les salaires. — Paiements tardifs.
Gemeenten. — Bedrijfsvoorheffing op lonen. — Laattijdige betalingen.
Les reversements tardifs de la part communale dans
les impôts fédéraux et le report du paiement d’avances,
notamment par les pouvoirs publics flamands, mettent
les communes dans une situation financière délicate.
Les communes manquent de moyens pour assurer leur
propre fonctionnement et en plus, elles ne reçoivent
pas toujours au bon moment les ressources financières
devant leur permettre d’honorer leurs obligations
financières. Elles doivent donc régulièrement recourir
aux avances de trésorerie.
Door de laattijdige doorstortingen van het gemeentelijke aandeel in de federale belastingen en door het
uitstellen van onder meer de betaling van voorschotten
door de Vlaamse Overheid komen de gemeenten niet
alleen in moeilijke papieren ten aanzien van hun eigen
werking, maar zijn de nodige financiële middelen ook
niet altijd op het gepaste ogenblik voorhanden om aan
de financiële verplichtingen tegemoet te komen. Er
moet dan ook regelmatig een beroep worden gedaan
op thesaurievoorstellen.
D’autre part, il arrive également qu’en raison de ces
manquements des autorités supérieures, les communes
ne soient pas en mesure de leur reverser dans les délais
les précomptes professionnels qu’elles doivent sur les
salaires de leur personnel. On constate alors que les
communes se voient également imposer des amendes
administratives et des intérêts de retard. Le ministère
des Finances est lui-même en défaut de reverser dans
les délais et à intervalles réguliers les sommes dues aux
communes mais n’hésite pas à les sanctionner si ces
retards les empêchent d’honorer à temps leurs obligations vis-à-vis du département des Finances (versement
ponctuel des précomptes professionnels).
Het gebeurt ook dat de gemeenten door die tekortkomingen van hogere overheden niet in staat zijn om
tijdig de aan de hogere overheid verschuldigde bedrijfsvoorheffingen op de door hen uitbetaalde lonen
door te storten. Vastgesteld wordt dat daarbij ook
administratieve boetes worden opgelegd en nalatigheidsintresten worden aangerekend. Het ministerie
van Financiën blijft zelf in gebreke om de aan de
gemeenten verschuldigde bedragen tijdig en regelmatig
door te storten, maar sanctioneert anderzijds wel de
gemeenten wanneer deze door deze niet-tijdige en onregelmatige doorstortingen, in de problemen komen
om aan hun verplichtingen (tijdige storting bedrijfsvoorheffingen) ten aanzien van het departement Financiën te voldoen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10561
1. Pouvez-vous fournir les précisions suivantes pour
les années 2001, 2002, 2003 et 2004 :
1. Kan u voor de jaren 2001, 2002, 2003 en 2004
meedelen :
a) combien de communes n’ont pas payé dans les
délais au ministère des Finances le précompte
professionnel dû sur les salaires et à concurrence
de quels montants ?
a) hoeveel gemeenten en voor welke bedragen, de
bedrijfsvoorheffing op de lonen niet tijdig hebben
betaald aan het ministerie van Financiën;
b) combien de communes ont de ce fait dû payer des
intérêts de retard et à concurrence de quels
montants ?
b) hoeveel gemeenten en voor welke bedragen, dientengevolge nalatigheidsintresten hebben moeten
betalen;
c) combien de communes ont pu obtenir (de la part
du directeur régional ou du tribunal) une dispense
du paiement des intérêts de retard et à concurrence
de quels montants ?
c) hoeveel gemeenten en voor welke bedragen,
kwijtschelding (door de gewestelijke directeur of
door de rechtbank) hebben bekomen van betaling
van nalatigheidsintresten ?
2. Ne pensez-vous pas qu’il serait plus équitable et
raisonnable que les communes soient dispensées du
paiement d’amendes et d’intérêts de retard sur le versement tardif des précomptes professionnels si elles
peuvent démontrer que ces retards sont dus aux versements tardifs d’impôts ou autres transferts dus par les
autorités supérieures ?
2. Acht u het niet billijk en redelijk dat gemeenten
geen boetes en nalatigheidsintresten moeten betalen op
de niet-tijdige doorstorting van bedrijfsvoorheffingen
wanneer kan worden aangetoond dat dit te wijten is
aan laattijdige doorstortingen van belastingen of
andere door de hogere overheden verschuldigde overdrachten ?
DO 2004200503088
DO 2004200503088
Question no 595 de Mme Nathalie Muylle du 14 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 595 van mevrouw Nathalie Muylle van
14 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën :
Taxation fiscale des projets de développement naturel.
Fiscale taxatie van natuurinrichtingsplannen.
Dans le cadre des projets de développement naturel
(comme celui de l’Uitkerkse Polder et des Meetkerkse
Mœren), les agriculteurs percevront une compensation
unique pour les dommages d’exploitation engendrés
(augmentation du niveau de l’eau). Ces projets de
développement naturel se sont concrétisés en 2004.
Des compensations uniques sont également fixées par
parcelle pour les utilisateurs et les propriétaires. Ces
compensations seront sans doute payées à partir de
2005. Il s’agit de montants uniques qui font l’objet de
calculs complexes et qui compensent en une fois le
préjudice subi sur plusieurs années p.ex. en raison
d’un manque à gagner, d’une diminution de la valeur
foncière, etc. Les projets de développement naturel
Uitkerkse Polder et Meetkerkse Mœren servent de
projets pilotes pour les développements futurs.
In het kader van natuurinrichtingsplannen (onder
andere in de Uitkerkse Polder en de Meetkerkse Moeren) zullen landbouwers eenmalig gecompenseerd
worden voor de schade die deze plannen (verhoging
van het waterpeil) hebben op hun bedrijfsvoering.
Deze natuurinrichtingsplannen kregen vorm in 2004.
Tegelijk worden hierin eenmalige vergoedingen voor
gebruikers en eigenaars vastgelegd per perceel. Deze
vergoedingen zullen mogelijk vanaf 2005 worden uitbetaald. Het gaat over eenmalige bedragen die via
ingewikkelde berekening de schade voor opbrengstverliezen, grondwaardeverlies enzovoort compenseren
over de verschillende jaren. De natuurinrichtingsplannen Uitkerkse Polder en Meetkerkse Moeren dienen
als pilootprojecten voor verdere projecten.
Il est clair que le résultat net ne pourra être évalué
qu’après avoir constaté réellement ce qui subsiste de la
compensation.
Het is duidelijk dat het netto resultaat naar deze vergoeding maar kan worden ingeschat wanneer men
werklijk ziet wat men overhoudt van de compensatie.
1. Comment cette compensation unique (qui
compense un préjudice s’étalant sur plusieurs années)
sera-t-elle imposée dans la déclaration fiscale des agriculteurs ?
1. Hoe zal deze eenmalige vergoeding (die een vergoeding is van schade over verschillende jaren)
worden getaxeerd in de fiscale aangifte van de landbouwers ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10562
2. Cette nouvelle situation pourra-t-elle entraı̂ner
une révision du revenu cadastral (R.C.) des parcelles
agricoles concernées ?
2. Kan deze nieuwe situatie aanleiding geven tot
herziening van het kadastraal inkomen (K.I.) van deze
landbouwpercelen ?
DO 2004200503095
DO 2004200503095
Question no 596 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du
17 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et
ministre des Finances :
Vraag nr. 596 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu
van 17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën :
Service des créances alimentaires.
Dienst voor Alimentatievorderingen.
Votre réponse à ma question no 495 du 5 octobre
2004 par le biais de laquelle je vous demandais des
chiffres relatifs au Service des créances alimentaires
(SCA), suscite d’autres interrogations (Questions et
Réponses, Chambre, 2004-2005, no 52, p. 7939).
Uw antwoord op mijn vraag nr. 495 van 5 oktober
2004, waarin ik u vroeg naar cijfers in verband met de
Dienst voor Alimentatievorderingen (DAVO) doet
bijkomende vragen rijzen (Vragen en Antwoorden,
Kamer, 2004-2005, nr. 52, blz. 7939).
Vous m’aviez répondu que la gestion de ce service
incombe aux 31 inspecteurs principaux de ces
bureaux. Dans chacun de ceux-ci, le chef de service et
un agent ont suivi la formation spécifique à cette
nouvelle tâche. Dans votre réponse, vous indiquiez
également le nombre de collaborateurs qui ont été
ajoutés à ces bureaux locaux, spécifiquement pour le
Service des créances alimentaires. Ces agents sont
chargés de l’accueil des demandeurs, de l’examen des
dossiers et de la perception et du recouvrement des
créances alimentaires et des arriérés de celles-ci.
U meldde mij dat het beheer van deze Dienst berust
bij de 31 eerstaanwezend inspecteurs van die kantoren.
In elk van deze kantoren heeft het diensthoofd en een
medewerker de specifieke opleiding betreffende deze
nieuwe taak gevolgd. Hoeveel medewerkers per
kantoor toegevoegd werden aan de lokale kantoren
om de specifieke taken van de Dienst voor alimentatievorderingen uit te voeren, deelde u in dit antwoord
ook mee. Deze personeelsleden ontvangen de aanvragers, onderzoeken de dossiers en zijn belast met de
inning en de invordering van het onderhoudsgeld en
de achterstallen ervan.
1.
a) Depuis la création du service, combien de demandes ont-elles été introduites au total pour
l’ensemble de la Belgique (au 31 décembre 2004) ?
1.
a) Hoeveel aanvragen werden intussen (op datum van
31 december 2004) in totaal ingediend in heel
België ?
b) Parmi ces demandes, combien ont-elles été introduites respectivement en Flandre, en Wallonie et
dans la Région de Bruxelles-capitale ?
b) Hoeveel van deze aanvragen werden ingediend in
Vlaanderen, hoeveel in Wallonië en hoeveel in het
Brussels Hoofdstedelijke Gewest ?
c) Quel est le nombre de demandes introduites pour
chaque bureau (il y en a trente) où l’on peut remettre le formulaire de demande et obtenir de l’aide ?
c) Hoeveel aanvragen werden ingediend per kantoor
(er zijn er dertig) waar het aanvraagformulier kan
ingediend worden en waar men bijstand kan verkrijgen ?
2. Les agents du SCA sont chargés de l’accueil des
demandeurs, de l’examen des dossiers et de la perception et du recouvrement des créances alimentaires et
des arriérés de celles-ci.
2. De personeelsleden van DAVO ontvangen de
aanvragers, onderzoeken de dossiers en zijn belast met
de inning en de invordering van het onderhoudsgeld
en de achterstallen ervan.
a) Comment se déroule précisément la procédure de
recouvrement proprement dit ?
a) Hoe verloopt de procedure van effectieve invordering precies ?
b) Quels sont les intermédiaires qui participent au
recouvrement et de quelle manière ?
b) Welke tussenpersonen helpen mee aan de invordering en op welke manier ?
3.
a) Dans combien de dossiers des créances alimentaires ou des arriérés de créances alimentaires ont-ils
déjà été récupérés ?
3.
a) In hoeveel dossiers werd intussen al onderhoudsgeld of achterstal van onderhoudsgeld ingevorderd ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10563
b) Quel était le montant total des recouvrements
effectivement réalisés au 31 décembre 2004 ?
b) Voor welk bedrag werd op 31 december 2004
effectief ingevorderd ?
DO 2004200503096
DO 2004200503096
Question no 597 de Mme Annelies Storms du 17 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des
Finances :
Vraag nr. 597 van mevrouw Annelies Storms van
17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën :
Déroulement des travaux de construction du palais de
justice de Gand.
Verloop van de bouw van het gerechtsgebouw te Gent.
Les travaux de construction du nouveau palais de
justice de Gand ont commencé en 2003. La phase du
gros-œuvre devait s’ouvrir en juin 2003 et se terminer
en mars 2005. La phase de la fermeture de la façade
était prévue pour décembre 2004 et devait se clôturer
en septembre 2005.
In 2003 startten de werken voor de bouw van het
nieuwe gerechtshof te Gent. De fase van de ruwbouw
zou aanvatten in juni 2003 en zou afgerond worden in
maart 2005. Vanaf december 2004 zou ook de fase van
de gevelsluiting starten, waarvan het einde gepland is
in september 2005.
1.
a) Le calendrier fixé pour ces différentes phases serat-il respecté ?
1.
a) Zal de vooropgestelde timing in deze fases gehaald
worden ?
b) Dans la négative, pour quelles raisons ?
b) Zo niet, wat zijn hiervan de redenen ?
c) L’exécution des autres phases de la construction
(installations techniques, parachèvement intérieur
et aménagement des abords) s’en trouvera-t-elle
retardée ?
c) Lopen de andere bouwfases (technische installaties, binnenafwerking en omgevingswerken) hierdoor vertraging op ?
d) Dans l’affirmative, de combien de temps ?
d) Zo ja, hoeveel ?
2.
a) D’autres retards ont-ils été encourus ?
2.
a) Zijn er op nog andere vlakken vertragingen opgelopen ?
b) Quelle en est la cause ?
b) Waar zijn deze aan te wijten ?
c) La date de la réception provisoire, prévue pour le
mois d’août 2006, est-elle remise en question ?
c) Komt de datum van voorlopige oplevering in
augustus 2006 hierbij in het gedrang ?
3.
a) Des travaux supplémentaires sont-ils déjà prévues ?
Dans l’affirmative, lesquels et pourquoi ?
3.
a) Zijn er reeds meerwerken gepland en, zo ja, welke
en wat is de reden ?
b) Quel en est le coût ?
b) Hoeveel bedraagt de kostprijs hiervan ?
4. À combien s’élève actuellement le coût des
travaux de construction du palais de justice de Gand ?
Pourriez-vous m’en fournir le détail ?
4. Hoeveel bedraagt op dit moment de kostprijs
voor de bouwwerken ? Graag een overzicht hoe deze
prijs bereikt wordt.
5. Les services judiciaires de Gand sont actuellement logés dans sept bâtiments différents.
Qu’adviendra-t-il de ces bâtiments après le transfert
vers le nouveau palais de justice ?
5. Vandaag zijn de gerechtelijke diensten in Gent
over zeven locaties verspreid. Wat zal er gebeuren met
deze gebouwen bij verhuis naar het nieuwe gerechtsgebouw ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10564
DO 2004200503097
DO 2004200503097
Question no 598 de Mme Annelies Storms du 17 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des
Finances :
Vraag nr. 598 van mevrouw Annelies Storms van
17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën :
Régie des Bâtiments. — Blocage des GSM dans les
prisons.
Regie der Gebouwen. — GSM-blokkering in de
gevangenissen.
La ministre de la Justice, Mme Onkelinx, a déclaré
il y a quelques mois que le projet-pilote mené dans la
prison d’Andenne pour brouiller les ondes GSM était
un succès. Ce projet-pilote avait été mis en œuvre avec
la collaboration de la Régie des bâtiments. La ministre
avait alors exprimé l’intention d’étendre ce système à
toutes les prisons belges.
Minister van Justitie Onkelinx verklaarde enkele
maanden geleden dat het proefproject in de gevangenis
van Andenne om GSM-verkeer te verstoren een succes
was. Dit proefproject werd opgezet in samenwerking
met de Regie der Gebouwen. De minister kondigde
aan dat het haar intentie was om dit systeem uit te
breiden naar alle Belgische gevangenissen.
1. À combien se sont élevés les coûts de ce projetpilote ?
1. Hoeveel bedroeg de kostprijs van dit proefproject ?
2. La ministre de la Justice a annoncé que la décision de placer d’autres installations de ce type dépendrait des moyens budgétaires de la Régie des Bâtiments.
2. De minister van Justitie verklaarde dat het van de
budgettaire mogelijkheden van de Regie der Gebouwen afhangt of er dergelijke bijkomende installaties
geplaatst zullen worden.
a) La Régie des bâtiments a-t-elle prévu un budget à
cet effet ?
a) Heeft de Regie der Gebouwen hiervoor in een
budget voorzien ?
b) Si oui, à combien s’élève ce budget ? Si non, envisagez-vous de dégager des fonds à cet effet à l’avenir ?
b) Zo ja, hoeveel bedraagt dit budget en zo neen,
overweegt u om hiervoor in de toekomst wel
middelen uit te trekken ?
3.
a) De tels systèmes vont-ils être placés dans les autres
prisons belges ?
3.
a) Zullen er in de andere Belgische gevangenissen
dergelijke systemen geplaatst worden ?
b) Si oui, dans quel délai ?
b) Zo ja, binnen welk tijdsbestek zal dit gebeuren ?
c) Quelles vont être équipées prioritairement de ce
système ?
c) Welke gevangenissen komen prioritair in aanmerking om uitgerust te worden met een dergelijk systeem ?
d) Qu’en coûterait-il d’équiper de la sorte toutes les
prisons belges ?
d) Hoeveel bedraagt de geplande kostprijs om alle
Belgische gevangenissen hiermee uit te rusten ?
4.
a) La nouvelle prison de Hasselt sera-t-elle déjà dotée
de ce système de brouillage des ondes GSM ?
4.
a) Zal deze verstoorder van GSM-verkeer reeds
beschikbaar zijn in de nieuwe gevangenis van
Hasselt ?
b) Si non, pourquoi ?
b) Indien niet, waarom niet ?
DO 2004200503119
DO 2004200503119
Question no 601 de M. Luk Van Biesen du 18 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des
Finances :
Vraag nr. 601 van de heer Luk Van Biesen van 18 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Financiën :
Dépôt des formulaires de déclaration. — Fermeture du
service de taxation. — Bonne administration.
Afgifte aangifteformulieren. — Sluiting taxatiedienst.
— Behoorlijk bestuur.
A. De nombreux contribuables remettent leur
formulaire de déclaration le dernier jour (par exemple
A. Vele aangifteformulieren worden door de belastingplichtige op hun laatst nuttige dag (bijvoorbeeld
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10565
le 31 décembre) — durant les heures d’ouverture — au
service de taxation du ressort de la commune où ils ont
leur domicile fiscal.
5. Quel pourcentage des déclarations sont encore
déposées au plus tard le 31 décembre ?
31 december) — tijdens kantooruren — bezorgd aan
betrokken taxatiedienst die bevoegd is voor de
gemeente waar de belastingplichtige zijn fiscale
woonplaats heeft.
Deze taxatiediensten blijken echter meestal gesloten
te zijn in de periode tussen Kerst en Nieuwjaar, dit
uiteraard met uitzondering van het onthaal, inclusief
receptionist.
Gelet op de zware gevolgen van een eventuele laattijdige of verdwenen aangifte (aanslag van ambtswege
binnen aanslagtermijn van drie jaar, administratieve
geldboetes), doet men er goed aan om de onthaalbediende van de taxatiedienst te laten aftekenen voor
ontvangst.
Doch, vele onthaalbedienden delen bij ontvangst
van een aangifte op geı̈nstrueerde wijze mede : « Wij
kunnen onmogelijk documenten aftekenen wanneer de
betreffende diensten gesloten zijn. Stel u voor dat deze
nadien verloren gaan. Wie is er dan verantwoordelijk ? ».
Dit antwoord geeft meteen de essentie van het verzoek tot aftekenen voor ontvangst weer.
B. Ook buiten kantooruren deponeren belastingplichtigen hun aangifte op de laatst nuttige dag in de
brievenbus van de betrokken taxatiedienst. Andere
belastingplichtigen die hetzelfde willen doen dienen
vast te stellen dat de brievenbus dichtgeplakt werd.
Van een bewijs tot afgifte is al helemaal geen sprake
meer. Vanaf wanneer is de aangifte effectief laattijdig ?
1. Op welke wijze is de hoger vermelde houding
nog in overeenstemming te brengen met de
« continuı̈teit van de openbare dienst » of de
« beginselen van behoorlijk bestuur » ?
2. Op welke wijze kan de belastingplichtige zekerheid/bewijs krijgen dat zijn aangifte tijdig werd ingediend ?
3. Kunnen aangiften eenvoudigweg — buiten de
kantooruren -gedeponeerd worden in de brievenbus
van de taxatiediensten ?
4. Bestaan er duidelijke richtlijnen betreffende de
wijze van indiening van aangifteformulieren op de
laatste dag alsook betreffende het verkrijgen van enig
bewijs tot afgifte ?
5. Hoe groot is het percentage van aangiften dat
nog uiterlijk op 31 december wordt ingediend ?
DO 2004200503136
DO 2004200503136
Question no 603 de M. Dirk Van der Maelen du
18 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et
ministre des Finances :
Taxation du pécule de vacances des ouvriers prépensionnés. — Arrêt de la Cour d’arbitrage.
Le 22 juin 2004, vous avez répondu en commission
des Finances à une question orale de Mme Camille
Vraag nr. 603 van de heer Dirk Van der Maelen van
18 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën :
Belasting op het vakantiegeld van bruggepensioneerde
arbeiders. — Arrest Arbitragehof.
Op 22 juni 2004 heeft u in de commissie voor de
Financiën op een mondelinge vraag van mevrouw
Toutefois, ces services sont généralement fermés
entre Nœ̈l et Nouvel An, à l’exception naturellement
de l’accueil, assuré par un réceptionniste.
Le dépôt tardif ou la disparition d’une déclaration
étant lourd de conséquences (taxation d’office dans un
délai d’imposition de trois ans, amendes administratives), le contribuable a tout intérêt à demander au
réceptionniste du service de taxation de signer la copie
pour réception.
Mais de nombreux réceptionnistes ont reçu des
instructions précises et répondent qu’ils sont dans
l’impossibilité de signer des documents pour réception
lorsque les services concernés sont fermés parce que,
en cas de perte, la responsabilité serait difficile à
établir.
Ceci montre tout l’intérêt de faire signer la copie
pour réception.
B. Des contribuables déposent aussi leur déclaration
le dernier jour mais en dehors des heures de bureau,
dans la boı̂te aux lettres du service de taxation compétent. Dans certains services, la boı̂te aux lettres est
volontairement obturée. Il n’est plus question
d’obtenir un accusé de réception. À partir de quand la
déclaration est-elle considérée comme tardive ?
1. Dans quelle mesure l’attitude ci-dessus est-elle
encore compatible avec la notion de continuité du
service public ou avec les principes de bonne administration ?
2. Comment le contribuable peut-il avoir la certitude/la preuve que sa déclaration a été déposée dans
les délais ?
3. Le contribuable peut-il se contenter de déposer sa
déclaration -en dehors des heures d’ouverture — dans
la boı̂te aux lettres des services de taxation ?
4. L’administration a-t-elle arrêté des directives
précises concernant le dépôt des formulaires de déclaration le dernier jour et l’obtention d’un récépissé ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1335
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10566
Dieu sur les conséquences de l’arrêt numéro 185/2002
de la Cour d’arbitrage relatif à la taxation du pécule de
vacances des ouvriers prépensionnés, que vous n’aviez
pas connaissance de contribuables qui n’auraient pu
faire valoir leurs droits à la suite dudit arrêt. Vous avez
précisé que si de tels cas devaient se manifester, vous
les feriez examiner (question no 3198, Compte rendu
intégral, Chambre, 2003-2004, commission des Finances, 22 juin 2004, COM 303, p. 26).
Camille Dieu naar de gevolgen van arrest nummer
185/2002 van het Arbitragehof voor de belasting op
het vakantiegeld van bruggepensioneerde arbeiders
geantwoord dat u geen gevallen van belastingplichtigen kent die ingevolge het genoemde arrest geen aanspraak konden maken op hun rechten. Indien die er
toch zijn, zou u ze laten onderzoeken (vraag nr. 3198,
Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie
Financiën, 22 juni 2004, COM 303, blz. 26).
Dans ma lettre du 26 novembre 2004, je vous ai
communiqué les noms et adresses d’une vingtaine de
cas individuels de Flandre occidentale dont j’ai eu
connaissance et qui ont à mon avis subi une discrimination en raison de la procédure choisie en exécution
d’un arrêt de la Cour d’arbitrage. Comme ma liste se
limitait à des cas de Flandre occidentale dont j’ai eu
connaissance, il faut s’attendre à ce que les contribuables concernés soient en réalité beaucoup plus
nombreux.
In mijn schrijven van 26 november 2004 heb ik u de
namen en de adressen van een twintigtal individuele
gevallen uit West-Vlaanderen gegeven die me bekend
zijn en die naar mijn mening gediscrimineerd worden
omwille van de gekozen procedure in uitvoering van
een arrest van het Arbitragehof. Gezien deze lijst zich
enkel beperkte tot door mij gekende gevallen in WestVlaanderen, mag aangenomen worden dat het in
werkelijkheid om een veelvoud gaat.
Dans ma lettre, je vous ai demandé d’examiner ces
cas individuels et de veiller à ce que ces ouvriers puissent encore bénéficier des conséquences de l’arrêt de la
Cour d’arbitrage.
Ik heb u in mijn schrijven gevraagd deze individuele
gevallen te onderzoeken, en ervoor te zorgen dat deze
arbeiders vooralsnog van de gevolgen van het arrest
van het Arbitragehof kunnen genieten.
1. Quelles mesures avez-vous prises depuis lors
pour cette catégorie de pensionnés ayant subi une
discrimination ?
1. Welke maatregelen heeft u ondertussen genomen
voor deze groep van gediscrimineerde gepensioneerden ?
2. Quelles mesures envisagez-vous encore de prendre et dans quel délai ?
2. Welke maatregelen overweegt u nog te nemen en
binnen welke tijdsspanne ?
DO 2004200503137
DO 2004200503137
Question no 604 de M. Jean-Jacques Viseur du 18 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 604 van de heer Jean-Jacques Viseur van
18 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën :
TVA. — Affacturage.
BTW. — Factoring.
1. En vue d’assurer la sécurité juridique et de faciliter en conséquence la vie des entreprises, pourriezvous communiquer quand votre administration
publiera son point de vue sur la question de l’impact
de l’arrêt de la Cour européenne de Justice du 26 juin
2003 dans l’affaire C-305/01 en cause MKGKraftfahrzeuge-Factoring GMBH sur sa position habituelle en matière d’affacturage ?
1. Uw administratie heeft tot heden nagelaten haar
standpunt over de gevolgen van het arrest van het
Europees Hof van Justitie van 26 juni 2003, nr. C-305/
01, inzake MKG-Kraftfahrzeuge-Factoring GMBH
voor de BTW-heffing op factoringactiviteiten bekend
te maken. De publicatie hiervan zou nochtans de
rechtszekerheid herstellen. Daardoor zouden de
bedrijven tevens weten waaraan zich te houden. Kan u
meedelen wanneer dit standpunt wordt gepubliceerd ?
2. À la question orale no 334 du 21 octobre 2003 de
M. Devlies, vous annonciez la publication d’une modification du point de vue de l’administration belge
« dans les prochains jours » (Compte rendu intégral,
Chambre, 2003-2004, commission des Finances,
21 octobre 2003, COM 026, p. 25).
2. Op de mondelinge vraag nr. 334 van 21 oktober
2003 van de heer Devlies heeft u geantwoord dat de
bekendmaking van het gewijzigde standpunt van de
Belgische administratie « een kwestie van dagen en niet
van weken zal zijn » (Integraal Verslag, Kamer, 20032004, commissie voor de Financiën, 21 oktober 2003,
COM 026,blz. 25).
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10567
N’estimez-vous pas qu’il y a lieu de respecter
l’attente des entreprises et qu’une décision rapide
s’inscrit aussi dans le cadre de la nouvelle culture que
vous voulez insuffler à votre administration ?
Meent u dat men de bedrijven nog langer kan laten
wachten ? Past het nemen van snelle beslissingen niet
in het kader van de nieuwe bedrijfscultuur die u in uw
administratie wil invoeren ?
DO 2004200503153
DO 2004200503153
Question no 607 de M. Jean-Marc Nollet du 19 janvier
2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre
des Finances :
Vraag nr. 607 van de heer Jean-Marc Nollet van 19 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en
minister van Financiën :
Loi du 24 décembre 2002. — Évaluation par la Cour
des comptes. — Réforme de l’impôt sur les sociétés.
Wet van 24 december 2002. — Evaluatie door het
Rekenhof. — Hervorming van de vennootschapsbelasting.
La loi du 24 décembre 2002 modifiant le régime de
sociétés en matière d’impôts sur les revenus et instituant un système de décision anticipée en matière
fiscale, dispose en son article 35 que « La Cour des
comptes est chargée de réaliser une évaluation des
conséquences budgétaires des mesures contenues dans
la présente loi en vue de garantir la neutralité budgétaire ». Cette évaluation est indispensable afin
d’évaluer l’impact et le coût réels de cette réforme et, le
cas échéant, de l’ajuster, afin de préserver le financement de notre sécurité sociale. Elle est programmée
pour juillet 2005 au plus tard.
Artikel 35 van de wet van 24 december 2002 tot
wijziging van de vennootschapsregeling inzake
inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem
van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken bepaalt
dat « het Rekenhof ermee wordt belast een evaluatie te
maken van de budgettaire gevolgen van de maatregelen vervat in onderhavige wet met het oog op het
garanderen van de budgettaire neutraliteit ». Die evaluatie is onontbeerlijk om de reële impact en kostprijs
van de hervorming te beoordelen en ze desgevallend
bij te sturen, teneinde de financiering van onze sociale
zekerheid niet in het gedrang te brengen. De evaluatie
zal ten laatste in juli 2005 plaatsvinden.
Il semble par ailleurs que le gouvernement, lors de
sa dernière séance de 2004, ait adopté le principe d’une
nouvelle réforme de l’impôt sur les sociétés, qui
prévoirait, notamment, la déductibilité d’un intérêt
fictif sur les fonds propres. De toute évidence, cette
réforme aura un coût important pour l’État, que
certains estiment entre 200 millions et un milliard
d’euros, selon un article du « De Tijd » du 24 décembre
2004.
Tijdens haar laatste vergadering van 2004 zou de
regering evenwel hebben ingestemd met het principe
van een nieuwe hervorming van de vennootschapsbelasting, waarbij een fictieve interest op de eigen
middelen aftrekbaar zou worden. Die hervorming zal
de overheid ongetwijfeld een flinke duit kosten.
Volgens een artikel in De Tijd van 24 december 2004
wordt het kostenplaatje van de hervorming door
sommigen op 200 miljoen tot één miljard euro geschat.
1. Concernant l’évaluation par la Cour des comptes
prévue dans la loi précitée du 24 décembre 2002 :
1. Wat betreft de bij voornoemde wet van
24 december 2002 bepaalde evaluatie door het Rekenhof, kan u meedelen :
a) Pouvez-vous communiquer ce que vous avez mis
en œuvre pour préparer effectivement son évaluation ?
a) welke maatregelen u hebt getroffen om die evaluatie afdoend voor te bereiden ?
b) Quel est votre propre calendrier en vue de la réalisation de cette évaluation d’ici juillet 2005 ?
b) wat uw eigen timing voor de uitvoering van die
evaluatie tegen juli 2005 is ?
c) Le Parlement sera-t-il informé du résultat de cette
évaluation ?
c) of het parlement van het resultaat van die evaluatie
op de hoogte zal worden gebracht ?
2. Concernant la nouvelle réforme de l’impôt sur
les sociétés dont le principe a été décidé fin 2004 :
2. Wat betreft de nieuwe hervorming van de
vennootschapsbelasting waarover eind 2004 een principebeslissing werd genomen, kan u meedelen :
a) Quel est son contenu exact ?
a) wat de exacte inhoud ervan is ?
b) Quel est le coût estimé d’une telle réforme ?
b) hoeveel zij zal kosten ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10568
c) Pourriez-vous communiquer ce qui a été envisagé
par ailleurs pour s’assurer à tout le moins d’une
neutralité budgétaire pour l’État ?
c) welke maatregelen worden overwogen opdat de
hervorming in ieder geval een neutrale operatie
voor de overheidsbegroting zou betekenen ?
Vice-premier ministre
et ministre du Budget
et des Entreprises publiques
Vice-eerste minister
en minister van Begroting
en Overheidsbedrijven
Entreprises publiques
Overheidsbedrijven
DO 2004200503056
DO 2004200503056
Question no 395 de M. Filip Anthuenis du 13 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 395 van de heer Filip Anthuenis van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Installation de commissariats de police dans
des bâtiments de gares désaffectés.
NMBS. — Installatie van politiecommissariaten in
niet meer gebruikte stationsgebouwen.
Début 2005, le Gouvernement régional wallon a
conclu un accord avec ses partenaires fédéraux pour
maintenir ouverts des bâtiments de gares que la SNCB
avait fermés parce que jugés insuffisamment rentables.
Cet accord permet à la SNCB de louer les bâtiments
aux autorités locales. La commune peut alors y installer une partie de ses services. Il peut s’agir des services
communaux habituels mais aussi de la police. Cette
dernière possibilité nous semble poser un problème.
Les bâtiments de gare ne nous semblent pas adaptés
pour accueillir un commissariat. L’infrastructure est
souvent vieillie et doit donc être modernisée, ce qui
génère évidemment des coûts importants. De plus, les
agents communaux mais aussi les agents de police
devraient pouvoir vendre des billets de train aux
navetteurs occasionnels, ce qui est excessif. En effet, le
ministre de l’Intérieur a fait de la présence accrue de
policiers sur le terrain et de l’allégement des tâches non
policières une priorité.
Begin 2005 sloot de Waalse gewestregering een
akkoord met haar federale partners om stationsgebouwen die door de NMBS werden gesloten omdat ze niet
rendabel genoeg bleken toch open te houden. Dit
akkoord geeft de NMBS de mogelijkheid om de
gebouwen te verhuren aan de lokale overheid. De
gemeente kan er dan een deel van haar diensten in
onder brengen. Het betreft de reguliere gemeentelijke
diensten maar ook de politie. Dit laatste lijkt ons problematisch. Stationsgebouwen lijken ons niet geschikt
om een politiecommissariaat in te voorzien. De infrastructuur is vaak verouderd en zal dus moeten worden
gerenoveerd, wat uiteraard geld kost. Bovendien zou
de gemeenteambtenaar maar ook de politieambtenaar
treintickets kunnen verkopen aan de toevallige pendelaars. Dit is een brug te ver. De minister van Binnenlandse Zaken heeft er immers een prioriteit van
gemaakt om meer blauw op straat te krijgen en de
politie te ontlasten van niet politionele taken.
1. Est-il prévu de transformer des bâtiments de gare
désaffectés en commissariats de police ?
1. Is het in het vooruitzicht gesteld dat afgedankte
stationsgebouwen kunnen worden ingericht als politiecommissariaten ?
2. Les agents de police vont-ils devoir vendre des
billets de train ?
2. Wordt het mogelijk dat politieambtenaren treinkaartjes verkopen ?
3. L’accord avec le Gouvernement wallon est-il
définitif ou peut-il être amendé de manière à ne pas
obliger les fonctionnaires de police à vendre des billets
de train ?
3. Is het akkoord dat met de Waalse regering werd
gesloten reeds definitief of kan het nog worden bijgestuurd zodat bijvoorbeeld politieambtenaren geen
treinkaartjes horen te verkopen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10569
DO 2004200503057
DO 2004200503057
Question no 396 de M. Bart Laeremans du 13 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 396 van de heer Bart Laeremans van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
BIAC. — Conseil d’administration. — Vente.
BIAC. — Raad van bestuur. — Verkoop.
1. Selon des articles de presse du 30 décembre 2004,
l’État belge détient une participation de 30 % au sein
de la BIAC. Parmi les onze membres du nouveau
conseil d’administration, quatre représentent l’État
belge.
1. Uit de krantenberichten van 30 december 2004
blijkt dat de Belgische Staat een aandeel behoudt van
30 % in BIAC. In de nieuwe raad van bestuur zijn 4
van 11 leden een vertegenwoordiger van de Belgische
Staat.
Le montant de la rémunération annuelle de ces
quatre personnes peut-elle être communiquée ?
Kan worden meegedeeld welke vergoeding deze vier
personen per jaar ontvangen ?
2. La vente de la BIAC à Macquarie Airports a
également donné lieu à un petit affrontement entre les
anciens membres du conseil d’administration et le
ministre, parce que, étonnamment, ces membres
s’étaient alloué une prime étonnante représentant un
double salaire annuel.
2. De verkoop van BIAC aan Macquarie Airports
leidde ook tot een minirel tussen de vroegere leden van
de raad van bestuur en de minister, omdat deze leden
zich een opmerkelijke premie hadden toegekend, die
neerkwam op een dubbel jaarsalaris.
a) Les membres du conseil d’administration de
l’époque ont-ils finalement reçu une prime et à
combien s’élevait-elle ?
a) Kregen de toenmalige leden van de raad van
bestuur uiteindelijk een premie toebedeeld en
hoeveel bedroeg die premie ?
b) À la suite de la vente, le personnel de la BIAC a-t-il
également reçu une prime ?
b) Viel ook aan het personeel van BIAC een bonus te
beurt naar aanleiding van de verkoop ?
3. Pouvez-vous indiquer combien, au bout du
compte, la vente de la BIAC a rapporté à l’État belge ?
3. Kan u meedelen hoeveel de verkoop van BIAC
uiteindelijk heeft opgebracht aan de Belgische Staat ?
DO 2004200503058
DO 2004200503058
Question no 397 de M. Bart Laeremans du 13 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 397 van de heer Bart Laeremans van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — État de la gare ferroviaire de Vilvorde. —
Quais.
NMBS. — Toestand treinstation Vilvoorde. —
Perrons.
Au cours des dernières années, le hall d’entrée et la
façade extérieure de la gare ferroviaire de Vilvorde ont
bénéficié de travaux d’embellissement mais rien n’a été
fait pour remédier à l’état lamentable des quais.
De voorbije jaren werd gewerkt aan de verfraaiing
van de inkomhal en de buitengevel van het treinstation
van Vilvoorde, maar aan de erbarmelijke situatie van
de perrons werd tot op heden niets gedaan.
Le mobilier de ces quais est à ce point délabré qu’un
remplacement pur et simple de l’infrastructure existante s’impose.
De bemeubeling van deze perrons is dermate onderkomen dat een volledige verwijdering van de
bestaande infrastructuur zich opdringt.
1. Ces travaux sont-ils prévus dans un avenir
proche et dans l’affirmative, quand seront-ils réalisés ?
1. Zijn deze werken binnen afzienbare tijd gepland
en zo ja, wanneer zullen deze plaatsvinden ?
2. Quel fut le coût des travaux pour la réfection du
hall d’entrée et de la façade extérieure et quel budget
prévoyez-vous pour la réhabilitation des quais ?
2. Kan u meedelen hoeveel de werken aan de
inkomhal en de buitengevel gekost hebben en wat het
geraamde budget is voor de noodzakelijke werken aan
de perrons ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10570
DO 2004200503069
DO 2004200503069
Question no 399 de M. Jan Mortelmans du 13 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 399 van de heer Jan Mortelmans van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Accident de train à Lierre. — Remise en
service du tunnel piétonnier.
NMBS. — Treinongeval in Lier. — Herstelling voetgangerstunnel.
Le 3 juin 2004 s’est produit à Lierre un accident de
train lors duquel une locomotive a traversé les parois
du tunnel piétonnier. Par bonheur, on n’a eu à déplorer aucun blessé.
Op 3 juni 2004 gebeurde er in Lier een treinongeval
waarbij een locomotief door de wanden van de voetgangerstunnel reed. Daarbij vielen er gelukkig geen
gewonden.
Six mois plus tard, les dégâts au tunnel n’ont
toujours pas été réparés, même si des travaux de réparation provisoire ont été effectués au tunnel, aux
parois et à la clôture.
Een half jaar later is de tunnel nog steeds niet hersteld. De tunnel, tunnelwand en omheining werden
wel voorlopig hersteld.
1. Quand seront menés les travaux de réparation
définitive ?
1. Wanneer zal de definitieve herstelling gebeuren ?
2.
a) L’enquête sur les circonstances de cet accident estelle déjà clôturée ?
2.
a) Is het onderzoek naar de omstandigheden van het
ongeval reeds afgerond ?
b) Dans l’affirmative, à quels résultats a-t-elle abouti ?
b) Zo ja, wat waren de resultaten ervan ?
DO 2004200503070
DO 2004200503070
Question no 400 de M. Francis Van den Eynde du
13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 400 van de heer Francis Van den Eynde van
13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Établissement d’une liste noire internationale de
compagnies aériennes peu fiables.
Opstelling van een internationale zwarte lijst van onbetrouwbare vliegtuigmaatschappijen.
À la suite d’un accident d’avion ayant provoqué la
mort de plus de 100 touristes français il y a environ un
an, il avait été décidé à l’époque d’établir une liste
noire internationale des compagnies aériennes peu
fiables.
Naar aanleiding van een vliegtuigongeval waarbij
circa een jaar geleden meer dan 100 Franse toeristen
het leven lieten, werd destijds beslist een internationale
zwarte lijst van onbetrouwbare vliegtuigmaatschappijen op te stellen.
Or, jusqu’à présent cette initiative ne se serait pas
concrétisée.
Hier zou tot nu toe niets van in huis gekomen zijn.
1. Pouvez-vous confirmer cette information ?
1. Kan u dit bevestigen ?
2. Dans l’affirmative, qu’en est-il de l’élaboration
de cette liste noire ?
2. Zo ja, in welke mate is de zaak ondertussen
gevorderd ?
3. Quelles sont les initiatives prises par le gouvernement à cet égard ?
3. Welke initiatieven werden er in dit verband door
de regering genomen ?
4. Une solution est-elle en vue ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
4. Kan er spoedig een oplossing komen ?
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10571
DO 2004200503077
DO 2004200503077
Question no 401 de M. Roel Deseyn du 13 janvier 2005
(N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 401 van de heer Roel Deseyn van 13 januari
2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven :
La Poste. — Service de sécurité interne.
De Post. — Interne veiligheidsdienst.
Depuis la création du service de sécurité interne de
La Poste il y a deux ans, La Poste aurait reçu un nombre toujours plus important de plaintes relatives au vol
d’envois postaux délicats tels que jeux vidéo, des dvd
et des cartes de crédit.
Sinds de oprichting van de interne veiligheidsdienst
van De Post, twee jaar geleden, zou De Post almaar
meer klachten te verwerken hebben gekregen over
diefstal van gevoelige poststukken zoals games,
dvd’s en kredietkaarten.
1.
a) Quels sont les moyens dont dispose le service de
sécurité interne de La Poste ?
1.
a) Over welke middelen beschikt de interne veiligheidsdienst ?
b) De quels moyens disposera-t-il dans le futur ?
b) Over welke middelen zal ze beschikken in de toekomst ?
2. Combien d’infractions ont-elles été constatées
depuis la création du service de sécurité interne ? Pourriez-vous me fournir ces données par trimestre ?
2. Hoeveel bedraagt het aantal vastgestelde misdrijven gerekend vanaf het moment van oprichting van de
interne veiligheidsdienst tot op vandaag (in schijven
van drie maanden) ?
3.
a) Combien d’employés de La Poste ont-ils déjà été
licenciés à la suite de tels contrôles ?
3.
a) Hoeveel werknemers van De Post werden reeds
ontslagen op basis van een dergelijke controle ?
b) La constatation d’une infraction donne-t-elle
toujours lieu à un licenciement ?
b) Volgt er in elk geval ontslag ?
4.
a) De quelles possibilités de recours les postiers accusés de vol disposent-ils ?
4.
a) Welke beroepsmogelijkheden hebben postmannen
die worden beschuldigd van diefstal ?
b) Combien de postiers accusés de vol ont-ils introduit un recours ?
b) Hoeveel postmannen die in beschuldiging werden
gesteld hebben hiervan gebruik gemaakt ?
c) Combien d’entre eux ont-ils obtenu gain de cause ?
c) Hoeveel daarvan kregen hun gelijk ?
5.
a) De quelle manière le service de sécurité interne
peut-il intervenir ?
5.
a) Welke acties mag de interne veiligheidsdienst ondernemen ?
b) Quels sont ses rapports avec la police et la justice ?
b) Wat is de verhouding tot de politie en het gerecht ?
DO 2004200503098
DO 2004200503098
Question no 402 de M. Guido De Padt du 17 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 402 van de heer Guido De Padt van 17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Sécurité des agents d’entretien des voies.
NMBS. — Veiligheid van spoorwerkers.
Aux Pays-Bas, la question de la sécurité des agents
d’entretien des voies a fait l’objet de certaines discussions l’année dernière. Une organisation syndicale a
soutenu que la sécurité des agents d’entretien des voies
était sérieusement compromise parce qu’elle était
subordonnée au respect des horaires des trains.
In Nederland was er verleden jaar enige discussie
over de veiligheid van spoorwerkers. Een belangenorganisatie stelde dat de veiligheid van baanwerkers
ernstig in het gedrang kwam omdat die veiligheid ondergeschikt was aan het op tijd rijden van treinen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10572
1. Pouvez-vous m’indiquer pour les années 2000,
2001, 2002, 2003 et 2004 (en ventilant par Région) :
1. Kan u voor de jaren 2000, 2001,2002, 2003 en
2004 (en opgesplitst per gewest) meedelen :
a) le nombre d’accidents avec lésions corporelles
constatés chez les agents d’entretien des voies
pendant l’exécution de leurs travaux, en scindant
les données de jour et de nuit;
a) hoeveel letselongevallen er geconstateerd werden
bij spoorwerkers tijdens de uitvoering van hun
werkzaamheden, met een opsplitsing of dit overdag of bij nacht gebeurde;
b) les causes les plus fréquentes de ces accidents et le
nombre de jours d’incapacité de travail qu’ils ont
entraı̂nés;
b) wat de meest voorkomende oorzaken waren van
deze ongevallen en tot hoeveel dagen arbeidsongeschiktheid ze aanleiding gaven;
c) les retards de train (en heures et en jours) induits
par ces accidents, de même que les pertes d’exploitation ainsi provoquées ?
c) tot welke treinvertragingen (in uren en dagen) en
tot welk exploitatieverlies deze ongevallen aanleiding hebben gegeven ?
2. Pouvez-vous aussi indiquer si des accords/
protocoles seront conclus entre la ou les sociétés de
transport et le gestionnaire du réseau afin
d’optimaliser la sécurité du personnel des chemins de
fer en général et des agents d’entretien des voies en
particulier ?
2. Kan u tevens meedelen in welke mate er afdwingbare afspraken/protocollen zullen worden gemaakt
tussen de vervoersmaatschappij(en) en de netbeheerder, om de veiligheid van het spoorwegpersoneel in het
algemeen en de spoorwerkers in het bijzonder, te optimaliseren ?
DO 2004200503101
DO 2004200503101
Question no 404 de M. Bart Laeremans du 17 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 404 van de heer Bart Laeremans van 17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Infrastructure ferroviaire.
NMBS. — Spoorweginfrastructuur.
Le ministre pourrait-il me fournir un aperçu des
efforts fournis depuis 2000 en matière d’infrastructure
ferroviaire (gares, liaisons ferroviaires, parkings, etc.) ?
Graag bekwam ik een overzicht van de inspanningen die sinds het jaar 2000 geleverd werden inzake de
spoorweginsfrastructuur (stations, spoorverbindingen,
parkings, enzovoort).
1. Quels montants, par année et par Région, ont été
affectés respectivement à la modernisation et à
l’aménagement de gares, de parkings et de liaisons
ferroviaires ?
1. Kan per jaar en per gewest worden meegedeeld
hoeveel er respectievelijk voor de modernisering en de
aanleg van de stations, de parkings en de spoorverbindingen werd uitgegeven ?
2. Le cas échéant, quels budgets ne relèvent pas de
la clé de répartition traditionnelle 60/40 (TGV, etc.) ?
2. Kan hierbij desgevallend ook weergegeven
worden welke budgetten buiten de traditionele 60/40verhouding vallen (HST, enzovoort) ?
DO 2004200503106
DO 2004200503106
Question no 405 de M. Francis Van den Eynde du
17 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 405 van de heer Francis Van den Eynde van
17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Gare de Sint-Katelijne-Waver. — Fermeture
des guichets.
NMBS. — Station van Sint-Katelijne-Waver. — Sluiting loketten.
En septembre 2004, nous avons appris par la presse
que plus de huit mois après la destruction du coffrefort de la gare de Sint-Katelijne-Waver à la suite d’un
In september 2004 mochten wij uit de pers vernemen
dat meer dan acht maanden nadat de brandkast in het
station van Sint-Katelijne-Waver naar aanleiding van
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10573
cambriolage, les guichets y étaient toujours fermés
pour des raisons de sécurité. Il était précisé que la date
de la réouverture des guichets n’était pas encore
connue.
Comment la situation a-t-elle évolué depuis lors ?
een inbraak vernield werd, de loketten er uit veiligheidsoverwegingen nog steeds gesloten waren. Er
werd toen tevens meegedeeld dat er nog geen vooruitzichten waren voor het wederopenen van deze loketten.
Hoe is de toestand ondertussen geëvolueerd ?
DO 2004200503107
DO 2004200503107
Question no 406 de M. Francis Van den Eynde du
17 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 406 van de heer Francis Van den Eynde van
17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Téléphones portables pour le personnel de
bord. — Couverture de la totalité du réseau des
chemins de fer.
NMBS. — GSM’s voor het treinpersoneel. — Bereikbaarheid op alle spoorlijnen.
À la suite de la catastrophe ferroviaire de Pécrot, la
SNCB a distribué des téléphones mobiles au personnel
des trains (conducteurs et accompagnateurs).
Na de treinramp van Pécrot werden door de NMBS
GSM’s verdeeld onder het treinpersoneel (machinisten
en treinbegeleiders).
Le réseau de téléphonie mobile utilisé couvre-t-il
l’ensemble des lignes ferroviaires, même après le changement d’opérateur par la SNCB ?
Zijn deze toestellen op alle spoorlijnen bereikbaar,
ook nadat de NMBS van GSM-operator veranderde ?
DO 2004200503140
DO 2004200503140
Question no 407 de M. Francis Van den Eynde du
18 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 407 van de heer Francis Van den Eynde van
18 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Gare de Diepenbeek. — Accès aux quais.
NMBS. — Station van Diepenbeek. — Toegang tot de
perrons.
Dans son avis, publié fin octobre 2004, le Comité
consultatif des usagers de la SNCB constate qu’à la
gare de Diepenbeek les quais sont pratiquement inaccessibles pour les voyageurs qui doivent s’y rendre en
chaise roulante, avec une voiture d’enfants ou un
chariot à bagages.
In een advies dat eind oktober 2004 bekengemaakt
werd, stelt het Raadgevend Comité van de Gebruikers
van de NMBS vast dat in het station van Diepenbeek
de toegang tot de perrons zo goed als onmogelijk is
voor iedereen die zich moet bedienen van een rolstoel,
een kinderwagen of een bagagelorrie.
Des mesures ont-elles été prises entre-temps pour
résoudre le problème ?
Werden er ondertussen maatregelen getroffen om
dat te verhelpen ?
DO 2004200503148
DO 2004200503148
Question no 408 de M. Luk Van Biesen du 19 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 408 van de heer Luk Van Biesen van 19 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Arrêté royal du 16 décembre 2004. — Notification à la Commission européenne.
NMBS. — Koninklijk besluit van 16 december 2004.
— Notificatie aan de Europese Commissie.
L’arrêté royal du 16 décembre 2004 prévoit l’octroi
sans frais de la garantie de l’État à tous les emprunts et
Het koninklijk besluit van 16 december 2004
bepaalt de toekenning van de kosteloze staatswaar-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1336
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10574
aux produits dérivés y afférents qui sont repris par le
Fonds de l’Infrastructure ferroviaire de la Société
nationale des Chemins de fer belges et qui ne bénéficient pas encore de la garantie de l’État lors de la
reprise.
borg aan alle leningen en aan de eraan verbonden afgeleide producten die door het Fonds voor Spoorweginfrastructuur worden overgenomen van de Nationale
Maatschappij der Belgische Spoorwegen en die bij de
overname nog niet de staatswaarborg genieten.
Le texte de l’arrêté royal ne permet pas de distinguer
quelles en seront les répercussions financières et
budgétaires réelles mais l’on peut en tout cas se
demander si ledit arrêté a fait l’objet d’une notification
à la Commission européenne et si des tiers ont déjà pu
y puiser des droits.
Het is niet duidelijk wat de werkelijke financiële en
budgettaire weerslag van dit koninklijk besluit zal zijn
maar in ieder geval rijst de vraag of er voorafgaandelijk een notificatie geweest is aan de Europese
Commissie, en of derden reeds rechten uit dit besluit
hebben kunnen putten.
1.
a) Le dit arrêté royal du 16 décembre 2004 a-t-il été
communiqué au préalable à la Commission européenne afin de vérifier sa compatibilité
avec le droit de l’Union, et plus particulièrement
avec les règles communautaires en matière de
concurrence ?
1.
a) Is het voormeld koninklijk besluit van 16 december 2004 bij voorbaat genotificeerd aan de Europese Commissie om het te toetsen aan het Unierecht, meer bepaald de mededingingregelgeving ?
b) Dans l’affirmative, quand cette communication at-elle eu lieu ?
b) Zo ja, wanneer gebeurde dit ?
2.Qu’a répondu la Commission européenne ?
2. Wat heeft de Europese Commissie geantwoord ?
3.
a) La notification et la réponse ont-elles fait l’objet
d’une publication ?
3.
a) Zijn de notificatie en het antwoord ergens gepubliceerd ?
b) Dans l’affirmative, où ont-elles été publiées ?
b) Zo ja, waar ?
4. Des tiers ont-ils entre-temps puisé ou pu puiser
des droits dans ledit arrêté royal ?
4. Hebben inmiddels derden uit voormeld koninklijk besluit rechten geput of kunnen putten ?
5. Ces droits ont-ils fait l’objet d’une contestation
quelconque en Belgique ou à l’étranger ?
5. Werden deze rechten op enigerlei wijze betwist in
België of daarbuiten ?
DO 2004200503154
DO 2004200503154
Question no 409 de M. Jean-Marc Nollet du 19 janvier
2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 409 van de heer Jean-Marc Nollet van 19 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Ligne ferroviaire Tournai-Lille.
NMBS. — Spoorlijn Doornik-Rijsel.
On connaı̂t l’importance croissante des relations
entre Tournai et la Métropole lilloise et le nombre
important de navetteurs (travailleurs et étudiants) ou
de voyageurs occasionnels(touristes ou clients occasionnels des pôles commerciaux de la métropole), qui
se déplacent de Tournai vers Lille et vice versa.
Doornik en Rijsel onderhouden steeds nauwere
betrekkingen met elkaar; vele pendelaars (werknemers
en studenten) of occasionele reizigers (toeristen of dagjesmensen die in Rijsel gaan shoppen) reizen over en
weer tussen Doornik en Rijsel.
Vous savez également la nécessité de favoriser des
solutions alternatives de déplacement, sûres, rapides et
pue polluantes, vu la hausse continue du trafic routier
sur nos routes et autoroutes régionales.
U weet ook dat het tengevolge van de almaar toenemende verkeersdrukte op onze regionale wegen en
autosnelwegen nodig is het gebruik van veilige, snelle
en schone alternatieve vervoersmiddelen te stimuleren.
Je constate malheureusement, que les tarifs pratiqués sur la ligne ferroviaire Tournai-Lille restent
excessifs, en raison de la subsistance d’une taxe trans-
Helaas stel ik vast dat er voor de treinverbinding
Doornik-Rijsel nog altijd exorbitante tarieven gelden.
Dat komt doordat de reizigers een toeslag moeten
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10575
frontalière réclamée aux voyageurs. Ces tarifs sont un
frein au développement de cette ligne ferroviaire qui,
électrifiée depuis dix ans, est en bon état et dessert
plusieurs communes belges et françaises.
betalen voor grensoverschrijdende treinreizen. De
hoge tarieven remmen de ontwikkeling van deze
spoorverbinding af. Het traject werd nochtans tien
jaar geleden al geëlektrificeerd, bevindt zich in goede
staat en heeft stopplaatsen of stations in verscheidene
Belgische en Franse gemeenten.
1. Pourriez-vous communiquer ce qui a motivé la
décision de la SNCB de supprimer certains trains
desservant cette ligne transfrontalière (trois par jour,
depuis décembre 2004, selon mes informations) ?
1. Waarom heeft de NMBS beslist een aantal treinen op deze grensoverschrijdende lijn af te schaffen
(drie per dag sinds december 2004, volgens mijn informatiebronnen) ?
2. Est-il possible d’envisager la suppression de la
taxe transfrontalière qui augmente le prix du billet sur
ce trajet,et si oui, dans quel délai ?
2. Kan de toeslag voor grensoverschrijdend treinverkeer die de prijs voor een treinkaartje op dit traject
doet oplopen, worden afgeschaft, en zo ja, hoe snel
kan dat gebeuren ?
3. Qu’envisagez-vous entreprendre pour encourager des négociations entre la SNCB et la Direction
générale des transports du Nord -Pas-de-Calais, de
façon à maintenir des liaisons régulières, cadencées,
sur cette ligne, desservant les différents points d’arrêt
existants de part et d’autre de la frontière, dans
l’objectif d’une révision à la baisse des tarifs pratiqués
sur cette ligne et d’une promotion commune de celle-ci
afin d’attirer la clientèle ?
3. Wat gaat u doen om de NMBS en de Direction
générale des transports du Nord-Pas-de-Calais samen
om de onderhandelingstafel te brengen, met het oog
op het behoud van regelmatige en frequente treinverbindingen op deze lijn (met halten in de onderscheiden
stopplaatsen aan beide zijden van de grens), en met het
oog op een tariefdaling op dit traject en een gemeenschappelijke promotiecampagne om meer reizigers aan
te trekken op deze lijn ?
DO 2004200503155
DO 2004200503155
Question no 410 de Mme Colette Burgeon du 19 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 410 van mevrouw Colette Burgeon van
19 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Nouvelle cabine de signalisation de Mons.
— Destruction de la cabine de Braine-le-Comte.
NMBS. — Nieuw seinhuis te Bergen. — Afbraak van
het seinhuis van ’s Gravenbrakel.
Une cabine de signalisation ultramoderne, à
commande et contrôle informatisés, sera bientôt construite à la gare de Mons. Elle desservira, entre autres,
un large tronçon de la ligne 96 qui, elle, s’étend de la
frontière française à Bruxelles. La cabine de Braine-leComte, considérée comme obsolète, sera purement et
simplement détruite. La cabine de Mons couvrira,
donc, toute la zone wallonne de la ligne 96 jusqu’à
Tubize, la cabine de Halle prenant ensuite le relais en
Région flamande.
Binnenkort wordt het station van Bergen met een
hypermodern seinhuis met computergestuurde besturings- en controle-inrichting uitgerust. Dat zal, onder
meer, grotendeels het spoorverkeer op lijn 96 beheren,
die de Franse grens met Brussel verbindt. Het seinhuis
van ’s Gravenbrakel, dat als verouderd wordt
beschouwd, wordt gewoon gesloopt. Het seinhuis van
Bergen zal dus het hele Waalse gedeelte van lijn 96 tot
Tubeke beheren, waarna het seinhuis van Halle het in
het Vlaams Gewest overneemt.
L’informatique a permis, en quelques années,
d’accomplir des progrès technologiques spectaculaires
en matière de communication ferroviaire. En témoigne
la cabine de signalisation à commande électronique
(EBP) et à logique programmée (PLP) qui gèrera bientôt la ligne 96 depuis Mons mais, également, depuis La
Louvière tout le sud de la région du Centre.
Dankzij de informatica kende de spoorwegtechnologie in enkele jaren tijd een spectaculaire evolutie.
Het seinhuis met elektronische bedieningspost (EBP)
en post met geprogrammeerde logica (PLP) dat
binnenkort vanuit Bergen lijn 96 en vanuit La Louvière
het spoorverkeer in het zuiden van la Région du
Centre zal beheren, is daarvan een mooi voorbeeld.
Si les cabines EBP-PLP améliorent fortement le
niveau de sécurité, l’efficacité et la fluidité du trafic
ferroviaire, il n’en demeure pas moins que plusieurs
Het lijdt geen twijfel dat het uitrusten van de seinhuizen met EBP-PLP-systemen de veiligheid, de doeltreffendheid en de doorstroming ten goede komt. Des-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10576
questions agitent le personnel de la cabine de signalisation de Braine-le-Comte.
ondanks zit het personeel van het seinhuis van
’s Gravenbrakel met een aantal vragen.
1.
a) Quand les travaux de la nouvelle cabine de Mons
vont-ils démarrer ?
1.
a) Wanneer zal de bouw van het nieuwe seinhuis van
Bergen van start gaan ?
b) Quelle sera la durée de ces travaux ?
b) Hoe lang zullen de werken duren ?
2. Quand la nouvelle cabine sera-t-elle opérationnelle et se substituera-t-elle à celle de Braine-le-Comte
pour la ligne 96 ?
2. Wanneer zal het nieuwe seinhuis in gebruik
worden genomen en de activiteit van het seinhuis van
’s Gravenbrakel overnemen ?
3.
a) Quel sera l’avenir des membres du personnel de la
cabine de Braine-le-Comte ?
3.
a) Wat zal er met de personeelsleden van het seinhuis
van ’s Gravenbrakel gebeuren ?
b) Seront-ils reclassés à Mons ou dans d’autres
postes ?
b) Zullen ze naar Bergen worden overgeplaatst of
kunnen ze elders aan de slag ?
c) Quid des personnes ayant plus de 25 ans
d’ancienneté ?
c) Komt er eens specifieke maatregel voor personeelsleden met meer dan 25 jaar anciënniteit ?
4. Contrairement à l’équipement traditionnel, le
système EBP est un système actif qui nécessite une
formation particulière. La fonction du signaleuropérateur se concentre plus sur le suivi du trafic ferroviaire plutôt que sur le tracé des itinéraires, comme
c’est encore le cas actuellement. Les membres du
personnel de la cabine de Braine-le-Comte qui seront
reclassés auront-ils la possibilité de suivre cette formation dans un délai raisonnable ?
4. In tegenstelling tot de traditionele seinuitrusting,
is EBP een actief systeem, dat een bijzondere opleiding
vereist. De seingever-operator moet zich veeleer op de
follow-up van het spoorverkeer toespitsen, en minder
op het tracé van de reisweg, zoals nu het geval is. Zal
het personeel van het seinhuis van ’s Gravenbrakel dat
elders aan de slag kan, de gelegenheid worden geboden die opleiding binnen een redelijke termijn te
volgen ?
Vice-premier ministre
et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2004200503059
DO 2004200503059
Question no 479 de M. Willy Cortois du 13 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de
l’Intérieur :
Vraag nr. 479 van de heer Willy Cortois van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken :
Communes de la périphérie flamande de Bruxelles. —
Opérateurs du central 101. — Bilinguisme.
Gemeenten in de Vlaamse Rand van Brussel. — Centralisten bij de 101-centrale. — Tweetaligheid.
Dans de nombreuses communes de la périphérie
flamande de Bruxelles, on relève un nombre important
de plaintes de citoyens confrontés à l’unilinguisme
(francophone) des opérateurs du central 101.
In vele gemeenten in de Vlaamse Rand van Brussel
noteert men herhaaldelijk klachten van burgers die
geconfronteerd worden met ééntalige (Franstalige)
centralisten bij de 101-centrale.
Par le passé, ce problème a déjà occasionné des
retards dans le cadre d’appels d’urgence. Il est évident
que pour cette fonction, il convient de faire appel à des
opérateurs bilingues. Plusieurs questions ont déjà été
posées à ce sujet par des collègues mais certains
éléments nécessitent encore d’être éclaircis.
Dit heeft in het verleden reeds geleid dat noodoproepen vertraging opliepen. Het hoeft geen betoog dat
voor deze taken toch minstens tweetalige centralisten
ingeschakeld moeten worden. Vragen hieromtrent
werden reeds door collega’s gesteld, maar een aantal
elementen vragen meer opheldering.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10577
Des informations concrètes et claires sont absolument nécessaires pour pouvoir orienter efficacement
les appels urgents. Il nous revient que le problème
serait lié au fait que la police fédérale envoie des
personnes unilingues au central 101.
Concrete en duidelijke informatie is strikt noodzakelijk om noodoproepen tot een goed einde te brengen. Er werd ons geı̈nformeerd dat dit het gevolg was
van de federale politie die ééntalige personen stuurt
naar de 101-centrale.
1. Combien d’opérateurs le central 101 compte-t-il ?
Combien sont bilingues et combien sont unilingues francophones ou néerlandophones ?
1. Kan u meedelen hoeveel centralisten de 101
bemannen en hoeveel van deze medewerkers tweetalig
en hoeveel medewerkers slechts ééntalig Frans) of
Nederlandstalig zijn ?
2.
a) N’y a-t-il pas d’obligation minimale de bilinguisme
dans ces services ?
2.
a) Is er geen minimmumverplichting van tweetaligheid op deze diensten ?
b) Le cas échéant, envisagez-vous d’instaurer cette
obligation avant que des problèmes plus graves
encore ne se posent ?
b) Indien niet, overweegt u dan om dit in te voeren
voordat er zich nog grotere problemen voordoen ?
DO 2004200503063
DO 2004200503063
Question no 480 de M. Francis Van den Eynde du
13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et
ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 480 van de heer Francis Van den Eynde van
13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken :
Camp militaire d’Elsenborn. — Stage organisé à
l’intention des officiers de l’armée congolaise. —
Clandestins.
Militair kamp van Elsenborn. — Stagecursus officieren Kongolese leger. — Onderduikers.
Lorsqu’au début du mois d’octobre 2004, un stage a
été organisé à l’intention des officiers de la nouvelle
armée congolaise au camp militaire d’Elsenborn, un
certain nombre d’entre eux en ont profité pour quitter
la caserne et entrer dans la clandestinité.
Toen begin oktober 2004 in het militair kamp van
Elsenborn een stagecursus georganiseerd werd voor
officieren van het nieuwe Kongolese leger, maakte een
aantal onder hen hiervan gebruik om uit de kazerne te
verdwijnen en in de illegaliteit onder te duiken.
Les autorités se sont vues dans l’obligation de
mettre fin à ce stage prématurément et de renvoyer les
participants au Congo le plus vite possible.
De overheid zag zich verplicht de stage voortijdig te
beëindigen en de deelnemers ervan zo vlug mogelijk
naar Kongo terug te sturen.
1. A-t-on retrouvé entre-temps certains de ces clandestins et, dans l’affirmative, combien ?
1. Werden er ondertussen onderduikers teruggevonden en zo ja, in welk aantal ?
2. Des efforts sont-ils encore entrepris pour les
retrouver ?
2. Kan u ook meedelen of er nog werk gemaakt
wordt van de opsporing ervan ?
DO 2004200503064
DO 2004200503064
Question no 481 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du
13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et
ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 481 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu
van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Nombre de contrats de vie commune conclus et
dissous.
Aantal samenlevingscontracten dat gesloten werd en
ontbonden.
Depuis le 1er janvier 2000, date d’entrée en vigueur
de la loi du 23 novembre 1998 instaurant la cohabita-
Aan de verschillende vormen van samenwoning kan
sinds 1 januari 2000, dit is het ogenblik waarop de wet
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10578
tion légale, les diverses formes de cohabitation revêtent un caractère officiel.
van 23 november 1998 tot invoering van de wettelijke
samenwoning van kracht ging, een officieel karakter
gegeven worden door de invoering van de wettelijke
samenwoning.
Dans ce cadre, j’aimerais obtenir les données
suivantes :
In dit kader ontving ik graag nog volgende gegevens :
1.
a) Combien de contrats de vie commune ont été
conclus, en 2004, en Flandre, en Wallonie et dans
la Région bruxelloise ?
1.
a) Hoeveel samenlevingscontracten werden in 2004
gesloten in Vlaanderen, Wallonië en het Brusselse
Gewest ?
b) Dans quelles villes ou communes ces contrats ontils été conclus ?
b) In welke steden/gemeenten werden die contracten
gesloten ?
2.
a) Combien de contrats de vie commune ont été
dissous, en 2004, en Flandre, en Wallonie et dans
la Région bruxelloise ?
2.
a) Hoeveel samenlevingscontracten werden in 2004
ontbonden verklaard in Vlaanderen, Wallonië en
het Brusselse Gewest ?
b) Dans quelles villes ou communes ces contrats ontils été dissous ?
b) In welke steden/gemeenten werden die contracten
ontbonden ?
3. En 2000, 2001, 2002 et 2003, ont été respectivement faites en Flandre 3 845, 19 846, 3 920 et
4 790 déclarations de cohabitation légale.
3. In 2000, 2001, 2002 en 2003 werden in Vlaanderen respectievelijk 3 845, 19 846, 3 920 en 4 790 verklaringen van wettelijke samenwoning afgelegd.
Dans quelles villes ou communes ces déclarations
ont-elles été faites et combien de déclarations dissoutes
ont été enregistrées au cours de ces années dans ces
mêmes villes ou communes ?
In welke steden/gemeenten werden deze verklaringen afgelegd en hoeveel ontbonden verklaringen
waren er in die jaren in die steden/gemeenten ?
4. En 2000, 2001, 2002 et 2003 ont été respectivement faites en Wallonie 1 061, 1 289, 4 422 et
4 903 déclarations de cohabitation légale.
4. In 2000, 2001, 2002 en 2003 werden in Wallonië
respectievelijk 1 061, 1 289, 4 422 en 4 903 verklaringen van wettelijke samenwoning afgelegd.
Dans quelles villes ou communes ces déclarations
ont-elles été faites et combien de déclarations dissoutes
a-t-on recensées dans ces villes et communes au cours
de ces années ?
In welke steden/gemeenten werden deze verklaringen afgelegd en hoeveel ontbonden verklaringen
waren er in die jaren in die steden/gemeenten ?
5. En 2000, 2001, 2002 et 2003 ont été respectivement faites dans la Région de Bruxelles-Capitale 238,
292, 616 et 1 570 déclarations de cohabitation légale.
Dans quelles villes/communes ces déclarations ontelles été faites et combien de déclarations dissoutes a-ton recensées dans ces villes et communes au cours de
ces années ?
5. In 2000, 2001, 2002 en 2003 werden er in het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest respectievelijk 238,
292, 616 en 1 570 verklaringen van wettelijke samenwoning afgelegd. In welke steden/gemeenten werden
deze verklaringen afgelegd en hoeveel ontbonden verklaringen waren er in die jaren in die steden/
gemeenten ?
DO 2004200503089
DO 2004200503089
Question no 483 de M. Guido De Padt du 14 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de
l’Intérieur :
Vraag nr. 483 van de heer Guido De Padt van 14 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken :
Cartes d’identité électroniques. — Communes pilotes.
Elektronische identiteitskaarten. — Pilootgemeenten.
La carte d’identité électronique a été instaurée l’an
dernier dans onze communes pilotes (Borsbeek, Grammont, Jabbeke, Louvain, Tongres, Woluwe-Saint-
De elektronische identiteitskaart werd in het voorbije jaar ingevoerd in elf pilootgemeenten : Borsbeek,
Geraardsbergen, Jabbeke, Leuven, Tongeren, Sint-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10579
Pierre, Lasne, Marche-en-Famenne, Rochefort, Seneffe
et Seraing).
Pourriez-vous indiquer pour chacune de ces communes :
Pieters-Woluwe, Lasne, Marche-en-Famenne, Rochefort, Seneffe en Seraing.
Kun u per pilootgemeente meedelen :
1. À quelle date elles ont commencé à délivrer la
carte d’identité électronique ?
1. Op welk ogenblik werd er met de invoering van
de elektronische identiteitskaart van start gegaan in de
voormelde gemeenten ?
2. Combien de fonctionnaires « fédéraux » ont été
mis à leur disposition et combien d’agents supplémentaires elles ont dû engager elles-mêmes à cet effet ?
2. Hoeveel « federale » personeelsleden kregen zij
ter beschikking en hoeveel personeelsleden dienden er
door de gemeente zelf bijkomend te worden ingezet ?
3. Combien de citoyens ont été invités à remplir les
formalités nécessaires pour la confection des nouvelles
cartes d’identité électroniques ?
3. Hoeveel burgers werden uitgenodigd om de
nodige formaliteiten te vervullen voor de aanmaak van
de nieuwe elektronische identiteitskaart ?
4. Combien de personnes n’ont pas donné suite à
cette demande et quelles en ont été les conséquences ?
4. Hoeveel daarvan gingen niet in op dit verzoek en
wat waren/zijn de gevolgen daarvan ?
5. Combien de cartes d’identité électroniques ont
été délivrées jusqu’au 31 décembre 2004 ?
5. Hoeveel elektronische identiteitskaarten werden
er tot 31 december 2004 uitgereikt ?
6. Combien de citoyens ont omis de retirer leur
nouvelle carte d’identité électronique qui n’a dès lors
pu être activée et a dû être annulée ?
6. Hoeveel burgers lieten na hun nieuwe elektronische identiteitskaart af te halen, waardoor deze kaarten niet werden geactiveerd en dienden te worden
geannuleerd ?
DO 2004200503129
DO 2004200503129
Question no 485 de M. Melchior Wathelet du 18 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 485 van de heer Melchior Wathelet van
18 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken :
Services de police. — Nouvelles tenues du personnel.
Politiediensten. — Nieuwe politie-uniformen.
Il y a quelques mois, les groupes de travail chargés
de la problématique des différentes tenues du personnel de nos services de police, de l’équipement de base à
la tenue de maintien de l’ordre en passant par la tenue
des policiers motocyclistes, ont présenté au « Comité
de Négociation », sous la forme d’arrêtés royaux, de
circulaires et d’arrêtés ministériels, le résultat de leurs
travaux.
De werkgroepen die belast zijn met de problematiek
van de diverse uniformen van onze politiediensten
(basisuitrusting, kledij voor de ordehandhaving, motorijderskledij, enz.) hebben enkele maanden geleden de
resultaten van hun werkzaamheden aan het
« onderhandelingscomité » overgemaakt. Hun voorstellen werden omgezet in koninklijke en ministeriële
besluiten en in omzendbrieven.
Le 13 décembre 2004, vos services ont présenté à la
presse et à certains membres du personnel policier ces
nouvelles tenues.
Op 13 december 2004 hebben uw diensten deze
nieuwe uniformen voorgesteld aan de pers en aan een
aantal personeelsleden van de politie.
1. En ce qui concerne la nouvelle tenue des policiers
motocyclistes, il apparaı̂t que, si le projet d’arrêté
royal prévoyait initialement que seuls les fonctionnaires de police bénéficieraient de la tenue motocycliste et
non les agents auxiliaires, les organisations syndicales
représentatives du personnel du secteur ont obtenu que
l’ensemble du cadre opérationnel de la police intégrée
circulant à moto, en ce et y compris les agents auxiliaires, puissent disposer de la nouvelle tenue.
1. Wat de nieuwe motorijderskledij betreft,
bepaalde het oorspronkelijke ontwerp van koninklijk
besluit dat enkel de politieambtenaren over een motorijderskledij zouden kunnen beschikken met uitsluiting van de hulpagenten. De representatieve vakbondsorganisaties van het politiepersoneel hebben kunnen
bekomen dat alle leden van het operationele kader die
met een moto rijden, met inbegrip van de hulpagenten,
over de nieuwe kledij kunnen beschikken.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10580
a) Pourriez-vous communiquer si, dans la tenue, il a
été pris en considération de permettre une identification facile pour le citoyen du fonctionnaire de
police motocycliste et de l’agent auxiliaire motocycliste dont les compétences ne sont pas les mêmes ?
a) Is er bij de keuze van het uniform voor gezorgd dat
de burger gemakkelijk een onderscheid kan maken
tussen de politieambtenaar op motor en de
hulpagent op motor ? Beide hebben immers andere
bevoegdheden.
b) Dans l’affirmative, comment ?
b) Zo ja, hoe ?
2. Toujours en ce qui concerne cette nouvelle tenue
motocycliste, il apparaı̂t que le choix sera laissé à
l’employeur du policier motocycliste, en l’occurrence
la police locale ou la police fédérale, de lui fournir la
tenue en cuir comprenant un blouson et un pantalon
ou la tenue en matière synthétique comprenant une
veste trois-quarts et un pantalon.
2. Wat deze nieuwe motorijderskledij betreft, zou
de werkgever van de politieagent op motor, de lokale
of de federale politie dus, de keuze hebben tussen de
kleding in leder, bestaande uit een jekker en een broek,
en een kleding in synthetisch materiaal, bestaande uit
een driekwartjas en een broek.
a) Sur base de quels critères ce choix aura-t-il lieu et
ne craignez-vous pas une possible absence
d’uniformité dans la tenue des policiers motocyclistes ?
a) Op basis van welke criteria zal deze keuze gemaakt
worden ? Ontstaat zo niet de mogelijkheid dat er
twee onderscheiden uniformen voor de agenten op
motor komen ?
b) S’il faut encore prendre en considération la nécessité de permettre une identification du motard de la
police fédérale ou locale et le fonctionnaire de
police motocycliste ou l’agent auxiliaire motocycliste, ne risque-t-il pas d’y avoir une certaine
confusion dans l’identification par nos concitoyens
des policiers motocyclistes ?
b) De burger moet daarenboven een onderscheid
kunnen maken tussen de federale en de lokale
agent op motor en tussen de politieambtenaar en
de hulpagent op motor. Zal de burger nog wel in
staat zijn dat onderscheid te maken ?
3. En ce qui concerne la tenue de maintien de
l’ordre de nos forces de police, il figure, à côté de
l’équipement individuel, dans l’équipement collectif
des « éléments de protection et accessoires » (sans plus
de précision) et un masque à gaz.
3. Wat de kledij voor de ordehandhaving van onze
politiekorpsen betreft, beschikken de agenten naast
hun individuele uitrusting ook over een collectieve uitrusting. Tot die laatste behoren de niet nader gespecificeerde « beveiligingsuitrusting en toebehoren » evenals
een gasmasker.
Pourriez-vous communiquer ce qui est entendu
exactement par « éléments de protection et accessoires », et ne craignez-vous pas que des masques à gaz
collectifs ne suscitent très rapidement des problèmes
d’hygiène ?
Wat
wordt
er
precies
bedoeld
met
« beveiligingsuitrusting en toebehoren » ? Vreest u niet
dat de gasmaskers voor collectief gebruik een gevaar
voor de hygiëne vormen ?
DO 2004200503130
DO 2004200503130
Question no 486 de M. Melchior Wathelet du 18 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 486 van de heer Melchior Wathelet van
18 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken :
Zones de police locales. — Autorités locales. — Code
d’éthique.
Lokale politiezones. — Lokale overheden. — Ethische
code.
Il m’est revenu que ces derniers mois la volonté est
de plus en plus évidente de certaines autorités locales
d’instaurer un code d’éthique dit « Règlement d’ordre
intérieur » au sein des zones de police locales, parallèlement au futur code de déontologie et aux textes
légaux actuellement en vigueur, mais tout aussi
contraignant.
Naar verluidt dringen sommige lokale overheden er
de laatste maanden steeds sterker op aan om een ethische code voor de lokale politiezones in te voeren. Dit
« huishoudelijk reglement » zou naast de huidige
wetteksten en de toekomstige deontologische code
bestaan en evenveel bindende kracht hebben.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10581
Comme souvent, ce « Code of Conduct » s’inspire de
ce qui se fait dans les pays anglo-saxons où il est généralement admis que pareil code de « bonne » conduite
puisse comprendre une clause par laquelle chaque
travailleur s’engage à dénoncer les collègues qui ne le
respecteraient pas, même sur la base d’une simple
suspicion ou d’une rumeur. Mieux — ou pire — la
même clause prévoit que le délateur ne risque aucune
sanction au cas où ses déclarations se révèleraient non
fondées.
Zoals vaak is deze « Code of Conduct » door de
Angelsaksische traditie ingegeven. Daar is het algemeen aanvaard dat zo’n gedragscode ook een clausule
bevat waarin elke werknemer zich ertoe verbindt de
collega’s aan te geven die de code niet zouden naleven.
Een simpel vermoeden of gerucht volstaat. Beter — of
slechter — nog, diezelfde clausule bepaalt dat de verklikker niet wordt bestraft indien zijn verklaringen
ongegrond blijken.
Dans notre pays, pour l’instant, il se trouve que les
règles de comportement des membres de nos services
de police dans et en dehors de l’exercice de leur fonction, ainsi que les sanctions, sont inscrites dans des
textes légaux et réglementaires, textes dont la rédaction et les modifications sont soumis au « Comité de
Négociation » à l’échelon national.
In België zijn de gedragsregels voor de politiediensten tijdens de uitoefening van hun ambt en daarbuiten, evenals de straffen die erop van toepassing zijn, in
wetten en verordeningen opgenomen. Voor het opstellen en aanpassen van die teksten is het
« Onderhandelingscomité » op nationaal niveau
bevoegd.
1. Ne craignez-vous pas que la tentation pour les
autorités locales, peut-être bien ou mal intentionnées,
de placer le « Règlement d’ordre intérieur » propre à
leur zone de police locale respective en marge des
dispositions légales et nationales pour pouvoir modifier, à l’échelle de leur entité, le comportement du
personnel sans que les organisations représentatives du
personnel des services de police ne puissent être
consultées, hormis lors des Comités de concertation de
base ?
1. Is de verleiding voor de lokale overheden niet
groot om, al dan niet met goede bedoelingen, het
« huishoudelijk reglement » van hun eigen politiezone
naast de wettelijke en nationale bepalingen toe te
passen, en op die manier het gedrag van het lokale
politiepersoneel te beı̈nvloeden zonder de representatieve werknemersorganisaties daarin te kennen,
behalve dan tijdens de basisoverlegcomités ?
2. Ces différents règlements d’ordre intérieur établis
par les zones de police locales du Royaume ne vont-ils
pas à l’encontre de la vision d’ensemble et de cohérence dans la gestion du personnel voulue, avec le
« statut unique », par la réforme des polices ?
2. Sommige lokale politiezones willen dus een eigen
huishoudelijk reglement. Past dit wel in de globale,
samenhangende visie op het personeelsbeleid die met
de politiehervorming en meer bepaald met het
« eenheidsstatuut » wordt beoogd ?
3. Envisagez-vous d’exercer un contrôle sur l’établissement de ces règlements d’ordre intérieur par les
différentes zones de police locale du Royaume et, dans
l’affirmative, comment ?
3. Bent u van plan op de huishoudelijke reglementen van de diverse politiezones toezicht uit te oefenen,
en zo ja, hoe ?
DO 2004200503133
DO 2004200503133
Question no 487 de M. Melchior Wathelet du 18 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 487 van de heer Melchior Wathelet van
18 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken :
Évaluation de la formation des inspecteurs de police;.
— Rapport « EVA 2003 ».
Beoordeling van de opleiding van politie-inspecteurs.
— Verslag « EVA 2003 ».
Une évaluation de la formation des inspecteurs de
police a eu lieu en 2003 et un colloque nommé « EVA
COLLOQ 2004 » s’est tenu à l’Académie de Police de
Namur le 30 septembre 2004. Lors de la présentation
du bilan de la formation des candidats inspecteurs de
police fut abordé le problème des vacataires.
In 2003 werd de opleiding van politie-inspecteurs
beoordeeld en op 30 september 2004 vond in de Politieacademie van Namen een colloquium onder de titel
« EVA COLLOQ 2004 » plaats. Toen de balans van de
opleiding van aspirant-inspecteurs werd opgemaakt,
kwam het probleem van het hulppersoneel aan bod.
Au point 2.7. du rapport « EVA 2003 », sous le titre
« Eléments à modifier, améliorer ou créer », il peut être
lu au sujet des chargés de cours externes que :
Onder punt 2.7 van het verslag « EVA 2003 », in het
hoofdstuk « Te wijzigen, te verbeteren of in te voeren
thema’s », staat over de externe docenten te lezen :
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1337
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10582
« Le principe du recours à des formateurs extérieurs
est incontestablement apprécié. Néanmoins, les objectifs de certains cours ne sont pas atteints : l’absence de
formation et de contrôle de qualité pour ce public
cible. Notons enfin que des remarques sont formulées
quand à la disponibilité insuffisante de chargés de
cours (absences répétées, cours non dispensés) ».
« Het principe om beroep te doen op externe docenten wordt ontegensprekelijk gewaardeerd, zelfs indien
(...) de doelstellingen van sommige cursussen niet
worden bereikt, door de afwezigheid van vorming en
kwaliteitscontrole voor deze doelgroep. Noteren wij
ten slotte dat opmerkingen over de onvoldoende
beschikbaarheid geformuleerd werden (herhaalde afwezigheden, niet verstrekte lessen) ».
Le rapport est tout aussi éloquent quant au résultat
concret « sur le terrain » de la formation dispensée
puisqu’il souligne pêle-mêle :
Het verslag gaat ook uitgebreid in op het concrete
resultaat dat de verstrekte opleiding « op het terrein »
heeft en vermeldt her en der in de tekst :
« La méconnaissance des infractions au code de la
route, des dispositions en matière d’assurance obligatoire, d’immatriculation, d’usage du tachygraphe et du
transport dangereux par route, l’absence des automatismes indispensables à la maı̂trise de la violence —
entendons l’usage des armes à feu de service — le
manque de connaissances en matière judiciaire,
l’incapacité à dégager les éléments nécessaires à l’exécution d’une enquête, la mauvaise maı̂trise de la documentation judiciaire, le manque de discipline et une
orthographe déplorable ».
« Lacunes in de kennis over de verkeersovertredingen, de beschikkingen inzake de verplichte verzekering en inschrijving, het gebruik van de tachygraaf en
het vervoer van gevaarlijke goederen op de weg; het
ontbreken van de onmisbare automatismen inzake
geweldbeheersing (i.e. het gebruik van dienstvuurwapens); het gebrek aan gerechtelijke kennis; het onvermogen om de voor een gerechtelijk onderzoek vereiste
elementen te onderscheiden; de slechte beheersing van
de gerechtelijke documentatie; het gebrek aan discipline; een erbarmelijke spelling ».
Le Comité Permanent P s’est penché sur ces constatations et a procédé à des tests sur 336 aspirants inspecteurs de police qui étaient sur le point de terminer
leur formation et d’être nommés. Les résultats furent
édifiants et le Comité Permanent P plaide dans ses
conclusions qu’il faut d’urgence restaurer une disposition réglementaire relative aux différentes normes
standard applicables en matière de formation avec
notamment l’instauration d’un seul examen qui
permettrait de valider et d’harmoniser les formations
dispensées dans les différentes écoles de police et qu’un
contrôle des cours et des entraı̂nements soit organisé.
Het Comité P heeft zich over die vaststellingen
gebogen en heeft 336 aspirant-inspecteurs getest wier
opleiding en benoeming zo goed als rond waren. De
resultaten waren erg leerrijk. In zijn conclusies pleit
het Comité P voor een dringende herinvoering van
reglementaire bepalingen inzake de verschillende standaardnormen voor de opleiding. Zo is het Comité P
voorstander van één enkel examen, omdat dit de verschillende politieopleidingen zou bekrachtigen en
doen overeenstemmen. Daarnaast is het Comité P
vragende partij voor meer toezicht op de cursussen en
oefeningen.
1. Quelles suites envisagez-vous donner aux conclusions pour le moins inquiétantes d’« EVA 2003 » et aux
recommandations du Comité permanent P en la
matière ?
1. Welk gevolg zal u geven aan de op zijn minst
onrustwekkende conclusies van « EVA 2003 » en de
aanbevelingen van het Comité P ?
2. N’estimez-vous pas, au vu de ces conclusions,
notamment en ce qui concerne le problème des vacataires, que la formation des policiers doit être confiée
exclusivement à des policiers formateurs spécialement
formés à la pédagogie et employés à temps plein dans
cette fonction avec alternance dans des fonctions de
terrain ?
2. Ware het niet gepast, rekening houdend met die
conclusies, met name wat het probleem van het hulppersoneel betreft, de politieopleiding uitsluitend toe te
vertrouwen aan politiedocenten die een pedagogische
opleiding hebben genoten, en die voltijds in hun functie zijn tewerkgesteld maar daarnaast ook nog in het
veld actief zijn ?
3. Ne jugez-vous pas opportun, toujours au vu des
conclusions du rapport, qu’une inspection de l’enseignement prodigué dans les écoles de police doit être
mise sur pied de toute urgence ?
3. Ware het niet gepast, nog steeds gezien de conclusies van het verslag, dringend in een inspectie van
de in de politiescholen verstrekte opleiding te voorzien ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10583
DO 2004200503152
DO 2004200503152
Question no 488 de M. Guido Tastenhoye du 19 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 488 van de heer Guido Tastenhoye van
19 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken :
Déclarations du procureur d’Anvers au sujet de la
menace terroriste sous-estimée à Anvers.
Verklaringen van de Antwerpse procureur aangaande
de onderschatte terreurdreiging in Antwerpen.
Le procureur d’Anvers, M. Bart Van Lijsebeth, a
déclaré dans une interview à la « Gazet van Antwerpen » du 18 décembre 2004 qu’en comparaison de
Bruxelles, de Liège et de Charleroi, Anvers dispose de
beaucoup trop peu d’enquêteurs antiterroristes alors
que la menace y est réelle. En effet, le gouvernement a
attribué à Charleroi et à Liège autant d’enquêteurs
fédéraux supplémentaires qu’à Anvers, c’est-à-dire
cinq (trente à Bruxelles !) alors qu’à l’inverse d’Anvers,
Charleroi ne possède, par exemple, pas de port
d’importance mondiale, ne soit pas un centre diamantaire mondial, n’ait pas de grand quartier juif ni de
grande communauté allochtone d’origine islamique, ni
de centrale nucléaire à sa périphérie.
De procureur van Antwerpen, de heer Bart Van
Lijsebeth, heeft in een interview in Gazet van Antwerpen van 18 december 2004, gezegd dat Antwerpen veel
te weinig antiterrorismespeurders heeft in vergelijking
met Brussel, Luik en Charleroi, hoewel de terreurdreiging in Antwerpen reëel is. Er zijn met name door de
regering evenveel bijkomende federale rechercheurs
toegewezen aan Charleroi en Luik als aan Antwerpen,
namelijk vijf (en dertig aan Brussel !), hoewel bijvoorbeeld Charleroi geen wereldhaven heeft, geen wereldcentrum is van diamant, geen grote joodse wijk heeft,
geen grote allochtone gemeenschap van islamitische
afkomst heeft en ook geen kerncentrale aan haar stadsgrens, zoals dat voor Antwerpen wel het geval is.
1. Pourquoi Anvers ne reçoit-elle que cinq enquêteurs antiterroristes supplémentaires alors qu’elle
aurait dû en recevoir au moins quinze, voire vingt ?
1. Kan u meedelen waarom Antwerpen slechts vijf
bijkomende antiterrorismespeurders krijgt, terwijl dat
er minstens vijftien tot twintig zouden moeten zijn ?
2. Avez-vous déjà pris des mesures, ou en préparezvous, pour augmenter sensiblement le nombre
d’enquêteurs antiterroristes à Anvers ? Dans la négative, pourquoi ?
2. Heeft u al maatregelen genomen of in voorbereiding om het aantal antiterrorismespeurders in Antwerpen in de toekomst gevoelig op te trekken, en zo neen,
waarom niet ?
Ministre des Affaires étrangères
Minister van Buitenlandse Zaken
DO 2004200503071
DO 2004200503071
Question no 155 de M. Dirk Van der Maelen du
13 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires
étrangères :
Vraag nr. 155 van de heer Dirk Van der Maelen van
13 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Élaboration d’un cadre onusien quant à la responsabilité des entreprises transnationales et autres entreprises en matière de respect des droits de l’homme.
Opstelling van een VN-kader voor « Responsabilities
of Transnational Corporations and related Business
Enterprises with regard to Human Rights ».
Nous sommes pratiquement tous convaincus du fait
que le processus de globalisation peut aider les régions
plus pauvres du monde à développer leurs économies.
Pour cela, il faut absolument mettre en place une réglementation mondiale adaptée. Les Nations unies ont
déjà pris une série d’initiatives importantes pour que
les entreprises prennent leurs responsabilités sur les
plans social et écologique.
Weinigen twijfelen aan het potentieel van het globaliseringsproces om de armere regio’s van deze wereld
economisch te laten ontwikkelen. Er is een absolute
noodzaak aan wereldwijde en aangepaste regelgeving.
In de VN worden reeds waardevolle initiatieven ontwikkelt om de bedrijfswereld op haar verantwoordelijkheden op sociaal en ecologisch vlak te wijzen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10584
Dans ce domaine, la Belgique adopte plutôt une
position frileuse. Elle entend laisser le législateur
national de chaque état prendre ses responsabilités et
fait davantage confiance aux initiatives informelles
reprises sous la dénomination de »Responsabilité
sociale des entreprises« . Les institutions onusiennes
servent de source d’inspiration et de complément juridique pour les états plus faibles. J’espère donc que la
Belgique choisira de considérer ces négociations internationales plus comme une opportunité que comme
une menace, en vue d’introduire dans la sphère économique globale des normes internationales en matière
de droits de l’homme. Nous pouvons saisir cette
opportunité pour donner aux entreprises multinationales et à leurs sociétés liées une protection contre la
pression vers le bas qu’exercent les législations nationales moins progressistes. En même temps, nous leur
fournirons un point d’ancrage précieux qui leur
permettra de dénoncer la concurrence déloyale des
entreprises qui ne prennent pas leurs responsabilités en
la matière ou de peser sur leurs sous-traitants internationaux pour qu’ils prennent sérieusement en compte
les droits de l’homme de leurs travailleurs.
De Belgische positie in deze zou eerder een lauwe
positie zijn waarbij België de verantwoordelijkheid bij
de nationale wetgever van de respectievelijke staten
wil leggen en meer vertrouwt op de vrijblijvende initiatieven verzameld onder de noemer van »Corporate
Social Responsability« . De VN-instellingen dienen tot
inspiratiebron en juridisch complement voor zwakkere
staten. Ik hoop dan ook dat België er voor opteert om
in deze internationale onderhandelingen eerder een
kans dan een bedreiging te zien om internationale
mensenrechtenstandaarden te introduceren in de globale economische sfeer. Indien we deze onderhandelingen als een dergelijke kans aangrijpen bezorgen we de
multinationale ondernemingen en hun affiliaties
immers een paraplu waaronder ze zich tegen de neerwaartse druk van de minder progressieve nationale
wetgeving kunnen beschermen. Terzelfder tijd verschaffen we hen een waardevolle kapstok waaraan ze
hun klachten over deloyale concurrentie van bedrijven
die hun verantwoordelijkheid terzake niet opnemen,
kunnen ophangen of waarmee ze hun internationaal
verspreide toeleveringsbedrijven onder druk kunnen
zetten om terdege rekening te houden met de mensenrechten van hun werknemers.
1. Quelle position le gouvernement belge a-t-il
jusqu’à présent défendue dans le contexte de
l’élaboration d’un cadre onusien quant à la responsabilité des entreprises transnationales et autres entreprises en matière de respect des droits de l’homme ?
1. Wat is het standpunt dat de Belgische regering in
deze context van de opstelling van het VN-kader
voor »Responsabilities of Transnational Corporations
and related Business Enterprises with regard to
Human Rights« tot op heden heeft verdedigd ?
2. Pensez-vous qu’il soit éventuellement nécessaire
de donner à cette position une dimension plus progressiste ?
2. Ziet u, de eventuele noodzaak om dit standpunt
op meer progressieve manier bij te sturen ?
3. Si vous répondez par l’affirmative à la deuxième
question, de quelle manière envisagez-vous d’infléchir
cette position ?
3. Indien het antwoord op vraag 2 bevestigend is,
op welke manier overweegt u dit standpunt bij te sturen ?
DO 2004200503072
DO 2004200503072
Question no 156 de M. Dirk Van der Maelen du
13 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires
étrangères :
Vraag nr. 156 van de heer Dirk Van der Maelen van
13 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Négociations de l’AGCS en cours.
Lopende GATS-onderhandelingen.
J’apprends que la Commission européenne travaille
à une révision des questionnaires qu’elle a transmis en
juin 2002 à 109 pays dans le cadre des négociations de
l’AGCS. Un des objectifs poursuivis par la Commission lors de ces négociations est la libéralisation des
approvisionnements
en
eau.
La
Commission européenne a demandé cette libéralisation à 72
pays. À présent, la Commission européenne souhaite
relancer les négociations de l’AGCS en communiquant
des questionnaires modifiés aux membres de l’OMC.
Ik verneem dat de Europese Commissie werkt aan
een herziening van de vraaglijsten die ze in juni 2002
overmaakte aan 109 landen in het kader van de GATSonderhandelingen. Eén van de doelstellingen die de
Commissie in deze onderhandelingen nastreeft is de
liberalisering van de watervoorzieningen. De Europese
Commissie heeft deze liberalisering gevraagd aan 72
landen. Nu wil de Europese Commissie de GATSonderhandelingen verder aanzwengelen door in
januari 2005 herziene vraaglijsten over te maken aan
de WTO-leden.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10585
Le 18 décembre 2002, la Chambre a adopté une
résolution sur les négociations de l’AGCS (Doc. parl.,
Chambre, 2001-2002, no 1923/8).
Op 18 december 2002 heeeft de Kamer een resolutie
aangenomen over de GATS-onderhandelingen (Parl.
St., Kamer, 2001-2002, nr. 1923/8).
En ce qui concerne la libéralisation de la distribution d’eau, nous nous référons plus particulièrement à
la signature, en 2001 et en 2002, par 120 000 citoyens
et institutions, du Manifeste belge de l’eau qui a été
remis aux instance sinternationales compétentes par
les trois gouvernements régionaux lors du sommet
mondial de Johannesburg sur le Developpement durable. Je voudrais également rappeler l’audition sur l’eau
organisée par la Commission de la Mondialisation de
la Chambre et du Sénat, le 18 octobre 2004, et la résolution que cette Commission déposera en janvier 2005.
Il y est en effet demandé de préserver le secteur de
l’eau, qui revêt un caractère crucial, de la tendance
internationale à la libéralisation.
Wat de liberalisering van de waterdiensten betreft
verwijzen we in het bijzonder ook naar het feit dat
120 000 burgers en instellingen in 2001 en 2002 het
Belgische Watermanifest ondertekenden dat door de
drie Gewestregeringen op de wereldtop over Duurzame Ontwikkeling in Johannesburg aan de bevoegde
internationale instanties werd overgemaakt. Ook zou
ik willen verwijzen naar de Waterhearing die de
Commissie Globalisering van Kamer en Senaat organiseerden op 18 oktober 2004 en de resolutie die deze
Commissie in januari 2005 zal neerleggen. Daarin
wordt immers ook een lans gebroken voor het vrijwaren van de cruciale watersector van de internationale
liberaliseringdrift.
1. Quel est le but de la récision des questionnaires
AGCS européens ?
1. Wat is de bedoeling van de herziening van de
Europese GATS-vraaglijsten ?
2. Quelle position la Belgique a-t-elle adoptée à ce
sujet au Comité 133 ?
2. Wat is de houding die België hierover in Comité
133 heeft aangenomen ?
3. Dans quelle mesure le gouvernement a-t-il tenu
compte de la résolution adoptée par la Chambre le
18 décembre 2002 et dans quelle mesure, notamment,
s’est-il prononcé contre les demandes européennes de
libéralisation del’approvisionnement en eau ?
3. In welke mate heeft de regering rekening gehouden met de Kamerresolutie van 18 december 2002,
meer bepaald in welke mate heeft de regering zich uitgesproken tegen Europese liberaliseringverzoeken met
betrekking tot watervoorzieningen ?
4. La libéralisation del’approvisionnement en eau
figurera-t-elle toujours dans les questionnaires AGCS
modifiés que la Commission enverra en janvier 2005 ?
4. Zal de liberalisering van watervoorzieningen nog
steeds deel uitmaken van de herziene GATSvragenlijsten die de Commissie in januari 2005 zal uitsturen ?
5. Que comptez-vous faire pour que le Parlement
puisse consulter les projets de questionnaires AGCS
établis par la Commission européenne et qui sont
soumis au Comité 133 ?
5. Wat u denkt te doen om het Parlement inzage te
geven in de ontwerpen van herziene GATSvragenlijsten die de Europese Commissie heeft opgesteld en die voorliggen in Comité 133 ?
6. Nous apprenons en outre que la Commission européenne
va
également
revoir
l’offre européenne lors des négociations AGCS et
qu’en mai 2005, elle déposera cette offre modifiée à
l’OMS.
6. We vernemen bovendien dat de Europese
Commissie ook het Europese aanbod in de GATSonderhandelingen zal herzien en dit herziene aanbod
in mei 2005 bij de WTO zal indienen.
Pouvez-vous nous faire savoir quelles démarches
vous comptez entreprendre pour permettre au Parlement de consulter en temps opportun le projet d’offre
AGCS modifiée qui sera établi par la Commission européenne et comment le gouvernement envisage-t-il de consulter le Parlement et les parties intéressées des secteurs concernés (fournisseurs de services,
travailleurs, consommateurs, organisations non
gouvernementales) ?
Kan u ons meedelen welke stappen u overweegt te
ondernemen om het Parlement tijdig inzage te geven in
het ontwerp van het herzien GATS-aanbod dat de
Europese Commissie zal opstellen en hoe de regering
het Parlement en de betrokken partijen uit de relevante
sectoren hierover denkt te raadplegen (dienstenverstrekkers, werknemers, consumenten, niet-gouvernementele organisaties) ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10586
DO 2004200503084
DO 2004200503084
Question no 157 de M. Gerolf Annemans du 14 janvier
2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 157 van de heer Gerolf Annemans van 14 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse
Zaken :
Suppression des subventions aux Chambres de
commerce belgo-luxembourgeoises à l’étranger en
2005.
Schrapping subsidies 2005 voor de BelgischLuxemburgse Kamers van Koophandel in het buitenland.
Le gouvernement fédéral a décidé de ne plus octroyer de subventions aux Chambres de commerce belgoluxembourgeoises à l’étranger en 2005.
De federale regering schrapte de subsidies 2005 voor
de Belgisch-Luxemburgse Kamers van Koophandel in
het buitenland.
Une quelconque autorité luxembourgeoise a-t-elle
été associée à cette prise de décision ?
Kan u meedelen of enige Luxemburgse instanties
betrokken zijn geweest bij de beslissing van de regering om de subsidies te schrappen ?
DO 2004200503099
DO 2004200503099
Question no 158 de M. Pieter De Crem du 17 janvier
2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 158 van de heer Pieter De Crem van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse
Zaken :
Aide aux Belges à l’étranger. — Missions des ambassades. — Roumanie.
Hulpverlening aan Belgen in het buitenland. — Taak
ambassades. — Roemenië.
Le 20 avril 2004, Karla Crisan, âgée de onze ans,
décédait à Bucarest, victime d’un accident de la route,
après être restée huit jours dans le coma. Renversée sur
un passage pour piétons à Pitesti, elle n’a été transférée
vers un hôpital roumain que six heures après
l’accident. Eurocross a été contacté sans délai et un
dossier a été ouvert par Eurocross Bruxelles. Étant
donné les conditions particulières régnant dans
l’hôpital roumain (conditions de travail rudimentaires,
problèmes de corruption, manque d’hygiène) et la
situation précaire dans laquelle se trouvait la petite
fille, les parents ont demandé à Eurocross le rapatriement immédiat de leur enfant vers la Belgique, ce qui
leur a été refusé. Les parents ont alors contacté
l’ambassade de Belgique en Roumanie, où personne
n’a daigné leur prêter attention. Après huit jours, et
sans qu’aucune aide ne soit apportée par Eurocross ou
l’ambassade de Belgique, Karla Crisan est décédée à
l’hôpital municipal de Bucarest.
Op 20 april 2004 overleed de elfjarige Karla Crisan
in Boekarest na een auto-ongeval en acht dagen comateuze toestand. Nada Karla Crisan in Pitesti op een
zebrapad werd aangereden duurde het zes uur vooraleer ze kon worden opgenomen in een Roemeens ziekenhuis. Onmiddellijk werd contact opgenomen met
Eurocross, waar vanuit Eurocross Brussel een dossier
werd geopend. Aangezien de primitieve, corrupte en
onhygiënische toestanden in het Roemeense ziekenhuis en de precaire situatie waar het meisje zich in
bevond, vroegen de ouders een onmiddellijke repatriëring naar België aan bij Eurocross, wat werd geweigerd. Daarop namen de ouders contact op met de
Belgische ambassade in Roemenië, waar hun verhaal
in dovemansoren viel. Na acht dagen zonder enige
hulp vanuit Eurocross noch vanuit de Belgische
ambassade overleed Karla Crisan in Hospitaal Municipal Bukarest.
1. Quelles sont les missions et les compétences des
ambassades belges à l’étranger dans de telles situations ?
1. Wat zijn de taken en bevoegdheden van de Belgische ambassades in het buitenland in dergelijke noodsituaties ?
2. Dans ce contexte et dans ce cas spécifique,
l’ambassade de Belgique en Roumanie a-t-elle fait tout
ce qui était en son pouvoir pour aider ces citoyens
belges ?
2. Heeft de Belgische ambassade in Roemenië in die
optiek en in dit specifieke geval al het nodige gedaan
om Belgische burgers op te vangen en hulp te bieden ?
3. En cas de négligence grave, des sanctions sontelles prévues ou des compensations sont-elles octroyées aux familles touchées ?
3. Zijn in het geval van grove nalatigheid sancties
mogelijk of compensaties voor de getroffen families ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10587
DO 2004200503103
DO 2004200503103
Question no 159 de Mme Zoé Genot du 17 janvier 2005
(Fr.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 159 van mevrouw Zoé Genot van 17 januari
2005 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse
Zaken :
Négociations de l’Accord Général sur le Commerce
des Services (AGCS).
Onderhandelingen over de Algemene Overeenkomst
inzake de Handel in Diensten (AOHD).
À l’heure actuelle, en liaison avec le Comité 133 et la
Commission européenne, le gouvernement belge finalise les listes de demandes d’ouverture de services, dans
le cadre des négociations de l’AGCS (Accord Général
sur le Commerce des Services) à l’OMC (Organisation
Mondiale du Commerce). Ces listes, adressées par
l’Union européenne à 109 pays tiers, doivent être arrêtées et transmises à Genève, au siège de l’OMC, dans
le courant de janvier 2005.
In het kader van de onderhandelingen over de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten
(AOHD) die binnen de Wereldhandelsorganisatie
(WHO) gevoerd worden, heeft de Europese Unie haar
lijsten met verzoeken voor de liberalisering van diensten aan 109 derde landen voorgelegd. De ingevulde
lijsten moeten in januari 2005 aan de WHO in Genève
bezorgd worden. Momenteel legt de Belgische regering, in overleg met het Comité 133 en de Europese
Commissie, de laatste hand aan haar lijsten met verzoeken.
1.
a) Quelle est la position belge d’ensemble sur ces
négociations AGCS ?
1.
a) Wat is het Belgische standpunt ten aanzien van de
AOHD-onderhandelingen in het algemeen ?
b) Quelle est la position belge par rapport au futur
mandat du négociateur européen ?
b) Wat is het Belgische standpunt ten aanzien van het
toekomstige mandaat van de Europese onderhandelaar ?
2.
a) Quelle est la position du gouvernement belge par
rapport aux demandes d’ouverture de services ?
2.
a) Wat is het standpunt van de Belgische regering ten
aanzien van de lijsten met verzoeken voor de liberalisering van diensten ?
b) Quels services sont concernés ?
b) Over welke diensten gaat het ?
c) À quelle date la position belge est-elle arrêtée ?
c) Wanneer bepaalt België zijn standpunt ?
d) À quelle date la position européenne sera-t-elle
adoptée ?
d) Wanneer zal het Europese standpunt goedgekeurd
worden ?
e) Quelles réunions sont prévues à ce sujet dans les
mois à venir ?
e) Welke vergaderingen zullen in de komende maanden aan deze problematiek gewijd worden ?
3. Quant à la liste des « offres » des services que
l’Union européenne s’apprête à livrer en pâture au
commerce international, elle doit être remise au plus
tard en mai 2005.
3. De lijst met het aanbod van diensten die de Europese Unie weldra voor de internationale handel zal
openstellen, moet ten laatste in mei 2005 ingediend
worden.
a) Quelle est la position du gouvernement belge par
rapport aux offres d’ouverture de services ?
a) Wat is het standpunt van de Belgische regering ten
aanzien van het aanbod van diensten die voor liberalisering in aanmerking komen ?
b) Quels services sont concernés ?
b) Over welke diensten gaat het ?
c) À quelle date la position belge est-elle arrêtée ?
c) Wanneer bepaalt België zijn standpunt ?
d) À quelle date la position européenne sera-t-elle
adoptée ?
d) Wanneer zal het Europese standpunt worden goedgekeurd ?
e) Quelles réunions sont prévues à ce sujet dans les
mois à venir ?
e) Welke vergaderingen zullen in de komende maanden aan deze problematiek gewijd worden ?
4. Lors d’une réunion du 9 décembre 2004 à Bruxelles, M. Anders Jenssen, collaborateur de Peter
4. Op de vergadering van 9 december 2004 in Brussel heeft de heer Anders Jenssen, medewerker van
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10588
Mandelson, Commissaire européen au Commerce
extérieur, a confirmé que ces listes ne seraient pas
rendues publiques. Leur publication n’interviendra
qu’après leur dépôt officiel à l’OMC.
Peter Mandelson, Europees commissaris voor de Buitenlandse Handel, bevestigd dat deze lijsten niet openbaar zouden gemaakt worden voordat ze officieel bij
de WHO zijn ingediend.
a) Quelles sont les dates et modalités de diffusion des
positions belges ?
a) Wanneer en volgens welke modaliteiten zullen de
Belgische standpunten bekend gemaakt worden ?
b) Quelles sont les diffusions des négociations des
réunions de construction de la position européenne ?
b) Hoe zullen de resultaten van de onderhandelingen
over de Europese standpuntbepaling bekend
worden gemaakt ?
DO 2004200503102
DO 2004200503102
Question no 160 de M. Luc Goutry du 17 janvier 2005
(N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 160 van de heer Luc Goutry van 17 januari
2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse
Zaken :
Rôle d’exemple que doivent jouer les hauts dignitaires
belges à l’étranger.
Voorbeeldfunctie van Belgische hoogwaardigheidsbekleders in het buitenland.
Chacun s’accorde à dire que les hauts dignitaires
belges jouent un rôle d’exemple pour nos institutions
belges. Ils doivent en permanence témoigner dignement, et plus particulièrement à l’étranger, du sérieux
et de l’importance de leur fonction.
