Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en
Transcription
Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en
QRVA 51 066 QRVA 51 066 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE VOLKSVERTEGENWOORDIGERS ———— ———— Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en antwoorden BELGISCHE KAMER VAN 21 - 02 - 2005 1331 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10534 cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit Vlaams Belang VLD : : : : : : : : : : Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams Écologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Belang Vlaamse Liberalen en Democraten Abréviations dans la numérotation des publications : Afkortingen bij de nummering van de publicaties : DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige) DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen) CRABV : PLEN : COM : Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail : [email protected] Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : [email protected] CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE CRIV : 2004 2005 Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft) KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10535 SOMMAIRE INHOUD II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 10539 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer). Page/Blz. 10549 Page Blz. Premier ministre — Eerste minister Vice-première ministre et ministre de la Justice 10549 Vice-eerste minister en minister van Justitie Vice-premier ministre et ministre des Finances 10557 Vice-eerste minister en minister van Financiën Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister 10568 en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur 10576 Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken Ministre des Affaires étrangères 10583 Minister van Buitenlandse Zaken Ministre de la Défense 10590 Minister van Landsverdediging Ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, 10591 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique 10597 Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture — Minister van Middenstand en Landbouw Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs 10602 Minister van Werk en Consumentenzaken Ministre de la Coopération au développement 10605 Minister van Ontwikkelingssamenwerking Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances 10607 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Ministre de la Mobilité 10609 Minister van Mobiliteit Ministre de l’Environnement et des Pensions Secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques — Minister van Leefmilieu en Pensioenen — Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven Secrétaire d’État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances — Staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën Secrétaire d’État à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre — Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister Secrétaire d’État aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères — Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken — Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven — Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Secrétaire d’État au Développement durable et à l’Économie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’État aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10537 III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. Page/Blz. 10613 Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre des Affaires étrangères Ministre de la Défense Ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique 10613 Eerste minister 10615 Vice-eerste minister en minister van Justitie 10623 Vice-eerste minister en minister van Financiën Vice-eerste minister 10635 en minister van Begroting en Overheidsbedrijven 10666 Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken — Minister van Buitenlandse Zaken 10679 Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, 10685 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Ministre de la Coopération au développement Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances Ministre de la Mobilité Ministre de l’Environnement et des Pensions Secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances 10701 10710 10718 — Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Minister van Middenstand en Landbouw Minister van Werk en Consumentenzaken Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke 10749 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen — Minister van Mobiliteit 10762 Minister van Leefmilieu en Pensioenen Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting 10769 en Overheidsbedrijven Staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude, 10774 toegevoegd aan de minister van Financiën Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, — toegevoegd aan de Eerste minister Staatssecretaris voor Europese Zaken, — toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken Secrétaire d’État à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’État aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’État au Développement durable Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling et à l’Économie sociale, en Sociale Economie, toegevoegd aan adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques 10777 de minister van Begroting en Overheidsbedrijven Secrétaire d’État aux Familles et aux Personnes handicapées, Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handiadjointe au ministre des Affaires sociales cap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken et de la Santé publique 10781 en Volksgezondheid Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes — Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 Page/Blz. 10785 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10539 I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum Question no Vraag nr. Auteur Date Datum Question no Vraag nr. Auteur 8089 15-10-2004 15-10-2004 22-10-2004 26-10-2004 27-10-2004 27-10-2004 9-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 16-11-2004 18-11-2004 18-11-2004 22-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 25-11-2004 30-11-2004 1-12-2004 3-12-2004 3-12-2004 3-12-2004 3-12-2004 7-12-2004 7-12-2004 7-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 13-12-2004 14-12-2004 17-12-2004 17-12-2004 17-12-2004 20-12-2004 20-12-2004 21-12-2004 398 400 412 416 419 420 433 435 436 437 441 444 447 448 450 451 452 453 455 456 457 458 459 460 461 462 467 469 470 473 477 479 480 482 484 485 486 487 488 Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Alfons Borginon Dylan Casaer Stijn Bex Walter Muls Hagen Goyvaerts Francis Van den Eynde Jean-Marc Nollet Mw. Ingrid Meeus Alfons Borginon Guido De Padt Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Claude Marinower Alfons Borginon Alfons Borginon Alfons Borginon Claude Marinower Guido De Padt Roel Deseyn Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Jo Vandeurzen Staf Neel Mw. Hilde Vautmans Geert Lambert Mme Anne Barzin Hagen Goyvaerts Guido De Padt Gerolf Annemans Guido De Padt Alfons Borginon Dirk Van der Maelen Bart Laeremans Mw. Martine Taelman 2004 2005 Page Blz. Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 20- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 8- 3-2004 22 25 66 203 951326510173- 206 229 233 249 260 272 283 289 91115426269161622- 3-2004 4-2004 4-2004 4-2004 5-2004 5-2004 5-2004 6-2004 6-2004 6-2004 7-2004 7-2004 8-2004 8-2004 8-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 23- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 1-10-2004 1-10-2004 6-10-2004 291 293 303 306 327 338 339 342 350 352 364 366 369 370 378 383 390 Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Guy D’haeseleer François-Xavier de Donnea Bart Laeremans Filip De Man Olivier Maingain Alfons Borginon Walter Muls Mw. Nahima Lanjri Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Alfons Borginon Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mme Marie Nagy Bart Laeremans Stijn Bex Stijn Bex Roel Deseyn Guido De Padt Stijn Bex Mw. Sabien LahayeBattheu Geert Lambert Claude Marinower Luk Van Biesen Bart Laeremans Alfons Borginon Mw. Annemie Turtelboom 232 233 1091 4254 4255 4878 4880 5312 5457 5614 5969 6112 6114 6312 6598 6599 7179 7181 7182 7511 7685 7685 7691 7877 7879 8081 8084 8085 Page Blz. 8437 8439 8649 8652 8654 8655 8884 8885 8885 9105 9279 9280 9281 9282 9283 9284 9284 9285 9286 9475 9476 9477 9478 9478 9479 9480 9483 9484 9484 9662 9664 9665 9666 9951 9952 9952 9953 9954 9955 * Liste clôturée le 18 février 2005 * Lijst afgesloten op 18 februari 2005 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10540 Date Datum Question no Vraag nr. 22-12-2004 22-10-2004 28-12-2004 3- 1-2005 11- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005 489 490 491 492 494 496 497 498 17- 1-2005 499 171717171818191919- 500 501 502 503 504 505 506 507 508 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 Auteur Guido De Padt Alfons Borginon Gerolf Annemans Guido De Padt Mw. Annelies Storms Guido De Padt Guido De Padt Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Sabien LahayeBattheu Guido De Padt Francis Van den Eynde Melchior Wathelet Francis Van den Eynde Roel Deseyn Luk Van Biesen Mark Verhaegen Gerolf Annemans Guido Tastenhoye Page Blz. Date Datum Question no Vraag nr. 9955 9956 10141 10311 10439 10549 10550 689 947 1117 1694 1714 1725 1748 1748 1941 1944 1950 2784 2787 3225 3656 3922 3923 4281 4576 4577 20- 4-2004 27- 4-2004 28- 4-2004 30- 4-2004 5- 5-2004 12- 5-2004 13- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 27- 5-2004 2- 6-2004 22- 6-2004 23- 6-2004 23- 6-2004 28- 6-2004 12- 7-2004 13- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 16- 9-2004 21- 9-2004 23- 9-2004 1-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 6-10-2004 6-10-2004 6-10-2004 7-10-2004 8-10-2004 12-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 19-10-2004 19-10-2004 26-10-2004 27-10-2004 3-11-2004 3-11-2004 8-11-2004 9-11-2004 352 355 357 366 367 387 389 397 398 399 401 407 420 421 422 425 434 435 441 442 443 445 449 473 483 487 490 496 497 499 500 501 503 504 506 509 510 511 512 513 518 519 523 525 527 528 2004 2005 10550 10551 10551 10552 10552 10553 10553 10554 10555 10556 10556 Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financiën 30- 9-2003 9-10-2003 22-10-2003 6-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 18-11-2003 20-11-2003 20-11-2003 24-11-2003 8- 1-2004 12- 1-2004 26- 1-2004 3- 2-2004 9- 2-2004 23- 2-2004 8- 3-2004 22- 3-2004 22- 3-2004 45 54 66 81 97 104 137 138 150 152 158 206 208 236 254 273 274 305 318 320 Geert Lambert Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Willy Cortois Mw. Trees Pieters CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE Auteur Mw. Trees Pieters Geert Lambert Pieter De Crem Alfons Borginon Jean-Jacques Viseur Carl Devlies Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Guido De Padt Mw. Trees Pieters Geert Versnick Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Carl Devlies Richard Fournaux Richard Fournaux Richard Fournaux Hagen Goyvaerts Bart Tommelein Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Melchior Wathelet Patrick De Groote Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Chastel Mw. Trees Pieters Theo Kelchtermans Dylan Casaer Koen Bultinck Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Jean-Jacques Viseur Jean-Marc Nollet Servais Verherstraeten Richard Fournaux Page Blz. 5075 5333 5334 5470 5471 5624 5836 5977 5979 5980 6128 6134 6440 6442 6442 6607 6753 6753 7187 7187 7188 7188 7190 7692 7697 7879 8091 8093 8095 8096 8097 8098 8234 8236 8239 8444 8445 8445 8446 8447 8656 8658 8888 8890 8891 8892 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 Date Datum Question no Vraag nr. 9-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 12-11-2004 18-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 30-11-2004 529 532 533 535 538 541 543 547 2-12-2004 6-12-2004 6-12-2004 7-12-2004 7-12-2004 8-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 23-12-2004 23-12-2004 23-12-2004 28-12-2004 28-12-2004 29-12-2004 3- 1-2005 3- 1-2005 3- 1-2005 549 551 552 553 554 555 556 557 560 561 563 568 569 571 574 577 578 580 581 582 31010111313- 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 583 584 585 589 590 591 1414141417- 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 592 593 594 595 596 17171818- 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 597 598 601 603 10541 Auteur Patrick De Groote Dirk Van der Maelen Ortwin Depoortere Mw. Dalila Douifi Alfons Borginon Alfons Borginon Luk Van Biesen Mw. Annemie Turtelboom Melchior Wathelet Servais Verherstraeten Dirk Van der Maelen Mw. Annelies Storms Mw. Hilde Vautmans Koen T’Sijen Mme Zoé Genot Geert Lambert Geert Lambert Carl Devlies Gerolf Annemans Guido De Padt Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Gerolf Annemans Guido De Padt Roel Deseyn Mw. Marleen Govaerts Servais Verherstraeten Servais Verherstraeten Jan Peeters Guido De Padt Koen T’Sijen Mw. Sabien LahayeBattheu Mme Zoé Genot Gerolf Annemans Guido De Padt Mw. Nathalie Muylle Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Luk Van Biesen Dirk Van der Maelen CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE Page Blz. 8893 8895 8896 9107 9286 9287 9287 9486 9487 9490 9491 9491 9492 9493 9668 9669 9670 9671 9957 10142 10142 10143 10147 10148 10149 10312 10313 10313 10314 10440 10441 10441 10557 10557 10558 10559 10560 10561 10562 10563 10564 10564 10565 2004 Date Datum Question no Vraag nr. 18- 1-2005 19- 1-2005 604 607 Auteur Jean-Jacques Viseur Jean-Marc Nollet Page Blz. 10566 10567 Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Budget — Begroting 28- 6-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 15-10-2004 9-11-2004 10-11-2004 9-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 27 28 29 31 34 36 37 39 40 Filip Anthuenis Mme Marie Nagy Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Jean-Marc Nollet Mme Zoé Genot Carl Devlies Gerolf Annemans 6616 7699 7700 8450 8898 8898 9672 9673 9957 Entreprises publiques — Overheidsbedrijven 242531111242815913272727272730112061017- 2-2004 5-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 9-2004 8-2004 8-2004 9-2004 9-2004 9-2004 2005 170 214 218 222 224 231 240 244 247 250 253 255 257 259 263 269 270 271 274 282 284 286 Geert Lambert Jan Mortelmans Guido Tastenhoye Roel Deseyn Mw. Maggie De Block Jan Mortelmans Jan Mortelmans Filip De Man Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Bart Tommelein Mw. Annelies Storms Willy Cortois Francis Van den Eynde Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mme Muriel Gerkens Roel Deseyn Mme Marie Nagy 4097 5973 6118 6315 6316 6618 6622 6624 6626 6755 6758 7195 7196 7198 7199 7201 7201 7202 7203 7414 7518 7702 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1332 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10542 Date Datum Question no Vraag nr. 20- 9-2004 21- 9-2004 21- 8-2004 23- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 5-10-2004 5-10-2004 7-10-2004 8-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 26-10-2004 26-10-2004 3-11-2004 5-11-2004 5-11-2004 8-11-2004 9-11-2004 9-11-2004 10-11-2004 18-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 25-11-2004 25-11-2004 1-12-2004 1-12-2004 6-12-2004 7-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 13-12-2004 15-12-2004 16-12-2004 17-12-2004 21-12-2004 29-12-2004 3- 1-2005 10- 1-2005 10- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005 288 289 290 291 292 296 304 305 312 314 319 321 328 330 339 340 341 343 345 346 350 354 358 362 363 364 369 371 373 374 375 376 377 378 379 380 381 383 389 390 391 392 395 396 397 399 Auteur Bart Laeremans Bart Laeremans Carl Devlies Mme Annick Saudoyer Willy Cortois Bart Laeremans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Patrick De Groote Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn Roel Deseyn Guy D’haeseleer Francis Van den Eynde Koen T’Sijen Patrick De Groote Roel Deseyn Roel Deseyn Jean-Marc Nollet Luk Van Biesen Olivier Chastel François Bellot Jef Van den Bergh François Bellot Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Mw. Ingrid Meeus Guido De Padt Mme Zoé Genot Geert Lambert Mw. Annelies Storms Mw. Inga Verhaert Carl Devlies Melchior Wathelet Gerolf Annemans Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Jan Mortelmans Guido De Padt Francis Van den Eynde Filip Anthuenis Bart Laeremans Bart Laeremans Jan Mortelmans CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE Page Blz. 7704 7704 7705 7881 7881 8104 8109 8110 8240 8240 8451 8452 8660 8661 8900 8901 8901 8903 8904 8906 8908 9290 9293 9296 9494 9495 9497 9497 9498 9499 9674 9675 9675 9677 9678 9958 9959 9960 10150 10315 10442 10443 10568 10569 10569 10570 2004 Date Datum 13131717171718191919- 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 Question no Vraag nr. 400 401 402 404 405 406 407 408 409 410 Auteur Francis Van den Eynde Roel Deseyn Guido De Padt Bart Laeremans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Luk Van Biesen Jean-Marc Nollet Mme Colette Burgeon Page Blz. 10570 10571 10571 10572 10572 10573 10573 10573 10574 10575 Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 17- 5-2004 12- 7-2004 27- 7-2004 11- 8-2004 12- 8-2004 12- 8-2004 18- 8-2004 20- 8-2004 25- 8-2004 13- 9-2004 13- 9-2004 13- 9-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 17- 9-2004 17- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 12-10-2004 12-10-2004 15-10-2004 20-10-2004 21-10-2004 22-10-2004 8-11-2004 9-11-2004 22-11-2004 23-11-2004 25-11-2004 2005 281 314 325 337 338 339 343 344 346 352 353 355 360 364 365 367 373 378 379 395 398 402 411 413 414 426 427 439 444 446 Dirk Claes Willy Cortois Guido De Padt Stijn Bex Roel Deseyn Roel Deseyn Stijn Bex Francis Van den Eynde Hagen Goyvaerts Guido De Padt Guido De Padt Filip Anthuenis Mme Marie Nagy Patrick De Groote Mme Marie Nagy Hagen Goyvaerts Alfons Borginon Bart Laeremans Geert Lambert Melchior Wathelet François Bellot Guido De Padt Stijn Bex Koen T’Sijen Mw. Hilde Vautmans Mme Zoé Genot Hagen Goyvaerts Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Stijn Bex 5833 6760 7207 7216 7216 7217 7220 7220 7222 7520 7520 7522 7706 7708 7709 7710 7884 8116 8117 8244 8247 8454 8459 8665 8666 8912 8913 9298 9301 9501 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 Date Datum Question no Vraag nr. 29-11-2004 1-12-2004 7-12-2004 8-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 14-12-2004 16-12-2004 17-12-2004 20-12-2004 21-12-2004 3- 1-2005 10- 1-2005 11- 1-2005 11- 1-2005 11- 1-2005 12- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005 447 448 452 456 457 459 461 464 466 467 471 472 474 475 476 477 478 479 480 481 1418181819- 483 485 486 487 488 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 10543 Auteur Guido De Padt Jan Mortelmans Koen T’Sijen Mw. Annelies Storms Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Filip De Man Melchior Wathelet Jean-Marc Nollet Guido De Padt Filip De Man Guido De Padt Melchior Wathelet Hagen Goyvaerts Mw. Inga Verhaert Guido Tastenhoye Koen T’Sijen Willy Cortois Francis Van den Eynde Mw. Sabien LahayeBattheu Guido De Padt Melchior Wathelet Melchior Wathelet Melchior Wathelet Guido Tastenhoye Page Blz. Date Datum Question no Vraag nr. 9501 9502 9504 9506 9679 9679 9680 9965 9966 9967 9967 10315 10444 10445 10446 10447 10447 10576 10577 9-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 16-11-2004 16-11-2004 127 128 129 130 131 10577 10578 10579 10580 10581 10583 Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 18-11-2003 7- 1-2004 6- 2-2004 17- 2-2004 22- 3-2004 1- 4-2004 14- 7-2004 26- 7-2004 29- 7-2004 13- 9-2004 21- 9-2004 21- 9-2004 12-10-2004 18-10-2004 3-11-2004 3-11-2004 38 51 59 61 70 71 102 104 109 115 118 119 121 123 125 126 Roel Deseyn Mme Marie Nagy Mme Zoé Genot Pieter De Crem Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Karel Pinxten Mme Karine Lalieux Karel Pinxten Dirk Van der Maelen Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Luk Van Biesen Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Guy D’haeseleer CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 1674 2582 3641 3804 4563 4881 6766 7223 7228 7523 7713 7714 8248 8461 8915 8916 2004 16-11-2004 18-11-2004 23-11-2004 26-11-2004 29-11-2004 7-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 21-12-2004 22-12-2004 24-12-2004 28-12-2004 28-12-2004 28-12-2004 28-12-2004 29-12-2004 10- 1-2005 11- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005 14- 1-2005 17- 1-2005 17- 1-2005 17- 1-2005 17- 1-2005 18- 1-2005 19- 1-2005 132 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 Auteur Patrick Moriau Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet Dirk Van der Maelen Ludo Van Campenhout Mohammed Boukourna Mme Annick Saudoyer Hervé Hasquin Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Pieter De Crem Mme Zoé Genot Geert Lambert Francis Van den Eynde Gerolf Annemans Carl Devlies Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Servais Verherstraeten Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Hagen Goyvaerts Francis Van den Eynde Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Gerolf Annemans Pieter De Crem Mme Zoé Genot Luc Goutry Dirk Van der Maelen Gerolf Annemans Guido Tastenhoye Page Blz. 8917 8919 8919 9115 9117 9119 9302 9303 9507 9507 9508 9682 9683 9683 9684 9685 9969 9969 9970 10150 10151 10151 10152 10152 10153 10448 10449 10583 10584 10586 10586 10587 10588 10589 10589 10590 Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 28-11-2003 16-12-2003 18-10-2004 8-12-2004 2005 36 45 127 154 Karel Pinxten Luc Sevenhans Mw. Greet Van Gool Mme Jacqueline Galant 2091 2359 8463 9510 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10544 Date Datum Question no Vraag nr. 13- 1-2005 17- 1-2005 167 168 Auteur Page Blz. Francis Van den Eynde 10590 Eric Massin 10590 Ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Économie — Economie 3-11-2004 28-12-2004 14- 1-2005 18- 1-2005 18- 1-2005 167 197 203 207 208 Roel Deseyn Gerolf Annemans Gerolf Annemans Patrick De Groote Gerolf Annemans 8921 10155 10591 10592 10592 Énergie — Energie 13- 1-2005 18- 1-2005 18- 1-2005 92 93 94 Jean-Marc Nollet 10592 Gerolf Annemans 10594 Dirk Van der Maelen 10594 Commerce extérieur — Buitenlandse Handel 29-12-2004 18- 1-2005 37 38 Mme Muriel Gerkens Gerolf Annemans 10157 10595 Politique scientifique — Wetenschapsbeleid 3-11-2004 8-11-2004 10-11-2004 9-12-2004 15-12-2004 29-12-2004 17- 1-2005 18- 1-2005 31 32 33 36 38 41 43 44 Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet Guy D’haeseleer Mme Zoé Genot Carl Devlies Mme Muriel Gerkens Patrick De Groote Gerolf Annemans 8926 8927 8928 9692 9693 10158 10596 10596 Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken 21- 8-2003 14 Jan Mortelmans CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE Date Datum Question no Vraag nr. 22- 9-2003 23- 9-2003 6-10-2003 3-11-2003 3- 3-2004 3- 3-2004 4- 3-2004 16- 4-2004 19 20 25 41 83 84 87 100 24- 5-2004 11- 6-2004 15- 6-2004 3- 8-2004 9- 9-2004 13- 9-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 30- 9-2004 4-10-2004 109 122 123 141 148 151 153 159 162 165 167 6-10-2004 8-10-2004 13-10-2004 13-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 19-10-2004 25-10-2004 3-11-2004 173 174 175 177 178 182 190 192 3-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 17-11-2004 23-11-2004 26-11-2004 30-11-2004 7-12-2004 7-12-2004 9-12-2004 193 196 197 199 201 204 206 208 210 212 9-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 213 214 215 218 253 2004 170 2005 Auteur Staf Neel Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mme Zoé Genot Luk Van Biesen Luk Van Biesen Willy Cortois Mw. Maggie De Block Bart Laeremans Philippe De Coene Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block Hendrik Daems Mw. Maggie De Block Mw. Sabien LahayeBattheu Hans Bonte Guy D’haeseleer Francis Van den Eynde David Geerts Benoı̂t Drèze Mw. Greet Van Gool Patrick De Groote Mw. Hilde Vautmans Jo Vandeurzen Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Geert Lambert Mw. Greet Van Gool Bruno Van Grootenbrulle Page Blz. 601 602 778 1523 4111 4114 4282 5077 5983 6324 6326 7236 7526 7529 7718 7721 7723 8134 8135 8137 8252 8253 8253 8467 8467 8469 8676 8930 8931 8933 8933 9124 9315 9517 9519 9521 9522 9695 9696 9697 9697 9698 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 Date Datum Question no Vraag nr. 10-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 16-12-2004 17-12-2004 20-12-2004 20-12-2004 21-12-2004 221 223 224 225 226 227 228 229 22-12-2004 231 22-12-2004 28-12-2004 29-12-2004 29-12-2004 3- 1-2005 13- 1-2005 18- 1-2005 18- 1-2005 18- 1-2005 19- 1-2005 233 234 237 238 239 240 241 242 243 244 10545 Auteur Jo Vandeurzen Luc Goutry Carl Devlies Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Mw. Nathalie Muylle Koen Bultinck Bruno Van Grootenbrulle Mw. Yolande Avontroodt Mw. Maggie De Block Koen Bultinck Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Melchior Wathelet Gerolf Annemans Jean-Marc Nollet Koen Bultinck Koen Bultinck Page Blz. 9700 9701 9702 9972 9973 9974 9974 9975 9976 9977 10158 10160 10161 10316 10597 10598 10599 10599 10600 Santé publique — Volksgezondheid 14- 8-2003 18- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 21-10-2003 29-10-2003 16- 3-2004 19- 4-2004 6- 5-2004 26- 5-2004 9- 6-2004 9- 6-2004 11- 6-2004 21- 6-2004 24- 6-2004 912262644- 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 8-2004 8-2004 11 12 14 44 47 66 141 158 179 196 206 223 224 231 234 243 244 246 247 259 260 Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Bart Laeremans Guido De Padt Pierre Lano Mw. Magda De Meyer Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Mme Colette Burgeon Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Mw. Simonne Creyf Willy Cortois Willy Cortois Guido De Padt Koen Bultinck CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 254 255 256 1123 1125 2099 4438 5078 5626 5987 6149 6153 6328 6453 Date Datum Question no Vraag nr. 13- 8-2004 2- 9-2004 6- 9-2004 8- 9-2004 9- 9-2004 10- 9-2004 21- 9-2004 1-10-2004 4-10-2004 4-10-2004 6-10-2004 265 269 270 277 278 279 287 295 297 298 299 20-10-2004 22-10-2004 25-10-2004 25-10-2004 310 312 314 316 26-10-2004 26-10-2004 27-10-2004 27-10-2004 28-10-2004 29-10-2004 23-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 317 318 320 321 324 326 336 338 342 29-11-2004 30-11-2004 1-12-2004 345 348 349 3-12-2004 7-12-2004 10-12-2004 351 355 361 15-12-2004 362 6652 6772 6773 7239 7240 7249 7249 17-12-2004 21-12-2004 10- 1-2005 11- 1-2005 11- 1-2005 14- 1-2005 18- 1-2005 19- 1-2005 2004 2005 364 370 372 373 374 376 377 378 Auteur Koen Bultinck Jo Vandeurzen Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Jo Vandeurzen Bart Laeremans Guido De Padt Mw. Maggie De Block Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Mw. Magda De Meyer Mark Verhaegen Guido De Padt Mw. Frieda Van Themsche Koen Bultinck Mw. Annemie Roppe Mme Jacqueline Galant Mme Jacqueline Galant Jean-Marc Nollet Koen Bultinck Guido De Padt Mme Annick Saudoyer Mw. Yolande Avontroodt Luc Goutry Koen Bultinck Mw. Marleen Govaerts Willy Cortois Mw. Annelies Storms Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Mme Jacqueline Galant Mme Zoé Genot Hagen Goyvaerts Mme Muriel Gerkens Mw. Annelies Storms Hagen Goyvaerts Jo Vandeurzen Page Blz. 7251 7429 7430 7435 7529 7531 7727 8140 8142 8143 8143 8478 8677 8679 8680 8681 8681 8684 8684 8934 8936 9316 9317 9320 9524 9526 9527 9528 9531 9704 9705 9978 9982 10451 10452 10453 10600 10601 10602 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10546 Date Datum Question no Vraag nr. Auteur Page Blz. Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Minister van Werk en Consumentenzaken Emploi — Werk 14-10-2003 7- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 13- 7-2004 27- 7-2004 17- 9-2004 1-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 6-10-2004 20-10-2004 24 87 89 90 109 112 127 134 137 138 142 161 20-10-2004 163 25-10-2004 167 18-11-2004 30-11-2004 179 190 9-12-2004 9-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 195 197 198 199 17-12-2004 21-12-2004 203 205 121314171718- 213 215 216 217 218 223 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 Filip Anthuenis Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn Luc Sevenhans Mme Marie Nagy Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Bart Laeremans Ortwin Depoortere Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Hagen Goyvaerts Mw. Annemie Turtelboom Mme Zoé Genot Mw. Greet Van Gool Guido Tastenhoye Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Mw. Sabien LahayeBattheu Guy D’haeseleer Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mme Muriel Gerkens 946 5621 5975 5976 6776 7254 7730 8147 8148 8149 8153 Date Datum Question no Vraag nr. 10-11-2004 10-12-2004 13-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 22-12-2004 22-12-2004 29-12-2004 29-12-2004 14- 1-2005 14- 1-2005 18- 1-2005 19- 1-2005 43 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 8687 9321 9984 10455 10602 10603 10603 10604 10604 Ministre de la Coopération au développement Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie 22- 9-2003 31- 3-2004 18- 6-2004 23- 6-2004 15-10-2004 3-11-2004 10-11-2004 9-12-2004 15-12-2004 12- 1-2005 7 37 52 54 65 69 72 77 78 82 17- 1-2005 85 19 Mme Zoé Genot CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE Francis Van den Eynde Mw. Annelies Storms Mw. Hilde Dierickx Mw. Martine Taelman Mme Muriel Gerkens Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet Geert Lambert Carl Devlies Mw. Sabien LahayeBattheu Patrick De Groote 621 4736 6454 6456 8485 8944 8946 9716 9716 10456 10607 Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid 3-11-2004 9-12-2004 15-12-2004 Minister van Ontwikkelingssamenwerking 8- 3-2004 8944 9711 9712 9714 9987 9987 9988 10162 10162 10605 10606 10606 10607 Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen 8481 9708 9983 Jean-Marc Nollet Mw. Nathalie Muylle Gerolf Annemans Carl Devlies Gerolf Annemans Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Gerolf Annemans Guido Tastenhoye Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances 8480 9538 9706 9707 9708 Auteur Page Blz. 23 27 29 Guy D’haeseleer Geert Lambert Carl Devlies 8947 9718 9719 Gelijke Kansen — Égalité des chances 4270 30-12-2003 2004 2005 4 Mme Zoé Genot 2480 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 Date Datum 555514271911165788886- 10547 Question no Vraag nr. 1-2004 1-2004 1-2004 1-2004 1-2004 1-2004 4-2004 6-2004 6-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 8-2004 5 6 7 8 9 11 12 15 16 17 18 19 20 21 22 24 17- 9-2004 1-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 15-12-2004 13- 1-2005 18- 1-2005 25 37 38 39 41 44 45 Auteur Jo Vandeurzen Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Greet Van Gool Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Marleen Govaerts Mme Marie Nagy Mme Annick Saudoyer Mme Zoé Genot Geert Lambert Carl Devlies Francis Van den Eynde Mw. Annelies Storms Page Blz. 2612 2613 2613 2614 2829 3245 5087 6331 6332 6665 6665 6777 6778 6778 6779 7257 7736 9546 9720 9721 9722 10608 10609 Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 2- 9-2004 143 10- 9-2004 17- 9-2004 1-10-2004 7-10-2004 12-10-2004 22-10-2004 22-10-2004 25-10-2004 144 146 151 153 154 162 163 164 5-11-2004 5-11-2004 9-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 168 169 170 171 172 174 175 Mw. Marleen Govaerts Luk Van Biesen Mme Marie Nagy Bart Laeremans Mw. Nathalie Muylle Hagen Goyvaerts Staf Neel Olivier Maingain Mw. Frieda Van Themsche Mme Zoé Genot Guido De Padt Servais Verherstraeten Guy D’haeseleer Jan Mortelmans Jan Mortelmans Willy Cortois CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 7436 7534 7737 8155 8265 8265 8690 8691 Date Datum Question no Vraag nr. 10-11-2004 23-11-2004 176 178 24-11-2004 24-11-2004 26-11-2004 29-11-2004 29-11-2004 30-11-2004 13-12-2004 14-12-2004 17-12-2004 17-12-2004 23-12-2004 23-12-2004 23-12-2004 23-12-2004 24-12-2004 24-12-2004 28-12-2004 28-12-2004 29-12-2004 29-12-2004 29-12-2004 11- 1-2005 11- 1-2005 179 180 181 182 183 184 187 188 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 13131414- 205 206 207 208 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 Auteur Jean-Marc Nollet Ludo Van Campenhout François Bellot Bart Tommelein Guido De Padt Roel Deseyn Mw. Greet Van Gool Guido De Padt Walter Muls Mme Marie Nagy Gerolf Annemans Mw. Greet Van Gool Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Peeters Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Melchior Wathelet Mme Pierrette CahayAndré Guido De Padt Roel Deseyn Jef Van den Bergh Luk Van Biesen Page Blz. 8954 9323 9324 9325 9547 9548 9548 9549 9724 9725 9990 9990 10163 10163 10164 10164 10164 10165 10165 10166 10166 10166 10167 10458 10458 10609 10610 10611 10612 Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en van Pensioenen Environnement — Leefmilieu 8692 8950 8950 8951 8951 8952 8952 8953 21- 9-2004 9-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 2004 2005 33 39 41 42 Bart Laeremans Mme Zoé Genot Carl Devlies Gerolf Annemans 7740 9726 9728 9991 Pensions — Pensioenen 10- 5-2004 32 Mw. Nahima Lanjri 6126 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10548 Date Datum Question no Vraag nr. 5- 7-2004 21- 9-2004 23-11-2004 23-11-2004 26-11-2004 9-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 29-12-2004 3- 1-2005 36 45 61 62 63 65 68 69 70 71 Auteur Francis Van den Eynde Bart Laeremans Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Mme Muriel Gerkens Mme Zoé Genot Carl Devlies Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Page Blz. Date Datum Question no Vraag nr. 6667 7741 9326 9327 9550 9729 9731 9992 10168 10319 18-10-2004 19-10-2004 19-10-2004 26-10-2004 9-12-2004 22 23 24 25 27 Secrétaire d’État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances 13 15 20 21 Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE Mw. Greet Van Gool Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mme Zoé Genot 8494 8494 8496 8695 9732 Secrétaire d’État aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken 17-12-2004 23 Gerolf Annemans 9992 Secrétaire d’État aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën 22- 3-2004 7- 9-2004 7-10-2004 15-10-2004 Auteur Page Blz. Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 4595 7437 8267 8493 24- 9-2004 2004 2005 26 Mme Zoé Genot 7889 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10549 (Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer). Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie DO 2004200503055 DO 2004200503055 Question no 496 de M. Guido De Padt du 13 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Vraag nr. 496 van de heer Guido De Padt van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Encaissement de chèques sur présentation de cartes d’identité falsifiées. Innen van cheques met vervalste identiteitskaarten. On constate que des chèques (circulaires) sont parfois encaissés sur présentation de cartes d’identité falsifiées. La banque vérifie si le numéro de la carte d’identité ne figure pas dans les fichiers « cartes d’identités volées », mais le contrôle s’arrête là. La banque ne peut pas vérifier si le numéro de la carte d’identité appartient effectivement à la personne dont l’identité est mentionnée sur la carte, de sorte que des chèques sont régulièrement payés à des criminels qui mentionnent l’identité du bénéficiaire du chèque sur une/leur carte d’identité. Vastgesteld wordt dat (circulaire) cheques soms worden geı̈nd met vervalste identiteitskaarten. Daarbij gaat de bank na of het nummer van de identiteitskaart niet voorkomt in de bestanden « bekendgemaakte gestolen identiteitskaarten », maar daar stopt de controle dan ook. De bank kan niet nagaan of het nummer van de identiteitskaart effectief toebehoort aan diegene die op de kaart is vermeld zodat regelmatig cheques worden uitbetaald aan criminele personen die de identiteit van de begunstigde van de cheque vermelden op een/hun vervalste identiteitskaart. Pouvez-vous communiquer, pour les années 2001, 2002, 2003, 2004 et par région : Kan u voor de jaren 2001, 2002, 2003 en 2004 en opgesplitst per gewest meedelen : 1. le nombre de déclarations de perception frauduleuse de chèques disparus ou volés; 1. hoeveel aangiftes er gebeurden van het valselijk innen van verdwenen of gestolen cheques; 2. l’importance des montants ainsi dérobés; 2. hoe groot de aldus ontvreemde bedragen waren; 3. le nombre de dossiers classés sans suite et les raisons de ce classement; 4. la nationalité des auteurs repérés; 4. wat de nationaliteit was van de opgespoorde daders; 5. le nombre de chèques dérobés avant d’être remis au bénéficiaire (par exemple dans les bureaux de poste, les organismes de paiement, etc.) ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 3. hoeveel dossiers er geseponeerd werden en om welke redenen; 2004 5. hoeveel cheques er ontvreemd werden vooraleer zij in het bezit werden gesteld van de begunstigde (bijvoorbeeld in postkantoren, in uitbetalingsinstellingen, enzovoort) ? 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1333 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10550 DO 2004200503075 DO 2004200503075 Question no 497 de M. Guido De Padt du 13 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Vraag nr. 497 van de heer Guido De Padt van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Vélomoteurs trafiqués. Opgefokte bromfietsen. L’ajout de pièces trafiquées aux cyclomoteurs entraı̂ne non seulement des situations d’insécurité routière mais est également source d’irritation sociale. Il est manifestement toujours très facile d’augmenter la vitesse d’un cyclomoteur et ce en enlevant simplement les limiteurs. Cela permet parfois d’atteindre la vitesse de 80km/h. Het aanbrengen van opfok-onderdelen aan bromfietsen, zorgt niet alleen voor verkeersonveilige situaties, maar geeft ook aanleiding tot maatschappelijk ongenoegen. Blijkbaar is het nog steeds zeer gemakkelijk om een bromfiets op te drijven en dit door het eenvoudigweg verwijderen van de begrenzers. Daardoor kunnen soms snelheden van 80 km/uur gehaald worden. Votre administration peut-elle nous faire part pour les années 2002, 2003 et 2004 (par Région et par classe) : Kan uw administratie voor de jaren 2002, 2003 en 2004 (opgesplitst per gewest en per klasse) meedelen : 1. du nombre de contrôles de vitesse qui ont été réalisés sur les cyclomoteurs de classe A et sur les cyclomoteurs de classe B; 1. hoeveel snelheidscontroles er werden uitgevoerd op bromfietsen klasse A en op bromfietsen klasse B; 2. du nombre de cas où l’on a constaté que les cyclomoteurs étaient trafiqués; 2. in hoeveel gevallen er werd vastgesteld dat de gecontroleerde bromfietsen opgefokt waren; 3. du nombre de procès-verbaux dressés; 3. hoeveel processen-verbaal er werden opgesteld; 4. du nombre de cyclomoteurs saisis; 4. hoeveel bromfietsen in beslag werden genomen; 5. du nombre de procès-verbaux dressés à l’encontre de ceux qui fabriquaient des pièces trafiquées, qui les importaient ou qui en avaient en leur possession en vue de les vendre et/ou de ceux qui dispensaient des conseils ou apportaient de l’aide pour le montage de ces pièces (application de la loi du 05 avril 1995); 5. hoeveel processen-verbaal werden opgesteld tegen diegenen die opfok-onderdelen vervaardigden, invoerden of in het bezit hadden met het oog op de verkoop en/of advies of hulp verleenden bij het monteren van de onderdelen (toepassing wet van 5 april 1995); 6. de la suite judiciaire donnée à ces procèsverbaux ? 6. welk gerechtelijk gevolg werd gegeven aan voormelde processen-verbaal ? DO 2004200503078 DO 2004200503078 Question no 498 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 13 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Vraag nr. 498 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Déchéance de l’autorité parentale. Ontzetting uit het ouderlijk gezag. Un père ou une mère qui n’est plus digne d’être parent peut être déchu de l’autorité parentale conformément à la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, articles 32 et suivants. La déchéance peut par exemple être prononcée lorsque le parent est condamné pour des délits sexuels commis sur ses propres enfants, parce qu’il n’a pas payé de pension alimentaire pendant des années ou parce qu’il a Een ouder die het niet meer waardig is om ouder te zijn, kan ontzet worden uit het ouderlijk gezag conform de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, artikel 32 en volgende. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij een veroordeling wegens seksuele misdrijven op de eigen kinderen, omdat de ouder jarenlang geen onderhoudsgeld heeft betaald, of de eigen kinderen verwaarloosd heeft. Soms misbruiken CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10551 négligé ses propres enfants. Parfois, les parents abusent de leur autorité ou ont un comportement atypique (ils sont par exemple toxicomanes). ouders hun gezag, of hebben ze gewoon een slechte manier van leven (bijvoorbeeld een drugsverslaving). Le tribunal peut déchoir de tels parents de leur autorité parentale. L’autorité est alors confiée à un tuteur. De rechtbank kan zulke ouders uit hun ouderlijke macht ontzetten. Het gezag wordt dan toegewezen aan een voogd. 1. a) Dans combien de cas le ministère public a-t-il saisi en 2001, 2002, 2003 et 2004 les tribunaux de la jeunesse pour réclamer une déchéance partielle ou totale de l’autorité parentale ? 1. a) Hoeveel zaken werden in 2001, 2002, 2003 en 2004 aanhangig gemaakt door het openbaar ministerie bij de jeugdrechtbanken, waarin de gedeeltelijke of volledige ontzetting uit het ouderlijk gezag werd gevorderd ? b) Quels sont les tribunaux de la jeunesse qui ont été saisis de ces affaires ? b) Bij welke jeugdrechtbanken werden deze zaken aanhangig gemaakt ? 2. Dans combien de cas la déchéance partielle ou totale de l’autorité parentale a-t-elle été réellement prononcée ? 2. In hoeveel van deze zaken werd de gedeeltelijke of volledige ontzetting uit het ouderlijk gezag ook daadwerkelijk toegekend ? 3. Comment la situation a-t-elle évolué pour les affaires dans lesquelles la déchéance de l’autorité parentale n’a pas été accordée ? 3. Wat was het resultaat van de zaken waarin de ontzetting uit het ouderlijk gezag niet toegekend werd ? DO 2004200503093 DO 2004200503093 Question no 499 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 17 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Vraag nr. 499 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Nombre d’affaires introduites devant le tribunal de la jeunesse en 2004. Aantal zaken ingeleid voor de jeugdrechtbank in 2004. En réponse à ma question no 259 du 4 mai 2004, vous m’aviez communiqué le nombre d’affaires (tant pénales que civiles) introduites par arrondissement judiciaire au cours des années 2001, 2002 et 2003 (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 36, p. 5485). In antwoord op mijn vraag nr. 259 van 4 mei 2004 deelde u mij het aantal zaken (zowel strafrechtelijk als burgerrechtelijk) dat per gerechtelijk arrondissement ingeleid werd in de jaren 2001, 2002 en 2003 (Vragen en Antwoorden, Kamer 2003-2004, nr. 36, blz. 5485). De manière à pouvoir me rendre compte de l’évolution en la matière, je souhaiterais aussi connaı̂tre le nombre d’affaires (tant pénales que civiles) qui ont été introduites, par arrondissement judiciaire, devant le tribunal de la jeunesse en 2004. Om de evolutie in het aantal ingeleide zaken in het jaar 2004 te kunnen zien, bekwam ik ook graag de volgende gegevens. Hoeveel zaken (zowel strafrechtelijk als burgerrechtelijk) werden, per gerechtelijk arrondissement, voor de jeugdrechtbank ingeleid in 2004 ? DO 2004200503094 DO 2004200503094 Question no 500 de M. Guido De Padt du 17 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Vraag nr. 500 van de heer Guido De Padt van 17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Prisons. — Confusion de personnes chez des détenus. Gevangenissen. — Persoonsverwisseling van gedetineerden. Deux cas de confusion de personnes concernant des détenus se sont produits aux Pays-Bas en 2004 : les In Nederland greep in 2004 in twee gevallen een persoonsverwisseling plaats van gedetineerden. Daar- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10552 peines infligées à un condamné été entièrement ou partiellement purgées par quelqu’un d’autre. bij werden de straffen geheel of gedeeltelijk uitgezeten door iemand anders dan diegene die tot de straf werd veroordeeld. 1. Combien de cas de confusion de personnes ont été constatés dans les prisons belges au cours des cinq dernières années ? Dans quelles prisons ces faits se sont-ils produits ? 1. Hoeveel dergelijke gevallen werden in de voorbije vijf jaar in Belgische gevangenissen en in welke, vastgesteld ? 2. Quel était, le cas échéant, la nationalité des détenus concernés ? 2. Wat was in voorkomend geval de nationaliteit van de betrokken personen ? 3. À quelles procédures d’identification est soumis le condamné qui se présente à la prison avant qu’il puisse être incarcéré ? 3. Welke procedures, ter vaststelling van de identiteit dienen gevolgd te worden alvorens een veroordeelde die zich aan de gevangenispoorten aanbiedt, wordt opgenomen in de gevangenis ? 4. Quelles mesures permettent d’empêcher qu’une personne autre que le condamné purge la peine à la place de celui-ci ? 4. Welke maatregelen zijn er om te voorkomen dat een ander dan de veroordeelde de straf gaat uitzitten ? DO 2004200503100 DO 2004200503100 Question no 501 de M. Francis Van den Eynde du 17 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Vraag nr. 501 van de heer Francis Van den Eynde van 17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Juges de la jeunesse. — Jeunes allochtones. — Assignation à résidence. — Religions. — Dérogations. Jeugdrechters. — Jonge allochtonen. — Huisarrest. — Godsdiensten. — Uitzonderingen. Les jeunes allochtones assignés à résidence sur décision du juge de la jeunesse — qui ne peuvent dès lors quitter leur domicile entre 18.00 heures et 7.00 heures — bénéficieraient d’une dérogation leur permettant de se rendre à la mosquée pendant le ramadan. Wanneer jonge allochtonen door jeugdrechters tot huisarrest veroordeeld werden en zij gedurende enkele weken dus hun huis niet mogen verlaten tussen 18.00u’s avonds en 07.00u ’s ochtends, zou de jeugdrechter op deze regeling een uitzondering toestaan zodat de betrokken jongeren tijdens de ramadan naar de moskee kunnen. 1. Sur quelle base légale une telle dérogation est-elle fondée ? 1. Kan u meedelen op welke wettelijke basis een en ander steunt ? 2. D’autres religions que l’islam bénéficient-elles de telles dérogations ? Dans l’affirmative, lesquelles ? 2. Worden er ook voor andere godsdiensten dan de islam uitzonderingen toegestaan en zo ja, welke ? DO 2004200502924 DO 2004200502924 Question no 502 de M. Melchior Wathelet du 17 janvier 2005 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Vraag nr. 502 van de heer Melchior Wathelet van 17 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Zones de police locales. — Répartition des nouveaux agents de sécurité. Lokale politiezones. Verdeling van de nieuwe veiligheidsbeambten. Après une formation de 46 jours, 108 agents de sécurité viennent rejoindre les rangs des 50 de leurs collègues déjà en fonction dans le corps de sécurité. Het veiligheidskorps, dat reeds 50 leden telt, wordt uitgebreid met 108 veiligheidsbeambten die een opleiding van 46 dagen achter de rug hebben. Ces 108 agents vont être affectés dans plusieurs zones de police locales afin de décharger le personnel De 108 beambten zullen in verscheidene lokale politiezones worden ingezet, waar zij grotendeels voor de CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10553 de ces zones d’une partie importante du transfert des détenus vers les palais de justice et de la surveillance des audiences. overbrenging van gedetineerden naar het gerechtshof en hun bewaking tijdens de zittingen zullen instaan. Op die manier wil men het lokale politiepersoneel enigszins ontlasten. 1. Quelle est la répartition actuelle des agents de sécurité par zone de police locale du Royaume ? 1. Hoe zijn de veiligheidsbeambten op dit ogenblik over de lokale politiezones van het Koninkrijk verdeeld ? 2. Quelle est la répartition des 108 nouveaux agents de sécurité par zone de police locale du Royaume ? 2. Hoe worden de 108 nieuwe beambten over de lokale politiezones van het Koninkrijk verdeeld ? 3. Quels sont les critères qui ont prévalu pour ces répartitions ? 3. Welke criteria werden/worden bij die verdeling toegepast ? 4. Quel est le nombre de femmes que compte actuellement le corps de sécurité ? 4. Hoeveel vrouwelijke beambten telt het veiligheidskorps op dit ogenblik ? DO 2004200503105 DO 2004200503105 Question no 503 de M. Francis Van den Eynde du 17 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Vraag nr. 503 van de heer Francis Van den Eynde van 17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Juges de la jeunesse. — Assignation à résidence de jeunes délinquants. — Contrôles effectués par des agents de police. Jeugdrechters. — Huisarrest voor jongeren. — Controles door politieagenten. Les juges de la jeunesse peuvent imposer aux jeunes délinquants à titre de peine de substitution une assignation à résidence qui les contraint à rester chez eux entre 18 heures du soir et 7 heures du matin. Jeugdrechters kunnen jongeren bij wijze van alternatieve straf huisarrest opleggen. Dit komt erop neer dat de gestraften enkele weken niet op straat mogen komen tussen 18.00 u ’s avonds en 07.00 u ’s morgens. Le système existe depuis un certain temps mais ne donne pas satisfaction. Het systeem bestaat al een tijdje, maar werkt niet goed. Les problème réside dans le fait qu’il appartient aux parents de s’assurer que leur enfant respecte l’assignation à résidence. L’absence ou le manque de contrôles fait que l’objectif n’est pas atteint. Het probleem is dat het de ouders zijn die er moeten op toezien dat hun of dochter het huisarrest respecteert. Precies dat toezicht is onbestaande of onvoldoende, zodat de maatregel haar doel voorbij schiet. À Anvers, la police a mis au point un système de contrôle par des agents du respect par les jeunes de l’assignation à résidence. La police ferait de même à Malines et à Renaix. In Antwerpen zette de politie een systeem op waarbij agenten de jongeren met huisarrest thuis controleren. Ook in Mechelen en in Ronse zou de politie deze zaak op zich genomen hebben. 1. Pourriez-vous me faire savoir si ce système est également appliqué à Gand ou s’il y est envisagé ? 1. Kan u meedelen of dit ook in Gent toegepast wordt of tenminste in overweging wordt genomen ? 2. Dans l’affirmative, combien de dossiers ont déjà été traités entre temps à Gand et quel en est le résultat ? 2. Zo ja, hoeveel dossiers werden er ondertussen in Gent reeds afgehandeld en met welk resultaat ? DO 2004200502742 DO 2004200502742 Question no 504 de M. Roel Deseyn du 18 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Vraag nr. 504 van de heer Roel Deseyn van 18 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Mesures pour lutter contre les spywares. D’après une étude de Symantec, société spécialisée dans la sécurité informatique, 76 % des pc belges Maatregelen tegen spyware. Volgens een studie van internetbeveiliger Symantex is 76 % van de Belgische pc’s die op het internet zijn CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10554 connectés à l’Internet sont infectés d’une manière ou d’une autre. 64 % d’entre eux sont victimes d’un spyware classique mais de plus en plus d’ordinateurs font l’objet d’attaques plus graves. Un spyware désigne un petit programme-espion qui s’installe sur le disque dur de sa victime et liste par exemple tous les sites consultés ou affiche des publicités non sollicitées. Souvent, ces programmes augmentent rapidement en nombre et tournent tous en tâche de fond. Ils ralentissent de plus en plus l’ordinateur et génèrent même parfois des crashs. Parmi les spywares les plus « vicieux », il y a notamment les « mouchards », programmes qui enregistrent la frappe au clavier de leur victime et la transmettent à l’auteur du spyware (qui peut ainsi entrer en possession de données confidentielles telles que des numéros de cartes de crédit), et les « numéroteurs », qui demandent au modem de l’ordinateur hôte d’appeler des numéros 0900 à des moments où l’ordinateur n’est pas utilisé. Dans ce dernier cas, on peut retrouver des traces des appels sur le disque dur de 30 % des victimes étudiées. 1. Comment le phénomène des spywares va-t-il évoluer ? 2. a) Combien de plaintes avez-vous enregistrées par mois depuis le début de cette année ? b) Auprès de quels services ? c) Quelles sont les plaintes les plus fréquentes ? 3. a) Quelles mesures avez-vous prises pour enrayer le phénomène ? b) Quelles mesures envisagez-vous pour l’avenir ? c) Quel rôle les pouvoirs publics peuvent-ils jouer ? 4. a) Disposons-nous d’une base légale pour combattre les personnes qui diffusent de tels spywares ? b) Quels en sont les résultats concrets (autrement dit, quelle est l’efficacité de cette base légale pour réduire le phénomène) ? 5. a) Existe-t-il une collaboration internationale en la matière ? b) Quel est le rôle joué par votre cabinet ? aangesloten ergens door besmet. Bij 64 % gaat het om gewone spyware, bij nog meer pc’s is het erger. Met spyware worden kleine programmaatjes bedoeld die zich vastbijten op de harde schijf van hun slachtoffer en van daaruit diens surfgedrag in de gaten houden of ongewenste reclameboodschappen binnenhalen. De programmaatjes in kwestie stapelen zich vaak snel op en draaien allemaal mee op de achtergrond, waardoor de computer trager en trager begint te werken en soms zelfs crasht. DO 2004200503128 DO 2004200503128 Question no 505 de M. Luk Van Biesen du 18 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Infractions au code de la route dans l’agglomération bruxelloise. — Procès-verbaux adressés en français à des néerlandophones. Les Flamands verbalisés pour une infraction au code de la route dans l’agglomération bruxelloise reçoivent Vraag nr. 505 van de heer Luk Van Biesen van 18 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Verkeersovertredingen in de Brusselse agglomeratie. — Franstalige processen-verbaal van Vlamingen. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 Met « ergere » indringers bedoelt men onder meer de programma’s die de toetsaanslagen van hun slachtoffer doorsturen naar diegene die de spyware heeft gemaakt (zodat die achter vertrouwelijke informatie, zoals kredietkaartnummers, kan komen), of op zogenaamde « dialers » die op een onbewaakt moment de modem van het slachtoffer doen bellen naar 0900nummers. Van dat laatste toont 30 % van de onderzochte gebruikers sporen op zijn harde schijf. 1. Wat is de verwachte evolutie van het aantal spyware-gevallen ? 2. a) Hoeveel klachten zijn er, opgesplitst per maand, sinds begin dit jaar binnengekomen ? b) Bij welke diensten ? c) Om welk soort van klachten gaat het vooral ? 3. a) Welke maatregelen heeft u hiertegen ondernomen ? b) Wat overweegt u in de toekomst te ondernemen ? c) Welke rol kan de overheid hierin spelen ? 4. a) Welke wettelijke basis bestaat er om de verspreiders van spyware aan te pakken ? b) Welke effecten heeft dit in de praktijk (met andere woorden : hoe effectief is deze wettelijke basis om het fenomeen terug te dringen) ? 5. a) Welke internationale samenwerking bestaat in deze ? b) Welke rol speelt uw kabinet daarin ? Vlamingen die beboet worden voor een verkeersovertreding in de Brusselse agglomeratie krijgen steeds 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10555 de plus en plus souvent leurs procès-verbaux en français. Lorsqu’ils demandent la traduction en néerlandais, ils doivent préalablement la payer (environ 15 euros). S’ils ne paient pas cette somme, ils sont immédiatement cités à comparaı̂tre devant le tribunal de police, tous les frais de justice étant à leur charge. meer en meer hun boetes toegestuurd in de Franse taal. Wanneer zij dan om een Nederlandstalige vertaling verzoeken, dienen zij eerst de vertaling te betalen (zo’n 15 euro). Indien zij dit bedrag niet betalen, worden zij meteen gedagvaard voor de politierechtbank, alle gerechtskosten ten hunne laste. En vertu de l’article 11 de la loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire, les procès-verbaux relatifs à la constatation de contraventions dans une commune de l’agglomération bruxelloise doivent être rédigés en français ou en néerlandais « selon que celui qui en est l’objet fait usage de l’une ou l’autre de ces langues pour ses déclarations. » Si le procès-verbal est envoyé à un habitant d’une commune flamande, il est dès lors logique que celui-ci reçoive la version néerlandaise de son procèsverbal et non la version française (pour laquelle une traduction payante doit être demandée). Krachtens artikel 11 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken dient een proces-verbaal betreffende de vaststelling van een overtreding in een gemeente van de Brusselse agglomeratie opgesteld worden in het Frans of het Nederlands « naargelang degene die er het voorwerp van uitmaakt ». Indien het proces-verbaal wordt opgestuurd naar een inwoner uit een Vlaamse gemeente dan is het logisch dat deze persoon een Nederlandstalige versie van zijn proces-verbaal toegestuurd krijgt en geen Franstalige (waarvoor dan een betalende vertaling dient aangevraagd te worden). 1. Est-il normal que les Flamands verbalisés dans l’agglomération bruxelloise reçoivent leur procèsverbal en français ? 1. Is het normaal dat Vlamingen, die beboet worden in de Brusselse agglomeratie, een Franstalige versie krijgen van hun proces-verbaal ? 2. Les Flamands doivent-ils payer pour obtenir la traduction d’un procès-verbal dressé à leur charge dans l’agglomération bruxelloise ? 2. Dienen Vlamingen, die een vertaling aanvragen van hun proces-verbaal uit de Brusselse agglomeratie, te betalen voor deze vertaling ? 3. Le maintien de cette pratique n’est-il pas contraire à la loi anti-discrimination (eu égard à l’arrêt de la Cour d’arbitrage du 6 octobre 2004, no157/2004 TBP 2004/10, 637 et suivants) ? 3. Is het aanhouden van deze praktijk in overeenstemming te brengen met de antidiscriminatiewet (gelet op het arrest van het Arbitragehof van 6 oktober 2004, nr. 157/2004 TBP 2004/10, 637 en volgende) ? DO 2004200503142 DO 2004200503142 Question no 506 de M. Mark Verhaegen du 19 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Vraag nr. 506 van de heer Mark Verhaegen van 19 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Autorisations de détenir des armes à feu. — Répartition géographique. — Zones de police. Wapenvergunningen. — Geografische spreiding. — Politiezones. En réponse à ma question no 341 du 30 août 2004 sur le nombre d’autorisations de détenir des armes à feu délivrées récemment, vous m’avez transmis un tableau retraçant l’évolution du nombre d’autorisations dans la zone de police « Zuiderkempen » (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 52, p. 7900). Op mijn vraag nr. 341 van 30 augustus 2004 in verband met het aantal wapenvergunningen dat de jongste tijd wordt afgeleverd, gaf u mij als antwoord een tabel, waarin de evolutie van het aantal wapenvergunningen in de politiezone Zuiderkempen wordt aangetoond (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 52, blz. 7900). Je souhaiterais obtenir un tableau similaire de la répartition et de l’évolution pour toutes les zones de police du pays, tant pour les armes de défense que pour les armes de chasse et de sport. Graag had ik echter een gelijkaardige tabel gekregen met een overzicht van de spreiding en de evolutie voor alle politiezones in het land, zowel voor verweerwapens als voor jacht- en sportwapens. 1. Quelle est la répartition géographique des autorisations de détention d’armes pour toutes les zones de police du pays ? 1. Wat is de geografische spreiding inzake wapenvergunningen voor alle politiezones in het land ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10556 2. a) Quelle a été l’évolution au cours des dernières années ? 2. a) Wat is de evolutie tijdens de jongste jaren ? b) Une tendance est-elle perceptible ? b) Is er een trend merkbaar ? DO 2004200503143 DO 2004200503143 Question no 507 de M. Gerolf Annemans du 19 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Vraag nr. 507 van de heer Gerolf Annemans van 19 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Cabinet. — Nomination d’une personne compétente chargée des cultes, de la politique multiculturelle et de la politique des grandes villes. Kabinet. — Aanstelling van de persoon bevoegd voor de erediensten, de multiculturele politiek en de grote steden-politiek. Des articles de presse rapportent qu’une personne serait employée au sein de votre cabinet dans une « cellule stratégique » où elle s’occuperait des cultes, de la politique multiculturelle et de la politique des grandes villes. Luidens bepaalde artikelen in de pers zou een persoon zijn tewerkgesteld op uw kabinet, meer bepaald in een « cellule stratégique », en bevoegd zijn voor de erediensten, de multiculturele politiek en de grote steden-politiek. 1. Cette information est-elle exacte ? 1. Is deze informatie correct ? 2. De quel grade administratif cette personne estelle revêtue ? 2. Met welke administratieve graad werd de betrokkene aangesteld ? 3. Cette personne travaille-t-elle dans le cabinet à Bruxelles et sur la base de quels aspects de son curriculum vitae avez-vous décidé de la nommer à un poste aussi élevé et aussi important ? 3. Is deze persoon op het kabinet te Brussel tewerkgesteld en welke elementen uit zijn curriculum hebben de minister overtuigd om hem op een zo hoge en belangrijke post aan te stellen ? DO 2004200503152 DO 2004200503152 Question no 508 de M. Guido Tastenhoye du 19 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Vraag nr. 508 van de heer Guido Tastenhoye van 19 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Déclarations du procureur d’Anvers au sujet de la menace terroriste sous-estimée à Anvers. Verklaringen van de Antwerpse procureur aangaande de onderschatte terreurdreiging in Antwerpen. Le procureur d’Anvers, M. Bart Van Lijsebeth, a déclaré dans une interview à la « Gazet van Antwerpen » du 18 décembre 2004 qu’en comparaison de Bruxelles, de Liège et de Charleroi, Anvers dispose de beaucoup trop peu d’enquêteurs antiterroristes alors que la menace y est réelle. En effet, le gouvernement a attribué à Charleroi et à Liège autant d’enquêteurs fédéraux supplémentaires qu’à Anvers, c’est-à-dire cinq (trente à Bruxelles !) alors qu’à l’inverse d’Anvers, Charleroi ne possède, par exemple, pas de port d’importance mondiale, ne soit pas un centre diamantaire mondial, n’ait pas de grand quartier juif ni de grande communauté allochtone d’origine islamique, ni de centrale nucléaire à sa périphérie. De procureur van Antwerpen, de heer Bart Van Lijsebeth, heeft in een interview in Gazet van Antwerpen van 18 december 2004, gezegd dat Antwerpen veel te weinig antiterrorismespeurders heeft in vergelijking met Brussel, Luik en Charleroi, hoewel de terreurdreiging in Antwerpen reëel is. Er zijn met name door de regering evenveel bijkomende federale rechercheurs toegewezen aan Charleroi en Luik als aan Antwerpen, namelijk vijf (en dertig aan Brussel !), hoewel bijvoorbeeld Charleroi geen wereldhaven heeft, geen wereldcentrum is van diamant, geen grote joodse wijk heeft, geen grote allochtone gemeenschap van islamitische afkomst heeft en ook geen kerncentrale aan haar stadsgrens, zoals dat voor Antwerpen wel het geval is. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10557 1. Pourquoi Anvers ne reçoit-elle que cinq enquêteurs antiterroristes supplémentaires alors qu’elle aurait dû en recevoir au moins quinze, voire vingt ? 1. Kan u meedelen waarom Antwerpen slechts vijf bijkomende antiterrorismespeurders krijgt, terwijl dat er minstens vijftien tot twintig zouden moeten zijn ? 2. Avez-vous déjà pris des mesures, ou en préparezvous, pour augmenter sensiblement le nombre d’enquêteurs antiterroristes à Anvers ? Dans la négative, pourquoi ? 2. Heeft u al maatregelen genomen of in voorbereiding om het aantal antiterrorismespeurders in Antwerpen in de toekomst gevoelig op te trekken, en zo neen, waarom niet ? Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financiën DO 2004200503062 DO 2004200503062 Question no 590 de M. Koen T’Sijen du 13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 590 van de heer Koen T’Sijen van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : Définition des camionnettes et directive à ce sujet. — État de la question. Definitie van lichte vrachtwagens en de richtlijn hierover. — Stand van zaken. Deux types d’actions ont été entreprises pour annuler l’avantage fiscal des SUV (sport utility vehicles) : Er is op twee manieren actie ondernomen om het fiscaal voordeel van SUV’s (sport utility vehicles) teniet te doen : A) l’utilisation d’un véhicule de société à des fins privées est soumise à des cotisations de sécurité sociale qui dépendent des émissions de CO2 du véhicule; A) de sociale zekerheidsbijdragen op het gebruik van een bedrijfswagen voor privé-gebruik wordt ingevoerd en afhankelijk gemaakt van het CO2-gehalte van de wagen; B) le SPF Finances va redéfinir les camionnettes et rédiger une directive qui mettra un terme à la pratique des fausses camionnettes (achetées sans sièges mais livrées avec sièges). B) de FOD Financiën werkt aan een definitie en richtlijn van lichte vrachtwagens die de praktijk van valse lichte vrachtwagens (gekocht zonder zetels maar geleverd met zetels) zou onmogelijk maken. 1. Où en est cette définition et la directive sur les camionnettes est-elle prête ? 1. Wat is de stand van zaken betreffende deze definitie en richtlijn van lichte vrachtwagens ? 2. Le texte a-t-il déjà été rédigé ? 2. Zijn deze reeds uitgewerkt 3. Quelle est la teneur précise de la définition et de la directive ? 3. Wat is de preciese inhoud van de definitie en de richtlijn ? DO 2004200503076 DO 2004200503076 Question no 591 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 591 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : Mesures possibles pour les entreprises en cas de concurrence déloyale dans le cadre de la TVA. Mogelijke maatregelen voor ondernemingen bij oneerlijke concurrentie via de BTW. Supposons le cas suivant. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE Veronderstel de volgende casus. 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1334 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10558 Une PME installe des chambres froides professionnelles et des cuisines. Lorsqu’elle le fait pour des entreprises commerciales, comme les restaurants et les hôtels, il ne se pose aucun problème. Elle fixe son prix et y ajoute les 21 % de TVA. Le client paye et récupère la TVA. Toutefois, elle se retrouve en situation de concurrence déloyale en matière de TVA lorsqu’elle doit installer une chambre froide dans une institution non assujettie à la TVA, comme une école, chose fréquente à l’heure actuelle puisque les écoles doivent également se conformer aux normes HACCP. Les entreprises de restauration qui contactent les écoles font en effet leurs propres propositions. Si elles installent des cuisines au même prix que les PME, les écoles ne doivent pas régler la facture immédiatement et le coût de l’installation est répercuté dans le prix des repas préparés par les écoles. La TVA pour un repas est de 6 % au lieu des 21 %. J’ai procédé à la simulation chiffrée suivante : — Une PME vend une chambre froide professionnelle à 50 000 euros + 21 % de TVA. L’école paye donc 60 500 euros et ne récupère pas la TVA. — Un gros traiteur installe une chambre froide dans une école et incorpore les 50 000 euros dans le prix des repas. Dans l’hypothèse où sont servis 250 repas par jour à raison de 160 jours par an, la chambre froide est amortie en 5 ans moyennant une majoration de 0,25 centimes d’euro par repas. Concrètement, l’école paye donc 0,25 × 250 × 160 × 5 = 53 000 euros parce qu’elle ne récupère pas la TVA. Par conséquent, l’école récupère dans le cas qui nous occupe 7.500 euros sur la même chambre froide. La PME subit ainsi une concurrence déloyale non pas en raison du prix mais par le biais de la TVA. Aucun contrôleur ne va en outre se rendre compte de l’augmentation des repas de 0,25 centimes d’euro. 1. Admettez-vous qu’une PME subit ainsi une concurrence déloyale ? 2. Que peut faire une PME en pareille situation ? 3. Le gouvernement peut-il prendre des mesures pour lutter contre cette forme de concurrence déloyale ? Een KMO richt professionele koelcellen en keukens in. Wanneer hij dit doet voor commerciële ondernemingen, zoals restaurants en hotels, doet zich geen probleem voor. Hij maakt zijn prijs en doet er 21 % BTW bij. De klant betaalt en recupereert de BTW. DO 2004200503085 DO 2004200503085 Question no 592 de Mme Zoé Genot du 14 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Prêts d’État à État octroyés par le gouvernement depuis juillet 2003. Ma question concerne les prêts d’État à État octroyés par le gouvernement depuis juillet 2003. Vraag nr. 592 van mevrouw Zoé Genot van 14 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : Sinds juli 2003 door de regering toegekende leningen van Staat tot Staat. Mijn vraag betreft de leningen van Staat tot Staat die de regering sinds juli 2003 heeft toegekend. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 Wanneer de KMO echter een koelcel wil plaatsen bij een niet BTW-plichtige instelling zoals een school, wat momenteel veel gebeurt gezien de scholen ook in orde moeten zijn met de HACCP-normen, komt de KMO in een situatie van oneerlijke concurrentie terecht. De grote cateringbedrijven contacteren immers de scholen met een eigen voorstel. Ze stellen voor om de keuken voor dezelfde prijs als van de KMO te plaatsen, maar de scholen moeten de keuken niet rechtstreeks betalen. Ze rekenen de prijs door via een hogere prijs van de bereide maaltijden. Het BTWtarief voor een maaltijd is 6 % in plaats van 21 %. Ik maakte de volgende fictieve berekening : — Een KMO verkoopt een professionele koelcel voor 50 000 euro + 21 % BTW. De school betaalt dus 60 500 euro en recupereert de BTW niet. — Een grote cateraar plaatst een koelcel in een school en rekent de prijs van 50 000 euro door via de meerprijs van de maaltijden. Stel nu : 250 maaltijden per dag, 160 dagen per jaar en de koelcel wordt afgeschreven op 5 jaar, wat een meerprijs met zich meebrengt van 0,25 eurocent per maaltijd. De school betaalt dus in concreto 0,25 × 250 × 160 × 5 = 53 000 euro omdat ze ook hier de BTW niet recupereert. De conclusie is dat de school hier dus 7.500 euro profiteert voor dezelfde koelcel. De KMO wordt in deze situatie deloyaal beconcurreerd, niet via de prijs maar via de BTW. Geen enkele controleur zal bovendien de stijging van de maaltijden met 0,25 eurocent per maaltijd opmerken. 1. Erkent u dat een KMO op deze manier in een situatie van oneerlijke concurrentie terecht komt ? 2. Wat kan een KMO hiertegen ondernemen ? 3. Zijn er vanuit de overheid maatregelen nodig om deze oneerlijke concurrentie tegen te gaan ? 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10559 1. Pour quels dossiers des prêts ont-ils été octroyés ? 1. In het kader van welke dossiers werden leningen toegekend ? 2. Pourriez-vous donner par dossier la date de la décision du Conseil des ministres, le montant en cours, les conditions de prêt, le nom du pays ainsi qu’une courte description du projet ? 2. Kan u me per dossier de volgende gegevens meedelen : de datum van de beslissing van de Ministerraad, het bedrag van de lopende leningen, de voorwaarden waaronder deze leningen werden toegekend evenals de naam van het land en een korte beschrijving van het project ? 3. Quels sont les normes et critères nationaux et internationaux qui ont été utilisés pour évaluer le projet ? 3. Volgens welke nationale en internationale criteria en normen werden de projecten geëvalueerd ? 4. a) Pour lesquels parmi ces projets une étude d’incidence a-t-elle été réalisée ? 4. a) Voor welke projecten werd een effectenstudie opgesteld ? b) De quelle manière le gouvernement en a-t-il tenu compte ? b) In welke mate heeft de regering met deze studies rekening gehouden ? DO 2004200503086 DO 2004200503086 Question no 593 de M. Gerolf Annemans du 14 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 593 van de heer Gerolf Annemans van 14 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : Traitement administratif des réclamations en matière de contributions directes. Administratieve behandeling van bezwaarschriften inzake directe belastingen. Au fil des ans, le retard dans le traitement des réclamations en matière de contributions directes n’a cessé d’augmenter. Malgré les efforts importants consentis pour résorber ce retard historique, le nombre de réclamations en souffrance reste considérable (fin 2002, il s’élevait encore à 138 486). In de loop der jaren was de achterstand bij de behandeling van bezwaarschriften inzake directe belastingen steeds toegenomen. Ondanks de grote inspanningen die werden geleverd om deze oude achterstand weg te werken, blijft het aantal bezwaarschriften aan de hoge kant (eind 2002 waren het er nog 138 486). Il est évident que le droit du contribuable de connaı̂tre la position de l’administration dans le délai légal de six mois (neuf mois lorsqu’il s’agit d’une taxation d’office) n’est pas garanti dans la pratique. Het is duidelijk dat het recht van de belastingplichtige om binnen de wettelijke termijn van zes maanden (negen maanden bij aanslag van ambtswege) het administratieve standpunt te kennen in de praktijk niet wordt gewaarborgd. 1. a) Pouvez-vous nous fournir des chiffres récents concernant le nombre de réclamations ? 1. a) Kan u ons actuele cijfers verschaffen over het huidige aantal bezwaarschriften ? b) Quelle est la répartition de ce nombre entre dossiers de plus de six/neuf mois et par groupe linguistique (néerlandais, français et allemand) ? b) Kan u hierin ook de opsplitsing maken van dossiers die meer dan zes/negen maanden oud zijn alsook een opsplitsting per taalgroep (Nederlands, Frans en Duits) ? 2. La Cour des comptes a fait quelques suggestions à ce sujet dans son 161e cahier : 2. Het Rekenhof maakte in zijn 161e boek enkele suggesties terzake : a) poursuivre le développement d’un système de suivi des dossiers qui soit performant, cohérent, intégré et automatique; a) de verdere ontwikkeling van een performant, coherent, geı̈ntegreerd en automatisch dossieropvolgingssysteem; b) poursuivre le développement d’une banque de données relative au contenu des réclamations, des décisions administratives et des décisions judiciaires; b) de verdere ontwikkeling van een database over de inhoud van de bezwaren van de administartieve beslissingen en van de gerechtelijke; CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10560 c) poursuivre l’activation du changement des mentalités et de la responsabilisation des services de taxation et du contentieux; c) de verdere stimulering van de mentaliteitsverandering en van de responsabilisering van de taxatiediensten en geschillendiensten; d) simplifier au maximum les méthodes de travail (principalement en ce qui concerne les dossiers de l’ISI qui font l’objet de procédures lourdes et fastidieuses),en évitant les doubles emplois et la dispersion des moyens; d) de maximale vereenvoudiging van de werkmethodes (voornamelijk voor de BBI-dossiers waarvoor zware en tijdrovende procedures gelden) en het vermijden van dubbel werk en de versnippering van middelen; e) poursuivre la mise au point et la mise en œuvre de critères et des ratios de mesure des performances afin de pouvoir évaluer adéquatement le rendement des services de taxation et du contentieux. e) het verder uitbouwen en implementeren van prestatiemetingscriteria en -ratio’s om het rendement van de taxatie- en geschillendiensten adequaat te kunnen beoordelen. Envisagez-vous d’intégrer les observations de la Cour des comptes dans la politique et si oui, de quelle manière comptez-vous procéder ? Overweegt u de opmerkingen van het Rekenhof in het beleid te verwerken en zo ja, op welke manier denkt u deze dan verwezenlijken ? DO 2004200503087 DO 2004200503087 Question no 594 de M. Guido De Padt du 14 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 594 van de heer Guido De Padt van 14 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : Communes. — Précompte professionnel sur les salaires. — Paiements tardifs. Gemeenten. — Bedrijfsvoorheffing op lonen. — Laattijdige betalingen. Les reversements tardifs de la part communale dans les impôts fédéraux et le report du paiement d’avances, notamment par les pouvoirs publics flamands, mettent les communes dans une situation financière délicate. Les communes manquent de moyens pour assurer leur propre fonctionnement et en plus, elles ne reçoivent pas toujours au bon moment les ressources financières devant leur permettre d’honorer leurs obligations financières. Elles doivent donc régulièrement recourir aux avances de trésorerie. Door de laattijdige doorstortingen van het gemeentelijke aandeel in de federale belastingen en door het uitstellen van onder meer de betaling van voorschotten door de Vlaamse Overheid komen de gemeenten niet alleen in moeilijke papieren ten aanzien van hun eigen werking, maar zijn de nodige financiële middelen ook niet altijd op het gepaste ogenblik voorhanden om aan de financiële verplichtingen tegemoet te komen. Er moet dan ook regelmatig een beroep worden gedaan op thesaurievoorstellen. D’autre part, il arrive également qu’en raison de ces manquements des autorités supérieures, les communes ne soient pas en mesure de leur reverser dans les délais les précomptes professionnels qu’elles doivent sur les salaires de leur personnel. On constate alors que les communes se voient également imposer des amendes administratives et des intérêts de retard. Le ministère des Finances est lui-même en défaut de reverser dans les délais et à intervalles réguliers les sommes dues aux communes mais n’hésite pas à les sanctionner si ces retards les empêchent d’honorer à temps leurs obligations vis-à-vis du département des Finances (versement ponctuel des précomptes professionnels). Het gebeurt ook dat de gemeenten door die tekortkomingen van hogere overheden niet in staat zijn om tijdig de aan de hogere overheid verschuldigde bedrijfsvoorheffingen op de door hen uitbetaalde lonen door te storten. Vastgesteld wordt dat daarbij ook administratieve boetes worden opgelegd en nalatigheidsintresten worden aangerekend. Het ministerie van Financiën blijft zelf in gebreke om de aan de gemeenten verschuldigde bedragen tijdig en regelmatig door te storten, maar sanctioneert anderzijds wel de gemeenten wanneer deze door deze niet-tijdige en onregelmatige doorstortingen, in de problemen komen om aan hun verplichtingen (tijdige storting bedrijfsvoorheffingen) ten aanzien van het departement Financiën te voldoen. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10561 1. Pouvez-vous fournir les précisions suivantes pour les années 2001, 2002, 2003 et 2004 : 1. Kan u voor de jaren 2001, 2002, 2003 en 2004 meedelen : a) combien de communes n’ont pas payé dans les délais au ministère des Finances le précompte professionnel dû sur les salaires et à concurrence de quels montants ? a) hoeveel gemeenten en voor welke bedragen, de bedrijfsvoorheffing op de lonen niet tijdig hebben betaald aan het ministerie van Financiën; b) combien de communes ont de ce fait dû payer des intérêts de retard et à concurrence de quels montants ? b) hoeveel gemeenten en voor welke bedragen, dientengevolge nalatigheidsintresten hebben moeten betalen; c) combien de communes ont pu obtenir (de la part du directeur régional ou du tribunal) une dispense du paiement des intérêts de retard et à concurrence de quels montants ? c) hoeveel gemeenten en voor welke bedragen, kwijtschelding (door de gewestelijke directeur of door de rechtbank) hebben bekomen van betaling van nalatigheidsintresten ? 2. Ne pensez-vous pas qu’il serait plus équitable et raisonnable que les communes soient dispensées du paiement d’amendes et d’intérêts de retard sur le versement tardif des précomptes professionnels si elles peuvent démontrer que ces retards sont dus aux versements tardifs d’impôts ou autres transferts dus par les autorités supérieures ? 2. Acht u het niet billijk en redelijk dat gemeenten geen boetes en nalatigheidsintresten moeten betalen op de niet-tijdige doorstorting van bedrijfsvoorheffingen wanneer kan worden aangetoond dat dit te wijten is aan laattijdige doorstortingen van belastingen of andere door de hogere overheden verschuldigde overdrachten ? DO 2004200503088 DO 2004200503088 Question no 595 de Mme Nathalie Muylle du 14 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 595 van mevrouw Nathalie Muylle van 14 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : Taxation fiscale des projets de développement naturel. Fiscale taxatie van natuurinrichtingsplannen. Dans le cadre des projets de développement naturel (comme celui de l’Uitkerkse Polder et des Meetkerkse Mœren), les agriculteurs percevront une compensation unique pour les dommages d’exploitation engendrés (augmentation du niveau de l’eau). Ces projets de développement naturel se sont concrétisés en 2004. Des compensations uniques sont également fixées par parcelle pour les utilisateurs et les propriétaires. Ces compensations seront sans doute payées à partir de 2005. Il s’agit de montants uniques qui font l’objet de calculs complexes et qui compensent en une fois le préjudice subi sur plusieurs années p.ex. en raison d’un manque à gagner, d’une diminution de la valeur foncière, etc. Les projets de développement naturel Uitkerkse Polder et Meetkerkse Mœren servent de projets pilotes pour les développements futurs. In het kader van natuurinrichtingsplannen (onder andere in de Uitkerkse Polder en de Meetkerkse Moeren) zullen landbouwers eenmalig gecompenseerd worden voor de schade die deze plannen (verhoging van het waterpeil) hebben op hun bedrijfsvoering. Deze natuurinrichtingsplannen kregen vorm in 2004. Tegelijk worden hierin eenmalige vergoedingen voor gebruikers en eigenaars vastgelegd per perceel. Deze vergoedingen zullen mogelijk vanaf 2005 worden uitbetaald. Het gaat over eenmalige bedragen die via ingewikkelde berekening de schade voor opbrengstverliezen, grondwaardeverlies enzovoort compenseren over de verschillende jaren. De natuurinrichtingsplannen Uitkerkse Polder en Meetkerkse Moeren dienen als pilootprojecten voor verdere projecten. Il est clair que le résultat net ne pourra être évalué qu’après avoir constaté réellement ce qui subsiste de la compensation. Het is duidelijk dat het netto resultaat naar deze vergoeding maar kan worden ingeschat wanneer men werklijk ziet wat men overhoudt van de compensatie. 1. Comment cette compensation unique (qui compense un préjudice s’étalant sur plusieurs années) sera-t-elle imposée dans la déclaration fiscale des agriculteurs ? 1. Hoe zal deze eenmalige vergoeding (die een vergoeding is van schade over verschillende jaren) worden getaxeerd in de fiscale aangifte van de landbouwers ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10562 2. Cette nouvelle situation pourra-t-elle entraı̂ner une révision du revenu cadastral (R.C.) des parcelles agricoles concernées ? 2. Kan deze nieuwe situatie aanleiding geven tot herziening van het kadastraal inkomen (K.I.) van deze landbouwpercelen ? DO 2004200503095 DO 2004200503095 Question no 596 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 17 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 596 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : Service des créances alimentaires. Dienst voor Alimentatievorderingen. Votre réponse à ma question no 495 du 5 octobre 2004 par le biais de laquelle je vous demandais des chiffres relatifs au Service des créances alimentaires (SCA), suscite d’autres interrogations (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 52, p. 7939). Uw antwoord op mijn vraag nr. 495 van 5 oktober 2004, waarin ik u vroeg naar cijfers in verband met de Dienst voor Alimentatievorderingen (DAVO) doet bijkomende vragen rijzen (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 52, blz. 7939). Vous m’aviez répondu que la gestion de ce service incombe aux 31 inspecteurs principaux de ces bureaux. Dans chacun de ceux-ci, le chef de service et un agent ont suivi la formation spécifique à cette nouvelle tâche. Dans votre réponse, vous indiquiez également le nombre de collaborateurs qui ont été ajoutés à ces bureaux locaux, spécifiquement pour le Service des créances alimentaires. Ces agents sont chargés de l’accueil des demandeurs, de l’examen des dossiers et de la perception et du recouvrement des créances alimentaires et des arriérés de celles-ci. U meldde mij dat het beheer van deze Dienst berust bij de 31 eerstaanwezend inspecteurs van die kantoren. In elk van deze kantoren heeft het diensthoofd en een medewerker de specifieke opleiding betreffende deze nieuwe taak gevolgd. Hoeveel medewerkers per kantoor toegevoegd werden aan de lokale kantoren om de specifieke taken van de Dienst voor alimentatievorderingen uit te voeren, deelde u in dit antwoord ook mee. Deze personeelsleden ontvangen de aanvragers, onderzoeken de dossiers en zijn belast met de inning en de invordering van het onderhoudsgeld en de achterstallen ervan. 1. a) Depuis la création du service, combien de demandes ont-elles été introduites au total pour l’ensemble de la Belgique (au 31 décembre 2004) ? 1. a) Hoeveel aanvragen werden intussen (op datum van 31 december 2004) in totaal ingediend in heel België ? b) Parmi ces demandes, combien ont-elles été introduites respectivement en Flandre, en Wallonie et dans la Région de Bruxelles-capitale ? b) Hoeveel van deze aanvragen werden ingediend in Vlaanderen, hoeveel in Wallonië en hoeveel in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest ? c) Quel est le nombre de demandes introduites pour chaque bureau (il y en a trente) où l’on peut remettre le formulaire de demande et obtenir de l’aide ? c) Hoeveel aanvragen werden ingediend per kantoor (er zijn er dertig) waar het aanvraagformulier kan ingediend worden en waar men bijstand kan verkrijgen ? 2. Les agents du SCA sont chargés de l’accueil des demandeurs, de l’examen des dossiers et de la perception et du recouvrement des créances alimentaires et des arriérés de celles-ci. 2. De personeelsleden van DAVO ontvangen de aanvragers, onderzoeken de dossiers en zijn belast met de inning en de invordering van het onderhoudsgeld en de achterstallen ervan. a) Comment se déroule précisément la procédure de recouvrement proprement dit ? a) Hoe verloopt de procedure van effectieve invordering precies ? b) Quels sont les intermédiaires qui participent au recouvrement et de quelle manière ? b) Welke tussenpersonen helpen mee aan de invordering en op welke manier ? 3. a) Dans combien de dossiers des créances alimentaires ou des arriérés de créances alimentaires ont-ils déjà été récupérés ? 3. a) In hoeveel dossiers werd intussen al onderhoudsgeld of achterstal van onderhoudsgeld ingevorderd ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10563 b) Quel était le montant total des recouvrements effectivement réalisés au 31 décembre 2004 ? b) Voor welk bedrag werd op 31 december 2004 effectief ingevorderd ? DO 2004200503096 DO 2004200503096 Question no 597 de Mme Annelies Storms du 17 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 597 van mevrouw Annelies Storms van 17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : Déroulement des travaux de construction du palais de justice de Gand. Verloop van de bouw van het gerechtsgebouw te Gent. Les travaux de construction du nouveau palais de justice de Gand ont commencé en 2003. La phase du gros-œuvre devait s’ouvrir en juin 2003 et se terminer en mars 2005. La phase de la fermeture de la façade était prévue pour décembre 2004 et devait se clôturer en septembre 2005. In 2003 startten de werken voor de bouw van het nieuwe gerechtshof te Gent. De fase van de ruwbouw zou aanvatten in juni 2003 en zou afgerond worden in maart 2005. Vanaf december 2004 zou ook de fase van de gevelsluiting starten, waarvan het einde gepland is in september 2005. 1. a) Le calendrier fixé pour ces différentes phases serat-il respecté ? 1. a) Zal de vooropgestelde timing in deze fases gehaald worden ? b) Dans la négative, pour quelles raisons ? b) Zo niet, wat zijn hiervan de redenen ? c) L’exécution des autres phases de la construction (installations techniques, parachèvement intérieur et aménagement des abords) s’en trouvera-t-elle retardée ? c) Lopen de andere bouwfases (technische installaties, binnenafwerking en omgevingswerken) hierdoor vertraging op ? d) Dans l’affirmative, de combien de temps ? d) Zo ja, hoeveel ? 2. a) D’autres retards ont-ils été encourus ? 2. a) Zijn er op nog andere vlakken vertragingen opgelopen ? b) Quelle en est la cause ? b) Waar zijn deze aan te wijten ? c) La date de la réception provisoire, prévue pour le mois d’août 2006, est-elle remise en question ? c) Komt de datum van voorlopige oplevering in augustus 2006 hierbij in het gedrang ? 3. a) Des travaux supplémentaires sont-ils déjà prévues ? Dans l’affirmative, lesquels et pourquoi ? 3. a) Zijn er reeds meerwerken gepland en, zo ja, welke en wat is de reden ? b) Quel en est le coût ? b) Hoeveel bedraagt de kostprijs hiervan ? 4. À combien s’élève actuellement le coût des travaux de construction du palais de justice de Gand ? Pourriez-vous m’en fournir le détail ? 4. Hoeveel bedraagt op dit moment de kostprijs voor de bouwwerken ? Graag een overzicht hoe deze prijs bereikt wordt. 5. Les services judiciaires de Gand sont actuellement logés dans sept bâtiments différents. Qu’adviendra-t-il de ces bâtiments après le transfert vers le nouveau palais de justice ? 5. Vandaag zijn de gerechtelijke diensten in Gent over zeven locaties verspreid. Wat zal er gebeuren met deze gebouwen bij verhuis naar het nieuwe gerechtsgebouw ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10564 DO 2004200503097 DO 2004200503097 Question no 598 de Mme Annelies Storms du 17 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 598 van mevrouw Annelies Storms van 17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : Régie des Bâtiments. — Blocage des GSM dans les prisons. Regie der Gebouwen. — GSM-blokkering in de gevangenissen. La ministre de la Justice, Mme Onkelinx, a déclaré il y a quelques mois que le projet-pilote mené dans la prison d’Andenne pour brouiller les ondes GSM était un succès. Ce projet-pilote avait été mis en œuvre avec la collaboration de la Régie des bâtiments. La ministre avait alors exprimé l’intention d’étendre ce système à toutes les prisons belges. Minister van Justitie Onkelinx verklaarde enkele maanden geleden dat het proefproject in de gevangenis van Andenne om GSM-verkeer te verstoren een succes was. Dit proefproject werd opgezet in samenwerking met de Regie der Gebouwen. De minister kondigde aan dat het haar intentie was om dit systeem uit te breiden naar alle Belgische gevangenissen. 1. À combien se sont élevés les coûts de ce projetpilote ? 1. Hoeveel bedroeg de kostprijs van dit proefproject ? 2. La ministre de la Justice a annoncé que la décision de placer d’autres installations de ce type dépendrait des moyens budgétaires de la Régie des Bâtiments. 2. De minister van Justitie verklaarde dat het van de budgettaire mogelijkheden van de Regie der Gebouwen afhangt of er dergelijke bijkomende installaties geplaatst zullen worden. a) La Régie des bâtiments a-t-elle prévu un budget à cet effet ? a) Heeft de Regie der Gebouwen hiervoor in een budget voorzien ? b) Si oui, à combien s’élève ce budget ? Si non, envisagez-vous de dégager des fonds à cet effet à l’avenir ? b) Zo ja, hoeveel bedraagt dit budget en zo neen, overweegt u om hiervoor in de toekomst wel middelen uit te trekken ? 3. a) De tels systèmes vont-ils être placés dans les autres prisons belges ? 3. a) Zullen er in de andere Belgische gevangenissen dergelijke systemen geplaatst worden ? b) Si oui, dans quel délai ? b) Zo ja, binnen welk tijdsbestek zal dit gebeuren ? c) Quelles vont être équipées prioritairement de ce système ? c) Welke gevangenissen komen prioritair in aanmerking om uitgerust te worden met een dergelijk systeem ? d) Qu’en coûterait-il d’équiper de la sorte toutes les prisons belges ? d) Hoeveel bedraagt de geplande kostprijs om alle Belgische gevangenissen hiermee uit te rusten ? 4. a) La nouvelle prison de Hasselt sera-t-elle déjà dotée de ce système de brouillage des ondes GSM ? 4. a) Zal deze verstoorder van GSM-verkeer reeds beschikbaar zijn in de nieuwe gevangenis van Hasselt ? b) Si non, pourquoi ? b) Indien niet, waarom niet ? DO 2004200503119 DO 2004200503119 Question no 601 de M. Luk Van Biesen du 18 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 601 van de heer Luk Van Biesen van 18 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : Dépôt des formulaires de déclaration. — Fermeture du service de taxation. — Bonne administration. Afgifte aangifteformulieren. — Sluiting taxatiedienst. — Behoorlijk bestuur. A. De nombreux contribuables remettent leur formulaire de déclaration le dernier jour (par exemple A. Vele aangifteformulieren worden door de belastingplichtige op hun laatst nuttige dag (bijvoorbeeld CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10565 le 31 décembre) — durant les heures d’ouverture — au service de taxation du ressort de la commune où ils ont leur domicile fiscal. 5. Quel pourcentage des déclarations sont encore déposées au plus tard le 31 décembre ? 31 december) — tijdens kantooruren — bezorgd aan betrokken taxatiedienst die bevoegd is voor de gemeente waar de belastingplichtige zijn fiscale woonplaats heeft. Deze taxatiediensten blijken echter meestal gesloten te zijn in de periode tussen Kerst en Nieuwjaar, dit uiteraard met uitzondering van het onthaal, inclusief receptionist. Gelet op de zware gevolgen van een eventuele laattijdige of verdwenen aangifte (aanslag van ambtswege binnen aanslagtermijn van drie jaar, administratieve geldboetes), doet men er goed aan om de onthaalbediende van de taxatiedienst te laten aftekenen voor ontvangst. Doch, vele onthaalbedienden delen bij ontvangst van een aangifte op geı̈nstrueerde wijze mede : « Wij kunnen onmogelijk documenten aftekenen wanneer de betreffende diensten gesloten zijn. Stel u voor dat deze nadien verloren gaan. Wie is er dan verantwoordelijk ? ». Dit antwoord geeft meteen de essentie van het verzoek tot aftekenen voor ontvangst weer. B. Ook buiten kantooruren deponeren belastingplichtigen hun aangifte op de laatst nuttige dag in de brievenbus van de betrokken taxatiedienst. Andere belastingplichtigen die hetzelfde willen doen dienen vast te stellen dat de brievenbus dichtgeplakt werd. Van een bewijs tot afgifte is al helemaal geen sprake meer. Vanaf wanneer is de aangifte effectief laattijdig ? 1. Op welke wijze is de hoger vermelde houding nog in overeenstemming te brengen met de « continuı̈teit van de openbare dienst » of de « beginselen van behoorlijk bestuur » ? 2. Op welke wijze kan de belastingplichtige zekerheid/bewijs krijgen dat zijn aangifte tijdig werd ingediend ? 3. Kunnen aangiften eenvoudigweg — buiten de kantooruren -gedeponeerd worden in de brievenbus van de taxatiediensten ? 4. Bestaan er duidelijke richtlijnen betreffende de wijze van indiening van aangifteformulieren op de laatste dag alsook betreffende het verkrijgen van enig bewijs tot afgifte ? 5. Hoe groot is het percentage van aangiften dat nog uiterlijk op 31 december wordt ingediend ? DO 2004200503136 DO 2004200503136 Question no 603 de M. Dirk Van der Maelen du 18 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Taxation du pécule de vacances des ouvriers prépensionnés. — Arrêt de la Cour d’arbitrage. Le 22 juin 2004, vous avez répondu en commission des Finances à une question orale de Mme Camille Vraag nr. 603 van de heer Dirk Van der Maelen van 18 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : Belasting op het vakantiegeld van bruggepensioneerde arbeiders. — Arrest Arbitragehof. Op 22 juni 2004 heeft u in de commissie voor de Financiën op een mondelinge vraag van mevrouw Toutefois, ces services sont généralement fermés entre Nœ̈l et Nouvel An, à l’exception naturellement de l’accueil, assuré par un réceptionniste. Le dépôt tardif ou la disparition d’une déclaration étant lourd de conséquences (taxation d’office dans un délai d’imposition de trois ans, amendes administratives), le contribuable a tout intérêt à demander au réceptionniste du service de taxation de signer la copie pour réception. Mais de nombreux réceptionnistes ont reçu des instructions précises et répondent qu’ils sont dans l’impossibilité de signer des documents pour réception lorsque les services concernés sont fermés parce que, en cas de perte, la responsabilité serait difficile à établir. Ceci montre tout l’intérêt de faire signer la copie pour réception. B. Des contribuables déposent aussi leur déclaration le dernier jour mais en dehors des heures de bureau, dans la boı̂te aux lettres du service de taxation compétent. Dans certains services, la boı̂te aux lettres est volontairement obturée. Il n’est plus question d’obtenir un accusé de réception. À partir de quand la déclaration est-elle considérée comme tardive ? 1. Dans quelle mesure l’attitude ci-dessus est-elle encore compatible avec la notion de continuité du service public ou avec les principes de bonne administration ? 2. Comment le contribuable peut-il avoir la certitude/la preuve que sa déclaration a été déposée dans les délais ? 3. Le contribuable peut-il se contenter de déposer sa déclaration -en dehors des heures d’ouverture — dans la boı̂te aux lettres des services de taxation ? 4. L’administration a-t-elle arrêté des directives précises concernant le dépôt des formulaires de déclaration le dernier jour et l’obtention d’un récépissé ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1335 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10566 Dieu sur les conséquences de l’arrêt numéro 185/2002 de la Cour d’arbitrage relatif à la taxation du pécule de vacances des ouvriers prépensionnés, que vous n’aviez pas connaissance de contribuables qui n’auraient pu faire valoir leurs droits à la suite dudit arrêt. Vous avez précisé que si de tels cas devaient se manifester, vous les feriez examiner (question no 3198, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission des Finances, 22 juin 2004, COM 303, p. 26). Camille Dieu naar de gevolgen van arrest nummer 185/2002 van het Arbitragehof voor de belasting op het vakantiegeld van bruggepensioneerde arbeiders geantwoord dat u geen gevallen van belastingplichtigen kent die ingevolge het genoemde arrest geen aanspraak konden maken op hun rechten. Indien die er toch zijn, zou u ze laten onderzoeken (vraag nr. 3198, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie Financiën, 22 juni 2004, COM 303, blz. 26). Dans ma lettre du 26 novembre 2004, je vous ai communiqué les noms et adresses d’une vingtaine de cas individuels de Flandre occidentale dont j’ai eu connaissance et qui ont à mon avis subi une discrimination en raison de la procédure choisie en exécution d’un arrêt de la Cour d’arbitrage. Comme ma liste se limitait à des cas de Flandre occidentale dont j’ai eu connaissance, il faut s’attendre à ce que les contribuables concernés soient en réalité beaucoup plus nombreux. In mijn schrijven van 26 november 2004 heb ik u de namen en de adressen van een twintigtal individuele gevallen uit West-Vlaanderen gegeven die me bekend zijn en die naar mijn mening gediscrimineerd worden omwille van de gekozen procedure in uitvoering van een arrest van het Arbitragehof. Gezien deze lijst zich enkel beperkte tot door mij gekende gevallen in WestVlaanderen, mag aangenomen worden dat het in werkelijkheid om een veelvoud gaat. Dans ma lettre, je vous ai demandé d’examiner ces cas individuels et de veiller à ce que ces ouvriers puissent encore bénéficier des conséquences de l’arrêt de la Cour d’arbitrage. Ik heb u in mijn schrijven gevraagd deze individuele gevallen te onderzoeken, en ervoor te zorgen dat deze arbeiders vooralsnog van de gevolgen van het arrest van het Arbitragehof kunnen genieten. 1. Quelles mesures avez-vous prises depuis lors pour cette catégorie de pensionnés ayant subi une discrimination ? 1. Welke maatregelen heeft u ondertussen genomen voor deze groep van gediscrimineerde gepensioneerden ? 2. Quelles mesures envisagez-vous encore de prendre et dans quel délai ? 2. Welke maatregelen overweegt u nog te nemen en binnen welke tijdsspanne ? DO 2004200503137 DO 2004200503137 Question no 604 de M. Jean-Jacques Viseur du 18 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 604 van de heer Jean-Jacques Viseur van 18 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : TVA. — Affacturage. BTW. — Factoring. 1. En vue d’assurer la sécurité juridique et de faciliter en conséquence la vie des entreprises, pourriezvous communiquer quand votre administration publiera son point de vue sur la question de l’impact de l’arrêt de la Cour européenne de Justice du 26 juin 2003 dans l’affaire C-305/01 en cause MKGKraftfahrzeuge-Factoring GMBH sur sa position habituelle en matière d’affacturage ? 1. Uw administratie heeft tot heden nagelaten haar standpunt over de gevolgen van het arrest van het Europees Hof van Justitie van 26 juni 2003, nr. C-305/ 01, inzake MKG-Kraftfahrzeuge-Factoring GMBH voor de BTW-heffing op factoringactiviteiten bekend te maken. De publicatie hiervan zou nochtans de rechtszekerheid herstellen. Daardoor zouden de bedrijven tevens weten waaraan zich te houden. Kan u meedelen wanneer dit standpunt wordt gepubliceerd ? 2. À la question orale no 334 du 21 octobre 2003 de M. Devlies, vous annonciez la publication d’une modification du point de vue de l’administration belge « dans les prochains jours » (Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission des Finances, 21 octobre 2003, COM 026, p. 25). 2. Op de mondelinge vraag nr. 334 van 21 oktober 2003 van de heer Devlies heeft u geantwoord dat de bekendmaking van het gewijzigde standpunt van de Belgische administratie « een kwestie van dagen en niet van weken zal zijn » (Integraal Verslag, Kamer, 20032004, commissie voor de Financiën, 21 oktober 2003, COM 026,blz. 25). CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10567 N’estimez-vous pas qu’il y a lieu de respecter l’attente des entreprises et qu’une décision rapide s’inscrit aussi dans le cadre de la nouvelle culture que vous voulez insuffler à votre administration ? Meent u dat men de bedrijven nog langer kan laten wachten ? Past het nemen van snelle beslissingen niet in het kader van de nieuwe bedrijfscultuur die u in uw administratie wil invoeren ? DO 2004200503153 DO 2004200503153 Question no 607 de M. Jean-Marc Nollet du 19 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 607 van de heer Jean-Marc Nollet van 19 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : Loi du 24 décembre 2002. — Évaluation par la Cour des comptes. — Réforme de l’impôt sur les sociétés. Wet van 24 december 2002. — Evaluatie door het Rekenhof. — Hervorming van de vennootschapsbelasting. La loi du 24 décembre 2002 modifiant le régime de sociétés en matière d’impôts sur les revenus et instituant un système de décision anticipée en matière fiscale, dispose en son article 35 que « La Cour des comptes est chargée de réaliser une évaluation des conséquences budgétaires des mesures contenues dans la présente loi en vue de garantir la neutralité budgétaire ». Cette évaluation est indispensable afin d’évaluer l’impact et le coût réels de cette réforme et, le cas échéant, de l’ajuster, afin de préserver le financement de notre sécurité sociale. Elle est programmée pour juillet 2005 au plus tard. Artikel 35 van de wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken bepaalt dat « het Rekenhof ermee wordt belast een evaluatie te maken van de budgettaire gevolgen van de maatregelen vervat in onderhavige wet met het oog op het garanderen van de budgettaire neutraliteit ». Die evaluatie is onontbeerlijk om de reële impact en kostprijs van de hervorming te beoordelen en ze desgevallend bij te sturen, teneinde de financiering van onze sociale zekerheid niet in het gedrang te brengen. De evaluatie zal ten laatste in juli 2005 plaatsvinden. Il semble par ailleurs que le gouvernement, lors de sa dernière séance de 2004, ait adopté le principe d’une nouvelle réforme de l’impôt sur les sociétés, qui prévoirait, notamment, la déductibilité d’un intérêt fictif sur les fonds propres. De toute évidence, cette réforme aura un coût important pour l’État, que certains estiment entre 200 millions et un milliard d’euros, selon un article du « De Tijd » du 24 décembre 2004. Tijdens haar laatste vergadering van 2004 zou de regering evenwel hebben ingestemd met het principe van een nieuwe hervorming van de vennootschapsbelasting, waarbij een fictieve interest op de eigen middelen aftrekbaar zou worden. Die hervorming zal de overheid ongetwijfeld een flinke duit kosten. Volgens een artikel in De Tijd van 24 december 2004 wordt het kostenplaatje van de hervorming door sommigen op 200 miljoen tot één miljard euro geschat. 1. Concernant l’évaluation par la Cour des comptes prévue dans la loi précitée du 24 décembre 2002 : 1. Wat betreft de bij voornoemde wet van 24 december 2002 bepaalde evaluatie door het Rekenhof, kan u meedelen : a) Pouvez-vous communiquer ce que vous avez mis en œuvre pour préparer effectivement son évaluation ? a) welke maatregelen u hebt getroffen om die evaluatie afdoend voor te bereiden ? b) Quel est votre propre calendrier en vue de la réalisation de cette évaluation d’ici juillet 2005 ? b) wat uw eigen timing voor de uitvoering van die evaluatie tegen juli 2005 is ? c) Le Parlement sera-t-il informé du résultat de cette évaluation ? c) of het parlement van het resultaat van die evaluatie op de hoogte zal worden gebracht ? 2. Concernant la nouvelle réforme de l’impôt sur les sociétés dont le principe a été décidé fin 2004 : 2. Wat betreft de nieuwe hervorming van de vennootschapsbelasting waarover eind 2004 een principebeslissing werd genomen, kan u meedelen : a) Quel est son contenu exact ? a) wat de exacte inhoud ervan is ? b) Quel est le coût estimé d’une telle réforme ? b) hoeveel zij zal kosten ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10568 c) Pourriez-vous communiquer ce qui a été envisagé par ailleurs pour s’assurer à tout le moins d’une neutralité budgétaire pour l’État ? c) welke maatregelen worden overwogen opdat de hervorming in ieder geval een neutrale operatie voor de overheidsbegroting zou betekenen ? Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Entreprises publiques Overheidsbedrijven DO 2004200503056 DO 2004200503056 Question no 395 de M. Filip Anthuenis du 13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 395 van de heer Filip Anthuenis van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SNCB. — Installation de commissariats de police dans des bâtiments de gares désaffectés. NMBS. — Installatie van politiecommissariaten in niet meer gebruikte stationsgebouwen. Début 2005, le Gouvernement régional wallon a conclu un accord avec ses partenaires fédéraux pour maintenir ouverts des bâtiments de gares que la SNCB avait fermés parce que jugés insuffisamment rentables. Cet accord permet à la SNCB de louer les bâtiments aux autorités locales. La commune peut alors y installer une partie de ses services. Il peut s’agir des services communaux habituels mais aussi de la police. Cette dernière possibilité nous semble poser un problème. Les bâtiments de gare ne nous semblent pas adaptés pour accueillir un commissariat. L’infrastructure est souvent vieillie et doit donc être modernisée, ce qui génère évidemment des coûts importants. De plus, les agents communaux mais aussi les agents de police devraient pouvoir vendre des billets de train aux navetteurs occasionnels, ce qui est excessif. En effet, le ministre de l’Intérieur a fait de la présence accrue de policiers sur le terrain et de l’allégement des tâches non policières une priorité. Begin 2005 sloot de Waalse gewestregering een akkoord met haar federale partners om stationsgebouwen die door de NMBS werden gesloten omdat ze niet rendabel genoeg bleken toch open te houden. Dit akkoord geeft de NMBS de mogelijkheid om de gebouwen te verhuren aan de lokale overheid. De gemeente kan er dan een deel van haar diensten in onder brengen. Het betreft de reguliere gemeentelijke diensten maar ook de politie. Dit laatste lijkt ons problematisch. Stationsgebouwen lijken ons niet geschikt om een politiecommissariaat in te voorzien. De infrastructuur is vaak verouderd en zal dus moeten worden gerenoveerd, wat uiteraard geld kost. Bovendien zou de gemeenteambtenaar maar ook de politieambtenaar treintickets kunnen verkopen aan de toevallige pendelaars. Dit is een brug te ver. De minister van Binnenlandse Zaken heeft er immers een prioriteit van gemaakt om meer blauw op straat te krijgen en de politie te ontlasten van niet politionele taken. 1. Est-il prévu de transformer des bâtiments de gare désaffectés en commissariats de police ? 1. Is het in het vooruitzicht gesteld dat afgedankte stationsgebouwen kunnen worden ingericht als politiecommissariaten ? 2. Les agents de police vont-ils devoir vendre des billets de train ? 2. Wordt het mogelijk dat politieambtenaren treinkaartjes verkopen ? 3. L’accord avec le Gouvernement wallon est-il définitif ou peut-il être amendé de manière à ne pas obliger les fonctionnaires de police à vendre des billets de train ? 3. Is het akkoord dat met de Waalse regering werd gesloten reeds definitief of kan het nog worden bijgestuurd zodat bijvoorbeeld politieambtenaren geen treinkaartjes horen te verkopen ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10569 DO 2004200503057 DO 2004200503057 Question no 396 de M. Bart Laeremans du 13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 396 van de heer Bart Laeremans van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : BIAC. — Conseil d’administration. — Vente. BIAC. — Raad van bestuur. — Verkoop. 1. Selon des articles de presse du 30 décembre 2004, l’État belge détient une participation de 30 % au sein de la BIAC. Parmi les onze membres du nouveau conseil d’administration, quatre représentent l’État belge. 1. Uit de krantenberichten van 30 december 2004 blijkt dat de Belgische Staat een aandeel behoudt van 30 % in BIAC. In de nieuwe raad van bestuur zijn 4 van 11 leden een vertegenwoordiger van de Belgische Staat. Le montant de la rémunération annuelle de ces quatre personnes peut-elle être communiquée ? Kan worden meegedeeld welke vergoeding deze vier personen per jaar ontvangen ? 2. La vente de la BIAC à Macquarie Airports a également donné lieu à un petit affrontement entre les anciens membres du conseil d’administration et le ministre, parce que, étonnamment, ces membres s’étaient alloué une prime étonnante représentant un double salaire annuel. 2. De verkoop van BIAC aan Macquarie Airports leidde ook tot een minirel tussen de vroegere leden van de raad van bestuur en de minister, omdat deze leden zich een opmerkelijke premie hadden toegekend, die neerkwam op een dubbel jaarsalaris. a) Les membres du conseil d’administration de l’époque ont-ils finalement reçu une prime et à combien s’élevait-elle ? a) Kregen de toenmalige leden van de raad van bestuur uiteindelijk een premie toebedeeld en hoeveel bedroeg die premie ? b) À la suite de la vente, le personnel de la BIAC a-t-il également reçu une prime ? b) Viel ook aan het personeel van BIAC een bonus te beurt naar aanleiding van de verkoop ? 3. Pouvez-vous indiquer combien, au bout du compte, la vente de la BIAC a rapporté à l’État belge ? 3. Kan u meedelen hoeveel de verkoop van BIAC uiteindelijk heeft opgebracht aan de Belgische Staat ? DO 2004200503058 DO 2004200503058 Question no 397 de M. Bart Laeremans du 13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 397 van de heer Bart Laeremans van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SNCB. — État de la gare ferroviaire de Vilvorde. — Quais. NMBS. — Toestand treinstation Vilvoorde. — Perrons. Au cours des dernières années, le hall d’entrée et la façade extérieure de la gare ferroviaire de Vilvorde ont bénéficié de travaux d’embellissement mais rien n’a été fait pour remédier à l’état lamentable des quais. De voorbije jaren werd gewerkt aan de verfraaiing van de inkomhal en de buitengevel van het treinstation van Vilvoorde, maar aan de erbarmelijke situatie van de perrons werd tot op heden niets gedaan. Le mobilier de ces quais est à ce point délabré qu’un remplacement pur et simple de l’infrastructure existante s’impose. De bemeubeling van deze perrons is dermate onderkomen dat een volledige verwijdering van de bestaande infrastructuur zich opdringt. 1. Ces travaux sont-ils prévus dans un avenir proche et dans l’affirmative, quand seront-ils réalisés ? 1. Zijn deze werken binnen afzienbare tijd gepland en zo ja, wanneer zullen deze plaatsvinden ? 2. Quel fut le coût des travaux pour la réfection du hall d’entrée et de la façade extérieure et quel budget prévoyez-vous pour la réhabilitation des quais ? 2. Kan u meedelen hoeveel de werken aan de inkomhal en de buitengevel gekost hebben en wat het geraamde budget is voor de noodzakelijke werken aan de perrons ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10570 DO 2004200503069 DO 2004200503069 Question no 399 de M. Jan Mortelmans du 13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 399 van de heer Jan Mortelmans van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SNCB. — Accident de train à Lierre. — Remise en service du tunnel piétonnier. NMBS. — Treinongeval in Lier. — Herstelling voetgangerstunnel. Le 3 juin 2004 s’est produit à Lierre un accident de train lors duquel une locomotive a traversé les parois du tunnel piétonnier. Par bonheur, on n’a eu à déplorer aucun blessé. Op 3 juni 2004 gebeurde er in Lier een treinongeval waarbij een locomotief door de wanden van de voetgangerstunnel reed. Daarbij vielen er gelukkig geen gewonden. Six mois plus tard, les dégâts au tunnel n’ont toujours pas été réparés, même si des travaux de réparation provisoire ont été effectués au tunnel, aux parois et à la clôture. Een half jaar later is de tunnel nog steeds niet hersteld. De tunnel, tunnelwand en omheining werden wel voorlopig hersteld. 1. Quand seront menés les travaux de réparation définitive ? 1. Wanneer zal de definitieve herstelling gebeuren ? 2. a) L’enquête sur les circonstances de cet accident estelle déjà clôturée ? 2. a) Is het onderzoek naar de omstandigheden van het ongeval reeds afgerond ? b) Dans l’affirmative, à quels résultats a-t-elle abouti ? b) Zo ja, wat waren de resultaten ervan ? DO 2004200503070 DO 2004200503070 Question no 400 de M. Francis Van den Eynde du 13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 400 van de heer Francis Van den Eynde van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : Établissement d’une liste noire internationale de compagnies aériennes peu fiables. Opstelling van een internationale zwarte lijst van onbetrouwbare vliegtuigmaatschappijen. À la suite d’un accident d’avion ayant provoqué la mort de plus de 100 touristes français il y a environ un an, il avait été décidé à l’époque d’établir une liste noire internationale des compagnies aériennes peu fiables. Naar aanleiding van een vliegtuigongeval waarbij circa een jaar geleden meer dan 100 Franse toeristen het leven lieten, werd destijds beslist een internationale zwarte lijst van onbetrouwbare vliegtuigmaatschappijen op te stellen. Or, jusqu’à présent cette initiative ne se serait pas concrétisée. Hier zou tot nu toe niets van in huis gekomen zijn. 1. Pouvez-vous confirmer cette information ? 1. Kan u dit bevestigen ? 2. Dans l’affirmative, qu’en est-il de l’élaboration de cette liste noire ? 2. Zo ja, in welke mate is de zaak ondertussen gevorderd ? 3. Quelles sont les initiatives prises par le gouvernement à cet égard ? 3. Welke initiatieven werden er in dit verband door de regering genomen ? 4. Une solution est-elle en vue ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 4. Kan er spoedig een oplossing komen ? 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10571 DO 2004200503077 DO 2004200503077 Question no 401 de M. Roel Deseyn du 13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 401 van de heer Roel Deseyn van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : La Poste. — Service de sécurité interne. De Post. — Interne veiligheidsdienst. Depuis la création du service de sécurité interne de La Poste il y a deux ans, La Poste aurait reçu un nombre toujours plus important de plaintes relatives au vol d’envois postaux délicats tels que jeux vidéo, des dvd et des cartes de crédit. Sinds de oprichting van de interne veiligheidsdienst van De Post, twee jaar geleden, zou De Post almaar meer klachten te verwerken hebben gekregen over diefstal van gevoelige poststukken zoals games, dvd’s en kredietkaarten. 1. a) Quels sont les moyens dont dispose le service de sécurité interne de La Poste ? 1. a) Over welke middelen beschikt de interne veiligheidsdienst ? b) De quels moyens disposera-t-il dans le futur ? b) Over welke middelen zal ze beschikken in de toekomst ? 2. Combien d’infractions ont-elles été constatées depuis la création du service de sécurité interne ? Pourriez-vous me fournir ces données par trimestre ? 2. Hoeveel bedraagt het aantal vastgestelde misdrijven gerekend vanaf het moment van oprichting van de interne veiligheidsdienst tot op vandaag (in schijven van drie maanden) ? 3. a) Combien d’employés de La Poste ont-ils déjà été licenciés à la suite de tels contrôles ? 3. a) Hoeveel werknemers van De Post werden reeds ontslagen op basis van een dergelijke controle ? b) La constatation d’une infraction donne-t-elle toujours lieu à un licenciement ? b) Volgt er in elk geval ontslag ? 4. a) De quelles possibilités de recours les postiers accusés de vol disposent-ils ? 4. a) Welke beroepsmogelijkheden hebben postmannen die worden beschuldigd van diefstal ? b) Combien de postiers accusés de vol ont-ils introduit un recours ? b) Hoeveel postmannen die in beschuldiging werden gesteld hebben hiervan gebruik gemaakt ? c) Combien d’entre eux ont-ils obtenu gain de cause ? c) Hoeveel daarvan kregen hun gelijk ? 5. a) De quelle manière le service de sécurité interne peut-il intervenir ? 5. a) Welke acties mag de interne veiligheidsdienst ondernemen ? b) Quels sont ses rapports avec la police et la justice ? b) Wat is de verhouding tot de politie en het gerecht ? DO 2004200503098 DO 2004200503098 Question no 402 de M. Guido De Padt du 17 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 402 van de heer Guido De Padt van 17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SNCB. — Sécurité des agents d’entretien des voies. NMBS. — Veiligheid van spoorwerkers. Aux Pays-Bas, la question de la sécurité des agents d’entretien des voies a fait l’objet de certaines discussions l’année dernière. Une organisation syndicale a soutenu que la sécurité des agents d’entretien des voies était sérieusement compromise parce qu’elle était subordonnée au respect des horaires des trains. In Nederland was er verleden jaar enige discussie over de veiligheid van spoorwerkers. Een belangenorganisatie stelde dat de veiligheid van baanwerkers ernstig in het gedrang kwam omdat die veiligheid ondergeschikt was aan het op tijd rijden van treinen. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10572 1. Pouvez-vous m’indiquer pour les années 2000, 2001, 2002, 2003 et 2004 (en ventilant par Région) : 1. Kan u voor de jaren 2000, 2001,2002, 2003 en 2004 (en opgesplitst per gewest) meedelen : a) le nombre d’accidents avec lésions corporelles constatés chez les agents d’entretien des voies pendant l’exécution de leurs travaux, en scindant les données de jour et de nuit; a) hoeveel letselongevallen er geconstateerd werden bij spoorwerkers tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden, met een opsplitsing of dit overdag of bij nacht gebeurde; b) les causes les plus fréquentes de ces accidents et le nombre de jours d’incapacité de travail qu’ils ont entraı̂nés; b) wat de meest voorkomende oorzaken waren van deze ongevallen en tot hoeveel dagen arbeidsongeschiktheid ze aanleiding gaven; c) les retards de train (en heures et en jours) induits par ces accidents, de même que les pertes d’exploitation ainsi provoquées ? c) tot welke treinvertragingen (in uren en dagen) en tot welk exploitatieverlies deze ongevallen aanleiding hebben gegeven ? 2. Pouvez-vous aussi indiquer si des accords/ protocoles seront conclus entre la ou les sociétés de transport et le gestionnaire du réseau afin d’optimaliser la sécurité du personnel des chemins de fer en général et des agents d’entretien des voies en particulier ? 2. Kan u tevens meedelen in welke mate er afdwingbare afspraken/protocollen zullen worden gemaakt tussen de vervoersmaatschappij(en) en de netbeheerder, om de veiligheid van het spoorwegpersoneel in het algemeen en de spoorwerkers in het bijzonder, te optimaliseren ? DO 2004200503101 DO 2004200503101 Question no 404 de M. Bart Laeremans du 17 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 404 van de heer Bart Laeremans van 17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SNCB. — Infrastructure ferroviaire. NMBS. — Spoorweginfrastructuur. Le ministre pourrait-il me fournir un aperçu des efforts fournis depuis 2000 en matière d’infrastructure ferroviaire (gares, liaisons ferroviaires, parkings, etc.) ? Graag bekwam ik een overzicht van de inspanningen die sinds het jaar 2000 geleverd werden inzake de spoorweginsfrastructuur (stations, spoorverbindingen, parkings, enzovoort). 1. Quels montants, par année et par Région, ont été affectés respectivement à la modernisation et à l’aménagement de gares, de parkings et de liaisons ferroviaires ? 1. Kan per jaar en per gewest worden meegedeeld hoeveel er respectievelijk voor de modernisering en de aanleg van de stations, de parkings en de spoorverbindingen werd uitgegeven ? 2. Le cas échéant, quels budgets ne relèvent pas de la clé de répartition traditionnelle 60/40 (TGV, etc.) ? 2. Kan hierbij desgevallend ook weergegeven worden welke budgetten buiten de traditionele 60/40verhouding vallen (HST, enzovoort) ? DO 2004200503106 DO 2004200503106 Question no 405 de M. Francis Van den Eynde du 17 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 405 van de heer Francis Van den Eynde van 17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SNCB. — Gare de Sint-Katelijne-Waver. — Fermeture des guichets. NMBS. — Station van Sint-Katelijne-Waver. — Sluiting loketten. En septembre 2004, nous avons appris par la presse que plus de huit mois après la destruction du coffrefort de la gare de Sint-Katelijne-Waver à la suite d’un In september 2004 mochten wij uit de pers vernemen dat meer dan acht maanden nadat de brandkast in het station van Sint-Katelijne-Waver naar aanleiding van CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10573 cambriolage, les guichets y étaient toujours fermés pour des raisons de sécurité. Il était précisé que la date de la réouverture des guichets n’était pas encore connue. Comment la situation a-t-elle évolué depuis lors ? een inbraak vernield werd, de loketten er uit veiligheidsoverwegingen nog steeds gesloten waren. Er werd toen tevens meegedeeld dat er nog geen vooruitzichten waren voor het wederopenen van deze loketten. Hoe is de toestand ondertussen geëvolueerd ? DO 2004200503107 DO 2004200503107 Question no 406 de M. Francis Van den Eynde du 17 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 406 van de heer Francis Van den Eynde van 17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SNCB. — Téléphones portables pour le personnel de bord. — Couverture de la totalité du réseau des chemins de fer. NMBS. — GSM’s voor het treinpersoneel. — Bereikbaarheid op alle spoorlijnen. À la suite de la catastrophe ferroviaire de Pécrot, la SNCB a distribué des téléphones mobiles au personnel des trains (conducteurs et accompagnateurs). Na de treinramp van Pécrot werden door de NMBS GSM’s verdeeld onder het treinpersoneel (machinisten en treinbegeleiders). Le réseau de téléphonie mobile utilisé couvre-t-il l’ensemble des lignes ferroviaires, même après le changement d’opérateur par la SNCB ? Zijn deze toestellen op alle spoorlijnen bereikbaar, ook nadat de NMBS van GSM-operator veranderde ? DO 2004200503140 DO 2004200503140 Question no 407 de M. Francis Van den Eynde du 18 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 407 van de heer Francis Van den Eynde van 18 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SNCB. — Gare de Diepenbeek. — Accès aux quais. NMBS. — Station van Diepenbeek. — Toegang tot de perrons. Dans son avis, publié fin octobre 2004, le Comité consultatif des usagers de la SNCB constate qu’à la gare de Diepenbeek les quais sont pratiquement inaccessibles pour les voyageurs qui doivent s’y rendre en chaise roulante, avec une voiture d’enfants ou un chariot à bagages. In een advies dat eind oktober 2004 bekengemaakt werd, stelt het Raadgevend Comité van de Gebruikers van de NMBS vast dat in het station van Diepenbeek de toegang tot de perrons zo goed als onmogelijk is voor iedereen die zich moet bedienen van een rolstoel, een kinderwagen of een bagagelorrie. Des mesures ont-elles été prises entre-temps pour résoudre le problème ? Werden er ondertussen maatregelen getroffen om dat te verhelpen ? DO 2004200503148 DO 2004200503148 Question no 408 de M. Luk Van Biesen du 19 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 408 van de heer Luk Van Biesen van 19 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SNCB. — Arrêté royal du 16 décembre 2004. — Notification à la Commission européenne. NMBS. — Koninklijk besluit van 16 december 2004. — Notificatie aan de Europese Commissie. L’arrêté royal du 16 décembre 2004 prévoit l’octroi sans frais de la garantie de l’État à tous les emprunts et Het koninklijk besluit van 16 december 2004 bepaalt de toekenning van de kosteloze staatswaar- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1336 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10574 aux produits dérivés y afférents qui sont repris par le Fonds de l’Infrastructure ferroviaire de la Société nationale des Chemins de fer belges et qui ne bénéficient pas encore de la garantie de l’État lors de la reprise. borg aan alle leningen en aan de eraan verbonden afgeleide producten die door het Fonds voor Spoorweginfrastructuur worden overgenomen van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen en die bij de overname nog niet de staatswaarborg genieten. Le texte de l’arrêté royal ne permet pas de distinguer quelles en seront les répercussions financières et budgétaires réelles mais l’on peut en tout cas se demander si ledit arrêté a fait l’objet d’une notification à la Commission européenne et si des tiers ont déjà pu y puiser des droits. Het is niet duidelijk wat de werkelijke financiële en budgettaire weerslag van dit koninklijk besluit zal zijn maar in ieder geval rijst de vraag of er voorafgaandelijk een notificatie geweest is aan de Europese Commissie, en of derden reeds rechten uit dit besluit hebben kunnen putten. 1. a) Le dit arrêté royal du 16 décembre 2004 a-t-il été communiqué au préalable à la Commission européenne afin de vérifier sa compatibilité avec le droit de l’Union, et plus particulièrement avec les règles communautaires en matière de concurrence ? 1. a) Is het voormeld koninklijk besluit van 16 december 2004 bij voorbaat genotificeerd aan de Europese Commissie om het te toetsen aan het Unierecht, meer bepaald de mededingingregelgeving ? b) Dans l’affirmative, quand cette communication at-elle eu lieu ? b) Zo ja, wanneer gebeurde dit ? 2.Qu’a répondu la Commission européenne ? 2. Wat heeft de Europese Commissie geantwoord ? 3. a) La notification et la réponse ont-elles fait l’objet d’une publication ? 3. a) Zijn de notificatie en het antwoord ergens gepubliceerd ? b) Dans l’affirmative, où ont-elles été publiées ? b) Zo ja, waar ? 4. Des tiers ont-ils entre-temps puisé ou pu puiser des droits dans ledit arrêté royal ? 4. Hebben inmiddels derden uit voormeld koninklijk besluit rechten geput of kunnen putten ? 5. Ces droits ont-ils fait l’objet d’une contestation quelconque en Belgique ou à l’étranger ? 5. Werden deze rechten op enigerlei wijze betwist in België of daarbuiten ? DO 2004200503154 DO 2004200503154 Question no 409 de M. Jean-Marc Nollet du 19 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 409 van de heer Jean-Marc Nollet van 19 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SNCB. — Ligne ferroviaire Tournai-Lille. NMBS. — Spoorlijn Doornik-Rijsel. On connaı̂t l’importance croissante des relations entre Tournai et la Métropole lilloise et le nombre important de navetteurs (travailleurs et étudiants) ou de voyageurs occasionnels(touristes ou clients occasionnels des pôles commerciaux de la métropole), qui se déplacent de Tournai vers Lille et vice versa. Doornik en Rijsel onderhouden steeds nauwere betrekkingen met elkaar; vele pendelaars (werknemers en studenten) of occasionele reizigers (toeristen of dagjesmensen die in Rijsel gaan shoppen) reizen over en weer tussen Doornik en Rijsel. Vous savez également la nécessité de favoriser des solutions alternatives de déplacement, sûres, rapides et pue polluantes, vu la hausse continue du trafic routier sur nos routes et autoroutes régionales. U weet ook dat het tengevolge van de almaar toenemende verkeersdrukte op onze regionale wegen en autosnelwegen nodig is het gebruik van veilige, snelle en schone alternatieve vervoersmiddelen te stimuleren. Je constate malheureusement, que les tarifs pratiqués sur la ligne ferroviaire Tournai-Lille restent excessifs, en raison de la subsistance d’une taxe trans- Helaas stel ik vast dat er voor de treinverbinding Doornik-Rijsel nog altijd exorbitante tarieven gelden. Dat komt doordat de reizigers een toeslag moeten CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10575 frontalière réclamée aux voyageurs. Ces tarifs sont un frein au développement de cette ligne ferroviaire qui, électrifiée depuis dix ans, est en bon état et dessert plusieurs communes belges et françaises. betalen voor grensoverschrijdende treinreizen. De hoge tarieven remmen de ontwikkeling van deze spoorverbinding af. Het traject werd nochtans tien jaar geleden al geëlektrificeerd, bevindt zich in goede staat en heeft stopplaatsen of stations in verscheidene Belgische en Franse gemeenten. 1. Pourriez-vous communiquer ce qui a motivé la décision de la SNCB de supprimer certains trains desservant cette ligne transfrontalière (trois par jour, depuis décembre 2004, selon mes informations) ? 1. Waarom heeft de NMBS beslist een aantal treinen op deze grensoverschrijdende lijn af te schaffen (drie per dag sinds december 2004, volgens mijn informatiebronnen) ? 2. Est-il possible d’envisager la suppression de la taxe transfrontalière qui augmente le prix du billet sur ce trajet,et si oui, dans quel délai ? 2. Kan de toeslag voor grensoverschrijdend treinverkeer die de prijs voor een treinkaartje op dit traject doet oplopen, worden afgeschaft, en zo ja, hoe snel kan dat gebeuren ? 3. Qu’envisagez-vous entreprendre pour encourager des négociations entre la SNCB et la Direction générale des transports du Nord -Pas-de-Calais, de façon à maintenir des liaisons régulières, cadencées, sur cette ligne, desservant les différents points d’arrêt existants de part et d’autre de la frontière, dans l’objectif d’une révision à la baisse des tarifs pratiqués sur cette ligne et d’une promotion commune de celle-ci afin d’attirer la clientèle ? 3. Wat gaat u doen om de NMBS en de Direction générale des transports du Nord-Pas-de-Calais samen om de onderhandelingstafel te brengen, met het oog op het behoud van regelmatige en frequente treinverbindingen op deze lijn (met halten in de onderscheiden stopplaatsen aan beide zijden van de grens), en met het oog op een tariefdaling op dit traject en een gemeenschappelijke promotiecampagne om meer reizigers aan te trekken op deze lijn ? DO 2004200503155 DO 2004200503155 Question no 410 de Mme Colette Burgeon du 19 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 410 van mevrouw Colette Burgeon van 19 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SNCB. — Nouvelle cabine de signalisation de Mons. — Destruction de la cabine de Braine-le-Comte. NMBS. — Nieuw seinhuis te Bergen. — Afbraak van het seinhuis van ’s Gravenbrakel. Une cabine de signalisation ultramoderne, à commande et contrôle informatisés, sera bientôt construite à la gare de Mons. Elle desservira, entre autres, un large tronçon de la ligne 96 qui, elle, s’étend de la frontière française à Bruxelles. La cabine de Braine-leComte, considérée comme obsolète, sera purement et simplement détruite. La cabine de Mons couvrira, donc, toute la zone wallonne de la ligne 96 jusqu’à Tubize, la cabine de Halle prenant ensuite le relais en Région flamande. Binnenkort wordt het station van Bergen met een hypermodern seinhuis met computergestuurde besturings- en controle-inrichting uitgerust. Dat zal, onder meer, grotendeels het spoorverkeer op lijn 96 beheren, die de Franse grens met Brussel verbindt. Het seinhuis van ’s Gravenbrakel, dat als verouderd wordt beschouwd, wordt gewoon gesloopt. Het seinhuis van Bergen zal dus het hele Waalse gedeelte van lijn 96 tot Tubeke beheren, waarna het seinhuis van Halle het in het Vlaams Gewest overneemt. L’informatique a permis, en quelques années, d’accomplir des progrès technologiques spectaculaires en matière de communication ferroviaire. En témoigne la cabine de signalisation à commande électronique (EBP) et à logique programmée (PLP) qui gèrera bientôt la ligne 96 depuis Mons mais, également, depuis La Louvière tout le sud de la région du Centre. Dankzij de informatica kende de spoorwegtechnologie in enkele jaren tijd een spectaculaire evolutie. Het seinhuis met elektronische bedieningspost (EBP) en post met geprogrammeerde logica (PLP) dat binnenkort vanuit Bergen lijn 96 en vanuit La Louvière het spoorverkeer in het zuiden van la Région du Centre zal beheren, is daarvan een mooi voorbeeld. Si les cabines EBP-PLP améliorent fortement le niveau de sécurité, l’efficacité et la fluidité du trafic ferroviaire, il n’en demeure pas moins que plusieurs Het lijdt geen twijfel dat het uitrusten van de seinhuizen met EBP-PLP-systemen de veiligheid, de doeltreffendheid en de doorstroming ten goede komt. Des- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10576 questions agitent le personnel de la cabine de signalisation de Braine-le-Comte. ondanks zit het personeel van het seinhuis van ’s Gravenbrakel met een aantal vragen. 1. a) Quand les travaux de la nouvelle cabine de Mons vont-ils démarrer ? 1. a) Wanneer zal de bouw van het nieuwe seinhuis van Bergen van start gaan ? b) Quelle sera la durée de ces travaux ? b) Hoe lang zullen de werken duren ? 2. Quand la nouvelle cabine sera-t-elle opérationnelle et se substituera-t-elle à celle de Braine-le-Comte pour la ligne 96 ? 2. Wanneer zal het nieuwe seinhuis in gebruik worden genomen en de activiteit van het seinhuis van ’s Gravenbrakel overnemen ? 3. a) Quel sera l’avenir des membres du personnel de la cabine de Braine-le-Comte ? 3. a) Wat zal er met de personeelsleden van het seinhuis van ’s Gravenbrakel gebeuren ? b) Seront-ils reclassés à Mons ou dans d’autres postes ? b) Zullen ze naar Bergen worden overgeplaatst of kunnen ze elders aan de slag ? c) Quid des personnes ayant plus de 25 ans d’ancienneté ? c) Komt er eens specifieke maatregel voor personeelsleden met meer dan 25 jaar anciënniteit ? 4. Contrairement à l’équipement traditionnel, le système EBP est un système actif qui nécessite une formation particulière. La fonction du signaleuropérateur se concentre plus sur le suivi du trafic ferroviaire plutôt que sur le tracé des itinéraires, comme c’est encore le cas actuellement. Les membres du personnel de la cabine de Braine-le-Comte qui seront reclassés auront-ils la possibilité de suivre cette formation dans un délai raisonnable ? 4. In tegenstelling tot de traditionele seinuitrusting, is EBP een actief systeem, dat een bijzondere opleiding vereist. De seingever-operator moet zich veeleer op de follow-up van het spoorverkeer toespitsen, en minder op het tracé van de reisweg, zoals nu het geval is. Zal het personeel van het seinhuis van ’s Gravenbrakel dat elders aan de slag kan, de gelegenheid worden geboden die opleiding binnen een redelijke termijn te volgen ? Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken DO 2004200503059 DO 2004200503059 Question no 479 de M. Willy Cortois du 13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Vraag nr. 479 van de heer Willy Cortois van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Communes de la périphérie flamande de Bruxelles. — Opérateurs du central 101. — Bilinguisme. Gemeenten in de Vlaamse Rand van Brussel. — Centralisten bij de 101-centrale. — Tweetaligheid. Dans de nombreuses communes de la périphérie flamande de Bruxelles, on relève un nombre important de plaintes de citoyens confrontés à l’unilinguisme (francophone) des opérateurs du central 101. In vele gemeenten in de Vlaamse Rand van Brussel noteert men herhaaldelijk klachten van burgers die geconfronteerd worden met ééntalige (Franstalige) centralisten bij de 101-centrale. Par le passé, ce problème a déjà occasionné des retards dans le cadre d’appels d’urgence. Il est évident que pour cette fonction, il convient de faire appel à des opérateurs bilingues. Plusieurs questions ont déjà été posées à ce sujet par des collègues mais certains éléments nécessitent encore d’être éclaircis. Dit heeft in het verleden reeds geleid dat noodoproepen vertraging opliepen. Het hoeft geen betoog dat voor deze taken toch minstens tweetalige centralisten ingeschakeld moeten worden. Vragen hieromtrent werden reeds door collega’s gesteld, maar een aantal elementen vragen meer opheldering. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10577 Des informations concrètes et claires sont absolument nécessaires pour pouvoir orienter efficacement les appels urgents. Il nous revient que le problème serait lié au fait que la police fédérale envoie des personnes unilingues au central 101. Concrete en duidelijke informatie is strikt noodzakelijk om noodoproepen tot een goed einde te brengen. Er werd ons geı̈nformeerd dat dit het gevolg was van de federale politie die ééntalige personen stuurt naar de 101-centrale. 1. Combien d’opérateurs le central 101 compte-t-il ? Combien sont bilingues et combien sont unilingues francophones ou néerlandophones ? 1. Kan u meedelen hoeveel centralisten de 101 bemannen en hoeveel van deze medewerkers tweetalig en hoeveel medewerkers slechts ééntalig Frans) of Nederlandstalig zijn ? 2. a) N’y a-t-il pas d’obligation minimale de bilinguisme dans ces services ? 2. a) Is er geen minimmumverplichting van tweetaligheid op deze diensten ? b) Le cas échéant, envisagez-vous d’instaurer cette obligation avant que des problèmes plus graves encore ne se posent ? b) Indien niet, overweegt u dan om dit in te voeren voordat er zich nog grotere problemen voordoen ? DO 2004200503063 DO 2004200503063 Question no 480 de M. Francis Van den Eynde du 13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Vraag nr. 480 van de heer Francis Van den Eynde van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Camp militaire d’Elsenborn. — Stage organisé à l’intention des officiers de l’armée congolaise. — Clandestins. Militair kamp van Elsenborn. — Stagecursus officieren Kongolese leger. — Onderduikers. Lorsqu’au début du mois d’octobre 2004, un stage a été organisé à l’intention des officiers de la nouvelle armée congolaise au camp militaire d’Elsenborn, un certain nombre d’entre eux en ont profité pour quitter la caserne et entrer dans la clandestinité. Toen begin oktober 2004 in het militair kamp van Elsenborn een stagecursus georganiseerd werd voor officieren van het nieuwe Kongolese leger, maakte een aantal onder hen hiervan gebruik om uit de kazerne te verdwijnen en in de illegaliteit onder te duiken. Les autorités se sont vues dans l’obligation de mettre fin à ce stage prématurément et de renvoyer les participants au Congo le plus vite possible. De overheid zag zich verplicht de stage voortijdig te beëindigen en de deelnemers ervan zo vlug mogelijk naar Kongo terug te sturen. 1. A-t-on retrouvé entre-temps certains de ces clandestins et, dans l’affirmative, combien ? 1. Werden er ondertussen onderduikers teruggevonden en zo ja, in welk aantal ? 2. Des efforts sont-ils encore entrepris pour les retrouver ? 2. Kan u ook meedelen of er nog werk gemaakt wordt van de opsporing ervan ? DO 2004200503064 DO 2004200503064 Question no 481 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Vraag nr. 481 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Nombre de contrats de vie commune conclus et dissous. Aantal samenlevingscontracten dat gesloten werd en ontbonden. Depuis le 1er janvier 2000, date d’entrée en vigueur de la loi du 23 novembre 1998 instaurant la cohabita- Aan de verschillende vormen van samenwoning kan sinds 1 januari 2000, dit is het ogenblik waarop de wet CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10578 tion légale, les diverses formes de cohabitation revêtent un caractère officiel. van 23 november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning van kracht ging, een officieel karakter gegeven worden door de invoering van de wettelijke samenwoning. Dans ce cadre, j’aimerais obtenir les données suivantes : In dit kader ontving ik graag nog volgende gegevens : 1. a) Combien de contrats de vie commune ont été conclus, en 2004, en Flandre, en Wallonie et dans la Région bruxelloise ? 1. a) Hoeveel samenlevingscontracten werden in 2004 gesloten in Vlaanderen, Wallonië en het Brusselse Gewest ? b) Dans quelles villes ou communes ces contrats ontils été conclus ? b) In welke steden/gemeenten werden die contracten gesloten ? 2. a) Combien de contrats de vie commune ont été dissous, en 2004, en Flandre, en Wallonie et dans la Région bruxelloise ? 2. a) Hoeveel samenlevingscontracten werden in 2004 ontbonden verklaard in Vlaanderen, Wallonië en het Brusselse Gewest ? b) Dans quelles villes ou communes ces contrats ontils été dissous ? b) In welke steden/gemeenten werden die contracten ontbonden ? 3. En 2000, 2001, 2002 et 2003, ont été respectivement faites en Flandre 3 845, 19 846, 3 920 et 4 790 déclarations de cohabitation légale. 3. In 2000, 2001, 2002 en 2003 werden in Vlaanderen respectievelijk 3 845, 19 846, 3 920 en 4 790 verklaringen van wettelijke samenwoning afgelegd. Dans quelles villes ou communes ces déclarations ont-elles été faites et combien de déclarations dissoutes ont été enregistrées au cours de ces années dans ces mêmes villes ou communes ? In welke steden/gemeenten werden deze verklaringen afgelegd en hoeveel ontbonden verklaringen waren er in die jaren in die steden/gemeenten ? 4. En 2000, 2001, 2002 et 2003 ont été respectivement faites en Wallonie 1 061, 1 289, 4 422 et 4 903 déclarations de cohabitation légale. 4. In 2000, 2001, 2002 en 2003 werden in Wallonië respectievelijk 1 061, 1 289, 4 422 en 4 903 verklaringen van wettelijke samenwoning afgelegd. Dans quelles villes ou communes ces déclarations ont-elles été faites et combien de déclarations dissoutes a-t-on recensées dans ces villes et communes au cours de ces années ? In welke steden/gemeenten werden deze verklaringen afgelegd en hoeveel ontbonden verklaringen waren er in die jaren in die steden/gemeenten ? 5. En 2000, 2001, 2002 et 2003 ont été respectivement faites dans la Région de Bruxelles-Capitale 238, 292, 616 et 1 570 déclarations de cohabitation légale. Dans quelles villes/communes ces déclarations ontelles été faites et combien de déclarations dissoutes a-ton recensées dans ces villes et communes au cours de ces années ? 5. In 2000, 2001, 2002 en 2003 werden er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest respectievelijk 238, 292, 616 en 1 570 verklaringen van wettelijke samenwoning afgelegd. In welke steden/gemeenten werden deze verklaringen afgelegd en hoeveel ontbonden verklaringen waren er in die jaren in die steden/ gemeenten ? DO 2004200503089 DO 2004200503089 Question no 483 de M. Guido De Padt du 14 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Vraag nr. 483 van de heer Guido De Padt van 14 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Cartes d’identité électroniques. — Communes pilotes. Elektronische identiteitskaarten. — Pilootgemeenten. La carte d’identité électronique a été instaurée l’an dernier dans onze communes pilotes (Borsbeek, Grammont, Jabbeke, Louvain, Tongres, Woluwe-Saint- De elektronische identiteitskaart werd in het voorbije jaar ingevoerd in elf pilootgemeenten : Borsbeek, Geraardsbergen, Jabbeke, Leuven, Tongeren, Sint- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10579 Pierre, Lasne, Marche-en-Famenne, Rochefort, Seneffe et Seraing). Pourriez-vous indiquer pour chacune de ces communes : Pieters-Woluwe, Lasne, Marche-en-Famenne, Rochefort, Seneffe en Seraing. Kun u per pilootgemeente meedelen : 1. À quelle date elles ont commencé à délivrer la carte d’identité électronique ? 1. Op welk ogenblik werd er met de invoering van de elektronische identiteitskaart van start gegaan in de voormelde gemeenten ? 2. Combien de fonctionnaires « fédéraux » ont été mis à leur disposition et combien d’agents supplémentaires elles ont dû engager elles-mêmes à cet effet ? 2. Hoeveel « federale » personeelsleden kregen zij ter beschikking en hoeveel personeelsleden dienden er door de gemeente zelf bijkomend te worden ingezet ? 3. Combien de citoyens ont été invités à remplir les formalités nécessaires pour la confection des nouvelles cartes d’identité électroniques ? 3. Hoeveel burgers werden uitgenodigd om de nodige formaliteiten te vervullen voor de aanmaak van de nieuwe elektronische identiteitskaart ? 4. Combien de personnes n’ont pas donné suite à cette demande et quelles en ont été les conséquences ? 4. Hoeveel daarvan gingen niet in op dit verzoek en wat waren/zijn de gevolgen daarvan ? 5. Combien de cartes d’identité électroniques ont été délivrées jusqu’au 31 décembre 2004 ? 5. Hoeveel elektronische identiteitskaarten werden er tot 31 december 2004 uitgereikt ? 6. Combien de citoyens ont omis de retirer leur nouvelle carte d’identité électronique qui n’a dès lors pu être activée et a dû être annulée ? 6. Hoeveel burgers lieten na hun nieuwe elektronische identiteitskaart af te halen, waardoor deze kaarten niet werden geactiveerd en dienden te worden geannuleerd ? DO 2004200503129 DO 2004200503129 Question no 485 de M. Melchior Wathelet du 18 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Vraag nr. 485 van de heer Melchior Wathelet van 18 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Services de police. — Nouvelles tenues du personnel. Politiediensten. — Nieuwe politie-uniformen. Il y a quelques mois, les groupes de travail chargés de la problématique des différentes tenues du personnel de nos services de police, de l’équipement de base à la tenue de maintien de l’ordre en passant par la tenue des policiers motocyclistes, ont présenté au « Comité de Négociation », sous la forme d’arrêtés royaux, de circulaires et d’arrêtés ministériels, le résultat de leurs travaux. De werkgroepen die belast zijn met de problematiek van de diverse uniformen van onze politiediensten (basisuitrusting, kledij voor de ordehandhaving, motorijderskledij, enz.) hebben enkele maanden geleden de resultaten van hun werkzaamheden aan het « onderhandelingscomité » overgemaakt. Hun voorstellen werden omgezet in koninklijke en ministeriële besluiten en in omzendbrieven. Le 13 décembre 2004, vos services ont présenté à la presse et à certains membres du personnel policier ces nouvelles tenues. Op 13 december 2004 hebben uw diensten deze nieuwe uniformen voorgesteld aan de pers en aan een aantal personeelsleden van de politie. 1. En ce qui concerne la nouvelle tenue des policiers motocyclistes, il apparaı̂t que, si le projet d’arrêté royal prévoyait initialement que seuls les fonctionnaires de police bénéficieraient de la tenue motocycliste et non les agents auxiliaires, les organisations syndicales représentatives du personnel du secteur ont obtenu que l’ensemble du cadre opérationnel de la police intégrée circulant à moto, en ce et y compris les agents auxiliaires, puissent disposer de la nouvelle tenue. 1. Wat de nieuwe motorijderskledij betreft, bepaalde het oorspronkelijke ontwerp van koninklijk besluit dat enkel de politieambtenaren over een motorijderskledij zouden kunnen beschikken met uitsluiting van de hulpagenten. De representatieve vakbondsorganisaties van het politiepersoneel hebben kunnen bekomen dat alle leden van het operationele kader die met een moto rijden, met inbegrip van de hulpagenten, over de nieuwe kledij kunnen beschikken. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10580 a) Pourriez-vous communiquer si, dans la tenue, il a été pris en considération de permettre une identification facile pour le citoyen du fonctionnaire de police motocycliste et de l’agent auxiliaire motocycliste dont les compétences ne sont pas les mêmes ? a) Is er bij de keuze van het uniform voor gezorgd dat de burger gemakkelijk een onderscheid kan maken tussen de politieambtenaar op motor en de hulpagent op motor ? Beide hebben immers andere bevoegdheden. b) Dans l’affirmative, comment ? b) Zo ja, hoe ? 2. Toujours en ce qui concerne cette nouvelle tenue motocycliste, il apparaı̂t que le choix sera laissé à l’employeur du policier motocycliste, en l’occurrence la police locale ou la police fédérale, de lui fournir la tenue en cuir comprenant un blouson et un pantalon ou la tenue en matière synthétique comprenant une veste trois-quarts et un pantalon. 2. Wat deze nieuwe motorijderskledij betreft, zou de werkgever van de politieagent op motor, de lokale of de federale politie dus, de keuze hebben tussen de kleding in leder, bestaande uit een jekker en een broek, en een kleding in synthetisch materiaal, bestaande uit een driekwartjas en een broek. a) Sur base de quels critères ce choix aura-t-il lieu et ne craignez-vous pas une possible absence d’uniformité dans la tenue des policiers motocyclistes ? a) Op basis van welke criteria zal deze keuze gemaakt worden ? Ontstaat zo niet de mogelijkheid dat er twee onderscheiden uniformen voor de agenten op motor komen ? b) S’il faut encore prendre en considération la nécessité de permettre une identification du motard de la police fédérale ou locale et le fonctionnaire de police motocycliste ou l’agent auxiliaire motocycliste, ne risque-t-il pas d’y avoir une certaine confusion dans l’identification par nos concitoyens des policiers motocyclistes ? b) De burger moet daarenboven een onderscheid kunnen maken tussen de federale en de lokale agent op motor en tussen de politieambtenaar en de hulpagent op motor. Zal de burger nog wel in staat zijn dat onderscheid te maken ? 3. En ce qui concerne la tenue de maintien de l’ordre de nos forces de police, il figure, à côté de l’équipement individuel, dans l’équipement collectif des « éléments de protection et accessoires » (sans plus de précision) et un masque à gaz. 3. Wat de kledij voor de ordehandhaving van onze politiekorpsen betreft, beschikken de agenten naast hun individuele uitrusting ook over een collectieve uitrusting. Tot die laatste behoren de niet nader gespecificeerde « beveiligingsuitrusting en toebehoren » evenals een gasmasker. Pourriez-vous communiquer ce qui est entendu exactement par « éléments de protection et accessoires », et ne craignez-vous pas que des masques à gaz collectifs ne suscitent très rapidement des problèmes d’hygiène ? Wat wordt er precies bedoeld met « beveiligingsuitrusting en toebehoren » ? Vreest u niet dat de gasmaskers voor collectief gebruik een gevaar voor de hygiëne vormen ? DO 2004200503130 DO 2004200503130 Question no 486 de M. Melchior Wathelet du 18 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Vraag nr. 486 van de heer Melchior Wathelet van 18 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Zones de police locales. — Autorités locales. — Code d’éthique. Lokale politiezones. — Lokale overheden. — Ethische code. Il m’est revenu que ces derniers mois la volonté est de plus en plus évidente de certaines autorités locales d’instaurer un code d’éthique dit « Règlement d’ordre intérieur » au sein des zones de police locales, parallèlement au futur code de déontologie et aux textes légaux actuellement en vigueur, mais tout aussi contraignant. Naar verluidt dringen sommige lokale overheden er de laatste maanden steeds sterker op aan om een ethische code voor de lokale politiezones in te voeren. Dit « huishoudelijk reglement » zou naast de huidige wetteksten en de toekomstige deontologische code bestaan en evenveel bindende kracht hebben. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10581 Comme souvent, ce « Code of Conduct » s’inspire de ce qui se fait dans les pays anglo-saxons où il est généralement admis que pareil code de « bonne » conduite puisse comprendre une clause par laquelle chaque travailleur s’engage à dénoncer les collègues qui ne le respecteraient pas, même sur la base d’une simple suspicion ou d’une rumeur. Mieux — ou pire — la même clause prévoit que le délateur ne risque aucune sanction au cas où ses déclarations se révèleraient non fondées. Zoals vaak is deze « Code of Conduct » door de Angelsaksische traditie ingegeven. Daar is het algemeen aanvaard dat zo’n gedragscode ook een clausule bevat waarin elke werknemer zich ertoe verbindt de collega’s aan te geven die de code niet zouden naleven. Een simpel vermoeden of gerucht volstaat. Beter — of slechter — nog, diezelfde clausule bepaalt dat de verklikker niet wordt bestraft indien zijn verklaringen ongegrond blijken. Dans notre pays, pour l’instant, il se trouve que les règles de comportement des membres de nos services de police dans et en dehors de l’exercice de leur fonction, ainsi que les sanctions, sont inscrites dans des textes légaux et réglementaires, textes dont la rédaction et les modifications sont soumis au « Comité de Négociation » à l’échelon national. In België zijn de gedragsregels voor de politiediensten tijdens de uitoefening van hun ambt en daarbuiten, evenals de straffen die erop van toepassing zijn, in wetten en verordeningen opgenomen. Voor het opstellen en aanpassen van die teksten is het « Onderhandelingscomité » op nationaal niveau bevoegd. 1. Ne craignez-vous pas que la tentation pour les autorités locales, peut-être bien ou mal intentionnées, de placer le « Règlement d’ordre intérieur » propre à leur zone de police locale respective en marge des dispositions légales et nationales pour pouvoir modifier, à l’échelle de leur entité, le comportement du personnel sans que les organisations représentatives du personnel des services de police ne puissent être consultées, hormis lors des Comités de concertation de base ? 1. Is de verleiding voor de lokale overheden niet groot om, al dan niet met goede bedoelingen, het « huishoudelijk reglement » van hun eigen politiezone naast de wettelijke en nationale bepalingen toe te passen, en op die manier het gedrag van het lokale politiepersoneel te beı̈nvloeden zonder de representatieve werknemersorganisaties daarin te kennen, behalve dan tijdens de basisoverlegcomités ? 2. Ces différents règlements d’ordre intérieur établis par les zones de police locales du Royaume ne vont-ils pas à l’encontre de la vision d’ensemble et de cohérence dans la gestion du personnel voulue, avec le « statut unique », par la réforme des polices ? 2. Sommige lokale politiezones willen dus een eigen huishoudelijk reglement. Past dit wel in de globale, samenhangende visie op het personeelsbeleid die met de politiehervorming en meer bepaald met het « eenheidsstatuut » wordt beoogd ? 3. Envisagez-vous d’exercer un contrôle sur l’établissement de ces règlements d’ordre intérieur par les différentes zones de police locale du Royaume et, dans l’affirmative, comment ? 