Iedereen is het erover eens dat de Belgische hoogwaardigheidsbekleders een voorbeeldfunctie vervullen
voor onze Belgische instellingen. Op hen rust de
permanente plicht om de ernst en het belang van hun
functie op een waardige wijze uit te stralen, ook en
vooral in het buitenland.
1. Depuis l’entrée en fonction du gouvernement
fédéral actuel, le Ministère des Affaires étrangères a-til été informé de faits au cours desquels des hauts
dignitaires belges se sont méconduits d’une manière
quelconque vis-à-vis des autorités d’un autre État, tant
vis-à-vis des autorités officielles que par exemple vis-àvis des autorités frontalières ?
1. Zijn er, sinds het aantreden van de huidige federale regering, aan Buitenlandse Zaken feiten gemeld
waarbij Belgische hoogwaardigheidsbekleders zich op
de ene of andere wijze misdragen hebben tegenover de
autoriteiten van een andere Staat, zowel de officiële
autoriteiten als bijvoorbeeld de grensautoriteiten ?
2. Dans l’affirmative, combien de cas ont été recensés et dans quel contexte ?
2. Zo ja, hoeveel en in welke context ?
3. Ces faits ont-ils été commis dans le cadre de
l’exercice de la fonction de représentant officiel de
l’État belge ou dans un cadre privé ?
3. Waren deze feiten vervuld in hun hoedanigheid
van officieel vertegenwoordiger van de Belgische Staat,
of in de privé-sfeer ?
4. Les intéressés ont-ils fait appel, par
l’intermédiaire de l’ambassade belge, à un avocat pour
défendre leurs intérêts et dans l’affirmative, les frais
éventuels ont-ils été recouvrés auprès des intéressés ?
4. Hebben betrokkenen via de Belgische ambassade
beroep gedaan op een advocaat om hun belangen te
verdedigen, en zo ja, zijn de eventuele kosten gerecupereerd van betrokkenen ?
5. Si des décisions judiciaires ont été rendues,
serait-il possible de les consulter après que le nom des
intéressés a été effacé ?
5. Kan er in geval van eventuele rechterlijke uitspraken, mits het schrappen van de naam van betrokkenen, inzage verleend worden van de rechterlijke uitspraken ?
6. Le département des Affaires étrangères pourraitil élaborer un code de conduite pour les hauts dignitaires belges à l’étranger ?
6. Kan Buitenlandse Zaken een gedragscode ontwerpen voor de Belgische hoogwaardigheidsbekleders
in het buitenland ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10589
DO 2004200503104
DO 2004200503104
Question no 161 de M. Dirk Van der Maelen du
17 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires
étrangères :
Vraag nr. 161 van de heer Dirk Van der Maelen van
17 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Violences physiques commises par les forces de sécurité israéliennes sur la personne d’un candidat aux
élections palestiniennes.
Lijfelijk geweld door Israëlische veiligheidstroepen
tegen Palestijns presidentskandidaat.
1. Avez-vous connaissance de l’information selon
laquelle M. Mustafa Barghouthi, candidat aux élections présidentielles palestiniennes, et ses cinq compagnons de voyage ont été molestés au poste de contrôle
de Jénine par des agents de sécurité israéliens ?
1. Hebt u kennis genomen van het bericht dat Palestijns presidentskandidaat Mustafa Barghouthi en
diens vijf reisgenoten bij een controlepost in Jenin
door Israëlische veiligheidsagenten zijn mishandeld ?
2. Est-il exact que M. Barghouthi a récemment été
empêché, près d’Hébron, de se rendre à Tel Al
Armeda ?
2. Is het juist dat Barghouthi onlangs bij Hebron
werd verhinderd naar Tel Al Armeda te reizen ?
3.
a) Estimez-vous comme moi que ces faits peuvent être
considérés comme une tentative d’entraver la
campagne électorale palestinienne ?
3.
a) Bent u met mij van mening dat deze gebeurtenissen
kunnen worden beschouwd als een poging de Palestijnse verkiezingscampagne te hinderen ?
b) Dans la négative, pourquoi ?
b) Zo neen, waarom niet ?
4.
a) Envisagez-vous de demander instamment aux
autorités israéliennes de faire en sorte que les élections présidentielles palestiniennes du 9 janvier
2005 puissent se dérouler librement et sans incidents ?
4.
a) Overweegt u er bij de Israëlische autoriteiten op
aan te dringen vrije en ongestoorde Palestijnse
presidentsverkiezingen op 9 januari 2005 mogelijk
te maken ?
b) Dans l’affirmative, que pensez-vous faire ?
b) Zo ja, op welke wijze overweegt u dat te doen ?
DO 2004200503116
DO 2004200503116
Question no 162 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier
2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 162 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse
Zaken :
SPF. — Président du comité de direction. — Plans de
management et opérationnel.
FOD. — voorzitter directiecomité. — Managementen operationeel plan.
Presque tous les présidents des comités de direction
de SPF ont confectionné un plan de management et un
plan opérationnel, et les ont soumis pour approbation
aux ministres. Seul le plan opérationnel de votre SPF
n’a pas encore été définitivement élaboré.
Bijna alle voorzitters van de directiecomités van de
FOD hebben een management- en operationeel plan
opgesteld en aan de ministers ter goedkeuring bezorgd.
Enkel bij uw FOD is het operationeel plan nog niet
volledig opgesteld.
Pourriez-vous me faire savoir quand ce sera chose
faite ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1338
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10590
DO 2004200503146
DO 2004200503146
Question no 163 de M. Guido Tastenhoye du 19 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 163 van de heer Guido Tastenhoye van
19 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Soutien direct et indirect à l’Autorité palestinienne.
Rechtstreekse en onrechtstreekse steun aan de Palestijnse Autoriteit.
1. Pourriez-vous me faire savoir de quelle manière
votre département a accordé en 2004 un soutien direct
ou indirect (par le biais d’organisations non gouvernementales, d’institutions supranationales, etc.) à
l’Autorité palestinienne ou à des institutions ou organisations actives sur son territoire ?
1. Kan u meedelen op welke wijze er via uw departement in 2004 rechtstreekse of onrechtstreekse (via
niet-gouvernementele organisaties (NGO’s), supranationale instellingen, enzovoort) steun werd verleend
aan de Palestijnse Autoriteit of aan instellingen of
organisaties die op haar grondgebied actief zijn ?
2. Quels projets ont pu bénéficier de ce soutien et
quels moyens financiers ont été affectés à chaque
projet ?
2. Kan u preciseren om welke projecten het ging, en
hoeveel financiële middelen er telkens met elk project
gepaard gingen ?
3. Combien de projets devraient bénéficier d’un
soutien financier en 2005 ? Quel montant sera affecté à
chacun de ces projets ?
3. Hoeveel projecten, met telkens hoeveel middelen, worden er in het jaar 2005 gepland ?
Ministre de la Défense
Minister van Landsverdediging
DO 2004200503079
DO 2004200503079
Question no 167 de M. Francis Van den Eynde du
13 janvier 2005 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 167 van de heer Francis Van den Eynde van
13 januari 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Force aérienne. — Vols C 130 vers le Congo.
Luchtmacht. — C 130-vluchten naar Kongo.
Pouvez-vous indiquer à combien de reprises des
C 130 de la Force aérienne ont volé vers le Congo en
2003 et 2004 et avec quelle mission (quels biens ou
personnes y a-t-on transporté ou embarqués) ?
Kan u meedelen hoe vaak in 2003 en in 2004
C 130’s van onze luchtmacht naar Kongo gevlogen
zijn en met welk doel (wie en wat werd er vervoerd of
afgehaald) ?
DO 2004200503108
DO 2004200503108
Question no 168 de M. Eric Massin du 17 janvier 2005
(Fr.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 168 van de heer Eric Massin van 17 januari
2005 (Fr.) aan de minister van Landsverdediging :
Discrimination entre invalides de guerre, militaires et
civils et invalides militaires en temps de paix.
Discriminatie tussen militaire en burgerlijke oorlogsinvaliden en militaire invaliden van vredestijd.
Des dispositions légales prévoient pour certaines
catégories de personnes invalides et handicapées un
certain nombre d’avantages fiscaux et de réduction du
paiement de la TVA notamment sur l’achat de pièces
et véhicules automobiles.
De wet kent aan sommige categorieën van invaliden
en gehandicapten een aantal belastingvoordelen en een
lager BTW-tarief toe, onder meer bij de aankoop van
auto-onderdelen en wagens.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10591
De manière plus précise, l’arrêté royal no 20 du
20 juillet 1970, modifié par l’arrêté royal du 29 décembre 1992 permet une réduction de la TVA à 6 % lors de
l’acquisition d’une voiture automobile, de pièces détachées, équipements, accessoires, entretien et la réalisation de réparations diverses.
Meer in het bijzonder kent het koninklijk besluit
nr. 20 van 20 juli 1970, gewijzigd bij het koninklijk
besluit van 29 december 1992, een verlaagd BTWtarief van 6 percent toe bij de aankoop van automobielen voor personenvervoer, onderdelen, uitrustingsstukken en toebehoren voor deze voertuigen, en voor onderhoud en herstellingswerken allerhande.
L’arrêté royal du 8 juillet 1970 portant règlement
général des taxes assimilées aux impôts sur les revenus, modifié par la loi du 19 février 1990, prévoit
quant à lui l’exemption des taxes de circulation et de
mise en circulation pour ces mêmes catégories.
Het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende
algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, gewijzigd
bij de wet van 19 februari 1990, bepaalt anderzijds dat
die categorieën van de verkeersbelasting en de belasting op de inverkeerstelling worden vrijgesteld.
Sans contester dans son ensemble la fixation des
critères qui déterminent les personnes qui peuvent
bénéficier de ces avantages, la discrimination qui est
faite entre invalides de guerre, militaires et civils, et
invalides militaires en temps de paix me semble poser
question sur le fond et la pertinence de cette différenciation de traitement.
Het is niet de bedoeling de criteria op grond waarvan beslist wordt aan bepaalde personen een aantal
voordelen toe te kennen, ter discussie te stellen. Wel
heb ik vragen bij de gegrondheid en de relevantie van
de ongelijke behandeling tussen de militaire en burgerlijke oorlogsinvaliden enerzijds en de militaire invaliden in vredestijd anderzijds.
Les premiers peuvent prétendre à de telles réductions et exemptions du fait qu’ils perçoivent une
pension en réparation d’une invalidité imputable à des
faits de guerre. Les seconds ne bénéficient pas de ces
avantages et ce malgré le fait qu’ils ont accompli leur
devoir vis-à-vis de l’État.
De oorlogsinvaliden maken aanspraak op een verlaagd BTW-tarief en belastingvrijstellingen, omdat ze
een invaliditeitspensioen genieten op grond van
oorlogsfeiten. Aan de militaire invaliden in vredestijd
worden die voordelen niet toegekend, hoewel ook zij
hun plicht ten aanzien van de Staat vervulden.
1. Ne pensez-vous pas qu’il y aurait lieu de mettre
sur un même pied d’égalité ces deux catégories ?
1. Bent u ook niet van oordeel dat beide categorieën
op gelijke voet zouden moeten worden behandeld ?
2. Pourriez-vous également nous renseigner sur le
nombre actuel d’invalides militaires en temps de paix ?
2. Kan u meedelen hoeveel militaire invaliden van
oorlogstijd er op dit ogenblik zijn ?
Ministre de l’Économie,
de l’Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique
Minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid
Économie
Economie
DO 2004200503084
DO 2004200503084
Question no 203 de M. Gerolf Annemans du 14 janvier
2005 (N.) au ministre de l’Économie, de
l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 203 van de heer Gerolf Annemans van 14 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Suppression des subventions aux Chambres de
commerce belgo-luxembourgeoises à l’étranger en
2005.
Schrapping subsidies 2005 voor de BelgischLuxemburgse Kamers van Koophandel in het buitenland.
Le gouvernement fédéral a décidé de ne plus octroyer de subventions aux Chambres de commerce belgoluxembourgeoises à l’étranger en 2005.
De federale regering schrapte de subsidies 2005 voor
de Belgisch-Luxemburgse Kamers van Koophandel in
het buitenland.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10592
Une quelconque autorité luxembourgeoise a-t-elle
été associée à cette prise de décision ?
Kan u meedelen of enige Luxemburgse instanties
betrokken zijn geweest bij de beslissing van de regering om de subsidies te schrappen ?
DO 2004200503125
DO 2004200503125
Question no 207 de M. Patrick De Groote du 18 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Économie, de
l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 207 van de heer Patrick De Groote van
18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Investissements étrangers.
Buitenlandse investeringen.
Il semble que les investisseurs étrangers soient moins
tentés d’investir dans notre pays s’estompe. Combien
les entreprises étrangères ont-elles investi (montant
net) durant les cinq dernières années dans chacune des
Régions de notre pays ?
De buitenlandse ondernemingen lijken minder
geneigd te zijn in België te investeren. Hoeveel bedroegen de netto-investeringen van de buitenlandse bedrijven in België de jongste vijf jaar per gewest ?
DO 2004200503131
DO 2004200503131
Question no 208 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier
2005 (N.) au ministre de l’Économie, de
l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 208 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPF. — Définition des objectifs. — Identification des
risques internes et externes.
FOD’s. — Definiëring doelstellingen. — Identificeren
interne en externe risico’s.
Dans le cadre des recommandations du COSO
(Committee of Sponsoring Organizations of the
Treadway Commission), la Cour des comptes a
examiné si les objectifs des SPF étaient définis et si les
risques internes et externes avaient été identifiés. La
procédure a été entamée et mise en œuvre dans tous les
SPF, sauf dans le vôtre.
In het kader van de COSO-aanbevelingen (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway
Commission) heeft het Rekenhof onderzocht of de
doelstellingen van de FOD werden gedefinieerd en of
de interne en externe risico’s werden geı̈dentificeerd.
Dit is, behalve bij uw FOD, bij alle FOD’s opgestart
en uitgevoerd.
Pouvez-vous préciser quand cette procédure sera
mise en œuvre au sein de votre SPF ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Énergie
Energie
DO 2004200503080
DO 2004200503080
Question no 92 de M. Jean-Marc Nollet du 13 janvier
2005 (Fr.) au ministre de l’Économie, de
l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 92 van de heer Jean-Marc Nollet van 13 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
ONDRAF. — Localisation du dépôt final des déchets
nucléaires de classe A.
NIRAS. — Keuze van de site voor de berging van
kernafval van klasse A.
Selon le calendrier prévisionnel de l’Organisme
national des déchets radioactifs et des matières fissiles
Volgens het vooropgestelde tijdschema van de
Nationale Instelling voor radioactief afval en splijt-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10593
(ONDRAF), c’est dans le courant de l’année qui
s’ouvre que le gouvernement devra prendre sa décision
relative à la localisation du dépôt final des déchets
nucléaires de classe A.
stoffen (NIRAS) moet de regering in de loop van dit
jaar een beslissing nemen omtrent de site voor de
berging van kernafval van klasse A.
Par la présente question je souhaite faire le point sur
les étapes déjà franchies et le calendrier précis de celles
qui doivent encore l’être.
Deze vraag strekt ertoe een stand van zaken te krijgen met betrekking tot de stappen die al werden ondernomen, alsook een duidelijke planning van de nog
te nemen maatregelen.
Trois localisations sont à ce stade encore envisagées : Dessel, Mol et Fleurus-Farciennes.
Op dit ogenblik komen nog drie sites in aanmerking : Dessel, Mol en Fleurus-Farciennes.
1. Pourriez-vous communiquer pour chacune de ces
localisations :
1. Zou u voor elk van die sites volgende gegevens
kunnen meedelen :
a) la date de lancement du partenariat local;
a) de datum waarop het lokale partnerschap werd
gesloten;
b) le nombre de réunions organisées par le partenariat et la nature de ces réunions (CA, AG, réunion
publique, réunion de quartier, etc.);
b) het aantal door dat partnerschap georganiseerde
vergaderingen en de aard ervan (RVB, AV, openbare vergadering, buurtvergadering, enzovoort);
c) le relevé et le budget de toutes les études effectuées,
leurs auteurs, leur date de publication et leur accessibilité (consultables sur place, sur internet avec
adresse du site et/ou par envoi);
c) een overzicht van alle studies die werden uitgevoerd, met de bijhorende financiële middelen, de
auteurs, hun respectieve publicatiedatum en de
toegankelijkheid ervan (kunnen ze ter plaatse
worden geraadpleegd, zijn ze beschikbaar op internet (gelieve in dat geval het adres mee te delen),
kan men een exemplaar bekomen);
d) le relevé et le budget des enquêtes et autres consultations locales effectuées ainsi que pour chacune
d’elles le nombre de personnes interrogées, le
nombre de personnes ayant effectivement accepté
de répondre et le taux d’acceptation ou de rejet du
projet;
d) een overzicht van de opinieonderzoeken en de
andere raadplegingen die op het lokale niveau
werden gehouden, met opgave van de bestede
financiële middelen en met opgave, per onderzoek,
van het aantal ondervraagde personen, het aantal
personen dat bereid werd gevonden te antwoorden
en de percentages inzake aanvaarding en verwerping van het project;
e) la date d’approbation ou la date attendue
d’approbation du rapport final par le conseil
communal;
e) de goedkeuringsdatum of de verwachte datum van
goedkeuring van het eindverslag door de gemeenteraad;
f) le relevé des études et enquêtes qui doivent encore
être effectuées;
f) de opgave van de studies en de onderzoeken die
nog moeten gebeuren;
g) la superficie du terrain envisagé;
g) de oppervlakte van de onderzochte site;
h) le délai de construction du dépôt;
h) de termijn nodig voor de bouw van de opslagplaats;
i) le coût de chaque projet dans l’état actuel de son
élaboration ?
i) de kostprijs van elk project tot op heden ?
2. Par ailleurs, pourriez-vous communiquer quel est
le calendrier précis que le gouvernement s’est donné en
terme de décisions à prendre en la matière (position de
l’ONDRAF, choix par le gouvernement du site retenu,
définitions et calendrier des recherches complémentaires à effectuer, date de la décision finale) ?
2. Welk precies tijdschema stelt de regering voor de
te nemen beslissingen voorop (standpunt van de
NIRAS, keuze van de site door de regering, omschrijving en tijdschema van de gewenste bijkomende onderzoeken, datum van de eindbeslissing) ?
3. L’implantation du dépôt final sera accompagnée
de compensations économiques. Pourriez-vous sur ce
3. De site die de berging op zich zal nemen, heeft
recht op economische compensaties. Wat is de precieze
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10594
volet me donner précisément la nature de ces aides
(construction du site, transport du matériel, engagement de personnel, compensations proprement dites,
etc.) et les montants dégagés et retenus par le gouvernement dans le cadre de ses projections budgétaires
pluriannuelles pour la période 2005-2035 pour ces
compensations économiques ?
aard van die steunmaatregelen (bouw van de site, vervoer van materieel, indienstneming van personeel,
eigenlijke compensaties, enzovoort) ? Welke bedragen
heeft de regering in het raam van haar budgettaire
meerjarenprognoses 2005-2035 voor die economische
compensaties uitgetrokken ?
DO 2004200503131
DO 2004200503131
Question no 93 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier
2005 (N.) au ministre de l’Économie, de
l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 93 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPF. — Définition des objectifs. — Identification des
risques internes et externes.
FOD’s. — Definiëring doelstellingen. — Identificeren
interne en externe risico’s.
Dans le cadre des recommandations du COSO
(Committee of Sponsoring Organizations of the
Treadway Commission), la Cour des comptes a
examiné si les objectifs des SPF étaient définis et si les
risques internes et externes avaient été identifiés. La
procédure a été entamée et mise en œuvre dans tous les
SPF, sauf dans le vôtre.
In het kader van de COSO-aanbevelingen (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway
Commission) heeft het Rekenhof onderzocht of de
doelstellingen van de FOD werden gedefinieerd en of
de interne en externe risico’s werden geı̈dentificeerd.
Dit is, behalve bij uw FOD, bij alle FOD’s opgestart
en uitgevoerd.
Pouvez-vous préciser quand cette procédure sera
mise en œuvre au sein de votre SPF ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503138
DO 2004200503138
Question no 94 de M. Dirk Van der Maelen du 18 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Économie, de
l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 94 van de heer Dirk Van der Maelen van
18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Utilisation d’uranium naturel par les centrales nucléaires belges.
Gebruik van natuurlijk uranium door de Belgische
kerncentrales.
L’utilisation d’uranium naturel dans les centrales
nucléaires belges soulève les questions suivantes.
In verband met het gebruik van natuurlijk uranium
door de Belgische kerncentrales rijzen volgende
vragen.
1.
a) De quels pays provient l’uranium naturel livré aux
centrales nucléaires belges en 2004 et en 2005 ?
1.
a) Uit welke landen en gebieden is dat natuurlijk
uranium, geleverd aan de Belgische kerncentrales
voor 2004 en 2005, afkomstig ?
b) Pouvons-nous obtenir la traçage annuel de cet
l’uranium depuis que les centrales nucléaires
belges sont opérationnelles ?
b) Kunnen we een jaarlijkse historiek krijgen van de
herkomst van uranium sinds de Belgische kerncentrales operationeel zijn ?
2.
a) Quels contrats Synatom a-t-elle encore pour les
années à venir ?
2.
a) Welke contracten heeft Synatom nog lopen voor de
komende jaren ?
b) Avec quelles sociétés ces contrats ont-ils été
conclus ?
b) Met welke bedrijven ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10595
c) Quels délais sont en vigueur ?
c) Met welke termijnen ?
d) De quelles régions provient l’uranium naturel ?
d) Uit welke gebieden komt het natuurlijk uranium ?
3. Quelle quantité d’uranium naturel les centrales
nucléaires belges ont-elles utilisée annuellement depuis
qu’elles sont opérationnelles ?
3. Hoeveel natuurlijk uranium hebben de Belgische
kerncentrales jaarlijks gebruikt sinds ze operationeel
zijn ?
4. De graves problèmes environnementaux et des
violations des droits de l’homme commises contre les
populations locales ont été signalés sur les sites miniers
d’uranium et alentour. Des articles de presse sont
parus le 11 octobre 1997 à ce sujet dans la presse
flamande, à l’occasion d’une action publique menée
par l’ASBL « Voor Moeder Aarde » à proximité de la
centrale nucléaire de Doel le vendredi 10 octobre 1997.
La semaine suivante, une audition se tenait au Parlement avec des représentants des populations locales
venant en autres d’Australie, du Canada, de Namibie
et des États-Unis.
4. Er zijn ernstige milieuproblemen en schendingen
van mensenrechten van inheemse volkeren gesignaleerd in en rond de sites van uraniummijnen. Daarover
verschenen verschillende persartikels op 11 oktober
1997 in de Vlaamse pers naar aanleiding van een
publieke actie van Voor Moeder Aarde VZW aan de
kerncentrale van Doel op vrijdag 10 oktober 1997. De
week daarop volgde een hoorzitting in het parlement
met de aanwezige vertegenwoordigers van inheemse
volkeren uit onder andere Australië, Canada, Namibië
en de VS.
a) Une suite a-t-elle été donnée à ce dossier sous la
forme d’enquêtes menées par les instances responsables ?
a) Werd hier enig gevolg aan gegeven via onderzoek
door de verantwoordelijke instanties ?
b) Dans l’affirmative à l’initiative de qui et quels en
sont les résultats ?
b) Zo ja, door wie en wat waren de bevindingen ?
Commerce extérieur
Buitenlandse Handel
DO 2004200503131
DO 2004200503131
Question no 38 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier
2005 (N.) au ministre de l’Économie, de
l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 38 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPF. — Définition des objectifs. — Identification des
risques internes et externes.
FOD’s. — Definiëring doelstellingen. — Identificeren
interne en externe risico’s.
Dans le cadre des recommandations du COSO
(Committee of Sponsoring Organizations of the
Treadway Commission), la Cour des comptes a
examiné si les objectifs des SPF étaient définis et si les
risques internes et externes avaient été identifiés. La
procédure a été entamée et mise en œuvre dans tous les
SPF, sauf dans le vôtre.
In het kader van de COSO-aanbevelingen (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway
Commission) heeft het Rekenhof onderzocht of de
doelstellingen van de FOD werden gedefinieerd en of
de interne en externe risico’s werden geı̈dentificeerd.
Dit is, behalve bij uw FOD, bij alle FOD’s opgestart
en uitgevoerd.
Pouvez-vous préciser quand cette procédure sera
mise en œuvre au sein de votre SPF ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10596
Politique scientifique
Wetenschapsbeleid
DO 2004200502507
DO 2004200502507
Question no 43 de M. Patrick De Groote du 17 janvier
2005 (N.) à la ministre de l’Économie, de
l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Données relatives à la pauvreté infantile.
Les questions suivantes se posent à propos du
nombre d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté :
1. Pourriez-vous communiquer le nombre et le
pourcentage d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté,
ventilé par région ?
2. Pourriez-vous communiquer le nombre et le
pourcentage d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté
et faisant partie d’une famille monoparentale, ventilé
par région ?
3. Pourriez-vous communiquer la proportion
d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté en fonction
de la taille du ménage, en d’autres termes le lien entre
les ménages qui vivent dans la pauvreté et la taille du
ménage ?
4.
a) Dans quelle mesure les frais afférents à l’enseignement au cours des années de scolarité obligatoire
jouent-ils, selon vous, un rôle en tant que cause de
la pauvreté dans ces familles ?
b) Dans quelle mesure la gratuité de l’enseignement
obligatoire pourrait-elle constituer une solution en
ce qui concerne la situation financière difficile des
ménages vivant dans la pauvreté ?
c) Le ministre soutient-il l’éventuelle mise en œuvre
d’une telle mesure ? Dans l’affirmative, de quelle
manière ? Quelles initiatives pouvons-nous espérer
à cet égard ?
d) Des chiffres sont-ils disponibles en ce qui concerne
le lien entre la pauvreté et les frais inhérents à l’enseignement obligatoire ? Dans l’affirmative, pourriez-vous m’en fournir un aperçu ?
Vraag nr. 43 van de heer Patrick De Groote van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Gegevens inzake kinderarmoede.
Inzake het aantal kinderen dat onder de armoedegrens leeft, rijzen volgende vragen.
1. Kan u het aantal en percentage van kinderen dat
beneden de armoedegrens leeft meedelen, met onderverdeling per gewest ?
2. Kan u het aantal en percentage van kinderen dat
beneden die armoedegrens leeft en tezelfdertijd deel
uitmaakt van éénoudergezinnen, met onderverdeling
per gewest meedelen ?
3. Kan u de verdeling geven van het aantal kinderen
dat onder de armoedegrens leeft in functie van de
grootte van het gezin, met andere woorden het verband tussen gezinnen die in armoede leven en de
grootte van het gezin ?
4.
a) In welke mate spelen de kosten, gebonden aan het
onderwijs tijdens de verplichte leertijd volgens u
een rol als oorzaak van armoede in deze gezinnen ?
DO 2004200503131
DO 2004200503131
Question no 44 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier
2005 (N.) à la ministre de l’Économie, de
l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
SPF. — Définition des objectifs. — Identification des
risques internes et externes.
Dans le cadre des recommandations du COSO
(Committee of Sponsoring Organizations of the
Vraag nr. 44 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
FOD’s. — Definiëring doelstellingen. — Identificeren
interne en externe risico’s.
In het kader van de COSO-aanbevelingen (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
b) In welke mate zou een kostenloos leerplichtonderwijs tegemoet kunnen komen aan de moeilijke
financiële situatie van gezinnen in armoede ?
c) Wordt deze mogelijke maatregel door de minister
ondersteund ? Zo ja, op welke wijze ? Welke initiatieven mogen we hierin verwachten ?
d) Zijn er met betrekking tot het verband tussen
armoede en de kosten eigen aan het leerplichtonderwijs cijfergegevens beschikbaar ? Zo ja, graag
een overzicht.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10597
Treadway Commission), la Cour des comptes a
examiné si les objectifs des SPF étaient définis et si les
risques internes et externes avaient été identifiés. La
procédure a été entamée et mise en œuvre dans tous les
SPF, sauf dans le vôtre.
Commission) heeft het Rekenhof onderzocht of de
doelstellingen van de FOD werden gedefinieerd en of
de interne en externe risico’s werden geı̈dentificeerd.
Dit is, behalve bij uw FOD, bij alle FOD’s opgestart
en uitgevoerd.
Pouvez-vous préciser quand cette procédure sera
mise en œuvre au sein de votre SPF ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
DO 2004200503081
DO 2004200503081
Question no 240 de M. Melchior Wathelet du 13 janvier 2005 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et
de la Santé publique :
Vraag nr. 240 van de heer Melchior Wathelet van
13 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid :
Remboursement des frais de déplacement des personnes en chaise roulante.
Tegemoetkoming in de reiskosten van rolstoelgebruikers.
L’arrêté ministériel du 14 décembre 1995 ne prévoit
le remboursement des frais de déplacement liés aux
prestations de rééducation fonctionnelle que si les
bénéficiaires se déplacent dans leur voiturette
d’invalide vers et depuis un centre de rééducation fonctionnelle.
Naar luid van het ministerieel besluit van 14 december 1995 komen alleen de gehandicapten die aangewezen zijn op het gebruik van een rolstoel in aanmerking
voor een tegemoetkoming in hun vervoerskosten van
en naar een revalidatiecentrum.
Cette réglementation défavorise les personnes à
mobilité réduite qui ne se déplacent pas en voiturette
d’invalide mais qui, pourtant, doivent également
recourir à des conditions de transport particulières.
Ces conditions de transport particulières sont très
coûteuses et cependant non remboursées. Il n’existe
pour ces personnes à mobilité réduite aucune alternative bon marché : les initiatives prises en matière de
transport en commun adapté (« TEC 105 », l’ASBL
« Bon pied bon œil », etc.) sont un premier pas dans la
bonne direction mais restent insuffisantes (offre insuffisante pour des déplacements quotidiens, accès insuffisant en zone rurale, kilométrage subsidié insuffisant,
etc.).
Deze regeling benadeelt de minder mobiele mensen
die zich niet in een rolstoel maar op een andere aangepaste wijze dienen te verplaatsen. Deze aangepaste verplaatsingswijzen zijn duur en worden desondanks niet
vergoed. Deze minder mobiele mensen kunnen geen
gebruik maken van een goedkoper alternatief : de initiatieven op het stuk van aangepast openbaar vervoer
(« TEC 105 », de VZW « Bon pied bon oeil », enz.) zijn
een eerste stap in de goede richting maar volstaan niet
(te beperkt aanbod voor de dagelijkse verplaatsingen,
slechte bereikbaarheid op het platteland, subsidiëring
van te beperkt kilometeraanbod, enzovoort).
Le remboursement par l’assurance maladie des seuls
frais de déplacement des personnes en chaise roulante
nous semble discriminatoire à l’égard des personnes à
mobilité réduite se déplaçant quotidiennement à frais
élevés non remboursés mais sans chaise roulante.
Het feit dat de ziekteverzekering enkel bijdraagt in
de reiskosten van rolstoelgebruikers is volgens ons een
discriminatie ten aanzien van minder mobiele mensen
die dagelijks hoge verplaatsingskosten hebben maar
hiervoor niet worden vergoed omdat ze geen gebruik
maken van een rolstoel.
Quelle solution envisagez-vous pour y remédier ?
Wat zal u tegen deze discriminatie ondernemen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1339
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10598
DO 2004200503121
DO 2004200503121
Question no 241 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier
2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique :
Vraag nr. 241 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid :
Politique de prévention et de répression du phénomène
des faux indépendants. — Observations de la Cour
des comptes.
Beleid ter voorkoming en bestrijding van schijnzelfstandigheid. — Opmerkingen van het Rekenhof.
Dans son dernier Cahier, la Cour des comptes
examine notamment l’efficacité avec laquelle l’autorité
fédérale aborde le problème des faux indépendants. La
distinction entre les travailleurs salariés et les travailleurs indépendants est déterminée principalement par
une seule notion cruciale : la personne qui travaille
sous l’autorité d’une autre personne (ou dans les liens
de subordination) est un travailleur salarié, celle qui ne
travaille pas sous cette autorité est un travailleur indépendant. Selon la Cour des comptes, il ressort de
l’application faite de la notion d’autorité par la jurisprudence et les organismes de sécurité sociale que cette
notion n’offre pas un point de repère suffisant pour
fixer clairement la ligne de partage entre le statut de
travailleur salarié et celui de travailleur indépendant.
In zijn recente « Blunderboek » doet het Rekenhof
verslag van zijn onderzoek naar de doelmatigheid van
de aanpak van de federale overheid van de problematiek van schijnzelfstandigheid. Het onderscheid tussen
werknemers en zelfstandigen wordt bepaald door één
cruciaal begrip : wie werkt onder gezag (of in een band
van ondergeschiktheid) is werknemer; wie niet werkt
onder gezag, is een zelfstandige. Uit de toepassing
ervan in de rechtspraak en door de sociale zekerheidsinstellingen blijkt volgens het Rekenhof dat het begrip
« gezag » weinig houvast biedt voor een duidelijke afbakening van de grens tussen het statuut van werknemers en dat van zelfstandige.
La Cour observe que l’autorité publique ne dispose
pas de chiffres suffisants concernant la problématique
même, ni à propos de l’intervention des services
d’inspection vis-à-vis de cette problématique.
Verder blijkt uit het verslag van het Rekenhof dat de
overheid noch over de problematiek van de schijnzelfstandigen zelf, noch over het optreden van de inspectiediensten, over voldoende cijfermateriaal beschikt.
La Cour constate encore qu’aucune inspection n’a
une vue quantitative du nombre, de l’origine, du
profil, des délais d’exécution et des déroulements des
enquêtes qu’elles effectuent dans le cadre du phénomène des faux indépendants.
Het Rekenhof komt tot de bevinding dat geen
enkele inspectiedienst beschikt over kwantitatieve
gegevens wat betreft het aantal, de oorsprong, het
profiel, de doorlooptijden en afhandeling van de door
hemzelf uitgevoerde onderzoeken naar schijnzelfstandigheid.
1.
a) Quel est le nombre de faux indépendants en Belgique et respectivement dans les Régions flamande,
wallonne et bruxelloise ?
1.
a) Hoeveel schijnzelfstandigen zijn er in België en
respectievelijk in het Vlaamse, Waalse en Brusselse
Gewest ?
b) Dans quels secteurs économiques sont-ils actifs ?
b) In welke economische sectoren werken ze ?
c) Quels métiers pratiquent-ils ?
c) Welke beroepen voeren ze uit ?
d) S’agit-il principalement d’activités principales ou
complémentaires ?
d) Betreft het voornamelijk zelfstandige hoofdberoepen dan wel bijberoepen ?
2.
a) Combien de faux indépendants sont repérés
chaque année ?
2.
a) Hoeveel schijnzelfstandigen worden jaarlijks opgespoord ?
b) Dans quels secteurs économiques et pour quels
métiers ?
b) In welke economische sectoren en beroepen ?
c) Quel est le montant total de cotisations sociales
qui ont ainsi été perçues au cours de ces dernières
années ?
c) Wat is het totale bedrag aan sociale zekerheidsbijdragen dat de voorbije jaren op deze manier
werd geı̈nd ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10599
3.
a) Partagez-vous l’avis de la Cour des comptes selon
lequel la notion d’« autorité » ne suffit pas pour
faire une distinction claire et nette entre les travailleurs et les indépendants ?
3.
a) Bent u het eens met de stelling van het Rekenhof
dat de notie « gezag » niet volstaat om een ondubbelzinnig onderscheid te kunnen maken tussen
werknemers en zelfstandigen ?
b) Quelles mesures envisagez-vous de prendre le cas
échéant pour marquer plus clairement cette différence ?
b) Welke maatregelen overweegt u desgevallend te
nemen om het onderscheid te verduidelijken ?
4.
a) Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour
exercer un meilleur contrôle sur le phénomène des
faux indépendants ?
4.
a) Welke maatregelen overweegt u te nemen om een
verbeterde controle op het fenomeen van de schijnzelfstandigheid mogelijk te maken ?
b) Que pensez-vous de la recommandation de la Cour
des comptes selon laquelle un choix erroné de
statut doit, de préférence, déjà être détecté au
moment de l’affiliation en qualité de travailleur
indépendant, plutôt qu’à posteriori ?
b) Wat vindt u van de aanbeveling van het Rekenhof
om een verkeerde statuutkeuze bij voorkeur op te
sporen op het moment van de aansluiting als zelfstandige in plaats van a posteriori ?
5. Quelles mesures envisagez-vous de prendre en
vue d’améliorer les informations statistiques des services d’inspection sur la problématique des faux indépendants ?
5. Welke maatregelen overweegt u te nemen met
het oog op een verbetering van de bij de inspectiediensten aanwezige statistische informatie over de problematiek van de schijnzelfstandigen ?
DO 2004200503122
DO 2004200503122
Question no 242 de M. Jean-Marc Nollet du 18 janvier
2005 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique :
Vraag nr. 242 van de heer Jean-Marc Nollet van 18 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid :
Titres-services.
Dienstencheques.
Pourriez-vous communiquer pour les années 2003 et
2004 :
Kan u me voor 2003 en 2004 meedelen :
1. le nombre de titres-services vendus en Flandre, à
Bruxelles et en Wallonie;
1. Hoeveel dienstencheques in Vlaanderen, Brussel
en Wallonië verkocht werden;
2. le nombre de travailleurs sans emploi qui ont pu
en bénéficier;
2. Hoeveel werklozen er gebruik van konden
maken;
3. le nombre d’emplois qui ont pu être créés par ce
biais, en chiffres absolus et en équivalents temps plein ?
3. Hoeveel banen — uitgedrukt in absolute cijfers
en in voltijdse equivalenten — via deze weg gecreëerd
werden ?
DO 2004200503134
DO 2004200503134
Question no 243 de M. Koen Bultinck du 18 janvier
2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique :
Vraag nr. 243 van de heer Koen Bultinck van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid :
Archivage des dossiers médicaux de généralistes et de
spécialistes décédés.
Archivering van medische dossiers van overleden huisartsen en specialisten.
Un problème se pose à intervalles réguliers : celui de
l’archivage des dossiers médicaux lors de la reprise
d’un cabinet médical ou du décès d’un médecin.
Regelmatig duikt het probleem op van de archivering van medische dossiers bij de overname van dokterspraktijken of bij het overlijden van een arts.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10600
1. Pourriez-vous préciser les obligations, légales ou
autres, auxquelles il doit être satisfait dans ce
domaine ?
1. Kan u duidelijkheid scheppen over de al dan niet
wettelijke verplichtingen terzake ?
2. Quel rôle jouent l’Ordre des Médecins et
l’autorité publique ?
2. Wat is de rol hierin van de Orde der Geneesheren
en van de overheid ?
3. Êtes-vous convaincu ou non de la nécessité de
prendre en la matière une initiative législative ?
3. Bent u al dan niet overtuigd van de noodzaak
voor een wetgevend initiatief terzake ?
DO 2004200503149
DO 2004200503149
Question no 244 de M. Koen Bultinck du 19 janvier
2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique :
Vraag nr. 244 van de heer Koen Bultinck van 19 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid :
Remboursement des inséminations artificielles.
Terugbetaling kunstmatige inseminaties.
Depuis juillet 2003, les frais de laboratoire afférents
à la fécondation in vitro (FIV) sont remboursés par
l’assurance maladie.
Sinds juli 2003 worden de laboratoriumproeven
voor IVF (in vitro fertilisatie) terugbetaald door de
ziekteverzekering.
Selon les chiffres des mutualités chrétiennes (CM),
le nombre de traitements FIV aurait augmenté
d’environ 49 % en un an depuis l’instauration du
remboursement.
Uit cijfers van de Christelijke Mutualiteit (CM) zou
blijken dat het aantal IVF-ingrepen sinds de terugbetaling is gestegen met ongeveer 49 % in één jaar tijd.
Par ailleurs, des techniques moins agressives comme
l’insémination artificielle seraient abandonnées.
Anderzijds blijkt dat minder agressieve technieken
zoals kunstmatige inseminatie worden overgeslagen.
1. Le ministre dispose-t-il de données confirmant
les chiffres des mutualités chrétiennes ?
1. Beschikt u over gegevens die de cijfers van de
CM bevestigen ?
2. Le nombre d’inséminations artificielles est-il
enregistré ? Pourquoi ?
2. Bestaat al dan niet een registratie voor het aantal
kunstmatige inseminaties en zo ja, waarom ?
3. Le ministre est-il disposé à envisager le remboursement de l’insémination artificielle par l’assurance
maladie, dans la mesure où le recours à cette technique
représenterait une économie incontestable pour la
collectivité ?
3. Bent u bereid de terugbetaling door de ziekteverzekering van kunstmatige inseminatie te overwegen, in
de wetenschap dat die maatschappelijk goedkoper is ?
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2004200503090
DO 2004200503090
Question no 376 de Mme Annelies Storms du 14 janvier
2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique :
Vraag nr. 376 van mevrouw Annelies Storms van
14 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid :
Augmentation du nombre de cancers chez les enfants.
Stijgend aantal kankergevallen bij kinderen.
Il ressort d’une vaste étude internationale portant
sur l’évolution du cancer chez les enfants européens au
cours des trente dernières années que les cas de cancer
sont de plus en plus fréquents chez les enfants et les
adolescents. Pour les enfants jusque 14 ans, le nombre
Uit een grootschalig internationaal onderzoek naar
de evolutie van kinderkanker in europa de voorbije
dertig jaar blijkt dat kanker bij kinderen en adolescenten steeds vaker voorkomt. Voor kinderen tot veertien
jaar steeg het aantal van 118 patiëntjes per miljoen
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10601
de cas de cancer est passé de 118 par million d’enfants
dans les années ’70 à 139 dans les années ’90, ce qui
représente une augmentation de 1 % par an. Pour les
adolescents, l’augmentation est de 1,5 % par an, le
nombre de cas étant passé de 147 à 193 par million
d’adolescents.
Selon les chercheurs, l’amélioration du diagnostic et
de l’enregistrement des cancers n’explique qu’en partie
l’augmentation du nombre de cas de cancers signalés
chez les enfants. Il y a une réelle augmentation du
nombre de jeunes patients atteints d’un cancer.
1.
a) Le nombre d’enfants cancéreux a-t-il augmenté de
la même manière en Belgique ?
b) Y a-t-il des raisons de penser que cela n’est pas le
cas ?
c) Que disent les chiffres dont on dispose à ce sujet ?
2.
a) Où en est-on en ce qui concerne la création du
registre fédéral du cancer ?
b) Quand cette initiative prendra-t-elle concrètement
forme ?
c) A-t-on mené une concertation avec les Communautés ?
d) Si non, pourquoi pas ?
e) La récolte et l’enregistrement des données sont-ils
confiés à un service externe ?
3.
a) Envisagez-vous de prendre des mesures pour
mieux soutenir ces centres d’oncologie infantile ?
b) Si oui, lesquelles ?
c) Envisagez-vous d’imposer des mesures d’économie
à ces centres ?
4.
a) Quelle est votre opinion à propos de ces projets ?
b) Envisagez-vous de prévoir un soutien financier
pour ces projets ?
c) Pourquoi (pas) ?
kinderen in de jaren zeventig tot 139 in de jaren negentig, een stijging van 1 % per jaar. Bij adolescenten
bedroeg de stijging 1,5 % per jaar, van 147 naar 193
per miljoen kinderen.
Een verbeterde diagnose en registratie is volgens de
onderzoekers een oorzaak van de stijging van het aantal meldingen van kinderkanker, maar niet de enige.
Er is een reële toename van kinderkankerpatiëntjes.
1.
a) Is kinderkanker in België in dezelfde mate toegenomen ?
b) Zijn er redenen om aan te nemen dat niet zo is ?
c) Wat zeggen de cijfers die hierover ter beschikking
zijn ?
2.
a) Hoever staat het met de oprichting van het federaal
kankerregister ?
b) Wanneer zal dit federaal kankerregister van start
gaan ?
c) Is er overleg gepleegd met de gemeenschappen ?
d) Zo neen, waarom niet ?
e) Wordt de registratie en verzameling van de gegevens aan een externe dienst toevertrouwd ?
3.
a) Overweegt u maatregelen te nemen om deze centra
voor kinderoncologie beter te ondersteunen ?
b) Zo ja, welke ?
c) Overweegt u om in deze centra besparingen door
te voeren ?
4.
a) Hoe staat u tegenover deze projecten ?
b) Overweegt u om in financiële ondersteuning te
voorzien voor deze projecten ?
c) Waarom (niet) ?
DO 2004200503139
DO 2004200503139
Question no 377 de M. Hagen Goyvaerts du 18 janvier
2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique :
Annulation de l’arrêté royal relatif aux normes de
rayonnement des antennes relais de téléphonie
mobile.
Par un arrêt de décembre 2004, le Conseil d’État
aurait annulé un arrêté royal de 2001 fixant les normes
Vraag nr. 377 van de heer Hagen Goyvaerts van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid :
Vernietiging van het koninklijk besluit over de stralingsnormen van GSM-masten.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
De Raad van State zou in een arrest van december
2004 een koninklijk besluit van 2001 dat de stralings2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10602
de rayonnement pour les antennes relais de téléphonie
mobile.
1.
a) Cette information est-elle exacte ?
b) Dans l’affirmative, de quel arrêt s’agit-il en
l’espèce ?
2. Quels sont les motifs pour lesquels le Conseil
d’État a annulé cet arrêté royal ?
3. Quel argument juridique a été invoqué par le
Conseil d’État ?
4. Les organes concernés ont-ils été consultés avant
que l’arrêté royal ne soit soumis au Conseil d’État ?
normen voor GSM-masten vastlegt,
hebben.
1.
a) Klopt deze berichtgeving ?
b) Zo ja, over welk arrest gaat het ?
vernietigd
5. Quelles mesures envisagez-vous de prendre à
brève échéance pour remédier à l’insécurité juridique
qui entoure cet arrêté royal ?
6. Selon quel échéancier comptez-vous agir ?
2. Wat is de aanleiding voor de vernietiging door de
Raad van State geweest ?
3. Op basis van welke juridisch argument werd het
betreffende koninklijk besluit geschorst ?
4. Werden voorafgaandelijk aan de voorlegging
van het koninklijk besluit aan de Raad van State de
nodige adviezen bij de betrokken instanties aangevraagd ?
5. Welke initiatieven overweegt u op korte termijn
te nemen om de rechtsonzekerheid aangaande het
betrokken koninklijk besluit weg te nemen ?
6. Binnen welk tijdskader denkt u dit te doen ?
DO 2004200503150
DO 2004200503150
Question no 378 de M. Jo Vandeurzen du 19 janvier
2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique :
Dossier médical général. — Un dossier par patient.
L’organisation des soins de santé semble fondée sur
le principe du dossier médical unique par patient,
susceptible d’être consulté par tous les prestataires de
soins.
1. Adhérez-vous à cette option ?
2. Quelles initiatives sont prises actuellement pour
favoriser la tenue d’un seul dossier médical (électronique) par patient ?
Vraag nr. 378 van de heer Jo Vandeurzen van 19 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid :
Algemeen medisch dossier. — Één dossier per patiënt.
De organisatie van de gezondheidszorg lijkt het
principe voor te staan dat voor elke patiënt er slechts
één dossier moet bestaan, dat door alle zorgverstrekkers wordt geconsulteerd.
1. Kan u deze optie ondersteunen ?
2. Welke initiatieven worden er op dit ogenblik
genomen om de organisatie van één (elektronisch)
medisch dossier per patiënt te bevorderen ?
Ministre de l’Emploi
et de la Protection des consommateurs
Minister van Werk
en Consumentenzaken
Emploi
Werk
DO 2004200503067
DO 2004200503067
Question no 215 de M. Gerolf Annemans du 13 janvier
2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
SPF Emploi, Travail et Concertation sociale. —
Réforme. — Bilan.
Fin mai 2004, la Cour des Comptes s’est enquise de
l’état d’avancement de la réforme des services publics
Vraag nr. 215 van de heer Gerolf Annemans van 13 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en
Consumentenzaken :
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. —
Hervorming. — Stand van zaken.
Eind mei 2004 heeft het Rekenhof geı̈nformeerd
naar de stand van zaken met betrekking tot de hervor-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10603
fédéraux. Seul le SPF Emploi, Travail et Concertation
sociale n’a pas estimé utile de répondre à cette question.
1. Pour quelle raison ?
ming van de federale overheidsdiensten. Enkel de FOD
Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg heeft het
niet nodig geacht op deze vraag te antwoorden.
1. Wat is de reden hiervan ?
2. Pourriez-vous fournir le bilan de la réforme du
SPF Emploi, Travail et Concertation sociale ?
2. Kan u de stand van zaken met betrekking tot de
hervorming van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en
Sociaal Overleg geven ?
DO 2004200502859
DO 2004200502859
Question no 216 de M. Jo Vandeurzen du 14 janvier
2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Vraag nr. 216 van de heer Jo Vandeurzen van 14 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en
Consumentenzaken :
Secteur horeca. — Durée de travail minimum obligatoire.
Horecasector. — Verplichte minimumarbeidsduur.
La dérogation autorisée à la durée de travail minimum obligatoire de 10 heures par semaine est limitée
à des prestations de travail de 4 heures ou à un jour
fixe de la semaine. Dans le secteur horeca, ce système
n’est pas très flexible.
De toegelaten afwijking van de verplichte minimumarbeidsduur van 10 uur per week is beperkt tot
arbeidsprestaties van 4 uur of een vaste dag in de
week. In de horecasector is dit systeem niet erg flexibel.
Un travailleur qui effectue quatre heures de prestations par semaine peut-il également se voir proposer
un contrat pour, par exemple, des prestations plus
importantes pendant une période de vacances ?
Kan eenzelfde arbeidskracht die vast 4 uur per week
presteert ook een contract worden aangeboden voor
bijvoorbeeld ruimere prestaties tijdens een vakantieperiode ?
DO 2004200503109
DO 2004200503109
Question no 217 de M. Guy D’haeseleer du 17 janvier
2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Vraag nr. 217 van de heer Guy D’haeseleer van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en
Consumentenzaken :
Agrément d’entreprises dans le cadre du système des
titres-services.
Erkenning van ondernemingen in het kader van de
dienstencheques.
Le gouvernement fédéral a renforcé, simplifié et
assoupli le système des titres-services en vue de créer
25.000 nouveaux emplois d’ici à la fin 2005.
De federale regering heeft het systeem van dienstencheques versterkt, vereenvoudigd en versoepeld,
met de bedoeling tegen eind 2005 25.000 extra banen te
scheppen.
Pour pouvoir adhérer au système des titres-services,
les entreprises doivent être agréées par le ministre, sur
l’avis de la Commission « d’agréments ».
Om te kunnen instappen in het systeem van dienstencheques moeten de ondernemingen erkend worden
door de minister, na advies van de Commissie
« erkenningen ».
1.
a) Pourriez-vous me faire savoir combien
d’entreprises ont été agréées au total, par région et
par secteur d’activité ?
1.
a) Kan u meedelen hoeveel ondernemingen er in
totaal zijn erkend, opgesplitst per gewest en per
activiteit ?
b) Combien de ces entreprises ont été agréées depuis
l’adaptation de la loi du 20 juillet 2001 visant à
favoriser le développement de services et d’emplois
de proximité, par secteur d’activité et par région ?
b) Hoeveel van deze ondernemingen werden erkend
sinds de aanpassing van de wet van 20 juli 2001 tot
bevordering van buurtdiensten en -banen, opgesplitst per activiteit en per gewest ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10604
2. Combien de ces nouveaux agréments sont des
agréments temporaires accordés pour un terme de six
mois parce que la demande portait sur des activités ne
figurant pas expressément dans les statuts ?
3. Après avoir obtenu l’avis de la Commission, le
ministre peut décider de suspendre l’agrément d’une
entreprise qui ne satisfait plus aux conditions.
Combien d’entreprises ont déjà vu leur agrément
suspendu, ventilées par activité et par région ?
4. Après avoir obtenu l’avis de la Commission, le
ministre peut décider de retirer l’agrément d’une entreprise qui ne satisfait plus aux conditions.
Combien d’entreprises, par secteur d’activité et par
région, ont déjà vu leur agrément retiré ?
2. Hoeveel van deze nieuwe erkenningen zijn tijdelijke erkenningen, toegekend voor een duur van zes
maanden, omdat een erkenning werd gevraagd voor
activiteiten die niet uitdrukkelijk vermeld staan in de
statuten ?
3. Na advies van de Commissie kan de minister
overgaan tot schorsing van de erkenning van een onderneming die niet langer voldoet aan de voorwaarden.
Bij hoeveel ondernemingen werd reeds overgegaan
tot schorsing van de erkenning, opgesplitst per activiteit en per gewest ?
4. Na advies van de Commissie kan de minister
overgaan tot intrekking van de erkenning van een onderneming die niet langer voldoet aan de voorwaarden.
Bij hoeveel ondernemingen werd reeds overgegaan
tot intrekking van de erkenning, opgesplitst per activiteit en per gewest ?
DO 2004200503110
DO 2004200503110
Question no 218 de M. Guy D’haeseleer du 17 janvier
2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Composition de la commission consultative
« d’agréments » dans le cadre du système des titresservices.
Une commission consultative « d’agréments » a été
mise sur pied auprès de l’administration centrale de
l’ONEm dans le cadre du système des titres-services.
Elle est chargée de rendre des avis concernant l’octroi,
la suspension ou le retrait de l’agrément des entreprises.
1. Pouvez-vous nous communiquer la composition
de cette commission de consultation ?
2. Pouvez-vous nous communiquer le règlement
interne qui devait être établi au sein de la commission
et présenté au ministre ?
Vraag nr. 218 van de heer Guy D’haeseleer van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en
Consumentenzaken :
Samenstelling van de Adviescommissie « erkenningen »
in het kader van de dienstencheques.
DO 2004200503124
DO 2004200503124
Question no 223 de Mme Muriel Gerkens du 18 janvier
2005 (Fr.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Travailleurs atteints d’une maladie due à l’amiante. —
Intervention du Fonds des maladies professionnelles.
Vraag nr. 223 van mevrouw Muriel Gerkens van 18 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Werk en
Consumentenzaken :
Werknemers die aan een asbestgerelateerde ziekte
lijden. — Tegemoetkoming door het Fonds voor
Beroepsziekten.
Het Fonds voor Beroepsziekten verleent een ruime
tegemoetkoming aan de werknemers die het slachtoffer zijn van een asbestgerelateerde ziekte.
Le Fonds des maladies professionnelles intervient de
manière importante vis-à-vis des travailleurs atteints
d’une maladie due à l’amiante.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
In het kader van het systeem van dienstencheques
werd er bij het Hoofdbestuur van de RVA een Adviescommissie « erkenningen » opgericht, die advies moet
verstrekken betreffende de toekenning, de opschorting
of intrekking van de erkenning van de ondernemingen.
1. Kan u de samenstelling meedelen van deze adviescommissie ?
2. Kan u kennis geven van het huishoudelijk reglement dat in de schoot van deze commissie moest opgesteld worden en aan de minister moest worden voorgelegd ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10605
Pourriez-vous donner les éléments suivants pour
chaque année depuis 2000 ?
Kan u mij vanaf 2000 jaar per jaar de volgende gegevens bezorgen :
1. Quel est le nombre de personnes pour qui un
dossier est en cours au Fonds des maladies professionnelles pour chaque catégorie de maladie répertoriée
comme étant due à l’amiante ?
1. Voor hoeveel personen heeft het Fonds voor Beroepsziekten, uitgesplitst per categorie van asbestgerelateerde ziekten, een dossier geopend ?
2. Quel est le montant des indemnisations qui y
correspondent ?
2. Hoeveel bedraagt de tegemoetkoming die het
Fonds voor elk van deze categorieën uitkeert ?
3. Quel est le nombre de décès répertoriés ?
3. Hoeveel sterfgevallen heeft het Fonds geregistreerd ?
4. Quelle fut la durée de traitement des dossiers ?
4. Hoelang doet het Fonds over de behandeling van
deze dossiers ?
5. Des examens médicaux complémentaires ont-ils
été demandés et ce dans quelle proportion et pour
quelles raisons ?
5. Werden bijkomende medische onderzoeken aangevraagd ? Zo ja, wat is hun aandeel op het totaal aantal dossiers en waarom werden ze aangevraagd ?
6. Quelles sont les raisons pour lesquelles des
dossiers ont été refusés ?
6. Om welke redenen werden sommige dossiers
geweigerd ?
Ministre de la Coopération au développement
Minister van Ontwikkelingssamenwerking
DO 2004200503083
DO 2004200503083
Question no 54 de M. Francis Van den Eynde du
14 janvier 2005 (N.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 54 van de heer Francis Van den Eynde van
14 januari 2005 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Rwanda. — Sabotage des tentatives de rétablir la paix
dans l’est du Congo.
Rwanda. — Tegenwerking vredespogingen in OostKongo.
Nul ne pourra nier que les troupes du président
rwandais Paul Kagame torpillent systématiquement
toute tentative de rétablir la paix dans l’est du Congo.
Dat de troepen van de Rwandese president Kagame
de vredespogingen in Oost-Kongo systematisch onderuit halen, zal wel door niemand tegengesproken
worden.
Des vues aériennes prises fin novembre 2004 par la
mission de paix des Nations Unies en République
démocratique du Congo montraient déjà clairement
que l’armée gouvernementale rwandaise opérait à
nouveau sur le territoire congolais.
Eind november 2004 toonden luchtfoto’s van de
VN-vredesmissie in Kongo reeds duidelijk aan dat het
Rwandees regeringsleger opnieuw op Kongolees
grondgebied actief was.
M. Kagame ne s’est guère donné la peine de dissimuler la contribution active de ses troupes au mouvement de rébellion dans cette région. Il a déclaré notamment qu’il était « possible » que des opérations soient
en cours au Congo, justifiant de surcroı̂t son offensive
dans un courrier adressé au Conseil de Sécurité de
l’ONU.
Kagame deed nauwelijks moeite om de actieve steun
van zijn troepen aan de opstand in de streek te verhullen. Hij verklaarde onder meer dat operaties in Kongo
« mogelijk » aan de gang waren en in een brief aan de
VN-Veiligheidsraad rechtvaardigde hij zijn offensief.
La Suède a dès lors décidé de ne plus accorder d’aide
financière à Kigali et la Grande-Bretagne a menacé
d’en faire de même. Notre ministre de la Coopération
Ten gevolge van dit alles heeft Zweden beslist om
zijn budgettaire steun aan Kigali stop te zetten en
Groot-Brittannië dreigde ermee hetzelfde te doen. Ook
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1340
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10606
au Développement n’a pour sa part pas exclu une
suppression partielle de l’aide.
onze minister van Ontwikkelingssamenwerking sloot
een gedeeltelijke intrekking van de hulp niet uit.
La Belgique ou l’Europe ont-elles déjà pris des sanctions concrètes à l’encontre du régime de Kigali, et
dans l’affirmative, quelles sanctions ?
Werden er ondertussen reeds concrete sancties
vanwege België of vanwege Europa ten opzicht van het
regime van Kigali getroffen en zo ja, dewelke ?
DO 2004200503085
DO 2004200503085
Question no 55 de Mme Zoé Genot du 14 janvier 2005
(Fr.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 55 van mevrouw Zoé Genot van 14 januari
2005 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Prêts d’État à État octroyés par le gouvernement
depuis juillet 2003.
Sinds juli 2003 door de regering toegekende leningen
van Staat tot Staat.
Ma question concerne les prêts d’État à État octroyés par le gouvernement depuis juillet 2003.
Mijn vraag betreft de leningen van Staat tot Staat
die de regering sinds juli 2003 heeft toegekend.
1. Pour quels dossiers des prêts ont-ils été octroyés ?
1. In het kader van welke dossiers werden leningen
toegekend ?
2. Pourriez-vous donner par dossier la date de la
décision du Conseil des ministres, le montant en cours,
les conditions de prêt, le nom du pays ainsi qu’une
courte description du projet ?
2. Kan u me per dossier de volgende gegevens
meedelen : de datum van de beslissing van de Ministerraad, het bedrag van de lopende leningen, de voorwaarden waaronder deze leningen werden toegekend
evenals de naam van het land en een korte beschrijving
van het project ?
3. Quels sont les normes et critères nationaux et
internationaux qui ont été utilisés pour évaluer le
projet ?
3. Volgens welke nationale en internationale criteria en normen werden de projecten geëvalueerd ?
4.
a) Pour lesquels parmi ces projets une étude
d’incidence a-t-elle été réalisée ?
4.
a) Voor welke projecten werd een effectenstudie opgesteld ?
b) De quelle manière le gouvernement en a-t-il tenu
compte ?
b) In welke mate heeft de regering met deze studies
rekening gehouden ?
DO 2004200503116
DO 2004200503116
Question no 56 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier
2005 (N.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 56 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
SPF. — Président du comité de direction. — Plans de
management et opérationnel.
FOD. — Voorzitter directiecomité. — Managementen operationeel plan.
Presque tous les présidents des comités de direction
de SPF ont confectionné un plan de management et un
plan opérationnel, et les ont soumis pour approbation
aux ministres. Seul le plan opérationnel de votre SPF l
n’a pas encore été définitivement élaboré.
Bijna alle voorzitters van de directiecomités van de
FOD hebben een management- en operationeel plan
opgesteld en aan de ministers ter goedkeuring bezorgd.
Enkel bij uw FOD is het operationeel plan nog niet
volledig opgesteld.
Pourriez-vous me faire savoir quand ce sera chose
faite ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10607
DO 2004200503146
DO 2004200503146
Question no 57 de M. Guido Tastenhoye du 19 janvier
2005 (N.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 57 van de heer Guido Tastenhoye van 19 januari 2005 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Soutien direct et indirect à l’Autorité palestinienne.
Rechtstreekse en onrechtstreekse steun aan de Palestijnse Autoriteit.
1. Pourriez-vous me faire savoir de quelle manière
votre département a accordé un soutien direct ou indirect (par le biais d’organisations non gouvernementales, d’institutions supranationales, etc.) à l’Autorité
palestinienne ou à des institutions ou organisations
actives sur son territoire ?
1. Kan u meedelen op welke wijze er via uw departement in 2004 rechtstreekse of onrechtstreekse (via
niet-gouvernementele organisaties (NGO’s), supranationale instellingen, enzovoort) steun werd verleend
aan de Palestijnse Autoriteit of aan instellingen of
organisaties die op haar grondgebied actief zijn ?
2. Quels projets ont pu bénéficier de ce soutien et
quels moyens financiers ont été affectés à chaque
projet ?
2. Kan u preciseren om welke projecten het ging, en
hoeveel financiële middelen er telkens met elk project
gepaard gingen ?
3. Combien de projets devraient bénéficier d’un
soutien financier en 2005 ? Quel montant sera affecté à
chacun de ces projets ?
3. Hoeveel projecten, met telkens hoeveel middelen, worden er in het jaar 2005 gepland ?
Ministre de la Fonction publique,
de l’Intégration sociale,
de la Politique des grandes villes
et de l’Égalité des chances
Minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen
Intégration sociale
Maatschappelijke Integratie
DO 2004200502507
DO 2004200502507
Question no 85 de M. Patrick De Groote du 17 janvier
2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de
l’Intégration sociale, de la Politique des grandes
villes et de l’Égalité des chances :
Vraag nr. 85 van de heer Patrick De Groote van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Données relatives à la pauvreté infantile.
Gegevens inzake kinderarmoede.
Les questions suivantes se posent à propos du
nombre d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté :
Inzake het aantal kinderen dat onder de armoedegrens leeft, rijzen volgende vragen.
1. Pourriez-vous communiquer le nombre et le
pourcentage d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté,
ventilé par région ?
1. Kan u het aantal en percentage van kinderen dat
beneden de armoedegrens leeft meedelen, met onderverdeling per gewest ?
2. Pourriez-vous communiquer le nombre et le
pourcentage d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté
et faisant partie d’une famille monoparentale, ventilé
par région ?
2. Kan u het aantal en percentage van kinderen dat
beneden die armoedegrens leeft en tezelfdertijd deel
uitmaakt van éénoudergezinnen, met onderverdeling
per gewest meedelen ?
3. Pourriez-vous communiquer la proportion
d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté en fonction
3. Kan u de verdeling geven van het aantal kinderen
dat onder de armoedegrens leeft in functie van de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10608
de la taille du ménage, en d’autres termes le lien entre
les ménages qui vivent dans la pauvreté et la taille du
ménage ?
grootte van het gezin, met andere woorden het verband tussen gezinnen die in armoede leven en de
grootte van het gezin ?
4.
a) Dans quelle mesure les frais afférents à l’enseignement au cours des années de scolarité obligatoire
jouent-ils, selon vous, un rôle en tant que cause de
la pauvreté dans ces familles ?
4.
a) In welke mate spelen de kosten, gebonden aan het
onderwijs tijdens de verplichte leertijd volgens u
een rol als oorzaak van armoede in deze gezinnen ?
b) Dans quelle mesure la gratuité de l’enseignement
obligatoire pourrait-elle constituer une solution en
ce qui concerne la situation financière difficile des
ménages vivant dans la pauvreté ?
b) In welke mate zou een kostenloos leerplichtonderwijs tegemoet kunnen komen aan de moeilijke
financiële situatie van gezinnen in armoede ?
c) Le ministre soutient-il l’éventuelle mise en œuvre
d’une telle mesure ? Dans l’affirmative, de quelle
manière ? Quelles initiatives pouvons-nous espérer
à cet égard ?
c) Wordt deze mogelijke maatregel door de minister
ondersteund ? Zo ja, op welke wijze ? Welke initiatieven mogen we hierin verwachten ?
d) Des chiffres sont-ils disponibles en ce qui concerne
le lien entre la pauvreté et les frais inhérents à l’enseignement obligatoire ? Dans l’affirmative, pourriez-vous m’en fournir un aperçu ?
d) Zijn er met betrekking tot het verband tussen
armoede en de kosten eigen aan het leerplichtonderwijs cijfergegevens beschikbaar ? Zo ja, graag
een overzicht.
Égalité des chances
Gelijke Kansen
DO 2004200503082
DO 2004200503082
Question no 44 de M. Francis Van den Eynde du
13 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction
publique, de l’Intégration sociale, de la Politique
des grandes villes et de l’Égalité des chances :
Vraag nr. 44 van de heer Francis Van den Eynde van
13 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke
Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le
racisme. — « Meldpunt Anti-Belgische Discriminatie ».
Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — « Meldpunt Anti-Belgische Discriminatie ».
En réponse à ma question écrite au Premier Ministre
concernant la position du Centre pour l’égalité des
chances et la lutte contre le racisme à l’égard du
« Meldpunt Anti-Belgische Discriminatie », le point de
contact chargé de la lutte contre la discrimination antibelge, le ministre a déclaré qu’il n’était pas exclu que
celui qui fonde un tel point de contact se rende luimême coupable de discrimination (question no45 du
14 juillet 2004, Questions et Réponses, La Chambre,
2003-2004, no 44, pp. 6781-6782.) En d’autres termes,
se préoccuper de la discrimination des autochtones est
considéré aussi bien par le Centre pour l’égalité des
chances et la lutte contre le racisme que par le ministre
comme un critère de nature à légitimer une présomption de discrimination.
In antwoord op mijn schriftelijke vraag aan de
eerste minister met betrekking tot het standpunt van
het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding ten opzichte van het « Meldpunt AntiBelgische Discriminatie », zei de minister dat het niet
uitgesloten is dat wie zo’n meldpunt opzet, zich daarbij zelf schuldig maakt aan discriminatie (vraag nr. 45
van 14 juli 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer,
2003-2004, nr. 44, blz. 6781-6782). Met andere woorden : het bezorgd zijn om de discriminatie van autochtonen wordt zowel door het Centrum voor gelijkheid
van kansen en voor racismebestrijding als door de
minister beschouwd als criterium dat een verdenking
van discriminatie verantwoordt.
1. Existe-t-il d’autres critères de cette nature ?
1. Zijn er nog andere criteria van deze aard ?
2. Si oui, lesquels ?
2. Zo ja, dewelke ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10609
DO 2004200503127
no
DO 2004200503127
Mme
Question 45 de
Annelies Storms du 18 janvier
2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de
l’Intégration sociale, de la Politique des grandes
villes et de l’Égalité des chances :
Centre pour l’Égalité des chances et la lutte contre le
racisme. — Plaintes en rapport avec la discrimination à l’embauche.
Régulièrement, des informations traitent du taux de
chômage parmi la population immigrée et les grandes
différences constatées avec les autochtones. Pour
diverses raisons, les immigrés ont beaucoup de mal de
trouver un emploi. La Belgique se situe d’ailleurs
largement sous la moyenne européenne.
Selon des études menées ces dernières années, il
existe bien une discrimination à l’encontre des immigrés à l’embauche et sur le lieu de travail.
4. Depuis 2002, combien de plaintes le Centre pour
l’Egalité entre les hommes et les femmes contre le
racisme a-t-il reçues annuellement, par Région,
concernant la discrimination des femmes sur le lieu de
travail ?
5. Quelles mesures concrètes avez-vous déjà prises
ou envisagez-vous de prendre pour lutter contre la
discrimination des immigrés à l’embauche ?
Vraag nr. 45 van mevrouw Annelies Storms van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Klachten in verband met discriminatie bij aanwerving.
Op regelmatige tijdstippen bereiken ons berichten
over de werkloosheid bij allochtonen en over de grote
verschillen met de werkloosheid bij autochtonen. Om
diverse redenen raken allochtonen bij ons moeilijk aan
de slag. België scoort trouwens in dat opzicht merkelijk slechter dan het Europees gemiddelde.
Uit verschillende onderzoeken die de afgelopen
jaren gevoerd werden, komt duidelijk naar voor dat er
sprake is van discriminatie van allochtonen bij de aanwerving en op de werkvloer.
1. Hoeveel klachten kreeg het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding jaarlijks
sedert 2001 binnen die betrekking hadden op discriminatie van allochtonen bij de aanwerving ? Cijfers
graag opgedeeld per gewest.
2. Hoeveel klachten kreeg het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding jaarlijks te
verwerken met betrekking tot discriminatie van
allochtonen op de arbeidsvloer ? Graag cijfers vanaf
2001, opgedeeld per gewest.
3. Hoeveel klachten kreeg het Instituut voor de gelijkheid van kansen voor mannen en vrouwen jaarlijks
te verwerken met betrekking tot discriminatie van
vrouwen bij de aanwerving ? Graag cijfers sedert de
oprichting in 2002, opgedeeld per gewest.
4. Hoeveel klachten kreeg het Instituut voor de gelijkheid van kansen voor mannen en vrouwen jaarlijks
sedert 2002 binnen die betrekking hadden op discriminatie van vrouwen op de arbeidsvloer ? Cijfers graat
opgedeeld per gewest.
5. Welke concrete maatregelen nam u reeds en
welke maatregelen overweegt u om discriminatie van
allochtonen bij de aanwerving tegen te gaan ?
Ministre de la Mobilité
Minister van Mobiliteit
1. Depuis 2001, combien de plaintes le Centre pour
l’Egalité des chances et la lutte contre le racisme a-t-il
reçues annuellement, par Région, concernant la discrimination des immigrés à l’embauche ?
2. Depuis 2001, combien de plaintes le Centre pour
l’Egalité des chances et la lutte contre le racisme est-il
amené à traiter annuellement, par région, en rapport
avec la discrimination des immigrés à l’embauche et
sur le lieu de travail ?
3. Depuis 2002, combien de plaintes le Centre pour
l’Egalité entre les hommes et le femmes a-t-il reçues
annuellement, par Région, concernant la discrimination des femmes à l’embauche ?
DO 2004200503061
DO 2004200503061
Question no 205 de M. Guido De Padt du 13 janvier
2005 (N.) au ministre de la Mobilité :
Conséquences de l’introduction du système de péage
allemand pour les transporteurs routiers belges.
Le transport professionnel de marchandises par la
route occupe une position clé au sein de l’économie
belge.
Vraag nr. 205 van de heer Guido De Padt van 13 januari 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Gevolgen van de invoering van het Duits tolsysteem
voor het Belgisch wegtransport.
Het beroepsgoederenvervoer over de weg bekleedt
een sleutelpositie in de Belgische economie.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10610
Des statistiques révèlent que le secteur des transports routiers représente une valeur ajoutée totale
d’environ 3 milliards d’euros et occupe plus de 60 000
personnes. De plus, les transports routiers et les prestations de services logistiques sont étroitement liés. Les
deux secteurs génèrent ensemble une valeur ajoutée
totale de 5,5 milliards d’euros et emploient plus de
97 000 personnes.
Uit statistieken blijkt dat de sector van het wegvervoer goed is voor een totale toegevoegde waarde van
ongeveer 3 miljard euro en meer dan 60 000 mensen
tewerk stelt. Bovendien zijn het wegvervoer en de
logistieke dienstverlening nauw met elkaar verbonden.
Beide sectoren samen genereren een totale toegevoegde
waarde van 5,5 miljard euro en stellen meer dan
97 000 mensen te werk.
La compétitivité du secteur des transports routiers
constitue aussi un atout essentiel pour attirer plus
d’activités économiques en Belgique.
Een competitieve wegvervoerssector is ook een
belangrijk wapen om extra economische activiteit naar
België te trekken.
De nombreux transporteurs belges utilisent les autoroutes allemandes dans le cadre de leurs activités.
Depuis le 1er janvier 2005, ils doivent s’acquitter d’un
droit de passage sur ces autoroutes. Le tarif a été fixé à
12,4 eurocents par kilomètre. Le nombre de kilomètres
parcourus est enregistré à l’aide d’un ordinateur de
bord (OBU — On Board Unit) installé dans le poids
lourd et fonctionnant par satellite. Les camions
dépourvus d’OBU peuvent aussi s’acquitter des
montants dus à des bornes automatiques disposées aux
frontières ou dans des stations-service et restaurants
autoroutiers. Mais cette procédure génère des attentes
longues et contre-productives. De nombreux observateurs constatent que les transporteurs belges ont
préféré attendre avant d’installer dans leur poids lourd
l’OBU fonctionnant par satellite.
Veel Belgische transporteurs maken voor de uitoefening van hun activiteiten gebruik van de Duitse autosnelwegen. Sinds 1 januari 2005 is op deze wegen tol
verschuldigd. Per kilometer zijn de transporteurs de
Duitse Staat 12,4 eurocent verschuldigd. Het aantal
gereden kilometer wordt geregistreerd door middel
van een satellietgestuurde On Board Unit (OBU) in de
vrachtwagen. Vrachtwagens zonder OBU kunnen de
verschuldigde bedragen ook afrekenen aan betaalautomaten aan de grensovergangen of aan takstations en
wegrestaurants. Deze manier zorgt evenwel voor
lange, inefficiënte wachttijden. Volgens veel waarnemers hebben Belgische transporteurs tot op heden afgewacht met de inbouw van een satellietgestuurde
OBU in de vrachtwagen.
Cette situation soulève les questions suivantes par
rapport à l’impact des péages allemands sur les transporteurs routiers belges.
Vandaar dat volgende vragen rijzen over de impact
van de Duitse tolheffing voor de Belgische wegtransporteurs.
1. Combien de camions immatriculés en Belgique et
circulant sur les autoroutes allemandes sont déjà équipés de l’ordinateur de bord fonctionnant par satellite ?
Quel pourcentage ce chiffre représente-t-il ?
1. Hoeveel in België ingeschreven vrachtwagens die
gebruik maken van de Duitse snelwegen zijn reeds uitgerust met de satellietgestuurde OBU ? Procentueel ?
2. Quel est le coût estimé pour équiper l’ensemble
des poids lourds ?
2. Hoeveel bedraagt de geraamde kostprijs om al
deze vrachtwagens hiermee uit te rusten ?
3. À combien évaluez-vous le montant total des
péages que l’ensemble des transporteurs belges
devront payer chaque année pour utiliser les autoroutes allemandes ?
3. Hoeveel bedraagt de totale geraamde taks die
alle Belgische transporteurs jaarlijks zullen moeten
betalen voor het gebruik van de Duitse snelwegen ?
DO 2004200502888
DO 2004200502888
Question no 206 de M. Roel Deseyn du 13 janvier 2005
(N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 206 van de heer Roel Deseyn van 13 januari
2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Problèmes liés au transfert
d’immatriculation à l’époux(se).
plaque
Problemen bij de overdracht van een nummerplaat aan
de echtgeno(o)t(e).
Il apparaı̂t que la cession d’une voiture d’un époux à
l’autre ne se déroule pas sans difficultés. La DIV
(Direction pour l’Immatriculation des Véhicules)
demande semble-t-il au citoyen un extrait de l’acte de
Bij de overdracht van een auto aan de echtgeno(o)t(e) blijkt er nogal wat mis te lopen. De DIV
(Dienst voor de Inschrijving van Voertuigen) vraagt de
burger blijkbaar een uittreksel van de huwelijksakte.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
d’une
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10611
mariage, alors qu’on peut lire sur le site http ://
www.mobilit.fgov.be que la preuve du mariage, de la
cohabitation légale, de la filiation, de l’adoption légale
ou du décès est fournie par l’administration communale et, le cas échéant, l’accord écrit de celui ou celle
qui cède sa plaque à l’autre conjoint. Réponse de vos
services lorsque nous les avons interrogés à ce sujet :
« D’après les informations fournies par le collaborateur de la DIV, toute personne traitant les dossiers a
accès au Registre national mais elle ne peut en déduire
la composition du ménage. Le nom de l’époux(se) est
effectivement mentionné dans le Registre national,
mais l’application utilisée par la DIV ne permet apparemment pas de lire la composition du ménage. Cette
situation nous paraı̂t absurde et nous comptons
l’aborder dans le cadre d’une concertation avec la
DIV. ».
1. Comment expliquez-vous cette anomalie ?
Nochtans staat er te lezen op http ://
www.mobilit.fgov.be : « ... wordt het bewijs van het
huwelijk, de wettelijke samenwoning, de afstamming,
de wettelijke adoptie of het overlijden geleverd door
de gemeentelijke overheid en in gebeurlijk geval het
geschreven akkoord van hem of haar die de plaat aan
de andere partner afstaat ». Antwoord van uw diensten
wanneer we hen met deze problematiek confronteren :
« Volgens de informatie die de DIV-medewerker mij
gaf, heeft iedereen die dossiers behandelt wel degelijk
toegang tot het Rijksregister, maar dat zij daar de
gezinssamenstelling niet uit kunnen opmaken. Nu is
het een feit dat de naam van de echtgeno(o)t(e) wel
vermeld wordt in het Rijksregister, maar blijkbaar is
de applicatie die de DIV gebruikt niet aangepast om de
gezinssamenstelling te lezen. Nu lijkt dit ons een
absurde situatie en we zullen dit feit ook meenemen
naar het overleg bij de DIV. ».
1. Hoe verklaart u deze anomalie ?
2. Combien de personnes ont-elles déjà recouru à la
possibilité
de
transférer
une
plaque
d’immatriculation ?
3. Quand cette situation sera-t-elle tirée au clair ?
2. Hoeveel mensen hebben al gebruik gemaakt van
de mogelijkheid tot overdragen van een nummerplaat ?
3. Wanneer zal deze situatie opgelost zijn ?
4. Je suppose que d’autres attestations sont nécessaires lors de contacts avec les autorités. Je pense par
exemple à un acte de décès.
4. Ik kan me voorstellen dat ook andere bewijzen
nodig zijn bij contacten bij de overheid. Ik denk
bijvoorbeeld aan een overlijdensakte.
D’une manière plus générale, quels services n’ont
pas encore accès au Registre national dans la pratique,
alors qu’ils vous en ont déjà fait la demande ?
Algemeen : welke diensten die hierom reeds een verzoek tot u hebben gericht, hebben in de praktijk nog
geen toegang tot het Rijksregister ?
DO 2004200503091
DO 2004200503091
Question no 207 de M. Jef Van den Bergh du 14 janvier 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 207 van de heer Jef Van den Bergh van 14 januari 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Contrôles du transport international des marchandises
dangereuses par route (ADR).
Controles op het vervoer van gevaarlijke stoffen
(ADR).
Le transport ADR, à savoir le transport de
marchandises dangereuses par route, constitue un
danger immédiat pour la société. C’est pourquoi ces
transports sont soumis à des règles très strictes. Le
transporteur porte une lourde responsabilité dans ce
cadre, partagée depuis peu par le donneur d’ordre. Ce
dernier est en effet tenu de vérifier si le transporteur
respecte les obligations légales. Le service ADR
contrôle à son tour le donneur d’ordre et le transporteur, en effectuant des contrôles routiers et des inspections dans les entreprises. Or, certains acteurs de
terrain qualifient ces contrôles du donneur d’ordre de
sommaires.
ADR, het vervoer van gevaarlijke stoffen over de
weg, vormt een onmiddellijk gevaar voor de maatschappij. Daarom is dit vervoer dan ook aan strenge
regels onderworpen. De vervoerder heeft een grote
verantwoordelijkheid en sinds kort deelt ook de opdrachtgever in deze verantwoordelijkheid. De opdrachtgever dient te controleren of de vervoerder zich
aan de wettelijke voorwaarden houdt. De dient ADR
controleert op zijn beurt de opdrachtgever en vervoerder door middel van weg- en bedrijfscontroles. Uit de
sector gaan echter stemmen op dat deze controles op
de opdrachtgever te beperkt zouden zijn.
1. Combien de contrôles au siège des entreprises et
combien de contrôles routiers sont effectués chaque
année ?
1. Hoeveel bedrijfscontroles en hoeveel wegcontroles worden er per jaar uitgevoerd ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10612
2. Quels types d’infractions les contrôleurs constatent-ils le plus souvent lors des contrôles au siège des
entreprises ?
2. Welke overtredingen worden het vaakst opgespoord bij de bedrijfscontroles ?
DO 2004200503092
DO 2004200503092
Question no 208 de M. Luk Van Biesen du 14 janvier
2005 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 208 van de heer Luk Van Biesen van 14 januari 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Amendes routières. — Zones de police.
Verkeersboetes. — Politiezones.
En réponse à une question orale sur la redistribution
d’une partie du produit des amendes pénales aux zones
de police, vous avez répondu que seulement 95 % des
sommes imputées sur le fonds d’attribution aux zones
de police dans le cadre de la Sécurité routière ont été
octroyées.
In antwoord op een mondelinge vraag betreffende
de herverdeling van een deel van de opbrengst van de
strafrechtelijke boetes naar de politiezones antwoordt
u dat slechts 95 % werd toegekend van de op het fonds
voor de toewijzingen aan de politiezones aan te rekenen steun in het kader van de verkeersveiligheid.
Vous avez également indiqué que lesdits 95 % ont
été versés à 193 des 196 zones de police. Ceci
s’explique sans doute par le fait que certaines zones de
police n’ont pas conclu de convention avec le SPF Intérieur et avec le SPF Mobilité (question orale no P645
de Mme De Bue du 23 décembre 2004, Compte rendu
intégral, Chambre, 2004-2005, Séance plénière,
PLEN111, p. 10).
U vermeldt tevens dat de voormelde 95 % der toekenningen werd uitgekeerd aan 193 van de 196 politiezones. Dit vindt waarschijnlijk mede zijn oorzaak in
het feit dat een aantal politiezones geen overeenkomst
hebben aangegaan met de FOD Binnenlandse Zaken
en de FOD Mobiliteit (mondelinge vraag nr. P645 van
mevrouw De Bue van 23 december 2004, Integraal
Verslag, Kamer, 2004-2005, Plenaire vergadering,
PLEN111, blz. 10).
À la lecture de l’arrêté royal du 3 mai 2004 relatif
aux conventions entre l’État fédéral et les zones de
police en matière de Sécurité routière, je constate d’une
part que la clé de répartition est peu transparente et
que d’autre part, les Régions n’ont manifestement pas
été associées à la rédaction du projet final d’arrêté
(voir l’avis 36.951/4 de la section de Législation du
Conseil d’État — observation générale 2), bien que
cela soit prescrit par la loi spéciale du 8 août 1980 de
réformes institutionnelles(article 6, § 4, 3o).
Bij lezing van het koninklijk besluit van 3 mei 2004
betreffende de overeenkomsten tussen de federale
overheid en de politiezones inzake verkeersveiligheid,
stel ik enerzijds vast dat de verdeelsleutel weinig transparent is en anderzijds dat de Gewesten klaarblijkelijk
niet betrokken werden bij de redactie van het eindontwerp van besluit (zie : advies 36.951/4 van afdeling
Wetgeving van de Raad van State — algemene opmerking 2), hoewel dit is voorgeschreven door de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen (artikel 6, § 4, 3o).
1. Pourquoi trois zones de police n’ont-elles reçu
aucune somme ?
1. Waarom werden geen uitkeringen gedaan aan
drie politiezones ?
2. Pouvez-vous donner une description aussi détaillée que possible, ventilée par Région, de l’origine, de
l’attribution, de l’imputation et de la distribution des
amendes routières ?
2. Kan u een zo gedetailleerd mogelijke beschrijving geven per gewest in verband met herkomst, toewijzing, aanrekening en uitkering van de verkeersboetes ?
3. Ne serait-il pas préférable de délégitimer toute
discussion sur les amendes routières en inscrivant
immédiatement à l’ordre du jour politique la défédéralisation de la réglementation en matière de roulage ?
3. Zou het niet beter zijn alle discussies over verkeersboetes veel van hun grondslag te ontnemen door
onmiddellijk de volledige defederalisering van het van
het verkeersrecht op de politieke agenda te brengen ?
4. Comment justifiez-vous le fait que les Régions
n’aient pas été associées à la rédaction dudit arrêté ?
4. Welk verweer overweegt u aan te reiken tegenover het feit dat de gewesten niet betrokken werden in
de opmaak van hogervermeld besluit ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10613
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants
et réponses données par les ministres.
III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers
en antwoorden van de ministers.
Premier ministre
Eerste minister
DO 2004200503074
DO 2004200503074
Question no 68 de M. Francis Van den Eynde du
13 janvier 2005 (N.) au premier ministre :
Vraag nr. 68 van de heer Francis Van den Eynde van
13 januari 2005 (N.) aan de eerste minister :
Propos d’un ministre. — Tensions communautaires.
Uitspraak van een minister. — Communautaire spanningen.
Lors du dialogue interreligieux qui a débuté le 3 janvier 2005 au Palais d’Egmont à Bruxelles, le ministre
Dupont — qui est en charge de la politique de l’Egalité
des chances — a fait explicitement référence aux
tensions communautaires dans notre pays lorsqu’il a
dit : « le rejet de l’autre sur la base de sa culture
d’origine, de ses croyances, de la couleur de sa peau ou
du fait qu’il habite au nord ou au sud du pays existe
toujours. Pourtant, « cet autre » est un citoyen de notre
pays. »
Op de interreligieuze dialoog die op 3 januari 2005
in het Egmontpaleis te Brussel geopend werd, verwees
minister Christian Dupont — die bevoegd is voor het
gelijkekansenbeleid — op expliciete wijze naar de
communautaire spanningen in ons land toen hij de
volgende woorden uitsprak : « Het niet-aanvaarden
van de ander op basis van zijn oorspronkelijke
cultuur, geloof, huidskleur of het feit dat hij in het
noorden dan wel het zuiden van het land woont,
bestaat nog steeds. Nochtans is « die andere » een
burger van ons land. ».
1. Pouvons-nous conclure de ce discours que le
gouvernement estime que la recherche de sa propre
identité — qui est typique aux communautés de ce
pays et qui en est également à la base — doit désormais être considérée comme une « faute » et qu’elle
doit donc être freinée plutôt qu’encouragée ?
1. Mag uit deze uitspraak afgeleid worden dat de
regering van mening is dat het streven naar eigen identiteit — dat kenschetsend is voor de gemeenschappen
in dit land en ook aan de basis van het ontstaan ervan
ligt — voortaan als « fout » moet beschouwd worden
en dus eerder afgeremd dan aangemoedigd dient te
worden ?
2. Ce discours contient-il une condamnation de
toute politique d’intégration ?
2. Houdt de uitspraak een veroordeling in van elke
integratiepolitiek ?
Réponse du premier ministre du 18 février 2005, à la
question no 68 de M. Francis Van den Eynde du
13 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de eerste minister van 18 februari
2005, op de vraag nr. 68 van de heer Francis Van den
Eynde van 13 januari 2005 (N.) :
La déclaration du ministre Dupont (« Le rejet de
l’autre, selon sa culture d’origine, sa religion, sa
couleur de peau, selon même qu’il vienne du nord ou
du sud du pays n’a pas encore disparu. Pourtant cet
« autre » est citoyen de notre pays et avec nous citoyen
du monde. ») est à mon avis très claire.
De uitspraak van minister Dupont (« Het nietaanvaarden van de ander op basis van zijn oorspronkelijke cultuur, geloof, huidskleur of het feit dat hij in
het noorden dan wel het zuiden van het land woont,
bestaat nog steeds. Nochtans is die « andere » een
burger van ons land en samen met ons burger van de
wereld. ») is mijns inziens heel duidelijk.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1341
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10614
1. Le ministre Dupont ne nie pas qu’il existe différentes cultures d’origine ni que des communautés
différentes puissent posséder une identité culturelle
différente. Les limites de cette identité culturelle,
qu’elles soient réfrénées ou encouragées, font l’objet
d’un débat idéologique, au sein duquel j’occupe une
position médiane. Ce qui ressort clairement de la
déclaration, c’est qu’il s’agit de gens, de personnes.
J’espère que tout le monde dans notre pays est
convaincu du fait que les personnes (l’autre) ne
peuvent jamais être condamnées sur la base de leur
origine, de leur conviction ou de la couleur de leur
peau. Ce principe est en effet une de nos valeurs fondamentales.
1. De minister Dupont ontkent niet dat er verschillende oorspronkelijke culturen bestaan of dat verschillende gemeenschappen een verschillende culturele
identiteit kunnen hebben. De grenzen van deze culturele identiteit, of deze afgeremd dan wel aangemoedigd moeten worden, vormen het onderwerp van een
ideologische discussie die ik in het midden laat. Wat in
het citaat duidelijk naar voor gebracht wordt, is dat
het gaat over mensen, over personen. Ik hoop dat
iedereen er in ons land intussen van overtuigd is dat
mensen (de ander) nooit mogen veroordeeld worden
op basis van afkomst, overtuiging of huidskleur. Dit
principe vormt immers één van onze basiswaarden.
2. Il convient cependant d’opérer une distinction
entre les personnes et les unités étatiques. Les hommes
sont égaux et doivent être traités comme tels. Les
unités étatiques et leurs lois diffèrent toutefois entre
elles. Nous attendons des personnes qu’elles respectent
les lois de l’unité étatique dans laquelle elles résident et
qu’elles s’intègrent de telle manière. En résumé,
chaque personne a la même valeur et est égale aux
yeux de la loi, sans distinction aucune.
2. Er moet wel een onderscheid gemaakt worden
tussen mensen en staatkundige eenheden. Mensen zijn
gelijkwaardig en moeten als dusdanig behandeld
worden. Staatkundige eenheden en hun wetten zijn
evenwel onderling verschillend. We verwachten van
mensen dat ze de wetten van de staatkundige eenheid
waarin ze wonen eerbiedigen en dat ze zich als dusdanig integreren. Kortom, iedereen is gelijkwaardig en
iedereen is gelijk voor de wet, zonder onderscheid.
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 70 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) au premier ministre :
Vraag nr. 70 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de eerste minister :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal
du 7 novembre 2000 portant création et composition
des organes communs à chaque service public fédéral,
chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk
besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en
samenstelling van de organen die gemeenschappelijk
zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke
FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
Réponse du premier ministre du 18 février 2005, à la
question no 70 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) :
Antwoord van de eerste minister van 18 februari
2005, op de vraag nr. 70 van de heer Gerolf Annemans
van 20 januari 2005 (N.) :
Je me réfère à la réponse qui sera donnée par le ministre de la Fonction publique à qui la question a
également été posée. (Question no 105 du 20 janvier
2005.)
Ik verwijs naar het antwoord dat gegeven zal
worden door de minister van Ambtenarenzaken aan
wie de vraag eveneens werd gesteld. (Vraag nr. 105
van 20 januari 2005.)
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 71 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) au premier ministre :
Vraag nr. 71 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de eerste minister :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit
interne au sein des services publics fédéraux (SPF)
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheids-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10615
précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du
service d’audit interne chargé d’établir une charte
d’audit, un planning des activités d’audit et un
programme concernant le contrôle de qualité et le suivi
des performances. En outre, un comité d’audit doit
veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service
d’audit.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à
exécution ?
Réponse du premier ministre du 18 février 2005, à la
question no 71 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) :
Je me réfère à la réponse qui sera donnée par le vicepremier ministre et ministre du Budget (question no 42
du 20 janvier 2005) et par le ministre de la Fonction
publique (question no 106 du 20 janvier 2005),
auxquels la question a également été posée.
diensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne
auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een
planning van de auditactiviteiten en een programma
voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging
opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over
de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 72 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier
2005 (N.) au premier ministre :
SPF. — Conseil stratégique.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000
portant création et composition des organes communs
à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de
créer un conseil stratégique.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant
de votre compétence ?
Réponse du premier ministre du 18 février 2005, à la
question no 72 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier
2005 (N.) :
Je me réfère à la réponse qui sera donnée par le ministre de la Fonction publique, à qui la question a
également été posée. (Question no 108 du 24 janvier
2005.)
Vraag nr. 72 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de eerste minister :
FOD’s. — Beleidsraad.
Conform het koninklijk besluit van 7 november
2000 houdende oprichting en samenstelling van de
organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale
overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
Antwoord van de eerste minister van 18 februari
2005, op de vraag nr. 72 van de heer Gerolf Annemans
van 24 januari 2005 (N.) :
Ik verwijs naar het antwoord dat gegeven zal
worden door de minister van Ambtenarenzaken aan
wie de vraag eveneens werd gesteld. (Vraag nr. 108
van 24 januari 2005.)
Vice-première ministre
et ministre de la Justice
Vice-eerste minister
en minister van Justitie
Antwoord van de eerste minister van 18 februari
2005, op de vraag nr. 71 van de heer Gerolf Annemans
van 20 januari 2005 (N.) :
Ik verwijs naar het antwoord dat gegeven zal
worden door de vice-eerste minister en minister van
Begroting (vraag nr. 42 van 20 januari 2005) en door
de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 106 van
20 januari 2005) aan wie de vraag eveneens werd
gesteld.
DO 2003200432118
DO 2003200432118
Question no 345 de M. Guido De Padt du 13 septembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Services de police. — Plaintes pour tapage nocturne
provoqué par de la musique.
Force est de constater que les services de police
reçoivent de plus en plus de plaintes pour tapage
Vraag nr. 345 van de heer Guido De Padt van 13 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Justitie :
Politiediensten. — Klachten wegens nachtlawaai afkomstig van muziek.
Vastgesteld wordt (vooral tijdens de zomermaanden) dat politiediensten meer en meer geconfronteerd
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10616
nocturne provoqué par de la musique, surtout pendant
les mois d’été. Les performances techniques des installations musicales et la plus grande assertivité (et peutêtre aussi intolérance dans certains cas) des citoyens ne
sont certainement pas étrangers à ce phénomène.
worden met klachten wegens nachtlawaai afkomstig
van muziek. Een en ander heeft niet alleen te maken
met de technische mogelijkheden van muziekinstallaties, maar tevens met een verhoogde graad van
mondigheid (en wellicht in sommige gevallen ook van
onverdraagzaamheid) van de burger.
Pourriez-vous me fournir les informations suivantes
pour les années 2000, 2001, 2002, 2003 ainsi que pour
le premier semestre de 2004 :
Kan u mij voor de jaren 2000, 2001, 2002, 2003 en
eerste helft 2004 meedelen :
1. Combien de plaintes de ce type les services de
police (y compris l’ancienne gendarmerie) ont-ils
reçues ?
1. Hoeveel klachten ontvingen de politiediensten
(inclusief cijfers vroegere Rijkswacht) wegens nachtlawaai afkomstig van muziek ?
2. Combien de plaintes concernaient des établissements horeca, des concerts, des fêtes foraines et des
maisons ou infrastructures privées ?
2. Hoeveel van deze klachten hadden betrekking op
horeca-inrichtingen, op muziekconcerten, op kermissen en op privé-woningen/inrichtingen ?
3. Combien de condamnations pénales ont-elles été
prononcées pour cause de tapage nocturne ? Pourriezvous ventiler ce chiffre en fonction des catégories
visées au point 2 ?
3. Hoeveel strafrechtelijke veroordelingen werden
er uitgesproken wegens nachtlawaai, met zo mogelijk
een opsplitsing zoals gevraagd sub 2 ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de
la Justice du 17 février 2005, à la question no 345 de
M. Guido De Padt du 13 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Justitie van 17 februari 2005, op de vraag nr. 345
van de heer Guido De Padt van 13 september 2004
(N.) :
Vous trouverez ci-après les chiffres disponibles tirés
des statistiques de condamnation publiées par le
Service de la politique criminelle. Le nombre des
condamnations enregistrées s’élève à :
U zal hieronder de beschikbare cijfers uit de veroordelingsstatistieken vinden die door de Dienst voor het
strafrechtelijk beleid werden bekendgemaakt. Het aantal geregistreerde veroordelingen bedraagt :
— 345 pour l’année 2000,
— 345 voor 2000,
— 356 pour l’année 2001,
— 356 voor 2001,
— 300 pour l’année 2002,
— 300 voor 2002,
— et 237 pour l’année 2003.
— en 237 voor 2003.
Les condamnations pour tapage nocturne dû à de la
musique sont répertoriées sous la rubrique « Tapages
nocturnes », correspondant aux infractions à l’article 561-1o du Code pénal. On constate une baisse
constante du nombre de condamnations depuis 2000.
La nomenclature choisie ne nous permet cependant
pas de ventiler les condamnations selon la nature et
l’origine du tapage nocturne telles qu’énoncées dans le
point 2 de la question : établissements horeca, concerts
de musique, fêtes foraines et habitations privées.
De veroordelingen voor nachtlawaai afkomstig van
muziek werden opgenomen in de categorie
« Nachtlawaai ». Dit stemt overeen met de inbreuken
op artikel 561-1o van het Strafwetboek. Vanaf 2000
kan er een constante daling van het aantal veroordelingen worden vastgesteld. Vanuit de gekozen nomenclatuur is het evenwel niet mogelijk de veroordelingen op
te splitsen volgens de aard en de oorsprong van nachtlawaai, zoals vermeld in punt 2 van de vraag : horecainrichtingen, muziekconcerten, kermissen en privéwoningen/inrichtingen.
L’article 561-1o du Code pénal vise tout bruit ou
tapage nocturne de nature à troubler la tranquillité des
habitants entre le coucher et le lever du soleil, et
prévoit une amende de dix à vingt francs et d’un
emprisonnement d’un jour à cinq jours, ou une de ces
peines seulement.
Artikel 561-1o van het Strafwetboek heeft betrekking op elk nachtgerucht of nachtlawaai waardoor de
rust van de inwoners tussen zonsondergang en zonsopgang kan worden verstoord en voorziet in een geldboete van tien tot twintig frank en een gevangenisstraf
van een dag tot vijf dagen of een van die straffen
alleen.
À ce propos, il convient de souligner que le 23 juillet
2004 est parue au Moniteur belge la loi du 17 juin 2004
Hieromtrent moet worden benadrukt dat de wet
van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeen-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10617
modifiant la Nouvelle loi communale, et principalement l’article 119bis de cette loi relatif aux sanctions
administratives communales. L’article 5 de cette loi
précise que le Roi fixera sa date d’entrée en vigueur.
tewet, in het bijzondere artikel 119bis van deze wet
inzake de gemeentelijke administratieve sancties, in
het Belgisch Staatsblad van 23 juli 2004 is verschenen.
Artikel 5 van deze wet bepaalt dat de Koning de
datum van haar inwerkingtreding zal bepalen.
L’une des principales modifications apportées par
cette loi à l’actuel article 119bis de la nouvelle loi
communale est l’abrogation du titre X du Code pénal
(contenant toutes les contraventions du Code, c’est-àdire la troisième catégorie d’infractions), dont fait
partie l’article 561-1o, et l’arrêté loi du 29 décembre
1945 portant interdiction des inscriptions sur la voie
publique sont abrogés. En l’absence de sanctions pénales, seules des sanctions administratives communales
seront désormais susceptibles de réprimer des comportements tels que la destruction volontaire de la
propriété mobilière d’autrui, le tapage nocturne, le
défaut d’entretien de cheminées ou usines, le fait
d’enlever ou de déchirer méchamment des affiches
légitimement apposées, etc.
Het opheffen van titel X van het Strafwetboek (met
alle overtredingen van het Wetboek, met name de
derde categorie overtredingen), waar artikel 561-1o
deel van uitmaakt, en de besluitwet van 29 december
1945 houdende verbod tot het aanbrengen van opschriften op de openbare weg is een van de belangrijkste wijzigingen die door deze wet aan het huidige
artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet is aangebracht. Bij gebrek aan strafrechtelijke sancties zullen
enkel gemeentelijke administratieve sancties voortaan
gedragingen kunnen bestraffen, zoals de vrijwillige
vernietiging van andermans roerende eigendom,
nachtlawaai, het verzuim van onderhoud van schoorstenen en fabrieken, het verwijderen of verscheuren
van rechtmatig aangebrachte affiches, enzovoort.
Par ailleurs, une disposition de la loi du 18 juillet
1973 relative à la lutte contre le bruit prévoit des sanctions en cas de nuisance excessive par le bruit (un
emprisonnement de huit jours à six mois et une
amende de vingt-six francs à cinq mille francs ou une
de ces peines seulement). De plus, en ce qui concerne le
niveau de bruit autorisé, certaines dispositions légales
particulières, souvent différentes d’une Région à
l’autre, réglementent le niveau de puissance acoustique
admissible en fonction du type d’engin ou de matériel
utilisé.
Bovendien voorziet een bepaling van de wet van
18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder in sancties bij overdadige geluidsoverlast (een
gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en een
geldboete van zesentwintig tot vijfduizend frank of één
van die straffen alleen). Wat betreft het niveau van het
toegelaten geluid, reglementeren bepaalde specifieke
wettelijke bepalingen, die vaak gewestgebonden zijn,
het toelaatbare geluidvermogenniveau in functie van
het type instrument of het gebruikte materiaal.
De telles nuisances sonores peuvent également être
inscrites dans les règlements généraux de police. Ces
infractions sont constatées dans un procès-verbal de
police rédigé sur plainte ou d’office et comprenant les
éléments suivants :
Dergelijke geluidsoverlast kan tevens in de algemene politiereglementen worden opgenomen. Deze
overtredingen worden in een politieel proces-verbaal
vastgesteld die op klacht of ambtshalve wordt opgesteld en die volgende elementen bevat :
— la saison,
— het seizoen,
— l’heure,
— het uur,
— la situation des lieux (zone résidentielle, zone
industrielle, zone commerciale, ...),
— de ligging (residentiële zone, industriële zone,
commerciële zone, ...),
— le caractère habituel ou ponctuel du tapage
nocturne.
— gewoonlijk of punctueel karakter van het nachtlawaai.
Dans le cadre des missions de police administrative
que lui confie l’article 135, § 2, de la nouvelle loi
communale, la commune a en effet pour mission de
faire jouir ses citoyens, notamment, de la tranquillité
publique. Certaines dispositions de la nouvelle loi
communale habilitent le Bourgmestre à prendre par
arrêté de police toutes les mesures qu’il juge nécessaire
pour faire cesser les tapages. Il importe de distinguer
deux bases juridiques fondant le pouvoir d’action du
Bourgmestre dans pareille situation.
In het kader van de opdrachten die door artikel 135,
§ 2, van de nieuwe gemeentewet aan de administratieve politie worden toegekend, heeft de gemeente ook
tot taak haar burgers in het bijzonder van de openbare
rust te laten genieten. Sommige bepalingen van de
nieuwe gemeentewet machtigen de burgemeester om
bij politiebesluit alle maatregelen te treffen die hij
nodig acht om het lawaai te doen ophouden. Er
moeten twee juridische grondslagen worden onderscheiden waarop het recht op initiatief van de burgemeester zich in dergelijke situatie baseert.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10618
A. Les articles 133, alinéa 2 et 135, § 2, de la
nouvelle loi communale
A. Artikelen 133, tweede lid en 135, § 2, van de
nieuwe gemeentewet
Face aux atteintes à la tranquillité publique, le
Bourgmestre peut agir par voie d’arrêté en application
des articles 133, alinéa 2 et 135, § 2, de la nouvelle loi
communale. Sur cette base, il dispose d’un large
pouvoir d’appréciation et peut prendre toutes mesures
qu’il estime opportunes. Ces mesures peuvent aller, si
la gravité de la situation l’exige, jusqu’à la fermeture
temporaire ou définitive de l’établissement.
Ten aanzien van inbreuken op de openbare rust,
kan de burgemeester, met toepassing van artikelen 133, tweede lid en 135, § 2, van de nieuwe gemeentewet, bij besluit optreden. Hiervan uitgaande,
beschikt hij over een ruime beoordelingsmacht en kan
hij alle noodzakelijk geachte maatregelen treffen.
Indien de ernst van de situatie dit vereist, kan hij de
voorlopige of definitieve sluiting van de instelling
bevelen.
Le bourgmestre doit cependant veiller à ce que la
mesure ne soit pas disproportionnée par rapport au
trouble constaté, sous peine de voir son arrêté annulé
par le Conseil d’État en cas de recours éventuel.
Om te vermijden dat de Raad van State, bij een
eventueel beroep, zijn besluit nietig verklaart, moet de
burgemeester er evenwel op toezien dat de maatregel
niet in wanverhouding staat tot de vastgestelde hinder.
B. L’article 134quater de la nouvelle loi communale
B. Artikel 134quater van de nieuwe gemeentewet
L’article 134quater de la nouvelle loi communale,
permet également au bourgmestre, outre les autres
mesures qu’il peut toujours décider (cf. point A supra),
d’ordonner la fermeture de l’établissement. Dans cette
hypothèse, la décision de fermeture doit respecter les
conditions énumérées à l’article 134quater de la
nouvelle loi communale, à savoir que le bruit doit
provenir de l’intérieur de l’établissement et troubler
l’ordre public autour de cet établissement.
Artikel 134quater van de nieuwe gemeentewet biedt
de burgemeester tevens de mogelijkheid, naast de
maatregelen die hij steeds kan nemen (zie punt A
supra), de sluiting van een instelling te bevelen. In deze
hypothese moet de beslissing tot sluiting beantwoorden aan de in artikel 134quater van de nieuwe gemeentewet gestelde voorwaarden, met name dat het lawaai
afkomstig moet zijn van binnen de instelling en de
openbare orde rond deze instelling verstoort.
La fermeture peut être ordonnée pour un délai que
le Bourgmestre détermine en fonction des circonstances de la cause, mais la mesure
De sluiting kan, in functie van de omstandigheden
van de oorzaak, voor een door de burgemeester opgelegde termijn worden uitgesproken. De maatregel :
— doit être confirmée par le Collège des bourgmestre
et échevins à sa plus prochaine réunion, et;
— moet evenwel door het College van burgemeester
en schepenen in de eerstvolgende vergadering
worden bekrachtigd, en;
— ne peut excéder 3 mois.
— mag geen 3 maanden overschrijden.
Les deux premiers points de la question relèvent
quant à eux des services de police. Toutefois, le site de
l’Institut
national
de
statistique
(http ://
statbel.fgov.be/) rend accessible en ligne la consultation des statistiques policières criminelles tirées de la
base de données SCII-SPC (Statistiques de criminalité
interpolicières intégrées-Statistiques policières de
criminalité), des archives ISLP et de la BNG (Banque
de données Nationale). Les chiffres concernent la
criminalité enregistrée, c’est-à-dire les infractions pour
lesquelles un procès-verbal a été dressé, soit les infractions accomplies et les tentatives. Ils ne couvrent donc
que les faits constatés et enregistrès par les services de
police (sur le territoire de la Belgique), et non la totalité des actes criminels commis. Les données suivantes
illustrent la criminalité enregistrée par les services de
police, en matière de tapages nocturnes; ainsi ont été
recensées;
De eerste twee punten van de vragen vallen onder de
bevoegdheid van de politiediensten. De politiële criminaliteitsstatistieken uit de gegevensbank GICS-PCS
(Geı̈ntegreerde Interpolitiële CriminaliteitsstatistiekenPolitiële criminaliteitsstatistieken), het ISLP-Archief en
de ANG (Algemene Nationale Gegevensbank) kunnen
evenwel op de internetsite van het Nationaal Instituut
voor de Statistiek (http ://statbel.fgov.be/) worden
geraadpleegd. De cijfers hebben betrekking op de geregistreerde criminaliteit, met name de overtredingen
voor dewelke een procesverbaal werd opgesteld, met
andere woorden voltooide misdrijven en pogingen. De
cijfers omvatten dus slechts de door de politiediensten
geregistreerde feiten (op het Belgische grondgebied) en
niet de totale gepleegde criminaliteit. Volgende gegevens weerspiegelen de door de politiediensten geregistreerde criminaliteit inzake nachtlawaai :
— 4 094 infractions pour l’année 2000,
— 4 094 overtredingen in 2000,
— 3 557 infractions pour l’année 2001,
— 3 557 overtredingen in 2001,
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10619
— et 3 522 infractions pour l’année 2002.
— en 3 522 overtredingen in 2002.
DO 2003200432262
DO 2003200432262
Question no 377 de M. Guido De Padt du 30 septembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 377 van de heer Guido De Padt van 30 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Justitie :
Administrations communales et services de police. —
Assistance fournie aux huissiers de justice. — Adultère et expulsions.
Gemeentebesturen en politiediensten. — Bijstandsverlening aan gerechtsdeurwaarders. — Overspel en
uithuiszettingen.
Dans le cadre de l’exécution de décisions judiciaires,
les administrations communales et les services de
police sont confrontés à l’obligation légale de prêter
assistance aux huissiers de justice lors d’expulsions, du
stockage de biens saisis, de l’organisation de ventes
publiques, etc. Le plus souvent, de telles interventions
ont lieu dans des villes et communes qui, en raison de
leur faible capacité fiscale, éprouvent généralement
plus de difficultés à boucler leur budget et dont les
services de police et les services techniques ont d’autres
préoccupations que d’accompagner des huissiers et de
procéder à l’enlèvement et au stockage de biens.
L’assistance fournie aux huissiers de justice lors de
constats d’adultère pèse également sur les capacités des
autorités locales de police. Toutes ces interventions
sont actuellement financées par des moyens généraux,
sans que les parties en cause n’assument la moindre
charge financière.
Gemeentebesturen en politiediensten worden naar
aanleiding van de uitvoering van gerechtelijke beslissingen, geconfronteerd met de wettelijke verplichting
bijstand te verlenen aan gerechtsdeurwaarders bij uithuiszettingen, bij het stockeren van inbeslaggenomen
goederen, het mede organiseren van openbare verkopen, enzovoort. Meestal vinden deze tussenkomsten
plaats in steden en gemeenten die het door een laag
fiscaal draagvermogen veelal moeilijker hebben om de
begroting rond te krijgen en waarvan de politiediensten en technische diensten andere dingen aan het
hoofd hebben dan deurwaarders te vergezellen en
ervoor te zorgen dat goederen worden afgevoerd en
opgeslagen. Ook de bijstand van gerechtsdeurwaarders bij de vaststelling van overspel, wegen op de capaciteit van de lokale politionele overheden. Al deze
interventies worden thans bekostigd door algemene
middelen, zonder dat de procesvoerende partijen daar
enige financiële last van dragen.
Pourriez-vous fournir les précisions suivantes, par
Région, pour les années 2000, 2001, 2002 et 2003 :
Kan u voor de jaren 2000, 2001, 2002 en 2003 en
opgesplitst per gewest meedelen :
1. Combien de constats d’adultère ont été effectués
par huissier de justice ?
1. Hoeveel vaststellingen van overspel gebeurden er
bij gerechtsdeurwaarder ?
2. Combien d’expulsions ont eu lieu et dans
combien de cas des biens saisis ont-ils dû être enlevés
par les services communaux ?
2. Hoeveel uithuiszettingen gebeurden er en in
hoeveel gevallen moesten er inbeslaggenomen goederen worden afgevoerd door de gemeentelijke diensten ?
3. Dans combien des cas précités a-t-il été fait appel
à un serrurier ?
3. In hoeveel van de voormelde gevallen werd er
een slotenmaker ingeschakeld ?
4. Pourriez-vous également indiquer si vous jugez
opportun de faire intervenir les parties en cause dans la
totalité ou une partie des coûts inhérents à de telles
interventions ?
4. Kan u tevens meedelen of u het aangewezen acht
de procesvoerende partijen voor het geheel of een deel
te laten tussenkomen in de kosten van voormelde tussenkomsten ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de
la Justice du 15 février 2005, à la question no 377 de
M. Guido De Padt du 30 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Justitie van 15 februari 2005, op de vraag nr. 377
van de heer Guido De Padt van 30 september 2004
(N.) :
En ce qui concerne vos trois premières questions, je
suis uniquement en mesure de vous communiquer le
nombre de nouvelles demandes de constat d’adultère
par ressort.
Met betrekking tot de eerste drie vragen kan ik u
enkel het aantal nieuwe vragen tot vaststelling van
overspel meedelen per ressort.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10620
En 2002, il y a eu 1 197 nouvelles demandes de constat d’adultère pour Anvers, 857 pour Bruxelles, 1 252
pour Gand, 761 pour Liège et 627 pour Mons. Cela
représente pour le Royaume un total de 4 694 nouvelles demandes de constat d’adultère en 2002.
In 2002 zijn er 1 197 nieuwe aanvragen tot vaststelling van overspel voor Antwerpen, 857 voor Brussel,
1 252 voor Gent, 761 voor Luik en 627 voor Bergen.
Dit komt voor het Rijk op een totaal van 4 694 nieuwe
aanvragen tot vaststelling van overspel in 2002.
En 2001, il y a eu 1 211 nouvelles demandes de constat d’adultère pour Anvers, 885 pour Bruxelles, 1 186
pour Gand, 687 pour Liège et 687 pour Mons. Cela
représente pour le Royaume un total de 4 656 nouvelles demandes de constat d’adultère en 2001.
In 2001 zijn er 1 211 nieuwe aanvragen tot vaststelling van overspel voor Antwerpen, 885 voor Brussel,
1 186 voor Gent, 687 voor Luik en 687 voor Bergen.
Dit komt voor het Rijk op een totaal van 4 656 nieuwe
aanvragen tot vaststelling van overspel in 2001.
En 2000, il y a eu 1 145 nouvelles demandes de constat d’adultère pour Anvers, 962 pour Bruxelles, 1 314
pour Gand, 787 pour Liège et 558 pour Mons. Cela
représente pour le Royaume un total de 4 766 nouvelles demandes de constat d’adultère en 2000.
In 2000 zijn er 1 145 nieuwe aanvragen tot vaststelling van overspel voor Antwerpen, 962 voor Brussel,
1 314 voor Gent, 787 voor Luik en 558 voor Bergen.
Dit komt voor het Rijk op een totaal van 4 766 nieuwe
aanvragen tot vaststelling van overspel in 2000.
Les statistiques pour l’année 2003 ne sont pas encore
disponibles.
Voor het jaar 2003 zijn de statistieken nog niet
beschikbaar.
Mon administration ne dispose pas de données
concernant le nombre d’expulsions ou l’activité des
services communaux en cas de saisies.
Mijn administratie beschikt niet over gegevens met
betrekking tot het aantal uithuiszettingen of over de
activiteit van de gemeentelijke diensten bij inbeslagnames.
Elle ne dispose pas non plus de données concernant
le nombre d’interventions d’un serrurier.
Mijn administratie beschikt evenmin over gegevens
met betrekking tot het aantal interventies van een slotenmaker.
Pour ce qui concerne votre dernière question, je
renvoie au texte de la réglementation en la matière, à
savoir les articles 1017 à 1024 du Code judiciaire et
l’arrêté royal du 30 novembre 1976 fixant le tarif des
actes accomplis par les huissiers de justice en matière
civile et commerciale ainsi que celui de certaines allocations.
Voor uw laatste vraag verwijs ik naar de tekst van
de regelgeving terzake, namelijk de artikelen 1017 tot
1024 van het Gerechtelijk Wetboek en het koninklijk
besluit van 30 november 1976 tot vaststelling van het
tarief voor akten van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van het tarief van sommige
toelagen.
DO 2004200502582
DO 2004200502582
Question no 422 de M. Guy D’haeseleer du 3 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 422 van de heer Guy D’haeseleer van
3 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie :
Services publics fédéraux. — Délégués syndicaux
permanents.
Federale overheidsdiensten. — Vaste vakbondsafgevaardigden.
L’article 77, § 1er, de l’arrêté royal du 28 septembre
1984 portant exécution de la loi du 19 décembre 1974
organisant les relations entre les autorités publiques et
les syndicats des agents relevant de ces autorités
dispose que dès qu’un membre du personnel est agréé
en qualité de délégué permanent d’une organisation
syndicale, celui-ci est placé en congé syndical de plein
droit. Bien qu’un délégué syndical permanent ne soit
pas soumis à l’autorité hiérarchique, il est censé être en
activité de service. Il conserve, entre autres, son droit
au traitement et à l’avancement de traitement et de
grade. Conformément à l’article 78 de l’arrêté royal
Artikel 77, § 1, van het koninklijk besluit van
28 september 1984 tot uitvoering van de wet van
19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
bepaalt dat, van zodra een personeelslid als vaste afgevaardigde van een vakorganisatie is erkend, dit
personeelslid van rechtswege met vakbondsverlof is.
Hoewel een vaste vakbondsafgevaardigde niet onderworpen is aan het hiërarchische gezag, wordt hij
geacht in actieve dienst te zijn. Het behoudt onder
meer zijn recht op wedde en op bevordering tot een
hogere wedde en tot een hogere graad. Artikel 78 van
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10621
précité du 28 septembre 1984, chaque organisation
syndicale doit, avant la fin de chaque trimestre,
rembourser à l’autorité une somme égale au montant
total des payements effectués au cours du trimestre
précédent au délégué permanent ou à ses ayants droit
en raison de sa qualité de membre du personnel. Les
remboursements ne comprennent toutefois pas, entre
autres, les cotisations patronales ainsi qu’un certain
nombre de primes et d’avantages octroyés (cf. article 78, § 2, de l’arrêté royal du 28 septembre 1984).
het voornoemde koninklijk besluit van 28 september
1984 legt aan de vakorganisatie de verplichting op om
vóór het einde van ieder kwartaal aan de overheid een
som terug te storten die gelijk is aan het totale bedrag
van de betalingen die gedurende het vorige kwartaal
werden verricht aan de vaste afgevaardigde of aan zijn
rechthebbenden op grond van zijn hoedanigheid van
personeelslid. In de terugbetalingen zijn echter onder
meer de werkgeversbijdragen, alsook een aantal premies en toegekende voordelen niet begrepen (cf. artikel 78, § 2, van het koninklijk besluit van 28 september
1984).
1. Combien de délégués syndicaux permanents, au
sens précité, comptent votre(vos) service(s) public(s)
fédéral(aux) et les autres services fédéraux relevant de
votre compétence ?
1. Kan u meedelen hoeveel vaste vakbondsafgevaardigden in hoger vermelde zin uw federale overheidsdienst(en) en in de andere overheidsdiensten die
onder uw gezag ressorteren, tellen ?
2. À combien s’élevaient les dépenses non remboursées par les syndicats et payées en 2003 par les autorités fédérales pour ces membres du personnel (entre
autres les cotisations patronales) ?
2. Hoeveel bedroegen de niet door de vakorganisaties terugbetaalde uitgaven die de federale overheid in
2003 deed voor deze personeelsleden (onder meer
werkgeversbijdragen) ?
3.
a) De quels comités, créés pour les services publics
concernés relevant de votre compétence, les délégués syndicaux font-ils partie ?
3.
a) Van welke comités die voor de betreffende onder
uw gezag ressorterende overheidsdiensten werden
opgericht, maken vakbondsafgevaardigden deel
uit ?
b) Quelles indemnités ont-ils reçues à cet effet en
2003 ?
b) Welke vergoedingen ontvingen zij hiervoor in het
jaar 2003 ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de
la Justice du 17 février 2005, à la question no 422 de
M. Guy D’haeseleer du 3 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Justitie van 17 februari 2005, op de vraag nr. 422
van de heer Guy D’haeseleer van 3 november 2004
(N.) :
1. Les services centraux du SPF Justice compte
quatre délégués syndicaux permanents. Deux personnes sont dispensées de remboursement en exécution de
l’arrêté royal du 20 avril 1999 portant exécution de
l’article 18, alinéa 3, de la loi du 19 décembre 1974. Le
remboursement est demandé pour les deux autres
personnes.
1. Bij de centrale diensten van de FOD Justitie zijn
er vier vaste vakbondsafgevaardigden. Twee personen
zijn vrijgesteld van terugbetaling ter uitvoering van het
koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende uitvoering van artikel 18, derde lid van de wet van 19 december 1974. Voor de andere twee personen wordt de
terugbetaling gevraagd.
À l’ordre judiciaire, un seul membre du personnel a
été désigné comme délégué permanent; l’intéressé
bénéficie de la dispense de remboursement.
Er is in de rechterlijke orde één personeelslid aangeduid als permanente vertegenwoordiger en betrokkene
is vrijstelling van terugbetaling toegekend.
Dans la Direction générale Exécution des peines et
mesures il y a deux membres du personnel qui sont
reconnus comme délégué permanent.
In het Directoraat-Generaal Uitvoering van straffen
en maatregelen zijn er twee personeelsleden erkend als
vaste afgevaardigde.
2. En 2003, les dépenses non remboursées par les
organisations syndicales s’élevaient à 8 399,16 euros.
Ce montant comprend : la contribution de l’employeur
(4 815,47 euros),
les
allocations
familiales
(2 768,90 euros) et les indemnités (814,79 euros).
2. De niet door de vakorganisaties terugbetaalde
uitgaven bedroegen in het jaar 2003 8 399,16 euro voor
het centrale bestuur. Dit bedrag is samengesteld als
volgt : werkgeversbijdrage 4 815,47 euro, kinderbijslag
2 768,90 euro en vergoedingen 814,79 euro.
Pour le membre du personnel de l’ordre judiciaire
concerné, la dispense de remboursement était accordée
en vertu de l’arrêté royal du 20 avril 1999 portant
Voor het betrokken personeelslid van rechterlijke
orde werd vrijstelling van terugbetaling toegekend
krachtens het koninklijk besluit van 20 april 1999 tot
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1342
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10622
exécution de l’article 18, alinéa 3, de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités
publiques et les syndicats des agents relevant de ces
autorités.
uitvoering van artikel 18, derde lid van wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen
de overheid en de vakbonden van haar personeel.
Pour la Direction générale Exécution des peines et
mesures, les dépenses pour les deux membres du
personnel qui n’étaient pas remboursées par les organisations syndicales représentatives au Service central
des Dépenses fixes, étaient au total de 36 830,33 euros.
Voor het Directoraat-Generaal USM bedroegen de
uitgaven voor de twee personeelsleden die niet door
representatieve vakorganisaties aan de Centrale Dienst
der Vaste Uitgaven werden teruggestort in totaal
36 830,33 euro.
3.
a) Le comité de secteur, le Comité supérieur de
concertation, les Comités de concertation de base
pour l’administration centrale, le Moniteur belge,
les établissements pénitentiaires, les maisons de
justice, les comités de concertation de base dans les
ressorts des cours d’appel, le comité d’accompagnement chargé de l’exécution du protocole 249
(comité informel).
3.
a) Het sectorcomité, het Hoog Overlegcomité, de
Basisoverlegcomités voor het centraal bestuur, het
Belgisch Staatsblad, de strafinrichtingen, de justitiehuizen, de basisoverlegcomités in de rechtsgebieden bij de hoven van beroep, het begeleidingscomité tot uitvoering van het protocol 249 (informeel comité)
b) Selon le Service d’encadrement Budget et Contrôle
de gestion, ils n’ont reçu en 2003 aucune indemnité
à cet effet.
b) Volgens de Stafdienst Budget en Beheerscontrole
ontvingen zij hiervoor in het jaar 2003 geen vergoedingen.
DO 2004200502878
DO 2004200502878
Question no 478 de Mme Zoé Genot du 13 décembre
2004 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre
de la Justice :
Vraag nr. 478 van mevrouw Zoé Genot van 13 december 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en
minister van Justitie :
Nombre de libérations conditionnelles en 2003 et
2004.
1. Concernant les décisions de libération conditionnelle prises en 2003 et en 2004, pourriez-vous communiquer combien de détenus ont été libérés conformément à la loi du 5 mars 1998 relative à la libération
conditionnelle et modifiant la loi du 9 avril 1930 de
défense sociale à l’égard des anormaux et des délinquants d’habitude, remplacée par la loi du 1er juillet
1964 pour ces deux années ?
2. L’article 2 de cette loi fixe les conditions et les
modalités de libération.
Aantal voorwaardelijke invrijheidstellingen in 2003 en
2004.
1. Kan u me meedelen hoeveel gevangenen overeenkomstig de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling en tot wijziging van de
wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964, in 2003
en 2004 in vrijheid werden gesteld ?
Pouvez-vous ventiler les chiffres donnés pour ces
deux années entre les détenus concernés par les
points a), b) et c) du 1o de cet article ?
3. Pouvez-vous préciser, en outre, combien d’entre
eux ont « effectivement » été libérés :
a) au tiers de leur peine (ou moins);
b) entre un et deux tiers de leur peine;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2. Artikel 2 van die wet bepaalt op welke wijze en
onder welke voorwaarden de veroordeelden in vrijheid kunnen worden gesteld.
Kan u de cijfers inzake de voorwaardelijke invrijheidstellingen voor die twee jaar opsplitsen naargelang
de gedetineerden aan de voorwaarden van a), b) of c)
van 1o van artikel 2 voldoen ?
3. Kan u bovendien verduidelijken hoeveel van hen
daadwerkelijk in vrijheid werden gesteld :
a) nadat zij (ten minste) één derde van hun straf ondergingen;
b) nadat ze tussen een en twee derde van hun straf
ondergingen;
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10623
c) ou après plus de deux tiers de leur peine ?
c) nadat ze meer dan twee derde van hun straf ondergingen ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de
la Justice du 17 février 2005, à la question no 478 de
Mme Zoé Genot du 13 décembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Justitie van 17 februari 2005, op de vraag nr. 478
van mevrouw Zoé Genot van 13 december 2004 (Fr.) :
1. Le nombre de détenus libérés conditionnellement
en 2003 est de 698. Les chiffres de 2004 ne sont pas
encore disponibles.
1. In 2003 zijn 698 gedetineerden onder voorwaarden in vrijheid gesteld. De cijfers voor 2004 zijn nog
niet beschikbaar.
2. La ventilation des chiffres en fonction des catégories établies par les points a), b) et c) du 1o de l’article 2
de la loi du 5 mars 1998 relative à la libération conditionnelle est impossible à réaliser. En effet, la plupart
des détenus relèvent de plusieurs catégories à la fois.
C’est donc en combinant les différentes règles de calcul
contenues dans les points a), b) et c) du 1o de l’article 2
de la loi que l’on détermine la date de leur admissibilité à la libération conditionnelle.
2. De cijfers kunnen onmogelijk worden uitgesplitst
naar gelang van de categorieën vastgesteld in artikel 2,
1o, a), b) en c), van de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling. De meeste
gedetineerden behoren immers tot verschillende categorieën tegelijk. De verschillende berekeningsregels
vervat in artikel 2, 1o, a), b) en c), van de wet moeten
dus worden gecombineerd voor de vaststelling van de
datum waarop de gedetineerden in de tijdsvoorwaarde
voor voorwaardelijke invrijheidstelling zijn.
3. Même observation qu’au point 2.
3. Zelfde opmerking als in punt 2.
Vice-premier ministre
et ministre des Finances
Vice-eerste minister
en minister van Financiën
DO 2003200432122
DO 2003200432122
Question no 472 de M. Hagen Goyvaerts du 15 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et
ministre des Finances :
Vraag nr. 472 van de heer Hagen Goyvaerts van
15 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën :
Manque de clarté quant au statut d’« agent temporaire » au SPF Finances.
Onduidelijkheid van het statuut « tijdelijke medewerker binnen de FOD Financiën.
Le statut du personnel temporaire au sein du SPF
Finances, et plus particulièrement de l’administration
de la Fiscalité des entreprises et des revenus (AFER),
est loin d’être clair.
Binnen de FOD Financiën, en meer specifiek binnen
de administratie van de Ondernemings- en Inkomenfiscaliteit (AOIF), bestaat er nogal wat onduidelijkheid
rond het statuut van de « tijdelijke medewerker ».
1. Combien d’agents ayant le statut d’agent temporaire sont actuellement occupés au sein des services
centraux de l’AFER ?
1. Hoeveel ambtenaren met het statuut « tijdelijke
medewerker » zijn er momenteel tewerkgesteld binnen
de centrale diensten van het AOIF ?
2.
a) S’agit-il dans tous les cas d’une occupation à temps
plein ?
2.
a) Betreft het steeds een voltijdse tewerkstelling ?
b) Ou un agent peut-il être affecté à temps partiel à sa
résidence administrative d’une part et à une autre
administration en tant qu’agent temporaire d’autre
part ?
b) Of kan een ambtenaar zowel gedeeltelijk verbonden zijn aan zijn standplaats en gedeeltelijk toegewezen worden als « tijdelijk medewerker » ?
3. Tous les agents temporaires bénéficient-ils de
l’allocation spécifique octroyée aux temporaires et de
l’allocation de résidence ?
3. Genieten alle ambtenaren met het statuut
« tijdelijke medewerker » van de « vergoeding tijdelijke
medewerker » en de « standplaatsvergoeding » ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10624
4. Dans la négative, existe-t-il des exceptions ?
4. Zo neen, zijn er uitzonderingen ?
5. Le paiement de l’allocation de résidence est-il
soumis à des conditions restrictives (par exemple relatives à l’utilisation des transports en commun ou de
son propre véhicule ou liées au paiement de
l’indemnité journalière pour frais de séjour) ?
6. Ces allocations/indemnités sont-elles imposables ?
5. Zijn er aan de standplaatsvergoeding beperkende
voorwaarden gekoppeld (bijvoorbeeld bij het gebruik
van het openbaar vervoer, of bij het gebruik van de
eigen wagen of bij de dagelijkse vergoeding vanwege
verblijfskosten) ?
6. Zijn deze vergoedingen belastbaar ?
7. Les agents contractuels peuvent-ils également
accéder au statut d’agent temporaire ?
7. Kunnen contractuelen ook het statuut van
« tijdelijke medewerker » hebben ?
8. Dans l’affirmative, peuvent-ils aussi prétendre à
l’allocation spécifique des agents temporaires et à
l’allocation de résidence ?
8. Zo ja, kunnen zij dan ook aanspraak maken op
de « vergoeding tijdelijke medewerkers » en de
« standplaatsvergoeding » ?
9.
a) Pendant combien de temps un agent statutaire ou
contractuel peut-il être occupé comme agent
temporaire ?
9.
a) Hoe lang kan een ambtenaar of een contractueel in
het statuut van « tijdelijke medewerker » tewerkgesteld worden ?
b) Ce statut est-il limité dans le temps ?
b) Is er een maximum duurtijd aan dit statuut verbonden ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des
Finances du 18 février 2005, à la question no 472 de
M. Hagen Goyvaerts du 15 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Financiën van 18 februari 2005, op de vraag
nr. 472 van de heer Hagen Goyvaerts van 15 september 2004 (N.) :
1. Au 31 décembre 2004, 197 membres du personnel étaient en collaboration temporaire au sein des
services centraux de l’administration de la Fiscalité des
entreprises et des Revenus.
1. Op 31 december 2004 waren er 197 personeelsleden in tijdelijke medewerking binnen de centrale
diensten van de administratie van de Ondernemingsen Inkomensfiscaliteit.
Il s’agit de 138 agents statutaires, de 56 agents sous
contrat de travail à durée indéterminée et de 3 agents
visés par la loi du 24 décembre 1999 en vue de la
promotion de l’emploi et des arrêtés d’application de
cette loi.
Het gaat om 138 statutaire ambtenaren, 56 ambtenaren met een contract van onbepaalde duur en
3 ambtenaren bedoeld in de wet van 24 december 1999
ter bevordering van de werkgelegenheid en de uitvoeringsbesluiten bij deze wet.
2. Tous ces membres du personnel sont mis entièrement à la disposition des services centraux.
2. Al deze personeelsleden staan volledig ter
beschikking van de centrale diensten.
3 à 5. Il convient tout d’abord de préciser à l’honorable membre qu’il n’existe pas au sein de mon département « d’indemnité de collaboration temporaire » ni
« de statut de collaborateur temporaire ».
3 tot 5. Het past het geachte lid vooreerst mee te
delen dat er binnen mijn departement geen
« vergoeding tijdelijke medewerking » bestaat, noch
« een statuut van tijdelijk medewerker ».
Conformément à l’article 12 de l’arrêté royal du
6 juillet 1997 fixant le statut pécuniaire du personnel
du Service public fédéral Finances, certains agents
(voir article 9 de cet arrêté) affectés aux services
centraux bénéficient d’un supplément de traitement,
selon les modalités fixées par cet article, pendant la
période durant laquelle ils exercent leurs fonctions
dans un service central.
Overeenkomstig artikel 12 van het koninklijk
besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van de Federale Overheidsdienst Financiën genieten bepaalde agenten (cf.
artikel 9 van dit besluit) die tewerkgesteld zijn bij de
centrale diensten een weddensupplement volgens de
modaliteiten bepaald in dit artikel, gedurende de
periode dat ze hun taken uitoefenen binnen een centrale dienst.
Les membres du personnel en collaboration temporaire au sein des services centraux ne peuvent bénéficier de cette disposition, même dans le cas où étaient
attachées certaines rétributions accessoires non repré-
De personeelsleden die in tijdelijke medewerking
zijn bij de centrale diensten kunnen niet van deze
bepaling genieten, zelfs niet in het geval dat er aan de
functie die zij in de buitendiensten zouden uitoefenen
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10625
sentatives de charges réelles à l’emploi qu’ils occupaient dans les services extérieurs.
bijkomstige bezoldigingen verbonden zijn die niet als
dekking van werkelijke kosten bedoeld zijn.
C’est ainsi que des membres du personnel qui bénéficiaient des indemnités visées par l’arrêté ministériel
du 12 avril 1965 relatif à l’octroi d’une indemnité pour
frais de tournée, d’une indemnité pour usage d’un vélo
et d’indemnités particulières couvrant des frais de
déplacement à certains agents du ministère des Finances ou à l’arrêté ministériel du 22 octobre 1998 octroyant une indemnité pour frais de séjour et de tournée à
certains agents de l’administration de la Fiscalité des
entreprises et des Revenus du ministère des Finances,
perdent le droit à ces indemnités par le fait de leur
affectation en collaboration temporaire au sein des
services centraux.
Vandaar dat personeelsleden die genoten van vergoedingen bedoeld in het ministerieel besluit van
12 april 1965 betreffende de toekenning van een vergoeding voor kosten wegens rondreizen, van een vergoeding voor het gebruik van een fiets en van bijzondere vergoedingen tot dekking der verplaatsingskosten
aan sommige personeelsleden van het ministerie van
Financiën of het ministerieel besluit van 22 oktober
1998 tot toekenning van een vergoeding voor verblijfen omreiskosten aan sommige personeelsleden van de
administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit van het ministerie van Financiën, deze vergoedingen verliezen door hun tijdelijke medewerking
binnen de centrale diensten.
Pendant cette affectation temporaire, selon les
modalités prévues à l’arrêté royal du 24 décembre 1964
fixant les indemnités pour frais de séjour des membres
du personnel des services publics fédéraux et dans les
conditions visées par ces dispositions, ils peuvent
bénéficier de ces indemnités. Ainsi, tous les membres
du personnel mis à disposition des services centraux ne
peuvent en bénéficier, en raison précisément des conditions établies par ces dispositions.
Tijdens deze tijdelijke toewijzing kunnen ze,
volgens de modaliteiten voorzien in het koninklijk
besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de
vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de
leden van het personeel der federale overheidsdiensten
en volgens de voorwaarden bedoeld in deze bepalingen, genieten van deze vergoedingen. Aldus kunnen
niet alle personeelsleden die ter beschikking gesteld
zijn van de centrale diensten hiervan genieten, precies
omwille van de voorwaarden die voorzien zijn door
deze bepalingen.
Conformément aux dispositions de l’arrêté royal du
18 janvier 1965 portant réglementation générale en
matière de frais de parcours, les membres du personnel
en collaboration temporaire au sein des services
centraux peuvent bénéficier du remboursement des
frais de parcours résultant de déplacements effectués
pour les besoins du service de l’État, dans le respect de
ces dispositions.
Overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk
besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten kunnen de personeelsleden die
in tijdelijke medewerking zijn bij de centrale diensten
genieten van een teruggave van de reiskosten die
voortvloeien uit verplaatsingen die afgelegd werden
voor dienstnoodwendigheden, in naleving van deze
bepalingen.
On pourrait tenter de résumer ces dispositions par
les termes suivants : seul le membre du personnel
appelé à travailler hors de l’agglomération des résidences effective (domicile) et administrative pourrait
revendiquer l’octroi des indemnités des dispositions
visées par les arrêtés royaux des 24 décembre 1964 et/
ou 18 janvier 1965.
Men kan deze bepalingen als volgt samenvatten :
enkel het personeelslid die opgeroepen wordt om te
werken buiten de agglomeratie van de effectieve
(domicilie) en administratieve standplaats kunnen aanspraak maken op de vergoedingen voorzien in de koninklijke besluiten van 24 december 1964 en/of
18 januari 1965.
6. Les indemnités visées par les arrêtés royaux des
24 décembre 1964 et 18 janvier 1965 ne sont pas imposables, puisqu’il s’agit d’indemnités liées au remboursement de frais réels exposés.
6. De vergoedingen voorzien in de koninklijke
besluiten van 24 december 1964 en 18 januari 1965 zijn
niet belastbaar, aangezien het gaat om vergoedingen
die gelinkt zijn aan de teruggave van werkelijk gedragen kosten.
7 et 8. En tant que membre du personnel, un agent
contractuel peut bénéficier des indemnités visées par
les arrêtés royaux des 24 décembre 1964 et 18 janvier
1965, selon les modalités reprises dans ces dispositions
et brièvement énoncées ci-avant.
7 en 8. Als personeelslid kan een contractueel
medewerker genieten van de vergoedingen voorzien in
de koninklijke besluiten van 24 december 1964 en
18 januari 1965, volgens de modaliteiten opgenomen
in deze bepalingen en hiervoor kort opgesomd.
9. S’agissant d’une mesure prise tenant compte des
besoins fonctionnels des services centraux, il est diffici-
9. Aangezien het om een maatregel gaat die genomen wordt rekening houdende met de functionele
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10626
lement concevable de déterminer avec certitude préalablement un délai fixe lors d’une collaboration temporaire. Ainsi, en règle générale, il n’existe ni de durée
minimum ni de durée maximum.
noodwendigheden van de centrale diensten, is het
moeilijk om op voorhand met zekerheid een vastgestelde termijn te bepalen voor een tijdelijk medewerking. In het algemeen bestaat er geen minimum- of
maximumduur.
Dans le cadre de l’établissement et de l’application
des plans de personnel (voir arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes
communs à chaque service public fédéral), en tenant
compte des objectifs prévus, la situation des collaborations temporaires est revue annuellement.
In het kader van de oprichting en de toepassing van
de personeelsplannen (koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende de oprichting en samenstelling van
gemeenschappelijke organen voor iedere federale overheidsdienst), wordt de situatie van de tijdelijke medewerkingen jaarlijks herzien, rekening houdende met de
voorziene objectieven.
Enfin, je tiens à signaler à l’honorable membre que
lors du retour en service extérieur d’un agent affecté
dans les services centraux, son remplacement est
pourvu par un collaborateur temporaire comptant la
plus grande ancienneté dans les services centraux, ce
qui lui permet de bénéficier du supplément de traitement prévu à l’article 12 de l’arrêté royal du 6 juillet
1997.
Ten slotte wens ik het geachte lid erop te wijzen dat
bij terugkeer naar een buitendienst van een ambtenaar
die tewerkgesteld was bij de centrale diensten, in zijn
vervanging voorzien wordt door een tijdelijke medewerker met de meeste anciënniteit binnen de centrale
diensten, wat hem toelaat om te genieten van het
weddensupplement bedoeld in artikel 12 van het
koninklijk besluit van 6 juli 1997.
DO 2004200503141
DO 2004200503141
Question no 605 de M. Bruno Van Grootenbrulle du
18 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et
ministre des Finances :
Vraag nr. 605 van de heer Bruno Van Grootenbrulle
van 18 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën :
Mesures fiscales relatives à la catastrophe de
Ghislenghien.
Fiscale maatregelen na de ramp in Gellingen.
Au lendemain de la catastrophe de Ghislenghien, de
nombreuses marques de solidarité ont vu le jour. Très
rapidement, la nécessité de coordonner ces gestes de
solidarité s’est faite sentir.
De ramp in Gellingen leidde tot een golf van solidariteit. Al snel werd duidelijk dat de diverse initiatieven
in goede banen moesten worden geleid.
Dans un premier temps, la ville d’Ath a ouvert le
compte « Solidarité Ghislenghien », et en date du
14 septembre 2004, le Conseil communal a décidé à
l’unanimité de confier la gestion de ces fonds à une
ASBL totalement distincte et indépendante, composée
de personnes qui, par leur profession, ont l’habitude
de traiter des situations de crise (médecin, juriste,
assistant social, ingénieur sécurité, association de
grands brûlés, etc.). D’autre part, d’autres associations
ayant récolté de l’argent ont souhaité qu’une coordination dans la distribution de l’argent récolté soit mise en
place.
Zo opende de stad Aat de rekening « Solidariteit
Gellingen », en besliste de gemeenteraad op 14 september 2004 eenparig dat de opbrengst door een volledig
aparte en onafhankelijke VZW zou worden beheerd.
Die bestaat uit personen die vanuit hun professionele
achtergrond met crisissituaties vertrouwd zijn (artsen,
juristen, maatschappelijk assistenten, veiligheidsingenieurs, verenigingen van brandwondenpatiënten,
enzovoort). Daarnaast drongen andere verenigingen
die geld hadden ingezameld erop aan dat over de
besteding van de opbrengst afspraken zouden worden
gemaakt.
Finalement, l’ASBL « Solidarité Ghislenghien » s’est
créée et ses statuts ont également été publiés aux annexes du Moniteur belge le 14 septembre 2004.
De statuten van de VZW « Solidariteit Gellingen »
werden op 14 september 2004 in de bijlagen van het
Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Afin de respecter la volonté des membres fondateurs, l’ASBL s’adresse à toutes les victimes et leurs
familles, sans privilégier l’une ou l’autre catégorie
socio-professionnelle, les victimes assurées ou non, et
leur provenance géographique.
Volgens de wens van de stichtende leden richt de
VZW zich tot alle slachtoffers en hun families, zonder
een bepaalde maatschappelijke of beroepscategorie te
bevoordelen, en ongeacht de verzekeringsstatus of de
geografische afkomst van het slachtoffer.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10627
Cette association a introduit auprès de votre département une demande d’agrément, afin que les libéralités de 30 euros et plus versées à l’ASBL « Solidarité
Ghislenghien » puissent être déductibles fiscalement.
1. À part le fait d’avoir reçu un accusé de réception
de vos services, aucune décision ne semble être prise à
ce jour. Pouvez-vous communiquer où en est le
dossier ?
2. Pouvez-vous confirmer aujourd’hui que les dons
effectués en 2004 à l’ASBL « Solidarité Ghislenghien »
seront déductibles fiscalement ?
3. Afin d’informer les donateurs de la déductibilité
fiscale avant la fin de janvier 2005, quelles sont les
mesures prises par votre département pour assurer
cette communication dans les délais ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des
Finances du 17 février 2005, à la question no 605 de
M. Bruno Van Grootenbrulle du 18 janvier 2005 (Fr.) :
La requête en agrément de l’ASBL Solidarité
Ghislenghien, qui m’est parvenue le 3 novembre 2003,
se trouve actuellement auprès des services centraux de
l’administration de la Fiscalité des entreprises et des
Revenus.
Ces services assurent la coordination de
l’instruction du dossier.
Après un examen préliminaire, ils ont transmis une
copie de la requête au contrôle des contributions
d’Ath, pour vérification des conditions fiscales, et à
ma collègue de la Région wallonne, Mme Christiane
Vienne, compétente pour l’aide aux personnes, qui
doit se prononcer sur les aspects du dossier qui relèvent de ses attributions, comme le prévoit l’article 104,
3o, e), du CIR 1992.
Un traitement en urgence a été demandé.
En ce qui concerne la déductibilité des libéralités
effectuées, il est clair que celle-ci ne pourra être annoncée qu’à partir du moment où l’agrément aura été notifié à l’association.
Je signale d’ailleurs que j’ai également répondu par
lettre du 6 janvier 2005 à votre demande identique, qui
m’avait également été adressée par courrier dans le
courant de décembre 2004.
De VZW heeft bij uw departement een erkenningsaanvraag ingediend om giften van 30 euro en meer
fiscaal aftrekbaar te maken.
1. Tot op heden deden uw diensten niet veel meer
dan een ontvangstbewijs uitreiken. Daarnaast lijkt nog
geen enkele beslissing te zijn genomen. Kan u meedelen hoever het dossier staat ?
2. Kan u bevestigen dat de giften die in 2004 aan de
VZW « Solidariteit Gellingen » werden overgemaakt,
fiscaal aftrekbaar zullen zijn ?
3. Welke maatregelen heeft uw departement getroffen om de schenkers vóór eind januari 2005 over de
fiscale aftrekbaarheid te informeren ?
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Financiën van 17 februari 2005, op de vraag
nr. 605 van de heer Bruno Van Grootenbrulle van
18 januari 2005 (Fr.) :
De aanvraag van de VZW Solidarité Ghislenghien,
die ik op 3 november 2004 heb ontvangen, zit momenteel bij de centrale diensten van de administratie van
Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit.
Deze diensten staan in voor het coördineren van het
onderzoek.
Na een preliminair onderzoek, hebben ze een afschrift van de aanvraag toegestuurd naar de controle
der belastingen van Aat, voor verificatie van de fiscale
voorwaarden, en naar mijn collega van het Waals
Gewest, mevrouw Christiane Vienne bevoegd voor de
mensenhulp, die zich moet uitspreken over de aspecten
van het dossier waarvoor zij bevoegd is, zoals bepaald
in artikel 104, 3o, e), WIB 1992.
Een dringende behandeling werd gevraagd.
Wat de aftrekbaarheid van de gedane giften betreft,
blijkt duidelijk dat deze pas vanaf de betekening van
de erkenning aan de vereniging zal kunnen worden
meegedeeld.
Ik deel overigens mee dat ik eveneens geantwoord
heb per brief op 6 januari 2005 op uw zelfde vraag, die
mij per brief werd opgestuurd in de loop van december
2004.
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 609 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des
Finances :
SPF. — Plan stratégique.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal
du 7 novembre 2000 portant création et composition
Vraag nr. 609 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Financiën :
FOD’s. — Strategisch plan.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk
besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10628
des organes communs à chaque service public fédéral,
chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
samenstelling van de organen die gemeenschappelijk
zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke
FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des
Finances du 16 février 2005, à la question no 609 de
M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Financiën van 16 februari 2005, op de vraag
nr. 609 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari
2005 (N.) :
J’ai l’honneur de me référer à la réponse qui sera
donnée par le premier ministre (question no 70 du
20 janvier 2005) et le ministre de la Fonction publique
(question no 105 du 20 janvier 2005).
Ik heb de eer naar het antwoord te verwijzen dat de
eerste minister (vraag nr. 70 van 20 januari 2005) en de
minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 105 van
20 januari 2005) zullen geven.
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 610 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des
Finances :
Vraag nr. 610 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Financiën :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit
interne au sein des services publics fédéraux (SPF)
précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du
service d’audit interne chargé d’établir une charte
d’audit, un planning des activités d’audit et un
programme concernant le contrôle de qualité et le suivi
des performances. En outre, un comité d’audit doit
veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service
d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne
auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een
planning van de auditactiviteiten en een programma
voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging
opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over
de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à
exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des
Finances du 16 février 2005, à la question no 610 de
M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Financiën van 16 februari 2005, op de vraag
nr. 610 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari
2005 (N.) :
J’ai l’honneur de me référer à la réponse qui sera
donnée par le vice-premier ministre et ministre du
Budget (question no 42 du 20 janvier 2005) et le ministre de la Fonction publique (question no 106 du
20 janvier 2005).
Ik heb de eer naar het antwoord te verwijzen dat de
vice-eerste minister en minister van Begroting (vraag
nr. 42 van 20 januari 2005) en minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 106 van 20 januari 2005) zullen
geven.
DO 2004200503230
DO 2004200503230
Question no 626 de M. Luk Van Biesen du 27 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des
Finances :
Vraag nr. 626 van de heer Luk Van Biesen van 27 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Financiën :
Répartition des versements anticipés entre époux et
cohabitants légaux.
Verdeling van de voorafbetalingen tussen echtgenoten
en wettelijk samenwonenden.
Suite à la réforme de l’impôt des personnes physiques, et notamment au décumul total des revenus à
Ingevolge de hervorming van de personenbelasting,
en meer specifiek de volledige decumulatie van de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10629
partir de l’exercice d’imposition 2005, les époux/
cohabitants légaux sont tous deux supposés effectuer
des versements anticipés séparément pour éviter une
majoration pour absence ou insuffisance de versements anticipés et/ou pour bénéficier d’une bonification.
inkomsten vanaf aanslagjaar 2005, wordt van de echtgenoten/wettelijk samenwonenden verwacht dat
beiden afzonderlijk voorafbetalen indien men de verhoging wegens onvoldoende of ontijdige voorafbetaling wil vermijden en/of een bonificatie wil genieten.
Mais si l’on opte pour le mini-statut du conjoint
aidant, il suffit qu’un seul des deux époux effectue des
versements anticipés pour l’ensemble du ménage. En
revanche, si plusieurs revenus existent ou si l’on opte
pour le maxi-statut, chaque conjoint est tenu
d’effectuer des anticipés. Ceux-ci permettent alors
d’éviter une majoration, d’obtenir une bonification ou
de consentir un crédit sans intérêt.
Bij optie voor het mini-statuut van de meewerkende
echtgenoot/ote is evenwel één voorafbetaling voor en
door het gezin voldoende. Bij het bestaan van meerdere inkomsten of bij een optie voor het maxi-statuut,
moeten de voorafbetalingen daarentegen geschieden
per echtgenoot. Deze voorafbetalingen geven dan aanleiding tot het annuleren van een verhoging, het verschaffen van een bonificatie of het verlenen van een
renteloos credit.
Un tel régime accroı̂t toujours la pression fiscale,
tantôt pour absence ou insuffisance de versements
anticipés, tantôt pour excédents d’anticipés, et
n’encourage pas le contribuable à opter pour le maxistatut, alors que l’objectif du gouvernement est pourtant d’inciter un maximum de conjoints aidants à
opter pour ce statut.
Dit stelsel is steeds belastingverhogend, indien ofwel
te weinig of op foutieve momenten werd voorafbetaald, ofwel indien te veel werd voorafbetaald en ontmoetigt ook de keuze voor het maxi-statuut, terwijl
het nochtans de bedoeling van de regering is om zoveel
mogelijk meewerkende echtgenoten aan te zetten te
opteren voor dit statuut.
Ne pensez-vous pas qu’il serait souhaitable, lors du
calcul de l’impôt des personnes physiques,
d’optimiser, au profit du ménage, la répartition entre
les deux époux des versements anticipés sur
l’avertissement-extrait de rôle, afin que globalement,
la majoration soit minimale ou la bonification maximale ?
Bent u niet van mening dat het wenselijk zou zijn
om bij de berekening van de personenbelasting, de verdeling van de voorafbetalingen op het aanslagbiljet
over beide echtgenoten te optimaliseren ten bate van
het gezin, zodat in globo ofwel de verhoging minimaal
ofwel de bonificatie maximaal is ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des
Finances du 14 février 2005, à la question no 626 de
M. Luk Van Biesen du 27 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Financiën van 14 februari 2005, op de vraag
nr. 626 van de heer Luk Van Biesen van 27 januari
2005 (N.) :
Le Code des impôts sur les revenus 1992 prévoit en
effet des cas de transferts entre conjoints ou cohabitants légaux pour lesquels une imposition commune
est établie, par exemple lorsque le revenu imposable
d’un des contribuables est inférieur à sa quotité du
revenu exemptée d’impôt (article 134, § 1er, alinéa 2,
CIR 1992) ou en matière de pertes professionnelles,
lorsque les revenus d’un des contribuables sont insuffisants pour apurer ses pertes déductibles (cf. article 129, alinéa 1er, CIR 1992).
Het Wetboek van de inkomstenbelastingen voorziet
inderdaad gevallen van overhevelingen tussen echtgenoten of wettelijk samenwonenden waarvoor een
gemeenschappelijke aanslag is gevestigd, bijvoorbeeld
wanneer het belastbare inkomen van één van beide
belastingplichtigen lager is dan zijn belastingvrije som
(artikel 134, § 1, tweede lid, WIB 1992), of in zake van
beroepsverliezen, wanneer de inkomsten van één van
beide belastingplichtigen onvoldoende zijn om de aftrekbare verliezen erop aan te zuiveren (cf. artikel 129,
eerste lid, WIB 1992).
En ce qui concerne les versements anticipés, le principe suivant lequel, à partir de l’exercice d’imposition
2005, les majorations et bonifications seront calculées
dans le chef de chaque conjoint ou cohabitant légal sur
la base de ses propres revenus et des versements anticipés qu’il aura effectués en son nom propre, résulte clairement de la loi.
Wat de voorafbetalingen betreft, is het principe
waarbij de vermeerderingen en de bonificaties vanaf
aanslagjaar 2005 zullen worden berekend bij elke echtgenoot of wettelijk samenwonende op grond van de
eigen inkomsten en de eigen voorafbetalingen een
duidelijk uitvloeisel van de wet.
La seule exception légale à ce principe concerne les
conjoints aidants visés à l’article 86 du Code des
impôts sur les revenus 1992 pour lesquels l’excédent
De enige wettelijke uitzondering op dit beginsel
betreft de meewerkende echtgenoten waarvan sprake
in artikel 86 van het Wetboek van de inkomstenbelas-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1343
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10630
des versements anticipés du conjoint aidé profite automatiquement au conjoint aidant.
tingen 1992, bij wie het overschot van de voorafbetalingen van de geholpen echtgenoot automatisch naar
de meewerkende echtgenoot vloeit.
Cette problématique a déjà été évoquée à plusieurs
reprises. Il peut dès lors également être renvoyé à la
réponse à la question orale no 3903 posée par
M. Hagen Goyvaerts à la commission des Finances et
du Budget du 19 octobre 2004 (Compte rendu intégral,
Chambre, 2004-2005, COM 358, p. 17).
Die problematiek werd reeds verscheidene malen
aangeroerd. Er kan dan ook worden verwezen naar
het antwoord op de mondelinge vraag nr. 3903 gesteld
door de heer Hagen Goyvaerts in de commissie voor
de Financiën en de Begroting van 19 oktober 2004
(Integraal Verslag, Kamer, 2004-2005, COM 358,
blz. 17).
DO 2004200503231
DO 2004200503231
Question no 627 de M. Servais Verherstraeten du
27 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et
ministre des Finances :
Vraag nr. 627 van de heer Servais Verherstraeten van
27 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën :
SPF. — Fonctions de management N-2 et N-3.
FOD. — Managementfuncties N-2 en N-3.
Dans le cadre de la réforme de la fonction publique,
le ministre de la Fonction publique remet ouvertement
en question la fonction de management N-2 dans sa
note de politique pour 2005. Il en résulte que la définition du contenu concret de ces fonctions est renvoyée
aux calendes grecques.
In het kader van de hervormingen in het openbaar
ambt stelt de minister van Ambtenarenzaken in zijn
beleidsnota voor 2005 de managementfunctie N-2
openlijk in vraag. Concreet betekent dit dat de invulling van deze functies op de lange baan wordt geschoven.
Le service public fédéral (SPF) Finances a en la
matière sa propre conception des choses pour
l’ensemble des services de la fonction publique. Des
questions se posent toutefois également dans ce cadre.
De Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën heeft
op het geheel van de diensten van het openbaar ambt
steeds een afwijkende invulling. Toch rijzen ook hier
bijzondere vragen.
1. Il me revient que les fonctions de management
N-2 seraient conservées au SPF Finances. Est-ce exact ?
1. Naar verluidt zouden de managementfuncties
N-2 bij de FOD Financiën alsnog behouden blijven.
Klopt dit ?
2. A-t-on déjà donné un contenu concret à ces fonctions de management ?
2. Hoever is men reeds gevorderd met de invulling
van deze managementfuncties ?
3. Des fonctions de management N-3 ont également
été prévues au SPF Finances.
3. Bij de FOD Financiën werd ook in managementfuncties N-3 voorzien.
a) Seront-elles conservées ?
a) Zullen deze behouden blijven ?
b) Dans la négative, les fonctions de « directeur régional »
figureront-elles
à
nouveau
dans
l’organigramme du SPF Finances ?
b) Indien niet, zullen de functies van « Gewestelijk
Directeur » dan opnieuw in het organogram van de
FOD Financiën worden opgenomen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des
Finances du 14 février 2005, à la question no 627 de
M. Servais Verherstraeten du 27 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Financiën van 14 februari 2005, op de vraag
nr. 627 van de heer Servais Verherstraeten van 27 januari 2005 (N.) :
Je vous informe que toutes les fonctions de management N-2 seront effectivement attribuées au Service
public fédéral Finances.
Ik deel u mee dat alle managementfuncties N-2 bij
de Federale Overheidsdienst Financiën daadwerkelijk
zullen ingevuld worden.
Preuve en est que dans le Moniteur belge du 14 décembre 2004, Selor a annoncé les procédures de sélection pour les onze fonctions de management N-2 qui
ne sont pas encore dotées d’un titulaire.
Het beste bewijs daarvoor is dat Selor in het
Belgisch Staatsblad van 14 december 2004 de selectieprocedures heeft aangekondigd voor de invulling van
de elf managementfuncties N-2 die nog geen titularis
hebben.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10631
Les premières épreuves de sélection ont débuté cette
semaine de sorte que j’espère que les désignations des
nouveaux administrateurs pourront encore se faire
dans le courant de ce semestre.
De eerste selectieproeven werden deze week opgestart zodat ik mag hopen dat de aanduiding van de
nieuwe administrateurs nog kan gebeuren in de loop
van dit semester.
Pour ce qui concerne les fonctions de management
N-3, je tiens tout d’abord à rappeler que le ministre de
la Fonction publique s’est, en son temps, opposé à la
nomination de nouveaux directeurs régionaux et présidents de comité d’acquisition.
Wat de managementfuncties N-3 betreft, wens ik
eraan te herinneren dat de minister van Ambtenarenzaken zich indertijd heeft verzet tegen de benoeming
van nieuwe gewestelijke directeurs en voorzitters van
het aankoopcomité.
Compte tenu du délai écoulé depuis cette décision,
je constate que bon nombre d’emplois de ces grades ne
sont actuellement pas pourvus d’un titulaire.
Wegens de tijd die sedert die beslissing is verstreken,
moet ik vaststellen dat een groot aantal betrekkingen
van die graden op dit ogenblik geen titularis meer
hebben.
Il me paraı̂t préjudiciable, non seulement pour le
bon fonctionnement des services mais également pour
la motivation des agents, de maintenir encore longtemps une telle situation.
Het is nadelig deze toestand nog langer in stand te
houden, niet alleen voor de goede werking van de
diensten maar ook voor de motivatie van de personeelsleden.
Il me semble donc souhaitable, lors de l’élaboration
des carrières de niveau A, d’envisager des solutions
alternatives qui pourraient permettre de désigner rapidement des titulaires à ces fonctions.
Bijgevolg lijkt het mij aangewezen bij de uitwerking
van de loopbanen in niveau A, alternatieve oplossingen te overwegen die moeten toelaten snel titularissen
aan te duiden in deze functies.
DO 2004200503232
DO 2004200503232
Question no 628 de M. Karel Pinxten du 27 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des
Finances :
Vraag nr. 628 van de heer Karel Pinxten van 27 januari
2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister
van Financiën :
Requalification des intérêts en dividendes. — Compte
courant d’administrateur. — Notion de prêt
d’argent.
Herkwalificatie van interest in dividend. — Rekeningcourant bestuurder. — Begrip « geldlening ».
L’arrêté royal du 20 décembre 1996 portant des
mesures fiscales diverses en application des articles 2,
§ 1er, et 3, § 1er, 2o et 3o, de la loi du 26 juillet 1996
visant à réaliser les conditions budgétaires de la participation de la Belgique à l’Union économique et monétaire européenne, a apporté une série de modifications
concernant la requalification des intérêts sur avances
(également mentionnées dans l’article 18, 4o, du CIR
1992).
Het koninklijk besluit van 20 december 1996 houdende diverse fiscale maatregelen, met toepassing van
de artikelen 2, § 1, en 3, § 1, 2o en 3o, van de wet van
26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de
Europese Economische en Monetaire Unie, heeft een
aantal wijzigingen aangebracht inzake de herkwalificatie van interesten van voorschotten in dividenden
(thans opgenomen in artikel 18, 4o, WIB 1992).
L’article 3 de l’arrêté royal susmentionné du
20 décembre 1996 a notamment instauré une nouvelle
définition de la notion « d’avance » en remplaçant à
l’article 18, alinéa 2, du CIR 1992 le terme « créance »
par la notion de « prêt d’argent ». Il est précisé dans le
rapport au Roi relatif à l’arrêté royal susmentionné du
20 décembre 1996 que le terme « créance » est remplacé
par la notion de « prêt », laquelle fait référence à un
contrat. Pour que la requalification soit applicable, le
prêt doit porter sur de l’argent.
Artikel 3 van voormeld koninklijk besluit van
20 december 1996 voerde onder meer een nieuwe definitie in van het begrip « voorschot » door in artikel 18,
tweede lid, WIB 1992 het woord « vordering » te vervangen door het begrip « geldlening ». In het verslag
aan de Koning tot voormeld koninklijk besluit van
20 december 1996 wordt bepaald dat het woord
« vordering » wordt vervangen door het begrip
« lening », wat verwijst naar een contract. Opdat de
herkwalificatie van toepassing zou zijn, moet de lening
betrekking hebben op geld.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10632
Étant donné que le droit fiscal ne connaı̂t pas de
définition du prêt d’argent qui soit différente de celle
du droit commun, les principes du droit civil
s’appliquent donc.
Vermits het fiscaal recht geen van het gemeen recht
afwijkende definitie van een geldlening kent, zijn de
beginselen uit het burgerlijk recht van toepassing.
Le prêt d’argent est une forme particulière de prêt de
consommation (article 1895 du Code civil). Un prêt ne
constitue pas un véritable contrat, lequel se réalise
seulement lors de la fourniture du bien (en cas de prêt
d’argent, la somme en question).
De geldlening is een bijzondere vorm van verbruiklening (artikel 1895 van het Burgerlijk Wetboek).
Een lening is geen reëel contract, wat betekent dat het
pas tot stand komt door levering van de zaak (in geval
van geldlening, de betrokken som).
Dans la pratique, l’interprétation de la notion de
« prêt d’argent » donne lieu à de nombreuses discussions avec l’administration des contributions directes,
ce qui entraı̂ne quantité de réclamations et d’actions en
justice.
In de praktijk zijn er vaak discussies met de administratie der Directe Belastingen over de interpretatie
van het begrip « geldlening », met talrijke bezwaarschriften en rechtszaken tot gevolg.
Ainsi, l’administration a qualifié de prêt d’argent la
dette enregistrée par une société sur le compte courant
de son actionnaire à l’occasion de la vente d’actions.
Zo kwalificeerde de administratie als geldlening de
schuld die de vennootschap naar aanleiding van de
verkoop van de aandelen op de rekening-courant van
haar aandeelhouder had geboekt.
1. On peut difficilement assimiler à l’octroi d’un
prêt d’argent le report de paiement dans le cadre de la
cession d’actifs par des personnes visées à l’article 18,
4o, du CIR 1992, que ce soit par enregistrement en tant
que dette ou au compte courant.
1. Het verlenen van uitstel van betaling bij de overdracht van activa door personen beoogd in artikel 18,
4o, WIB 1992, weze het door boeking als schuld dan
wel in rekening-courant, kan bezwaarlijk als het toekennen van een geldlening worden beschouwd.
Pouvez-vous confirmer que, dans ce cas, le compte
courant actionnaire n’est pas le résultat d’un prêt
d’argent, de sorte qu’une indemnité, entièrement
considérée comme un intérêt, puisse être payée sur
l’ensemble du compte courant ?
Kan u bevestigen dat in dit geval de rekeningcourant aandeelhouder niet is tot stand gekomen door
het verstrekken van een geldlening, zodat op de totaliteit van de rekening-courant een vergoeding kan
betaald worden die volledig als interest wordt
beschouwd ?
2. L’interprétation susmentionnée confirme que
l’administration continue d’appliquer l’ancienne
notion de « créance », dans le cadre de laquelle la
qualification de l’avance est sans importance. Ceci
n’est-il pas inadmissible à vos yeux, compte tenu du
remplacement de la notion de « créance » par celle de
« prêt d’argent » à l’article 18, alinéa 2, du CIR 1992 ? Il
est clair que l’article 18, alinéa 2, du CIR 1992 ne vise
plus la vaste catégorie des créances productives
d’intérêts, mais uniquement les prêts d’argent dont le
contenu et la dénomination sont explicitement définis
dans le Code civil.
2. Voormelde interpretatie van de administratie
wijst erop dat zij nog steeds het oude begrip
« vordering » blijft toepassen, waarbij de kwalificatie
van het voorschot geen belang heeft. Acht u het niet
ontoelaatbaar, gezien de vervanging van het begrip
« vordering » door het begrip « geldlening » in artikel 18, tweede lid van het WIB 1992 ? Het is duidelijk
dat artikel 18, tweede lid WIB 1992 niet langer de
ruimere categorie van rentegevende vorderingen
beoogt, maar enkel de geldleningen waarvan de
inhoud en benaming uitdrukkelijk in het Burgerlijk
Wetboek werden vastgelegd.
3. M. Jamar, secrétaire d’État, a annoncé en 2003
que l’administration préparait une circulaire comportant des directives tendant à résoudre les problèmes
d’interprétation relatifs à la notion de « prêt d’argent ».
De même, il a annoncé son intention de tout mettre en
œuvre pour accélérer l’étude menée sur le sujet.
3. In 2003 heeft staatssecretaris Jamar aangekondigd dat de administratie een circulaire voorbereidt
met richtlijnen om de interpretatieproblemen inzake
het begrip « geldlening » op te lossen. Hij zou alles in
het werk stellen om de studie daaromtrent te bespoedigen.
Qu’en est-il de ces directives ?
Hoever staat het ondertussen met deze richtlijnen ?
4. D’éventuelles initiatives législatives sont-elles
envisagées en ce qui concerne la définition de la notion
« d’avances » à l’article 18, alinéa 2, du CIR 1992 ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
4. Worden eventuele wetgevende initiatieven overwogen inzake de definitie van het begrip
« voorschotten » in artikel 18, tweede lid, WIB 1992 ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10633
Réponse du vice-premier ministre et ministre des
Finances du 12 février 2005, à la question no 628 de
M. Karel Pinxten du 27 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Financiën van 12 februari 2005, op de vraag
nr. 628 van de heer Karel Pinxten van 27 januari 2005
(N.) :
La question posée par l’honorable membre concerne
l’application de l’article 18, deuxième alinéa, du Code
des impôts sur les revenus 1992 (CIR 1992) portant sur
la requalification des intérêts en dividendes et plus
particulièrement la portée de cette disposition depuis
l’entrée en vigueur de l’arrêté royal du 20 décembre
1996 qui a remplacé la notion de « créance » par « prêt
d’argent ».
De vraag van het geachte lid heeft betrekking op de
toepassing van artikel 18, tweede lid van het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) betreffende de herkwalificatie van interesten in dividenden
en meer bepaald de draagwijdte van deze bepaling
sinds de invoering van het koninklijk besluit van
20 december 1996 die het begrip « vordering » heeft
vervangen door « geldlening ».
Le jugement du 25 juin 2003 du tribunal de première
instance d’Anvers que vous invoquez et qui a fait
l’objet d’un recours, confirme qu’il importe pour décider s’il s’agit ou non d’un prêt d’argent, de voir quelles
sont les particularités propres à chaque cas afin de
pouvoir découvrir la nature exacte de(s) accord(s)
conclu(s) entre les parties.
Het door u aangehaalde vonnis van 25 juni 2003 van
de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen waartegen inderdaad beroep is ingesteld, bevestigt dat het,
om uit te maken of er al dan niet sprake is van een
geldlening, belangrijk is te onderzoeken wat de bijzonderheden zijn die eigen zijn aan elk geval teneinde de
juiste aard van de tussen de partijen gesloten overeenkomst(en) te kunnen achterhalen.
La question de savoir si les intérêts peuvent être
requalifiés ou non en dividendes est tributaire des
circonstances factuelles et juridiques, vu la nature de
l’accord en question, et doit dont être étudiée cas par
cas.
De vraag of interesten al dan niet voor herkwalificatie in dividenden in aanmerking komen hangt, gelet
op de aard van de bedoelde overeenkomst, af van de
feitelijke en juridische omstandigheden en moet
derhalve geval per geval worden beoordeeld.
Dans le cas que vous mentionnez, je ne peux aucunement confirmer, en raison de l’absence de circonstances factuelles, que les dispositions de l’article 18,
premier alinéa, 4o, et deuxième alinéa, du CIR 1992,
ne s’appliqueront pas aux intérêts relatifs à un compte
courant ouvert au nom d’un actionnaire et qui constituent l’indemnité pour le délai de paiement convenu,
obtenue par la société débitrice des intérêts lors de
l’acquisition d’un élément d’actif.
In het door u geciteerde geval kan ik, wegens het
ontbreken van de feitelijke omstandigheden, geenszins
bevestigen dat de bepalingen van artikel 18, eerste lid,
4o, en tweede lid, WIB 1992, niet van toepassing zullen
zijn op de interesten die betrekking hebben op een
rekening-courant op naam van een aandeelhouder en
die de vergoeding vormen voor de overeengekomen
betalingstermijn die door de vennootschapschuldenares van de interesten wordt verkregen bij de
verwerving van een actiefbestanddeel.
Je peux néanmoins vous communiquer que la circulaire relative à la modification de l’article 18, alinéa 2,
du CIR 1992, intervenue depuis le 1er janvier 1997, a
été publiée. Cette circulaire peut être consultée dans la
banque de données fiscales de mon département à
l’adresse internet www.fisconet.fgov.be, rubrique
« Impôts directs », « Circulaires », Impôt des personnes
physiques/Impôt des sociétés, circulaire Ci.RH.231/
543.949 (AFER 2/2005) du 11 janvier 2005.
Wel kan ik u meedelen dat ondertussen de circulaire
met betrekking tot de sedert 1 januari 1997 ingetreden
wijziging van artikel 18, tweede lid, WIB 1992, werd
gepubliceerd. Deze circulaire kan worden geraadpleegd in de fiscale databank van mijn departement op
de website www.fisconet.fgov.be in de rubriek,
Directe belastingen, Circulaires, Personenbelasting/
Vennootschapsbelasting,
circulaire
Ci.RH.231/
543.949 (AOIF 2/2005) van 11 januari 2005.
DO 2004200503291
DO 2004200503291
Question no 637 de M. Stef Goris du 3 février 2005
(N.) au vice-premier ministre et ministre des
Finances :
Vraag nr. 637 van de heer Stef Goris van 3 februari
2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister
van Financiën :
Déductibilité des taxes environnementales régionales.
Aftrekbaarheid van de gewestelijke milieuheffingen.
La loi du 24 décembre 2002 modifiant le régime des
sociétés en matière d’impôts sur les revenus et insti-
De wet van 24 december 2002 tot wijziging van de
vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10634
tuant un système de décision anticipée en matière
fiscale a mis fin à la déductibilité des impôts régionaux
tels que les taxes environnementales régionales. Les
exploitants des décharges sont soumis à la redevance
écologique prévue par le décret du 2 juillet 1981 relatif
à la prévention et à la gestion des déchets. Ces exploitants refacturent la redevance écologique aux entreprises dont les déchets ont été mis en décharge.
Cette modification appelle la question suivante :
quel contribuable, de l’exploitant de la décharge ou de
l’entreprise dont les déchets ont été mis en décharge,
doit appliquer la limitation de la déduction ?
Il apparaı̂t que la limitation de la déduction ne doit
être appliquée qu’au contribuable qui effectue la
dépense et la déclare dans ses frais professionnels
(l’exploitant de la décharge) et non à celui (l’entreprise
dont les déchets ont été mis en décharge) qui a bénéficié de la livraison de marchandises ou de la prestation
de services (et pour qui les frais refacturés sont
compris dans le prix), même si ces frais sont mentionnés distinctement sur la facture. Il ne peut être dérogé à
cette règle que pour les frais de restaurant. En outre, il
peut être considéré que la taxe refacturée perd le caractère d’un « impôt » pour le client de la décharge. En
effet, un impôt ne peut être dû qu’à un pouvoir public,
jamais à un cocontractant.
Pouvez-vous confirmer que seuls les exploitants des
décharges doivent appliquer la limitation de la déduction visée à l’article 198, 5o, du CIR 1992, et que
l’entreprise dont les déchets ont été mis en décharge
peut déclarer comme frais professionnels l’intégralité
des frais qui lui ont été refacturés ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des
Finances du 17 février 2005, à la question no 637 de
M. Stef Goris du 3 février 2005 (N.) :
Je peux informer l’honorable membre que dans la
situation qu’il vise, il convient, conformément aux
dispositions expresses de l’article 47 du décret de la
Communauté flamande du 2 juillet 1981 relatif à la
prévention et à la gestion des déchets, de considérer les
exploitants des décharges comme les redevables effectifs de la taxe régionale visée par le décret susmentionné. Il s’ensuit, d’une part, que conformément aux
dispositions de l’article 198, alinéa 1er, 5o, du Code des
impôts sur les revenus 1992, la taxe régionale en question ne constitue pas des frais professionnels déductibles dans le chef des exploitants des décharges, et,
d’autre part, que les sociétés, dont les déchets sont
déversés, peuvent en principe reprendre parmi leurs
frais professionnels déductibles fiscalement l’intégralité de ce frais qui leur est imputé.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
en tot instelling van een systeem van voorafgaande
beslissingen in fiscale zaken, maakte een einde aan de
aftrekbaarheid van de gewestelijke belastingen zoals
gewestelijke milieuheffingen. De uitbaters van de
stortplaatsen zijn aan de milieuheffing, zoals bepaald
in het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, onderworpen.
Deze uitbaters rekenen de milieuheffing door aan de
bedrijven, waarvan afval op de stortplaats wordt
gestort.
De vraag rijst nu welke belastingplichtige de aftrekbeperking moet toepassen : de uitbater van de stortplaats of het bedrijf, waarvan afval wordt gestort.
Het blijkt dat de aftrekbeperking enkel moet
worden toegepast op de belastingplichtige, die de uitgaven doet en ze in zijn beroepskosten opneemt (in
casu de stortplaats) en niet bij diegene (in casu het bedrijf, waarvan afval wordt gestort) ten behoeve van
wie de goederen of diensten worden geleverd (en voor
wie de aangerekende kosten deel uitmaken van de prijs
ervan), zelfs niet indien die kosten afzonderlijk op de
factuur zijn vermeld. Enkel inzake restaurantkosten
mag van die regel worden afgeweken. Daarenboven
kan worden gesteld dat de doorgerekende heffing in
hoofde van de klant van de stortplaats niet meer het
karakter heeft van een « belasting ». Een belasting kan
immers enkel aan de overheid verschuldigd zijn en niet
aan een medecontractant.
Kan u bevestigen dat enkel de uitbaters van de
stortplaatsen de aftrekbeperking zoals bepaald in artikel 198, 5o, WIB 1992, moeten toepassen en dat het
bedrijf, waarvan afval wordt gestort, de doorgerekende kosten helemaal als beroepskosten in aanmerking kan nemen ?
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Financiën van 17 februari 2005, op de vraag
nr. 637 van de heer Stef Goris van 3 februari 2005
(N.) :
Ik kan het geachte lid meedelen dat in het door hem
bedoelde geval moet worden besloten dat overeenkomstig de uitdrukkelijke bepalingen van artikel 47
van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van
2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer
van afvalstoffen inzonderheid de uitbaters van de
stortplaatsen moeten worden beschouwd als de eigenlijke belastingschuldigen van de in het voormelde
decreet bedoelde gewestelijke belasting. Hieruit volgt,
enerzijds, dat de bedoelde gewestelijke belasting overeenkomstig de bepalingen van artikel 198, eerste lid,
5o, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
ten name van de uitbaters van de stortplaatsen geen
aftrekbare beroepskosten is en, anderzijds, dat de
bedrijven, wiens afval wordt gestort, in beginsel die
doorgerekende kosten fiscaal volledig als beroepskosten in aftrek kunnen nemen.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10635
Vice-premier ministre
et ministre du Budget
et des Entreprises publiques
Vice-eerste minister
en minister van Begroting
en Overheidsbedrijven
Budget
Begroting
DO 2004200503221
DO 2004200503221
Question no 44 de M. Hagen Goyvaerts du 26 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 44 van de heer Hagen Goyvaerts van 26 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Transfert de remboursements d’intérêts.
Overheveling van renteaflossingen.
Il me revient que le gouvernement a approuvé lors
du dernier Conseil des ministres une mesure tendant à
transférer un montant important du remboursement
d’intérêts de 2004 à 2005. Cette décision serait en
rapport avec la procédure en cours à l’encontre de
Swissair.
Naar verluidt heeft de regering op haar jongste
Ministerraad een maatregel goedgekeurd waarbij een
aanzienlijk bedrag van de renteaflossing werd overgeheveld van 2004 naar 2005. De beslissing zou gerelateerd zijn aan de procedure die loopt ten aanzien van
Swissair.
1. Le ministre peut-il confirmer ces informations ?
1. Kunt u deze informatie bevestigen ?
2. Dans l’affirmative, quelle est la raison précise de
ce transfert ?
2. Zo ja, wat is de juiste reden van de overheveling
van 2004 naar 2005 ?
3. Sur la base de quelle règle de technique budgétaire ce transfert a-t-il été effectué ?
3. Op basis van welke begrotingstechnische regel
werd die overheveling uitgevoerd ?
4. Quel a été l’impact sur le budget 2004 ?
4. Wat zijn de budgettaire gevolgen geweest voor de
begroting 2004 ?
5. Pouvez-vous confirmer qu’il y a un rapport avec
la procédure à l’encontre de Swissair ?
6. Quel montant a été transféré ?
5. Kunt u bevestigen dat dit iets te maken heeft met
de procedure ten aanzien van Swissair ?
6. Over welk bedrag gaat het ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques du 18 février 2005,
à la question no 44 de M. Hagen Goyvaerts du 26 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari
2005, op de vraag nr. 44 van de heer Hagen Goyvaerts
van 26 januari 2005 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
Au troisième feuilleton, un montant de
56 311 000 euros a été compensé à l’AB 51.45.4.0.5123
« charges d’amortissement d’emprunts contractés par
la Société fédérale d’investissement (SFI) ».
In het derde aanpassingsblad werd 56 311 000 uro
gecompenseerd
op
de
BA
51.45.4.0.5123
« aflossingslasten van de leningen aangegaan door de
Federale Investeringsmaatschappij (FIM) »
À cette AB, des crédits ont été prévus pour un éventuel remboursement anticipé d’un emprunt de 4
milliards de francs belges (99,16 millions d’euros) que
la SFI avait contracté en 1995 dans le cadre de sa participation au financement de l’opération Sabena/
Swissair.
Op deze BA waren kredieten ingeschreven voor de
eventuele vervroegde terugbetaling van een lening van
4 miljard Belgische frank (99,16 miljoen euro) die de
FIM in 1995 heeft afgesloten in het kader van haar
deelname in de financiering van de operatie Sabena/
Swissair.
Actuellement, l’emprunt précité fait l’objet d’un
différend concernant une réclamation de la SFI et de
De betrokken lening maakt ondertussen het voorwerp uit van een geschil omtrent een vordering tot
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10636
l’État belge contre le groupe Swissair et Swissair Lines,
dans le chef du non-respect de ces dernières de leurs
engagements vis-à-vis de Sabena. Selon la SFI, appuyé
par l’État, cette créance est sans objet suite aux fautes
commisses par la Swissair.
schadevergoeding ingespannen door de FIM samen
met de Belgische Staat via haar participatiemaatschappij tegen de Swissair Group en Swissair Lines wegens
het niet nakomen door deze laatsten van hun contractuele verbintenissen jegens Sabena. Volgens de FIM
hierin gesteund door de Staat, is deze schuldvordering
uitgedoofd omwille van de fouten begaan door Swissair.
En fait, SIF3, une filiale de l’ancien groupe Swissair,
exige le remboursement de l’emprunt, en référant à
une clause qui prévoit l’exigibilité anticipée en cas de
faillite de la Sabena. Bien que l’exigibilité de l’emprunt
ait toujours été contestée, la Trésorerie avait prévu le
montant nécessaire au budget 2004, à titre de
prudence. Le tribunal de Commerce de Bruxelles, dans
un arrêt du 20 novembre 2003, a rejeté la contre-action
en justice exigeant le remboursement anticipé. Toutefois, il a été fait appel contre ledit arrêt.
In de terugvordering heeft SIF3, een dochter van de
vroegere Swissair Group de terugbetaling geëist, onder
verwijzing naar een clausule die in de vervroegde
opeisbaarheid voorzag in geval van faillissement van
Sabena. Hoewel de opeisbaarheid van de lening steeds
is betwist, had de Thesaurie voorzichtigheidshalve de
nodige bedragen in de begroting 2004 ingeschreven.
De tegenvordering tot vervroegde opeisbaarheid van
deze lening is afgewezen door de rechtbank van koophandel van Brussel in een vonnis van 20 november
2003, waartegen beroep is ingesteld.
En appel, l’affaire est toujours en instance, de sorte
qu’il ne fallait pas exclure que le payement devrait
s’effectuer en 2004.
Daar deze zaak in beroep nog steeds hangende is
was het uitgesloten dat de betaling nog in 2004 moest
gebeuren.
Dès lors, le crédit visé a été déduit de 56,3 millions
d’euros, puisqu’il fallait un tel montant à un autre
poste.
Bijgevolg werd dit krediet verminderd met 56,3 miljoen euro omdat we er elders 56,3 miljoen euro moesten bijhebben.
Au budget 2005, ce crédit est a nouveau prévu
(99 158 000 euros) bien qu’il ne faille pas prévoir de
payement en 2005.
In de begroting 2005 is dit krediet (99 158 000 euro)
opnieuw ingeschreven, hoewel men er mag van uitgaan dat de kans niet groot is dat we in 2005 zullen
moeten betalen.
Toutefois, pour des raisons de prudence, il a été
décidé de prévoir ces crédits, de sorte que nous disposons d’une marge de 99 158 000 euros.
Uit voorzichtigheid werd evenwel besloten deze
kredieten in te schrijven. Zo beschikken wij in 2005
over een buffer van 99 158 000 euro.
Entreprises publiques
Overheidsbedrijven
DO 2003200421729
DO 2003200421729
Question no 239 de Mme Maggie De Block du 25 juin
2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 239 van mevrouw Maggie De Block van
25 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
La Poste. — Envois perdus. — Associations. — Possibilités de recours.
De Post. — Verloren zendingen. — Verenigingen. —
Verhaalmogelijkheden.
Une association ayant le statut d’ASBL a envoyé par
la poste des publications (sous enveloppes format A4,
affranchies en non-prior et sans numéro PP), dont près
de dix pour-cent ne sont jamais arrivées chez leur
destinataire. Il semble que la majorité de ces malchanceux habitent la même province ou à proximité.
Certains ont porté plainte auprès du bureau de poste
local, qui a répondu qu’il était impossible de tracer
Uit casuı̈stiek is gebleken dat een vereniging met het
statuut van VZW een postverzending heeft gedaan van
een publicatie (in enveloppes van A4-formaat, nietprior gefrankeerd en zonder PB-nummer), waarvan
een kleine tien procent van de verstuurde exemplaren
nooit is toegekomen bij de geadresseerden. Het merendeel van de pechvogels bleek te wonen in dezelfde
provincie of in de nabijheid daarvan. Een aantal onder
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10637
l’envoi parce qu’il n’avait pas été adressé sous pli
recommandé. L’ASBL concernée a quant à elle reçu un
courrier de La Poste qui lui présentait ses excuses pour
la perte des envois. Quoi qu’il en soit, les destinataires
ont payé pour une publication qu’ils n’ont jamais
reçue. Quoique l’ASBL rejette dans ses conditions de
vente toute responsabilité pour les envois non distribués, la décence exige qu’elle expédie un nouvel exemplaire de la publication à ses membres. Comme il
s’agit de publications d’un coût unitaire total
d’environ 11 euros hors frais d’expédition, l’ASBL
risque, par la faute de La Poste, d’avoir à débourser
plusieurs centaines d’euros.
hen heeft een klacht voor verloren zending ingediend
bij zijn plaatselijk postkantoor, maar daar werd geantwoord dat de zending niet kon worden nagetrokken
omdat ze niet aangetekend was verstuurd. De betrokken VZW zelf ontving van De Post een gelijkaardig
schrijven met daarin verontschuldigingen voor de verloren zendingen. Intussen hebben de geadresseerden
wel betaald voor een publicatie die ze nooit hebben
ontvangen. Ofschoon de VZW in de verkoopvoorwaarden had gesteld niet verantwoordelijk te zijn voor
niet-bestelde zendingen, vraagt het goed fatsoen dat
aan de leden een nieuw exemplaar wordt opgestuurd.
Vermits het gaat over publicaties met een totale kostprijs van ongeveer 11 euro per stuk, exclusief verzendingskosten, dreigt de betrokken VZW financieel te
moeten opdraaien voor een fout van De Post waarvan
de factuur meerdere honderden euro’s zal bedragen.
1. De quelles possibilités de recours contre La Poste
une association dispose-t-elle lorsqu’un nombre
important d’envois n’arrivent pas à destination ?
1. Welke verhaalmogelijkheden heeft een vereniging tegen De Post in zulke gevallen dat een opmerkelijk aantal van de verzendingen niet bij de geadresseerden toekomen ?
2. L’association peut-elle réclamer un dédommagement à La Poste ou suffit-il à cette dernière d’envoyer
une lettre d’excuses si les colis n’ont pas été envoyés
par recommandé ?
2. Kan een vereniging van De Post een schadevergoeding vragen of volstaat het dat De Post een brief
met verontschuldigingen stuurt in geval de verzendingen niet aangetekend werden verstuurd ?
3. Dans l’affirmative, à combien le dédommagement peut-il se monter ?
3. Zo ja, hoeveel kan deze schadevergoeding bedragen ?
4. Une association peut-elle se faire rembourser par
La Poste la totalité des dommages subis, c’est-à-dire les
coûts d’impression des ouvrages perdus, les frais
d’affranchissement du premier envoi et les frais
d’expédition de la nouvelle publication ?
4. Kan een vereniging concreet van de volledige
geleden schade, met andere woorden de drukkosten
van de verloren boeken, de portkosten van de eerste
zending en de portkosten van de nieuwe zending met
de nieuwe publicatie, verhalen op De Post ?
5. Selon quelle procédure peut-elle réclamer ce
dédommagement ?
5. Via welke procedure kan een schadevergoeding
worden gevraagd ?
6. De quelles possibilités de recours une association
dispose-t-elle lorsqu’un accord avec La Poste est
impossible ?
6. Welke verhaalmogelijkheden heeft een vereniging in geval er geen akkoord wordt bereikt met De
Post ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005,
à la question no 239 de Mme Maggie De Block du
25 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari
2005, op de vraag nr. 239 van mevrouw Maggie De
Block van 25 juni 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
1. Toutes les possibilités de recours contre La
Poste, dont dispose toute personne, physique ou
morale, sont reprises dans « Les conditions générales
en matière d’offre de services de La Poste » (Poste aux
lettres). La version la plus récente est parue dans le
Moniteur belge du 12 mai 2004. Ces conditions
s’appliquent également aux envois faits au tarif spécial
par les associations.
1. Al de verhaalmogelijkheden, die ieder fysiek of
rechtspersoon, heeft tegen De Post, zijn opgenomen in
de « Algemene voorwaarden inzake de dienstverlening
door De Post » (Brievenpost). De meest recente versie
is verschenen in het Belgisch Staatsblad van 12 mei
2004. Deze voorwaarden zijn ook van toepassing op
de zendingen die door de verenigingen tegen het speciale tarief worden verzonden.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1344
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10638
2. L’expéditeur qui introduit une plainte et prouve
la faute de La Poste, ainsi que le préjudice subi et le
lien causal entre les deux, peut, à sa demande, obtenir
une indemnité.
2. De afzender die een klacht indient en het bewijs
levert van de fout van De Post, evenals de geleden
schade en het oorzakelijk verband tussen beiden, kan
op zijn vraag een vergoeding krijgen.
3. En cas de perte, de vol, d’endommagement ou de
distribution tardive d’un envoi adressé normal, une
indemnité correspondant au préjudice direct réellement subi, avec un maximum correspondant au
montant de l’affranchissement de l’envoi peut être
obtenue.
3. Bij verlies, diefstal, beschadiging of laattijdige
uitreiking van een gewone geadresseerde zending kan
een vergoeding overeenkomstig de directe schade, die
werkelijk geleden werd, met een maximum overeenkomend met het bedrag van de frankering van de
zending, bekomen worden.
4. Non. La responsabilité de La Poste ne porte que
sur le dommage direct. La responsabilité ne peut être
mise en cause pour tout autre dommage indirect dont
les frais de fabrication ou d’impression, les pertes de
revenus, la privation de bénéfices, ...
4. Neen. De aansprakelijkheid van De Post heeft
alleen betrekking op de directe schade. De aansprakelijkheid kan niet worden ingeroepen voor iedere
andere indirecte schade zoals, onder meer aanmaakkosten, drukkosten, verlies van inkomsten, verlies van
winsten, ...
5. Une plainte peut être introduite, soit :
5. Een klacht kan ingediend worden door :
— au moyen du formulaire spécialement prévu à cet
effet, disponible dans tous les bureaux de LA
POSTE et sur le site internet de La Poste :
www.post.be;
— een speciaal voorzien formulier, beschikbaar in elk
postkantoor en op de website van De Post :
www.post.be;
— par simple lettre non affranchie à La Poste, Service
Qualité, Centre Monnaie, 1000 Bruxelles;
— een gewone niet-gefrankeerde brief aan De Post,
Kwaliteitsdienst, Muntcentrum, 1000 Brussel;
— par fax au numéro 02/226.30.60;
— per fax op het nummer 02/226.30.60;
— par e-mail : [email protected].
— per e-mail : [email protected].
6. Si le plaignant n’est pas satisfait des résultats du
traitement de sa plainte, il peut alors s’adresser au
service de Médiation auprès de La Poste : Rue Royale,
97 — 2e étage — 1000 Bruxelles.
6. Diegene die klacht heeft neergelegd en niet tevreden is over de resultaten van de behandeling van de
klacht, kan zich richten tot de Ombudsdienst bij De
Post — Koningsstraat 97 — 2e verdieping — 1000
Brussel.
DO 2003200421186
DO 2003200421186
Question no 245 de M. Pieter De Crem du 2 juillet
2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 245 van de heer Pieter De Crem van 2 juli
2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven :
Vente de bâtiments publics par la Régie des Bâtiments.
Verkoop van overheidsgebouwen door de Regie der
Gebouwen.
Le budget des Voies et Moyens 2004 prévoit en son
article 76.03 un versement de 200 millions d’euros au
bénéfice du Trésor. Le tableau de développement indique qu’il s’agit d’une estimation des recettes provenant
de la vente de terrains et de biens immobiliers appartenant à l’État.
In de Rijksmiddelenbegroting 2004 werd onder artikel 76.03 een storting ingeschreven aan de Schatkist
ten bedrage van 200 miljoen euro. De uitgewerkte
staat leert ons dat het gaat om een raming voor de ontvangsten afkomstig uit de verkoop van gronden en
onroerende goederen toebehorend aan de Staat.
Il ressort du Bulletin des Adjudications que la Régie
des Bâtiments a publié un avis de pré-information en
vue de l’adjudication publique d’un contrat de promotion et de vente ayant pour objet la vente du bâtiment
« Egmont I » et du terrain destiné à la construction
Uit het Bulletin der Aanbestedingen maken we op
dat de Regie der Gebouwen een enuntiatieve aankondiging heeft geplaatst met het oog op de openbare aanbesteding van een promotie- en verkoopovereenkomst
die de verkoop van het gebouw « Egmont I » en het
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10639
d’un bâtiment « Egmont II ». En l’espèce, l’acheteur a
l’obligation de construire le bâtiment « Egmont II »
précité. L’ensemble sera affecté à l’hébergement du
SPF Affaires étrangères par le biais d’un bail à long
terme, non assorti d’une option d’achat.
1. Quelles opérations patrimoniales permettrontelles de générer ces 200 millions d’euros de recettes en
2004 ?
2.
a) Pourriez-vous fournir un aperçu des ventes de bâtiments publics réalisées au cours des cinq dernières
années et préciser à cet égard dans quels cas il s’est
agi d’opérations « sale and lease back » ?
b) Pourriez-vous préciser, pour ces opérations, le
loyer, la durée du bail, l’identité de l’acheteur et
l’estimation effectuée par le Comité d’acquisition ?
3. Quels sont vos projets en ce qui concerne la SA
SOPIMA ?
4.
a) Quel est l’état d’avancement du marché précité
relatif au complexe « Egmont » ?
b) Quels sont les projets précis concernant ce
complexe ?
c) Quelles sont les modalités de l’opération « sale and
lease back » ?
d) Quelle est l’estimation du Comité d’acquisition ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005,
à la question no 245 de M. Pieter De Crem du 2 juillet
2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
3. Ces dernières années, une partie des ventes de
bâtiments publics est également réalisée via la SA
Sopima. Pour l’année budgétaire 2004, deux bâtiments
sont pris en considération.
Je souhaite conserver, à l’avenir, la SA Sopima
comme instrument de gestion immobilière de l’État et
je souhaite même l’agrandir. La société connaı̂t un
fonctionnement dynamique et a mené à bien un nombre de dossiers de rénovation.
terrein dat bestemd is voor de bouw van een gebouw
« Egmont II » tot doel heeft. De koper heeft in deze de
verplichting het genoemde gebouw « Egmont II » te
bouwen. De bestemming van het geheel is een behuizing door de FOD Buitenlandse Zaken via een huur op
lange termijn, zonder aankoopoptie.
1. Uit welke operaties met patrimonium zullen die
200 miljoen euro in 2004 worden gepuurd ?
2.
a) Kan u een overzicht geven van de verkopen van
overheidspatrimonium gedurende de jongste vijf
jaar en hierbij vermelden in welke gevallen het
ging om sale and lease back-operaties ?
b) Wat was voor die operaties huurprijs, huurtermijn, koper en schatting van het Aankoopcomité ?
3. Welke plannen heeft u met de NV SOPIMA ?
4.
a) Wat is de stand van zaken in verband met de vernoemde opdracht « Egmont complex » ?
b) Wat zijn de exacte plannen met dit complex ?
c) Wat zijn de modaliteiten van de sale and lease
back-operatie ?
d) Wat is de schatting van het Aankoopcomité ?
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari
2005, op de vraag nr. 245 van de heer Pieter De Crem
van 2 juli 2004 (N.) :
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
3. Een deel van de verkopen van overheidsgebouwen wordt de jongste jaren tevens gerealiseerd via de
NV Sopima. Voor het begrotingsjaar 2004 komen twee
gebouwen in aanmerking.
Ik wens in de toekomst de NV Sopima als instrument van het vastgoedbeheer van de overheid te
behouden en zelfs uit te breiden. De vennootschap
kent een dynamische werking en heeft een aantal renovatiedossiers tot een goed einde gebracht.
DO 2003200421800
DO 2003200421800
Question no 249 de M. Roel Deseyn du 6 juillet 2004
(N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
La Poste. — Offre de services supplémentaires dans les
bureaux de poste.
La Poste a pris récemment la décision de confier
certains services traditionnellement offerts dans les
Vraag nr. 249 van de heer Roel Deseyn van 6 juli 2004
(N.) aan de vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven :
De Post. — Aanbieden van extra diensten in postkantoren.
Recentelijk besloot De Post diensten die traditioneel
in postkantoren worden aangeboden, uit te besteden
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10640
bureaux de poste, à des partenaires extérieurs tels que
des grandes surfaces et des librairies. Parallèlement, La
Poste a entrepris depuis un certain temps déjà d’offrir
des services supplémentaires dans ses bureaux.
aan externe partners als warenhuizen en boekhandels.
Daarnaast experimenteert De Post reeds geruime tijd
met binnenbrengen van extra diensten in de kantoren.
1.
a) À ce jour, quels autres services supplémentaires
sont proposés dans les bureau de poste ?
1.
a) Welke andere extra diensten werden tot op de dag
van vandaag binnengehaald in het postkantoor ?
b) Certains de ces services ont-ils déjà été abandonnés ?
b) Werden enkele van deze diensten ook reeds terug
stopgezet ?
c) Dans l’affirmative, pouvez-vous fournir une explication pour chaque cas individuel ?
c) Zo ja, kan u voor elk van deze gevallen een verklaring geven ?
d) Quels services seront offerts dans un avenir
proche ? Qui en seront les fournisseurs et quels
bureaux seront concernés ?
d) Welke diensten zullen in de nabije toekomst
worden aangeboden door welke leveranciers en in
welke kantoren ?
2.
a) À combien se monte le rendement mensuel de ces
services depuis janvier 2003 ?
2.
a) Hoeveel bedraagt de return uit deze diensten uitgesplitst per maand en rekenende vanaf januari
2003 ?
b) À l’avenir, comment voyez-vous l’évolution des
recettes de ces services ?
b) Hoe verwacht u dat de inkomsten uit deze diensten
in de toekomst zullen evolueren ?
3.
a) Cette méthode de travail sera-t-elle étendue à
l’avenir ou au contraire progressivement démantelée ?
3.
a) Zal men deze werkwijze in de toekomst uitbreiden
of afbouwen ?
b) Pour quelle raison ?
b) Waarom ?
4.
a) Concernant l’externalisation de services, des négociations sont-elles déjà en cours avec des partenaires éventuels ?
4.
a) Aangaande het uitbesteden van diensten : zijn er
reeds besprekingen aan de gang met mogelijke
partners ?
b) Quel est le profit escompté du projet ?
b) Wat is de verwachte opbrengst van het project ?
c) Quel pourcentage de diminution des transactions
prévoit-on dans les bureaux de poste ?
c) Met hoeveel procent verwacht men dat de transacties in de postkantoren zal afnemen ?
5. Quelle a été l’évolution de l’emploi au département commercial de la poste allemande depuis
l’introduction du nouveau concept de services avec
déplacement des points de vente vers des partenaires
extérieurs ?
5. Hoe evolueerde de tewerkstelling in de retailafdeling van de Duitse post sinds de invoering van het
nieuwe serviceconcept, waarbij de verkooppunten verschoven werden naar externe partners ?
6.
a) Si la vente de services postaux par des partenaires
extérieurs s’avère être une réussite dans les
communes pilotes, et s’il y avait du personnel excédentaire dans les bureaux de poste, prendriez-vous
la décision de licencier ?
6.
a) Indien de verkoop van postproducten door externe
partners in de proefgemeenten slaagt, en men in de
postkantoren mankracht te veel zou hebben, zal u
dan besluiten tot ontslagen ?
b) Si tel n’est pas le cas, comment allez-vous pallier ce
possible excédent de personnel ?
b) Zo neen, hoe zal u dit dreigende personeelsoverschot opvangen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10641
Réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005,
à la question no 249 de M. Roel Deseyn du 6 juillet
2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari
2005, op de vraag nr. 249 van de heer Roel Deseyn van
6 juli 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
Comme expliqué en séance du 30 juin 2004, il n’est
pas possible de répondre à toutes les questions pratiques aujourd’hui. Dans les semaines et mois qui viennent, le projet sera précisé : choix des partenaires,
modalités de collaboration, mise en œuvre
concrète, etc.
Zoals werd uitgelegd tijdens de vergadering van
30 juni 2004 is het momenteel niet mogelijk een
antwoord te geven op alle praktische vragen. In de
komende weken en maanden zal het project verder
worden verduidelijkt : keuze van de partners, samenwerkingsmodaliteiten, concrete uitvoering, enzovoort.
En réponse à vos questions :
In antwoord op uw vragen :
1.
a) Différentes initiatives ont en effet été prises afin
d’accroı̂tre les revenus du réseau Retail et elles se
poursuivent. Parmi celles-ci, les plus importantes
concernent le partenariat avec Electrabel, avec la
Loterie Nationale, avec Argenta/Dexia dans les
services financiers, la vente de tickets de parc
d’attractions, la vente de cartes de téléphone, etc.
ou encore très récemment un accord avec la société
Western Union pour le transfert international
d’argent.
1.
a) Er zijn inderdaad verschillende initiatieven genomen om de inkomsten van het Retail-netwerk te
verhogen en deze initiatieven worden voortgezet.
De belangrijkste initiatieven betreffen het partnership met Electrabel, met de Nationale Loterij, met
Argenta/Dexia binnen de financiële diensten, de
verkoop van tickets voor pretparken, de verkoop
van telefoonkaarten, enzovoort of zeer recentelijk
nog een akkoord met de firma Western Union omtrent internationale geldtransfers.
b) et c) Hormis une ou deux initiatives mineures (par
exemple, distribution d’un « life badge »),
aucun.
b) en c) Geen, uitgezonderd een of twee minder
belangrijke initiatieven (bijvoorbeeld het uitdelen van een « life badge »).
d) L’introduction des services additionnels au sein du
réseau de La Poste se fait sur la base de d’accord
particulier avec le partenaire/fournisseur en fonction des critères de segmentation de La Poste et du
partenaire.
d) De introductie van extra diensten in het netwerk
van De Post gebeurt op basis van een speciale overeenkomst met de partner/leverancier in functie van
de criteria inzake onderverdeling van De Post en
van de partner.
2.
a) Ordre de grandeur du CA est de 7 millions d’euros
en 2003. Les niveaux de marge sont dépendant de
chaque type de services offerts mais tous à des
niveaux de marché.
2.
a) De orde van grootte bedraagt 7 miljoen euro in
2003. De winstniveaus zijn, hoewel afhankelijk
van elk type service dat aangeboden wordt, alle
aan marktniveaus.
b) Très positivement mais jamais dans une proportion permettant d’inverser les pertes du réseau et
toujours à un niveau marginal par rapport au
contributeur que le développement banqueassurances représente.
b) In uiterst positieve zin, maar de inkomsten zullen
nooit op dergelijke wijze evolueren dat ze de verliezen van het netwerk kunnen doen keren en
steeds aan een miniem peil in vergelijking niet de
bijdragende partij die de ontwikkeling bankverzekeringen vertegenwoordigt.
3.
a) La recherche de revenus additionnels est bien sûr
une priorité mais l’offre de services doit rester
consistante dans son ensemble id est il ne s’agit pas
de distribuer n’importe quoi.
3.
a) Het zoeken naar bijkomende inkomsten is zeker
een prioriteit maar het aanbod van diensten moet
consistent blijven in zijn geheel, dit wil zeggen dat
er niet om het even wat wordt uitgedeeld.
b) Voir ci-dessus : recherche de revenus stables
compensant la baisse des activités traditionnels des
bureaux de postes.
b) Zie hierboven : zoeken naar stabiele inkomsten ter
compensatie van de daling van de traditionele activiteiten van de postkantoren.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10642
4.
a) La sélection des partenaires est en cours.
4.
a) De selectie van partners vindt momenteel plaats.
b) L’objectif des tests n’est pas financier. Il s’agit en
priorité de comprendre les réactions des clients et
tester le modèle opérationnel de fonctionnement.
b) De tests hebben geen financieel doel. Het gaat er
eerst en vooral om de reacties van de klant te
begrijpen en het operationele werkingsmodel te
testen.
c) Cette donnée sera mesurée lors des tests.
c) Dit gegeven zal gemeten worden tijdens de tests.
5. Je n’ai pas cette information
5. Ik beschik niet over deze informatie.
6.
a) et b) Non, des processus de ré-affectations sont
déjà d’application à La Poste actuellement.
6.
a) en b) Neen, tegenwoordig zijn processen van wederaanstellingen al bij De Post toegepast.
DO 2003200432331
DO 2003200432331
Question no 310 de M. Guido De Padt du 5 octobre
2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 310 van de heer Guido De Padt van 5 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Dépôts. — Effectifs. — Demandes de congé.
NMBS. — Depots. — Personeelsbestand. — Verlofaanvragen.
Le personnel effectif n’est pas suffisant, dans
certains petits dépôts de la SNCB, pour assurer les
services requis. Cette situation génère des tensions et le
taux d’absentéisme pour cause de maladie est souvent
très élevé.
Op bepaalde plaatsen waar kleinere NMBS-depots
gevestigd zijn is er een gebrek aan effectieve personeelsleden om de nodige diensten te verzekeren. Deze
toestand levert spanningen op en het ziekteverzuim is
vaak erg hoog.
Le problème se pose surtout pour les congés à court
terme qui doivent permettre aux travailleurs de
s’absenter les jours de leur choix et peuvent être
demandés au maximum trois mois à l’avance. À
l’heure actuelle, toutefois, il est quasi impossible de
bénéficier de ces congés à court terme et seuls quelques
congés à long terme sont accordés.
Het probleem doet zich vooral voor bij het verlof op
korte termijn. Dit verlof, dat moet dienen om mensen
de kans te geven hun verlof op te nemen op willekeurige dagen, mag maximum drie maanden op voorhand
worden aangevraagd. Thans is het evenwel zo dat het
verlof op korte termijn quasi onmogelijk is. Er worden
uitsluitend nog enkele verloven op langere termijn
toegestaan.
L’insatisfaction du personnel s’explique principalement par la présence en surnombre de dizaines de
personnes dans certains grands dépôts du pays,
comme à Bruxelles-Midi et Anvers-Central. Beaucoup
parmi ces travailleurs souhaitent d’ailleurs être mutés
plus près de leur domicile (petits dépôts).
De grootste frustratie van het personeel is dat in
bepaalde grotere depots van het land zoals in BrusselZuid en Antwerpen-Centraal, er tientallen mensen op
overschot zitten, waarvan velen trouwens overplaatsingen ambiëren dichter bij huis (kleinere depots).
On parle d’un excédent de quatre-vingts personnes
pour un dépôt comme Anvers. Aussi peut-on y obtenir
congé le jour-même, jusqu’à une heure avant le début
du service. Par contre, il est devenu impossible
d’encore obtenir — pas même en le demandant trois
mois à l’avance — un jour de repos à seulement quelques kilomètres de distance, à Saint-Nicolas par exemple.
In een depot als Antwerpen wordt gewag gemaakt
van tachtig personeelsleden op overschot. Daar kan
men tot een uur voor de aanvang van de prestatie nog
verlof krijgen voor dezelfde prestatie. Daartegenover
krijgt men in Sint-Niklaas bijvoorbeeld, niet eens
zoveel verder, geen verlof meer, zelfs na dit drie maanden op voorhand te hebben aangevraagd.
La règle qui veut que la rémunération des chefs
régionaux (IR) est proportionnelle à leurs effectifs ne
serait pas étrangère à cette situation. On peut
comprendre qu’on rechigne à muter/détacher tempo-
Een en ander zou onder meer te maken hebben met
de regeling dat de regionale chefs (IR’s) een vergoeding
krijgen volgens het volume van hun personeelsbestand. Het is dan ook begrijpelijk dat men weigerach-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10643
rairement ou définitivement du personnel lorsqu’on en
pâtit financièrement.
tig staat tegenover het tijdelijk of definitief muteren/
detacheren van personeel, omdat men daar financieel
onder lijdt.
1. Voudriez-vous m’indiquer pour 2002, 2003 et
2004 (au 1er août) :
1. Kan u voor 2002, 2003 en tot augustus 2004
meedelen :
a) Combien de services doivent être assurés dans
chaque dépôt en Flandre et en Wallonie, et par
combien d’agents ?
a) Wat zijn de juiste capaciteiten van elk depot in
Vlaanderen en Wallonië : hoeveel diensten moeten
er maandelijks worden bezet en door hoeveel
bedienden ?
b) Combien d’agents « effectifs » sont présents pour
effectuer ces prestations ? Je souhaite obtenir ainsi
le nombre, non pas des agents « théoriquement »
présents, mais leur nombre réel, c’est-à-dire à
l’exclusion des membres du personnel malades ou
absents à long terme.
b) Hoeveel « effectieve » bedienden zijn er aanwezig
om deze prestaties te vervullen, dit wil zeggen, niet
diegene die « theoretisch » aanwezig waren, maar
wel een effectieve lijst zonder zieke personeelsleden
of afwezigen voor lange duur ?
2. Voudriez-vous également
problèmes rencontrés dans les
emploient souvent 150 à 200
prochainement résolus et quelle
sera apportée ?
m’indiquer si les
petits dépôts, qui
personnes, seront
solution durable y
2. Kan u tevens meedelen of de problemen waarmee
de kleinere depots opgezadeld zitten, die vaak ook 150
à 200 mensen tewerkstellen, worden opgelost op korte
termijn en op welke duurzame wijze dit zal gebeuren ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005,
à la question no 310 de M. Guido De Padt du 5 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari
2005, op de vraag nr. 310 van de heer Guido De Padt
van 5 oktober 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
La situation au cours des dernières années en ce qui
concerne l’attribution des jours de congé des conducteurs de trains s’explique par le fait que la SNCB ne
disposait pas de suffisamment de conducteurs par
rapport au nombre de services à assurer.
De situatie van de jongste jaren betreffende de toekenning van verlofdagen aan de treinbestuurders is te
verklaren door het feit dat de NMBS niet over
voldoende bestuurders beschikte ten opzichte van het
aantal te verzekeren diensten.
La situation s’est cependant très nettement améliorée depuis le début de l’année 2003. Les jours de retard
(moyenne par conducteur) sont passés de 37 début
2003 à 24,5 jours fin septembre 2004, soit une résorption d’un tiers du retard et cette évolution favorable
se poursuit.
De toestand is echter beduidend verbeterd sedert het
begin van 2003. De dagen achterstand (gemiddelde per
bestuurder) zijn geslonken van 37 begin 2003 tot 24,5
eind september 2004, wat betekent dat een derde van
de achterstand werd ingehaald, en deze gunstige evolutie zet zich voort.
Cette moyenne ne reflète évidemment pas les situations vécues dans chaque dépôt. En effet, tant que les
négociations concernant le plan MOVE étaient en
cours, il n’était pas possible d’adapter les cadres à
l’évolution des besoins dans les différents dépôts. Le
nouveau cadre proposé pour les conducteurs permettra de remédier largement à cette situation. Il tient en
effet compte non seulement des besoins de base (services à assurer) mais aussi de la situation spécifique de
chaque dépôt en matière de retard dans l’attribution
des jours de liberté.
Dat gemiddelde weerspiegelt natuurlijk de werkelijke situatie niet in elk van de depots. Zolang over het
plan MOVE onderhandeld werd, was het immers
onmogelijk de kaders aan te passen aan de evolutie
van de behoeften in de verschillende depots. Met het
voorgestelde nieuwe kader voor de bestuurders zal de
toestand in ruime mate verholpen kunnen worden.
Het houdt immers niet alleen rekening met de basisbehoeften (te verzekeren diensten) maar ook met de specifieke toestand van ieder depot inzake achterstand bij
de toekenning van vrije dagen.
Pour ce qui concerne plus particulièrement la situation d’Anvers, il est vrai qu’il y a eu un sureffectif
important et qu’il n’est pas encore résorbé. Cela est dû
Wat in het bijzonder de toestand in Antwerpen
betreft, klopt het dat er een aanzienlijk overschot aan
personeel is geweest en dat dit nog niet helemaal ver-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10644
au fait que de nombreux recrutements de conducteurs
néerlandophones ont été organisés à Anvers car la
majorité des flux volontaires de personnel (demandes
de mutation) se font d’Anvers vers les autres régions
du Nord du pays. La mise en application des
nouveaux cadres a cependant déjà entraı̂né, au cours
des derniers mois, des mouvements de personnel
d’Anvers vers les autres régions et d’autres mouvementsimportants sont en cours de réalisation ou
programmés. Lorsque ces mouvements auront été
réalisés, les différents dépôts, notamment dans le Nord
du Pays, se trouveront dans des situations équivalentes
pour ce qui concerne les possibilités d’attribution des
jours de congé.
dwenen is. Dat is te wijten aan het feit dat er in
Antwerpen talrijke aanwervingen van Nederlandstalige bestuurders zijn geweest want de meeste vrijwillige personeelsbewegingen (aanvragen tot overplaatsing) verlopen van Antwerpen naar de overige regio’s
in het noorden van het land. De invoering van de
nieuwe kaders heeft evenwel de laatste maanden al
personeelsbewegingen van Antwerpen naar de overige
regio’s tot gevolg gehad, en andere belangrijke bewegingen worden momenteel verwezenlijkt of zijn
gepland. Wanneer die bewegingen achter de rug zullen
zijn, zullen de verschillende depots, vooral die in het
noorden van het land, zich in gelijklopende situaties
bevinden aangaande de mogelijkheden voor het toekennen van de verlofdagen.
Il faut aussi préciser qu’il n’existe aucune disposition liant les rémunérations, primes, allocations, etc.
des dirigeants au nombre de personnes qu’ils ont à
gérer.
Voorts moet aangestipt worden dat er geen enkele
bepaling bestaat die de bezoldigingen, premies, toelagen enzovoort van de leidend ambtenaren koppelt aan
het aantal personen waarvoor zij bevoegd zijn.
1. Le tableau 1 indique le nombre de services de
trains planifié par jour et par dépôt pour les années
2002, 2003 et 2004. Il faut y ajouter les trains supplémentaires qui doivent être assurés à la demande. Il
s’agit principalement de convois de marchandises et de
trains touristiques en été. C’est la raison pour laquelle
le nombre de conducteurs doit dans certains dépôts
être relativement plus élevé par rapport à d’autres
dépôts assurant un nombre comparable de services.
Des dépôts comme Anvers et Schaerbeek par exemple
se trouvent dans une telle situation.
1. De tabel 1 geeft het aantal geplande treindiensten
per dag en per depot voor de jaren 2002, 2003 en 2004.
Er zijn bovendien ook bijkomende treinen die op aanvraag moeten verzekerd worden. Dit is voornamelijk
het geval voor de goederentreinen en voor toeristische
treinen gedurende de zomer. Het is de reden waarom
het aantal bestuurders in sommige depots relatief
hoger moet zijn ten opzichte van andere depots voor
een vergelijkbaar aantal geplande diensten. Depots
zoals Antwerpen en Schaarbeek bevinden zich bijvoorbeeld in zo’n toestand.
Le tableau 2 indique le nombre de conducteurs qui
sont affectés aux services des trains. Les chiffres
donnent la situation par semestre depuis le début 2002
et la dernière situation connue de début octobre 2004.
De tabel 2 geeft het aantal bestuurders weer die aan
de treindiensten toegewezen worden. De cijfers geven
de toestand per semester vanaf begin 2002 en de laatste
gekende toestand van begin oktober 2004.
Ils sont établis compte tenu :
Ze worden opgesteld rekening houdend met :
— des détachés au dépôt et par le dépôt;
— de gedetacheerden naar de depot en door de depot;
— de l’utilisation réelle des conducteurs de train,
conducteurs de train principaux dans les services
des trains, les services de manœuvre et d’autres
fonctions;
— de werkelijke benuttiging van de treinbestuurders,
eerste treinbestuurders in de treindiensten, de
rangeerdiensten en andere functies;
— des agents malades à long terme;
— des agents en incapacité temporaire (un mois minimum) pour les services roulants;
— de ziekte op lange termijn;
— de tijdelijke ongeschiktheid (minimum een maand)
voor de rijdende diensten;
— du personnel qui est en formation.
Remarque : le rapport entre le nombre de services
planifiés et les besoins en personnel est influencé par
les éléments susvisés, mais également par d’autres
critères objectifs comme par exemple la permanence à
assurer impérativement ou les formations complémentaires à suivre (connaissance de ligne, connaissance du
matériel, réglementations étrangères, etc.).
— het personeel dat in opleiding is.
Opmerking : de verhouding tussen het aantal
geplande diensten en de behoeften aan personeel
wordt beı̈nvloed door hierboven vermelde elementen
maar ook door verschillende objectieve redenen zoals
bij voorbeeld de nodige permanente of bijkomende
opleidingen (lijnkennis, materieelkennis, buitenlandse
reglementeringen, enzovoort).
2. Comme mentionné dans l’exposé général, une
répartition plus équilibrée du personnel, entre les diffé-
2. Zoals in de algemene uiteenzetting werd vermeld, zal een evenwichtiger spreiding van het perso-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10645
rents dépôts, grands ou petits, suite à l’instauration des
nouveaux cadres et aux mouvements de personnel qui
en résulteront permettra une amélioration substantielle de la situation (réduction des effectifs à Anvers
au profit de dépôts dans le Nord du pays). Par ailleurs,
la planification des recrutements tient compte, d’une
part, de l’évolution des besoins dans les dépôts (nombre de services à assurer, formations à dispenser,
niveau de productivité, etc.) et, d’autre part, des
départs naturels conditionnés par la pyramide des âges
des conducteurs.
neel over de verschillende depots, groot of klein, na de
invoering van de nieuwe kaders en na de personeelsbewegingen die er het gevolg van zullen zijn, een aanzienlijke verbetering van de situatie met zich kunnen
brengen (vermindering van het personeelsbestand in
Antwerpen ten gunste van de depots in het noorden
van het land). Bovendien wordt bij de planning van de
aanwervingen rekening gehouden met enerzijds de
evolutie van de behoeften in de depots (aantal te verzekeren diensten, te verstrekken opleidingen, productiviteitsniveau, enzovoort) en anderzijds de natuurlijke
afvloeiingen die bepaald worden door de leeftijdspiramide van de bestuurders.
Tableau 1 — Nombre de services de trains
planifié par jour
Tabel 1 — Aantal geplande treindiensten
per dag
Dépôt
—
Depot
2002
2003
2004
Bruxelles-Midi. — Brussel-Zuid ..........................................................
Schaerbeek. — Schaarbeek ..................................................................
Anvers-Central. — Antwerpen-Centraal ..............................................
Anvers-Dam. — Antwerpen-Dam ........................................................
Mol/Turnhout .....................................................................................
Hasselt ................................................................................................
Louvain. — Leuven .............................................................................
Aarschot ..............................................................................................
Landen ................................................................................................
Gand. — Gent .....................................................................................
Termonde. — Dendermonde ...............................................................
Alost. — Aalst .....................................................................................
Saint-Nicolas. — Sint-Niklaas .............................................................
Grammont. — Geraardsbergen ...........................................................
Audenarde. — Oudenaarde .................................................................
Courtrai. — Kortrijk ...........................................................................
Poperinge .............................................................................................
La Panne. — De Panne .......................................................................
Bruges. — Brugge ................................................................................
Ostende. — Oostende .........................................................................
Liège. — Luik .....................................................................................
Welkenraedt ........................................................................................
Montzen ..............................................................................................
Gouvy ..................................................................................................
Arlon. — Aarlen .................................................................................
Jemelle ................................................................................................
Bertrix .................................................................................................
Virton ..................................................................................................
Ronet ..................................................................................................
Ottignies ..............................................................................................
Charleroi .............................................................................................
Monceau .............................................................................................