3. Bent u van plan op de huishoudelijke reglementen van de diverse politiezones toezicht uit te oefenen, en zo ja, hoe ? DO 2004200503133 DO 2004200503133 Question no 487 de M. Melchior Wathelet du 18 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Vraag nr. 487 van de heer Melchior Wathelet van 18 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Évaluation de la formation des inspecteurs de police;. — Rapport « EVA 2003 ». Beoordeling van de opleiding van politie-inspecteurs. — Verslag « EVA 2003 ». Une évaluation de la formation des inspecteurs de police a eu lieu en 2003 et un colloque nommé « EVA COLLOQ 2004 » s’est tenu à l’Académie de Police de Namur le 30 septembre 2004. Lors de la présentation du bilan de la formation des candidats inspecteurs de police fut abordé le problème des vacataires. In 2003 werd de opleiding van politie-inspecteurs beoordeeld en op 30 september 2004 vond in de Politieacademie van Namen een colloquium onder de titel « EVA COLLOQ 2004 » plaats. Toen de balans van de opleiding van aspirant-inspecteurs werd opgemaakt, kwam het probleem van het hulppersoneel aan bod. Au point 2.7. du rapport « EVA 2003 », sous le titre « Eléments à modifier, améliorer ou créer », il peut être lu au sujet des chargés de cours externes que : Onder punt 2.7 van het verslag « EVA 2003 », in het hoofdstuk « Te wijzigen, te verbeteren of in te voeren thema’s », staat over de externe docenten te lezen : CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1337 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10582 « Le principe du recours à des formateurs extérieurs est incontestablement apprécié. Néanmoins, les objectifs de certains cours ne sont pas atteints : l’absence de formation et de contrôle de qualité pour ce public cible. Notons enfin que des remarques sont formulées quand à la disponibilité insuffisante de chargés de cours (absences répétées, cours non dispensés) ». « Het principe om beroep te doen op externe docenten wordt ontegensprekelijk gewaardeerd, zelfs indien (...) de doelstellingen van sommige cursussen niet worden bereikt, door de afwezigheid van vorming en kwaliteitscontrole voor deze doelgroep. Noteren wij ten slotte dat opmerkingen over de onvoldoende beschikbaarheid geformuleerd werden (herhaalde afwezigheden, niet verstrekte lessen) ». Le rapport est tout aussi éloquent quant au résultat concret « sur le terrain » de la formation dispensée puisqu’il souligne pêle-mêle : Het verslag gaat ook uitgebreid in op het concrete resultaat dat de verstrekte opleiding « op het terrein » heeft en vermeldt her en der in de tekst : « La méconnaissance des infractions au code de la route, des dispositions en matière d’assurance obligatoire, d’immatriculation, d’usage du tachygraphe et du transport dangereux par route, l’absence des automatismes indispensables à la maı̂trise de la violence — entendons l’usage des armes à feu de service — le manque de connaissances en matière judiciaire, l’incapacité à dégager les éléments nécessaires à l’exécution d’une enquête, la mauvaise maı̂trise de la documentation judiciaire, le manque de discipline et une orthographe déplorable ». « Lacunes in de kennis over de verkeersovertredingen, de beschikkingen inzake de verplichte verzekering en inschrijving, het gebruik van de tachygraaf en het vervoer van gevaarlijke goederen op de weg; het ontbreken van de onmisbare automatismen inzake geweldbeheersing (i.e. het gebruik van dienstvuurwapens); het gebrek aan gerechtelijke kennis; het onvermogen om de voor een gerechtelijk onderzoek vereiste elementen te onderscheiden; de slechte beheersing van de gerechtelijke documentatie; het gebrek aan discipline; een erbarmelijke spelling ». Le Comité Permanent P s’est penché sur ces constatations et a procédé à des tests sur 336 aspirants inspecteurs de police qui étaient sur le point de terminer leur formation et d’être nommés. Les résultats furent édifiants et le Comité Permanent P plaide dans ses conclusions qu’il faut d’urgence restaurer une disposition réglementaire relative aux différentes normes standard applicables en matière de formation avec notamment l’instauration d’un seul examen qui permettrait de valider et d’harmoniser les formations dispensées dans les différentes écoles de police et qu’un contrôle des cours et des entraı̂nements soit organisé. Het Comité P heeft zich over die vaststellingen gebogen en heeft 336 aspirant-inspecteurs getest wier opleiding en benoeming zo goed als rond waren. De resultaten waren erg leerrijk. In zijn conclusies pleit het Comité P voor een dringende herinvoering van reglementaire bepalingen inzake de verschillende standaardnormen voor de opleiding. Zo is het Comité P voorstander van één enkel examen, omdat dit de verschillende politieopleidingen zou bekrachtigen en doen overeenstemmen. Daarnaast is het Comité P vragende partij voor meer toezicht op de cursussen en oefeningen. 1. Quelles suites envisagez-vous donner aux conclusions pour le moins inquiétantes d’« EVA 2003 » et aux recommandations du Comité permanent P en la matière ? 1. Welk gevolg zal u geven aan de op zijn minst onrustwekkende conclusies van « EVA 2003 » en de aanbevelingen van het Comité P ? 2. N’estimez-vous pas, au vu de ces conclusions, notamment en ce qui concerne le problème des vacataires, que la formation des policiers doit être confiée exclusivement à des policiers formateurs spécialement formés à la pédagogie et employés à temps plein dans cette fonction avec alternance dans des fonctions de terrain ? 2. Ware het niet gepast, rekening houdend met die conclusies, met name wat het probleem van het hulppersoneel betreft, de politieopleiding uitsluitend toe te vertrouwen aan politiedocenten die een pedagogische opleiding hebben genoten, en die voltijds in hun functie zijn tewerkgesteld maar daarnaast ook nog in het veld actief zijn ? 3. Ne jugez-vous pas opportun, toujours au vu des conclusions du rapport, qu’une inspection de l’enseignement prodigué dans les écoles de police doit être mise sur pied de toute urgence ? 3. Ware het niet gepast, nog steeds gezien de conclusies van het verslag, dringend in een inspectie van de in de politiescholen verstrekte opleiding te voorzien ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10583 DO 2004200503152 DO 2004200503152 Question no 488 de M. Guido Tastenhoye du 19 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Vraag nr. 488 van de heer Guido Tastenhoye van 19 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Déclarations du procureur d’Anvers au sujet de la menace terroriste sous-estimée à Anvers. Verklaringen van de Antwerpse procureur aangaande de onderschatte terreurdreiging in Antwerpen. Le procureur d’Anvers, M. Bart Van Lijsebeth, a déclaré dans une interview à la « Gazet van Antwerpen » du 18 décembre 2004 qu’en comparaison de Bruxelles, de Liège et de Charleroi, Anvers dispose de beaucoup trop peu d’enquêteurs antiterroristes alors que la menace y est réelle. En effet, le gouvernement a attribué à Charleroi et à Liège autant d’enquêteurs fédéraux supplémentaires qu’à Anvers, c’est-à-dire cinq (trente à Bruxelles !) alors qu’à l’inverse d’Anvers, Charleroi ne possède, par exemple, pas de port d’importance mondiale, ne soit pas un centre diamantaire mondial, n’ait pas de grand quartier juif ni de grande communauté allochtone d’origine islamique, ni de centrale nucléaire à sa périphérie. De procureur van Antwerpen, de heer Bart Van Lijsebeth, heeft in een interview in Gazet van Antwerpen van 18 december 2004, gezegd dat Antwerpen veel te weinig antiterrorismespeurders heeft in vergelijking met Brussel, Luik en Charleroi, hoewel de terreurdreiging in Antwerpen reëel is. Er zijn met name door de regering evenveel bijkomende federale rechercheurs toegewezen aan Charleroi en Luik als aan Antwerpen, namelijk vijf (en dertig aan Brussel !), hoewel bijvoorbeeld Charleroi geen wereldhaven heeft, geen wereldcentrum is van diamant, geen grote joodse wijk heeft, geen grote allochtone gemeenschap van islamitische afkomst heeft en ook geen kerncentrale aan haar stadsgrens, zoals dat voor Antwerpen wel het geval is. 1. Pourquoi Anvers ne reçoit-elle que cinq enquêteurs antiterroristes supplémentaires alors qu’elle aurait dû en recevoir au moins quinze, voire vingt ? 1. Kan u meedelen waarom Antwerpen slechts vijf bijkomende antiterrorismespeurders krijgt, terwijl dat er minstens vijftien tot twintig zouden moeten zijn ? 2. Avez-vous déjà pris des mesures, ou en préparezvous, pour augmenter sensiblement le nombre d’enquêteurs antiterroristes à Anvers ? Dans la négative, pourquoi ? 2. Heeft u al maatregelen genomen of in voorbereiding om het aantal antiterrorismespeurders in Antwerpen in de toekomst gevoelig op te trekken, en zo neen, waarom niet ? Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken DO 2004200503071 DO 2004200503071 Question no 155 de M. Dirk Van der Maelen du 13 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères : Vraag nr. 155 van de heer Dirk Van der Maelen van 13 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Élaboration d’un cadre onusien quant à la responsabilité des entreprises transnationales et autres entreprises en matière de respect des droits de l’homme. Opstelling van een VN-kader voor « Responsabilities of Transnational Corporations and related Business Enterprises with regard to Human Rights ». Nous sommes pratiquement tous convaincus du fait que le processus de globalisation peut aider les régions plus pauvres du monde à développer leurs économies. Pour cela, il faut absolument mettre en place une réglementation mondiale adaptée. Les Nations unies ont déjà pris une série d’initiatives importantes pour que les entreprises prennent leurs responsabilités sur les plans social et écologique. Weinigen twijfelen aan het potentieel van het globaliseringsproces om de armere regio’s van deze wereld economisch te laten ontwikkelen. Er is een absolute noodzaak aan wereldwijde en aangepaste regelgeving. In de VN worden reeds waardevolle initiatieven ontwikkelt om de bedrijfswereld op haar verantwoordelijkheden op sociaal en ecologisch vlak te wijzen. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10584 Dans ce domaine, la Belgique adopte plutôt une position frileuse. Elle entend laisser le législateur national de chaque état prendre ses responsabilités et fait davantage confiance aux initiatives informelles reprises sous la dénomination de »Responsabilité sociale des entreprises« . Les institutions onusiennes servent de source d’inspiration et de complément juridique pour les états plus faibles. J’espère donc que la Belgique choisira de considérer ces négociations internationales plus comme une opportunité que comme une menace, en vue d’introduire dans la sphère économique globale des normes internationales en matière de droits de l’homme. Nous pouvons saisir cette opportunité pour donner aux entreprises multinationales et à leurs sociétés liées une protection contre la pression vers le bas qu’exercent les législations nationales moins progressistes. En même temps, nous leur fournirons un point d’ancrage précieux qui leur permettra de dénoncer la concurrence déloyale des entreprises qui ne prennent pas leurs responsabilités en la matière ou de peser sur leurs sous-traitants internationaux pour qu’ils prennent sérieusement en compte les droits de l’homme de leurs travailleurs. De Belgische positie in deze zou eerder een lauwe positie zijn waarbij België de verantwoordelijkheid bij de nationale wetgever van de respectievelijke staten wil leggen en meer vertrouwt op de vrijblijvende initiatieven verzameld onder de noemer van »Corporate Social Responsability« . De VN-instellingen dienen tot inspiratiebron en juridisch complement voor zwakkere staten. Ik hoop dan ook dat België er voor opteert om in deze internationale onderhandelingen eerder een kans dan een bedreiging te zien om internationale mensenrechtenstandaarden te introduceren in de globale economische sfeer. Indien we deze onderhandelingen als een dergelijke kans aangrijpen bezorgen we de multinationale ondernemingen en hun affiliaties immers een paraplu waaronder ze zich tegen de neerwaartse druk van de minder progressieve nationale wetgeving kunnen beschermen. Terzelfder tijd verschaffen we hen een waardevolle kapstok waaraan ze hun klachten over deloyale concurrentie van bedrijven die hun verantwoordelijkheid terzake niet opnemen, kunnen ophangen of waarmee ze hun internationaal verspreide toeleveringsbedrijven onder druk kunnen zetten om terdege rekening te houden met de mensenrechten van hun werknemers. 1. Quelle position le gouvernement belge a-t-il jusqu’à présent défendue dans le contexte de l’élaboration d’un cadre onusien quant à la responsabilité des entreprises transnationales et autres entreprises en matière de respect des droits de l’homme ? 1. Wat is het standpunt dat de Belgische regering in deze context van de opstelling van het VN-kader voor »Responsabilities of Transnational Corporations and related Business Enterprises with regard to Human Rights« tot op heden heeft verdedigd ? 2. Pensez-vous qu’il soit éventuellement nécessaire de donner à cette position une dimension plus progressiste ? 2. Ziet u, de eventuele noodzaak om dit standpunt op meer progressieve manier bij te sturen ? 3. Si vous répondez par l’affirmative à la deuxième question, de quelle manière envisagez-vous d’infléchir cette position ? 3. Indien het antwoord op vraag 2 bevestigend is, op welke manier overweegt u dit standpunt bij te sturen ? DO 2004200503072 DO 2004200503072 Question no 156 de M. Dirk Van der Maelen du 13 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères : Vraag nr. 156 van de heer Dirk Van der Maelen van 13 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Négociations de l’AGCS en cours. Lopende GATS-onderhandelingen. J’apprends que la Commission européenne travaille à une révision des questionnaires qu’elle a transmis en juin 2002 à 109 pays dans le cadre des négociations de l’AGCS. Un des objectifs poursuivis par la Commission lors de ces négociations est la libéralisation des approvisionnements en eau. La Commission européenne a demandé cette libéralisation à 72 pays. À présent, la Commission européenne souhaite relancer les négociations de l’AGCS en communiquant des questionnaires modifiés aux membres de l’OMC. Ik verneem dat de Europese Commissie werkt aan een herziening van de vraaglijsten die ze in juni 2002 overmaakte aan 109 landen in het kader van de GATSonderhandelingen. Eén van de doelstellingen die de Commissie in deze onderhandelingen nastreeft is de liberalisering van de watervoorzieningen. De Europese Commissie heeft deze liberalisering gevraagd aan 72 landen. Nu wil de Europese Commissie de GATSonderhandelingen verder aanzwengelen door in januari 2005 herziene vraaglijsten over te maken aan de WTO-leden. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10585 Le 18 décembre 2002, la Chambre a adopté une résolution sur les négociations de l’AGCS (Doc. parl., Chambre, 2001-2002, no 1923/8). Op 18 december 2002 heeeft de Kamer een resolutie aangenomen over de GATS-onderhandelingen (Parl. St., Kamer, 2001-2002, nr. 1923/8). En ce qui concerne la libéralisation de la distribution d’eau, nous nous référons plus particulièrement à la signature, en 2001 et en 2002, par 120 000 citoyens et institutions, du Manifeste belge de l’eau qui a été remis aux instance sinternationales compétentes par les trois gouvernements régionaux lors du sommet mondial de Johannesburg sur le Developpement durable. Je voudrais également rappeler l’audition sur l’eau organisée par la Commission de la Mondialisation de la Chambre et du Sénat, le 18 octobre 2004, et la résolution que cette Commission déposera en janvier 2005. Il y est en effet demandé de préserver le secteur de l’eau, qui revêt un caractère crucial, de la tendance internationale à la libéralisation. Wat de liberalisering van de waterdiensten betreft verwijzen we in het bijzonder ook naar het feit dat 120 000 burgers en instellingen in 2001 en 2002 het Belgische Watermanifest ondertekenden dat door de drie Gewestregeringen op de wereldtop over Duurzame Ontwikkeling in Johannesburg aan de bevoegde internationale instanties werd overgemaakt. Ook zou ik willen verwijzen naar de Waterhearing die de Commissie Globalisering van Kamer en Senaat organiseerden op 18 oktober 2004 en de resolutie die deze Commissie in januari 2005 zal neerleggen. Daarin wordt immers ook een lans gebroken voor het vrijwaren van de cruciale watersector van de internationale liberaliseringdrift. 1. Quel est le but de la récision des questionnaires AGCS européens ? 1. Wat is de bedoeling van de herziening van de Europese GATS-vraaglijsten ? 2. Quelle position la Belgique a-t-elle adoptée à ce sujet au Comité 133 ? 2. Wat is de houding die België hierover in Comité 133 heeft aangenomen ? 3. Dans quelle mesure le gouvernement a-t-il tenu compte de la résolution adoptée par la Chambre le 18 décembre 2002 et dans quelle mesure, notamment, s’est-il prononcé contre les demandes européennes de libéralisation del’approvisionnement en eau ? 3. In welke mate heeft de regering rekening gehouden met de Kamerresolutie van 18 december 2002, meer bepaald in welke mate heeft de regering zich uitgesproken tegen Europese liberaliseringverzoeken met betrekking tot watervoorzieningen ? 4. La libéralisation del’approvisionnement en eau figurera-t-elle toujours dans les questionnaires AGCS modifiés que la Commission enverra en janvier 2005 ? 4. Zal de liberalisering van watervoorzieningen nog steeds deel uitmaken van de herziene GATSvragenlijsten die de Commissie in januari 2005 zal uitsturen ? 5. Que comptez-vous faire pour que le Parlement puisse consulter les projets de questionnaires AGCS établis par la Commission européenne et qui sont soumis au Comité 133 ? 5. Wat u denkt te doen om het Parlement inzage te geven in de ontwerpen van herziene GATSvragenlijsten die de Europese Commissie heeft opgesteld en die voorliggen in Comité 133 ? 6. Nous apprenons en outre que la Commission européenne va également revoir l’offre européenne lors des négociations AGCS et qu’en mai 2005, elle déposera cette offre modifiée à l’OMS. 6. We vernemen bovendien dat de Europese Commissie ook het Europese aanbod in de GATSonderhandelingen zal herzien en dit herziene aanbod in mei 2005 bij de WTO zal indienen. Pouvez-vous nous faire savoir quelles démarches vous comptez entreprendre pour permettre au Parlement de consulter en temps opportun le projet d’offre AGCS modifiée qui sera établi par la Commission européenne et comment le gouvernement envisage-t-il de consulter le Parlement et les parties intéressées des secteurs concernés (fournisseurs de services, travailleurs, consommateurs, organisations non gouvernementales) ? Kan u ons meedelen welke stappen u overweegt te ondernemen om het Parlement tijdig inzage te geven in het ontwerp van het herzien GATS-aanbod dat de Europese Commissie zal opstellen en hoe de regering het Parlement en de betrokken partijen uit de relevante sectoren hierover denkt te raadplegen (dienstenverstrekkers, werknemers, consumenten, niet-gouvernementele organisaties) ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10586 DO 2004200503084 DO 2004200503084 Question no 157 de M. Gerolf Annemans du 14 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères : Vraag nr. 157 van de heer Gerolf Annemans van 14 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Suppression des subventions aux Chambres de commerce belgo-luxembourgeoises à l’étranger en 2005. Schrapping subsidies 2005 voor de BelgischLuxemburgse Kamers van Koophandel in het buitenland. Le gouvernement fédéral a décidé de ne plus octroyer de subventions aux Chambres de commerce belgoluxembourgeoises à l’étranger en 2005. De federale regering schrapte de subsidies 2005 voor de Belgisch-Luxemburgse Kamers van Koophandel in het buitenland. Une quelconque autorité luxembourgeoise a-t-elle été associée à cette prise de décision ? Kan u meedelen of enige Luxemburgse instanties betrokken zijn geweest bij de beslissing van de regering om de subsidies te schrappen ? DO 2004200503099 DO 2004200503099 Question no 158 de M. Pieter De Crem du 17 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères : Vraag nr. 158 van de heer Pieter De Crem van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Aide aux Belges à l’étranger. — Missions des ambassades. — Roumanie. Hulpverlening aan Belgen in het buitenland. — Taak ambassades. — Roemenië. Le 20 avril 2004, Karla Crisan, âgée de onze ans, décédait à Bucarest, victime d’un accident de la route, après être restée huit jours dans le coma. Renversée sur un passage pour piétons à Pitesti, elle n’a été transférée vers un hôpital roumain que six heures après l’accident. Eurocross a été contacté sans délai et un dossier a été ouvert par Eurocross Bruxelles. Étant donné les conditions particulières régnant dans l’hôpital roumain (conditions de travail rudimentaires, problèmes de corruption, manque d’hygiène) et la situation précaire dans laquelle se trouvait la petite fille, les parents ont demandé à Eurocross le rapatriement immédiat de leur enfant vers la Belgique, ce qui leur a été refusé. Les parents ont alors contacté l’ambassade de Belgique en Roumanie, où personne n’a daigné leur prêter attention. Après huit jours, et sans qu’aucune aide ne soit apportée par Eurocross ou l’ambassade de Belgique, Karla Crisan est décédée à l’hôpital municipal de Bucarest. Op 20 april 2004 overleed de elfjarige Karla Crisan in Boekarest na een auto-ongeval en acht dagen comateuze toestand. Nada Karla Crisan in Pitesti op een zebrapad werd aangereden duurde het zes uur vooraleer ze kon worden opgenomen in een Roemeens ziekenhuis. Onmiddellijk werd contact opgenomen met Eurocross, waar vanuit Eurocross Brussel een dossier werd geopend. Aangezien de primitieve, corrupte en onhygiënische toestanden in het Roemeense ziekenhuis en de precaire situatie waar het meisje zich in bevond, vroegen de ouders een onmiddellijke repatriëring naar België aan bij Eurocross, wat werd geweigerd. Daarop namen de ouders contact op met de Belgische ambassade in Roemenië, waar hun verhaal in dovemansoren viel. Na acht dagen zonder enige hulp vanuit Eurocross noch vanuit de Belgische ambassade overleed Karla Crisan in Hospitaal Municipal Bukarest. 1. Quelles sont les missions et les compétences des ambassades belges à l’étranger dans de telles situations ? 1. Wat zijn de taken en bevoegdheden van de Belgische ambassades in het buitenland in dergelijke noodsituaties ? 2. Dans ce contexte et dans ce cas spécifique, l’ambassade de Belgique en Roumanie a-t-elle fait tout ce qui était en son pouvoir pour aider ces citoyens belges ? 2. Heeft de Belgische ambassade in Roemenië in die optiek en in dit specifieke geval al het nodige gedaan om Belgische burgers op te vangen en hulp te bieden ? 3. En cas de négligence grave, des sanctions sontelles prévues ou des compensations sont-elles octroyées aux familles touchées ? 3. Zijn in het geval van grove nalatigheid sancties mogelijk of compensaties voor de getroffen families ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10587 DO 2004200503103 DO 2004200503103 Question no 159 de Mme Zoé Genot du 17 janvier 2005 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères : Vraag nr. 159 van mevrouw Zoé Genot van 17 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Négociations de l’Accord Général sur le Commerce des Services (AGCS). Onderhandelingen over de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten (AOHD). À l’heure actuelle, en liaison avec le Comité 133 et la Commission européenne, le gouvernement belge finalise les listes de demandes d’ouverture de services, dans le cadre des négociations de l’AGCS (Accord Général sur le Commerce des Services) à l’OMC (Organisation Mondiale du Commerce). Ces listes, adressées par l’Union européenne à 109 pays tiers, doivent être arrêtées et transmises à Genève, au siège de l’OMC, dans le courant de janvier 2005. In het kader van de onderhandelingen over de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten (AOHD) die binnen de Wereldhandelsorganisatie (WHO) gevoerd worden, heeft de Europese Unie haar lijsten met verzoeken voor de liberalisering van diensten aan 109 derde landen voorgelegd. De ingevulde lijsten moeten in januari 2005 aan de WHO in Genève bezorgd worden. Momenteel legt de Belgische regering, in overleg met het Comité 133 en de Europese Commissie, de laatste hand aan haar lijsten met verzoeken. 1. a) Quelle est la position belge d’ensemble sur ces négociations AGCS ? 1. a) Wat is het Belgische standpunt ten aanzien van de AOHD-onderhandelingen in het algemeen ? b) Quelle est la position belge par rapport au futur mandat du négociateur européen ? b) Wat is het Belgische standpunt ten aanzien van het toekomstige mandaat van de Europese onderhandelaar ? 2. a) Quelle est la position du gouvernement belge par rapport aux demandes d’ouverture de services ? 2. a) Wat is het standpunt van de Belgische regering ten aanzien van de lijsten met verzoeken voor de liberalisering van diensten ? b) Quels services sont concernés ? b) Over welke diensten gaat het ? c) À quelle date la position belge est-elle arrêtée ? c) Wanneer bepaalt België zijn standpunt ? d) À quelle date la position européenne sera-t-elle adoptée ? d) Wanneer zal het Europese standpunt goedgekeurd worden ? e) Quelles réunions sont prévues à ce sujet dans les mois à venir ? e) Welke vergaderingen zullen in de komende maanden aan deze problematiek gewijd worden ? 3. Quant à la liste des « offres » des services que l’Union européenne s’apprête à livrer en pâture au commerce international, elle doit être remise au plus tard en mai 2005. 3. De lijst met het aanbod van diensten die de Europese Unie weldra voor de internationale handel zal openstellen, moet ten laatste in mei 2005 ingediend worden. a) Quelle est la position du gouvernement belge par rapport aux offres d’ouverture de services ? a) Wat is het standpunt van de Belgische regering ten aanzien van het aanbod van diensten die voor liberalisering in aanmerking komen ? b) Quels services sont concernés ? b) Over welke diensten gaat het ? c) À quelle date la position belge est-elle arrêtée ? c) Wanneer bepaalt België zijn standpunt ? d) À quelle date la position européenne sera-t-elle adoptée ? d) Wanneer zal het Europese standpunt worden goedgekeurd ? e) Quelles réunions sont prévues à ce sujet dans les mois à venir ? e) Welke vergaderingen zullen in de komende maanden aan deze problematiek gewijd worden ? 4. Lors d’une réunion du 9 décembre 2004 à Bruxelles, M. Anders Jenssen, collaborateur de Peter 4. Op de vergadering van 9 december 2004 in Brussel heeft de heer Anders Jenssen, medewerker van CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10588 Mandelson, Commissaire européen au Commerce extérieur, a confirmé que ces listes ne seraient pas rendues publiques. Leur publication n’interviendra qu’après leur dépôt officiel à l’OMC. Peter Mandelson, Europees commissaris voor de Buitenlandse Handel, bevestigd dat deze lijsten niet openbaar zouden gemaakt worden voordat ze officieel bij de WHO zijn ingediend. a) Quelles sont les dates et modalités de diffusion des positions belges ? a) Wanneer en volgens welke modaliteiten zullen de Belgische standpunten bekend gemaakt worden ? b) Quelles sont les diffusions des négociations des réunions de construction de la position européenne ? b) Hoe zullen de resultaten van de onderhandelingen over de Europese standpuntbepaling bekend worden gemaakt ? DO 2004200503102 DO 2004200503102 Question no 160 de M. Luc Goutry du 17 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères : Vraag nr. 160 van de heer Luc Goutry van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Rôle d’exemple que doivent jouer les hauts dignitaires belges à l’étranger. Voorbeeldfunctie van Belgische hoogwaardigheidsbekleders in het buitenland. Chacun s’accorde à dire que les hauts dignitaires belges jouent un rôle d’exemple pour nos institutions belges. Ils doivent en permanence témoigner dignement, et plus particulièrement à l’étranger, du sérieux et de l’importance de leur fonction. Iedereen is het erover eens dat de Belgische hoogwaardigheidsbekleders een voorbeeldfunctie vervullen voor onze Belgische instellingen. Op hen rust de permanente plicht om de ernst en het belang van hun functie op een waardige wijze uit te stralen, ook en vooral in het buitenland. 1. Depuis l’entrée en fonction du gouvernement fédéral actuel, le Ministère des Affaires étrangères a-til été informé de faits au cours desquels des hauts dignitaires belges se sont méconduits d’une manière quelconque vis-à-vis des autorités d’un autre État, tant vis-à-vis des autorités officielles que par exemple vis-àvis des autorités frontalières ? 1. Zijn er, sinds het aantreden van de huidige federale regering, aan Buitenlandse Zaken feiten gemeld waarbij Belgische hoogwaardigheidsbekleders zich op de ene of andere wijze misdragen hebben tegenover de autoriteiten van een andere Staat, zowel de officiële autoriteiten als bijvoorbeeld de grensautoriteiten ? 2. Dans l’affirmative, combien de cas ont été recensés et dans quel contexte ? 2. Zo ja, hoeveel en in welke context ? 3. Ces faits ont-ils été commis dans le cadre de l’exercice de la fonction de représentant officiel de l’État belge ou dans un cadre privé ? 3. Waren deze feiten vervuld in hun hoedanigheid van officieel vertegenwoordiger van de Belgische Staat, of in de privé-sfeer ? 4. Les intéressés ont-ils fait appel, par l’intermédiaire de l’ambassade belge, à un avocat pour défendre leurs intérêts et dans l’affirmative, les frais éventuels ont-ils été recouvrés auprès des intéressés ? 4. Hebben betrokkenen via de Belgische ambassade beroep gedaan op een advocaat om hun belangen te verdedigen, en zo ja, zijn de eventuele kosten gerecupereerd van betrokkenen ? 5. Si des décisions judiciaires ont été rendues, serait-il possible de les consulter après que le nom des intéressés a été effacé ? 5. Kan er in geval van eventuele rechterlijke uitspraken, mits het schrappen van de naam van betrokkenen, inzage verleend worden van de rechterlijke uitspraken ? 6. Le département des Affaires étrangères pourraitil élaborer un code de conduite pour les hauts dignitaires belges à l’étranger ? 6. Kan Buitenlandse Zaken een gedragscode ontwerpen voor de Belgische hoogwaardigheidsbekleders in het buitenland ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10589 DO 2004200503104 DO 2004200503104 Question no 161 de M. Dirk Van der Maelen du 17 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères : Vraag nr. 161 van de heer Dirk Van der Maelen van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Violences physiques commises par les forces de sécurité israéliennes sur la personne d’un candidat aux élections palestiniennes. Lijfelijk geweld door Israëlische veiligheidstroepen tegen Palestijns presidentskandidaat. 1. Avez-vous connaissance de l’information selon laquelle M. Mustafa Barghouthi, candidat aux élections présidentielles palestiniennes, et ses cinq compagnons de voyage ont été molestés au poste de contrôle de Jénine par des agents de sécurité israéliens ? 1. Hebt u kennis genomen van het bericht dat Palestijns presidentskandidaat Mustafa Barghouthi en diens vijf reisgenoten bij een controlepost in Jenin door Israëlische veiligheidsagenten zijn mishandeld ? 2. Est-il exact que M. Barghouthi a récemment été empêché, près d’Hébron, de se rendre à Tel Al Armeda ? 2. Is het juist dat Barghouthi onlangs bij Hebron werd verhinderd naar Tel Al Armeda te reizen ? 3. a) Estimez-vous comme moi que ces faits peuvent être considérés comme une tentative d’entraver la campagne électorale palestinienne ? 3. a) Bent u met mij van mening dat deze gebeurtenissen kunnen worden beschouwd als een poging de Palestijnse verkiezingscampagne te hinderen ? b) Dans la négative, pourquoi ? b) Zo neen, waarom niet ? 4. a) Envisagez-vous de demander instamment aux autorités israéliennes de faire en sorte que les élections présidentielles palestiniennes du 9 janvier 2005 puissent se dérouler librement et sans incidents ? 4. a) Overweegt u er bij de Israëlische autoriteiten op aan te dringen vrije en ongestoorde Palestijnse presidentsverkiezingen op 9 januari 2005 mogelijk te maken ? b) Dans l’affirmative, que pensez-vous faire ? b) Zo ja, op welke wijze overweegt u dat te doen ? DO 2004200503116 DO 2004200503116 Question no 162 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères : Vraag nr. 162 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : SPF. — Président du comité de direction. — Plans de management et opérationnel. FOD. — voorzitter directiecomité. — Managementen operationeel plan. Presque tous les présidents des comités de direction de SPF ont confectionné un plan de management et un plan opérationnel, et les ont soumis pour approbation aux ministres. Seul le plan opérationnel de votre SPF n’a pas encore été définitivement élaboré. Bijna alle voorzitters van de directiecomités van de FOD hebben een management- en operationeel plan opgesteld en aan de ministers ter goedkeuring bezorgd. Enkel bij uw FOD is het operationeel plan nog niet volledig opgesteld. Pourriez-vous me faire savoir quand ce sera chose faite ? Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1338 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10590 DO 2004200503146 DO 2004200503146 Question no 163 de M. Guido Tastenhoye du 19 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères : Vraag nr. 163 van de heer Guido Tastenhoye van 19 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Soutien direct et indirect à l’Autorité palestinienne. Rechtstreekse en onrechtstreekse steun aan de Palestijnse Autoriteit. 1. Pourriez-vous me faire savoir de quelle manière votre département a accordé en 2004 un soutien direct ou indirect (par le biais d’organisations non gouvernementales, d’institutions supranationales, etc.) à l’Autorité palestinienne ou à des institutions ou organisations actives sur son territoire ? 1. Kan u meedelen op welke wijze er via uw departement in 2004 rechtstreekse of onrechtstreekse (via niet-gouvernementele organisaties (NGO’s), supranationale instellingen, enzovoort) steun werd verleend aan de Palestijnse Autoriteit of aan instellingen of organisaties die op haar grondgebied actief zijn ? 2. Quels projets ont pu bénéficier de ce soutien et quels moyens financiers ont été affectés à chaque projet ? 2. Kan u preciseren om welke projecten het ging, en hoeveel financiële middelen er telkens met elk project gepaard gingen ? 3. Combien de projets devraient bénéficier d’un soutien financier en 2005 ? Quel montant sera affecté à chacun de ces projets ? 3. Hoeveel projecten, met telkens hoeveel middelen, worden er in het jaar 2005 gepland ? Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging DO 2004200503079 DO 2004200503079 Question no 167 de M. Francis Van den Eynde du 13 janvier 2005 (N.) au ministre de la Défense : Vraag nr. 167 van de heer Francis Van den Eynde van 13 januari 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging : Force aérienne. — Vols C 130 vers le Congo. Luchtmacht. — C 130-vluchten naar Kongo. Pouvez-vous indiquer à combien de reprises des C 130 de la Force aérienne ont volé vers le Congo en 2003 et 2004 et avec quelle mission (quels biens ou personnes y a-t-on transporté ou embarqués) ? Kan u meedelen hoe vaak in 2003 en in 2004 C 130’s van onze luchtmacht naar Kongo gevlogen zijn en met welk doel (wie en wat werd er vervoerd of afgehaald) ? DO 2004200503108 DO 2004200503108 Question no 168 de M. Eric Massin du 17 janvier 2005 (Fr.) au ministre de la Défense : Vraag nr. 168 van de heer Eric Massin van 17 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Landsverdediging : Discrimination entre invalides de guerre, militaires et civils et invalides militaires en temps de paix. Discriminatie tussen militaire en burgerlijke oorlogsinvaliden en militaire invaliden van vredestijd. Des dispositions légales prévoient pour certaines catégories de personnes invalides et handicapées un certain nombre d’avantages fiscaux et de réduction du paiement de la TVA notamment sur l’achat de pièces et véhicules automobiles. De wet kent aan sommige categorieën van invaliden en gehandicapten een aantal belastingvoordelen en een lager BTW-tarief toe, onder meer bij de aankoop van auto-onderdelen en wagens. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10591 De manière plus précise, l’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970, modifié par l’arrêté royal du 29 décembre 1992 permet une réduction de la TVA à 6 % lors de l’acquisition d’une voiture automobile, de pièces détachées, équipements, accessoires, entretien et la réalisation de réparations diverses. Meer in het bijzonder kent het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 december 1992, een verlaagd BTWtarief van 6 percent toe bij de aankoop van automobielen voor personenvervoer, onderdelen, uitrustingsstukken en toebehoren voor deze voertuigen, en voor onderhoud en herstellingswerken allerhande. L’arrêté royal du 8 juillet 1970 portant règlement général des taxes assimilées aux impôts sur les revenus, modifié par la loi du 19 février 1990, prévoit quant à lui l’exemption des taxes de circulation et de mise en circulation pour ces mêmes catégories. Het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, gewijzigd bij de wet van 19 februari 1990, bepaalt anderzijds dat die categorieën van de verkeersbelasting en de belasting op de inverkeerstelling worden vrijgesteld. Sans contester dans son ensemble la fixation des critères qui déterminent les personnes qui peuvent bénéficier de ces avantages, la discrimination qui est faite entre invalides de guerre, militaires et civils, et invalides militaires en temps de paix me semble poser question sur le fond et la pertinence de cette différenciation de traitement. Het is niet de bedoeling de criteria op grond waarvan beslist wordt aan bepaalde personen een aantal voordelen toe te kennen, ter discussie te stellen. Wel heb ik vragen bij de gegrondheid en de relevantie van de ongelijke behandeling tussen de militaire en burgerlijke oorlogsinvaliden enerzijds en de militaire invaliden in vredestijd anderzijds. Les premiers peuvent prétendre à de telles réductions et exemptions du fait qu’ils perçoivent une pension en réparation d’une invalidité imputable à des faits de guerre. Les seconds ne bénéficient pas de ces avantages et ce malgré le fait qu’ils ont accompli leur devoir vis-à-vis de l’État. De oorlogsinvaliden maken aanspraak op een verlaagd BTW-tarief en belastingvrijstellingen, omdat ze een invaliditeitspensioen genieten op grond van oorlogsfeiten. Aan de militaire invaliden in vredestijd worden die voordelen niet toegekend, hoewel ook zij hun plicht ten aanzien van de Staat vervulden. 1. Ne pensez-vous pas qu’il y aurait lieu de mettre sur un même pied d’égalité ces deux catégories ? 1. Bent u ook niet van oordeel dat beide categorieën op gelijke voet zouden moeten worden behandeld ? 2. Pourriez-vous également nous renseigner sur le nombre actuel d’invalides militaires en temps de paix ? 2. Kan u meedelen hoeveel militaire invaliden van oorlogstijd er op dit ogenblik zijn ? Ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Économie Economie DO 2004200503084 DO 2004200503084 Question no 203 de M. Gerolf Annemans du 14 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Vraag nr. 203 van de heer Gerolf Annemans van 14 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Suppression des subventions aux Chambres de commerce belgo-luxembourgeoises à l’étranger en 2005. Schrapping subsidies 2005 voor de BelgischLuxemburgse Kamers van Koophandel in het buitenland. Le gouvernement fédéral a décidé de ne plus octroyer de subventions aux Chambres de commerce belgoluxembourgeoises à l’étranger en 2005. De federale regering schrapte de subsidies 2005 voor de Belgisch-Luxemburgse Kamers van Koophandel in het buitenland. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10592 Une quelconque autorité luxembourgeoise a-t-elle été associée à cette prise de décision ? Kan u meedelen of enige Luxemburgse instanties betrokken zijn geweest bij de beslissing van de regering om de subsidies te schrappen ? DO 2004200503125 DO 2004200503125 Question no 207 de M. Patrick De Groote du 18 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Vraag nr. 207 van de heer Patrick De Groote van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Investissements étrangers. Buitenlandse investeringen. Il semble que les investisseurs étrangers soient moins tentés d’investir dans notre pays s’estompe. Combien les entreprises étrangères ont-elles investi (montant net) durant les cinq dernières années dans chacune des Régions de notre pays ? De buitenlandse ondernemingen lijken minder geneigd te zijn in België te investeren. Hoeveel bedroegen de netto-investeringen van de buitenlandse bedrijven in België de jongste vijf jaar per gewest ? DO 2004200503131 DO 2004200503131 Question no 208 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Vraag nr. 208 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : SPF. — Définition des objectifs. — Identification des risques internes et externes. FOD’s. — Definiëring doelstellingen. — Identificeren interne en externe risico’s. Dans le cadre des recommandations du COSO (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission), la Cour des comptes a examiné si les objectifs des SPF étaient définis et si les risques internes et externes avaient été identifiés. La procédure a été entamée et mise en œuvre dans tous les SPF, sauf dans le vôtre. In het kader van de COSO-aanbevelingen (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission) heeft het Rekenhof onderzocht of de doelstellingen van de FOD werden gedefinieerd en of de interne en externe risico’s werden geı̈dentificeerd. Dit is, behalve bij uw FOD, bij alle FOD’s opgestart en uitgevoerd. Pouvez-vous préciser quand cette procédure sera mise en œuvre au sein de votre SPF ? Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? Énergie Energie DO 2004200503080 DO 2004200503080 Question no 92 de M. Jean-Marc Nollet du 13 janvier 2005 (Fr.) au ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Vraag nr. 92 van de heer Jean-Marc Nollet van 13 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : ONDRAF. — Localisation du dépôt final des déchets nucléaires de classe A. NIRAS. — Keuze van de site voor de berging van kernafval van klasse A. Selon le calendrier prévisionnel de l’Organisme national des déchets radioactifs et des matières fissiles Volgens het vooropgestelde tijdschema van de Nationale Instelling voor radioactief afval en splijt- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10593 (ONDRAF), c’est dans le courant de l’année qui s’ouvre que le gouvernement devra prendre sa décision relative à la localisation du dépôt final des déchets nucléaires de classe A. stoffen (NIRAS) moet de regering in de loop van dit jaar een beslissing nemen omtrent de site voor de berging van kernafval van klasse A. Par la présente question je souhaite faire le point sur les étapes déjà franchies et le calendrier précis de celles qui doivent encore l’être. Deze vraag strekt ertoe een stand van zaken te krijgen met betrekking tot de stappen die al werden ondernomen, alsook een duidelijke planning van de nog te nemen maatregelen. Trois localisations sont à ce stade encore envisagées : Dessel, Mol et Fleurus-Farciennes. Op dit ogenblik komen nog drie sites in aanmerking : Dessel, Mol en Fleurus-Farciennes. 1. Pourriez-vous communiquer pour chacune de ces localisations : 1. Zou u voor elk van die sites volgende gegevens kunnen meedelen : a) la date de lancement du partenariat local; a) de datum waarop het lokale partnerschap werd gesloten; b) le nombre de réunions organisées par le partenariat et la nature de ces réunions (CA, AG, réunion publique, réunion de quartier, etc.); b) het aantal door dat partnerschap georganiseerde vergaderingen en de aard ervan (RVB, AV, openbare vergadering, buurtvergadering, enzovoort); c) le relevé et le budget de toutes les études effectuées, leurs auteurs, leur date de publication et leur accessibilité (consultables sur place, sur internet avec adresse du site et/ou par envoi); c) een overzicht van alle studies die werden uitgevoerd, met de bijhorende financiële middelen, de auteurs, hun respectieve publicatiedatum en de toegankelijkheid ervan (kunnen ze ter plaatse worden geraadpleegd, zijn ze beschikbaar op internet (gelieve in dat geval het adres mee te delen), kan men een exemplaar bekomen); d) le relevé et le budget des enquêtes et autres consultations locales effectuées ainsi que pour chacune d’elles le nombre de personnes interrogées, le nombre de personnes ayant effectivement accepté de répondre et le taux d’acceptation ou de rejet du projet; d) een overzicht van de opinieonderzoeken en de andere raadplegingen die op het lokale niveau werden gehouden, met opgave van de bestede financiële middelen en met opgave, per onderzoek, van het aantal ondervraagde personen, het aantal personen dat bereid werd gevonden te antwoorden en de percentages inzake aanvaarding en verwerping van het project; e) la date d’approbation ou la date attendue d’approbation du rapport final par le conseil communal; e) de goedkeuringsdatum of de verwachte datum van goedkeuring van het eindverslag door de gemeenteraad; f) le relevé des études et enquêtes qui doivent encore être effectuées; f) de opgave van de studies en de onderzoeken die nog moeten gebeuren; g) la superficie du terrain envisagé; g) de oppervlakte van de onderzochte site; h) le délai de construction du dépôt; h) de termijn nodig voor de bouw van de opslagplaats; i) le coût de chaque projet dans l’état actuel de son élaboration ? i) de kostprijs van elk project tot op heden ? 2. Par ailleurs, pourriez-vous communiquer quel est le calendrier précis que le gouvernement s’est donné en terme de décisions à prendre en la matière (position de l’ONDRAF, choix par le gouvernement du site retenu, définitions et calendrier des recherches complémentaires à effectuer, date de la décision finale) ? 2. Welk precies tijdschema stelt de regering voor de te nemen beslissingen voorop (standpunt van de NIRAS, keuze van de site door de regering, omschrijving en tijdschema van de gewenste bijkomende onderzoeken, datum van de eindbeslissing) ? 3. L’implantation du dépôt final sera accompagnée de compensations économiques. Pourriez-vous sur ce 3. De site die de berging op zich zal nemen, heeft recht op economische compensaties. Wat is de precieze CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10594 volet me donner précisément la nature de ces aides (construction du site, transport du matériel, engagement de personnel, compensations proprement dites, etc.) et les montants dégagés et retenus par le gouvernement dans le cadre de ses projections budgétaires pluriannuelles pour la période 2005-2035 pour ces compensations économiques ? aard van die steunmaatregelen (bouw van de site, vervoer van materieel, indienstneming van personeel, eigenlijke compensaties, enzovoort) ? Welke bedragen heeft de regering in het raam van haar budgettaire meerjarenprognoses 2005-2035 voor die economische compensaties uitgetrokken ? DO 2004200503131 DO 2004200503131 Question no 93 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Vraag nr. 93 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : SPF. — Définition des objectifs. — Identification des risques internes et externes. FOD’s. — Definiëring doelstellingen. — Identificeren interne en externe risico’s. Dans le cadre des recommandations du COSO (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission), la Cour des comptes a examiné si les objectifs des SPF étaient définis et si les risques internes et externes avaient été identifiés. La procédure a été entamée et mise en œuvre dans tous les SPF, sauf dans le vôtre. In het kader van de COSO-aanbevelingen (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission) heeft het Rekenhof onderzocht of de doelstellingen van de FOD werden gedefinieerd en of de interne en externe risico’s werden geı̈dentificeerd. Dit is, behalve bij uw FOD, bij alle FOD’s opgestart en uitgevoerd. Pouvez-vous préciser quand cette procédure sera mise en œuvre au sein de votre SPF ? Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? DO 2004200503138 DO 2004200503138 Question no 94 de M. Dirk Van der Maelen du 18 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Vraag nr. 94 van de heer Dirk Van der Maelen van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Utilisation d’uranium naturel par les centrales nucléaires belges. Gebruik van natuurlijk uranium door de Belgische kerncentrales. L’utilisation d’uranium naturel dans les centrales nucléaires belges soulève les questions suivantes. In verband met het gebruik van natuurlijk uranium door de Belgische kerncentrales rijzen volgende vragen. 1. a) De quels pays provient l’uranium naturel livré aux centrales nucléaires belges en 2004 et en 2005 ? 1. a) Uit welke landen en gebieden is dat natuurlijk uranium, geleverd aan de Belgische kerncentrales voor 2004 en 2005, afkomstig ? b) Pouvons-nous obtenir la traçage annuel de cet l’uranium depuis que les centrales nucléaires belges sont opérationnelles ? b) Kunnen we een jaarlijkse historiek krijgen van de herkomst van uranium sinds de Belgische kerncentrales operationeel zijn ? 2. a) Quels contrats Synatom a-t-elle encore pour les années à venir ? 2. a) Welke contracten heeft Synatom nog lopen voor de komende jaren ? b) Avec quelles sociétés ces contrats ont-ils été conclus ? b) Met welke bedrijven ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10595 c) Quels délais sont en vigueur ? c) Met welke termijnen ? d) De quelles régions provient l’uranium naturel ? d) Uit welke gebieden komt het natuurlijk uranium ? 3. Quelle quantité d’uranium naturel les centrales nucléaires belges ont-elles utilisée annuellement depuis qu’elles sont opérationnelles ? 3. Hoeveel natuurlijk uranium hebben de Belgische kerncentrales jaarlijks gebruikt sinds ze operationeel zijn ? 4. De graves problèmes environnementaux et des violations des droits de l’homme commises contre les populations locales ont été signalés sur les sites miniers d’uranium et alentour. Des articles de presse sont parus le 11 octobre 1997 à ce sujet dans la presse flamande, à l’occasion d’une action publique menée par l’ASBL « Voor Moeder Aarde » à proximité de la centrale nucléaire de Doel le vendredi 10 octobre 1997. La semaine suivante, une audition se tenait au Parlement avec des représentants des populations locales venant en autres d’Australie, du Canada, de Namibie et des États-Unis. 4. Er zijn ernstige milieuproblemen en schendingen van mensenrechten van inheemse volkeren gesignaleerd in en rond de sites van uraniummijnen. Daarover verschenen verschillende persartikels op 11 oktober 1997 in de Vlaamse pers naar aanleiding van een publieke actie van Voor Moeder Aarde VZW aan de kerncentrale van Doel op vrijdag 10 oktober 1997. De week daarop volgde een hoorzitting in het parlement met de aanwezige vertegenwoordigers van inheemse volkeren uit onder andere Australië, Canada, Namibië en de VS. a) Une suite a-t-elle été donnée à ce dossier sous la forme d’enquêtes menées par les instances responsables ? a) Werd hier enig gevolg aan gegeven via onderzoek door de verantwoordelijke instanties ? b) Dans l’affirmative à l’initiative de qui et quels en sont les résultats ? b) Zo ja, door wie en wat waren de bevindingen ? Commerce extérieur Buitenlandse Handel DO 2004200503131 DO 2004200503131 Question no 38 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Vraag nr. 38 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : SPF. — Définition des objectifs. — Identification des risques internes et externes. FOD’s. — Definiëring doelstellingen. — Identificeren interne en externe risico’s. Dans le cadre des recommandations du COSO (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission), la Cour des comptes a examiné si les objectifs des SPF étaient définis et si les risques internes et externes avaient été identifiés. La procédure a été entamée et mise en œuvre dans tous les SPF, sauf dans le vôtre. In het kader van de COSO-aanbevelingen (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission) heeft het Rekenhof onderzocht of de doelstellingen van de FOD werden gedefinieerd en of de interne en externe risico’s werden geı̈dentificeerd. Dit is, behalve bij uw FOD, bij alle FOD’s opgestart en uitgevoerd. Pouvez-vous préciser quand cette procédure sera mise en œuvre au sein de votre SPF ? Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10596 Politique scientifique Wetenschapsbeleid DO 2004200502507 DO 2004200502507 Question no 43 de M. Patrick De Groote du 17 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Données relatives à la pauvreté infantile. Les questions suivantes se posent à propos du nombre d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté : 1. Pourriez-vous communiquer le nombre et le pourcentage d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté, ventilé par région ? 2. Pourriez-vous communiquer le nombre et le pourcentage d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté et faisant partie d’une famille monoparentale, ventilé par région ? 3. Pourriez-vous communiquer la proportion d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté en fonction de la taille du ménage, en d’autres termes le lien entre les ménages qui vivent dans la pauvreté et la taille du ménage ? 4. a) Dans quelle mesure les frais afférents à l’enseignement au cours des années de scolarité obligatoire jouent-ils, selon vous, un rôle en tant que cause de la pauvreté dans ces familles ? b) Dans quelle mesure la gratuité de l’enseignement obligatoire pourrait-elle constituer une solution en ce qui concerne la situation financière difficile des ménages vivant dans la pauvreté ? c) Le ministre soutient-il l’éventuelle mise en œuvre d’une telle mesure ? Dans l’affirmative, de quelle manière ? Quelles initiatives pouvons-nous espérer à cet égard ? d) Des chiffres sont-ils disponibles en ce qui concerne le lien entre la pauvreté et les frais inhérents à l’enseignement obligatoire ? Dans l’affirmative, pourriez-vous m’en fournir un aperçu ? Vraag nr. 43 van de heer Patrick De Groote van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Gegevens inzake kinderarmoede. Inzake het aantal kinderen dat onder de armoedegrens leeft, rijzen volgende vragen. 1. Kan u het aantal en percentage van kinderen dat beneden de armoedegrens leeft meedelen, met onderverdeling per gewest ? 2. Kan u het aantal en percentage van kinderen dat beneden die armoedegrens leeft en tezelfdertijd deel uitmaakt van éénoudergezinnen, met onderverdeling per gewest meedelen ? 3. Kan u de verdeling geven van het aantal kinderen dat onder de armoedegrens leeft in functie van de grootte van het gezin, met andere woorden het verband tussen gezinnen die in armoede leven en de grootte van het gezin ? 4. a) In welke mate spelen de kosten, gebonden aan het onderwijs tijdens de verplichte leertijd volgens u een rol als oorzaak van armoede in deze gezinnen ? DO 2004200503131 DO 2004200503131 Question no 44 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : SPF. — Définition des objectifs. — Identification des risques internes et externes. Dans le cadre des recommandations du COSO (Committee of Sponsoring Organizations of the Vraag nr. 44 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : FOD’s. — Definiëring doelstellingen. — Identificeren interne en externe risico’s. In het kader van de COSO-aanbevelingen (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 b) In welke mate zou een kostenloos leerplichtonderwijs tegemoet kunnen komen aan de moeilijke financiële situatie van gezinnen in armoede ? c) Wordt deze mogelijke maatregel door de minister ondersteund ? Zo ja, op welke wijze ? Welke initiatieven mogen we hierin verwachten ? d) Zijn er met betrekking tot het verband tussen armoede en de kosten eigen aan het leerplichtonderwijs cijfergegevens beschikbaar ? Zo ja, graag een overzicht. 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10597 Treadway Commission), la Cour des comptes a examiné si les objectifs des SPF étaient définis et si les risques internes et externes avaient été identifiés. La procédure a été entamée et mise en œuvre dans tous les SPF, sauf dans le vôtre. Commission) heeft het Rekenhof onderzocht of de doelstellingen van de FOD werden gedefinieerd en of de interne en externe risico’s werden geı̈dentificeerd. Dit is, behalve bij uw FOD, bij alle FOD’s opgestart en uitgevoerd. Pouvez-vous préciser quand cette procédure sera mise en œuvre au sein de votre SPF ? Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales Sociale Zaken DO 2004200503081 DO 2004200503081 Question no 240 de M. Melchior Wathelet du 13 janvier 2005 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 240 van de heer Melchior Wathelet van 13 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Remboursement des frais de déplacement des personnes en chaise roulante. Tegemoetkoming in de reiskosten van rolstoelgebruikers. L’arrêté ministériel du 14 décembre 1995 ne prévoit le remboursement des frais de déplacement liés aux prestations de rééducation fonctionnelle que si les bénéficiaires se déplacent dans leur voiturette d’invalide vers et depuis un centre de rééducation fonctionnelle. Naar luid van het ministerieel besluit van 14 december 1995 komen alleen de gehandicapten die aangewezen zijn op het gebruik van een rolstoel in aanmerking voor een tegemoetkoming in hun vervoerskosten van en naar een revalidatiecentrum. Cette réglementation défavorise les personnes à mobilité réduite qui ne se déplacent pas en voiturette d’invalide mais qui, pourtant, doivent également recourir à des conditions de transport particulières. Ces conditions de transport particulières sont très coûteuses et cependant non remboursées. Il n’existe pour ces personnes à mobilité réduite aucune alternative bon marché : les initiatives prises en matière de transport en commun adapté (« TEC 105 », l’ASBL « Bon pied bon œil », etc.) sont un premier pas dans la bonne direction mais restent insuffisantes (offre insuffisante pour des déplacements quotidiens, accès insuffisant en zone rurale, kilométrage subsidié insuffisant, etc.). Deze regeling benadeelt de minder mobiele mensen die zich niet in een rolstoel maar op een andere aangepaste wijze dienen te verplaatsen. Deze aangepaste verplaatsingswijzen zijn duur en worden desondanks niet vergoed. Deze minder mobiele mensen kunnen geen gebruik maken van een goedkoper alternatief : de initiatieven op het stuk van aangepast openbaar vervoer (« TEC 105 », de VZW « Bon pied bon oeil », enz.) zijn een eerste stap in de goede richting maar volstaan niet (te beperkt aanbod voor de dagelijkse verplaatsingen, slechte bereikbaarheid op het platteland, subsidiëring van te beperkt kilometeraanbod, enzovoort). Le remboursement par l’assurance maladie des seuls frais de déplacement des personnes en chaise roulante nous semble discriminatoire à l’égard des personnes à mobilité réduite se déplaçant quotidiennement à frais élevés non remboursés mais sans chaise roulante. Het feit dat de ziekteverzekering enkel bijdraagt in de reiskosten van rolstoelgebruikers is volgens ons een discriminatie ten aanzien van minder mobiele mensen die dagelijks hoge verplaatsingskosten hebben maar hiervoor niet worden vergoed omdat ze geen gebruik maken van een rolstoel. Quelle solution envisagez-vous pour y remédier ? Wat zal u tegen deze discriminatie ondernemen ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1339 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10598 DO 2004200503121 DO 2004200503121 Question no 241 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 241 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Politique de prévention et de répression du phénomène des faux indépendants. — Observations de la Cour des comptes. Beleid ter voorkoming en bestrijding van schijnzelfstandigheid. — Opmerkingen van het Rekenhof. Dans son dernier Cahier, la Cour des comptes examine notamment l’efficacité avec laquelle l’autorité fédérale aborde le problème des faux indépendants. La distinction entre les travailleurs salariés et les travailleurs indépendants est déterminée principalement par une seule notion cruciale : la personne qui travaille sous l’autorité d’une autre personne (ou dans les liens de subordination) est un travailleur salarié, celle qui ne travaille pas sous cette autorité est un travailleur indépendant. Selon la Cour des comptes, il ressort de l’application faite de la notion d’autorité par la jurisprudence et les organismes de sécurité sociale que cette notion n’offre pas un point de repère suffisant pour fixer clairement la ligne de partage entre le statut de travailleur salarié et celui de travailleur indépendant. In zijn recente « Blunderboek » doet het Rekenhof verslag van zijn onderzoek naar de doelmatigheid van de aanpak van de federale overheid van de problematiek van schijnzelfstandigheid. Het onderscheid tussen werknemers en zelfstandigen wordt bepaald door één cruciaal begrip : wie werkt onder gezag (of in een band van ondergeschiktheid) is werknemer; wie niet werkt onder gezag, is een zelfstandige. Uit de toepassing ervan in de rechtspraak en door de sociale zekerheidsinstellingen blijkt volgens het Rekenhof dat het begrip « gezag » weinig houvast biedt voor een duidelijke afbakening van de grens tussen het statuut van werknemers en dat van zelfstandige. La Cour observe que l’autorité publique ne dispose pas de chiffres suffisants concernant la problématique même, ni à propos de l’intervention des services d’inspection vis-à-vis de cette problématique. Verder blijkt uit het verslag van het Rekenhof dat de overheid noch over de problematiek van de schijnzelfstandigen zelf, noch over het optreden van de inspectiediensten, over voldoende cijfermateriaal beschikt. La Cour constate encore qu’aucune inspection n’a une vue quantitative du nombre, de l’origine, du profil, des délais d’exécution et des déroulements des enquêtes qu’elles effectuent dans le cadre du phénomène des faux indépendants. Het Rekenhof komt tot de bevinding dat geen enkele inspectiedienst beschikt over kwantitatieve gegevens wat betreft het aantal, de oorsprong, het profiel, de doorlooptijden en afhandeling van de door hemzelf uitgevoerde onderzoeken naar schijnzelfstandigheid. 1. a) Quel est le nombre de faux indépendants en Belgique et respectivement dans les Régions flamande, wallonne et bruxelloise ? 1. a) Hoeveel schijnzelfstandigen zijn er in België en respectievelijk in het Vlaamse, Waalse en Brusselse Gewest ? b) Dans quels secteurs économiques sont-ils actifs ? b) In welke economische sectoren werken ze ? c) Quels métiers pratiquent-ils ? c) Welke beroepen voeren ze uit ? d) S’agit-il principalement d’activités principales ou complémentaires ? d) Betreft het voornamelijk zelfstandige hoofdberoepen dan wel bijberoepen ? 2. a) Combien de faux indépendants sont repérés chaque année ? 2. a) Hoeveel schijnzelfstandigen worden jaarlijks opgespoord ? b) Dans quels secteurs économiques et pour quels métiers ? b) In welke economische sectoren en beroepen ? c) Quel est le montant total de cotisations sociales qui ont ainsi été perçues au cours de ces dernières années ? c) Wat is het totale bedrag aan sociale zekerheidsbijdragen dat de voorbije jaren op deze manier werd geı̈nd ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10599 3. a) Partagez-vous l’avis de la Cour des comptes selon lequel la notion d’« autorité » ne suffit pas pour faire une distinction claire et nette entre les travailleurs et les indépendants ? 3. a) Bent u het eens met de stelling van het Rekenhof dat de notie « gezag » niet volstaat om een ondubbelzinnig onderscheid te kunnen maken tussen werknemers en zelfstandigen ? b) Quelles mesures envisagez-vous de prendre le cas échéant pour marquer plus clairement cette différence ? b) Welke maatregelen overweegt u desgevallend te nemen om het onderscheid te verduidelijken ? 4. a) Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour exercer un meilleur contrôle sur le phénomène des faux indépendants ? 4. a) Welke maatregelen overweegt u te nemen om een verbeterde controle op het fenomeen van de schijnzelfstandigheid mogelijk te maken ? b) Que pensez-vous de la recommandation de la Cour des comptes selon laquelle un choix erroné de statut doit, de préférence, déjà être détecté au moment de l’affiliation en qualité de travailleur indépendant, plutôt qu’à posteriori ? b) Wat vindt u van de aanbeveling van het Rekenhof om een verkeerde statuutkeuze bij voorkeur op te sporen op het moment van de aansluiting als zelfstandige in plaats van a posteriori ? 5. Quelles mesures envisagez-vous de prendre en vue d’améliorer les informations statistiques des services d’inspection sur la problématique des faux indépendants ? 5. Welke maatregelen overweegt u te nemen met het oog op een verbetering van de bij de inspectiediensten aanwezige statistische informatie over de problematiek van de schijnzelfstandigen ? DO 2004200503122 DO 2004200503122 Question no 242 de M. Jean-Marc Nollet du 18 janvier 2005 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 242 van de heer Jean-Marc Nollet van 18 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Titres-services. Dienstencheques. Pourriez-vous communiquer pour les années 2003 et 2004 : Kan u me voor 2003 en 2004 meedelen : 1. le nombre de titres-services vendus en Flandre, à Bruxelles et en Wallonie; 1. Hoeveel dienstencheques in Vlaanderen, Brussel en Wallonië verkocht werden; 2. le nombre de travailleurs sans emploi qui ont pu en bénéficier; 2. Hoeveel werklozen er gebruik van konden maken; 3. le nombre d’emplois qui ont pu être créés par ce biais, en chiffres absolus et en équivalents temps plein ? 3. Hoeveel banen — uitgedrukt in absolute cijfers en in voltijdse equivalenten — via deze weg gecreëerd werden ? DO 2004200503134 DO 2004200503134 Question no 243 de M. Koen Bultinck du 18 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 243 van de heer Koen Bultinck van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Archivage des dossiers médicaux de généralistes et de spécialistes décédés. Archivering van medische dossiers van overleden huisartsen en specialisten. Un problème se pose à intervalles réguliers : celui de l’archivage des dossiers médicaux lors de la reprise d’un cabinet médical ou du décès d’un médecin. Regelmatig duikt het probleem op van de archivering van medische dossiers bij de overname van dokterspraktijken of bij het overlijden van een arts. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10600 1. Pourriez-vous préciser les obligations, légales ou autres, auxquelles il doit être satisfait dans ce domaine ? 1. Kan u duidelijkheid scheppen over de al dan niet wettelijke verplichtingen terzake ? 2. Quel rôle jouent l’Ordre des Médecins et l’autorité publique ? 2. Wat is de rol hierin van de Orde der Geneesheren en van de overheid ? 3. Êtes-vous convaincu ou non de la nécessité de prendre en la matière une initiative législative ? 3. Bent u al dan niet overtuigd van de noodzaak voor een wetgevend initiatief terzake ? DO 2004200503149 DO 2004200503149 Question no 244 de M. Koen Bultinck du 19 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 244 van de heer Koen Bultinck van 19 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Remboursement des inséminations artificielles. Terugbetaling kunstmatige inseminaties. Depuis juillet 2003, les frais de laboratoire afférents à la fécondation in vitro (FIV) sont remboursés par l’assurance maladie. Sinds juli 2003 worden de laboratoriumproeven voor IVF (in vitro fertilisatie) terugbetaald door de ziekteverzekering. Selon les chiffres des mutualités chrétiennes (CM), le nombre de traitements FIV aurait augmenté d’environ 49 % en un an depuis l’instauration du remboursement. Uit cijfers van de Christelijke Mutualiteit (CM) zou blijken dat het aantal IVF-ingrepen sinds de terugbetaling is gestegen met ongeveer 49 % in één jaar tijd. Par ailleurs, des techniques moins agressives comme l’insémination artificielle seraient abandonnées. Anderzijds blijkt dat minder agressieve technieken zoals kunstmatige inseminatie worden overgeslagen. 1. Le ministre dispose-t-il de données confirmant les chiffres des mutualités chrétiennes ? 1. Beschikt u over gegevens die de cijfers van de CM bevestigen ? 2. Le nombre d’inséminations artificielles est-il enregistré ? Pourquoi ? 2. Bestaat al dan niet een registratie voor het aantal kunstmatige inseminaties en zo ja, waarom ? 3. Le ministre est-il disposé à envisager le remboursement de l’insémination artificielle par l’assurance maladie, dans la mesure où le recours à cette technique représenterait une économie incontestable pour la collectivité ? 3. Bent u bereid de terugbetaling door de ziekteverzekering van kunstmatige inseminatie te overwegen, in de wetenschap dat die maatschappelijk goedkoper is ? Santé publique Volksgezondheid DO 2004200503090 DO 2004200503090 Question no 376 de Mme Annelies Storms du 14 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 376 van mevrouw Annelies Storms van 14 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Augmentation du nombre de cancers chez les enfants. Stijgend aantal kankergevallen bij kinderen. Il ressort d’une vaste étude internationale portant sur l’évolution du cancer chez les enfants européens au cours des trente dernières années que les cas de cancer sont de plus en plus fréquents chez les enfants et les adolescents. Pour les enfants jusque 14 ans, le nombre Uit een grootschalig internationaal onderzoek naar de evolutie van kinderkanker in europa de voorbije dertig jaar blijkt dat kanker bij kinderen en adolescenten steeds vaker voorkomt. Voor kinderen tot veertien jaar steeg het aantal van 118 patiëntjes per miljoen CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10601 de cas de cancer est passé de 118 par million d’enfants dans les années ’70 à 139 dans les années ’90, ce qui représente une augmentation de 1 % par an. Pour les adolescents, l’augmentation est de 1,5 % par an, le nombre de cas étant passé de 147 à 193 par million d’adolescents. Selon les chercheurs, l’amélioration du diagnostic et de l’enregistrement des cancers n’explique qu’en partie l’augmentation du nombre de cas de cancers signalés chez les enfants. Il y a une réelle augmentation du nombre de jeunes patients atteints d’un cancer. 1. a) Le nombre d’enfants cancéreux a-t-il augmenté de la même manière en Belgique ? b) Y a-t-il des raisons de penser que cela n’est pas le cas ? c) Que disent les chiffres dont on dispose à ce sujet ? 2. a) Où en est-on en ce qui concerne la création du registre fédéral du cancer ? b) Quand cette initiative prendra-t-elle concrètement forme ? c) A-t-on mené une concertation avec les Communautés ? d) Si non, pourquoi pas ? e) La récolte et l’enregistrement des données sont-ils confiés à un service externe ? 3. a) Envisagez-vous de prendre des mesures pour mieux soutenir ces centres d’oncologie infantile ? b) Si oui, lesquelles ? c) Envisagez-vous d’imposer des mesures d’économie à ces centres ? 4. a) Quelle est votre opinion à propos de ces projets ? b) Envisagez-vous de prévoir un soutien financier pour ces projets ? c) Pourquoi (pas) ? kinderen in de jaren zeventig tot 139 in de jaren negentig, een stijging van 1 % per jaar. Bij adolescenten bedroeg de stijging 1,5 % per jaar, van 147 naar 193 per miljoen kinderen. Een verbeterde diagnose en registratie is volgens de onderzoekers een oorzaak van de stijging van het aantal meldingen van kinderkanker, maar niet de enige. Er is een reële toename van kinderkankerpatiëntjes. 1. a) Is kinderkanker in België in dezelfde mate toegenomen ? b) Zijn er redenen om aan te nemen dat niet zo is ? c) Wat zeggen de cijfers die hierover ter beschikking zijn ? 2. a) Hoever staat het met de oprichting van het federaal kankerregister ? b) Wanneer zal dit federaal kankerregister van start gaan ? c) Is er overleg gepleegd met de gemeenschappen ? d) Zo neen, waarom niet ? e) Wordt de registratie en verzameling van de gegevens aan een externe dienst toevertrouwd ? 3. a) Overweegt u maatregelen te nemen om deze centra voor kinderoncologie beter te ondersteunen ? b) Zo ja, welke ? c) Overweegt u om in deze centra besparingen door te voeren ? 4. a) Hoe staat u tegenover deze projecten ? b) Overweegt u om in financiële ondersteuning te voorzien voor deze projecten ? c) Waarom (niet) ? DO 2004200503139 DO 2004200503139 Question no 377 de M. Hagen Goyvaerts du 18 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Annulation de l’arrêté royal relatif aux normes de rayonnement des antennes relais de téléphonie mobile. Par un arrêt de décembre 2004, le Conseil d’État aurait annulé un arrêté royal de 2001 fixant les normes Vraag nr. 377 van de heer Hagen Goyvaerts van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Vernietiging van het koninklijk besluit over de stralingsnormen van GSM-masten. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 De Raad van State zou in een arrest van december 2004 een koninklijk besluit van 2001 dat de stralings2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10602 de rayonnement pour les antennes relais de téléphonie mobile. 1. a) Cette information est-elle exacte ? b) Dans l’affirmative, de quel arrêt s’agit-il en l’espèce ? 2. Quels sont les motifs pour lesquels le Conseil d’État a annulé cet arrêté royal ? 3. Quel argument juridique a été invoqué par le Conseil d’État ? 4. Les organes concernés ont-ils été consultés avant que l’arrêté royal ne soit soumis au Conseil d’État ? normen voor GSM-masten vastlegt, hebben. 1. a) Klopt deze berichtgeving ? b) Zo ja, over welk arrest gaat het ? vernietigd 5. Quelles mesures envisagez-vous de prendre à brève échéance pour remédier à l’insécurité juridique qui entoure cet arrêté royal ? 6. Selon quel échéancier comptez-vous agir ? 2. Wat is de aanleiding voor de vernietiging door de Raad van State geweest ? 3. Op basis van welke juridisch argument werd het betreffende koninklijk besluit geschorst ? 4. Werden voorafgaandelijk aan de voorlegging van het koninklijk besluit aan de Raad van State de nodige adviezen bij de betrokken instanties aangevraagd ? 5. Welke initiatieven overweegt u op korte termijn te nemen om de rechtsonzekerheid aangaande het betrokken koninklijk besluit weg te nemen ? 6. Binnen welk tijdskader denkt u dit te doen ? DO 2004200503150 DO 2004200503150 Question no 378 de M. Jo Vandeurzen du 19 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Dossier médical général. — Un dossier par patient. L’organisation des soins de santé semble fondée sur le principe du dossier médical unique par patient, susceptible d’être consulté par tous les prestataires de soins. 1. Adhérez-vous à cette option ? 2. Quelles initiatives sont prises actuellement pour favoriser la tenue d’un seul dossier médical (électronique) par patient ? Vraag nr. 378 van de heer Jo Vandeurzen van 19 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Algemeen medisch dossier. — Één dossier per patiënt. De organisatie van de gezondheidszorg lijkt het principe voor te staan dat voor elke patiënt er slechts één dossier moet bestaan, dat door alle zorgverstrekkers wordt geconsulteerd. 1. Kan u deze optie ondersteunen ? 2. Welke initiatieven worden er op dit ogenblik genomen om de organisatie van één (elektronisch) medisch dossier per patiënt te bevorderen ? Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Minister van Werk en Consumentenzaken Emploi Werk DO 2004200503067 DO 2004200503067 Question no 215 de M. Gerolf Annemans du 13 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : SPF Emploi, Travail et Concertation sociale. — Réforme. — Bilan. Fin mai 2004, la Cour des Comptes s’est enquise de l’état d’avancement de la réforme des services publics Vraag nr. 215 van de heer Gerolf Annemans van 13 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. — Hervorming. — Stand van zaken. Eind mei 2004 heeft het Rekenhof geı̈nformeerd naar de stand van zaken met betrekking tot de hervor- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10603 fédéraux. Seul le SPF Emploi, Travail et Concertation sociale n’a pas estimé utile de répondre à cette question. 1. Pour quelle raison ? ming van de federale overheidsdiensten. Enkel de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg heeft het niet nodig geacht op deze vraag te antwoorden. 1. Wat is de reden hiervan ? 2. Pourriez-vous fournir le bilan de la réforme du SPF Emploi, Travail et Concertation sociale ? 2. Kan u de stand van zaken met betrekking tot de hervorming van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg geven ? DO 2004200502859 DO 2004200502859 Question no 216 de M. Jo Vandeurzen du 14 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 216 van de heer Jo Vandeurzen van 14 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Secteur horeca. — Durée de travail minimum obligatoire. Horecasector. — Verplichte minimumarbeidsduur. La dérogation autorisée à la durée de travail minimum obligatoire de 10 heures par semaine est limitée à des prestations de travail de 4 heures ou à un jour fixe de la semaine. Dans le secteur horeca, ce système n’est pas très flexible. De toegelaten afwijking van de verplichte minimumarbeidsduur van 10 uur per week is beperkt tot arbeidsprestaties van 4 uur of een vaste dag in de week. In de horecasector is dit systeem niet erg flexibel. Un travailleur qui effectue quatre heures de prestations par semaine peut-il également se voir proposer un contrat pour, par exemple, des prestations plus importantes pendant une période de vacances ? Kan eenzelfde arbeidskracht die vast 4 uur per week presteert ook een contract worden aangeboden voor bijvoorbeeld ruimere prestaties tijdens een vakantieperiode ? DO 2004200503109 DO 2004200503109 Question no 217 de M. Guy D’haeseleer du 17 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 217 van de heer Guy D’haeseleer van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Agrément d’entreprises dans le cadre du système des titres-services. Erkenning van ondernemingen in het kader van de dienstencheques. Le gouvernement fédéral a renforcé, simplifié et assoupli le système des titres-services en vue de créer 25.000 nouveaux emplois d’ici à la fin 2005. De federale regering heeft het systeem van dienstencheques versterkt, vereenvoudigd en versoepeld, met de bedoeling tegen eind 2005 25.000 extra banen te scheppen. Pour pouvoir adhérer au système des titres-services, les entreprises doivent être agréées par le ministre, sur l’avis de la Commission « d’agréments ». Om te kunnen instappen in het systeem van dienstencheques moeten de ondernemingen erkend worden door de minister, na advies van de Commissie « erkenningen ». 1. a) Pourriez-vous me faire savoir combien d’entreprises ont été agréées au total, par région et par secteur d’activité ? 1. a) Kan u meedelen hoeveel ondernemingen er in totaal zijn erkend, opgesplitst per gewest en per activiteit ? b) Combien de ces entreprises ont été agréées depuis l’adaptation de la loi du 20 juillet 2001 visant à favoriser le développement de services et d’emplois de proximité, par secteur d’activité et par région ? b) Hoeveel van deze ondernemingen werden erkend sinds de aanpassing van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen, opgesplitst per activiteit en per gewest ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10604 2. Combien de ces nouveaux agréments sont des agréments temporaires accordés pour un terme de six mois parce que la demande portait sur des activités ne figurant pas expressément dans les statuts ? 3. Après avoir obtenu l’avis de la Commission, le ministre peut décider de suspendre l’agrément d’une entreprise qui ne satisfait plus aux conditions. Combien d’entreprises ont déjà vu leur agrément suspendu, ventilées par activité et par région ? 