Haine-Saint-Pierre ................................................................................
Châtelet ...............................................................................................
Walcourt .............................................................................................
Mons. — Bergen .................................................................................
102
58
121
116
52
135
108
36
15
139
51
36
37
48
39
87
20
14
80
44
204
46
36
24
94
50
43
17
148
46
160
33
32
24
19
89
100
49
120
106
49
129
108
34
14
139
51
34
36
49
39
85
20
14
80
49
188
42
39
25
63
47
52
7
137
44
155
21
32
23
18
80
98
47
113
105
46
121
103
29
14
132
50
33
35
49
39
86
20
14
71
48
181
38
35
21
58
44
58
7
130
42
144
31
31
22
18
79
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1345
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10646
Dépôt
—
Depot
2002
2003
2004
24
49
27
20
23
47
26
21
24
45
23
21
Saint-Ghislain ......................................................................................
Tournai. — Doornik ...........................................................................
Ath. — Aat .........................................................................................
Braine-le-Comte. — ’s Gravenbrakel ...................................................
Tableau 2 — Évolution du nombre de conducteurs
pour les services des trains
Tabel 2 — Evolutie van het aantal bestuurders
voor de treindiensten
Dépôt
—
Depot
1/2002
7/2002
1/2003
7/2003
1/2004
7/2004
10/2004
Bruxelles. — Brussel ............................................
Schaerbeek. — Schaarbeek ..................................
Anvers-Cal. — Antwerpen-Cal ............................
Anvers-Dam. — Antwerpen-Dam ........................
Hasselt .................................................................
Louvain. — Leuven .............................................
Mol .....................................................................
Aarschot ..............................................................
Landen ................................................................
Merelbeke ............................................................
Termonde. — Dendermonde ...............................
Alost. — Aalst .....................................................
Saint-Nicolas. — Sint-Niklaas .............................
Grammont. — Geraardsbergen ...........................
Audenarde. — Oudenaarde .................................
Courtrai. — Kortrijk ...........................................
Poperinge .............................................................
La Panne. — De Panne .......................................
Bruges. — Brugge ................................................
Ostende. — Oostende .........................................
Kinkempois .........................................................
Welkenraedt ........................................................
Montzen ..............................................................
Gouvy ..................................................................
Stockem ...............................................................
Jemelle .................................................................
Bertrix .................................................................
Virton ..................................................................
Ronet ...................................................................
Ottignies ..............................................................
Charleroi .............................................................
Monceau .............................................................
La Louvière .........................................................
Châtelet ...............................................................
Walcourt .............................................................
Mons. — Bergen .................................................
Tournai. — Doornik ...........................................
Ath. — Aat .........................................................
Braine-le-Comte. — ’s Gravenbrakel ...................
142
79
163
139
184
153
65
50
20
220
67
48
49
63
55
124
26
21
111
68
265
59
50
30
118
63
55
20
201
63
193
38
38
23
24
164
67
36
30
143
79
155
151
177
153
67
51
19
223
68
49
48
67
55
124
26
20
117
71
254
57
50
31
122
68
58
21
199
58
202
38
40
23
25
163
64
30
28
143
74
164
152
180
149
66
52
19
222
69
50
48
64
55
120
24
20
112
72
253
56
56
31
118
66
77
0
198
60
210
37
44
22
26
152
63
33
30
139
96
170
188
182
152
71
51
20
206
69
47
46
66
50
121
25
20
109
68
280
64
61
36
115
67
79
0
214
67
226
36
45
22
26
180
67
40
29
151
114
162
212
186
165
71
48
20
195
71
48
52
68
52
125
29
20
113
73
291
62
62
38
105
69
84
0
208
69
219
46
47
21
25
171
72
37
32
143
122
173
192
198
180
74
49
21
210
72
47
52
68
57
134
29
20
105
81
283
59
63
38
101
69
86
0
207
66
222
54
48
21
27
166
75
37
36
137
129
175
202
207
200
71
47
21
195
71
50
51
65
61
136
32
20
105
77
296
60
62
35
97
66
90
0
201
64
217
51
48
20
27
166
70
40
35
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
Situation début : — Toestand begin :
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10647
DO 2004200502615
DO 2004200502615
Question no 344 de M. Roel Deseyn du 9 novembre
2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 344 van de heer Roel Deseyn van 9 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
La Poste. — Projet-pilote des « Points Poste ».
De Post. — PostPunt-testproject.
Le projet-pilote des « Points Poste » est lancé. Son
lancement a déjà eu lieu dans quelques-uns des douze
sites où le nouveau concept sera testé. Dans cinq
supermarchés Delhaize, quatre agences indépendantes
de la Fortis Banque, deux magasins Press Shop et une
supérette locale, les clients auront aussi accès, désormais, aux services de base de La Poste : vente de
timbres-poste, dépôt d’envois postaux, acceptation et
distribution d’envois recommandés ou de kilopost
(colis), vente de timbres-amendes et de timbres fiscaux,
paiement de factures à petit montant, etc.
Het PostPunt-testproject is van start gegaan. De
start greep reeds plaats in enkele van de twaalf vestigingen waar het nieuwe service-concept getest wordt.
In vijf supermakten van Delhaize, bij vier zelfstandige
kantoren van Fortis Bank, in twee Press Shop vestigingen en in één lokale superette, zullen klanten voortaan
ook toegang hebben tot de basisdiensten van De Post :
verkoop van postzegels, afgifte van poststukken, aannemen en uitreiken van aangetekende zendingen, aannemen en uitreiken van kilopost (pakketten), verkoop
van boetezegels en fiscale zegels, betaling van kleine
facturen, enzovoort.
1.
a) La Poste fait-elle un « paiement » direct (somme
d’argent, mise à disposition des appareils, etc.) ou
indirect (formations aux frais de La Poste) à ces
partenaires extérieurs ?
1.
a) Doet De Post een directe (geldsom, ter beschikking
stellen apparatuur, enzovoort) of indirecte (opleiding ten koste van De Post) « betaling » aan deze
externe partners ?
b) Dans l’affirmative, de quoi est constituée cette
intervention financière ?
b) Zo ja, uit wat bestaat deze tegemoetkoming ?
2.
a) Hormis ceux déjà cités, d’autres partenaires extérieurs seront-ils associés à ce projet avant son
évaluation en mars 2005 ?
2.
a) Zullen er voor de evaluatie in maart 2005 nog
andere dan de reeds genoemde externe partners in
het project betrokken worden ?
b) Si cette évaluation est positive, quelles actions La
Poste mènera-t-elle ?
b) Indien de evaluatie positief is, welke acties zullen
dan door De Post ondernomen worden ?
3. Pouvez-vous garantir que ce projet n’aura aucun
effet sur le nombre d’emplois dans les bureaux de
poste ni sur le nombre de bureaux de poste ?
3. Kan u garanderen dat er geen effect zal zijn op
het aantal tewerkstellingsplaatsen in postkantoren en/
of het aantal postkantoren op zich ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques du 17 février 2005,
à la question no 344 de M. Roel Deseyn du 9 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven van 17 februari
2005, op de vraag nr. 344 van de heer Roel Deseyn van
9 november 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
1.
a) La compensation pécuniaire accordée aux partenaires consiste en un montant ayant pour objectif
de couvrir les frais fixes des partenaires liés à l’exécution du test.
1.
a) De geldelijke vergoeding aan de partners bestaat
uit een bedrag dat als doelstelling heeft de vaste
kosten van de partners verbonden aan de uitvoering van de test te dekken.
b) Toutes les mesures ont été prises pour que chacun
des partenaires concernés dispose du matériel et de
la formation nécessaires pour la bonne gestion des
opérations postales qu’ils doivent exécuter.
b) Alle maatregelen werden genomen om elk van de
betrokken partners het nodige materiaal en de
nodige opleiding te bezorgen om op een degelijke
wijze de door hen uit te voeren postverrichtingen
te beheren.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10648
2.
a) La Poste a décidé de limiter le test à 4 types de
partenaire (institutions financières, distribution
intégrée, supérettes locales ou autres fournisseurs
de services publics, tels que la SNCB et peut-être
aussi les administrations communales.)
2.
a) De Post heeft besloten de test te beperken tot
4 types van partners (financiële instellingen,
geı̈ntegreerde distributie, lokale kleinhandel of
andere aanbieders van publieke diensten, zoals de
NMBS en mogelijk ook de gemeentebesturen).
b) Le déroulement ultérieur du projet dépendra des
résultats de l’évaluation.
b) Het verdere verloop van het project zal afhangen
van de resultaten van de evaluatie.
3. Ce n’est qu’après une analyse approfondie du
résultat des tests que La Poste pourra définir les
options concernant la diversification de ses canaux de
distribution et les modalités de leur mise en œuvre.
3. Pas na een grondige analyse van de testresultaten
zal De Post de opties betreffende de diversifiëring van
zijn distributiekanalen en de modaliteiten van hun uitvoering kunnen bepalen.
DO 2004200502718
DO 2004200502718
Question no 359 de M. Dirk Claes du 23 novembre
2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 359 van de heer Dirk Claes van 23 november
2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Frais réclamés par la SNCB aux proches
d’une personne ayant commis un acte de suicide.
NMBS. — Doorrekenen van kosten door de NMBS
aan de nabestaanden van een zelfmoord.
Le suicide reste dans notre société un fait tragique
commis par des personnes qui n’entrevoient bien
souvent plus d’issue à leurs problèmes. Chaque année,
un certain nombre de suicides ou tentatives de suicide
ont ainsi pour théâtre les voies de chemin de fer. La
SNCB ne peut toutefois être tenue pour responsable de
ces actes et facture dès lors depuis quelque temps aux
proches les frais éventuels, liés aux retards que peuvent
subir les trains. Outre les souffrances émotionnelles et
sociales subies, les familles sont ainsi souvent confrontées en outre à des difficultés financières.
Zelfmoord blijft in onze maatschappij een tragisch
gegeven voor mensen die vaak geen uitweg meer zien
in hun problemen. Een aantal van de jaarlijkse zelfmoorden of zelfmoordpogingen gebeurt bovendien via
het spoor ! De NMBS kan hiervoor echter niet verantwoordelijk gehouden worden en rekent sinds enige tijd
dan ook de mogelijke kosten, opgelopen door eventuele vertragingen, door aan de nabestaanden. Vaak
zorgt dit dan ook, naast het emotionele en sociale leed,
voor financiële problemen bij deze gezinnen.
Pourriez-vous me fournir les précisions suivantes
pour la période du 1er janvier 2001 au 31 décembre
2003 et si possible pour l’année 2004 :
Kan u voor de volgende vragen (alle vragen handelen over de periode 1 januari 2001-31 december 2003,
eventuele cijfers over 2004 indien mogelijk) meedelen :
1. Combien de suicides et de tentatives de suicide
ont eu chaque année pour théâtre le réseau ferroviaire
belge ?
1. Hoeveel zelfmoorden en zelfmoordpogingen
gebeuren er jaarlijks op het Belgisch spoornet ?
2. Quel coût cela représente-t-il pour la SNCB ?
2. Wat zijn hierdoor de totale kosten voor de
NMBS ?
3. Parmi ces dossiers, combien sont traités chaque
année par les compagnies d’assurances et combien
le sont sans l’intervention d’une compagnie
d’assurances ?
3. Hoeveel van deze dossiers worden jaarlijks door
de verzekeringen afgehandeld en hoeveel zonder tussenkomst van de verzekeringen ?
4. Certaines compagnies concernées par ces
dossiers excluent-elles le suicide de la police
d’assurance en responsabilité civile (RC) ?
4. Zijn er in deze dossiers verzekeraars waarbij de
polis burgerlijke aansprakelijkheid (BA) zelfmoord
uitsluit van tussenkomst ?
5. Quelle partie des frais encourus a été imputée
aux proches ?
5. Hoeveel van deze kosten werden er doorgerekend aan de nabestaanden ?
6. Quelle partie a effectivement été payée par les
proches ?
6. Hoeveel van de kosten werden er werkelijk
betaald door de nabestaanden ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10649
7. Dans combien de dossiers (par an) la SNCB at-elle renoncé à récupérer les frais auprès des proches ?
7. In hoeveel dossiers (jaarlijks) werd de kost aan
de nabestaanden dor de NMBS kwijtgescholden ?
8. Les dossiers d’« accident » et de « suicide » sont-ils
traités et réglés (également sur le plan financier) sur
une base différente ?
8. Wordt er een verschil gemaakt in de behandeling
én afhandeling (ook financieel) van een « ongeluk »
tegenover « zelfmoord » ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques du 17 février 2005,
à la question no 359 de M. Dirk Claes du 23 novembre
2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven van 17 februari
2005, op de vraag nr. 359 van de heer Dirk Claes van
23 november 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
1. Nombre de suicides et de tentatives de suicide :
1. Aantal zelfmoorden en pogingen tot zelfmoord :
Année
—
Jaar
Suicides
—
Zelfmoorden
Tentatives de suicide
—
Pogingen tot zelfmoord
2001 ...................................................
2002 ...................................................
2003 ...................................................
1/1/2004 au/tot 6/12/2004 ..................
85
86
89
95
49
81
85
78
2. Les notes de frais dressées par la SNCB pour les
périodes en question s’élèvent à un total de :
2. Het totaal van de door de NMBS opgestelde onkostennota’s voor de beschouwde periodes bedraagt :
— 2001 : 380 539,02 euros;
— 2001 : 380 539,02 euro;
— 2002 : 312 753,43 euros;
— 2002 : 312 753,43 euro;
— 2003 : (provisoirement) 332 657,87 euros;
— 2003 : (voorlopig) : 332 657,87 euro;
— 2004 : (provisoirement) 232 428,03 euros.
— 2004 : (voorlopig) : 232 428,03 euro.
Concernant ces montants, il y a lieu de faire remarquer que dans les cas où l’identité des victimes n’a pu
être déterminée, aucune note de frais n’a été dressée.
Des notes de frais ne sont pas davantage rédigées dans
les cas où une récupération ne se révèle pas opportune
(voir ci-dessous), ou si le préjudice est dérisoire.
Hierbij dient te worden opgemerkt dat voor de
gevallen waar de identiteit van de slachtoffers niet kan
worden achterhaald, er geen onkostennota wordt opgesteld. Er wordt evenmin een onkostennota opgesteld
voor die gevallen waarvoor de terugvordering niet
opportuun is (zie verder), net zomin als voor de gevallen met een minieme schade.
La SNCB subit un autre préjudice du fait des incapacités de travail dans le chef des membres du personnel témoins du sinistre, principalement — mais pas
exclusivement — les conducteurs de train.
L’incapacité de travail résulte surtout d’un impact
psychologique consécutif au sinistre. Un accompagnement psychosocial a été mis sur pied en vue de la prise
en charge de ces membres du personnel.
Daarnaast lijdt de NMBS schade door de werkonbekwaamheid van de personeelsleden die bij het ongeval waren betrokken, hoofdzakelijk maar niet uitsluitend treinbestuurders. De werkonbekwaamheid is
vooral een gevolg van het psychologisch effect van het
ongeval. Voor de opvang van deze personeelsleden
werd een psychosociale begeleiding in het leven geroepen.
Le préjudice découlant des incapacités de travail
dans le chef des membres du personnel confrontés à
une tentative de suicide consiste en des indemnités
pour incapacité de travail temporaire et des dépenses
en matière de soins de santé.
De schade voortvloeiend uit de werkonbekwaamheid van de personeelsleden die bij een zelfmoord
waren betrokken, bestaat uit vergoedingen voor werkonbekwaamheid en kosten voor geneeskundige verzorging.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10650
Pour les périodes en question, les montants totaux
des sinistres s’élèvent à :
Voor de beschouwde periodes moet rekening
gehouden worden met volgende schadetotalen :
— 2001 : 39 330,72 euros;
— voor 2001 : 39 330,72 euro;
— 2002 : 29 451,95 euros;
— voor 2002 : 29 451,95 euro;
— 2003 (provisoirement) : 52 794,97 euros.
— voor 2003 (voorlopig) : 52 794,97 euro.
Total (provisoirement) : 121 577,64 euros.
Totaal (voorlopig) : 121 577,64 euro.
3. En 2003, un assureur est intervenu dans environ
53 % des cas de (tentatives de) suicide(s). Cependant,
on ne peut pas affirmer que, dans 47 % des (tentatives
de) suicide(s), un dédommagement ait été prélevé de la
succession pour le préjudice subi. Dans de très
nombreux cas, la succession est rejetée par les proches
parents et le préjudice ne peut pas être dédommagé.
3. In 2003 kwam in ongeveer 53 % van de zelfmoord(poging)en een verzekeraar tussen. Er kan evenwel niet gesteld worden dat in 47 % van de zelfmoord(poging)en de schade werd teruggevorderd van
de nalatenschap. In zeer veel gevallen wordt de nalatenschap door de nabestaanden verworpen en kan de
schade niet worden gerecupereerd.
Environ 90 % des préjudices causés à la suite de
(tentatives de) suicides sont récupérés et cela par le
biais d’un assureur qui effectue le paiement.
Ongeveer 90 % van de schade die naar aanleiding
van zelfmoord(poging)en wordt gerecupereerd, wordt
door een verzekeraar betaald.
4. La SNCB n’a connaissance d’aucune police familiale dans laquelle le suicide serait explicitement exclu
de toute couverture d’assurance.
4. Er is de NMBS geen enkele familiale polis
bekend waarin zelfmoord expliciet zou zijn uitgesloten
van verzekeringstussenkomst.
5. La SNCB ne rejette jamais la faute du préjudice
qu’elle a subi sur les « parents proches » — d’ailleurs, il
n’existe aucun fondement juridique permettant de
considérer un tel préjudice comme étant une faute
personnelle à charge des parents proches — mais
l’impute à la succession du/de la défunt(e), la plupart
du temps par l’intermédiaire du liquidateur de la
succession (dans la plupart des cas, il s’agit d’un
notaire).
5. De NMBS rekent de door haar geleden schade
nooit door aan « de nabestaanden » — er bestaat trouwens geen enkele rechtsgrond om dergelijke schade te
beschouwen als een eigen schuld van de nabestaanden
— maar legt ze wel ten laste van de nalatenschap van
de overledene, meestal via de vereffenaar van de nalatenschap (in de meeste gevallen is dit een notaris).
6 et 7. Sans objet.
6 en 7. Zonder voorwerp.
8. Le préjudice est calculé de la même manière. Que
ce soit lors du traitement d’un « accident » ou dans le
cas d’un « suicide », il est tenu compte autant que
possible des parents proches. La principale différence
au niveau de l’approche est plutôt liée aux circonstances ou au fait qu’un accident ou un suicide sera traité
en contact avec les proches parents, plutôt qu’avec une
compagnie d’assurance ou un notaire, par exemple.
Dans ce dernier cas, le traitement est naturellement
beaucoup plus impersonnel.
8. De schade wordt op dezelfde wijze berekend. Bij
de afhandeling van zowel een « ongeluk » als een
« zelfmoord » wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de nabestaanden. Het belangrijkste verschil in
aanpak heeft veeleer te maken met de omstandigheid
of de afhandeling van een ongeval of zelfmoord, welke
gebeurt in contact met de nabestaanden dan wel met
een verzekeringsmaatschappij of bijvoorbeeld een
notaris. In het laatste geval is de afhandeling uiteraard
veel zakelijker.
DO 2004200502733
DO 2004200502733
Question no 361 de Mme Muriel Gerkens du
24 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre
et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 361 van mevrouw Muriel Gerkens van
24 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Belgacom. — Campagne publicitaire.
Belgacom. — Reclamecampagne.
À la suite de la libéralisation du secteur de la téléphonie, de nombreux clients ont quitté Belgacom pour
Ingevolge de vrijmaking van de telecommarkt is
Belgacom talrijke klanten kwijtgespeeld aan concurre-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10651
s’abonner auprès de sociétés concurrentes, compétitrices au niveau de leurs tarifs.
rende maatschappijen die aantrekkelijker tarieven
hanteren.
Belgacom a lancé une campagne publicitaire à destination de ses anciens clients, basée sur ce qu’ils appellent le « Test d’analyse intérieur ». Un courrier sous
forme de concours est donc envoyé aux clients infidèles. L’adresse est précédée de « Personnellement attribué à », avec certificat joint à renvoyer. Le scénario se
base sur le cas d’une certaine Mme Mahy, qui,
submergée par son quotidien, reçoit le coup de grâce
en lisant sa facture téléphonique astronomique, provenant bien sûr d’un autre opérateur que Belgacom. À
cela s’ajoute un horoscope promettant monts et
merveilles en cas de choix de Belgacom.
In een reclamecampagne richt Belgacom zich nu tot
zijn vroegere klanten, op grond van een zogenaamde
« Interne Analysetest ». De ontrouwe klanten ontvangen een schrijven over een wedstrijd. Naam en adres
van de bestemmeling worden voorafgegaan door de
formulering « Persoonlijk toegekend aan » en de brief
bevat een certificaat dat moet worden teruggestuurd.
Het scenario is gebaseerd op het geval van ene
mevrouw Mahy : vermoeid als ze is door de dagelijkse
beslommeringen, krijgt ze de genadeslag wanneer ze
een astronomische telefoonrekening ontvangt. Die is
natuurlijk van een andere operator dan Belgacom. Bij
het schrijven van Belgacom is een horoscoop gevoegd
die gouden bergen belooft aan wie zich bij hen aansluit.
Cette forme de publicité me semble fortement
tendancieuse, car certaines personnes influençables ou
impressionnables, pourraient être suffisamment ébranlées par ce type d’arguments. Nous savons que certains
de nos concitoyens vivent en fonction d’un horoscope
ou encore participent à tous les concours qui passent,
dans l’espoir de gagner le pactole. Ce système
d’accroche publicitaire choisi par Belgacom n’est donc
pas respectueux des consommateurs les plus faibles,
ou tout au moins, les moins armés pour mettre en
place un décodage du message publicitaire, ce qui ne
manque pas de me surprendre de la part d’une entreprise publique.
Dit soort reclame lijkt me erg tendentieus, vermits
beı̈nvloedbare of ontvankelijke mensen door dergelijke argumenten makkelijk van slag kunnen worden
gebracht. Sommige medeburgers hechten immers veel
waarde aan hun horoscoop of doen aan alle mogelijke
spelletjes mee, in de hoop dat ze de hoofdprijs wegkapen. De wervende reclame waartoe Belgacom zijn
toevlucht neemt, getuigt dan ook van weinig respect
voor de zwakste consumenten, of althans voor diegenen die het minst gewapend zijn om de reclameboodschap juist te interpreteren. Van een overheidsbedrijf
had ik dit niet verwacht.
1. Êtes-vous au courant de cette campagne publicitaire de Belgacom ?
1. Bent u van die reclamecampagne van Belgacom
op de hoogte ?
2.
a) Pensez-vous que cette campagne peut être admise
de la part d’une entreprise publique ?
2.
a) Meent u dat een overheidsbedrijf een dergelijke
campagne mag voeren ?
b) Dans la négative, qu’envisagez-vous de faire visà-vis de Belgacom ?
b) Zo neen, welke maatregelen zal u ten aanzien van
Belgacom treffen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques du 16 février 2005,
à la question no 361 de Mme Muriel Gerkens du
24 novembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven van 16 februari
2005, op de vraag nr. 361 van mevrouw Muriel
Gerkens van 24 november 2004 (Fr.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
Belgacom est une entreprise publique autonome
libre de déterminer sa politique en matière de marketing ainsi que les instruments et moyens lui permettant
de mener cette stratégie. Les décisions de Belgacom en
matière de communication vers le public relèvent d’un
choix lié à cette politique et s’inscrivent dans
l’autonomie de gestion qui a été conférée à Belgacom
par la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines
entreprises publiques et économiques.
Belgacom is een autonoom overheidsbedrijf dat vrij
een eigen marketingbeleid kan uitstippelen en zelf de
instrumenten en middelen kan bepalen waarmee het
deze strategie kan voeren. De beslissingen die Belgacom heeft genomen op het vlak van communicatievoering naar het publiek maken deel uit van een keuze
verbonden aan dit beleid en passen in het kader van de
bestuursautonomie die aan Belgacom werd toegekend
door de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10652
Depuis quelques années, le marché des télécommunications est soumis à une vive concurrence. Cette
concurrence s’est exercée au détriment de Belgacom
qui a perdu des parts de marché. Dans ce contexte,
Belgacom ne reste bien évidemment pas inactive et
tente de convaincre les clients qui l’avaient quitté de
lui faire confiance à nouveau.
Sinds enkele jaren woedt er een hevige concurrentiestrijd op de telecommunicatiemarkt. Deze concurrentieslag viel negatief uit voor Belgacom, dat zijn
marktaandeel zag achteruitgaan. Binnen een dergelijke
context blijft Belgacom natuurlijk niet bij de pakken
zitten en probeert het bedrijf opnieuw het vertrouwen
te winnen van voormalige klanten die voor andere
bedrijven hebben geopteerd.
À cet effet, elle veille notamment à la qualité de son
service et à développer des plans tarifaires attractifs et
adaptés aux besoins de ses clients. Ces différentes
actions ont permis à Belgacom de récupérer de
nombreux clients depuis le début de cette année.
Belgacom heeft in dit opzicht in het bijzonder oog
voor de kwaliteit van zijn dienstverlening en let erop
dat het aantrekkelijke tariefplannen ontwikkelt, die
aangepast zijn aan de noden van zijn klanten. Door
deze verschillende acties is Belgacom er sinds het begin
van dit jaar in geslaagd tal van klanten terug te
winnen.
Afin de convaincre à nouveau les clients, Belgacom
développe également des campagnes de publicité
auxquelles elle tente, depuis un certain temps, de
donner un caractère humoristique.
Om de klanten opnieuw te overtuigen ontwikkelt
Belgacom tevens reclamecampagnes waaraan het
sedert enige tijd een humoristisch karakter probeert te
geven.
La campagne visée par l’honorable membre dans sa
question concerne l’envoi d’un mailing sous la forme
d’un journal personnalisé, le « Coût de fil », dont
l’humour a pu paraı̂tre déplacé à certaines personnes.
De campagne waar het geachte lid in zijn vraag op
wijst betreft het verzenden van een mailing, in de vorm
van een gepersonaliseerde krant, « Bel en Tel », waarin
een soort humor werd gebruikt dat misschien als misplaatst werd ervaren door bepaalde personen.
Ce mailing est un courrier publicitaire à but purement commercial. Le concept développé vise à simuler
un outil de presse écrite dont le contenu est, avec une
touche d’humour, le reflet des perceptions probables
d’une personne dont la facture de téléphone est élevée
et que l’outil d’analyse de Belgacom lui permet de
réduire.
Deze mailing is een reclamezending met een zuiver
commercieel doel. Het concept dat werd ontwikkeld
heeft als doel een geschreven persmiddel na te bootsen,
waarvan de inhoud het beeld weerspiegelt dat een
klant waarschijnlijk heeft als hij een hoge telefoonrekening in de bus krijgt. Met het analysemiddel van
Belgacom kan hij die rekening verminderen. Dit alles
wordt gebracht op licht humoristische wijze.
Bien que le contenu du mailing soit complètement
générique, la personnalisation au nom de chaque destinataire a suscité quelques commentaires indiquant que
des clients, dans certains contextes particuliers, se sont
identifiés au contenu standard et en ont été choqués.
Belgacom le déplore et le regrette. Le but poursuivi
était une simulation de réalité, mais certes pas au prix
d’un quelconque désagrément, même pour une minorité des clients.
Hoewel de inhoud van de mailing algemeen was van
opzet, kwamen er toch enkele negatieve reacties op het
gepersonaliseerde karakter van de mailing, waarop
telkens de naam van de bestemmeling vermeld stond.
In bepaalde specifieke contexten herkenden klanten
hun eigen situatie in de standaardinhoud. Hierdoor
waren ze onthutst. Belgacom betreurt dat dit is
gebeurd. Het doel dat Belgacom immers nastreefde
met deze campagne was een levensechte situatie na te
bootsen, maar men wou hiermee geenszins mensen op
enigerlei wijze voor het hoofd stoten, zelfs als het
slechts om een uiterst klein segment van de klanten
ging.
Face à ces réactions et bien que cette publicité
réponde entièrement aux prescriptions légales en
matière de pratiques du commerce, Belgacom a
analysé les réflexions de ses interlocuteurs et a pris
immédiatement des mesures correctrices. La deuxième
vague de cette publicité portait en bandeau la mention
« publicité » et il y était précisé qu’il s’agissait d’un
exemplaire personnalisé. Une révision des textes était
aussi opérée afin d’éviter tout rapprochement vers des
contextes personnels sensibles et/ou négatifs. Entre-
Hoewel deze reclamezending volledig beantwoordt
aan de wettelijke voorschriften betreffende de handelspraktijken heeft Belgacom, nadat het weet kreeg van
de voormelde reacties, de bedenkingen van zijn
gesprekspartners onderzocht en direct maatregelen
genomen om de situatie recht te zetten. Toen deze
campagne werd voortgezet, stond er voortaan
« reclame » vermeld bovenaan de advertentie en werd
er verduidelijkt dat het om een gepersonaliseerd
exemplaar ging. Tevens werden de gebruikte teksten
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10653
temps Belgacom a complètement arrêté cette campagne.
gereviseerd om te vermijden dat hetgeen geschreven
stond gelinkt zou kunnen worden aan gevoelige en/of
negatieve onderwerpen uit de privé-sfeer. Belgacom
heeft deze campagne ondertussen volledig stopgezet.
DO 2004200502918
DO 2004200502918
Question no 382 de M. Guido De Padt du 17 décembre
2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 382 van de heer Guido De Padt van
17 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Retards.
NMBS. — Vertragingen in het spoorwegvervoer.
Tout usager du rail peut constater que les retards
des trains sont un sujet de mécontentement pour les
voyageurs, tout en générant parfois de vrais problèmes
(correspondances manquées, arrivées tardives au
travail ou à un rendez-vous, etc.).
Wie al eens de trein neemt, komt al snel tot de conclusie dat vertragingen in het spoorvervoer bij de reizigers voor ergernis en soms ook problemen (te laat op
het werk of een afspraak, missen van aansluitingen,
enzovoort) zorgt.
1. Des indications ou des chiffres (concernant les
années 2001, 2002, 2003 et le premier semestre de 2004)
attestent-ils que la ponctualité des trains s’est améliorée ?
1. Zijn er aanwijzingen of cijfers (van 2001, 2002,
2003 en eerste helft van 2004) beschikbaar die aantonen dat de treinen stipter rijden dan vroeger ?
2. Quelles sont les principales causes de retards
dans le trafic ferroviaire ?
2. Wat zijn de grootste oorzaken die voor vertragingen in het spoorwegvervoer zorgen ?
3.
a) Les retards sont-ils systématiquement
fréquents certains jours de la semaine ?
3.
a) Worden er op regelmatige basis op bepaalde dagen
van de week meer vertragingen vastgesteld dan op
andere ?
plus
b) Dans l’affirmative, quels jours sont à considérer
davantage comme « jours à risque » ?
b) Zo ja, op welke dagen ?
4.
a) La ponctualité laisse-t-elle systématiquement à
désirer certains jours de l’année ?
4.
a) Zijn er specifieke dagen bekend waarop elk jaar
opnieuw problemen met de stiptheid zijn ?
b) Dans l’affirmative, quels sont ces jours ?
b) Zo ja, welke ?
5. Quel est le moment de la journée qui semble le
plus propice aux retards ?
5. Op welk moment van de dag doen de meeste vertragingen zich voor ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques du 18 février 2005,
à la question no 382 de M. Guido De Padt du
17 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari
2005, op de vraag nr. 382 van de heer Guido De Padt
van 17 december 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
1. Les pourcentages repris ci-après sont calculés sur
la base de l’ensemble des trains qui atteignent leur
destination avec tout au plus 5 minutes de retard. La
règle des 5 minutes est un critère généralement admis
au niveau européen pour le calcul de la régularité.
1. De stiptheidspercentages, zoals hieronder weergegeven, worden berekend op basis van alle treinen die
met maximaal 5 minuten vertraging hun eindbestemming bereiken. De 5-minuten regel is een op Europees
niveau algemeen aanvaarde maatstaf om de stiptheid
te meten.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1346
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10654
Chiffres de régularité
—
Stiptheidscijfer
2001
2002
2003
2004
Sans neutralisation
—
Zonder neutralisatie
Avec neutralisation (*)
—
Met neutralisatie (*)
91,2
92,6
92,6
93,2
94,2
95,2
95,3
95,7
...................................................
...................................................
...................................................
...................................................
(*) Après neutralisation des retards dus à une cause de force
majeure (lorsque des tiers sont à la base, l’impact de l’incident
sur la régularité du trafic des trains est très important, car la
SNCB ne peut mettre immédiatement en œuvre toutes les mesures qui s’imposent en pareil cas), à la réalisation de grands
travaux d’investissement et aux retards plus importants pour
raisons de sécurité (article 59 du contrat de gestion).
(*) Na neutralisatie van de vertragingen die een gevolg
waren van overmacht (wanneer derden aan de basis liggen dan
is de impact van het incident op de stiptheid van het treinverkeer zeer groot omdat de NMBS niet alle door haar
gewenste maatregelen onmiddellijk mag uitvoeren), de uitvoering van grote investeringswerken en van vertragingen van
langere duur om veiligheidsredenen (artikel 59 van het beheerscontract).
2. Les principales causes de retards encourus au
niveau du trafic ferroviaire sont les dérangements aux
infrastructures, les pannes de matériel roulant, les incidents provoqués par des tiers (suicides, franchissements des barrières de passages à niveau, agressions,
vandalisme, etc.) et, dans une moindre mesure,
d’autres incidents de natures très diverses (tels
affluence de voyageurs, voyageurs restant à l’abri
jusqu’à l’arrivée du train pour se protéger de la pluie,
erreurs humaines, embarquement/débarquement de
personnes en fauteuil roulant via les rampes mobiles,
etc.).
2. De voornaamste oorzaken van vertragingen in
het spoorvervoer zijn : storingen aan de infrastructuur,
defecten aan het rollend materieel, incidenten veroorzaakt door derden (zelfmoorden, afrijden van slagbomen aan overwegen, agressie, vandalisme, enzovoort)
en in beperkte mate andere incidenten van zeer diverse
aard (vb. extra reizigerstoeloop, klanten die binnen
schuilen voor de regen tot een trein aankomt, menselijke fouten, in- of uitstappen van rolstoelgebruikers
door middel van een mobiele oprijhelling, enzovoort).
3. Il y a davantage d’avaries au matériel roulant le
lundi matin, du fait que la plupart de celui-ci est
immobilisé durant le week-end.
3. Er zijn op maandagochtend iets meer defecten
aan het rollend materieel omdat veel treinmaterieel
gedurende het weekend stilstaat.
4. Le matériel roulant et les infrastructures de voies
sont plus sensibles aux avaries durant l’automne et
l’hiver compte tenu entre autres de la chute brutale des
températures, du taux élevé d’humidité et de la chute
des feuilles combinée à la pluie qui forment une boue
glissante sur les voies.
4. Het rollend materieel en de spoorinfrastructuur
zijn storingsgevoeliger in de herfst en winterperiode.
Plotse koude, hoge luchtvochtigheid, vallende bladeren (gecombineerd met regen vormen deze een smurrie
op de sporen) eisen jaarlijks hun tol.
DO 2004200502938
DO 2004200502938
Question no 385 de Mme Annelies Storms du
21 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre
et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 385 van mevrouw Annelies Storms van
21 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Dépôts de vélos gardés dans les gares.
NMBS. — Bewaakte fietsenstallingen aan de stations.
En mai 2004, le concessionnaire chargé des dépôts
de vélos sous surveillance électronique existant dans
sept grandes gares de Flandre a été déclaré en faillite et
1 900 emplacements pour vélos sont dès lors devenus
indisponibles. À Gand, le parking pour bicyclettes,
In mei 2004 ging de concessiehouder failliet die instond voor de elektronisch beveiligde fietsenstallingen
bij zeven grote stations in Vlaanderen, 1 900 fietsenstelplaatsen gingen hierdoor verloren. De Gentse fietsenstalling telde ongeveer 600 plaatsen, steeds volzet,
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10655
comptant 600 emplacements, était toujours complet et
faisait même l’objet d’une liste d’attente. Il me revient
qu’un nouveau concessionnaire aurait été désigné
entre-temps.
er was zelfs een wachtlijst. Ik vernam dat er intussen
een nieuwe concessionaris aangesteld werd.
Toutefois, la réouverture du dépôt gardé de vélos
reste incertaine et des dates différentes sont avancées à
chaque fois. L’association de cyclistes Gentse Fietsersbond a mené récemment à la gare de Gand SaintPierre une action pour manifester son mécontentement.
Onlangs voerde de Gentse Fietsersbond actie aan
het Gentse Sint-Pietersstation omdat er nog steeds geen
duidelijkheid is over de heropening van de bewaakte
fietsenstalling. Er worden steeds andere data voor de
heropening naar voren geschoven.
1.
a) Quand le contrat du nouveau concessionnaire
prendra-t-il cours ?
1.
a) Vanaf wanneer gaat het contract met deze nieuwe
concessionaris in ?
b) Quand le dépôt de vélos gardé de la gare de Gand
Saint-Pierre pourra-t-il être réutilisé ?
b) Wanneer zal de bewaakte stalling aan het SintPietersstation opnieuw gebruikt kunnen worden ?
c) Pour quelle raison la réouverture de ce dépôt estelle sans cesse postposée ?
c) Wat is de reden voor de steeds uitgestelde heropening van de fietsenstalling ?
2.
a) Le nouveau concessionnaire ouvrira-t-il les
parkings gardés pour bicyclettes qui existent déjà
dans les sept grandes gares de la SNCB ?
2.
a) Zal de nieuwe concessiehouder de bestaande
bewaakte fietsenparkings aan de zeven grote
NMBS-stations openen ?
b) Quelle sera la capacité de ces dépôts et quel sera en
particulier le nombre de places disponibles à la
gare de Gand St-Pierre ?
b) Welke capaciteit zullen deze stallingen hebben en
meer specifiek hoeveel fietsparkeerplaatsen zullen
er in de bewaakte stalling van Gent Sint-Pieters ter
beschikking komen ?
c) L’ouverture de dépôts gardés pour vélos est-elle
prévue dans d’autres gares ?
c) Zijn er nog plannen om aan andere stations
bewaakte fietsenstallingen te openen ?
d) Pourquoi (pas) ?
d) Waarom (niet) ?
3. Quel sera le prix de l’abonnement pour
l’utilisation des dépôts gardés ?
3. Hoeveel zal de abonnementsprijs bedragen om
een fiets in dergelijke bewaakte stalling achter te
laten ?
4. Une expérience-pilote a récemment démarré dans
cinq gares. Il s’agit de la location, par le biais d’une
carte d’abonnement, de véritables consignes pour
vélos.
4. Onlangs startte aan vijf stations een proefproject
met fietsenkluizen. Via een abonnementskaart kan je
dergelijke kluis huren.
a) Envisagez-vous d’étendre cette
l’évaluation du projet est positive ?
a) Overweegt u deze vorm van bewaakte fietsenstalling uit te breiden indien dit project positief geëvalueerd wordt ?
formule
si
b) Pourquoi (pas) ?
b) Waarom (niet) ?
5. Il y a peu, vous avez déclaré dans une interview
qu’il fallait multiplier les parkings près des gares pour
inciter les automobilistes à prendre le train. Pour ce
faire, le ministre devrait dégager un budget de 100 millions d’euros au cours des 4 à 5 années à venir.
5. In een interview verklaarde u onlangs dat er meer
parkeerterreinen rond stations moeten komen om zo
automobilisten naar de trein te lokken. Daarvoor zou
de minister 100 miljoen euro uittrekken de komende 4
à 5 jaar.
Envisagez-vous aussi, par analogie, d’augmenter les
moyens consacrés aux emplacements pour vélos dans
les gares ?
Voorziet u naar analogie met de middelen voor
meer parkeerplaatsen aan de stations ook in meer
middelen voor fietsenstelplaatsen aan stations ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10656
Réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005,
à la question no 385 de Mme Annelies Storms du
21 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari
2005, op de vraag nr. 385 van mevrouw Annelies
Storms van 21 december 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
1.
a) Les négociations avec le candidat-exploitant sont
entrées dans une phase finale. La SNCB espère que
les contrats seront signés dans les meilleurs délais.
La firme doit respecter un délai de livraison de 10
semaines vis-à-vis de ses sous-traitants.
1.
a) De onderhandelingen met de kandidaat-uitbater
zitten in een eindfase. De NMBS hoopt dat de
contracten zo snel mogelijk ondertekend worden.
De firma moet ten aanzien van zijn toeleveranciers
een leveringstermijn van 10 weken in acht nemen.
b) Compte tenu du délai d’exécution, il est très
probable que le dépôt pour vélos de la gare de
Gand-Saint-Pierre puisse être rouvert au début du
mois de mars 2005.
b) Rekening houdend met de uitvoeringstermijn kan
vooropgesteld worden dat de fietsenstalling aan
het station Gent-Sint-Pieters begin maart 2005 opnieuw open kan.
c) Les motifs des reports successifs de la date
d’ouverture sont d’ordres divers.
c) De redenen voor het steeds vooruitschuiven van de
openingsdatum zijn verschillend.
Une sous-estimation des pièces à réparer, les discussions entre les 3 parties (SNCB, candidat-exploitant,
curateur), les exigences inacceptables du candidatexploitant, etc., ont entraı̂né des reports successifs de
la date d’ouverture.
Een onderschatting van de te herstellen onderdelen,
de besprekingen met 3 partijen (NMBS, kandidaatuitbater, curator), onaanvaardbare eisen van de kandidaat-uitbater, enzovoort, hebben er voor gezorgd dat
de openingsdatum steeds moest verschoven worden.
2.
a) Le nouvel exploitant doit réparer les pièces endommagées, effectuer une mise à jour du software de
commande (sans contact afin d’éviter l’usure et les
problèmes techniques) et doit ouvrir ainsi
qu’exploiter les 7 parkings pour vélos.
2.
a) De nieuwe uitbater moet de beschadigde onderdelen herstellen, moet een upgrade aan de sturingssoftware uitvoeren (contactloos om sleet en technische problemen te vermijden) en moet de 7 fietsenparkings openen en exploiteren.
b) Les parkings pour vélos auront la capacité
suivante :
b) De fietsenparkings zullen de volgende capaciteit
hebben :
Anvers-Berchem = 235 places;
Antwerpen-Berchem = 235 plaatsen;
Courtrai = 160 places;
Kortrijk = 160 plaatsen;
Gand = 551 places;
Gent = 551 plaatsen;
Malines = 120 places;
Mechelen = 120 plaatsen;
Anvers-Central = 155 places;
Antwerpen-Centraal = 155 plaatsen;
Louvain = 240 places;
Leuven = 240 plaatsen;
Bruges = 400 places.
Brugge = 400 plaatsen.
c) La SNCB envisage pour l’instant d’ouvrir des
parkings identiques pour vélos dans les gares de
Hal, Bruxelles-Midi, Bruges (extension), GandSaint-Pierre (extension), Anvers-Central (extension).
3. Les prix des abonnements restent inchangés.
4. En cas d’évaluation positive du projet à l’essai, la
SNCB conclura un contrat-cadre avec le fournisseurexploitant. Il est dès lors très probable que des consi-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
c) De NMBS heeft voorlopig plannen om identieke
fietsenparkings te openen aan het station te Halle,
Brussel-Zuid, Brugge (uitbreiding), Gent-SintPieters (uitbreiding), Antwerpen-Centraal (uitbreiding).
3. De abonnementsprijzen blijven dezelfde.
4. Bij een positieve evaluatie van het proefproject
zal de NMBS een raamcontract sluiten met de leverancier-exploitant. Een uitbreiding van fietskluizen naar
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10657
gnes pour vélos soient prévues dans d’autres gares et
points d’arrêt.
andere stations en stopplaatsen kan dan vooropgesteld
worden.
5. Les budgets consacrés à l’aménagement des
dépôts ont été augmentés ces dernières années.
5. De jongste jaren werden de budgetten voor het
inrichten van fietsenstallingen opgedreven.
DO 2004200502939
DO 2004200502939
Question no 386 de M. Servais Verherstraeten du
21 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre
et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 386 van de heer Servais Verherstraeten van
21 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Finition d’une nouvelle gare à Mol.
NMBS. — Afwerking van een nieuw station te Mol.
Les bâtiments d’une nouvelle gare à Mol sont étanches au vent et aux intempéries depuis longtemps déjà.
Reeds geruime tijd staat in Mol een nieuw stationsgebouw water- en winddicht.
Un tunnel doit toutefois encore être construit.
L’adjudication pour l’aménagement de ce tunnel avait
été annoncée pour le printemps 2004 et le commencement des travaux pour le début du mois de juin 2004.
Er dient echter ook nog een tunnel gebouwd te
worden. De aanbesteding voor de ondertunneling zou
plaatsvinden in het voorjaar 2004 en de aanvang begin
juni 2004.
1.
a) Quel est l’état d’avancement du dossier ?
1.
a) Wat is de huidige stand van zaken ?
b) Quelle est l’origine du nouveau retard ?
b) Wat is de oorzaak van bijkomende vertraging ?
c) Quand la finition des travaux est-elle prévue ?
c) Wanneer is de afwerking van deze werken
gepland ?
2. La finition intérieure de la gare n’a pas été entamée après l’achèvement du gros-œuvre, comme initialement prévu.
2. Ook de binnenafwerking van het station
gebeurde niet in opvolging van de afwerking van de
ruwbouw, hoewel dit aanvankelijk gepland was.
Vous aviez annoncé que ces travaux de finition
avaient été prévus pour fin 2004 et que le bâtiment
serait progressivement mis en service à partir de
l’automne 2005.
U heeft gesteld dat de afwerking hiervan gepland
was einde 2004 en het gebouw zou stapsgewijze in
gebruik genomen worden vanaf het najaar 2005.
La fin de l’année 2004 approche et les travaux de
finition n’ont pas encore débuté.
Eind 2004 is in zicht en de afwerking heeft helemaal
niet plaatsgevonden.
a) Quelle est la raison de ce retard ?
a) Wat is de reden van de vertraging ?
b) Quels travaux doivent encore être réalisés ?
b) Wat dient nog te gebeuren ?
c) Quel est le coût de ces travaux ?
c) Wat is de kostprijs hiervan ?
d) L’adjudication a-t-elle déjà eu lieu ?
d) Werd het dossier reeds aanbesteed ?
e) Dans l’affirmative, quand ?
e) Zo ja, wanneer ?
f) Quels en sont les résultats ?
f) Wat zijn de resultaten hiervan ?
g) Quand les travaux de finition intérieure débuteront-ils et quel est le calendrier prévu ?
g) Wanneer wordt de binnenafwerking in het vooruitzicht gesteld en wat is de timing ?
3. Qu’adviendra-t-il du bâtiment de l’ancienne
gare ? Sa démolition était prévue mais le délai fixé dans
le permis de démolition serait dépassé.
3. Wat gebeurt er met het oude stationsgebouw ? De
afbraak was gepland, maar de sloopvergunning zou
zijn vervallen.
4.
a) Comment expliquez-vous que les mesures nécessaires n’aient pas été prises dans les délais ?
4.
a) Wat is de reden dat de nodige acties niet tijdig
werden voorzien ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10658
b) Quelle destination la SNCB compte-t-elle à présent
donner au bâtiment ?
b) Wat zijn de plannen van de NMBS nu met het
gebouw ?
c) Sera-t-il encore démoli ?
c) Wordt het nog afgebroken ?
d) Dans l’affirmative, quel est le calendrier prévu ?
d) Zo ja, wat is de timing ?
5. Les quais ne sont actuellement pas dotés d’abris
contre les intempéries. Quelles mesures temporaires
envisagez-vous ?
5. Op dit ogenblik zijn op de perrons geen schuilvoorzieningen aanwezig. Wat kan hier ondertussen
aan gebeuren ?
6. Les emplacements pour bicyclettes posent également problème. L’administration communale a sacrifié quelques places de stationnement pour voitures et a
livré des barrières nadar. La SNCB devait fournir des
râteliers à vélos mais cela ne semble pas avoir été le
cas.
6. Ook de fietsstalling levert een probleem op. Het
gemeentebestuur offerde enkele parkeerplaatsen op en
leverde nadars. De NMBS zou fietsrekken bezorgen
maar dit blijkt evenmin het geval.
Qu’en est-il de ces râteliers ?
Waar blijven de fietsrekken ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005,
à la question no 386 de M. Servais Verherstraeten du
21 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari
2005, op de vraag nr. 386 van de heer Servais Verherstraeten van 21 december 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
Des travaux d’une telle ampleur et d’une telle
complexité se déroulent rarement conformément au
planning établi lors de l’étude. Le retard est minimal et
dépend de plusieurs facteurs. En tout cas, la SNCB
veille à ce que le délai d’exécution soit le plus court
possible.
Werken van dergelijke omvang en complexiteit
lopen zelden volgens een tijdens de studie opgestelde
planning. De vertraging is minimaal en afhankelijk
van meerdere factoren. In ieder geval zorgt de NMBS
voor een zo’n kort mogelijke uitvoeringstermijn.
1. Les travaux de construction du passage sousvoies sont en cours d’exécution. Les travaux ont
débuté le 6 août 2004 et seront terminés fin octobre
2005.
1. De werken voor de bouw van de onderdoorgang
zijn in uitvoering. De werken gingen van start op
6 augustus 2004 en worden beëindigd eind oktober
2005.
2. L’achèvement du bâtiment de gare, qui fera
également office de cabine d’aiguillage, va de paire
avec l’installation des différentes techniques qui sont
actuellement mises au point. Le prix de revient de ces
travaux de finition s’élève à 2 209 000 euros et doit
être intégré dans le budget d’investissement.
2. De afwerking van het stationsgebouw, dat eveneens dienst zal doen als seinhuis, gaat gepaard met de
installatie van uiteenlopende technieken, die momenteel worden op punt gesteld. De kostprijs voor deze
afwerking bedraagt 2 209 000 euro en dient in het
investeringsbudget ingepast te worden.
D’après la dernière réunion de coordination des
travaux, qui s’est tenue le 9 novembre 2004, la fin des
travaux est prévue le 30 septembre 2006 (y compris le
mise en service des guichets et de la salle des pas
perdus).
Volgens de laatste coördinatievergadering van de
werken, gehouden op 9 november 2004, voorziet men
het einde der werken op 30 september 2006 (inclusief
het in gebruik nemen van de loketten en de wachtzaal).
3 et 4. En ce qui concerne les travaux dans la gare
de Mol, un permis d’urbanisme a été obtenu le 21 juin
2002.
3 en 4. Voor de werken in het station Mol werd op
21 juni 2002 een stedenbouwkundige vergunning verkregen.
Le permis de bâtir reprend entre autres les projets
suivants : la pose de nouvelles voies et de quais,
l’aménagement de la nouvelle place de la gare, la construction d’un nouveau bâtiment de gare et de dépôts
pour vélos, la construction d’un passage sous-voies
De bouwvergunning bevat onder meer volgende
projecten : het aanleggen van nieuwe sporen en
perrons, het aanleggen van het nieuwe stationsplein,
het bouwen van een nieuw stationsgebouw en fietsenstallingen, het bouwen van een onderdoorgang voor
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10659
pour les voyageurs, la construction d’un escalier d’accès menant au passage sous-voies existant et la démolition du bâtiment de gare existant. Les projets sont liés
entre eux et ne peuvent être ni évalués ni exécutés
séparément.
reizigers, het bouwen van een toegangstrap naar
bestaande onderdoorgang en het slopen van het
bestaand stationsgebouw. De projecten zijn onderling
samenhangend en kunnen niet afzonderlijk worden
beoordeeld noch uitgevoerd.
Le permis d’urbanisme est annulé de plein droit
lorsque le titulaire du permis n’a pas réellement
entamé la réalisation des travaux dans un délai de
deux ans suivant la délivrance du permis.
De stedenbouwkundige vergunning vervalt van
rechtswege indien de vergunninghouder niet daadwerkelijk met de verwezenlijking van de werken van start
is gegaan, binnen een termijn van twee jaar na afgifte
van de vergunning.
Le délai débute le jour de la réception définitive du
permis. Le permis d’urbanisme est également annulé
de plein droit lorsque les travaux ont été interrompus
durant plus de deux ans ou, quand il s’agit de bâtiments, lorsque le bâtiment n’est pas à l’abri du vent
dans les trois ans suivant le début des travaux. De
sorte que le Groupe SNCB peut affirmer que le permis
autorisant la démolition du bâtiment de gare est
toujours valable.
De termijn vangt aan op de dag waarop de vergunning definitief wordt verkregen. De stedenbouwkundige vergunning vervalt eveneens van rechtswege
indien de werken gedurende meer dan twee jaar onderbroken of, als het om gebouwen gaat, wanneer het
gebouw niet winddicht is binnen de drie jaar na de
aanvang van de werken. Dusdanig kan de Groep
NMBS stellen dat de vergunning voor de sloop van het
stationsgebouw nog geldig is.
La SNCB prévoit les phases suivantes pour la démolition du bâtiment de gare : Phase 1 (à partir du
1er novembre 2006) : démolition d’une partie du bâtiment de gare. Phase 2 (à partir du 1er juin 2008) :
démolition de la partie restante, après reprise de tous
les éléments techniques installés ensuite dans le
nouveau bâtiment de gare.
De NMBS voorziet volgende fasen voor de afbraak
van het stationsgebouw : Fase 1 (vanaf 1 november
2006) : afbraak van een gedeelte van het stationsgebouw. Fase 2 (vanaf 1 juni 2008) : Afbraak resterend
gedeelte, na overname van alle technieken door de installatie in het nieuwe stationsgebouw.
5. Trois abris de quai seront placés prochainement.
5. Er worden
geplaatst.
eerstdaags
drie
schuilhuisjes
6. Afin de pouvoir exécuter les travaux au niveau
du passage sous-voies, les râteliers pour vélos qui se
trouvaient dans cette zone de chantier ont été enlevés
et déplacés vers la zone située entre l’ancien bâtiment
de gare et le passage à niveau.
6. Om de werken aan de onderdoorgang voor de
reizigers te kunnen uitvoeren, werden de fietsrekken
die zich in die werfzone bevonden weggenomen en
verplaatst naar de zone tussen het oude stationsgebouw en de overweg.
Les services concernés du Groupe SNCB n’ont pas
connaissance d’une promesse quelconque concernant
le placement de râteliers supplémentaires pour vélos.
Ils vont toutefois examiner la question. En tout cas, la
surface requise devra être libérée en vue de l’exécution
des travaux.
De bevoegde diensten van de Groep NMBS zijn niet
op de hoogte van de belofte betreffende het plaatsen
van bijkomende fietsenrekken. Een onderzoek zal
nochtans worden doorgevoerd. In ieder geval dienen
ze de vereiste oppervlakte voor de uitvoering der
werken vrij te houden.
DO 2004200502960
DO 2004200502960
Question no 387 de Mme Marleen Govaerts du
22 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre
et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 387 van mevrouw Marleen Govaerts van
22 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
La Poste. — Distribution du courrier.
De Post. — Bedeling.
La Poste assure la distribution de certains imprimés
« en toutes boı̂tes », à condition bien sûr que le client
qui en demande la distribution acquitte la somme due
au bureau de dépôt. Le tarif de ce service varie en fonc-
De Post voorziet in de mogelijkheid bepaalde drukwerken van huis tot huis te bedelen, als natuurlijk de
opdrachtgever voldoende betaalt op het afgiftekantoor. Het tarief van deze dienstverlening varieert naar
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10660
tion du nombre d’habitants de la zone couverte par le
bureau de poste en question. Pourtant, il arrive régulièrement que des imprimés ne soient pas déposés dans
toutes les boı̂tes aux lettres. Ainsi, la présence d’un
autocollant portant une mention du type « pas de
publicités svp » peut être une des raisons pour lesquelles un imprimé ne sera pas distribué.
gelang het aantal inwoners van het gebied waar het
postkantoor gelegen is. Toch gebeurt het regelmatig
dat bepaalde blaadjes niet overal worden gepost. Eén
reden voor het niet bedelen is de sticker « geen reclamedrukwerk en/of periodieken ».
1. Comment la distribution est-elle organisée dans
les immeubles à appartements ?
1. Hoe gebeurt de verdeling in appartementsgebouwen ?
2. Comment la distribution est-elle organisée dans
les maisons de retraite ?
2. Hoe gebeurt de verdeling in bejaardentehuizen ?
3.
a) Que deviennent les imprimés non-distribués ?
3.
a) Wat gebeurt er met de niet-bedeelde blaadjes ?
b) Quel est le volume d’imprimés non-distribués par
an et par province ?
b) Hoeveel zijn er dat per jaar, per provincie ?
4.
a) Quelles instructions concrètes les facteurs reçoivent-ils en ce qui concerne la distribution d’envois
« en toutes boı̂tes » ?
4.
a) Welke opdracht krijgen de postbodes concreet
voor het « van huis tot huis » bedelen van poststukken ?
b) Sont-ils obligés de déposer l’envoi dans toutes les
boı̂tes sans exception, ou peuvent-ils d’abord
demander l’autorisation du destinataire ?
b) Zijn zij verplicht elke brievenbus te voorzien of
mogen zij eerst de bestemmeling om zijn toelating
vragen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005,
à la question no 387 de Mme Marleen Govaerts du
22 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari
2005, op de vraag nr. 387 van mevrouw Marleen
Govaerts van 22 december 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
Tout d’abord, il me semble utile de signaler que le
tarif varie selon le type de produit et non selon le
nombre d’habitants d’une zone.
Allereerst lijkt het mij nuttig er op te wijzen dat het
tarief varieert naargelang het producttype en niet naargelang het aantal inwoners van een zone.
1. Pour les boı̂tes aux lettres individuelles tout
comme pour les boı̂tes groupées (dans le hall d’entrée
de bâtiments à appartements), les mêmes règles
s’appliquent pour la distribution d’imprimés non
adressés :
1. Voor individuele brievenbussen evenals voor
gegroepeerde brievenbussen (in de inkomhall appartementsgebouwen) gelden dezelfde regels voor de uitreiking van ongeadresseerd drukwerk :
— les imprimés publicitaires sont distribués dans
chaque boı̂te aux lettres, sauf celle dont le propriétaire fait savoir au moyen d’un autocollant sur la
boı̂te, qu’il/elle ne souhaite pas recevoir d’imprimé
non adressé;
— publicitair drukwerk wordt uitgereikt in elke brievenbus, uitgezonderd deze waarvan de eigenaar
via een zelfklever op de bus te kennen geeft dat hij/
zij geen ongeadresseerd drukwerk wenst te ontvangen;
— les imprimés informatifs non adressés émanant des
pouvoirs publics sont distribués dans toutes les
boı̂tes sans distinction.
— ongeadresseerd informatief drukwerk dat uitgaat
van openbare overheden wordt uitgereikt in alle
bussen zonder onderscheid.
2. Tout le courrier pour les maisons de retraite est
distribué dans la boı̂te, à l’adresse de l’institution. Les
imprimés non adressés sont distribués dans cette boı̂te
selon les règles susmentionnées.
2. Alle post voor de bejaardentehuizen wordt uitgereikt in de brievenbus, op het adres van het tehuis. In
deze brievenbus wordt ongeadresseerd drukwerk uitgereikt volgens de hiervoor vermelde regels.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10661
3. Les imprimés non adressés excédentaires sont
détruits. La Poste ne tient pas à jour le nombre
d’envois excédentaires.
4. Les facteurs doivent :
3. Overtollig ongeadresseerd drukwerk wordt vernietigd. De Post houdt geen cijfers bij over de aantallen overtollig drukwerk.
4. De postbodes moeten :
— avant tout appliquer les règles mentionnées au
point 1;
— allereerst de onder antwoord 1 vermelde regels
toepassen;
— respecter les instructions en matière de jour(s) de
distribution pour tous les imprimes;
— de instructies inzake de uitreikingdag(en) voor elk
drukwerk respecteren;
— distribuer les imprimés non adressés simultanément au courrier adressé.
— het ongeadresseerde drukwerk samen met de geadresseerde post uitreiken.
DO 2004200502961
DO 2004200502961
Question no 388 de M. Guido De Padt du 22 décembre
2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 388 van de heer Guido De Padt van
22 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Loterie nationale. — Joueurs. — Formulaires. —
Détermination de l’affectation des bénéfices.
Nationale Loterij. — Spelers. — Formulieren. — Aanduiding doelen winst.
Selon des communiqués de presse récents, la Loterie
Nationale va répartir différemment ses subsides et les
initiatives sociales vont recevoir plus d’argent, au
détriment du sport et de la culture. Il n’y a rien de
particulier à redire, si ce n’est que ceux qui amènent les
fonds n’ont pas voix au chapitre. Pour chaque
montant de 2,5 euros investi par un joueur de loto,
1,17 euro est notamment versé dans le pot commun
d’environ 210 millions d’euros consacré annuellement
à de « bonnes causes ».
Volgens recente persberichten gaat de Nationale
Loterij haar subsidies anders verdelen en zullen sociale
initiatieven meer geld krijgen, dit ten koste van sport
en cultuur. Op zichzelf is daar niets op aan te merken,
behalve dat diegene die voor de fondsen zorgt, daar
geen inspraak in heeft. Van elke 2,5 euro die een loterijspeler inzet, gaat 1,17 euro onder meer naar de pot
van ongeveer 210 miljoen euro die jaarlijks aan het
goede doel wordt besteed.
Il me semble indiqué d’associer davantage les
joueurs à la politique de subsides et de renforcer
l’assise de celle-ci. De nombreux joueurs ne réalisent
en effet pas toujours qu’ils apportent une contribution
substantielle au mécénat très méritoire de la Loterie
Nationale. Je pense qu’il est possible de remédier à
cette situation et de démocratiser d’une certaine
manière le mode d’affectation (dans les domaines
social, culturel, sportif, scientifique, etc.) de ces
montants. C’est possible à mon estime en permettant
d’indiquer par une croix sur les billets qui doivent être
enregistrés (et je songe en premier lieu aux billets de
loto) le secteur auquel seraient destinées les recettes.
Het lijkt mij aangewezen om de spelers nauwer te
betrekken bij het subsidiebeleid en ook het draagvlak
daarvoor aan te zwengelen. Vele spelers zijn zich
immers niet echt bewust van het feit dat zij een belangrijke bijdrage leveren tot het zeer verdienstelijk mecenaat van de Nationale Loterij. Ik meen dat aan deze
situatie en aan een zekere democratisering van de
bestemming (sociaal, cultureel, sportief, wetenschappelijk, enzovoort) van de ingezette bedragen kan verholpen worden. Dit kan mijns inziens gebeuren door
op de biljetten die moeten worden geregistreerd (en ik
denk daarbij in de eerste plaats aan Lotto) in de mogelijkheid te voorzien aan te kruisen naar welk(e)
doel(en) men graag zou zien dat de ingezette sommen
gaan.
Seriez-vous disposé à imposer, par un contrat de
gestion entre la Loterie Nationale et le gouvernement
fédéral (et après la réalisation d’une étude de faisabilité) cette obligation à la Loterie afin de permettre aux
joueurs de préciser sur le formulaire qu’ils doivent
faire enregistrer l’affectation qu’ils souhaitent pour les
montants en jeu.
Bent u bereid om in het beheercontract tussen de
Nationale Loterij en de federale overheid, aan de eerstgenoemde de verplichting op te leggen (minstens de
haalbaarheid ervan te onderzoeken) om aan de spelers
de mogelijkheid te geven om op de formulieren, waarvan zij de registratie moeten doen, aan te duiden voor
welk(e) doel(en) men de daarvoor beschikbare winst
wil bestemmen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1347
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10662
Réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005,
à la question no 388 de M. Guido De Padt du
22 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari
2005, op de vraag nr. 388 van de heer Guido De Padt
van 22 december 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
Je suis d’accord avec l’honorable membre lorsqu’il
dit que le public ne sait pas assez que les bénéfices de
la Loterie Nationale sont utilisés pour soutenir une
large gamme d’objectifs d’intérêt public. La Loterie
Nationale a d’ailleurs l’intention de mener une campagne dans les médias afin d’y remédier.
Ik ben het eens met het geachte lid dat het publiek
niet voldoende weet dat de winsten van de Nationale
Loterij aangewend worden om een ruim gamma van
doelstellingen van algemeen nut te ondersteunen. De
Nationale Loterij plant daarom een campagne in de
media om dit gegeven meer bekendheid te geven.
Toutefois, il ne me semble pas souhaitable de laisser
les participants décider de la destination des deniers
issus de leur mise. Il incombe à l’état, dans les limites
du cadre légal et compte tenu des besoins et des priorités qu’il avance, de décider de la destination de ces
deniers et d’assumer sa responsabilité politique.
Het lijkt mij echter niet gewenst om de deelnemers
zelf te laten beslissen wat de bestemming moet worden
van de gelden, afkomstig van hun inzet. Het komt aan
de overheid toe om, binnen de grenzen van het wettelijke kader en rekening houdend met de noden en met
de prioriteiten die zij stelt, hierover te oordelen en haar
politieke verantwoordelijkheid op te nemen.
D’autre part, la mesure proposée ne nécessiterait
pas en premier lieu une adaptation du contrat de
gestion conclu avec l’État mais plutôt un amendement
de la loi du 19 avril 2002 relative à la rationalisation
du fonctionnement et de la gestion de la Loterie Nationale.
De voorgestelde maatregel zou ten andere niet
zozeer een aanpassing van het beheerscontract met de
Nationale Loterij, doch vooral en in eerste instantie
een wijziging van de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale
Loterij noodzakelijk maken.
DO 2004200503041
DO 2004200503041
Question no 394 de M. Francis Van den Eynde du
11 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 394 van de heer Francis Van den Eynde van
11 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
BIAC. — Conseil d’administration. — Représentants
belges.
BIAC. — Raad van bestuur. — Belgische vertegenwoordigers.
Les membres du nouveau conseil d’administration
de BIAC ont été désignés fin décembre 2004.
Eind december 2004 werden de leden van de nieuwe
raad van bestuur van BIAC aangeduid.
Désormais, ce conseil sera composé de sept
membres représentant l’actionnaire principal australien et de quatre membres représentant l’État belge.
Voortaan zal deze bestaan uit zeven vertegenwoordigers van de Australische hoofdaandeelhouder en vier
van de Belgische Staat.
Selon la presse faisant autorité en la matière, les
quatre membres belges seraient issus chacun des
quatre partis politiques qui constituent le gouvernement actuel. Il s’agirait notamment de deux Flamands
d’obédience socialiste et libérale et de deux Wallons
affiliés au PS et au MR.
Volgens gezaghebbende kranten zijn deze laatsten
netjes verdeeld onder de politieke partijen die deel uitmaken van de regering, namelijk aan Vlaamse kant
een socialist en een VLD’er en aan Waalse kant
iemand van de MR en iemand van de PS.
1. Cette information est-elle exacte ?
1. Klopt deze informatie ?
2. Hormis le critère politique, d’autres critères ontils été pris en considération pour leur désignation ?
3. Dans l’affirmative, lesquels ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2. Werden er nog andere criteria dan politieke voor
hun aanduiding toegepast ?
3. Zo ja, dewelke ?
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10663
Réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005,
à la question no 394 de M. Francis Van den Eynde du
11 janvier 2005 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
Tout d’abord, je dois vous communiquer que l’État
ne peut présenter que 3 administrateurs à l’assemblée
générale de BIAC. Le quatrième administrateur auquel
vous faites référence est sans doute le président. Celuici est toutefois désigné sur proposition conjointe de
Macquarie et de l’État. En tant qu’actionnaire minoritaire, nous avons attendu à ce propos les initiatives de
Macquarie, qui a avancé M. Luc Vandenbossche. Sans
doute le groupe Macquarie a-t-il employé d’autres
critères que des critères politiques dans sa décision de
réaffirmer son rôle-clé dans cette phase de transition.
La politique à l’aéroport, et notamment la phase du
procès de vente, a reçu une évaluation très positive. Je
ne vois donc aucune raison pour le gouvernement de
retirer la confiance qu’il a accordée à M. Luc Vandenbossche lorsque celui-ci a été nommé CEO sur proposition des actionnaires privés de l’époque.
Deux des trois autres administrateurs auxquels vous
faites référence faisaient déjà partie de l’ancien conseil
d’administration. La nomination de M. Olivier
Vanderijst est certes assez récente, mais a été amplement motivée dans l’arrêté royal en question. Je vous
transmets en annexe une copie de cet arrêté. Étant
donné son caractère de pure documentation, il n’y a
pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et
Réponses, mais elle peut être consultée au Greffe de la
Chambre des représentants (service des Questions
parlementaires). M. Descheemaeker est administrateur de BIAC depuis un certain temps déjà, dispose
d’une grande expérience du secteur des transports et
peut, de ce fait, contribuer dans une mesure importante au raccordement de l’aéroport. Le dernier administrateur, M. Olivier Henin, a été loué pour ses capacités en matière de finances. De ce fait, l’on peut le
considérer comme étant complémentaire par rapport
aux autres administrateurs. Finalement, vu qu’il s’agit
de la désignation des membres du conseil d’administration, une certaine dispersion sociale des mandats
n’a rien d’inhabituel ou d’incorrect.
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari
2005, op de vraag nr. 394 van de heer Francis Van den
Eynde van 11 januari 2005 (N.) :
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
Vooreerst dien ik u te melden dat de Staat slechts
3 bestuurders kan voorstellen aan de algemene vergadering van BIAC. Als vierde bestuurder zal u waarschijnlijk wel refereren naar de voorzitter. Deze wordt
evenwel op gezamenlijk voorstel van Macquarie en de
Staat aangeduid. Als minderheidsaandeelhouder
hebben we ter zake gewacht op initiatieven van
Macquarie, die de heer Luc Vandenbossche naar
voren heeft geschoven. Ongetwijfeld zal Macquarie
wel andere dan politieke criteria hebben gehanteerd
om hem in deze overgangsfase verder een sleutelrol te
laten spelen. Het beleid in de luchthaven, en inzonderheid de fase van het verkoopsproces wordt bijzonder
positief geëvalueerd. Ik zie dan ook geen reden
waarom de regering het vertrouwen zou opzeggen dat
ze in de heer Luc Vandenbossche heeft gesteld toen hij,
op voorstel van de toenmalige privé-aandeelhouders,
als CEO is aangesteld.
Ook twee van de drie andere bestuurders waarnaar
u refereert, maakten reeds deel uit van de vroegere
raad van bestuur. De benoeming van de heer Olivier
Vanderijst is weliswaar redelijk recent, maar werd in
het desbetreffende koninklijk besluit op uitgebreide
wijze gemotiveerd. Als bijlage bezorg ik u een kopie
van dit besluit. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en
Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de
griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers
(dienst Parlementaire Vragen). De heer Descheemaeker is reeds langer bestuurder van BIAC, heeft een uitgebreide ervaring in de vervoerssector en kan daarmee
in belangrijke mate bijdragen tot de ontsluiting van de
luchthaven. De laatste bestuurder, de heer Olivier
Henin is aangeprezen omwille van zijn financiële capaciteiten, waarmee hij als complementair ten aanzien
van de andere bestuurders kan worden beschouwd.
Gezien het gaat om de aanduiding van de raad van
bestuur is ten slotte een zekere maatschappelijke spreiding van de mandaten niet ongewoon of verkeerd.
DO 2004200503068
DO 2004200503068
Question no 398 de M. Jan Mortelmans du 13 janvier
2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques :
SNCB. — Horaire de vacances anticipé.
L’horaire de vacances anticipé à la SNCB a été à
l’origine de nombreuses difficultés. Toutefois, la
Vraag nr. 398 van de heer Jan Mortelmans van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
NMBS. — Vervroegde vakantieregeling.
De vervroegde vakantieregeling bij de NMBS heeft
voor nogal wat problemen gezorgd. Volgens de NMBS
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10664
SNCB a d’abord considéré qu’il n’y avait aucun
problème. Plus tard, cependant, elle a nuancé sa position.
was er in eerste instantie nochtans geen vuiltje aan de
lucht. Later werd dit echter genuanceerd.
1. Quels problèmes se sont posés, d’après la SNCB ?
1. Welke problemen hebben er zich volgens de
NMBS voorgedaan ?
2. A-t-elle mis en service des trains supplémentaires
de façon à résoudre d’éventuels problèmes et, dans
l’affirmative, sur quelles lignes et combien ?
2. Werden er toch nog extra treinen ingezet om
mogelijke problemen op te vangen en zo ja, op welke
lijnen en hoeveel ?
3. La SNCB a-t-elle toujours l’intention d’appliquer
aussi dans le futur cet horaire de vacances anticipé ?
3. Blijft de NMBS bij haar voornemen om ook de
volgende jaren deze vervroegde vakantieregeling toe te
passen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques du 18 février 2005,
à la question no 398 de M. Jan Mortelmans du 13 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari
2005, op de vraag nr. 398 van de heer Jan Mortelmans
van 13 januari 2005 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
1. La SNCB a enregistré une moyenne de 10 trains
suroccupés par jour les 20, 21 et 22 décembre 2004. Ce
chiffre est à considérer en regard des 3 300 trains ayant
circulé quotidiennement durant ces trois jours. La
situation la plus critique a été enregistrée le lundi
21 décembre 2004 durant la pointe du matin. Cette
matinée a été émaillée d’incidents divers ayant entraı̂né
la suppression de 7 trains P et/ou IC vers Bruxelles, de
2 trains City Rail dans la jonction Nord-Midi à
Bruxelles ainsi que de nombreux retards. Le report en
cascade de la clientèle des trains supprimés ou très en
retard sur d’autres trains explique la majorité des
suroccupations constatées notamment sur les lignes 60
(Dendermonde — Bruxelles), 25/27 (Antwerpen —
Bruxelles) et 36 (Leuven — Bruxelles).
1. De NMBS heeft op 20, 21 en 22 december 2004
een dagelijks gemiddelde van 10 overbezette treinen
opgetekend. Dit cijfer moet gezien worden ten overstaan van de 3 300 treinen, die tijdens die dagen dagelijks gereden hebben. De meest kritieke toestand werd
op maandag 21 december 2004 opgetekend tijdens de
ochtendspits. Die voormiddag werd gekenmerkt door
diverse voorvallen die de afschaffing tot gevolg hadden
van 7 P- en/of IC-treinen naar Brussel, twee City Railtreinen in de Noord-Zuidverbinding alsook talrijke
vertragingen. De opeenvolgende overdracht van de
klanten van de afgeschafte treinen of van die met veel
vertraging naar andere treinen verklaart het grootste
deel van de overbezettingen die vooral op de lijnen 60
(Dendermonde — Brussel), 25/27 (Antwerpen — Brussel) en 36 (Leuven — Brussel) werden vastgesteld.
2. Un train supplémentaire a été mis en marche
entre Bruxelles et Gent le 20 décembre 2004 durant la
pointe du soir. Un train supplémentaire a été mis en
marche (aller le matin et retour le soir) entre Kortrijk
— Gent et Bruxelles les 21, 22 et 23 décembre 2004
afin d’éviter tout problème de suroccupation sur ces
lignes et en tenant compte de la disponibilité du matériel roulant à Kortrijk.
2. Op 20 december 2004 werd tijdens de avondspits
een extra trein ingelegd tussen Brussel en Gent. Een
extratrein (’s morgens heen en ’s avonds terug) werd
ingelegd tussen Kortrijk — Gent en Brussel op 21, 22
en 23 december 2004 om elk probleem van overbezetting op die lijnen te voorkomen en waarbij rekening
werd gehouden met het beschikbare rollend materieel
in Kortrijk.
3. La SNCB étudie actuellement de manière approfondie le déroulement du service au cours de la
semaine du 20 au 24 décembre 2004. Elle décidera en
temps utile des mesures d’organisation adéquates pour
la période de fin d’année 2005.
3. De NMBS bestudeert op dit ogenblik grondig het
verloop van de dienst tijdens de week van 20 tot 24 december 2004. Ze zal op het gepaste ogenblik organisatorische maatregelen treffen voor de eindejaarsperiode
2005.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10665
DO 2003200421839
DO 2003200421839
Question no 403 de Mme Maggie De Block du 17 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 403 van mevrouw Maggie De Block van
17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Affiliation obligatoire du personnel statutaire à la
Caisse des soins de santé de la SNCB.
Verplichte aansluiting van statutairen bij de Kas der
geneeskundige verzorging van de NMBS.
L’article 118 de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le
14 juillet 1994, prévoit l’affiliation obligatoire des
membres du personnel statutaires et des pensionnés
statutaires de la SNCB à la Caisse des soins de santé et
à la Caisse des œuvres sociales.
Artikel 118 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, voorziet in de verplichte aansluiting van statutaire personeelsleden en
gepensioneerde statutairen werkzaam bij de NMBS bij
de Kas der geneeskundige verzorging en bij de Kas der
sociale werken.
Certains membres du personnel actifs et à la retraite
préfèreraient s’affilier à une autre mutuelle parce qu’ils
estiment que le service proposé par la Caisse des soins
de santé est insuffisant et que la prime d’affiliation à la
Caisse des œuvres sociales est trop élevée.
Sommige personeelsleden en gepensioneerde personeelsleden zouden willen aansluiten bij een ander ziekenfonds omdat zij de dienstverlening van de Kas der
geneeskundige verzorging ondermaats vinden en
omdat zij de premie voor de aansluiting bij de Kas der
sociale werken te hoog vinden.
1.
a) Le service proposé par la Caisse des soins de santé
de la SNCB a-t-il déjà fait l’objet d’une analyse ?
1.
a) Werd een analyse gemaakt van de dienstverlening
van de Kas der geneeskundige verzorging van de
NMBS ?
b) Dans l’affirmative, quelles en étaient les conclusions ?
b) Zo ja, wat waren de conclusies ?
c) Dans la négative, ne conviendrait-il pas de procéder à une telle analyse afin, le cas échéant,
d’améliorer le service ?
c) Zoniet, is het niet aangewezen dit te doen om na te
gaan hoe deze kan worden verbeterd ?
2. N’est-il pas passé de mode d’obliger des personnes à s’affilier à une Caisse de soins de santé gérée par
l’employeur ?
2. Is het niet uit de tijd mensen te verplichten om
aan te sluiten bij een Kas voor geneeskundige verzorging ingericht door de werkgever ?
3. Les membres du personnel non statutaire ne
peuvent pas s’affilier à la Caisse des soins de santé.
3. Niet-statutaire personeelsleden kunnen niet aansluiten bij de Kas der geneeskundige verzorging.
Ne conviendrait-il pas de permettre également à ces
personnes de s’affilier, étant donné qu’elles
s’acquittent souvent des mêmes tâches que le personnel
statutaire ?
Is het niet wenselijk deze mensen de mogelijkheid te
geven om toe te treden gelet op het feit dat zij vaak
dezelfde taken vervullen als de statutaire personeelsleden ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005,
à la question no 403 de Mme Maggie De Block du
17 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari
2005, op de vraag nr. 403 van mevrouw Maggie De
Block van 17 januari 2005 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
3. Les articles 6 et 118 de la loi relative à l’assurance
obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le
14 juillet 1994, prévoient que seuls les bénéficiaires des
œuvres sociales de la SNCB Holding sont affiliés
d’office à la Caisse des soins de santé de la SNCB
3. De artikelen 6 en 118 van de wet betreffende de
verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging
en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, bepalen
dat enkel de rechthebbenden van de sociale werken
van de NMBS Holding ambtshalve zijn aangesloten bij
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10666
Holding. Le statut du personnel de la SNCB Holding
tel qu’il a été fixé par la Commission paritaire nationale de la SNCB Holding prévoit en son chapitre 10 les
règles d’accès à la qualité de bénéficiaire des œuvres
sociales de la SNCB Holding. Ces dispositions ne
s’appliquent qu’au personnel statutaire de la SNCB
Holding, actif ou pensionné, et excluent donc la possibilité pour le personnel non statutaire d’acquérir la
qualité de bénéficiaire des œuvres sociales de la SNCB
Holding et donc également d’être affilié à la Caisse des
soins de santé de la SNCB Holding.
de Kas der geneeskundige verzorging van de NMBS
Holding. Het statuut van het personeel van de NMBS
Holding, zoals het is vastgesteld door de Nationale
Paritaire Commissie van de NMBS Holding, voorziet
in zijn hoofdstuk 10 de toegangsregels tot de hoedanigheid van rechthebbende van de sociale werken van de
NMBS Holding. Deze bepalingen gelden enkel voor
het statutair personeel van de NMBS Holding, actief
of gepensioneerd, en sluiten dus de mogelijkheid uit
voor het niet-statutaire personeel om de hoedanigheid
te verwerven van rechthebbende van de sociale werken
van de NMBS Holding en dus eveneens van aangesloten te zijn bij de Kas der geneeskundige verzorging van
de NMBS Holding.
DO 2004200503173
DO 2004200503173
Question no 413 de M. Francis Van den Eynde du
21 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 413 van de heer Francis Van den Eynde van
21 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
NMBS. — Spoorwegpolitie. — « FIPA »-acties.
SNCB. — Police des chemins de fer. — Actions
« FIPA ».
La police des chemins de fer mène parfois des
actions « FIPA » (Full Integrated Police Actions), en
collaboration avec les zones de police locales, dans des
trains « à risques ».
Combien d’actions de ce type ont-elles été menées
jusqu’à présent, sur quelles lignes et en collaboration
avec quelles zones de police ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques du 18 février 2005,
à la question no 413 de M. Francis Van den Eynde du
21 janvier 2005 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
Les données en rapport avec les actions FIPA et
LIPA sont confidentielles et sont de la compétence de
la police ferroviaire.
La SNCB-Holding n’a pas la possibilité ni l’autorisation de communiquer des données à ce sujet.
Op de agressiegevoelige treinen voert de spoorwegpolitie af en toe zogenaamde « FIPA-acties » (Full
Integrated Police Actions) en dit in samenwerking met
de lokale politiezones.
Hoeveel van deze acties vonden er reeds plaats, op
welke lijnen en in samenwerking met welke politiezones ?
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari
2005, op de vraag nr. 413 van de heer Francis Van den
Eynde van 21 januari 2005 (N.) :
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
De gegevens met betrekking tot de FIPA- en LIP Aacties zijn vertrouwelijk en vallen onder de bevoegdheid van de spoorwegpolitie.
De NMBS-Holding kan en mag hierover niet
communiceren.
Vice-premier ministre
et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2003200432301
DO 2003200432301
Question no 388 de M. Guido De Padt du 4 octobre
2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de
l’Intérieur :
Services d’incendie. — Financement.
Après la catastrophe de Ghislenghien, il a été abondamment question du financement des services de
Vraag nr. 388 van de heer Guido De Padt van 4 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken :
Brandweerdiensten. — Financiering.
De financiering van de hulpverleningsdiensten in het
algemeen en van de brandweer in het bijzonder, kwam
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10667
secours en général et des services d’incendie en particulier. Dans ce contexte, la nécessité d’un financement
complémentaire par l’autorité fédérale a été évoquée à
de multiples reprises.
na de ramp in Ghislenghien in de actualiteit. Er werd
daarbij veelvuldig verwezen naar de noodzaak aan
aanvullende financiering door de federale overheid.
Je souhaiterais, en ce qui concerne les services
d’incendie, obtenir les renseignements suivants pour
les années 2000, 2001, 2002 et 2003 :
Kan u, wat de brandweerdiensten betreft, voor de
jaren 2000, 2001, 2002 en 2003 meedelen :
1. Le montant total des frais de fonctionnement des
services d’incendie, avec une distinction entre le
service ordinaire et le service extraordinaire;
1. Wat waren de totaaluitgaven voor de brandweerdiensten, met een opslitsing tussen gewone dienst en
buitengewone dienst ?
2. Le type d’aide financière accordée par l’autorité
fédérale aux pouvoirs locaux pour couvrir ces frais;
2. Welke tussenkomsten verleende (en onder welke
vorm) de federale overheid aan de lokale besturen in
voormelde uitgaven ?
3. Le montant moyen (exprimé en pourcentage) de
l’intervention financière de l’autorité fédérale dans les
frais de fonctionnement des services d’incendie;
3. Wat was de gemiddelde tussenkomst (in %en)
van de federale overheid in de uitgaven van de brandweerdiensten ?
4. Les mécanismes de financement régissant le
subventionnement des services d’incendie locaux;
4. Wat zijn de financieringsmechanismen voor de
betoelaging van de lokale brandweerdiensten ?
5. Ces mécanismes seront-ils revus en fonction de
l’étude qui devra déterminer les niveaux de risque des
zones de secours ?
5. Zullen deze financieringsmechanismen worden
herbekeken na de studie die de risicograden van de
hulpverleningszones zal moeten gaan bepalen ?
6. Est-il envisagé de revoir la délimitation géographique des zones de secours actuelles ?
6. Wordt er overwogen de geografische omschrijving van de huidige hulpverleningszones te herzien ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de
l’Intérieur du 17 février 2005, à la question no 388 de
M. Guido De Padt du 4 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Binnenlandse Zaken van 17 februari 2005, op de
vraag nr. 388 van de heer Guido De Padt van 4 oktober 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à
sa question.
Het geachte lid kan hieronder het antwoord vinden
op zijn vraag.
1. Il n’est pas possible pour l’autorité fédérale de
chiffrer avec précision le coût total des services
d’incendie étant donné que les dépenses relatives aux
services communaux d’incendie relèvent de la tutelle
des régions. Je puis toutefois faire savoir à l’honorable
membre que la direction générale de la Sécurité civile a
disposé pour l’année 2004 d’un budget de
66 379 000 euros.
1. De totale kosten van de brandweer kunnen door
de federale overheid niet exact berekend worden aangezien de uitgaven van de gemeentelijke brandweerkorpsen onder het toezicht van de gewesten vallen. Ik
kan u wel meedelen dat de algemene directie van de
Civiele Veiligheid voor het jaar 2004 over een budget
van 66 379 000 euro beschikte.
2. L’autorité fédérale accorde différentes subventions aux pouvoirs locaux pour l’organisation des
services d’incendie :
2. De federale overheid verleent verschillende subsidies aan de lokale besturen voor de organisatie van de
brandweerdiensten :
1o L’équipement. Pour les années 2000 à 2003, le
budget prévu par l’autorité fédérale pour l’achat de
vêtements et de casques était chaque fois de
545 000 euros.
1o De uitrusting. Voor de jaren 2000 tot 2003 bedroeg
het door de federale overheid voorziene budget
voor de aankoop van kledij en helmen telkens
545 000 euro.
2o Le matériel. Le budget annuel pour l’achat de
matériel s’élevait à 11 155 000 euros pour les
années 2000 à 2002 et à 11 782 000 euros pour
l’année 2003. Le budget réservé aux subventions
sera porté pour l’année 2005 à 15 282 000 euros.
2o Het materieel. Het jaarlijkse budget voor de aankoop van materieel bedroeg 11 155 000 euro voor
de jaren 2000 tot 2002 en 11 782 000 euro voor het
jaar 2003. Het subsidiebudget zal verhoogd
worden voor het jaar 2005 tot 15 282 000 euro.
3o 56 000 euros pour subventionner la formation des
sapeurs-pompiers;
3o 56 000 euro voor de subsidiëring van de opleiding
van de brandweerlieden;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10668
4o 10 000 euros pour subventionner la Fédération
royale des corps de sapeurs-pompiers de Belgique,
aile francophone et germanophone, et la
Brandweervereniging Vlaanderen;
5o 3 593 000 euros pour le fonds pour les risques
d’accidents majeurs, le fonds Seveso, et
2 765 000 euros pour le fonds pour les risques
d’accidents nucléaires (les services d’incendie bénéficient de la majeure partie des montants provenant de ces deux fonds).
Le reliquat du budget de 66 379 000 euros, visé à la
première question, est notamment utilisé par la Sécurité civile pour couvrir les dépenses de personnel, les
dommages dus aux calamités et les frais de fonctionnement des centres de secours 100.
3. Il n’est pas possible de calculer l’intervention
moyenne de l’autorité fédérale dans les dépenses effectuées par les communes pour leur service d’incendie
étant donné que l’intervention financière dépend des
besoins du service local d’incendie et du budget établi
par la commune à cette fin. Les besoins et le budget
varient de commune à commune et d’année en année.
4o 10 000 euro voor de subsidiëring van de Franstalige brandweerfederatie en de Brandweervereniging Vlaanderen;
5o 3 593 000 euro voor het fonds voor de risico’s van
zware
ongevallen,
het
Sevesofonds,
en
2 765 000 euro voor het fonds voor de risico’s van
nucleaire ongevallen (de gelden van beide fondsen
komen grotendeels ten goede van de brandweer).
Le gouverneur de province détermine la manière
dont les moyens disponibles du fonds Seveso et du
fonds pour les risques d’accidents nucléaires sont
répartis entre les communes.
5. J’attends les résultats de l’analyse des risques
avant de décider si les mécanismes de financement
doivent être réexaminés.
6. Les résultats de l’analyse des risques feront
apparaı̂tre si la délimitation géographique des zones
de secours doit être révisée.
Het overige deel van het budget van
66 379 000 euro, vermeld in de eerste vraag, wordt
door de Civiele Veiligheid onder meer aangewend ter
dekking van de personeelsuitgaven, de rampenschade
en de werkingskosten van de hulpcentra 100.
3. De gemiddelde tussenkomst van de federale overheid in de uitgaven van de gemeenten voor hun brandweer is niet berekenbaar aangezien de financiële tussenkomst afhankelijk is van de noden van de plaatselijke brandweer en de begroting die de gemeente
ervoor heeft opgesteld. De noden en de begroting verschillen van gemeente tot gemeente en van jaar tot
jaar.
4. De subsidies voorzien voor de aankoop van
brandweermaterieel worden door middel van een
vaste verdeelsleutel verdeeld over de verschillende
provincies. De provincies verdelen de subsidies voor
de aankoop van brandweermaterieel over de verschillende brandweerkorpsen, leder jaar maken de provinciegouverneurs aan de minister van Binnenlandse
Zaken hun voorstel over in verband met het materieel
dat het meest dringend moet aangekocht worden rekening houdend met het voorziene budget.
De provinciegouverneur bepaalt hoe de bedeling
van de beschikbare gelden uit het Sevesofonds en het
fonds voor de risico’s van nucleaire ongevallen over
gemeenten gebeurt.
5. Ik wacht de resultaten af van de risicoanalyse
vooraleer te beslissen of de financieringsmechanismen
moeten herbekeken worden.
6. Uit de resultaten van de risicoanalyse zal blijken
of de geografische omschrijving van de hulpverleningszones zal moeten herbekeken worden.
DO 2004200502653
DO 2004200502653
Question no 431 de M. Francis Van den Eynde du
16 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre
et ministre de l’Intérieur :
Services d’incendie. — Informations sur les pipelines
de l’OTAN.
L’explosion qui s’est produite à Ghislenghien l’été
dernier a mis en évidence le problème de la localisation exacte des 6 600 km de pipelines souterrains.
Vraag nr. 431 van de heer Francis Van den Eynde van
16 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Diensten van de brandweer. — Informatie over de
NAVO-pijpleidingen.
Naar aanleiding van de ontploffing in Gellingen die
zich deze zomer voordeed, doet zich het probleem
voor van de juiste ligging van de 6 600 km ondergrondse leidingen.
4. Les subventions prévues pour l’achat de matériel
d’incendie sont réparties entre les différentes provinces
sur la base d’une clé de répartition fixe. Les provinces
répartissent les subventions pour l’achat de matériel
d’incendie entre les différents services d’incendie.
Chaque année, les gouverneurs de province transmettent au ministre de l’Intérieur leur proposition relative
au matériel le plus urgent à acquérir, compte tenu du
budget prévu.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10669
En réponse à une série de questions et
d’interpellations sur la catastrophe de Ghislenghien, le
ministre a déclaré que les services d’incendie sont très
bien informés de la présence de ces pipelines.
Naar aanleiding van een reeks vragen en interpellaties met betrekking het bovenvermelde ramp deelde de
minister mede dat de diensten van de brandweer zeer
goed op de hoogte zijn van de aanwezigheid van
dergelijke pijpleidingen.
Reste à savoir cependant si cette connaissance
concerne également les 810 km de pipelines de
l’OTAN, dont la localisation relève par définition du
secret militaire.
De vraag rijst echter of dit ook het geval is voor de
810 km NAVO-pijpleidingen, waarvan de ligging per
definitie tot het militair geheim behoort.
De quelles informations spécifiques les services de
secours disposent-ils à propos de ces conduites souterraines, et quelles mesures de prévention ont été prises à
cet égard ?
Kan u meedelen wat er specifiek over deze ondergrondse leidingen bij de hulpdiensten geweten is en
welke preventiemaatregelen hieromtrent getroffen
werden ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de
l’Intérieur du 17 février 2005, à la question no 431 de
M. Francis Van den Eynde du 16 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Binnenlandse Zaken van 17 februari 2005, op de
vraag nr. 431 van de heer Francis Van den Eynde van
16 november 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à
sa question.
Het geachte lid kan hieronder het antwoord vinden
op zijn vraag.
À la suite de la catastrophe de Ghislenghien, un
groupe de travail, chargé d’adapter les plans provinciaux d’urgence et plus spécialement, d’établir une
cartographie générale de tous les pipe-lines, a été mis
en place à mon administration.
Bij mijn administratie werd naar aanleiding van de
ramp in Gellingen een werkgroep opgericht, die belast
is met aanpassing van de provinciale rampenplannen
en meer specifiek, met het in kaart brengen van alle
pijpleidingen.
L’OTAN a présenté son réseau de pipelines à ce
groupe de travail et a également transmis des informations plus détaillées sur ses pipe-lines, si bien qu’une
cartographie générale a pu être réalisée.
De NAVO heeft haar net van pijpleidingen aan deze
werkgroep voorgesteld en heeft tevens meer gedetailleerde informatie over hun pijpleidingen doorgegeven,
zodat een algemene cartografie mogelijk werd.
Je transmettrai la question relative aux mesures de
prévention à prendre en ce qui concerne les conduites
souterraines à mon collègue, le ministre de
l’Économie. (Question no 232 du 18 février 2005.)
Ik zal de vraag betreffende de preventiemaatregelen
voor de ondergrondse leidingen, aan mijn collega, de
minister van Economie overmaken. (Vraag nr. 232 van
18 februari 2005.)
DO 2004200502703
DO 2004200502703
Question no 440 de Mme Muriel Gerkens du
23 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre
et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 440 van mevrouw Muriel Gerkens van
23 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Installations nucléaires. — Visite d’une délégation
américaine.
Kerninstallaties. — Bezoek van een Amerikaanse delegatie.
Il y aurait eu en 2003 ou 2004 une visite d’une délégation américaine aux installations nucléaires de
Belgonucléaire, le Centre d’étude de l’énergie nucléaire
(CEN) et de Doel, ainsi qu’à l’Agence fédérale de
contrôle nucléaire. Ceci aurait donné suite à un
échange de lettres entre les États-Unis et la Belgique.
In 2003 of 2004 zou een Amerikaanse delegatie een
bezoek gebracht hebben aan de kerninstallaties van
Belgonucleaire, van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) en van Doel. De delegatie zou ook het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle bezocht
hebben. Een en ander zou per briefwisseling tussen de
Verenigde Staten en België overeengekomen zijn.
1. Quelle était la mission de la délégation américaine ?
1. Waaruit bestond de opdracht van de Amerikaanse delegatie ?
2. Quelles sites et installations ont-ils été visités ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2. Welke sites en installaties heeft ze bezocht ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1348
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10670
3. Quels dossiers ont-ils été discutés avec les Américains ?
3. Welke dossiers werden met de Amerikanen
besproken ?
4.
a) Quel est le contenu de la lettre envoyée par les
États-Unis à notre pays ?
4.
a) Wat staat er in de brief van de Verenigde Staten
aan ons land ?
b) Quelle a été votre réponse ?
b) Hoe luidde uw antwoord ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de
l’Intérieur du 17 février 2005, à la question no 440 de
Mme Muriel Gerkens du 23 novembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Binnenlandse Zaken van 17 februari 2005, op de
vraag nr. 440 van mevrouw Muriel Gerkens van
23 november 2004 (Fr.) :
Une délégation des États-Unis est effectivement
venue en Belgique en octobre 2003 et a visité les sites
du Centre d’étude de l’Énergie nucléaire (SCK-CEN),
de la Belgonucléaire et de la centrale nucléaire de
Doel. Cette visite s’est déroulée dans le cadre du
processus de rencontres bilatérales États-Unis/
Belgique dans le domaine de la protection physique
des matières nucléaires initié dans les années quatre
vingt. Étant donné qu’il n’y avait plus eu de réunions
depuis les attentats du 11 septembre 2001, l’essentiel
des échanges de vues a porté sur les mesures de sécurité
prises suite à ces événements.
Een afvaardiging uit de VSA heeft inderdaad in
oktober 2003 een bezoek gebracht aan de nucleaire
sites van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCKCEN), van Belgonucleaire en van de kerncentrale te
Doel. Dit bezoek vond plaats in het kader van bilaterale ontmoetingen tussen België en de VSA die geregeld sinds de jaren ’80 worden georganiseerd rond het
thema van de fysieke beveiliging van kernmateriaal.
Aangezien dit de eerste ontmoeting was sinds de aanslagen van 11 september 2001, zijn de gedachtewisselingen in de eerste plaats uitgegaan naar de veiligheidsmaatregelen getroffen als gevolg van deze gebeurtenissen.
En ce qui concerne la lettre du 9 janvier 2004 envoyée par les autorités américaines suite à cette visite, il
faut noter tout d’abord que la délégation américaine a
retiré de sa visite une impression largement positive,
puisqu’elle écrit : « We were impressed by the enhanced security awareness displayed at both the Federal
and site levels. » (traduction : « Nous avons été impressionnés par l’attention accrue consacrée à la sécurité
aux niveaux des autorités fédérales et des sites. »).
Wat de brief van 9 januari 2004 betreft, verzonden
door de Amerikaanse autoriteiten na afloop van dit
bezoek, moet vooreerst worden opgemerkt dat de
Amerikaanse delegatie grotendeels een positieve
indruk heeft overgehouden van dit bezoek, aangezien
zij schrijft : « We were impressed by the enhanced security awareness displayed at both the Federal and site
levels. » (vertaling : « Wij waren onder de indruk van
de verhoogde waakzaamheid voor de veiligheid zowel
bij de federale, als bij de site-verantwoordelijken. »)
En raison des différences incontestables entre les
États-Unis et la Belgique, quelques divergences existent cependant entre nos deux pays. Celles-ci ont été
évoquées par les deux parties tant pendant la visite que
dans le courrier auquel vous faites référence. Ces
divergences sont essentiellement liées au niveau de la
menace terroriste, à la configuration du pays (une installation nucléaire aux États-Unis peut être éloignée de
plus de 30 km de tout centre habité); à la nature du
programme nucléaire (au contraire de la Belgique, les
États-Unis possèdent des installations d’enrichissement et de retraitement); et au degré d’acceptation
culturelle des armes.
Wegens de ontegensprekelijke verschilpunten tussen
de VSA en België, zijn er ongetwijfeld ook enkele verschillende zienswijzen tussen onze beide landen. Deze
kwamen aan bod zowel tijdens het bezoek, als in het
schrijven waarnaar het geachte lid refereert. Deze verschillen hebben hoofdzakelijk te maken met de aanpak
van de terroristische dreiging, met de geografische verschillen (een nucleaire installatie in de VSA kan afgelegen, op meer dan 30 km van elk bevolkingscentrum,
worden ingeplant); met de aard van de aanwezige
nucleaireinstallaties (de VSA beschikken over verrijkings- en opwerkingsinstallaties); en met de mate
waarin vuurwapens cultureel worden aanvaard.
Il en résulte que les autorités américaines compétentes prônent principalement la présence permanente
d’agents armés sur la quasi-totalité des sites nucléaires
tandis qu’en Belgique, compte tenu de nos spécificités
nationales et du niveau de la menace, nous privilégions
la conclusion de conventions entre les responsables des
sites nucléaires et les services de police localisés à
proximité afin de réduire leur délai d’intervention au
Terwijl de bevoegde Amerikaanse autoriteiten de
voorkeur geven aan de permanente aanwezigheid van
gewapende wachten op hun nucleaire sites, wordt in
België, rekening houdend met de specifieke kenmerken
van ons nationaal veiligheidsbeleid, de voorkeur gegeven aan het sluiten van convenanten tussen de verantwoordelijken van de nucleaire sites en de lokale politiediensten, teneinde de interventietijd van politie-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10671
minimum. C’est dans ce sens qu’il fut répondu au
courrier américain.
agenten tot een minimum te beperken. Het is in deze
zin dat er werd geantwoord op de brief vanwege de
Amerikaanse autoriteiten.
DO 2004200502704
DO 2004200502704
Question no 441 de Mme Muriel Gerkens du
23 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre
et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 441 van mevrouw Muriel Gerkens van
23 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Matériaux nucléaires détectés dans les déchets classiques ou des matières premières issues d’une filière de
recyclage.
Kernmateriaal dat aangetroffen wordt tussen gewoon
afval of tussen grondstoffen uit een recyclagecircuit.
De temps en temps, des matériaux nucléaires sont
retrouvés dans des déchets classiques ou des matières
premières issues d’une filière de recyclage. Je pense
notamment à des ferrailles utilisées dans des hauts
fourneaux.
Af en toe wordt er kernmateriaal aangetroffen tussen gewoon afval of tussen grondstoffen uit een recyclagecircuit. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan schroot
dat gebruikt wordt in hoogovens.
1. Combien de fois des matériaux nucléaires ont-ils
été détectés dans les déchets classiques ou des matières
issues d’une filière de recyclage depuis 1999 (chiffres
par an) ?
1. Hoe vaak werd er sinds 1999 kernmateriaal aangetroffen tussen gewoon afval of tussen grondstoffen
uit een recyclagecircuit (cijfers uitgesplitst per jaar) ?
2. Quelles mesures ont-elles été prises pour répondre à cette problématique ?
2. Welke maatregelen werden er getroffen om dat te
verhelpen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de
l’Intérieur du 16 février 2005, à la question no 441 de
Mme Muriel Gerkens du 23 novembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Binnenlandse Zaken van 16 februari 2005, op de
vraag nr. 441 van mevrouw Muriel Gerkens van
23 november 2004 (Fr.) :
Il arrive que des matériaux radioactifs soient retrouvés dans la ferraille ou des déchets classiques : ces
détections s’effectuent le plus souvent à l’aide de portiques de détection de matières radioactives installés à
l’entrée des sites d’entreprise de récupération et de traitement de la ferraille ou d’entreprises de traitement de
déchets. Dans l’immense majorité des cas, ces matériaux ne sont pas issus de l’industrie nucléaire mais
proviennent, par exemple, de paratonnerres ou
d’appareils industriels usagés, d’anciens cadrans phosphorescents, de déchets hospitaliers, etc. Il est donc
préférable d’utiliser le terme de « matière radioactive »
plutôt que de « matériaux nucléaires ».
Radioactief materiaal wordt soms aangetroffen bij
het schroot of bij klassieke afvalstoffen : zulke vaststellingen gebeuren het vaakst met behulp van meetpoorten voor de detectie van radioactief materiaal, die opgesteld staan aan de ingang van bedrijfssites waar
schroot wordt herwonnen en verwerkt of waar afvalstoffen worden verwerkt. In het merendeel van de
gevallen is dit materiaal niet afkomstig van de kernindustrie maar van, bijvoorbeeld, bliksemafleiders, afgedankte industriële toestellen, zoals oude lichtgevende
wijzerplaten, ziekenhuisafval, enzovoort. Het is
daarom te verkiezen om te spreken van « radioactief
materiaal » in plaats van « nucleair materiaal ».
1. En 2003, l’Agence fédérale de contrôle nucléaire
(AFCN) a enregistré 39 cas de détections de matière
radioactive; en 2004 (les 10 premiers mois), 30 cas. Ces
chiffres sont certainement en-dessous de la réalité car
certains exploitants d’entreprises des secteurs concernés ne notifient pas systématiquement la détection de
matière radioactive sur leur site auprès de l’agence. Il
n’y a pas de chiffres disponibles pour la période avant
l’opérationnalisation de l’Agence le 1er septembre
2001.
1. In 2003 heeft het Federaal Agentschap voor
nucleaire controle (FANC) 39 meldingen ontvangen
van de detectie van radioactief materiaal; in 2004
(eerste 10 maanden) 30 meldingen. Deze cijfers liggen
zeker lager dan het aantal reële vaststellingen omdat
bepaalde exploitanten uit de betrokken sectoren niet
systematisch elke detectie van radioactief materiaal op
hun site aan het agentschap melden. Er zijn geen cijfers
beschikbaar voor de periode vóór de operationalisering van het agentschap op 1 september 2001.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10672
2. L’Agence fédérale de contrôle nucléaire développe une approche générale de cette problématique
en concertation avec les régions et les fédérations
professionnelles des secteurs concernés. Le but de cette
approche est, premièrement, de réduire le risque de
dispersion de matière radioactive dans l’environnement d’une manière illégale et incontrôlée. Deuxièmement, il s’agit de faire en sorte que tous les exploitants
des secteurs concernés soient traités sur pied d’égalité
en définissant une procédure uniforme que l’exploitant
doit suivre en cas de détection de matières radioactives. L’approche de l’AFCN présente deux volets :
— d’une part, il s’agit d’identifier les secteurs et entreprises où existe un risque réel de détection de
matières radioactives. La question de savoir où et
comment imposer un contrôle systématique de la
radioactivité dans les secteurs concernés est étudiée
par l’AFCN en concertation avec les régions et les
diverses fédérations professionnelles. Il est à noter
que le nombre de portiques de détection installés
en Belgique augmente de plus de plus, ce qui
démontre qu’il existe une prise de conscience réelle
dans les secteurs concernés.
— d’autre part, l’AFCN a rédigé des instructions relatives à l’utilisation des portiques de détection de
radioactivité qui seront bientôt publiées au Moniteur belge. Ces instructions décrivent la marche à
suivre par l’exploitant d’une entreprise de gestion
de déchets classiques ou de traitement de la
ferraille lorsque des matières radioactives sont
détectées sur son site :
i) elles fournissent différents seuils permettant de
déterminer la gravité de la détection;
ii) elles décrivent les mesures de radioprotection à
prendre par le personnel de l’exploitation en
cas d’intervention;
iii) elles énumèrent les informations que
l’exploitant doit transmettre à l’AFCN en cas
de détection.
Par ailleurs, l’AFCN agit aussi de manière préventive et correctrice pour éviter que des déchets radioactifs se retrouvent dans le circuit de la ferraille ou des
déchets classiques :
— d’un point de vue préventif, l’AFCN planifie des
campagnes d’inspection pro-active dans les établissements utilisant des matières radioactives, notamment dans le secteur hospitalier, avec une attention
particulière à la gestion des déchets radioactifs :
contrôle des procédures de gestion des déchets
radioactifs, contrôle des mesures de libération de
déchets, etc.;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2. Het Federaal Agentschap voor nucleaire controle
ontwikkelt een algemene aanpak voor deze problematiek in overleg met de gewesten en de beroepsfederaties
van de betrokken sectoren. Het doel van deze aanpak
is, in de eerste plaats, het terugdringen van het risico
op de illegale en ongecontroleerde verspreiding van
radioactief materiaal in het leefmilieu. In de tweede
plaats gaat het erom ervoor te zorgen dat alle exploitanten van de betrokken sectoren op voet van gelijkheid worden behandeld door een uniforme procedure
te definiëren die de exploitant dient na te leven in geval
van opsporing van radioactief materiaal. De aanpak
van het FANC omvat twee luiken :
— enerzijds gaat het om het identificeren van de
sectoren en de bedrijven waar er een reëel risico
bestaat op de aanwezigheid van radioactief materiaal. Waar en hoe een systematische controle op
de radioactiviteit in de betrokken sectoren moet
worden opgelegd, is een kwestie die door het
FANC bestudeerd wordt in overleg met de gewesten en de diverse beroepsfederaties. Het aantal in
België geı̈nstalleerde meetpoorten neemt hoe
langer hoe meer toe, wat aantoont dat er zich een
reële bewustwording voordoet in de betrokken
sectoren.
— anderzijds heeft het FANC instructies opgesteld
met betrekking tot het gebruik van meetpoorten
voor de detectie van radioactiviteit, die weldra in
het Belgisch Staatsblad zullen worden bekendgemaakt. Deze instructies beschrijven de stappen die
de exploitant van een bedrijf voor het beheer van
klassieke afvalstoffen of voor de verwerking van
schroot moet nemen wanneer er radioactief materiaal op zijn site wordt gedetecteerd :
i) ze omvatten verschillende drempels voor de
bepaling van de ernst van de detectie;
ii) ze beschrijven de maatregelen inzake stralingsbescherming die door het personeel van het
bedrijf moeten worden ondernomen in geval
van een interventie;
iii) ze geven een opsomming van de informatie die
de exploitant, in geval van een detectie, aan het
FANC dient over te maken.
Bovendien handelt het FANC ook op preventieve en
corrigerende wijze om te voorkomen dat radioactieve
afvalstoffen terecht komen in het circuit van het
schroot of het klassieke afval :
— vanuit een voorkomingsbeleid plant het FANC
pro-actieve inspectiecampagnes in de inrichtingen
waar radioactief materiaal wordt aangewend, met
name in de ziekenhuissector, waarbij bijzondere
aandacht uitgaat naar de controle op het beheer
van de radioactieve afvalstoffen, de toegepaste
beheersprocedures, de maatregelen voor de vrijgave van afval, enzovoort;
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10673
— pour éviter toute répétition, lorsque l’AFCN est
notifiée de la détection de matière radioactive et
que cette matière provient d’un établissement
classé, un suivi administratif est systématiquement
effectué par l’AFCN. Le cas échéant, une inspection sera effectuée dans l’établissement fautif.
— om herhaling te voorkomen zal het FANC, nadat
het op de hoogte werd gebracht van de detectie van
radioactief materiaal en van de mogelijke
herkomst ervan uit een ingedeelde inrichting, het
incident systematisch administratief opvolgen. Zo
nodig zal er een inspectie worden uitgevoerd in het
bedrijf dat aan de oorsprong ligt van het incident.
DO 2004200502809
DO 2004200502809
Question no 449 de M. Hagen Goyvaerts du 6 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre
de l’Intérieur :
Vraag nr. 449 van de heer Hagen Goyvaerts van
6 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken :
Contrôle des ferrailleurs. — Présence de substances
radioactives.
Controle op schroothandelaars. — Aanwezigheid van
radioactieve stoffen.
Lors d’un contrôle récent effectué auprès de
27 ferrailleurs en Flandre orientale, il s’est avéré que la
plupart d’entre eux ne respectent pas rigoureusement
les dispositions de la législation en matière d’environnement. Il semblerait que des substances/déchets
radioactifs aient été découverts chez la grande majorité
des ferrailleurs.
Tijdens een recente controle bij 27 Oost-Vlaamse
schroothandelaars is gebleken dat de meesten het niet
zo nauw nemen met de toepassing van de milieuwetgeving. Naar verluidt werd er bij het overgrote deel van
de schroothandelaars radioactief afval/materiaal
gevonden.
1. Pouvez-vous confirmer ces informations ?
1. Kunt u bovenvermelde gegevens bevestigen ?
2.
a) Des données chiffrées récentes relatives au contrôle
des ferrailleurs sont-elles disponibles pour les
autres provinces ?
2.
a) Zijn er recente cijfers voor de controle van
schroothandelaars voor de andere provincies
beschikbaar ?
b) Dans l’affirmative, pouvez-vous fournir ces
données ?
b) Zo ja, kunt u deze meedelen ?
3. Chez combien de ferrailleurs en Flandre orientale
ont été découvertes des sources de radioactivité ?
3. Bij hoeveel schroothandelaars in OostVlaanderen werden radioactieve bronnen aangetroffen ?
4. Chez combien de ferrailleurs dans les autres
provinces ont été découvertes des sources de radioactivité ?
4. Bij hoeveel schroothandelaars in de andere provincies werden radioactieve bronnen aangetroffen ?
5. Quels types de sources ont été découvertes ?
5. Welke types van bronnen werden aangetroffen ?
6.
a) Ces sources avaient-elles fait l’objet d’un enregistrement auprès de l’Agence fédérale de contrôle
nucléaire (AFCN) ?
6.
a) Waren de gevonden bronnen geregistreerd bij het
Federaal Agentschap voor nucleaire controle
(FANC) ?
b) Dans l’affirmative, combien de sources étaient
connues de l’AFCN ?
b) Zo ja, hoeveel bronnen waren er bij het FANC
gekend ?
7. Combien de procès-verbaux ont été dressés en
raison de la présence illégale de sources de radioactivité ?
7. Hoeveel processen-verbaal voor illegale bronnen
werden er opgesteld ?
8. Y a-t-il eu à un quelconque moment un risque
d’irradiation pour les travailleurs des entreprises
concernées ?
8. Is er op enig moment een stralingsrisico geweest
voor de werknemers van de betrokken bedrijven ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10674
Réponse du vice-premier ministre et ministre de
l’Intérieur du 16 février 2005, à la question no 449 de
M. Hagen Goyvaerts du 6 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Binnenlandse Zaken van 16 februari 2005, op de
vraag nr. 449 van de heer Hagen Goyvaerts van
6 december 2004 (N.) :
1. Une enquête « intégrée, proactive et multidisciplinaire » a été menée en 2003 et 2004 sur le territoire
des trois arrondissements judiciaires (Gand,
Termonde et Oudenaarde) de la Province de Flandre
orientale en vue de contrôler le respect de la législation
environnementale et de la réglementation en matière
de radioprotection dans le secteur de la ferraille. Dans
le cadre de cette campagne, 27 entreprises de ferraille
non ferreuse ont été contrôlées et des matières radioactives ont été retrouvées sur deux de ces sites.
L’affirmation de l’honorable membre selon laquelle
« ... des déchets/matériaux radioactifs ont été trouvés
chez la majorité des ferrailleurs » (traduction) ne
correspond donc pas à la réalité.
1. In de loop van 2003 en 2004 werd een
« geı̈ntegreerd, proactief en multidisciplinair onderzoek » uitgevoerd op het grondgebied van de drie
gerechtelijke arrondissementen (Gent, Dendermonde
en Oudenaarde) van de provincie Oost-Vlaanderen,
waarbij de naleving van de milieuwetgeving en de
regelgeving op de stralingsbescherming, werd nagegaan in de schrootsector. Tijdens deze campagne
werden 27 non-ferro schrootbedrijven gecontroleerd,
waarbij op 2 sites radioactieve materialen werden aangetroffen. De bewering van het geachte lid alsof er
« ... bij het overgrote deel van de schroothandelaars
radioactief afval/materiaal gevonden [werd] », strookt
bijgevolg niet met de werkelijkheid.
2. Aucune action comparable n’a, à ce jour, été
menée dans d’autres provinces. Par conséquent,
aucune donnée similaire n’est disponible quant à la
présence éventuelle de matières radioactives chez les
ferrailleurs.
2. In de andere provincies werden er tot op heden
geen vergelijkbare acties uitgevoerd, zodat er geen vergelijkbare data voorhanden zijn over het eventuele
voorkomen van radioactief materiaal bij schroothandelaars.
3. Comme indiqué ci-avant, des matières radioactives ont été découvertes lors des actions de contrôle
menées au sein de deux entreprises. Dans le premier
cas, il s’agissait d’une source de rayonnement détectée
à l’arrivée d’un chargement par le portique de détection dont est équipée l’entreprise. La source avait été
isolée du chargement et entreposée dans un local fermé
hors d’atteinte du personnel. Dans le second cas, un
lot composé de 110 boı̂tes fermées contenant des
instruments de mesure a été découvert dans le magasin
de l’entreprise. Celui-ci avait provoqué une légère
hausse de la radioactivité naturelle dans les environs
immédiats.
3. Zoals hoger vermeld werd bij er de controleactie
in twee bedrijven radioactief materiaal aangetroffen.
Bij het eerste bedrijf betrof het een stralingsbron die in
de aanvoer gedetecteerd was door de meetpoort waarmee het bedrijf is uitgerust, die afgezonderd werd uit
de aangevoerde lading en opgeborgen in een afgesloten
lokaal, buiten het bereik van het personeel. In het
tweede bedrijf werd in een magazijn een lot aangetroffen bestaande uit 110 ongeopende dozen met meetinstrumenten, die in de onmiddellijke nabijheid tot een
lichte verhoging van het achtergrondstraling aanleiding gaf.
4. Aucune donnée n’est disponible pour les autres
provinces.
4. Voor de andere provincies zijn er geen gegevens
beschikbaar.
5. Dans le cas de l’entreprise équipée d’un portique
de détection, il s’agissait d’une source de cesium-137
contenue dans son container de protection. L’activité
de la source s’élevait à 200 MBq (mégabecquerel). La
source provoquait dans un rayon d’un mètre une
augmentation du débit de rayonnement dix fois supérieur au débit de rayonnement naturel. Un organisme
agréé s’est rendu sur les lieux pour caractériser la
source et l’emballer en vue de son évacuation par
l’ONDRAF. Cette opération a entre-temps été effectuée.
5. In het bedrijf uitgerust met een meetpoort ging
het om een cesium-137 bron in zijn beschermende
container. De bronactiviteit bedroeg 200 MBq (megabecquerel). Op een afstand van één meter gaf de bron
aanleiding tot een verhoogd stralingsdebiet dat tienmaal boven de natuurlijke achtergrondstraling lag.
Een erkende instelling is ter plaatse geweest om de
bron te karakteriseren en in te pakken voor afvoer via
NIRAS, wat inmiddels ook is gebeurd.
Le second cas concernait un lot d’instruments de
mesure munis d’un système de graduation et/ou
d’aiguilles luminescents au radium. Une inspection
complète a ensuite été effectuée à l’aide d’un appareil
de mesure sur l’ensemble du site de l’entreprise, tant
sur le lieu de stockage que sur les terrains inoccupés
In het andere bedrijf betrof het een lot meetinstrumenten voorzien van een radiumhoudende lichtgevende schaalindeling en/of wijzers. Er werd vervolgens
een volledige inspectie met meetapparatuur uitgevoerd
op de gehele site van het bedrijf, zowel in de opslagplaats als op de braakliggende terreinen er omheen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10675
environnants. Sur le lieu de stockage, une gamme
complète d’instruments de mesure munis d’un système
de graduation ou d’aiguilles luminescents au radium
ont été retrouvés éparpillés parmi d’autres types
d’instruments de mesure. Il s’agissait à chaque fois
d’un ou deux petits appareils qui ne présentaient une
hausse du niveau de rayonnement qu’au contact.
Aucune augmentation du niveau de rayonnement n’a
été constatée sur les terrains jouxtant le lieu de
stockage. Un inventaire complet des matériaux trouvés
a été établi par un organisme agréé et l’évacuation a
été effectuée par une entreprise spécialisée et agréée.
Daarbij werd in verscheidene rekken in de opslagplaats, verspreid tussen andere types van meetinstrumenten, een gans gamma aangetroffen van meetinstrumenten met radiumhoudende lichtgevende schaalindeling of wijzers. Het betrof hier telkens één of twee toestelletjes, zodat enkel in contact een verhoging van het
stralingsniveau werd vastgesteld. Op de terreinen rond
de opslagplaats werd geen verhoogd stralingsniveau
vastgesteld. Een volledige inventaris van het aangetroffen materiaal werd opgemaakt door een erkende instelling en alles werd afgevoerd via een gespecialiseerd
en vergund bedrijf.
6. Les sources trouvées n’avaient pas été enregistrées auprès de l’AFCN.
6. De gevonden bronnen waren niet geregistreerd
bij het FANC.
7. Un procès-verbal sanctionnant la présence de
matières radioactives a été établi à l’encontre de l’entreprise où ont été découverts les appareils de mesure.
7. Één proces-verbaal in verband met de aanwezigheid van radioactieve stoffen werd opgemaakt, namelijk voor het bedrijf waar de meetinstrumenten werden
aangetroffen.
8. Étant donné qu’après la détection de la source de
cesium-137 par le portique, le responsable du site a
procédé à son stockage immédiat dans un local isolé et
non accessible aux travailleurs, les travailleurs n’ont à
aucun moment été exposés au danger des rayonnements. Toute l’opération, depuis la détection de la
source dans le chargement jusqu’à son stockage dans
un local isolé, a été effectuée par le responsable à l’aide
des appareils de mesure indispensables et dans le respect des consignes nécessaires en matière de radioprotection.
8. Gezien de cesium-137 bron onmiddellijk na
detectie aan de meetpoort door de verantwoordelijke
voor de site in een afgezonderd, niet voor de werknemers toegankelijk lokaal werd opgeslagen, was er op
geen enkel ogenblik enig stralingsrisico voor de werknemers. De verantwoordelijke voerde de hele operatie
van opsporing van de bron in de lading tot aan de opslag in het afgelegen lokaal, uit met behulp van de
noodzakelijke meetapparatuur en met inachtname van
de nodige stralingsbeschermingvoorschriften.
Puisque le niveau de rayonnement n’a faiblement
augmenté qu’aux alentours directs des instruments de
mesure radioactifs détectés et que les travailleurs ne se
sont retrouvés que sporadiquement et pendant peu de
temps dans ces parages immédiats, les doses reçues
sont inférieures à celles qui résultent des fluctuations
de la radioactivité naturelle.
Gelet op het feit dat het stralingsniveau enkel in de
onmiddellijke omgeving van de opgespoorde radioactieve meetinstrumenten lichtjes verhoogd was en het
feit dat de werknemers zich slechts sporadisch en
gedurende korte tijd in de onmiddellijke omgeving
bevonden hebben, zijn de opgelopen doses kleiner dan
deze te wijten aan de schommelingen in de natuurlijke
achtergrondstraling.
DO 2004200502900
DO 2004200502900
Question no 463 de M. Melchior Wathelet du
16 décembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre
et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 463 van de heer Melchior Wathelet van
16 december 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Brigades canines des zones de police locales. —
Recours au Service vétérinaire de la police fédérale.
— Protocole.
Hondenbrigades van de lokale politiezones. — Samenwerking met de Veterinaire Dienst van de federale
politie. — Protocol.
Il existe un protocole qui permet aux brigades canines des zones de police locales du Royaume d’avoir
recours, pour les soins et le suivi de leurs chiens, au
Service vétérinaire de la police fédérale.
Voor de verzorging en de begeleiding van hun
honden kunnen de hondenbrigades van de lokale politiezones van het Koninkrijk een beroep doen op de
Veterinaire Dienst van de federale politie. Die samenwerking is vastgelegd in een protocol.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10676
L’intérêt pour les brigades canines des zones de
police locales est évident : pouvoir bénéficier de tarifs
pour le suivi et les soins nettement inférieurs à ceux
pratiqués par les vétérinaires civils, pour un service
équivalent.
Het voordeel voor de hondenbrigades van de lokale
politiezones is overduidelijk : de kwaliteit van de
dienstverlening is gelijkaardig en de tarieven liggen een
stuk lager dan bij een gewone dierenarts.
Selon mes informations, peu de brigades canines de
nos zones de police locales ont signé ce protocole, et la
plupart d’entre elles continuent à avoir recours à des
vétérinaires civils.
Volgens de gegevens waarover ik beschik, hebben
weinig lokale politiezones het protocol ondertekend en
doet het merendeel nog steeds een beroep op gewone
dierenartsen.
1. Combien de zones de police locales du Royaume
ont, à l’heure actuelle, signé le protocole en question et
combien y ont eu pratiquement recours en 2004 ?
1. Hoeveel lokale politiezones van het Koninkrijk
hebben op dit ogenblik het protocol ondertekend en
hoeveel hebben er in 2004 ook echt een beroep op
gedaan ?
2. Pourriez-vous communiquer si les zones de
police locales qui ont signé le protocole ont imposé au
personnel des brigades canines, depuis sa signature,
d’avoir exclusivement recours au Service vétérinaire de
la police fédérale pour les soins et le suivi de leurs
chiens ou leur permettent également de solliciter des
vétérinaires civils, et pourquoi ?
2. Kan u meedelen of de lokale politiezones, sinds
zij het protocol hebben ondertekend, het personeel van
de hondenbrigades hebben verplicht voor de verzorging en de begeleiding van hun honden uitsluitend op
de Veterinaire Dienst van de federale politie een
beroep te doen, dan wel of zij hen toelaten ook
gewone dierenartsen te raadplegen ? Welke zijn de
beweegredenen hiervoor ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de
l’Intérieur du 16 février 2005, à la question no 463 de
M. Melchior Wathelet du 16 décembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Binnenlandse Zaken van 16 februari 2005, op de
vraag nr. 463 van de heer Melchior Wathelet van
16 december 2004 (Fr.) :
L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse à
ses questions.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op
zijn vragen.
1. Fin 2004, neuf zones de police ont adhéré protocole d’accord géré par la police fédérale, à savoir :
1. Tot december 2004 hebben negen zones het door
de federale politie beheerde protocolakkoord ondertekend, namelijk :
Zone
ZP
ZP
ZP
ZP
ZP
ZP
ZP
ZP
ZP
5275
5286
5297
5303
5323
5323
5339
5340
5414
Ottignies ......................
Hesbaye .......................
Arlon ...........................
Namur .........................
Comines-Warneton ......
Collines .......................
Bruxelles-Ixelles ...........
Bruxelles ouest .............
Leeuw-Saint-Pierre .......
Nombre de visites
Zone
04
02
02
09
01
03
24
05
01
PZ
PZ
PZ
PZ
PZ
PZ
PZ
PZ
PZ
5275
5286
5297
5303
5323
5323
5339
5340
5414
Aantal visites
Ottignies ......................
Hesbaye .......................
Aarlen ..........................
Namen .........................
Komen-Waasten ..........
Collines .......................
Brussel-Elsene ..............
Brussel-West ................
Sint-Pieters-Leeuw .......
04
02
02
09
01
03
24
05
01
Durant la période du 1er janvier 2004 au 30 avril
2004, les chiens appartenant aux zones n’ayant pas
encore signé le protocole, ont cependant été examinés
pour donner la possibilité à ces zones d’évaluer la
qualité du service rendu.
Tussen 1 januari 2004 en 30 april 2004 werden de
honden uit de zones die het protocol nog niet hadden
ondertekend evenwel onderzocht met als doel die
zones de mogelijkheid te geven de dienstverlening te
kunnen toetsen.
Je tiens à insister sur le fait que les zones restent
entièrement libres d’adhérer ou non au protocole.
Ik houd eraan te benadrukken dat het de zones
absoluut vrijstaat al dan niet tot het protocol toe te
treden.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10677
Outre l’avantage financier l’aspect suivit et contrôle
de la situation des chiens reconnus comme « agréés »
par les différentes zones, n’est pas à négliger.
Buiten het financieel voordeel, is het aspect van de
opvolging en de controle van de toestand van de door
de zones als « erkend » verklaarde honden niet te onderschatten.
2. Aucune donnée concernant cette question n’est
connue.
2. Over deze vraag zijn mij geen gegevens bekend.
DO 2004200502888
DO 2004200502888
Question no 482 de M. Roel Deseyn du 13 janvier 2005
(N.) au vice-premier ministre et ministre de
l’Intérieur :
Vraag nr. 482 van de heer Roel Deseyn van 13 januari
2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister
van Binnenlandse Zaken :
Problèmes liés au transfert
d’immatriculation à l’époux(se).
plaque
Problemen bij de overdracht van een nummerplaat aan
de echtgeno(o)t(e).
Il apparaı̂t que la cession d’une voiture d’un époux à
l’autre ne se déroule pas sans difficultés. La DIV
(Direction pour l’Immatriculation des Véhicules)
demande semble-t-il au citoyen un extrait de l’acte de
mariage, alors qu’on peut lire sur le site http ://
www.mobilit.fgov.be que la preuve du mariage, de la
cohabitation légale, de la filiation, de l’adoption légale
ou du décès est fournie par l’administration communale et, le cas échéant, l’accord écrit de celui ou celle
qui cède sa plaque à l’autre conjoint. Réponse de vos
services lorsque nous les avons interrogés à ce sujet :
« D’après les informations fournies par le collaborateur de la DIV, toute personne traitant les dossiers a
accès au Registre national mais elle ne peut en déduire
la composition du ménage. Le nom de l’époux(se) est
effectivement mentionné dans le Registre national,
mais l’application utilisée par la DIV ne permet apparemment pas de lire la composition du ménage. Cette
situation nous paraı̂t absurde et nous comptons
l’aborder dans le cadre d’une concertation avec la
DIV ».
Bij de overdracht van een auto aan de echtgeno(o)t(e) blijkt er nogal wat mis te lopen. De DIV
(Dienst voor de Inschrijving van Voertuigen) vraagt de
burger blijkbaar een uittreksel van de huwelijksakte.
Nochtans staat er te lezen op http ://
www.mobilit.fgov.be : « ... wordt het bewijs van het
huwelijk, de wettelijke samenwoning, de afstamming,
de wettelijke adoptie of het overlijden geleverd door
de gemeentelijke overheid en in gebeurlijk geval het
geschreven akkoord van hem of haar die de plaat aan
de andere partner afstaat ». Antwoord van uw diensten
wanneer we hen met deze problematiek confronteren :
« Volgens de informatie die de DIV-medewerker mij
gaf, heeft iedereen die dossiers behandelt wel degelijk
toegang tot het Rijksregister, maar dat zij daar de
gezinssamenstelling niet uit kunnen opmaken. Nu is
het een feit dat de naam van de echtgeno(o)t(e) wel
vermeld wordt in het Rijksregister, maar blijkbaar is
de applicatie die de DIV gebruikt niet aangepast om de
gezinssamenstelling te lezen. Nu lijkt dit ons een
absurde situatie en we zullen dit feit ook meenemen
naar het overleg bij de DIV. ».
d’une
1. Comment expliquez-vous cette anomalie ?
1. Hoe verklaart u deze anomalie ?
2. Combien de personnes ont-elles déjà recouru à la
possibilité
de
transférer
une
plaque
d’immatriculation ?
3. Quand cette situation sera-t-elle tirée au clair ?
2. Hoeveel mensen hebben al gebruik gemaakt van
de mogelijkheid tot overdragen van een nummerplaat ?
3. Wanneer zal deze situatie opgelost zijn ?
4. Je suppose que d’autres attestations sont nécessaires lors de contacts avec les autorités. Je pense par
exemple à un acte de décès.
4. Ik kan me voorstellen dat ook andere bewijzen
nodig zijn bij contacten bij de overheid. Ik denk
bijvoorbeeld aan een overlijdensakte.
D’une manière plus générale, quels services n’ont
pas encore accès au Registre national dans la pratique,
alors qu’ils vous en ont déjà fait la demande ?
Algemeen : welke diensten die hierom reeds een verzoek tot u hebben gericht, hebben in de praktijk nog
geen toegang tot het Rijksregister ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1349
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10678
Réponse du vice-premier ministre et ministre de
l’Intérieur du 17 février 2005, à la question no 482 de
M. Roel Deseyn du 13 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Binnenlandse Zaken van 17 februari 2005, op de
vraag nr. 482 van de heer Roel Deseyn van 13 januari
2005 (N.) :
En réponse à la dernière partie de sa question, je
prie l’honorable membre de trouver ci-après les
éléments de réponse concernant l’accès au Registre
national des personnes physiques.
In antwoord op het laatste deel van zijn vraag, vindt
het geachte lid hieronder de antwoorden betreffende
de toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke
personen.
En vertu de l’article 1er, alinéa 2, 2o, de l’arrêté
royal du 11 novembre 2001 autorisant l’accès de
certains fonctionnaires et agents du service public fédéral Mobilité et Transports au Registre national des
personnes physiques, la Direction pour l’immatriculation des véhicules (DIV), qui relève de la direction
générale Mobilité et Sécurité routière, est autorisée à
accéder aux informations visées à l’article 3, alinéa 1er,
1 o à 9o, de la loi du 8 août 1983 organisant un Registre
national des personnes physiques, à savoir les informations relatives aux nom et prénoms, lieu et date de
naissance, sexe, nationalité, résidence principale, lieu
et date du décès, profession, état civil et composition
de ménage.
Krachtens artikel 1, tweede lid, 2o, van het koninklijk besluit van 11 november 2002 waarbij aan
sommige ambtenaren en beambten van de federale
overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer toegang wordt
verleend tot het Rijksregister der natuurlijke personen,
is de Dienst voor inschrijving van de Voertuigen
(DIV), die afhangt van het directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid, gemachtigd toegang te
hebben tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3,
eerste lid, 1o tot 9o, van de wet van 8 augustus 1983 tot
regeling van een Rijksregister van de natuurlijke
personen, namelijk de informatiegegevens betreffende
de naam en voornamen, geboorteplaats en -datum,
geslacht, nationaliteit, hoofdverblijfplaats, plaats en
datum van overlijden, beroep, burgerlijke staat en
samenstelling van het gezin.
La DIV est donc autorisée à accéder à l’information
relative à la composition du ménage d’une personne
physique, en ce compris l’identité de l’époux(se).
De DIV is dus gemachtigd toegang te hebben tot het
informatiegegeven betreffende de samenstelling van
het gezin van een natuurlijke persoon, met inbegrip
van de identiteit van de echtgenoot(-ote).
Cependant, après examen auprès des services du
Registre national, il apparaı̂t que la DIV utilise actuellement une transaction de connexion au Registre
national qui ne lui permet effectivement pas d’accéder
à la donnée relative à la composition de ménage. Il
convient dès lors que la DIV s’adresse au Registre
national et qu’elle modifie ainsi son mode de connexion informatique.
Na onderzoek bij de diensten van het Rijksregister,
blijkt echter dat de DIV thans een transactie voor aansluiting bij het Rijksregister gebruikt die hem inderdaad niet de mogelijkheid geeft toegang te hebben tot
het gegeven betreffende de samenstelling van het gezin.
De DIV moet zich derhalve wenden tot het Rijksregister om zijn computeraansluiting aldus te laten wijzigen.
Si la DIV souhaite en outre accéder à l’information
relative à la cohabitation légale (cf. l’article 3, alinéa 1er, 13o, de la loi précitée, du 8 août 1983), je l’invite
à adresser sa demande auprès de la Commission de la
protection de la vie privée qui, en attendant la constitution du Comité sectoriel Registre national, statue sur
les demandes d’accès aux informations du Registre
national.
Als de DIV bovendien toegang wenst te hebben tot
het informatiegegeven betreffende de wettelijke
samenwoning (cf. artikel 3, eerste lid, 13o, van de
voormelde wet van 8 augustus 1983), verzoek ik hem
zijn aanvraag te richten aan de Commissie voor de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer die, in
afwachting van de oprichting van het Sectoraal
Comité Rijksregister, uitspraak doet over de aanvragen tot toegang tot de informatiegegevens van het
Rijksregister.
Concernant la question d’ordre plus générale posée
par l’honorable membre sur le nombre de services qui
n’ont pas encore, dans la pratique, accès au Registre
national alors qu’ils en ont déjà fait la demande, je
rappelle qu’à la suite de la modification de la loi du
8 août 1983 organisant un Registre national des
personnes physiques par la loi du 25 mars 2003, l’accès
aux informations du Registre national, leur communication ainsi que l’utilisation du numéro d’identifica-
Wat de door het geachte lid gestelde vraag van meer
algemene aard betreft, over het aantal diensten die in
de praktijk nog geen toegang hebben tot het Rijksregister, terwijl zij dit wel al aangevraagd hebben, herinner ik eraan dat, naar aanleiding van de wijziging van
de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, door de wet van
25 maart 2003, de toegang tot de informatiegegevens
van het Rijksregister, de mededeling ervan, evenals het
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10679
tion dudit registre sont, depuis le 1er janvier 2004,
autorisés par la Commission de la protection de la vie
privée qui statue sur les demandes en attendant,
comme je l’ai déjà signalé ci-avant, la constitution du
Comité sectoriel (cf. l’article 18 de l’arrêté royal du
17 décembre 2003 fixant les modalités relatives à la
composition et au fonctionnement de certains comités
sectoriels institués au sein de la Commission de la
protection de la vie privée).
gebruik van het identificatienummer van dit register,
sinds 1 januari 2004 toegekend worden door de
Commissie voor de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer die uitspraak doet over de aanvragen, in
afwachting, zoals ik hierboven al vermeld heb, van de
oprichting van het Sectoraal Comité (cf. artikel 18 van
het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de
samenstelling en de werking van bepaalde sectorale
comités opgericht binnen de Commissie voor de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer).
La Commission de la protection de la vie privée
dépendant directement de la Chambre des représentants, il n’appartient dès lors plus au Roi ni au ministre de l’Intérieur d’intervenir dans la procédure d’autorisation d’accès au Registre national, celle-ci ne relevant pas de leur compétence.
Aangezien de Commissie voor de bescherming van
de persoonlijke levenssfeer rechtstreeks afhangt van de
Kamer van volksvertegenwoordigers, is het niet meer
de taak van de Koning, noch van de minister van
Binnenlandse Zaken, om tussen te komen in de procedure tot toekenning van de toegang tot het Rijksregister, want deze behoort niet tot hun bevoegdheden.
Ministre de la Défense
Minister van Landsverdediging
DO 2004200503073
DO 2004200503073
Question no 166 de M. Staf Neel du 13 janvier 2005
(N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 166 van de heer Staf Neel van 13 januari
2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Enregistrement d’objets volés et perdus.
Registratie diefstallen en verlies.
Dans un département comptant 42 600 travailleurs,
certains objets disparaissent parfois parce qu’ils sont
volés ou perdus. Il peut s’agir aussi bien d’un ordinateur portable que d’un appareil photographique digital, d’un téléphone portable, etc.
In een departement met 42 600 werknemers verdwijnen soms een aantal zaken, soms door diefstal, soms
door verlies. Dit kan gaan van een laptop, tot digitaal
fototoestel, draagbare telefoon en dergelijke.
1. Une liste des objets volés ou perdus — qui sont la
propriété du département de la Défense nationale —
est-elle dressée ?
1. Wordt er van dit verlies/diefstal — eigendom van
Landsverdediging — een lijst opgemaakt ?
2. Existe-t-il, par exemple, une banque de données
centrale à cet effet ou l’enregistrement est-il effectué
par module ?
2. Bestaat er hiervoor bijvoorbeeld een centrale
databank of wordt dit per module geregistreerd ?
3. S’il existe un registre central ou une banque de
données centrale, qui est en charge du suivi et au sein
de quel service ?
3. Als er een centraal register of databank bestaat,
wie volgt dit gebeuren en waar ?
4. S’il n’existe pas de registre central ou de banque
de données centrale, leur création est-elle envisagée ?
4. Als er geen centraal register of databank bestaat,
overweegt men dit in te stellen ?
Réponse du ministre de la Défense du 17 février
2005, à la question no 166 de M. Staf Neel du 13 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging
van 17 februari 2005, op de vraag nr. 166 van de heer
Staf Neel van 13 januari 2005 (N.) :
L’honorable membre est prié de trouver ci-après la
réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te
willen vinden op de door hem gestelde vragen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10680
Dans un département comprenant 42 600 employés,
des objets disparaissent de temps à autres, parfois à
cause d’un vol, parfois à la suite d’une perte. Il peut
s’agir d’un ordinateur portable, d’un appareil photographique digital, d’un téléphone mobile ou de quelque chose de semblable.
In een departement met 42 600 werknemers verdwijnen soms een aantal zaken, soms door diefstal, soms
door verlies. Dit kan gaan van een laptop, tot digitaal
fototoestel, draagbare telefoon en dergelijke.
Un grand nombre de membres du personnel de la
Défense disposent en prêt à usage, de façon temporaire
ou permanente, d’un certain nombre de ressources
matérielles appartenant à l’État belge.
Een groot aantal personeelsleden van Defensie
beschikt inderdaad tijdelijk of continu in bruikleen
over een aantal materiële middelen, eigendom van de
Belgische Staat.
Des procédures légales et réglementaires sont
prévues en cas de perte, vol ou détérioration.
In het geval van verlies, diefstal of beschadiging
ervan, zijn wettelijke en reglementaire procedures
voorzien.
Chaque cas est traité dans le cadre de ces lois et
règlements de façon individuelle dans la perspective de
l’établissement d’une éventuelle responsabilité personnelle de l’emprunteur.
Ieder geval wordt binnen het kader van de voormelde wetten en reglementen individueel onderzocht
met het oog op een vaststelling van een eventuele
persoonlijke aansprakelijkheid van de bruiklener.
Le cas échéant, le membre du personnel intéressé est
mis en demeure de réparer le dommage.
Zo nodig wordt het betrokken personeelslid in
gebreke gesteld voor de geleden schade.
Tous les dossiers de ce type sont traités à la Défense
par un service central (DGJM-LITIG-CTX) qui prend
également les décisions financières en la matière dans
le cadre des délégations en vigueur à la Défense.
Chaque dossier est enregistré par ce service dans un
système central de gestion des dossiers et, après traitement, est également archivé dans ce service.
Alle dossiers van dit type worden binnen Defensie
behandeld door één centrale dienst (DGJM-LITIGCTX) die ook de financiële beslissingen terzake neemt
binnen het kader van de in Defensie geldende delegatieregeling. Elk dossier wordt door deze dienst geregistreerd in een centraal beheersysteem van dossiers en
wordt er tevens, na afhandeling, gearchiveerd.
DO 2004200503120
DO 2004200503120
Question no 169 de M. Pieter De Crem du 18 janvier
2005 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 169 van de heer Pieter De Crem van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Démantèlement de F-16 au Dépôt de Rocourt.
Ontmanteling van F-16-vliegtuigen in het Depot in
Rocourt.
Dans le cadre de sa politique de réduction constante
de sa flotte de F-16, le département de la Défense a
vainement tenté de vendre une trentaine de ces appareils. Dans un communiqué de presse relatif au projet
de valorisation des F-16 belges stockés, la Défense a
fait part de sa décision de démanteler au Dépôt de
Rocourt les anciens F-16 stockés à Weelde pour vendre
ensuite les pièces détachées.
Door de aanhoudende reductie van de F-16-vloot
door het departement Defensie werd vruchteloos
gepoogd een dertigtal F-16-toestellen te verkopen. In
een persmededeling betreffende het valorisatieproject
voor gestockeerde Belgische F-16’s werd de beslissing
meegedeeld de oudere te Weelde gestockeerde F-16vliegtuigen te ontmantelen in het Depot in Rocourt om
nadien de afgenomen wisselstukken te verkopen.
1. Quelles composantes des F-16 pourraient être
vendues ?
1. Welke onderdelen van de F-16-toestellen komen
precies in aanmerking voor verkoop ?
2. Selon quelle procédure se déroulera cette vente ?
2. Op welke manier zal deze verkoop verlopen ?
3. A quelles fins pourraient être utilisées les composantes qui sont à vendre ?
3. Voor welk doeleinde komen deze te verkopen
onderdelen in aanmerking ?
4. Combien devrait rapporter la vente de ces pièces
détachées ?
4. Wat is de geraamde opbrengst van deze verkoop
van wisselstukken ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10681
5. Que deviendront les pièces de rechange invendues, enregistrées et emballées ?
5. Wat gebeurt er met de niet-verkochte, geregistreerde en verpakte wisselstukken ?
Réponse du ministre de la Défense du 17 février
2005, à la question no 169 de M. Pieter De Crem du
18 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging
van 17 februari 2005, op de vraag nr. 169 van de heer
Pieter De Crem van 18 januari 2005 (N.) :
L’honorable membre est prié de trouver ci-après la
réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te
willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. En principe toutes les pièces de rechange de ces
vieux avions F-16 sont prises en considération pour la
vente, à l’exception d’un nombre limité de pièces qui
seront récupérées et réutilisées au sein de la Défense et
de celles pour lesquelles le « US Department of State »
n’autorise pas la cession à un tiers.
1. In principe komen alle wisselstukken van deze
oudere F-16’s in aanmerking voor verkoop, met uitzondering van een beperkt aantal stukken dat op voorhand gerecupereerd wordt voor gebruik door Defensie
en de stukken waarvoor het « US Department of State »
de overdracht naar een derde partij uitsluit.
2. La vente se fera conformément à la loi
programme du 19 juillet 2001 (titre 7, article 41, chapitre 1). Les pièces de rechange seront proposées à la
vente en lots, suivant une procédure négociée et attribuées au soumissionnaire qui aura introduit l’offre la
plus haute.
2. De verkoop zal gebeuren in overeenstemming
met de programmawet van 19 juli 2001 (titel 7, artikel 41, hoofdstuk 1). De wisselstukken zullen in loten
voor verkoop aangeboden worden volgens de onderhandelingsprocedure en toegewezen worden aan de
hoogst biedende inschrijver.
3. Les pièces sont vendues comme pièces de
rechange, dans l’état dans lequel elles se trouvent.
3. De onderdelen worden als wisselstukken verkocht, in de staat waarin ze zich bevinden.
4. Les recettes seront déterminées par la demande
du marché et l’offre correspondante des candidats
acheteurs au moment où les pièces de rechange seront
disponibles pour la vente. (La liste définitive des pièces
dépend de la réponse à la question 1.)
4. De opbrengst wordt bepaald door de marktvoorwaarden en het overeenkomstige bod van de kandidaat-kopers op het moment dat de wisselstukken ter
beschikking gesteld worden voor verkoop. (De definitieve lijst der stukken is afhankelijk van het antwoord
op vraag 1.)
5. Les pièces de rechange sont vendues en plusieurs
lots. Les pièces qui ne peuvent pas être vendues seront
réutilisées de la manière la plus rentable possible au
sein de la Défense. Les pièces non utilisées par la
Défense seront retirées du patrimoine selon les procédures en vigueur.
5. De wisselstukken worden verkocht in verschillende loten. Onderdelen die niet verkocht kunnen
worden, zullen maximaal op een nuttige en rendabele
manier aangewend worden binnen Defensie. Onderdelen zonder gebruik binnen Defensie zullen volgens
vigerende voorschriften uit het patrimonium verwijderd worden.
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 171 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 171 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal
du 7 novembre 2000 portant création et composition
des organes communs à chaque service public fédéral,
chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk
besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en
samenstelling van de organen die gemeenschappelijk
zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke
FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10682
Réponse du ministre de la Défense du 15 février
2005, à la question no 171 de M. Gerolf Annemans du
20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging
van 15 februari 2005, op de vraag nr. 171 van de heer
Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à
sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te
willen vinden op de door hem gestelde vraag.
1. Le département de la Défense n’est pas un service
public fédéral et n’est pas soumis à l’arrêté royal du
7 novembre 2000 portant création et composition des
organes communs à chaque service public fédéral.
1. Het departement Defensie is geen federale overheidsdienst en is niet onderworpen aan het koninklijk
besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en
samenstelling van de organen die gemeenschappelijk
zijn aan iedere federale overheidsdienst.
2. Le département de la Défense dispose cependant
d’un plan stratégique et d’un plan directeur mis en
place dans un cadre politique et stratégique plus large.
Ces plans sont à la base du plan d’entreprise au sein du
département de la Défense, soumis à l’approbation du
chef de la Défense. Ce plan globalise toutes les actions
du département afin d’atteindre les objectifs repris
dans les plans stratégique et directeur.
2. Het departement Defensie beschikt evenwel over
een strategisch plan en een stuurplan, welke opgesteld
werden in een ruimer politiek en strategisch kader.
Deze plannen liggen aan de basis van het ondernemingsplan binnen het departement Defensie, onderworpen aan de goedkeuring van de chef Defensie. Dit
ondernemingsplan globaliseert alle acties van het
departement, teneinde de objectieven te bereiken die
hernomen werden in het strategisch en het stuurplan.
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 172 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 172 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit
interne au sein des services publics fédéraux (SPF)
précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du
service d’audit interne chargé d’établir une charte
d’audit, un planning des activités d’audit et un
programme concernant le contrôle de qualité et le suivi
des performances. En outre, un comité d’audit doit
veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service
d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne
auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een
planning van de auditactiviteiten en een programma
voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging
opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over
de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à
exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de la Défense du 15 février
2005, à la question no 172 de M. Gerolf Annemans du
20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging
van 15 februari 2005, op de vraag nr. 172 van de heer
Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à
sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te
willen vinden op de door hem gestelde vraag.
1. Le département de la Défense n’est pas un service
public fédéral et n’est pas soumis à l’arrêté royal du
2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des
services publics fédéraux. Il n’y a donc pas de service
d’audit interne ni de comité d’audit comme le prévoit
l’arrêté royal en question.
1. Het departement Defensie is geen federale overheidsdienst en is niet onderworpen aan het koninklijk
besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit
binnen de federale overheidsdiensten. Er bestaat dus
geen interne auditdienst of auditcomité zoals voorzien
in het desbetreffende koninklijk besluit.
2. Le département de la Défense dispose cependant
d’un Département d’état-major Évaluation dont la
2. Het departement Defensie beschikt evenwel over
een Stafdepartement Evaluatie, waarvan de structuur
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10683
structure et les attributions sont fixées par l’arrêté
royal du 21 décembre 2001 déterminant la structure
générale du ministère de la Défense et fixant les attributions de certaines autorités.
en de bevoegheden vastgelegd zijn in het koninklijk
besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het ministerie van Defensie en tot
vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten.
3. Le Sous-chef d’état-major Évaluation est compétent pour l’évaluation permanente du fonctionnement
des forces armées. Pour l’exécution de leurs tâches, le
Sous-chef d’état-major Évaluation et les collaborateurs
qu’il mandate à cette fin, ont un accès direct à toute
information de toutes les subdivisions dans les forces
armées, pour autant qu’elle soit nécessaire et pertinente pour l’exécution de leurs tâches.
3. De Onderstafchef Evaluatie is bevoegd voor de
permanente evaluatie van de werking van de krijgsmacht. Voor de uitvoering van hun taken hebben de
Onderstafchef Evaluatie en de door hem hiertoe
gemachtigde medewerkers directe toegang tot alle
informatie van alle onderafdelingen in de krijgsmacht,
voor zover die nodig en relevant is voor de uitvoering
van hun taken.
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 173 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier
2005 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 173 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000
portant création et composition des organes communs
à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de
créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november
2000 houdende oprichting en samenstelling van de
organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale
overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant
de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de la Défense du 15 février
2005, à la question no 173 de M. Gerolf Annemans du
24 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging
van 15 februari 2005, op de vraag nr. 173 van de heer
Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à
sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te
willen vinden op de door hem gestelde vraag.
1. Le département de la Défense n’est pas un service
public fédéral et n’est donc pas soumis à l’arrêté royal
du 7 novembre 2000 portant création et composition
des organes communs à chaque service public fédéral.
1. Het departement Defensie is geen federale overheidsdienst en is bijgevolg niet onderworpen aan het
koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die
gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst.
2. Conformément à l’arrêté royal du 21 décembre
2001 déterminant la structure générale du ministère de
la Défense et fixant les attributions de certaines autorités, le département de la Défense dispose cependant
d’un Conseil supérieur de la Défense.
2. Conform het koninklijk besluit van 21 december
2001 tot bepaling van de algemene structuur van het
ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van
de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten, beschikt
het departement Defensie evenwel over een Hoge
Raad voor Defensie.
Le Conseil supérieur de la Défense est un organe de
conseil qui donne au ministre un avis relatif à
l’élaboration de la politique du département, à la coordination de la définition de la politique entre les différents départements d’état-major et directions générales, à l’évaluation de la politique menée, à la structure
générale des forces armées, aux besoins en personnel et
3. De Hoge Raad voor Defensie is een raadgevend
orgaan dat aan de minister advies verstrekt met betrekking tot de uitwerking van het beleid voor het departement, de coördinatie van de beleidsvorming tussen de
verschillende stafdepartementen en algemene directies,
de evaluatie van het gevoerd beleid, de algemene structuur van de Krijgsmacht, de personeelsbehoeften en de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10684
aux investissements importants, à la participation à
des opérations et aux moyens qui y sont liés.
belangrijke investeringen, de deelname aan operaties
en de hieraan verbonden middelen.
DO 2004200503262
DO 2004200503262
Question no 175 de M. Koen T’Sijen du 1er février
2005 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 175 van de heer Koen T’Sijen van 1 februari
2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Cabinets et administrations. — Voyages en avion.
Kabinetten en administraties. — Vliegtuigreizen.
1. Combien de voyages en avion ont été effectués
depuis le début de la législature par vous-même, par
des membres de votre cabinet et par des membres du
personnel des administrations relevant de votre
compétence ?
1. Hoeveel vliegtuigreizen heeft u, uw kabinet en de
onder u ressorterende administraties gemaakt sinds het
begin van de legislatuur ?
2. Combien de ces déplacements ont-ils été réalisés
en classe d’affaires et combien en classe économique ?
2. Hoeveel van deze reizen waren in business class,
hoeveel in economy class ?
3. Quelle était la destination des vols ?
3. Wat was de bestemming van de vluchten ?
4. Combien de « airmiles » ont-ils été accumulés
grâce à ces vols ?
4. Hoeveel airmiles werden er op deze vluchten verzameld ?
5. Qu’advient-il des « airmiles » récoltés dans le
cadre de déplacements en avion depuis le début de la
législature ?
5. Wat gebeurt er met de airmiles die op vluchten
vergaard worden sinds het begin van deze legislatuur ?
6. Sont-ils utilisés par les cabinets et les administrations ?
6. Worden die gebruikt door de kabinetten en
administraties ?
7. Des « airmiles » acquis dans le cadre de
l’exécution d’une mission de service sont-ils utilisés
personnellement par des membres des cabinets et des
membres du personnel des administrations à des fins
privées ?
7. Worden er airmiles die verworven zijn in uitvoering van een dienstopdracht persoonlijk gebruikt door
personeelsleden van kabinetten en administraties voor
privé-doeleinden ?
Réponse du ministre de la Défense du 18 février
2005, à la question no 175 de M. Koen T’Sijen du
1er février 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging
van 18 februari 2005, op de vraag nr. 175 van de heer
Koen T’Sijen van 1 februari 2005 (N.) :
L’honorable membre est prié de trouver ci-après les
réponses à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te
willen vinden op zijn vragen.
Depuis le début de la législature, j’ai fait, en compagnie de mes collaborateurs du cabinet, au total,
37 voyages en avion.
Sinds het begin van de legislatuur heb ik, samen met
mijn kabinetsmedewerkers, in totaal 37 vliegtuigreizen
gemaakt.
Tous ces voyages se sont fait à bord d’avions de la
Défense.
Al deze dienstreizen werden gemaakt aan boord van
de vliegtuigen van Defensie.
Les destinations étaient le Congo, l’Afghanistan, la
France, le Kosovo, l’Italie, les États Unis, le Bénin, le
Maroc, l’Afrique du Sud, l’Allemagne, la Jordanie, le
Liban, l’Angola, la Grèce, le Royaume Uni, la
Turquie, le Soudan, les Pays Bas, la Roumanie, le
Vietnam, la Serbie, la Bulgarie, le Sri Lanka et la
Hongrie.
De bestemmingen waren Congo, Afghanistan,
Frankrijk, Kosovo, Italië, Verenigde Staten, Benin,
Marokko, Zuid-Afrika, Duitsland, Jordanië, Libanon,
Angola, Griekenland, Verenigd Koninkrijk, Turkije,
Soedan, Nederland, Roemenië, Vietnam, Servië,
Bulgarije, Duitsland, Sri Lanka en Hongarije.
Les membres de l’état-major de la Défense ont fait
des voyages de service vers ces destinations via des
compagnies civiles.
Leden van de Defensiestaf hebben dienstreizen ondernomen naar deze bestemmingen via burgermaatschappijen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10685
Depuis le début de la législature, un total de
9 833 tickets ont été acheté, dont 301 en Business et
9 532 en Economy. Ces tickets furent tous achetés par
le service Visas et Voyages de l’état-major de la
Défense.
Sinds het begin van de legislatuur werden er
9 833 tickets aangekocht, waarvan 301 in Business en
9 532 in Economy. Deze tickets werden allen aangekocht via de dienst Visa en Reizen van Defensiestaf.
Les questions concernant les « airmiles » ne sont pas
d’application aux voyages en avion du cabinet. En ce
qui concerne les voyages de l’état-major, les
« airmiles » n’ont pas été collectés par le service Visas
et Voyages, puisque les tickets sont achetés via un
contrat ouvert et que des « airmiles » ne sont attribués
qu’à des personnes privées.
De vragen met betrekking tot « airmiles » zijn niet
van toepassing op de vliegtuigreizen van het kabinet.
Wat betreft de dienstreizen van Defensiestaf, worden
er geen « airmiles » verzameld door de dienst Visa en
Reizen, aangezien de tickets aangekocht worden via
een open contract en « airmiles » enkel toegekend
worden aan privé-personen.
Ministre de l’Économie,
de l’Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique
Minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid
Économie
Economie
DO 2004200502994
DO 2004200502994
Question no 198 de Mme Muriel Gerkens du 28 décembre 2004 (Fr.) au ministre de l’Économie, de
l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 198 van mevrouw Muriel Gerkens van
28 december 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid :
Arrêté ministériel. — Entreprises. — Canalisations. —
Territoire de Hingene.
Ministerieel Besluit. — Bedrijven. — Leidingen. —
Grondgebied van Hingene.
Par le biais de l’arrêté ministériel du 4 mars 2002
deux entreprises ont été obligées de modifier leurs
canalisations, situées sur le territoire de Hingene,
commune de Bornem, afin d’y permettre les travaux
d’aménagement du chenal d’accès vers l’écluse et ce au
plus tard le 1er octobre 2003.
Bij ministerieel besluit van 4 maart 2002 werden
twee bedrijven verplicht hun leidingen, gelegen op het
grondgebied van Hingene, gemeente Bornem, te verplaatsen, om er de werken voor het aanleggen van de
toegangsgeul naar de sluis mogelijk te maken. Dat
moest tegen uiterlijk 1 oktober 2003 gebeuren.
1. Pourriez-vous communiquer si tous les travaux
nécessaires pour exécuter cet arrêté ministériel ont été
exécutés ?
1. Werden alle door dat ministerieel besluit opgelegde werken intussen uitgevoerd ?
2. Si oui, quand eût lieu la fin de ces travaux ?
2. Wanneer werden die werken beëindigd ?
3. Si non :
3. Zo niet :
a) pourquoi pas;
a) waarom niet;
b) quelles mesures avez-vous prises pour faire exécuter les travaux;
b) welke maatregelen nam u met het oog op de uitvoering van die werken ?
c) un procès-verbal a-t-il été dressé ?
c) werd proces-verbaal opgemaakt ?
Réponse du ministre de l’Économie, de l’Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique du
15 février 2005, à la question no 198 de Mme Muriel
Gerkens du 28 décembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van
15 februari 2005, op de vraag nr. 198 van mevrouw
Muriel Gerkens van 28 december 2004 (Fr.) :
1. Les travaux n’ont pas encore été réalisés.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
1. De werken werden nog niet uitgevoerd.
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1350
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10686
3.
a) À la suite de la notification de l’obligation de
modifier le tracé de leurs canalisations, les deux
entreprises ont introduit un dossier auprès la
Direction générale de l’Énergie du SPF Économie,
comme prévu par la loi du 12 avril 1965 relative au
transport de produits gazeux et autres par canalisations.
3.
a) Gevolggevend aan de betekening van de verplichting tot wijziging van het tracé van hun leidingen,
hebben de twee ondernemingen een dossier ingediend bij de Algemene Directie Energie van de
FOD Economie, zoals bepaald door de wet van
12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen.
Lors de l’enquête dans ce dossier, la « Division
stedebouwkundige vergunningen » du ministère de la
Communauté flamande a rendu un avis négatif en date
du 12 septembre 2002, réf SV/DV4108/2536.
Tijdens het onderzoek in dit dossier, heeft de Afdeling stedebouwkundige vergunningen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap een ongunstig advies
verleend op datum van 12 september 2002, met referte
SV/DV4108/2536.
b) La « Division Zeeschelde » du ministère de la Communauté flamande a récemment averti la Direction
générale de l’Énergie qu’un permis de bâtir avait
été délivré aux sociétés concernées, ce qui annule
l’avis négatif, rendu en 2002.
b) De Afdeling Zeeschelde van het ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap heeft de Algemene Directie
Energie er onlangs van op de hoogte gebracht dat
een bouwvergunning werd verleend voor de
betrokken maatschappijen, hetgeen het ongunstig
advies, verleend in 2002, teniet doet.
Les autorisations de modification de tracé seront dès
lors délivrées dans les meilleurs délais.
De vergunningen tot wijziging van het tracé zullen
dan ook zo spoedig mogelijk verleend worden.
c) Un procès-verbal ne sera dressé lorsque les entreprises seront en défaut.
c) Een proces-verbaal zal alleen opgemaakt worden
wanneer de ondernemingen in gebreke blijven.
DO 2004200503050
DO 2004200503050
Question no 202 de M. Roel Deseyn du 12 janvier 2005
(N.) au ministre de l’Économie, de l’Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 202 van de heer Roel Deseyn van 12 januari
2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Enquête effectuée par la cellule « Veille sur Internet »
du SPF Économie, PME, Classes moyennes et Énergie sur la conformité de sites web avec la législation.
Onderzoek van de afdeling internetbewaking van de
FOD Economie naar de overeenstemming van
websites met de wet.
Il ressort d’une enquête menée par la cellule « Veille
sur Internet » du SPF Économie, PME, Classes moyennes et Énergie que de nombreux sites web ne respectent toujours pas les obligations légales. Sur les 495
sites passés au crible entre le 11 juin 2003 et le 1er septembre 2004, 35 à peine étaient en règle. 149 prestataires de services ont réagi à un avertissement en indiquant qu’ils adapteraient leur site, 20 ont arrêté leurs
activités en ligne et 96 n’ont pas du tout donné suite à
l’avertissement.
Uit een onderzoek van de afdeling internetbewaking
van de FOD Economie blijkt dat vele websites nog niet
in orde zijn met de wettelijke verplichtingen. Van de
495 websites onderzocht tussen 11 juni 2003 en 1 september 2004 waren er slechts 35 sites in orde.
149 dienstverleners zeiden na een waarschuwing dat ze
hun site gingen aanpassen, 20 hebben hun on-lineactiviteiten stopgezet en 96 gaven geen enkel gevolg
aan de waarschuwing.
1.
a) En fonction de quels critères les 495 sites examinés
ont-ils été sélectionnés ?
1.
a) Op welke basis werden de 495 te onderzoeken sites
gekozen ?
b) Quels services étaient associés à cette enquête ?
b) Welke diensten waren betrokken in het onderzoek ?
c) Doit-on y voir le signe annonciateur d’une enquête
annuelle ?
c) Is dit de voorbode van een jaarlijks onderzoek ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10687
2.
a) Quel type d’infractions a-t-on constaté en
l’occurrence ?
2.
a) Om welk soort van inbreuken ging het hier ?
b) Quelle est, pour chaque catégorie d’infractions, la
part que celle-ci représente dans l’ensemble des
infractions ?
b) Kan u voor elke categorie van inbreuken het
percentage vermelden dat dit uitmaakt van het
totaal aantal inbreuken ?
3. 96 prestataires de services n’ont pas réagi à vos
avertissements.
3. 96 dienstverleners gaven geen gehoor aan uw
waarschuwingen.
a) Qu’avez-vous fait pour les rappeler à l’ordre ?
a) Welke acties heeft u tegen deze ondernomen ?
b) Quelle suite ont-ils donnée à ce rappel à l’ordre ?
b) Welk gevolg gaven deze hieraan ?
c) Des prestataires sont-ils encore en infraction pour
l’heure ?
c) Zijn er op dit moment nog dienstverleners in overtreding ?
d) Dans l’affirmative, combien, et comment expliquez-vous cette situation ?
d) Zo ja, hoeveel en hoe verklaart u dit ?
Réponse du ministre de l’Économie, de l’Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique du
16 février 2005, à la question no 202 de M. Roel
Deseyn du 12 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van
16 februari 2005, op de vraag nr. 202 van de heer Roel
Deseyn van 12 januari 2005 (N.) :
Voici ma réponse à la question de l’honorable
membre.
Zie hier mijn antwoord op de vraag van het geachte
lid.
1.
a) La cellule « Veille sur Internet » de la Direction
générale du Contrôle et de la Médiation contrôle
la légalité des sites dont les responsables sont
établis en Belgique. Ce contrôle a lieu à la fois
d’initiative (selon des catégories de services déterminés et selon la fréquence de visites des sites par
les internautes), et sur la base de plaintes ou
dénonciations d’utilisateurs. Dans l’hypothèse où
l’enquête préliminaire visant à identifier le prestataire démontre que ce dernier est établi dans un
autre État, une demande de collaboration internationale peut être effectuée auprès de l’autorité de
contrôle de l’État où est établi le prestataire,
compétent en vertu de la clause de marché intérieur contenue dans la directive européenne
« commerce électronique ».
1.
a) De cel Internetbewaking van de Algemene Directie
Controle en Bemiddeling controleert het wettige
karakter van de websites waarvan de verantwoordelijken in België gevestigd zijn. Deze controle
gebeurt enerzijds spontaan (naar bepaalde categorieën diensten en naargelang hoe vaak ze door de
internauten bezocht worden), anderzijds op grond
van klacht of aangifte van gebruikers. Indien het
vooronderzoek ter identificatie van de dienstverlener uitwijst dat deze in het buitenland gevestigd is,
wordt een verzoek om internationale samenwerking verstuurd naar de controle-instantie van het
land waar de dienstverlener gevestigd is, en die
bevoegd is krachtens de interne-marktclausule vervat in de Europese Richtlijn « elektronische
handel ».
b) Diverses catégories de services ont été contrôlées. Il
s’agit notamment de vente de matériel informatique, de vente d’appareils électroménagers, d’offres
de voyages, de courtage matrimonial, d’offres de
crédit, de propositions de travail à domicile, de
réservation de spectacles, ...
b) Verschillende categorieën diensten werden gecontroleerd, het gaat hier met name om de verkoop van
informaticamateriaal, van elektrische huishoudapparaten, aanbiedingen inzake reizen, huwelijksbemiddeling, krediet, voor thuiswerk, reservering
voor evenementen, ...
c) Depuis la mise sur pied de la cellule « Veille sur
Internet », ses activités sont reprises dans le rapport
annuel de la direction générale du Contrôle et de la
Médiation. Cependant, les statistiques en matière
de contrôle des sites de vente par Internet n’étaient
pas distinguées de celles des ventes à distance traditionnelles.
c) Sinds de oprichting van de cel Internetbewaking
worden haar activiteiten gerapporteerd in het jaarverslag van de Algemene Directie Controle en
Bemiddeling. De statistieken maakten evenwel
geen onderscheid tussen de controles op internetverkoop en die op de traditionele verkoop op afstand.
2. Jusqu’en 2003, les prestataires de services de la
société de l’information devaient respecter essentiel-
2. Tot in 2003 moesten de verleners van diensten
van de informatiemaatschappij voornamelijk de alge-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10688
lement les règles générales, notamment en matière de
contrats à distance, contenues dans la loi du 14 juillet
1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur. Depuis l’entrée
en vigueur en mars 2003 d’une loi spécifique aux services de la société de l’information, les prestataires
doivent respecter de nouvelles obligations, notamment
en matière d’information sur leur identité et en matière
de transparence dans l’exécution d’une commande en
ligne. Le plus grand nombre d’infractions concerne
l’absence d’informations de base relatives au prestataire, qui doivent être accessibles facilement, directement et de manière permanente (nom ou dénomination sociale, adresse géographique, coordonnées de
contact rapide, numéro d’entreprise, autorité de
surveillance, soumission à un code de conduite, ...). En
cas de manquement à l’obligation de mentionner ces
informations de base, des investigations supplémentaires permettent le plus souvent de déceler des infractions à d’autres réglementations à caractère économique, non spécifiques aux services de la société de l’information, telles que l’absence d’inscription à la
banque-carrefour des entreprises, d’inscription ou
d’agrément préalable, d’assurance obligatoire contre
l’insolvabilité, pour des activités réglementées telles
que l’organisation de voyages, l’offre de crédit à la
consommation, le courtage matrimonial, etc.
mene regels naleven, met name inzake de afstandscontracten, zoals vervat in de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en
bescherming van de consument. Sinds maart 2003 is er
een specifieke wet van kracht voor de diensten van de
informatiemaatschappij, die de dienstverleners nieuwe
verplichtingen oplegt, met name inzake informatie
over hun identiteit en inzake transparantie bij bestellingen on line. Het grootste aantal inbreuken slaat op
het ontbreken van gemakkelijk, rechtstreeks en permanent toegankelijke basisinformatie over de dienstverlener, (naam of handelsnaam, geografisch adres, snelle
contactgegevens, ondernemingsnummer, controleinstantie, gedragscode waaraan hij onderworpen
is ...). Bij plichtsverzuim bij het verstrekken van deze
basisinformatie wordt bijkomend speurwerk verricht,
dat dan meestal inbreuken aan het licht brengt op
andere regelgevingen van economische aard, die niet
specifiek zijn voor de diensten van de informatiemaatschappij, zoals het ontbreken van inschrijving in
de kruispuntbank voor ondernemingen, van inschrijving of voorafgaande vergunning, van verplichte verzekering tegen onvermogen, geldend voor aan regelgeving onderworpen activiteiten zoals het organiseren
van reizen, het aanbieden van consumentenkrediet, de
huwelijksbemiddeling, enzovoort.
La cellule « Veille sur Internet » a décelé également
des manquements en matière d’indication de prix et
d’annonces de réduction de prix. Posent également un
problème la présence de clauses abusives dans les
conditions générales des prestataires, ainsi que
l’impossibilité pour le consommateur d’exercer son
droit de payer le prix du bien ou du service commandé
par Internet après la fin du délai de renonciation.
Verder heeft de cel Internetbewaking tekortkomingen vastgesteld qua prijsaanduiding en de aankondigingen van prijsverminderingen. Een ander probleem
vormen de onrechtmatige bedingen in de algemene
voorwaarden van de dienstverleners, zoals de onmogelijkheid voor de consument om zijn recht uit te oefenen om de via internet bestelde goederen of diensten te
betalen na het verstrijken van de verzakingstermijn.
Enfin, une analyse des publicités électroniques pour
des services de la société de l’information a permis le
plus souvent de constater non seulement des infractions en matière de spamming, mais également de véritables arnaques constitutives de ventes pyramidales ou
de tentatives d’escroquerie (fausses loteries, phishing, ...) ou encore des publicités pour des médicaments nécessitant une prescription médicale. Dans la
mesure où des infractions constatées relèvent de la
compétence d’autres autorités, un échange d’informations avec ces autorités intervient.
Ten slotte heeft onderzoek van de elektronische
reclame voor diensten van de informatiemaatschappij
geleid tot vaststelling van inbreuken inzake spamming,
maar ook ware gevallen van bedrog in de vorm van
piramideverkoop, of pogingen tot oplichting (valse
loterijen, phishing, ...) of ook nog reclame voor
geneesmiddelen waarvoor een doktersvoorschrift vereist is. In de mate dat de vastgestelde inbreuken onder
de bevoegdheid vallen van andere instanties, wordt
informatie met die instanties uitgewisseld.
b) Il est difficile d’établir un pourcentage par catégories d’infractions, dans la mesure où un site Internet qui présente des manquements peut être simultanément en contravention avec les dispositions de
la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du
commerce et sur l’information et la protection du
consommateur, ainsi qu’avec les dispositions de la
loi du 11 mars 2003 sur certains aspects juridiques
des services de la société de l’information, qui se
superposent aux précédentes. Néanmoins, dans la
b) Het is moeilijk om een percentage per categorie
van inbreuken op te maken, in zoverre dat een
website, die tekortkomingen vertoont, tegelijkertijd zowel de bepalingen van de wet van 14 juli
1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument kan
overtreden als de bepalingen van de wet van
11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische
aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij. In de overgrote meerderheid der
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10689
grande majorité des cas, ce sont des manquements
en matière de transparence et d’information qui
sont le plus souvent constatés.
gevallen echter zijn het tekortkomingen op het
gebied van de transparantie en de informatie die
het vaakst vastgesteld worden.
3.
a) et b) Dans l’hypothèse où le prestataire n’effectue
pas les adaptations nécessaires pour que son
site soit conforme à la réglementation, et ce
malgré un avertissement formel adressé par
courrier électronique, le dossier est transmis
aux agents de terrain de la Direction générale
du Contrôle et de la Médiation pour enquête
auprès du prestataire récalcitrant au siège de
son établissement. L’agent peut prendre son
audition, dresser un pro justitia qu’il communiquera au procureur du Roi ou proposera au
contrevenant le paiement d’une somme qui
éteindra l’action publique. La majorité des
prestataires régularisent la situation, soit
immédiatement, soit après avoir reçu une
copie du pro justitia.
3.
a) en b) Voert de dienstverlener de nodige aanpassingen om zijn website in overeenstemming te
brengen met de regelgeving niet door, en dit
niettegenstaande een uitdrukkelijke waarschuwing via elektronische post, dan wordt
het dossier doorgegeven aan de controleur van
de Algemene Directie Controle en Bemiddeling voor onderzoek bij de weerspannige
dienstverlener op de zetel van zijn vestiging.
De controleur in het veld kan verhoor afnemen van betrokkene, een pro-justitia opmaken dat overgelegd wordt aan de procureur
des Konings, ofwel kan hij aan de overtreder
voorstellen om een som geld te betalen, waardoor de rechtsvordering vervalt. De meeste
dienstverleners brengen de situatie in orde,
hetzij onmiddellijk, hetzij na ontvangst van
een kopie van het pro-justitia.
c) et d) Dans la mesure où des enquêtes sont encore
en cours sur le terrain, il est possible que l’un
ou l’autre site contrôlé ne soit pas encore en
conformité avec la réglementation.
c) en d) In de mate dat onderzoeken in het veld nog
lopen, is het mogelijk dat de een of andere
website nog niet in overeenstemming is met de
regelgeving.
DO 2004200502823
DO 2004200502823
Question no 205 de M. Guido De Padt du 17 janvier
2005 (N.) au ministre de l’Économie, de
l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 205 van de heer Guido De Padt van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Contrôle des normes de sécurité en matière de jouets.
Controles op de veiligheidsnormen van speelgoed.
Selon des informations récentes fournies par TestAchats, nombre de jouets peuvent être dangereux.
Malgré les contrôles et les normes légales, il semblerait
que de nombreux jouets ne répondent pas aux normes
de sécurité. Sur les 35 produits testés, 14 n’ont pas
obtenu de résultats concluants.
Volgens recente gegevens van Test Aankoop is veel
speelgoed helemaal niet veilig. Beweerd wordt dat
ondanks controles en wettelijke normen veel speelgoed
niet voldoet aan de veiligheidsvoorschriften. Van de
35 geteste producten scoorden er 14 slecht.
Pourriez-vous préciser, pour les années 2000, 2001,
2002 et 2003 :
Kan u voor de jaren 2000, 2001, 2002 en 2003 meedelen :
1. Combien de contrôles ont été réalisés sur les
normes de sécurité des jouets ?
1. hoeveel controles er werden uitgevoerd op de
veiligheidsnormen van speelgoed;
2. Quels étaient les résultats de ces contrôles et
quelle suite a été donnée aux infractions constatées ?
2. wat de resultaten van die controles waren en
welk gevolg werd gegeven aan de vastgestelde inbreuken;
3. Combien d’enfants ont été victimes de jouets
dangereux et quelles en ont été les conséquences pour
ces enfants ?
3. hoeveel kinderen het slachtoffer werden van onveilig speelgoed en welke gevolgen dit voor de kinderen had;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10690
4. Quelles initiatives ont été prises par les autorités
fédérales en vue d’améliorer la sécurité des jouets sur
notre territoire ?
4. welke initiatieven de federale overheid heeft
genomen om de veiligheid van het speelgoed op ons
grondgebied te verbeteren ?
Réponse du ministre de l’Économie, de l’Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique du
18 février 2005, à la question no 205 de M. Guido De
Padt du 17 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van
18 februari 2005, op de vraag nr. 205 van de heer
Guido De Padt van 17 januari 2005 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable
membre que la sécurité des jouets relève des compétences de la ministre de l’Emploi, chargée de la Protection
de la consommation, à qui j’ai transmis la question.
(Question no 99 du 21 février 2005.)
Hierbij heb ik de eer het geachte lid mee te delen dat
de veiligheid van speelgoed tot de bevoegdheden
behoort van de minister van Werk, belast met Consumentenzaken, aan wie ik de vraag heb doorgezonden.
(Vraag nr. 99 van 21 februari 2005.)
DO 2004200503112
DO 2004200503112
Question no 206 de M. Bart Laeremans du 18 janvier
2005 (N.) au ministre de l’Économie, de
l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 206 van de heer Bart Laeremans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Banque-carrefour des entreprises. — Entreprises et
indépendants établis à Bruxelles. — Numéro
d’entreprise.
Kruispuntbank van ondernemingen. — Bedrijven en
zelfstandigen in Brussel. — Ondernemingsnummer.
La Banque-carrefour des entreprises a envoyé à des
milliers d’entreprises et indépendants installés à
Bruxelles un courrier leur notifiant leur numéro
d’entreprise.
In Brussel hebben duizenden bedrijven en zelfstandigen vanwege de Kruispuntbank van ondernemingen
een ondernemingsnummer toegekend gekregen.
Curieusement, ces entreprises ont toutes reçu deux
lettres, une en français et une en néerlandais.
Merkwaardig is dat deze mensen zowel een Nederlandstalige als een Franstalige brief kregen toegestuurd.
Ce double mailing est pour le moins surprenant
puisqu’il s’inscrit dans le cadre d’une opération de
simplification administrative.
In het kader van een operatie administratieve vereenvoudiging is dit nogal vreemd.
1.
a) Pourriez-vous me faire savoir pourquoi la Banquecarrefour des entreprises s’est adressée à toutes ces
personnes et entreprises dans les deux langues ?
1.
a) Kan u meedelen waarom men al deze mensen en
bedrijven in twee talen heeft aangeschreven ?
b) La Banque-carrefour des entreprises ne dispose-telle pas d’un registre consignant le choix de la
langue par ces entreprises ?
b) Beschikt men dan niet over een register waarin de
taalkeuze van deze bedrijven geregistreerd staat ?
2.
a) Les nouveaux numéros d’entreprise sont-ils associés d’une manière ou d’une autre au choix de la
langue ?
2.
a) Worden de nieuwe ondernemingsnummers op een
of andere wijze gekoppeld aan een taalkeuze ?
b) Dans la négative, la Banque-carrefour des Entreprises continuera-t-elle à adresser à ces entreprises
et personnes une lettre en français et une lettre en
néerlandais ?
b) Zo neen, zullen deze bedrijven en personen dan in
de toekomst met twee brieven in twee talen
worden aangeschreven ?
3. Comment pensez-vous opérer une simplification
administrative en la matière compte tenu du choix de
langue des personnes et des entreprises ?
3. Op welke wijze denkt u terzake voor administratieve vereenvoudiging te zorgen, rekening houdende
met de taalkeuze van de mensen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10691
Réponse du ministre de l’Économie, de l’Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique du
16 février 2005, à la question no 206 de M. Bart Laeremans du 18 janvier 2005 (N.) :
1.
a) Le courrier auquel fait référence l’honorable
membre est un courrier qui a été adressé à des
entreprises « personne physique », au sens de l’article 2, 3o, de la loi du 16 janvier 2003 portant création d’une Banque-carrefour des entreprises,
modernisation du registre de commerce, création
de guichets-entreprises agréés et portant diverses
dispositions.
Il a été fait application, en l’espèce, de l’article 41,
§§ 1er et 2, des lois coordonnées du 18 juillet 1966 sur
l’emploi des langues en matière administrative.
À la lumière de la jurisprudence de la Commission
permanente de contrôle linguistique, cette disposition
implique, pour les entreprises « personne physique »
établies dans des communes à statut spécial, d’utiliser
la langue qu’elles ont utilisée dans leurs rapports avec
le service public fédéral concerné. Dans l’hypothèse où
cette langue n’est pas connue, il y a présomption « juris
tantum » que la langue de la région où l’entreprise
« personne physique » est établie est également celle de
cette dernière.
En l’occurrence, la langue de l’entreprise « personne
physique » n’étant pas connue et l’entreprise
« personne physique » étant établie en région bilingue
de Bruxelles-Capitale, le courrier a été adressé dans les
deux langues.
b) Il n’y a pas, dans la Banque-carrefour des Entreprises, de code-langue lié à l’entreprise « personne
physique ».
2.
a) L’attribution des numéros d’entreprise n’est pas
liée à un choix de langue.
b) Il en résulte qu’en vertu de la disposition des lois
coordonnées précitées, tout courrier doit être
adressé dans les deux langues aux entreprises
visées.
3. La législation sur l’emploi des langues en matière
administrative ne relève pas de ma compétence.
Antwoord van de minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van
16 februari 2005, op de vraag nr. 206 van de heer Bart
Laeremans van 18 januari 2005 (N.) :
1.
a) De zending waar het geachte lid naar verwijst,
werd verstuurd naar alle ondernemingen
« natuurlijke persoon » in de zin van artikel 2, 3o,
van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van
een Kruispuntbank van ondernemingen, tot modemisering van het handelsregister, tot oprichting
van erkende ondernemingsloketten en houdende
diverse bepalingen.
Hierbij werd artikel 41, §§ 1 en 2 van de wetten op
het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, toegepast.
In het licht van de rechtspraak van de Vaste
Commissie voor taaltoezicht houdt deze bepaling in
dat voor de ondernemingen « natuurlijke persoon » die
gevestigd zijn in de gemeenten met bijzonder statuut,
de taal wordt gebruikt die zijzelf gebruikt hebben bij
hun contacten met de betrokken federale overheidsdienst. Wanneer die taal niet bekend is, is er een vermoeden « juris tantum » dat de taal van het gebied
waar de onderneming « natuurlijke persoon » is gevestigd, ook de taal van die onderneming is.
Aangezien in voorkomend geval de taal van de onderneming « natuurlijke persoon » niet bekend was en
de onderneming « natuurlijke persoon » gevestigd is in
het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, werd de
zending verstuurd in de twee talen.
b) In de Kruispuntbank van ondernemingen is er aan
de onderneming « natuurlijke persoon » geen taalcode verbonden.
2.
a) De toekenning van de ondernemingsnummers is
niet verbonden met een taalkeuze.
b) Bijgevolg moet elke zending krachtens bovengenoemde bepalingen uit de gecoördineerde wetten
in twee talen naar de betrokken ondernemingen
gestuurd worden.
3. De wetgeving op het gebruik van de talen in
bestuurszaken valt niet onder mijn bevoegdheid.
DO 2004200503144
DO 2004200503144
Question no 209 de M. Alfons Borginon du 19 janvier
2005 (N.) au ministre de l’Économie, de
l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Guichets d’entreprises. — Grandes et moyennes entreprises. — Monopole des experts-comptables externes.
La loi du 16 janvier 2003 portant création d’une
Banque-carrefour des entreprises, modernisation du
Vraag nr. 209 van de heer Alfons Borginon van 19 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Ondernemingsloketten. — Grote en middelgrote ondernemingen. — Monopolie externe accountants.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
Een belangrijke stap in het proces van de administratieve vereenvoudiging is er gekomen dank zij de
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10692
registre du commerce, création de guichets-entreprises
agréés et portant diverses dispositions a marqué une
étape importante dans le processus de simplification
administrative.
Une entreprise qui souhaite ajouter ou modifier
certaines activités doit simplement communiquer la
modification au « Guichet d’entreprises ».
Le gérant peut se rendre lui-même au guichet ou
déléguer un expert-comptable externe. Les comptables
ont la possibilité de transmettre ces ordres de modification par internet, à l’aide d’un outil en ligne.
Pour les grandes et moyennes entreprises, le fait de
devoir se rendre au guichet d’entreprises représente
une sérieuse perte de temps. Comme elles disposent
d’un service comptable interne, elles n’ont pas la possibilité de transmettre de telles modifications par voie
électronique.
1. Pourquoi les grandes et moyennes entreprises ne
peuvent-elles pas télécharger l’outil internet ?
2. Pourquoi est-ce le monopole des expertscomptables externes ?
Réponse du ministre de l’Économie, de l’Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique du
15 février 2005, à la question no 209 de M. Alfons
Borginon du 19 janvier 2005 (N.) :
En réponse à sa question susmentionnée, j’informe
l’honorable membre de ce qui suit.
Si les comptables peuvent transférer des demandes
de modification aux guichets d’entreprises agréés via
un outil internet spécial, cet outil est développé par le
guichet d’entreprises concerné, il est la propriété du
guichet et est utilisé selon les conditions du guichet. Il
existe donc autant de variantes d’outils qu’il y a de
guichets d’entreprises.
La loi du 16 janvier 2003 portant création d’une
Banque-carrefour des entreprises, modernisation du
registre de commerce, création de guichets d’entreprises agréés et portant diverses dispositions, règle
notamment l’agréation des guichets d’entreprises et
leur mission. La loi ne dit rien sur la collaboration
éventuelle des guichets d’entreprises agréés avec des
intermédiaires, tels que comptables ou expertscomptables.
wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van ondernemingen, tot modernisering van
het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen.
Indien een onderneming bepaalde activiteiten wenst
toe te voegen of te wijzigen dient men de wijziging
door te geven aan het « Ondernemingsloket ».
De zaakvoerder kan hiervoor zelf naar het loket
komen of de opdracht doorgeven aan een externe
boekhouder. Boekhouders kunnen zulke opdrachten
doorgeven via een speciale internet-tool.
Voor grote en middelgrote ondernemingen is het
vaak tijdrovend om zich naar het ondernemingsloket
te begeven. Omdat ze over een interne boekhouddienst
beschikken, hebben ze niet de mogelijkheid om via de
elektronische weg zulke wijzigingen door te geven.
DO 2004200503181
DO 2004200503181
Question no 214 de M. Pieter De Crem du 24 janvier
2005 (N.) au ministre de l’Économie, de
l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Peu d’intérêt manifesté par les Belges pour l’entreprise
indépendante.
Les résultats de l’Eurobaromètre de la Commission
européenne indiquent que la propension des Belges à
Vraag nr. 214 van de heer Pieter De Crem van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Lage interessegraad van Belgen in het zelfstandig ondernemerschap.
Uit de resultaten van de Eurobarometer van de
Europese Commissie blijkt dat de interesse van Belgen
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
1. Waarom kunnen grote en middelgrote ondernemingen niet zelf het internet-tool downloaden ?
2. Waarom is dat het monopolie van de externe
accountants ?
Antwoord van de minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van
15 februari 2005, op de vraag nr. 209 van de heer
Alfons Borginon van 19 januari 2005 (N.) :
In antwoord op zijn bovenvermelde vraag, deel ik
het geachte lid het volgende mee.
Indien boekhouders verzoeken tot wijziging kunnen
doorgeven aan de erkende ondernemingsloketten via
een speciale internet-tool, is die tool ontwikkeld door
het betrokken ondernemingsloket, is hij eigendom van
het loket en wordt hij gebruikt onder de voorwaarden
van het loket. Er zijn dan ook zoveel varianten van
tools als er ondernemingsloketten zijn.
De wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een
Kruispuntbank van ondernemingen, tot modernisering
van het handelsregister, tot oprichting van erkende
ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen regelt onder meer de erkenning van de ondernemingsloketten en hun opdracht. De wet zegt niets over
de eventuele samenwerking van de erkende ondernemingsloketten met tussenpersonen, zoals boekhouders
of accountants.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10693
créer leur propre entreprise se situe nettement en
dessous de la moyenne européenne. En effet, seulement trois de nos compatriotes sur dix ambitionnent
de mener une carrière d’indépendant. Dans ce
domaine, seuls les Néerlandais et les Finlandais sont
encore plus frileux que les Belges. Les perspectives à
long terme ne sont pas davantage enthousiasmantes :
pour les cinq prochaines années, 19 % des Belges seulement nourrissent l’ambition de lancer leur propre activité. Si les Belges sont si réticents à l’égard de
l’entreprise indépendante, c’est principalement parce
qu’ils ont peur d’échouer et préfèrent un salaire fixe et
un emploi stable. Le régime de sécurité sociale moins
avantageux des indépendants constitue à cet égard un
obstacle supplémentaire, de même que, même si c’est
dans une moindre mesure, le manque de connaissances
requises pour lancer une activité d’indépendant et
l’absence de capital de départ. Ce manque d’ambition
des Belges préoccupe la Commission européenne qui
incite les États membres à créer un climat favorable à
l’esprit d’entreprise en prenant des mesures adéquates
pour que les entreprises débutantes aient plus de chances de réussir.
1. Confirmez-vous les chiffres de la Commission
européenne ?
2. Quelles mesures avez-vous déjà prises pour
encourager l’entreprise indépendante ?
3. Quelles mesures envisagez-vous encore de prendre pour continuer d’encourager l’entreprise indépendante ?
Réponse du ministre de l’Économie, de l’Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique du
18 février 2005, à la question no 214 de M. Pieter De
Crem du 24 janvier 2005 (N.) :
J’informe l’honorable membre que cette question
relève des compétences de ma collègue, la ministre des
Classes moyennes, à qui j’ai transmis la question.
(Question no 65 du 21 février 2005.)
om een eigen zaak op te starten ver onder het Europese
gemiddelde ligt. Slechts drie op tien landgenoten
ambiëren een carrière als zelfstandige. Enkel in Nederland en Finland is de wil tot ondernemen nog beperkter. Ook de resultaten op langere termijn ogen niet
rooskleurig : de komende vijf jaar toont slechts 19 %
van de Belgen de ambitie een eigen bedrijf op te starten. De belangrijkste redenen waarom Belgen weigerachtig staan ten opzichte van het zelfstandig ondernemerschap betreffen de angst voor faling en de voorkeur tot het vasthouden aan een vast loon en een stabiele job. Het mindere sociale zekerheidsstelsel van de
zelfstandige vormt hierbij een extra obstakel met in
mindere mate ook de gebrekkige kennis om een zaak
op te starten en een tekort aan startkapitaal. De Europese Commissie maakt zich terecht zorgen over die
beperkte ondernemersambitie en pleit bij de lidstaten
voor een ondernemersvriendelijk klimaat met maatregelen om starters meer kansen te geven.
Énergie
Energie
1. Kan u deze cijfers van de Europese Commissie
bevestigen ?
2. Welke maatregelen heeft u reeds genomen om
het zelfstandig ondernemerschap aan te moedigen ?
3. Welke maatregelen overweegt u nog te nemen
om het zelfstandig ondernemerschap verder aan te
moedigen ?
Antwoord van de minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van
18 februari 2005, op de vraag nr. 214 van de heer
Pieter De Crem van 24 januari 2005 (N.) :
Ik deel het geachte lid mee dat deze vraag tot de
bevoegdheden behoort van mijn collega, de minister
van Middenstand, aan wie ik de vraag heb doorgezonden. (Vraag nr. 65 van 21 februari 2005.)
DO 2004200502955
DO 2004200502955
Question no 88 de Mme Zoé Genot du 22 décembre
2004 (Fr.) au ministre de l’Économie, de
l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Projet de directive « Bolkestein ». — Règlement général
sur les installations électriques.
Le Règlement général sur les installations électriques (RGIE) a été déclaré contraignant par deux arrêtés royaux :
A) L’arrêté royal du 10 mars 1981 par lequel le
RGIE est déclaré contraignant pour les installations
Vraag nr. 88 van mevrouw Zoé Genot van 22 december 2004 (Fr.) aan de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Ontwerprichtlijn-Bolkestein. — Algemeen Reglement
op de elektrische installaties.
Het Algemeen Reglement op de elektrische installaties (AREI) werd bindend verklaard bij twee koninklijke besluiten :
A) het koninklijk besluit van 10 maart 1981 waarbij
het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1351
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10694
domestiques et certaines lignes de transport et de
distribution d’énergie électrique.
voor de huishoudelijke installaties en sommige lijnen
van transport en verdeling van elektrische energie
bindend wordt verklaard; en
B) L’arrêté royal du 2 septembre 1981 par lequel le
RGIE est déclaré contraignant pour les installations
électriques dans les établissements classés comme
dangereux, insalubres ou incommodes ainsi que celles
visées à l’article 28 du RGPT.
B) het koninklijk besluit van 2 september 1981
houdende wijziging van het Algemeen Reglement op
de elektrische installaties en houdende bindendverklaring ervan op de elektrische installaties in inrichtingen
gerangschikt als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk en
in inrichtingen beoogd bij artikel 28 van het Algemeen
Reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB).
Les « organismes agréés » jouent un rôle clé dans le
contrôle des dispositions du RGIE.
De zogenaamde « erkende organismen » spelen een
sleutelrol bij de controle op de naleving van de bepalingen van het AREI.
1. Ces organismes agréés sont-ils des services
tombant sous la proposition de directive 2004/1
(« directive Bolkestein ») ?
1. Zijn die zogenaamde « erkende organismen »
diensten waarop het voorstel voor een richtlijn 2004/1
(de richtlijn-Bolkestein) toepasselijk is ?
2.
a) Si oui, quelle serait la conséquence de l’adoption
de la directive pour le RGIE et le contrôle du
RGIE ?
2.
a) Zo ja, welke gevolgen zou de goedkeuring van die
richtlijn hebben voor het AREI en de controle op
de naleving van het AREI ?
b) Des organismes agréés par d’autres États-membres
pourraient-ils par exemple contrôler des installations électriques en Belgique ?
b) Zouden door andere lidstaten erkende organen
bijvoorbeeld elektrische installaties in België
mogen controleren ?
c) Si non, pourquoi ?
c) Zo neen, waarom niet ?
3. La Belgique a-t-elle demandé l’exclusion de ces
services de la directive ?
3. Heeft België gevraagd om die diensten uit het
toepassingsgebied van de richtlijn te houden ?
Réponse du ministre de l’Économie, de l’Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique du
15 février 2005, à la question no 88 de Mme Zoé Genot
du 22 décembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van
15 februari 2005, op de vraag nr. 88 van mevrouw Zoé
Genot van 22 december 2004 (Fr.) :
La question posée par l’honorable membre concernant l’impact de la proposition de directive 2004/1
relative aux services dans le marché intérieur (directive
« Bolkestein »), sur la fonction d’organisme agréé pour
les examens de conformité et les visites périodiques des
installations électriques en application de l’article 275
du règlement général sur les installations électriques
(RGIE), m’amène à formuler les réponses suivantes,
sous réserve de l’acceptation par les services de la
Commission de l’Union européenne, de l’interpré-tation que je donne de la proposition de directive :
De door het geachte lid gestelde vraag inzake de
impact van het voorstel van richtlijn 2004/1 betreffende de diensten in de binnenlandse markt (richtlijn
« Bolkestein »), over de functie van een erkend organisme voor de onderzoekingen naar de gelijkvormigheid en de periodieke inspecties van de elektrische installaties in toepassing van het artikel 275 van het algemeen reglement op de elektrische installaties (AREI)
brengt mij ertoe om de volgende antwoorden te formuleren, onder voorbehoud van aanvaarding door de
diensten van de Commissie van de Europese Unie, van
de interpretatie die ik geef van het voorstel van richtlijn :
1. Les organismes agréés sont des services ne
tombant pas dans le champ d’application de ladite
directive.
1. De erkende organismen zijn diensten die niet
vallen onder het toepassingsgebied van bedoelde richtlijn.
2.
a) et b) Vu la réponse sous 1, les questions sont sans
objet.
2.
a) en b) Gelet op het antwoord onder 1, zijn de vragen
zonder voorwerp.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10695
c) La proposition de directive en son article 17,
prévoit des dérogations générales au principe du
pays d’origine et plus spécialement le point 17)
stipule :
« ...
c) Het voorstel van richtlijn voorziet in zijn artikel 17, in algemene afwijkingen van het beginsel
van land van oorsprong en meer bepaald bepaalt
punt 17) :
« ...
17) aux exigences spécifiques de l’État membre dans
lequel le prestataire se déplace, qui sont directement
liées aux caractéristiques particulières du lieu où le
service est fourni et dont le respect est indispensable
pour assurer le maintien de l’ordre public ou de la
sécurité publique ou la protection de la santé publique
ou de l’environnement;
... ».
17) de specifieke eisen van de lidstaat waarnaar de
dienstverrichter zich verplaatst, die eigen zijn aan de
bijzondere kenmerken van de plaats waar de dienst
wordt verricht en waarvan de inachtneming onmisbaar is voor de handhaving van de openbare orde, de
openbare veiligheid, de volksgezondheid of de
bescherming van het milieu te garanderen;
... ».
En l’occurrence, le RGIE constitue bien une
exigence spécifique de la Belgique dans une matière où
le principe de subsidiarité s’exerce pleinement. Il
n’existe en effet pas de réglementation européenne
visant une harmonisation des règles de sécurité applicables aux installations électriques. La particularité du
lieu où se déplace le prestataire est d’être en Belgique
où chaque installation se doit de respecter les prescriptions du RGIE. En outre leur respect est indispensable
pour assurer le maintien de la sécurité publique ou la
protection de la santé publique.
In dit geval vormt het AREI bijgevolg wel degelijk
een bijzondere eis van België in een materie waarin het
subsidiariteitsbeginsel volledig wordt uitgeoefend. Er
bestaat immers geen Europese regelgeving die een
harmonisering beoogt van de veiligheidsregels die van
toepassing zijn op de elektrische installaties. Het bijzonder kenmerk van de plaats waarin de prestatieplichtige zich verplaatst, is dat dit in België gebeurt,
waar elke installatie de voorschriften moet naleven
van het AREI. Bovendien is de naleving ervan onmisbaar om de eerbiediging te verzekeren van de openbare
veiligheid of de bescherming van de volksgezondheid.
3. Actuellement, j’ai demandé à tous les services de
mon département d’examiner de façon approfondie les
implications que pourrait avoir ladite directive dans
l’ensemble des secteurs relevant de ma compétence.
Cet exercice s’opère en relation avec les régions en vue
de pouvoir fournir une position coordonnée de la
Belgique dans laquelle sera également reprise une
demande de confirmation des réponses formulées
sous 1 et 2.
3. Thans heb ik aan alle diensten van mijn departement gevraagd om grondig de implicaties te bestuderen die bedoelde richtlijn zou kunnen hebben, in het
geheel van de sectoren die onder mijn bevoegdheid
vallen. Deze oefening wordt in relatie met de gewesten
uitgevoerd met het oog op het verzekeren van een
gecoördineerd standpunt van België, waarin eveneens
een vraag zal worden hernomen inzake de bevestiging
van de antwoorden die zijn geformuleerd onder 1 en 2.
Nonobstant les réponses fournies ci-dessus, il est
évident que, pour ce qui est des organismes agréés,
l’ensemble des critères à caractère administratif
comme par exemple le type de société, la problématique des diplômes, etc. devront, en temps opportun,
être réévalués pour éliminer toute prescription éventuelle contraire à l’esprit de la libre circulation des
services. Par contre, pour ce qui est de l’examen des
compétences techniques des organismes agréés, il
s’avérera toujours nécessaire que l’autorité « agréante »
vérifie que l’organisme connaı̂t les spécificités nationales de la réglementation applicable. Enfin, s’agissant
de la capacité financière, voire de la problématique de
l’assurance responsabilité civile de l’entreprise de
services, en l’absence de règles communautaires spécifiques suffisamment contraignantes, le maintien de
prescriptions nationales pourrait s’avérer nécessaire.
Niettegenstaande de antwoorden die hierboven zijn
verstrekt, is het duidelijk dat wat de erkende organismen betreft, het geheel van de criteria met een administratief karakter, zoals bijvoorbeeld het type van
onderneming, de problematiek van de diploma’s,
enzovoort ten gepaste tijde opnieuw zullen moeten
worden geëvalueerd, om elk eventueel voorschrift te
verwijderen dat strijdig is met de geest van het vrije
verkeer van diensten. Wat echter het onderzoek betreft
van de technische bevoegdheden van de erkende organismen, zal het altijd noodzakelijk zijn dat de overheid
die de erkenning verleent, nagaat of het organisme de
nationale specificiteiten van de toe te passen reglementering kent. Ten slotte, wat betreft het financiële vermogen en zelfs de problematiek van de verzekering
burgerlijke aansprakelijkheid van de dienstenonderneming, zou het behoud van de nationale voorschriften noodzakelijk kunnen blijken bij ontstentenis van
specifieke communautaire regels die voldoende dwingend zijn.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10696
DO 2004200502995
DO 2004200502995
Question no 89 de Mme Muriel Gerkens du 28 décembre 2004 (Fr.) au ministre de l’Économie, de
l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 89 van mevrouw Muriel Gerkens van
28 december 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid :
Directive libéralisation du marché de l’électricité.
Richtlijn tot liberalisering van de elektriciteitsmarkt.
À l’occasion des discussions sur le budget 2005 et
votre note de politique générale en commission, je
vous ai posé plusieurs questions qui nécessitaient une
recherche de votre part et auxquelles vous n’avez donc
pu répondre.
Naar aanleiding van de bespreking van de begroting
2005 en van uw beleidsnota in commissie stelde ik een
aantal vragen waarvoor enige opzoekingen nodig
waren en waarop u toen dus het antwoord schuldig
moest blijven.
1. Dans votre note de politique générale, vous dites
que la directive impose à la Belgique des tarifs pluriannuels pour la transmission du gaz et de l’électricité.
Quel est l’article en question ?
1. In uw beleidsnota zegt u dat de richtlijn België
meerjarentarieven oplegt voor de transmissie van
elektriciteit en het transport van aardgas. Welk artikel
van de richtlijn bepaalt dat ?
2. Vous dites également que la vente des capacités
virtuelles devrait être réservée à des clients belges.
2. U poneert voorts dat de verkoop van virtuele
productiecapaciteiten aan Belgische klanten zou
moeten worden voorbehouden.
a) Quelle est la base de cette affirmation ?
a) Waarop is die stelling gebaseerd ?
b) Combien de courant vendu aux enchères a-t-il été
consommé en Belgique et combien exporté vers
d’autres États ? Sans réponse à cette question,
j’estime qu’il est impossible de savoir si la vente
aux enchères des capacités virtuelles a amélioré le
marché belge et encore moins d’en déduire qu’elle
devrait être réservée à des clients belges.
b) Hoeveel van de geveilde stroom werd in België verbruikt en welke hoeveelheid werd uitgevoerd ? We
moeten over die informatie beschikken om te
kunnen oordelen of de veiling van virtuele productiecapaciteiten de Belgische markt ten goede is
gekomen en of het klopt dat best enkel aan Belgische klanten wordt verkocht.
3. Le gouvernement a fait approuver une loi
spéciale parue au Moniteur belge et une loi taxe Elia
via la loi programme de décembre 2004 mais le ministre n’a pas su me donner les recettes communales
dans le secteur de l’électricité de 1999 à 2003 par
région, intercommunale et commune. Pouvez-vous
communiquer ces chiffres ?
3. De regering deed een bijzondere wet goedkeuren
die in het Belgisch Staatsblad is verschenen, alsook een
wet betreffende de Elia-heffing, via de programmawet
van 2004. De minister kon me de gemeentelijke ontvangsten in de elektriciteitssector van 1999 tot 2003 per
Gewest, per intercommunale en per gemeente echter
niet meedelen. Kan u me die cijfers nu bezorgen ?
Réponse du ministre de l’Économie, de l’Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique du
16 février 2005, à la question no 89 de Mme Muriel
Gerkens du 28 décembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van
16 februari 2005, op de vraag nr. 89 van mevrouw
Muriel Gerkens van 28 december 2004 (Fr.) :
1. L’introduction, à partir de 2006, de tarifs
pluriannuels pour le transport de l’électricité et du gaz
naturel répond à la nécessité d’accroı̂tre la stabilité et
la prévisibilité en matière de tarification. Ces exigences
sont prévues notamment par la directive 2003/54/CE
concernant la libéralisation du marché de l’électricité
laquelle requiert de prendre des mesures « pour garantir des tarifs transparents, prévisibles et non discriminatoires pour l’accès aux réseaux » (13e considérant).
Elles sont confirmées, en outre, par cette directive
(article 23, 2. a), et par la directive 2003/55/CE relative
à la libéralisation du marché du gaz naturel (article 25,
2. a), lorsqu’il est stipulé que « ces tarifs, ou méthodologies, doivent permettre de réaliser les investissements
1. De invoering vanaf 2006 van meerjarentarieven
voor het vervoer van elektriciteit en van aardgas beantwoordt aan de behoefte om de tarifering meer te stabiliseren en de verwachtingen daaromtrent beter te
kunnen inschatten. Die vereisten zijn met name ingeschreven in de richtlijn 2003/54/EG betreffende de
liberalisering van de elektriciteitsmarkt die bepaalt dat
maatregelen moeten worden genomen « voor transparante, voorspelbare en niet-discriminerende tarieven
voor de netwerktoegang » (13e considerans). Bovendien worden zij bevestigd door deze richtlijn (artikel 23, 2. a), en door de richtlijn 2003/55/EG betreffende de liberalisering van de aardgasmarkt (artikel 25, 2. a), wanneer bepaald wordt dat « deze tarie-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10697
nécessaires à la viabilité des réseaux », ce qui implique
une certaine permanence dans leurs modalités d’application.
ven of methoden het mogelijk maken dat de noodzakelijke investeringen zodanig worden uitgevoerd dat
zij de rendabiliteit van de netwerken waarborgen »,
hetgeen enige bestendigheid in de nadere regels voor
toepassing impliceert.
Ces exigences de stabilité et de prévisibilité sont
importantes dans le cadre des investissements futurs à
réaliser par les gestionnaires des réseaux de transport
d’électricité et de gaz naturel dans la mesure où un
manque de transparence et de prévisibilité rend plus
délicat le recours à des investisseurs extérieurs. À ce
titre, l’instauration de tarifs pluriannuels peut s’avérer
nécessaire pour donner aux investisseurs des garanties
suffisantes sur les revenus futurs des projets.
Die vereisten inzake stabiliteit en voorspelbaarheid
zijn belangrijk in het kader van de toekomstige investeringen die door de beheerders van de transmissienetten voor elektriciteit en gas dienen te gebeuren aangezien een gebrek aan transparantie en voorspelbaarheid
geen stimulerend effect zal hebben op externe investeerders. In dat opzicht kan de invoering van meerjarentarieven noodzakelijk blijken om de investeerders
voldoende waarborgen te bieden omtrent de toekomstige opbrengsten van de projecten.
En outre, ces tarifs pluriannuels offrent aux utilisateurs du réseau et à leurs clients, les consommateurs
finals, une protection accrue en termes de prix et de
qualité des services. De plus, l’accord gouvernemental
de juillet 2003 prévoit que le gouvernement encouragera les investissements dans le réseau entre autres par
l’introduction de tarifs pluriannuels.
Bovendien bieden deze meerjarentarieven ook aan
de gebruikers van het net en aan hun afnemers, namelijk de eind verbruikers, een grotere bescherming in
termen van prijzen en kwaliteit van de diensten. Daarenboven voorziet het regeerakkoord van juli 2003 dat
de regering de investeringen in het net zal aanmoedigen onder andere door de aanbieding van meerjarentarieven.
2.
a) L’instauration d’un système de mise aux enchères
de capacités virtuelles de production d’électricité a
pour objectif de contribuer au développement du
processus de libéralisation du marché de
l’électricité actuellement en cours en Belgique. Le
développement de la concurrence au niveau des
fournisseurs ne pourra cependant être effectif dans
notre pays que si une partie des quantités d’énergie
fournies au moyen des enchères sont mises à la
disposition des consommateurs finaux belges.
2.
a) De invoering van een systeem waarbij de virtuele
capaciteit van elektriciteitsproductie geveild
wordt, heeft tot doel bij te dragen tot de ontwikkeling van het proces inzake liberalisering van de
elektriciteitsmarkt dat momenteel in België plaatsvindt. De ontwikkeling van het concurrentievermogen bij de leveranciers kan in ons land echter
enkel effectief zijn indien een deel van de energiehoeveelheden die via veiling worden geleverd, ter
beschikking worden gesteld van de Belgische eind
verbruikers.
b) La faculté de réserver une part plus ou moins
importante du volume d’énergie résultant des
mises aux enchères à la clientèle belge est actuellement à l’étude. Cela requiert un examen en profondeur du mécanisme à mettre en œuvre. L’analyse
des résultats des enchères réalisées jusqu’à présent,
notamment quant à l’identification de la clientèle
desservie, constituera l’un des éléments à prendre
en considération avant de prendre une décision en
la matière. La Commission de régulation de
l’électricité et du gaz (CREG) a déjà réalisé en juin
2004 une évaluation de la mise en œuvre des capacités virtuelles de production d’électricité.
b) Momenteel loopt een studie over de mogelijkheid
om een min of meer belangrijk aandeel van de
energie afkomstig van de veiling voor te behouden
aan het Belgisch cliënteel. Dit vereist een diepgaand onderzoek van het mechanisme dat moet
worden uitgewerkt. De analyse van de resultaten
van de tot op heden verrichte veiling, meer bepaald
wat de identificatie van het bediende cliënteel
betreft, zal één van de elementen vormen waarmee
rekening moet worden gehouden bij de besluitvorming. De Commissie voor de regulering van de
elektriciteit en het gas (CREG) heeft reeds in juni
2004 een evaluatie opgemaakt van de invoering
van de virtuele capaciteit op het gebied van de
productie van elektriciteit.
3. En vertu de la loi spéciale du 13 septembre 2004,
l’autorité fédérale peut dorénavant attribuer, après
avis conforme préalable du gouvernement régional
concerné, aux communes de ladite région, le produit
de la cotisation fédérale destinée à compenser la perte
3. Krachtens de bijzondere wet van 13 september
2004 kan de federale overheid voortaan — na conform
voorafgaand advies van de betrokken gewestregering — aan de gemeenten van genoemd gewest de opbrengst toekennen van de federale bijdrage die
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10698
de revenus des communes résultant de la libéralisation
du marché de l’électricité.
bestemd is om het inkomstenverlies te vergoeden dat
de gemeenten lijden ten gevolge van de vrijmaking van
de elektriciteitsmarkt.
La loi-programme du 27 décembre 2004 a fixé le
montant de cette cotisation ainsi que les modalités de
sa perception auprès des gestionnaires des réseaux de
distribution. La répartition du produit de la cotisation
doit faire l’objet de mesures d’exécution à soumettre
pour avis conforme au gouvernement de la région
n’ayant pas octroyé d’exonération aux clients situés
sur son territoire. Lorsque ces mesures auront été
adoptées, il appartiendra à la CREG de demander aux
gestionnaires des réseaux de distribution, situés sur le
territoire de la région concernée, de lui fournir les
éléments d’information nécessaires à la répartition du
produit de la cotisation aux communes. Parmi ces
éléments figureront notamment les dividendes alloués
aux communes par ces gestionnaires de réseaux. Le
ministre ne dispose pas d’informations relatives aux
dividendes commerciaux dans le secteur de distribution de l’électricité de 1999 à 2003. Ces données relèvent de la compétence de ses homologues régionaux.
De programmawet van 27 december 2004 heeft het
bedrag van die bijdrage vastgesteld alsook de nadere
regels inzake de inning ervan bij de distributienetbeheerders. Met betrekking tot de verdeling van de opbrengst van de bijdrage moeten uitvoeringsmaatregelen worden uitgewerkt die voor eensluidend advies
moeten worden voorgelegd aan de regering van het
gewest dat de afnemers op haar grondgebied geen
vrijstelling heeft toegekend. Wanneer die maatregelen
goedgekeurd zijn, zal het de taak van de CREG zijn
aan de distributienetbeheerders die op het grondgebied
van het betrokken gewest gevestigd zijn, te vragen
haar de nodige informatie te verstrekken om de opbrengst van de bijdrage over de gemeenten te verdelen.
Één van die elementen zijn de dividenden die de netbeheerders aan de gemeenten hebben toegekend. De
minister beschikt niet over informatie betreffende de
commerciële dividenden in de sector van de elektriciteitsdistributie voor de jaren 1999 tot 2003. Deze gegevens vallen onder de bevoegdheid van de gewestelijke
ambtgenoten.
Politique scientifique
Wetenschapsbeleid
DO 2003200432170
DO 2003200432170
Question no 24 de Mme Marie Nagy du 17 septembre
2004 (Fr.) à la ministre de l’Économie, de
l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 24 van mevrouw Marie Nagy van 17 september 2004 (Fr.) aan de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Représentation du gouvernement au sein des entreprises, parastataux et autres organismes.
Vertegenwoordiging van de regering in bedrijven,
parastatalen en andere organen.
1. Dans quels parastataux, entreprises, organismes,
etc., votre département a-t-il désigné un commissaire,
un délégué ou représentant du gouvernement ?
1. In welke parastatalen, bedrijven, organen en
dergelijke heeft uw departement een commissaris, een
afgevaardigde of een vertegenwoordiger van de regering aangesteld ?
2. Quelle est la base légale ou réglementaire de ses
compétences ?
2. Wat is de wettelijke of de reglementaire grondslag van zijn bevoegdheden ?
3. Quelle est la base légale ou réglementaire de ses
rémunérations et quel en est le montant ?
3. Wat is de wettelijke of de reglementaire grondslag van zijn bezoldiging en hoeveel bedraagt die ?
4. Quelle est la procédure mise en place entre vous
et cette personne du point de vue des instructions
données et de leur suivi, de la participation aux
réunions, du rapportage, etc. ?
4. Welke praktische afspraken werden tussen uw
departement en die afgevaardigde gemaakt in verband
met de te volgen onderrichtingen en de bijhorende
follow-up, de deelname aan vergaderingen, het opstellen van verslagen, enzovoort ?
5.
a) Combien y a-t-il eu de suspensions de décisions par
votre commissaire ou représentant du gouvernement depuis le début de la législature ?
5.
a) Hoeveel beslissingen heeft uw commissaris of vertegenwoordiger sinds het begin van de regeerperiode geschorst ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10699
b) Dans quels cas et pourquoi ?
b) In welke gevallen en op grond waarvan ?
c) La suspension a-t-elle été confirmée par vous ?
c) Heeft u die schorsing(en) bekrachtigd ?
Réponse de la ministre de l’Économie, de l’Énergie,
du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
du 15 février 2005, à la question no 24 de Mme Marie
Nagy du 17 septembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van
15 februari 2005, op de vraag nr. 24 van mevrouw
Marie Nagy van 17 september 2004 (Fr.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à
sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar
vraag te vinden.
1. L’association sans but lucratif « Service social »
est le seul organisme relevant de ma compétence au
sein duquel je suis représenté par le chef de service des
Ressources humaines de la Politique scientifique fédérale.
1. De vereniging zonder winstoogmerk « Sociale
dienst » is het enige orgaan waarvoor ik bevoegd ben
waarin ik word vertegenwoordigd door het hoofd van
de dienst Human resources van het Federaal Wetenschapsbeleid.
2. La désignation de mon représentant, en tant que
ministre de la Politique scientifique, a été établie par
l’arrêté ministériel du 22 décembre 1995.
2. De aanwijzing van mijn vertegenwoordiger, als
minister van Wetenschapsbeleid, kwam er via het
ministerieel besluit van 22 december 1995.
3. Il n’y a aucune modification ni administrative ni
pécuniaire pour les membres du personnel de la Politique scientifique fédérale mis à la disposition de l’association sans but lucratif.
3. Er gelden dezelfde regelingen op bestuurlijk en
bezoldigingsvlak voor de personeelsleden van het
Federaal Wetenschapsbeleid ter beschikking gesteld
van de vereniging zonder winstoogmerk.
4. Le chef de service des Ressources humaines de la
Politique scientifique fédérale a accès, pour l’exercice
de sa fonction, à tous les documents du Service social
(sauf aux dossiers personnels des bénéficiaires d’une
aide individuelle) et participe de plein droit, avec voix
consultative, aux réunions du conseil d’administration, de l’assemblée générale et des autres organes de
l’association.
4. Het hoofd van de dienst Human resources van
het Federaal Wetenschapsbeleid heeft, voor de uitoefening van zijn functie, toegang tot alle documenten van
de Sociale Dienst (behalve tot de persoonlijke dossiers
van diegenen die individuele hulp krijgen) en neemt,
van rechtswege, met raadgevende stem deel aan de vergaderingen van de raad van bestuur, de algemene vergadering en de andere organen van de vereniging.
5. Aucune.
5. Geen.
DO 2004200503051
DO 2004200503051
Question no 42 de M. Francis Van den Eynde du
12 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Économie,
de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique :
Vraag nr. 42 van de heer Francis Van den Eynde van
12 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Bibliothèque royale. — Exposition. — Législation
linguistique.
Koninklijke Bibliotheek. — Tentoonstelling. — Taalwetgeving.
Du mois de septembre au mois d’octobre 2004, la
Bibliothèque Royale accueillait une exposition dont
l’affiche devait manifestement être libellée dans les
deux langues, néerlandais et français, en tout cas pour
ce qui concernait les informations relatives au lieu, à la
date et aux heures d’ouverture de l’exposition.
De Koninklijke Bibliotheek zette van september tot
oktober 2004 een tentoonstelling op het getouw, waarvan de affiche, zo te zien, tweetalig bedoeld was,
Nederlands en Frans, tenminste wat de gegevens van
plaats, tijdstip en openingsuren betreft.
Toutefois, alors que ces données apparaissaient
distinctement en caractères jaune clair sur fond vert
foncé en français, le texte néerlandais de couleur
violette était beaucoup moins lisible.
Terwijl echter de Franstalige gegevens op de
donkergroene achtergrond in lichtgeel goed uitkwamen, zijn de Nederlandstalige gegevens in het paars
veel minder zichtbaar.
L’intitulé de l’exposition, « Le livre et l’estampe —
50 printemps » ainsi que l’association organisatrice, la
De titel van de tentoonstelling : « Le livre et
l’estampe — 50 printemps » en de vereniging die erach-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10700
« Société royale des bibliophiles et iconophiles de
Belgique » étaient mentionnés exclusivement en français.
ter zit, de « Société royale des bibliophiles et iconophiles de Belgique » worden uitsluitend in het Frans vermeld.
1. Estimez-vous que la législation linguistique a été
respectée en l’espèce ?
1. Bent u van mening dat dit allemaal wel in overeenstemming is met de taalwet ?
2. Une publicité qui n’était pas parfaitement bilingue n’a-t-elle pas eu un effet contre-productif pour le
succès de l’exposition ?
2. Is het voor de tentoonstelling niet contraproductief dat de publiciteit die er rond gemaakt wordt niet
perfect tweetalig is ?
Réponse de la ministre de l’Économie, de l’Énergie,
du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
du 16 février 2005, à la question no 42 de M. Francis
Van den Eynde du 12 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van
16 februari 2005, op de vraag nr. 42 van de heer Francis Van den Eynde van 12 januari 2005 (N.) :
1. Ce n’est pas la Bibliothèque royale de Belgique
(BR) qui est à l’initiative de l’événement en question;
l’association francophone « Société royale des bibliophiles et iconophiles de Belgique » a loué à cet effet une
salle à la BR.
1. Het is niet de Koninklijke Bibliotheek van België
(KB) die de bewuste tentoonstelling heeft op het
getouw gezet; de Franstalige vereniging « Société
royale des bibliophiles et iconophiles de Belgique »
heeft hiervoor een zaal in de KB afgehuurd.
Les lieu et date de l’exposition apparaissent dans les
deux langues nationales sur l’affiche. L’impression du
lieu apparaı̂t en jaune aussi bien en néerlandais qu’en
français. Pour la date, le graphiste a choisi la couleur
violette, moins lumineuse, pour le néerlandais. La
législation linguistique n’a pas encore prévu de disposition particulière concernant l’emploi des couleurs sur
les imprimés, comme il n’y a pas d’obligation de bilinguisme au niveau publicitaire.
Plaats en datum van de tentoonstelling komen in
beide landstalen op de affiche voor. De plaats is zowel
in het Nederlands als in het Frans in het geel gedrukt.
De graficus opteerde voor de datum in het Nederlands
voor het minder zichtbare paars. De taalwetgeving
voorziet nog niet in specifieke bepalingen in verband
met het gebruik van kleuren voor drukwerk. Wat
reclamedrukwerk betreft is het evenmin verplicht tegelijk het Nederlands en het Frans te gebruiken.