4. Après avoir obtenu l’avis de la Commission, le ministre peut décider de retirer l’agrément d’une entreprise qui ne satisfait plus aux conditions. Combien d’entreprises, par secteur d’activité et par région, ont déjà vu leur agrément retiré ? 2. Hoeveel van deze nieuwe erkenningen zijn tijdelijke erkenningen, toegekend voor een duur van zes maanden, omdat een erkenning werd gevraagd voor activiteiten die niet uitdrukkelijk vermeld staan in de statuten ? 3. Na advies van de Commissie kan de minister overgaan tot schorsing van de erkenning van een onderneming die niet langer voldoet aan de voorwaarden. Bij hoeveel ondernemingen werd reeds overgegaan tot schorsing van de erkenning, opgesplitst per activiteit en per gewest ? 4. Na advies van de Commissie kan de minister overgaan tot intrekking van de erkenning van een onderneming die niet langer voldoet aan de voorwaarden. Bij hoeveel ondernemingen werd reeds overgegaan tot intrekking van de erkenning, opgesplitst per activiteit en per gewest ? DO 2004200503110 DO 2004200503110 Question no 218 de M. Guy D’haeseleer du 17 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Composition de la commission consultative « d’agréments » dans le cadre du système des titresservices. Une commission consultative « d’agréments » a été mise sur pied auprès de l’administration centrale de l’ONEm dans le cadre du système des titres-services. Elle est chargée de rendre des avis concernant l’octroi, la suspension ou le retrait de l’agrément des entreprises. 1. Pouvez-vous nous communiquer la composition de cette commission de consultation ? 2. Pouvez-vous nous communiquer le règlement interne qui devait être établi au sein de la commission et présenté au ministre ? Vraag nr. 218 van de heer Guy D’haeseleer van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Samenstelling van de Adviescommissie « erkenningen » in het kader van de dienstencheques. DO 2004200503124 DO 2004200503124 Question no 223 de Mme Muriel Gerkens du 18 janvier 2005 (Fr.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Travailleurs atteints d’une maladie due à l’amiante. — Intervention du Fonds des maladies professionnelles. Vraag nr. 223 van mevrouw Muriel Gerkens van 18 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Werknemers die aan een asbestgerelateerde ziekte lijden. — Tegemoetkoming door het Fonds voor Beroepsziekten. Het Fonds voor Beroepsziekten verleent een ruime tegemoetkoming aan de werknemers die het slachtoffer zijn van een asbestgerelateerde ziekte. Le Fonds des maladies professionnelles intervient de manière importante vis-à-vis des travailleurs atteints d’une maladie due à l’amiante. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 In het kader van het systeem van dienstencheques werd er bij het Hoofdbestuur van de RVA een Adviescommissie « erkenningen » opgericht, die advies moet verstrekken betreffende de toekenning, de opschorting of intrekking van de erkenning van de ondernemingen. 1. Kan u de samenstelling meedelen van deze adviescommissie ? 2. Kan u kennis geven van het huishoudelijk reglement dat in de schoot van deze commissie moest opgesteld worden en aan de minister moest worden voorgelegd ? 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10605 Pourriez-vous donner les éléments suivants pour chaque année depuis 2000 ? Kan u mij vanaf 2000 jaar per jaar de volgende gegevens bezorgen : 1. Quel est le nombre de personnes pour qui un dossier est en cours au Fonds des maladies professionnelles pour chaque catégorie de maladie répertoriée comme étant due à l’amiante ? 1. Voor hoeveel personen heeft het Fonds voor Beroepsziekten, uitgesplitst per categorie van asbestgerelateerde ziekten, een dossier geopend ? 2. Quel est le montant des indemnisations qui y correspondent ? 2. Hoeveel bedraagt de tegemoetkoming die het Fonds voor elk van deze categorieën uitkeert ? 3. Quel est le nombre de décès répertoriés ? 3. Hoeveel sterfgevallen heeft het Fonds geregistreerd ? 4. Quelle fut la durée de traitement des dossiers ? 4. Hoelang doet het Fonds over de behandeling van deze dossiers ? 5. Des examens médicaux complémentaires ont-ils été demandés et ce dans quelle proportion et pour quelles raisons ? 5. Werden bijkomende medische onderzoeken aangevraagd ? Zo ja, wat is hun aandeel op het totaal aantal dossiers en waarom werden ze aangevraagd ? 6. Quelles sont les raisons pour lesquelles des dossiers ont été refusés ? 6. Om welke redenen werden sommige dossiers geweigerd ? Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking DO 2004200503083 DO 2004200503083 Question no 54 de M. Francis Van den Eynde du 14 janvier 2005 (N.) au ministre de la Coopération au développement : Vraag nr. 54 van de heer Francis Van den Eynde van 14 januari 2005 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking : Rwanda. — Sabotage des tentatives de rétablir la paix dans l’est du Congo. Rwanda. — Tegenwerking vredespogingen in OostKongo. Nul ne pourra nier que les troupes du président rwandais Paul Kagame torpillent systématiquement toute tentative de rétablir la paix dans l’est du Congo. Dat de troepen van de Rwandese president Kagame de vredespogingen in Oost-Kongo systematisch onderuit halen, zal wel door niemand tegengesproken worden. Des vues aériennes prises fin novembre 2004 par la mission de paix des Nations Unies en République démocratique du Congo montraient déjà clairement que l’armée gouvernementale rwandaise opérait à nouveau sur le territoire congolais. Eind november 2004 toonden luchtfoto’s van de VN-vredesmissie in Kongo reeds duidelijk aan dat het Rwandees regeringsleger opnieuw op Kongolees grondgebied actief was. M. Kagame ne s’est guère donné la peine de dissimuler la contribution active de ses troupes au mouvement de rébellion dans cette région. Il a déclaré notamment qu’il était « possible » que des opérations soient en cours au Congo, justifiant de surcroı̂t son offensive dans un courrier adressé au Conseil de Sécurité de l’ONU. Kagame deed nauwelijks moeite om de actieve steun van zijn troepen aan de opstand in de streek te verhullen. Hij verklaarde onder meer dat operaties in Kongo « mogelijk » aan de gang waren en in een brief aan de VN-Veiligheidsraad rechtvaardigde hij zijn offensief. La Suède a dès lors décidé de ne plus accorder d’aide financière à Kigali et la Grande-Bretagne a menacé d’en faire de même. Notre ministre de la Coopération Ten gevolge van dit alles heeft Zweden beslist om zijn budgettaire steun aan Kigali stop te zetten en Groot-Brittannië dreigde ermee hetzelfde te doen. Ook CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1340 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10606 au Développement n’a pour sa part pas exclu une suppression partielle de l’aide. onze minister van Ontwikkelingssamenwerking sloot een gedeeltelijke intrekking van de hulp niet uit. La Belgique ou l’Europe ont-elles déjà pris des sanctions concrètes à l’encontre du régime de Kigali, et dans l’affirmative, quelles sanctions ? Werden er ondertussen reeds concrete sancties vanwege België of vanwege Europa ten opzicht van het regime van Kigali getroffen en zo ja, dewelke ? DO 2004200503085 DO 2004200503085 Question no 55 de Mme Zoé Genot du 14 janvier 2005 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement : Vraag nr. 55 van mevrouw Zoé Genot van 14 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking : Prêts d’État à État octroyés par le gouvernement depuis juillet 2003. Sinds juli 2003 door de regering toegekende leningen van Staat tot Staat. Ma question concerne les prêts d’État à État octroyés par le gouvernement depuis juillet 2003. Mijn vraag betreft de leningen van Staat tot Staat die de regering sinds juli 2003 heeft toegekend. 1. Pour quels dossiers des prêts ont-ils été octroyés ? 1. In het kader van welke dossiers werden leningen toegekend ? 2. Pourriez-vous donner par dossier la date de la décision du Conseil des ministres, le montant en cours, les conditions de prêt, le nom du pays ainsi qu’une courte description du projet ? 2. Kan u me per dossier de volgende gegevens meedelen : de datum van de beslissing van de Ministerraad, het bedrag van de lopende leningen, de voorwaarden waaronder deze leningen werden toegekend evenals de naam van het land en een korte beschrijving van het project ? 3. Quels sont les normes et critères nationaux et internationaux qui ont été utilisés pour évaluer le projet ? 3. Volgens welke nationale en internationale criteria en normen werden de projecten geëvalueerd ? 4. a) Pour lesquels parmi ces projets une étude d’incidence a-t-elle été réalisée ? 4. a) Voor welke projecten werd een effectenstudie opgesteld ? b) De quelle manière le gouvernement en a-t-il tenu compte ? b) In welke mate heeft de regering met deze studies rekening gehouden ? DO 2004200503116 DO 2004200503116 Question no 56 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) au ministre de la Coopération au développement : Vraag nr. 56 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking : SPF. — Président du comité de direction. — Plans de management et opérationnel. FOD. — Voorzitter directiecomité. — Managementen operationeel plan. Presque tous les présidents des comités de direction de SPF ont confectionné un plan de management et un plan opérationnel, et les ont soumis pour approbation aux ministres. Seul le plan opérationnel de votre SPF l n’a pas encore été définitivement élaboré. Bijna alle voorzitters van de directiecomités van de FOD hebben een management- en operationeel plan opgesteld en aan de ministers ter goedkeuring bezorgd. Enkel bij uw FOD is het operationeel plan nog niet volledig opgesteld. Pourriez-vous me faire savoir quand ce sera chose faite ? Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10607 DO 2004200503146 DO 2004200503146 Question no 57 de M. Guido Tastenhoye du 19 janvier 2005 (N.) au ministre de la Coopération au développement : Vraag nr. 57 van de heer Guido Tastenhoye van 19 januari 2005 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking : Soutien direct et indirect à l’Autorité palestinienne. Rechtstreekse en onrechtstreekse steun aan de Palestijnse Autoriteit. 1. Pourriez-vous me faire savoir de quelle manière votre département a accordé un soutien direct ou indirect (par le biais d’organisations non gouvernementales, d’institutions supranationales, etc.) à l’Autorité palestinienne ou à des institutions ou organisations actives sur son territoire ? 1. Kan u meedelen op welke wijze er via uw departement in 2004 rechtstreekse of onrechtstreekse (via niet-gouvernementele organisaties (NGO’s), supranationale instellingen, enzovoort) steun werd verleend aan de Palestijnse Autoriteit of aan instellingen of organisaties die op haar grondgebied actief zijn ? 2. Quels projets ont pu bénéficier de ce soutien et quels moyens financiers ont été affectés à chaque projet ? 2. Kan u preciseren om welke projecten het ging, en hoeveel financiële middelen er telkens met elk project gepaard gingen ? 3. Combien de projets devraient bénéficier d’un soutien financier en 2005 ? Quel montant sera affecté à chacun de ces projets ? 3. Hoeveel projecten, met telkens hoeveel middelen, worden er in het jaar 2005 gepland ? Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Intégration sociale Maatschappelijke Integratie DO 2004200502507 DO 2004200502507 Question no 85 de M. Patrick De Groote du 17 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances : Vraag nr. 85 van de heer Patrick De Groote van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Données relatives à la pauvreté infantile. Gegevens inzake kinderarmoede. Les questions suivantes se posent à propos du nombre d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté : Inzake het aantal kinderen dat onder de armoedegrens leeft, rijzen volgende vragen. 1. Pourriez-vous communiquer le nombre et le pourcentage d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté, ventilé par région ? 1. Kan u het aantal en percentage van kinderen dat beneden de armoedegrens leeft meedelen, met onderverdeling per gewest ? 2. Pourriez-vous communiquer le nombre et le pourcentage d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté et faisant partie d’une famille monoparentale, ventilé par région ? 2. Kan u het aantal en percentage van kinderen dat beneden die armoedegrens leeft en tezelfdertijd deel uitmaakt van éénoudergezinnen, met onderverdeling per gewest meedelen ? 3. Pourriez-vous communiquer la proportion d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté en fonction 3. Kan u de verdeling geven van het aantal kinderen dat onder de armoedegrens leeft in functie van de CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10608 de la taille du ménage, en d’autres termes le lien entre les ménages qui vivent dans la pauvreté et la taille du ménage ? grootte van het gezin, met andere woorden het verband tussen gezinnen die in armoede leven en de grootte van het gezin ? 4. a) Dans quelle mesure les frais afférents à l’enseignement au cours des années de scolarité obligatoire jouent-ils, selon vous, un rôle en tant que cause de la pauvreté dans ces familles ? 4. a) In welke mate spelen de kosten, gebonden aan het onderwijs tijdens de verplichte leertijd volgens u een rol als oorzaak van armoede in deze gezinnen ? b) Dans quelle mesure la gratuité de l’enseignement obligatoire pourrait-elle constituer une solution en ce qui concerne la situation financière difficile des ménages vivant dans la pauvreté ? b) In welke mate zou een kostenloos leerplichtonderwijs tegemoet kunnen komen aan de moeilijke financiële situatie van gezinnen in armoede ? c) Le ministre soutient-il l’éventuelle mise en œuvre d’une telle mesure ? Dans l’affirmative, de quelle manière ? Quelles initiatives pouvons-nous espérer à cet égard ? c) Wordt deze mogelijke maatregel door de minister ondersteund ? Zo ja, op welke wijze ? Welke initiatieven mogen we hierin verwachten ? d) Des chiffres sont-ils disponibles en ce qui concerne le lien entre la pauvreté et les frais inhérents à l’enseignement obligatoire ? Dans l’affirmative, pourriez-vous m’en fournir un aperçu ? d) Zijn er met betrekking tot het verband tussen armoede en de kosten eigen aan het leerplichtonderwijs cijfergegevens beschikbaar ? Zo ja, graag een overzicht. Égalité des chances Gelijke Kansen DO 2004200503082 DO 2004200503082 Question no 44 de M. Francis Van den Eynde du 13 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances : Vraag nr. 44 van de heer Francis Van den Eynde van 13 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — « Meldpunt Anti-Belgische Discriminatie ». Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — « Meldpunt Anti-Belgische Discriminatie ». En réponse à ma question écrite au Premier Ministre concernant la position du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme à l’égard du « Meldpunt Anti-Belgische Discriminatie », le point de contact chargé de la lutte contre la discrimination antibelge, le ministre a déclaré qu’il n’était pas exclu que celui qui fonde un tel point de contact se rende luimême coupable de discrimination (question no45 du 14 juillet 2004, Questions et Réponses, La Chambre, 2003-2004, no 44, pp. 6781-6782.) En d’autres termes, se préoccuper de la discrimination des autochtones est considéré aussi bien par le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme que par le ministre comme un critère de nature à légitimer une présomption de discrimination. In antwoord op mijn schriftelijke vraag aan de eerste minister met betrekking tot het standpunt van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding ten opzichte van het « Meldpunt AntiBelgische Discriminatie », zei de minister dat het niet uitgesloten is dat wie zo’n meldpunt opzet, zich daarbij zelf schuldig maakt aan discriminatie (vraag nr. 45 van 14 juli 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 44, blz. 6781-6782). Met andere woorden : het bezorgd zijn om de discriminatie van autochtonen wordt zowel door het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding als door de minister beschouwd als criterium dat een verdenking van discriminatie verantwoordt. 1. Existe-t-il d’autres critères de cette nature ? 1. Zijn er nog andere criteria van deze aard ? 2. Si oui, lesquels ? 2. Zo ja, dewelke ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10609 DO 2004200503127 no DO 2004200503127 Mme Question 45 de Annelies Storms du 18 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances : Centre pour l’Égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Plaintes en rapport avec la discrimination à l’embauche. Régulièrement, des informations traitent du taux de chômage parmi la population immigrée et les grandes différences constatées avec les autochtones. Pour diverses raisons, les immigrés ont beaucoup de mal de trouver un emploi. La Belgique se situe d’ailleurs largement sous la moyenne européenne. Selon des études menées ces dernières années, il existe bien une discrimination à l’encontre des immigrés à l’embauche et sur le lieu de travail. 4. Depuis 2002, combien de plaintes le Centre pour l’Egalité entre les hommes et les femmes contre le racisme a-t-il reçues annuellement, par Région, concernant la discrimination des femmes sur le lieu de travail ? 5. Quelles mesures concrètes avez-vous déjà prises ou envisagez-vous de prendre pour lutter contre la discrimination des immigrés à l’embauche ? Vraag nr. 45 van mevrouw Annelies Storms van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Klachten in verband met discriminatie bij aanwerving. Op regelmatige tijdstippen bereiken ons berichten over de werkloosheid bij allochtonen en over de grote verschillen met de werkloosheid bij autochtonen. Om diverse redenen raken allochtonen bij ons moeilijk aan de slag. België scoort trouwens in dat opzicht merkelijk slechter dan het Europees gemiddelde. Uit verschillende onderzoeken die de afgelopen jaren gevoerd werden, komt duidelijk naar voor dat er sprake is van discriminatie van allochtonen bij de aanwerving en op de werkvloer. 1. Hoeveel klachten kreeg het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding jaarlijks sedert 2001 binnen die betrekking hadden op discriminatie van allochtonen bij de aanwerving ? Cijfers graag opgedeeld per gewest. 2. Hoeveel klachten kreeg het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding jaarlijks te verwerken met betrekking tot discriminatie van allochtonen op de arbeidsvloer ? Graag cijfers vanaf 2001, opgedeeld per gewest. 3. Hoeveel klachten kreeg het Instituut voor de gelijkheid van kansen voor mannen en vrouwen jaarlijks te verwerken met betrekking tot discriminatie van vrouwen bij de aanwerving ? Graag cijfers sedert de oprichting in 2002, opgedeeld per gewest. 4. Hoeveel klachten kreeg het Instituut voor de gelijkheid van kansen voor mannen en vrouwen jaarlijks sedert 2002 binnen die betrekking hadden op discriminatie van vrouwen op de arbeidsvloer ? Cijfers graat opgedeeld per gewest. 5. Welke concrete maatregelen nam u reeds en welke maatregelen overweegt u om discriminatie van allochtonen bij de aanwerving tegen te gaan ? Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 1. Depuis 2001, combien de plaintes le Centre pour l’Egalité des chances et la lutte contre le racisme a-t-il reçues annuellement, par Région, concernant la discrimination des immigrés à l’embauche ? 2. Depuis 2001, combien de plaintes le Centre pour l’Egalité des chances et la lutte contre le racisme est-il amené à traiter annuellement, par région, en rapport avec la discrimination des immigrés à l’embauche et sur le lieu de travail ? 3. Depuis 2002, combien de plaintes le Centre pour l’Egalité entre les hommes et le femmes a-t-il reçues annuellement, par Région, concernant la discrimination des femmes à l’embauche ? DO 2004200503061 DO 2004200503061 Question no 205 de M. Guido De Padt du 13 janvier 2005 (N.) au ministre de la Mobilité : Conséquences de l’introduction du système de péage allemand pour les transporteurs routiers belges. Le transport professionnel de marchandises par la route occupe une position clé au sein de l’économie belge. Vraag nr. 205 van de heer Guido De Padt van 13 januari 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit : Gevolgen van de invoering van het Duits tolsysteem voor het Belgisch wegtransport. Het beroepsgoederenvervoer over de weg bekleedt een sleutelpositie in de Belgische economie. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10610 Des statistiques révèlent que le secteur des transports routiers représente une valeur ajoutée totale d’environ 3 milliards d’euros et occupe plus de 60 000 personnes. De plus, les transports routiers et les prestations de services logistiques sont étroitement liés. Les deux secteurs génèrent ensemble une valeur ajoutée totale de 5,5 milliards d’euros et emploient plus de 97 000 personnes. Uit statistieken blijkt dat de sector van het wegvervoer goed is voor een totale toegevoegde waarde van ongeveer 3 miljard euro en meer dan 60 000 mensen tewerk stelt. Bovendien zijn het wegvervoer en de logistieke dienstverlening nauw met elkaar verbonden. Beide sectoren samen genereren een totale toegevoegde waarde van 5,5 miljard euro en stellen meer dan 97 000 mensen te werk. La compétitivité du secteur des transports routiers constitue aussi un atout essentiel pour attirer plus d’activités économiques en Belgique. Een competitieve wegvervoerssector is ook een belangrijk wapen om extra economische activiteit naar België te trekken. De nombreux transporteurs belges utilisent les autoroutes allemandes dans le cadre de leurs activités. Depuis le 1er janvier 2005, ils doivent s’acquitter d’un droit de passage sur ces autoroutes. Le tarif a été fixé à 12,4 eurocents par kilomètre. Le nombre de kilomètres parcourus est enregistré à l’aide d’un ordinateur de bord (OBU — On Board Unit) installé dans le poids lourd et fonctionnant par satellite. Les camions dépourvus d’OBU peuvent aussi s’acquitter des montants dus à des bornes automatiques disposées aux frontières ou dans des stations-service et restaurants autoroutiers. Mais cette procédure génère des attentes longues et contre-productives. De nombreux observateurs constatent que les transporteurs belges ont préféré attendre avant d’installer dans leur poids lourd l’OBU fonctionnant par satellite. Veel Belgische transporteurs maken voor de uitoefening van hun activiteiten gebruik van de Duitse autosnelwegen. Sinds 1 januari 2005 is op deze wegen tol verschuldigd. Per kilometer zijn de transporteurs de Duitse Staat 12,4 eurocent verschuldigd. Het aantal gereden kilometer wordt geregistreerd door middel van een satellietgestuurde On Board Unit (OBU) in de vrachtwagen. Vrachtwagens zonder OBU kunnen de verschuldigde bedragen ook afrekenen aan betaalautomaten aan de grensovergangen of aan takstations en wegrestaurants. Deze manier zorgt evenwel voor lange, inefficiënte wachttijden. Volgens veel waarnemers hebben Belgische transporteurs tot op heden afgewacht met de inbouw van een satellietgestuurde OBU in de vrachtwagen. Cette situation soulève les questions suivantes par rapport à l’impact des péages allemands sur les transporteurs routiers belges. Vandaar dat volgende vragen rijzen over de impact van de Duitse tolheffing voor de Belgische wegtransporteurs. 1. Combien de camions immatriculés en Belgique et circulant sur les autoroutes allemandes sont déjà équipés de l’ordinateur de bord fonctionnant par satellite ? Quel pourcentage ce chiffre représente-t-il ? 1. Hoeveel in België ingeschreven vrachtwagens die gebruik maken van de Duitse snelwegen zijn reeds uitgerust met de satellietgestuurde OBU ? Procentueel ? 2. Quel est le coût estimé pour équiper l’ensemble des poids lourds ? 2. Hoeveel bedraagt de geraamde kostprijs om al deze vrachtwagens hiermee uit te rusten ? 3. À combien évaluez-vous le montant total des péages que l’ensemble des transporteurs belges devront payer chaque année pour utiliser les autoroutes allemandes ? 3. Hoeveel bedraagt de totale geraamde taks die alle Belgische transporteurs jaarlijks zullen moeten betalen voor het gebruik van de Duitse snelwegen ? DO 2004200502888 DO 2004200502888 Question no 206 de M. Roel Deseyn du 13 janvier 2005 (N.) au ministre de la Mobilité : Vraag nr. 206 van de heer Roel Deseyn van 13 januari 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit : Problèmes liés au transfert d’immatriculation à l’époux(se). plaque Problemen bij de overdracht van een nummerplaat aan de echtgeno(o)t(e). Il apparaı̂t que la cession d’une voiture d’un époux à l’autre ne se déroule pas sans difficultés. La DIV (Direction pour l’Immatriculation des Véhicules) demande semble-t-il au citoyen un extrait de l’acte de Bij de overdracht van een auto aan de echtgeno(o)t(e) blijkt er nogal wat mis te lopen. De DIV (Dienst voor de Inschrijving van Voertuigen) vraagt de burger blijkbaar een uittreksel van de huwelijksakte. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE d’une 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10611 mariage, alors qu’on peut lire sur le site http :// www.mobilit.fgov.be que la preuve du mariage, de la cohabitation légale, de la filiation, de l’adoption légale ou du décès est fournie par l’administration communale et, le cas échéant, l’accord écrit de celui ou celle qui cède sa plaque à l’autre conjoint. Réponse de vos services lorsque nous les avons interrogés à ce sujet : « D’après les informations fournies par le collaborateur de la DIV, toute personne traitant les dossiers a accès au Registre national mais elle ne peut en déduire la composition du ménage. Le nom de l’époux(se) est effectivement mentionné dans le Registre national, mais l’application utilisée par la DIV ne permet apparemment pas de lire la composition du ménage. Cette situation nous paraı̂t absurde et nous comptons l’aborder dans le cadre d’une concertation avec la DIV. ». 1. Comment expliquez-vous cette anomalie ? Nochtans staat er te lezen op http :// www.mobilit.fgov.be : « ... wordt het bewijs van het huwelijk, de wettelijke samenwoning, de afstamming, de wettelijke adoptie of het overlijden geleverd door de gemeentelijke overheid en in gebeurlijk geval het geschreven akkoord van hem of haar die de plaat aan de andere partner afstaat ». Antwoord van uw diensten wanneer we hen met deze problematiek confronteren : « Volgens de informatie die de DIV-medewerker mij gaf, heeft iedereen die dossiers behandelt wel degelijk toegang tot het Rijksregister, maar dat zij daar de gezinssamenstelling niet uit kunnen opmaken. Nu is het een feit dat de naam van de echtgeno(o)t(e) wel vermeld wordt in het Rijksregister, maar blijkbaar is de applicatie die de DIV gebruikt niet aangepast om de gezinssamenstelling te lezen. Nu lijkt dit ons een absurde situatie en we zullen dit feit ook meenemen naar het overleg bij de DIV. ». 1. Hoe verklaart u deze anomalie ? 2. Combien de personnes ont-elles déjà recouru à la possibilité de transférer une plaque d’immatriculation ? 3. Quand cette situation sera-t-elle tirée au clair ? 2. Hoeveel mensen hebben al gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot overdragen van een nummerplaat ? 3. Wanneer zal deze situatie opgelost zijn ? 4. Je suppose que d’autres attestations sont nécessaires lors de contacts avec les autorités. Je pense par exemple à un acte de décès. 4. Ik kan me voorstellen dat ook andere bewijzen nodig zijn bij contacten bij de overheid. Ik denk bijvoorbeeld aan een overlijdensakte. D’une manière plus générale, quels services n’ont pas encore accès au Registre national dans la pratique, alors qu’ils vous en ont déjà fait la demande ? Algemeen : welke diensten die hierom reeds een verzoek tot u hebben gericht, hebben in de praktijk nog geen toegang tot het Rijksregister ? DO 2004200503091 DO 2004200503091 Question no 207 de M. Jef Van den Bergh du 14 janvier 2005 (N.) au ministre de la Mobilité : Vraag nr. 207 van de heer Jef Van den Bergh van 14 januari 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit : Contrôles du transport international des marchandises dangereuses par route (ADR). Controles op het vervoer van gevaarlijke stoffen (ADR). Le transport ADR, à savoir le transport de marchandises dangereuses par route, constitue un danger immédiat pour la société. C’est pourquoi ces transports sont soumis à des règles très strictes. Le transporteur porte une lourde responsabilité dans ce cadre, partagée depuis peu par le donneur d’ordre. Ce dernier est en effet tenu de vérifier si le transporteur respecte les obligations légales. Le service ADR contrôle à son tour le donneur d’ordre et le transporteur, en effectuant des contrôles routiers et des inspections dans les entreprises. Or, certains acteurs de terrain qualifient ces contrôles du donneur d’ordre de sommaires. ADR, het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, vormt een onmiddellijk gevaar voor de maatschappij. Daarom is dit vervoer dan ook aan strenge regels onderworpen. De vervoerder heeft een grote verantwoordelijkheid en sinds kort deelt ook de opdrachtgever in deze verantwoordelijkheid. De opdrachtgever dient te controleren of de vervoerder zich aan de wettelijke voorwaarden houdt. De dient ADR controleert op zijn beurt de opdrachtgever en vervoerder door middel van weg- en bedrijfscontroles. Uit de sector gaan echter stemmen op dat deze controles op de opdrachtgever te beperkt zouden zijn. 1. Combien de contrôles au siège des entreprises et combien de contrôles routiers sont effectués chaque année ? 1. Hoeveel bedrijfscontroles en hoeveel wegcontroles worden er per jaar uitgevoerd ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10612 2. Quels types d’infractions les contrôleurs constatent-ils le plus souvent lors des contrôles au siège des entreprises ? 2. Welke overtredingen worden het vaakst opgespoord bij de bedrijfscontroles ? DO 2004200503092 DO 2004200503092 Question no 208 de M. Luk Van Biesen du 14 janvier 2005 (N.) au ministre de la Mobilité : Vraag nr. 208 van de heer Luk Van Biesen van 14 januari 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit : Amendes routières. — Zones de police. Verkeersboetes. — Politiezones. En réponse à une question orale sur la redistribution d’une partie du produit des amendes pénales aux zones de police, vous avez répondu que seulement 95 % des sommes imputées sur le fonds d’attribution aux zones de police dans le cadre de la Sécurité routière ont été octroyées. In antwoord op een mondelinge vraag betreffende de herverdeling van een deel van de opbrengst van de strafrechtelijke boetes naar de politiezones antwoordt u dat slechts 95 % werd toegekend van de op het fonds voor de toewijzingen aan de politiezones aan te rekenen steun in het kader van de verkeersveiligheid. Vous avez également indiqué que lesdits 95 % ont été versés à 193 des 196 zones de police. Ceci s’explique sans doute par le fait que certaines zones de police n’ont pas conclu de convention avec le SPF Intérieur et avec le SPF Mobilité (question orale no P645 de Mme De Bue du 23 décembre 2004, Compte rendu intégral, Chambre, 2004-2005, Séance plénière, PLEN111, p. 10). U vermeldt tevens dat de voormelde 95 % der toekenningen werd uitgekeerd aan 193 van de 196 politiezones. Dit vindt waarschijnlijk mede zijn oorzaak in het feit dat een aantal politiezones geen overeenkomst hebben aangegaan met de FOD Binnenlandse Zaken en de FOD Mobiliteit (mondelinge vraag nr. P645 van mevrouw De Bue van 23 december 2004, Integraal Verslag, Kamer, 2004-2005, Plenaire vergadering, PLEN111, blz. 10). À la lecture de l’arrêté royal du 3 mai 2004 relatif aux conventions entre l’État fédéral et les zones de police en matière de Sécurité routière, je constate d’une part que la clé de répartition est peu transparente et que d’autre part, les Régions n’ont manifestement pas été associées à la rédaction du projet final d’arrêté (voir l’avis 36.951/4 de la section de Législation du Conseil d’État — observation générale 2), bien que cela soit prescrit par la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles(article 6, § 4, 3o). Bij lezing van het koninklijk besluit van 3 mei 2004 betreffende de overeenkomsten tussen de federale overheid en de politiezones inzake verkeersveiligheid, stel ik enerzijds vast dat de verdeelsleutel weinig transparent is en anderzijds dat de Gewesten klaarblijkelijk niet betrokken werden bij de redactie van het eindontwerp van besluit (zie : advies 36.951/4 van afdeling Wetgeving van de Raad van State — algemene opmerking 2), hoewel dit is voorgeschreven door de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen (artikel 6, § 4, 3o). 1. Pourquoi trois zones de police n’ont-elles reçu aucune somme ? 1. Waarom werden geen uitkeringen gedaan aan drie politiezones ? 2. Pouvez-vous donner une description aussi détaillée que possible, ventilée par Région, de l’origine, de l’attribution, de l’imputation et de la distribution des amendes routières ? 2. Kan u een zo gedetailleerd mogelijke beschrijving geven per gewest in verband met herkomst, toewijzing, aanrekening en uitkering van de verkeersboetes ? 3. Ne serait-il pas préférable de délégitimer toute discussion sur les amendes routières en inscrivant immédiatement à l’ordre du jour politique la défédéralisation de la réglementation en matière de roulage ? 3. Zou het niet beter zijn alle discussies over verkeersboetes veel van hun grondslag te ontnemen door onmiddellijk de volledige defederalisering van het van het verkeersrecht op de politieke agenda te brengen ? 4. Comment justifiez-vous le fait que les Régions n’aient pas été associées à la rédaction dudit arrêté ? 4. Welk verweer overweegt u aan te reiken tegenover het feit dat de gewesten niet betrokken werden in de opmaak van hogervermeld besluit ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10613 III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. Premier ministre Eerste minister DO 2004200503074 DO 2004200503074 Question no 68 de M. Francis Van den Eynde du 13 janvier 2005 (N.) au premier ministre : Vraag nr. 68 van de heer Francis Van den Eynde van 13 januari 2005 (N.) aan de eerste minister : Propos d’un ministre. — Tensions communautaires. Uitspraak van een minister. — Communautaire spanningen. Lors du dialogue interreligieux qui a débuté le 3 janvier 2005 au Palais d’Egmont à Bruxelles, le ministre Dupont — qui est en charge de la politique de l’Egalité des chances — a fait explicitement référence aux tensions communautaires dans notre pays lorsqu’il a dit : « le rejet de l’autre sur la base de sa culture d’origine, de ses croyances, de la couleur de sa peau ou du fait qu’il habite au nord ou au sud du pays existe toujours. Pourtant, « cet autre » est un citoyen de notre pays. » Op de interreligieuze dialoog die op 3 januari 2005 in het Egmontpaleis te Brussel geopend werd, verwees minister Christian Dupont — die bevoegd is voor het gelijkekansenbeleid — op expliciete wijze naar de communautaire spanningen in ons land toen hij de volgende woorden uitsprak : « Het niet-aanvaarden van de ander op basis van zijn oorspronkelijke cultuur, geloof, huidskleur of het feit dat hij in het noorden dan wel het zuiden van het land woont, bestaat nog steeds. Nochtans is « die andere » een burger van ons land. ». 1. Pouvons-nous conclure de ce discours que le gouvernement estime que la recherche de sa propre identité — qui est typique aux communautés de ce pays et qui en est également à la base — doit désormais être considérée comme une « faute » et qu’elle doit donc être freinée plutôt qu’encouragée ? 1. Mag uit deze uitspraak afgeleid worden dat de regering van mening is dat het streven naar eigen identiteit — dat kenschetsend is voor de gemeenschappen in dit land en ook aan de basis van het ontstaan ervan ligt — voortaan als « fout » moet beschouwd worden en dus eerder afgeremd dan aangemoedigd dient te worden ? 2. Ce discours contient-il une condamnation de toute politique d’intégration ? 2. Houdt de uitspraak een veroordeling in van elke integratiepolitiek ? Réponse du premier ministre du 18 février 2005, à la question no 68 de M. Francis Van den Eynde du 13 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de eerste minister van 18 februari 2005, op de vraag nr. 68 van de heer Francis Van den Eynde van 13 januari 2005 (N.) : La déclaration du ministre Dupont (« Le rejet de l’autre, selon sa culture d’origine, sa religion, sa couleur de peau, selon même qu’il vienne du nord ou du sud du pays n’a pas encore disparu. Pourtant cet « autre » est citoyen de notre pays et avec nous citoyen du monde. ») est à mon avis très claire. De uitspraak van minister Dupont (« Het nietaanvaarden van de ander op basis van zijn oorspronkelijke cultuur, geloof, huidskleur of het feit dat hij in het noorden dan wel het zuiden van het land woont, bestaat nog steeds. Nochtans is die « andere » een burger van ons land en samen met ons burger van de wereld. ») is mijns inziens heel duidelijk. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1341 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10614 1. Le ministre Dupont ne nie pas qu’il existe différentes cultures d’origine ni que des communautés différentes puissent posséder une identité culturelle différente. Les limites de cette identité culturelle, qu’elles soient réfrénées ou encouragées, font l’objet d’un débat idéologique, au sein duquel j’occupe une position médiane. Ce qui ressort clairement de la déclaration, c’est qu’il s’agit de gens, de personnes. J’espère que tout le monde dans notre pays est convaincu du fait que les personnes (l’autre) ne peuvent jamais être condamnées sur la base de leur origine, de leur conviction ou de la couleur de leur peau. Ce principe est en effet une de nos valeurs fondamentales. 1. De minister Dupont ontkent niet dat er verschillende oorspronkelijke culturen bestaan of dat verschillende gemeenschappen een verschillende culturele identiteit kunnen hebben. De grenzen van deze culturele identiteit, of deze afgeremd dan wel aangemoedigd moeten worden, vormen het onderwerp van een ideologische discussie die ik in het midden laat. Wat in het citaat duidelijk naar voor gebracht wordt, is dat het gaat over mensen, over personen. Ik hoop dat iedereen er in ons land intussen van overtuigd is dat mensen (de ander) nooit mogen veroordeeld worden op basis van afkomst, overtuiging of huidskleur. Dit principe vormt immers één van onze basiswaarden. 2. Il convient cependant d’opérer une distinction entre les personnes et les unités étatiques. Les hommes sont égaux et doivent être traités comme tels. Les unités étatiques et leurs lois diffèrent toutefois entre elles. Nous attendons des personnes qu’elles respectent les lois de l’unité étatique dans laquelle elles résident et qu’elles s’intègrent de telle manière. En résumé, chaque personne a la même valeur et est égale aux yeux de la loi, sans distinction aucune. 2. Er moet wel een onderscheid gemaakt worden tussen mensen en staatkundige eenheden. Mensen zijn gelijkwaardig en moeten als dusdanig behandeld worden. Staatkundige eenheden en hun wetten zijn evenwel onderling verschillend. We verwachten van mensen dat ze de wetten van de staatkundige eenheid waarin ze wonen eerbiedigen en dat ze zich als dusdanig integreren. Kortom, iedereen is gelijkwaardig en iedereen is gelijk voor de wet, zonder onderscheid. DO 2004200503168 DO 2004200503168 Question no 70 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au premier ministre : Vraag nr. 70 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de eerste minister : SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan. Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique. Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen. Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? Réponse du premier ministre du 18 février 2005, à la question no 70 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de eerste minister van 18 februari 2005, op de vraag nr. 70 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : Je me réfère à la réponse qui sera donnée par le ministre de la Fonction publique à qui la question a également été posée. (Question no 105 du 20 janvier 2005.) Ik verwijs naar het antwoord dat gegeven zal worden door de minister van Ambtenarenzaken aan wie de vraag eveneens werd gesteld. (Vraag nr. 105 van 20 januari 2005.) DO 2004200503169 DO 2004200503169 Question no 71 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au premier ministre : Vraag nr. 71 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de eerste minister : SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité. L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheids- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10615 précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le contrôle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit. Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ? Réponse du premier ministre du 18 février 2005, à la question no 71 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Je me réfère à la réponse qui sera donnée par le vicepremier ministre et ministre du Budget (question no 42 du 20 janvier 2005) et par le ministre de la Fonction publique (question no 106 du 20 janvier 2005), auxquels la question a également été posée. diensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst. Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? DO 2004200503175 DO 2004200503175 Question no 72 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au premier ministre : SPF. — Conseil stratégique. Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique. Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ? Réponse du premier ministre du 18 février 2005, à la question no 72 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) : Je me réfère à la réponse qui sera donnée par le ministre de la Fonction publique, à qui la question a également été posée. (Question no 108 du 24 janvier 2005.) Vraag nr. 72 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de eerste minister : FOD’s. — Beleidsraad. Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten. Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? Antwoord van de eerste minister van 18 februari 2005, op de vraag nr. 72 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) : Ik verwijs naar het antwoord dat gegeven zal worden door de minister van Ambtenarenzaken aan wie de vraag eveneens werd gesteld. (Vraag nr. 108 van 24 januari 2005.) Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie Antwoord van de eerste minister van 18 februari 2005, op de vraag nr. 71 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : Ik verwijs naar het antwoord dat gegeven zal worden door de vice-eerste minister en minister van Begroting (vraag nr. 42 van 20 januari 2005) en door de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 106 van 20 januari 2005) aan wie de vraag eveneens werd gesteld. DO 2003200432118 DO 2003200432118 Question no 345 de M. Guido De Padt du 13 septembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Services de police. — Plaintes pour tapage nocturne provoqué par de la musique. Force est de constater que les services de police reçoivent de plus en plus de plaintes pour tapage Vraag nr. 345 van de heer Guido De Padt van 13 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Politiediensten. — Klachten wegens nachtlawaai afkomstig van muziek. Vastgesteld wordt (vooral tijdens de zomermaanden) dat politiediensten meer en meer geconfronteerd CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10616 nocturne provoqué par de la musique, surtout pendant les mois d’été. Les performances techniques des installations musicales et la plus grande assertivité (et peutêtre aussi intolérance dans certains cas) des citoyens ne sont certainement pas étrangers à ce phénomène. worden met klachten wegens nachtlawaai afkomstig van muziek. Een en ander heeft niet alleen te maken met de technische mogelijkheden van muziekinstallaties, maar tevens met een verhoogde graad van mondigheid (en wellicht in sommige gevallen ook van onverdraagzaamheid) van de burger. Pourriez-vous me fournir les informations suivantes pour les années 2000, 2001, 2002, 2003 ainsi que pour le premier semestre de 2004 : Kan u mij voor de jaren 2000, 2001, 2002, 2003 en eerste helft 2004 meedelen : 1. Combien de plaintes de ce type les services de police (y compris l’ancienne gendarmerie) ont-ils reçues ? 1. Hoeveel klachten ontvingen de politiediensten (inclusief cijfers vroegere Rijkswacht) wegens nachtlawaai afkomstig van muziek ? 2. Combien de plaintes concernaient des établissements horeca, des concerts, des fêtes foraines et des maisons ou infrastructures privées ? 2. Hoeveel van deze klachten hadden betrekking op horeca-inrichtingen, op muziekconcerten, op kermissen en op privé-woningen/inrichtingen ? 3. Combien de condamnations pénales ont-elles été prononcées pour cause de tapage nocturne ? Pourriezvous ventiler ce chiffre en fonction des catégories visées au point 2 ? 3. Hoeveel strafrechtelijke veroordelingen werden er uitgesproken wegens nachtlawaai, met zo mogelijk een opsplitsing zoals gevraagd sub 2 ? Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 17 février 2005, à la question no 345 de M. Guido De Padt du 13 septembre 2004 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 17 februari 2005, op de vraag nr. 345 van de heer Guido De Padt van 13 september 2004 (N.) : Vous trouverez ci-après les chiffres disponibles tirés des statistiques de condamnation publiées par le Service de la politique criminelle. Le nombre des condamnations enregistrées s’élève à : U zal hieronder de beschikbare cijfers uit de veroordelingsstatistieken vinden die door de Dienst voor het strafrechtelijk beleid werden bekendgemaakt. Het aantal geregistreerde veroordelingen bedraagt : — 345 pour l’année 2000, — 345 voor 2000, — 356 pour l’année 2001, — 356 voor 2001, — 300 pour l’année 2002, — 300 voor 2002, — et 237 pour l’année 2003. — en 237 voor 2003. Les condamnations pour tapage nocturne dû à de la musique sont répertoriées sous la rubrique « Tapages nocturnes », correspondant aux infractions à l’article 561-1o du Code pénal. On constate une baisse constante du nombre de condamnations depuis 2000. La nomenclature choisie ne nous permet cependant pas de ventiler les condamnations selon la nature et l’origine du tapage nocturne telles qu’énoncées dans le point 2 de la question : établissements horeca, concerts de musique, fêtes foraines et habitations privées. De veroordelingen voor nachtlawaai afkomstig van muziek werden opgenomen in de categorie « Nachtlawaai ». Dit stemt overeen met de inbreuken op artikel 561-1o van het Strafwetboek. Vanaf 2000 kan er een constante daling van het aantal veroordelingen worden vastgesteld. Vanuit de gekozen nomenclatuur is het evenwel niet mogelijk de veroordelingen op te splitsen volgens de aard en de oorsprong van nachtlawaai, zoals vermeld in punt 2 van de vraag : horecainrichtingen, muziekconcerten, kermissen en privéwoningen/inrichtingen. L’article 561-1o du Code pénal vise tout bruit ou tapage nocturne de nature à troubler la tranquillité des habitants entre le coucher et le lever du soleil, et prévoit une amende de dix à vingt francs et d’un emprisonnement d’un jour à cinq jours, ou une de ces peines seulement. Artikel 561-1o van het Strafwetboek heeft betrekking op elk nachtgerucht of nachtlawaai waardoor de rust van de inwoners tussen zonsondergang en zonsopgang kan worden verstoord en voorziet in een geldboete van tien tot twintig frank en een gevangenisstraf van een dag tot vijf dagen of een van die straffen alleen. À ce propos, il convient de souligner que le 23 juillet 2004 est parue au Moniteur belge la loi du 17 juin 2004 Hieromtrent moet worden benadrukt dat de wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeen- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10617 modifiant la Nouvelle loi communale, et principalement l’article 119bis de cette loi relatif aux sanctions administratives communales. L’article 5 de cette loi précise que le Roi fixera sa date d’entrée en vigueur. tewet, in het bijzondere artikel 119bis van deze wet inzake de gemeentelijke administratieve sancties, in het Belgisch Staatsblad van 23 juli 2004 is verschenen. Artikel 5 van deze wet bepaalt dat de Koning de datum van haar inwerkingtreding zal bepalen. L’une des principales modifications apportées par cette loi à l’actuel article 119bis de la nouvelle loi communale est l’abrogation du titre X du Code pénal (contenant toutes les contraventions du Code, c’est-àdire la troisième catégorie d’infractions), dont fait partie l’article 561-1o, et l’arrêté loi du 29 décembre 1945 portant interdiction des inscriptions sur la voie publique sont abrogés. En l’absence de sanctions pénales, seules des sanctions administratives communales seront désormais susceptibles de réprimer des comportements tels que la destruction volontaire de la propriété mobilière d’autrui, le tapage nocturne, le défaut d’entretien de cheminées ou usines, le fait d’enlever ou de déchirer méchamment des affiches légitimement apposées, etc. Het opheffen van titel X van het Strafwetboek (met alle overtredingen van het Wetboek, met name de derde categorie overtredingen), waar artikel 561-1o deel van uitmaakt, en de besluitwet van 29 december 1945 houdende verbod tot het aanbrengen van opschriften op de openbare weg is een van de belangrijkste wijzigingen die door deze wet aan het huidige artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet is aangebracht. Bij gebrek aan strafrechtelijke sancties zullen enkel gemeentelijke administratieve sancties voortaan gedragingen kunnen bestraffen, zoals de vrijwillige vernietiging van andermans roerende eigendom, nachtlawaai, het verzuim van onderhoud van schoorstenen en fabrieken, het verwijderen of verscheuren van rechtmatig aangebrachte affiches, enzovoort. Par ailleurs, une disposition de la loi du 18 juillet 1973 relative à la lutte contre le bruit prévoit des sanctions en cas de nuisance excessive par le bruit (un emprisonnement de huit jours à six mois et une amende de vingt-six francs à cinq mille francs ou une de ces peines seulement). De plus, en ce qui concerne le niveau de bruit autorisé, certaines dispositions légales particulières, souvent différentes d’une Région à l’autre, réglementent le niveau de puissance acoustique admissible en fonction du type d’engin ou de matériel utilisé. Bovendien voorziet een bepaling van de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder in sancties bij overdadige geluidsoverlast (een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en een geldboete van zesentwintig tot vijfduizend frank of één van die straffen alleen). Wat betreft het niveau van het toegelaten geluid, reglementeren bepaalde specifieke wettelijke bepalingen, die vaak gewestgebonden zijn, het toelaatbare geluidvermogenniveau in functie van het type instrument of het gebruikte materiaal. De telles nuisances sonores peuvent également être inscrites dans les règlements généraux de police. Ces infractions sont constatées dans un procès-verbal de police rédigé sur plainte ou d’office et comprenant les éléments suivants : Dergelijke geluidsoverlast kan tevens in de algemene politiereglementen worden opgenomen. Deze overtredingen worden in een politieel proces-verbaal vastgesteld die op klacht of ambtshalve wordt opgesteld en die volgende elementen bevat : — la saison, — het seizoen, — l’heure, — het uur, — la situation des lieux (zone résidentielle, zone industrielle, zone commerciale, ...), — de ligging (residentiële zone, industriële zone, commerciële zone, ...), — le caractère habituel ou ponctuel du tapage nocturne. — gewoonlijk of punctueel karakter van het nachtlawaai. Dans le cadre des missions de police administrative que lui confie l’article 135, § 2, de la nouvelle loi communale, la commune a en effet pour mission de faire jouir ses citoyens, notamment, de la tranquillité publique. Certaines dispositions de la nouvelle loi communale habilitent le Bourgmestre à prendre par arrêté de police toutes les mesures qu’il juge nécessaire pour faire cesser les tapages. Il importe de distinguer deux bases juridiques fondant le pouvoir d’action du Bourgmestre dans pareille situation. In het kader van de opdrachten die door artikel 135, § 2, van de nieuwe gemeentewet aan de administratieve politie worden toegekend, heeft de gemeente ook tot taak haar burgers in het bijzonder van de openbare rust te laten genieten. Sommige bepalingen van de nieuwe gemeentewet machtigen de burgemeester om bij politiebesluit alle maatregelen te treffen die hij nodig acht om het lawaai te doen ophouden. Er moeten twee juridische grondslagen worden onderscheiden waarop het recht op initiatief van de burgemeester zich in dergelijke situatie baseert. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10618 A. Les articles 133, alinéa 2 et 135, § 2, de la nouvelle loi communale A. Artikelen 133, tweede lid en 135, § 2, van de nieuwe gemeentewet Face aux atteintes à la tranquillité publique, le Bourgmestre peut agir par voie d’arrêté en application des articles 133, alinéa 2 et 135, § 2, de la nouvelle loi communale. Sur cette base, il dispose d’un large pouvoir d’appréciation et peut prendre toutes mesures qu’il estime opportunes. Ces mesures peuvent aller, si la gravité de la situation l’exige, jusqu’à la fermeture temporaire ou définitive de l’établissement. Ten aanzien van inbreuken op de openbare rust, kan de burgemeester, met toepassing van artikelen 133, tweede lid en 135, § 2, van de nieuwe gemeentewet, bij besluit optreden. Hiervan uitgaande, beschikt hij over een ruime beoordelingsmacht en kan hij alle noodzakelijk geachte maatregelen treffen. Indien de ernst van de situatie dit vereist, kan hij de voorlopige of definitieve sluiting van de instelling bevelen. Le bourgmestre doit cependant veiller à ce que la mesure ne soit pas disproportionnée par rapport au trouble constaté, sous peine de voir son arrêté annulé par le Conseil d’État en cas de recours éventuel. Om te vermijden dat de Raad van State, bij een eventueel beroep, zijn besluit nietig verklaart, moet de burgemeester er evenwel op toezien dat de maatregel niet in wanverhouding staat tot de vastgestelde hinder. B. L’article 134quater de la nouvelle loi communale B. Artikel 134quater van de nieuwe gemeentewet L’article 134quater de la nouvelle loi communale, permet également au bourgmestre, outre les autres mesures qu’il peut toujours décider (cf. point A supra), d’ordonner la fermeture de l’établissement. Dans cette hypothèse, la décision de fermeture doit respecter les conditions énumérées à l’article 134quater de la nouvelle loi communale, à savoir que le bruit doit provenir de l’intérieur de l’établissement et troubler l’ordre public autour de cet établissement. Artikel 134quater van de nieuwe gemeentewet biedt de burgemeester tevens de mogelijkheid, naast de maatregelen die hij steeds kan nemen (zie punt A supra), de sluiting van een instelling te bevelen. In deze hypothese moet de beslissing tot sluiting beantwoorden aan de in artikel 134quater van de nieuwe gemeentewet gestelde voorwaarden, met name dat het lawaai afkomstig moet zijn van binnen de instelling en de openbare orde rond deze instelling verstoort. La fermeture peut être ordonnée pour un délai que le Bourgmestre détermine en fonction des circonstances de la cause, mais la mesure De sluiting kan, in functie van de omstandigheden van de oorzaak, voor een door de burgemeester opgelegde termijn worden uitgesproken. De maatregel : — doit être confirmée par le Collège des bourgmestre et échevins à sa plus prochaine réunion, et; — moet evenwel door het College van burgemeester en schepenen in de eerstvolgende vergadering worden bekrachtigd, en; — ne peut excéder 3 mois. — mag geen 3 maanden overschrijden. Les deux premiers points de la question relèvent quant à eux des services de police. Toutefois, le site de l’Institut national de statistique (http :// statbel.fgov.be/) rend accessible en ligne la consultation des statistiques policières criminelles tirées de la base de données SCII-SPC (Statistiques de criminalité interpolicières intégrées-Statistiques policières de criminalité), des archives ISLP et de la BNG (Banque de données Nationale). Les chiffres concernent la criminalité enregistrée, c’est-à-dire les infractions pour lesquelles un procès-verbal a été dressé, soit les infractions accomplies et les tentatives. Ils ne couvrent donc que les faits constatés et enregistrès par les services de police (sur le territoire de la Belgique), et non la totalité des actes criminels commis. Les données suivantes illustrent la criminalité enregistrée par les services de police, en matière de tapages nocturnes; ainsi ont été recensées; De eerste twee punten van de vragen vallen onder de bevoegdheid van de politiediensten. De politiële criminaliteitsstatistieken uit de gegevensbank GICS-PCS (Geı̈ntegreerde Interpolitiële CriminaliteitsstatistiekenPolitiële criminaliteitsstatistieken), het ISLP-Archief en de ANG (Algemene Nationale Gegevensbank) kunnen evenwel op de internetsite van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (http ://statbel.fgov.be/) worden geraadpleegd. De cijfers hebben betrekking op de geregistreerde criminaliteit, met name de overtredingen voor dewelke een procesverbaal werd opgesteld, met andere woorden voltooide misdrijven en pogingen. De cijfers omvatten dus slechts de door de politiediensten geregistreerde feiten (op het Belgische grondgebied) en niet de totale gepleegde criminaliteit. Volgende gegevens weerspiegelen de door de politiediensten geregistreerde criminaliteit inzake nachtlawaai : — 4 094 infractions pour l’année 2000, — 4 094 overtredingen in 2000, — 3 557 infractions pour l’année 2001, — 3 557 overtredingen in 2001, CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10619 — et 3 522 infractions pour l’année 2002. — en 3 522 overtredingen in 2002. DO 2003200432262 DO 2003200432262 Question no 377 de M. Guido De Padt du 30 septembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Vraag nr. 377 van de heer Guido De Padt van 30 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Administrations communales et services de police. — Assistance fournie aux huissiers de justice. — Adultère et expulsions. Gemeentebesturen en politiediensten. — Bijstandsverlening aan gerechtsdeurwaarders. — Overspel en uithuiszettingen. Dans le cadre de l’exécution de décisions judiciaires, les administrations communales et les services de police sont confrontés à l’obligation légale de prêter assistance aux huissiers de justice lors d’expulsions, du stockage de biens saisis, de l’organisation de ventes publiques, etc. Le plus souvent, de telles interventions ont lieu dans des villes et communes qui, en raison de leur faible capacité fiscale, éprouvent généralement plus de difficultés à boucler leur budget et dont les services de police et les services techniques ont d’autres préoccupations que d’accompagner des huissiers et de procéder à l’enlèvement et au stockage de biens. L’assistance fournie aux huissiers de justice lors de constats d’adultère pèse également sur les capacités des autorités locales de police. Toutes ces interventions sont actuellement financées par des moyens généraux, sans que les parties en cause n’assument la moindre charge financière. Gemeentebesturen en politiediensten worden naar aanleiding van de uitvoering van gerechtelijke beslissingen, geconfronteerd met de wettelijke verplichting bijstand te verlenen aan gerechtsdeurwaarders bij uithuiszettingen, bij het stockeren van inbeslaggenomen goederen, het mede organiseren van openbare verkopen, enzovoort. Meestal vinden deze tussenkomsten plaats in steden en gemeenten die het door een laag fiscaal draagvermogen veelal moeilijker hebben om de begroting rond te krijgen en waarvan de politiediensten en technische diensten andere dingen aan het hoofd hebben dan deurwaarders te vergezellen en ervoor te zorgen dat goederen worden afgevoerd en opgeslagen. Ook de bijstand van gerechtsdeurwaarders bij de vaststelling van overspel, wegen op de capaciteit van de lokale politionele overheden. Al deze interventies worden thans bekostigd door algemene middelen, zonder dat de procesvoerende partijen daar enige financiële last van dragen. Pourriez-vous fournir les précisions suivantes, par Région, pour les années 2000, 2001, 2002 et 2003 : Kan u voor de jaren 2000, 2001, 2002 en 2003 en opgesplitst per gewest meedelen : 1. Combien de constats d’adultère ont été effectués par huissier de justice ? 1. Hoeveel vaststellingen van overspel gebeurden er bij gerechtsdeurwaarder ? 2. Combien d’expulsions ont eu lieu et dans combien de cas des biens saisis ont-ils dû être enlevés par les services communaux ? 2. Hoeveel uithuiszettingen gebeurden er en in hoeveel gevallen moesten er inbeslaggenomen goederen worden afgevoerd door de gemeentelijke diensten ? 3. Dans combien des cas précités a-t-il été fait appel à un serrurier ? 3. In hoeveel van de voormelde gevallen werd er een slotenmaker ingeschakeld ? 4. Pourriez-vous également indiquer si vous jugez opportun de faire intervenir les parties en cause dans la totalité ou une partie des coûts inhérents à de telles interventions ? 4. Kan u tevens meedelen of u het aangewezen acht de procesvoerende partijen voor het geheel of een deel te laten tussenkomen in de kosten van voormelde tussenkomsten ? Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 15 février 2005, à la question no 377 de M. Guido De Padt du 30 septembre 2004 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 15 februari 2005, op de vraag nr. 377 van de heer Guido De Padt van 30 september 2004 (N.) : En ce qui concerne vos trois premières questions, je suis uniquement en mesure de vous communiquer le nombre de nouvelles demandes de constat d’adultère par ressort. Met betrekking tot de eerste drie vragen kan ik u enkel het aantal nieuwe vragen tot vaststelling van overspel meedelen per ressort. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10620 En 2002, il y a eu 1 197 nouvelles demandes de constat d’adultère pour Anvers, 857 pour Bruxelles, 1 252 pour Gand, 761 pour Liège et 627 pour Mons. Cela représente pour le Royaume un total de 4 694 nouvelles demandes de constat d’adultère en 2002. In 2002 zijn er 1 197 nieuwe aanvragen tot vaststelling van overspel voor Antwerpen, 857 voor Brussel, 1 252 voor Gent, 761 voor Luik en 627 voor Bergen. Dit komt voor het Rijk op een totaal van 4 694 nieuwe aanvragen tot vaststelling van overspel in 2002. En 2001, il y a eu 1 211 nouvelles demandes de constat d’adultère pour Anvers, 885 pour Bruxelles, 1 186 pour Gand, 687 pour Liège et 687 pour Mons. Cela représente pour le Royaume un total de 4 656 nouvelles demandes de constat d’adultère en 2001. In 2001 zijn er 1 211 nieuwe aanvragen tot vaststelling van overspel voor Antwerpen, 885 voor Brussel, 1 186 voor Gent, 687 voor Luik en 687 voor Bergen. Dit komt voor het Rijk op een totaal van 4 656 nieuwe aanvragen tot vaststelling van overspel in 2001. En 2000, il y a eu 1 145 nouvelles demandes de constat d’adultère pour Anvers, 962 pour Bruxelles, 1 314 pour Gand, 787 pour Liège et 558 pour Mons. Cela représente pour le Royaume un total de 4 766 nouvelles demandes de constat d’adultère en 2000. In 2000 zijn er 1 145 nieuwe aanvragen tot vaststelling van overspel voor Antwerpen, 962 voor Brussel, 1 314 voor Gent, 787 voor Luik en 558 voor Bergen. Dit komt voor het Rijk op een totaal van 4 766 nieuwe aanvragen tot vaststelling van overspel in 2000. Les statistiques pour l’année 2003 ne sont pas encore disponibles. Voor het jaar 2003 zijn de statistieken nog niet beschikbaar. Mon administration ne dispose pas de données concernant le nombre d’expulsions ou l’activité des services communaux en cas de saisies. Mijn administratie beschikt niet over gegevens met betrekking tot het aantal uithuiszettingen of over de activiteit van de gemeentelijke diensten bij inbeslagnames. Elle ne dispose pas non plus de données concernant le nombre d’interventions d’un serrurier. Mijn administratie beschikt evenmin over gegevens met betrekking tot het aantal interventies van een slotenmaker. Pour ce qui concerne votre dernière question, je renvoie au texte de la réglementation en la matière, à savoir les articles 1017 à 1024 du Code judiciaire et l’arrêté royal du 30 novembre 1976 fixant le tarif des actes accomplis par les huissiers de justice en matière civile et commerciale ainsi que celui de certaines allocations. Voor uw laatste vraag verwijs ik naar de tekst van de regelgeving terzake, namelijk de artikelen 1017 tot 1024 van het Gerechtelijk Wetboek en het koninklijk besluit van 30 november 1976 tot vaststelling van het tarief voor akten van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van het tarief van sommige toelagen. DO 2004200502582 DO 2004200502582 Question no 422 de M. Guy D’haeseleer du 3 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Vraag nr. 422 van de heer Guy D’haeseleer van 3 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Services publics fédéraux. — Délégués syndicaux permanents. Federale overheidsdiensten. — Vaste vakbondsafgevaardigden. L’article 77, § 1er, de l’arrêté royal du 28 septembre 1984 portant exécution de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités dispose que dès qu’un membre du personnel est agréé en qualité de délégué permanent d’une organisation syndicale, celui-ci est placé en congé syndical de plein droit. Bien qu’un délégué syndical permanent ne soit pas soumis à l’autorité hiérarchique, il est censé être en activité de service. Il conserve, entre autres, son droit au traitement et à l’avancement de traitement et de grade. Conformément à l’article 78 de l’arrêté royal Artikel 77, § 1, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel bepaalt dat, van zodra een personeelslid als vaste afgevaardigde van een vakorganisatie is erkend, dit personeelslid van rechtswege met vakbondsverlof is. Hoewel een vaste vakbondsafgevaardigde niet onderworpen is aan het hiërarchische gezag, wordt hij geacht in actieve dienst te zijn. Het behoudt onder meer zijn recht op wedde en op bevordering tot een hogere wedde en tot een hogere graad. Artikel 78 van CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10621 précité du 28 septembre 1984, chaque organisation syndicale doit, avant la fin de chaque trimestre, rembourser à l’autorité une somme égale au montant total des payements effectués au cours du trimestre précédent au délégué permanent ou à ses ayants droit en raison de sa qualité de membre du personnel. Les remboursements ne comprennent toutefois pas, entre autres, les cotisations patronales ainsi qu’un certain nombre de primes et d’avantages octroyés (cf. article 78, § 2, de l’arrêté royal du 28 septembre 1984). het voornoemde koninklijk besluit van 28 september 1984 legt aan de vakorganisatie de verplichting op om vóór het einde van ieder kwartaal aan de overheid een som terug te storten die gelijk is aan het totale bedrag van de betalingen die gedurende het vorige kwartaal werden verricht aan de vaste afgevaardigde of aan zijn rechthebbenden op grond van zijn hoedanigheid van personeelslid. In de terugbetalingen zijn echter onder meer de werkgeversbijdragen, alsook een aantal premies en toegekende voordelen niet begrepen (cf. artikel 78, § 2, van het koninklijk besluit van 28 september 1984). 1. Combien de délégués syndicaux permanents, au sens précité, comptent votre(vos) service(s) public(s) fédéral(aux) et les autres services fédéraux relevant de votre compétence ? 1. Kan u meedelen hoeveel vaste vakbondsafgevaardigden in hoger vermelde zin uw federale overheidsdienst(en) en in de andere overheidsdiensten die onder uw gezag ressorteren, tellen ? 2. À combien s’élevaient les dépenses non remboursées par les syndicats et payées en 2003 par les autorités fédérales pour ces membres du personnel (entre autres les cotisations patronales) ? 2. Hoeveel bedroegen de niet door de vakorganisaties terugbetaalde uitgaven die de federale overheid in 2003 deed voor deze personeelsleden (onder meer werkgeversbijdragen) ? 3. a) De quels comités, créés pour les services publics concernés relevant de votre compétence, les délégués syndicaux font-ils partie ? 3. a) Van welke comités die voor de betreffende onder uw gezag ressorterende overheidsdiensten werden opgericht, maken vakbondsafgevaardigden deel uit ? b) Quelles indemnités ont-ils reçues à cet effet en 2003 ? b) Welke vergoedingen ontvingen zij hiervoor in het jaar 2003 ? Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 17 février 2005, à la question no 422 de M. Guy D’haeseleer du 3 novembre 2004 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 17 februari 2005, op de vraag nr. 422 van de heer Guy D’haeseleer van 3 november 2004 (N.) : 1. Les services centraux du SPF Justice compte quatre délégués syndicaux permanents. Deux personnes sont dispensées de remboursement en exécution de l’arrêté royal du 20 avril 1999 portant exécution de l’article 18, alinéa 3, de la loi du 19 décembre 1974. Le remboursement est demandé pour les deux autres personnes. 1. Bij de centrale diensten van de FOD Justitie zijn er vier vaste vakbondsafgevaardigden. Twee personen zijn vrijgesteld van terugbetaling ter uitvoering van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende uitvoering van artikel 18, derde lid van de wet van 19 december 1974. Voor de andere twee personen wordt de terugbetaling gevraagd. À l’ordre judiciaire, un seul membre du personnel a été désigné comme délégué permanent; l’intéressé bénéficie de la dispense de remboursement. Er is in de rechterlijke orde één personeelslid aangeduid als permanente vertegenwoordiger en betrokkene is vrijstelling van terugbetaling toegekend. Dans la Direction générale Exécution des peines et mesures il y a deux membres du personnel qui sont reconnus comme délégué permanent. In het Directoraat-Generaal Uitvoering van straffen en maatregelen zijn er twee personeelsleden erkend als vaste afgevaardigde. 2. En 2003, les dépenses non remboursées par les organisations syndicales s’élevaient à 8 399,16 euros. Ce montant comprend : la contribution de l’employeur (4 815,47 euros), les allocations familiales (2 768,90 euros) et les indemnités (814,79 euros). 2. De niet door de vakorganisaties terugbetaalde uitgaven bedroegen in het jaar 2003 8 399,16 euro voor het centrale bestuur. Dit bedrag is samengesteld als volgt : werkgeversbijdrage 4 815,47 euro, kinderbijslag 2 768,90 euro en vergoedingen 814,79 euro. Pour le membre du personnel de l’ordre judiciaire concerné, la dispense de remboursement était accordée en vertu de l’arrêté royal du 20 avril 1999 portant Voor het betrokken personeelslid van rechterlijke orde werd vrijstelling van terugbetaling toegekend krachtens het koninklijk besluit van 20 april 1999 tot CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1342 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10622 exécution de l’article 18, alinéa 3, de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités. uitvoering van artikel 18, derde lid van wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. Pour la Direction générale Exécution des peines et mesures, les dépenses pour les deux membres du personnel qui n’étaient pas remboursées par les organisations syndicales représentatives au Service central des Dépenses fixes, étaient au total de 36 830,33 euros. Voor het Directoraat-Generaal USM bedroegen de uitgaven voor de twee personeelsleden die niet door representatieve vakorganisaties aan de Centrale Dienst der Vaste Uitgaven werden teruggestort in totaal 36 830,33 euro. 3. a) Le comité de secteur, le Comité supérieur de concertation, les Comités de concertation de base pour l’administration centrale, le Moniteur belge, les établissements pénitentiaires, les maisons de justice, les comités de concertation de base dans les ressorts des cours d’appel, le comité d’accompagnement chargé de l’exécution du protocole 249 (comité informel). 3. a) Het sectorcomité, het Hoog Overlegcomité, de Basisoverlegcomités voor het centraal bestuur, het Belgisch Staatsblad, de strafinrichtingen, de justitiehuizen, de basisoverlegcomités in de rechtsgebieden bij de hoven van beroep, het begeleidingscomité tot uitvoering van het protocol 249 (informeel comité) b) Selon le Service d’encadrement Budget et Contrôle de gestion, ils n’ont reçu en 2003 aucune indemnité à cet effet. b) Volgens de Stafdienst Budget en Beheerscontrole ontvingen zij hiervoor in het jaar 2003 geen vergoedingen. DO 2004200502878 DO 2004200502878 Question no 478 de Mme Zoé Genot du 13 décembre 2004 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Vraag nr. 478 van mevrouw Zoé Genot van 13 december 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Nombre de libérations conditionnelles en 2003 et 2004. 1. Concernant les décisions de libération conditionnelle prises en 2003 et en 2004, pourriez-vous communiquer combien de détenus ont été libérés conformément à la loi du 5 mars 1998 relative à la libération conditionnelle et modifiant la loi du 9 avril 1930 de défense sociale à l’égard des anormaux et des délinquants d’habitude, remplacée par la loi du 1er juillet 1964 pour ces deux années ? 2. L’article 2 de cette loi fixe les conditions et les modalités de libération. Aantal voorwaardelijke invrijheidstellingen in 2003 en 2004. 1. Kan u me meedelen hoeveel gevangenen overeenkomstig de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964, in 2003 en 2004 in vrijheid werden gesteld ? Pouvez-vous ventiler les chiffres donnés pour ces deux années entre les détenus concernés par les points a), b) et c) du 1o de cet article ? 3. Pouvez-vous préciser, en outre, combien d’entre eux ont « effectivement » été libérés : a) au tiers de leur peine (ou moins); b) entre un et deux tiers de leur peine; CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2. Artikel 2 van die wet bepaalt op welke wijze en onder welke voorwaarden de veroordeelden in vrijheid kunnen worden gesteld. Kan u de cijfers inzake de voorwaardelijke invrijheidstellingen voor die twee jaar opsplitsen naargelang de gedetineerden aan de voorwaarden van a), b) of c) van 1o van artikel 2 voldoen ? 3. Kan u bovendien verduidelijken hoeveel van hen daadwerkelijk in vrijheid werden gesteld : a) nadat zij (ten minste) één derde van hun straf ondergingen; b) nadat ze tussen een en twee derde van hun straf ondergingen; 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10623 c) ou après plus de deux tiers de leur peine ? c) nadat ze meer dan twee derde van hun straf ondergingen ? Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 17 février 2005, à la question no 478 de Mme Zoé Genot du 13 décembre 2004 (Fr.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 17 februari 2005, op de vraag nr. 478 van mevrouw Zoé Genot van 13 december 2004 (Fr.) : 1. Le nombre de détenus libérés conditionnellement en 2003 est de 698. Les chiffres de 2004 ne sont pas encore disponibles. 1. In 2003 zijn 698 gedetineerden onder voorwaarden in vrijheid gesteld. De cijfers voor 2004 zijn nog niet beschikbaar. 2. La ventilation des chiffres en fonction des catégories établies par les points a), b) et c) du 1o de l’article 2 de la loi du 5 mars 1998 relative à la libération conditionnelle est impossible à réaliser. En effet, la plupart des détenus relèvent de plusieurs catégories à la fois. C’est donc en combinant les différentes règles de calcul contenues dans les points a), b) et c) du 1o de l’article 2 de la loi que l’on détermine la date de leur admissibilité à la libération conditionnelle. 2. De cijfers kunnen onmogelijk worden uitgesplitst naar gelang van de categorieën vastgesteld in artikel 2, 1o, a), b) en c), van de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling. De meeste gedetineerden behoren immers tot verschillende categorieën tegelijk. De verschillende berekeningsregels vervat in artikel 2, 1o, a), b) en c), van de wet moeten dus worden gecombineerd voor de vaststelling van de datum waarop de gedetineerden in de tijdsvoorwaarde voor voorwaardelijke invrijheidstelling zijn. 3. Même observation qu’au point 2. 3. Zelfde opmerking als in punt 2. Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financiën DO 2003200432122 DO 2003200432122 Question no 472 de M. Hagen Goyvaerts du 15 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 472 van de heer Hagen Goyvaerts van 15 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : Manque de clarté quant au statut d’« agent temporaire » au SPF Finances. Onduidelijkheid van het statuut « tijdelijke medewerker binnen de FOD Financiën. Le statut du personnel temporaire au sein du SPF Finances, et plus particulièrement de l’administration de la Fiscalité des entreprises et des revenus (AFER), est loin d’être clair. Binnen de FOD Financiën, en meer specifiek binnen de administratie van de Ondernemings- en Inkomenfiscaliteit (AOIF), bestaat er nogal wat onduidelijkheid rond het statuut van de « tijdelijke medewerker ». 1. Combien d’agents ayant le statut d’agent temporaire sont actuellement occupés au sein des services centraux de l’AFER ? 1. Hoeveel ambtenaren met het statuut « tijdelijke medewerker » zijn er momenteel tewerkgesteld binnen de centrale diensten van het AOIF ? 2. a) S’agit-il dans tous les cas d’une occupation à temps plein ? 2. a) Betreft het steeds een voltijdse tewerkstelling ? b) Ou un agent peut-il être affecté à temps partiel à sa résidence administrative d’une part et à une autre administration en tant qu’agent temporaire d’autre part ? b) Of kan een ambtenaar zowel gedeeltelijk verbonden zijn aan zijn standplaats en gedeeltelijk toegewezen worden als « tijdelijk medewerker » ? 3. Tous les agents temporaires bénéficient-ils de l’allocation spécifique octroyée aux temporaires et de l’allocation de résidence ? 3. Genieten alle ambtenaren met het statuut « tijdelijke medewerker » van de « vergoeding tijdelijke medewerker » en de « standplaatsvergoeding » ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10624 4. Dans la négative, existe-t-il des exceptions ? 4. Zo neen, zijn er uitzonderingen ? 5. Le paiement de l’allocation de résidence est-il soumis à des conditions restrictives (par exemple relatives à l’utilisation des transports en commun ou de son propre véhicule ou liées au paiement de l’indemnité journalière pour frais de séjour) ? 6. Ces allocations/indemnités sont-elles imposables ? 5. Zijn er aan de standplaatsvergoeding beperkende voorwaarden gekoppeld (bijvoorbeeld bij het gebruik van het openbaar vervoer, of bij het gebruik van de eigen wagen of bij de dagelijkse vergoeding vanwege verblijfskosten) ? 6. Zijn deze vergoedingen belastbaar ? 7. Les agents contractuels peuvent-ils également accéder au statut d’agent temporaire ? 7. Kunnen contractuelen ook het statuut van « tijdelijke medewerker » hebben ? 8. Dans l’affirmative, peuvent-ils aussi prétendre à l’allocation spécifique des agents temporaires et à l’allocation de résidence ? 8. Zo ja, kunnen zij dan ook aanspraak maken op de « vergoeding tijdelijke medewerkers » en de « standplaatsvergoeding » ? 