Ainsi, par exemple, la « Vlaamse Vereniging voor
Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen » fait des
annonces uniquement en néerlandais concernant les
colloques qu’elle tient à la BR. Aussi bien les participants que les visiteurs sont toutefois accueillis dans les
deux langues nationales lors de toute exposition et
activité organisées par des tiers à la BR.
Zo zijn bijvoorbeeld de aankondigingen voor de
colloquia die de « Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen » in de KB
houdt uitsluitend in het Nederlands. Op tentoonstellingen en activiteiten die derden in de KB organiseren,
worden deelnemers en bezoekers evenwel in beide
landstalen verwelkomd.
2. C’est de la responsabilité de l’association organisatrice, in casu la « Société royale des bibliophiles et
iconophiles de Belgique » d’annoncer ses activités en
français ou dans les deux langues nationales. La BR
peut seulement demander, sans pouvoir exiger, que la
publicité relative aux événements organisés en son
sein, se fasse de préférence en français et en néerlandais. Mais il revient toujours aux associations concernées de juger de la pertinence de ce genre de sollicitation.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de organiserende vereniging, in casu de « Société royale des
bibliophiles et iconophiles de Belgique », haar activiteiten in het Frans of in beide landstalen aan te kondigen. De KB kan alleen vragen, zonder te kunnen eisen,
dat voor evenementen die in de instelling plaatsvinden
bij voorkeur reclame in het Nederlands en het Frans
wordt gemaakt. Het zijn evenwel nog altijd de betrokken verenigingen zelf die moeten oordelen of dergelijk
verzoek relevant is.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10701
Ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
DO 2004200502440
DO 2004200502440
Question no 181 de M. Guido De Padt du 18 octobre
2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique :
Vraag nr. 181 van de heer Guido De Padt van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid :
Organisations syndicales. — Fonctionnaires détachés.
— Indemnités complémentaires. — Cotisations de
sécurité sociale.
Syndicale organisaties. — Gedetacheerde ambtenaren.
— Aanvullende vergoedingen. — Socialezekerheidsbijdragen.
Il me revient que les indemnités complémentaires
versées par les organisations syndicales aux fonctionnaires détachés par les pouvoirs publics ne sont pas
soumises aux cotisations de sécurité sociale. Cette
situation se justifierait par l’absence de contrat de
travail entre le fonctionnaire détaché et le syndicat
auprès duquel il est détaché. L’absence de contrat de
travail signifierait dès lors qu’aucun salaire n’est versé
et qu’aucune cotisation sociale n’est ainsi due. Les
fonctionnaires concernés sont dès lors pénalisés au
niveau de la constitution de leurs droits à la pension.
Cette situation contraste avec la volonté du gouvernement de soumettre les jetons de présence des administrateurs publics à la sécurité sociale.
Vastgesteld wordt dat de aanvullende vergoedingen
die de syndicale organisaties uitkeren aan de door de
overheid gedetacheerde ambtenaren, niet aan socialezekerheidsbijdragen worden onderworpen. Men motiveert dit op grond van het feit dat er geen arbeidsovereenkomst bestaat tussen de gedetacheerde en de vakbond waarnaar hij gedetacheerd werd : het gebrek aan
arbeidsovereenkomst zou betekenen dat er geen loon
wordt uitbetaald, zodat ook geen sociale bijdragen
verschuldigd zijn. De betrokken ambtenaren missen
aldus een stuk pensioenopbouw. Een en ander staat in
contrast met de intentie van de regering om de zitpenningen van overheidsbestuurders aan de sociale zekerheid te onderwerpen.
1. Combien de fonctionnaires fédéraux, ventilés par
SPF et par rôle linguistique, ont-ils été détachés auprès
d’une organisation syndicale (données les plus récentes) ?
1. Hoeveel federale ambtenaren, opgesplitst per
FOD en per taalrol zijn naar een syndicale organisatie
gedetacheerd (meest recente gegevens) ?
2. Si les indemnités complémentaires accordées aux
fonctionnaires en question étaient soumises à la sécurité sociale, à quel montant sont estimées les recettes
qui en découleraient pour la caisse de sécurité sociale ?
2. Op hoeveel wordt de opbrengst voor de sociale
zekerheidskas geraamd indien de aan deze ambtenaren
uitgekeerde aanvullende vergoedingen aan de sociale
zekerheid zouden worden onderworpen ?
3. Sur la base de quel fondement légal ou juridique
aucune cotisation sociale n’est-elle prélevée sur les
indemnités complémentaires susvisées ?
3. Op grond van welke wettelijke motieven en/of
rechtsgronden worden geen sociale bijdragen geheven
op voormelde aanvullende vergoedingen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique du 15 février 2005, à la question no 181
de M. Guido De Padt du 18 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid van 15 februari 2005, op de vraag
nr. 181 van de heer Guido De Padt van 18 oktober
2004 (N.) :
J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre
qu’il trouvera ci-dessous les éléments de réponse à sa
question.
Ik heb de eer aan het geachte lid te laten weten dat
hij hieronder het antwoord op zijn vraag vindt.
Pour rappel, celle-ci concerne les indemnités octroyées aux fonctionnaires détachés en tant que délégués permanents auprès des organisations syndicales
conformément aux dispositions de l’article 73 de
l’arrêté royal du 28 septembre 1984 portant exécution
Ter herinnering, deze vraag betrof de vergoedingen
toegekend aan de ambtenaren gedetacheerd als vaste
afgevaardigden bij de vakverenigingen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 73 van het koninklijk
besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1352
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10702
de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations
entre les autorités publiques et les syndicats des agents
relevant de ces autorités.
wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar
personeel.
Comme mon collègue M. Christian Dupont, ministre de la Fonction publique, vous a répondu, ces
membres du personnel sont agréés en tant que délégués permanents à la demande de leur organisation
syndicale par l’autorité dont ils relèvent et sont mis à
la disposition de l’organisation syndicale. Ils obtiennent dès lors de plein droit un congé syndical et quittent dès lors leur administration mais ils sont réputés
rester en activité de service.
Zoals mijn collega, de heer Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken, u heeft geantwoord,
worden deze personeelsleden op vraag van hun vakorganisatie door de overheid waaronder ze ressorteren
erkend als vaste afgevaardigden en worden ze ter
beschikking gesteld van hun vakorganisatie. Ze krijgen dan van rechtswege vakbondsverlof en verlaten
hun bestuur, maar ze worden wel geacht in actieve
dienst te blijven.
En vertu de l’article 77, § 1er, de l’arrêté royal
précité du 28 septembre 1984, ils conservent leur droit
au traitement à charge de l’autorité dont ils relèvent.
Krachtens artikel 77, § 1, van voornoemd koninklijk besluit van 28 september 1984, behouden ze het
recht op hun wedde ten laste van de overheid waaronder ze ressorteren.
Pour répondre à la première question, en ce qui
concerne le Service public fédéral Sécurité sociale, trois
agents sont actuellement agréés en tant que délégués
permanents auprès d’organisations syndicales : l’un est
inscrit au rôle linguistique néerlandais, les deux autres
au rôle français.
Om te antwoorden op de eerste vraag, zijn er
momenteel wat de Federale Overheidsdienst Sociale
Zekerheid betreft drie personeelsleden erkend als vaste
afgevaardigden bij vakorganisaties : één is ingeschreven op de Nederlandse taalrol, de twee andere zijn
ingeschreven op de Franse taalrol.
Étant donné que l’agrément d’un membre du
personnel relève individuellement de chaque autorité,
il convient dès lors de solliciter chacune d’entre elles
pour connaı̂tre le nombre total de fonctionnaires fédéraux ainsi détachés.
Aangezien de erkenning van een personeelslid individueel afhankelijk is van elke overheid, dient bij elke
overheid navraag te worden gedaan om het totaal aantal aldus gedetacheerde ambtenaren te kennen.
Les données relatives à la seconde question ne sont
pas disponibles pour le moment.
De gegevens met betrekking tot de tweede vraag zijn
niet beschikbaar voor het ogenblik.
Pour répondre à la troisième question, comme indiqué ci-dessus, le droit au traitement du fonctionnaire
détaché reste à charge de l’autorité dont il relève. Il a
été néanmoins prévu que les organisations syndicales
pouvaient octroyer des indemnités complémentaires à
ces délégués permanents. Ces indemnités complémentaires ne sont toutefois pas considérées dans l’état
actuel de la législation comme de la rémunération en
tant que telle mais relèvent d’un caractère « sui generis » qui ne permet pas le prélèvement par l’Office
national de sécurité sociale de cotisations sociales.
Om op de derde vraag te antwoorden, zoals hierboven reeds vermeld, blijft het recht op de wedde van de
gedetacheerde ambtenaar ten laste van de overheid
waaronder hij ressorteert. Er werd echter voorzien dat
de vakorganisaties aanvullende vergoedingen konden
toekennen aan deze vaste afgevaardigden. Deze aanvullende vergoedingen worden in de wetgeving zoals
ze vandaag is echter niet beschouwd als loon als
dusdanig, maar maken deel uit van een « sui generis »
karakter, waardoor de Rijksdienst voor sociale zekerheid geen sociale bijdragen kan afhouden.
En effet, il ressort d’un arrêt de la Cour de Travail
de Liège du 11 février 1988 qu’il ne peut exister un
contrat de travail entre le fonctionnaire détaché et l’organisation syndicale auprès de laquelle il est détaché. Il
en découle que les organisations syndicales ne peuvent
être considérées comme employeur de ces fonctionnaires détachés et ne sont dès lors pas redevables de cotisations sociales sur ces indemnités complémentaires.
Uit een arrest van het Arbeidshof van Luik van
11 februari 1988 blijkt immers dat er geen arbeidsovereenkomst kan bestaan tussen de gedetacheerde ambtenaar en de vakorganisatie waarbij hij is gedetacheerd.
Daaruit volgt dat de vakorganisaties niet kunnen
worden beschouwd als werkgever van deze gedetacheerde ambtenaren en dus geen sociale bijdragen verschuldigd zijn op deze aanvullende vergoedingen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10703
DO 2004200502731
DO 2004200502731
Question no 202 de M. Jo Vandeurzen du 23 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et
de la Santé publique :
Vraag nr. 202 van de heer Jo Vandeurzen van
23 november 2004 (N.) aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Assurance dépendance. — Répartition des compétences. — Position de la Cour d’arbitrage et de
l’Union européenne.
Zorgverzekering. — Bevoegdheidsverdeling. — Visie
Arbitragehof en EU.
La Flandre dispose d’une assurance dépendance. La
Cour d’arbitrage estime que l’organisation de cette
assurance dépendance relève en effet de la compétence
de l’entité fédérée. L’Union européenne estime quant à
elle que l’assurance dépendance relève du domaine de
la sécurité sociale.
Vlaanderen beschikt over een zorgverzekering.
Volgens het Arbitragehof behoort de organisatie van
deze zorgverzekering inderdaad tot de bevoegdheid
van de deelstaat. Volgens Europa behoort de zorgverzekering tot het domein van de sociale zekerheid.
1. Pouvez-vous expliquer pourquoi on considère en
Belgique que l’assurance dépendance relève de la
compétence des entités fédérées alors que
l’Union européenne considère quant à elle que
l’assurance dépendance relève du domaine de la sécurité sociale ?
1. Kan u verduidelijken waarom dat langs de ene
kant in België de zorgverzekering kan behoren tot de
bevoegdheid van de deelstaten en langs de andere kant
volgens de Europese inzichten de zorgverzekering
behoort tot het domein van de sociale zekerheid ?
2.
a) Comment peut-on définir, selon le point de vue de
l’Union européenne, ce qui relève de la sécurité
sociale ?
2.
a) Hoe kan volgens Europese inzichten gedefinieerd
worden wat sociale zekerheid is ?
b) Est-ce tributaire du mode de perception de la
prime ?
b) Is dat afhankelijk van de manier waarop de premie
geı̈nd wordt ?
c) Quels sont les critères prépondérants à cet égard ?
c) Wat zijn daarvoor de doorslaggevende criteria ?
3. Quels aspects relatifs à l’organisation de la sécurité sociale relèvent de la compétence des entités fédérées ?
3. Wat wordt tot de bevoegdheid van de deelstaten
gerekend met betrekking tot de organisatie van de
sociale zekerheid ?
4. Comment définir dans ce cas ce qu’est la sécurité
sociale ?
4. Hoe wordt in dit geval de sociale zekerheid gedefinieerd ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique du 18 février 2005, à la question no 202
de M. Jo Vandeurzen du 23 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid van 18 februari 2005, op de vraag
nr. 202 van de heer Jo Vandeurzen van 23 november
2004 (N.) :
En réponse aux questions 1 et 2 de l’honorable
membre, je puis communiquer ce qui suit.
In antwoord op vragen 1 en 2, kan ik het geachte lid
het volgende meedelen.
Comme il a été confirmé par la Cour d’Arbitrage,
l’assurance soins visée par le décret de la Communauté
flamande du 30 mars 1999 portant organisation de
l’assurance
soins,
appelée
aussi
assurance
« dépendance », relève de la compétence des communautés. L’assurance soins tombe aussi dans le champ
d’application du règlement 1408/71.
De zorgverzekering bedoeld bij het decreet van de
Vlaamse Gemeenschap van 30 maart 1999 houdende
de organisatie van de zorgverzekering, ook
« afhankelijkheidsverzekering » genoemd, behoort
inderdaad, zoals bevestigd door het Arbitragehof, tot
de bevoegdheid van de gemeenschappen. De zorgverzekering valt ook binnen het toepassingsgebied van
verordening 1408/71.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10704
Au niveau européen, la sécurité sociale est définie à
l’article 4 du règlement 1408/71. Cet article dispose
que :
Volgens Europese inzichten wordt sociale zekerheid
gedefinieerd in artikel 4 van verordening 1408/71. Dit
artikel luidt als volgt :
« Le présent règlement s’applique à toutes les législations relatives aux branches de sécurité sociale qui
concernent :
« Deze verordening is van toepassing op alle wettelijke
regelingen betreffende de volgende takken van sociale
zekerheid :
a) les prestations de maladie et de maternité;
a) prestaties bij ziekte en moederschap;
b) les prestations d’invalidité, y compris celles qui
sont destinées à maintenir ou à améliorer la
capacité de gain;
b) prestaties bij invaliditeit, met inbegrip van die
tot instandhouding of verbetering van de verdiencapaciteit;
c) les prestations de vieillesse;
c) uitkeringen bij ouderdom;
d) les prestations de survivants;
d) uitkeringen aan nagelaten betrekkingen;
e) les prestations d’accident du travail et de maladie professionnelle;
e) prestaties bij arbeidsongevallen en beroepsziekten;
f) les allocations de décès;
f) uitkeringen bij overlijden;
g) les prestations de chômage;
g) werkloosheidsuitkeringen;
h) les prestations familiales. »
h) gezinsbijlagen. »
La définition européenne a trait à la coordination
des régimes de sécurité sociale des différents états. Par
conséquent, elle ne peut pas être utilisée en tant que
telle pour délimiter des compétences à l’intérieur d’un
état.
De Europese definitie heeft betrekking op de coördinatie van sociale zekerheidssystemen van verschillende
staten. Daardoor kan ze niet als zodanig gebruikt
worden om bevoegdheden af te bakenen binnenin een
staat.
En réponse aux questions 3 et 4 de l’honorable
membre, je puis communiquer ce qui suit.
In antwoord op vragen 3 en 4, kan ik het geachte lid
het volgende meedelen.
Les compétences des communautés en matière de
politique de santé sont énumérées à l’article 5, § 1er, de
la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août
1980.
De bevoegdheden van de gemeenschappen wat
betreft het gezondheidsbeleid worden opgesomd in
artikel 5, § 1, van de bijzondere wet tot hervorming
der instellingen van 8 augustus 1980.
DO 2004200502761
DO 2004200502761
Question no 209 de M. Guy D’haeseleer du 7 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et
de la Santé publique :
Vraag nr. 209 van de heer Guy D’haeseleer van
7 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid :
Cotisations ONSS sur les indemnités complémentaires
payées par les syndicats aux travailleurs détachés.
RSZ-bijdragen op aanvullende vergoedingen die door
de vakbonden worden betaald aan hun gedetacheerde werknemers.
Les syndicats disposent d’un grand nombre de
travailleurs détachés auxquels ils payent, outre leur
rémunération des pouvoirs publics, des indemnités
complémentaires. Selon différentes sources, un grand
nombre de syndicats ne déclarent pas ces indemnités
complémentaires à l’ONSS. Une certaine confusion
règne en ce qui concerne cette réglementation.
Vakbonden beschikken over vele gedetacheerde
werknemers aan wie zij naast hun overheidswedde
nog aanvullende vergoedingen betalen. Uit verschillende bronnen blijkt dat vele vakbonden deze aanvullende vergoedingen niet aangeven bij de RSZ. Er blijkt
nogal wat onduidelijkheid te bestaan over deze regeling.
1. Les indemnités complémentaires payées par les
syndicats à leurs travailleurs détachés sont-elles soumises aux cotisations de l’ONSS ?
1. Kan u meedelen of aanvullende vergoedingen die
vakbonden uitbetalen aan hun gedetacheerde werknemers onderworpen zijn aan de RSZ-bijdragen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10705
2. Sur quelles dispositions légales fondez-vous votre
position ?
2. Op welke wettelijke bepalingen baseert u zich ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique du 15 février 2005, à la question no 209
de M. Guy D’haeseleer du 7 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid van 15 februari 2005, op de vraag
nr. 209 van de heer Guy D’haeseleer van 7 december
2004 (N.) :
J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre
qu’une question analogue portant le numéro 181 du
18 octobre 2004 a été posée par son collègue l’honorable membre Guido De Padt à laquelle réponse a été
donnée (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005,
no 66, p. 10701).
Ik heb de eer het geachte lid te laten weten dat een
soortgelijke vraag met nummer 181 van 18 oktober
2004 werd gesteld door zijn collega het geachte lid
Guido De Padt, waarop een antwoord werd gegeven
(Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66,
blz. 10701).
DO 2004200502860
DO 2004200502860
Question no 217 de M. Jo Vandeurzen du 10 décembre
2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique :
Vraag nr. 217 van de heer Jo Vandeurzen van
10 december 2004 (N.) aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Secteur horeca. — Prestations « supplémentaires ». —
Cotisations de sécurité sociale.
Horecasector. — « Extra » prestaties. — Sociale zekerheidsbijdragen.
Dans le secteur horeca, il existe un système suivant
lequel, pour les prestations « supplémentaires » effectuées par des travailleurs employés les jours d’activité
très intense, les cotisations de sécurité sociale ne sont
calculées que forfaitairement.
In de horecasector is er een systeem waarbij voor
zogenaamde « extra » prestaties van werknemers die
ingezet worden op « piekdagen », de sociale zekerheidsbijdrage enkel op forfaitaire wijze wordt berekend.
1. Ne pourrait-on envisager de faire en sorte que le
paiement des impôts sur ces prestations s’effectue lui
aussi, exclusivement, par le biais du précompte professionnel versé par l’employeur ?
1. Kan niet worden overwogen om ook de betaling
van de belastingen op deze prestaties uitsluitend te
laten gebeuren via de bedrijfsvoorheffing die gestort
wordt door de werkgever ?
2. Un tel traitement fiscal du revenu n’existe-t-il pas
déjà pour le travail saisonnier dans l’horticulture et
dans le secteur du jardin ?
2. Bestaat een dergelijke fiscale behandeling van het
inkomen reeds niet voor de seizoensarbeid in de tuinbouw en tuinsector ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique du 18 février 2005, à la question no 217
de M. Jo Vandeurzen du 10 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid van 18 februari 2005, op de vraag
nr. 217 van de heer Jo Vandeurzen van 10 december
2004 (N.) :
L’objet de la question relève de la compétence de
mon collègue M. Reynders, ministre des Finances.
(Question no 650 du 21 février 2005.)
Het onderwerp van de vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega de heer Reynders, minister van
Financiën. (Vraag nr. 650 van 21 februari 2005.)
DO 2004200502866
DO 2004200502866
Question no 220 de M. Jo Vandeurzen du 10 décembre
2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique :
Vraag nr. 220 van de heer Jo Vandeurzen van
10 december 2004 (N.) aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Secteur horeca. — Étudiants jobistes. — Réglementation Dimona.
Horecasector.
regelgeving.
1. Les étudiants jobistes relèvent-ils du champ
d’application de la réglementation Dimona, même s’ils
n’effectuent que des prestations « supplémentaires » ?
1. Vallen jobstudenten wel onder de dimonaregelgeving, ook als ze uitsluitend « extra » prestaties
verrichten ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
—
Jobstudenten.
—
Dimona-
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10706
2. Cela signifie-t-il qu’une déclaration doit être
effectuée au début et à la fin de la relation de travail
pour chaque appel ?
2. Betekent dit dat er voor elke oproep een aangifte
moet gebeuren in in- en uitdienst ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique du 18 février 2005, à la question no 220
de M. Jo Vandeurzen du 10 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid van 18 februari 2005, op de vraag
nr. 220 van de heer Jo Vandeurzen van 10 december
2004 (N.) :
1. En réponse à votre question, je peux vous
communiquer que l’article 1er de l’arrêté royal du
5 novembre 2002 instaurant une déclaration immédiate de l’emploi généralise le système existant de
déclaration immédiate à l’ensemble des employeurs et
travailleurs. Pour tous les travailleurs qu’ils occupent,
les employeurs doivent donc faire une déclaration
immédiate de l’emploi, indépendamment du type de
contrat de travail.
1. In antwoord op uw vraag kan ik u meedelen dat
artikel 1 van het koninklijk besluit van 5 november
2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van
tewerkstelling het reeds bestaande systeem van onmiddellijke aangifte veralgemeent tot alle werkgevers en
werknemers. De werkgevers moeten dus voor al de
werknemers die zij tewerkstellen, ongeacht het type
van de arbeidsovereenkomst, een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling doen.
L’article 3 de cet arrêté royal prévoit toutefois une
série d’exceptions. Sont ainsi exclus du champ d’application :
Artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit bevat
evenwel een aantal uitzonderingen. Worden aldus van
het toepassingsgebied uitgesloten :
— les marins de la marine marchande;
— de zeelieden ter koopvaardij;
— les travailleurs qui accomplissent un travail occasionnel;
— werknemers die occasionele arbeid verrichten;
— les travailleurs qui fournissent des prestations de
travail dans le cadre d’un contrat de travail ALE;
— werknemers die arbeidsprestaties verrichten in het
kader van een PWA-arbeidsovereenkomst;
— les travailleurs occupés moins de 25 jours par an
dans le secteur socioculturel;
— werknemers die minder dan 25 dagen per jaar zijn
tewerkgesteld in de socio-culturele sector;
— les bénévoles;
— vrijwilligers;
— les domestiques aux prestations réduites qui ne
logent pas sur place;
— niet-inwonende dienstboden met beperkte prestaties;
— les travailleurs occasionnels dans le secteur horticole et l’horeca;
— gelegenheidswerknemers in de tuinbouwsector en
de horeca;
— les stagiaires qui accomplissent des prestations
dans les limites de leur contrat de stage.
— stagiairs die prestaties verrichten binnen de grenzen van hun stageovereenkomst.
Il en résulte logiquement que la réglementation
DIMONA est en principe applicable aux étudiants.
Logischerwijze volgt hieruit dat studenten principieel onder de DIMONA-regelgeving vallen.
La question se pose toutefois de savoir si cette réglementation est également applicable lorsqu’ils sont
occupés comme travailleurs « supplémentaires ».
De vraag rijst echter of deze regelgeving ook van
toepassing is wanneer zij als « extra » worden tewerkgesteld.
Lorsqu’un étudiant est occupé comme travailleur
occasionnel dans les secteurs agricole, horticole ou
horeca, la déclaration immédiate obligatoire lui est
toujours applicable.
Wanneer een student als gelegenheidswerknemer
wordt tewerkgesteld in de landbouw-, de tuinbouw- of
de horecasector, valt hij steeds onder de verplichte
onmiddellijke aangifte.
L’obligation générale d’une déclaration immédiate
de l’emploi pour les étudiants résulte de l’objectif de
l’arrêté royal du 5 novembre 2002, à savoir la suppression de l’envoi obligatoire d’une copie du contrat de
travail d’étudiants à l’Inspection des lois sociales.
De verplichting om voor studenten altijd een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling te doen vloeit voort
uit de bedoeling van het koninklijk besluit van
5 november 2002 om de verplichte toezending van een
kopie van de arbeidsovereenkomst voor studenten aan
de Inspectie van de sociale wetten af te schaffen.
2. Je peux communiquer à l’honorable membre que
l’employeur doit faire une déclaration immédiate de
2. Ik kan het geachte lid meedelen dat de werkgever
voor elke indiensttreding een onmiddellijke aangifte
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10707
l’emploi pour chaque engagement. Conformément à
l’article 8 de l’arrêté royal du 5 novembre 2002, cette
déclaration immédiate doit se faire au plus tard au
moment où le travailleur débute ses prestations.
van tewerkstelling moet doen. Overeenkomstig artikel 8 van het koninklijk besluit van 5 november 2002
gebeurt deze onmiddellijke aangifte ten laatste op het
moment waarop de werknemer zijn prestaties aanvat.
L’employeur doit également déclarer chaque fin
d’occupation. L’article 9 du même arrêté royal dispose
que cette déclaration doit se faire au plus tard le
premier jour ouvrable suivant la fin de l’occupation
déclarée.
De werkgever moet ook elke uitdiensttreding aangeven. Artikel 9 van hetzelfde koninklijk besluit bepaalt
dat dit uiterlijk op de eerste werkdag die volgt op de
beëindiging van de aangegeven tewerkstelling moet
gebeuren.
Toutefois, cette obligation ne vaut pas pour les
étudiants. L’article 7 de l’arrêté royal précité précise
que la date de fin de l’exécution du contrat doit déjà
être communiquée lors de la déclaration d’engagement
d’un étudiant. L’article 9, alinéa 2, de l’arrêté royal
précité dispense dès lors l’employeur de faire une
déclaration de fin d’occupation lorsqu’il occupe un
étudiant.
Bij tewerkstelling van studenten geldt deze laatste
verplichting echter niet. Artikel 7 van voornoemd
koninklijk besluit stelt dat de datum van het einde van
de uitvoering van de overeenkomst reeds bij de aangifte van indiensttreding van een student moet worden
meegedeeld. Artikel 9, tweede lid, van voornoemd
koninklijk besluit ontheft de werkgever dan ook van
de verplichting om een aangifte van uitdiensttreding te
doen indien hij een student tewerkstelt.
Enfin, je voudrais signaler à l’honorable membre
que la déclaration immédiate de l’emploi n’est pas une
déclaration de contrat. La relation de travail entre un
employeur et un travailleur l’emporte. Dès lors, une
déclaration DIMONA ne sera nécessaire que
lorsqu’une relation de travail naı̂t ou prend fin.
Ten slotte wijs ik de geachte lid erop dat de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling geen aangifte van
een overeenkomst is. Wat primeert is de arbeidsrelatie
tussen een werkgever en een werknemer. Een nieuwe
DIMONA-melding zal dan ook enkel nodig zijn waar
een arbeidsrelatie ontstaat of wordt beëindigd.
DO 2004200503000
DO 2004200503000
Question no 236 de M. Koen Bultinck du 29 décembre
2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique :
Vraag nr. 236 van de heer Koen Bultinck van
29 december 2004 (N.) aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Opérations de l’estomac dans le cadre de la lutte
contre la surcharge pondérale.
Maagoperaties in het kader van de bestrijding van
overgewicht.
Une étude réalisée par les Mutualités indépendantes
révèle une augmentation importante du nombre
d’opérations de l’estomac et cela dans le cadre de la
lutte contre la surcharge pondérale.
Volgens een studie van het Onafhankelijk Ziekenfonds is er een enorme stijging te zien in de sector van
maagoperaties in het kader van de bestrijding van
overgewicht.
L’intervention la plus fréquente est évidemment la
pose d’un anneau.
De meest populaire ingreep is uiteraard het plaatsen
van een maagring.
L’assurance maladie n’autorise ce type d’opération
que dans le cas d’un indice de masse corporelle très
élevé.
De ziekteverzekering laat het plaatsen van een
maagring alleen toe bij het overschrijden van een vrije
hoge BMI.
1. Disposez-vous de données qui confirment cette
étude, et donc l’augmentation du nombre d’opérations
de l’estomac ?
1. Beschikt u over gegevens die deze studie — en
dus de stijging van maagoperaties — bevestigen ?
2. Quelles sont les répercussions financières de cette
augmentation pour l’assurance maladie ?
2. Kan u de financiële repercussies voor de ziekteverzekering van deze stijging meedelen ?
3. Pouvez-vous expliquer cette augmentation ?
3. Heeft u een verklaring voor deze stijging ?
4. Disposez-vous de données scientifiques relatives
aux risques liés à la pose d’anneaux stomacaux ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
4. Beschikt u over wetenschappelijke gegevens met
betrekking tot de risico’s van het plaatsen van deze
maagringen ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10708
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique du 18 février 2005, à la question no 236
de M. Koen Bultinck du 29 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid van 18 februari 2005, op de vraag
nr. 236 van de heer Koen Bultinck van 29 december
2004 (N.) :
Actuellement, la nomenclature ne prévoit aucun
critère d’IMC (indice de masse corporelle). Cependant, un projet de modification de nomenclature
existe, actuellement pendant au Conseil technique
médical. Ce projet comprend des prestations spécifiques de chirurgie bariatrique pour lesquelles des critères d’attestation seraient en vigueur, dont entre autres
un IMC ≥ 40.
Momenteel zijn er geen BMI (body mass index) criteria voorzien in de nomenclatuur. Er is echter een ontwerp van nomenclatuurwijziging hangende in de technische geneeskundige raad waarin specifieke verstrekkingen voor bariatrische heelkunde worden ingesteld,
waarvoor aanrekeningscriteria van onder andere een
BMI ≥ 40 zouden gelden.
1. Nous pouvons confirmer l’augmentation du
nombre d’opérations. Pour l’opération relative à un
anneau gastrique, le numéro 241533-241544 est attesté.
En 1996, 863 prestations de ce type ont été attestées;
elles étaient de 4 457 en 2003.
1. We kunnen de stijging van het aantal operaties
bevestigen. Voor de maagband operatie wordt het
nummer 241533-241544 aangerekend. In 1996 werden
er van deze verstrekking 863 vergoed, in 2003 4 457.
2. Actuellement, le matériel, en particulier l’anneau
gastrique, n’est pas pris en charge par l’assurance
maladie. Cependant, un projet est pendant au Conseil
technique des implants proposant de prendre ce matériel en charge. En particulier, pour le placement d’un
anneau gastrique, le remboursement du matériel est
budgété à 8 650 000 euros sur une base annuelle. La
création des prestations chirurgicales elles-mêmes n’a
pas d’impact budgétaire important étant donné que,
comme je l’ai dit plus haut, ces prestations sont déjà
remboursées sous des libellés plus généraux. En 2003,
la prestation 241533-241544 a coûté 1 295 000 euros à
l’assurance maladie.
2. Op dit moment wordt het materiaal, meer
bepaald de maagring niet ten laste genomen door de
ziekteverzekering. Er is echter een ontwerp hangende
bij de technische raad van implantaten waarin voorgesteld wordt dit materiaal wel ten laste te nemen.
Meer in het bijzonder voor de maagringoperatie wordt
de terugbetaling van het materiaal begroot op
8 650 000 euro op jaarbasis. Het creëren van de heelkundige verstrekkingen zelf heeft geen belangrijke
budgettaire impact omdat zoals hoger gesteld deze verstrekkingen nu al onder een algemene benaming
werden terugbetaald. De verstrekking 241533-241544
kostte in 2003 aan de verzekering 1 295 000 euro.
3. L’augmentation du nombre d’interventions est
certainement liée au problème croissant de l’obésité
auquel notre pays est également confronté. Ces interventions, qui semblent réussir à court terme, sont de
plus en plus connues du grand public. Le remboursement du matériel (actuellement, ce coût d’environ
2 000 euros est supporté par le patient) augmenterait le
recours à ces interventions et accentuerait donc encore
l’augmentation du nombre d’interventions.
3. De stijging van het aantal ingrepen heeft zeker te
maken met het groeiende probleem van obesitas waarmee ook ons land te kampen heeft. Deze ingrepen, die
op korte tijd toch wel succesvol blijken, geraken ook
meer en meer bekend bij het grote publiek. Het vergoeden van het materiaal (momenteel draagt de patiënt
deze kosten van ongeveer 2 000 euro) zou de toegankelijk van deze ingrepen verhogen en kan de groei van
het aantal ingrepen nog accentueren.
4. Suivant une étude, 10 % des opérations exigeraient une seconde intervention suite à des complications. Une autre étude indiquait des complications
étalées sur une période de suivi de 5 ans pour 23 % des
patients. À long terme, les cas de sous-alimentation
sont rares. Il s’agit également d’une intervention réversible : il est possible de retirer l’anneau. La perte de
poids visée par cette intervention, atteinte la plupart
du temps sous réserve d’un suivi valable, exerce également une influence positive. Une étude de 2002 signalait une augmentation de la durée de vie de 4 ans et
demi dans le groupe de femmes dont l’IMC a baissé de
≥ 40 à 36. Avec des critères sévères de sélection
comme l’IMC ≥ 40, la balance finale pourrait donc
bien être positive.
4. Volgens één studie zou een 10 % van de operaties
een heringreep vereisen omwille van complicaties. In
een andere studie waren er complicaties over een 5jaar opvolgingsperiode bij 23 % van de patiënten.
Ondervoeding op lange termijn is zeldzaam. Het is
ook een reversibele ingreep : men kan de ring weghalen. Het gewichtsverlies dat deze ingreep beoogt en
mits goede follow-up meestal ook meebrengt heeft dan
weer een positieve invloed. In een studie uit 2002 werd
een stijging van de levensverwachting van 4,5 jaar
vastgesteld in de groep vrouwen waarvan de BMI van
≥ 40 daalde tot 36. Met strenge selectiecriteria zoals
BMI ≥ 40 zou de uiteindelijke balans dus toch wel
positief kunnen zijn.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10709
Telles sont les propositions qui sont actuellement à
l’étude dans les conseils techniques. Leur faisabilité
financière doit cependant encore être étudiée en
profondeur.
Zo zijn de voorstellen die momenteel in de technische raden ter studie liggen. De financiële haalbaarheid ervan moet echter nog grondig onderzocht
worden.
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2003200421803
DO 2003200421803
Question no 239 de M. Koen Bultinck du 6 juillet 2004
(N.) au ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique :
Vraag nr. 239 van de heer Koen Bultinck van 6 juli
2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid :
Maladie de Hurler.
Ziekte van Hurler.
La maladie de Hurler est une maladie métabolique
qui induit déjà chez les jeunes enfants un processus de
dégénérescence mentale et physique que seule une
transplantation de moelle osseuse permet d’enrayer.
De ziekte van Hurler is een stofwisselingsziekte die
reeds bij jonge kinderen aanleiding geeft tot een fysisch
en mentaal aftakelingsproces. Enkel een beenmergtransplantatie kan dit proces stoppen.
Un bon nombre de parents d’enfants souffrant de
mucopolysacharidose éprouvent manifestement des
difficultés à trouver l’aide et la reconnaissance adéquates.
Blijkbaar hebben nogal wat ouders van kinderen die
aan muco-poly-sachardiose lijden problemen om de
juiste hulp en erkenning te vinden.
1. Le ministre est-il au courant de la problématique
relative à cette maladie assez rare ?
1. Is de problematiek van deze eerder zeldzame
ziekte bij de minister bekend ?
2. Disposez-vous de données scientifiques (nombre
de cas et autres informations de ce type) concernant
cette maladie ?
2. Beschikt u over wetenschappelijke gegevens
(aantal gevallen en dergelijke) met betrekking tot die
ziekte ?
3. Il semble que cette maladie ne soit pas reconnue
par l’INAMI. A-t-on déjà envisagé de reconnaı̂tre cette
maladie métabolique rare dans le cadre de la révision
de la nomenclature ?
3. Blijkbaar wordt deze ziekte niet erkend door het
RIZIV. Is er binnen de herziening van de nomenclatuur reeds nagedacht over een erkenning van deze
zeldzame stofwisselingsziekte ?
4. Les parents des enfants concernés peuvent-ils
faire appel au Fonds spécial de solidarité ?
4. Kunnen ouders van dergelijke kinderen een
beroep doen op het Bijzonder Solidariteitsfonds ?
5. Quelles mesures avez-vous déjà prises pour faire
évoluer favorablement ce dossier ?
5. Welke maatregelen heeft u reeds genomen om
deze problematiek een positieve wending te geven ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique du 18 février 2005, à la question no 239
de M. Koen Bultinck du 6 juillet 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid van 18 februari 2005, op de vraag
nr. 239 van de heer Koen Bultinck van 6 juli 2004
(N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la
question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
1. Oui, la maladie de Hurler, appelée aussi mucopoly-saccharidose (MPS) de type 1 est une maladie
rare très invalidante survenant chez des très jeunes
enfants; elle fait l’objet d’une attention toute particulière car non traitée elle aura une évolution fatale. Le
risque augmente dans un contexte parental de consanguinité.
1. Ja, de ziekte van Hurler, ook muco-polysaccharidose (MPS) type 1 genoemd is een zeer ernstige zeldzame ziekte die voorkomt bij erg jonge kinderen; ze verdient een bijzondere aandacht aangezien ze
onbehandeld een fatale ontwikkeling kent. Het risico
verhoogt in een parentale context van consanguı̈niteit.
2. Il s’agit d’une maladie grave qui survient dans
une naissance sur 50 000. Le nombre de cas est évalué
2. Het gaat om een ernstige ziekte die voorkomt bij
één geboorte op 50 000. Het aantal gevallen in België
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1353
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10710
à 2 à 3 par an en Belgique, ce qui fait une trentaine de
cas en 10 ans. La maladie se soigne actuellement par
des perfusions d’enzymes, qui vise à résorber les
dépôts métaboliques.
wordt geraamd op 2 à 3 per jaar wat neerkomt op een
dertigtal gevallen in 10 jaar. De ziekte wordt momenteel behandeld door middel van enzymenperfusie die
als doel heeft de opstapeling van metabolieten tegen te
gaan.
3. La maladie de Hurler est la plus grave des sept
muco-poly-saccharidose connues. La dernière mise à
jour de la nomenclature remonte au 13 juillet 2004
(arrêté ministériel modifiant l’arrêté royal du 21 décembre 2001 fixant les procédures, délais et conditions
en matière d’intervention de l’assurance obligatoire
soins de santé et indemnités dans le coût des spécialités
pharmaceutiques). Les organismes assureurs ne font
pas de difficultés pour intervenir dans les frais médicaux touchant des très jeunes enfants atteints de maladies métaboliques graves.
3. De ziekte van Hurler is de meest ernstige ziekte
van zeven gekende muco-poly-saceharidosen. De
laatste bijwerking van de nomenclatuur vond plaats
op 13 juli 2004 (ministerieel besluit tot wijziging van
het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden
inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in
de kosten van farmaceutische specialiteiten). De verzekeringsinstellingen maken er geen problemen van om
tussen te komen in de medische kosten van erg jonge
kinderen die leiden aan ernstige stofwisselingsziektes.
4. Oui, les parents de ces enfants peuvent faire
appel au Fonds spécial de solidarité.
4. Ja, de ouders van deze kinderen kunnen beroep
doen op het Bijzonder Solidariteitsfonds.
5. Je tiens personnellement à revoir régulièrement
la nomenclature INAMI comme mentionné sous le
point 3.
5. Ik kijk er persoonlijk op toe dat de RIZIVnomenclatuur regelmatig opnieuw wordt bekeken
zoals vermeld in punt 3.
Ministre des Classes moyennes
et de l’Agriculture
Minister van Middenstand
en Landbouw
Classes moyennes
Middenstand
DO 2004200503066
DO 2004200503066
Question no 52 de M. Paul Tant du 13 janvier 2005
(N.) à la ministre des Classes moyennes et de
l’Agriculture :
Vraag nr. 52 van de heer Paul Tant van 13 januari
2005 (N.) aan de minister van Middenstand en
Landbouw :
Indépendants. — Retraite ou poursuite de l’activité. —
Cotisations trimestrielles.
Zelfstandigen. — Pensionering of verder werken. —
Kwartaalbijdragen.
Un indépendant qui part à la retraite à 65 ans ne
doit plus payer au secrétariat social, dans le cadre du
statut social des indépendants, de cotisations trimestrielles pour le trimestre au cours duquel il prend sa
retraite.
Een zelfstandige die met pensioen gaat op 65-jarige
leeftijd dient voor het kwartaal waarin hij met
pensioen gaat geen kwartaalbijdrage meer te betalen
aan het sociaal secretariaat in het kader van het sociaal
statuut van de zelfstandigen.
Toutefois, quand un indépendant choisit de continuer à travailler pendant un certain nombre d’années
encore et de partir à la retraite plus tard, il est tenu au
paiement intégral de ses cotisations pour le trimestre
durant lequel il prend se retraite, quel que soit le
nombre de mois où il aura encore été actif au cours de
ce trimestre. C’est ainsi qu’un indépendant qui cesse
Wanneer een zelfstandige echter ervoor opteert om
nog een aantal jaren verder te werken en op latere leeftijd met pensioen te gaan, dient diezelfde zelfstandige
voor het kwartaal van zijn pensionering nog de volledige bijdrage te betalen, ongeacht het aantal maanden
dat hij in dit kwartaal nog werkt. Zo zal een zelfstandige die op één november zijn activiteiten beëindigt
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10711
ses activités un 1er novembre sera tenu d’acquitter ses
cotisations jusqu’au 31 décembre inclus du trimestre
concerné.
1. Ce constat est-il exact ?
toch verplicht zijn bijdragen te betalen tot en met
31 december van het desbetreffende kwartaal.
1. Is deze vaststelling juist ?
2. Dans quelle mesure cette manière de procéder
incitera-t-elle effectivement les indépendants à travailler plus longtemps ?
2. In welke mate zal deze manier van werken de
zelfstandigen effectief ertoe aanzetten om langer te
werken ?
3. Envisagez-vous, en la matière, quelque adaptation que ce soit de ce système à la situation réelle telle
qu’esquissée plus haut en ne faisant par exemple payer
aux indépendants que les cotisations relatives aux
mois durant lesquels ils ont effectivement travaillé au
cours du trimestre de leur admission à la retraite ?
3. Overweegt u terzake enige aanpassing aan de
reële situatie zoals hierboven geschetst door bijvoorbeeld de zelfstandige enkel de effectief gepresteerde
maanden in het kwartaal van pensionering te laten
bijdragen ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de
l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 52 de
M. Paul Tant du 13 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en
Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 52
van de heer Paul Tant van 13 januari 2005 (N.) :
J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre, dans l’ordre de la numérotation des questions posées.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te
delen, in volgorde van de nummering van de gestelde
vragen.
1. Selon l’article 15, § 2, 2o, de l’arrêté royal no 38
du 27 juillet 1967 portant le statut social des travailleurs indépendants, il n’y a plus de devoir de cotisation
pour le trimestre où l’on a atteint l’âge de la retraite
(ou obtient une pension de retraite anticipée en qualité
de travailleur indépendant).
1. Volgens artikel 15, § 2, 2o, van het koninklijk
besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van
het sociaal statuut der zelfstandigen is er geen bijdrageplicht meer voor het kwartaal waarin men de
pensioenleeftijd heeft bereikt (of een vervroegd rustpensioen als zelfstandige of werknemer krijgt).
Si l’on a atteint l’âge de la retraite (ou obtient une
pension de retraite anticipée en qualité de travailleur
indépendant) et que l’on continue à travailler sous le
régime lié à l’activité autorisée, c’est par contre l’article 13, § 1er, du même arrêté royal qui est d’application.
Indien men de pensioenleeftijd heeft bereikt (of een
vervroegd rustpensioen als zelfstandige of werknemer
krijgt) en men gaat door met werken onder de regeling
in verband met de toegelaten activiteit, is daarentegen
artikel 13, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit van
toepassing.
Dans ce dernier cas cité, le devoir d’assurance
perdure : les cotisations continuent à être calculées sur
les revenus de référence des 3 années précédentes.
In laatstgenoemd geval blijft de verzekeringsplicht
doorlopen : de bijdragen blijven berekend op het
referte-inkomen van 3 jaar voordien.
L’on ne tient compte que du revenu de référence à
concurrence des montants de l’activité autorisée. Il
s’agit en l’espèce du revenu professionnel annuel que
peut acquérir l’indépendant pensionné ou son conjoint
au cours de l’année à laquelle la pension est due et
payée. Il s’agit en l’occurrence de l’effet de mitigation
du plafonnement.
Er wordt enkel rekening gehouden met het referteinkomen tot beloop van de bedragen van de toegelaten
activiteit. Dit is het jaarlijks beroepsinkomen dat de
gepensioneerde zelfstandige of de echtgeno(o)t(e) van
de gepensioneerde mag verwerven in de loop van het
jaar waarin het pensioen verschuldigd is en betaald
wordt. Dit is het milderend effect van de plafonnering.
2. À notre connaissance, rien ne laisse présumer
que les pensionnés se sentent freinés par l’effet de mitigation du plafonnement en cas d’activité autorisée.
2. Voorzover we weten laat niets vermoeden dat de
gepensioneerden zich geremd zouden voelen door de
weerslag van de mildering van de plafonnering in
geval van toegelaten activiteit.
3. La question a été soumise à l’administration
compétente afin de l’objectiver.
3. De vraag werd aan de bevoegde administratie
voorgelegd teneinde er een objectief oordeel over te
vellen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10712
DO 2004200503126
DO 2004200503126
Question no 53 de Mme Muriel Gerkens du 18 janvier
2005 (Fr.) à la ministre des Classes moyennes et
de l’Agriculture :
Vraag nr. 53 van mevrouw Muriel Gerkens van 18 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
Tables d’hôtes.
Gastenmaaltijden.
Depuis plusieurs années, on voit se développer une
offre de repas servis selon une formule de tables
d’hôtes. Dans ce cas, les repas sont le plus souvent
servis au domicile et dans les lieux de vie habituels,
selon une formule de menu unique réunissant
l’ensemble des convives à une même table.
Gastenmaaltijden volgens de « tables d’hôtes »formule maken al enige jaren opgang. Ze worden
doorgaans thuis en in de gewone leefomgeving aangeboden. De gasten zitten samen aan één tafel en er is
slechts één menu.
1. Une telle activité est-elle soumise aux règles relatives au registre de commerce et à la détention d’un
titre d’accès à la profession de restaurateur ?
1. Valt die activiteit onder de regelgeving betreffende het handelsregister en het voeren van een titel die
tot het beroep van restauranthouder toegang geeft ?
2. En cas de dispositions spécifiques dérogatoires,
quelles sont les conditions que l’organisateur d’une
table d’hôtes doit respecter en termes de lieu d’activité,
de nombre de couverts, de type de nourriture servie, de
fréquence de son activité pour échapper à ces obligations ?
2. Voor het geval er specifieke afwijkende bepalingen bestaan, aan welke voorwaarden inzake de plaats
en de frequentie van de activiteit, het aantal gasten en
het soort maaltijden moet de gastheer voldoen om aan
die verplichtingen de ontsnappen ?
3.
a) Des démarches sont-elles à effectuer par le tenancier d’une table d’hôtes pour bénéficier de ces
dérogations ?
3.
a) Moeten formaliteiten worden vervuld om voor die
afwijkende bepalingen in aanmerking te komen ?
b) Si oui, lesquelles ?
b) Zo ja, welke ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de
l’Agriculture du 15 février 2005, à la question no 53 de
Mme Muriel Gerkens du 18 janvier 2005 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en
Landbouw van 15 februari 2005, op de vraag nr. 53
van mevrouw Muriel Gerkens van 18 januari 2005
(Fr.) :
J’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre, dans l’ordre de la numérotation des
questions posées.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te
delen, in volgorde van de nummering van de gestelde
vragen.
L’arrêté royal du 13 juin 1984, modifié par l’arrêté
royal du 3 mars 1995, instaurant des conditions
d’exercice de l’activité professionnelle de restaurateur
ou de traiteur-organisateur de banquets dans les petites et moyennes entreprises du commerce et de
l’artisanat, vise la préparation (tout acte par lequel un
mets est confectionné, composé, dressé, réchauffé ou
décongelé) des repas chauds ou froids destinés respectivement à être consommés sur place dans l’établissement ou à être servis, sur commande, à l’extérieur de
l’établissement.
Het koninklijk besluit van 13 juni 1984, gewijzigd
bij het koninklijk besluit van 3 maart 1995, tot bepaling van de voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van restaurateur of van traiteurbanketaannemer in de kleine en middelgrote handelsen ambachtsondernemingen, reglementeert het bereiden (elke handeling waarbij een gerecht wordt klaargemaakt, samengesteld, geschikt, opgewarmd of ontdooid) van warme en koude maaltijden, bestemd om
onderscheidenlijk ter plaatse in de inrichting te
worden gebruikt of om, op bestelling, buiten de inrichting te worden opgediend.
Aucune exception n’est prévue en faveur des exploitants de tables d’hôtes. Ceux-ci doivent donc prouver
les connaissances requises et se faire inscrire en tant
qu’entreprise commerciale dans la Banque-carrefour
des entreprises.
Voor de uitbaters van gastentafels werd in geen uitzondering in de reglementering voorzien. Deze moeten
dus ook de vereiste bekwaamheden bewijzen en zich
als handelsonderneming laten inschrijven in de Kruispuntbank van ondernemingen.
Dans un domaine analogue, sont seuls dispensés de
répondre aux conditions d’accès à la profession, les
Er is wel een vrijstelling bepaald op die uitoefeningsvoorwaarden voor het aanverwante geval van
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10713
entreprises d’hébergement à caractère familial et les
propriétaires de chambres d’hôtes qui servent exclusivement des repas à leurs hôtes.
logiesverstrekkende familiebedrijven en de eigenaars
van gastenkamers die uitsluitend maaltijden verschaffen aan hun logerende gasten.
Les seules autres exceptions possibles à la règle sont
les repas légers qui sont énumérés dans l’arrêté royal
susmentionné.
De enige andere mogelijke uitzondering op de regel
zijn de lichte maaltijden die in het bovenvermelde
besluit zijn opgesomd.
DO 2004200503131
DO 2004200503131
Question no 54 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier
2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et
de l’Agriculture :
Vraag nr. 54 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
SPF. — Définition des objectifs. — Identification des
risques internes et externes.
FOD’s. — Definiëring doelstellingen. — Identificeren
interne en externe risico’s.
Dans le cadre des recommandations du COSO
(Committee of Sponsoring Organizations of the
Treadway Commission), la Cour des comptes a
examiné si les objectifs des SPF étaient définis et si les
risques internes et externes avaient été identifiés. La
procédure a été entamée et mise en œuvre dans tous les
SPF, sauf dans le vôtre.
In het kader van de COSO-aanbevelingen (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway
Commission) heeft het Rekenhof onderzocht of de
doelstellingen van de FOD werden gedefinieerd en of
de interne en externe risico’s werden geı̈dentificeerd.
Dit is, behalve bij uw FOD, bij alle FOD’s opgestart
en uitgevoerd.
Pouvez-vous préciser quand cette procédure sera
mise en œuvre au sein de votre SPF ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de
l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 54 de
M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en
Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 54
van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005
(N.) :
J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te
delen.
Je me réfère à la réponse qui sera donnée par le ministre de l’Économie (question no 208 du 18 janvier
2005), de l’Énergie (question no 93 du 18 janvier 2005),
du Commerce extérieur (question no 38 du 18 janvier
2005) et de la Politique scientifique (question no 44 du
18 janvier 2005), M. Verwilghen.
Ik verwijs naar het antwoord dat door de minister
van Economie (vraag nr. 208 van 18 januari 2005),
Energie (vraag nr. 93 van 18 januari 2005), Buitenlandse Handel (vraag nr. 38 van 18 januari 2005) en
Wetenschapsbeleid (vraag nr. 44 van 18 januari 2005),
de heer Verwilghen zal worden gegeven.
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 56 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et
de l’Agriculture :
Vraag nr. 56 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal
du 7 novembre 2000 portant création et composition
des organes communs à chaque service public fédéral,
chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk
besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en
samenstelling van de organen die gemeenschappelijk
zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke
FOD een strategisch plan opstellen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10714
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de
l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 56 de
M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en
Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 56
van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005
(N.) :
J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te
delen.
Je me réfère à la réponse donnée par le premier ministre, M. Guy Verhofstadt (question no 70 du
20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre,
2004-2005, no 66, p. 10614), et le ministre de la Fonction publique (question no 105 du 20 janvier 2005),
M. Christian Dupont.
Ik verwijs naar het antwoord dat door de eerste
minister, de heer Guy Verhofstadt (vraag nr. 70 van
20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer,
2004-2005, nr. 66, blz. 10614), en de minister van
Ambtenarenzaken, de heer Christian Dupont (vraag
nr. 105 van 20 januari 2005) werd gegeven.
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 57 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et
de l’Agriculture :
Vraag nr. 57 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit
interne au sein des services publics fédéraux (SPF)
précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du
service d’audit interne chargé d’établir une charte
d’audit, un planning des activités d’audit et un
programme concernant le contrôle de qualité et le suivi
des performances. En outre, un comité d’audit doit
veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service
d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne
auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een
planning van de auditactiviteiten en een programma
voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging
opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over
de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à
exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de
l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 57 de
M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en
Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 57
van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005
(N.) :
J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te
delen.
Je me réfère à la réponse qui sera donnée par le vicepremier ministre et ministre du Budget (question no 42
du 20 janvier 2005), M. Johan Vande Lanotte, et le
ministre de la Fonction publique (question no 106 du
20 janvier 2005), M. Christian Dupont.
Ik verwijs naar het antwoord dat door de vice-eerste
minister en minister van Begroting (vraag nr. 42 van
20 januari 2005), de heer Johan Vande Lanotte, en de
minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 106 van
20 januari 2005), de heer Christian Dupont zal worden
gegeven.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10715
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 58 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier
2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et
de l’Agriculture :
Vraag nr. 58 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000
portant création et composition des organes communs
à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de
créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november
2000 houdende oprichting en samenstelling van de
organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale
overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant
de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de
l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 58 de
M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en
Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 58
van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005
(N.) :
J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te
delen.
Je me réfère à la réponse donnée par le premier ministre, M. Guy Verhofstadt (question no 72 du
24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre,
2004-2005, no 66, p. 10615), et le ministre de la Fonction publique (question no 108 du 24 janvier 2005),
M. Christian Dupont.
Ik verwijs naar het antwoord dat door de eerste
minister, de heer Guy Verhofstadt (vraag nr. 72 van
24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer,
2004-2005, nr. 66, blz. 10615), en de minister van
Ambtenarenzaken, de heer Christian Dupont (vraag
nr. 108 van 24 januari 2005) werd gegeven.
DO 2004200503234
DO 2004200503234
Question no 60 de Mme Marie Nagy du 28 janvier 2005
(Fr.) à la ministre des Classes moyennes et de
l’Agriculture :
Vraag nr. 60 van mevrouw Marie Nagy van 28 januari
2005 (Fr.) aan de minister van Middenstand en
Landbouw :
Magasins de nuit. — Aménagement du territoire. —
Consultation des villes et communes.
Nachtwinkels. — Ruimtelijke ordening. — Overleg
met steden en gemeenten.
Un projet de loi relatif aux magasins de nuit permet
aux communes, par le biais d’un règlement, de limiter
le nombre de magasins de nuit en autorisant ou non
l’implantation et l’exploitation sur leur territoire.
Er bestaat een wetsontwerp dat de gemeenten in
staat stelt het aantal nachtwinkels te beperken. Door
middel van een reglement kunnen zij al dan niet hun
toestemming geven voor de vestiging en de uitbating
van nachtwinkels op hun grondgebied.
Vous avez annoncé à ce propos, que les communes
seraient consultées sur les aspects du projet relatifs à la
« sécurité ». Vous n’avez cependant pas parlé d’un
autre aspect, qui me semble même plus important, à
savoir l’aménagement du territoire.
U kondigde aan dat met de gemeenten over de veiligheidsaspecten van het ontwerp zou worden overlegd. Over een ander aspect, dat me zo mogelijk nog
belangrijker lijkt, had u het echter niet : de ruimtelijke
ordening.
Pourriez-vous communiquer si les villes et communes seront également consultées à ce propos ?
Kan u meedelen of daarover ook met de steden en
gemeenten zal worden overlegd ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de
l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 60 de
Mme Marie Nagy du 28 janvier 2005 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en
Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 60
van mevrouw Marie Nagy van 28 januari 2005 (Fr.) :
J’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te
delen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10716
Les matières relatives à l’aménagement du territoire
relèvent de la compétence des régions.
De materies betreffende de ruimtelijke ordening
behoren tot de bevoegdheden van de gewesten.
Agriculture
Landbouw
DO 2004200503131
DO 2004200503131
Question no 53 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier
2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et
de l’Agriculture :
Vraag nr. 53 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
SPF. — Définition des objectifs. — Identification des
risques internes et externes.
FOD’s. — Definiëring doelstellingen. — Identificeren
interne en externe risico’s.
Dans le cadre des recommandations du COSO
(Committee of Sponsoring Organizations of the
Treadway Commission), la Cour des comptes a
examiné si les objectifs des SPF étaient définis et si les
risques internes et externes avaient été identifiés. La
procédure a été entamée et mise en œuvre dans tous les
SPF, sauf dans le vôtre.
In het kader van de COSO-aanbevelingen (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway
Commission) heeft het Rekenhof onderzocht of de
doelstellingen van de FOD werden gedefinieerd en of
de interne en externe risico’s werden geı̈dentificeerd.
Dit is, behalve bij uw FOD, bij alle FOD’s opgestart
en uitgevoerd.
Pouvez-vous préciser quand cette procédure sera
mise en œuvre au sein de votre SPF ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de
l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 53 de
M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en
Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 53
van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005
(N.) :
J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te
delen.
Je me réfère à la réponse qui sera donnée par le ministre de l’Économie (question no 208 du 18 janvier
2005), de l’Énergie (question no 93 du 18 janvier 2005),
du Commerce extérieur (question no 38 du 18 janvier
2005) et de la Politique scientifique (question no 44 du
18 janvier 2005), M. Verwilghen.
Ik verwijs naar het antwoord dat door de minister
van Economie (vraag nr. 208 van 18 januari 2005),
Energie (vraag nr. 93 van 18 januari 2005), Buitenlandse Handel (vraag nr. 38 van 18 januari 2005) en
Wetenschapsbeleid (vraag nr. 44 van 18 januari 2005),
de heer Verwilghen zal worden gegeven.
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 54 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et
de l’Agriculture :
Vraag nr. 54 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal
du 7 novembre 2000 portant création et composition
des organes communs à chaque service public fédéral,
chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk
besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en
samenstelling van de organen die gemeenschappelijk
zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke
FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10717
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de
l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 54 de
M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre.
Je me réfère à la réponse donnée par le premier ministre, M. Guy Verhofstadt (question no 70 du
20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre,
2004-2005, no 66, p. 10614), et le ministre de la Fonction publique (question no 105 du 20 janvier 2005),
M. Christian Dupont.
Antwoord van de minister van Middenstand en
Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 54
van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005
(N.) :
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te
delen.
Ik verwijs naar het antwoord dat door de eerste
minister, de heer Guy Verhofstadt (vraag nr. 70 van
20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer,
2004-2005, nr. 66, blz. 10614), en de minister van
Ambtenarenzaken, de heer Christian Dupont (vraag
nr. 105 van 20 januari 2005) werd gegeven.
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 55 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et
de l’Agriculture :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit
interne au sein des services publics fédéraux (SPF)
précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du
service d’audit interne chargé d’établir une charte
d’audit, un planning des activités d’audit et un
programme concernant le contrôle de qualité et le suivi
des performances. En outre, un comité d’audit doit
veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service
d’audit.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à
exécution ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de
l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 55 de
M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Vraag nr. 55 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne
auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een
planning van de auditactiviteiten en een programma
voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging
opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over
de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre.
Je me réfère à la réponse qui sera donnée par le vicepremier ministre et ministre du Budget (question no 42
du 20 janvier 2005), M. Johan Vande Lanotte, et le
ministre de la Fonction publique (question no 106 du
20 janvier 2005), M. Christian Dupont.
Antwoord van de minister van Middenstand en
Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 55
van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005
(N.) :
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te
delen.
Ik verwijs naar het antwoord dat door de vice-eerste
minister en minister van Begroting (vraag nr. 42 van
20 januari 2005), de heer Johan Vande Lanotte, en de
minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 106 van
20 januari 2005), de heer Christian Dupont zal worden
gegeven.
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 56 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier
2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et
de l’Agriculture :
SPF. — Conseil stratégique.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000
portant création et composition des organes communs
Vraag nr. 56 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
FOD’s. — Beleidsraad.
Conform het koninklijk besluit van 7 november
2000 houdende oprichting en samenstelling van de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1354
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10718
à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de
créer un conseil stratégique.
organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale
overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant
de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de
l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 56 de
M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en
Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 56
van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005
(N.) :
J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te
delen.
Je me réfère à la réponse donnée par le premier ministre, M. Guy Verhofstadt (question no 72 du
24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre,
2004-2005, no 66, p. 10615), et le ministre de la Fonction publique (question no 108 du 24 janvier 2005),
M. Christian Dupont.
Ik verwijs naar het antwoord dat door de eerste
minister, de heer Guy Verhofstadt (vraag nr. 72 van
24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer,
2004-2005, nr. 66, blz. 10615), en de minister van
Ambtenarenzaken, de heer Christian Dupont (vraag
nr. 108 van 24 januari 2005) werd gegeven.
Ministre de l’Emploi
et de la Protection des consommateurs
Minister van Werk
en Consumentenzaken
Emploi
Werk
DO 2003200410664
DO 2003200410664
Question no 55 de Mme Maggie De Block du 19 janvier
2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Vraag nr. 55 van mevrouw Maggie De Block van
19 januari 2004 (N.) aan de minister van Werk
en Consumentenzaken :
ONEm. — Transmissions. — Sanctions. — Amélioration de la communication des données relatives aux
chômeurs réfractaires.
RVA. — Transmissies. — Sancties. — Verbetering
transmissies van werkonwillige werklozen.
Pour pouvoir traiter les dossiers de chômeurs qui
sont volontairement indisponibles pour le marché de
l’emploi, l’ONEm est tributaire des données communiquées par le VDAB, le FOREM et l’ORBEM. La
majeure partie des communications faites ont pour
objet l’absence des chômeurs à une convocation de
l’Office régional de la formation professionnelle et de
l’emploi. La communication des données concernant
un manque de coopération positive, le refus de travailler ou le refus, l’abandon ou l’arrêt d’une formation
professionnelle sont beaucoup moins fréquente dans
les trois régions. En chiffres absolus, les différences
entre les régions sont considérables.
Opdat de RVA gevolg zou kunnen geven aan werklozen die wetens en willens onbeschikbaar zijn voor de
arbeidsmarkt is hij aangewezen op transmissies van de
VDAB, FOREM en BGDA. Het leeuwenaandeel van
de transmissies gebeurt echter omwille van afwezigheid van de werklozen op een oproep van de Gewestelijke Dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding. Transmissies omwille van een gebrek aan positieve medewerking, werkweigering of het weigeren,
verlaten of stopzetten van een beroepsopleiding zijn in
de drie gewesten veel minder frequent. In absolute
cijfers waren de intergewestelijke verschillen erg groot.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10719
1. Pour la période comprise entre juillet et décembre 2003, combien de fois des données ont-elles été
communiquées, par région et par mois, concernant :
1. Hoeveel transmissies, opgedeeld per gewest,
werden er in de periode juli tot en met december
2003 maandelijks verricht wegens :
a) l’absence du chômeur à la convocation de l’Office
régional de la formation professionnelle et de
l’emploi;
a) afwezigheid van de werkloze op de oproeping van
de Gewestelijke Dienst voor arbeidsbemiddeling
en beroepsopleiding;
b) un manque de coopération positive;
b) gebrek aan positieve medewerking;
c) un refus d’emploi;
c) werkweigering;
d) le refus, l’abandon ou l’arrêt d’une formation
professionnelle ?
d) weigering, verlating of stopzetting van een beroepsopleiding ?
2. Pour la même période, combien de sanctions ontelles été effectivement prononcées à chaque fois,
toujours par région et par mois, pour cause :
2. Hoeveel sancties, opgedeeld per gewest, werden
er in de periode juli tot en met december
2003 maandelijks effectief uitgesproken wegens :
a) d’absence du chômeur à la convocation de l’Office
régional de la formation professionnelle et de
l’emploi;
a) afwezigheid van de werkloze op de oproeping van
de Gewestelijke Dienst voor arbeidsbemiddeling
en beroepsopleiding;
b) de manque de coopération positive;
b) gebrek aan positieve medewerking;
c) de refus d’emploi;
c) werkweigering;
d) de refus, d’abandon ou d’arrêt d’une formation
professionnelle ?
d) weigering, verlating of stopzetting van een beroepsopleiding ?
3. Combien de fois et à quelles dates le comité
d’évaluation de l’ONEm s’est-il réuni au cours de
l’année 2003 ?
3. Hoeveel keer en wanneer precies vergaderde het
evaluatiecomité van de RVA in 2003 ?
4. Le ministre a-t-il déjà pris des initiatives concrètes à la lumière des accords conclus lors de la
« Conférence pour l’emploi » en vue d’améliorer la
communication de données relatives aux chômeurs
réfractaires ?
4. Werden er in navolging van de afspraken tijdens
de « Werkgelegenheidsconferentie » reeds concrete initiatieven genomen door de minister met het oog op een
verbetering van de transmissies van werkonwillige
werklozen ?
5.
a) Des mesures ont-elles été mises en œuvre jusqu’à
présent ?
5.
a) Worden die initiatieven al effectief uitgevoerd ?
b) Dans la négative, quand le seront-elles ?
b) Zo neen, wanneer zal dat het geval zijn ?
6. Quelles démarches avez-vous entreprises en vue
de l’application uniforme de l’accord de coopération
dans toutes les régions du pays ?
6. Welke maatregelen nam u om de gelijke toepassing van het samenwerkingsakkoord in alle gewesten
van het land op dezelfde manier te laten gebeuren ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 55 de Mme Maggie De Block du 19 janvier
2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 55 van
mevrouw Maggie De Block van 19 januari 2004 (N.) :
En réponse à votre question, vous trouverez, en
annexe, les statistiques demandées sous les points 1 et
2.
In antwoord op uw vraag vindt u, in bijlage, de
door u gevraagde statistieken onder punt 1 en 2.
Étant donné son caractère de pure documentation, il
n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et
Réponses, mais elle peut être consultée au Greffe de la
Chambre des représentants (service des Questions
parlementaires).
Gezien het louter documentaire karakter ervan
wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van
de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
En ce qui concerne les points suivants de votre question je peux vous communiquer que le Comité
Wat betreft de volgende punten van uw vraag, kan
ik u meedelen dat het Evaluatiecomité niet meer
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10720
d’évaluation ne s’est plus réuni au courant de l’année
2003, parce qu’on était en train d’élaborer un nouvel
accord de coopération entre l’autorité fédérale et les
régions et communautés, relatif à l’accompagnement
et du suivi actif des chômeurs. Cet accord a été signé le
29 avril 2004.
bijeengekomen is gedurende het jaar 2003, omdat men
bezig was met een nieuw samenwerkingsakkoord uit
te werken tussen de federale overheid, de Gewesten en
de Gemeenschappen, betreffende de actieve begeleiding en de opvolging van de werklozen. Dit akkoord
werd getekend op 29 april 2004.
Entretemps on a également rédigé l’arrêté royal du
4 juillet 2004, portant modification de la réglementation du chômage à l’égard des chômeurs qui doivent
rechercher activement un emploi. Cet arrêté est entré
en vigueur le 1er juillet 2004. Il permet aux services de
l’ONEm de suivre eux-mêmes, par des procédures
appropriées, la disponibilité des chômeurs pour le
marché de l’emploi et de prendre les décisions adaptées en ce qui concerne leurs droits aux allocations.
Ondertussen werd eveneens het koninklijk besluit
van 4 juli 2004 tot wijziging van de werkloosheidsreglementering ten aanzien van de volledig werklozen
die actief moeten zoeken naar werk opgesteld. Dit is in
werking getreden op 1 juli 2004. Het laat de diensten
van de RVA toe zelf, bij middel van de geëigende procedures, de beschikbaarheid van de werklozen voor de
arbeidsmarkt op te volgen, en de passende beslissingen
te nemen met betrekking tot hun recht op uitkeringen.
DO 2003200421735
DO 2003200421735
Question no 102 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du
28 juin 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de
la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 102 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu
van 28 juni 2004 (N.) aan de minister van Werk
en Consumentenzaken :
Professions critiques.
Knelpuntberoepen.
Il ressort à nouveau de l’étude réalisée par Federgon
et Cefora, le centre de formation pour les professions
d’employés, qu’il est difficile de pourvoir un certain
nombre d’emplois dans des professions critiques en ce
qui concerne tant les ouvriers que les employés. Ce
problème se pose en période de haute conjoncture
comme en période de basse conjoncture.
Uit de studie van Federgon en Cevora, het
vormingscentrum voor bediendenberoepen, is andermaal gebleken dat een aantal knelpuntberoepen zowel
bij arbeiders als bedienden moeilijk kan worden ingevuld. Het probleem stelt zich zowel in tijden van hoogals laagconjunctuur.
Dans une région telle que le sud de la Flandre occidentale, où le taux de chômage est relativement bas, le
nombre de candidats demandeurs d’emploi locaux est
insuffisant pour pouvoir satisfaire à l’offre d’emplois.
Par voie de conséquence, les bureaux d’intérim sont
contraints de recruter des travailleurs du Nord de la
France. Pourtant, il s’agit en l’occurrence d’une occasion manquée, pour des demandeurs d’emploi de la
région elle-même, mais également de la province limitrophe du Hainaut, où le taux de chômage est l’un des
plus élevés de l’ensemble du territoire belge.
In een regio als Zuid-West-Vlaanderen, die een relatief lage werkloosheidsgraad kent, worden onvoldoende lokale kandidaat-werkzoekenden gevonden
om te kunnen voldoen aan het jobaanbod. Uitzendkantoren zien zich bijgevolg genoodzaakt om werknemers uit Noord-Frankrijk te rekruteren. Nochtans ligt
hier een gemiste kans, niet alleen voor een aantal
werkzoekenden van de regio zelf, maar ook van de
naburige regio Henegouwen, die geconfronteerd
wordt met één van de hoogste werkloosheidsgraden
van het hele Belgische grondgebied.
Il est clair que le problème des professions critiques
nécessite une approche globale, laquelle requiert ellemême des efforts des services régionaux de placement
et de formation professionnelle, des instances fédérales
et du monde des entreprises.
Het is duidelijk dat deze problematiek van knelpuntberoepen een omvattende aanpak behoeft, die
zowel inspanningen op het regionale vlak van de
diensten voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding, als van het federale niveau als van het bedrijfleven zelf behoeft.
1. Le nouveau système d’activation pour les demandeurs d’emploi et la réforme du contrôle de la volonté
de travailler permettent-ils de mettre davantage
l’accent sur l’orientation des demandeurs d’emploi
vers des professions critiques ?
1. Biedt het nieuwe activeringssysteem voor werkzoekenden en de hervorming van de toetsing op de
arbeidsbereidheid mogelijkheden om een grotere
nadruk te leggen op het toeleiden van werkzoekenden
naar knelpuntberoepen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10721
2. Êtes-vous disposé à inviter les partenaires
sociaux à rendre un avis, assorti de mesures envisageables, sur les actions susceptibles de réduire le nombre
d’emplois critiques vacants ?
2. Bent u bereid de sociale partners te verzoeken een
advies met mogelijke maatregelen uit te brengen over
mogelijke maatregelen die het aantal knelpuntvacatures kunnen doen verminderen ?
3. Le Conseil supérieur de l’emploi a-t-il déjà été
saisi ?
3. Werd de kwestie al voorgelegd aan de Hoge
Raad voor de werkgelegenheid ?
4. Envisagez-vous de prévoir des incitants en faveur
des demandeurs d’emploi et/ou des entreprises afin
qu’un plus grand nombre de personnes s’orientent vers
les professions critiques ?
4. Overweegt u eventueel zelf stimuli uit te werken
naar werkzoekenden en/of naar bedrijven toe om meer
mensen naar de knelpuntberoepen te kunnen brengen ?
5. Insisterez-vous auprès de vos collègues régionaux
pour qu’ils organisent une concertation interrégionale
en vue de prendre des initiatives visant à promouvoir
la mobilité interrégionale des demandeurs d’emploi ?
5. Zal u er bij uw regionale collega’s op aandringen
dat zij interregionaal overleg plegen teneinde initiatieven te ontwikkelen die de interregionale mobiliteit van
de werkzoekenden kan bevorderen ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 16 février 2005, à la question no 102 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 28 juin
2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 16 februari 2005, op de vraag nr. 102
van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 28 juni 2004
(N.) :
En réponse à votre question, je peux vous communiquer que le problème des « fonctions critiques » est un
problème très important et également très complexe
mais qui, en ce qui concerne les mesures nécessaires à
prendre pour remplir ces fonctions, relève pour la plus
grande partie des compétences des régions et communautés et pas de la compétence du ministre fédéral de
l’Emploi.
In antwoord op uw vraag kan ik u meedelen dat het
probleem van de « knelpuntberoepen » een belangrijk
en ook zeer complex probleem is, maar, wat betreft
het nemen van de nodige maatregelen om deze functies
in te vullen, voor het grootste deel behoort tot de
bevoegdheden van de gewesten en gemeenschappen en
niet tot de bevoegdheid van de federale minister van
Werk.
Les causes qui font d’une fonction une « fonction
critique » sont assez diverses. Parfois il s’agit des
emplois hautement qualifiés et il faut donc plutôt chercher la solution dans la structure de l’enseignement
initial et dans l’offre des formations professionnelles.
Le rapport du Conseil supérieur pour l’emploi était
spécifiquement consacré à l’importance de la formation et l’éducation comme clés pour le travail. Dans
d’autres cas, il ne s’agit nullement d’emplois qui
demandent une haute qualification, mais il s’agit
plutôt des conditions de travail atypiques qui ont
comme conséquence qu’il n’y a pas assez de travailleurs intéressés. Par exemple cuisinier et chauffeur.
De oorzaken waarom een beroep een knelpuntenberoep is, zijn erg verscheiden. Soms gaat het om hooggeschoolde jobs, en is de oplossing dus eerder te
vinden in een aanpassing van de structuur van het initieel onderwijs en het aanbod van beroepsopleidingen.
Het jaarverslag 2003 van de Hoge Raad voor werkgelegenheid was specifiek gewijd aan het belang van
vorming en opleiding als tewerkstellingssleutels. In
andere gevallen gaat het echter helemaal niet om jobs
die een hoge scholingsgraad vragen, maar zijn het
eerder de atypische arbeidsomstandigheden die er toe
leiden dat er onvoldoende geı̈nteresseerde arbeidskrachten zijn. Voorbeelden hiervan zijn jobs als kok
en chauffeur.
La seule compétence concrète et directe dont je
dispose dans cette matière concerne les dispositions de
la réglementation du chômage qui permettent à un
chômeur de suivre des études et des formations en les
dispensant de l’obligation de rester inscrit comme
demandeur d’emploi et en leur garantissant pendant la
période de formation ou d’études le bénéfice des allocations de chômage.
De enige concrete en directe bevoegdheid waarover
ik beschik in deze materie betreft de bepalingen in de
werkloosheidsreglementering, die toelaten dat een
werkloze studies en opleidingen volgt met vrijstelling
van inschrijving als werkzoekende en gedurende de
periode van studies of vorming werkloosheidsuitkeringen geniet.
Dans ce cadre, l’article 93 de l’arrêté royal du
25 novembre 1991 portant réglementation du chômage
prévoit la possibilité pour un chômeur de commencer
ou de terminer des études de plein exercice sous certaines conditions.
In dit kader voorziet artikel 93 van het koninklijk
besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering in de mogelijkheid voor een
werkloze om studies met volledig leerplan te beginnen
of te beëindigen onder bepaalde voorwaarden.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10722
Une de ces conditions est que le chômeur concerné
doit avoir bénéficié d’au moins 312 allocations comme
chômeur complet au cours des deux années précédant
le début des études.
Één van deze voorwaarden houdt in dat de betrokken werkloze minstens 312 werkloosheidsuitkeringen
als volledig werkloze dient genoten te hebben gedurende de twee jaar die het begin van de studies voorafgaan.
Toutefois, il est prévu que cette condition ne joue
pas et qu’il suffit que le chômeur ait droit aux allocations de chômage au moment du début des études si les
études préparent à des professions dans lesquelles il y a
pénurie significative de main-d’œuvre.
Er wordt nochtans voorzien dat deze voorwaarde
niet geldt en dat het voldoende is dat de werkloze recht
heeft op werkloosheidsuitkeringen op het ogenblik
van de aanvang van de studies, indien deze studies
voorbereiden op beroepen waarvoor er een significant
tekort op de arbeidsmarkt bestaat.
La liste de ces professions est pour chaque année
fixée par l’Office sur la base de d’une liste établie par
le Collège des fonctionnaires dirigeants créé en vertu
du protocole du 22 décembre 1988 réglant les relations
entre les organismes issus de la restructuration de
l’Office national de l’Emploi (FOREM, ORBEM et
VDAB).
De lijst van deze beroepen wordt door de Rijksdienst ieder jaar opgesteld op basis van een lijst opgesteld door het College van leidende ambtenaren opgericht krachtens het protocol van 22 december 1982 tot
regeling van de betrekkingen tussen de instellingen
ontstaan uit de herstructurering van de Rijksdienst
voor Arbeidsvoorziening (VDAB, FOREM, BGDA).
Le nouveau système de promotion de la recherche
active d’un emploi par les chômeurs peut bien ici jouer
son rôle. Toutefois cela dépendra dans une grande
mesure de la manière selon laquelle les régions et communautés par leur offre d’accompagnement et de
formation vont rencontrer les besoins concrets. Mais
le volet fédéral du système nouveau peut également
contribuer pour sa part. D’abord, il est ainsi que, à
l’occasion de la vérification si le travailleur a bien fait
assez d’efforts pour trouver du travail, on tient
compte, du point de vue géographique, de la notion de
la subrégion, définie comme la région vers laquelle les
travailleurs habitant le même endroit se déplacent
habituellement pour aller travailler. La frontière d’une
région n’est donc pas nécessairement une frontière
pour l’effort à fournir par le travailleur pour trouver
un emploi. Aussi en ce qui concerne la réactivation du
demandeur d’emploi, formalisé par un engagement
relatif aux efforts qu’il doit fournir dans un futur
proche, la notion de subrégion joue; en outre, on peut
naturellement tenir compte des vacatures existantes
pour les fonctions critiques en conseillant, lorsque le
chômeur dispose des qualifications nécessaires, qu’il
ou elle cherche surtout dans cette direction.
Het stelsel ter bevordering van het actief zoekgedrag
van de werklozen kan hier natuurlijk een rol in spelen.
Dit zal echter in grote mate afhangen van de wijze
waarop de gewesten en gemeenschappen bij hun begeleidings- en opleidingsaanbod inspelen op de concrete
behoeften. Maar ook het federaal luik van dit nieuw
stelsel kan een bijdrage leveren. Vooreerst is het zo dat
bij de toetsing of de werkzoekende wel voldoende inspanningen deed om werk te vinden op geografisch
gebied rekening wordt gehouden met de subregio,
omschreven als de streek waar de werknemers die in
dezelfde omgeving wonen gewoonlijk naar toe trekken
om te gaan werken. De grens van een gewest hoeft dus
geen grens te zijn voor het zoekgedrag van een werkloze. Ook bij het reactiveren van de werkzoekende,
geformaliseerd door het afsluiten van een verbintenis
aangaande de inspanningen die hij in de nabije toekomst moet doen, speelt deze notie subregio; bovendien kan natuurlijk rekening gehouden worden met
bestaande vacatures voor knelpuntberoepen om hem
of haar aan te raden vooral daar te gaan zoeken,
indien de werkloze over de nodige kwalificaties
beschikt.
Également en ce qui concerne les formations professionnelles visées par l’article 27 de l’arrêté royal du
25 novembre 1991 précité qui prévoit également la
possibilité pour les chômeurs pour suivre une formation dans un établissement d’enseignement, reconnu
par les services régionaux pour l’emploi pour autant
que cette formation soit agréée par le Directeur du
bureau du chômage, avec dispense d’inscription
comme demandeur d’emploi sur la base de l’article 91
du même arrêté, il existe un accord de coopération
entre l’État et les différentes communautés et régions
qui prévoit l’établissement de la même liste des qualifications pour lesquelles il existe un manque structurel
sur le marché de l’emploi. Ceci veut dire que de telles
Wat betreft de beroepsopleidingen, bedoeld in artikel 27 van voornoemd koninklijk besluit van
25 november 1991, dat eveneens de mogelijkheid voorziet voor de werklozen om in een onderwijsinstelling
een opleiding te volgen, erkend door de gewestelijke
diensten voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding
in zoverre deze opleiding aanvaard wordt door de
Directeur van het werkloosheidsbureau, met vrijstelling van inschrijving als werkzoekenden op basis van
artikel 91 van hetzelfde besluit, bestaat een samenwerkingsovereenkomst tussen de Staat, de gewesten en de
gemeenschappen dat voorziet in de opstelling van
dezelfde lijst voor kwalificaties waarvoor er een structureel tekort bestaat op de arbeidsmarkt. Dit betekent
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10723
formations sont agréées d’office par le Directeur du
bureau du chômage lorsque les services du FOREM,
ORBEM ou VDAB décident de faire participer un
chômeur à une telle formation.
dat deze opleidingen ambtshalve aanvaard worden
door de Directeur van het werkloosheidsbureau,
wanneer de diensten van de VDAB, FOREM of BGDA
beslissen een werkloze een dergelijke opleiding te doen
volgen.
Pour le reste, il relève bien sûr de la compétence des
organismes précités, FOREM, ORBEM. VDAB et des
ministres qui en ont la tutelle de faire les efforts nécessaires pour répondre aux demandes de main-d’œuvre
pour les « fonctions critiques » (qui d’ailleurs peuvent
être différents d’une région à l’autre) ce qu’ils font, à
mon avis, avec les moyens dont ils disposent, entre
autres les formations professionnelles, le mieux possible.
Voor de rest behoort het natuurlijk tot de bevoegdheid van de voornoemde instellingen, VDAB, FOREM
en BGDA en de ministers die er het toezicht over
hebben de nodige inspanningen te leveren om aan de
vraag voor personeel voor de « knelpuntberoepen »
(die trouwens verschillend kunnen zijn van de ene
streek naar de andere) te beantwoorden; hetgeen zij,
naar mijn mening, met de middelen waarover zij
beschikken, onder andere de beroepsopleidingen, zo
goed mogelijk doen.
En ce qui concerne la nécessité d’une concertation
interrégionale afin d’élaborer des initiatives susceptibles de promouvoir la mobilité interrégionale des
demandeurs d’emplois, j’ai convoqué, le 10 novembre
2004, une Conférence interministérielle avec les ministres régionaux de l’Emploi qui avait entre autres
pour thème cette problématique. Lors de cette
réunion, tous les ministres régionaux présents se sont
engagés à demander à leurs services de placement
respectifs d’améliorer la collaboration interrégionale
entre ces services en ce qui concerne la transmission
des informations relatives aux postes vacants.
Wat de noodzaak van het interregionaal overleg
betreft teneinde initiatieven te ontwikkelen die de
interregionale mobiliteit van de werkzoekenden kan
bevorderen, ik heb op 10 november 2004 een Interministeriële Conferentie met de gewestelijke ministers
van Werkgelegenheid bijeengeroepen waarop onder
andere deze problematiek op de agenda stond. Op
deze vergadering hebben alle aanwezige gewestelijke
ministers zich geëngageerd dat ze hun respectieve
plaatsingsdiensten zouden vragen om de interregionale
samenwerking tussen deze diensten te verbeteren op
het vlak van de informatiedoorstroming van vacatures.
DO 2003200421836
DO 2003200421836
Question no 107 de Mme Maggie De Block du 12 juillet
2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Vraag nr. 107 van mevrouw Maggie De Block van
12 juli 2004 (N.) aan de minister van Werk en
Consumentenzaken :
Contrôleurs de l’ONEm. — Effectifs. — Contrôles. —
Procès-verbaux. — Équipement et cours de recyclage.
RVA-controleurs. — Aantal. — Controles. — Processen-verbaal. — Uitrusting en bijscholingen.
1. En ce qui concerne les activités des contrôleurs
de l’ONEm, je souhaiterais obtenir une réponse aux
questions suivantes, ventilée chaque fois par bureau de
chômage et par année pour la période 2000-2004 :
1. Met betrekking tot de activiteiten van de RVAcontroleurs kreeg ik graag een antwoord op de
volgende vragen telkens opgesplitst per werkloosheidsbureau en per jaar voor de periode 2000-2004 :
a) Combien de contrôleurs de l’ONEm sont actuellement en charge du contrôle des chômeurs ?
a) Hoeveel RVA-controleurs zijn er momenteel actief
om de werklozen te controleren ?
b) Combien de contrôles ont été effectués ?
b) Hoeveel controles werden er verricht ?
c) Combien de procès-verbaux ont été dressés ?
c) Hoeveel processen-verbaal werden opgemaakt ?
d) Combien d’avertissements ont été donnés ?
d) Hoeveel verwittigingen werden gegeven ?
e) Combien de procès-verbaux ont été classés sans
suite ?
e) Hoeveel processen-verbaal werden geseponeerd ?
f) Combien de procès-verbaux ont effectivement
conduit à une sanction ?
f) Hoeveel processen-verbaal leidden effectief tot een
sanctie ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10724
2. Les contrôleurs de l’ONEm disposent-ils de
l’équipement nécessaire, tels que des GSM ou des ordinateurs portables, pour pouvoir dûment remplir leur
mission ?
2. Beschikken de RVA-controleurs over de nodige
uitrusting, zoals GSM’s of portable computers, om
hun taak optimaal te kunnen vervullen ?
3. Les contrôleurs de l’ONEm suivent-ils régulièrement des cours de recyclage afin d’optimiser leurs
méthodes d’inspection ?
3. Krijgen de RVA-controleurs regelmatig bijscholingen om hun inspectiemethodes te optimaliseren ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 107 de Mme Maggie De Block du 12 juillet
2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 107
van mevrouw Maggie De Block van 12 juli 2004 (N.) :
La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. Étant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de
l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais
elle peut être consultée au greffe de la Chambre des
représentants (service des Questions parlementaires).
Het antwoord op deze vraag is het geachte lid
rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van
Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter
inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
DO 2004200502617
DO 2004200502617
Question no 173 de M. Bart Laeremans du 9 novembre
2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Vraag nr. 173 van de heer Bart Laeremans van
9 november 2004 (N.) aan de minister van Werk
en Consumentenzaken :
Réductions des charges sur le travail. — Création
d’emplois.
Lastenverlagingen op arbeid. — Werkverschaffing.
Le gouvernement déclare vouloir accorder la priorité à la création d’emplois, et s’est fixé un objectif de
« 200 000 nouveaux emplois ». Parmi les moyens pour
atteindre cet objectif, le gouvernement prône la réduction des charges pesant sur le travail. Cette méthode
est cependant critiquée, d’aucuns estimant qu’il ne
s’agirait que de « cadeaux faits aux entreprises ».
De regering verklaart prioriteit te geven aan werkverschaffing : « 200 000 nieuwe banen ». Eén van de
middelen zal een verlaging van de lasten op arbeid
zijn. Deze methode wordt aangevochten : het zou
alleen maar gaan om « cadeaus voor de bedrijven ».
1.
a) Des études ont-elles déjà été menées par votre
administration ou par le Bureau du plan sur les
emplois supplémentaires créés à la suite des réductions des charges accordées aux entreprises depuis
1999 ?
1.
a) Heeft uw administratie of het Planbureau reeds
onderzoek verricht naar de extra geschapen arbeidsplaatsen als gevolg van de lastenverlagingen
voor bedrijven sinds 1999 ?
b) Dans l’affirmative, pouvez-vous communiquer ces
données pour chaque année depuis 1999 ?
b) Zo ja, kan u deze gegevens per jaar meedelen sinds
1999 ?
2.
a) Des études ont-elles déjà été menées par votre
administration ou par le Bureau du plan sur les
emplois qui ont pu être conservés grâce aux réductions des charges accordées aux entreprises depuis
1999 ?
2.
a) Heeft uw administratie of het Planbureau reeds
onderzoek verricht naar de arbeidsplaatsen die, als
gevolg van de lastenverlagingen voor bedrijven
sinds 1999, niet zijn verloren gegaan ?
b) Dans l’affirmative, pouvez-vous communiquer ces
données pour chaque année depuis 1999 ?
b) Zo ja, kan u dan deze gegevens per jaar meedelen
sinds 1999 ?
3. Votre administration ou le Bureau du plan
dispose-t-il déjà d’objectifs concernant le nombre de
3. Heeft uw administratie of het Planbureau reeds
streefcijfers voor het aantal nieuwe arbeidsplaatsen die
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10725
nouveaux emplois qui devraient être créés grâce aux
nouvelles réductions des charges prévues au budget
2005 ?
men wil creëren als gevolg van de nieuwe lastenverlagingen die voorzien zijn in de begroting 2005 ?
4. Votre administration ou le Bureau du plan
dispose-t-il de chiffres concernant le nombre
d’entreprises ayant décidé de ne pas délocaliser leur
production en raison des réductions de charges accordées ?
4. Beschikt uw administratie of het Planbureau over
cijfers van het aantal bedrijven dat omwille van de
lastenverlagingen besliste om niet te delokaliseren ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 16 février 2005, à la question no 173 de M. Bart Laeremans du 9 novembre
2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 16 februari 2005, op de vraag nr. 173
van de heer Bart Laeremans van 9 november 2004
(N.) :
1 et 2. Comme l’a déjà précisée la réponse à la question no 144 (du 7 octobre 2004, Questions et Réponses,
Chambre, 2004-2005, no 57, p. 9037) posée par l’honorable membre, la création et la perte d’emploi ne sont
pas seulement déterminées par les mesures en faveur
de l’emploi telles que les réductions de charges, mais
bien en premier lieu par révolution de l’activité économique. L’objectif principal d’une politique du marché
du travail active consiste à soutenir la création
d’emploi pendant les périodes de conjoncture favorable et à éviter, ou limiter autant que possible,
l’éventuelle perte d’emploi pendant les périodes de
basse conjoncture.
1 en 2. Zoals reeds werd gesteld in het antwoord op
vraag nr. 144 (van 7 oktober 2004, Vragen en
Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 57, blz. 9037) van
het geachte lid wordt jobcreatie en jobverlies niet
enkel bepaald door werkgelegenheidsmaatregelen
zoals lastenverlagingen, maar in de eerste plaats door
de evolutie van de economische activiteit. Het hoofdobjectief van een actief arbeidsmarktbeleid bestaat erin
de jobcreatie tijdens gunstige conjunctuurperiodes te
ondersteunen en eventueel jobverlies tijdens periodes
van laagconjunctuur te vermijden of zoveel mogelijk
in te perken.
La croissance nette de l’emploi intérieur est donc la
résultante d’une interaction complexe entre un grand
nombre de facteurs qui influencent chacun le fonctionnement du marché du travail. Il n’est par conséquent
pas évident de déterminer la contribution de chaque
facteur séparément dans la création ou le maintien
d’emploi, car d’une part il manque un point de référence et d’autre part un effet de perte sèche se manifeste toujours, cet effet étant inhérent à chaque mesure
en faveur de l’emploi.
De netto-aangroei van de binnenlandse werkgelegenheid is dus steeds de resultante van een complexe
wisselwerking tussen tal van factoren die ieder een
invloed uitoefenen op de werking van de arbeidsmarkt. Het is bijgevolg niet evident het aandeel van
iedere factor in de jobcreatie of het jobsbehoud afzonderlijk te bepalen, omdat enerzijds een referentiepunt
ontbreekt en anderzijds er steeds een deadweighteffect
optreedt dat inherent is aan iedere tewerkstellingsmaatregel.
3. Les chiffres à atteindre concernant la création
d’emploi ne sont pas disponibles au sein de l’administration.
3. Streefcijfers in verband met jobcreatie zijn
binnen de administratie niet beschikbaar.
Dans l’étude récente du Bureau fédéral du plan,
dont quelques conclusions importantes étaient déjà
citées en réponse à votre question no 144 du 7 octobre
2004, les effets macroéconomiques des diminutions de
charges à moyen terme sont analysés à l’aide de simulations et sont exprimés en chiffres. La conclusion
principale du rapport affirme qu’une réduction des
cotisations patronales ciblées sur les bas salaires a
l’effet le plus fort en termes de création d’emplois, et
ceci en dépit du scénario de base utilisé relatif à
l’évolution salariale (salaires bruts inchangés par
rapport aux salaires libres). Pour cette mesure la plus
performante en faveur des bas salaires, le modèle de
simulation du Bureau du plan estime une création
d’emplois qui varie entre 34 040 emplois (dans le cas
des salaires bruts libres) et 60 590 emplois (pour les
salaires bruts inchangés) sur une période de 7 ans.
In de recente studie van het Federaal Planbureau,
waarvan enkele belangrijke conclusies reeds aan bod
kwamen in het antwoord op uw vraag nr. 144 van
7 oktober 2004, worden de macro-economische effecten van lastenverlagingen op middellange termijn onderzocht via simulaties en cijfermatig uitgedrukt. De
belangrijkste conclusie van het rapport stelt dat een op
de lage lonen gerichte vermindering van de werkgeversbijdragen het sterkste effect heeft inzake werkgelegenheidscreatie, ongeacht het gehanteerde basisscenario met betrekking tot de loonevolutie (ongewijzigde brutolonen ten opzichte van vrije lonen). Voor
deze meest succesvolle maatregel ten voordele van de
lage lonen raamt het simulatiemodel van het Planbureau een banencreatie die varieert van 34 040 jobs
(ingeval van vrije brutolonen) tot 60 590 jobs (bij ongewijzigde brutolonen) over een periode van 7 jaar.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1355
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10726
Dans le cas de réductions de cotisations générales
non-ciblées, la création d’emplois escomptée varie
respectivement, selon le scénario de base, de
15 850 emplois à 24 310 emplois sur une même
période.
4. Le département ne dispose pas d’avantage des
statistiques relatives à la délocalisation et de ses motifs
éventuels.
In geval van algemene niet-gerichte bijdragenverminderingen varieert de verwachte banencreatie al
naargelang het basisscenario respectievelijk van
15 850 jobs tot 24 310 jobs gedurende dezelfde
periode.
4. Het departement beschikt evenmin over statistieken met betrekking tot delocalisatie en de eventuele
motieven in dit verband.
DO 2004200502825
DO 2004200502825
Question no 193 de M. Gerolf Annemans du 6 décembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Demandeurs d’emploi. — Offre d’accompagnement et
parcours d’insertion. — Retrait ou suspension
d’allocations de chômage.
Le 4 juin 2003, le Parlement flamand a adopté le
décret sur la politique d’insertion. Le 30 avril 2004, un
accord de coopération a été conclu entre l’État fédéral,
les régions et les communautés au sujet de l’accompagnement actif des demandeurs d’emploi et de la
transmission de données relatives à cet accompagnement. Les Régions s’engagent à réaliser une offre d’accompagnement et/ou un parcours d’insertion et les
demandeurs d’emploi ont l’obligation de répondre
positivement à cette offre et/ou à ce parcours et de
rechercher activement un emploi. Si un demandeur
d’emploi ne répond pas à cette offre, ces données sont
transmises à l’ONEm.
L’ONEm statue ensuite sur la question de savoir si
cela doit donner lieu ou non au retrait de l’allocation
et il informe le VDAB, en l’occurrence, des suspensions qu’il a décidé d’appliquer.
1. Pourriez-vous indiquer comment se répartissent
par région le nombre de cas de retrait et/ou de suspension de l’allocation de chômage pour le motif que le
demandeur d’emploi a manqué à son devoir de répondre à l’offre d’accompagnement et/ou de parcours
d’insertion des régions et, par voie de conséquence, de
chercher activement un emploi (voir le décret et
l’accord de coopération précités) ?
2. Pourriez-vous spécifier comment se répartissent
les chiffres régionaux précités entre demandeurs
d’emploi d’origine autochtone et demandeurs
d’emploi d’origine allochtone ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 15 février 2005, à la question no 193 de M. Gerolf Annemans du 6 décembre
2004 (N.) :
Au cours des six premiers mois de 2004, l’Office
national de l’Emploi a pris les décisions suivantes sur
la base des données transmises par les Régions en ce
qui concerne le parcours d’insertion :
Vraag nr. 193 van de heer Gerolf Annemans van
6 december 2004 (N.) aan de minister van Werk
en Consumentenzaken :
Werkzoekenden. — Begeleidingsaanbod en inwerkingstraject. — Intrekking of schorsing werkloosheidsuitkeringen.
Op 4 juni 2003 keurde het Vlaams Parlement het
decreet betreffende het inwerkingsbeleid goed. Op
30 april 2004 werd een samenwerkingsakkoord gesloten tussen de federale Staat, de gewesten en de
gemeenschappen betreffende de actieve begeleiding
van werkzoekenden en de transmissie van gegevens.
De gewesten engageren zich om een begeleidingsaanbod/inwerkingstraject te realiseren en de werkzoekenden hebben de plicht op dit aanbod/traject in te gaan
en zich alsdusdaning actief in te schakelen in de zoektocht naar werk. Indien een werkzoekende niet ingaat
op dit aanbod worden deze gegevens overgemaakt aan
de RVA.
De RVA oordeelt vervolgens of dit al dan niet aanleiding geeft tot het intrekken van de uitkering en
brengt in dat geval de VDAB op de hoogte van de
schorsingen.
1. Kan u een opslitsing per gewest geven van het
aantal gevallen van intrekking en/of schorsing van de
werkloosheidsuitkering omwille van het verzaken van
de werkzoekende aan zijn plicht om in te gaan op het
begeleidingsaanbod/inwerkingstraject van de gewesten en om aldus actief werk te zoeken (zie voornoemd
decreet en samenwerkingsakkoord) ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2. Kan u een opsplitsing geven van voornoemde
gewestelijke cijfers in werkzoekenden van autochtone
en allochtone afkomst ?
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 15 februari 2005, op de vraag nr. 193
van de heer Gerolf Annemans van 6 december 2004
(N.) :
Gedurende de eerste zes maanden van 2004 werden
door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening volgende
beslissingen genomen op basis van de overgemaakte
gegevens van de gewesten inzake het inschakelingsparcours :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10727
Région flamande Région wallonne
—
—
Vlaams Gewest
Waals Gewest
Absent à la convocation, après invitation. — Afwezig op oproeping, na uitnodiging.............................
Manque de collaboration positive. — Gebrek aan
positieve medewerking ...........................................
Refus d’emploi. — Werkweigering .........................
Refus, abandon ou arrêt de la formation professionnelle. — Weigering, verlating of stopzetting beroepsopleiding ................................................................
Total. — Totaal......................................................
Région Bruxelles
Capitale
—
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Pays
—
Land
143
141
26
310
23
4
3
0
0
0
26
4
1
0
0
1
171
144
26
341
Les décisions mènent ou bien à un avertissement ou
bien à une exclusion avec ou sans sursis.
En ce qui concerne la nouvelle procédure du suivi
actif des demandeurs d’emploi, tel que fixé dans
l’accord de coopération entre l’État fédéral, les régions
et les communautés du 30 avril 2004, il y a eu à la date
du 31 décembre 2004, 8 997 chômeurs qui ont été invités pour un premier entretien, 659 parmi ce nombre
(149 dans la Région flamande, 366 dans la Région
wallonne et 144 dans la Région de Bruxelles-Capitale)
ne se sont pas présentés. De ceux-là il y en a 497 qui
ont été suspendus au 31 décembre 2004 (114 dans la
Région flamande, 321 dans la Région wallonne et 62
dans la Région Bruxelles-Capitale). Au total, il y a
déjà 1 258 personnes qui ont signé un engagement de
résultat, dans lequel ils promettent d’adapter leur
comportement pour trouver un emploi. Dans cela, ils
sont accompagnés, entre autres, par les services régionaux de l’emploi. Ces chômeurs seront, après quatre
mois, invités pour un deuxième entretien. Il est à ce
moment encore trop tôt pour indiquer combien de
chômeurs n’auraient pas respecté leur engagement de
résultat, vu que ces entretiens vont seulement avoir
lieu au courant du mois de février 2005.
Le service ne dispose pas de données statistiques
permettant la distinction entre demandeurs d’emploi
autochtones et allochtones.
De beslissingen leiden ofwel tot een verwittiging,
ofwel tot een uitsluiting met of zonder uitstel.
Wat betreft de nieuwe procedure inzake de actieve
begeleiding van werkzoekenden zoals vastgelegd in het
samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de
gewesten en gemeenschappen van 30 april 2004
werden op 31 december 2004, 8 997 werklozen uitgenodigd voor een eerste gesprek, 659 daarvan (149 in
het Vlaams Gewest, 366 in het Waals Gewest en 144 in
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) bleven afwezig.
Van hen werden er op 31 december 2004 497 geschorst
(114 in het Vlaams Gewest, 321 in het Waals Gewest
en 62 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). In totaal
hebben 1 258 personen reeds een resultaatsverbintenis
getekend, waarin ze beloven hun zoekgedrag aan te
passen. Ze worden daarbij onder meer begeleid door
de gewestelijke arbeidsbemiddelingsdiensten. Deze
werklozen worden na vier maanden opgeroepen voor
een tweede gesprek. Het is op dit ogenblik nog te
vroeg om aan te geven hoeveel werklozen hun resultaatsverbintenis niet hebben nageleefd, vermits die
gesprekken slechts plaatsvinden in de loop van
februari 2005.
DO 2004200502839
DO 2004200502839
Question no 194 de Mme Hilde Vautmans du 7 décembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Lutte contre le travail au noir.
Beaucoup d’indépendants doivent faire face à la
concurrence déloyale des travailleurs au noir. Ce
Vraag nr. 194 van mevrouw Hilde Vautmans van
7 december 2004 (N.) aan de minister van Werk
en Consumentenzaken :
Bestrijding van zwartwerk.
Vele zelfstandigen hebben te kampen met oneerlijke
concurrentie van zwartwerkers. Dit zwartwerk kan
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
De dienst beschikt niet over statistische gegevens die
een onderscheid toelaten tussen autochtone en allochtone werkzoekenden.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10728
travail au noir peut être effectué tant par des salariés
qui travaillent en dehors de leurs heures que par des
illégaux ou des chômeurs. Certains prétendent en
outre que certains indépendants à titre complémentaire ne factureraient pas la totalité des services offerts.
zowel worden uitgevoerd door werknemers die na hun
uren een beetje bijklussen als door illegalen of werklozen. Sommigen beweren daarenboven dat een aantal
zelfstandigen in bijberoep de volledige dienstverlening
zou factureren. De Staat verliest hier viermaal.
L’État est donc perdant sur toute la ligne. Il perd les
recettes des cotisations patronales et des travailleurs
salariés et ne perçoit pas de recettes provenant des
impôts sur les bénéfices. Enfin, beaucoup de travailleurs au noir perçoivent encore souvent un revenu de
remplacement, de sorte que la caisse de l’État effectue
des dépenses qui n’ont pas lieu d’être.
Vooreerst verliest de Staat de niet-gederfde werkgevers- en werknemersbijdragen. Tevens ontvangt de
Staat geen inkomsten uit de belastingen op de winsten.
Tenslotte trekken vele zwartwerkers vaak ook nog een
vervangingsinkomen, waardoor de Staatskas uitgaven
heeft die normaal niet zouden mogen zijn.
Je souhaiterais obtenir les informations suivantes
pour la Flandre, Bruxelles et la Wallonie :
Graag had ik voor de jaren 2002, 2003 en 2004 de
volgende gegevens opgedeeld voor Vlaanderen, Brussel en Wallonië verkregen.
1. Combien de fonctionnaires à plein temps sont
chargés de la lutte contre le travail au noir ?
1. Hoeveel voltijdse ambtenaren zijn belast met de
strijd tegen het zwartwerk ?
2. Combien de contrôles ont été effectués ?
2. Hoeveel controles werden verricht ?
3. Combien de procès-verbaux ont été dressés pour
le travail au noir ?
3. Hoeveel processen-verbaal werden opgemaakt
voor zwartwerk ?
4.Selon les catégories suivantes, combien de personnes ont été prises à travailler au noir : indépendants à
titre complémentaire, salariés, fonctionnaires, indépendants, bénéficiaires de revenus de remplacement ou
illégaux ?
4. Als men de groep van zwartwerkers mag onderverdelen in verschillende categorieën zoals : zelfstandigen in bijberoep, loontrekkers, ambtenaren, zelfstandigen, trekkers van een vervangingsinkomen of illegalen. Hoeveel mensen van elke categorie werden
betrapt op zwartwerk ?
5. Combien d’employeurs ont été verbalisés ?
5. Hoeveel werkgevers werden geverbaliseerd ?
6. Combien d’infractions ont été classées sans
suite ?
7. Combien
l’amiable ?
d’infractions
à
7. Hoeveel overtredingen kregen hun beslag via
minnelijke schikking ?
8. Combien d’infractions ont été renvoyées devant
les instances judiciaires ?
8. Hoeveel overtredingen werden doorgestuurd
naar de gerechtelijke instanties ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 15 février 2005, à la question no 194 de Mme Hilde Vautmans du 7 décembre
2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 15 februari 2005, op de vraag nr. 194
van mevrouw Hilde Vautmans van 7 december 2004
(N.) :
Je tiens à signaler tout d’abord que la mission principale de la Direction générale Contrôle des Lois
sociales consiste — à l’opposé de celle des autres services d’inspection — à contrôler l’application correcte
du droit individuel et collectif du travail et de la réglementation du travail, à donner des avis et autorisations, et à exercer des missions d’information dans un
but de protection des travailleurs individuels. Le dépistage du travail au noir ne constitue pour mon service
d’inspection qu’une tâche complémentaire.
Ik wil vooraf meedelen dat de hoofdopdracht van de
Algemene Directie Toezicht Sociale Wetten — in tegenstelling tot deze van andere inspectiediensten —
bestaat in de controle op de correcte toepassing van
het individuele en collectieve arbeidsrecht en de arbeidsreglementering, het verlenen van adviezen en
machtigingen en in de uitoefening van informatieopdrachten met het oog op de bescherming van de individuele werknemer. De opsporing van zwartwerk
vormt daarbij slechts een bijkomende opdracht voor
mijn inspectiedienst.
Je peux déduire de la question de la membre que les
informations qu’elle recherche concernent les personnes qui effectuent du travail frauduleux en tant
qu’indépendant.
Uit de vraagstelling van het geachte lid meen ik te
begrijpen dat zij informatie zoekt over personen die op
zelfstandige wijze sluikwerk verrichten.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
ont
été
réglées
6. Hoeveel overtredingen werden geseponeerd ?
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10729
Mes services ne contrôlent pas ce type d’activité
(hormis les chômeurs), du fait que le travail indépendant frauduleux ne relève pas de leur compétence.
Deze activiteit wordt evenwel niet door de mijn
diensten gecontroleerd (met uitzondering van de werklozen), omdat het zelfstandig sluikwerk niet tot hun
bevoegdheid behoort.
Le travail au noir peut être défini comme étant
comme celui effectué par une personne, travaillant
sous l’autorité d’un employeur, sans déclaration ni
paiement des cotisations sociales et fiscales. Il existe
donc un lien plus ou moins évident entre employeur et
travailleur. Ce type de travail est contrôlé par les services d’inspection traditionnels. Ce travail au noir peut
prendre de multiples formes différentes (travail au noir
complet, temps partiel déclaré pour un travail à temps
plein, heures supplémentaires au noir, etc.).
Zwartwerk kan men definiëren als het werk van een
persoon, die werkt onder gezag van een werkgever,
zonder dat voor dat werk de wettelijke sociale en
fiscale bijdragen worden aangegeven of betaald. Er is
een
min
of
meer
duidelijke
werkgeverwerknemersrelatie. Dit wordt gecontroleerd door de
traditionele arbeidsinspectiediensten. Dergelijk zwartwerk kan vele, verschillende vormen aannemen (volledig zwartwerk, deeltijds inschrijven, maar toch
voltijds werken, zwarte overuren, enzovoort.)
Le travail frauduleux est effectué par une personne
ayant la qualité d’indépendant, et qui n’effectue pour
ces prestations, ni déclaration ni paiement des cotisations sociales et/ou fiscales (par exemple TVA). Le
contrôle du travail frauduleux doit s’effectuer par les
services d’inspection du Service public fédéral Économie, PME, Classes moyennes, et ceux du Service
public fédéral Finances (loi du 6 juillet 1976 sur la
répression du travail frauduleux à caractère commercial ou artisanal).
Met sluikwerk wordt het werk van een persoon
bedoeld die dit op zelfstandige wijze uitvoert en die
voor deze prestaties geen sociale zekerheid en/of geen
fiscale bijdragen (bijvoorbeeld BTW) aangeeft of
betaalt. Dit sluikwerk moet gecontroleerd worden
door de inspectiediensten van de Federale Overheidsdiensten Economie, KMO, Middenstand en deze van
Financiën (cf. de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling
van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter).
La fraude aux allocations sociales (travailleurs au
noir qui bénéficient également de revenus de remplacement) est en partie contrôlée par les services de
contrôle de l’ONEm (chômeurs). Les autres cas de
fraude sont poursuivis par d’autres services de
contrôle, dont ceux de l’INAMI, de l’ONAFTS et de
Office national des pensions. Ces services relèvent du
SPF Sécurité sociale.
De uitkeringsfraude (zwartwerkers die ook nog een
vervangingsinkomen ontvangen) wordt gedeeltelijk
gecontroleerd door de controlediensten van RVA
(werklozen). Andere fraude wordt opgevolgd door
andere controlediensten, zoals het RIZIV, RKW en
Rijksdienst voor pensioenen. Deze diensten hangen af
van de FOD Sociale Zekerheid.
Les services d’inspection ne disposent toutefois pas
de données statistiques permettant des répartir les
travailleurs au noir selon les catégories citées.
De inspectiediensten beschikken evenwel niet over
statistische gegevens om de zwartwerkers onder te verdelen in de verschillende gevraagde categorieën.
Je puis vous préciser que mes services d’inspection
disposaient, au 1er janvier 2005, de 227 contrôleurs
(équivalents temps plein).
Ik kan wel meedelen dat mijn inspectiedienst op
1 januari 2005 beschikte over 227 controleurs (VTE of
voltijds equivalenten).
Pour les constatations faites par mon inspection en
matière de travail au noir, il m’est possible de vous
communiquer les chiffres suivants, concernant les
infractions aux documents sociaux, à l’occupation
d’étrangers illégaux et de travail à temps partiel :
Wat het door mijn inspectie vastgestelde zwartwerk
betreft, kan ik u de volgende cijfers geven wat de
inbreuken sociale documenten, tewerkstelling van illegale vreemdelingen en deeltijdse arbeid betreft :
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10730
Irrégularités
—
Onregelmatigheden
Secteur
—
Sector
2002
2003
2004
Agriculture/horticulture. — Land- en tuinbouw ...................
295
306
258
Confection. — Confectie ......................................................
2
2
7
Garages .................................................................................
156
151
148
Industrie alimentaire. — Voedingshandel .............................
247
209
253
Nettoyage. — Schoonmaak ..................................................
62
70
96
Construction. — Bouw .........................................................
793
764
567
Transport. — Vervoer ..........................................................
239
276
282
Commerce de détail. — Kleinhandel ....................................
661
636
584
Commerce en gros. — Groothandel .....................................
159
169
202
Horeca ..................................................................................
2 220
2 415
2 408
Autres industries. — Andere industrieën ...............................
467
453
470
Autres secteurs. — Andere sectoren ......................................
873
787
840
Totaux. — Totalen ..............................................................
6 174
6 238
6 115
Procès-verbaux
—
Processen-verbaal
Secteur
—
Sector
2002
2003
2004
Agriculture/horticulture. — Land- en tuinbouw ...................
186
199
170
Confection. — Confectie ......................................................
0
0
3
Garages .................................................................................
79
64
61
Industrie alimentaire. — Voedingshandel .............................
135
90
114
Nettoyage. — Schoonmaak ..................................................
24
27
43
Construction. — Bouw .........................................................
353
470
252
Transport. — Vervoer ..........................................................
111
127
144
Commerce de détail. — Kleinhandel ....................................
171
197
202
Commerce en gros. — Groothandel .....................................
48
65
63
Horeca ..................................................................................
1 472
1 475
1 445
Autres industries. — Andere industrieën ...............................
176
198
197
Autres secteurs. — Andere sectoren ......................................
359
287
350
Totaux. — Totalen ..............................................................
3 114
3 199
3 044
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10731
Nombre de travailleurs concernés par les PV
—
Aantal werknemers betrokken in PV’s
Secteur
—
Sector
2002
2003
2004
Agriculture/horticulture. — Land- en tuinbouw ...................
585
497
484
Confection. — Confectie ......................................................
0
0
4
Garages .................................................................................
108
127
83
Industrie alimentaire. — Voedingshandel .............................
373
110
158
Nettoyage. — Schoonmaak ..................................................
90
89
48
Construction. — Bouw .........................................................
653
850
587
Transport. — Vervoer ..........................................................
391
534
330
Commerce de détail. — Kleinhandel ....................................
337
237
264
Commerce de gros. — Groothandel .....................................
87
96
129
Horeca ..................................................................................
2 557
2 654
2 472
Autres industries. — Andere industrieën ...............................
454
414
427
Autres secteurs. — Andere sectoren ......................................
818
631
750
Totaux. — Totalen ..............................................................
6 453
6 239
5 736
Ces chiffres ne reflètent évidemment qu’une part
limitée de l’activité de mon inspection.
Deze cijfers geven uiteraard slechts een beperkt deel
weer van de werking van mijn inspectie.
La politique en matière de classement sans suite
relève de la compétence de la ministre de la Justice.
(Question no 470 du 7 décembre 2004.)
Het seponeringsbeleid behoort tot de bevoegdheid
van de minister van Justitie. (Vraag nr. 470 van 7 december 2004.)
DO 2004200502958
DO 2004200502958
Question no 207 de Mme Maggie De Block du
22 décembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi
et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 207 van mevrouw Maggie De Block van
22 december 2004 (N.) aan de minister van Werk
en Consumentenzaken :
ONEm. — Demandeurs d’emploi. — Début d’une
activité d’indépendant. — Cessation. — Assurancechômage.
RVA. — Werkzoekenden. — Opstarten zelfstandige
activiteit. — Stopzetting. — Werkloosheidsverzekering.
Les demandeurs d’emploi qui commencent à exercer
une activité d’indépendant ont le droit d’être admis de
nouveau dans le système de l’assurance-chômage s’ils
cessent leur activité dans un délai de neuf ans. Pour
celles et ceux qui sont prêts à assumer les risques inhérents à la vie d’entrepreneur, c’est rassurant ! Mais les
intéressés ne savent pas à quoi s’en tenir quant à la
question de savoir si leurs années d’indépendant
peuvent être prises en compte au moment où ils cherchent à rentrer dans le système de l’assurancechômage.
Werkzoekenden die een zelfstandige activiteit opstarten, krijgen het recht opnieuw toegelaten te
worden tot het stelsel van de werkloosheidsverzekering indien hij of zij de activiteit binnen een termijn
van negen jaar stopzetten. Een geruststellende
gedachte voor wie bereid is een ondernemersrisico te
dragen. Toch schijnt er onduidelijkheid te bestaan
over het in rekening kunnen brengen van de gepresteerde jaren als zelfstandige op het ogenblik dat de
betrokkenen opnieuw aansluiting zoeken bij de werkloosheidsverzekering.
1. L’ONEm prend-elle en compte, pour
l’application de l’article 80 de l’arrêté royal du
25 novembre 1991 portant la réglementation du
1. Worden de jaren die een werkloze die een zelfstandige activiteit heeft opgestart en in die hoedanigheid actief is geweest, door de RVA mee in rekening
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10732
chômage, les années durant lesquelles un chômeur ou
une chômeuse a travaillé comme indépendant(e) ?
2. Dans la négative, pour quel motif sous-jacent ?
genomen voor de toepassing van artikel 80 van het
koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende
werkloosheidsreglementering ?
2. Zo neen, wat is hiervan de achterliggende ratio ?
3. Les chômeurs ayant cessé leur activité
d’indépendant ne courent-ils pas le risque d’être exclus
rapidement en raison d’un « chômage d’une durée
anormalement longue » ?
3. Lopen werklozen die hun zelfstandige activiteit
hebben stopgezet niet het risico om snel te worden uitgesloten wegens « abnormaal langdurige werkloosheid » ?
4. Combien de chômeurs ayant cessé leur activité
ont été suspendus annuellement, au cours de la période
2000-2004, en raison d’un chômage de longue durée en
Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?
4. Hoeveel werklozen die hun zelfstandige activiteit
hebben stopgezet werden in de periode 2000-2004 jaarlijks geschorst omwille van langdurige werkloosheid
in Vlaanderen, Wallonië en Brussel ?
5. Quelle influence le nouveau système d’activation
des demandeurs d’emploi a-t-il sur la situation des
chômeurs ou des chômeuses qui ont cessé leur activité
indépendante ?
5. Hoeveel invloed heeft het nieuwe activeringssysteem van werkzoekenden op de situatie van werklozen
die hun zelfstandige activiteit hebben stopgezet ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 207 de Mme Maggie De Block du 22 décembre
2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 207
van mevrouw Maggie De Block van 22 december 2004
(N.) :
En réponse à votre question je peux vous communiquer que, pour l’application de l’article 80 et suivants
de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage (suspension du droit aux allocations pour chômage de longue durée) la durée du
chômage est exprimée en mois et pour obtenir le
nombre de mois, on divise par 26 le nombre d’allocations perçues comme chômeur complet (article 56 de
l’arrêté ministériel du 26 novembre 1991 portant les
modalités d’application de la réglementation du
chômage).
In antwoord op uw vraag kan ik u meedelen dat,
voor de toepassing van artikel 80 en volgende van het
koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de
werkloosheidsreglementering, (schorsing van het recht
op werkloosheidsuitkeringen wegens langdurige werkloosheid) de werkloosheidsduur uitgedrukt wordt in
maanden en dat voor het aantal maanden te bekomen,
men het aantal genoten werkloosheidsuitkeringen als
volledig werkloze, deelt door 26 (artikel 56 van het
ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende
de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering).
Vu qu’un chômeur qui s’installe comme indépendant avec le bénéfice du maintien des droits, sur la
base de l’article 42 de l’arrêté royal du 25 novembre
1991 précité, ne bénéficie pas d’allocations aussi longtemps qu’il exerce cette activité indépendante, il est
donc évident qu’on ne tient pas compte de cette
période pour le calcul du chômage de longue durée.
Gezien een werkloze, die zich vestigt als zelfstandige
met het voordeel van behoud van rechten op basis van
artikel 42 van voornoemd koninklijk besluit van
25 november 1991, geen werkloosheidsuitkeringen
geniet zolang hij deze zelfstandige activiteit uitoefent,
is het dus evident dat men geen rekening houdt met
deze periode voor de berekening van langdurige werkloosheid.
Compte tenu du fait que l’article 116, § 2, du même
arrêté royal du 25 novembre 1991 prévoit que la
période de chômage dans laquelle le chômeur se trouvait au moment du début de l’activité d’indépendant
est prolongée par cette période d’activité, le chômeur
va, lorsqu’il demande après cette période à nouveau
des allocations, en ce qui concerne l’application éventuelle de l’article 80, à nouveau se trouver dans la
situation dans laquelle il se trouvait avant de commencer l’activité indépendante, aussi bien en ce qui
concerne la période du chômage qu’en ce qui concerne
la durée du chômage. Concrètement, comme il s’agit
d’une période « neutralisée », la période de travail
Rekening gehouden met het feit dat artikel 116, § 2,
van hetzelfde koninklijk besluit van 25 november 1991
voorziet dat de werkloosheidsperiode waarin de werkloze zich bevond op het ogenblik van het begin van de
activiteit als zelfstandige, verlengd wordt met deze
periode, zal de werkloze, indien hij na deze periode
opnieuw uitkeringen aanvraagt, zich, voor de toepassing van artikel 80, opnieuw bevinden in de situatie
waarin hij zich bevond vooraleer de zelfstandige activiteit te beginnen, zowel wat betreft de werkloosheidsperiode als de duur van de werkloosheid. Concreet,
aangezien het hier een « geneutraliseerde » periode
betreft, heeft de periode van zelfstandige activiteit geen
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10733
indépendant n’a pas d’effet direct sur l’application de
l’article 80 et suivants.
direct effect op de toepassing van artikel 80 en
volgende.
Bien sûr, le chômeur concerné peut toujours,
lorsqu’il fait appel contre l’avertissement de suspension devant la Commission administrative nationale,
sur la base des efforts qu’il a fourni pour trouver du
travail, également invoquer l’effort qu’il a fait pour
essayer de s’installer comme indépendant.
Natuurlijk kan de betrokken werkloze altijd, indien
hij beroep aantekent bij de Nationale Administratieve
Commissie tegen de verwittiging tot schorsing, op
basis van de inspanningen die hij geleverd heeft om
werk te vinden, ook de inspanning inroepen die hij
geleverd heeft om zich als zelfstandige te vestigen.
L’Office national de l’Emploi ne dispose pas de chiffres spécifiques concernant la suspension pour
chômage de longue durée pour cette catégorie de
chômeurs.
De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening beschikt
niet over specifieke cijfers betreffende de schorsing
wegens langdurige werkloosheid voor deze categorie
werklozen.
Il va de soi que dans le cadre du nouveau système du
suivi des chômeurs qui doivent rechercher activement
un emploi il sera tenu compte du fait que le chômeur
concerné a exercé une activité indépendante comme de
tous les autres efforts que le chômeur a fait pour
échapper au chômage.
Het spreekt vanzelf dat binnen het kader van het
nieuwe stelsel van opvolging van de werklozen die
actief werk dienen te zoeken, er rekening zal gehouden
worden met het feit dat de betrokken werkloze een
zelfstandige activiteit heeft uitgeoefend, zoals met alle
inspanningen die de werkloze geleverd heeft om aan
de werkloosheid te ontsnappen.
DO 2004200503018
DO 2004200503018
Question no 210 de Mme Greet Van Gool du 3 janvier
2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Vraag nr. 210 van mevrouw Greet Van Gool van 3 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en
Consumentenzaken :
Personnes placées sous surveillance électronique. —
Allocations de chômage.
Personen die onder elektronisch toezicht staan. —
Werkloosheidsuitkeringen.
L’administration pénitentiaire peut proposer à un
détenu dont la peine arrive à sa fin, d’opter pour le
bracelet électronique. Cette solution peut contribuer à
la resocialisation du détenu et l’aider à entretenir des
contacts familiaux et sociaux et à trouver un emploi.
Het Bestuur der Strafinrichtingen kan een gedetineerde wiens straf ten einde loopt, voorstellen om te
kiezen voor een elektronische enkelband. Die oplossing kan bijdragen tot zijn resocialisatie en kan hem
helpen zijn familiale en sociale contacten te onderhouden en werk te vinden.
C’est dire qu’il s’agit d’une évolution tout à fait
positive. L’accord gouvernemental prévoit par ailleurs
que la surveillance électronique « sera étendue à au
moins 1000 unités ».
Op zich dus een zeer positieve evolutie. Bovendien
vinden we in het regeerakkoord terug dat dit elektronisch toezicht zal worden uitgebreid met minimaal
duizend eenheden.
Certaines prestations sociales ne sont pas attribuées
durant la période de détention, le but de ces prestations étant précisément de permettre au bénéficiaire de
pourvoir à sa subsistance. Un détenu ne devant pas
assurer sa propre subsistance, le bénéfice de la prestation est donc suspendu. C’est le cas notamment des
pensions, des allocations de remplacement de revenus,
de l’allocation d’intégration des personnes handicapées, etc.
Nu is het echter zo dat een aantal sociale uitkeringen tijdens de gevangenschap niet worden uitbetaald.
Het uitgangspunt is immers dat de uitkering dient om
in het levensonderhoud te voorzien. Aangezien een
gedetineerde niet zelf in zijn/haar onderhoud moet
voorzien, wordt de uitkering geschorst. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de pensioenen, bij de inkomensvervangende tegemoetkomingen en de integratietegemoetkoming aan personen met een handicap, enzovoort.
Or, la philosophie qui sous-tend la décision de
suspendre les prestations sociales attribuées aux détenus ne s’applique pas aux personnes placées sous
surveillance électronique.
Bij elektronisch toezicht vervalt het uitgangspunt
dat gevolgd wordt om de uitkering van gedetineerden
te schorsen evenwel.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1356
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10734
Les personnes placées sous surveillance électronique
étant obligées de subvenir à leurs propres besoins,
peuvent-elles bénéficier de leur allocation de
chômage ?
Kunnen de personen die onder elektronisch toezicht
staan hun werkloosheidsuitkering ontvangen aangezien zij dan zelf in hun onderhoud dienen te voorzien ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 210 de Mme Greet Van Gool du 3 janvier 2005
(N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 210
van mevrouw Greet Van Gool van 3 januari 2005
(N.) :
En réponse à votre question, je peux vous communiquer que le fait qu’un travailleur qui se trouve dans un
état de détention préventive ou de privation de liberté
n’a pas droit aux allocations de chômage n’est, dans la
philosophie du système des allocations du chômage,
pas dû au fait que le travaileur concerné ne doit plus
assurer sa propre subsistance mais dû au fait qu’il n’est
pas disponible pour le marché de l’emploi, une des
conditions majeures dans notre système pour pouvoir
bénéficer d’allocations de chômage.
In antwoord op uw vraag kan ik u meedelen dat het
feit dat een werknemer die zich in voorlopige hechtenis bevindt of van zijn vrijheid beroofd is, geen recht
op uitkeringen heeft gedurende deze periode, in de
filosofie van ons werkloosheidsstelsel, niet te wijten is
aan het feit dat de werknemer niet meer in staat is in
zijn eigen onderhoud te voorzien, maar wel aan het
feit dat hij niet beschikbaar is voor de arbeidsmarkt,
één van de hoofdvoorwaarden in ons stelsel om te
werkloosheidsuitkeringen kunnen genieten.
Partant de ce principe, un travailleur qui n’est plus
emprisonné mais se trouve sous surveillance électronique sera en théorie indemnisable ou à nouveau indemnisable dans notre régime d’allocations de chômage
pour autant qu’il devienne vraiment disponible pour le
marché de l’emploi.
Vertrekkend van dit principe kan een werknemer
die niet meer gevangen is, maar zich onder elektronisch toezicht bevindt in theorie vergoedbaar of opnieuw vergoedbaar zijn, in zoverre hij werkelijk
beschikbaar wordt voor de arbeidsmarkt.
Concrètement on va examiner, cas par cas, les
conditions liées à la surveillance électronique pour
déterminer si le travailleur concerné est disponible
pour le marché de l’emploi ou pas.
Concreet zal nagegaan worden, geval per geval, wat
de voorwaarden zijn, verbonden aan het elektronisch
toezicht om uit te maken of de betrokken werknemer
beschikbaar is voor de arbeidsmarkt of niet.
DO 2004200503034
DO 2004200503034
Question no 211 de M. Patrick De Groote du 11 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Vraag nr. 211 van de heer Patrick De Groote van
11 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk
en Consumentenzaken :
Renaix. — Rapports linguistiques chez les chômeurs
de différentes catégories d’âge.
Ronse. — Taalverhoudingen bij de werklozen voor de
verschillende leeftijdsklassen.
Il y a quelques années, 78 % des chômeurs à Renaix,
âgés entre 18 et 25 ans, étaient francophones. Dans le
cadre d’une politique de suivi plus efficace des
chômeurs, il me semble évident que, vu ce pourcentage, une formation soit proposée aux francophones
leur permettant d’acquérir la maı̂trise du néerlandais
dans le but d’améliorer leur position sur le marché du
travail. Par le passé, cette situation a du reste constitué
une source de problèmes pour le personnel du VDAB
qui consacrait souvent trop de temps à traduire les
offres d’emploi pour les demandeurs d’emploi francophones.
Enkele jaren geleden was 78 % van de werklozen
tussen 18 en 25 jaar in Ronse Franstalig. In het kader
van de efficiëntere opvolging van de werklozen, lijkt
het me bij dit percentcijfer evident dat de Franstalige
werkloze een opleiding krijgt aangeboden om het
Nederlands machtig te worden om hun plaats op de
arbeidsmarkt te verbeteren. Overigens in het verleden
gaf dit problemen bij het VDAB-personeel dat zich te
vaak diende bezig te houden met het vertalen van
vacatures voor de Franstalige werkzoekenden.
1. Quelle est, à Renaix, la répartition entre
chômeurs néerlandophones, francophones et allophones en fonction des différentes catégories d’âge ?
1. Hoe groot zijn nu de verhoudingen tussen Nederlands- Frans- en anderstaligen bij de werklozen voor
de verschillende leeftijdsklassen in Ronse ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10735
2. Renaix étant une commune à facilités, la ministre
de l’Emploi peut-elle veiller à ce que l’administration
de la VDAB propose un cours de langue approprié aux
demandeurs d’emploi francophones et qu’en cas de
refus de l’intéressé d’apprendre le néerlandais, les allocations de chômage soient suspendues, sans que ne
soient invoquées à ce sujet les facilités linguistiques ?
2. Daar Ronse echter een faciliteitengemeente is,
kan de minister erop toezien dat de administratie van
de VDAB aan alle Franstalige werkzoekenden een
passende taalcursus kan aanbieden en dat bij weigering van de betrokkene om Nederlands te leren de
werkloosheidsvergoeding kan worden geschorst zonder dat hiervoor de taalfaciliteiten worden voor ingeroepen ?
3. Envisagez-vous, vu la situation particulière à
Renaix, d’apporter votre soutien au VDAB pour
mener ces actions ?
3. Overweegt u gezien de speciale situatie in Ronse
ondersteuning te verlenen aan de VDAB om dit te realiseren ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 211 de M. Patrick De Groote du 11 janvier
2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 211
van de heer Patrick De Groote van 11 januari 2005
(N.) :
Qu’aussi bien l’inscription comme demandeur
d’emploi que les possibilités des demandeurs d’emploi
pour suivre n’importe quelle formation relèvent, en ce
qui concerne la région de Renaix, de la compétence de
mon collègue du gouvernement de la Communauté
flamande, M. Frank Vandenbroucke.
Zowel de inschrijving als werkzoekende als de
mogelijkheden voor de werkzoekenden om gelijk
welke opleiding te volgen behoren, wat de streek van
Ronse betreft, tot de bevoegdheden van mijn collega
van de Vlaamse regering, de heer Frank Vandenbroucke.
DO 2004200503060
DO 2004200503060
Question no 214 de M. Guy D’haeseleer du 13 janvier
2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Vraag nr. 214 van de heer Guy D’haeseleer van 13 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en
Consumentenzaken :
Utilisation des titres-services.
Gebruik van de dienstencheques.
Le gouvernement fédéral a consolidé, simplifié et
assoupli le système des titres-services dans le but de
créer 25000 emplois supplémentaires pour la fin 2005.
De federale regering heeft het systeem van dienstencheques versterkt, vereenvoudigd en versoepeld,
met de bedoeling tegen eind 2005 25000 extra banen te
scheppen.
1. Combien de titres-services, ventilés par Région,
ont-ils été vendus en 2004 aux utilisateurs par la
société émettrice ACCOR ?
1. Hoeveel dienstencheques werden er door het uitgiftebedrijf ACCOR in 2004 verkocht aan gebruikers,
opgesplitst per gewest ?
2. A) Combien de ces titres, ventilés par Région,
ont effectivement été utilisés pour rémunérer une prestation horaire ?
2. A) Hoeveel van deze cheques werden er effectief
aangewend om een uurprestatie te vergoeden, opgesplitst per gewest ?
B) a) Combien de ces titres ont été employés pour
des activités au domicile de l’utilisateur ?
B) a) Hoeveel van deze cheques werden aangewend
voor activiteiten ten huize van de gebruiker ?
b) Combien ont été utilisés pour le nettoyage de
l’habitation ?
b) Hoeveel werden er aangewend voor het schoonmaken van de woning ?
c) Combien ont été utilisés pour la lessive et le repassage ?
c) Hoeveel werden er aangewend voor wassen en
strijken ?
d) Combien ont été utilisés pour d’occasionnels petits
travaux de couture ?
d) Hoeveel werden er aangewend voor kleine occasionele naaiwerken ?
e) Combien ont été utilisés pour la préparation des
repas ?
e) Hoeveel werden er aangewend voor bereiden van
maaltijden ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10736
C) a) Combien de ces titres ont-ils été employés
pour des activités en dehors du domicile de
l’utilisateur ?
b) Combien ont été utilisés pour un service de livraison ?
c) Combien ont été utilisés pour une centrale pour les
personnes moins mobiles ?
d) Combien ont été utilisés pour le repassage, y
compris de petits travaux occasionnels de couture ?
3. Quel est le nombre d’utilisateurs du système des
titres-services, ventilé par Région ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 214 de M. Guy D’haeseleer du 13 janvier 2005
(N.) :
1. En 2004, la société émettrice Accor a vendu
8 111 261 titres-services aux utilisateurs. Sur la base de
du domicile des utilisateurs, la répartition est la
suivante : 6 094 769 en Région flamande, 1 821 172 en
Région wallonne et 195 320 en Région de BruxellesCapitale.
2.
A) Également en 2004, 5 619 745 titres-services ont été
introduits par des entreprises agréées auprès de la
société émettrice. La répartition sur la base de du
siège social des entreprises agréées est la suivante :
Région flamande : 3 525 144, Région wallonne :
977 654, Région de Bruxelles-Capitale : 1 116 947.
Il faut donc tenir compte du fait que les titresservices introduits par certaines entreprises agréées
qui ont leur siège social à Bruxelles ne concernent
pas seulement des prestations en Région de Bruxelles-Capitale, mais également celles effectuées dans
les autres Régions.
C) a) Hoeveel van deze cheques werden aangewend
voor activiteiten buiten het huis van de gebruiker ?
b) Hoeveel werden er aangewend voor een boodschappendienst ?
c) Hoeveel werden er aangewend voor een mindermobielencentrale ?
d) Hoeveel werden er aangewend voor strijken met
inbegrip van kleine occasionele herstelwerken ?
3. Wat is het aantal gebruikers van het systeem van
dienstencheques opgesplitst per gewest ?
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 214
van de heer Guy D’haeseleer van 13 januari 2005 (N.) :
B) et C) Pour le moment ces données ne sont pas
disponibles. Le système des titres-services est
actuellement en cours d’évaluation. Après
celle-ci, la situation sera plus claire.
3. Au 31 décembre 2004, il y avait 120 247 utilisateurs inscrits : 86 541 en Région flamande, 29 288 en
Région wallonne et 4 418 en Région de BruxellesCapitale.
1. In 2004 werden er door het uitgiftebedrijf Accor
8 111 261 dienstencheques verkocht aan gebruikers.
Op basis van het domicilie van de gebruikers is de
opdeling als volgt : 6 094 769 in het Vlaams Gewest,
1 821 172 in het Waals Gewest en 195 320 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
2.
A) Eveneens in 2004 werden er 5 619 745 dienstencheques door erkende ondernemingen ingediend bij de
uitgiftemaatschappij. De opdeling op basis van de
maatschappelijke zetel van de erkende ondernemingen is als volgt : Vlaams Gewest : 3 525 144,
Waals Gewest : 977 654, Brussels Hoofdstedelijk
Gewest : 1 116 947. Er moet dus rekening gehouden worden met het feit dat de ingediende dienstencheques van sommige erkende ondernemingen
die hun maatschappelijke zetel in Brussel hebben
niet alleen betrekking hebben op prestaties in het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar ook op
prestaties in de andere Gewesten.
B) en C) Op dit ogenblik zijn deze gegevens niet
beschikbaar. Momenteel wordt het systeem
van de dienstencheques geëvalueerd. Na deze
evaluatie zal de situatie duidelijker zijn.
3. Op 31 december 2004 waren er 120 247 gebruikers ingeschreven : 86 541 in het Vlaams Gewest,
29 288 in het Waals Gewest en 4 418 in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest.
DO 2004200503111
DO 2004200503111
Question no 219 de M. Guy D’haeseleer du 17 janvier
2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Statut des travailleurs actifs dans le cadre des titresservices.
Diverses dispositions ont été adoptées en ce qui
concerne le statut des travailleurs dans le cadre du
système des titres-services.
Vraag nr. 219 van de heer Guy D’haeseleer van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en
Consumentenzaken :
Statuut van de werknemers werkzaam in het kader van
de dienstencheques.
In het kader van het systeem van de dienstencheques
werden er bijzondere bepalingen opgenomen aangaande het statuut van de werknemers.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10737
Pour les travailleurs de la catégorie A (qui bénéficient d’une allocation), une réglementation plus souple
est d’application durant les six premiers mois de leur
contrat de travail. L’employeur doit ensuite leur
proposer un contrat à durée indéterminée. Il doit s’agir
au moins d’un contrat à mi-temps.
Voor werknemers van categorie A (die een uitkering
genieten) geldt de eerste zes maanden een soepele regeling wat hun arbeidsovereenkomst betreft. Na zes
maanden is de werkgever ertoe gehouden een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd aan te bieden. Dit
moet minstens een halftijds contract zijn.
Pour les travailleurs de la catégorie B, l’employeur
est tenu de conclure un contrat durée indéterminée
après trois mois. Il n’est toutefois pas imposé de minimum d’heures de prestations.
Voor de werknemers van categorie B is de werkgever ertoe gehouden na drie maanden een contract van
onbepaalde duur te sluiten, doch er wordt geen minimum te presteren aantal uren opgelegd.
1.
a) Combien de travailleurs des catégories A et B
travaillent-ils sous un contrat à durée indéterminée
dans les différentes régions ?
1.
a) Hoeveel werknemers van respectievelijk categorie
A en B zijn werkzaam met een contract van onbepaalde duur, opgesplitst per gewest ?
b) Combien sont sous contrat à durée déterminée ?
b) Hoeveel zijn werkzaam met tijdelijke contracten ?
2. Quelle est la durée moyenne de ces contrats ?
2. Wat is de gemiddelde arbeidsduur van deze contracten ?
3.
a) Pensez-vous que l’objectif visé, à savoir la création
du plus grand nombre d’emplois durables possible,
sera atteint ?
3.
a) Bent u van oordeel dat de beoogde doelstelling,
namelijk zoveel mogelijk duurzame jobs creëren,
wordt gehaald ?
b) Le nombre de contrats à durée déterminée de
courte durée mués en contrats à durée indéterminée est-il suffisant ?
b) Is de doorstroming van tijdelijke, korte contracten
naar contracten van onbepaalde duur voldoende ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 219 de M. Guy D’haeseleer du 17 janvier 2005
(N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 219
van de heer Guy D’haeseleer van 17 januari 2005 (N.) :
1 et 2. Des chiffres précis ne sont pas disponibles
pour le moment. Certaines tendances se dégagent
d’une enquête qui a été réalisée par mon administration durant la dernière semaine complète de mai 2004
auprès des entreprises agréées dans les provinces de
Limbourg et de Namur.
1 en 2. Precieze cijfers zijn momenteel niet beschikbaar. Uit een enquête die tijdens de laatste volledige
week van mei 2004 door mijn administratie werd uitgevoerd bij de erkende ondernemingen in de provincies Limburg en Namen blijken bepaalde tendenzen.
Dans les deux provinces, 48 % des travailleurs
appartenaient à la catégorie A et 52 % à la catégorie B.
In beide provincies behoorde 48 % van de werknemers tot categorie A en 52 % tot categorie B.
En province de Limbourg, 46 % des travailleurs
avaient un contrat de travail à durée indéterminée et
54 % un contrat de travail à durée déterminée. En
province de Namur, 20 % des travailleurs avaient un
contrat de travail à durée indéterminée et 80 % un
contrat de travail à durée déterminée. Puisque le
système des titres-services a démarré plus tard en
province de Namur qu’en province de Limbourg, ce
chiffre plus bas des contrats de travail à durée indéterminée s’explique en partie par le fait que pour la
plupart des travailleurs de catégorie B la première
période d’occupation de 3 mois, à l’issue de laquelle
un contrat de travail avec le même employeur doit
nécessairement être un contrat à durée indéterminée,
n’était pas encore expirée. En outre, la population
examinée en province de Namur était assez réduite, en
In de provincie Limburg had 46 % van de werknemers een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
en 54 % een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
In de provincie Namen had 20 % van de werknemers
een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en
80 % een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
Aangezien het stelsel van de dienstencheques later opgestart is in de provincie Namen dan in de provincie
Limburg is dit lagere cijfer van het aantal arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd deels te verklaren
door het feit dat voor de meeste werknemers van categorie B de eerste tewerkstellingsperiode van 3 maanden, na afloop waarvan een arbeidsovereenkomst bij
dezelfde werkgever er een voor onbepaalde tijd moet
zijn, nog niet was afgelopen. Bovendien was de onderzochte populatie in de provincie Namen, als gevolg
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10738
conséquence du démarrage plus récent du système des
titres-services, ce qui présente un risque plus grand
d’écarts statistiques.
van de latere start van het systeem van de dienstencheques, vrij klein wat een groter risico inhoudt op statistische afwijkingen.
En province de Limbourg, 63 % des travailleurs
avaient un emploi d’au moins à mi-temps; en province
de Namur, ce pourcentage était de 75 %.
In de provincie Limburg had 63 % van de werknemers minstens een halftijdse betrekking; in de provincie Namen bedroeg dit percentage 75 %.
3. Le système des titres-services est actuellement en
cours d’évaluation. Après celle-ci, fin mars 2005, des
données plus précises seront disponibles et il sera
possible de mieux évaluer si l’objectif de créer autant
d’emplois durables que possible est atteint et s’il y a
une transition suffisante des contrats de travail à durée
déterminée vers des contrats à durée indéterminée.
3. Momenteel wordt het systeem van de dienstencheques geëvalueerd. Na deze evaluatie, eind maart
2005, zullen er meer precieze gegevens beschikbaar
zijn en zal er beter kunnen geoordeeld worden of de
doelstelling om zoveel mogelijk duurzame jobs te creëren gehaald wordt en of de doorstroming van tijdelijke
arbeidsovereenkomsten naar arbeidsovereenkomsten
voor onbepaalde tijd voldoende is.
DO 2004200503113
DO 2004200503113
Question no 220 de M. Guy D’haeseleer du 18 janvier
2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Vraag nr. 220 van de heer Guy D’haeseleer van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en
Consumentenzaken :
Création d’emplois
chèques-services.
Extra banen als gevolg van de dienstencheques.
supplémentaires
grâce
aux
Le gouvernement fédéral a renforcé, simplifié et
assoupli le système des chèques-services dans le but de
créer 25 000 emplois supplémentaires d’ici à la fin de
2005.
De federale regering heeft het systeem van dienstencheques versterkt, vereenvoudigd en versoepeld,
met de bedoeling tegen eind 2005 25 000 extra banen te
scheppen.
1. A) Combien d’emplois supplémentaires ont-ils
été créés, par Région, en 2004 grâce au système des
chèques-services ?
1. A) Hoeveel extra banen werden er in 2004
gecreëerd dankzij het systeem van de dienstencheques,
opgesplitst per gewest ?
B) a) Combien de ces personnes sont des travailleurs
appartenant à la catégorie A ? Pourriez-vous communiquer ces chiffres ventilés par Région ?
B) a) Hoeveel van deze personen zijn werknemers
van de categorie A, opgesplitst per gewest ?
b) Combien d’entre elles bénéficiaient d’allocations
de chômage ?
b) Hoeveel onder hen ontvingen een werkloosheidsuitkering ?
c) Combien d’entre elles avaient droit au revenu
d’intégration ?
c) Hoeveel onder hen hadden recht op een leefloon ?
d) Combien d’entre elles bénéficiaient d’une aide
sociale financière ?
d) Hoeveel onder hen genoten financiële sociale
hulp ?
e) Combien de ces personnes sont des travailleurs
appartenant à la catégorie B ? Pourriez-vous
communiquer ces chiffres ventilés par Région ?
e) Hoeveel van deze personen behoren tot de categorie B, opgesplist per gewest ?
2. Quelle était la durée moyenne de travail prévue
dans ces contrats de travail ?
2. Wat was de gemiddelde arbeidsduur van deze
arbeidsovereenkomsten ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 220 de M. Guy D’haeseleer du 18 janvier 2005
(N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 220
van de heer Guy D’haeseleer van 18 januari 2005 (N.) :
1. A) Fin 2004, il y avait 10 886 travailleurs engagés. Sur la base de du siège social des entreprises
1. A) Eind 2004 waren 10 886 werknemers aangeworven. Op basis van de maatschappelijke zetel van
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10739
agréées, la répartition est la suivante : 4 911 en Région
flamande, 1 273 en Région wallonne et 4 702 en
Région de Bruxelles-Capitale.
de erkende ondernemingen is de opdeling als volgt :
4 911 in het Vlaams Gewest, 1 273 in het Waals Gewest en 4 702 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
1. B) Pour le moment ces données ne sont pas
disponibles. Le système des titres-services est actuellement en cours d’évaluation. Lorsque celle-ci sera
terminée, fin mars, des données supplémentaires
seront disponibles.
1. B) Op dit ogenblik zijn deze gegevens niet
beschikbaar. Momenteel wordt het systeem van de
dienstencheques geëvalueerd. Na deze evaluatie, eind
maart, zullen er bijkomende gegevens beschikbaar
zijn.
2. Si nous divisons les prestations pour décembre
(1 128 841 chèques) par le nombre de travailleurs actifs
pendant le mois de décembre, cela donne déjà une
indication générale sur la durée du travail moyenne,
c’est-à-dire 23,93 heures par semaine.
2. Als we de prestaties voor december (1 128 841
cheques) delen door het aantal werknemers actief in de
maand december, dan geeft dit reeds een algemene
indicatie van de gemiddelde arbeidsduur, met name
23,93 uur per week.
DO 2004200503114
DO 2004200503114
Question no 221 de M. Guy D’haeseleer du 18 janvier
2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Vraag nr. 221 van de heer Guy D’haeseleer van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en
Consumentenzaken :
Coût des titres-services.
Kostprijs van de dienstencheques.
Le gouvernement fédéral a renforcé, simplifié et
assoupli le système des titres-services dans un but de
créer 25 000 emplois d’ici fin 2005.
De federale regering heeft het systeem van dienstencheques versterkt, vereenvoudigd en versoepeld,
met de bedoeling tegen eind 2005 25 000 extra banen te
scheppen.
1.
a) Quel a été par région le coût total brut du système
des titres-services en 2004 ?
1.
a) Wat is de totale bruto-kostprijs van het systeem
van dienstencheques in 2004, opgesplitst per gewest ?
b) L’enveloppe budgétaire prévue de 91 millions
d’euros a-t-elle été dépassée ?
b) Is men binnen de budgettaire enveloppe van
91 miljoen euro gebleven ?
c) Quelle part représente chacune des régions ?
c) Wat is het aandeel hierin van de verschillende gewesten ?
2. Ayant tenu compte d’un effet de rentabilisation
(impôts, cotisations sociales, moins d’allocations de
chômage à verser, etc.) lors de la confection des
budgets pour le nouveau système des titres-services, le
gouvernement table sur un coût net de 17 millions
d’euros.
2. Bij het opstellen van de budgetten voor het
nieuwe systeem van dienstencheques is men uitgegaan
van terugverdieneffecten (belastingen, sociale bijdragen, minder werkloosheidsuitkeringen, enzovoort).
Hierdoor werden nettokosten van 17 miljoen euro
vooropgesteld door de regering.
Quel a été le coût net du système par région ?
Kan u meedelen wat de nettokosten waren voor het
systeem, opgesplitst per gewest ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 221 de M. Guy D’haeseleer du 18 janvier 2005
(N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 221
van de heer Guy D’haeseleer van 18 januari 2005 (N.) :
1. L’Office national de l’Emploi a payé pour 2004
90 927 407,11 euros à ACCOR, la société émettrice
des titres-services, en tant qu’intervention de l’autorité
publique dans le système des titres-services :
71 586 067,46 euros concernaient la Région flamande,
1. De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening betaalde
voor 2004 90 927 407,11 euro aan ACCOR, het uitgiftebedrijf van de dienstencheques, als tegemoetkoming
van de overheid in het systeem van de dienstencheques : 71 586 067,46 euro had betrekking op het
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10740
16 461 890,83 euros
la
Région
wallonne,
2 619 281,14 euros la Région de Bruxelles-Capitale et
260 167,68 euros la Communauté germanophone.
Vlaams Gewest, 16 461 890,83 euro op het Waals
Gewest, 2 619 281,14 euro op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 260 167,68 euro op de Duitstalige
Gemeenschap.
L’enveloppe budgétaire prévue de 91 millions euros
a donc été respectée.
De voorziene budgettaire enveloppe van 91 miljoen
euro is dus gerespecteerd.
2. Actuellement, il n’y a pas de chiffres précis disponibles relatifs aux coûts nets du système des titresservices en 2004. L’évaluation en cours devra faire la
clarté là-dessus vers fin avril 2005.
2. Op dit ogenblik zijn er geen precieze cijfers
beschikbaar inzake de netto-kosten van het systeem
van de dienstencheques in 2004. De lopende evaluatie
moet hierover eind april 2005 meer duidelijkheid
scheppen.
DO 2004200503123
DO 2004200503123
Question no 222 de Mme Annelies Storms du 18 janvier
2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Vraag nr. 222 van mevrouw Annelies Storms van
18 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk
en Consumentenzaken :
Participation des immigrés au marché du travail.
Arbeidsparticipatie van allochtonen.
Régulièrement, des informations traitent du taux de
chômage parmi la population immigrée et les grandes
différences constatées avec les autochtones. Pour
diverses raisons, les immigrés ont beaucoup de mal de
trouver un emploi. La Belgique se situe d’ailleurs
largement sous la moyenne européenne.
Op regelmatige tijdstippen bereiken ons berichten
over de werkloosheid bij allochtonen en over de grote
verschillen met de werkloosheid bij autochtonen. Om
diverse redenen raken allochtonen bij ons moeilijk aan
de slag. België scoort trouwens in dat opzicht merkelijk slechter dan het Europees gemiddelde.
Dans votre note politique, vous admettez que le
chômage chez les jeunes, les femmes et les immigrés
constitue un problème.
In haar beleidsbrief erkent de minister dat de werkloosheid bij jongeren, vrouwen en allochtonen een
probleem vormt.
Quelles mesures concrètes avez-vous déjà prises ou
envisagez-vous de prendre pour accroı̂tre le taux de
participation des immigrés au marché du travail ?
Welke concrete maatregelen nam u reeds en welke
maatregelen overweegt u te nemen om een hogere arbeidsparticipatie bij allochtonen te bekomen ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 222 de Mme Annelies Storms du 18 janvier
2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 222
van mevrouw Annelies Storms van 18 januari 2005
(N.) :
Afin d’obtenir un taux d’emploi plus élevé des
personnes d’origine étrangère, les mesures suivantes
existent déjà.
Om een grotere arbeidsparticipatie van allochtonen
te bekomen bestaan reeds de volgende maatregelen.
Dans le système des premiers emplois (« plan
Rosetta »), il est prévu que l’occupation de jeunes
d’origine étrangère dans les liens d’une convention de
premier emploi comporte pour l’employeur, par
rapport aux autres jeunes, les avantages supplémentaires suivants :
In het startbanenstelsel (« Rosettaplan ») wordt
voorzien dat de tewerkstelling van jonge allochtonen
met een startbaanovereenkomst, in vergelijking met
andere jongeren, de volgende bijkomende voordelen
inhoudt voor de werkgever :
1. un jeune d’origine étrangère sous convention de
premier emploi compte double pour atteindre le
quota de jeunes que l’employeur doit réaliser dans
le cadre de l’obligation de premier emploi et dont
dépend également l’octroi de la réduction groupecible « jeunes travailleurs » que l’employeur peut
demander, le cas échéant;
1. een allochtone startbaner mag dubbel in rekening
gebracht worden voor het bereiken van het jongerenquotum dat de werkgever moet realiseren in het
kader van de startbaanverplichting en waarvan
ook het toekennen van de eventueel gevraagde
doelgroepvermindering « jonge werknemers » afhangt;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10741
2. lorsqu’un travailleur part en prépension,
l’employeur a la possibilité de le remplacer par un
jeune d’origine étrangère sous convention de
premier emploi, alors que normalement, une occupation sous convention de premier emploi doit
constituer une mise au travail supplémentaire et
qu’il n’est, par conséquent, pas permis d’engager
des jeunes sous convention de premier emploi en
remplacement d’autres travailleurs.
2. wanneer een werknemer met brugpensioen gaat,
mag de werkgever hem vervangen door een allochtone startbaner, daar waar een startbaan normaliter een bijkomende tewerkstelling moet betekenen
en het bijgevolg niet toegestaan is met startbaners
andere werknemers te vervangen.
Le plan activa, qui prévoit une réduction des cotisations patronales de sécurité sociale et l’octroi éventuel
d’une allocation de travail, vise les demandeurs
d’emploi de longue durée. Il y a dans ce groupe-cible
un grand nombre de personnes d’origine étrangère, de
sorte que cette mesure peut élever leur taux d’emploi.
Het activaplan dat voorziet in een vermindering van
de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid en
in het eventueel toekennen van een werkuitkering richt
zich tot langdurig werkzoekenden. Onder deze doelgroep bevinden zich veel allochtonen, zodat deze
maatregel hun arbeidsparticipatie kan verhogen.
Dans le système des titres-services une des conditions d’agrément qui sont d’application à une entreprise est l’engagement de celle-ci de ne pas pratiquer à
l’encontre des travailleurs de discrimination directe ou
indirecte visée à l’article 2 de la loi du 25 février 2003
tendant à lutter contre la discrimination et modifiant
la loi du 15 février 1993 créant un Centre pour l’égalité
des chances et la lutte contre le racisme.
In de regeling dienstencheques is één van de erkenningsvoorwaarden die gelden voor een onderneming
de verbintenis van deze onderneming om geen werknemers direct of indirect te discrimineren zoals bedoeld
in artikel 2 van de wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van
15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor
gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.
Récemment, un modèle de convention entre
l’utilisateur et l’entreprise de services pour l’aide à
domicile de nature ménagère a été établi. Il n’y a pas
d’obligation d’utiliser ce modèle de convention bien
que cela soit fortement conseillé. Ce modèle de
convention détermine que l’utilisateur ne peut faire
aucune distinction se fondant sur l’origine ethnique à
l’égard des travailleurs.
Er is recentelijk een modelovereenkomst tussen
gebruiker en dienstenbedrijf voor thuishulp van huishoudelijke aard opgesteld. Deze modelovereenkomst
is niet verplicht te gebruiken, maar wordt ten zeerste
aanbevolen. Ze bepaalt dat de gebruiker ten opzichte
van de werknemers geen onderscheid op grond van
etnische afkomst mag maken.
DO 2004200503160
DO 2004200503160
Question no 224 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Vraag nr. 224 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en
Consumentenzaken :
Mutualités. — Statut d’entreprise en difficultés.
Ziekenfondsen. — Statuut van onderneming in moeilijkheden.
1. Est-il exact que le « Onafhankelijk Ziekenfonds
501 » (la mutualité indépendante, établie à Anvers) a
obtenu le statut d’entreprise en difficultés ?
1. Klopt het dat het Onafhankelijk Ziekenfonds 501
het statuut van onderneming in moeilijkheden heeft
verkregen ?
2. Quels effets concrets l’octroi de ce statut
entraı̂ne-t-il pour la mutualité susmentionnée ?
2. Welke concrete gevolgen heeft dit voor voornoemd ziekenfonds ?
3. D’autres mutualités bénéficient-elles également
du statut d’entreprises en difficultés ? Lesquelles ?
3. Welke andere ziekenfondsen hebben eveneens
reeds het statuut van onderneming in moeilijkheden
verkregen ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 224 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 224
van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005
(N.) :
1. Oui.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
1. Ja.
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1357
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10742
2. Prépension à partir de 52 ans (pour 4 travailleurs).
2. Brugpensioen vanaf 52 jaar (voor 4 werknemers).
Préavis réduit. Dispense du remplacement pour ces
prépensionnés.
Verkorte opzeggingstermijn. Vrijstelling van de vervangingsplicht voor deze bruggepensioneerden.
La reconnaissance est valable du 1er novembre 2004
au 31 octobre 2005.
Deze erkenning is geldig van 1 november 2004 tot en
met 31 oktober 2005.
3. Pendant cette législature les mutualités suivantes
ont obtenu une reconnaissance comme entreprise en
difficulté :
3. Tijdens deze legislatuur werden de volgende
ziekenfondsen erkend als zijnde een onderneming in
moeilijkheden :
En 2003
In 2003
« Christelijke Mutualiteit »
8900 Ypres
Christelijke Mutualiteit
8900 leper
« Christelijke Mutualiteit »
8500 Courtrai
Christelijke Mutualiteit
8500 Kortrijk
« Landsbond van Liberale Mutualiteiten »
1050 Bruxelles
Landsbond van Liberale Mutualiteiten
1050 Brussel
« Liberale Mutualiteit Provincie Antwerpen »
2000 Anvers
Liberale Mutualiteit Provincie Antwerpen
2000 Antwerpen
« Liberale Mutualiteit van Brabant »
1030 Bruxelles
Liberale Mutualiteit van Brabant
1030 Brussel
Mutualité Libérale Centre-Charleroi-Mons
7100 La Louvière
« Mutualité Libérale Centre-Charleroi-Mons »
7100 La Louvière
Mutualité Libérale de Tournai-Ath-Mouscron
7500 Tournai
« Mutualité Libérale de Tournai-Ath-Mouscron »
7500 Doornik
Mutualité Neutre Namur-Luxembourg
5000 Namur
« Mutualité Neutre Namur-Luxembourg »
5000 Namur
Mutualité Socialiste du Hainaut occidental
7800 Ath
« Mutualité Socialiste du Hainaut occidental »
7800 Ath
« Neutraal Ziekenfonds »
2500 Lierre
Neutraal Ziekenfonds
2500 Lier
Partena Mutualité Libre
1000 Bruxelles
« Partena Mutualité Libre »
1000 Bruxelles
« Socialistische Mutualiteit Arbeid en Gezondheid »
2800 Malines
Socialistische Mutualiteit Arbeid en Gezondheid
2800 Mechelen
En 2004
In 2004
« Christelijke Mutualiteit van het Arrondissement
Aalst »
Sint Jorisstraat 26
9300 Alost
Christelijke Mutualiteit van het Arrondissement
Aalst
Sint Jorisstraat 26
9300 Aalst
Union Nationale des Mutualités Neutres
Ch. de Charleroi, 145
1060 Bruxelles
« Union Nationale des Mutualités Neutres »
Stwg. op Charleroi, 145
1060 Brussel
Mutualité Neutre de la Santé
Rue de Chestret, 4-6
4000 Liège
« Mutualité Neutre de la Santé »
Rue de Chestret, 4-6
4000 Luik
Mutualité Neutre du Hainaut
Avenue de Waterloo, 23
6000 Charleroi
« Mutualité Neutre du Hainaut »
Avenue de Waterloo, 23
6000 Charleroi
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10743
« Onafhankelijk Ziekenfonds »
Boomsesteenweg, 5
2610 Wilrijk
Onafhankelijk Ziekenfonds
Boomsesteenweg, 5
2610 Wilrijk
« Ziekenfonds LBC-VB »
Sudermanstraat 5
2000 Anvers
Ziekenfonds LBC-VB
Sudermanstraat 5
2000 Antwerpen
« Vlaams Neutraal Ziekenfonds »
Statieplein, 12
9300 Alost
Vlaams Neutraal Ziekenfonds
Statieplein, 12
9300 Aalst
Centre Mutualiste Neutre de Biez ASBL
Avenue des Sapins, 27
1390 Grez-Doiceau
« Centre Mutualiste Neutre de Biez ASBL »
Avenue des Sapins, 27
1390 Grez-Doiceau
Mutualité Libérale des Arrondissements de
Tournai-Ath-Mouscron-Dour
Rue Childéric 15
7500 Tournai
« Mutualité Libérale des Arrondissements de
Tournai-Ath-Mouscron-Dour »
Rue Childéric 15
7500 Doornik
Partena Mutualité Libre
Boulevard Anspach, 1
1000 Bruxelles
« Partena Mutualité Libre »
Anspachlaan, 1
1000 Brussel
Mutualité Libérale Centre-Charleroi-Mons
Rue Anatole France 8-14
7100 La Louvière
« Mutualité Libérale Centre-Charleroi-Mons »
Rue Anatole France 8-14
7100 La Louvière
« West-Vlaams Liberaal Ziekenfonds »
Revillpark 1
8000 Bruges
West-Vlaams Liberaal Ziekenfonds
Revillpark 1
8000 Brugge
DO 2004200503194
DO 2004200503194
Question no 229 de M. Jean-Marc Nollet du 24 janvier
2005 (Fr.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Vraag nr. 229 van de heer Jean-Marc Nollet van 24 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Werk en
Consumentenzaken :
Titres-services.
Dienstencheques.
Pourriez-vous communiquer pour les années 2003 et
2004 :
Kan u mij voor de jaren 2003 en 2004 een overzicht
geven van :
1. le nombre de titres-services vendus en Flandre, à
Bruxelles et en Wallonie;
1. het aantal dienstencheques dat in Vlaanderen,
Brussel en Wallonië werd verkocht;
2. le nombre de travailleurs sans emploi qui ont pu
en bénéficier;
2. het aantal werkzoekenden dat door middel van
de dienstencheques aan de slag kon;
3. le nombre d’emplois qui ont pu être créés par ce
biais, en chiffres absolus et en équivalents temps plein ?
3. het aantal banen dat dankzij die regeling is
gecreëerd, in absolute cijfers en in voltijdse equivalenten ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 229 de M. Jean-Marc Nollet du 24 janvier
2005 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 229
van de heer Jean-Marc Nollet van 24 januari 2005
(Fr.) :
1. En 2003, 773 504 titres-services ont été vendus :
710 213 en Région flamande, 63 291 en Région
wallonne et aucun en Région de Bruxelles-Capitale.
1. In 2003 werden er 773 504 dienstencheques verkocht : 710 213 in het Vlaams Gewest, 63 291 in het
Waals Gewest en geen in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10744
En 2004, 8 111 261 titres-services ont été vendus :
6 094 769 en Région flamande, 1 821 172 en Région
wallonne et 195 320 en Région de Bruxelles-Capitale.
In 2004 werden er 8 111 261 dienstencheques verkocht : 6 094 769 in het Vlaams Gewest, 1 821 172 in
het Waals Gewest en 195 320 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
2 et 3. Fin 2004, il y avait 10 886 travailleurs engagés. Il n’y a pas de chiffres plus détaillés disponibles.
Actuellement, le système des titres-services est en cours
d’évaluation. Lorsque celle-ci sera terminée, fin mars
2005, des données supplémentaires seront disponibles.
2 en 3. Eind 2004 waren er 10 886 werknemers aangeworven. Er zijn geen meer gedetailleerde cijfers
beschikbaar. Momenteel wordt het systeem van de
dienstencheques geëvalueerd. Na deze evaluatie, eind
maart 2005, zullen er bijkomende gegevens beschikbaar zijn.
Si nous divisons les prestations pour décembre
(1 128 841 chèques) par le nombre de travailleurs actifs
pendant le mois de décembre, cela donne déjà une
indication générale sur la durée du travail moyenne,
c’est-à-dire 23,93 heures par semaine.
Als we de prestaties voor december (1 128 841 cheques) delen door het aantal werknemers actief in de
maand december, dan geeft dit reeds een eerste indicatie van de gemiddelde arbeidsduur, met name
23,93 uur per week.
Protection des consommateurs
Consumentenzaken
DO 2004200503145
DO 2004200503145
Question no 84 de M. Pieter De Crem du 19 janvier
2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 84 van de heer Pieter De Crem van 19 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en
Consumentenzaken :
Consommation d’énergie des écrans plasma.
Energieverbruik van plasmaschermen.
Il ressort d’une étude réalisée par EnergieNed,
l’organisation des entreprises actives dans le secteur de
l’énergie aux Pays-Bas, que la consommation
d’électricité des écrans plasma est supérieure de 10 à
15 % par rapport à celle des autres types d’écran.
Alors que les écrans de télévision classiques consomment en moyenne 140 kilowattheures sur une base
annuelle, la consommation d’une télévision à écran
plasma est en moyenne supérieure de 400 kilowattheures, ce qui a évidemment des répercussions sur la
facture énergétique à payer par le consommateur.
Uit een studie van EnergieNed, de organisatie van
energiebedrijven in Nederland, is gebleken dat plasmaschermen gemiddeld 10 % tot 15 % meer elektriciteit verbruiken dan andere types beeldschermen. Daar
waar gewone TV-schermen op jaarbasis gemiddeld
140 kilowattuur verbruiken, ligt dit bij een plasma-TV
gemiddeld 400 kilowattuur hoger, wat natuurlijk zijn
weerslag heeft op de te betalen energiefactuur van de
consument.
1. Connaissez-vous les résultats de cette étude et
quelles conclusions en tirera-t-on ?
1. Bent u op de hoogte van de resultaten van deze
studie en welke conclusies worden hieruit getrokken ?
2. Envisagez-vous d’entreprendre, en concertation
avec les organisations de protection des consommateurs, des actions visant à fournir une information
exacte aux consommateurs ?
2. Overweegt u om in samenspraak met de consumentenorganisaties en fabrikanten op dit vlak actie te
ondernemen voor een correcte informatieverlening aan
de consumenten ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 84 de M. Pieter De Crem du 19 janvier 2005
(N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 84 van
de heer Pieter De Crem van 19 januari 2005 (N.) :
La question posée a trait, dans le cadre d’une information des consommateurs, à la consommation énergétique des écrans à plasma des postes de télévision.
Selon une étude récente d’EnergieNed (Pays-Bas), la
consommation annuelle d’écrans à plasma serait de
De vraag heeft in het raam van de informatieverlening aan de consumenten betrekking op het energieverbruik van plasmaschermen van televisietoestellen.
Volgens een recente studie van EnergieNed (Nederland) zou het jaarlijks verbruik van plasmaschermen
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10745
400 kWh supérieure à celle d’écrans ordinaires (à tube
cathodique), située en moyenne à 140 kWh/an. Il en
résulterait une augmentation de la facture énergétique
du client.
400 kWh hoger liggen dan dat van gewone schermen
(met kathodebuis) waarvan het gemiddeld verbruik
140 kWh/jaar bedraagt. Dat zou leiden tot een hogere
energiefactuur voor de klant.
En premier lieu, l’honorable membre me demande si
je suis au courant des résultats de cette étude et des
conclusions qui en sont tirées. Je n’ai pas eu connaissance directe de l’étude, mais ses résultats ont été
répercutés par différents media.
Eerst en vooral vraagt het geachte lid mij of ik op de
hoogte ben van de resultaten en van de conclusies die
daaruit getrokken zijn. Die studie is mij niet direct
bekend maar de resultaten ervan zijn door diverse
media kenbaar gemaakt.
Il y a, tout d’abord, lieu de signaler à l’honorable
membre que les 10 % à 15 % d’augmentation, dont il
serait question dans l’étude, porteraient sur la facture
d’électricité moyenne annuelle d’un ménage et non sur
la consommation électrique de l’écran. Ensuite, si les
conclusions de l’étude sont qualitativement exactes,
elles doivent être nuancées sur le plan quantitatif. Il est
apparu, en effet, dès le début de leur utilisation, que les
écrans à plasma étaient plus grands consommateurs
d’électricité que les écrans traditionnels. Cependant, il
faut comparer des écrans de taille comparable, puisque
la consommation augmente avec la taille. Les
140 kWh/an de l’étude correspondent à des écrans
classiques de moins de 30’’, tandis que 400 kWh/an ou
plus est la consommation que l’on peut rencontrer sur
des écrans à plasma de première génération de plus de
40’’. Comme c’est, justement, un des intérêts principaux des écrans à plasma de pouvoir augmenter la
taille tout en ayant une excellente qualité d’image, la
comparaison des écrans à plasma avec les écrans classiques devrait se faire à taille égale. La différence de
consommation entre les deux types d’écrans est alors
beaucoup moindre. Une étude japonaise de décembre
2003 montre, par exemple, que des écrans classiques
de 32’’ consomment environ 230 kWh/an pour
330 kWh/an pour des écrans à plasma de même taille.
La différence n’est plus que de 100 kWh/an. À titre de
comparaison, l’écran à cristaux liquides (LCD) de
même taille consomme environ 220 kWh/an.
Eerst en vooral dien ik het geachte lid erop te wijzen
dat de stijging van 10 tot 15 % waarvan in de studie
sprake zou zijn, betrekking heeft op de gemiddelde
jaarlijkse elektricititeitsrekening van een gezin en niet
op het elektriciteitsverbruik van het scherm. Overigens
moeten de conclusies van de studie, die weliswaar
kwalitatief correct zijn, enigszins genuanceerd worden
op kwantitatief vlak. Van bij het eerste gebruik van de
plasmaschermen is immers gebleken dat zij meer elektriciteit verbruikten dan de traditionele beeldschermen. Men moet echter beeldschermen met dezelfde
afmetingen vergelijken aangezien het verbruik stijgt
met de afmeting. De 140 kWh/jaar van de studie
gelden voor de klassieke schermen van minder dan 30’’
terwijl de 400 kWh/jaar of meer het verbruik is dat
kan worden bereikt bij plasmaschermen van de eerste
generatie van meer dan 40’’. Aangezien een van de
belangrijkste voordelen van plasmaschermen er nu
juist in bestaat dat men een grotere afmeting kan bekomen met een uitstekende beeldkwaliteit, moet de vergelijking van plasmaschermen met klassieke schermen
gebeuren bij dezelfde afmetingen. Het verschil in verbruik tussen beide schermen blijkt dan heel wat geringer te zijn. Een Japanse studie van december 2003
toont bij voorbeeld aan dat klassieke beeldschermen
van 32’’ ongeveer 230 kWh/jaar verbruiken tegenover
330 kWh/jaar voor de plasmaschermen met dezelfde
afmeting. Het verschil bedraagt nog slechts 100 kWh/
jaar. Bij wijze van vergelijking : het scherm met vloeibare kristallen (LCD) met dezelfde afmeting verbruikt
ongeveer 220 kWh/jaar.
L’un des avantages des écrans à plasma étant la
possibilité d’atteindre des tailles élevées (par exemple,
80’’ en ce début 2005) ce qui entraı̂ne automatiquement une plus grande consommation électrique, les
constructeurs ont, dès l’origine, cherché à réduire la
consommation énergétique des nouveaux écrans pour
éviter que leurs avantages soient réduits à néant par un
problème de consommation accrue. C’est ainsi que les
écrans de seconde génération proposent déjà une large
gamme de fonctions visant à minimiser la consommation d’énergie et protégeant en cela l’environnement.
Citons un système de détection automatique de
contraste et d’ajustement de la luminosité, un système
d’extinction automatique, un mode de réduction de la
luminosité, un mode d’économie d’énergie en veille.
Aangezien een van de voordelen van de plasmaschermen erin bestond dat grotere afmetingen haalbaar waren (bij voorbeeld 80’’ begin 2005) die automatisch een groter elektriciteitsverbruik impliceerden,
zijn de constructeurs van in den beginne op zoek
gegaan naar een mogelijkheid om het energieverbruik
van de nieuwe schermen te verminderen om te voorkomen dat de voordelen zouden worden tenietgedaan
wegens het toegenomen verbruik. Zo bieden de beeldschermen van de tweede generatie reeds tal van functies die streven naar een lager en milieuvriendelijker
energieverbruik. Wij citeren dienaangaande een automatisch detectiesysteem voor contrastregeling en bijsturing van de lichtsterkte, een automatisch afsluitingssysteem, een stelsel voor lichtsterktevermindering, een energiebesparende modus in waaktoestand.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10746
Dans le même ordre d’idées, l’European Industry
Association for Information Systems, Communication
Technologies and Consumer Electronics (EICTA) a
informé la direction générale du Transport et de
l’Énergie de la Commission européenne de
l’engagement volontaire (1er juillet 2003) des constructeurs à réduire la consommation d’énergie des écrans
de télévision, y compris les écrans à plasma.
L’engagement prévoit, notamment, une information
au point de vente. Il prévoit également d’encourager le
consommateur à adopter une attitude économe en
énergie en l’informant, via l’écran lui-même ou par
autocollant, de la consommation énergétique annuelle
estimée de l’équipement (en kWh sur la base de
4 heures d’utilisation par jour), pour tous les modèles
à plasma introduits à partir du 1er juin 2004.
In dezelfde ideeënlijn heeft de European Industry
Association for Information Systems, Communication
Technologies and Consumer Electronics (EICTA) aan
de algemene directie Transport en Energie van de
Europese Commissie meegedeeld dat de constructeurs
zich vrijwillig ertoe verbinden (1 juli 2003) het energieverbruik van televisieschermen — met inbegrip van
plasmaschermen — te verminderen. Die verbintenis
impliceert onder meer informatie in het verkooppunt
en houdt tevens in dat de verbruiker wordt aangespoord te waken over een zuinig energieverbruik door
hem via het scherm zelf of via een zelfklever te informeren over het geraamde jaarlijks energieverbruik van
het toestel (in kWh op basis van 4 uur gebruik per dag)
voor alle plasmamodellen die te verkrijgen zijn vanaf
1 juni 2004.
Les écrans de télévision ne font pas, actuellement,
l’objet d’une directive particulière dans le cadre de la
directive-cadre 92/75/CEE, concernant l’indication de
la consommation des appareils domestiques en énergie. En effet, l’engagement volontaire des constructeurs et l’impact encore très limité des écrans à plasma
sur une augmentation de la consommation globale
d’électricité en eurospe (pénétration faible du marché
de l’ordre d’1 % due à un prix assez élevé) n’incitent
pas les autorités européennes à réglementer ce secteur,
à l’heure actuelle.
Momenteel bestaat er nog geen bijzondere richtlijn
in het raam van de kaderrichtlijn 92/75/EEG betreffende de vermelding van het energieverbruik van huishoudelijke toestellen. Het vrijwillig engagement en de
nog uiterst geringe impact op een stijging van het globaal elektriciteitsverbruik in europa (geringe marktintrede in de orde van 1 % wegens de vrij hoge prijs)
sporen de Europese overheden immers niet echt aan
om deze sector op dit ogenblik te reglementeren.
Cependant, si la situation devait évoluer défavorablement dans le contexte des engagements pris dans le
cadre du Protocole de Kyoto, ce point pourrait être
révisé. Les services compétents, à savoir la Division
Gaz-Electricité de la Direction générale de l’Énergie du
SPF Économie, PME, Classes moyennes et Énergie,
suivent le sujet et ne manqueront pas d’intervenir dans
ce sens si nécessaire, en concertation avec les acteurs
concernés, et notamment les organisations de consommateurs.
Indien de situatie echter ongunstig mocht evolueren
in de context van de verbintenissen die zijn aangegaan
in het raam van het Kyoto-protocol dan zou dit punt
opnieuw moeten worden bekeken. De bevoegde diensten, met name de Afdeling Gas-Elektriciteit van de
Algemene Directie Energie van de FOD Economie,
KMO, Middenstand en Energie volgen deze materie
op de voet en zullen niet nalaten in die zin op te treden
indien nodig, in overleg met de betrokkenen waaronder de consumentenorganisaties.
DO 2004200503151
DO 2004200503151
Question no 85 de M. Roel Deseyn du 19 janvier 2005
(N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection
des consommateurs :
Vraag nr. 85 van de heer Roel Deseyn van 19 januari
2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Risque d’irradiation dû aux antennes GSM et aux
lignes à haute tension.
Stralingsgevaar van antennes en hoogspanningslijnen.
Des études montrent que les rayonnements émis par
les antennes GSM sont généralement négligeables.
Pourtant, l’Institut belge des Services postaux et des
Télécommunications (IBPT) reçoit régulièrement des
réclamations fondées de personnes qui pensent être
exposées à trop de radiations. Il s’avère que ce ne sont
pas les antennes GSM qui sont la cause de leurs
problèmes mais les petites antennes qui sont par exem-
Uit studies blijkt dat de straling van GSM-antennes
veelal verwaarloosbaar is. Toch krijgt het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie
(BIPT)regelmatig enkele terechte meldingen binnen
van mensen die denken dat ze bloot staan aan te veel
straling. Het blijkt dat het niet de hoge antennes zijn
die voor problemen zorgen, maar veelal de kleine
antennes die bijvoorbeeld aan de gevel bevestigd zijn.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10747
ple fixées à la façade. Les rayonnement émis par ces
antennes sont beaucoup moins puissants mais le sont à
proximité des gens.
Deze antennes zenden een veel minder krachtige straling uit, maar deze kan zich vlakbij de mensen bevinden.
1. Combien de fois l’IBPT est-elle intervenue sur
place pour mesurer les rayonnements émis par une
antenne et en ordonner ensuite le déplacement ou la
modification ?
1. Hoeveel bedraagt het aantal keren dat het BIPT
is uitgerukt om de straling van een antenne te meten,
en vervolgens tot een verplaatsing of aanpassingen van
een antenne heeft bevolen ?
2. Le nombre de ces interventions a-t-il eu tendance
à croı̂tre ou à décroı̂tre au cours des dernières années ?
2. Is dit aantal in stijgende of in dalende lijn over de
jaren ?
3. Quelles catégories de problèmes distingue-t-on ?
3. Welke categorieën van problemen zijn er te onderscheiden ?
4.
a) Des études ont-elles été réalisées récemment pour
quantifier les effets subis par les personnes qui
vivent sous une ligne à haute tension ?
4.
a) Bestaan er recente studies naar het effect van
wonen onder hoogspanningslijnen ?
b) A quels résultats ont-elles abouti ?
b) Wat zijn de resultaten hiervan ?
c) Quel danger ces lignes à haute tension représentent-elles pour la santé publique ?
c) Welk gevaar bestaat er voor de volksgezondheid ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 85 de M. Roel Deseyn du 19 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 85 van
de heer Roel Deseyn van 19 januari 2005 (N.) :
1. Entre juin 2001 et janvier 2005, l’IBPT a traité
271 dossiers de mesure des rayonnements de stations
de base GSM. Dans huit cas, il a été demandé à
l’opérateur d’adapter son site. Six sites ont déjà été
adaptés, deux sont en cours.
1. Tussen juni 2001 en januari 2005 heeft het BIPT
271 dossiers behandeld in verband met de meting van
straling van GSM-basisstations. In acht gevallen is aan
de operator gevraagd om zijn site aan te passen. Zes
sites zijn al aangepast, bij twee zijn de aanpassingen
aan de gang.
2. Le nombre de dossiers comme le nombre de cas
où une adaptation du site est demandée restent constants au fil des années.
2. Evenals het aantal dossiers blijft het aantal gevallen waarin een aanpassing van de site wordt gevraagd
in de loop der jaren constant.
3. Les cas de rayonnements élevés se présentent si
l’on se trouve à proximité de la station de base et dans
l’axe de rayonnement de l’antenne. Selon l’expérience
de, l’IBPT, ils ont identifié les situations suivantes où
ils ont constate les niveaux les plus élevés (à noter que
toutes les mesures sont réalisées en des endroits accessibles au public) :
3. De gevallen van hoge straling doen zich voor
indien men zich in de buurt van het basisstation
bevindt en in de stralingsas van de antenne. Op basis
van de ervaring van het BIPT zijn dit de situaties
waarin de hoogste niveaus worden waargenomen (let
wel : alle metingen worden verricht op plaatsen die
voor het publiek toegankelijk zijn) :
Possibilités d’accès à proximité de l’antenne.
Exemples : antennes situées sur un toit d’entreprise
accessible aux employés, antennes situées sur un
toit d’habitation jouxté par une terrasse.
Mogelijkheid om de antenne dicht te benaderen.
Voorbeelden : antennes op het dak van een onderneming dat voor de werknemers toegankelijk is,
antennes op het dak van een woning waarnaast
een terras ligt.
Configurations particulières de lieu : par exemple,
dans le cas d’une habitation faisant face à une
autre habitation sur laquelle se trouve une station
d’émission, si les antennes d’émission sont dirigées
vers la première habitation, des niveaux plus élevés
peuvent être mesurés aux étages se trouvant dans
l’axe de rayonnement de l’antenne (généralement
les étages supérieurs).
Bijzondere configuraties inzake ligging : bijvoorbeeld in geval van een woning die gelegen is tegenover een andere woning waarop zich een zendstation bevindt, en waarbij de zendantennes naar de
eerste woning gericht zijn, kunnen hogere niveaus
worden gemeten op de verdiepingen die zich in de
stralingsas van de antenne bevinden (over het algemeen de bovenste verdiepingen).
Micro-cellules dans le cas où le public peut les
approcher.
Microcellen wanneer het publiek er dicht bij kan
komen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10748
4. Cette question relève des compétences du ministre en charge de la Santé publique. (Question no 406
du 21 février 2005.)
4. Die vraag valt onder de bevoegdheid van de
minister die belast is met Volksgezondheid. (Vraag
nr. 406 van 21 februari 2005.)
DO 2004200503236
DO 2004200503236
Question no 90 de M. Pieter De Crem du 28 janvier
2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la
Protection des consommateurs :
Vraag nr. 90 van de heer Pieter De Crem van 28 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en
Consumentenzaken :
Virus informatiques dans les voitures.
Computervirussen in auto’s.
Une entreprise fabriquant des programmes antivirus
a été contactée par un conducteur qui avait besoin
d’aide pour éliminer un virus. Il est possible que son
ordinateur de bord ait été contaminé par un virus par
le biais d’un GSM. Si la présence de virus dans les
appareils GSM a déjà été signalée, ils n’auraient occasionné jusqu’à présent que peu de dégâts. Si
l’ordinateur de bord des voitures peut être contaminé,
le système de direction pourrait également être gravement affecté, avec le risque d’accidents qui en découle.
On pourrait même imaginer la situation terrible où de
nombreux accidents se produiraient en même temps,
en raison d’un virus programmé pour agir à ce
moment précis.
Een antivirusbedrijf kreeg een oproep van een
chauffeur die hulp nodig had bij het verwijderen van
een virus. Mogelijk werd zijn boordcomputer besmet
met een virus via een GSM. Tot nu toe waren er al
virussen gesignaleerd die rondwaarden op de GSM,
maar zouden weinig schade aanrichten. Indien de
boordcomputer van auto’s besmet kan worden, kan
ook het besturingssysteem ernstig aangetast worden,
met eventueel ongevallen tot gevolg. Het absolute
doembeeld is dat dit eventueel kan leiden tot een heel
aantal ongevallen op hetzelfde moment wanneer het
virus geprogrammeerd zou zijn om op dat tijdsstip toe
te slaan.
1.
a) A-t-on déjà, à l’étranger, recensé des cas de contamination d’un ordinateur de bord par un virus ?
1.
a) Zijn er in het buitenland al gevallen gemeld van
besmettingen voor de boordcomputer door een
virus ?
b) De combien de cas s’agit-il et comment ce nombre
a-t-il évolué au cours des derniers mois ?
b) Om hoeveel gevallen gaat het en hoe evolueert dit
aantal over de jongste maanden ?
2.
a) Des cas ont-ils déjà été signalés en Belgique ?
2.
a) Zijn er in België al gevallen gemeld ?
b) Dans l’affirmative, combien ?
b) Zo ja, hoeveel ?
3.
a) Combien d’accidents, avec ventilation pour les
trois dernières années, sont à attribuer à des
problèmes d’ordinateur de bord ?
3.
a) Hoeveel ongevallen waren, opgesplitst voor de
jongste drie jaar, te wijten aan problemen met de
boordcomputer ?
b) Quelles mesures ont été prises pour remédier à
cette situation ?
b) Welke acties worden hiertegen ondernomen ?
4.
a) Si une contamination par le biais d’un GSM devait
s’avérer possible, quelles obligations en matière de
sécurité envisagez-vous d’imposer aux constructeurs ?
4.
a) Welke beveiligingsverplichtingen overweegt u de
constructeurs op te leggen mocht besmetting via de
GSM mogelijk zijn ?
b) Dans quelle mesure une concertation internationale pourrait-elle être utile dans ce cadre ?
b) In welke mate is hierin internationaal overleg
nodig ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10749
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 15 février 2005, à la question no 90 de M. Pieter De Crem du 28 janvier 2005
(N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 15 februari 2005, op de vraag nr. 90 van
de heer Pieter De Crem van 28 januari 2005 (N.) :
Pour une réponse à vos questions concernant les
virus informatiques dans les voitures, je vous renvoie à
la réponse de M. Verwilghen, ministre de l’Économie,
de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique. (Question no 215 du 28 janvier 2005.)
Voor een antwoord op uw vragen betreffende
computervirussen in auto’s verwijs ik naar het desbetreffende antwoord van de heer Verwilghen, minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid. (Vraag nr. 215 van 28 januari
2005.)
Ministre de la Fonction publique,
de l’Intégration sociale,
de la Politique des grandes villes
et de l’Égalité des chances
Minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen
Fonction publique
Ambtenarenzaken
DO 2004200503035
DO 2004200503035
Question no 102 de Mme Maggie De Block du 11 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et de l’Égalité des chances :
Vraag nr. 102 van mevrouw Maggie De Block van
11 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke
Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Caisse auxiliaire de paiement des allocations de
chômage. — Appels téléphoniques.
Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. — Telefoonoproepen.
Une étude réalisée en interne par la Caisse auxiliaire
de paiement des allocations de chômage (CAPAC) a
révélé que la Caisse ne répond pas à 55 % des appels
téléphoniques qu’elle reçoit. Les 760 appels passés à
titre de test aux 34 implantations de la Caisse ont
révélé que le téléphone a été décroché avant la vingtième sonnerie dans 45 % des cas. L’appel est resté
sans réponse dans 55 % des cas : soit la ligne était
occupée, soit un répondeur diffusait le message « nos
services sont momentanément fermés ». Il faut souligner les différences considérables entre les services,
puisqu’il a été répondu aux appels dans 5 à 90 % des
cas. Selon Luc Meerkens, dirigeant faisant fonction,
cette situation est inacceptable et un groupe de travail
a été constitué pour assainir la situation avant la fin de
l’année. M. Meerkens n’étant que dirigeant faisant
fonction, sa marge de manœuvre pour procéder à une
restructuration au sein de la Caisse est faible. Le recrutement des top managers n’a toujours pas repris.
Uit een studie die de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen (HVW) zelf liet uitvoeren blijkt dat in
55 % van de gevallen de telefoon niet wordt opgenomen. Van de 760 testoproepen aan de 34 vestigingen
van de Hulpkas bleek dat in 45 % van de gevallen de
telefoon werd opgenomen vooraleer het toestel twintig
keer had gerinkeld. In 55 % van de gevallen werd de
oproep niet beantwoord, kwam er een bezettoon of
een bandje met de boodschap « onze diensten zijn
momenteel gesloten ». Opmerkelijk is dat de verschillen tussen de diensten bijzonder groot zijn : gaande van
5 % tot liefst 90 % van de oproepen die werden beantwoord. Volgens waarnemend chef Luc Meerkens is
deze toestand onaanvaardbaar en is er een verbeterwerkgroep opgestart die de toestand voor het jaareinde moet saneren. Evenwel is Meerkens nauwelijks
bij machte om een herstructurering door te voeren bij
de Hulpkas, vermits hij waarnemend chef is. De rekrutering van topmanagers is nog altijd niet hervat.
1. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour
améliorer à court terme la situation à la Caisse auxiliaire ?
1. Welke maatregelen overweegt u te nemen om op
korte termijn de toestand bij de Hulpkas te verbeteren ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1358
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10750
2. Envisagez-vous de mettre en place un call center ?
2. Overweegt u om een call center in te schakelen ?
3.
a) Qu’en est-il du groupe de travail chargé
d’améliorer la situation ?
3.
a) Wat is de stand van zaken in de verbeterwerkgroep ?
b) Qui siège au sein de ce groupe de travail ?
b) Wie heeft zitting in deze werkgroep ?
c) Depuis quand a-t-il été constitué et avec quelle
fréquence se réunit-il ?
c) Sinds wanneer werd ze opgericht en met welke
frequentie komt ze samen ?
d) Des propositions concrètes ont-elles déjà été
formulées ?
d) Werden er al concrete voorstellen geformuleerd ?
4. Veillez-vous à ce que les problèmes évoqués trouvent une solution structurelle avant la fin de l’année ?
4. Ziet u erop toe dat de bovenvermelde problemen
structureel zullen verholpen zijn voor het jaareinde ?
5. Quand allez-vous publier au Moniteur belge la
vacance d’un poste de direction de la Caisse auxiliaire ?
5. Wanneer zal u de vacature voor een manager van
de Hulpkas publiceren in het Belgisch Staatsblad ?
6. Quand le poste sera-t-il effectivement pourvu ?
6. Tegen wanneer zal de vacature effectief opgevuld
zijn ?
7. Pourquoi le poste n’a-t-il toujours pas été attribué ?
7. Waarom is dat nog steeds niet gebeurd ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de
l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes
et de l’Égalité des chances du 17 février 2005, à la question no 102 de Mme Maggie De Block du 11 janvier
2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en
Gelijke Kansen van 17 februari 2005, op de vraag
nr. 102 van mevrouw Maggie De Block van 11 januari
2005 (N.) :
En réponse à sa question je puis communiquer à
l’honorable membre ce qui suit.
In antwoord op haar vraag kan ik het geachte lid het
volgende meedelen.
1, 2, 3 et 4. L’étude de SNT Belgium fait partie d’un
projet d’amélioration de l’accueil auquel la CAPAC
s’est engagée dans le contrat d’administration actuel.
À la CAPAC, d’autres formes d’accueil sont également
importantes, notamment l’accueil au guichet. C’est
pourquoi, un plan d’action séparé s’attache principalement à l’amélioration de l’accueil téléphonique. Un
groupe de travail formulera et élaborera un certain
nombre de propositions afin d’obtenir une amélioration significative de l’accueil téléphonique. Ce groupe
de travail se réunit tous les mois. Les résultats de
l’étude SNT Belgium sont naturellement essentiels
pour la poursuite des actions de ce groupe de travail.
1, 2, 3 en 4. De studie van SNT Belgium maakt deel
uit van een verbeteringsproject « verbetering van het
onthaal » waartoe de HVW zich verbonden heeft in de
lopende bestuursovereenkomst. Bij de HVW zijn ook
andere vormen van onthaal erg belangrijk, onder meer
het onthaal aan het loket. Daarom werd een apart
actieplan opgestart dat voornamelijk de verbetering
van het telefoononthaal op het oog heeft. Een werkgroep, zal dit jaar een aantal voorstellen formuleren en
uitwerken om tot een aanzienlijke verbetering van het
telefoononthaal te komen. Deze werkgroep komt
maandelijks samen. De resultaten van de studie SNT
Belgium zijn uiteraard erg belangrijk voor de sturing
van deze werkgroep.
En ce qui concerne la CAPAC, les recommandations
émanant de l’enquête seront appliquées à toutes les
divisions. La CAPAC souhaite accroı̂tre l’accessibilité
de chaque division et désire également optimaliser
l’infrastructure téléphonique. Les actions suivantes
sont, entre autres, prévues :
Wat de HVW betreft zullen de aanbevelingen uit het
onderzoek geı̈mplementeerd worden in alle afdelingen. Omdat de HVW de bereikbaarheid in elke afdeling wil verhogen en omdat zij ook de telefooninfrastructuur wil optimaliseren, worden ondermeer
volgende acties gepland :
— Sensibilisation : pour mettre l’accent sur
l’importance d’un accueil téléphonique de qualité.
Ces actions sont déjà en cours.
— Sensibiliseringsacties om het belang van een goed
telefoononthaal te benadrukken. Deze acties zijn
volop aan de gang.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10751
— Formation : un cours de rattrapage « accueil téléphonique » et un cours d’initiation pour les
nouveaux agents seront organisés dans les semaines et mois à venir.
— Opleiding : een herhalingscursus « telefoononthaal » en een initiatiecursus voor de nieuwelingen
wordt georganiseerd in de komende weken en
maanden.
— L’inventaire de l’infrastructure technique sera
terminé au 1er mai 2005 afin de pouvoir l’utiliser
pour d’éventuelles améliorations.
— Een inventaris van de technische infrastructuur zal
afgerond worden tegen 1 mei 2005 om deze van
daaruit te koppelen aan mogelijke verbeteringen.
— Pour fin 2005, la possibilité de créer un call-center
sera examinée.
— Voor het einde van dit jaar zullen ook de mogelijkheden van een call center worden onderzocht.
— Cette année également, examen et adaptation des
méthodes de travail concernant l’accueil téléphonique.
— Ten slotte zullen dit jaar ook de werkmethoden
inzake telefoon-onthaal worden onderzocht en
aangepast.
Fin de l’année, la CAPAC organisera une évaluation
interne, notamment au moyen d’une nouvelle enquête.
De HVW plant voor het einde van het jaar een
interne evaluatie te maken ondermeer door het organiseren van een nieuwe steekproef.
5, 6 et 7. Bien que ces éléments relèvent de la
compétence du Comité de gestion de la CAPAC, il est
prévu de débuter en mars 2005 la procédure de sélection de l’administrateur général; les résultats devraient
être officialisés avant les vacances d’été.
5, 6 en 7. Ondanks het feit dat deze elementen tot
de bevoegdheid behoren van het Beheerscomité van de
HVW, wordt in het vooruitzicht gesteld dat in maart
2005 de selectieprocedure van administrateur-generaal
wordt opgestart; de resultaten ervan zouden vóór het
zomerreces officieel gekend moeten zijn.
DO 2004200503135
DO 2004200503135
Question no 103 de M. Staf Neel du 18 janvier 2005
(N.) au ministre de la Fonction publique, de
l’Intégration sociale, de la Politique des grandes
villes et de l’Égalité des chances :
Vraag nr. 103 van de heer Staf Neel van 18 januari
2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen :
SPF. — Concours de recrutement. — Fonctionnaires
statutaires et contractuels.
FOD’s. — Vergelijkende wervingsexamens. — Statutaire ambtenaren en contractuelen.
Le 25 septembre 2004, le Selor organisait pour les
Services Publics Fédéraux (SPF) un concours de recrutement destiné aux universitaires, en vue d’une nomination à titre définitif des lauréats.
Op 25 september 2004 organiseerde Selor namens
de Federale Overheidsdiensten (FOD) een vergelijkend
wervend examen voor universitairen om uiteindelijk
over te gaan tot de vaste benoeming van de geslaagden.
1. Combien de candidats (pour chaque rôle linguistique) :
1. Hoeveel personen (opgesplitst per taalrol) :
a) ont-ils participé au concours;
a) hebben aan dit examen deelgenomen;
b) ont-ils réussi le concours;
b) slaagden in het examen;
c) ont-ils réussi le concours alors qu’ils ne provenaient pas de l’un des services publics fédéraux;
c) die voor dit examen slaagden, waren vreemd aan
de dienst van de federale overheidsdiensten;
d) n’ont-ils pas réussi le concours alors qu’ils travaillaient déjà au sein d’un Service Public Fédéral;
d) van de niet-geslaagden waren reeds werkzaam bij
een Federale Overheidsdienst;
e) seront-ils finalement nommés à titre définitif ?
e) zullen uiteindelijk vast benoemd worden ?
2. Pensez-vous qu’il soit possible d’avoir recours à
d’autres (lire : de meilleures) procédures de nomination que les concours de recrutement pour nommer les
bonnes personnes auprès des services publics fédéraux ?
2. Acht u het mogelijk dat er andere (lees betere)
mogelijkheden zijn om de juiste persoon bij een federale overheidsdienst te benoemen dan een dergelijk
vergelijkend wervingsexamen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10752
3. Dispose-t-on d’informations sur l’incidence que
le fait d’échouer à un concours peut avoir pour les
fonctionnaires contractuels et sur le nombre de fois en
moyenne que les contractuels participent à ces
concours dans l’espoir d’acquérir un jour un statut
définitif ?
3. Bestaat er enig zicht op welke invloed het niet
slagen voor een dergelijk examen heeft voor een contractuele ambtenaar en hoeveel maal contractuelen
gemiddeld aan dergelijke examens deelnemen in de
hoop om ooit een vast statuut te verwerven ?
4. Le fonctionnaire contractuel intervient lorsque
l’effectif doit provisoirement être renforcé à la suite
d’un surplus de travail.
4. Een contractueel is iemand die inspringt wanneer
er tijdelijke nood aan extra werkkrachten is in het
geval van een overvloed aan werk.
Combien de temps cette situation « provisoire »
peut-elle durer : un an, cinq ans ou plus encore ?
Hoe lang is eigenlijk tijdelijk : een jaar, vijf jaar of
nog langer ?
5. Comment envisagez-vous d’augmenter le nombre de fonctionnaires statutaires par rapport au nombre de contractuels (cf. le journal Metro du 18 janvier
2005) ?
5. Hoe overweegt u het aantal statutaire ambtenaren te doen toenemen in verhouding met het aantal
contractuelen (cf. Metro van 18 januari 2005) ?
6. S’il réussit un concours de recrutement, le fonctionnaire contractuel court le risque de ne pas pouvoir
entrer en fonction dans son ancien service en tant que
fonctionnaire nommé. Il devra quitter ce service, qui
perdra ainsi une part d’expertise.
6. Indien een contractueel ambtenaar slaagt voor
een dergelijk examen, bestaat de kans dat hij/zij
binnen de eigen dienst niet als vastbenoemde aan de
slag kan gaan. Hij/zij zal de dienst dienen te verlaten
waardoor deze dienst een stuk expertise verloren ziet
gaan.
Le léger surcoût que devra supporter le service
concerné pour conserver ce fonctionnaire n’est-il pas
compensé par l’expertise qui ainsi ne sera pas perdue ?
Weegt volgens u de kleine meerkost van deze ambtenaar voor de eigen dienst dan niet op tegen het verloren gaan van de expertise ?
7. Dans quelle mesure les réformes au sein des
Services Publics Fédéraux (cercles de développement)
vont-elles modifier le mode de recrutement du personnel statutaire ?
7. In welke zin gaan de hervormingen bij de Federale Overheidsdiensten (ontwikkelcirkels) iets veranderen aan de wijze waarop personen in vast verband
worden aangenomen ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de
l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes
et de l’Égalité des chances du 15 février 2005, à la question no 103 de M. Staf Neel du 18 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en
Gelijke Kansen van 15 februari 2005, op de vraag
nr. 103 van de heer Staf Neel van 18 januari 2005 (N.) :
En réponse à sa question je puis communiquer à
l’honorable membre ce qui suit.
In antwoord op zijn vraag, kan ik het geachte lid het
volgende meedelen.
1.
a) 5 599 candidats (3 399 francophones et 2 200 néerlandophones) ont participé à la sélection concernée.
1.
a) Aan de bedoelde selectie hebben 5 599
(2 200 Nederlandstalige en 3 399 Franstalige)
kandidaten deelgenomen.
b) 1 180 candidats (492 francophones et 688 néerlandophones) ont réussi la sélection.
b) 1 180 (688 Nederlandstalige en 492 Franstalige)
kandidaten zijn geslaagd voor de selectie.
c) et d) Le fait d’être déjà employé ou non au sein
d’un Service public fédéral ne fait pas partie
des informations requises lors de l’inscription
à une sélection comparative.
c) en d) Het gegeven van het al dan niet reeds tewerkgesteld zijn bij een Federale Overheidsdienst
wordt niet opgevraagd bij de inschrijving voor
een vergelijkende selectie.
e) Le nombre de lauréats qui entrent effectivement en
ligne de compte et seront engagés dans un emploi
statutaire dépend de la survenance de postes
vacants dans le délai de validité de la réserve de
recrutement.
e) Het aantal geslaagden dat effectief in aanmerking
komt voor en zal worden aangesteld in een statutaire betrekking, is afhankelijk van het ontstaan
van openstaande betrekkingen binnen de geldigheidstermijn van de wervingsreserve.
2. La mission statutaire du Bureau de sélection de
l’administration fédérale (Selor) consiste précisément à
2. Het is uitgerekend de statutaire opdracht van het
Selectiebureau van de federale overheid (Selor), om in
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10753
assurer la sélection du personnel des services publics.
L’objectivité des sélections est garantie par la réglementation en vigueur. Le contenu des sélections
comparatives dépend des compétences requises.
te staan voor de selectie van het overheidspersoneel.
De objectiviteit van deze selecties wordt gewaarborgd
door de ter zake geldende reglementering. De inhoud
van de vergelijkende selecties is afhankelijk van de
gevraagde competenties.
3. Comme pour tous les tests, la réussite d’une
sélection comparative dépend des compétences requises dans le cadre de la fonction à pourvoir et de la
mesure dans laquelle le candidat s’avère disposer de
ces compétences. Le fait de réussir ou d’échouer à une
sélection comparative est indépendant de l’exercice
éventuel d’une fonction contractuelle.
3. Zoals bij elke test, is het slagen voor een vergelijkende selectie afhankelijk van de competenties die vereist worden voor de te begeven functies en de mate
waarin de kandidaat blijk geeft over deze competenties
te beschikken. Het al dan niet slagen voor een vergelijkende selectie staat los van het functioneren in een
bepaalde contractuele functie.
4. La loi du 22 juillet 1993 portant certaines mesures en matière de fonction publique énumère les cas
limitatifs dans lesquels on peut recourir à des recrutements contractuels. Le caractère temporaire et exceptionnel de l’emploi contractuel doit donc être souligné.
La durée d’un contrat est déterminée par la nature de
la mission à accomplir.
4. In de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde
maatregelen inzake ambtenarenzaken worden limitatief de gevallen opgesomd waarin beroep kan gedaan
worden op contractuele tewerkstelling. De duur ervan
wordt bepaald door de aard van de uit te voeren opdracht.
5. Avant tout, je tiens à réaffirmer une fois encore
que les tâches ou missions permanentes des services
publics doivent prioritairement être confiées à des
agents statutaires : l’emploi statutaire demeure la règle,
l’emploi contractuel l’exception, dûment déterminée
par la loi précitée. Partant de ce principe, le cadastre
de l’emploi contractuel au sein de la Fonction publique
administrative fédérale, actuellement en cours de réalisation, permettra d’avoir une vision claire de la situation en cette matière. À partir des résultats de ce vaste
état des lieux, il conviendra d’évaluer l’opportunité
d’élaborer d’éventuelles mesures en vue de promouvoir l’emploi statutaire.
5. Vooreerst wens ik nogmaals te bevestigen dat de
permanente opdrachten of taken bij de openbare
diensten bij voorrang aan statutair personeel dienen te
worden toevertrouwd : de statutaire tewerkstelling
blijft de regel, de contractuele tewerkstelling vormt de
uitzondering degelijk vastgesteld bij vorenvermelde
wet. Uitgaand van dat principe wordt thans het kadaster van het contractueel personeel in het federaal administratief Openbaar Ambt opgemaakt dat een klaar
zicht zal bieden op de toestand in deze materie. Op
grond van de resultaten van deze uitgebreide stand van
zaken, zal een evaluatie gemaakt worden van de opportuniteit om eventuele maatregelen uit te werken
met het oog op de bevordering van de statutaire
tewerkstelling.
6. Les fonctions occupées par le personnel contractuel ne peuvent pas être exercées par des agents
nommés à titre définitif, à l’exception des fonctions
prévues dans le cadre du remplacement de personnel
statutaire temporairement absent. D’autre part, tout
lauréat d’une sélection statutaire est repris dans une
liste de lauréats. Lorsque des emplois statutaires sont
vacants, les lauréats sont consultés dans l’ordre de leur
classement sur cette liste. S’il s’agit d’un agent contractuel, il est possible qu’un emploi définitif lui soit
proposé dans un service public différent de celui qui
l’emploie comme contractuel; le lauréat d’une sélection comparative est libre d’accepter ou de refuser une
offre d’emploi.
6. Functies die door contractueel personeel worden
bezet, met uitzondering van deze waarbij in de vervanging wordt voorzien van tijdelijk afwezig statutair
personeel, kunnen niet worden opgevuld door vastbenoemden. Anderzijds is het zo dat een geslaagde voor
een statutaire selectie opgenomen wordt in een lijst
van geslaagden. Bij het vrijkomen van statutaire
betrekkingen, worden de geslaagden geraadpleegd in
de volgorde van hun rangschikking op deze lijst. In het
geval het een contractueel personeelslid betreft, bestaat
derhalve de kans dat hem een vaste betrekking wordt
aangeboden in een andere overheidsdienst dan deze
waar hij contractueel is; de geslaagde voor een vergelijkende selectie is vrij al dan niet op een aanbod van
betrekking in te gaan.
7. L’instauration d’un cycle d’évaluation pour le
personnel statutaire et contractuel en service au sein
des Services publics fédéraux n’a aucune incidence sur
les procédures de sélection.
7. Het invoeren van een evaluatiecyclus voor het in
dienst zijnde statutaire en contractueel personeel bij de
Federale Overheidsdiensten, heeft geen enkele impact
op de selectieprocedures.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10754
DO 2004200503156
DO 2004200503156
Question no 104 de M. Servais Verherstraeten du
19 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction
publique, de l’Intégration sociale, de la Politique
des grandes villes et de l’Égalité des chances :
Vraag nr. 104 van de heer Servais Verherstraeten van
19 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke
Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Accessibilité téléphonique des services publics fédéraux.
Telefonische bereikbaarheid van de federale overheidsdiensten.
Les résultats d’une enquête sur l’accessibilité téléphonique des services publics fédéraux (SPF) ont été
publiés dans Fedra, le magazine du fonctionnaire.
Cette enquête avait été commandée par le SPF Personnel et Organisation auprès de la firme SNT Belgium, et
la Caisse auxiliaire de paiement des allocations de
chômage (CAPAC) s’était portée candidate pour effectuer le sondage. Alors que l’accessibilité des organismes publics aux Pays-Bas atteindrait en moyenne
66 %, il ressort d’un sondage que ce chiffre ne
s’élèverait qu’à 45 % en Belgique. Ce sont surtout les
services de grande taille (plus de 5 000 clients) et de
taille moyenne (plus de 2 500 clients) qui enregistreraient les plus mauvais résultats.
In « Fedra », het magazine van de ambtenaar, staan
de resultaten van een onderzoek naar de telefonische
bereikbaarheid van de federale overheidsdiensten
(FOD). Dit onderzoek werd besteld door de FOD
Personeel en Organisatie bij SNT Belgium, en de
Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW)
stelde zich kandidaat voor de steekproef. Waar de
overheidsinstellingen in Nederland een bereikbaarheid
van gemiddeld 66 % zouden halen, blijkt bij een steekproef dat dit in België slechts 45 % is. Vooral de
grootste (meer dan 5 000 klanten) en gemiddelde (meer
dan 2 500 klanten) vestigingen scoren slecht.
1. Pouvez-vous nous transmettre l’étude de SNT
Belgium en annexe aux réponses à cette question ?
1. Kan u ons de studie van SNT Belgium overmaken in bijlage bij de antwoorden op deze vraag ?
2.
a) Quel suivi sera donné à cette étude ?
2.
a) Welke opvolging zal gegeven worden aan deze
studie ?
b) Quels services mettront en œuvre les recommandations de l’enquête et selon quel calendrier ?
b) Welke diensten zullen de aanbevelingen uit het
onderzoek implementeren en met welke timing zal
dit gebeuren ?
c) Comment et quand examinerez-vous les résultats
de ce suivi ?
c) Hoe en wanneer zal u de resultaten van deze opvolging nagaan ?
3.
a) Dispose-t-on
également
de
chiffres
l’accessibilité d’autres services publics ?
3.
a) Zijn er ook cijfers over de bereikbaarheid van
andere overheidsdiensten gekend ?
sur
b) Dans l’affirmative, pouvez-vous nous les faire
connaı̂tre ?
b) Zo ja, kan u ons deze meedelen ?
4. Que pensez-vous de la suggestion de créer un instrument de mesure destiné à évaluer périodiquement
l’accessibilité des organismes publics ?
4. Hoe staat u tegenover de suggestie om een
meetinstrument op te richten dat periodiek de bereikbaarheid van de overheidsinstellingen nagaat ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de
l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes
et de l’Égalité des chances du 17 février 2005, à la question no 104 de M. Servais Verherstraeten du 19 janvier
2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en
Gelijke Kansen van 17 februari 2005, op de vraag
nr. 104 van de heer Servais Verherstraeten van 19 januari 2005 (N.) :
1. L’honorable membre trouvera les résultats de
l’étude SNT Belgium dans le document en annexe.
Étant donné son caractère de pure documentation, il
n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et
Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la
Chambre des représentants (service des Questions
parlementaires).
1. In het document als bijlage vindt het geachte lid
de resultaten van de studie van SNT Belgium. Gezien
het louter documentaire karakter ervan wordt het niet
in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen
maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van
Volksvertegenwoordigers
(dienst
Parlementaire
Vragen).
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10755
2.
a) L’étude de SNT Belgium fait partie d’un projet
d’amélioration de l’accueil auquel la CAPAC s’est
engagée dans le contrat d’administration actuel. À
la CAPAC, d’autres formes d’accueil sont également importantes, notamment l’accueil au guichet.
C’est pourquoi, un plan d’action séparé s’attache
principalement à l’amélioration de l’accueil téléphonique. Un groupe de travail formulera et élaborera un certain nombre de propositions afin
d’obtenir une amélioration significative de
l’accueil téléphonique. Ce groupe de travail se
réunit tous les mois. Les résultats de l’étude SNT
Belgium sont naturellement essentiels pour la
poursuite des actions de ce groupe de travail.
2.
a) De studie van SNT Belgium maakt deel uit van een
verbeteringsproject « verbetering van het onthaal »
waartoe de HVW zich verbonden heeft in de
lopende bestuursovereenkomst. Bij de HVW zijn
ook andere vormen van onthaal erg belangrijk,
onder meer het onthaal aan het loket. Daarom
werd een apart actieplan opgestart dat voornamelijk de verbetering van het telefoononthaal op het
oog heeft. Een werkgroep, zal dit jaar een aantal
voorstellen formuleren en uitwerken om tot een
aanzienlijke verbetering van het telefoononthaal te
komen. Deze werkgroep komt maandelijks samen.
De resultaten van de studie SNT Belgium zijn uiteraard erg belangrijk voor de sturing van deze
werkgroep.
b) En ce qui concerne la CAPAC, les recommandations émanant de l’enquête seront appliquées à
toutes les divisions. La CAPAC souhaite accroı̂tre
l’accessibilité de chaque division et désire également optimaliser l’infrastructure téléphonique. Les
actions suivantes sont, entre autres, prévues :
b) Wat de HVW betreft zullen de aanbevelingen uit
het onderzoek geı̈mplementeerd worden in alle
afdelingen. Omdat de HVW de bereikbaarheid in
elke afdeling wil verhogen en omdat zij ook de
telefooninfrastructuur wil optimaliseren, worden
ondermeer volgende acties gepland :
— Sensibilisation : pour mettre l’accent sur
l’importance d’un accueil téléphonique de
qualité. Ces actions sont déjà en cours.
— Sensibiliseringsacties om het belang van een
goed telefoononthaal te benadrukken. Deze
acties zijn volop aan de gang.
— Formation : un cours de rattrapage « accueil
téléphonique » et un cours d’initiation pour les
nouveaux agents seront organisés dans les
semaines et mois à venir.
— Opleiding : een herhalingscursus « telefoononthaal » en een initiatiecursus voor de nieuwelingen wordt georganiseerd in de komende weken
en maanden.
— L’inventaire de l’infrastructure technique sera
terminé au 1er mai 2005 afin de pouvoir
l’utiliser pour d’éventuelles améliorations.
— Een inventaris van de technische infrastructuur
zal afgerond worden tegen 1 mei 2005 om deze
van daaruit te koppelen aan mogelijke verbeteringen.
— Pour fin 2005, la possibilité de créer un callcenter sera examinée.
— Voor het einde van dit jaar zullen ook de
mogelijkheden van een call center worden onderzocht.
— Cette année également, examen et adaptation
des méthodes de travail concernant l’accueil
téléphonique.
— Ten slotte zullen dit jaar ook de werkmethoden inzake telefoononthaal worden onderzocht
en aangepast.
c) Fin de l’année, la CAPAC organisera une évaluation interne, notamment au moyen d’une nouvelle
enquête.
c) De HVW plant voor het einde van het jaar een
interne evaluatie te maken ondermeer door het
organiseren van een nieuwe steekproef.
3.
a) et b) Deux autres enquêtes ont été réalisées auprès
des maisons de Justice d’Anvers et de Charleroi. Les résultats seront disponibles dans les
prochaines semaines.
3.
a) en b) Twee andere onderzoeken werden gevoerd bij
de Justitiehuizen van Antwerpen en Charleroi. De resultaten zullen in de loop van de
volgende weken beschikbaar zijn.
4. Le contrat avec la société SNT Belgium est un
contrat cadre conclu pour 3 ans par le SPF Personnel et
Organisation. Tout service fédéral peut y faire appel
pour une analyse de l’accessibilité de ses services
jusqu’à la mi-2006. Un instrument de mesure est donc
déjà disponible.
4. Het contract met SNT Belgium is een raamcontract gesloten voor 3 jaar door de FOD Personeel en
Organisatie. Elke federale dienst kan er tot midden
2006 een beroep op doen voor een analyse van de toegankelijkheid van zijn diensten. Een meetinstrument is
dus al beschikbaar.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10756
Intégration sociale
Maatschappelijke Integratie
DO 2003200421283
DO 2003200421283
Question no 49 de M. Roel Deseyn du 9 juillet 2004
(N.) au ministre de la Fonction publique, de
l’Intégration sociale, de la Politique des grandes
villes et de l’Égalité des chances :
Vraag nr. 49 van de heer Roel Deseyn van 9 juli 2004
(N.) aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen :
Connexion à l’internet de dix maisons de repos en
Wallonie.
Aansluiting van tien rusthuizen op het internet in
Wallonië.
Les pensionnaires de dix maisons de repos situées en
Wallonie pourront bientôt naviguer sur le réseau internet. Le ministre wallon de la Santé publique, Thierry
Detienne (Écolo), a dégagé un budget de 12 500 euros
à cette fin. Chaque établissement sera équipé d’un
ordinateur avec connexion internet tandis qu’une
formation à l’utilisation du nouveau média sera
dispensée à un membre du personnel et à un pensionnaire, qui pourront initier à leur tour d’autres personnes âgées intéressées.
De bejaarden uit tien Waalse rustoorden kunnen
binnenkort het internet op. Daarvoor trok Waalse
minister van Volksgezondheid, Thierry Detienne
(Écolo), 12 500 euro uit. Naast een computer met
internetaansluiting krijgt elke instelling ook een internetopleiding aangeboden voor een personeelslid en een
bewoner, die op hun beurt geı̈nteresseerde senioren
vertrouwd kunnen maken met het nieuwe medium.
1. Prévoit-on de coordonner des actions similaires
au niveau fédéral ?
1. Zijn er plannen om gelijkaardige acties federaal
te coördineren ?
2. D’aucuns proposent d’utiliser des pc qui seraient
offerts par des entreprises. De plus, la connexion internet dans les CPAS pourrait être facturée au même tarif
préférentiel que celui appliqué pour les hôpitaux et les
écoles. Ces deux propositions pourraient être soutenues au niveau fédéral.
2. Sommigen suggereren gebruik te maken van
pc’s die door bedrijven kunnen worden geschonken.
Daar bovenop zou men voor de internetaansluiting in
OCMW’s hetzelfde voordeeltarief kunnen aanrekenen
als voor ziekenhuizen en scholen. Beide suggesties
zouden federaal kunnen ondersteund worden.
a) Quelle est votre position à cet égard ?
a) Hoe staat u hier tegenover ?
b) À combien s’élèverait alors le coût total ?
b) Hoeveel zou de totale kostprijs dan bedragen ?
3. Sous la législature précédente, un projet-pilote a
été mené avec succès par la BIBA dans un hôpital, en
utilisant des setup boxes.
3. Een pilootproject van BIBA met setup-boxen in
een ziekenhuis werd onder uw voorganger succesvol
bevonden.
a) Que pensez-vous de la possibilité de fournir aux
seniors qui le demandent un accès à l’internet par
ce moyen ?
a) Hoe staat u tegenover de mogelijkheid om senioren die daar om vragen via deze weg internettoegang te geven ?
b) Ce système peut-il également être utilisé dans le
cadre de l’e-care ?
b) Kan het systeem ook ingeschakeld worden voor
e-care ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de
l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes
et de l’Égalité des chances du 14 février 2005, à la question no 49 de M. Roel Deseyn du 9 juillet 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en
Gelijke Kansen van 14 februari 2005, op de vraag
nr. 49 van de heer Roel Deseyn van 9 juli 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte
lid het volgende mee te delen.
1. Je prépare actuellement avec le secrétaire d’État à
l’Informatisation de l’État un plan d’action national
d’inclusion digitale. Ce plan d’action ne se limite
1. Samen met de staatssecretaris voor de Informatisering van de Staat werk ik momenteel aan een nationaal actieplan voor digitale insluiting. Dit actieplan
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10757
toutefois pas au groupe cible des personnes âgées ou
des résidents de maisons de repos.
voor digitale insluiting. Dit actieplan beperkt zich
echter niet tot de doelgroep van senioren of rusthuisbewoners.
2.
a) Je prépare actuellement une action concrète en vue
de mettre dix parcs informatiques à la disposition
des CPAS. Ces parcs informatiques seront en
grande partie composés de matériel de seconde
main.
2.
a) Ik bereid momenteel een concrete actie voor waarbij tien informaticaparken ter beschikking van de
OCMW’s worden gesteld. Deze informaticaparken zouden grotendeels bestaan uit tweedehands
materieel.
b) Le coût total du projet en préparation s’élève à
105 907,20 euros.
b) De totale kostprijs van het project in voorbereiding
bedraagt 105 907,20 euro.
3. Pour cette raison, je vous renvoie à la réponse
donnée par M. Vanvelthoven, secrétaire d’État à
l’Informatisation de l’État (question n 18 du 4 juin
2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004,
no 40, p. 6274).
3. Voor deze vraag verwijs ik naar het antwoord
van de heer Vanvelthoven, staatssecretaris voor de
Informatisering van de Staat (vraag nr. 18 van 4 juni
2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004,
nr. 40, blz. 6274).
DO 2004200502767
DO 2004200502767
Question no 83 de Mme Annemie Turtelboom du
12 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction
publique, de l’Intégration sociale, de la Politique
des grandes villes et de l’Égalité des chances :
Vraag nr. 83 van mevrouw Annemie Turtelboom van
12 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke
Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Chèques-mazout.
Stookoliecheques.
Pour répondre aux fluctuations importantes des
prix des produits pétroliers, le gouvernement avait
élaboré en 2000 un système de chèques-mazout devant
permettre à un certain nombre de consommateurs que
les prix élevés mettaient en difficulté de pouvoir continuer à s’approvisionner. Le gouvernement de l’époque
a été amené à prendre une décision dans l’urgence et a
opté pour l’octroi d’une intervention forfaitaire aux
plus démunis. À cette époque, le prix du pétrole brut
avait atteint un niveau encore inégalé à ce jour.
In 2000 heeft de regering, als antwoord op de grote
prijsschommelingen voor de aardolieproducten, een
soort van regeling uitgewerkt, door middel van stookoliecheques, om een aantal consumenten die door de
hoge prijzen in moeilijkheden waren geraakt toch toe
te staan zich te bevoorraden. De toenmalige regering
moest toen dringend een beslissing nemen en men
heeft een forfaitaire tegemoetkoming aan de minstbedeelden toegekend. De prijs van de ruwe aardolie had
in die tijd hoogten bereikt die zelfs vandaag niet
worden geëvenaard.