9. a) Pendant combien de temps un agent statutaire ou contractuel peut-il être occupé comme agent temporaire ? 9. a) Hoe lang kan een ambtenaar of een contractueel in het statuut van « tijdelijke medewerker » tewerkgesteld worden ? b) Ce statut est-il limité dans le temps ? b) Is er een maximum duurtijd aan dit statuut verbonden ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 18 février 2005, à la question no 472 de M. Hagen Goyvaerts du 15 septembre 2004 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën van 18 februari 2005, op de vraag nr. 472 van de heer Hagen Goyvaerts van 15 september 2004 (N.) : 1. Au 31 décembre 2004, 197 membres du personnel étaient en collaboration temporaire au sein des services centraux de l’administration de la Fiscalité des entreprises et des Revenus. 1. Op 31 december 2004 waren er 197 personeelsleden in tijdelijke medewerking binnen de centrale diensten van de administratie van de Ondernemingsen Inkomensfiscaliteit. Il s’agit de 138 agents statutaires, de 56 agents sous contrat de travail à durée indéterminée et de 3 agents visés par la loi du 24 décembre 1999 en vue de la promotion de l’emploi et des arrêtés d’application de cette loi. Het gaat om 138 statutaire ambtenaren, 56 ambtenaren met een contract van onbepaalde duur en 3 ambtenaren bedoeld in de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid en de uitvoeringsbesluiten bij deze wet. 2. Tous ces membres du personnel sont mis entièrement à la disposition des services centraux. 2. Al deze personeelsleden staan volledig ter beschikking van de centrale diensten. 3 à 5. Il convient tout d’abord de préciser à l’honorable membre qu’il n’existe pas au sein de mon département « d’indemnité de collaboration temporaire » ni « de statut de collaborateur temporaire ». 3 tot 5. Het past het geachte lid vooreerst mee te delen dat er binnen mijn departement geen « vergoeding tijdelijke medewerking » bestaat, noch « een statuut van tijdelijk medewerker ». Conformément à l’article 12 de l’arrêté royal du 6 juillet 1997 fixant le statut pécuniaire du personnel du Service public fédéral Finances, certains agents (voir article 9 de cet arrêté) affectés aux services centraux bénéficient d’un supplément de traitement, selon les modalités fixées par cet article, pendant la période durant laquelle ils exercent leurs fonctions dans un service central. Overeenkomstig artikel 12 van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van de Federale Overheidsdienst Financiën genieten bepaalde agenten (cf. artikel 9 van dit besluit) die tewerkgesteld zijn bij de centrale diensten een weddensupplement volgens de modaliteiten bepaald in dit artikel, gedurende de periode dat ze hun taken uitoefenen binnen een centrale dienst. Les membres du personnel en collaboration temporaire au sein des services centraux ne peuvent bénéficier de cette disposition, même dans le cas où étaient attachées certaines rétributions accessoires non repré- De personeelsleden die in tijdelijke medewerking zijn bij de centrale diensten kunnen niet van deze bepaling genieten, zelfs niet in het geval dat er aan de functie die zij in de buitendiensten zouden uitoefenen CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10625 sentatives de charges réelles à l’emploi qu’ils occupaient dans les services extérieurs. bijkomstige bezoldigingen verbonden zijn die niet als dekking van werkelijke kosten bedoeld zijn. C’est ainsi que des membres du personnel qui bénéficiaient des indemnités visées par l’arrêté ministériel du 12 avril 1965 relatif à l’octroi d’une indemnité pour frais de tournée, d’une indemnité pour usage d’un vélo et d’indemnités particulières couvrant des frais de déplacement à certains agents du ministère des Finances ou à l’arrêté ministériel du 22 octobre 1998 octroyant une indemnité pour frais de séjour et de tournée à certains agents de l’administration de la Fiscalité des entreprises et des Revenus du ministère des Finances, perdent le droit à ces indemnités par le fait de leur affectation en collaboration temporaire au sein des services centraux. Vandaar dat personeelsleden die genoten van vergoedingen bedoeld in het ministerieel besluit van 12 april 1965 betreffende de toekenning van een vergoeding voor kosten wegens rondreizen, van een vergoeding voor het gebruik van een fiets en van bijzondere vergoedingen tot dekking der verplaatsingskosten aan sommige personeelsleden van het ministerie van Financiën of het ministerieel besluit van 22 oktober 1998 tot toekenning van een vergoeding voor verblijfen omreiskosten aan sommige personeelsleden van de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit van het ministerie van Financiën, deze vergoedingen verliezen door hun tijdelijke medewerking binnen de centrale diensten. Pendant cette affectation temporaire, selon les modalités prévues à l’arrêté royal du 24 décembre 1964 fixant les indemnités pour frais de séjour des membres du personnel des services publics fédéraux et dans les conditions visées par ces dispositions, ils peuvent bénéficier de ces indemnités. Ainsi, tous les membres du personnel mis à disposition des services centraux ne peuvent en bénéficier, en raison précisément des conditions établies par ces dispositions. Tijdens deze tijdelijke toewijzing kunnen ze, volgens de modaliteiten voorzien in het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten en volgens de voorwaarden bedoeld in deze bepalingen, genieten van deze vergoedingen. Aldus kunnen niet alle personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn van de centrale diensten hiervan genieten, precies omwille van de voorwaarden die voorzien zijn door deze bepalingen. Conformément aux dispositions de l’arrêté royal du 18 janvier 1965 portant réglementation générale en matière de frais de parcours, les membres du personnel en collaboration temporaire au sein des services centraux peuvent bénéficier du remboursement des frais de parcours résultant de déplacements effectués pour les besoins du service de l’État, dans le respect de ces dispositions. Overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten kunnen de personeelsleden die in tijdelijke medewerking zijn bij de centrale diensten genieten van een teruggave van de reiskosten die voortvloeien uit verplaatsingen die afgelegd werden voor dienstnoodwendigheden, in naleving van deze bepalingen. On pourrait tenter de résumer ces dispositions par les termes suivants : seul le membre du personnel appelé à travailler hors de l’agglomération des résidences effective (domicile) et administrative pourrait revendiquer l’octroi des indemnités des dispositions visées par les arrêtés royaux des 24 décembre 1964 et/ ou 18 janvier 1965. Men kan deze bepalingen als volgt samenvatten : enkel het personeelslid die opgeroepen wordt om te werken buiten de agglomeratie van de effectieve (domicilie) en administratieve standplaats kunnen aanspraak maken op de vergoedingen voorzien in de koninklijke besluiten van 24 december 1964 en/of 18 januari 1965. 6. Les indemnités visées par les arrêtés royaux des 24 décembre 1964 et 18 janvier 1965 ne sont pas imposables, puisqu’il s’agit d’indemnités liées au remboursement de frais réels exposés. 6. De vergoedingen voorzien in de koninklijke besluiten van 24 december 1964 en 18 januari 1965 zijn niet belastbaar, aangezien het gaat om vergoedingen die gelinkt zijn aan de teruggave van werkelijk gedragen kosten. 7 et 8. En tant que membre du personnel, un agent contractuel peut bénéficier des indemnités visées par les arrêtés royaux des 24 décembre 1964 et 18 janvier 1965, selon les modalités reprises dans ces dispositions et brièvement énoncées ci-avant. 7 en 8. Als personeelslid kan een contractueel medewerker genieten van de vergoedingen voorzien in de koninklijke besluiten van 24 december 1964 en 18 januari 1965, volgens de modaliteiten opgenomen in deze bepalingen en hiervoor kort opgesomd. 9. S’agissant d’une mesure prise tenant compte des besoins fonctionnels des services centraux, il est diffici- 9. Aangezien het om een maatregel gaat die genomen wordt rekening houdende met de functionele CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10626 lement concevable de déterminer avec certitude préalablement un délai fixe lors d’une collaboration temporaire. Ainsi, en règle générale, il n’existe ni de durée minimum ni de durée maximum. noodwendigheden van de centrale diensten, is het moeilijk om op voorhand met zekerheid een vastgestelde termijn te bepalen voor een tijdelijk medewerking. In het algemeen bestaat er geen minimum- of maximumduur. Dans le cadre de l’établissement et de l’application des plans de personnel (voir arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral), en tenant compte des objectifs prévus, la situation des collaborations temporaires est revue annuellement. In het kader van de oprichting en de toepassing van de personeelsplannen (koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende de oprichting en samenstelling van gemeenschappelijke organen voor iedere federale overheidsdienst), wordt de situatie van de tijdelijke medewerkingen jaarlijks herzien, rekening houdende met de voorziene objectieven. Enfin, je tiens à signaler à l’honorable membre que lors du retour en service extérieur d’un agent affecté dans les services centraux, son remplacement est pourvu par un collaborateur temporaire comptant la plus grande ancienneté dans les services centraux, ce qui lui permet de bénéficier du supplément de traitement prévu à l’article 12 de l’arrêté royal du 6 juillet 1997. Ten slotte wens ik het geachte lid erop te wijzen dat bij terugkeer naar een buitendienst van een ambtenaar die tewerkgesteld was bij de centrale diensten, in zijn vervanging voorzien wordt door een tijdelijke medewerker met de meeste anciënniteit binnen de centrale diensten, wat hem toelaat om te genieten van het weddensupplement bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 6 juli 1997. DO 2004200503141 DO 2004200503141 Question no 605 de M. Bruno Van Grootenbrulle du 18 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 605 van de heer Bruno Van Grootenbrulle van 18 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : Mesures fiscales relatives à la catastrophe de Ghislenghien. Fiscale maatregelen na de ramp in Gellingen. Au lendemain de la catastrophe de Ghislenghien, de nombreuses marques de solidarité ont vu le jour. Très rapidement, la nécessité de coordonner ces gestes de solidarité s’est faite sentir. De ramp in Gellingen leidde tot een golf van solidariteit. Al snel werd duidelijk dat de diverse initiatieven in goede banen moesten worden geleid. Dans un premier temps, la ville d’Ath a ouvert le compte « Solidarité Ghislenghien », et en date du 14 septembre 2004, le Conseil communal a décidé à l’unanimité de confier la gestion de ces fonds à une ASBL totalement distincte et indépendante, composée de personnes qui, par leur profession, ont l’habitude de traiter des situations de crise (médecin, juriste, assistant social, ingénieur sécurité, association de grands brûlés, etc.). D’autre part, d’autres associations ayant récolté de l’argent ont souhaité qu’une coordination dans la distribution de l’argent récolté soit mise en place. Zo opende de stad Aat de rekening « Solidariteit Gellingen », en besliste de gemeenteraad op 14 september 2004 eenparig dat de opbrengst door een volledig aparte en onafhankelijke VZW zou worden beheerd. Die bestaat uit personen die vanuit hun professionele achtergrond met crisissituaties vertrouwd zijn (artsen, juristen, maatschappelijk assistenten, veiligheidsingenieurs, verenigingen van brandwondenpatiënten, enzovoort). Daarnaast drongen andere verenigingen die geld hadden ingezameld erop aan dat over de besteding van de opbrengst afspraken zouden worden gemaakt. Finalement, l’ASBL « Solidarité Ghislenghien » s’est créée et ses statuts ont également été publiés aux annexes du Moniteur belge le 14 septembre 2004. De statuten van de VZW « Solidariteit Gellingen » werden op 14 september 2004 in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Afin de respecter la volonté des membres fondateurs, l’ASBL s’adresse à toutes les victimes et leurs familles, sans privilégier l’une ou l’autre catégorie socio-professionnelle, les victimes assurées ou non, et leur provenance géographique. Volgens de wens van de stichtende leden richt de VZW zich tot alle slachtoffers en hun families, zonder een bepaalde maatschappelijke of beroepscategorie te bevoordelen, en ongeacht de verzekeringsstatus of de geografische afkomst van het slachtoffer. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10627 Cette association a introduit auprès de votre département une demande d’agrément, afin que les libéralités de 30 euros et plus versées à l’ASBL « Solidarité Ghislenghien » puissent être déductibles fiscalement. 1. À part le fait d’avoir reçu un accusé de réception de vos services, aucune décision ne semble être prise à ce jour. Pouvez-vous communiquer où en est le dossier ? 2. Pouvez-vous confirmer aujourd’hui que les dons effectués en 2004 à l’ASBL « Solidarité Ghislenghien » seront déductibles fiscalement ? 3. Afin d’informer les donateurs de la déductibilité fiscale avant la fin de janvier 2005, quelles sont les mesures prises par votre département pour assurer cette communication dans les délais ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 17 février 2005, à la question no 605 de M. Bruno Van Grootenbrulle du 18 janvier 2005 (Fr.) : La requête en agrément de l’ASBL Solidarité Ghislenghien, qui m’est parvenue le 3 novembre 2003, se trouve actuellement auprès des services centraux de l’administration de la Fiscalité des entreprises et des Revenus. Ces services assurent la coordination de l’instruction du dossier. Après un examen préliminaire, ils ont transmis une copie de la requête au contrôle des contributions d’Ath, pour vérification des conditions fiscales, et à ma collègue de la Région wallonne, Mme Christiane Vienne, compétente pour l’aide aux personnes, qui doit se prononcer sur les aspects du dossier qui relèvent de ses attributions, comme le prévoit l’article 104, 3o, e), du CIR 1992. Un traitement en urgence a été demandé. En ce qui concerne la déductibilité des libéralités effectuées, il est clair que celle-ci ne pourra être annoncée qu’à partir du moment où l’agrément aura été notifié à l’association. Je signale d’ailleurs que j’ai également répondu par lettre du 6 janvier 2005 à votre demande identique, qui m’avait également été adressée par courrier dans le courant de décembre 2004. De VZW heeft bij uw departement een erkenningsaanvraag ingediend om giften van 30 euro en meer fiscaal aftrekbaar te maken. 1. Tot op heden deden uw diensten niet veel meer dan een ontvangstbewijs uitreiken. Daarnaast lijkt nog geen enkele beslissing te zijn genomen. Kan u meedelen hoever het dossier staat ? 2. Kan u bevestigen dat de giften die in 2004 aan de VZW « Solidariteit Gellingen » werden overgemaakt, fiscaal aftrekbaar zullen zijn ? 3. Welke maatregelen heeft uw departement getroffen om de schenkers vóór eind januari 2005 over de fiscale aftrekbaarheid te informeren ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën van 17 februari 2005, op de vraag nr. 605 van de heer Bruno Van Grootenbrulle van 18 januari 2005 (Fr.) : De aanvraag van de VZW Solidarité Ghislenghien, die ik op 3 november 2004 heb ontvangen, zit momenteel bij de centrale diensten van de administratie van Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit. Deze diensten staan in voor het coördineren van het onderzoek. Na een preliminair onderzoek, hebben ze een afschrift van de aanvraag toegestuurd naar de controle der belastingen van Aat, voor verificatie van de fiscale voorwaarden, en naar mijn collega van het Waals Gewest, mevrouw Christiane Vienne bevoegd voor de mensenhulp, die zich moet uitspreken over de aspecten van het dossier waarvoor zij bevoegd is, zoals bepaald in artikel 104, 3o, e), WIB 1992. Een dringende behandeling werd gevraagd. Wat de aftrekbaarheid van de gedane giften betreft, blijkt duidelijk dat deze pas vanaf de betekening van de erkenning aan de vereniging zal kunnen worden meegedeeld. Ik deel overigens mee dat ik eveneens geantwoord heb per brief op 6 januari 2005 op uw zelfde vraag, die mij per brief werd opgestuurd in de loop van december 2004. DO 2004200503168 DO 2004200503168 Question no 609 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : SPF. — Plan stratégique. Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition Vraag nr. 609 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : FOD’s. — Strategisch plan. Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10628 des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique. samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen. Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 16 février 2005, à la question no 609 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën van 16 februari 2005, op de vraag nr. 609 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : J’ai l’honneur de me référer à la réponse qui sera donnée par le premier ministre (question no 70 du 20 janvier 2005) et le ministre de la Fonction publique (question no 105 du 20 janvier 2005). Ik heb de eer naar het antwoord te verwijzen dat de eerste minister (vraag nr. 70 van 20 januari 2005) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 105 van 20 januari 2005) zullen geven. DO 2004200503169 DO 2004200503169 Question no 610 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 610 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité. L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le contrôle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit. Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst. Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ? Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 16 février 2005, à la question no 610 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën van 16 februari 2005, op de vraag nr. 610 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : J’ai l’honneur de me référer à la réponse qui sera donnée par le vice-premier ministre et ministre du Budget (question no 42 du 20 janvier 2005) et le ministre de la Fonction publique (question no 106 du 20 janvier 2005). Ik heb de eer naar het antwoord te verwijzen dat de vice-eerste minister en minister van Begroting (vraag nr. 42 van 20 januari 2005) en minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 106 van 20 januari 2005) zullen geven. DO 2004200503230 DO 2004200503230 Question no 626 de M. Luk Van Biesen du 27 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 626 van de heer Luk Van Biesen van 27 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : Répartition des versements anticipés entre époux et cohabitants légaux. Verdeling van de voorafbetalingen tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden. Suite à la réforme de l’impôt des personnes physiques, et notamment au décumul total des revenus à Ingevolge de hervorming van de personenbelasting, en meer specifiek de volledige decumulatie van de CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10629 partir de l’exercice d’imposition 2005, les époux/ cohabitants légaux sont tous deux supposés effectuer des versements anticipés séparément pour éviter une majoration pour absence ou insuffisance de versements anticipés et/ou pour bénéficier d’une bonification. inkomsten vanaf aanslagjaar 2005, wordt van de echtgenoten/wettelijk samenwonenden verwacht dat beiden afzonderlijk voorafbetalen indien men de verhoging wegens onvoldoende of ontijdige voorafbetaling wil vermijden en/of een bonificatie wil genieten. Mais si l’on opte pour le mini-statut du conjoint aidant, il suffit qu’un seul des deux époux effectue des versements anticipés pour l’ensemble du ménage. En revanche, si plusieurs revenus existent ou si l’on opte pour le maxi-statut, chaque conjoint est tenu d’effectuer des anticipés. Ceux-ci permettent alors d’éviter une majoration, d’obtenir une bonification ou de consentir un crédit sans intérêt. Bij optie voor het mini-statuut van de meewerkende echtgenoot/ote is evenwel één voorafbetaling voor en door het gezin voldoende. Bij het bestaan van meerdere inkomsten of bij een optie voor het maxi-statuut, moeten de voorafbetalingen daarentegen geschieden per echtgenoot. Deze voorafbetalingen geven dan aanleiding tot het annuleren van een verhoging, het verschaffen van een bonificatie of het verlenen van een renteloos credit. Un tel régime accroı̂t toujours la pression fiscale, tantôt pour absence ou insuffisance de versements anticipés, tantôt pour excédents d’anticipés, et n’encourage pas le contribuable à opter pour le maxistatut, alors que l’objectif du gouvernement est pourtant d’inciter un maximum de conjoints aidants à opter pour ce statut. Dit stelsel is steeds belastingverhogend, indien ofwel te weinig of op foutieve momenten werd voorafbetaald, ofwel indien te veel werd voorafbetaald en ontmoetigt ook de keuze voor het maxi-statuut, terwijl het nochtans de bedoeling van de regering is om zoveel mogelijk meewerkende echtgenoten aan te zetten te opteren voor dit statuut. Ne pensez-vous pas qu’il serait souhaitable, lors du calcul de l’impôt des personnes physiques, d’optimiser, au profit du ménage, la répartition entre les deux époux des versements anticipés sur l’avertissement-extrait de rôle, afin que globalement, la majoration soit minimale ou la bonification maximale ? Bent u niet van mening dat het wenselijk zou zijn om bij de berekening van de personenbelasting, de verdeling van de voorafbetalingen op het aanslagbiljet over beide echtgenoten te optimaliseren ten bate van het gezin, zodat in globo ofwel de verhoging minimaal ofwel de bonificatie maximaal is ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 14 février 2005, à la question no 626 de M. Luk Van Biesen du 27 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën van 14 februari 2005, op de vraag nr. 626 van de heer Luk Van Biesen van 27 januari 2005 (N.) : Le Code des impôts sur les revenus 1992 prévoit en effet des cas de transferts entre conjoints ou cohabitants légaux pour lesquels une imposition commune est établie, par exemple lorsque le revenu imposable d’un des contribuables est inférieur à sa quotité du revenu exemptée d’impôt (article 134, § 1er, alinéa 2, CIR 1992) ou en matière de pertes professionnelles, lorsque les revenus d’un des contribuables sont insuffisants pour apurer ses pertes déductibles (cf. article 129, alinéa 1er, CIR 1992). Het Wetboek van de inkomstenbelastingen voorziet inderdaad gevallen van overhevelingen tussen echtgenoten of wettelijk samenwonenden waarvoor een gemeenschappelijke aanslag is gevestigd, bijvoorbeeld wanneer het belastbare inkomen van één van beide belastingplichtigen lager is dan zijn belastingvrije som (artikel 134, § 1, tweede lid, WIB 1992), of in zake van beroepsverliezen, wanneer de inkomsten van één van beide belastingplichtigen onvoldoende zijn om de aftrekbare verliezen erop aan te zuiveren (cf. artikel 129, eerste lid, WIB 1992). En ce qui concerne les versements anticipés, le principe suivant lequel, à partir de l’exercice d’imposition 2005, les majorations et bonifications seront calculées dans le chef de chaque conjoint ou cohabitant légal sur la base de ses propres revenus et des versements anticipés qu’il aura effectués en son nom propre, résulte clairement de la loi. Wat de voorafbetalingen betreft, is het principe waarbij de vermeerderingen en de bonificaties vanaf aanslagjaar 2005 zullen worden berekend bij elke echtgenoot of wettelijk samenwonende op grond van de eigen inkomsten en de eigen voorafbetalingen een duidelijk uitvloeisel van de wet. La seule exception légale à ce principe concerne les conjoints aidants visés à l’article 86 du Code des impôts sur les revenus 1992 pour lesquels l’excédent De enige wettelijke uitzondering op dit beginsel betreft de meewerkende echtgenoten waarvan sprake in artikel 86 van het Wetboek van de inkomstenbelas- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1343 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10630 des versements anticipés du conjoint aidé profite automatiquement au conjoint aidant. tingen 1992, bij wie het overschot van de voorafbetalingen van de geholpen echtgenoot automatisch naar de meewerkende echtgenoot vloeit. Cette problématique a déjà été évoquée à plusieurs reprises. Il peut dès lors également être renvoyé à la réponse à la question orale no 3903 posée par M. Hagen Goyvaerts à la commission des Finances et du Budget du 19 octobre 2004 (Compte rendu intégral, Chambre, 2004-2005, COM 358, p. 17). Die problematiek werd reeds verscheidene malen aangeroerd. Er kan dan ook worden verwezen naar het antwoord op de mondelinge vraag nr. 3903 gesteld door de heer Hagen Goyvaerts in de commissie voor de Financiën en de Begroting van 19 oktober 2004 (Integraal Verslag, Kamer, 2004-2005, COM 358, blz. 17). DO 2004200503231 DO 2004200503231 Question no 627 de M. Servais Verherstraeten du 27 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 627 van de heer Servais Verherstraeten van 27 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : SPF. — Fonctions de management N-2 et N-3. FOD. — Managementfuncties N-2 en N-3. Dans le cadre de la réforme de la fonction publique, le ministre de la Fonction publique remet ouvertement en question la fonction de management N-2 dans sa note de politique pour 2005. Il en résulte que la définition du contenu concret de ces fonctions est renvoyée aux calendes grecques. In het kader van de hervormingen in het openbaar ambt stelt de minister van Ambtenarenzaken in zijn beleidsnota voor 2005 de managementfunctie N-2 openlijk in vraag. Concreet betekent dit dat de invulling van deze functies op de lange baan wordt geschoven. Le service public fédéral (SPF) Finances a en la matière sa propre conception des choses pour l’ensemble des services de la fonction publique. Des questions se posent toutefois également dans ce cadre. De Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën heeft op het geheel van de diensten van het openbaar ambt steeds een afwijkende invulling. Toch rijzen ook hier bijzondere vragen. 1. Il me revient que les fonctions de management N-2 seraient conservées au SPF Finances. Est-ce exact ? 1. Naar verluidt zouden de managementfuncties N-2 bij de FOD Financiën alsnog behouden blijven. Klopt dit ? 2. A-t-on déjà donné un contenu concret à ces fonctions de management ? 2. Hoever is men reeds gevorderd met de invulling van deze managementfuncties ? 3. Des fonctions de management N-3 ont également été prévues au SPF Finances. 3. Bij de FOD Financiën werd ook in managementfuncties N-3 voorzien. a) Seront-elles conservées ? a) Zullen deze behouden blijven ? b) Dans la négative, les fonctions de « directeur régional » figureront-elles à nouveau dans l’organigramme du SPF Finances ? b) Indien niet, zullen de functies van « Gewestelijk Directeur » dan opnieuw in het organogram van de FOD Financiën worden opgenomen ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 14 février 2005, à la question no 627 de M. Servais Verherstraeten du 27 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën van 14 februari 2005, op de vraag nr. 627 van de heer Servais Verherstraeten van 27 januari 2005 (N.) : Je vous informe que toutes les fonctions de management N-2 seront effectivement attribuées au Service public fédéral Finances. Ik deel u mee dat alle managementfuncties N-2 bij de Federale Overheidsdienst Financiën daadwerkelijk zullen ingevuld worden. Preuve en est que dans le Moniteur belge du 14 décembre 2004, Selor a annoncé les procédures de sélection pour les onze fonctions de management N-2 qui ne sont pas encore dotées d’un titulaire. Het beste bewijs daarvoor is dat Selor in het Belgisch Staatsblad van 14 december 2004 de selectieprocedures heeft aangekondigd voor de invulling van de elf managementfuncties N-2 die nog geen titularis hebben. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10631 Les premières épreuves de sélection ont débuté cette semaine de sorte que j’espère que les désignations des nouveaux administrateurs pourront encore se faire dans le courant de ce semestre. De eerste selectieproeven werden deze week opgestart zodat ik mag hopen dat de aanduiding van de nieuwe administrateurs nog kan gebeuren in de loop van dit semester. Pour ce qui concerne les fonctions de management N-3, je tiens tout d’abord à rappeler que le ministre de la Fonction publique s’est, en son temps, opposé à la nomination de nouveaux directeurs régionaux et présidents de comité d’acquisition. Wat de managementfuncties N-3 betreft, wens ik eraan te herinneren dat de minister van Ambtenarenzaken zich indertijd heeft verzet tegen de benoeming van nieuwe gewestelijke directeurs en voorzitters van het aankoopcomité. Compte tenu du délai écoulé depuis cette décision, je constate que bon nombre d’emplois de ces grades ne sont actuellement pas pourvus d’un titulaire. Wegens de tijd die sedert die beslissing is verstreken, moet ik vaststellen dat een groot aantal betrekkingen van die graden op dit ogenblik geen titularis meer hebben. Il me paraı̂t préjudiciable, non seulement pour le bon fonctionnement des services mais également pour la motivation des agents, de maintenir encore longtemps une telle situation. Het is nadelig deze toestand nog langer in stand te houden, niet alleen voor de goede werking van de diensten maar ook voor de motivatie van de personeelsleden. Il me semble donc souhaitable, lors de l’élaboration des carrières de niveau A, d’envisager des solutions alternatives qui pourraient permettre de désigner rapidement des titulaires à ces fonctions. Bijgevolg lijkt het mij aangewezen bij de uitwerking van de loopbanen in niveau A, alternatieve oplossingen te overwegen die moeten toelaten snel titularissen aan te duiden in deze functies. DO 2004200503232 DO 2004200503232 Question no 628 de M. Karel Pinxten du 27 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 628 van de heer Karel Pinxten van 27 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : Requalification des intérêts en dividendes. — Compte courant d’administrateur. — Notion de prêt d’argent. Herkwalificatie van interest in dividend. — Rekeningcourant bestuurder. — Begrip « geldlening ». L’arrêté royal du 20 décembre 1996 portant des mesures fiscales diverses en application des articles 2, § 1er, et 3, § 1er, 2o et 3o, de la loi du 26 juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la participation de la Belgique à l’Union économique et monétaire européenne, a apporté une série de modifications concernant la requalification des intérêts sur avances (également mentionnées dans l’article 18, 4o, du CIR 1992). Het koninklijk besluit van 20 december 1996 houdende diverse fiscale maatregelen, met toepassing van de artikelen 2, § 1, en 3, § 1, 2o en 3o, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, heeft een aantal wijzigingen aangebracht inzake de herkwalificatie van interesten van voorschotten in dividenden (thans opgenomen in artikel 18, 4o, WIB 1992). L’article 3 de l’arrêté royal susmentionné du 20 décembre 1996 a notamment instauré une nouvelle définition de la notion « d’avance » en remplaçant à l’article 18, alinéa 2, du CIR 1992 le terme « créance » par la notion de « prêt d’argent ». Il est précisé dans le rapport au Roi relatif à l’arrêté royal susmentionné du 20 décembre 1996 que le terme « créance » est remplacé par la notion de « prêt », laquelle fait référence à un contrat. Pour que la requalification soit applicable, le prêt doit porter sur de l’argent. Artikel 3 van voormeld koninklijk besluit van 20 december 1996 voerde onder meer een nieuwe definitie in van het begrip « voorschot » door in artikel 18, tweede lid, WIB 1992 het woord « vordering » te vervangen door het begrip « geldlening ». In het verslag aan de Koning tot voormeld koninklijk besluit van 20 december 1996 wordt bepaald dat het woord « vordering » wordt vervangen door het begrip « lening », wat verwijst naar een contract. Opdat de herkwalificatie van toepassing zou zijn, moet de lening betrekking hebben op geld. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10632 Étant donné que le droit fiscal ne connaı̂t pas de définition du prêt d’argent qui soit différente de celle du droit commun, les principes du droit civil s’appliquent donc. Vermits het fiscaal recht geen van het gemeen recht afwijkende definitie van een geldlening kent, zijn de beginselen uit het burgerlijk recht van toepassing. Le prêt d’argent est une forme particulière de prêt de consommation (article 1895 du Code civil). Un prêt ne constitue pas un véritable contrat, lequel se réalise seulement lors de la fourniture du bien (en cas de prêt d’argent, la somme en question). De geldlening is een bijzondere vorm van verbruiklening (artikel 1895 van het Burgerlijk Wetboek). Een lening is geen reëel contract, wat betekent dat het pas tot stand komt door levering van de zaak (in geval van geldlening, de betrokken som). Dans la pratique, l’interprétation de la notion de « prêt d’argent » donne lieu à de nombreuses discussions avec l’administration des contributions directes, ce qui entraı̂ne quantité de réclamations et d’actions en justice. In de praktijk zijn er vaak discussies met de administratie der Directe Belastingen over de interpretatie van het begrip « geldlening », met talrijke bezwaarschriften en rechtszaken tot gevolg. Ainsi, l’administration a qualifié de prêt d’argent la dette enregistrée par une société sur le compte courant de son actionnaire à l’occasion de la vente d’actions. Zo kwalificeerde de administratie als geldlening de schuld die de vennootschap naar aanleiding van de verkoop van de aandelen op de rekening-courant van haar aandeelhouder had geboekt. 1. On peut difficilement assimiler à l’octroi d’un prêt d’argent le report de paiement dans le cadre de la cession d’actifs par des personnes visées à l’article 18, 4o, du CIR 1992, que ce soit par enregistrement en tant que dette ou au compte courant. 1. Het verlenen van uitstel van betaling bij de overdracht van activa door personen beoogd in artikel 18, 4o, WIB 1992, weze het door boeking als schuld dan wel in rekening-courant, kan bezwaarlijk als het toekennen van een geldlening worden beschouwd. Pouvez-vous confirmer que, dans ce cas, le compte courant actionnaire n’est pas le résultat d’un prêt d’argent, de sorte qu’une indemnité, entièrement considérée comme un intérêt, puisse être payée sur l’ensemble du compte courant ? Kan u bevestigen dat in dit geval de rekeningcourant aandeelhouder niet is tot stand gekomen door het verstrekken van een geldlening, zodat op de totaliteit van de rekening-courant een vergoeding kan betaald worden die volledig als interest wordt beschouwd ? 2. L’interprétation susmentionnée confirme que l’administration continue d’appliquer l’ancienne notion de « créance », dans le cadre de laquelle la qualification de l’avance est sans importance. Ceci n’est-il pas inadmissible à vos yeux, compte tenu du remplacement de la notion de « créance » par celle de « prêt d’argent » à l’article 18, alinéa 2, du CIR 1992 ? Il est clair que l’article 18, alinéa 2, du CIR 1992 ne vise plus la vaste catégorie des créances productives d’intérêts, mais uniquement les prêts d’argent dont le contenu et la dénomination sont explicitement définis dans le Code civil. 2. Voormelde interpretatie van de administratie wijst erop dat zij nog steeds het oude begrip « vordering » blijft toepassen, waarbij de kwalificatie van het voorschot geen belang heeft. Acht u het niet ontoelaatbaar, gezien de vervanging van het begrip « vordering » door het begrip « geldlening » in artikel 18, tweede lid van het WIB 1992 ? Het is duidelijk dat artikel 18, tweede lid WIB 1992 niet langer de ruimere categorie van rentegevende vorderingen beoogt, maar enkel de geldleningen waarvan de inhoud en benaming uitdrukkelijk in het Burgerlijk Wetboek werden vastgelegd. 3. M. Jamar, secrétaire d’État, a annoncé en 2003 que l’administration préparait une circulaire comportant des directives tendant à résoudre les problèmes d’interprétation relatifs à la notion de « prêt d’argent ». De même, il a annoncé son intention de tout mettre en œuvre pour accélérer l’étude menée sur le sujet. 3. In 2003 heeft staatssecretaris Jamar aangekondigd dat de administratie een circulaire voorbereidt met richtlijnen om de interpretatieproblemen inzake het begrip « geldlening » op te lossen. Hij zou alles in het werk stellen om de studie daaromtrent te bespoedigen. Qu’en est-il de ces directives ? Hoever staat het ondertussen met deze richtlijnen ? 4. D’éventuelles initiatives législatives sont-elles envisagées en ce qui concerne la définition de la notion « d’avances » à l’article 18, alinéa 2, du CIR 1992 ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 4. Worden eventuele wetgevende initiatieven overwogen inzake de definitie van het begrip « voorschotten » in artikel 18, tweede lid, WIB 1992 ? 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10633 Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 12 février 2005, à la question no 628 de M. Karel Pinxten du 27 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën van 12 februari 2005, op de vraag nr. 628 van de heer Karel Pinxten van 27 januari 2005 (N.) : La question posée par l’honorable membre concerne l’application de l’article 18, deuxième alinéa, du Code des impôts sur les revenus 1992 (CIR 1992) portant sur la requalification des intérêts en dividendes et plus particulièrement la portée de cette disposition depuis l’entrée en vigueur de l’arrêté royal du 20 décembre 1996 qui a remplacé la notion de « créance » par « prêt d’argent ». De vraag van het geachte lid heeft betrekking op de toepassing van artikel 18, tweede lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) betreffende de herkwalificatie van interesten in dividenden en meer bepaald de draagwijdte van deze bepaling sinds de invoering van het koninklijk besluit van 20 december 1996 die het begrip « vordering » heeft vervangen door « geldlening ». Le jugement du 25 juin 2003 du tribunal de première instance d’Anvers que vous invoquez et qui a fait l’objet d’un recours, confirme qu’il importe pour décider s’il s’agit ou non d’un prêt d’argent, de voir quelles sont les particularités propres à chaque cas afin de pouvoir découvrir la nature exacte de(s) accord(s) conclu(s) entre les parties. Het door u aangehaalde vonnis van 25 juni 2003 van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen waartegen inderdaad beroep is ingesteld, bevestigt dat het, om uit te maken of er al dan niet sprake is van een geldlening, belangrijk is te onderzoeken wat de bijzonderheden zijn die eigen zijn aan elk geval teneinde de juiste aard van de tussen de partijen gesloten overeenkomst(en) te kunnen achterhalen. La question de savoir si les intérêts peuvent être requalifiés ou non en dividendes est tributaire des circonstances factuelles et juridiques, vu la nature de l’accord en question, et doit dont être étudiée cas par cas. De vraag of interesten al dan niet voor herkwalificatie in dividenden in aanmerking komen hangt, gelet op de aard van de bedoelde overeenkomst, af van de feitelijke en juridische omstandigheden en moet derhalve geval per geval worden beoordeeld. Dans le cas que vous mentionnez, je ne peux aucunement confirmer, en raison de l’absence de circonstances factuelles, que les dispositions de l’article 18, premier alinéa, 4o, et deuxième alinéa, du CIR 1992, ne s’appliqueront pas aux intérêts relatifs à un compte courant ouvert au nom d’un actionnaire et qui constituent l’indemnité pour le délai de paiement convenu, obtenue par la société débitrice des intérêts lors de l’acquisition d’un élément d’actif. In het door u geciteerde geval kan ik, wegens het ontbreken van de feitelijke omstandigheden, geenszins bevestigen dat de bepalingen van artikel 18, eerste lid, 4o, en tweede lid, WIB 1992, niet van toepassing zullen zijn op de interesten die betrekking hebben op een rekening-courant op naam van een aandeelhouder en die de vergoeding vormen voor de overeengekomen betalingstermijn die door de vennootschapschuldenares van de interesten wordt verkregen bij de verwerving van een actiefbestanddeel. Je peux néanmoins vous communiquer que la circulaire relative à la modification de l’article 18, alinéa 2, du CIR 1992, intervenue depuis le 1er janvier 1997, a été publiée. Cette circulaire peut être consultée dans la banque de données fiscales de mon département à l’adresse internet www.fisconet.fgov.be, rubrique « Impôts directs », « Circulaires », Impôt des personnes physiques/Impôt des sociétés, circulaire Ci.RH.231/ 543.949 (AFER 2/2005) du 11 janvier 2005. Wel kan ik u meedelen dat ondertussen de circulaire met betrekking tot de sedert 1 januari 1997 ingetreden wijziging van artikel 18, tweede lid, WIB 1992, werd gepubliceerd. Deze circulaire kan worden geraadpleegd in de fiscale databank van mijn departement op de website www.fisconet.fgov.be in de rubriek, Directe belastingen, Circulaires, Personenbelasting/ Vennootschapsbelasting, circulaire Ci.RH.231/ 543.949 (AOIF 2/2005) van 11 januari 2005. DO 2004200503291 DO 2004200503291 Question no 637 de M. Stef Goris du 3 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vraag nr. 637 van de heer Stef Goris van 3 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën : Déductibilité des taxes environnementales régionales. Aftrekbaarheid van de gewestelijke milieuheffingen. La loi du 24 décembre 2002 modifiant le régime des sociétés en matière d’impôts sur les revenus et insti- De wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10634 tuant un système de décision anticipée en matière fiscale a mis fin à la déductibilité des impôts régionaux tels que les taxes environnementales régionales. Les exploitants des décharges sont soumis à la redevance écologique prévue par le décret du 2 juillet 1981 relatif à la prévention et à la gestion des déchets. Ces exploitants refacturent la redevance écologique aux entreprises dont les déchets ont été mis en décharge. Cette modification appelle la question suivante : quel contribuable, de l’exploitant de la décharge ou de l’entreprise dont les déchets ont été mis en décharge, doit appliquer la limitation de la déduction ? Il apparaı̂t que la limitation de la déduction ne doit être appliquée qu’au contribuable qui effectue la dépense et la déclare dans ses frais professionnels (l’exploitant de la décharge) et non à celui (l’entreprise dont les déchets ont été mis en décharge) qui a bénéficié de la livraison de marchandises ou de la prestation de services (et pour qui les frais refacturés sont compris dans le prix), même si ces frais sont mentionnés distinctement sur la facture. Il ne peut être dérogé à cette règle que pour les frais de restaurant. En outre, il peut être considéré que la taxe refacturée perd le caractère d’un « impôt » pour le client de la décharge. En effet, un impôt ne peut être dû qu’à un pouvoir public, jamais à un cocontractant. Pouvez-vous confirmer que seuls les exploitants des décharges doivent appliquer la limitation de la déduction visée à l’article 198, 5o, du CIR 1992, et que l’entreprise dont les déchets ont été mis en décharge peut déclarer comme frais professionnels l’intégralité des frais qui lui ont été refacturés ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 17 février 2005, à la question no 637 de M. Stef Goris du 3 février 2005 (N.) : Je peux informer l’honorable membre que dans la situation qu’il vise, il convient, conformément aux dispositions expresses de l’article 47 du décret de la Communauté flamande du 2 juillet 1981 relatif à la prévention et à la gestion des déchets, de considérer les exploitants des décharges comme les redevables effectifs de la taxe régionale visée par le décret susmentionné. Il s’ensuit, d’une part, que conformément aux dispositions de l’article 198, alinéa 1er, 5o, du Code des impôts sur les revenus 1992, la taxe régionale en question ne constitue pas des frais professionnels déductibles dans le chef des exploitants des décharges, et, d’autre part, que les sociétés, dont les déchets sont déversés, peuvent en principe reprendre parmi leurs frais professionnels déductibles fiscalement l’intégralité de ce frais qui leur est imputé. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken, maakte een einde aan de aftrekbaarheid van de gewestelijke belastingen zoals gewestelijke milieuheffingen. De uitbaters van de stortplaatsen zijn aan de milieuheffing, zoals bepaald in het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, onderworpen. Deze uitbaters rekenen de milieuheffing door aan de bedrijven, waarvan afval op de stortplaats wordt gestort. De vraag rijst nu welke belastingplichtige de aftrekbeperking moet toepassen : de uitbater van de stortplaats of het bedrijf, waarvan afval wordt gestort. Het blijkt dat de aftrekbeperking enkel moet worden toegepast op de belastingplichtige, die de uitgaven doet en ze in zijn beroepskosten opneemt (in casu de stortplaats) en niet bij diegene (in casu het bedrijf, waarvan afval wordt gestort) ten behoeve van wie de goederen of diensten worden geleverd (en voor wie de aangerekende kosten deel uitmaken van de prijs ervan), zelfs niet indien die kosten afzonderlijk op de factuur zijn vermeld. Enkel inzake restaurantkosten mag van die regel worden afgeweken. Daarenboven kan worden gesteld dat de doorgerekende heffing in hoofde van de klant van de stortplaats niet meer het karakter heeft van een « belasting ». Een belasting kan immers enkel aan de overheid verschuldigd zijn en niet aan een medecontractant. Kan u bevestigen dat enkel de uitbaters van de stortplaatsen de aftrekbeperking zoals bepaald in artikel 198, 5o, WIB 1992, moeten toepassen en dat het bedrijf, waarvan afval wordt gestort, de doorgerekende kosten helemaal als beroepskosten in aanmerking kan nemen ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën van 17 februari 2005, op de vraag nr. 637 van de heer Stef Goris van 3 februari 2005 (N.) : Ik kan het geachte lid meedelen dat in het door hem bedoelde geval moet worden besloten dat overeenkomstig de uitdrukkelijke bepalingen van artikel 47 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen inzonderheid de uitbaters van de stortplaatsen moeten worden beschouwd als de eigenlijke belastingschuldigen van de in het voormelde decreet bedoelde gewestelijke belasting. Hieruit volgt, enerzijds, dat de bedoelde gewestelijke belasting overeenkomstig de bepalingen van artikel 198, eerste lid, 5o, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ten name van de uitbaters van de stortplaatsen geen aftrekbare beroepskosten is en, anderzijds, dat de bedrijven, wiens afval wordt gestort, in beginsel die doorgerekende kosten fiscaal volledig als beroepskosten in aftrek kunnen nemen. 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10635 Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Budget Begroting DO 2004200503221 DO 2004200503221 Question no 44 de M. Hagen Goyvaerts du 26 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 44 van de heer Hagen Goyvaerts van 26 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : Transfert de remboursements d’intérêts. Overheveling van renteaflossingen. Il me revient que le gouvernement a approuvé lors du dernier Conseil des ministres une mesure tendant à transférer un montant important du remboursement d’intérêts de 2004 à 2005. Cette décision serait en rapport avec la procédure en cours à l’encontre de Swissair. Naar verluidt heeft de regering op haar jongste Ministerraad een maatregel goedgekeurd waarbij een aanzienlijk bedrag van de renteaflossing werd overgeheveld van 2004 naar 2005. De beslissing zou gerelateerd zijn aan de procedure die loopt ten aanzien van Swissair. 1. Le ministre peut-il confirmer ces informations ? 1. Kunt u deze informatie bevestigen ? 2. Dans l’affirmative, quelle est la raison précise de ce transfert ? 2. Zo ja, wat is de juiste reden van de overheveling van 2004 naar 2005 ? 3. Sur la base de quelle règle de technique budgétaire ce transfert a-t-il été effectué ? 3. Op basis van welke begrotingstechnische regel werd die overheveling uitgevoerd ? 4. Quel a été l’impact sur le budget 2004 ? 4. Wat zijn de budgettaire gevolgen geweest voor de begroting 2004 ? 5. Pouvez-vous confirmer qu’il y a un rapport avec la procédure à l’encontre de Swissair ? 6. Quel montant a été transféré ? 5. Kunt u bevestigen dat dit iets te maken heeft met de procedure ten aanzien van Swissair ? 6. Over welk bedrag gaat het ? Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 18 février 2005, à la question no 44 de M. Hagen Goyvaerts du 26 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari 2005, op de vraag nr. 44 van de heer Hagen Goyvaerts van 26 januari 2005 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Au troisième feuilleton, un montant de 56 311 000 euros a été compensé à l’AB 51.45.4.0.5123 « charges d’amortissement d’emprunts contractés par la Société fédérale d’investissement (SFI) ». In het derde aanpassingsblad werd 56 311 000 uro gecompenseerd op de BA 51.45.4.0.5123 « aflossingslasten van de leningen aangegaan door de Federale Investeringsmaatschappij (FIM) » À cette AB, des crédits ont été prévus pour un éventuel remboursement anticipé d’un emprunt de 4 milliards de francs belges (99,16 millions d’euros) que la SFI avait contracté en 1995 dans le cadre de sa participation au financement de l’opération Sabena/ Swissair. Op deze BA waren kredieten ingeschreven voor de eventuele vervroegde terugbetaling van een lening van 4 miljard Belgische frank (99,16 miljoen euro) die de FIM in 1995 heeft afgesloten in het kader van haar deelname in de financiering van de operatie Sabena/ Swissair. Actuellement, l’emprunt précité fait l’objet d’un différend concernant une réclamation de la SFI et de De betrokken lening maakt ondertussen het voorwerp uit van een geschil omtrent een vordering tot CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10636 l’État belge contre le groupe Swissair et Swissair Lines, dans le chef du non-respect de ces dernières de leurs engagements vis-à-vis de Sabena. Selon la SFI, appuyé par l’État, cette créance est sans objet suite aux fautes commisses par la Swissair. schadevergoeding ingespannen door de FIM samen met de Belgische Staat via haar participatiemaatschappij tegen de Swissair Group en Swissair Lines wegens het niet nakomen door deze laatsten van hun contractuele verbintenissen jegens Sabena. Volgens de FIM hierin gesteund door de Staat, is deze schuldvordering uitgedoofd omwille van de fouten begaan door Swissair. En fait, SIF3, une filiale de l’ancien groupe Swissair, exige le remboursement de l’emprunt, en référant à une clause qui prévoit l’exigibilité anticipée en cas de faillite de la Sabena. Bien que l’exigibilité de l’emprunt ait toujours été contestée, la Trésorerie avait prévu le montant nécessaire au budget 2004, à titre de prudence. Le tribunal de Commerce de Bruxelles, dans un arrêt du 20 novembre 2003, a rejeté la contre-action en justice exigeant le remboursement anticipé. Toutefois, il a été fait appel contre ledit arrêt. In de terugvordering heeft SIF3, een dochter van de vroegere Swissair Group de terugbetaling geëist, onder verwijzing naar een clausule die in de vervroegde opeisbaarheid voorzag in geval van faillissement van Sabena. Hoewel de opeisbaarheid van de lening steeds is betwist, had de Thesaurie voorzichtigheidshalve de nodige bedragen in de begroting 2004 ingeschreven. De tegenvordering tot vervroegde opeisbaarheid van deze lening is afgewezen door de rechtbank van koophandel van Brussel in een vonnis van 20 november 2003, waartegen beroep is ingesteld. En appel, l’affaire est toujours en instance, de sorte qu’il ne fallait pas exclure que le payement devrait s’effectuer en 2004. Daar deze zaak in beroep nog steeds hangende is was het uitgesloten dat de betaling nog in 2004 moest gebeuren. Dès lors, le crédit visé a été déduit de 56,3 millions d’euros, puisqu’il fallait un tel montant à un autre poste. Bijgevolg werd dit krediet verminderd met 56,3 miljoen euro omdat we er elders 56,3 miljoen euro moesten bijhebben. Au budget 2005, ce crédit est a nouveau prévu (99 158 000 euros) bien qu’il ne faille pas prévoir de payement en 2005. In de begroting 2005 is dit krediet (99 158 000 euro) opnieuw ingeschreven, hoewel men er mag van uitgaan dat de kans niet groot is dat we in 2005 zullen moeten betalen. Toutefois, pour des raisons de prudence, il a été décidé de prévoir ces crédits, de sorte que nous disposons d’une marge de 99 158 000 euros. Uit voorzichtigheid werd evenwel besloten deze kredieten in te schrijven. Zo beschikken wij in 2005 over een buffer van 99 158 000 euro. Entreprises publiques Overheidsbedrijven DO 2003200421729 DO 2003200421729 Question no 239 de Mme Maggie De Block du 25 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 239 van mevrouw Maggie De Block van 25 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : La Poste. — Envois perdus. — Associations. — Possibilités de recours. De Post. — Verloren zendingen. — Verenigingen. — Verhaalmogelijkheden. Une association ayant le statut d’ASBL a envoyé par la poste des publications (sous enveloppes format A4, affranchies en non-prior et sans numéro PP), dont près de dix pour-cent ne sont jamais arrivées chez leur destinataire. Il semble que la majorité de ces malchanceux habitent la même province ou à proximité. Certains ont porté plainte auprès du bureau de poste local, qui a répondu qu’il était impossible de tracer Uit casuı̈stiek is gebleken dat een vereniging met het statuut van VZW een postverzending heeft gedaan van een publicatie (in enveloppes van A4-formaat, nietprior gefrankeerd en zonder PB-nummer), waarvan een kleine tien procent van de verstuurde exemplaren nooit is toegekomen bij de geadresseerden. Het merendeel van de pechvogels bleek te wonen in dezelfde provincie of in de nabijheid daarvan. Een aantal onder CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10637 l’envoi parce qu’il n’avait pas été adressé sous pli recommandé. L’ASBL concernée a quant à elle reçu un courrier de La Poste qui lui présentait ses excuses pour la perte des envois. Quoi qu’il en soit, les destinataires ont payé pour une publication qu’ils n’ont jamais reçue. Quoique l’ASBL rejette dans ses conditions de vente toute responsabilité pour les envois non distribués, la décence exige qu’elle expédie un nouvel exemplaire de la publication à ses membres. Comme il s’agit de publications d’un coût unitaire total d’environ 11 euros hors frais d’expédition, l’ASBL risque, par la faute de La Poste, d’avoir à débourser plusieurs centaines d’euros. hen heeft een klacht voor verloren zending ingediend bij zijn plaatselijk postkantoor, maar daar werd geantwoord dat de zending niet kon worden nagetrokken omdat ze niet aangetekend was verstuurd. De betrokken VZW zelf ontving van De Post een gelijkaardig schrijven met daarin verontschuldigingen voor de verloren zendingen. Intussen hebben de geadresseerden wel betaald voor een publicatie die ze nooit hebben ontvangen. Ofschoon de VZW in de verkoopvoorwaarden had gesteld niet verantwoordelijk te zijn voor niet-bestelde zendingen, vraagt het goed fatsoen dat aan de leden een nieuw exemplaar wordt opgestuurd. Vermits het gaat over publicaties met een totale kostprijs van ongeveer 11 euro per stuk, exclusief verzendingskosten, dreigt de betrokken VZW financieel te moeten opdraaien voor een fout van De Post waarvan de factuur meerdere honderden euro’s zal bedragen. 1. De quelles possibilités de recours contre La Poste une association dispose-t-elle lorsqu’un nombre important d’envois n’arrivent pas à destination ? 1. Welke verhaalmogelijkheden heeft een vereniging tegen De Post in zulke gevallen dat een opmerkelijk aantal van de verzendingen niet bij de geadresseerden toekomen ? 2. L’association peut-elle réclamer un dédommagement à La Poste ou suffit-il à cette dernière d’envoyer une lettre d’excuses si les colis n’ont pas été envoyés par recommandé ? 2. Kan een vereniging van De Post een schadevergoeding vragen of volstaat het dat De Post een brief met verontschuldigingen stuurt in geval de verzendingen niet aangetekend werden verstuurd ? 3. Dans l’affirmative, à combien le dédommagement peut-il se monter ? 3. Zo ja, hoeveel kan deze schadevergoeding bedragen ? 4. Une association peut-elle se faire rembourser par La Poste la totalité des dommages subis, c’est-à-dire les coûts d’impression des ouvrages perdus, les frais d’affranchissement du premier envoi et les frais d’expédition de la nouvelle publication ? 4. Kan een vereniging concreet van de volledige geleden schade, met andere woorden de drukkosten van de verloren boeken, de portkosten van de eerste zending en de portkosten van de nieuwe zending met de nieuwe publicatie, verhalen op De Post ? 5. Selon quelle procédure peut-elle réclamer ce dédommagement ? 5. Via welke procedure kan een schadevergoeding worden gevraagd ? 6. De quelles possibilités de recours une association dispose-t-elle lorsqu’un accord avec La Poste est impossible ? 6. Welke verhaalmogelijkheden heeft een vereniging in geval er geen akkoord wordt bereikt met De Post ? Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005, à la question no 239 de Mme Maggie De Block du 25 juin 2004 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari 2005, op de vraag nr. 239 van mevrouw Maggie De Block van 25 juni 2004 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. 1. Toutes les possibilités de recours contre La Poste, dont dispose toute personne, physique ou morale, sont reprises dans « Les conditions générales en matière d’offre de services de La Poste » (Poste aux lettres). La version la plus récente est parue dans le Moniteur belge du 12 mai 2004. Ces conditions s’appliquent également aux envois faits au tarif spécial par les associations. 1. Al de verhaalmogelijkheden, die ieder fysiek of rechtspersoon, heeft tegen De Post, zijn opgenomen in de « Algemene voorwaarden inzake de dienstverlening door De Post » (Brievenpost). De meest recente versie is verschenen in het Belgisch Staatsblad van 12 mei 2004. Deze voorwaarden zijn ook van toepassing op de zendingen die door de verenigingen tegen het speciale tarief worden verzonden. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1344 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10638 2. L’expéditeur qui introduit une plainte et prouve la faute de La Poste, ainsi que le préjudice subi et le lien causal entre les deux, peut, à sa demande, obtenir une indemnité. 2. De afzender die een klacht indient en het bewijs levert van de fout van De Post, evenals de geleden schade en het oorzakelijk verband tussen beiden, kan op zijn vraag een vergoeding krijgen. 3. En cas de perte, de vol, d’endommagement ou de distribution tardive d’un envoi adressé normal, une indemnité correspondant au préjudice direct réellement subi, avec un maximum correspondant au montant de l’affranchissement de l’envoi peut être obtenue. 3. Bij verlies, diefstal, beschadiging of laattijdige uitreiking van een gewone geadresseerde zending kan een vergoeding overeenkomstig de directe schade, die werkelijk geleden werd, met een maximum overeenkomend met het bedrag van de frankering van de zending, bekomen worden. 4. Non. La responsabilité de La Poste ne porte que sur le dommage direct. La responsabilité ne peut être mise en cause pour tout autre dommage indirect dont les frais de fabrication ou d’impression, les pertes de revenus, la privation de bénéfices, ... 4. Neen. De aansprakelijkheid van De Post heeft alleen betrekking op de directe schade. De aansprakelijkheid kan niet worden ingeroepen voor iedere andere indirecte schade zoals, onder meer aanmaakkosten, drukkosten, verlies van inkomsten, verlies van winsten, ... 5. Une plainte peut être introduite, soit : 5. Een klacht kan ingediend worden door : — au moyen du formulaire spécialement prévu à cet effet, disponible dans tous les bureaux de LA POSTE et sur le site internet de La Poste : www.post.be; — een speciaal voorzien formulier, beschikbaar in elk postkantoor en op de website van De Post : www.post.be; — par simple lettre non affranchie à La Poste, Service Qualité, Centre Monnaie, 1000 Bruxelles; — een gewone niet-gefrankeerde brief aan De Post, Kwaliteitsdienst, Muntcentrum, 1000 Brussel; — par fax au numéro 02/226.30.60; — per fax op het nummer 02/226.30.60; — par e-mail : [email protected]. — per e-mail : [email protected]. 6. Si le plaignant n’est pas satisfait des résultats du traitement de sa plainte, il peut alors s’adresser au service de Médiation auprès de La Poste : Rue Royale, 97 — 2e étage — 1000 Bruxelles. 6. Diegene die klacht heeft neergelegd en niet tevreden is over de resultaten van de behandeling van de klacht, kan zich richten tot de Ombudsdienst bij De Post — Koningsstraat 97 — 2e verdieping — 1000 Brussel. DO 2003200421186 DO 2003200421186 Question no 245 de M. Pieter De Crem du 2 juillet 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 245 van de heer Pieter De Crem van 2 juli 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : Vente de bâtiments publics par la Régie des Bâtiments. Verkoop van overheidsgebouwen door de Regie der Gebouwen. Le budget des Voies et Moyens 2004 prévoit en son article 76.03 un versement de 200 millions d’euros au bénéfice du Trésor. Le tableau de développement indique qu’il s’agit d’une estimation des recettes provenant de la vente de terrains et de biens immobiliers appartenant à l’État. In de Rijksmiddelenbegroting 2004 werd onder artikel 76.03 een storting ingeschreven aan de Schatkist ten bedrage van 200 miljoen euro. De uitgewerkte staat leert ons dat het gaat om een raming voor de ontvangsten afkomstig uit de verkoop van gronden en onroerende goederen toebehorend aan de Staat. Il ressort du Bulletin des Adjudications que la Régie des Bâtiments a publié un avis de pré-information en vue de l’adjudication publique d’un contrat de promotion et de vente ayant pour objet la vente du bâtiment « Egmont I » et du terrain destiné à la construction Uit het Bulletin der Aanbestedingen maken we op dat de Regie der Gebouwen een enuntiatieve aankondiging heeft geplaatst met het oog op de openbare aanbesteding van een promotie- en verkoopovereenkomst die de verkoop van het gebouw « Egmont I » en het CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10639 d’un bâtiment « Egmont II ». En l’espèce, l’acheteur a l’obligation de construire le bâtiment « Egmont II » précité. L’ensemble sera affecté à l’hébergement du SPF Affaires étrangères par le biais d’un bail à long terme, non assorti d’une option d’achat. 1. Quelles opérations patrimoniales permettrontelles de générer ces 200 millions d’euros de recettes en 2004 ? 2. a) Pourriez-vous fournir un aperçu des ventes de bâtiments publics réalisées au cours des cinq dernières années et préciser à cet égard dans quels cas il s’est agi d’opérations « sale and lease back » ? b) Pourriez-vous préciser, pour ces opérations, le loyer, la durée du bail, l’identité de l’acheteur et l’estimation effectuée par le Comité d’acquisition ? 3. Quels sont vos projets en ce qui concerne la SA SOPIMA ? 4. a) Quel est l’état d’avancement du marché précité relatif au complexe « Egmont » ? b) Quels sont les projets précis concernant ce complexe ? c) Quelles sont les modalités de l’opération « sale and lease back » ? d) Quelle est l’estimation du Comité d’acquisition ? Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005, à la question no 245 de M. Pieter De Crem du 2 juillet 2004 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. 3. Ces dernières années, une partie des ventes de bâtiments publics est également réalisée via la SA Sopima. Pour l’année budgétaire 2004, deux bâtiments sont pris en considération. Je souhaite conserver, à l’avenir, la SA Sopima comme instrument de gestion immobilière de l’État et je souhaite même l’agrandir. La société connaı̂t un fonctionnement dynamique et a mené à bien un nombre de dossiers de rénovation. terrein dat bestemd is voor de bouw van een gebouw « Egmont II » tot doel heeft. De koper heeft in deze de verplichting het genoemde gebouw « Egmont II » te bouwen. De bestemming van het geheel is een behuizing door de FOD Buitenlandse Zaken via een huur op lange termijn, zonder aankoopoptie. 1. Uit welke operaties met patrimonium zullen die 200 miljoen euro in 2004 worden gepuurd ? 2. a) Kan u een overzicht geven van de verkopen van overheidspatrimonium gedurende de jongste vijf jaar en hierbij vermelden in welke gevallen het ging om sale and lease back-operaties ? b) Wat was voor die operaties huurprijs, huurtermijn, koper en schatting van het Aankoopcomité ? 3. Welke plannen heeft u met de NV SOPIMA ? 4. a) Wat is de stand van zaken in verband met de vernoemde opdracht « Egmont complex » ? b) Wat zijn de exacte plannen met dit complex ? c) Wat zijn de modaliteiten van de sale and lease back-operatie ? d) Wat is de schatting van het Aankoopcomité ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari 2005, op de vraag nr. 245 van de heer Pieter De Crem van 2 juli 2004 (N.) : In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. 3. Een deel van de verkopen van overheidsgebouwen wordt de jongste jaren tevens gerealiseerd via de NV Sopima. Voor het begrotingsjaar 2004 komen twee gebouwen in aanmerking. Ik wens in de toekomst de NV Sopima als instrument van het vastgoedbeheer van de overheid te behouden en zelfs uit te breiden. De vennootschap kent een dynamische werking en heeft een aantal renovatiedossiers tot een goed einde gebracht. DO 2003200421800 DO 2003200421800 Question no 249 de M. Roel Deseyn du 6 juillet 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : La Poste. — Offre de services supplémentaires dans les bureaux de poste. La Poste a pris récemment la décision de confier certains services traditionnellement offerts dans les Vraag nr. 249 van de heer Roel Deseyn van 6 juli 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : De Post. — Aanbieden van extra diensten in postkantoren. Recentelijk besloot De Post diensten die traditioneel in postkantoren worden aangeboden, uit te besteden CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10640 bureaux de poste, à des partenaires extérieurs tels que des grandes surfaces et des librairies. Parallèlement, La Poste a entrepris depuis un certain temps déjà d’offrir des services supplémentaires dans ses bureaux. aan externe partners als warenhuizen en boekhandels. Daarnaast experimenteert De Post reeds geruime tijd met binnenbrengen van extra diensten in de kantoren. 1. a) À ce jour, quels autres services supplémentaires sont proposés dans les bureau de poste ? 1. a) Welke andere extra diensten werden tot op de dag van vandaag binnengehaald in het postkantoor ? b) Certains de ces services ont-ils déjà été abandonnés ? b) Werden enkele van deze diensten ook reeds terug stopgezet ? c) Dans l’affirmative, pouvez-vous fournir une explication pour chaque cas individuel ? c) Zo ja, kan u voor elk van deze gevallen een verklaring geven ? d) Quels services seront offerts dans un avenir proche ? Qui en seront les fournisseurs et quels bureaux seront concernés ? d) Welke diensten zullen in de nabije toekomst worden aangeboden door welke leveranciers en in welke kantoren ? 2. a) À combien se monte le rendement mensuel de ces services depuis janvier 2003 ? 2. a) Hoeveel bedraagt de return uit deze diensten uitgesplitst per maand en rekenende vanaf januari 2003 ? b) À l’avenir, comment voyez-vous l’évolution des recettes de ces services ? b) Hoe verwacht u dat de inkomsten uit deze diensten in de toekomst zullen evolueren ? 3. a) Cette méthode de travail sera-t-elle étendue à l’avenir ou au contraire progressivement démantelée ? 3. a) Zal men deze werkwijze in de toekomst uitbreiden of afbouwen ? b) Pour quelle raison ? b) Waarom ? 4. a) Concernant l’externalisation de services, des négociations sont-elles déjà en cours avec des partenaires éventuels ? 4. a) Aangaande het uitbesteden van diensten : zijn er reeds besprekingen aan de gang met mogelijke partners ? b) Quel est le profit escompté du projet ? b) Wat is de verwachte opbrengst van het project ? c) Quel pourcentage de diminution des transactions prévoit-on dans les bureaux de poste ? c) Met hoeveel procent verwacht men dat de transacties in de postkantoren zal afnemen ? 5. Quelle a été l’évolution de l’emploi au département commercial de la poste allemande depuis l’introduction du nouveau concept de services avec déplacement des points de vente vers des partenaires extérieurs ? 5. Hoe evolueerde de tewerkstelling in de retailafdeling van de Duitse post sinds de invoering van het nieuwe serviceconcept, waarbij de verkooppunten verschoven werden naar externe partners ? 6. a) Si la vente de services postaux par des partenaires extérieurs s’avère être une réussite dans les communes pilotes, et s’il y avait du personnel excédentaire dans les bureaux de poste, prendriez-vous la décision de licencier ? 6. a) Indien de verkoop van postproducten door externe partners in de proefgemeenten slaagt, en men in de postkantoren mankracht te veel zou hebben, zal u dan besluiten tot ontslagen ? b) Si tel n’est pas le cas, comment allez-vous pallier ce possible excédent de personnel ? b) Zo neen, hoe zal u dit dreigende personeelsoverschot opvangen ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10641 Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005, à la question no 249 de M. Roel Deseyn du 6 juillet 2004 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari 2005, op de vraag nr. 249 van de heer Roel Deseyn van 6 juli 2004 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Comme expliqué en séance du 30 juin 2004, il n’est pas possible de répondre à toutes les questions pratiques aujourd’hui. Dans les semaines et mois qui viennent, le projet sera précisé : choix des partenaires, modalités de collaboration, mise en œuvre concrète, etc. Zoals werd uitgelegd tijdens de vergadering van 30 juni 2004 is het momenteel niet mogelijk een antwoord te geven op alle praktische vragen. In de komende weken en maanden zal het project verder worden verduidelijkt : keuze van de partners, samenwerkingsmodaliteiten, concrete uitvoering, enzovoort. En réponse à vos questions : In antwoord op uw vragen : 1. a) Différentes initiatives ont en effet été prises afin d’accroı̂tre les revenus du réseau Retail et elles se poursuivent. Parmi celles-ci, les plus importantes concernent le partenariat avec Electrabel, avec la Loterie Nationale, avec Argenta/Dexia dans les services financiers, la vente de tickets de parc d’attractions, la vente de cartes de téléphone, etc. ou encore très récemment un accord avec la société Western Union pour le transfert international d’argent. 1. a) Er zijn inderdaad verschillende initiatieven genomen om de inkomsten van het Retail-netwerk te verhogen en deze initiatieven worden voortgezet. De belangrijkste initiatieven betreffen het partnership met Electrabel, met de Nationale Loterij, met Argenta/Dexia binnen de financiële diensten, de verkoop van tickets voor pretparken, de verkoop van telefoonkaarten, enzovoort of zeer recentelijk nog een akkoord met de firma Western Union omtrent internationale geldtransfers. b) et c) Hormis une ou deux initiatives mineures (par exemple, distribution d’un « life badge »), aucun. b) en c) Geen, uitgezonderd een of twee minder belangrijke initiatieven (bijvoorbeeld het uitdelen van een « life badge »). d) L’introduction des services additionnels au sein du réseau de La Poste se fait sur la base de d’accord particulier avec le partenaire/fournisseur en fonction des critères de segmentation de La Poste et du partenaire. d) De introductie van extra diensten in het netwerk van De Post gebeurt op basis van een speciale overeenkomst met de partner/leverancier in functie van de criteria inzake onderverdeling van De Post en van de partner. 2. a) Ordre de grandeur du CA est de 7 millions d’euros en 2003. Les niveaux de marge sont dépendant de chaque type de services offerts mais tous à des niveaux de marché. 2. a) De orde van grootte bedraagt 7 miljoen euro in 2003. De winstniveaus zijn, hoewel afhankelijk van elk type service dat aangeboden wordt, alle aan marktniveaus. b) Très positivement mais jamais dans une proportion permettant d’inverser les pertes du réseau et toujours à un niveau marginal par rapport au contributeur que le développement banqueassurances représente. b) In uiterst positieve zin, maar de inkomsten zullen nooit op dergelijke wijze evolueren dat ze de verliezen van het netwerk kunnen doen keren en steeds aan een miniem peil in vergelijking niet de bijdragende partij die de ontwikkeling bankverzekeringen vertegenwoordigt. 3. a) La recherche de revenus additionnels est bien sûr une priorité mais l’offre de services doit rester consistante dans son ensemble id est il ne s’agit pas de distribuer n’importe quoi. 3. a) Het zoeken naar bijkomende inkomsten is zeker een prioriteit maar het aanbod van diensten moet consistent blijven in zijn geheel, dit wil zeggen dat er niet om het even wat wordt uitgedeeld. b) Voir ci-dessus : recherche de revenus stables compensant la baisse des activités traditionnels des bureaux de postes. b) Zie hierboven : zoeken naar stabiele inkomsten ter compensatie van de daling van de traditionele activiteiten van de postkantoren. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10642 4. a) La sélection des partenaires est en cours. 4. a) De selectie van partners vindt momenteel plaats. b) L’objectif des tests n’est pas financier. Il s’agit en priorité de comprendre les réactions des clients et tester le modèle opérationnel de fonctionnement. b) De tests hebben geen financieel doel. Het gaat er eerst en vooral om de reacties van de klant te begrijpen en het operationele werkingsmodel te testen. c) Cette donnée sera mesurée lors des tests. c) Dit gegeven zal gemeten worden tijdens de tests. 5. Je n’ai pas cette information 5. Ik beschik niet over deze informatie. 6. a) et b) Non, des processus de ré-affectations sont déjà d’application à La Poste actuellement. 6. a) en b) Neen, tegenwoordig zijn processen van wederaanstellingen al bij De Post toegepast. DO 2003200432331 DO 2003200432331 Question no 310 de M. Guido De Padt du 5 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 310 van de heer Guido De Padt van 5 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SNCB. — Dépôts. — Effectifs. — Demandes de congé. NMBS. — Depots. — Personeelsbestand. — Verlofaanvragen. Le personnel effectif n’est pas suffisant, dans certains petits dépôts de la SNCB, pour assurer les services requis. Cette situation génère des tensions et le taux d’absentéisme pour cause de maladie est souvent très élevé. Op bepaalde plaatsen waar kleinere NMBS-depots gevestigd zijn is er een gebrek aan effectieve personeelsleden om de nodige diensten te verzekeren. Deze toestand levert spanningen op en het ziekteverzuim is vaak erg hoog. Le problème se pose surtout pour les congés à court terme qui doivent permettre aux travailleurs de s’absenter les jours de leur choix et peuvent être demandés au maximum trois mois à l’avance. À l’heure actuelle, toutefois, il est quasi impossible de bénéficier de ces congés à court terme et seuls quelques congés à long terme sont accordés. Het probleem doet zich vooral voor bij het verlof op korte termijn. Dit verlof, dat moet dienen om mensen de kans te geven hun verlof op te nemen op willekeurige dagen, mag maximum drie maanden op voorhand worden aangevraagd. Thans is het evenwel zo dat het verlof op korte termijn quasi onmogelijk is. Er worden uitsluitend nog enkele verloven op langere termijn toegestaan. L’insatisfaction du personnel s’explique principalement par la présence en surnombre de dizaines de personnes dans certains grands dépôts du pays, comme à Bruxelles-Midi et Anvers-Central. Beaucoup parmi ces travailleurs souhaitent d’ailleurs être mutés plus près de leur domicile (petits dépôts). De grootste frustratie van het personeel is dat in bepaalde grotere depots van het land zoals in BrusselZuid en Antwerpen-Centraal, er tientallen mensen op overschot zitten, waarvan velen trouwens overplaatsingen ambiëren dichter bij huis (kleinere depots). On parle d’un excédent de quatre-vingts personnes pour un dépôt comme Anvers. Aussi peut-on y obtenir congé le jour-même, jusqu’à une heure avant le début du service. Par contre, il est devenu impossible d’encore obtenir — pas même en le demandant trois mois à l’avance — un jour de repos à seulement quelques kilomètres de distance, à Saint-Nicolas par exemple. In een depot als Antwerpen wordt gewag gemaakt van tachtig personeelsleden op overschot. Daar kan men tot een uur voor de aanvang van de prestatie nog verlof krijgen voor dezelfde prestatie. Daartegenover krijgt men in Sint-Niklaas bijvoorbeeld, niet eens zoveel verder, geen verlof meer, zelfs na dit drie maanden op voorhand te hebben aangevraagd. La règle qui veut que la rémunération des chefs régionaux (IR) est proportionnelle à leurs effectifs ne serait pas étrangère à cette situation. On peut comprendre qu’on rechigne à muter/détacher tempo- Een en ander zou onder meer te maken hebben met de regeling dat de regionale chefs (IR’s) een vergoeding krijgen volgens het volume van hun personeelsbestand. Het is dan ook begrijpelijk dat men weigerach- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10643 rairement ou définitivement du personnel lorsqu’on en pâtit financièrement. tig staat tegenover het tijdelijk of definitief muteren/ detacheren van personeel, omdat men daar financieel onder lijdt. 1. Voudriez-vous m’indiquer pour 2002, 2003 et 2004 (au 1er août) : 1. Kan u voor 2002, 2003 en tot augustus 2004 meedelen : a) Combien de services doivent être assurés dans chaque dépôt en Flandre et en Wallonie, et par combien d’agents ? a) Wat zijn de juiste capaciteiten van elk depot in Vlaanderen en Wallonië : hoeveel diensten moeten er maandelijks worden bezet en door hoeveel bedienden ? b) Combien d’agents « effectifs » sont présents pour effectuer ces prestations ? Je souhaite obtenir ainsi le nombre, non pas des agents « théoriquement » présents, mais leur nombre réel, c’est-à-dire à l’exclusion des membres du personnel malades ou absents à long terme. b) Hoeveel « effectieve » bedienden zijn er aanwezig om deze prestaties te vervullen, dit wil zeggen, niet diegene die « theoretisch » aanwezig waren, maar wel een effectieve lijst zonder zieke personeelsleden of afwezigen voor lange duur ? 2. Voudriez-vous également problèmes rencontrés dans les emploient souvent 150 à 200 prochainement résolus et quelle sera apportée ? m’indiquer si les petits dépôts, qui personnes, seront solution durable y 2. Kan u tevens meedelen of de problemen waarmee de kleinere depots opgezadeld zitten, die vaak ook 150 à 200 mensen tewerkstellen, worden opgelost op korte termijn en op welke duurzame wijze dit zal gebeuren ? Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005, à la question no 310 de M. Guido De Padt du 5 octobre 2004 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari 2005, op de vraag nr. 310 van de heer Guido De Padt van 5 oktober 2004 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. La situation au cours des dernières années en ce qui concerne l’attribution des jours de congé des conducteurs de trains s’explique par le fait que la SNCB ne disposait pas de suffisamment de conducteurs par rapport au nombre de services à assurer. De situatie van de jongste jaren betreffende de toekenning van verlofdagen aan de treinbestuurders is te verklaren door het feit dat de NMBS niet over voldoende bestuurders beschikte ten opzichte van het aantal te verzekeren diensten. La situation s’est cependant très nettement améliorée depuis le début de l’année 2003. Les jours de retard (moyenne par conducteur) sont passés de 37 début 2003 à 24,5 jours fin septembre 2004, soit une résorption d’un tiers du retard et cette évolution favorable se poursuit. De toestand is echter beduidend verbeterd sedert het begin van 2003. De dagen achterstand (gemiddelde per bestuurder) zijn geslonken van 37 begin 2003 tot 24,5 eind september 2004, wat betekent dat een derde van de achterstand werd ingehaald, en deze gunstige evolutie zet zich voort. Cette moyenne ne reflète évidemment pas les situations vécues dans chaque dépôt. En effet, tant que les négociations concernant le plan MOVE étaient en cours, il n’était pas possible d’adapter les cadres à l’évolution des besoins dans les différents dépôts. Le nouveau cadre proposé pour les conducteurs permettra de remédier largement à cette situation. Il tient en effet compte non seulement des besoins de base (services à assurer) mais aussi de la situation spécifique de chaque dépôt en matière de retard dans l’attribution des jours de liberté. Dat gemiddelde weerspiegelt natuurlijk de werkelijke situatie niet in elk van de depots. Zolang over het plan MOVE onderhandeld werd, was het immers onmogelijk de kaders aan te passen aan de evolutie van de behoeften in de verschillende depots. Met het voorgestelde nieuwe kader voor de bestuurders zal de toestand in ruime mate verholpen kunnen worden. Het houdt immers niet alleen rekening met de basisbehoeften (te verzekeren diensten) maar ook met de specifieke toestand van ieder depot inzake achterstand bij de toekenning van vrije dagen. Pour ce qui concerne plus particulièrement la situation d’Anvers, il est vrai qu’il y a eu un sureffectif important et qu’il n’est pas encore résorbé. Cela est dû Wat in het bijzonder de toestand in Antwerpen betreft, klopt het dat er een aanzienlijk overschot aan personeel is geweest en dat dit nog niet helemaal ver- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10644 au fait que de nombreux recrutements de conducteurs néerlandophones ont été organisés à Anvers car la majorité des flux volontaires de personnel (demandes de mutation) se font d’Anvers vers les autres régions du Nord du pays. La mise en application des nouveaux cadres a cependant déjà entraı̂né, au cours des derniers mois, des mouvements de personnel d’Anvers vers les autres régions et d’autres mouvementsimportants sont en cours de réalisation ou programmés. Lorsque ces mouvements auront été réalisés, les différents dépôts, notamment dans le Nord du Pays, se trouveront dans des situations équivalentes pour ce qui concerne les possibilités d’attribution des jours de congé. dwenen is. Dat is te wijten aan het feit dat er in Antwerpen talrijke aanwervingen van Nederlandstalige bestuurders zijn geweest want de meeste vrijwillige personeelsbewegingen (aanvragen tot overplaatsing) verlopen van Antwerpen naar de overige regio’s in het noorden van het land. De invoering van de nieuwe kaders heeft evenwel de laatste maanden al personeelsbewegingen van Antwerpen naar de overige regio’s tot gevolg gehad, en andere belangrijke bewegingen worden momenteel verwezenlijkt of zijn gepland. Wanneer die bewegingen achter de rug zullen zijn, zullen de verschillende depots, vooral die in het noorden van het land, zich in gelijklopende situaties bevinden aangaande de mogelijkheden voor het toekennen van de verlofdagen. Il faut aussi préciser qu’il n’existe aucune disposition liant les rémunérations, primes, allocations, etc. des dirigeants au nombre de personnes qu’ils ont à gérer. Voorts moet aangestipt worden dat er geen enkele bepaling bestaat die de bezoldigingen, premies, toelagen enzovoort van de leidend ambtenaren koppelt aan het aantal personen waarvoor zij bevoegd zijn. 1. Le tableau 1 indique le nombre de services de trains planifié par jour et par dépôt pour les années 2002, 2003 et 2004. Il faut y ajouter les trains supplémentaires qui doivent être assurés à la demande. Il s’agit principalement de convois de marchandises et de trains touristiques en été. C’est la raison pour laquelle le nombre de conducteurs doit dans certains dépôts être relativement plus élevé par rapport à d’autres dépôts assurant un nombre comparable de services. Des dépôts comme Anvers et Schaerbeek par exemple se trouvent dans une telle situation. 1. De tabel 1 geeft het aantal geplande treindiensten per dag en per depot voor de jaren 2002, 2003 en 2004. Er zijn bovendien ook bijkomende treinen die op aanvraag moeten verzekerd worden. Dit is voornamelijk het geval voor de goederentreinen en voor toeristische treinen gedurende de zomer. Het is de reden waarom het aantal bestuurders in sommige depots relatief hoger moet zijn ten opzichte van andere depots voor een vergelijkbaar aantal geplande diensten. Depots zoals Antwerpen en Schaarbeek bevinden zich bijvoorbeeld in zo’n toestand. Le tableau 2 indique le nombre de conducteurs qui sont affectés aux services des trains. Les chiffres donnent la situation par semestre depuis le début 2002 et la dernière situation connue de début octobre 2004. De tabel 2 geeft het aantal bestuurders weer die aan de treindiensten toegewezen worden. De cijfers geven de toestand per semester vanaf begin 2002 en de laatste gekende toestand van begin oktober 2004. Ils sont établis compte tenu : Ze worden opgesteld rekening houdend met : — des détachés au dépôt et par le dépôt; — de gedetacheerden naar de depot en door de depot; — de l’utilisation réelle des conducteurs de train, conducteurs de train principaux dans les services des trains, les services de manœuvre et d’autres fonctions; — de werkelijke benuttiging van de treinbestuurders, eerste treinbestuurders in de treindiensten, de rangeerdiensten en andere functies; — des agents malades à long terme; — des agents en incapacité temporaire (un mois minimum) pour les services roulants; — de ziekte op lange termijn; — de tijdelijke ongeschiktheid (minimum een maand) voor de rijdende diensten; — du personnel qui est en formation. Remarque : le rapport entre le nombre de services planifiés et les besoins en personnel est influencé par les éléments susvisés, mais également par d’autres critères objectifs comme par exemple la permanence à assurer impérativement ou les formations complémentaires à suivre (connaissance de ligne, connaissance du matériel, réglementations étrangères, etc.). — het personeel dat in opleiding is. Opmerking : de verhouding tussen het aantal geplande diensten en de behoeften aan personeel wordt beı̈nvloed door hierboven vermelde elementen maar ook door verschillende objectieve redenen zoals bij voorbeeld de nodige permanente of bijkomende opleidingen (lijnkennis, materieelkennis, buitenlandse reglementeringen, enzovoort). 2. Comme mentionné dans l’exposé général, une répartition plus équilibrée du personnel, entre les diffé- 2. Zoals in de algemene uiteenzetting werd vermeld, zal een evenwichtiger spreiding van het perso- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10645 rents dépôts, grands ou petits, suite à l’instauration des nouveaux cadres et aux mouvements de personnel qui en résulteront permettra une amélioration substantielle de la situation (réduction des effectifs à Anvers au profit de dépôts dans le Nord du pays). Par ailleurs, la planification des recrutements tient compte, d’une part, de l’évolution des besoins dans les dépôts (nombre de services à assurer, formations à dispenser, niveau de productivité, etc.) et, d’autre part, des départs naturels conditionnés par la pyramide des âges des conducteurs. neel over de verschillende depots, groot of klein, na de invoering van de nieuwe kaders en na de personeelsbewegingen die er het gevolg van zullen zijn, een aanzienlijke verbetering van de situatie met zich kunnen brengen (vermindering van het personeelsbestand in Antwerpen ten gunste van de depots in het noorden van het land). Bovendien wordt bij de planning van de aanwervingen rekening gehouden met enerzijds de evolutie van de behoeften in de depots (aantal te verzekeren diensten, te verstrekken opleidingen, productiviteitsniveau, enzovoort) en anderzijds de natuurlijke afvloeiingen die bepaald worden door de leeftijdspiramide van de bestuurders. Tableau 1 — Nombre de services de trains planifié par jour Tabel 1 — Aantal geplande treindiensten per dag Dépôt — Depot 2002 2003 2004 Bruxelles-Midi. — Brussel-Zuid .......................................................... Schaerbeek. — Schaarbeek .................................................................. Anvers-Central. — Antwerpen-Centraal .............................................. Anvers-Dam. — Antwerpen-Dam ........................................................ Mol/Turnhout ..................................................................................... Hasselt ................................................................................................ Louvain. — Leuven ............................................................................. Aarschot .............................................................................................. Landen ................................................................................................ Gand. — Gent ..................................................................................... Termonde. — Dendermonde ............................................................... Alost. — Aalst ..................................................................................... Saint-Nicolas. — Sint-Niklaas ............................................................. Grammont. — Geraardsbergen ........................................................... Audenarde. — Oudenaarde ................................................................. Courtrai. — Kortrijk ........................................................................... Poperinge ............................................................................................. La Panne. — De Panne ....................................................................... Bruges. — Brugge ................................................................................ Ostende. — Oostende ......................................................................... Liège. — Luik ..................................................................................... Welkenraedt ........................................................................................ Montzen .............................................................................................. Gouvy .................................................................................................. Arlon. — Aarlen ................................................................................. Jemelle ................................................................................................ Bertrix ................................................................................................. Virton .................................................................................................. Ronet .................................................................................................. Ottignies .............................................................................................. Charleroi ............................................................................................. Monceau ............................................................................................. Haine-Saint-Pierre ................................................................................ Châtelet ............................................................................................... Walcourt ............................................................................................. Mons. — Bergen ................................................................................. 102 58 121 116 52 135 108 36 15 139 51 36 37 48 39 87 20 14 80 44 204 46 36 24 94 50 43 17 148 46 160 33 32 24 19 89 100 49 120 106 49 129 108 34 14 139 51 34 36 49 39 85 20 14 80 49 188 42 39 25 63 47 52 7 137 44 155 21 32 23 18 80 98 47 113 105 46 121 103 29 14 132 50 33 35 49 39 86 20 14 71 48 181 38 35 21 58 44 58 7 130 42 144 31 31 22 18 79 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1345 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10646 Dépôt — Depot 2002 2003 2004 24 49 27 20 23 47 26 21 24 45 23 21 Saint-Ghislain ...................................................................................... Tournai. — Doornik ........................................................................... Ath. — Aat ......................................................................................... Braine-le-Comte. — ’s Gravenbrakel ................................................... Tableau 2 — Évolution du nombre de conducteurs pour les services des trains Tabel 2 — Evolutie van het aantal bestuurders voor de treindiensten Dépôt — Depot 1/2002 7/2002 1/2003 7/2003 1/2004 7/2004 10/2004 Bruxelles. — Brussel ............................................ Schaerbeek. — Schaarbeek .................................. Anvers-Cal. — Antwerpen-Cal ............................ Anvers-Dam. — Antwerpen-Dam ........................ Hasselt ................................................................. Louvain. — Leuven ............................................. Mol ..................................................................... Aarschot .............................................................. Landen ................................................................ Merelbeke ............................................................ Termonde. — Dendermonde ............................... Alost. — Aalst ..................................................... Saint-Nicolas. — Sint-Niklaas ............................. Grammont. — Geraardsbergen ........................... Audenarde. — Oudenaarde ................................. Courtrai. — Kortrijk ........................................... Poperinge ............................................................. La Panne. — De Panne ....................................... Bruges. — Brugge ................................................ Ostende. — Oostende ......................................... Kinkempois ......................................................... Welkenraedt ........................................................ Montzen .............................................................. Gouvy .................................................................. Stockem ............................................................... Jemelle ................................................................. Bertrix ................................................................. Virton .................................................................. Ronet ................................................................... Ottignies .............................................................. Charleroi ............................................................. Monceau ............................................................. La Louvière ......................................................... Châtelet ............................................................... Walcourt ............................................................. Mons. — Bergen ................................................. Tournai. — Doornik ........................................... Ath. — Aat ......................................................... Braine-le-Comte. — ’s Gravenbrakel ................... 142 79 163 139 184 153 65 50 20 220 67 48 49 63 55 124 26 21 111 68 265 59 50 30 118 63 55 20 201 63 193 38 38 23 24 164 67 36 30 143 79 155 151 177 153 67 51 19 223 68 49 48 67 55 124 26 20 117 71 254 57 50 31 122 68 58 21 199 58 202 38 40 23 25 163 64 30 28 143 74 164 152 180 149 66 52 19 222 69 50 48 64 55 120 24 20 112 72 253 56 56 31 118 66 77 0 198 60 210 37 44 22 26 152 63 33 30 139 96 170 188 182 152 71 51 20 206 69 47 46 66 50 121 25 20 109 68 280 64 61 36 115 67 79 0 214 67 226 36 45 22 26 180 67 40 29 151 114 162 212 186 165 71 48 20 195 71 48 52 68 52 125 29 20 113 73 291 62 62 38 105 69 84 0 208 69 219 46 47 21 25 171 72 37 32 143 122 173 192 198 180 74 49 21 210 72 47 52 68 57 134 29 20 105 81 283 59 63 38 101 69 86 0 207 66 222 54 48 21 27 166 75 37 36 137 129 175 202 207 200 71 47 21 195 71 50 51 65 61 136 32 20 105 77 296 60 62 35 97 66 90 0 201 64 217 51 48 20 27 166 70 40 35 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE Situation début : — Toestand begin : 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10647 DO 2004200502615 DO 2004200502615 Question no 344 de M. Roel Deseyn du 9 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 344 van de heer Roel Deseyn van 9 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : La Poste. — Projet-pilote des « Points Poste ». De Post. — PostPunt-testproject. Le projet-pilote des « Points Poste » est lancé. Son lancement a déjà eu lieu dans quelques-uns des douze sites où le nouveau concept sera testé. Dans cinq supermarchés Delhaize, quatre agences indépendantes de la Fortis Banque, deux magasins Press Shop et une supérette locale, les clients auront aussi accès, désormais, aux services de base de La Poste : vente de timbres-poste, dépôt d’envois postaux, acceptation et distribution d’envois recommandés ou de kilopost (colis), vente de timbres-amendes et de timbres fiscaux, paiement de factures à petit montant, etc. Het PostPunt-testproject is van start gegaan. De start greep reeds plaats in enkele van de twaalf vestigingen waar het nieuwe service-concept getest wordt. In vijf supermakten van Delhaize, bij vier zelfstandige kantoren van Fortis Bank, in twee Press Shop vestigingen en in één lokale superette, zullen klanten voortaan ook toegang hebben tot de basisdiensten van De Post : verkoop van postzegels, afgifte van poststukken, aannemen en uitreiken van aangetekende zendingen, aannemen en uitreiken van kilopost (pakketten), verkoop van boetezegels en fiscale zegels, betaling van kleine facturen, enzovoort. 1. a) La Poste fait-elle un « paiement » direct (somme d’argent, mise à disposition des appareils, etc.) ou indirect (formations aux frais de La Poste) à ces partenaires extérieurs ? 1. a) Doet De Post een directe (geldsom, ter beschikking stellen apparatuur, enzovoort) of indirecte (opleiding ten koste van De Post) « betaling » aan deze externe partners ? b) Dans l’affirmative, de quoi est constituée cette intervention financière ? b) Zo ja, uit wat bestaat deze tegemoetkoming ? 2. a) Hormis ceux déjà cités, d’autres partenaires extérieurs seront-ils associés à ce projet avant son évaluation en mars 2005 ? 2. a) Zullen er voor de evaluatie in maart 2005 nog andere dan de reeds genoemde externe partners in het project betrokken worden ? b) Si cette évaluation est positive, quelles actions La Poste mènera-t-elle ? b) Indien de evaluatie positief is, welke acties zullen dan door De Post ondernomen worden ? 3. Pouvez-vous garantir que ce projet n’aura aucun effet sur le nombre d’emplois dans les bureaux de poste ni sur le nombre de bureaux de poste ? 3. Kan u garanderen dat er geen effect zal zijn op het aantal tewerkstellingsplaatsen in postkantoren en/ of het aantal postkantoren op zich ? Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 17 février 2005, à la question no 344 de M. Roel Deseyn du 9 novembre 2004 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 17 februari 2005, op de vraag nr. 344 van de heer Roel Deseyn van 9 november 2004 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. 1. a) La compensation pécuniaire accordée aux partenaires consiste en un montant ayant pour objectif de couvrir les frais fixes des partenaires liés à l’exécution du test. 1. a) De geldelijke vergoeding aan de partners bestaat uit een bedrag dat als doelstelling heeft de vaste kosten van de partners verbonden aan de uitvoering van de test te dekken. b) Toutes les mesures ont été prises pour que chacun des partenaires concernés dispose du matériel et de la formation nécessaires pour la bonne gestion des opérations postales qu’ils doivent exécuter. b) Alle maatregelen werden genomen om elk van de betrokken partners het nodige materiaal en de nodige opleiding te bezorgen om op een degelijke wijze de door hen uit te voeren postverrichtingen te beheren. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10648 2. a) La Poste a décidé de limiter le test à 4 types de partenaire (institutions financières, distribution intégrée, supérettes locales ou autres fournisseurs de services publics, tels que la SNCB et peut-être aussi les administrations communales.) 2. a) De Post heeft besloten de test te beperken tot 4 types van partners (financiële instellingen, geı̈ntegreerde distributie, lokale kleinhandel of andere aanbieders van publieke diensten, zoals de NMBS en mogelijk ook de gemeentebesturen). b) Le déroulement ultérieur du projet dépendra des résultats de l’évaluation. b) Het verdere verloop van het project zal afhangen van de resultaten van de evaluatie. 3. Ce n’est qu’après une analyse approfondie du résultat des tests que La Poste pourra définir les options concernant la diversification de ses canaux de distribution et les modalités de leur mise en œuvre. 3. Pas na een grondige analyse van de testresultaten zal De Post de opties betreffende de diversifiëring van zijn distributiekanalen en de modaliteiten van hun uitvoering kunnen bepalen. DO 2004200502718 DO 2004200502718 Question no 359 de M. Dirk Claes du 23 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 359 van de heer Dirk Claes van 23 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SNCB. — Frais réclamés par la SNCB aux proches d’une personne ayant commis un acte de suicide. NMBS. — Doorrekenen van kosten door de NMBS aan de nabestaanden van een zelfmoord. Le suicide reste dans notre société un fait tragique commis par des personnes qui n’entrevoient bien souvent plus d’issue à leurs problèmes. Chaque année, un certain nombre de suicides ou tentatives de suicide ont ainsi pour théâtre les voies de chemin de fer. La SNCB ne peut toutefois être tenue pour responsable de ces actes et facture dès lors depuis quelque temps aux proches les frais éventuels, liés aux retards que peuvent subir les trains. Outre les souffrances émotionnelles et sociales subies, les familles sont ainsi souvent confrontées en outre à des difficultés financières. Zelfmoord blijft in onze maatschappij een tragisch gegeven voor mensen die vaak geen uitweg meer zien in hun problemen. Een aantal van de jaarlijkse zelfmoorden of zelfmoordpogingen gebeurt bovendien via het spoor ! De NMBS kan hiervoor echter niet verantwoordelijk gehouden worden en rekent sinds enige tijd dan ook de mogelijke kosten, opgelopen door eventuele vertragingen, door aan de nabestaanden. Vaak zorgt dit dan ook, naast het emotionele en sociale leed, voor financiële problemen bij deze gezinnen. Pourriez-vous me fournir les précisions suivantes pour la période du 1er janvier 2001 au 31 décembre 2003 et si possible pour l’année 2004 : Kan u voor de volgende vragen (alle vragen handelen over de periode 1 januari 2001-31 december 2003, eventuele cijfers over 2004 indien mogelijk) meedelen : 1. Combien de suicides et de tentatives de suicide ont eu chaque année pour théâtre le réseau ferroviaire belge ? 1. Hoeveel zelfmoorden en zelfmoordpogingen gebeuren er jaarlijks op het Belgisch spoornet ? 2. Quel coût cela représente-t-il pour la SNCB ? 2. Wat zijn hierdoor de totale kosten voor de NMBS ? 3. Parmi ces dossiers, combien sont traités chaque année par les compagnies d’assurances et combien le sont sans l’intervention d’une compagnie d’assurances ? 3. Hoeveel van deze dossiers worden jaarlijks door de verzekeringen afgehandeld en hoeveel zonder tussenkomst van de verzekeringen ? 4. Certaines compagnies concernées par ces dossiers excluent-elles le suicide de la police d’assurance en responsabilité civile (RC) ? 4. Zijn er in deze dossiers verzekeraars waarbij de polis burgerlijke aansprakelijkheid (BA) zelfmoord uitsluit van tussenkomst ? 5. Quelle partie des frais encourus a été imputée aux proches ? 5. Hoeveel van deze kosten werden er doorgerekend aan de nabestaanden ? 6. Quelle partie a effectivement été payée par les proches ? 6. Hoeveel van de kosten werden er werkelijk betaald door de nabestaanden ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10649 7. Dans combien de dossiers (par an) la SNCB at-elle renoncé à récupérer les frais auprès des proches ? 7. In hoeveel dossiers (jaarlijks) werd de kost aan de nabestaanden dor de NMBS kwijtgescholden ? 8. Les dossiers d’« accident » et de « suicide » sont-ils traités et réglés (également sur le plan financier) sur une base différente ? 8. Wordt er een verschil gemaakt in de behandeling én afhandeling (ook financieel) van een « ongeluk » tegenover « zelfmoord » ? Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 17 février 2005, à la question no 359 de M. Dirk Claes du 23 novembre 2004 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 17 februari 2005, op de vraag nr. 359 van de heer Dirk Claes van 23 november 2004 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. 1. Nombre de suicides et de tentatives de suicide : 1. Aantal zelfmoorden en pogingen tot zelfmoord : Année — Jaar Suicides — Zelfmoorden Tentatives de suicide — Pogingen tot zelfmoord 2001 ................................................... 2002 ................................................... 2003 ................................................... 1/1/2004 au/tot 6/12/2004 .................. 85 86 89 95 49 81 85 78 2. Les notes de frais dressées par la SNCB pour les périodes en question s’élèvent à un total de : 2. Het totaal van de door de NMBS opgestelde onkostennota’s voor de beschouwde periodes bedraagt : — 2001 : 380 539,02 euros; — 2001 : 380 539,02 euro; — 2002 : 312 753,43 euros; — 2002 : 312 753,43 euro; — 2003 : (provisoirement) 332 657,87 euros; — 2003 : (voorlopig) : 332 657,87 euro; — 2004 : (provisoirement) 232 428,03 euros. — 2004 : (voorlopig) : 232 428,03 euro. Concernant ces montants, il y a lieu de faire remarquer que dans les cas où l’identité des victimes n’a pu être déterminée, aucune note de frais n’a été dressée. Des notes de frais ne sont pas davantage rédigées dans les cas où une récupération ne se révèle pas opportune (voir ci-dessous), ou si le préjudice est dérisoire. Hierbij dient te worden opgemerkt dat voor de gevallen waar de identiteit van de slachtoffers niet kan worden achterhaald, er geen onkostennota wordt opgesteld. Er wordt evenmin een onkostennota opgesteld voor die gevallen waarvoor de terugvordering niet opportuun is (zie verder), net zomin als voor de gevallen met een minieme schade. La SNCB subit un autre préjudice du fait des incapacités de travail dans le chef des membres du personnel témoins du sinistre, principalement — mais pas exclusivement — les conducteurs de train. L’incapacité de travail résulte surtout d’un impact psychologique consécutif au sinistre. Un accompagnement psychosocial a été mis sur pied en vue de la prise en charge de ces membres du personnel. Daarnaast lijdt de NMBS schade door de werkonbekwaamheid van de personeelsleden die bij het ongeval waren betrokken, hoofdzakelijk maar niet uitsluitend treinbestuurders. De werkonbekwaamheid is vooral een gevolg van het psychologisch effect van het ongeval. Voor de opvang van deze personeelsleden werd een psychosociale begeleiding in het leven geroepen. Le préjudice découlant des incapacités de travail dans le chef des membres du personnel confrontés à une tentative de suicide consiste en des indemnités pour incapacité de travail temporaire et des dépenses en matière de soins de santé. De schade voortvloeiend uit de werkonbekwaamheid van de personeelsleden die bij een zelfmoord waren betrokken, bestaat uit vergoedingen voor werkonbekwaamheid en kosten voor geneeskundige verzorging. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10650 Pour les périodes en question, les montants totaux des sinistres s’élèvent à : Voor de beschouwde periodes moet rekening gehouden worden met volgende schadetotalen : — 2001 : 39 330,72 euros; — voor 2001 : 39 330,72 euro; — 2002 : 29 451,95 euros; — voor 2002 : 29 451,95 euro; — 2003 (provisoirement) : 52 794,97 euros. — voor 2003 (voorlopig) : 52 794,97 euro. Total (provisoirement) : 121 577,64 euros. Totaal (voorlopig) : 121 577,64 euro. 3. En 2003, un assureur est intervenu dans environ 53 % des cas de (tentatives de) suicide(s). Cependant, on ne peut pas affirmer que, dans 47 % des (tentatives de) suicide(s), un dédommagement ait été prélevé de la succession pour le préjudice subi. Dans de très nombreux cas, la succession est rejetée par les proches parents et le préjudice ne peut pas être dédommagé. 3. In 2003 kwam in ongeveer 53 % van de zelfmoord(poging)en een verzekeraar tussen. Er kan evenwel niet gesteld worden dat in 47 % van de zelfmoord(poging)en de schade werd teruggevorderd van de nalatenschap. In zeer veel gevallen wordt de nalatenschap door de nabestaanden verworpen en kan de schade niet worden gerecupereerd. Environ 90 % des préjudices causés à la suite de (tentatives de) suicides sont récupérés et cela par le biais d’un assureur qui effectue le paiement. Ongeveer 90 % van de schade die naar aanleiding van zelfmoord(poging)en wordt gerecupereerd, wordt door een verzekeraar betaald. 4. La SNCB n’a connaissance d’aucune police familiale dans laquelle le suicide serait explicitement exclu de toute couverture d’assurance. 4. Er is de NMBS geen enkele familiale polis bekend waarin zelfmoord expliciet zou zijn uitgesloten van verzekeringstussenkomst. 5. La SNCB ne rejette jamais la faute du préjudice qu’elle a subi sur les « parents proches » — d’ailleurs, il n’existe aucun fondement juridique permettant de considérer un tel préjudice comme étant une faute personnelle à charge des parents proches — mais l’impute à la succession du/de la défunt(e), la plupart du temps par l’intermédiaire du liquidateur de la succession (dans la plupart des cas, il s’agit d’un notaire). 5. De NMBS rekent de door haar geleden schade nooit door aan « de nabestaanden » — er bestaat trouwens geen enkele rechtsgrond om dergelijke schade te beschouwen als een eigen schuld van de nabestaanden — maar legt ze wel ten laste van de nalatenschap van de overledene, meestal via de vereffenaar van de nalatenschap (in de meeste gevallen is dit een notaris). 6 et 7. Sans objet. 6 en 7. Zonder voorwerp. 8. Le préjudice est calculé de la même manière. Que ce soit lors du traitement d’un « accident » ou dans le cas d’un « suicide », il est tenu compte autant que possible des parents proches. La principale différence au niveau de l’approche est plutôt liée aux circonstances ou au fait qu’un accident ou un suicide sera traité en contact avec les proches parents, plutôt qu’avec une compagnie d’assurance ou un notaire, par exemple. Dans ce dernier cas, le traitement est naturellement beaucoup plus impersonnel. 8. De schade wordt op dezelfde wijze berekend. Bij de afhandeling van zowel een « ongeluk » als een « zelfmoord » wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de nabestaanden. Het belangrijkste verschil in aanpak heeft veeleer te maken met de omstandigheid of de afhandeling van een ongeval of zelfmoord, welke gebeurt in contact met de nabestaanden dan wel met een verzekeringsmaatschappij of bijvoorbeeld een notaris. In het laatste geval is de afhandeling uiteraard veel zakelijker. DO 2004200502733 DO 2004200502733 Question no 361 de Mme Muriel Gerkens du 24 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 361 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : Belgacom. — Campagne publicitaire. Belgacom. — Reclamecampagne. À la suite de la libéralisation du secteur de la téléphonie, de nombreux clients ont quitté Belgacom pour Ingevolge de vrijmaking van de telecommarkt is Belgacom talrijke klanten kwijtgespeeld aan concurre- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10651 s’abonner auprès de sociétés concurrentes, compétitrices au niveau de leurs tarifs. rende maatschappijen die aantrekkelijker tarieven hanteren. Belgacom a lancé une campagne publicitaire à destination de ses anciens clients, basée sur ce qu’ils appellent le « Test d’analyse intérieur ». Un courrier sous forme de concours est donc envoyé aux clients infidèles. L’adresse est précédée de « Personnellement attribué à », avec certificat joint à renvoyer. Le scénario se base sur le cas d’une certaine Mme Mahy, qui, submergée par son quotidien, reçoit le coup de grâce en lisant sa facture téléphonique astronomique, provenant bien sûr d’un autre opérateur que Belgacom. À cela s’ajoute un horoscope promettant monts et merveilles en cas de choix de Belgacom. In een reclamecampagne richt Belgacom zich nu tot zijn vroegere klanten, op grond van een zogenaamde « Interne Analysetest ». De ontrouwe klanten ontvangen een schrijven over een wedstrijd. Naam en adres van de bestemmeling worden voorafgegaan door de formulering « Persoonlijk toegekend aan » en de brief bevat een certificaat dat moet worden teruggestuurd. Het scenario is gebaseerd op het geval van ene mevrouw Mahy : vermoeid als ze is door de dagelijkse beslommeringen, krijgt ze de genadeslag wanneer ze een astronomische telefoonrekening ontvangt. Die is natuurlijk van een andere operator dan Belgacom. Bij het schrijven van Belgacom is een horoscoop gevoegd die gouden bergen belooft aan wie zich bij hen aansluit. Cette forme de publicité me semble fortement tendancieuse, car certaines personnes influençables ou impressionnables, pourraient être suffisamment ébranlées par ce type d’arguments. Nous savons que certains de nos concitoyens vivent en fonction d’un horoscope ou encore participent à tous les concours qui passent, dans l’espoir de gagner le pactole. Ce système d’accroche publicitaire choisi par Belgacom n’est donc pas respectueux des consommateurs les plus faibles, ou tout au moins, les moins armés pour mettre en place un décodage du message publicitaire, ce qui ne manque pas de me surprendre de la part d’une entreprise publique. Dit soort reclame lijkt me erg tendentieus, vermits beı̈nvloedbare of ontvankelijke mensen door dergelijke argumenten makkelijk van slag kunnen worden gebracht. Sommige medeburgers hechten immers veel waarde aan hun horoscoop of doen aan alle mogelijke spelletjes mee, in de hoop dat ze de hoofdprijs wegkapen. De wervende reclame waartoe Belgacom zijn toevlucht neemt, getuigt dan ook van weinig respect voor de zwakste consumenten, of althans voor diegenen die het minst gewapend zijn om de reclameboodschap juist te interpreteren. Van een overheidsbedrijf had ik dit niet verwacht. 1. Êtes-vous au courant de cette campagne publicitaire de Belgacom ? 1. Bent u van die reclamecampagne van Belgacom op de hoogte ? 2. a) Pensez-vous que cette campagne peut être admise de la part d’une entreprise publique ? 2. a) Meent u dat een overheidsbedrijf een dergelijke campagne mag voeren ? b) Dans la négative, qu’envisagez-vous de faire visà-vis de Belgacom ? b) Zo neen, welke maatregelen zal u ten aanzien van Belgacom treffen ? Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 16 février 2005, à la question no 361 de Mme Muriel Gerkens du 24 novembre 2004 (Fr.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 16 februari 2005, op de vraag nr. 361 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 november 2004 (Fr.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Belgacom est une entreprise publique autonome libre de déterminer sa politique en matière de marketing ainsi que les instruments et moyens lui permettant de mener cette stratégie. Les décisions de Belgacom en matière de communication vers le public relèvent d’un choix lié à cette politique et s’inscrivent dans l’autonomie de gestion qui a été conférée à Belgacom par la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques et économiques. Belgacom is een autonoom overheidsbedrijf dat vrij een eigen marketingbeleid kan uitstippelen en zelf de instrumenten en middelen kan bepalen waarmee het deze strategie kan voeren. De beslissingen die Belgacom heeft genomen op het vlak van communicatievoering naar het publiek maken deel uit van een keuze verbonden aan dit beleid en passen in het kader van de bestuursautonomie die aan Belgacom werd toegekend door de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10652 Depuis quelques années, le marché des télécommunications est soumis à une vive concurrence. Cette concurrence s’est exercée au détriment de Belgacom qui a perdu des parts de marché. Dans ce contexte, Belgacom ne reste bien évidemment pas inactive et tente de convaincre les clients qui l’avaient quitté de lui faire confiance à nouveau. Sinds enkele jaren woedt er een hevige concurrentiestrijd op de telecommunicatiemarkt. Deze concurrentieslag viel negatief uit voor Belgacom, dat zijn marktaandeel zag achteruitgaan. Binnen een dergelijke context blijft Belgacom natuurlijk niet bij de pakken zitten en probeert het bedrijf opnieuw het vertrouwen te winnen van voormalige klanten die voor andere bedrijven hebben geopteerd. À cet effet, elle veille notamment à la qualité de son service et à développer des plans tarifaires attractifs et adaptés aux besoins de ses clients. Ces différentes actions ont permis à Belgacom de récupérer de nombreux clients depuis le début de cette année. Belgacom heeft in dit opzicht in het bijzonder oog voor de kwaliteit van zijn dienstverlening en let erop dat het aantrekkelijke tariefplannen ontwikkelt, die aangepast zijn aan de noden van zijn klanten. Door deze verschillende acties is Belgacom er sinds het begin van dit jaar in geslaagd tal van klanten terug te winnen. Afin de convaincre à nouveau les clients, Belgacom développe également des campagnes de publicité auxquelles elle tente, depuis un certain temps, de donner un caractère humoristique. Om de klanten opnieuw te overtuigen ontwikkelt Belgacom tevens reclamecampagnes waaraan het sedert enige tijd een humoristisch karakter probeert te geven. La campagne visée par l’honorable membre dans sa question concerne l’envoi d’un mailing sous la forme d’un journal personnalisé, le « Coût de fil », dont l’humour a pu paraı̂tre déplacé à certaines personnes. De campagne waar het geachte lid in zijn vraag op wijst betreft het verzenden van een mailing, in de vorm van een gepersonaliseerde krant, « Bel en Tel », waarin een soort humor werd gebruikt dat misschien als misplaatst werd ervaren door bepaalde personen. Ce mailing est un courrier publicitaire à but purement commercial. Le concept développé vise à simuler un outil de presse écrite dont le contenu est, avec une touche d’humour, le reflet des perceptions probables d’une personne dont la facture de téléphone est élevée et que l’outil d’analyse de Belgacom lui permet de réduire. Deze mailing is een reclamezending met een zuiver commercieel doel. Het concept dat werd ontwikkeld heeft als doel een geschreven persmiddel na te bootsen, waarvan de inhoud het beeld weerspiegelt dat een klant waarschijnlijk heeft als hij een hoge telefoonrekening in de bus krijgt. Met het analysemiddel van Belgacom kan hij die rekening verminderen. Dit alles wordt gebracht op licht humoristische wijze. Bien que le contenu du mailing soit complètement générique, la personnalisation au nom de chaque destinataire a suscité quelques commentaires indiquant que des clients, dans certains contextes particuliers, se sont identifiés au contenu standard et en ont été choqués. Belgacom le déplore et le regrette. Le but poursuivi était une simulation de réalité, mais certes pas au prix d’un quelconque désagrément, même pour une minorité des clients. Hoewel de inhoud van de mailing algemeen was van opzet, kwamen er toch enkele negatieve reacties op het gepersonaliseerde karakter van de mailing, waarop telkens de naam van de bestemmeling vermeld stond. In bepaalde specifieke contexten herkenden klanten hun eigen situatie in de standaardinhoud. Hierdoor waren ze onthutst. Belgacom betreurt dat dit is gebeurd. Het doel dat Belgacom immers nastreefde met deze campagne was een levensechte situatie na te bootsen, maar men wou hiermee geenszins mensen op enigerlei wijze voor het hoofd stoten, zelfs als het slechts om een uiterst klein segment van de klanten ging. Face à ces réactions et bien que cette publicité réponde entièrement aux prescriptions légales en matière de pratiques du commerce, Belgacom a analysé les réflexions de ses interlocuteurs et a pris immédiatement des mesures correctrices. La deuxième vague de cette publicité portait en bandeau la mention « publicité » et il y était précisé qu’il s’agissait d’un exemplaire personnalisé. Une révision des textes était aussi opérée afin d’éviter tout rapprochement vers des contextes personnels sensibles et/ou négatifs. Entre- Hoewel deze reclamezending volledig beantwoordt aan de wettelijke voorschriften betreffende de handelspraktijken heeft Belgacom, nadat het weet kreeg van de voormelde reacties, de bedenkingen van zijn gesprekspartners onderzocht en direct maatregelen genomen om de situatie recht te zetten. Toen deze campagne werd voortgezet, stond er voortaan « reclame » vermeld bovenaan de advertentie en werd er verduidelijkt dat het om een gepersonaliseerd exemplaar ging. Tevens werden de gebruikte teksten CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10653 temps Belgacom a complètement arrêté cette campagne. gereviseerd om te vermijden dat hetgeen geschreven stond gelinkt zou kunnen worden aan gevoelige en/of negatieve onderwerpen uit de privé-sfeer. Belgacom heeft deze campagne ondertussen volledig stopgezet. DO 2004200502918 DO 2004200502918 Question no 382 de M. Guido De Padt du 17 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 382 van de heer Guido De Padt van 17 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SNCB. — Retards. NMBS. — Vertragingen in het spoorwegvervoer. Tout usager du rail peut constater que les retards des trains sont un sujet de mécontentement pour les voyageurs, tout en générant parfois de vrais problèmes (correspondances manquées, arrivées tardives au travail ou à un rendez-vous, etc.). Wie al eens de trein neemt, komt al snel tot de conclusie dat vertragingen in het spoorvervoer bij de reizigers voor ergernis en soms ook problemen (te laat op het werk of een afspraak, missen van aansluitingen, enzovoort) zorgt. 1. Des indications ou des chiffres (concernant les années 2001, 2002, 2003 et le premier semestre de 2004) attestent-ils que la ponctualité des trains s’est améliorée ? 1. Zijn er aanwijzingen of cijfers (van 2001, 2002, 2003 en eerste helft van 2004) beschikbaar die aantonen dat de treinen stipter rijden dan vroeger ? 2. Quelles sont les principales causes de retards dans le trafic ferroviaire ? 2. Wat zijn de grootste oorzaken die voor vertragingen in het spoorwegvervoer zorgen ? 3. a) Les retards sont-ils systématiquement fréquents certains jours de la semaine ? 3. a) Worden er op regelmatige basis op bepaalde dagen van de week meer vertragingen vastgesteld dan op andere ? plus b) Dans l’affirmative, quels jours sont à considérer davantage comme « jours à risque » ? b) Zo ja, op welke dagen ? 4. a) La ponctualité laisse-t-elle systématiquement à désirer certains jours de l’année ? 4. a) Zijn er specifieke dagen bekend waarop elk jaar opnieuw problemen met de stiptheid zijn ? b) Dans l’affirmative, quels sont ces jours ? b) Zo ja, welke ? 5. Quel est le moment de la journée qui semble le plus propice aux retards ? 5. Op welk moment van de dag doen de meeste vertragingen zich voor ? Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 18 février 2005, à la question no 382 de M. Guido De Padt du 17 décembre 2004 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari 2005, op de vraag nr. 382 van de heer Guido De Padt van 17 december 2004 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. 1. Les pourcentages repris ci-après sont calculés sur la base de l’ensemble des trains qui atteignent leur destination avec tout au plus 5 minutes de retard. La règle des 5 minutes est un critère généralement admis au niveau européen pour le calcul de la régularité. 1. De stiptheidspercentages, zoals hieronder weergegeven, worden berekend op basis van alle treinen die met maximaal 5 minuten vertraging hun eindbestemming bereiken. De 5-minuten regel is een op Europees niveau algemeen aanvaarde maatstaf om de stiptheid te meten. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1346 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10654 Chiffres de régularité — Stiptheidscijfer 2001 2002 2003 2004 Sans neutralisation — Zonder neutralisatie Avec neutralisation (*) — Met neutralisatie (*) 91,2 92,6 92,6 93,2 94,2 95,2 95,3 95,7 ................................................... ................................................... ................................................... ................................................... (*) Après neutralisation des retards dus à une cause de force majeure (lorsque des tiers sont à la base, l’impact de l’incident sur la régularité du trafic des trains est très important, car la SNCB ne peut mettre immédiatement en œuvre toutes les mesures qui s’imposent en pareil cas), à la réalisation de grands travaux d’investissement et aux retards plus importants pour raisons de sécurité (article 59 du contrat de gestion). (*) Na neutralisatie van de vertragingen die een gevolg waren van overmacht (wanneer derden aan de basis liggen dan is de impact van het incident op de stiptheid van het treinverkeer zeer groot omdat de NMBS niet alle door haar gewenste maatregelen onmiddellijk mag uitvoeren), de uitvoering van grote investeringswerken en van vertragingen van langere duur om veiligheidsredenen (artikel 59 van het beheerscontract). 2. Les principales causes de retards encourus au niveau du trafic ferroviaire sont les dérangements aux infrastructures, les pannes de matériel roulant, les incidents provoqués par des tiers (suicides, franchissements des barrières de passages à niveau, agressions, vandalisme, etc.) et, dans une moindre mesure, d’autres incidents de natures très diverses (tels affluence de voyageurs, voyageurs restant à l’abri jusqu’à l’arrivée du train pour se protéger de la pluie, erreurs humaines, embarquement/débarquement de personnes en fauteuil roulant via les rampes mobiles, etc.). 2. De voornaamste oorzaken van vertragingen in het spoorvervoer zijn : storingen aan de infrastructuur, defecten aan het rollend materieel, incidenten veroorzaakt door derden (zelfmoorden, afrijden van slagbomen aan overwegen, agressie, vandalisme, enzovoort) en in beperkte mate andere incidenten van zeer diverse aard (vb. extra reizigerstoeloop, klanten die binnen schuilen voor de regen tot een trein aankomt, menselijke fouten, in- of uitstappen van rolstoelgebruikers door middel van een mobiele oprijhelling, enzovoort). 3. Il y a davantage d’avaries au matériel roulant le lundi matin, du fait que la plupart de celui-ci est immobilisé durant le week-end. 3. Er zijn op maandagochtend iets meer defecten aan het rollend materieel omdat veel treinmaterieel gedurende het weekend stilstaat. 4. Le matériel roulant et les infrastructures de voies sont plus sensibles aux avaries durant l’automne et l’hiver compte tenu entre autres de la chute brutale des températures, du taux élevé d’humidité et de la chute des feuilles combinée à la pluie qui forment une boue glissante sur les voies. 4. Het rollend materieel en de spoorinfrastructuur zijn storingsgevoeliger in de herfst en winterperiode. Plotse koude, hoge luchtvochtigheid, vallende bladeren (gecombineerd met regen vormen deze een smurrie op de sporen) eisen jaarlijks hun tol. DO 2004200502938 DO 2004200502938 Question no 385 de Mme Annelies Storms du 21 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 385 van mevrouw Annelies Storms van 21 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SNCB. — Dépôts de vélos gardés dans les gares. NMBS. — Bewaakte fietsenstallingen aan de stations. En mai 2004, le concessionnaire chargé des dépôts de vélos sous surveillance électronique existant dans sept grandes gares de Flandre a été déclaré en faillite et 1 900 emplacements pour vélos sont dès lors devenus indisponibles. À Gand, le parking pour bicyclettes, In mei 2004 ging de concessiehouder failliet die instond voor de elektronisch beveiligde fietsenstallingen bij zeven grote stations in Vlaanderen, 1 900 fietsenstelplaatsen gingen hierdoor verloren. De Gentse fietsenstalling telde ongeveer 600 plaatsen, steeds volzet, CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10655 comptant 600 emplacements, était toujours complet et faisait même l’objet d’une liste d’attente. Il me revient qu’un nouveau concessionnaire aurait été désigné entre-temps. er was zelfs een wachtlijst. Ik vernam dat er intussen een nieuwe concessionaris aangesteld werd. Toutefois, la réouverture du dépôt gardé de vélos reste incertaine et des dates différentes sont avancées à chaque fois. L’association de cyclistes Gentse Fietsersbond a mené récemment à la gare de Gand SaintPierre une action pour manifester son mécontentement. Onlangs voerde de Gentse Fietsersbond actie aan het Gentse Sint-Pietersstation omdat er nog steeds geen duidelijkheid is over de heropening van de bewaakte fietsenstalling. Er worden steeds andere data voor de heropening naar voren geschoven. 1. a) Quand le contrat du nouveau concessionnaire prendra-t-il cours ? 1. a) Vanaf wanneer gaat het contract met deze nieuwe concessionaris in ? b) Quand le dépôt de vélos gardé de la gare de Gand Saint-Pierre pourra-t-il être réutilisé ? b) Wanneer zal de bewaakte stalling aan het SintPietersstation opnieuw gebruikt kunnen worden ? c) Pour quelle raison la réouverture de ce dépôt estelle sans cesse postposée ? c) Wat is de reden voor de steeds uitgestelde heropening van de fietsenstalling ? 2. a) Le nouveau concessionnaire ouvrira-t-il les parkings gardés pour bicyclettes qui existent déjà dans les sept grandes gares de la SNCB ? 2. a) Zal de nieuwe concessiehouder de bestaande bewaakte fietsenparkings aan de zeven grote NMBS-stations openen ? b) Quelle sera la capacité de ces dépôts et quel sera en particulier le nombre de places disponibles à la gare de Gand St-Pierre ? b) Welke capaciteit zullen deze stallingen hebben en meer specifiek hoeveel fietsparkeerplaatsen zullen er in de bewaakte stalling van Gent Sint-Pieters ter beschikking komen ? c) L’ouverture de dépôts gardés pour vélos est-elle prévue dans d’autres gares ? c) Zijn er nog plannen om aan andere stations bewaakte fietsenstallingen te openen ? d) Pourquoi (pas) ? d) Waarom (niet) ? 3. Quel sera le prix de l’abonnement pour l’utilisation des dépôts gardés ? 3. Hoeveel zal de abonnementsprijs bedragen om een fiets in dergelijke bewaakte stalling achter te laten ? 4. Une expérience-pilote a récemment démarré dans cinq gares. Il s’agit de la location, par le biais d’une carte d’abonnement, de véritables consignes pour vélos. 4. Onlangs startte aan vijf stations een proefproject met fietsenkluizen. Via een abonnementskaart kan je dergelijke kluis huren. a) Envisagez-vous d’étendre cette l’évaluation du projet est positive ? a) Overweegt u deze vorm van bewaakte fietsenstalling uit te breiden indien dit project positief geëvalueerd wordt ? formule si b) Pourquoi (pas) ? b) Waarom (niet) ? 5. Il y a peu, vous avez déclaré dans une interview qu’il fallait multiplier les parkings près des gares pour inciter les automobilistes à prendre le train. Pour ce faire, le ministre devrait dégager un budget de 100 millions d’euros au cours des 4 à 5 années à venir. 5. In een interview verklaarde u onlangs dat er meer parkeerterreinen rond stations moeten komen om zo automobilisten naar de trein te lokken. Daarvoor zou de minister 100 miljoen euro uittrekken de komende 4 à 5 jaar. Envisagez-vous aussi, par analogie, d’augmenter les moyens consacrés aux emplacements pour vélos dans les gares ? Voorziet u naar analogie met de middelen voor meer parkeerplaatsen aan de stations ook in meer middelen voor fietsenstelplaatsen aan stations ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10656 Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005, à la question no 385 de Mme Annelies Storms du 21 décembre 2004 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari 2005, op de vraag nr. 385 van mevrouw Annelies Storms van 21 december 2004 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. 1. a) Les négociations avec le candidat-exploitant sont entrées dans une phase finale. La SNCB espère que les contrats seront signés dans les meilleurs délais. La firme doit respecter un délai de livraison de 10 semaines vis-à-vis de ses sous-traitants. 1. a) De onderhandelingen met de kandidaat-uitbater zitten in een eindfase. De NMBS hoopt dat de contracten zo snel mogelijk ondertekend worden. De firma moet ten aanzien van zijn toeleveranciers een leveringstermijn van 10 weken in acht nemen. b) Compte tenu du délai d’exécution, il est très probable que le dépôt pour vélos de la gare de Gand-Saint-Pierre puisse être rouvert au début du mois de mars 2005. b) Rekening houdend met de uitvoeringstermijn kan vooropgesteld worden dat de fietsenstalling aan het station Gent-Sint-Pieters begin maart 2005 opnieuw open kan. c) Les motifs des reports successifs de la date d’ouverture sont d’ordres divers. c) De redenen voor het steeds vooruitschuiven van de openingsdatum zijn verschillend. Une sous-estimation des pièces à réparer, les discussions entre les 3 parties (SNCB, candidat-exploitant, curateur), les exigences inacceptables du candidatexploitant, etc., ont entraı̂né des reports successifs de la date d’ouverture. Een onderschatting van de te herstellen onderdelen, de besprekingen met 3 partijen (NMBS, kandidaatuitbater, curator), onaanvaardbare eisen van de kandidaat-uitbater, enzovoort, hebben er voor gezorgd dat de openingsdatum steeds moest verschoven worden. 2. a) Le nouvel exploitant doit réparer les pièces endommagées, effectuer une mise à jour du software de commande (sans contact afin d’éviter l’usure et les problèmes techniques) et doit ouvrir ainsi qu’exploiter les 7 parkings pour vélos. 2. a) De nieuwe uitbater moet de beschadigde onderdelen herstellen, moet een upgrade aan de sturingssoftware uitvoeren (contactloos om sleet en technische problemen te vermijden) en moet de 7 fietsenparkings openen en exploiteren. b) Les parkings pour vélos auront la capacité suivante : b) De fietsenparkings zullen de volgende capaciteit hebben : Anvers-Berchem = 235 places; Antwerpen-Berchem = 235 plaatsen; Courtrai = 160 places; Kortrijk = 160 plaatsen; Gand = 551 places; Gent = 551 plaatsen; Malines = 120 places; Mechelen = 120 plaatsen; Anvers-Central = 155 places; Antwerpen-Centraal = 155 plaatsen; Louvain = 240 places; Leuven = 240 plaatsen; Bruges = 400 places. Brugge = 400 plaatsen. c) La SNCB envisage pour l’instant d’ouvrir des parkings identiques pour vélos dans les gares de Hal, Bruxelles-Midi, Bruges (extension), GandSaint-Pierre (extension), Anvers-Central (extension). 3. Les prix des abonnements restent inchangés. 4. En cas d’évaluation positive du projet à l’essai, la SNCB conclura un contrat-cadre avec le fournisseurexploitant. Il est dès lors très probable que des consi- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 c) De NMBS heeft voorlopig plannen om identieke fietsenparkings te openen aan het station te Halle, Brussel-Zuid, Brugge (uitbreiding), Gent-SintPieters (uitbreiding), Antwerpen-Centraal (uitbreiding). 3. De abonnementsprijzen blijven dezelfde. 4. Bij een positieve evaluatie van het proefproject zal de NMBS een raamcontract sluiten met de leverancier-exploitant. Een uitbreiding van fietskluizen naar 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10657 gnes pour vélos soient prévues dans d’autres gares et points d’arrêt. andere stations en stopplaatsen kan dan vooropgesteld worden. 5. Les budgets consacrés à l’aménagement des dépôts ont été augmentés ces dernières années. 5. De jongste jaren werden de budgetten voor het inrichten van fietsenstallingen opgedreven. DO 2004200502939 DO 2004200502939 Question no 386 de M. Servais Verherstraeten du 21 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 386 van de heer Servais Verherstraeten van 21 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SNCB. — Finition d’une nouvelle gare à Mol. NMBS. — Afwerking van een nieuw station te Mol. Les bâtiments d’une nouvelle gare à Mol sont étanches au vent et aux intempéries depuis longtemps déjà. Reeds geruime tijd staat in Mol een nieuw stationsgebouw water- en winddicht. Un tunnel doit toutefois encore être construit. L’adjudication pour l’aménagement de ce tunnel avait été annoncée pour le printemps 2004 et le commencement des travaux pour le début du mois de juin 2004. Er dient echter ook nog een tunnel gebouwd te worden. De aanbesteding voor de ondertunneling zou plaatsvinden in het voorjaar 2004 en de aanvang begin juni 2004. 1. a) Quel est l’état d’avancement du dossier ? 1. a) Wat is de huidige stand van zaken ? b) Quelle est l’origine du nouveau retard ? b) Wat is de oorzaak van bijkomende vertraging ? c) Quand la finition des travaux est-elle prévue ? c) Wanneer is de afwerking van deze werken gepland ? 2. La finition intérieure de la gare n’a pas été entamée après l’achèvement du gros-œuvre, comme initialement prévu. 2. Ook de binnenafwerking van het station gebeurde niet in opvolging van de afwerking van de ruwbouw, hoewel dit aanvankelijk gepland was. Vous aviez annoncé que ces travaux de finition avaient été prévus pour fin 2004 et que le bâtiment serait progressivement mis en service à partir de l’automne 2005. U heeft gesteld dat de afwerking hiervan gepland was einde 2004 en het gebouw zou stapsgewijze in gebruik genomen worden vanaf het najaar 2005. La fin de l’année 2004 approche et les travaux de finition n’ont pas encore débuté. Eind 2004 is in zicht en de afwerking heeft helemaal niet plaatsgevonden. a) Quelle est la raison de ce retard ? a) Wat is de reden van de vertraging ? b) Quels travaux doivent encore être réalisés ? b) Wat dient nog te gebeuren ? c) Quel est le coût de ces travaux ? c) Wat is de kostprijs hiervan ? d) L’adjudication a-t-elle déjà eu lieu ? d) Werd het dossier reeds aanbesteed ? e) Dans l’affirmative, quand ? e) Zo ja, wanneer ? f) Quels en sont les résultats ? f) Wat zijn de resultaten hiervan ? g) Quand les travaux de finition intérieure débuteront-ils et quel est le calendrier prévu ? g) Wanneer wordt de binnenafwerking in het vooruitzicht gesteld en wat is de timing ? 3. Qu’adviendra-t-il du bâtiment de l’ancienne gare ? Sa démolition était prévue mais le délai fixé dans le permis de démolition serait dépassé. 3. Wat gebeurt er met het oude stationsgebouw ? De afbraak was gepland, maar de sloopvergunning zou zijn vervallen. 4. a) Comment expliquez-vous que les mesures nécessaires n’aient pas été prises dans les délais ? 4. a) Wat is de reden dat de nodige acties niet tijdig werden voorzien ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10658 b) Quelle destination la SNCB compte-t-elle à présent donner au bâtiment ? b) Wat zijn de plannen van de NMBS nu met het gebouw ? c) Sera-t-il encore démoli ? c) Wordt het nog afgebroken ? d) Dans l’affirmative, quel est le calendrier prévu ? d) Zo ja, wat is de timing ? 5. Les quais ne sont actuellement pas dotés d’abris contre les intempéries. Quelles mesures temporaires envisagez-vous ? 5. Op dit ogenblik zijn op de perrons geen schuilvoorzieningen aanwezig. Wat kan hier ondertussen aan gebeuren ? 6. Les emplacements pour bicyclettes posent également problème. L’administration communale a sacrifié quelques places de stationnement pour voitures et a livré des barrières nadar. La SNCB devait fournir des râteliers à vélos mais cela ne semble pas avoir été le cas. 6. Ook de fietsstalling levert een probleem op. Het gemeentebestuur offerde enkele parkeerplaatsen op en leverde nadars. De NMBS zou fietsrekken bezorgen maar dit blijkt evenmin het geval. Qu’en est-il de ces râteliers ? Waar blijven de fietsrekken ? Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005, à la question no 386 de M. Servais Verherstraeten du 21 décembre 2004 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari 2005, op de vraag nr. 386 van de heer Servais Verherstraeten van 21 december 2004 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Des travaux d’une telle ampleur et d’une telle complexité se déroulent rarement conformément au planning établi lors de l’étude. Le retard est minimal et dépend de plusieurs facteurs. En tout cas, la SNCB veille à ce que le délai d’exécution soit le plus court possible. Werken van dergelijke omvang en complexiteit lopen zelden volgens een tijdens de studie opgestelde planning. De vertraging is minimaal en afhankelijk van meerdere factoren. In ieder geval zorgt de NMBS voor een zo’n kort mogelijke uitvoeringstermijn. 1. Les travaux de construction du passage sousvoies sont en cours d’exécution. Les travaux ont débuté le 6 août 2004 et seront terminés fin octobre 2005. 1. De werken voor de bouw van de onderdoorgang zijn in uitvoering. De werken gingen van start op 6 augustus 2004 en worden beëindigd eind oktober 2005. 2. L’achèvement du bâtiment de gare, qui fera également office de cabine d’aiguillage, va de paire avec l’installation des différentes techniques qui sont actuellement mises au point. Le prix de revient de ces travaux de finition s’élève à 2 209 000 euros et doit être intégré dans le budget d’investissement. 2. De afwerking van het stationsgebouw, dat eveneens dienst zal doen als seinhuis, gaat gepaard met de installatie van uiteenlopende technieken, die momenteel worden op punt gesteld. De kostprijs voor deze afwerking bedraagt 2 209 000 euro en dient in het investeringsbudget ingepast te worden. D’après la dernière réunion de coordination des travaux, qui s’est tenue le 9 novembre 2004, la fin des travaux est prévue le 30 septembre 2006 (y compris le mise en service des guichets et de la salle des pas perdus). Volgens de laatste coördinatievergadering van de werken, gehouden op 9 november 2004, voorziet men het einde der werken op 30 september 2006 (inclusief het in gebruik nemen van de loketten en de wachtzaal). 3 et 4. En ce qui concerne les travaux dans la gare de Mol, un permis d’urbanisme a été obtenu le 21 juin 2002. 3 en 4. Voor de werken in het station Mol werd op 21 juni 2002 een stedenbouwkundige vergunning verkregen. Le permis de bâtir reprend entre autres les projets suivants : la pose de nouvelles voies et de quais, l’aménagement de la nouvelle place de la gare, la construction d’un nouveau bâtiment de gare et de dépôts pour vélos, la construction d’un passage sous-voies De bouwvergunning bevat onder meer volgende projecten : het aanleggen van nieuwe sporen en perrons, het aanleggen van het nieuwe stationsplein, het bouwen van een nieuw stationsgebouw en fietsenstallingen, het bouwen van een onderdoorgang voor CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10659 pour les voyageurs, la construction d’un escalier d’accès menant au passage sous-voies existant et la démolition du bâtiment de gare existant. Les projets sont liés entre eux et ne peuvent être ni évalués ni exécutés séparément. reizigers, het bouwen van een toegangstrap naar bestaande onderdoorgang en het slopen van het bestaand stationsgebouw. De projecten zijn onderling samenhangend en kunnen niet afzonderlijk worden beoordeeld noch uitgevoerd. Le permis d’urbanisme est annulé de plein droit lorsque le titulaire du permis n’a pas réellement entamé la réalisation des travaux dans un délai de deux ans suivant la délivrance du permis. De stedenbouwkundige vergunning vervalt van rechtswege indien de vergunninghouder niet daadwerkelijk met de verwezenlijking van de werken van start is gegaan, binnen een termijn van twee jaar na afgifte van de vergunning. Le délai débute le jour de la réception définitive du permis. Le permis d’urbanisme est également annulé de plein droit lorsque les travaux ont été interrompus durant plus de deux ans ou, quand il s’agit de bâtiments, lorsque le bâtiment n’est pas à l’abri du vent dans les trois ans suivant le début des travaux. De sorte que le Groupe SNCB peut affirmer que le permis autorisant la démolition du bâtiment de gare est toujours valable. De termijn vangt aan op de dag waarop de vergunning definitief wordt verkregen. De stedenbouwkundige vergunning vervalt eveneens van rechtswege indien de werken gedurende meer dan twee jaar onderbroken of, als het om gebouwen gaat, wanneer het gebouw niet winddicht is binnen de drie jaar na de aanvang van de werken. Dusdanig kan de Groep NMBS stellen dat de vergunning voor de sloop van het stationsgebouw nog geldig is. La SNCB prévoit les phases suivantes pour la démolition du bâtiment de gare : Phase 1 (à partir du 1er novembre 2006) : démolition d’une partie du bâtiment de gare. Phase 2 (à partir du 1er juin 2008) : démolition de la partie restante, après reprise de tous les éléments techniques installés ensuite dans le nouveau bâtiment de gare. De NMBS voorziet volgende fasen voor de afbraak van het stationsgebouw : Fase 1 (vanaf 1 november 2006) : afbraak van een gedeelte van het stationsgebouw. Fase 2 (vanaf 1 juni 2008) : Afbraak resterend gedeelte, na overname van alle technieken door de installatie in het nieuwe stationsgebouw. 5. Trois abris de quai seront placés prochainement. 5. Er worden geplaatst. eerstdaags drie schuilhuisjes 6. Afin de pouvoir exécuter les travaux au niveau du passage sous-voies, les râteliers pour vélos qui se trouvaient dans cette zone de chantier ont été enlevés et déplacés vers la zone située entre l’ancien bâtiment de gare et le passage à niveau. 6. Om de werken aan de onderdoorgang voor de reizigers te kunnen uitvoeren, werden de fietsrekken die zich in die werfzone bevonden weggenomen en verplaatst naar de zone tussen het oude stationsgebouw en de overweg. Les services concernés du Groupe SNCB n’ont pas connaissance d’une promesse quelconque concernant le placement de râteliers supplémentaires pour vélos. Ils vont toutefois examiner la question. En tout cas, la surface requise devra être libérée en vue de l’exécution des travaux. De bevoegde diensten van de Groep NMBS zijn niet op de hoogte van de belofte betreffende het plaatsen van bijkomende fietsenrekken. Een onderzoek zal nochtans worden doorgevoerd. In ieder geval dienen ze de vereiste oppervlakte voor de uitvoering der werken vrij te houden. DO 2004200502960 DO 2004200502960 Question no 387 de Mme Marleen Govaerts du 22 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 387 van mevrouw Marleen Govaerts van 22 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : La Poste. — Distribution du courrier. De Post. — Bedeling. La Poste assure la distribution de certains imprimés « en toutes boı̂tes », à condition bien sûr que le client qui en demande la distribution acquitte la somme due au bureau de dépôt. Le tarif de ce service varie en fonc- De Post voorziet in de mogelijkheid bepaalde drukwerken van huis tot huis te bedelen, als natuurlijk de opdrachtgever voldoende betaalt op het afgiftekantoor. Het tarief van deze dienstverlening varieert naar CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10660 tion du nombre d’habitants de la zone couverte par le bureau de poste en question. Pourtant, il arrive régulièrement que des imprimés ne soient pas déposés dans toutes les boı̂tes aux lettres. Ainsi, la présence d’un autocollant portant une mention du type « pas de publicités svp » peut être une des raisons pour lesquelles un imprimé ne sera pas distribué. gelang het aantal inwoners van het gebied waar het postkantoor gelegen is. Toch gebeurt het regelmatig dat bepaalde blaadjes niet overal worden gepost. Eén reden voor het niet bedelen is de sticker « geen reclamedrukwerk en/of periodieken ». 1. Comment la distribution est-elle organisée dans les immeubles à appartements ? 1. Hoe gebeurt de verdeling in appartementsgebouwen ? 2. Comment la distribution est-elle organisée dans les maisons de retraite ? 2. Hoe gebeurt de verdeling in bejaardentehuizen ? 3. a) Que deviennent les imprimés non-distribués ? 3. a) Wat gebeurt er met de niet-bedeelde blaadjes ? b) Quel est le volume d’imprimés non-distribués par an et par province ? b) Hoeveel zijn er dat per jaar, per provincie ? 4. a) Quelles instructions concrètes les facteurs reçoivent-ils en ce qui concerne la distribution d’envois « en toutes boı̂tes » ? 4. a) Welke opdracht krijgen de postbodes concreet voor het « van huis tot huis » bedelen van poststukken ? b) Sont-ils obligés de déposer l’envoi dans toutes les boı̂tes sans exception, ou peuvent-ils d’abord demander l’autorisation du destinataire ? b) Zijn zij verplicht elke brievenbus te voorzien of mogen zij eerst de bestemmeling om zijn toelating vragen ? Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005, à la question no 387 de Mme Marleen Govaerts du 22 décembre 2004 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari 2005, op de vraag nr. 387 van mevrouw Marleen Govaerts van 22 december 2004 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Tout d’abord, il me semble utile de signaler que le tarif varie selon le type de produit et non selon le nombre d’habitants d’une zone. Allereerst lijkt het mij nuttig er op te wijzen dat het tarief varieert naargelang het producttype en niet naargelang het aantal inwoners van een zone. 1. Pour les boı̂tes aux lettres individuelles tout comme pour les boı̂tes groupées (dans le hall d’entrée de bâtiments à appartements), les mêmes règles s’appliquent pour la distribution d’imprimés non adressés : 1. Voor individuele brievenbussen evenals voor gegroepeerde brievenbussen (in de inkomhall appartementsgebouwen) gelden dezelfde regels voor de uitreiking van ongeadresseerd drukwerk : — les imprimés publicitaires sont distribués dans chaque boı̂te aux lettres, sauf celle dont le propriétaire fait savoir au moyen d’un autocollant sur la boı̂te, qu’il/elle ne souhaite pas recevoir d’imprimé non adressé; — publicitair drukwerk wordt uitgereikt in elke brievenbus, uitgezonderd deze waarvan de eigenaar via een zelfklever op de bus te kennen geeft dat hij/ zij geen ongeadresseerd drukwerk wenst te ontvangen; — les imprimés informatifs non adressés émanant des pouvoirs publics sont distribués dans toutes les boı̂tes sans distinction. — ongeadresseerd informatief drukwerk dat uitgaat van openbare overheden wordt uitgereikt in alle bussen zonder onderscheid. 2. Tout le courrier pour les maisons de retraite est distribué dans la boı̂te, à l’adresse de l’institution. Les imprimés non adressés sont distribués dans cette boı̂te selon les règles susmentionnées. 2. Alle post voor de bejaardentehuizen wordt uitgereikt in de brievenbus, op het adres van het tehuis. In deze brievenbus wordt ongeadresseerd drukwerk uitgereikt volgens de hiervoor vermelde regels. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10661 3. Les imprimés non adressés excédentaires sont détruits. La Poste ne tient pas à jour le nombre d’envois excédentaires. 4. Les facteurs doivent : 3. Overtollig ongeadresseerd drukwerk wordt vernietigd. De Post houdt geen cijfers bij over de aantallen overtollig drukwerk. 4. De postbodes moeten : — avant tout appliquer les règles mentionnées au point 1; — allereerst de onder antwoord 1 vermelde regels toepassen; — respecter les instructions en matière de jour(s) de distribution pour tous les imprimes; — de instructies inzake de uitreikingdag(en) voor elk drukwerk respecteren; — distribuer les imprimés non adressés simultanément au courrier adressé. — het ongeadresseerde drukwerk samen met de geadresseerde post uitreiken. DO 2004200502961 DO 2004200502961 Question no 388 de M. Guido De Padt du 22 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 388 van de heer Guido De Padt van 22 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : Loterie nationale. — Joueurs. — Formulaires. — Détermination de l’affectation des bénéfices. Nationale Loterij. — Spelers. — Formulieren. — Aanduiding doelen winst. Selon des communiqués de presse récents, la Loterie Nationale va répartir différemment ses subsides et les initiatives sociales vont recevoir plus d’argent, au détriment du sport et de la culture. Il n’y a rien de particulier à redire, si ce n’est que ceux qui amènent les fonds n’ont pas voix au chapitre. Pour chaque montant de 2,5 euros investi par un joueur de loto, 1,17 euro est notamment versé dans le pot commun d’environ 210 millions d’euros consacré annuellement à de « bonnes causes ». Volgens recente persberichten gaat de Nationale Loterij haar subsidies anders verdelen en zullen sociale initiatieven meer geld krijgen, dit ten koste van sport en cultuur. Op zichzelf is daar niets op aan te merken, behalve dat diegene die voor de fondsen zorgt, daar geen inspraak in heeft. Van elke 2,5 euro die een loterijspeler inzet, gaat 1,17 euro onder meer naar de pot van ongeveer 210 miljoen euro die jaarlijks aan het goede doel wordt besteed. Il me semble indiqué d’associer davantage les joueurs à la politique de subsides et de renforcer l’assise de celle-ci. De nombreux joueurs ne réalisent en effet pas toujours qu’ils apportent une contribution substantielle au mécénat très méritoire de la Loterie Nationale. Je pense qu’il est possible de remédier à cette situation et de démocratiser d’une certaine manière le mode d’affectation (dans les domaines social, culturel, sportif, scientifique, etc.) de ces montants. C’est possible à mon estime en permettant d’indiquer par une croix sur les billets qui doivent être enregistrés (et je songe en premier lieu aux billets de loto) le secteur auquel seraient destinées les recettes. Het lijkt mij aangewezen om de spelers nauwer te betrekken bij het subsidiebeleid en ook het draagvlak daarvoor aan te zwengelen. Vele spelers zijn zich immers niet echt bewust van het feit dat zij een belangrijke bijdrage leveren tot het zeer verdienstelijk mecenaat van de Nationale Loterij. Ik meen dat aan deze situatie en aan een zekere democratisering van de bestemming (sociaal, cultureel, sportief, wetenschappelijk, enzovoort) van de ingezette bedragen kan verholpen worden. Dit kan mijns inziens gebeuren door op de biljetten die moeten worden geregistreerd (en ik denk daarbij in de eerste plaats aan Lotto) in de mogelijkheid te voorzien aan te kruisen naar welk(e) doel(en) men graag zou zien dat de ingezette sommen gaan. Seriez-vous disposé à imposer, par un contrat de gestion entre la Loterie Nationale et le gouvernement fédéral (et après la réalisation d’une étude de faisabilité) cette obligation à la Loterie afin de permettre aux joueurs de préciser sur le formulaire qu’ils doivent faire enregistrer l’affectation qu’ils souhaitent pour les montants en jeu. Bent u bereid om in het beheercontract tussen de Nationale Loterij en de federale overheid, aan de eerstgenoemde de verplichting op te leggen (minstens de haalbaarheid ervan te onderzoeken) om aan de spelers de mogelijkheid te geven om op de formulieren, waarvan zij de registratie moeten doen, aan te duiden voor welk(e) doel(en) men de daarvoor beschikbare winst wil bestemmen ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1347 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10662 Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005, à la question no 388 de M. Guido De Padt du 22 décembre 2004 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari 2005, op de vraag nr. 388 van de heer Guido De Padt van 22 december 2004 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Je suis d’accord avec l’honorable membre lorsqu’il dit que le public ne sait pas assez que les bénéfices de la Loterie Nationale sont utilisés pour soutenir une large gamme d’objectifs d’intérêt public. La Loterie Nationale a d’ailleurs l’intention de mener une campagne dans les médias afin d’y remédier. Ik ben het eens met het geachte lid dat het publiek niet voldoende weet dat de winsten van de Nationale Loterij aangewend worden om een ruim gamma van doelstellingen van algemeen nut te ondersteunen. De Nationale Loterij plant daarom een campagne in de media om dit gegeven meer bekendheid te geven. Toutefois, il ne me semble pas souhaitable de laisser les participants décider de la destination des deniers issus de leur mise. Il incombe à l’état, dans les limites du cadre légal et compte tenu des besoins et des priorités qu’il avance, de décider de la destination de ces deniers et d’assumer sa responsabilité politique. Het lijkt mij echter niet gewenst om de deelnemers zelf te laten beslissen wat de bestemming moet worden van de gelden, afkomstig van hun inzet. Het komt aan de overheid toe om, binnen de grenzen van het wettelijke kader en rekening houdend met de noden en met de prioriteiten die zij stelt, hierover te oordelen en haar politieke verantwoordelijkheid op te nemen. D’autre part, la mesure proposée ne nécessiterait pas en premier lieu une adaptation du contrat de gestion conclu avec l’État mais plutôt un amendement de la loi du 19 avril 2002 relative à la rationalisation du fonctionnement et de la gestion de la Loterie Nationale. De voorgestelde maatregel zou ten andere niet zozeer een aanpassing van het beheerscontract met de Nationale Loterij, doch vooral en in eerste instantie een wijziging van de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij noodzakelijk maken. DO 2004200503041 DO 2004200503041 Question no 394 de M. Francis Van den Eynde du 11 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 394 van de heer Francis Van den Eynde van 11 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : BIAC. — Conseil d’administration. — Représentants belges. BIAC. — Raad van bestuur. — Belgische vertegenwoordigers. Les membres du nouveau conseil d’administration de BIAC ont été désignés fin décembre 2004. Eind december 2004 werden de leden van de nieuwe raad van bestuur van BIAC aangeduid. Désormais, ce conseil sera composé de sept membres représentant l’actionnaire principal australien et de quatre membres représentant l’État belge. Voortaan zal deze bestaan uit zeven vertegenwoordigers van de Australische hoofdaandeelhouder en vier van de Belgische Staat. Selon la presse faisant autorité en la matière, les quatre membres belges seraient issus chacun des quatre partis politiques qui constituent le gouvernement actuel. Il s’agirait notamment de deux Flamands d’obédience socialiste et libérale et de deux Wallons affiliés au PS et au MR. Volgens gezaghebbende kranten zijn deze laatsten netjes verdeeld onder de politieke partijen die deel uitmaken van de regering, namelijk aan Vlaamse kant een socialist en een VLD’er en aan Waalse kant iemand van de MR en iemand van de PS. 1. Cette information est-elle exacte ? 