1. Combien de familles ont bénéficié des chèquesmazout ?
1. Aan hoeveel gezinnen werden in totaal stookoliecheques toegekend ?
2. Quelle était la valeur totale en euros des chèques
distribués ?
2. Voor een totale waarde van hoeveel euro ?
3. Pourriez-vous me fournir ces chiffres pour les
communes de Puurs, de Bornem, de Willebroek et de
Sint-Amands ?
3. Kan u verder een overzicht geven voor de
gemeenten Puurs, Bornem, Willebroek en SintAmands ?
4.
a) Une tendance se dégage-t-elle de ces chiffres ?
4.
a) Is er een tendens in de cijfers ?
b) Dans l’affirmative, laquelle ?
b) Zo ja, welke ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1359
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10758
Réponse du ministre de la Fonction publique, de
l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes
et de l’Égalité des chances du 15 février 2005, à la question no 83 de Mme Annemie Turtelboom du 12 janvier
2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en
Gelijke Kansen van 15 februari 2005, op de vraag
nr. 83 van mevrouw Annemie Turtelboom van 12 januari 2005 (N.) :
En réponse à ses questions, je communique les informations suivantes à l’honorable membre.
Als antwoord op haar vragen, kan ik het geachte lid
het volgende meedelen.
1. À la suite de la mesure introduite par l’arrêté
royal du 20 septembre 2000 portant octroi d’une allocation à titre d’intervention unique dans les frais de
gasoil de chauffage, 246 699 ménages ont bénéficié de
l’allocation de chauffage.
1. Met toepassing van de maatregel die bij het
koninklijk besluit van 20 september 2000 houdende
toekenning van een toelage als eenmalige tegemoetkoming in de huisbrandoeliekosten, werd ingevoerd,
hebben 246 699 gezinnen een verwarmingstoelage
genoten.
2. La valeur totale
26 159 282,72 euros.
2. Er werd voor een totaal
26 159 282,72 euro toegekend.
distribuée
s’élevait
à
bedrag
van
3. Le CPAS de Puurs a octroyé une allocation de
chauffage à 370 ménages pour un coût total de
1 259 918 francs.
3. Het OCMW van Puurs heeft aan 370 gezinnen
een verwarmingstoelage toegekend voor een totaal
bedrag van 1 259 918 frank.
Le CPAS de Bornem a octroyé une allocation de
chauffage à 301 ménages pour un coût total de
1 329 400 francs.
Het OCMW van Bornem heeft aan 301 gezinnen
een verwarmingstoelage toegekend voor een totaal
bedrag van. 1 329 400 frank.
Le CPAS de Willebroek a octroyé une allocation de
chauffage à 209 ménages pour un coût total de
2 177 985 francs.
Het OCMW van Willebroek heeft aan 209 gezinnen
een verwarmingstoelage toegekend voor een totaal
bedrag van 2 177 985 frank.
Le CPAS de Sint-Amands a octroyé une allocation
de chauffage à 262 ménages pour un coût total de
97 299 francs.
Het OCMW van Sint-Amands heeft aan
262 gezinnen een verwarmingstoelage toegekend voor
een totaal bedrag van 97 299 frank.
À titre de rappel, l’arrêté royal précité du
20 septembre 2000 prévoyait que le montant de l’allocation de chauffage s’élevait à 5 francs par litre avec
un maximum de 5 000 francs.
Ter herinnering, het voormelde koninklijk besluit
van 20 september 2000 bepaalde dat er een bedrag van
5 frank per liter met een maximum van 5 000 frank als
verwarmingstoelage kon worden toegekend.
4. II apparaı̂t que cette mesure constituait un réel
besoin et qu’une approche structurelle de ce type
d’aide s’avérait nécessaire.
4. Het blijkt dat deze maatregel aan een reële nood
beantwoordt en dat een structurele benadering van
soortgelijke hulp nodig is.
C’est dans ce cadre que la loi programme du 27 décembre 2004, publiée au Moniteur belge le 31 décembre 2004, crée le Fonds social Mazout.
In dit kader werd een Sociaal Stookoliefonds
gecreëerd bij de programmawet van 27 december 2004
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 december 2004.
DO 2004200502843
DO 2004200502843
Question no 84 de M. Bart Laeremans du 17 janvier
2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de
l’Intégration sociale, de la Politique des grandes
villes et de l’Égalité des chances :
Vraag nr. 84 van de heer Bart Laeremans van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Plan de répartition des demandeurs d’asile.
Spreidingsplan voor asielzoekers.
La commune de Grimbergen a enregistré une
augmentation importante du nombre de dossiers de
demande d’asile au cours des dernières années. On
De gemeente Grimbergen kende de voorbije jaren
een merkwaardige aangroei van het aantal nieuwe
asieldossiers. Zo waren er in 2002 een vijftigtal nieuwe
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10759
dénombrait ainsi une cinquantaine de nouveaux
dossiers en 2002, 118 en 2003. Et en 2004, un nombre
record de 208 nouveaux dossiers est attendu pour la
fin de l’année.
dossiers, in 2003 118 en in 2004 wordt tegen het jaareinde een recordaantal van 208 nieuwe dossiers verwacht.
Ces chiffres singuliers semblent contredire la
tendance à la baisse du nombre de demandeurs d’asile
dans notre pays.
Deze opmerkelijke cijfers lijken sterk in tegenspraak
met de naar verluidt dalende tendens van het aantal
asielzoekers in het land.
Selon mes informations, cette augmentation n’est
pas observée dans les autres communes.
Volgens mijn informatie doet zich in andere
gemeenten geen dergelijke stijging voor.
1. Pouvez-vous expliquer cette augmentation étonnante ?
1. Kan u een verklaring geven omtrent deze opmerkelijke stijging ?
2. Pouvez-vous également préciser le mode de
calcul appliqué ?
2. Kan hierbij tevens gedetailleerd worden uiteengezet hoe deze berekening gebeurt ?
3. Pouvez-vous enfin communiquer, pour les 35
communes de la région de Hal-Vilvorde, le nombre de
dossiers attribués par commune en 2002, 2003 et 2004 ?
3. Kan u ten slotte voor alle 35 gemeenten uit HalleVilvoorde weergeven hoeveel dossiers er per gemeente
werden toegewezen in het jaar 2002, 2003 en 2004 ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de
l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes
et de l’Égalité des chances du 15 février 2005, à la question no 84 de M. Bart Laeremans du 17 janvier 2005
(N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en
Gelijke Kansen van 15 februari 2005, op de vraag
nr. 84 van de heer Bart Laeremans van 17 januari 2005
(N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de
communiquer les éléments suivants à l’honorable
membre.
In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte
lid het volgende mede te delen.
1. Depuis le 1er janvier 2001, les demandeurs d’asile
qui ont introduit leur demande d’asile après cette date
bénéficient d’une aide matérielle pendant la première
phase de la procédure d’asile. Une aide financière ne
peut être octroyée au demandeur d’asile qu’à partir de
la seconde phase — à savoir pendant l’examen en tant
que tel de la demande — par le CPAS désigné sur la
base du plan de répartition. Toutefois, l’arrêté ministériel du 29 novembre 1999 offre aux CPAS la possibilité
de créer une initiative locale d’accueil (ILA) sur le
territoire de la commune. Afin d’encourager la création d’ILA, l’arrêté royal du 12 janvier 2000 a instauré
un « double comptage » dans le plan de répartition en
ce qui concerne les places pour adultes : 1 place pour
adulte dans une ILA est égale à 2 affectations dans le
plan de répartition. Ce système de « doubles comptages » a permis à de nombreux CPAS d’atteindre leur
quota fixé par le plan de répartition. Dès lors, seul un
nombre réduit de CPAS ont encore participé au plan
de répartition pour l’accueil de demandeurs d’asile
pendant la phase d’examen du bien-fondé de leur
demande (en d’autres termes, pour l’octroi d’une aide
financière), de sorte que la durée de validité d’un plan
de répartition a par ailleurs été écourtée. L’arrêté royal
du 14 décembre 2004 a modifié le plan de répartition
pour cette raison. Le quota a ainsi été porté de 5 000 à
15 000. Le nombre de CPAS participant à un plan de
répartition a ainsi été triplé et la durée de validité d’un
1. Sinds 1 januari 2001 krijgen asielzoekers die hun
asielaanvraag na deze datum hebben ingediend, materiële steun tijdens de eerste fase van de asielprocedure.
Pas vanaf de tweede fase — namelijk tijdens het onderzoek ten gronde — kan aan een asielzoeker financiële
steun worden verleend door het OCMW dat op basis
van het spreidingsplan wordt aangeduid. Het ministerieel besluit van 29 november 1999 biedt de OCMW’s
echter de mogelijkheid om op het grondgebied van de
gemeente een Lokaal Opvanginitiatief (LOI) op te
richten. Om deze oprichting van LOI’s aan te moedigen, heeft het koninklijk besluit van 12 januari 2000 in
het spreidingsplan een « dubbeltelling » ingevoerd van
de plaatsen voor volwassenen : 1 plaats voor een
volwassene in een LOI staat gelijk met 2 toewijzingen
in het spreidingsplan. Dit systeem van « dubbeltellingen » heeft veel OCMW’s in de staat gesteld om hun
quotum, zoals bepaald door het spreidingsplan, te
behalen. Dit had tot gevolg dat slechts een klein aantal
OCMW’s nog deelnamen aan het spreidingsplan voor
de opvang van de asielzoekers in de gegrondheidsfase
(met andere woorden voor het verlenen van financiële
steun), waardoor tevens de geldigheidsduur van een
spreidingsplan korter werd. Bij koninklijk besluit van
14 december 2004 werd daarom het spreidingsplan
gewijzigd. Het quotum werd daarbij van 5 000 naar
15 000 gebracht. Het aantal OCMW’s dat aan het
spreidingsplan deelneemt wordt daardoor verdrievou-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10760
plan de répartition a été portée à environ une année
(actuellement environ 7 semaines).
digd en de geldigheidsduur van een spreidingsplan op
ongeveer één jaar gebracht (momenteel was dit ongeveer 7 weken).
2. Le calcul des unités de quota par CPAS est basé
sur des paramètres objectifs (chiffre de la population,
recettes provenant de l’impôt des personnes physiques,
nombre de bénéficiaires d’un revenu d’intégration) et
est actuellement applicable à un contingent de 15 000
places à attribuer. La formule spécifique figure dans
l’article 2 de l’arrêté royal du 7 mai 1999 fixant les
critères d’une répartition harmonieuse entre les
communes des étrangers visés par l’article 54, § 1er, de
la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le
séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers.
Il faut encore éventuellement déduire de ce résultat par
CPAS le nombre de places (doubles) dans une ILA,
pour connaı̂tre le chiffre effectif en vue des attributions
« aides financières ».
2. De berekening van de quotumeenheden per
OCMW gebeurt op basis van objectieve parameters
(bevolkingsaantal, inkomsten uit personenbelasting,
aantal leefloners) en is momenteel van toepassing op
een contingent van 15 000 toe te wijzen plaatsen. De
specifieke formule is terug te vinden in het artikel 2
van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 tot vaststelling van de criteria voor een harmonieuze verdeling
over de gemeentes van de vreemdelingen bedoeld in
artikel, 54, § 1, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Van dit resultaat per OCMW moet eventueel nog
het aantal (dubbele) plaatsen in een LOI worden afgetrokken, om het effectief cijfer te kennen voor de toewijzingen « financiële steun ».
3. Un plan de répartition n’est pas établi pour une
période déterminée, mais il est tenu compte d’un
certain contingent de demandeurs d’asile qui doivent
être répartis d’une manière harmonieuse sur le territoire d’un certain nombre de communes. Il est impossible de fournir par CPAS et pour une période déterminée un aperçu de nombre de demandeurs d’asile affectés. Par ailleurs, mes services ne disposent que des chiffres concernant les unités de quota par plan de répartition.
3. Een spreidingsplan wordt niet opgemaakt voor
een bepaalde periode, maar er wordt uitgegaan van
een bepaald contingent asielzoekers dat op een harmonieuze wijze dient gespreid te worden over het grondgebied van een aantal gemeenten. Het is dus onmogelijk per OCMW voor een welbepaalde periode een
overzicht te leveren van het aantal toegewezen asielzoekers. Bovendien beschikken mijn diensten enkel
over de cijfers betreffende de quotumeenheden per
spreidingsplan.
Il s’agit d’un chiffre théorique; le nombre de demandeurs d’asile réellement affectés par plan de répartition
sera donc pour certains CPAS inférieur au quota à
répartir (cf. supra). Un tableau est dès lors joint cidessous, au sujet de la répartition du nombre d’unités
de quotas par plan de répartition pour les 35 communes de l’arrondissement de Hal-Vilvorde, et ce à partir
du plan de répartition numéro 24 applicable le 26 septembre 2001 jusqu’au plan numéro 39 inclus.
Dit is een theoretisch cijfer, het aantal daadwerkelijk toegewezen asielzoekers per spreidingsplan zal
voor een aantal OCMW’s dus lager liggen dan het te
verdelen quotum (cf. supra). Hieronder wordt dan ook
een tabel gevoegd betreffende de verdeling van het
aantal quotumeenheden per spreidingsplan voor de
35 gemeenten van het arrondissement HalleVilvoorde, en dit vanaf het spreidingsplan nummer 24
dat van toepassing was op 26 september 2001 tot en
met plan nummer 39.
Plan de répartition : 24-39
Spreidingsplan : 24-39
NIS
CPAS
—
OCMW
23002 Asse ......................
23003 Beerzel. — Beersel
23009 Biévène. — Bever ..
24
25
24
28
1
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
25
28
1
26
21
36
1
27
20
35
1
28
29
23
36
1
23
36
1
2004
30
24
36
1
2005
31
24
36
1
32
24
36
1
33
24
36
1
34
24
36
1
35
0
32
1
36
0
32
1
37
0
32
1
38
0
32
1
39
0
33
1
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
CPAS
—
OCMW
NIS
23016 Dilbeek .................
23023 Gammerages.
—
Galmaarden ..........
23024 Gooik ...................
23025 Grimbergen ...........
23027 Hal. — Halle ........
23032 Herne ....................
23033 Hoeilaart ..............
23038 Kampenhout .........
23039 Kapelle-op-den-Bos
23044 Liedekerke ............
23045 Londerzeel ............
23047 Machelen ..............
23050 Meise ....................
23052 Merchtem .............
23060 Opwijk .................
23062 Overijse ................
23064 Pepingen ...............
23077 Leeuw-Saint-Pierre.
—
Sint-PietersLeeuw ...................
23081 Steenokkerzeel ......
23086 Ternat ...................
23088 Vilvorde.
—
Vilvoorde ..............
23094 Zaventem ..............
23096 Zemst ...................
23097 Roosdaal ...............
23098 Drogenbos ............
23099 Crainhem.
—
Kraainem ..............
23100 Linkebeek .............
23101 Rhode-SaintGénèse. — SintGenesius-Rode ......
23102 Wemmel ...............
23103 WesembeekOphem. — Wezembeek-Oppem .........
23104 Lennik ..................
23105 Affligem ................
Plan
Plan
Plan
Plan
Plan
Plan
Plan
Plan
Plan
24 :
25 :
26 :
27 :
28 :
29 :
30 :
31 :
32 :
10761
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
28
29
28
28
30
30
30
30
30
30
30
31
31
31
31
31
7
7
30
23
5
8
8
7
8
13
10
15
11
10
21
4
8
6
30
24
4
9
8
7
9
13
10
18
11
10
40
5
8
6
29
25
4
8
9
7
9
13
9
19
10
8
22
5
8
6
29
25
4
8
9
7
9
13
9
18
10
8
22
5
6
6
25
25
4
9
9
7
8
13
10
16
11
9
19
5
6
6
25
25
4
9
9
7
8
13
10
16
11
9
19
5
6
6
26
25
4
9
9
7
8
13
10
16
11
10
19
5
6
6
26
25
4
9
9
7
9
13
10
16
11
10
19
5
6
6
26
25
4
9
9
7
9
13
10
16
11
10
19
5
6
6
26
25
4
9
9
7
9
13
10
16
11
10
19
5
6
6
26
25
4
9
9
7
9
13
10
16
11
10
19
5
6
6
26
25
5
9
10
7
9
14
9
17
10
10
19
6
6
8
26
25
5
9
10
7
9
14
9
17
10
10
19
6
6
6
26
25
5
9
10
7
9
14
9
17
10
10
19
6
6
6
26
25
5
9
10
7
9
14
9
17
10
10
19
6
6
6
26
25
5
9
10
7
9
14
9
17
10
10
19
6
24
0
13
23
0
14
24
0
14
24
0
14
21
0
15
21
0
15
21
0
15
21
0
15
21
0
15
21
0
15
21
0
15
21
0
13
21
0
13
21
0
13
21
0
13
21
0
13
25
22
17
9
3
24
22
17
8
3
23
20
17
8
3
23
20
16
7
3
25
21
17
8
3
25
21
17
8
3
25
21
17
8
3
25
21
17
8
3
25
21
17
8
3
25
21
17
8
3
25
21
17
8
3
25
20
19
8
3
25
21
19
8
3
25
20
19
8
3
25
21
19
8
3
25
21
19
8
3
11
4
12
4
12
4
12
4
13
4
13
4
13
4
13
4
13
4
13
4
13
4
9
4
10
4
10
4
10
4
10
4
16
12
16
13
16
12
16
12
15
13
15
13
15
13
15
13
15
13
15
13
15
13
16
12
16
12
16
12
16
12
16
12
12
7
9
11
7
9
11
9
9
11
9
9
11
8
9
11
8
9
11
8
9
11
8
9
11
8
9
11
8
9
11
8
9
12
8
9
12
8
9
12
8
9
12
8
9
12
8
9
Date d’entrée en vigueur :
26 septembre 2001.
25 mars 2002.
29 août 2002.
10 janvier 2003.
19 mars 2003.
20 mai 2003.
29 juillet 2003.
15 octobre 2003.
7 janvier 2004.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
Plan
Plan
Plan
Plan
Plan
Plan
Plan
Plan
Plan
2004
2005
24 :
25 :
26 :
27 :
28 :
29 :
30 :
31 :
32 :
Datum invoegetreding :
26 september 2001.
25 maart 2002.
29 augustus 2002.
10 januari 2003.
19 maart 2003.
20 mei 2003.
29 juli 2003.
15 oktober 2003.
7 januari 2004.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10762
Plan
Plan
Plan
Plan
Plan
Plan
Plan
33 :
34 :
35 :
36 :
37 :
38 :
39 :
23 février 2004.
22 avril 2004.
14 juin 2004.
30 juillet 2004.
10 septembre 2004.
4 novembre 2004.
14 décembre 2004.
Plan
Plan
Plan
Plan
Plan
Plan
Plan
33 :
34 :
35 :
36 :
37 :
38 :
39 :
23 februari 2004.
22 april 2004.
14 juni 2004.
30 juli 2004.
10 september 2004.
4 november 2004.
14 december 2004.
Ministre de l’Environnement
et des Pensions
Minister van Leefmilieu
en van Pensioenen
Environnement
Leefmilieu
DO 2004200503007
DO 2004200503007
Question no 45 de Mme Muriel Gerkens du 29 décembre 2004 (Fr.) au ministre de l’Environnement et
des Pensions :
Vraag nr. 45 van mevrouw Muriel Gerkens van
29 december 2004 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Avis du Conseil fédéral de développement durable. —
Dérogations. — Motifs.
Adviezen van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. — Afwijkingen. — Redenen.
L’article 11, § 6, de la loi du 5 mai 1997 relative à la
coordination de la politique fédérale de développement durable, impose au gouvernement d’indiquer les
motifs pour lesquels il est éventuellement dérogé à
l’avis du Conseil fédéral de développement durable
(CFDD).
Krachtens artikel 11, § 6, van de wet van 5 mei 1997
betreffende de coördinatie van het federale beleid
inzake duurzame ontwikkeling, moet de regering de
motieven aangeven voor het eventueel afwijken van
het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling.
1. Pouvez-vous communiquer pour les avis du
CFDD qui concernent une de vos compétences, si vous
avez indiqué les motifs pour lesquels vous n’avez pas,
le cas échéant, suivi l’avis du CFDD ?
1. Heeft u de motieven aangegeven waarvoor u
gebeurlijk afgeweken bent van een advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling met betrekking tot een van uw bevoegdheden ?
2. Quand ?
2. Zo ja, wanneer was dat ?
3. Quels étaient ces motifs ?
3. Wat waren die motieven ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des
Pensions du 18 février 2005, à la question no 45 de
Mme Muriel Gerkens du 29 décembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en
Pensioenen van 18 februari 2005, op de vraag nr. 45
van mevrouw Muriel Gerkens van 29 december 2004
(Fr.) :
La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. Étant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de
l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais
elle peut être consultée au greffe de la Chambre des
représentants (service des Questions parlementaires).
Het antwoord op deze vraag is het geachte lid
rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van
Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter
inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10763
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 46 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des
Pensions :
Vraag nr. 46 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu
en Pensioenen :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal
du 7 novembre 2000 portant création et composition
des organes communs à chaque service public fédéral,
chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk
besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en
samenstelling van de organen die gemeenschappelijk
zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke
FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des
Pensions du 16 février 2005, à la question no 46 de
M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en
Pensioenen van 16 februari 2005, op de vraag nr. 46
van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005
(N.) :
Je renvoie l’honorable membre à la réponse du
premier ministre (question no 70 du 20 janvier 2005,
Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66,
p. 10614) et du ministre de la Fonction publique (question no 105 du 20 janvier 2005) auxquels il a également
posé cette question.
Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord van de
eerste minister (vraag nr. 70 van 20 januari 2005,
Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66,
blz. 10614) en van de minister van Ambtenarenzaken
(vraag nr. 105 van 20 januari 2005) aan wie hij die
vraag ook gesteld heeft.
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 47 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des
Pensions :
Vraag nr. 47 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu
en Pensioenen :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit
interne au sein des services publics fédéraux (SPF)
précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du
service d’audit interne chargé d’établir une charte
d’audit, un planning des activités d’audit et un
programme concernant le contrôle de qualité et le suivi
des performances. En outre, un comité d’audit doit
veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service
d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne
auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een
planning van de auditactiviteiten en een programma
voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging
opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over
de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à
exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des
Pensions du 15 février 2005, à la question no 47 de
M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en
Pensioenen van 15 februari 2005, op de vraag nr. 47
van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005
(N.) :
Je renvoie l’honorable membre à la réponse du vicepremier ministre et ministre du Budget (question no 42
du 20 janvier 2005) et du ministre de la Fonction publique auxquels il a également posé cette question.
(Question no 106 du 20 janvier 2005.)
Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord van de
vice-eerste minister en minister van Begroting (vraag
nr. 42 van 20 januari 2005) en de minister van Ambtenarenzaken aan wie hij deze vraag ook gesteld heeft.
(Vraag nr. 106 van 20 januari 2005.)
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10764
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 48 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier
2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des
Pensions :
Vraag nr. 48 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu
en Pensioenen :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000
portant création et composition des organes communs
à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de
créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november
2000 houdende oprichting en samenstelling van de
organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale
overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant
de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des
Pensions du 16 février 2005, à la question no 48 de
M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en
Pensioenen van 16 februari 2005, op de vraag nr. 48
van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005
(N.) :
Je renvoie l’honorable membre à la réponse du
premier ministre (question no 72 du 24 janvier 2005,
Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66,
p. 10615) et du ministre de la Fonction publique (question no 108 du 24 janvier 2005) auxquels il a également
posé cette question.
Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord van de
eerste minister (vraag nr. 72 van 24 januari 2005,
Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66,
blz. 10615) en van de minister van Ambtenarenzaken
(vraag nr. 108 van 24 januari 2005) aan wie hij die
vraag ook gesteld heeft.
Pensions
Pensioenen
DO 2004200502582
DO 2004200502582
Question no 56 de M. Guy D’haeseleer du 3 novembre
2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des
Pensions :
Vraag nr. 56 van de heer Guy D’haeseleer van
3 november 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Services publics fédéraux. — Délégués syndicaux
permanents.
Federale overheidsdiensten. — Vaste vakbondsafgevaardigden.
L’article 77, § 1er, de l’arrêté royal du 28 septembre
1984 portant exécution de la loi du 19 décembre 1974
organisant les relations entre les autorités publiques et
les syndicats des agents relevant de ces autorités
dispose que dès qu’un membre du personnel est agréé
en qualité de délégué permanent d’une organisation
syndicale, celui-ci est placé en congé syndical de plein
droit. Bien qu’un délégué syndical permanent ne soit
pas soumis à l’autorité hiérarchique, il est censé être en
activité de service. Il conserve, entre autres, son droit
au traitement et à l’avancement de traitement et de
grade. Conformément à l’article 78 de l’arrêté royal
précité du 28 septembre 1984, chaque organisation
syndicale doit, avant la fin de chaque trimestre,
rembourser à l’autorité une somme égale au montant
total des payements effectués au cours du trimestre
précédent au délégué permanent ou à ses ayants droit
Artikel 77, § 1, van het koninklijk besluit van
28 september 1984 tot uitvoering van de wet van
19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
bepaalt dat, van zodra een personeelslid als vaste afgevaardigde van een vakorganisatie is erkend, dit
personeelslid van rechtswege met vakbondsverlof is.
Hoewel een vaste vakbondsafgevaardigde niet onderworpen is aan het hiërarchische gezag, wordt hij
geacht in actieve dienst te zijn. Het behoudt onder
meer zijn recht op wedde en op bevordering tot een
hogere wedde en tot een hogere graad. Artikel 78 van
het voornoemde koninklijk besluit van 28 september
1984 legt aan de vakorganisatie de verplichting op om
vóór het einde van ieder kwartaal aan de overheid een
som terug te storten die gelijk is aan het totale bedrag
van de betalingen die gedurende het vorige kwartaal
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10765
en raison de sa qualité de membre du personnel. Les
remboursements ne comprennent toutefois pas, entre
autres, les cotisations patronales ainsi qu’un certain
nombre de primes et d’avantages octroyés (cf. article 78, § 2, de l’arrêté royal du 28 septembre 1984).
werden verricht aan de vaste afgevaardigde of aan zijn
rechthebbenden op grond van zijn hoedanigheid van
personeelslid. In de terugbetalingen zijn echter onder
meer de werkgeversbijdragen, alsook een aantal premies en toegekende voordelen niet begrepen (cf. artikel 78, § 2, van het koninklijk besluit van 28 september
1984).
1. Combien de délégués syndicaux permanents, au
sens précité, comptent votre(vos) service(s) public(s)
fédéral(aux) et les autres services fédéraux relevant de
votre compétence ?
1. Kan u meedelen hoeveel vaste vakbondsafgevaardigden in hoger vermelde zin uw federale overheidsdienst(en) en in de andere overheidsdiensten die
onder uw gezag ressorteren, tellen ?
2. À combien s’élevaient les dépenses non remboursées par les syndicats et payées en 2003 par les autorités fédérales pour ces membres du personnel (entre
autres les cotisations patronales) ?
2. Hoeveel bedroegen de niet door de vakorganisaties terugbetaalde uitgaven die de federale overheid in
2003 deed voor deze personeelsleden (onder meer
werkgeversbijdragen) ?
3.
a) De quels comités, créés pour les services publics
concernés relevant de votre compétence, les délégués syndicaux font-ils partie ?
3.
a) Van welke comités die voor de betreffende onder
uw gezag ressorterende overheidsdiensten werden
opgericht, maken vakbondsafgevaardigden deel
uit ?
b) Quelles indemnités ont-ils reçues à cet effet en
2003 ?
b) Welke vergoedingen ontvingen zij hiervoor in het
jaar 2003 ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des
Pensions du 18 février 2005, à la question no 56 de
M. Guy D’haeseleer du 3 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en
Pensioenen van 18 februari 2005, op de vraag nr. 56
van de heer Guy D’haeseleer van 3 november 2004
(N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire
savoir à l’honorable membre ce qui suit.
In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer het geachte
lid het volgende mee te delen.
Office national des Pensions
Rijksdienst voor Pensioenen
1. L’Office national des pensions comptait en 2003
trois délégués permanents.
1. De Rijksdienst voor pensioenen telde in 2003 drie
vaste vakbondsafgevaardigden.
2. Pour deux d’entre eux, aucun remboursement
n’a été réclamé aux organisations syndicales en application de l’arrêté royal du 20 avril 1999 portant exécution de l’article 18, alinéa 3, de la loi du 19 décembre
1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités. Cette disposition prévoit en effet la dispense des
remboursements visés à l’article 78 sous certaines
conditions.
2. Met toepassing van het koninklijk besluit van
20 april 1999 tot uitvoering van artikel 18, derde lid,
van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de
betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van
haar personeel, werd voor twee onder hen niets teruggevorderd van de vakorganisaties. Deze beschikking
voorziet inderdaad, onder bepaalde voorwaarden, in
de vrijstelling van de terugbetalingen zoals bedoeld in
artikel 78.
Les dépenses non remboursées pour ces deux agents
en 2003 par l’Office national des pensions s’élevaient
respectivement à 42 910,88 euros et 43 849,85 euros
(cotisation patronale comprise). En ce qui concerne le
troisième délégué, seules les cotisations patronales
étaient à charge de l’organisme. Elles se sont élevées à
2 905,32 euros pour 2003.
In 2003 bedroegen de niet terugbetaalde uitgaven die
de Rijksdienst voor pensioenen voor hen deed respectievelijk 42 910,88 euro en 43 849,85 euro (werkgeversbijdragen inbegrepen). Voor de derde afgevaardigde vallen enkel de werkgeversbijdragen ten laste
van de instelling en deze bedroegen 2 905,32 euro in
2003.
3. Au sein de l’Office national deux comités ont été
érigés dont les délégués syndicaux font partie : le
Comité de concertation de base et le Comité du service
social.
3. In de schoot van de Rijksdienst zijn twee comités
opgericht waarvan de vakbondsafgevaardigden deel
uitmaken : het Basisoverlegcomité en het Comité van
de sociale dienst.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1360
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10766
Aucune allocation ne leur a été attribuée à cet effet
en 2003.
Administration des Pensions
Hiervoor werden in 2003 geen vergoedingen uitbetaald.
Administratie der Pensioenen
1. L’administration des Pensions compte un seul
membre du personnel néerlandophone de niveau C
détaché comme délégué syndical permanent.
1. De administratie der Pensioenen telt slechts één
Nederlandstalig personeelslid van niveau C dat gedetacheerd is als vaste vakbondsafgevaardigde.
2. Pour ce délégué syndical, seule la cotisation
patronale, d’un montant de 1 087,92 euros pour
l’année 2003, n’a pas été remboursée à l’État fédéral
(article 78 de l’arrêté royal du 28 septembre 1984).
2. Voor deze vakbondsafgevaardigde werd enkel de
werkgeversbijdrage voor het jaar 2003 die gelijk is aan
1 087,92 euro, niet terugbetaald aan de Federale Staat
(artikel 78, § 2 van het koninklijk besluit van 28 september 1984).
3. L’administration des Pensions ne dispose pas de
comités dont font partie des délégués syndicaux,
l’intéressé étant détaché hors administration. Aucune
allocation n’a donc été liquidée en 2003.
3. De administratie der Pensioenen heeft geen comités waarvan vakbondsafgevaardigden deel uitmaken;
betrokkene is buiten de administratie gedetacheerd. Er
werden in 2003 dan ook geen vergoedingen uitbetaald.
DO 2004200502853
DO 2004200502853
Question no 66 de M. Geert Lambert du 9 décembre
2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des
Pensions :
Vraag nr. 66 van de heer Geert Lambert van 9 december 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en
Pensioenen :
Services ministériels. — Fonctionnaires. — Activité
accessoire. — Autorisation.
Ministeriële diensten. — Ambtenaren. — Bijberoep.
— Toelating.
1. Les fonctionnaires attachés à vos services ministériels et qui souhaitent exercent une activité accessoire, doivent-ils en demander l’autorisation ?
1. Dienen ambtenaren bij uw ministeriële diensten
de toelating te vragen wanneer zij een bijberoep willen
uitvoeren ?
2. Pouvez-vous indiquer, le cas échéant, combien de
demandes vous ont déjà été adressées au cours des
deux dernières années ?
2. Kan u in voorkomend geval meedelen hoeveel
aanvragen u reeds kreeg gedurende de jongste twee
jaar ?
3. Pouvez-vous dire combien d’agents de vos services ministériels exercent une activité accessoire ?
3. Kan u precies meedelen hoeveel ambtenaren van
uw ministeriële diensten een bijberoep uitoefenen ?
4. Au cas où des demandes auraient déjà été refusées, de combien de cas s’agit-il et quelles étaient les
raisons motivant ces réponses négatives ?
4. Indien reeds aanvragen werden geweigerd, kan u
meedelen hoeveel en wat de redenen zijn van de negatieve antwoorden ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des
Pensions du 18 février 2005, à la question no 66 de
M. Geert Lambert du 9 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en
Pensioenen van 18 februari 2005, op de vraag nr. 66
van de heer Geert Lambert van 9 december 2004 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire
savoir à l’honorable membre ce qui suit.
In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer het geachte
lid het volgende mee te delen.
Office national des Pensions
Rijksdienst voor Pensioenen
1. Une demande d’autorisation à exercer une activité complémentaire doit être introduite conformément à l’arrêté royal no 46 du 10 juin 1982 (Moniteur
belge du 15 juin 1982) relatif aux cumuls d’activités
professionnelles dans certains services publics.
1. Een toelating tot het uitoefenen van een bijberoep dient aangevraagd te worden overeenkomstig het
koninklijk besluit nr. 46 van 10 juni 1982 (Belgisch
Staatsblad van 15 juni 1982) betreffende de cumulaties
van beroepsactiviteiten in sommige openbare diensten.
2. Au cours des deux dernières années, deux
demandes néerlandophones et trois demandes francophones ont été introduites.
2. Gedurende de jongste twee jaar werden twee
Nederlandstalige en drie Franstalige aanvragen ingediend.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10767
3. L’Office national des Pensions signale qu’il est
actuellement dans l’impossibilité de préciser le nombre
exact d’agents exerçant une activité complémentaire
étant donné qu’il n’y a aucune obligation à signaler la
cessation d’activité.
3. De Rijksdienst voor Pensioenen meldt dat ze
momenteel in de onmogelijkheid is om te preciseren
hoeveel ambtenaren een bijberoep uitoefenen daar zij
niet verplicht zijn mee te delen wanneer zij de uitoefening van hun bijberoep stopzetten.
4. Depuis le 1er janvier 2003, aucune demande n’a
fait l’objet d’un refus.
4. Sinds 1 januari 2003 werd geen enkele aanvraag
geweigerd.
Administration des Pensions
Administratie der Pensioenen
1. Les fonctionnaires de l’administration des
Pensions qui souhaitent exercer une activité complémentaire sont tenus d’introduire une demande d’autorisation de cumul soumise à l’approbation du conseil
de direction de cette administration.
1. Bij de administratie der Pensioenen dienen de
ambtenaren die een bijberoep willen uitoefenen de
toelating te vragen aan de bevoegde directieraad door
middel van het formulier « aanvraag tot cumulatiemachtiging ».
2. Au cours des deux dernières années quatre
demandes d’autorisation de cumul permanent ou
temporaire ont été approuvées.
2. Gedurende de jongste twee jaar werden vier aanvragen tot een permanente of tijdelijke cumulatiemachtiging goedgekeurd.
3. Actuellement cinq fonctionnaires de l’administration des Pensions exercent une activité complémentaire, dont deux exercent un mandat politique pour
lequel aucune autorisation de cumul n’est requise.
3. Momenteel zijn er vijf ambtenaren bij de administratie der Pensioenen die een bijberoep uitoefenen,
waarvan twee een politiek mandaat uitoefenen waarvoor geen cumulatiemachtiging nodig is.
4. Aucune demande n’a été refusée à ce jour.
4. Geen enkele aanvraag werd tot nu toe geweigerd.
DO 2004200502857
DO 2004200502857
Question no 67 de Mme Greet Van Gool du 9 décembre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et
des Pensions :
Vraag nr. 67 van mevrouw Greet Van Gool van
9 december 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Retenue de cotisations sociales par les Pays-Bas sur la
pension belge.
Inhouding van sociale bijdragen door Nederland op
het Belgisch pensioen.
Depuis 2001, les Pays-Bas ont modifié le mode de
calcul des cotisations sociales (= « premie volksverzekeringen »). Cette prime est prélevée sur le « revenu
mondial ».
Sedert 2001 heeft Nederland de berekening van de
sociale bijdragen (= « premie volksverzekeringen »)
aangepast. Deze premie volksverzekeringen wordt
geheven op het « wereldinkomen ».
Un des effets de cette décision pour certains groupes
de travailleurs frontaliers n’est apparu que récemment.
Le travailleur frontalier établi en Belgique et bénéficiant d’une pension d’invalidité, de survie ou de
mineur, qui va ensuite travailler à temps partiel aux
Pays-Bas pour arrondir ses fins de mois, se voit
confronté depuis l’année de revenus 2001 au prélèvement de la prime « volksverzekeringen » sur la pension
belge. Ce prélèvement, qui s’élève à pas moins de 30 %
du montant brut de la pension belge et qui est donc
loin d’être négligeable, est susceptible d’entraver la
libre circulation au sein de l’Union européenne.
Een effect van deze beslissing werd pas onlangs
zichtbaar voor bepaalde groepen grensarbeiders. De
grensarbeider die in België woont en een Belgisch invaliditeitspensioen, overlevingspensioen of mijnwerkerspensioen geniet, en vervolgens deeltijds in Nederland
is gaan werken om het inkomen uit pensioen aan te
vullen, wordt sinds het inkomstenjaar 2001 geconfronteerd met de heffing van premie volksverzekeringen
over het Belgische pensioen. Deze heffing bedraagt
maar liefs 30 % van het bruto Belgisch pensioen, en
kan dan ook een aanzienlijk bedrag vormen, wat dan
weer een belemmering van het vrije verkeer binnen de
Europese Unie inhoudt.
Dans de nombreux cas, ces prélèvements supplémentaires ne généreront toutefois pas de droits supplémentaires. La question se pose dès lors si les autorités
néerlandaises peuvent purement et simplement prélever des primes sur la base de la pension belge.
Vaak zullen er, ondanks deze bijkomende heffingen,
geen bijkomende rechten gecreëerd worden. De vraag
die dan ook rijst, is of de Nederlandse overheid
zomaar premies kan innen op basis van het Belgische
pensioen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10768
1. Quelle est votre position sur la situation des
pensionnés belges ?
1. Wat is uw standpunt ten aanzien van de Belgische gepensioneerden ?
2. Êtes-vous prêt à évaluer cette pratique à la
lumière de la réglementation européenne ?
2. Bent u bereid deze zaak te laten toetsen aan de
Europese regelgeving ?
3. Envisagez-vous de lancer une concertation avec
les Pays-Bas à ce sujet ?
3. Zal u over deze zaak overleg plegen met Nederland ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des
Pensions du 18 février 2005, à la question no 67 de
Mme Greet Van Gool du 9 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en
Pensioenen van 18 februari 2005, op de vraag nr. 67
van mevrouw Greet Van Gool van 9 december 2004
(N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire
savoir à l’honorable membre ce qui suit.
In antwoord op haar vraag, heb ik de eer het
geachte lid het volgende mee te delen.
La cotisation néerlandaise pour les assurances sociales est prélevée sur le revenu mondial, c’est-à-dire sur
tous les revenus quels que soient leur nature et leur
pays d’origine, y compris donc non seulement les allocations belges, mais également les allocations néerlandaises. Cette base de prélèvement vaut pour tous ceux
qui travaillent aux Pays-Bas.
De Nederlandse premie voor de volksverzekeringen
wordt geheven op het wereldinkomen, dit wil zeggen
op alle inkomens ongeacht hun aard en land van
oorsprong. Daarin zijn dus niet alleen Belgische maar
ook Nederlandse uitkeringen begrepen. Deze heffingsbasis geldt voor iedereen die in Nederland werkt.
Les personnes qui, en plus d’une activité aux PaysBas, perçoivent également des indemnités d’invalidité
belge, ont toutefois la possibilité de demander
l’exonération du paiement de la cotisation aux PaysBas. En effet, le bénéfice d’une telle prestation belge
donne en principe lieu à la constitution ultérieure
d’une pension belge. En cas de prélèvement de cotisation par les Pays-Bas, on se retrouve dans une situation
de double assurance, qui est en principe exclue par le
règlement no 1408/71.
Voor de personen die naast arbeid in Nederland ook
een Belgische invaliditeitsuitkering ontvangen, stelt
zich wel de mogelijkheid om vrijstelling van de premiebetaling in Nederland te vragen. Het genot van zo
een Belgische uitkering geeft in beginsel immers aanleiding tot een verdere Belgische opbouw betreffende
pensioen. Bij premieheffing langs Nederlandse zijde
komen we terecht in een situatie van dubbele verzekering, die in beginsel door de verordening nr. 1408/71
uitgesloten is.
Un double prélèvement de cotisation pourrait également intervenir au regard des soins de santé. Le bénéficiaire belge d’une allocation paie en effet en Belgique
une cotisation pour les soins de santé et aux Pays-Bas,
il paie aussi pour l’Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.
Ook vanuit de optiek van de gezondheidszorgen zou
er een dubbele premieheffing kunnen bestaan. De
Belgische uitkeringsgerechtigde betaalt immers een
bijdrage in België voor de gezondheidszorgen en in
Nederland betaalt hij ook voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.
Le 1er avril 2004, j’ai demandé à notre représentant
permanent auprès de l’Union européenne, suite à une
recommandation de la Commission belge des travailleurs frontaliers, d’insister auprès de la Commission
européenne pour qu’elle examine dans quelle mesure
cette législation néerlandaise est conforme à la réglementation européenne. Jusqu’à présent, je n’ai toutefois reçu aucune réponse de la Commission européenne à ce sujet.
Op 1 april 2004 heb ik als gevolg van een Aanbeveling van de Belgische Commissie grensarbeiders aan
onze permanente vertegenwoordiger bij de Europese
Unie gevraagd om bij de Europese Commissie aan te
dringen om te onderzoeken in welke mate deze Nederlandse wetgeving in overeenstemming is met de Europese reglementering. Tot op vandaag heb ik echter
geen antwoord gekregen van de Europese Commissie
ter zake.
Il y a déjà eu des contacts informels avec les collègues néerlandais. Mais, étant donné qu’il ne s’agit pas
ici d’un problème purement belgo-néerlandais, il est
préférable d’attendre l’enquête de la Commission
européenne.
Bovendien vond reeds informeel contact plaats met
de Nederlandse collega’s. Maar aangezien het hier niet
om een louter Belgisch-Nederlands probleem gaat, is
het aangewezen dat we het onderzoek van de Europese
Commissie afwachten.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10769
DO 2004200503262
DO 2004200503262
Question no 78 de M. Koen T’Sijen du 1er février 2005
(N.) au ministre de l’Environnement et des
Pensions :
Cabinets et administrations. — Voyages en avion.
1. Combien de voyages en avion ont été effectués
depuis le début de la législature par vous-même, par
des membres de votre cabinet et par des membres du
personnel des administrations relevant de votre
compétence ?
2. Combien de ces déplacements ont-ils été réalisés
en classe d’affaires et combien en classe économique ?
3. Quelle était la destination des vols ?
4. Combien de « airmiles » ont-ils été accumulés
grâce à ces vols ?
5. Qu’advient-il des « airmiles » récoltés dans le
cadre de déplacements en avion depuis le début de la
législature ?
6. Sont-ils utilisés par les cabinets et les administrations ?
7. Des « airmiles » acquis dans le cadre de
l’exécution d’une mission de service sont-ils utilisés
personnellement par des membres des cabinets et des
membres du personnel des administrations à des fins
privées ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des
Pensions du 18 février 2005, à la question no 78 de
M. Koen T’Sijen du 1er février 2005 (N.) :
J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre que
ni moi en tant que ministre des Pensions ni aucun
membre de mon noyau stratégique Pensions n’avons
effectué un quelconque voyage en avion dans le cadre
de nos activités en matière de pensions.
Vraag nr. 78 van de heer Koen T’Sijen van 1 februari
2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu en
Pensioenen :
Kabinetten en administraties. — Vliegtuigreizen.
1. Hoeveel vliegtuigreizen heeft u, uw kabinet en de
onder u ressorterende administraties gemaakt sinds het
begin van de legislatuur ?
2. Hoeveel van deze reizen waren in business class,
hoeveel in economy class ?
3. Wat was de bestemming van de vluchten ?
4. Hoeveel airmiles werden er op deze vluchten verzameld ?
5. Wat gebeurt er met de airmiles die op vluchten
vergaard worden sinds het begin van deze legislatuur ?
6. Worden die gebruikt door de kabinetten en
administraties ?
7. Worden er airmiles die verworven zijn in uitvoering van een dienstopdracht persoonlijk gebruikt door
personeelsleden van kabinetten en administraties voor
privé-doeleinden ?
Antwoord van de minister van Leefmilieu en
Pensioenen van 18 februari 2005, op de vraag nr. 78
van de heer Koen T’Sijen van 1 februari 2005 (N.) :
Ik heb de eer het geachte lid ervan in te lichten dat ik
als minister van Pensioenen, noch de leden van mijn
beleidskern Pensioenen enige vliegtuigreis hebben
gemaakt in het kader van mijn of hun werkzaamheden
rond Pensioenen.
Secrétaire d’État à l’Informatisation
de l’État, adjoint
au ministre du Budget
et des Entreprises publiques
Staatssecretaris voor Informatisering
van de Staat, toegevoegd
aan de minister van Begroting
en Overheidsbedrijven
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 44 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) au secrétaire d’État à l’Informatisation
de l’État, adjoint au ministre du Budget et des
Entreprises publiques :
SPF. — Plan stratégique.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal
du 7 novembre 2000 portant création et composition
Vraag nr. 44 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor
Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
FOD’s. — Strategisch plan.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk
besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10770
des organes communs à chaque service public fédéral,
chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
samenstelling van de organen die gemeenschappelijk
zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke
FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
Réponse du secrétaire d’État à l’Informatisation de
l’État, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises
publiques du 18 février 2005, à la question no 44 de
M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van
Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari 2005,
op de vraag nr. 44 van de heer Gerolf Annemans van
20 januari 2005 (N.) :
En ce qui concerne le secrétaire d’État à
l’Informatisation de l’État et le service public fédéral
Technologie de l’information et de la communication
(SPF ICT), j’ai l’honneur de répondre à l’honorable
membre ce qui suit.
Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering
van de Staat en de federale overheidsdienst Informatieen Communicatietechnologie (FOD ICT) kan ik aan
het geachte lid het volgende antwoorden.
En la matière, je vous renvoie à la réponse du
premier ministre (question no 70 du 20 janvier 2005,
Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66,
p. 10614) et du ministre de la Fonction publique (question no 105 du 20 janvier 2005).
Terzake verwijs ik u naar het antwoord van de
eerste minister (vraag nr. 70 van 20 januari 2005,
Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66,
blz. 10614) en de minister van Ambtenarenzaken
(vraag nr. 105 van 20 januari 2005).
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 45 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) au secrétaire d’État à l’Informatisation
de l’État, adjoint au ministre du Budget et des
Entreprises publiques :
Vraag nr. 45 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor
Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit
interne au sein des services publics fédéraux (SPF)
précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du
service d’audit interne chargé d’établir une charte
d’audit, un planning des activités d’audit et un
programme concernant le contrôle de qualité et le suivi
des performances. En outre, un comité d’audit doit
veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service
d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne
auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een
planning van de auditactiviteiten en een programma
voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging
opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over
de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à
exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du secrétaire d’État à l’Informatisation de
l’État, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises
publiques du 18 février 2005, à la question no 45 de
M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van
Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari 2005,
op de vraag nr. 45 van de heer Gerolf Annemans van
20 januari 2005 (N.) :
En ce qui concerne le secrétaire d’État à
l’Informatisation de l’État et le Service public fédéral
Technologie de l’Information et de la Communication
(SPF ICT), j’ai l’honneur de répondre à l’honorable
membre ce qui suit.
Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering
van de Staat en de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie (FOD ICT) kan ik
aan het geachte lid het volgende antwoorden.
En la matière, je vous renvoie à la réponse du
premier ministre (question no 71 du 20 janvier 2005,
Terzake verwijs ik u naar het antwoord van de
eerste minister (vraag nr. 71 van 20 januari 2005,
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10771
Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66,
p. 10614), du ministre du Budget (question no 42 du
20 janvier 2005) et du ministre de la Fonction publique
(question no 106 du 20 janvier 2005).
Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66,
blz. 10614) en minister van Begroting (vraag nr. 42 van
20 januari 2005) en de minister van Ambtenarenzaken
(vraag nr. 106 van 20 januari 2005).
DO 2004200502963
DO 2004200502963
Question no 46 de Mme Ingrid Meeus du 21 janvier
2005 (N.) au secrétaire d’État à l’Informatisation
de l’État, adjoint au ministre du Budget et des
Entreprises publiques :
Vraag nr. 46 van mevrouw Ingrid Meeus van 21 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor
Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Projet-pilote JEPP I. — Entreprises. — Adjudications.
Piloot-project JEPP I. — Ondernemingen. — Aanbestedingen.
Le système de publication et de diffusion des
marchés publics JEPP (Joint Electronic Public Procurement) est une procédure électronique ayant pour objet
la communication électronique des annonces
d’adjudications publiques aux organismes de publication officiels (Journal officiel des Communautés européennes et Bulletin des Adjudications). Ces annonces,
ainsi que les cahiers des charges, sont disponibles sur
internet. Les entreprises peuvent s’inscrire à ce service
de telle sorte que le système JEPP leur transmette automatiquement, par courriel, les nouvelles offres
publiées qui correspondent aux critères qu’elles ont
sélectionnés.
JEPP (Joint Electronic Public Procurement) is een
elektronische procedure voor overheidsopdrachten die
tot doel heeft de aankondigingsberichten van openbare
aanbestedingen elektronisch mee te delen aan de officiële publicatieorganismen (het Publicatieblad van de
Europese Gemeenschappen en het Belgisch Bulletin
der Aanbestedingen). Deze wordt, evenals de bestekken, ter beschikking gesteld op het web. De ondernemingen kunnen zich op dit systeem registreren zodanig
dat het systeem JEPP hen automatisch via e-mail op de
hoogte brengt van de nieuwe opportuniteiten die
gepubliceerd worden en die overeenkomen met de criteria die door hen gekozen worden.
Ce système présente l’avantage supplémentaire,
pour les entreprises, d’être informées des nouvelles
opportunités une semaine plus tôt en général que par
le biais des canaux officiels.
Een extra voordeel voor de ondernemingen is dat zij
via de online aankondigingsberichten doorgaans één
week sneller op de hoogte zijn van de nieuwe opportuniteiten dan via de officiële kanalen.
Seule la première phase du système JEPP, à savoir
les annonces officielles d’adjudications publiques
(JEPP I), est opérationnelle pour l’instant. Les entreprises transmettent leur profil et sont automatiquement averties lorsqu’un appel d’offres est publié dans
leur branche. Le système JEPP I fonctionne actuellement en tant que projet-pilote aux départements de la
Défense et des Finances.
Op dit ogenblik is enkel de eerste fase van JEPP
operationeel : de officiële aankondigingen van overheidsopdrachten (JEPP I). Ondernemingen laten hun
profiel achter en worden automatisch verwittigd bij
publicatie van een offerte aanvraag uit hun domein.
JEPP I loopt momenteel als pilootproject bij de departementen van Defensie en Financiën.
L’objectif était de promouvoir JEPP I auprès de tous
les départements d’ici à la fin de 2004. La phase II du
système JEPP, à savoir la possibilité de compléter les
offres de manière électronique, devait également être
lancée fin 2004.
De bedoeling was om tegen eind 2004 JEPP I bij alle
departementen te promoten. Tevens zou tegen eind
2004 van start gegaan worden met JEPP fase II, namelijk het elektronisch invullen van de offertes.
1.
a) Comment le projet-pilote JEPP I se déroule-t-il ?
1.
a) Hoe verloopt het piloot-project JEPP I ?
b) Combien d’entreprises se sont-elles inscrites à ce
jour ?
b) Hoeveel ondernemingen hebben zich in dit systeem
tot op heden geregistreerd ?
c) Combien d’offres publiques ont-elles été annoncées par le biais de ce système en 2004 ?
c) Hoeveel aanbestedingen werden er in 2004 via dit
systeem aangekondigd ?
2. La suite de JEPP I sera-t-elle également mise en
œuvre en tant que projet-pilote par la Défense et
quand le sera-t-elle ?
2. Wordt het vervolg van JEPP I eveneens als
piloot-project door Defensie uitgevoerd en wanneer ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10772
3. Une évaluation du système JEPP I a-t-elle déjà été
menée et quelles en sont les conclusions ?
3. Gebeurde er reeds een evaluatie van het systeem
JEPP I en wat zijn de besluiten terzake ?
4. Quand ce système sera-t-il mis en œuvre dans les
autres départements ?
4. Wanneer wordt dit systeem bij de andere departementen geı̈mplementeerd ?
Réponse du secrétaire d’État à l’Informatisation de
l’État, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises
publiques du 18 février 2005, à la question no 46 de
Mme Ingrid Meeus du 21 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van
Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari 2005,
op de vraag nr. 46 van mevrouw Ingrid Meeus van
21 januari 2005 (N.) :
En ce qui concerne le secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État et le Service public fédéral Technologie
de l’information et de la communication (SPF ICT),
j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce
qui suit.
Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering
van de Staat en de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie (FOD ICT) kan ik
aan het geachte lid het volgende antwoorden.
1.
a) La réponse sera fournie par le ministre de la Fonction publique.
1.
a) Het antwoord zal verschaft worden door de minister van Ambtenarenzaken.
b) et c) La réponse a été donnée par le ministre de la
Défense. (Question no 162 du 22 décembre
2004, Questions et Réponses, Chambre, 20042005, no 62, p. 10045.)
b) en c) Het antwoord werd verschaft door de minister van Landsverdediging. (Vraag nr. 162 van
22 december 2004, Vragen en Antwoorden,
Kamer, 2004-2005, nr. 62, blz. 10045.)
2. La réponse sera fournie par le ministre de la
Fonction publique. (Question no 107 du 21 janvier
2005.)
2. Het antwoord zal verschaft worden door de
minister van Ambtenarenzaken. (Vraag nr. 107 van
21 januari 2005.)
3. Pendant le 3e trimestre de 2004, le système JEPP I
a été évalué à l’initiative de Fedict (« lessons learned »)
par la firme Prosource.
3. Gedurende het 3e kwartaal van 2004 werd op
initiatief van Fedict (« lessons learned ») een evaluatie.
van het systeem JEPP I door de firma Prosource uitgevoerd.
Cette évaluation a été réalisée au moyen d’une série
de statistiques et d’entretiens d’information avec les
utilisateurs actuels et potentiels à l’aide d’un document
d’entretien standardisé.
Deze evaluatie gebeurde door middel van een aantal
statistieken en informatiegesprekken met de huidige en
potentiële gebruikers aan de hand van een gestandardiseerd interviewdocument.
Selon les résultats de cette étude, le « produit »
JEPP I au sens strict dispose de suffisamment de fonctionnalités pour pouvoir faire office de plate-forme de
publication. JEPP I est aussi généralement considéré
comme suffisant pour donner des aperçus et capter des
informations concernant Ses marchés d’adjudication
par les services publics. Ceci peut aussi mener à une
collaboration accrue et à un échange d’informations
afin d’améliorer la description des marchés publics.
Volgens de resultaten van deze studie beschikt het
JEPP I « product » stricto sensu over voldoende functionaliteiten om te kunnen fungeren als publicatieplatform. JEPP I wordt ook algemeen als voldoende ervaren voor het geven van overzichten en het capteren van
informatie betreffende de aanbestedingsopdrachten
door de overheidsdiensten. Dit kan tevens leiden tot
meer samenwerking en tot uitwisseling van informatie
ter verbetering van de beschrijving van de overheidsopdrachten.
Par contre, JEPP I est associé pour beaucoup
d’utilisateurs potentiels à un projet du SPF Défense et
non à un projet horizontal. Une meilleure promotion
des avantages offerts par cette plate-forme auprès des
autres utilisateurs devrait être envisagée. Des propositions de points techniques à améliorer sont également
spécifiquement cités dans l’étude.
Daarentegen is JEPP I voor vele potentiële gebruikers verbonden met een project van FOD Defensie en
niet met een horizontaal project. Een betere promotie
van de voordelen aangeboden door dit platform bij de
andere gebruikers zou moeten beschouwd worden.
Voorstellen van te verbeteren technische punten
worden ook specifiek in de studie vermeld.
La note de stratégie « e-procurement » approuvée
lors du Conseil des ministres du 28 octobre 2004 vise à
apporter une amélioration structurelle à cette situa-
De beleidsnota « e-procurement » die tijdens de
Ministerraad van 28 oktober 2004 goedgekeurd is
heeft als doel deze situatie structureel te verbeteren. De
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10773
tion. Les évolutions de JEPP I seront également discutées plus en détail par les différents groupes de travail
« e-procurement » coordonnés par le ministre de la
Fonction Publique ainsi que par le secrétaire d’État à
l’Informatisation de l’État (pour les aspects techniques).
evoluties van JEPP I zullen ook meer gedetailleerd
besproken worden door de verschillende werkgroepen
« e-procurement » die gecoördineerd worden door de
minister van Ambtenarenzaken en door de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat (voor de technische aspecten).
4. La réponse sera fournie par le ministre de la
Fonction publique.
4. Het antwoord zal verschaft worden door de
minister van Ambtenarenzaken.
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 47 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier
2005 (N.) au secrétaire d’État à l’Informatisation
de l’État, adjoint au ministre du Budget et des
Entreprises publiques :
Vraag nr. 47 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor
Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000
portant création et composition des organes communs
à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de
créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november
2000 houdende oprichting en samenstelling van de
organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale
overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant
de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
Réponse du secrétaire d’État à l’Informatisation de
l’État, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises
publiques du 18 février 2005, à la question no 47 de
M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van
Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari 2005,
op de vraag nr. 47 van de heer Gerolf Annemans van
24 januari 2005 (N.) :
En ce qui concerne le secrétaire d’État à
l’Informatisation de l’État et le Service public fédéral
Technologie de l’Information et de la Communication
(SPF ICT), j’ai l’honneur de répondre à l’honorable
membre ce qui suit.
Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering
van de Staat en de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie (FOD ICT) kan ik
aan het geachte lid het volgende antwoorden.
En la matière, je vous renvoie à la réponse du
premier ministre (question no 72 du 24 janvier 2005,
Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66,
p. 10615) et du ministre de la Fonction publique (question no 108 du 24 janvier 2005).
Terzake verwijs ik u naar het antwoord van de
eerste minister (vraag nr. 72 van 24 januari 2005,
Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66,
blz. 10615) en de minister van Ambtenarenzaken
(vraag nr. 108 van 24 januari 2005).
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1361
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10774
Secrétaire d’État
à la Modernisation des Finances
et à la Lutte contre la fraude fiscale,
adjoint au ministre des Finances
Staatssecretaris
voor Modernisering van de Financiën
en de Strijd tegen de fiscale fraude,
toegevoegd aan de minister van Financiën
DO 2003200432210
DO 2003200432210
Question no 18 de M. Hagen Goyvaerts du 21 septembre 2004 (N.) au secrétaire d’État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude
fiscale, adjoint au ministre des Finances :
Vraag nr. 18 van de heer Hagen Goyvaerts van 21 september 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor
Modernisering van de Financiën en Strijd tegen
de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van
Financiën :
Indication d’un handicap grave sur la déclaration
fiscale.
Aanduiding van een zware handicap op de belastingaangifte.
Le fisc demande d’indiquer, sous la rubrique II A 2
de la déclaration fiscale, les modalités relatives à un
handicap (permanent ou grave), et ce sur la base d’une
attestation délivrée par le SPF Affaires sociales.
In de rubriek II A 2 van de belastingaangifte vraagt
de fiscus om de modaliteiten met betrekking tot een
(blijvende of zware) handicap in te vullen en dit op
basis van een attest afgeleverd door de FOD Sociale
Zaken.
Il semblerait que certains contribuables oublient
parfois de fournir ces renseignements, avec toutes les
conséquences qui en découlent.
In de praktijk blijkt dat belastingplichtigen dit nogal
eens vergeten, met alle gevolgen van dien.
En l’an 2004, un échange direct de données entre les
SPF Affaires sociales et Finances devrait pourtant être
possible. D’autant plus que, dans le cas d’un handicap
permanent, il s’agit d’une attestation unique.
Anno 2004 moet het mijns inziens toch mogelijk zijn
om een rechtstreekse uitwisseling te voorzien tussen de
FOD Sociale Zaken en de FOD Financiën. Temeer het
in geval van een blijvende handicap over een eenmalig
attest gaat.
1. Êtes-vous au courant du problème susmentionné ?
1. Bent u van bovenvermelde problematiek op de
hoogte ?
2. Envisagez-vous d’y apporter une solution, par
exemple en instaurant un échange direct de données
entre les SPF Affaires sociales et Finances ?
2. Overweegt u de mogelijkheid om hiervoor een
oplossing uit te werken door bijvoorbeeld in een
rechtstreekse uitwisseling te voorzien tussen de FOD
Sociale Zaken en de FOD Financiën ?
3. Dans la négative, pourquoi ?
3. Zo neen, waarom niet ?
4. Dans l’affirmative, dans quel délai ?
4. Zo ja, binnen welke termijn ?
Réponse du secrétaire d’État à la Modernisation des
Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint
au ministre des Finances du 17 février 2005, à la question no 18 de M. Hagen Goyvaerts du 21 septembre
2004 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en Strijd tegen de fiscale fraude,
toegevoegd aan de minister van Financiën van
17 februari 2005, op de vraag nr. 18 van de heer
Hagen Goyvaerts van 21 september 2004 (N.) :
L’avantage fiscal qui est prévu à l’impôt des personnes physiques en faveur des personnes gravement
handicapées doit effectivement être accordé le plus
automatiquement possible aux contribuables concernés.
Het fiscaal voordeel in de personenbelasting ten
voordele van personen met een zware handicap dient
inderdaad zoveel mogelijk op automatische wijze aan
de betrokken belastingplichtigen te worden toegekend.
C’est à cette fin que l’administration de la Fiscalité
des entreprises et de Revenus a demandé le 6 mai 2004,
à la Banque-carrefour de la Sécurité sociale, d’être
informée des personnes frappées d’un handicap d’au
Met dit doel heeft de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit op 6 mei 2004 een verzoek gericht aan de Kruispuntbank van de Sociale
Zekerheid om op elektronische wijze informatie aan-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10775
moins 66 % et de celles dont le handicap est reconnu
définitif.
gaande personen met een handicap van minstens 66 %
alsook aangaande de definitief gehandicapten te
mogen ontvangen.
Le Comité sectoriel de la sécurité sociale a autorisé
le 8 juin 2004 cet échange de données.
Het Sectoraal Comité van de sociale zekerheid heeft
op 8 juni 2004 de machtiging gegeven om tot die gegevensuitwisseling over te gaan.
Deux programmes ont été développés pour le traitement de ces données, tous deux sont encore en phase
d’essai :
Voor de verwerking van deze informatie werden
twee programma’s ontwikkeld, beide nog in testfase :
1. A800manuel, soit la mise à jour en une seule fois
de la banque de données Personnes physiques, afin
d’obtenir une concordance parfaite avec les données
de la Banque-carrefour de la Sécurité sociale (toutes les
personnes handicapées au 31 décembre de l’année
précédente).
1. A800hand, zijnde de éénmalige bijwerking van
de databank Natuurlijke Personen teneinde volledige
overeenstemming te bekomen met de gegevens van de
Kruispuntbank Sociale Zekerheid (alle gehandicapte
personen op 31 december van het vorige jaar).
2. A020manuel, soit la mise à jour mensuelle de la
banque de données Personnes physiques concernant
les personnes définitivement reconnues comme personnes handicapées dans le courant du mois précédent.
2. A020hand, zijnde de maandelijkse bijwerking
van de databank Natuurlijke Personen betreffende de
personen die in de loop van de vorige maand definitief
erkend werden als gehandicapte persoon.
Des nouvelles données-test ont été demandées à la
Banque-carrefour de la Sécurité sociale concernant la
situation au 31 décembre 2004 et les mouvements
opérés au cours du mois de janvier 2005. Cela devrait
permettre de soumettre les programmes à un test final
(traitement correct des données, concordance nombres, etc.).
Aan de Kruispuntbank Sociale Zekerheid werden
nieuwe testgegevens gevraagd inzake de toestand op
31 december 2004 en de bewegingen tijdens de maand
januari 2005. Dit moet toelaten de programma’s te
onderwerpen aan een eindtest (correcte verwerking
gegevens, overeenstemming aantallen, enzovoort).
L’objectif est que les services de taxation puissent
disposer des données obtenues à partir de l’exercice
d’imposition 2005.
Het is de bedoeling de verkregen informatie ter
beschikking te stellen van de verschillende taxatiediensten vanaf het aanslagjaar 2005.
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 29 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) au secrétaire d’État à la Modernisation
des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale,
adjoint au ministre des Finances :
Vraag nr. 29 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor
Modernisering van de Financiën en Strijd tegen
de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van
Financiën :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal
du 7 novembre 2000 portant création et composition
des organes communs à chaque service public fédéral,
chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk
besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en
samenstelling van de organen die gemeenschappelijk
zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke
FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10776
Réponse du secrétaire d’État à la Modernisation des
Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint
au ministre des Finances du 15 février 2005, à la question no 29 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005
(N.) :
Par la présente, je me réfère à la réponse globale qui
sera donnée dans cette matière par le premier ministre
(question no 70 du 20 janvier 2005, Questions et
Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10614) et le
ministre de la Fonction publique. (Question no 105 du
20 janvier 2005.)
Antwoord van de staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en Strijd tegen de fiscale fraude,
toegevoegd aan de minister van Financiën van
15 februari 2005, op de vraag nr. 29 van de heer
Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
Hierbij verwijs ik naar het globaal antwoord dat
terzake door de eerste minister (vraag nr. 70 van
20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer,
2004-2005, nr. 66, blz. 10614) en de minister van
Ambtenarenzaken zal worden verstrekt. (Vraag
nr. 105 van 20 januari 2005.)
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 30 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) au secrétaire d’État à la Modernisation
des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale,
adjoint au ministre des Finances :
Vraag nr. 30 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor
Modernisering van de Financiën en Strijd tegen
de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van
Financiën :
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne
auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een
planning van de auditactiviteiten en een programma
voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging
opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over
de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit
interne au sein des services publics fédéraux (SPF)
précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du
service d’audit interne chargé d’établir une charte
d’audit, un planning des activités d’audit et un
programme concernant le contrôle de qualité et le suivi
des performances. En outre, un comité d’audit doit
veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service
d’audit.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à
exécution ?
Réponse du secrétaire d’État à la Modernisation des
Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint
au ministre des Finances du 15 février 2005, à la question no 30 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005
(N.) :
Par la présente, je me réfère à la réponse globale qui
sera donnée dans cette matière par le vice-premier
ministre et ministre du Budget (question no 42 du
20 janvier 2005) et le ministre de la Fonction publique.
(Question no 106 du 20 janvier 2005.)
Antwoord van de staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en Strijd tegen de fiscale fraude,
toegevoegd aan de minister van Financiën van
15 februari 2005, op de vraag nr. 30 van de heer
Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
Hierbij verwijs ik naar het globaal antwoord dat
terzake door de vice-eerste minister en minister van
Begroting (vraag nr. 42 van 20 januari 2005) en de
minister van Ambtenarenzaken zal worden verstrekt.
(Vraag nr. 106 van 20 januari 2005.)
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 31 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier
2005 (N.) au secrétaire d’État à la Modernisation
des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale,
adjoint au ministre des Finances :
Vraag nr. 31 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor
Modernisering van de Financiën en Strijd tegen
de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van
Financiën :
FOD’s. — Beleidsraad.
Conform het koninklijk besluit van 7 november
2000 houdende oprichting en samenstelling van de
SPF. — Conseil stratégique.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000
portant création et composition des organes communs
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10777
à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de
créer un conseil stratégique.
organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale
overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant
de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
Réponse du secrétaire d’État à la Modernisation des
Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint
au ministre des Finances du 15 février 2005, à la question no 31 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005
(N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en Strijd tegen de fiscale fraude,
toegevoegd aan de minister van Financiën van
15 februari 2005, op de vraag nr. 31 van de heer
Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) :
Par la présente, je me réfère à la réponse globale qui
sera donnée dans cette matière par le premier ministre
(question no 72 du 24 janvier 2005, Questions et
Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10615) et le
ministre de la Fonction publique (question no 108 du
24 janvier 2005).
Hierbij verwijs ik naar het globaal antwoord dat
terzake door de eerste minister (vraag nr. 72 van
24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer,
2004-2005, nr. 66, blz. 10615) en de minister van
Ambtenarenzaken zal worden verstrekt (vraag nr. 108
van 24 januari 2005).
Secrétaire d’État
au Développement durable et à
l’Économie sociale,
adjointe au ministre du Budget et des
Entreprises publiques
Staatssecretaris
voor Duurzame Ontwikkeling en
Sociale Economie,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Overheidsbedrijven
Développement durable
Duurzame Ontwikkeling
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 24 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) à la secrétaire d’État au Développement durable et à l’Économie sociale, adjointe au
ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 24 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor
Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Overheidsbedrijven :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal
du 7 novembre 2000 portant création et composition
des organes communs à chaque service public fédéral,
chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk
besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en
samenstelling van de organen die gemeenschappelijk
zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke
FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
Réponse de la secrétaire d’État au Développement
durable et à l’Économie sociale, adjointe au ministre
du Budget et des Entreprises publiques du 18 février
2005, à la question no 24 de M. Gerolf Annemans du
20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame
Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Overheidsbedrijven van
18 februari 2005, op de vraag nr. 24 van de heer
Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la
connaissance de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende te
antwoorden.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10778
J’ai l’honneur de me référer à la réponse du premier
ministre (question no 70 du 20 janvier 2005, Questions
et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10614) et
du ministre de la Fonction publique. (Question no 105
du 20 janvier 2005.)
Ik heb de eer te verwijzen naar het antwoord van de
eerste minister (vraag nr. 70 van 20 januari 2005,
Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66,
blz. 10614) en van de minister van Ambtenarenzaken.
(Vraag nr. 105 van 20 januari 2005.)
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 25 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) à la secrétaire d’État au Développement durable et à l’Économie sociale, adjointe au
ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 25 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor
Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Overheidsbedrijven :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit
interne au sein des services publics fédéraux (SPF)
précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du
service d’audit interne chargé d’établir une charte
d’audit, un planning des activités d’audit et un
programme concernant le contrôle de qualité et le suivi
des performances. En outre, un comité d’audit doit
veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service
d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne
auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een
planning van de auditactiviteiten en een programma
voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging
opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over
de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à
exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Réponse de la secrétaire d’État au Développement
durable et à l’Économie sociale, adjointe au ministre
du Budget et des Entreprises publiques du 18 février
2005, à la question no 25 de M. Gerolf Annemans du
20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame
Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Overheidsbedrijven van
18 februari 2005, op de vraag nr. 25 van de heer
Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la
connaissance de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende te
antwoorden.
J’ai l’honneur de me référer à la réponse du vicepremier ministre et ministre du Budget (question no 42
du 20 janvier 2005) et du ministre de la Fonction publique. (Question no 106 du 20 janvier 2005.)
Ik heb de eer te verwijzen naar het antwoord van de
vice-eerste minister en minister van Begroting (vraag
nr. 42 van 20 januari 2005) en van de minister van
Ambtenarenzaken. (Vraag nr. 106 van 20 januari
2005.)
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 26 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier
2005 (N.) à la secrétaire d’État au Développement durable et à l’Économie sociale, adjointe au
ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 26 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor
Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Overheidsbedrijven :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000
portant création et composition des organes communs
Conform het koninklijk besluit van 7 november
2000 houdende oprichting en samenstelling van de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10779
à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de
créer un conseil stratégique.
organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale
overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant
de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
Réponse de la secrétaire d’État au Développement
durable et à l’Économie sociale, adjointe au ministre
du Budget et des Entreprises publiques du 18 février
2005, à la question no 26 de M. Gerolf Annemans du
24 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame
Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Overheidsbedrijven van
18 februari 2005, op de vraag nr. 26 van de heer
Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) :
J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la
connaissance de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende te
antwoorden.
J’ai l’honneur de me référer à la réponse du premier
ministre (question no 72 du 24 janvier 2005, Questions
et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10615) et
du ministre de la Fonction Publique. (Question no 108
du 24 janvier 2005.)
Ik heb de eer te verwijzen naar het antwoord van de
eerste minister (vraag nr. 72 van 24 januari 2005,
Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66,
blz. 10615) en van de minister van Ambtenarenzaken
(Vraag nr. 108 van 24 januari 2005.)
DO 2004200503195
DO 2004200503195
Question no 27 de Mme Muriel Gerkens du 24 janvier
2005 (Fr.) à la secrétaire d’État au Développement durable et à l’Économie sociale, adjointe au
ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 27 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 januari 2005 (Fr.) aan de staatssecretaris voor
Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Overheidsbedrijven :
Deuxième plan de développement durable. — Directive 2001/42.
Tweede plan voor duurzame ontwikkeling. — Richtlijn 2001/42.
La directive 2001/42 du Parlement européen et du
Conseil du 27 juin 2001 relative à l’évaluation des incidences de certains plans et programmes sur
l’environnement impose une évaluation environnementale pour ce plan de développement. Les États
membres devaient prendre les dispositions législatives,
réglementaires et administratives nécessaires pour se
conformer à cette directive avant le 21 juillet 2004.
Overeenkomstig de richtlijn 2001/42 van het Europees Parlement en van de Raad van 27 juni 2001
betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het
milieu van bepaalde plannen en programma’s dient
dat ontwikkelingsplan aan een milieubeoordeling te
worden onderworpen. De lidstaten doen de nodige
wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen in werking treden om vóór 21 juli 2004 aan deze richtlijn te
voldoen.
Cette directive me semble être d’application sur le
deuxième plan de développement durable approuvé
par le gouvernement le 24 septembre 2004.
Naar mijn mening is die richtlijn van toepassing op
het tweede plan voor duurzame ontwikkeling dat door
de regering op 24 september 2004 werd goedgekeurd.
1.
a) De quelle manière a-t-il été tenu compte lors de
l’élaboration du deuxième plan de développement
durable de la directive 2001/42 ?
1.
a) Op welke manier werd bij de uitwerking van het
tweede plan voor duurzame ontwikkeling met de
richtlijn 2001/42 rekening gehouden ?
b) Qui a rédigé le rapport sur les incidences environnementales ?
b) Wie heeft het verslag over de gevolgen voor het
milieu opgesteld ?
c) De quelle manière avez-vous tenu compte de ce
rapport ?
c) Op welke manier heeft u met dat verslag rekening
gehouden ?
2. Où en êtes-vous avec la transposition de cette
directive en droit belge ?
3. Hoe zit het met de omzetting van die richtlijn in
Belgisch recht ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10780
Réponse de la secrétaire d’État au Développement
durable et à l’Économie sociale, adjointe au ministre
du Budget et des Entreprises publiques du 18 février
2005, à la question no 27 de Mme Muriel Gerkens du
24 janvier 2005 (Fr.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame
Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Overheidsbedrijven van
18 februari 2005, op de vraag nr. 27 van mevrouw
Muriel Gerkens van 24 januari 2005 (Fr.) :
J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la
connaissance de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende te
antwoorden.
1. Le plan fédéral de développement durable 20042008 ne relève pas du champ d’application de la directive européenne 2001/42.
1. Het federaal plan inzake duurzame ontwikkeling
2004-2008 valt niet onder de werkingssfeer van de
Europese richtlijn 2001/42.
En effet, le plan fédéral de développement durable
2004-2008 n’est pas un plan :
Het federaal plan inzake duurzame ontwikkeling
2004-2008 is immers geen plan :
a) qui est élaboré pour les secteurs de l’agriculture, de
la sylviculture, de la pêche, de l’énergie, de
l’industrie, des transports, de la gestion des
déchets, de la gestion de l’eau, des télécommunications, du tourisme, de l’aménagement du territoire urbain et rural ou de l’affectation des sols et
qui définit le cadre dans lequel la mise en œuvre
des projets énumérés aux annexes I et II de la directive 85/337/CEE pourra être autorisée à l’avenir;
ou
a) dat voorbereid wordt met betrekking tot landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik en dat het kader vormt voor de toekenning
van toekomstige vergunningen voor de in bijlagen I en II bij richtlijn 85/337/EEG genoemde projecten, of
b) pour lequel, étant donné les incidences qu’il est
susceptible d’avoir sur des sites, une évaluation est
requise en vertu des articles 6 et 7 de la directive
92/43/CEE.
b) waarvoor, gelet op het mogelijk effect op gebieden,
een beoordeling vereist is uit hoofde van de artikelen 6 of 7 van richtlijn 92/43/EEG.
2. Au niveau fédéral, la transposition de la directive
2001/42 en droit belge ressort de la compétence du
ministre ayant l’Environnement dans ses attributions.
(Question no 55 du 18 février 2005.)
2. Op federaal niveau behoort de omzetting van de
richtlijn 2001/42 in Belgisch recht tot de bevoegdheid
van de minister bevoegd voor het Leefmilieu. (Vraag
nr. 55 van 18 februari 2005.)
DO 2004200503203
DO 2004200503203
Question no 28 de Mme Muriel Gerkens du 25 janvier
2005 (Fr.) à la secrétaire d’État au Développement durable et à l’Économie sociale, adjointe au
ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 28 van mevrouw Muriel Gerkens van 25 januari 2005 (Fr.) aan de staatssecretaris voor
Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Overheidsbedrijven :
Conseil fédéral de développement durable. — Conférence interministérielle pour le développement durable.
Federale Raad voor duurzame ontwikkeling. — Interministeriële Conferentie voor duurzame ontwikkeling.
Le Conseil fédéral de développement durable a émis
le 18 décembre 2003 un avis sur l’intégration verticale
du développement durable et le « multilevel governance ». Le Conseil plaide dans cet avis pour
l’instauration d’une conférence interministérielle pour
le développement durable.
De Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling
heeft op 18 december 2003 een advies uitgebracht over
de verticale integratie van duurzame ontwikkeling en
« multilevel governance ». In dat advies pleit de Raad
voor de oprichting van een interministeriële conferentie voor duurzame ontwikkeling.
1. Pouvez-vous communiquer si vous partagez cette
opinion ?
2. Si oui, quelles mesures avez-vous prises ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
1. Deelt u dat standpunt ?
2. Zo ja, welke maatregelen heeft u dienaangaande
genomen ?
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10781
3. Si non, pourquoi ?
3. Zo neen, waarom ?
Réponse de la secrétaire d’État au Développement
durable et à l’Économie sociale, adjointe au ministre
du Budget et des Entreprises publiques du 18 février
2005, à la question no 28 de Mme Muriel Gerkens du
25 janvier 2005 (Fr.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame
Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Overheidsbedrijven van
18 februari 2005, op de vraag nr. 28 van mevrouw
Muriel Gerkens van 25 januari 2005 (Fr.) :
J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la
connaissance de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende te
antwoorden.
1. Je partage cette opinion du Conseil fédéral de
Développement durable.
1. Ik deel deze mening van de Federale Raad voor
duurzame ontwikkeling.
2. Je me réfère à ma note de politique générale du
12 octobre 2004 pour l’année 2005 qui a été transmise
à la Chambre des représentants. Dans le cadre de
l’élaboration de la stratégie nationale en matière de
développement durable, je plaide dans cette note pour
la création d’une commission interministérielle pour le
Développement durable. Je veillerai donc à la création
de cette commission en 2005.
2. Ik verwijs naar mijn algemene beleidsnota van
12 oktober 2004 voor het jaar 2005 die werd overgezonden naar de Kamer van volksvertegenwoordigers.
In het kader van het uitwerken van de nationale strategie inzake duurzame ontwikkeling pleit ik in deze
nota voor de oprichting van een interministeriële conferentie voor Duurzame Ontwikkeling. Ik zal er dan
ook over waken dat deze commissie in 2005 wordt
opgericht.
Secrétaire d’État aux Familles
et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
Staatssecretaris voor het Gezin
en Personen met een handicap,
toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid
DO 2003200432205
DO 2003200432205
Question no 25 de M. Bart Laeremans du 21 septembre 2004 (N.) à la secrétaire d’État aux Familles
et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 25 van de heer Bart Laeremans van 21 september 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor het
Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd
aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Mandats d’administrateur des membres du gouvernement.
Bestuursmandaten van regeringsleden.
1. Pouvez-vous donner un aperçu de toutes les
entreprises et ASBL au sein desquelles vous exercez un
mandat d’administrateur ?
1. Kan u een overzicht geven van alle bedrijven en
VZW’s waar u een bestuursmandaat uitoefent ?
2. Pouvez-vous indiquer, pour chaque mandat,
depuis quand vous exercez ce mandat ?
2. Kan bij elk mandaat worden aangegeven sinds
wanneer het werd bekomen ?
3. Pouvez-vous préciser, pour chaque mandat, s’il
est rémunéré ou non ?
3. Kan bij elk mandaat worden aangeduid of het
bezoldigd is of niet ?
4. Des changements se sont-ils produits dans
l’exercice de certains mandats depuis votre prestation
de serment ?
4. Waren er wijzigingen in de uitoefening van
bepaalde mandaten sinds uw eedaflegging ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1362
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10782
5.
a) Le premier ministre a-t-il donné son autorisation
pour la poursuite de l’exercice de certains
mandats ?
5.
a) Werd er voor de eventuele voortzetting van
bepaalde mandaten toestemming verleend door de
eerste minister ?
b) Dans l’affirmative, pour quels mandats ?
b) Zo ja, voor welke ?
Réponse de la secrétaire d’État aux Familles et aux
Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 14 février 2005,
à la question no 25 de M. Bart Laeremans du 21 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van
14 februari 2005, op de vraag nr. 25 van de heer Bart
Laeremans van 21 september 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre
que cette question ayant été posée à tous les membres
du gouvernement, c’est, conformément à la circulaire
du 12 juillet 2003, le premier ministre qui y répondra.
Aangezien deze vraag aan alle leden van de regering
werd gesteld, heb ik de eer het geachte lid mee te delen
dat, overeenkomstig de omzendbrief van 12 juli 2003,
het antwoord door de eerste minister wordt gegeven.
Je le renvoie donc à cette réponse fournie par le
premier ministre. (Question no 54 du 21 septembre
2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004,
no 51, p. 7752.)
Ik verwijs het geachte lid dus naar het antwoord van
de eerste minister. (Vraag nr. 54 van 21 september
2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004,
nr. 51, blz. 7752.)
DO 2004200502906
DO 2004200502906
Question no 38 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) à la secrétaire d’État aux Familles
et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 38 van de heer Gerolf Annemans van
17 december 2004 (N.) aan de staatssecretaris
voor het Gezin en Personen met een handicap,
toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid :
Cabinets. — Coûts de travaux de transformation et
d’aménagement.
Kabinetten. — Kostprijs verbouwings- en inrichtingswerken.
Pouvez-vous me communiquer le coût exact des
travaux de transformation, de rénovation,
d’embellissement et d’aménagement qui ont été réalisés à votre cabinet depuis votre entrée en fonction au
gouvernement fédéral Verhofstadt II (18 mai 2003) ?
Kan u de exacte kostprijs meedelen van de uitvoering van de verbouwings-, renovatie-, verfraaiings- en
inrichtingswerken van uw kabinet sinds uw aantreden
in de federale regering Verhofstadt II (18 mei 2003) ?
Réponse de la secrétaire d’État aux Familles et aux
Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 14 février 2005,
à la question no 38 de M. Gerolf Annemans du
17 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van
14 februari 2005, op de vraag nr. 38 van de heer
Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) :
En réponse à la question de l’honorable membre,
j’ai l’honneur de communiquer qu’aucune dépense
exceptionnelle n’a été engagée lors de mon installation
sur les crédits de mon cabinet pour des dépenses de
rénovation ou de rafraı̂chissement des bureaux.
Ik heb de eer het geachte lid als antwoord op zijn
vraag mee te delen dat bij mijn aantreden geen enkele
buitengewone uitgave werd geboekt op de kredieten
van mijn kabinet voor uitgaven inzake renovatie of
opfrissing van de kantoorruimten.
Outre les dépenses courantes d’entretien, certaines
dépenses ont été cependant engagées par le propriétaire des lieux, à savoir la Régie des Bâtiments, afin de
rendre le bâtiment conforme aux dispositions légales
relatives à l’accès des bâtiments aux personnes à mobilité réduite.
Naast de gebruikelijke uitgaven voor onderhoud,
zijn wel een aantal uitgaven geboekt door de eigenaar
van het gebouw, met name de Regie der Gebouwen,
om het gebouw af te stemmen op de wettelijke bepalingen inzake de toegang tot gebouwen voor personen
met beperkte mobiliteit.
Ces
travaux
portent
essentiellement
sur
l’aménagement d’une rampe d’accès mais également
Deze werken omvatten voornamelijk de aanleg van
een hellende ingangstrook, maar ook verscheidene
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10783
sur l’aménagement de diverses commodités intérieures
rendant son utilisation plus confortable pour les
personnes à mobilité réduite.
aanpassingen binnenin, zodat de personen met
beperkte mobiliteit er makkelijker gebruik van kunnen
maken.
Au regard des compétences et des dossiers traités
par mon secrétariat, la réalisation de ces travaux a été
considérée comme impérative et prioritaire, ce qui
démontre toute l’attention que nous portons à cette
problématique de l’accès des bâtiments aux personnes
handicapées.
Gezien mijn bevoegdheden en de dossiers die mijn
secretariaat behandelt, werden deze werken als noodzakelijk en prioritair beschouwd. Dit toont bovendien
aan dat wij enorm veel aandacht besteden aan de
problematiek van de toegang tot gebouwen voor
personen met een handicap.
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 40 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) à la secrétaire d’État aux Familles et
aux Personnes handicapées, adjointe au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 40 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor het
Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd
aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal
du 7 novembre 2000 portant création et composition
des organes communs à chaque service public fédéral,
chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk
besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en
samenstelling van de organen die gemeenschappelijk
zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke
FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
Réponse de la secrétaire d’État aux Familles et aux
Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 15 février 2005,
à la question no 40 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van
15 februari 2005, op de vraag nr. 40 van de heer
Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
En réponse à sa question j’ai l’honneur de renvoyer
l’honorable membre à la réponse qui sera fournie par
M. Demotte, ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique à la question no 245 ayant le même
objet.
In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte
lid te verwijzen naar het antwoord dat de heer
Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid op de vraag nr. 245 met hetzelfde onderwerp zal
verstrekken.
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 41 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier
2005 (N.) à la secrétaire d’État aux Familles et
aux Personnes handicapées, adjointe au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 41 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor het
Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd
aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit
interne au sein des services publics fédéraux (SPF)
précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du
service d’audit interne chargé d’établir une charte
d’audit, un planning des activités d’audit et un
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne
auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een
planning van de auditactiviteiten en een programma
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10784
programme concernant le contrôle de qualité et le suivi
des performances. En outre, un comité d’audit doit
veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service
d’audit.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à
exécution ?
voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging
opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over
de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Réponse de la secrétaire d’État aux Familles et aux
Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 15 février 2005,
à la question no 41 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van
15 februari 2005, op de vraag nr. 41 van de heer
Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
En réponse à la question de l’honorable membre,
j’ai l’honneur de lui communiquer que l’objet de sa
question ne relève pas directement de mes compétences
mais bien de celles du ministre des Affaires sociales et
de la Santé publique, M. Demotte. (Question no 246
du 20 janvier 2005.)
Ik heb de eer het geachte lid als antwoord op zijn
vraag mee te delen dat het onderwerp van zijn vraag
niet rechtstreeks behoort tot mijn bevoegdheden, maar
tot de bevoegdheden van de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid, de heer Demotte. (Vraag
nr. 246 van 20 januari 2005.)
Je le prie, dès lors, de bien vouloir s’en référer à la
réponse qui sera fournie par le ministre concerné.
Ik verwijs het geachte lid dan ook naar het
antwoord dat de betrokken minister zal geven.
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 42 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier
2005 (N.) à la secrétaire d’État aux Familles et
aux Personnes handicapées, adjointe au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 42 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor het
Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd
aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000
portant création et composition des organes communs
à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de
créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november
2000 houdende oprichting en samenstelling van de
organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale
overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant
de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal
gerealiseerd zijn ?
Réponse de la secrétaire d’État aux Familles et aux
Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 15 février 2005,
à la question no 42 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van
15 februari 2005, op de vraag nr. 42 van de heer
Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) :
En réponse à la question de l’honorable membre,
j’ai l’honneur de lui communiquer que l’objet de sa
question ne relève pas directement de mes compétences
mais bien de celles du ministre des Affaires sociales et
de la Santé publique, M. Demotte. (Question no 248
du 24 janvier 2005.)
Ik heb de eer het geachte lid als antwoord op zijn
vraag mee te delen dat het onderwerp van zijn vraag
niet rechtstreeks behoort tot mijn bevoegdheden, maar
tot de bevoegdheden van de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid, de heer Demotte. (Vraag
nr. 248 van 24 januari 2005.)
Je le prie, dès lors, de bien vouloir s’en référer à la
réponse qui sera fournie par le ministre concerné.
Ik verwijs het geachte lid dan ook naar het
antwoord dat voornoemde minister zal geven.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10785
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet
IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp
CA
DO
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
Objet
Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page
Blz.
* Vraag zonder antwoord
Premier ministre
Eerste minister
1
2004200503074 13- 1-2005
68
Francis Van den
Eynde
Propos d’un ministre. — Tensions communautaires.
Uitspraak van een minister. — Communautaire
spanningen.
10613
1
2004200503168 20- 1-2005
70
Gerolf Annemans
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
10614
1
2004200503169 20- 1-2005
71
Gerolf Annemans
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10614
1
2004200503175 24- 1-2005
72
Gerolf Annemans
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
10615
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eerste minister en minister van Justitie
1
2003200432118 13- 9-2004
345
Guido De Padt
Services de police. — Plaintes pour tapage nocturne
provoqué par de la musique.
Politiediensten. — Klachten wegens nachtlawaai
afkomstig van muziek.
10615
1
2003200432262 30- 9-2004
377
Guido De Padt
Administrations communales et services de police.
— Assistance fournie aux huissiers de justice. —
Adultère et expulsions.
Gemeentebesturen en politiediensten. — Bijstandsverlening aan gerechtsdeurwaarders. — Overspel en uithuiszettingen.
10619
1
2004200502582
3-11-2004
422
Guy D’haeseleer
Services publics fédéraux. — Délégués syndicaux
permanents.
Federale overheidsdiensten. — Vaste vakbondsafgevaardigden.
10620
1
2004200502878 13-12-2004
478
Mme Zoé Genot
Nombre de libérations conditionnelles en 2003 et
2004.
Aantal voorwaardelijke invrijheidstellingen in 2003
en 2004.
10622
8
2004200503055 13- 1-2005
496
Guido De Padt
* Encaissement de chèques sur présentation de cartes
d’identité falsifiées.
Innen van cheques met vervalste identiteitskaarten.
10549
8
2004200503075 13- 1-2005
497
Guido De Padt
* Vélomoteurs trafiqués.
Opgefokte bromfietsen.
10550
8
2004200503078 13- 1-2005
498
Mw. Sabien
Lahaye-Battheu
* Déchéance de l’autorité parentale.
Ontzetting uit het ouderlijk gezag.
10550
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10786
CA
DO
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
Objet
Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page
Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2004200503093 17- 1-2005
499
Mw. Sabien
Lahaye-Battheu
* Nombre d’affaires introduites devant le tribunal de
la jeunesse en 2004.
Aantal zaken ingeleid voor de jeugdrechtbank in
2004.
10551
8
2004200503094 17- 1-2005
500
Guido De Padt
* Prisons. — Confusion de personnes chez des détenus.
Gevangenissen. — Persoonsverwisseling van gedetineerden.
10551
8
2004200503100 17- 1-2005
501
Francis Van den
Eynde
* Juges de la jeunesse. — Jeunes allochtones. — Assignation à résidence. — Religions. — Dérogations.
Jeugdrechters. — Jonge allochtonen. — Huisarrest.
— Godsdiensten. — Uitzonderingen.
10552
8
2004200502924 17- 1-2005
502
Melchior Wathelet
* Zones de police locales. — Répartition des
nouveaux agents de sécurité.
Lokale politiezones. Verdeling van de nieuwe
veiligheidsbeambten.
10552
8
2004200503105 17- 1-2005
503
Francis Van den
Eynde
* Juges de la jeunesse. — Assignation à résidence de
jeunes délinquants. — Contrôles effectués par
des agents de police.
Jeugdrechters. — Huisarrest voor jongeren. —
Controles door politieagenten.
10553
8
2004200502742 18- 1-2005
504
Roel Deseyn
* Mesures pour lutter contre les spywares.
Maatregelen tegen spyware.
10553
8
2004200503128 18- 1-2005
505
Luk Van Biesen
* Infractions au code de la route dans l’agglomération
bruxelloise. — Procès-verbaux adressés en français à des néerlandophones.
Verkeersovertredingen in de Brusselse agglomeratie.
— Franstalige processen-verbaal van Vlamingen.
10554
8
2004200503142 19- 1-2005
506
Mark Verhaegen
* Autorisations de détenir des armes à feu. — Répartition géographique. — Zones de police.
Wapenvergunningen. — Geografische spreiding. —
Politiezones.
10555
8
2004200503143 19- 1-2005
507
Gerolf Annemans
* Cabinet. — Nomination d’une personne compétente
chargée des cultes, de la politique multiculturelle
et de la politique des grandes villes.
Kabinet. — Aanstelling van de persoon bevoegd
voor de erediensten, de multiculturele politiek en
de grote steden-politiek.
10556
8
2004200503152 19- 1-2005
508
Guido Tastenhoye
* Déclarations du procureur d’Anvers au sujet de la
menace terroriste sous-estimée à Anvers.
Verklaringen van de Antwerpse procureur
aangaande de onderschatte terreurdreiging in
Antwerpen.
10556
Vice-premier ministre et ministre des Finances
Vice-eerste minister en minister van Financiën
1
2003200432122 15- 9-2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
472
Hagen Goyvaerts
2004
Manque de clarté quant au statut d’« agent temporaire » au SPF Finances.
Onduidelijkheid van het statuut « tijdelijke medewerker binnen de FOD Financiën.
2005
10623
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
CA
DO
Date
Datum
10787
Question no
Vraag nr.
Objet
Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page
Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2004200503062 13- 1-2005
590
Koen T’Sijen
* Définition des camionnettes et directive à ce sujet.
— État de la question.
Definitie van lichte vrachtwagens en de richtlijn
hierover. — Stand van zaken.
10557
8
2004200503076 13- 1-2005
591
Mw. Sabien
Lahaye-Battheu
* Mesures possibles pour les entreprises en cas de
concurrence déloyale dans le cadre de la TVA.
Mogelijke maatregelen voor ondernemingen bij
oneerlijke concurrentie via de BTW.
10557
8
2004200503085 14- 1-2005
592
Mme Zoé Genot
* Prêts d’État à État octroyés par le gouvernement
depuis juillet 2003.
Sinds juli 2003 door de regering toegekende leningen
van Staat tot Staat.
10558
8
2004200503086 14- 1-2005
593
Gerolf Annemans
* Traitement administratif des réclamations en
matière de contributions directes.
Administratieve behandeling van bezwaarschriften
inzake directe belastingen.
10559
8
2004200503087 14- 1-2005
594
Guido De Padt
* Communes. — Précompte professionnel sur les
salaires. — Paiements tardifs.
Gemeenten. — Bedrijfsvoorheffing op lonen. —
Laattijdige betalingen.
10560
8
2004200503088 14- 1-2005
595
Mw. Nathalie
Muylle
* Taxation fiscale des projets de développement naturel.
Fiscale taxatie van natuurinrichtingsplannen.
10561
8
2004200503095 17- 1-2005
596
Mw. Sabien
Lahaye-Battheu
* Service des créances alimentaires.
Dienst voor Alimentatievorderingen.
10562
8
2004200503096 17- 1-2005
597
Mw. Annelies
Storms
* Déroulement des travaux de construction du palais
de justice de Gand.
Verloop van de bouw van het gerechtsgebouw te
Gent.
10563
8
2004200503097 17- 1-2005
598
Mw. Annelies
Storms
* Régie des Bâtiments. — Blocage des GSM dans les
prisons.
Regie der Gebouwen. — GSM-blokkering in de
gevangenissen.
10564
8
2004200503119 18- 1-2005
601
Luk Van Biesen
* Dépôt des formulaires de déclaration. — Fermeture
du service de taxation. — Bonne administration.
Afgifte aangifteformulieren. — Sluiting taxatiedienst. — Behoorlijk bestuur.
10564
8
2004200503136 18- 1-2005
603
Dirk Van der
Maelen
* Taxation du pécule de vacances des ouvriers
prépensionnés. — Arrêt de la Cour d’arbitrage.
Belasting op het vakantiegeld van bruggepensioneerde arbeiders. — Arrest Arbitragehof.
10565
8
2004200503137 18- 1-2005
604
Jean-Jacques Viseur * TVA. — Affacturage.
BTW. — Factoring.
10566
1
2004200503141 18- 1-2005
605
Bruno Van
Grootenbrulle
Mesures fiscales relatives à la catastrophe de
Ghislenghien.
Fiscale maatregelen na de ramp in Gellingen.
10626
8
2004200503153 19- 1-2005
607
Jean-Marc Nollet
* Loi du 24 décembre 2002. — Évaluation par la Cour
des comptes. — Réforme de l’impôt sur les sociétés.
Wet van 24 december 2002. — Evaluatie door het
Rekenhof. — Hervorming van de vennootschapsbelasting.
10567
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10788
CA
DO
Date
Datum
Question no
Vraag nr.
Objet
Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page
Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2004200503168 20- 1-2005
609
Gerolf Annemans
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
10627
1
2004200503169 20- 1-2005
610
Gerolf Annemans
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10628
1
2004200503230 27- 1-2005
626
Luk Van Biesen
Répartition des versements anticipés entre époux et
cohabitants légaux.
Verdeling van de voorafbetalingen tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden.
10628
1
2004200503231 27- 1-2005
627
Servais
Verherstraeten
SPF. — Fonctions de management N-2 et N-3.
FOD. — Managementfuncties N-2 en N-3.
10630
1
2004200503232 27- 1-2005
628
Karel Pinxten
Requalification des intérêts en dividendes. —
Compte courant d’administrateur. — Notion de
prêt d’argent.
Herkwalificatie van interest in dividend. — Rekening-courant
bestuurder.
—
Begrip
« geldlening ».
10631
1
2004200503291
637
Stef Goris
Déductibilité des taxes environnementales régionales.
Aftrekbaarheid van de gewestelijke milieuheffingen.
10633
3- 2-2005
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Budget — Begroting
1
2004200503221 26- 1-2005
44
Hagen Goyvaerts
Transfert de remboursements d’intérêts.
Overheveling van renteaflossingen.
10635
Entreprises publiques — Overheidsbedrijven
1
2003200421729 25- 6-2004
239
Mw. Maggie De
Block
La Poste. — Envois perdus. — Associations. —
Possibilités de recours.
De Post. — Verloren zendingen. — Verenigingen.
— Verhaalmogelijkheden.
10636
1
2003200421186
2- 7-2004
245
Pieter De Crem
Vente de bâtiments publics par la Régie des Bâtiments.
Verkoop van overheidsgebouwen door de Regie der
Gebouwen.
10638
1
2003200421800
6- 7-2004
249
Roel Deseyn
La Poste. — Offre de services supplémentaires dans
les bureaux de poste.
De Post. — Aanbieden van extra diensten in
postkantoren.
10639
1
2003200432331
5-10-2004
310
Guido De Padt
SNCB. — Dépôts. — Effectifs. — Demandes de
congé.
NMBS. — Depots. — Personeelsbestand. — Verlofaanvragen.
10642
1
2004200502615
9-11-2004
344
Roel Deseyn
La Poste. — Projet-pilote des « Points Poste ».
De Post. — PostPunt-testproject.
10647
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
CA
DO
Date
Datum
10789
Question no
Vraag nr.
Objet
Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page
Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2004200502718 23-11-2004
359
Dirk Claes
SNCB. — Frais réclamés par la SNCB aux proches
d’une personne ayant commis un acte de suicide.
NMBS. — Doorrekenen van kosten door de NMBS
aan de nabestaanden van een zelfmoord.
10648
1
2004200502733 24-11-2004
361
Mme Muriel Gerkens
Belgacom. — Campagne publicitaire.
Belgacom. — Reclamecampagne.
10650
1
2004200502918 17-12-2004
382
Guido De Padt
SNCB. — Retards.
NMBS. — Vertragingen in het spoorwegvervoer.
10653
1
2004200502938 21-12-2004
385
Mw. Annelies
Storms
SNCB. — Dépôts de vélos gardés dans les gares.
NMBS. — Bewaakte fietsenstallingen aan de
stations.
10654
1
2004200502939 21-12-2004
386
Servais
Verherstraeten
SNCB. — Finition d’une nouvelle gare à Mol.
NMBS. — Afwerking van een nieuw station te Mol.
10657
1
2004200502960 22-12-2004
387
Mw. Marleen
Govaerts
La Poste. — Distribution du courrier.
De Post. — Bedeling.
10659
1
2004200502961 22-12-2004
388
Guido De Padt
Loterie nationale. — Joueurs. — Formulaires. —
Détermination de l’affectation des bénéfices.
Nationale Loterij. — Spelers. — Formulieren. —
Aanduiding doelen winst.
10661
1
2004200503041 11- 1-2005
394
Francis Van den
Eynde
BIAC. — Conseil d’administration. — Représentants belges.
BIAC. — Raad van bestuur. — Belgische vertegenwoordigers.
10662
8
2004200503056 13- 1-2005
395
Filip Anthuenis
* SNCB. — Installation de commissariats de police
dans des bâtiments de gares désaffectés.
NMBS. — Installatie van politiecommissariaten in
niet meer gebruikte stationsgebouwen.
10568
8
2004200503057 13- 1-2005
396
Bart Laeremans
* BIAC. — Conseil d’administration. — Vente.
BIAC. — Raad van bestuur. — Verkoop.
10569
8
2004200503058 13- 1-2005
397
Bart Laeremans
* SNCB. — État de la gare ferroviaire de Vilvorde. —
Quais.
NMBS. — Toestand treinstation Vilvoorde. —
Perrons.
10569
1
2004200503068 13- 1-2005
398
Jan Mortelmans
8
2004200503069 13- 1-2005
399
Jan Mortelmans
* SNCB. — Accident de train à Lierre. — Remise en
service du tunnel piétonnier.
NMBS. — Treinongeval in Lier. — Herstelling
voetgangerstunnel.
10570
8
2004200503070 13- 1-2005
400
Francis Van den
Eynde
* Établissement d’une liste noire internationale de
compagnies aériennes peu fiables.
Opstelling van een internationale zwarte lijst van
onbetrouwbare vliegtuigmaatschappijen.
10570
8
2004200503077 13- 1-2005
401
Roel Deseyn
* La Poste. — Service de sécurité interne.
De Post. — Interne veiligheidsdienst.
10571
8
2004200503098 17- 1-2005
402
Guido De Padt
* SNCB. — Sécurité des agents d’entretien des voies.
NMBS. — Veiligheid van spoorwerkers.
10571
1
2003200421839 17- 1-2005
403
Mw. Maggie De
Block
Affiliation obligatoire du personnel statutaire à la
Caisse des soins de santé de la SNCB.
Verplichte aansluiting van statutairen bij de Kas der
geneeskundige verzorging van de NMBS.
10665
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
SNCB. — Horaire de vacances anticipé.
NMBS. — Vervroegde vakantieregeling.
2005
10663
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1363
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
10790
CA
DO
Question no
Vraag nr.
Date
Datum
Objet
Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page
Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2004200503101 17- 1-2005
404
Bart Laeremans
* SNCB. — Infrastructure ferroviaire.
NMBS. — Spoorweginfrastructuur.
10572
8
2004200503106 17- 1-2005
405
Francis Van den
Eynde
* SNCB. — Gare de Sint-Katelijne-Waver. — Fermeture des guichets.
NMBS. — Station van Sint-Katelijne-Waver. —
Sluiting loketten.
10572
8
2004200503107 17- 1-2005
406
Francis Van den
Eynde
* SNCB. — Téléphones portables pour le personnel
de bord. — Couverture de la totalité du réseau
des chemins de fer.
NMBS. — GSM’s voor het treinpersoneel. —
Bereikbaarheid op alle spoorlijnen.
10573
8
2004200503140 18- 1-2005
407
Francis Van den
Eynde
* SNCB. — Gare de Diepenbeek. — Accès aux quais.
NMBS. — Station van Diepenbeek. — Toegang tot
de perrons.
10573
8
2004200503148 19- 1-2005
408
Luk Van Biesen
* SNCB. — Arrêté royal du 16 décembre 2004. —
Notification à la Commission européenne.
NMBS. — Koninklijk besluit van 16 december
2004. — Notificatie aan de Europese Commissie.
10573
8
2004200503154 19- 1-2005
409
Jean-Marc Nollet
* SNCB. — Ligne ferroviaire Tournai-Lille.
NMBS. — Spoorlijn Doornik-Rijsel.
10574
8
2004200503155 19- 1-2005
410
Mme Colette
Burgeon
* SNCB. — Nouvelle cabine de signalisation de
Mons. — Destruction de la cabine de Braine-leComte.
NMBS. — Nieuw seinhuis te Bergen. — Afbraak
van het seinhuis van ’s Gravenbrakel.
10575
1
2004200503173 21- 1-2005
413
Francis Van den
Eynde
SNCB. — Police des chemins de fer. — Actions
« FIPA ».
NMBS. — Spoorwegpolitie. — « FIPA »-acties.
10666
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
1
2003200432301
4-10-2004
388
Guido De Padt
Services d’incendie. — Financement.
Brandweerdiensten. — Financiering.
10666
1
2004200502653 16-11-2004
431
Francis Van den
Eynde
Services d’incendie. — Informations sur les pipelines
de l’OTAN.
Diensten van de brandweer. — Informatie over de
NAVO-pijpleidingen.
10668
1
2004200502703 23-11-2004
440
Mme Muriel Gerkens
Installations nucléaires. — Visite d’une délégation
américaine.
Kerninstallaties. — Bezoek van een Amerikaanse
delegatie.
10669
1
2004200502704 23-11-2004
441
Mme Muriel Gerkens
Matériaux nucléaires détectés dans les déchets classiques ou des matières premières issues d’une
filière de recyclage.
Kernmateriaal dat aangetroffen wordt tussen
gewoon afval of tussen grondstoffen uit een recyclagecircuit.
10671
1
2004200502809
449
Hagen Goyvaerts
Contrôle des ferrailleurs. — Présence de substances
radioactives.
Controle op schroothandelaars. — Aanwezigheid
van radioactieve stoffen.
10673
6-12-2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 066
21 - 02 - 2005
CA
DO
Date
Datum
10791
Question no
Vraag nr.
Objet
Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page
Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2004200502900 16-12-2004
463
Melchior Wathelet
8
2004200503059 13- 1-2005
479
Willy Cortois
8
2004200503063 13- 1-2005
480
Francis Van den
Eynde
8
2004200503064 13- 1-2005
481
Mw. Sabien
Lahaye-Battheu
1
2004200502888 13- 1-2005
482
Roel Deseyn
8
2004200503089 14- 1-2005
483
Guido De Padt
8
2004200503129 18- 1-2005
485
Melchior Wathelet
8
2004200503130 18- 1-2005
486
Melchior Wathelet
8
2004200503133 18- 1-2005
487
Melchior Wathelet
8
2004200503152 19- 1-2005
488
Guido Tastenhoye
Brigades canines des zones de police locales. —
Recours au Service vétérinaire de la police fédérale. — Protocole.
Hondenbrigades van de lokale politiezones. —
Samenwerking met de Veterinaire Dienst van de
federale politie. — Protocol.
* Communes de la périphérie flamande de Bruxelles.
— Opérateurs du central 101. — Bilinguisme.
Gemeenten in de Vlaamse Rand van Brussel. —
Centralisten bij de 101-centrale. — Tweetaligheid.
* Camp militaire d’Elsenborn. — Stage organisé à
l’intention des officiers de l’armée congolaise. —
Clandestins.
Militair kamp van Elsenborn. — Stagecursus officieren Kongolese leger. — Onderduikers.
* Nombre de contrats de vie commune conclus et
dissous.
Aantal samenlevingscontracten dat gesloten werd en
ontbonden.
Problèmes liés au transfert d’une plaque
d’immatriculation à l’époux(se).
Problemen bij de overdracht van een nummerplaat
aan de echtgeno(o)t(e).
* Cartes d’identité électroniques. — Communes pilotes.
Elektronische identiteitskaarten. — Pilootgemeenten.
* Services de police. — Nouvelles tenues du personnel.
Politiediensten. — Nieuwe politie-uniformen.
* Zones de police locales. — Autorités locales. —
Code d’éthique.
Lokale politiezones. — Lokale overheden. — Ethische code.
* Évaluation de la formation des inspecteurs de
police;. — Rapport « EVA 2003 ».
Beoordeling van de opleiding van politieinspecteurs. — Verslag « EVA 2003 ».
* Déclarations du procureur d’Anvers au sujet de la
menace terroriste sous-estimée à Anvers.
Verklaringen van de Antwerpse procureur
aangaande de onderschatte terreurdreiging in
Antwerpen.
10675
10576
10577
10577
10677
10578
10579
10580
10581
10583
Ministre des Affaires étrangères
Minister van Buitenlandse Zaken
8
2004200503071 13- 1-2005
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
155
Dirk Van der
Maelen
2004
* Élaboration d’un cadre onusien quant à la responsabilité des entreprises transnationales et autres
entreprises en matière de respect des droits de
l’homme.
Opstelling
van
een
VN-kader
voor
«

Documents pareils