1. Klopt deze informatie ? 2. Hormis le critère politique, d’autres critères ontils été pris en considération pour leur désignation ? 3. Dans l’affirmative, lesquels ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2. Werden er nog andere criteria dan politieke voor hun aanduiding toegepast ? 3. Zo ja, dewelke ? 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10663 Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005, à la question no 394 de M. Francis Van den Eynde du 11 janvier 2005 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. Tout d’abord, je dois vous communiquer que l’État ne peut présenter que 3 administrateurs à l’assemblée générale de BIAC. Le quatrième administrateur auquel vous faites référence est sans doute le président. Celuici est toutefois désigné sur proposition conjointe de Macquarie et de l’État. En tant qu’actionnaire minoritaire, nous avons attendu à ce propos les initiatives de Macquarie, qui a avancé M. Luc Vandenbossche. Sans doute le groupe Macquarie a-t-il employé d’autres critères que des critères politiques dans sa décision de réaffirmer son rôle-clé dans cette phase de transition. La politique à l’aéroport, et notamment la phase du procès de vente, a reçu une évaluation très positive. Je ne vois donc aucune raison pour le gouvernement de retirer la confiance qu’il a accordée à M. Luc Vandenbossche lorsque celui-ci a été nommé CEO sur proposition des actionnaires privés de l’époque. Deux des trois autres administrateurs auxquels vous faites référence faisaient déjà partie de l’ancien conseil d’administration. La nomination de M. Olivier Vanderijst est certes assez récente, mais a été amplement motivée dans l’arrêté royal en question. Je vous transmets en annexe une copie de cet arrêté. Étant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au Greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires). M. Descheemaeker est administrateur de BIAC depuis un certain temps déjà, dispose d’une grande expérience du secteur des transports et peut, de ce fait, contribuer dans une mesure importante au raccordement de l’aéroport. Le dernier administrateur, M. Olivier Henin, a été loué pour ses capacités en matière de finances. De ce fait, l’on peut le considérer comme étant complémentaire par rapport aux autres administrateurs. Finalement, vu qu’il s’agit de la désignation des membres du conseil d’administration, une certaine dispersion sociale des mandats n’a rien d’inhabituel ou d’incorrect. Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari 2005, op de vraag nr. 394 van de heer Francis Van den Eynde van 11 januari 2005 (N.) : In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Vooreerst dien ik u te melden dat de Staat slechts 3 bestuurders kan voorstellen aan de algemene vergadering van BIAC. Als vierde bestuurder zal u waarschijnlijk wel refereren naar de voorzitter. Deze wordt evenwel op gezamenlijk voorstel van Macquarie en de Staat aangeduid. Als minderheidsaandeelhouder hebben we ter zake gewacht op initiatieven van Macquarie, die de heer Luc Vandenbossche naar voren heeft geschoven. Ongetwijfeld zal Macquarie wel andere dan politieke criteria hebben gehanteerd om hem in deze overgangsfase verder een sleutelrol te laten spelen. Het beleid in de luchthaven, en inzonderheid de fase van het verkoopsproces wordt bijzonder positief geëvalueerd. Ik zie dan ook geen reden waarom de regering het vertrouwen zou opzeggen dat ze in de heer Luc Vandenbossche heeft gesteld toen hij, op voorstel van de toenmalige privé-aandeelhouders, als CEO is aangesteld. Ook twee van de drie andere bestuurders waarnaar u refereert, maakten reeds deel uit van de vroegere raad van bestuur. De benoeming van de heer Olivier Vanderijst is weliswaar redelijk recent, maar werd in het desbetreffende koninklijk besluit op uitgebreide wijze gemotiveerd. Als bijlage bezorg ik u een kopie van dit besluit. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen). De heer Descheemaeker is reeds langer bestuurder van BIAC, heeft een uitgebreide ervaring in de vervoerssector en kan daarmee in belangrijke mate bijdragen tot de ontsluiting van de luchthaven. De laatste bestuurder, de heer Olivier Henin is aangeprezen omwille van zijn financiële capaciteiten, waarmee hij als complementair ten aanzien van de andere bestuurders kan worden beschouwd. Gezien het gaat om de aanduiding van de raad van bestuur is ten slotte een zekere maatschappelijke spreiding van de mandaten niet ongewoon of verkeerd. DO 2004200503068 DO 2004200503068 Question no 398 de M. Jan Mortelmans du 13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : SNCB. — Horaire de vacances anticipé. L’horaire de vacances anticipé à la SNCB a été à l’origine de nombreuses difficultés. Toutefois, la Vraag nr. 398 van de heer Jan Mortelmans van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : NMBS. — Vervroegde vakantieregeling. De vervroegde vakantieregeling bij de NMBS heeft voor nogal wat problemen gezorgd. Volgens de NMBS CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10664 SNCB a d’abord considéré qu’il n’y avait aucun problème. Plus tard, cependant, elle a nuancé sa position. was er in eerste instantie nochtans geen vuiltje aan de lucht. Later werd dit echter genuanceerd. 1. Quels problèmes se sont posés, d’après la SNCB ? 1. Welke problemen hebben er zich volgens de NMBS voorgedaan ? 2. A-t-elle mis en service des trains supplémentaires de façon à résoudre d’éventuels problèmes et, dans l’affirmative, sur quelles lignes et combien ? 2. Werden er toch nog extra treinen ingezet om mogelijke problemen op te vangen en zo ja, op welke lijnen en hoeveel ? 3. La SNCB a-t-elle toujours l’intention d’appliquer aussi dans le futur cet horaire de vacances anticipé ? 3. Blijft de NMBS bij haar voornemen om ook de volgende jaren deze vervroegde vakantieregeling toe te passen ? Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 18 février 2005, à la question no 398 de M. Jan Mortelmans du 13 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari 2005, op de vraag nr. 398 van de heer Jan Mortelmans van 13 januari 2005 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. 1. La SNCB a enregistré une moyenne de 10 trains suroccupés par jour les 20, 21 et 22 décembre 2004. Ce chiffre est à considérer en regard des 3 300 trains ayant circulé quotidiennement durant ces trois jours. La situation la plus critique a été enregistrée le lundi 21 décembre 2004 durant la pointe du matin. Cette matinée a été émaillée d’incidents divers ayant entraı̂né la suppression de 7 trains P et/ou IC vers Bruxelles, de 2 trains City Rail dans la jonction Nord-Midi à Bruxelles ainsi que de nombreux retards. Le report en cascade de la clientèle des trains supprimés ou très en retard sur d’autres trains explique la majorité des suroccupations constatées notamment sur les lignes 60 (Dendermonde — Bruxelles), 25/27 (Antwerpen — Bruxelles) et 36 (Leuven — Bruxelles). 1. De NMBS heeft op 20, 21 en 22 december 2004 een dagelijks gemiddelde van 10 overbezette treinen opgetekend. Dit cijfer moet gezien worden ten overstaan van de 3 300 treinen, die tijdens die dagen dagelijks gereden hebben. De meest kritieke toestand werd op maandag 21 december 2004 opgetekend tijdens de ochtendspits. Die voormiddag werd gekenmerkt door diverse voorvallen die de afschaffing tot gevolg hadden van 7 P- en/of IC-treinen naar Brussel, twee City Railtreinen in de Noord-Zuidverbinding alsook talrijke vertragingen. De opeenvolgende overdracht van de klanten van de afgeschafte treinen of van die met veel vertraging naar andere treinen verklaart het grootste deel van de overbezettingen die vooral op de lijnen 60 (Dendermonde — Brussel), 25/27 (Antwerpen — Brussel) en 36 (Leuven — Brussel) werden vastgesteld. 2. Un train supplémentaire a été mis en marche entre Bruxelles et Gent le 20 décembre 2004 durant la pointe du soir. Un train supplémentaire a été mis en marche (aller le matin et retour le soir) entre Kortrijk — Gent et Bruxelles les 21, 22 et 23 décembre 2004 afin d’éviter tout problème de suroccupation sur ces lignes et en tenant compte de la disponibilité du matériel roulant à Kortrijk. 2. Op 20 december 2004 werd tijdens de avondspits een extra trein ingelegd tussen Brussel en Gent. Een extratrein (’s morgens heen en ’s avonds terug) werd ingelegd tussen Kortrijk — Gent en Brussel op 21, 22 en 23 december 2004 om elk probleem van overbezetting op die lijnen te voorkomen en waarbij rekening werd gehouden met het beschikbare rollend materieel in Kortrijk. 3. La SNCB étudie actuellement de manière approfondie le déroulement du service au cours de la semaine du 20 au 24 décembre 2004. Elle décidera en temps utile des mesures d’organisation adéquates pour la période de fin d’année 2005. 3. De NMBS bestudeert op dit ogenblik grondig het verloop van de dienst tijdens de week van 20 tot 24 december 2004. Ze zal op het gepaste ogenblik organisatorische maatregelen treffen voor de eindejaarsperiode 2005. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10665 DO 2003200421839 DO 2003200421839 Question no 403 de Mme Maggie De Block du 17 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 403 van mevrouw Maggie De Block van 17 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : Affiliation obligatoire du personnel statutaire à la Caisse des soins de santé de la SNCB. Verplichte aansluiting van statutairen bij de Kas der geneeskundige verzorging van de NMBS. L’article 118 de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, prévoit l’affiliation obligatoire des membres du personnel statutaires et des pensionnés statutaires de la SNCB à la Caisse des soins de santé et à la Caisse des œuvres sociales. Artikel 118 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, voorziet in de verplichte aansluiting van statutaire personeelsleden en gepensioneerde statutairen werkzaam bij de NMBS bij de Kas der geneeskundige verzorging en bij de Kas der sociale werken. Certains membres du personnel actifs et à la retraite préfèreraient s’affilier à une autre mutuelle parce qu’ils estiment que le service proposé par la Caisse des soins de santé est insuffisant et que la prime d’affiliation à la Caisse des œuvres sociales est trop élevée. Sommige personeelsleden en gepensioneerde personeelsleden zouden willen aansluiten bij een ander ziekenfonds omdat zij de dienstverlening van de Kas der geneeskundige verzorging ondermaats vinden en omdat zij de premie voor de aansluiting bij de Kas der sociale werken te hoog vinden. 1. a) Le service proposé par la Caisse des soins de santé de la SNCB a-t-il déjà fait l’objet d’une analyse ? 1. a) Werd een analyse gemaakt van de dienstverlening van de Kas der geneeskundige verzorging van de NMBS ? b) Dans l’affirmative, quelles en étaient les conclusions ? b) Zo ja, wat waren de conclusies ? c) Dans la négative, ne conviendrait-il pas de procéder à une telle analyse afin, le cas échéant, d’améliorer le service ? c) Zoniet, is het niet aangewezen dit te doen om na te gaan hoe deze kan worden verbeterd ? 2. N’est-il pas passé de mode d’obliger des personnes à s’affilier à une Caisse de soins de santé gérée par l’employeur ? 2. Is het niet uit de tijd mensen te verplichten om aan te sluiten bij een Kas voor geneeskundige verzorging ingericht door de werkgever ? 3. Les membres du personnel non statutaire ne peuvent pas s’affilier à la Caisse des soins de santé. 3. Niet-statutaire personeelsleden kunnen niet aansluiten bij de Kas der geneeskundige verzorging. Ne conviendrait-il pas de permettre également à ces personnes de s’affilier, étant donné qu’elles s’acquittent souvent des mêmes tâches que le personnel statutaire ? Is het niet wenselijk deze mensen de mogelijkheid te geven om toe te treden gelet op het feit dat zij vaak dezelfde taken vervullen als de statutaire personeelsleden ? Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 15 février 2005, à la question no 403 de Mme Maggie De Block du 17 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 15 februari 2005, op de vraag nr. 403 van mevrouw Maggie De Block van 17 januari 2005 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. 3. Les articles 6 et 118 de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, prévoient que seuls les bénéficiaires des œuvres sociales de la SNCB Holding sont affiliés d’office à la Caisse des soins de santé de la SNCB 3. De artikelen 6 en 118 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, bepalen dat enkel de rechthebbenden van de sociale werken van de NMBS Holding ambtshalve zijn aangesloten bij CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10666 Holding. Le statut du personnel de la SNCB Holding tel qu’il a été fixé par la Commission paritaire nationale de la SNCB Holding prévoit en son chapitre 10 les règles d’accès à la qualité de bénéficiaire des œuvres sociales de la SNCB Holding. Ces dispositions ne s’appliquent qu’au personnel statutaire de la SNCB Holding, actif ou pensionné, et excluent donc la possibilité pour le personnel non statutaire d’acquérir la qualité de bénéficiaire des œuvres sociales de la SNCB Holding et donc également d’être affilié à la Caisse des soins de santé de la SNCB Holding. de Kas der geneeskundige verzorging van de NMBS Holding. Het statuut van het personeel van de NMBS Holding, zoals het is vastgesteld door de Nationale Paritaire Commissie van de NMBS Holding, voorziet in zijn hoofdstuk 10 de toegangsregels tot de hoedanigheid van rechthebbende van de sociale werken van de NMBS Holding. Deze bepalingen gelden enkel voor het statutair personeel van de NMBS Holding, actief of gepensioneerd, en sluiten dus de mogelijkheid uit voor het niet-statutaire personeel om de hoedanigheid te verwerven van rechthebbende van de sociale werken van de NMBS Holding en dus eveneens van aangesloten te zijn bij de Kas der geneeskundige verzorging van de NMBS Holding. DO 2004200503173 DO 2004200503173 Question no 413 de M. Francis Van den Eynde du 21 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 413 van de heer Francis Van den Eynde van 21 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : NMBS. — Spoorwegpolitie. — « FIPA »-acties. SNCB. — Police des chemins de fer. — Actions « FIPA ». La police des chemins de fer mène parfois des actions « FIPA » (Full Integrated Police Actions), en collaboration avec les zones de police locales, dans des trains « à risques ». Combien d’actions de ce type ont-elles été menées jusqu’à présent, sur quelles lignes et en collaboration avec quelles zones de police ? Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 18 février 2005, à la question no 413 de M. Francis Van den Eynde du 21 janvier 2005 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. Les données en rapport avec les actions FIPA et LIPA sont confidentielles et sont de la compétence de la police ferroviaire. La SNCB-Holding n’a pas la possibilité ni l’autorisation de communiquer des données à ce sujet. Op de agressiegevoelige treinen voert de spoorwegpolitie af en toe zogenaamde « FIPA-acties » (Full Integrated Police Actions) en dit in samenwerking met de lokale politiezones. Hoeveel van deze acties vonden er reeds plaats, op welke lijnen en in samenwerking met welke politiezones ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari 2005, op de vraag nr. 413 van de heer Francis Van den Eynde van 21 januari 2005 (N.) : In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. De gegevens met betrekking tot de FIPA- en LIP Aacties zijn vertrouwelijk en vallen onder de bevoegdheid van de spoorwegpolitie. De NMBS-Holding kan en mag hierover niet communiceren. Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken DO 2003200432301 DO 2003200432301 Question no 388 de M. Guido De Padt du 4 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Services d’incendie. — Financement. Après la catastrophe de Ghislenghien, il a été abondamment question du financement des services de Vraag nr. 388 van de heer Guido De Padt van 4 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Brandweerdiensten. — Financiering. De financiering van de hulpverleningsdiensten in het algemeen en van de brandweer in het bijzonder, kwam CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10667 secours en général et des services d’incendie en particulier. Dans ce contexte, la nécessité d’un financement complémentaire par l’autorité fédérale a été évoquée à de multiples reprises. na de ramp in Ghislenghien in de actualiteit. Er werd daarbij veelvuldig verwezen naar de noodzaak aan aanvullende financiering door de federale overheid. Je souhaiterais, en ce qui concerne les services d’incendie, obtenir les renseignements suivants pour les années 2000, 2001, 2002 et 2003 : Kan u, wat de brandweerdiensten betreft, voor de jaren 2000, 2001, 2002 en 2003 meedelen : 1. Le montant total des frais de fonctionnement des services d’incendie, avec une distinction entre le service ordinaire et le service extraordinaire; 1. Wat waren de totaaluitgaven voor de brandweerdiensten, met een opslitsing tussen gewone dienst en buitengewone dienst ? 2. Le type d’aide financière accordée par l’autorité fédérale aux pouvoirs locaux pour couvrir ces frais; 2. Welke tussenkomsten verleende (en onder welke vorm) de federale overheid aan de lokale besturen in voormelde uitgaven ? 3. Le montant moyen (exprimé en pourcentage) de l’intervention financière de l’autorité fédérale dans les frais de fonctionnement des services d’incendie; 3. Wat was de gemiddelde tussenkomst (in %en) van de federale overheid in de uitgaven van de brandweerdiensten ? 4. Les mécanismes de financement régissant le subventionnement des services d’incendie locaux; 4. Wat zijn de financieringsmechanismen voor de betoelaging van de lokale brandweerdiensten ? 5. Ces mécanismes seront-ils revus en fonction de l’étude qui devra déterminer les niveaux de risque des zones de secours ? 5. Zullen deze financieringsmechanismen worden herbekeken na de studie die de risicograden van de hulpverleningszones zal moeten gaan bepalen ? 6. Est-il envisagé de revoir la délimitation géographique des zones de secours actuelles ? 6. Wordt er overwogen de geografische omschrijving van de huidige hulpverleningszones te herzien ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 17 février 2005, à la question no 388 de M. Guido De Padt du 4 octobre 2004 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 17 februari 2005, op de vraag nr. 388 van de heer Guido De Padt van 4 oktober 2004 (N.) : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question. Het geachte lid kan hieronder het antwoord vinden op zijn vraag. 1. Il n’est pas possible pour l’autorité fédérale de chiffrer avec précision le coût total des services d’incendie étant donné que les dépenses relatives aux services communaux d’incendie relèvent de la tutelle des régions. Je puis toutefois faire savoir à l’honorable membre que la direction générale de la Sécurité civile a disposé pour l’année 2004 d’un budget de 66 379 000 euros. 1. De totale kosten van de brandweer kunnen door de federale overheid niet exact berekend worden aangezien de uitgaven van de gemeentelijke brandweerkorpsen onder het toezicht van de gewesten vallen. Ik kan u wel meedelen dat de algemene directie van de Civiele Veiligheid voor het jaar 2004 over een budget van 66 379 000 euro beschikte. 2. L’autorité fédérale accorde différentes subventions aux pouvoirs locaux pour l’organisation des services d’incendie : 2. De federale overheid verleent verschillende subsidies aan de lokale besturen voor de organisatie van de brandweerdiensten : 1o L’équipement. Pour les années 2000 à 2003, le budget prévu par l’autorité fédérale pour l’achat de vêtements et de casques était chaque fois de 545 000 euros. 1o De uitrusting. Voor de jaren 2000 tot 2003 bedroeg het door de federale overheid voorziene budget voor de aankoop van kledij en helmen telkens 545 000 euro. 2o Le matériel. Le budget annuel pour l’achat de matériel s’élevait à 11 155 000 euros pour les années 2000 à 2002 et à 11 782 000 euros pour l’année 2003. Le budget réservé aux subventions sera porté pour l’année 2005 à 15 282 000 euros. 2o Het materieel. Het jaarlijkse budget voor de aankoop van materieel bedroeg 11 155 000 euro voor de jaren 2000 tot 2002 en 11 782 000 euro voor het jaar 2003. Het subsidiebudget zal verhoogd worden voor het jaar 2005 tot 15 282 000 euro. 3o 56 000 euros pour subventionner la formation des sapeurs-pompiers; 3o 56 000 euro voor de subsidiëring van de opleiding van de brandweerlieden; CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10668 4o 10 000 euros pour subventionner la Fédération royale des corps de sapeurs-pompiers de Belgique, aile francophone et germanophone, et la Brandweervereniging Vlaanderen; 5o 3 593 000 euros pour le fonds pour les risques d’accidents majeurs, le fonds Seveso, et 2 765 000 euros pour le fonds pour les risques d’accidents nucléaires (les services d’incendie bénéficient de la majeure partie des montants provenant de ces deux fonds). Le reliquat du budget de 66 379 000 euros, visé à la première question, est notamment utilisé par la Sécurité civile pour couvrir les dépenses de personnel, les dommages dus aux calamités et les frais de fonctionnement des centres de secours 100. 3. Il n’est pas possible de calculer l’intervention moyenne de l’autorité fédérale dans les dépenses effectuées par les communes pour leur service d’incendie étant donné que l’intervention financière dépend des besoins du service local d’incendie et du budget établi par la commune à cette fin. Les besoins et le budget varient de commune à commune et d’année en année. 4o 10 000 euro voor de subsidiëring van de Franstalige brandweerfederatie en de Brandweervereniging Vlaanderen; 5o 3 593 000 euro voor het fonds voor de risico’s van zware ongevallen, het Sevesofonds, en 2 765 000 euro voor het fonds voor de risico’s van nucleaire ongevallen (de gelden van beide fondsen komen grotendeels ten goede van de brandweer). Le gouverneur de province détermine la manière dont les moyens disponibles du fonds Seveso et du fonds pour les risques d’accidents nucléaires sont répartis entre les communes. 5. J’attends les résultats de l’analyse des risques avant de décider si les mécanismes de financement doivent être réexaminés. 6. Les résultats de l’analyse des risques feront apparaı̂tre si la délimitation géographique des zones de secours doit être révisée. Het overige deel van het budget van 66 379 000 euro, vermeld in de eerste vraag, wordt door de Civiele Veiligheid onder meer aangewend ter dekking van de personeelsuitgaven, de rampenschade en de werkingskosten van de hulpcentra 100. 3. De gemiddelde tussenkomst van de federale overheid in de uitgaven van de gemeenten voor hun brandweer is niet berekenbaar aangezien de financiële tussenkomst afhankelijk is van de noden van de plaatselijke brandweer en de begroting die de gemeente ervoor heeft opgesteld. De noden en de begroting verschillen van gemeente tot gemeente en van jaar tot jaar. 4. De subsidies voorzien voor de aankoop van brandweermaterieel worden door middel van een vaste verdeelsleutel verdeeld over de verschillende provincies. De provincies verdelen de subsidies voor de aankoop van brandweermaterieel over de verschillende brandweerkorpsen, leder jaar maken de provinciegouverneurs aan de minister van Binnenlandse Zaken hun voorstel over in verband met het materieel dat het meest dringend moet aangekocht worden rekening houdend met het voorziene budget. De provinciegouverneur bepaalt hoe de bedeling van de beschikbare gelden uit het Sevesofonds en het fonds voor de risico’s van nucleaire ongevallen over gemeenten gebeurt. 5. Ik wacht de resultaten af van de risicoanalyse vooraleer te beslissen of de financieringsmechanismen moeten herbekeken worden. 6. Uit de resultaten van de risicoanalyse zal blijken of de geografische omschrijving van de hulpverleningszones zal moeten herbekeken worden. DO 2004200502653 DO 2004200502653 Question no 431 de M. Francis Van den Eynde du 16 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Services d’incendie. — Informations sur les pipelines de l’OTAN. L’explosion qui s’est produite à Ghislenghien l’été dernier a mis en évidence le problème de la localisation exacte des 6 600 km de pipelines souterrains. Vraag nr. 431 van de heer Francis Van den Eynde van 16 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Diensten van de brandweer. — Informatie over de NAVO-pijpleidingen. Naar aanleiding van de ontploffing in Gellingen die zich deze zomer voordeed, doet zich het probleem voor van de juiste ligging van de 6 600 km ondergrondse leidingen. 4. Les subventions prévues pour l’achat de matériel d’incendie sont réparties entre les différentes provinces sur la base d’une clé de répartition fixe. Les provinces répartissent les subventions pour l’achat de matériel d’incendie entre les différents services d’incendie. Chaque année, les gouverneurs de province transmettent au ministre de l’Intérieur leur proposition relative au matériel le plus urgent à acquérir, compte tenu du budget prévu. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10669 En réponse à une série de questions et d’interpellations sur la catastrophe de Ghislenghien, le ministre a déclaré que les services d’incendie sont très bien informés de la présence de ces pipelines. Naar aanleiding van een reeks vragen en interpellaties met betrekking het bovenvermelde ramp deelde de minister mede dat de diensten van de brandweer zeer goed op de hoogte zijn van de aanwezigheid van dergelijke pijpleidingen. Reste à savoir cependant si cette connaissance concerne également les 810 km de pipelines de l’OTAN, dont la localisation relève par définition du secret militaire. De vraag rijst echter of dit ook het geval is voor de 810 km NAVO-pijpleidingen, waarvan de ligging per definitie tot het militair geheim behoort. De quelles informations spécifiques les services de secours disposent-ils à propos de ces conduites souterraines, et quelles mesures de prévention ont été prises à cet égard ? Kan u meedelen wat er specifiek over deze ondergrondse leidingen bij de hulpdiensten geweten is en welke preventiemaatregelen hieromtrent getroffen werden ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 17 février 2005, à la question no 431 de M. Francis Van den Eynde du 16 novembre 2004 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 17 februari 2005, op de vraag nr. 431 van de heer Francis Van den Eynde van 16 november 2004 (N.) : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question. Het geachte lid kan hieronder het antwoord vinden op zijn vraag. À la suite de la catastrophe de Ghislenghien, un groupe de travail, chargé d’adapter les plans provinciaux d’urgence et plus spécialement, d’établir une cartographie générale de tous les pipe-lines, a été mis en place à mon administration. Bij mijn administratie werd naar aanleiding van de ramp in Gellingen een werkgroep opgericht, die belast is met aanpassing van de provinciale rampenplannen en meer specifiek, met het in kaart brengen van alle pijpleidingen. L’OTAN a présenté son réseau de pipelines à ce groupe de travail et a également transmis des informations plus détaillées sur ses pipe-lines, si bien qu’une cartographie générale a pu être réalisée. De NAVO heeft haar net van pijpleidingen aan deze werkgroep voorgesteld en heeft tevens meer gedetailleerde informatie over hun pijpleidingen doorgegeven, zodat een algemene cartografie mogelijk werd. Je transmettrai la question relative aux mesures de prévention à prendre en ce qui concerne les conduites souterraines à mon collègue, le ministre de l’Économie. (Question no 232 du 18 février 2005.) Ik zal de vraag betreffende de preventiemaatregelen voor de ondergrondse leidingen, aan mijn collega, de minister van Economie overmaken. (Vraag nr. 232 van 18 februari 2005.) DO 2004200502703 DO 2004200502703 Question no 440 de Mme Muriel Gerkens du 23 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Vraag nr. 440 van mevrouw Muriel Gerkens van 23 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Installations nucléaires. — Visite d’une délégation américaine. Kerninstallaties. — Bezoek van een Amerikaanse delegatie. Il y aurait eu en 2003 ou 2004 une visite d’une délégation américaine aux installations nucléaires de Belgonucléaire, le Centre d’étude de l’énergie nucléaire (CEN) et de Doel, ainsi qu’à l’Agence fédérale de contrôle nucléaire. Ceci aurait donné suite à un échange de lettres entre les États-Unis et la Belgique. In 2003 of 2004 zou een Amerikaanse delegatie een bezoek gebracht hebben aan de kerninstallaties van Belgonucleaire, van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) en van Doel. De delegatie zou ook het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle bezocht hebben. Een en ander zou per briefwisseling tussen de Verenigde Staten en België overeengekomen zijn. 1. Quelle était la mission de la délégation américaine ? 1. Waaruit bestond de opdracht van de Amerikaanse delegatie ? 2. Quelles sites et installations ont-ils été visités ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2. Welke sites en installaties heeft ze bezocht ? 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1348 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10670 3. Quels dossiers ont-ils été discutés avec les Américains ? 3. Welke dossiers werden met de Amerikanen besproken ? 4. a) Quel est le contenu de la lettre envoyée par les États-Unis à notre pays ? 4. a) Wat staat er in de brief van de Verenigde Staten aan ons land ? b) Quelle a été votre réponse ? b) Hoe luidde uw antwoord ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 17 février 2005, à la question no 440 de Mme Muriel Gerkens du 23 novembre 2004 (Fr.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 17 februari 2005, op de vraag nr. 440 van mevrouw Muriel Gerkens van 23 november 2004 (Fr.) : Une délégation des États-Unis est effectivement venue en Belgique en octobre 2003 et a visité les sites du Centre d’étude de l’Énergie nucléaire (SCK-CEN), de la Belgonucléaire et de la centrale nucléaire de Doel. Cette visite s’est déroulée dans le cadre du processus de rencontres bilatérales États-Unis/ Belgique dans le domaine de la protection physique des matières nucléaires initié dans les années quatre vingt. Étant donné qu’il n’y avait plus eu de réunions depuis les attentats du 11 septembre 2001, l’essentiel des échanges de vues a porté sur les mesures de sécurité prises suite à ces événements. Een afvaardiging uit de VSA heeft inderdaad in oktober 2003 een bezoek gebracht aan de nucleaire sites van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCKCEN), van Belgonucleaire en van de kerncentrale te Doel. Dit bezoek vond plaats in het kader van bilaterale ontmoetingen tussen België en de VSA die geregeld sinds de jaren ’80 worden georganiseerd rond het thema van de fysieke beveiliging van kernmateriaal. Aangezien dit de eerste ontmoeting was sinds de aanslagen van 11 september 2001, zijn de gedachtewisselingen in de eerste plaats uitgegaan naar de veiligheidsmaatregelen getroffen als gevolg van deze gebeurtenissen. En ce qui concerne la lettre du 9 janvier 2004 envoyée par les autorités américaines suite à cette visite, il faut noter tout d’abord que la délégation américaine a retiré de sa visite une impression largement positive, puisqu’elle écrit : « We were impressed by the enhanced security awareness displayed at both the Federal and site levels. » (traduction : « Nous avons été impressionnés par l’attention accrue consacrée à la sécurité aux niveaux des autorités fédérales et des sites. »). Wat de brief van 9 januari 2004 betreft, verzonden door de Amerikaanse autoriteiten na afloop van dit bezoek, moet vooreerst worden opgemerkt dat de Amerikaanse delegatie grotendeels een positieve indruk heeft overgehouden van dit bezoek, aangezien zij schrijft : « We were impressed by the enhanced security awareness displayed at both the Federal and site levels. » (vertaling : « Wij waren onder de indruk van de verhoogde waakzaamheid voor de veiligheid zowel bij de federale, als bij de site-verantwoordelijken. ») En raison des différences incontestables entre les États-Unis et la Belgique, quelques divergences existent cependant entre nos deux pays. Celles-ci ont été évoquées par les deux parties tant pendant la visite que dans le courrier auquel vous faites référence. Ces divergences sont essentiellement liées au niveau de la menace terroriste, à la configuration du pays (une installation nucléaire aux États-Unis peut être éloignée de plus de 30 km de tout centre habité); à la nature du programme nucléaire (au contraire de la Belgique, les États-Unis possèdent des installations d’enrichissement et de retraitement); et au degré d’acceptation culturelle des armes. Wegens de ontegensprekelijke verschilpunten tussen de VSA en België, zijn er ongetwijfeld ook enkele verschillende zienswijzen tussen onze beide landen. Deze kwamen aan bod zowel tijdens het bezoek, als in het schrijven waarnaar het geachte lid refereert. Deze verschillen hebben hoofdzakelijk te maken met de aanpak van de terroristische dreiging, met de geografische verschillen (een nucleaire installatie in de VSA kan afgelegen, op meer dan 30 km van elk bevolkingscentrum, worden ingeplant); met de aard van de aanwezige nucleaireinstallaties (de VSA beschikken over verrijkings- en opwerkingsinstallaties); en met de mate waarin vuurwapens cultureel worden aanvaard. Il en résulte que les autorités américaines compétentes prônent principalement la présence permanente d’agents armés sur la quasi-totalité des sites nucléaires tandis qu’en Belgique, compte tenu de nos spécificités nationales et du niveau de la menace, nous privilégions la conclusion de conventions entre les responsables des sites nucléaires et les services de police localisés à proximité afin de réduire leur délai d’intervention au Terwijl de bevoegde Amerikaanse autoriteiten de voorkeur geven aan de permanente aanwezigheid van gewapende wachten op hun nucleaire sites, wordt in België, rekening houdend met de specifieke kenmerken van ons nationaal veiligheidsbeleid, de voorkeur gegeven aan het sluiten van convenanten tussen de verantwoordelijken van de nucleaire sites en de lokale politiediensten, teneinde de interventietijd van politie- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10671 minimum. C’est dans ce sens qu’il fut répondu au courrier américain. agenten tot een minimum te beperken. Het is in deze zin dat er werd geantwoord op de brief vanwege de Amerikaanse autoriteiten. DO 2004200502704 DO 2004200502704 Question no 441 de Mme Muriel Gerkens du 23 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Vraag nr. 441 van mevrouw Muriel Gerkens van 23 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Matériaux nucléaires détectés dans les déchets classiques ou des matières premières issues d’une filière de recyclage. Kernmateriaal dat aangetroffen wordt tussen gewoon afval of tussen grondstoffen uit een recyclagecircuit. De temps en temps, des matériaux nucléaires sont retrouvés dans des déchets classiques ou des matières premières issues d’une filière de recyclage. Je pense notamment à des ferrailles utilisées dans des hauts fourneaux. Af en toe wordt er kernmateriaal aangetroffen tussen gewoon afval of tussen grondstoffen uit een recyclagecircuit. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan schroot dat gebruikt wordt in hoogovens. 1. Combien de fois des matériaux nucléaires ont-ils été détectés dans les déchets classiques ou des matières issues d’une filière de recyclage depuis 1999 (chiffres par an) ? 1. Hoe vaak werd er sinds 1999 kernmateriaal aangetroffen tussen gewoon afval of tussen grondstoffen uit een recyclagecircuit (cijfers uitgesplitst per jaar) ? 2. Quelles mesures ont-elles été prises pour répondre à cette problématique ? 2. Welke maatregelen werden er getroffen om dat te verhelpen ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 16 février 2005, à la question no 441 de Mme Muriel Gerkens du 23 novembre 2004 (Fr.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 16 februari 2005, op de vraag nr. 441 van mevrouw Muriel Gerkens van 23 november 2004 (Fr.) : Il arrive que des matériaux radioactifs soient retrouvés dans la ferraille ou des déchets classiques : ces détections s’effectuent le plus souvent à l’aide de portiques de détection de matières radioactives installés à l’entrée des sites d’entreprise de récupération et de traitement de la ferraille ou d’entreprises de traitement de déchets. Dans l’immense majorité des cas, ces matériaux ne sont pas issus de l’industrie nucléaire mais proviennent, par exemple, de paratonnerres ou d’appareils industriels usagés, d’anciens cadrans phosphorescents, de déchets hospitaliers, etc. Il est donc préférable d’utiliser le terme de « matière radioactive » plutôt que de « matériaux nucléaires ». Radioactief materiaal wordt soms aangetroffen bij het schroot of bij klassieke afvalstoffen : zulke vaststellingen gebeuren het vaakst met behulp van meetpoorten voor de detectie van radioactief materiaal, die opgesteld staan aan de ingang van bedrijfssites waar schroot wordt herwonnen en verwerkt of waar afvalstoffen worden verwerkt. In het merendeel van de gevallen is dit materiaal niet afkomstig van de kernindustrie maar van, bijvoorbeeld, bliksemafleiders, afgedankte industriële toestellen, zoals oude lichtgevende wijzerplaten, ziekenhuisafval, enzovoort. Het is daarom te verkiezen om te spreken van « radioactief materiaal » in plaats van « nucleair materiaal ». 1. En 2003, l’Agence fédérale de contrôle nucléaire (AFCN) a enregistré 39 cas de détections de matière radioactive; en 2004 (les 10 premiers mois), 30 cas. Ces chiffres sont certainement en-dessous de la réalité car certains exploitants d’entreprises des secteurs concernés ne notifient pas systématiquement la détection de matière radioactive sur leur site auprès de l’agence. Il n’y a pas de chiffres disponibles pour la période avant l’opérationnalisation de l’Agence le 1er septembre 2001. 1. In 2003 heeft het Federaal Agentschap voor nucleaire controle (FANC) 39 meldingen ontvangen van de detectie van radioactief materiaal; in 2004 (eerste 10 maanden) 30 meldingen. Deze cijfers liggen zeker lager dan het aantal reële vaststellingen omdat bepaalde exploitanten uit de betrokken sectoren niet systematisch elke detectie van radioactief materiaal op hun site aan het agentschap melden. Er zijn geen cijfers beschikbaar voor de periode vóór de operationalisering van het agentschap op 1 september 2001. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10672 2. L’Agence fédérale de contrôle nucléaire développe une approche générale de cette problématique en concertation avec les régions et les fédérations professionnelles des secteurs concernés. Le but de cette approche est, premièrement, de réduire le risque de dispersion de matière radioactive dans l’environnement d’une manière illégale et incontrôlée. Deuxièmement, il s’agit de faire en sorte que tous les exploitants des secteurs concernés soient traités sur pied d’égalité en définissant une procédure uniforme que l’exploitant doit suivre en cas de détection de matières radioactives. L’approche de l’AFCN présente deux volets : — d’une part, il s’agit d’identifier les secteurs et entreprises où existe un risque réel de détection de matières radioactives. La question de savoir où et comment imposer un contrôle systématique de la radioactivité dans les secteurs concernés est étudiée par l’AFCN en concertation avec les régions et les diverses fédérations professionnelles. Il est à noter que le nombre de portiques de détection installés en Belgique augmente de plus de plus, ce qui démontre qu’il existe une prise de conscience réelle dans les secteurs concernés. — d’autre part, l’AFCN a rédigé des instructions relatives à l’utilisation des portiques de détection de radioactivité qui seront bientôt publiées au Moniteur belge. Ces instructions décrivent la marche à suivre par l’exploitant d’une entreprise de gestion de déchets classiques ou de traitement de la ferraille lorsque des matières radioactives sont détectées sur son site : i) elles fournissent différents seuils permettant de déterminer la gravité de la détection; ii) elles décrivent les mesures de radioprotection à prendre par le personnel de l’exploitation en cas d’intervention; iii) elles énumèrent les informations que l’exploitant doit transmettre à l’AFCN en cas de détection. Par ailleurs, l’AFCN agit aussi de manière préventive et correctrice pour éviter que des déchets radioactifs se retrouvent dans le circuit de la ferraille ou des déchets classiques : — d’un point de vue préventif, l’AFCN planifie des campagnes d’inspection pro-active dans les établissements utilisant des matières radioactives, notamment dans le secteur hospitalier, avec une attention particulière à la gestion des déchets radioactifs : contrôle des procédures de gestion des déchets radioactifs, contrôle des mesures de libération de déchets, etc.; CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2. Het Federaal Agentschap voor nucleaire controle ontwikkelt een algemene aanpak voor deze problematiek in overleg met de gewesten en de beroepsfederaties van de betrokken sectoren. Het doel van deze aanpak is, in de eerste plaats, het terugdringen van het risico op de illegale en ongecontroleerde verspreiding van radioactief materiaal in het leefmilieu. In de tweede plaats gaat het erom ervoor te zorgen dat alle exploitanten van de betrokken sectoren op voet van gelijkheid worden behandeld door een uniforme procedure te definiëren die de exploitant dient na te leven in geval van opsporing van radioactief materiaal. De aanpak van het FANC omvat twee luiken : — enerzijds gaat het om het identificeren van de sectoren en de bedrijven waar er een reëel risico bestaat op de aanwezigheid van radioactief materiaal. Waar en hoe een systematische controle op de radioactiviteit in de betrokken sectoren moet worden opgelegd, is een kwestie die door het FANC bestudeerd wordt in overleg met de gewesten en de diverse beroepsfederaties. Het aantal in België geı̈nstalleerde meetpoorten neemt hoe langer hoe meer toe, wat aantoont dat er zich een reële bewustwording voordoet in de betrokken sectoren. — anderzijds heeft het FANC instructies opgesteld met betrekking tot het gebruik van meetpoorten voor de detectie van radioactiviteit, die weldra in het Belgisch Staatsblad zullen worden bekendgemaakt. Deze instructies beschrijven de stappen die de exploitant van een bedrijf voor het beheer van klassieke afvalstoffen of voor de verwerking van schroot moet nemen wanneer er radioactief materiaal op zijn site wordt gedetecteerd : i) ze omvatten verschillende drempels voor de bepaling van de ernst van de detectie; ii) ze beschrijven de maatregelen inzake stralingsbescherming die door het personeel van het bedrijf moeten worden ondernomen in geval van een interventie; iii) ze geven een opsomming van de informatie die de exploitant, in geval van een detectie, aan het FANC dient over te maken. Bovendien handelt het FANC ook op preventieve en corrigerende wijze om te voorkomen dat radioactieve afvalstoffen terecht komen in het circuit van het schroot of het klassieke afval : — vanuit een voorkomingsbeleid plant het FANC pro-actieve inspectiecampagnes in de inrichtingen waar radioactief materiaal wordt aangewend, met name in de ziekenhuissector, waarbij bijzondere aandacht uitgaat naar de controle op het beheer van de radioactieve afvalstoffen, de toegepaste beheersprocedures, de maatregelen voor de vrijgave van afval, enzovoort; 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10673 — pour éviter toute répétition, lorsque l’AFCN est notifiée de la détection de matière radioactive et que cette matière provient d’un établissement classé, un suivi administratif est systématiquement effectué par l’AFCN. Le cas échéant, une inspection sera effectuée dans l’établissement fautif. — om herhaling te voorkomen zal het FANC, nadat het op de hoogte werd gebracht van de detectie van radioactief materiaal en van de mogelijke herkomst ervan uit een ingedeelde inrichting, het incident systematisch administratief opvolgen. Zo nodig zal er een inspectie worden uitgevoerd in het bedrijf dat aan de oorsprong ligt van het incident. DO 2004200502809 DO 2004200502809 Question no 449 de M. Hagen Goyvaerts du 6 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Vraag nr. 449 van de heer Hagen Goyvaerts van 6 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Contrôle des ferrailleurs. — Présence de substances radioactives. Controle op schroothandelaars. — Aanwezigheid van radioactieve stoffen. Lors d’un contrôle récent effectué auprès de 27 ferrailleurs en Flandre orientale, il s’est avéré que la plupart d’entre eux ne respectent pas rigoureusement les dispositions de la législation en matière d’environnement. Il semblerait que des substances/déchets radioactifs aient été découverts chez la grande majorité des ferrailleurs. Tijdens een recente controle bij 27 Oost-Vlaamse schroothandelaars is gebleken dat de meesten het niet zo nauw nemen met de toepassing van de milieuwetgeving. Naar verluidt werd er bij het overgrote deel van de schroothandelaars radioactief afval/materiaal gevonden. 1. Pouvez-vous confirmer ces informations ? 1. Kunt u bovenvermelde gegevens bevestigen ? 2. a) Des données chiffrées récentes relatives au contrôle des ferrailleurs sont-elles disponibles pour les autres provinces ? 2. a) Zijn er recente cijfers voor de controle van schroothandelaars voor de andere provincies beschikbaar ? b) Dans l’affirmative, pouvez-vous fournir ces données ? b) Zo ja, kunt u deze meedelen ? 3. Chez combien de ferrailleurs en Flandre orientale ont été découvertes des sources de radioactivité ? 3. Bij hoeveel schroothandelaars in OostVlaanderen werden radioactieve bronnen aangetroffen ? 4. Chez combien de ferrailleurs dans les autres provinces ont été découvertes des sources de radioactivité ? 4. Bij hoeveel schroothandelaars in de andere provincies werden radioactieve bronnen aangetroffen ? 5. Quels types de sources ont été découvertes ? 5. Welke types van bronnen werden aangetroffen ? 6. a) Ces sources avaient-elles fait l’objet d’un enregistrement auprès de l’Agence fédérale de contrôle nucléaire (AFCN) ? 6. a) Waren de gevonden bronnen geregistreerd bij het Federaal Agentschap voor nucleaire controle (FANC) ? b) Dans l’affirmative, combien de sources étaient connues de l’AFCN ? b) Zo ja, hoeveel bronnen waren er bij het FANC gekend ? 7. Combien de procès-verbaux ont été dressés en raison de la présence illégale de sources de radioactivité ? 7. Hoeveel processen-verbaal voor illegale bronnen werden er opgesteld ? 8. Y a-t-il eu à un quelconque moment un risque d’irradiation pour les travailleurs des entreprises concernées ? 8. Is er op enig moment een stralingsrisico geweest voor de werknemers van de betrokken bedrijven ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10674 Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 16 février 2005, à la question no 449 de M. Hagen Goyvaerts du 6 décembre 2004 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 16 februari 2005, op de vraag nr. 449 van de heer Hagen Goyvaerts van 6 december 2004 (N.) : 1. Une enquête « intégrée, proactive et multidisciplinaire » a été menée en 2003 et 2004 sur le territoire des trois arrondissements judiciaires (Gand, Termonde et Oudenaarde) de la Province de Flandre orientale en vue de contrôler le respect de la législation environnementale et de la réglementation en matière de radioprotection dans le secteur de la ferraille. Dans le cadre de cette campagne, 27 entreprises de ferraille non ferreuse ont été contrôlées et des matières radioactives ont été retrouvées sur deux de ces sites. L’affirmation de l’honorable membre selon laquelle « ... des déchets/matériaux radioactifs ont été trouvés chez la majorité des ferrailleurs » (traduction) ne correspond donc pas à la réalité. 1. In de loop van 2003 en 2004 werd een « geı̈ntegreerd, proactief en multidisciplinair onderzoek » uitgevoerd op het grondgebied van de drie gerechtelijke arrondissementen (Gent, Dendermonde en Oudenaarde) van de provincie Oost-Vlaanderen, waarbij de naleving van de milieuwetgeving en de regelgeving op de stralingsbescherming, werd nagegaan in de schrootsector. Tijdens deze campagne werden 27 non-ferro schrootbedrijven gecontroleerd, waarbij op 2 sites radioactieve materialen werden aangetroffen. De bewering van het geachte lid alsof er « ... bij het overgrote deel van de schroothandelaars radioactief afval/materiaal gevonden [werd] », strookt bijgevolg niet met de werkelijkheid. 2. Aucune action comparable n’a, à ce jour, été menée dans d’autres provinces. Par conséquent, aucune donnée similaire n’est disponible quant à la présence éventuelle de matières radioactives chez les ferrailleurs. 2. In de andere provincies werden er tot op heden geen vergelijkbare acties uitgevoerd, zodat er geen vergelijkbare data voorhanden zijn over het eventuele voorkomen van radioactief materiaal bij schroothandelaars. 3. Comme indiqué ci-avant, des matières radioactives ont été découvertes lors des actions de contrôle menées au sein de deux entreprises. Dans le premier cas, il s’agissait d’une source de rayonnement détectée à l’arrivée d’un chargement par le portique de détection dont est équipée l’entreprise. La source avait été isolée du chargement et entreposée dans un local fermé hors d’atteinte du personnel. Dans le second cas, un lot composé de 110 boı̂tes fermées contenant des instruments de mesure a été découvert dans le magasin de l’entreprise. Celui-ci avait provoqué une légère hausse de la radioactivité naturelle dans les environs immédiats. 3. Zoals hoger vermeld werd bij er de controleactie in twee bedrijven radioactief materiaal aangetroffen. Bij het eerste bedrijf betrof het een stralingsbron die in de aanvoer gedetecteerd was door de meetpoort waarmee het bedrijf is uitgerust, die afgezonderd werd uit de aangevoerde lading en opgeborgen in een afgesloten lokaal, buiten het bereik van het personeel. In het tweede bedrijf werd in een magazijn een lot aangetroffen bestaande uit 110 ongeopende dozen met meetinstrumenten, die in de onmiddellijke nabijheid tot een lichte verhoging van het achtergrondstraling aanleiding gaf. 4. Aucune donnée n’est disponible pour les autres provinces. 4. Voor de andere provincies zijn er geen gegevens beschikbaar. 5. Dans le cas de l’entreprise équipée d’un portique de détection, il s’agissait d’une source de cesium-137 contenue dans son container de protection. L’activité de la source s’élevait à 200 MBq (mégabecquerel). La source provoquait dans un rayon d’un mètre une augmentation du débit de rayonnement dix fois supérieur au débit de rayonnement naturel. Un organisme agréé s’est rendu sur les lieux pour caractériser la source et l’emballer en vue de son évacuation par l’ONDRAF. Cette opération a entre-temps été effectuée. 5. In het bedrijf uitgerust met een meetpoort ging het om een cesium-137 bron in zijn beschermende container. De bronactiviteit bedroeg 200 MBq (megabecquerel). Op een afstand van één meter gaf de bron aanleiding tot een verhoogd stralingsdebiet dat tienmaal boven de natuurlijke achtergrondstraling lag. Een erkende instelling is ter plaatse geweest om de bron te karakteriseren en in te pakken voor afvoer via NIRAS, wat inmiddels ook is gebeurd. Le second cas concernait un lot d’instruments de mesure munis d’un système de graduation et/ou d’aiguilles luminescents au radium. Une inspection complète a ensuite été effectuée à l’aide d’un appareil de mesure sur l’ensemble du site de l’entreprise, tant sur le lieu de stockage que sur les terrains inoccupés In het andere bedrijf betrof het een lot meetinstrumenten voorzien van een radiumhoudende lichtgevende schaalindeling en/of wijzers. Er werd vervolgens een volledige inspectie met meetapparatuur uitgevoerd op de gehele site van het bedrijf, zowel in de opslagplaats als op de braakliggende terreinen er omheen. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10675 environnants. Sur le lieu de stockage, une gamme complète d’instruments de mesure munis d’un système de graduation ou d’aiguilles luminescents au radium ont été retrouvés éparpillés parmi d’autres types d’instruments de mesure. Il s’agissait à chaque fois d’un ou deux petits appareils qui ne présentaient une hausse du niveau de rayonnement qu’au contact. Aucune augmentation du niveau de rayonnement n’a été constatée sur les terrains jouxtant le lieu de stockage. Un inventaire complet des matériaux trouvés a été établi par un organisme agréé et l’évacuation a été effectuée par une entreprise spécialisée et agréée. Daarbij werd in verscheidene rekken in de opslagplaats, verspreid tussen andere types van meetinstrumenten, een gans gamma aangetroffen van meetinstrumenten met radiumhoudende lichtgevende schaalindeling of wijzers. Het betrof hier telkens één of twee toestelletjes, zodat enkel in contact een verhoging van het stralingsniveau werd vastgesteld. Op de terreinen rond de opslagplaats werd geen verhoogd stralingsniveau vastgesteld. Een volledige inventaris van het aangetroffen materiaal werd opgemaakt door een erkende instelling en alles werd afgevoerd via een gespecialiseerd en vergund bedrijf. 6. Les sources trouvées n’avaient pas été enregistrées auprès de l’AFCN. 6. De gevonden bronnen waren niet geregistreerd bij het FANC. 7. Un procès-verbal sanctionnant la présence de matières radioactives a été établi à l’encontre de l’entreprise où ont été découverts les appareils de mesure. 7. Één proces-verbaal in verband met de aanwezigheid van radioactieve stoffen werd opgemaakt, namelijk voor het bedrijf waar de meetinstrumenten werden aangetroffen. 8. Étant donné qu’après la détection de la source de cesium-137 par le portique, le responsable du site a procédé à son stockage immédiat dans un local isolé et non accessible aux travailleurs, les travailleurs n’ont à aucun moment été exposés au danger des rayonnements. Toute l’opération, depuis la détection de la source dans le chargement jusqu’à son stockage dans un local isolé, a été effectuée par le responsable à l’aide des appareils de mesure indispensables et dans le respect des consignes nécessaires en matière de radioprotection. 8. Gezien de cesium-137 bron onmiddellijk na detectie aan de meetpoort door de verantwoordelijke voor de site in een afgezonderd, niet voor de werknemers toegankelijk lokaal werd opgeslagen, was er op geen enkel ogenblik enig stralingsrisico voor de werknemers. De verantwoordelijke voerde de hele operatie van opsporing van de bron in de lading tot aan de opslag in het afgelegen lokaal, uit met behulp van de noodzakelijke meetapparatuur en met inachtname van de nodige stralingsbeschermingvoorschriften. Puisque le niveau de rayonnement n’a faiblement augmenté qu’aux alentours directs des instruments de mesure radioactifs détectés et que les travailleurs ne se sont retrouvés que sporadiquement et pendant peu de temps dans ces parages immédiats, les doses reçues sont inférieures à celles qui résultent des fluctuations de la radioactivité naturelle. Gelet op het feit dat het stralingsniveau enkel in de onmiddellijke omgeving van de opgespoorde radioactieve meetinstrumenten lichtjes verhoogd was en het feit dat de werknemers zich slechts sporadisch en gedurende korte tijd in de onmiddellijke omgeving bevonden hebben, zijn de opgelopen doses kleiner dan deze te wijten aan de schommelingen in de natuurlijke achtergrondstraling. DO 2004200502900 DO 2004200502900 Question no 463 de M. Melchior Wathelet du 16 décembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Vraag nr. 463 van de heer Melchior Wathelet van 16 december 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Brigades canines des zones de police locales. — Recours au Service vétérinaire de la police fédérale. — Protocole. Hondenbrigades van de lokale politiezones. — Samenwerking met de Veterinaire Dienst van de federale politie. — Protocol. Il existe un protocole qui permet aux brigades canines des zones de police locales du Royaume d’avoir recours, pour les soins et le suivi de leurs chiens, au Service vétérinaire de la police fédérale. Voor de verzorging en de begeleiding van hun honden kunnen de hondenbrigades van de lokale politiezones van het Koninkrijk een beroep doen op de Veterinaire Dienst van de federale politie. Die samenwerking is vastgelegd in een protocol. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10676 L’intérêt pour les brigades canines des zones de police locales est évident : pouvoir bénéficier de tarifs pour le suivi et les soins nettement inférieurs à ceux pratiqués par les vétérinaires civils, pour un service équivalent. Het voordeel voor de hondenbrigades van de lokale politiezones is overduidelijk : de kwaliteit van de dienstverlening is gelijkaardig en de tarieven liggen een stuk lager dan bij een gewone dierenarts. Selon mes informations, peu de brigades canines de nos zones de police locales ont signé ce protocole, et la plupart d’entre elles continuent à avoir recours à des vétérinaires civils. Volgens de gegevens waarover ik beschik, hebben weinig lokale politiezones het protocol ondertekend en doet het merendeel nog steeds een beroep op gewone dierenartsen. 1. Combien de zones de police locales du Royaume ont, à l’heure actuelle, signé le protocole en question et combien y ont eu pratiquement recours en 2004 ? 1. Hoeveel lokale politiezones van het Koninkrijk hebben op dit ogenblik het protocol ondertekend en hoeveel hebben er in 2004 ook echt een beroep op gedaan ? 2. Pourriez-vous communiquer si les zones de police locales qui ont signé le protocole ont imposé au personnel des brigades canines, depuis sa signature, d’avoir exclusivement recours au Service vétérinaire de la police fédérale pour les soins et le suivi de leurs chiens ou leur permettent également de solliciter des vétérinaires civils, et pourquoi ? 2. Kan u meedelen of de lokale politiezones, sinds zij het protocol hebben ondertekend, het personeel van de hondenbrigades hebben verplicht voor de verzorging en de begeleiding van hun honden uitsluitend op de Veterinaire Dienst van de federale politie een beroep te doen, dan wel of zij hen toelaten ook gewone dierenartsen te raadplegen ? Welke zijn de beweegredenen hiervoor ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 16 février 2005, à la question no 463 de M. Melchior Wathelet du 16 décembre 2004 (Fr.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 16 februari 2005, op de vraag nr. 463 van de heer Melchior Wathelet van 16 december 2004 (Fr.) : L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse à ses questions. Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen. 1. Fin 2004, neuf zones de police ont adhéré protocole d’accord géré par la police fédérale, à savoir : 1. Tot december 2004 hebben negen zones het door de federale politie beheerde protocolakkoord ondertekend, namelijk : Zone ZP ZP ZP ZP ZP ZP ZP ZP ZP 5275 5286 5297 5303 5323 5323 5339 5340 5414 Ottignies ...................... Hesbaye ....................... Arlon ........................... Namur ......................... Comines-Warneton ...... Collines ....................... Bruxelles-Ixelles ........... Bruxelles ouest ............. Leeuw-Saint-Pierre ....... Nombre de visites Zone 04 02 02 09 01 03 24 05 01 PZ PZ PZ PZ PZ PZ PZ PZ PZ 5275 5286 5297 5303 5323 5323 5339 5340 5414 Aantal visites Ottignies ...................... Hesbaye ....................... Aarlen .......................... Namen ......................... Komen-Waasten .......... Collines ....................... Brussel-Elsene .............. Brussel-West ................ Sint-Pieters-Leeuw ....... 04 02 02 09 01 03 24 05 01 Durant la période du 1er janvier 2004 au 30 avril 2004, les chiens appartenant aux zones n’ayant pas encore signé le protocole, ont cependant été examinés pour donner la possibilité à ces zones d’évaluer la qualité du service rendu. Tussen 1 januari 2004 en 30 april 2004 werden de honden uit de zones die het protocol nog niet hadden ondertekend evenwel onderzocht met als doel die zones de mogelijkheid te geven de dienstverlening te kunnen toetsen. Je tiens à insister sur le fait que les zones restent entièrement libres d’adhérer ou non au protocole. Ik houd eraan te benadrukken dat het de zones absoluut vrijstaat al dan niet tot het protocol toe te treden. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10677 Outre l’avantage financier l’aspect suivit et contrôle de la situation des chiens reconnus comme « agréés » par les différentes zones, n’est pas à négliger. Buiten het financieel voordeel, is het aspect van de opvolging en de controle van de toestand van de door de zones als « erkend » verklaarde honden niet te onderschatten. 2. Aucune donnée concernant cette question n’est connue. 2. Over deze vraag zijn mij geen gegevens bekend. DO 2004200502888 DO 2004200502888 Question no 482 de M. Roel Deseyn du 13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Vraag nr. 482 van de heer Roel Deseyn van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Problèmes liés au transfert d’immatriculation à l’époux(se). plaque Problemen bij de overdracht van een nummerplaat aan de echtgeno(o)t(e). Il apparaı̂t que la cession d’une voiture d’un époux à l’autre ne se déroule pas sans difficultés. La DIV (Direction pour l’Immatriculation des Véhicules) demande semble-t-il au citoyen un extrait de l’acte de mariage, alors qu’on peut lire sur le site http :// www.mobilit.fgov.be que la preuve du mariage, de la cohabitation légale, de la filiation, de l’adoption légale ou du décès est fournie par l’administration communale et, le cas échéant, l’accord écrit de celui ou celle qui cède sa plaque à l’autre conjoint. Réponse de vos services lorsque nous les avons interrogés à ce sujet : « D’après les informations fournies par le collaborateur de la DIV, toute personne traitant les dossiers a accès au Registre national mais elle ne peut en déduire la composition du ménage. Le nom de l’époux(se) est effectivement mentionné dans le Registre national, mais l’application utilisée par la DIV ne permet apparemment pas de lire la composition du ménage. Cette situation nous paraı̂t absurde et nous comptons l’aborder dans le cadre d’une concertation avec la DIV ». Bij de overdracht van een auto aan de echtgeno(o)t(e) blijkt er nogal wat mis te lopen. De DIV (Dienst voor de Inschrijving van Voertuigen) vraagt de burger blijkbaar een uittreksel van de huwelijksakte. Nochtans staat er te lezen op http :// www.mobilit.fgov.be : « ... wordt het bewijs van het huwelijk, de wettelijke samenwoning, de afstamming, de wettelijke adoptie of het overlijden geleverd door de gemeentelijke overheid en in gebeurlijk geval het geschreven akkoord van hem of haar die de plaat aan de andere partner afstaat ». Antwoord van uw diensten wanneer we hen met deze problematiek confronteren : « Volgens de informatie die de DIV-medewerker mij gaf, heeft iedereen die dossiers behandelt wel degelijk toegang tot het Rijksregister, maar dat zij daar de gezinssamenstelling niet uit kunnen opmaken. Nu is het een feit dat de naam van de echtgeno(o)t(e) wel vermeld wordt in het Rijksregister, maar blijkbaar is de applicatie die de DIV gebruikt niet aangepast om de gezinssamenstelling te lezen. Nu lijkt dit ons een absurde situatie en we zullen dit feit ook meenemen naar het overleg bij de DIV. ». d’une 1. Comment expliquez-vous cette anomalie ? 1. Hoe verklaart u deze anomalie ? 2. Combien de personnes ont-elles déjà recouru à la possibilité de transférer une plaque d’immatriculation ? 3. Quand cette situation sera-t-elle tirée au clair ? 2. Hoeveel mensen hebben al gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot overdragen van een nummerplaat ? 3. Wanneer zal deze situatie opgelost zijn ? 4. Je suppose que d’autres attestations sont nécessaires lors de contacts avec les autorités. Je pense par exemple à un acte de décès. 4. Ik kan me voorstellen dat ook andere bewijzen nodig zijn bij contacten bij de overheid. Ik denk bijvoorbeeld aan een overlijdensakte. D’une manière plus générale, quels services n’ont pas encore accès au Registre national dans la pratique, alors qu’ils vous en ont déjà fait la demande ? Algemeen : welke diensten die hierom reeds een verzoek tot u hebben gericht, hebben in de praktijk nog geen toegang tot het Rijksregister ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1349 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10678 Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 17 février 2005, à la question no 482 de M. Roel Deseyn du 13 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 17 februari 2005, op de vraag nr. 482 van de heer Roel Deseyn van 13 januari 2005 (N.) : En réponse à la dernière partie de sa question, je prie l’honorable membre de trouver ci-après les éléments de réponse concernant l’accès au Registre national des personnes physiques. In antwoord op het laatste deel van zijn vraag, vindt het geachte lid hieronder de antwoorden betreffende de toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen. En vertu de l’article 1er, alinéa 2, 2o, de l’arrêté royal du 11 novembre 2001 autorisant l’accès de certains fonctionnaires et agents du service public fédéral Mobilité et Transports au Registre national des personnes physiques, la Direction pour l’immatriculation des véhicules (DIV), qui relève de la direction générale Mobilité et Sécurité routière, est autorisée à accéder aux informations visées à l’article 3, alinéa 1er, 1 o à 9o, de la loi du 8 août 1983 organisant un Registre national des personnes physiques, à savoir les informations relatives aux nom et prénoms, lieu et date de naissance, sexe, nationalité, résidence principale, lieu et date du décès, profession, état civil et composition de ménage. Krachtens artikel 1, tweede lid, 2o, van het koninklijk besluit van 11 november 2002 waarbij aan sommige ambtenaren en beambten van de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer toegang wordt verleend tot het Rijksregister der natuurlijke personen, is de Dienst voor inschrijving van de Voertuigen (DIV), die afhangt van het directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid, gemachtigd toegang te hebben tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1o tot 9o, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, namelijk de informatiegegevens betreffende de naam en voornamen, geboorteplaats en -datum, geslacht, nationaliteit, hoofdverblijfplaats, plaats en datum van overlijden, beroep, burgerlijke staat en samenstelling van het gezin. La DIV est donc autorisée à accéder à l’information relative à la composition du ménage d’une personne physique, en ce compris l’identité de l’époux(se). De DIV is dus gemachtigd toegang te hebben tot het informatiegegeven betreffende de samenstelling van het gezin van een natuurlijke persoon, met inbegrip van de identiteit van de echtgenoot(-ote). Cependant, après examen auprès des services du Registre national, il apparaı̂t que la DIV utilise actuellement une transaction de connexion au Registre national qui ne lui permet effectivement pas d’accéder à la donnée relative à la composition de ménage. Il convient dès lors que la DIV s’adresse au Registre national et qu’elle modifie ainsi son mode de connexion informatique. Na onderzoek bij de diensten van het Rijksregister, blijkt echter dat de DIV thans een transactie voor aansluiting bij het Rijksregister gebruikt die hem inderdaad niet de mogelijkheid geeft toegang te hebben tot het gegeven betreffende de samenstelling van het gezin. De DIV moet zich derhalve wenden tot het Rijksregister om zijn computeraansluiting aldus te laten wijzigen. Si la DIV souhaite en outre accéder à l’information relative à la cohabitation légale (cf. l’article 3, alinéa 1er, 13o, de la loi précitée, du 8 août 1983), je l’invite à adresser sa demande auprès de la Commission de la protection de la vie privée qui, en attendant la constitution du Comité sectoriel Registre national, statue sur les demandes d’accès aux informations du Registre national. Als de DIV bovendien toegang wenst te hebben tot het informatiegegeven betreffende de wettelijke samenwoning (cf. artikel 3, eerste lid, 13o, van de voormelde wet van 8 augustus 1983), verzoek ik hem zijn aanvraag te richten aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer die, in afwachting van de oprichting van het Sectoraal Comité Rijksregister, uitspraak doet over de aanvragen tot toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister. Concernant la question d’ordre plus générale posée par l’honorable membre sur le nombre de services qui n’ont pas encore, dans la pratique, accès au Registre national alors qu’ils en ont déjà fait la demande, je rappelle qu’à la suite de la modification de la loi du 8 août 1983 organisant un Registre national des personnes physiques par la loi du 25 mars 2003, l’accès aux informations du Registre national, leur communication ainsi que l’utilisation du numéro d’identifica- Wat de door het geachte lid gestelde vraag van meer algemene aard betreft, over het aantal diensten die in de praktijk nog geen toegang hebben tot het Rijksregister, terwijl zij dit wel al aangevraagd hebben, herinner ik eraan dat, naar aanleiding van de wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, door de wet van 25 maart 2003, de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister, de mededeling ervan, evenals het CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10679 tion dudit registre sont, depuis le 1er janvier 2004, autorisés par la Commission de la protection de la vie privée qui statue sur les demandes en attendant, comme je l’ai déjà signalé ci-avant, la constitution du Comité sectoriel (cf. l’article 18 de l’arrêté royal du 17 décembre 2003 fixant les modalités relatives à la composition et au fonctionnement de certains comités sectoriels institués au sein de la Commission de la protection de la vie privée). gebruik van het identificatienummer van dit register, sinds 1 januari 2004 toegekend worden door de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer die uitspraak doet over de aanvragen, in afwachting, zoals ik hierboven al vermeld heb, van de oprichting van het Sectoraal Comité (cf. artikel 18 van het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer). La Commission de la protection de la vie privée dépendant directement de la Chambre des représentants, il n’appartient dès lors plus au Roi ni au ministre de l’Intérieur d’intervenir dans la procédure d’autorisation d’accès au Registre national, celle-ci ne relevant pas de leur compétence. Aangezien de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer rechtstreeks afhangt van de Kamer van volksvertegenwoordigers, is het niet meer de taak van de Koning, noch van de minister van Binnenlandse Zaken, om tussen te komen in de procedure tot toekenning van de toegang tot het Rijksregister, want deze behoort niet tot hun bevoegdheden. Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging DO 2004200503073 DO 2004200503073 Question no 166 de M. Staf Neel du 13 janvier 2005 (N.) au ministre de la Défense : Vraag nr. 166 van de heer Staf Neel van 13 januari 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging : Enregistrement d’objets volés et perdus. Registratie diefstallen en verlies. Dans un département comptant 42 600 travailleurs, certains objets disparaissent parfois parce qu’ils sont volés ou perdus. Il peut s’agir aussi bien d’un ordinateur portable que d’un appareil photographique digital, d’un téléphone portable, etc. In een departement met 42 600 werknemers verdwijnen soms een aantal zaken, soms door diefstal, soms door verlies. Dit kan gaan van een laptop, tot digitaal fototoestel, draagbare telefoon en dergelijke. 1. Une liste des objets volés ou perdus — qui sont la propriété du département de la Défense nationale — est-elle dressée ? 1. Wordt er van dit verlies/diefstal — eigendom van Landsverdediging — een lijst opgemaakt ? 2. Existe-t-il, par exemple, une banque de données centrale à cet effet ou l’enregistrement est-il effectué par module ? 2. Bestaat er hiervoor bijvoorbeeld een centrale databank of wordt dit per module geregistreerd ? 3. S’il existe un registre central ou une banque de données centrale, qui est en charge du suivi et au sein de quel service ? 3. Als er een centraal register of databank bestaat, wie volgt dit gebeuren en waar ? 4. S’il n’existe pas de registre central ou de banque de données centrale, leur création est-elle envisagée ? 4. Als er geen centraal register of databank bestaat, overweegt men dit in te stellen ? Réponse du ministre de la Défense du 17 février 2005, à la question no 166 de M. Staf Neel du 13 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Landsverdediging van 17 februari 2005, op de vraag nr. 166 van de heer Staf Neel van 13 januari 2005 (N.) : L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions. Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10680 Dans un département comprenant 42 600 employés, des objets disparaissent de temps à autres, parfois à cause d’un vol, parfois à la suite d’une perte. Il peut s’agir d’un ordinateur portable, d’un appareil photographique digital, d’un téléphone mobile ou de quelque chose de semblable. In een departement met 42 600 werknemers verdwijnen soms een aantal zaken, soms door diefstal, soms door verlies. Dit kan gaan van een laptop, tot digitaal fototoestel, draagbare telefoon en dergelijke. Un grand nombre de membres du personnel de la Défense disposent en prêt à usage, de façon temporaire ou permanente, d’un certain nombre de ressources matérielles appartenant à l’État belge. Een groot aantal personeelsleden van Defensie beschikt inderdaad tijdelijk of continu in bruikleen over een aantal materiële middelen, eigendom van de Belgische Staat. Des procédures légales et réglementaires sont prévues en cas de perte, vol ou détérioration. In het geval van verlies, diefstal of beschadiging ervan, zijn wettelijke en reglementaire procedures voorzien. Chaque cas est traité dans le cadre de ces lois et règlements de façon individuelle dans la perspective de l’établissement d’une éventuelle responsabilité personnelle de l’emprunteur. Ieder geval wordt binnen het kader van de voormelde wetten en reglementen individueel onderzocht met het oog op een vaststelling van een eventuele persoonlijke aansprakelijkheid van de bruiklener. Le cas échéant, le membre du personnel intéressé est mis en demeure de réparer le dommage. Zo nodig wordt het betrokken personeelslid in gebreke gesteld voor de geleden schade. Tous les dossiers de ce type sont traités à la Défense par un service central (DGJM-LITIG-CTX) qui prend également les décisions financières en la matière dans le cadre des délégations en vigueur à la Défense. Chaque dossier est enregistré par ce service dans un système central de gestion des dossiers et, après traitement, est également archivé dans ce service. Alle dossiers van dit type worden binnen Defensie behandeld door één centrale dienst (DGJM-LITIGCTX) die ook de financiële beslissingen terzake neemt binnen het kader van de in Defensie geldende delegatieregeling. Elk dossier wordt door deze dienst geregistreerd in een centraal beheersysteem van dossiers en wordt er tevens, na afhandeling, gearchiveerd. DO 2004200503120 DO 2004200503120 Question no 169 de M. Pieter De Crem du 18 janvier 2005 (N.) au ministre de la Défense : Vraag nr. 169 van de heer Pieter De Crem van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging : Démantèlement de F-16 au Dépôt de Rocourt. Ontmanteling van F-16-vliegtuigen in het Depot in Rocourt. Dans le cadre de sa politique de réduction constante de sa flotte de F-16, le département de la Défense a vainement tenté de vendre une trentaine de ces appareils. Dans un communiqué de presse relatif au projet de valorisation des F-16 belges stockés, la Défense a fait part de sa décision de démanteler au Dépôt de Rocourt les anciens F-16 stockés à Weelde pour vendre ensuite les pièces détachées. Door de aanhoudende reductie van de F-16-vloot door het departement Defensie werd vruchteloos gepoogd een dertigtal F-16-toestellen te verkopen. In een persmededeling betreffende het valorisatieproject voor gestockeerde Belgische F-16’s werd de beslissing meegedeeld de oudere te Weelde gestockeerde F-16vliegtuigen te ontmantelen in het Depot in Rocourt om nadien de afgenomen wisselstukken te verkopen. 1. Quelles composantes des F-16 pourraient être vendues ? 1. Welke onderdelen van de F-16-toestellen komen precies in aanmerking voor verkoop ? 2. Selon quelle procédure se déroulera cette vente ? 2. Op welke manier zal deze verkoop verlopen ? 3. A quelles fins pourraient être utilisées les composantes qui sont à vendre ? 3. Voor welk doeleinde komen deze te verkopen onderdelen in aanmerking ? 4. Combien devrait rapporter la vente de ces pièces détachées ? 4. Wat is de geraamde opbrengst van deze verkoop van wisselstukken ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10681 5. Que deviendront les pièces de rechange invendues, enregistrées et emballées ? 5. Wat gebeurt er met de niet-verkochte, geregistreerde en verpakte wisselstukken ? Réponse du ministre de la Défense du 17 février 2005, à la question no 169 de M. Pieter De Crem du 18 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Landsverdediging van 17 februari 2005, op de vraag nr. 169 van de heer Pieter De Crem van 18 januari 2005 (N.) : L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions. Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen. 1. En principe toutes les pièces de rechange de ces vieux avions F-16 sont prises en considération pour la vente, à l’exception d’un nombre limité de pièces qui seront récupérées et réutilisées au sein de la Défense et de celles pour lesquelles le « US Department of State » n’autorise pas la cession à un tiers. 1. In principe komen alle wisselstukken van deze oudere F-16’s in aanmerking voor verkoop, met uitzondering van een beperkt aantal stukken dat op voorhand gerecupereerd wordt voor gebruik door Defensie en de stukken waarvoor het « US Department of State » de overdracht naar een derde partij uitsluit. 2. La vente se fera conformément à la loi programme du 19 juillet 2001 (titre 7, article 41, chapitre 1). Les pièces de rechange seront proposées à la vente en lots, suivant une procédure négociée et attribuées au soumissionnaire qui aura introduit l’offre la plus haute. 2. De verkoop zal gebeuren in overeenstemming met de programmawet van 19 juli 2001 (titel 7, artikel 41, hoofdstuk 1). De wisselstukken zullen in loten voor verkoop aangeboden worden volgens de onderhandelingsprocedure en toegewezen worden aan de hoogst biedende inschrijver. 3. Les pièces sont vendues comme pièces de rechange, dans l’état dans lequel elles se trouvent. 3. De onderdelen worden als wisselstukken verkocht, in de staat waarin ze zich bevinden. 4. Les recettes seront déterminées par la demande du marché et l’offre correspondante des candidats acheteurs au moment où les pièces de rechange seront disponibles pour la vente. (La liste définitive des pièces dépend de la réponse à la question 1.) 4. De opbrengst wordt bepaald door de marktvoorwaarden en het overeenkomstige bod van de kandidaat-kopers op het moment dat de wisselstukken ter beschikking gesteld worden voor verkoop. (De definitieve lijst der stukken is afhankelijk van het antwoord op vraag 1.) 5. Les pièces de rechange sont vendues en plusieurs lots. Les pièces qui ne peuvent pas être vendues seront réutilisées de la manière la plus rentable possible au sein de la Défense. Les pièces non utilisées par la Défense seront retirées du patrimoine selon les procédures en vigueur. 5. De wisselstukken worden verkocht in verschillende loten. Onderdelen die niet verkocht kunnen worden, zullen maximaal op een nuttige en rendabele manier aangewend worden binnen Defensie. Onderdelen zonder gebruik binnen Defensie zullen volgens vigerende voorschriften uit het patrimonium verwijderd worden. DO 2004200503168 DO 2004200503168 Question no 171 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de la Défense : Vraag nr. 171 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging : SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan. Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique. Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen. Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10682 Réponse du ministre de la Défense du 15 février 2005, à la question no 171 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Landsverdediging van 15 februari 2005, op de vraag nr. 171 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question. Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vraag. 1. Le département de la Défense n’est pas un service public fédéral et n’est pas soumis à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral. 1. Het departement Defensie is geen federale overheidsdienst en is niet onderworpen aan het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst. 2. Le département de la Défense dispose cependant d’un plan stratégique et d’un plan directeur mis en place dans un cadre politique et stratégique plus large. Ces plans sont à la base du plan d’entreprise au sein du département de la Défense, soumis à l’approbation du chef de la Défense. Ce plan globalise toutes les actions du département afin d’atteindre les objectifs repris dans les plans stratégique et directeur. 2. Het departement Defensie beschikt evenwel over een strategisch plan en een stuurplan, welke opgesteld werden in een ruimer politiek en strategisch kader. Deze plannen liggen aan de basis van het ondernemingsplan binnen het departement Defensie, onderworpen aan de goedkeuring van de chef Defensie. Dit ondernemingsplan globaliseert alle acties van het departement, teneinde de objectieven te bereiken die hernomen werden in het strategisch en het stuurplan. DO 2004200503169 DO 2004200503169 Question no 172 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de la Défense : Vraag nr. 172 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging : SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité. L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le contrôle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit. Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst. Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ? Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? Réponse du ministre de la Défense du 15 février 2005, à la question no 172 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Landsverdediging van 15 februari 2005, op de vraag nr. 172 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question. Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vraag. 1. Le département de la Défense n’est pas un service public fédéral et n’est pas soumis à l’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux. Il n’y a donc pas de service d’audit interne ni de comité d’audit comme le prévoit l’arrêté royal en question. 1. Het departement Defensie is geen federale overheidsdienst en is niet onderworpen aan het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten. Er bestaat dus geen interne auditdienst of auditcomité zoals voorzien in het desbetreffende koninklijk besluit. 2. Le département de la Défense dispose cependant d’un Département d’état-major Évaluation dont la 2. Het departement Defensie beschikt evenwel over een Stafdepartement Evaluatie, waarvan de structuur CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10683 structure et les attributions sont fixées par l’arrêté royal du 21 décembre 2001 déterminant la structure générale du ministère de la Défense et fixant les attributions de certaines autorités. en de bevoegheden vastgelegd zijn in het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het ministerie van Defensie en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten. 3. Le Sous-chef d’état-major Évaluation est compétent pour l’évaluation permanente du fonctionnement des forces armées. Pour l’exécution de leurs tâches, le Sous-chef d’état-major Évaluation et les collaborateurs qu’il mandate à cette fin, ont un accès direct à toute information de toutes les subdivisions dans les forces armées, pour autant qu’elle soit nécessaire et pertinente pour l’exécution de leurs tâches. 3. De Onderstafchef Evaluatie is bevoegd voor de permanente evaluatie van de werking van de krijgsmacht. Voor de uitvoering van hun taken hebben de Onderstafchef Evaluatie en de door hem hiertoe gemachtigde medewerkers directe toegang tot alle informatie van alle onderafdelingen in de krijgsmacht, voor zover die nodig en relevant is voor de uitvoering van hun taken. DO 2004200503175 DO 2004200503175 Question no 173 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au ministre de la Défense : Vraag nr. 173 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging : SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad. Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique. Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten. Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? Réponse du ministre de la Défense du 15 février 2005, à la question no 173 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Landsverdediging van 15 februari 2005, op de vraag nr. 173 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question. Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vraag. 1. Le département de la Défense n’est pas un service public fédéral et n’est donc pas soumis à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral. 1. Het departement Defensie is geen federale overheidsdienst en is bijgevolg niet onderworpen aan het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst. 2. Conformément à l’arrêté royal du 21 décembre 2001 déterminant la structure générale du ministère de la Défense et fixant les attributions de certaines autorités, le département de la Défense dispose cependant d’un Conseil supérieur de la Défense. 2. Conform het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten, beschikt het departement Defensie evenwel over een Hoge Raad voor Defensie. Le Conseil supérieur de la Défense est un organe de conseil qui donne au ministre un avis relatif à l’élaboration de la politique du département, à la coordination de la définition de la politique entre les différents départements d’état-major et directions générales, à l’évaluation de la politique menée, à la structure générale des forces armées, aux besoins en personnel et 3. De Hoge Raad voor Defensie is een raadgevend orgaan dat aan de minister advies verstrekt met betrekking tot de uitwerking van het beleid voor het departement, de coördinatie van de beleidsvorming tussen de verschillende stafdepartementen en algemene directies, de evaluatie van het gevoerd beleid, de algemene structuur van de Krijgsmacht, de personeelsbehoeften en de CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10684 aux investissements importants, à la participation à des opérations et aux moyens qui y sont liés. belangrijke investeringen, de deelname aan operaties en de hieraan verbonden middelen. DO 2004200503262 DO 2004200503262 Question no 175 de M. Koen T’Sijen du 1er février 2005 (N.) au ministre de la Défense : Vraag nr. 175 van de heer Koen T’Sijen van 1 februari 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging : Cabinets et administrations. — Voyages en avion. Kabinetten en administraties. — Vliegtuigreizen. 1. Combien de voyages en avion ont été effectués depuis le début de la législature par vous-même, par des membres de votre cabinet et par des membres du personnel des administrations relevant de votre compétence ? 1. Hoeveel vliegtuigreizen heeft u, uw kabinet en de onder u ressorterende administraties gemaakt sinds het begin van de legislatuur ? 2. Combien de ces déplacements ont-ils été réalisés en classe d’affaires et combien en classe économique ? 2. Hoeveel van deze reizen waren in business class, hoeveel in economy class ? 3. Quelle était la destination des vols ? 3. Wat was de bestemming van de vluchten ? 4. Combien de « airmiles » ont-ils été accumulés grâce à ces vols ? 4. Hoeveel airmiles werden er op deze vluchten verzameld ? 5. Qu’advient-il des « airmiles » récoltés dans le cadre de déplacements en avion depuis le début de la législature ? 5. Wat gebeurt er met de airmiles die op vluchten vergaard worden sinds het begin van deze legislatuur ? 6. Sont-ils utilisés par les cabinets et les administrations ? 6. Worden die gebruikt door de kabinetten en administraties ? 7. Des « airmiles » acquis dans le cadre de l’exécution d’une mission de service sont-ils utilisés personnellement par des membres des cabinets et des membres du personnel des administrations à des fins privées ? 7. Worden er airmiles die verworven zijn in uitvoering van een dienstopdracht persoonlijk gebruikt door personeelsleden van kabinetten en administraties voor privé-doeleinden ? Réponse du ministre de la Défense du 18 février 2005, à la question no 175 de M. Koen T’Sijen du 1er février 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Landsverdediging van 18 februari 2005, op de vraag nr. 175 van de heer Koen T’Sijen van 1 februari 2005 (N.) : L’honorable membre est prié de trouver ci-après les réponses à ses questions. Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op zijn vragen. Depuis le début de la législature, j’ai fait, en compagnie de mes collaborateurs du cabinet, au total, 37 voyages en avion. Sinds het begin van de legislatuur heb ik, samen met mijn kabinetsmedewerkers, in totaal 37 vliegtuigreizen gemaakt. Tous ces voyages se sont fait à bord d’avions de la Défense. Al deze dienstreizen werden gemaakt aan boord van de vliegtuigen van Defensie. Les destinations étaient le Congo, l’Afghanistan, la France, le Kosovo, l’Italie, les États Unis, le Bénin, le Maroc, l’Afrique du Sud, l’Allemagne, la Jordanie, le Liban, l’Angola, la Grèce, le Royaume Uni, la Turquie, le Soudan, les Pays Bas, la Roumanie, le Vietnam, la Serbie, la Bulgarie, le Sri Lanka et la Hongrie. De bestemmingen waren Congo, Afghanistan, Frankrijk, Kosovo, Italië, Verenigde Staten, Benin, Marokko, Zuid-Afrika, Duitsland, Jordanië, Libanon, Angola, Griekenland, Verenigd Koninkrijk, Turkije, Soedan, Nederland, Roemenië, Vietnam, Servië, Bulgarije, Duitsland, Sri Lanka en Hongarije. Les membres de l’état-major de la Défense ont fait des voyages de service vers ces destinations via des compagnies civiles. Leden van de Defensiestaf hebben dienstreizen ondernomen naar deze bestemmingen via burgermaatschappijen. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10685 Depuis le début de la législature, un total de 9 833 tickets ont été acheté, dont 301 en Business et 9 532 en Economy. Ces tickets furent tous achetés par le service Visas et Voyages de l’état-major de la Défense. Sinds het begin van de legislatuur werden er 9 833 tickets aangekocht, waarvan 301 in Business en 9 532 in Economy. Deze tickets werden allen aangekocht via de dienst Visa en Reizen van Defensiestaf. Les questions concernant les « airmiles » ne sont pas d’application aux voyages en avion du cabinet. En ce qui concerne les voyages de l’état-major, les « airmiles » n’ont pas été collectés par le service Visas et Voyages, puisque les tickets sont achetés via un contrat ouvert et que des « airmiles » ne sont attribués qu’à des personnes privées. De vragen met betrekking tot « airmiles » zijn niet van toepassing op de vliegtuigreizen van het kabinet. Wat betreft de dienstreizen van Defensiestaf, worden er geen « airmiles » verzameld door de dienst Visa en Reizen, aangezien de tickets aangekocht worden via een open contract en « airmiles » enkel toegekend worden aan privé-personen. Ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Économie Economie DO 2004200502994 DO 2004200502994 Question no 198 de Mme Muriel Gerkens du 28 décembre 2004 (Fr.) au ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Vraag nr. 198 van mevrouw Muriel Gerkens van 28 december 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Arrêté ministériel. — Entreprises. — Canalisations. — Territoire de Hingene. Ministerieel Besluit. — Bedrijven. — Leidingen. — Grondgebied van Hingene. Par le biais de l’arrêté ministériel du 4 mars 2002 deux entreprises ont été obligées de modifier leurs canalisations, situées sur le territoire de Hingene, commune de Bornem, afin d’y permettre les travaux d’aménagement du chenal d’accès vers l’écluse et ce au plus tard le 1er octobre 2003. Bij ministerieel besluit van 4 maart 2002 werden twee bedrijven verplicht hun leidingen, gelegen op het grondgebied van Hingene, gemeente Bornem, te verplaatsen, om er de werken voor het aanleggen van de toegangsgeul naar de sluis mogelijk te maken. Dat moest tegen uiterlijk 1 oktober 2003 gebeuren. 1. Pourriez-vous communiquer si tous les travaux nécessaires pour exécuter cet arrêté ministériel ont été exécutés ? 1. Werden alle door dat ministerieel besluit opgelegde werken intussen uitgevoerd ? 2. Si oui, quand eût lieu la fin de ces travaux ? 2. Wanneer werden die werken beëindigd ? 3. Si non : 3. Zo niet : a) pourquoi pas; a) waarom niet; b) quelles mesures avez-vous prises pour faire exécuter les travaux; b) welke maatregelen nam u met het oog op de uitvoering van die werken ? c) un procès-verbal a-t-il été dressé ? c) werd proces-verbaal opgemaakt ? Réponse du ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 15 février 2005, à la question no 198 de Mme Muriel Gerkens du 28 décembre 2004 (Fr.) : Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 15 februari 2005, op de vraag nr. 198 van mevrouw Muriel Gerkens van 28 december 2004 (Fr.) : 1. Les travaux n’ont pas encore été réalisés. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 1. De werken werden nog niet uitgevoerd. 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1350 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10686 3. a) À la suite de la notification de l’obligation de modifier le tracé de leurs canalisations, les deux entreprises ont introduit un dossier auprès la Direction générale de l’Énergie du SPF Économie, comme prévu par la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations. 3. a) Gevolggevend aan de betekening van de verplichting tot wijziging van het tracé van hun leidingen, hebben de twee ondernemingen een dossier ingediend bij de Algemene Directie Energie van de FOD Economie, zoals bepaald door de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen. Lors de l’enquête dans ce dossier, la « Division stedebouwkundige vergunningen » du ministère de la Communauté flamande a rendu un avis négatif en date du 12 septembre 2002, réf SV/DV4108/2536. Tijdens het onderzoek in dit dossier, heeft de Afdeling stedebouwkundige vergunningen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap een ongunstig advies verleend op datum van 12 september 2002, met referte SV/DV4108/2536. b) La « Division Zeeschelde » du ministère de la Communauté flamande a récemment averti la Direction générale de l’Énergie qu’un permis de bâtir avait été délivré aux sociétés concernées, ce qui annule l’avis négatif, rendu en 2002. b) De Afdeling Zeeschelde van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap heeft de Algemene Directie Energie er onlangs van op de hoogte gebracht dat een bouwvergunning werd verleend voor de betrokken maatschappijen, hetgeen het ongunstig advies, verleend in 2002, teniet doet. Les autorisations de modification de tracé seront dès lors délivrées dans les meilleurs délais. De vergunningen tot wijziging van het tracé zullen dan ook zo spoedig mogelijk verleend worden. c) Un procès-verbal ne sera dressé lorsque les entreprises seront en défaut. c) Een proces-verbaal zal alleen opgemaakt worden wanneer de ondernemingen in gebreke blijven. DO 2004200503050 DO 2004200503050 Question no 202 de M. Roel Deseyn du 12 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Vraag nr. 202 van de heer Roel Deseyn van 12 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Enquête effectuée par la cellule « Veille sur Internet » du SPF Économie, PME, Classes moyennes et Énergie sur la conformité de sites web avec la législation. Onderzoek van de afdeling internetbewaking van de FOD Economie naar de overeenstemming van websites met de wet. Il ressort d’une enquête menée par la cellule « Veille sur Internet » du SPF Économie, PME, Classes moyennes et Énergie que de nombreux sites web ne respectent toujours pas les obligations légales. Sur les 495 sites passés au crible entre le 11 juin 2003 et le 1er septembre 2004, 35 à peine étaient en règle. 149 prestataires de services ont réagi à un avertissement en indiquant qu’ils adapteraient leur site, 20 ont arrêté leurs activités en ligne et 96 n’ont pas du tout donné suite à l’avertissement. Uit een onderzoek van de afdeling internetbewaking van de FOD Economie blijkt dat vele websites nog niet in orde zijn met de wettelijke verplichtingen. Van de 495 websites onderzocht tussen 11 juni 2003 en 1 september 2004 waren er slechts 35 sites in orde. 149 dienstverleners zeiden na een waarschuwing dat ze hun site gingen aanpassen, 20 hebben hun on-lineactiviteiten stopgezet en 96 gaven geen enkel gevolg aan de waarschuwing. 1. a) En fonction de quels critères les 495 sites examinés ont-ils été sélectionnés ? 1. a) Op welke basis werden de 495 te onderzoeken sites gekozen ? b) Quels services étaient associés à cette enquête ? b) Welke diensten waren betrokken in het onderzoek ? c) Doit-on y voir le signe annonciateur d’une enquête annuelle ? c) Is dit de voorbode van een jaarlijks onderzoek ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10687 2. a) Quel type d’infractions a-t-on constaté en l’occurrence ? 2. a) Om welk soort van inbreuken ging het hier ? b) Quelle est, pour chaque catégorie d’infractions, la part que celle-ci représente dans l’ensemble des infractions ? b) Kan u voor elke categorie van inbreuken het percentage vermelden dat dit uitmaakt van het totaal aantal inbreuken ? 3. 96 prestataires de services n’ont pas réagi à vos avertissements. 3. 96 dienstverleners gaven geen gehoor aan uw waarschuwingen. a) Qu’avez-vous fait pour les rappeler à l’ordre ? a) Welke acties heeft u tegen deze ondernomen ? b) Quelle suite ont-ils donnée à ce rappel à l’ordre ? b) Welk gevolg gaven deze hieraan ? c) Des prestataires sont-ils encore en infraction pour l’heure ? c) Zijn er op dit moment nog dienstverleners in overtreding ? d) Dans l’affirmative, combien, et comment expliquez-vous cette situation ? d) Zo ja, hoeveel en hoe verklaart u dit ? Réponse du ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 16 février 2005, à la question no 202 de M. Roel Deseyn du 12 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 16 februari 2005, op de vraag nr. 202 van de heer Roel Deseyn van 12 januari 2005 (N.) : Voici ma réponse à la question de l’honorable membre. Zie hier mijn antwoord op de vraag van het geachte lid. 1. a) La cellule « Veille sur Internet » de la Direction générale du Contrôle et de la Médiation contrôle la légalité des sites dont les responsables sont établis en Belgique. Ce contrôle a lieu à la fois d’initiative (selon des catégories de services déterminés et selon la fréquence de visites des sites par les internautes), et sur la base de plaintes ou dénonciations d’utilisateurs. Dans l’hypothèse où l’enquête préliminaire visant à identifier le prestataire démontre que ce dernier est établi dans un autre État, une demande de collaboration internationale peut être effectuée auprès de l’autorité de contrôle de l’État où est établi le prestataire, compétent en vertu de la clause de marché intérieur contenue dans la directive européenne « commerce électronique ». 1. a) De cel Internetbewaking van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling controleert het wettige karakter van de websites waarvan de verantwoordelijken in België gevestigd zijn. Deze controle gebeurt enerzijds spontaan (naar bepaalde categorieën diensten en naargelang hoe vaak ze door de internauten bezocht worden), anderzijds op grond van klacht of aangifte van gebruikers. Indien het vooronderzoek ter identificatie van de dienstverlener uitwijst dat deze in het buitenland gevestigd is, wordt een verzoek om internationale samenwerking verstuurd naar de controle-instantie van het land waar de dienstverlener gevestigd is, en die bevoegd is krachtens de interne-marktclausule vervat in de Europese Richtlijn « elektronische handel ». b) Diverses catégories de services ont été contrôlées. Il s’agit notamment de vente de matériel informatique, de vente d’appareils électroménagers, d’offres de voyages, de courtage matrimonial, d’offres de crédit, de propositions de travail à domicile, de réservation de spectacles, ... b) Verschillende categorieën diensten werden gecontroleerd, het gaat hier met name om de verkoop van informaticamateriaal, van elektrische huishoudapparaten, aanbiedingen inzake reizen, huwelijksbemiddeling, krediet, voor thuiswerk, reservering voor evenementen, ... c) Depuis la mise sur pied de la cellule « Veille sur Internet », ses activités sont reprises dans le rapport annuel de la direction générale du Contrôle et de la Médiation. Cependant, les statistiques en matière de contrôle des sites de vente par Internet n’étaient pas distinguées de celles des ventes à distance traditionnelles. c) Sinds de oprichting van de cel Internetbewaking worden haar activiteiten gerapporteerd in het jaarverslag van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling. De statistieken maakten evenwel geen onderscheid tussen de controles op internetverkoop en die op de traditionele verkoop op afstand. 2. Jusqu’en 2003, les prestataires de services de la société de l’information devaient respecter essentiel- 2. Tot in 2003 moesten de verleners van diensten van de informatiemaatschappij voornamelijk de alge- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10688 lement les règles générales, notamment en matière de contrats à distance, contenues dans la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur. Depuis l’entrée en vigueur en mars 2003 d’une loi spécifique aux services de la société de l’information, les prestataires doivent respecter de nouvelles obligations, notamment en matière d’information sur leur identité et en matière de transparence dans l’exécution d’une commande en ligne. Le plus grand nombre d’infractions concerne l’absence d’informations de base relatives au prestataire, qui doivent être accessibles facilement, directement et de manière permanente (nom ou dénomination sociale, adresse géographique, coordonnées de contact rapide, numéro d’entreprise, autorité de surveillance, soumission à un code de conduite, ...). En cas de manquement à l’obligation de mentionner ces informations de base, des investigations supplémentaires permettent le plus souvent de déceler des infractions à d’autres réglementations à caractère économique, non spécifiques aux services de la société de l’information, telles que l’absence d’inscription à la banque-carrefour des entreprises, d’inscription ou d’agrément préalable, d’assurance obligatoire contre l’insolvabilité, pour des activités réglementées telles que l’organisation de voyages, l’offre de crédit à la consommation, le courtage matrimonial, etc. mene regels naleven, met name inzake de afstandscontracten, zoals vervat in de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument. Sinds maart 2003 is er een specifieke wet van kracht voor de diensten van de informatiemaatschappij, die de dienstverleners nieuwe verplichtingen oplegt, met name inzake informatie over hun identiteit en inzake transparantie bij bestellingen on line. Het grootste aantal inbreuken slaat op het ontbreken van gemakkelijk, rechtstreeks en permanent toegankelijke basisinformatie over de dienstverlener, (naam of handelsnaam, geografisch adres, snelle contactgegevens, ondernemingsnummer, controleinstantie, gedragscode waaraan hij onderworpen is ...). Bij plichtsverzuim bij het verstrekken van deze basisinformatie wordt bijkomend speurwerk verricht, dat dan meestal inbreuken aan het licht brengt op andere regelgevingen van economische aard, die niet specifiek zijn voor de diensten van de informatiemaatschappij, zoals het ontbreken van inschrijving in de kruispuntbank voor ondernemingen, van inschrijving of voorafgaande vergunning, van verplichte verzekering tegen onvermogen, geldend voor aan regelgeving onderworpen activiteiten zoals het organiseren van reizen, het aanbieden van consumentenkrediet, de huwelijksbemiddeling, enzovoort. La cellule « Veille sur Internet » a décelé également des manquements en matière d’indication de prix et d’annonces de réduction de prix. Posent également un problème la présence de clauses abusives dans les conditions générales des prestataires, ainsi que l’impossibilité pour le consommateur d’exercer son droit de payer le prix du bien ou du service commandé par Internet après la fin du délai de renonciation. Verder heeft de cel Internetbewaking tekortkomingen vastgesteld qua prijsaanduiding en de aankondigingen van prijsverminderingen. Een ander probleem vormen de onrechtmatige bedingen in de algemene voorwaarden van de dienstverleners, zoals de onmogelijkheid voor de consument om zijn recht uit te oefenen om de via internet bestelde goederen of diensten te betalen na het verstrijken van de verzakingstermijn. Enfin, une analyse des publicités électroniques pour des services de la société de l’information a permis le plus souvent de constater non seulement des infractions en matière de spamming, mais également de véritables arnaques constitutives de ventes pyramidales ou de tentatives d’escroquerie (fausses loteries, phishing, ...) ou encore des publicités pour des médicaments nécessitant une prescription médicale. Dans la mesure où des infractions constatées relèvent de la compétence d’autres autorités, un échange d’informations avec ces autorités intervient. Ten slotte heeft onderzoek van de elektronische reclame voor diensten van de informatiemaatschappij geleid tot vaststelling van inbreuken inzake spamming, maar ook ware gevallen van bedrog in de vorm van piramideverkoop, of pogingen tot oplichting (valse loterijen, phishing, ...) of ook nog reclame voor geneesmiddelen waarvoor een doktersvoorschrift vereist is. In de mate dat de vastgestelde inbreuken onder de bevoegdheid vallen van andere instanties, wordt informatie met die instanties uitgewisseld. b) Il est difficile d’établir un pourcentage par catégories d’infractions, dans la mesure où un site Internet qui présente des manquements peut être simultanément en contravention avec les dispositions de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur, ainsi qu’avec les dispositions de la loi du 11 mars 2003 sur certains aspects juridiques des services de la société de l’information, qui se superposent aux précédentes. Néanmoins, dans la b) Het is moeilijk om een percentage per categorie van inbreuken op te maken, in zoverre dat een website, die tekortkomingen vertoont, tegelijkertijd zowel de bepalingen van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument kan overtreden als de bepalingen van de wet van 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij. In de overgrote meerderheid der CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10689 grande majorité des cas, ce sont des manquements en matière de transparence et d’information qui sont le plus souvent constatés. gevallen echter zijn het tekortkomingen op het gebied van de transparantie en de informatie die het vaakst vastgesteld worden. 3. a) et b) Dans l’hypothèse où le prestataire n’effectue pas les adaptations nécessaires pour que son site soit conforme à la réglementation, et ce malgré un avertissement formel adressé par courrier électronique, le dossier est transmis aux agents de terrain de la Direction générale du Contrôle et de la Médiation pour enquête auprès du prestataire récalcitrant au siège de son établissement. L’agent peut prendre son audition, dresser un pro justitia qu’il communiquera au procureur du Roi ou proposera au contrevenant le paiement d’une somme qui éteindra l’action publique. La majorité des prestataires régularisent la situation, soit immédiatement, soit après avoir reçu une copie du pro justitia. 3. a) en b) Voert de dienstverlener de nodige aanpassingen om zijn website in overeenstemming te brengen met de regelgeving niet door, en dit niettegenstaande een uitdrukkelijke waarschuwing via elektronische post, dan wordt het dossier doorgegeven aan de controleur van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling voor onderzoek bij de weerspannige dienstverlener op de zetel van zijn vestiging. De controleur in het veld kan verhoor afnemen van betrokkene, een pro-justitia opmaken dat overgelegd wordt aan de procureur des Konings, ofwel kan hij aan de overtreder voorstellen om een som geld te betalen, waardoor de rechtsvordering vervalt. De meeste dienstverleners brengen de situatie in orde, hetzij onmiddellijk, hetzij na ontvangst van een kopie van het pro-justitia. c) et d) Dans la mesure où des enquêtes sont encore en cours sur le terrain, il est possible que l’un ou l’autre site contrôlé ne soit pas encore en conformité avec la réglementation. c) en d) In de mate dat onderzoeken in het veld nog lopen, is het mogelijk dat de een of andere website nog niet in overeenstemming is met de regelgeving. DO 2004200502823 DO 2004200502823 Question no 205 de M. Guido De Padt du 17 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Vraag nr. 205 van de heer Guido De Padt van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Contrôle des normes de sécurité en matière de jouets. Controles op de veiligheidsnormen van speelgoed. Selon des informations récentes fournies par TestAchats, nombre de jouets peuvent être dangereux. Malgré les contrôles et les normes légales, il semblerait que de nombreux jouets ne répondent pas aux normes de sécurité. Sur les 35 produits testés, 14 n’ont pas obtenu de résultats concluants. Volgens recente gegevens van Test Aankoop is veel speelgoed helemaal niet veilig. Beweerd wordt dat ondanks controles en wettelijke normen veel speelgoed niet voldoet aan de veiligheidsvoorschriften. Van de 35 geteste producten scoorden er 14 slecht. Pourriez-vous préciser, pour les années 2000, 2001, 2002 et 2003 : Kan u voor de jaren 2000, 2001, 2002 en 2003 meedelen : 1. Combien de contrôles ont été réalisés sur les normes de sécurité des jouets ? 1. hoeveel controles er werden uitgevoerd op de veiligheidsnormen van speelgoed; 2. Quels étaient les résultats de ces contrôles et quelle suite a été donnée aux infractions constatées ? 2. wat de resultaten van die controles waren en welk gevolg werd gegeven aan de vastgestelde inbreuken; 3. Combien d’enfants ont été victimes de jouets dangereux et quelles en ont été les conséquences pour ces enfants ? 3. hoeveel kinderen het slachtoffer werden van onveilig speelgoed en welke gevolgen dit voor de kinderen had; CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10690 4. Quelles initiatives ont été prises par les autorités fédérales en vue d’améliorer la sécurité des jouets sur notre territoire ? 4. welke initiatieven de federale overheid heeft genomen om de veiligheid van het speelgoed op ons grondgebied te verbeteren ? Réponse du ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 18 février 2005, à la question no 205 de M. Guido De Padt du 17 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 18 februari 2005, op de vraag nr. 205 van de heer Guido De Padt van 17 januari 2005 (N.) : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre que la sécurité des jouets relève des compétences de la ministre de l’Emploi, chargée de la Protection de la consommation, à qui j’ai transmis la question. (Question no 99 du 21 février 2005.) Hierbij heb ik de eer het geachte lid mee te delen dat de veiligheid van speelgoed tot de bevoegdheden behoort van de minister van Werk, belast met Consumentenzaken, aan wie ik de vraag heb doorgezonden. (Vraag nr. 99 van 21 februari 2005.) DO 2004200503112 DO 2004200503112 Question no 206 de M. Bart Laeremans du 18 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Vraag nr. 206 van de heer Bart Laeremans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Banque-carrefour des entreprises. — Entreprises et indépendants établis à Bruxelles. — Numéro d’entreprise. Kruispuntbank van ondernemingen. — Bedrijven en zelfstandigen in Brussel. — Ondernemingsnummer. La Banque-carrefour des entreprises a envoyé à des milliers d’entreprises et indépendants installés à Bruxelles un courrier leur notifiant leur numéro d’entreprise. In Brussel hebben duizenden bedrijven en zelfstandigen vanwege de Kruispuntbank van ondernemingen een ondernemingsnummer toegekend gekregen. Curieusement, ces entreprises ont toutes reçu deux lettres, une en français et une en néerlandais. Merkwaardig is dat deze mensen zowel een Nederlandstalige als een Franstalige brief kregen toegestuurd. Ce double mailing est pour le moins surprenant puisqu’il s’inscrit dans le cadre d’une opération de simplification administrative. In het kader van een operatie administratieve vereenvoudiging is dit nogal vreemd. 1. a) Pourriez-vous me faire savoir pourquoi la Banquecarrefour des entreprises s’est adressée à toutes ces personnes et entreprises dans les deux langues ? 1. a) Kan u meedelen waarom men al deze mensen en bedrijven in twee talen heeft aangeschreven ? b) La Banque-carrefour des entreprises ne dispose-telle pas d’un registre consignant le choix de la langue par ces entreprises ? b) Beschikt men dan niet over een register waarin de taalkeuze van deze bedrijven geregistreerd staat ? 2. a) Les nouveaux numéros d’entreprise sont-ils associés d’une manière ou d’une autre au choix de la langue ? 2. a) Worden de nieuwe ondernemingsnummers op een of andere wijze gekoppeld aan een taalkeuze ? b) Dans la négative, la Banque-carrefour des Entreprises continuera-t-elle à adresser à ces entreprises et personnes une lettre en français et une lettre en néerlandais ? b) Zo neen, zullen deze bedrijven en personen dan in de toekomst met twee brieven in twee talen worden aangeschreven ? 3. Comment pensez-vous opérer une simplification administrative en la matière compte tenu du choix de langue des personnes et des entreprises ? 3. Op welke wijze denkt u terzake voor administratieve vereenvoudiging te zorgen, rekening houdende met de taalkeuze van de mensen ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10691 Réponse du ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 16 février 2005, à la question no 206 de M. Bart Laeremans du 18 janvier 2005 (N.) : 1. a) Le courrier auquel fait référence l’honorable membre est un courrier qui a été adressé à des entreprises « personne physique », au sens de l’article 2, 3o, de la loi du 16 janvier 2003 portant création d’une Banque-carrefour des entreprises, modernisation du registre de commerce, création de guichets-entreprises agréés et portant diverses dispositions. Il a été fait application, en l’espèce, de l’article 41, §§ 1er et 2, des lois coordonnées du 18 juillet 1966 sur l’emploi des langues en matière administrative. À la lumière de la jurisprudence de la Commission permanente de contrôle linguistique, cette disposition implique, pour les entreprises « personne physique » établies dans des communes à statut spécial, d’utiliser la langue qu’elles ont utilisée dans leurs rapports avec le service public fédéral concerné. Dans l’hypothèse où cette langue n’est pas connue, il y a présomption « juris tantum » que la langue de la région où l’entreprise « personne physique » est établie est également celle de cette dernière. En l’occurrence, la langue de l’entreprise « personne physique » n’étant pas connue et l’entreprise « personne physique » étant établie en région bilingue de Bruxelles-Capitale, le courrier a été adressé dans les deux langues. b) Il n’y a pas, dans la Banque-carrefour des Entreprises, de code-langue lié à l’entreprise « personne physique ». 2. a) L’attribution des numéros d’entreprise n’est pas liée à un choix de langue. b) Il en résulte qu’en vertu de la disposition des lois coordonnées précitées, tout courrier doit être adressé dans les deux langues aux entreprises visées. 3. La législation sur l’emploi des langues en matière administrative ne relève pas de ma compétence. Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 16 februari 2005, op de vraag nr. 206 van de heer Bart Laeremans van 18 januari 2005 (N.) : 1. a) De zending waar het geachte lid naar verwijst, werd verstuurd naar alle ondernemingen « natuurlijke persoon » in de zin van artikel 2, 3o, van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van ondernemingen, tot modemisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen. Hierbij werd artikel 41, §§ 1 en 2 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, toegepast. In het licht van de rechtspraak van de Vaste Commissie voor taaltoezicht houdt deze bepaling in dat voor de ondernemingen « natuurlijke persoon » die gevestigd zijn in de gemeenten met bijzonder statuut, de taal wordt gebruikt die zijzelf gebruikt hebben bij hun contacten met de betrokken federale overheidsdienst. Wanneer die taal niet bekend is, is er een vermoeden « juris tantum » dat de taal van het gebied waar de onderneming « natuurlijke persoon » is gevestigd, ook de taal van die onderneming is. Aangezien in voorkomend geval de taal van de onderneming « natuurlijke persoon » niet bekend was en de onderneming « natuurlijke persoon » gevestigd is in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, werd de zending verstuurd in de twee talen. b) In de Kruispuntbank van ondernemingen is er aan de onderneming « natuurlijke persoon » geen taalcode verbonden. 2. a) De toekenning van de ondernemingsnummers is niet verbonden met een taalkeuze. b) Bijgevolg moet elke zending krachtens bovengenoemde bepalingen uit de gecoördineerde wetten in twee talen naar de betrokken ondernemingen gestuurd worden. 3. De wetgeving op het gebruik van de talen in bestuurszaken valt niet onder mijn bevoegdheid. DO 2004200503144 DO 2004200503144 Question no 209 de M. Alfons Borginon du 19 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Guichets d’entreprises. — Grandes et moyennes entreprises. — Monopole des experts-comptables externes. La loi du 16 janvier 2003 portant création d’une Banque-carrefour des entreprises, modernisation du Vraag nr. 209 van de heer Alfons Borginon van 19 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Ondernemingsloketten. — Grote en middelgrote ondernemingen. — Monopolie externe accountants. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 Een belangrijke stap in het proces van de administratieve vereenvoudiging is er gekomen dank zij de 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10692 registre du commerce, création de guichets-entreprises agréés et portant diverses dispositions a marqué une étape importante dans le processus de simplification administrative. Une entreprise qui souhaite ajouter ou modifier certaines activités doit simplement communiquer la modification au « Guichet d’entreprises ». Le gérant peut se rendre lui-même au guichet ou déléguer un expert-comptable externe. Les comptables ont la possibilité de transmettre ces ordres de modification par internet, à l’aide d’un outil en ligne. Pour les grandes et moyennes entreprises, le fait de devoir se rendre au guichet d’entreprises représente une sérieuse perte de temps. Comme elles disposent d’un service comptable interne, elles n’ont pas la possibilité de transmettre de telles modifications par voie électronique. 1. Pourquoi les grandes et moyennes entreprises ne peuvent-elles pas télécharger l’outil internet ? 2. Pourquoi est-ce le monopole des expertscomptables externes ? Réponse du ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 15 février 2005, à la question no 209 de M. Alfons Borginon du 19 janvier 2005 (N.) : En réponse à sa question susmentionnée, j’informe l’honorable membre de ce qui suit. Si les comptables peuvent transférer des demandes de modification aux guichets d’entreprises agréés via un outil internet spécial, cet outil est développé par le guichet d’entreprises concerné, il est la propriété du guichet et est utilisé selon les conditions du guichet. Il existe donc autant de variantes d’outils qu’il y a de guichets d’entreprises. La loi du 16 janvier 2003 portant création d’une Banque-carrefour des entreprises, modernisation du registre de commerce, création de guichets d’entreprises agréés et portant diverses dispositions, règle notamment l’agréation des guichets d’entreprises et leur mission. La loi ne dit rien sur la collaboration éventuelle des guichets d’entreprises agréés avec des intermédiaires, tels que comptables ou expertscomptables. wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen. Indien een onderneming bepaalde activiteiten wenst toe te voegen of te wijzigen dient men de wijziging door te geven aan het « Ondernemingsloket ». De zaakvoerder kan hiervoor zelf naar het loket komen of de opdracht doorgeven aan een externe boekhouder. Boekhouders kunnen zulke opdrachten doorgeven via een speciale internet-tool. Voor grote en middelgrote ondernemingen is het vaak tijdrovend om zich naar het ondernemingsloket te begeven. Omdat ze over een interne boekhouddienst beschikken, hebben ze niet de mogelijkheid om via de elektronische weg zulke wijzigingen door te geven. DO 2004200503181 DO 2004200503181 Question no 214 de M. Pieter De Crem du 24 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Peu d’intérêt manifesté par les Belges pour l’entreprise indépendante. Les résultats de l’Eurobaromètre de la Commission européenne indiquent que la propension des Belges à Vraag nr. 214 van de heer Pieter De Crem van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Lage interessegraad van Belgen in het zelfstandig ondernemerschap. Uit de resultaten van de Eurobarometer van de Europese Commissie blijkt dat de interesse van Belgen CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 1. Waarom kunnen grote en middelgrote ondernemingen niet zelf het internet-tool downloaden ? 2. Waarom is dat het monopolie van de externe accountants ? Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 15 februari 2005, op de vraag nr. 209 van de heer Alfons Borginon van 19 januari 2005 (N.) : In antwoord op zijn bovenvermelde vraag, deel ik het geachte lid het volgende mee. Indien boekhouders verzoeken tot wijziging kunnen doorgeven aan de erkende ondernemingsloketten via een speciale internet-tool, is die tool ontwikkeld door het betrokken ondernemingsloket, is hij eigendom van het loket en wordt hij gebruikt onder de voorwaarden van het loket. Er zijn dan ook zoveel varianten van tools als er ondernemingsloketten zijn. De wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen regelt onder meer de erkenning van de ondernemingsloketten en hun opdracht. De wet zegt niets over de eventuele samenwerking van de erkende ondernemingsloketten met tussenpersonen, zoals boekhouders of accountants. 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10693 créer leur propre entreprise se situe nettement en dessous de la moyenne européenne. En effet, seulement trois de nos compatriotes sur dix ambitionnent de mener une carrière d’indépendant. Dans ce domaine, seuls les Néerlandais et les Finlandais sont encore plus frileux que les Belges. Les perspectives à long terme ne sont pas davantage enthousiasmantes : pour les cinq prochaines années, 19 % des Belges seulement nourrissent l’ambition de lancer leur propre activité. Si les Belges sont si réticents à l’égard de l’entreprise indépendante, c’est principalement parce qu’ils ont peur d’échouer et préfèrent un salaire fixe et un emploi stable. Le régime de sécurité sociale moins avantageux des indépendants constitue à cet égard un obstacle supplémentaire, de même que, même si c’est dans une moindre mesure, le manque de connaissances requises pour lancer une activité d’indépendant et l’absence de capital de départ. Ce manque d’ambition des Belges préoccupe la Commission européenne qui incite les États membres à créer un climat favorable à l’esprit d’entreprise en prenant des mesures adéquates pour que les entreprises débutantes aient plus de chances de réussir. 1. Confirmez-vous les chiffres de la Commission européenne ? 2. Quelles mesures avez-vous déjà prises pour encourager l’entreprise indépendante ? 3. Quelles mesures envisagez-vous encore de prendre pour continuer d’encourager l’entreprise indépendante ? Réponse du ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 18 février 2005, à la question no 214 de M. Pieter De Crem du 24 janvier 2005 (N.) : J’informe l’honorable membre que cette question relève des compétences de ma collègue, la ministre des Classes moyennes, à qui j’ai transmis la question. (Question no 65 du 21 février 2005.) om een eigen zaak op te starten ver onder het Europese gemiddelde ligt. Slechts drie op tien landgenoten ambiëren een carrière als zelfstandige. Enkel in Nederland en Finland is de wil tot ondernemen nog beperkter. Ook de resultaten op langere termijn ogen niet rooskleurig : de komende vijf jaar toont slechts 19 % van de Belgen de ambitie een eigen bedrijf op te starten. De belangrijkste redenen waarom Belgen weigerachtig staan ten opzichte van het zelfstandig ondernemerschap betreffen de angst voor faling en de voorkeur tot het vasthouden aan een vast loon en een stabiele job. Het mindere sociale zekerheidsstelsel van de zelfstandige vormt hierbij een extra obstakel met in mindere mate ook de gebrekkige kennis om een zaak op te starten en een tekort aan startkapitaal. De Europese Commissie maakt zich terecht zorgen over die beperkte ondernemersambitie en pleit bij de lidstaten voor een ondernemersvriendelijk klimaat met maatregelen om starters meer kansen te geven. Énergie Energie 1. Kan u deze cijfers van de Europese Commissie bevestigen ? 2. Welke maatregelen heeft u reeds genomen om het zelfstandig ondernemerschap aan te moedigen ? 3. Welke maatregelen overweegt u nog te nemen om het zelfstandig ondernemerschap verder aan te moedigen ? Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 18 februari 2005, op de vraag nr. 214 van de heer Pieter De Crem van 24 januari 2005 (N.) : Ik deel het geachte lid mee dat deze vraag tot de bevoegdheden behoort van mijn collega, de minister van Middenstand, aan wie ik de vraag heb doorgezonden. (Vraag nr. 65 van 21 februari 2005.) DO 2004200502955 DO 2004200502955 Question no 88 de Mme Zoé Genot du 22 décembre 2004 (Fr.) au ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Projet de directive « Bolkestein ». — Règlement général sur les installations électriques. Le Règlement général sur les installations électriques (RGIE) a été déclaré contraignant par deux arrêtés royaux : A) L’arrêté royal du 10 mars 1981 par lequel le RGIE est déclaré contraignant pour les installations Vraag nr. 88 van mevrouw Zoé Genot van 22 december 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Ontwerprichtlijn-Bolkestein. — Algemeen Reglement op de elektrische installaties. Het Algemeen Reglement op de elektrische installaties (AREI) werd bindend verklaard bij twee koninklijke besluiten : A) het koninklijk besluit van 10 maart 1981 waarbij het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1351 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10694 domestiques et certaines lignes de transport et de distribution d’énergie électrique. voor de huishoudelijke installaties en sommige lijnen van transport en verdeling van elektrische energie bindend wordt verklaard; en B) L’arrêté royal du 2 septembre 1981 par lequel le RGIE est déclaré contraignant pour les installations électriques dans les établissements classés comme dangereux, insalubres ou incommodes ainsi que celles visées à l’article 28 du RGPT. B) het koninklijk besluit van 2 september 1981 houdende wijziging van het Algemeen Reglement op de elektrische installaties en houdende bindendverklaring ervan op de elektrische installaties in inrichtingen gerangschikt als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk en in inrichtingen beoogd bij artikel 28 van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB). Les « organismes agréés » jouent un rôle clé dans le contrôle des dispositions du RGIE. De zogenaamde « erkende organismen » spelen een sleutelrol bij de controle op de naleving van de bepalingen van het AREI. 1. Ces organismes agréés sont-ils des services tombant sous la proposition de directive 2004/1 (« directive Bolkestein ») ? 1. Zijn die zogenaamde « erkende organismen » diensten waarop het voorstel voor een richtlijn 2004/1 (de richtlijn-Bolkestein) toepasselijk is ? 2. a) Si oui, quelle serait la conséquence de l’adoption de la directive pour le RGIE et le contrôle du RGIE ? 2. a) Zo ja, welke gevolgen zou de goedkeuring van die richtlijn hebben voor het AREI en de controle op de naleving van het AREI ? b) Des organismes agréés par d’autres États-membres pourraient-ils par exemple contrôler des installations électriques en Belgique ? b) Zouden door andere lidstaten erkende organen bijvoorbeeld elektrische installaties in België mogen controleren ? c) Si non, pourquoi ? c) Zo neen, waarom niet ? 3. La Belgique a-t-elle demandé l’exclusion de ces services de la directive ? 3. Heeft België gevraagd om die diensten uit het toepassingsgebied van de richtlijn te houden ? Réponse du ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 15 février 2005, à la question no 88 de Mme Zoé Genot du 22 décembre 2004 (Fr.) : Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 15 februari 2005, op de vraag nr. 88 van mevrouw Zoé Genot van 22 december 2004 (Fr.) : La question posée par l’honorable membre concernant l’impact de la proposition de directive 2004/1 relative aux services dans le marché intérieur (directive « Bolkestein »), sur la fonction d’organisme agréé pour les examens de conformité et les visites périodiques des installations électriques en application de l’article 275 du règlement général sur les installations électriques (RGIE), m’amène à formuler les réponses suivantes, sous réserve de l’acceptation par les services de la Commission de l’Union européenne, de l’interpré-tation que je donne de la proposition de directive : De door het geachte lid gestelde vraag inzake de impact van het voorstel van richtlijn 2004/1 betreffende de diensten in de binnenlandse markt (richtlijn « Bolkestein »), over de functie van een erkend organisme voor de onderzoekingen naar de gelijkvormigheid en de periodieke inspecties van de elektrische installaties in toepassing van het artikel 275 van het algemeen reglement op de elektrische installaties (AREI) brengt mij ertoe om de volgende antwoorden te formuleren, onder voorbehoud van aanvaarding door de diensten van de Commissie van de Europese Unie, van de interpretatie die ik geef van het voorstel van richtlijn : 1. Les organismes agréés sont des services ne tombant pas dans le champ d’application de ladite directive. 1. De erkende organismen zijn diensten die niet vallen onder het toepassingsgebied van bedoelde richtlijn. 2. a) et b) Vu la réponse sous 1, les questions sont sans objet. 2. a) en b) Gelet op het antwoord onder 1, zijn de vragen zonder voorwerp. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10695 c) La proposition de directive en son article 17, prévoit des dérogations générales au principe du pays d’origine et plus spécialement le point 17) stipule : « ... c) Het voorstel van richtlijn voorziet in zijn artikel 17, in algemene afwijkingen van het beginsel van land van oorsprong en meer bepaald bepaalt punt 17) : « ... 17) aux exigences spécifiques de l’État membre dans lequel le prestataire se déplace, qui sont directement liées aux caractéristiques particulières du lieu où le service est fourni et dont le respect est indispensable pour assurer le maintien de l’ordre public ou de la sécurité publique ou la protection de la santé publique ou de l’environnement; ... ». 17) de specifieke eisen van de lidstaat waarnaar de dienstverrichter zich verplaatst, die eigen zijn aan de bijzondere kenmerken van de plaats waar de dienst wordt verricht en waarvan de inachtneming onmisbaar is voor de handhaving van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of de bescherming van het milieu te garanderen; ... ». En l’occurrence, le RGIE constitue bien une exigence spécifique de la Belgique dans une matière où le principe de subsidiarité s’exerce pleinement. Il n’existe en effet pas de réglementation européenne visant une harmonisation des règles de sécurité applicables aux installations électriques. La particularité du lieu où se déplace le prestataire est d’être en Belgique où chaque installation se doit de respecter les prescriptions du RGIE. En outre leur respect est indispensable pour assurer le maintien de la sécurité publique ou la protection de la santé publique. In dit geval vormt het AREI bijgevolg wel degelijk een bijzondere eis van België in een materie waarin het subsidiariteitsbeginsel volledig wordt uitgeoefend. Er bestaat immers geen Europese regelgeving die een harmonisering beoogt van de veiligheidsregels die van toepassing zijn op de elektrische installaties. Het bijzonder kenmerk van de plaats waarin de prestatieplichtige zich verplaatst, is dat dit in België gebeurt, waar elke installatie de voorschriften moet naleven van het AREI. Bovendien is de naleving ervan onmisbaar om de eerbiediging te verzekeren van de openbare veiligheid of de bescherming van de volksgezondheid. 3. Actuellement, j’ai demandé à tous les services de mon département d’examiner de façon approfondie les implications que pourrait avoir ladite directive dans l’ensemble des secteurs relevant de ma compétence. Cet exercice s’opère en relation avec les régions en vue de pouvoir fournir une position coordonnée de la Belgique dans laquelle sera également reprise une demande de confirmation des réponses formulées sous 1 et 2. 3. Thans heb ik aan alle diensten van mijn departement gevraagd om grondig de implicaties te bestuderen die bedoelde richtlijn zou kunnen hebben, in het geheel van de sectoren die onder mijn bevoegdheid vallen. Deze oefening wordt in relatie met de gewesten uitgevoerd met het oog op het verzekeren van een gecoördineerd standpunt van België, waarin eveneens een vraag zal worden hernomen inzake de bevestiging van de antwoorden die zijn geformuleerd onder 1 en 2. Nonobstant les réponses fournies ci-dessus, il est évident que, pour ce qui est des organismes agréés, l’ensemble des critères à caractère administratif comme par exemple le type de société, la problématique des diplômes, etc. devront, en temps opportun, être réévalués pour éliminer toute prescription éventuelle contraire à l’esprit de la libre circulation des services. Par contre, pour ce qui est de l’examen des compétences techniques des organismes agréés, il s’avérera toujours nécessaire que l’autorité « agréante » vérifie que l’organisme connaı̂t les spécificités nationales de la réglementation applicable. Enfin, s’agissant de la capacité financière, voire de la problématique de l’assurance responsabilité civile de l’entreprise de services, en l’absence de règles communautaires spécifiques suffisamment contraignantes, le maintien de prescriptions nationales pourrait s’avérer nécessaire. Niettegenstaande de antwoorden die hierboven zijn verstrekt, is het duidelijk dat wat de erkende organismen betreft, het geheel van de criteria met een administratief karakter, zoals bijvoorbeeld het type van onderneming, de problematiek van de diploma’s, enzovoort ten gepaste tijde opnieuw zullen moeten worden geëvalueerd, om elk eventueel voorschrift te verwijderen dat strijdig is met de geest van het vrije verkeer van diensten. Wat echter het onderzoek betreft van de technische bevoegdheden van de erkende organismen, zal het altijd noodzakelijk zijn dat de overheid die de erkenning verleent, nagaat of het organisme de nationale specificiteiten van de toe te passen reglementering kent. Ten slotte, wat betreft het financiële vermogen en zelfs de problematiek van de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid van de dienstenonderneming, zou het behoud van de nationale voorschriften noodzakelijk kunnen blijken bij ontstentenis van specifieke communautaire regels die voldoende dwingend zijn. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10696 DO 2004200502995 DO 2004200502995 Question no 89 de Mme Muriel Gerkens du 28 décembre 2004 (Fr.) au ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Vraag nr. 89 van mevrouw Muriel Gerkens van 28 december 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Directive libéralisation du marché de l’électricité. Richtlijn tot liberalisering van de elektriciteitsmarkt. À l’occasion des discussions sur le budget 2005 et votre note de politique générale en commission, je vous ai posé plusieurs questions qui nécessitaient une recherche de votre part et auxquelles vous n’avez donc pu répondre. Naar aanleiding van de bespreking van de begroting 2005 en van uw beleidsnota in commissie stelde ik een aantal vragen waarvoor enige opzoekingen nodig waren en waarop u toen dus het antwoord schuldig moest blijven. 1. Dans votre note de politique générale, vous dites que la directive impose à la Belgique des tarifs pluriannuels pour la transmission du gaz et de l’électricité. Quel est l’article en question ? 1. In uw beleidsnota zegt u dat de richtlijn België meerjarentarieven oplegt voor de transmissie van elektriciteit en het transport van aardgas. Welk artikel van de richtlijn bepaalt dat ? 2. Vous dites également que la vente des capacités virtuelles devrait être réservée à des clients belges. 2. U poneert voorts dat de verkoop van virtuele productiecapaciteiten aan Belgische klanten zou moeten worden voorbehouden. a) Quelle est la base de cette affirmation ? a) Waarop is die stelling gebaseerd ? b) Combien de courant vendu aux enchères a-t-il été consommé en Belgique et combien exporté vers d’autres États ? Sans réponse à cette question, j’estime qu’il est impossible de savoir si la vente aux enchères des capacités virtuelles a amélioré le marché belge et encore moins d’en déduire qu’elle devrait être réservée à des clients belges. b) Hoeveel van de geveilde stroom werd in België verbruikt en welke hoeveelheid werd uitgevoerd ? We moeten over die informatie beschikken om te kunnen oordelen of de veiling van virtuele productiecapaciteiten de Belgische markt ten goede is gekomen en of het klopt dat best enkel aan Belgische klanten wordt verkocht. 3. Le gouvernement a fait approuver une loi spéciale parue au Moniteur belge et une loi taxe Elia via la loi programme de décembre 2004 mais le ministre n’a pas su me donner les recettes communales dans le secteur de l’électricité de 1999 à 2003 par région, intercommunale et commune. Pouvez-vous communiquer ces chiffres ? 3. De regering deed een bijzondere wet goedkeuren die in het Belgisch Staatsblad is verschenen, alsook een wet betreffende de Elia-heffing, via de programmawet van 2004. De minister kon me de gemeentelijke ontvangsten in de elektriciteitssector van 1999 tot 2003 per Gewest, per intercommunale en per gemeente echter niet meedelen. Kan u me die cijfers nu bezorgen ? Réponse du ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 16 février 2005, à la question no 89 de Mme Muriel Gerkens du 28 décembre 2004 (Fr.) : Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 16 februari 2005, op de vraag nr. 89 van mevrouw Muriel Gerkens van 28 december 2004 (Fr.) : 1. L’introduction, à partir de 2006, de tarifs pluriannuels pour le transport de l’électricité et du gaz naturel répond à la nécessité d’accroı̂tre la stabilité et la prévisibilité en matière de tarification. Ces exigences sont prévues notamment par la directive 2003/54/CE concernant la libéralisation du marché de l’électricité laquelle requiert de prendre des mesures « pour garantir des tarifs transparents, prévisibles et non discriminatoires pour l’accès aux réseaux » (13e considérant). Elles sont confirmées, en outre, par cette directive (article 23, 2. a), et par la directive 2003/55/CE relative à la libéralisation du marché du gaz naturel (article 25, 2. a), lorsqu’il est stipulé que « ces tarifs, ou méthodologies, doivent permettre de réaliser les investissements 1. De invoering vanaf 2006 van meerjarentarieven voor het vervoer van elektriciteit en van aardgas beantwoordt aan de behoefte om de tarifering meer te stabiliseren en de verwachtingen daaromtrent beter te kunnen inschatten. Die vereisten zijn met name ingeschreven in de richtlijn 2003/54/EG betreffende de liberalisering van de elektriciteitsmarkt die bepaalt dat maatregelen moeten worden genomen « voor transparante, voorspelbare en niet-discriminerende tarieven voor de netwerktoegang » (13e considerans). Bovendien worden zij bevestigd door deze richtlijn (artikel 23, 2. a), en door de richtlijn 2003/55/EG betreffende de liberalisering van de aardgasmarkt (artikel 25, 2. a), wanneer bepaald wordt dat « deze tarie- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10697 nécessaires à la viabilité des réseaux », ce qui implique une certaine permanence dans leurs modalités d’application. ven of methoden het mogelijk maken dat de noodzakelijke investeringen zodanig worden uitgevoerd dat zij de rendabiliteit van de netwerken waarborgen », hetgeen enige bestendigheid in de nadere regels voor toepassing impliceert. Ces exigences de stabilité et de prévisibilité sont importantes dans le cadre des investissements futurs à réaliser par les gestionnaires des réseaux de transport d’électricité et de gaz naturel dans la mesure où un manque de transparence et de prévisibilité rend plus délicat le recours à des investisseurs extérieurs. À ce titre, l’instauration de tarifs pluriannuels peut s’avérer nécessaire pour donner aux investisseurs des garanties suffisantes sur les revenus futurs des projets. Die vereisten inzake stabiliteit en voorspelbaarheid zijn belangrijk in het kader van de toekomstige investeringen die door de beheerders van de transmissienetten voor elektriciteit en gas dienen te gebeuren aangezien een gebrek aan transparantie en voorspelbaarheid geen stimulerend effect zal hebben op externe investeerders. In dat opzicht kan de invoering van meerjarentarieven noodzakelijk blijken om de investeerders voldoende waarborgen te bieden omtrent de toekomstige opbrengsten van de projecten. En outre, ces tarifs pluriannuels offrent aux utilisateurs du réseau et à leurs clients, les consommateurs finals, une protection accrue en termes de prix et de qualité des services. De plus, l’accord gouvernemental de juillet 2003 prévoit que le gouvernement encouragera les investissements dans le réseau entre autres par l’introduction de tarifs pluriannuels. Bovendien bieden deze meerjarentarieven ook aan de gebruikers van het net en aan hun afnemers, namelijk de eind verbruikers, een grotere bescherming in termen van prijzen en kwaliteit van de diensten. Daarenboven voorziet het regeerakkoord van juli 2003 dat de regering de investeringen in het net zal aanmoedigen onder andere door de aanbieding van meerjarentarieven. 2. a) L’instauration d’un système de mise aux enchères de capacités virtuelles de production d’électricité a pour objectif de contribuer au développement du processus de libéralisation du marché de l’électricité actuellement en cours en Belgique. Le développement de la concurrence au niveau des fournisseurs ne pourra cependant être effectif dans notre pays que si une partie des quantités d’énergie fournies au moyen des enchères sont mises à la disposition des consommateurs finaux belges. 2. a) De invoering van een systeem waarbij de virtuele capaciteit van elektriciteitsproductie geveild wordt, heeft tot doel bij te dragen tot de ontwikkeling van het proces inzake liberalisering van de elektriciteitsmarkt dat momenteel in België plaatsvindt. De ontwikkeling van het concurrentievermogen bij de leveranciers kan in ons land echter enkel effectief zijn indien een deel van de energiehoeveelheden die via veiling worden geleverd, ter beschikking worden gesteld van de Belgische eind verbruikers. b) La faculté de réserver une part plus ou moins importante du volume d’énergie résultant des mises aux enchères à la clientèle belge est actuellement à l’étude. Cela requiert un examen en profondeur du mécanisme à mettre en œuvre. L’analyse des résultats des enchères réalisées jusqu’à présent, notamment quant à l’identification de la clientèle desservie, constituera l’un des éléments à prendre en considération avant de prendre une décision en la matière. La Commission de régulation de l’électricité et du gaz (CREG) a déjà réalisé en juin 2004 une évaluation de la mise en œuvre des capacités virtuelles de production d’électricité. b) Momenteel loopt een studie over de mogelijkheid om een min of meer belangrijk aandeel van de energie afkomstig van de veiling voor te behouden aan het Belgisch cliënteel. Dit vereist een diepgaand onderzoek van het mechanisme dat moet worden uitgewerkt. De analyse van de resultaten van de tot op heden verrichte veiling, meer bepaald wat de identificatie van het bediende cliënteel betreft, zal één van de elementen vormen waarmee rekening moet worden gehouden bij de besluitvorming. De Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas (CREG) heeft reeds in juni 2004 een evaluatie opgemaakt van de invoering van de virtuele capaciteit op het gebied van de productie van elektriciteit. 3. En vertu de la loi spéciale du 13 septembre 2004, l’autorité fédérale peut dorénavant attribuer, après avis conforme préalable du gouvernement régional concerné, aux communes de ladite région, le produit de la cotisation fédérale destinée à compenser la perte 3. Krachtens de bijzondere wet van 13 september 2004 kan de federale overheid voortaan — na conform voorafgaand advies van de betrokken gewestregering — aan de gemeenten van genoemd gewest de opbrengst toekennen van de federale bijdrage die CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10698 de revenus des communes résultant de la libéralisation du marché de l’électricité. bestemd is om het inkomstenverlies te vergoeden dat de gemeenten lijden ten gevolge van de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt. La loi-programme du 27 décembre 2004 a fixé le montant de cette cotisation ainsi que les modalités de sa perception auprès des gestionnaires des réseaux de distribution. La répartition du produit de la cotisation doit faire l’objet de mesures d’exécution à soumettre pour avis conforme au gouvernement de la région n’ayant pas octroyé d’exonération aux clients situés sur son territoire. Lorsque ces mesures auront été adoptées, il appartiendra à la CREG de demander aux gestionnaires des réseaux de distribution, situés sur le territoire de la région concernée, de lui fournir les éléments d’information nécessaires à la répartition du produit de la cotisation aux communes. Parmi ces éléments figureront notamment les dividendes alloués aux communes par ces gestionnaires de réseaux. Le ministre ne dispose pas d’informations relatives aux dividendes commerciaux dans le secteur de distribution de l’électricité de 1999 à 2003. Ces données relèvent de la compétence de ses homologues régionaux. De programmawet van 27 december 2004 heeft het bedrag van die bijdrage vastgesteld alsook de nadere regels inzake de inning ervan bij de distributienetbeheerders. Met betrekking tot de verdeling van de opbrengst van de bijdrage moeten uitvoeringsmaatregelen worden uitgewerkt die voor eensluidend advies moeten worden voorgelegd aan de regering van het gewest dat de afnemers op haar grondgebied geen vrijstelling heeft toegekend. Wanneer die maatregelen goedgekeurd zijn, zal het de taak van de CREG zijn aan de distributienetbeheerders die op het grondgebied van het betrokken gewest gevestigd zijn, te vragen haar de nodige informatie te verstrekken om de opbrengst van de bijdrage over de gemeenten te verdelen. Één van die elementen zijn de dividenden die de netbeheerders aan de gemeenten hebben toegekend. De minister beschikt niet over informatie betreffende de commerciële dividenden in de sector van de elektriciteitsdistributie voor de jaren 1999 tot 2003. Deze gegevens vallen onder de bevoegdheid van de gewestelijke ambtgenoten. Politique scientifique Wetenschapsbeleid DO 2003200432170 DO 2003200432170 Question no 24 de Mme Marie Nagy du 17 septembre 2004 (Fr.) à la ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Vraag nr. 24 van mevrouw Marie Nagy van 17 september 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Représentation du gouvernement au sein des entreprises, parastataux et autres organismes. Vertegenwoordiging van de regering in bedrijven, parastatalen en andere organen. 1. Dans quels parastataux, entreprises, organismes, etc., votre département a-t-il désigné un commissaire, un délégué ou représentant du gouvernement ? 1. In welke parastatalen, bedrijven, organen en dergelijke heeft uw departement een commissaris, een afgevaardigde of een vertegenwoordiger van de regering aangesteld ? 2. Quelle est la base légale ou réglementaire de ses compétences ? 2. Wat is de wettelijke of de reglementaire grondslag van zijn bevoegdheden ? 3. Quelle est la base légale ou réglementaire de ses rémunérations et quel en est le montant ? 3. Wat is de wettelijke of de reglementaire grondslag van zijn bezoldiging en hoeveel bedraagt die ? 4. Quelle est la procédure mise en place entre vous et cette personne du point de vue des instructions données et de leur suivi, de la participation aux réunions, du rapportage, etc. ? 4. Welke praktische afspraken werden tussen uw departement en die afgevaardigde gemaakt in verband met de te volgen onderrichtingen en de bijhorende follow-up, de deelname aan vergaderingen, het opstellen van verslagen, enzovoort ? 5. a) Combien y a-t-il eu de suspensions de décisions par votre commissaire ou représentant du gouvernement depuis le début de la législature ? 5. a) Hoeveel beslissingen heeft uw commissaris of vertegenwoordiger sinds het begin van de regeerperiode geschorst ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10699 b) Dans quels cas et pourquoi ? b) In welke gevallen en op grond waarvan ? c) La suspension a-t-elle été confirmée par vous ? c) Heeft u die schorsing(en) bekrachtigd ? Réponse de la ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 15 février 2005, à la question no 24 de Mme Marie Nagy du 17 septembre 2004 (Fr.) : Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 15 februari 2005, op de vraag nr. 24 van mevrouw Marie Nagy van 17 september 2004 (Fr.) : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question. Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vraag te vinden. 1. L’association sans but lucratif « Service social » est le seul organisme relevant de ma compétence au sein duquel je suis représenté par le chef de service des Ressources humaines de la Politique scientifique fédérale. 1. De vereniging zonder winstoogmerk « Sociale dienst » is het enige orgaan waarvoor ik bevoegd ben waarin ik word vertegenwoordigd door het hoofd van de dienst Human resources van het Federaal Wetenschapsbeleid. 2. La désignation de mon représentant, en tant que ministre de la Politique scientifique, a été établie par l’arrêté ministériel du 22 décembre 1995. 2. De aanwijzing van mijn vertegenwoordiger, als minister van Wetenschapsbeleid, kwam er via het ministerieel besluit van 22 december 1995. 3. Il n’y a aucune modification ni administrative ni pécuniaire pour les membres du personnel de la Politique scientifique fédérale mis à la disposition de l’association sans but lucratif. 3. Er gelden dezelfde regelingen op bestuurlijk en bezoldigingsvlak voor de personeelsleden van het Federaal Wetenschapsbeleid ter beschikking gesteld van de vereniging zonder winstoogmerk. 4. Le chef de service des Ressources humaines de la Politique scientifique fédérale a accès, pour l’exercice de sa fonction, à tous les documents du Service social (sauf aux dossiers personnels des bénéficiaires d’une aide individuelle) et participe de plein droit, avec voix consultative, aux réunions du conseil d’administration, de l’assemblée générale et des autres organes de l’association. 4. Het hoofd van de dienst Human resources van het Federaal Wetenschapsbeleid heeft, voor de uitoefening van zijn functie, toegang tot alle documenten van de Sociale Dienst (behalve tot de persoonlijke dossiers van diegenen die individuele hulp krijgen) en neemt, van rechtswege, met raadgevende stem deel aan de vergaderingen van de raad van bestuur, de algemene vergadering en de andere organen van de vereniging. 5. Aucune. 5. Geen. DO 2004200503051 DO 2004200503051 Question no 42 de M. Francis Van den Eynde du 12 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Vraag nr. 42 van de heer Francis Van den Eynde van 12 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Bibliothèque royale. — Exposition. — Législation linguistique. Koninklijke Bibliotheek. — Tentoonstelling. — Taalwetgeving. Du mois de septembre au mois d’octobre 2004, la Bibliothèque Royale accueillait une exposition dont l’affiche devait manifestement être libellée dans les deux langues, néerlandais et français, en tout cas pour ce qui concernait les informations relatives au lieu, à la date et aux heures d’ouverture de l’exposition. De Koninklijke Bibliotheek zette van september tot oktober 2004 een tentoonstelling op het getouw, waarvan de affiche, zo te zien, tweetalig bedoeld was, Nederlands en Frans, tenminste wat de gegevens van plaats, tijdstip en openingsuren betreft. Toutefois, alors que ces données apparaissaient distinctement en caractères jaune clair sur fond vert foncé en français, le texte néerlandais de couleur violette était beaucoup moins lisible. Terwijl echter de Franstalige gegevens op de donkergroene achtergrond in lichtgeel goed uitkwamen, zijn de Nederlandstalige gegevens in het paars veel minder zichtbaar. L’intitulé de l’exposition, « Le livre et l’estampe — 50 printemps » ainsi que l’association organisatrice, la De titel van de tentoonstelling : « Le livre et l’estampe — 50 printemps » en de vereniging die erach- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10700 « Société royale des bibliophiles et iconophiles de Belgique » étaient mentionnés exclusivement en français. ter zit, de « Société royale des bibliophiles et iconophiles de Belgique » worden uitsluitend in het Frans vermeld. 1. Estimez-vous que la législation linguistique a été respectée en l’espèce ? 1. Bent u van mening dat dit allemaal wel in overeenstemming is met de taalwet ? 2. Une publicité qui n’était pas parfaitement bilingue n’a-t-elle pas eu un effet contre-productif pour le succès de l’exposition ? 2. Is het voor de tentoonstelling niet contraproductief dat de publiciteit die er rond gemaakt wordt niet perfect tweetalig is ? Réponse de la ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 16 février 2005, à la question no 42 de M. Francis Van den Eynde du 12 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 16 februari 2005, op de vraag nr. 42 van de heer Francis Van den Eynde van 12 januari 2005 (N.) : 1. Ce n’est pas la Bibliothèque royale de Belgique (BR) qui est à l’initiative de l’événement en question; l’association francophone « Société royale des bibliophiles et iconophiles de Belgique » a loué à cet effet une salle à la BR. 1. Het is niet de Koninklijke Bibliotheek van België (KB) die de bewuste tentoonstelling heeft op het getouw gezet; de Franstalige vereniging « Société royale des bibliophiles et iconophiles de Belgique » heeft hiervoor een zaal in de KB afgehuurd. Les lieu et date de l’exposition apparaissent dans les deux langues nationales sur l’affiche. L’impression du lieu apparaı̂t en jaune aussi bien en néerlandais qu’en français. Pour la date, le graphiste a choisi la couleur violette, moins lumineuse, pour le néerlandais. La législation linguistique n’a pas encore prévu de disposition particulière concernant l’emploi des couleurs sur les imprimés, comme il n’y a pas d’obligation de bilinguisme au niveau publicitaire. Plaats en datum van de tentoonstelling komen in beide landstalen op de affiche voor. De plaats is zowel in het Nederlands als in het Frans in het geel gedrukt. De graficus opteerde voor de datum in het Nederlands voor het minder zichtbare paars. De taalwetgeving voorziet nog niet in specifieke bepalingen in verband met het gebruik van kleuren voor drukwerk. Wat reclamedrukwerk betreft is het evenmin verplicht tegelijk het Nederlands en het Frans te gebruiken. Ainsi, par exemple, la « Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen » fait des annonces uniquement en néerlandais concernant les colloques qu’elle tient à la BR. Aussi bien les participants que les visiteurs sont toutefois accueillis dans les deux langues nationales lors de toute exposition et activité organisées par des tiers à la BR. Zo zijn bijvoorbeeld de aankondigingen voor de colloquia die de « Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen » in de KB houdt uitsluitend in het Nederlands. Op tentoonstellingen en activiteiten die derden in de KB organiseren, worden deelnemers en bezoekers evenwel in beide landstalen verwelkomd. 2. C’est de la responsabilité de l’association organisatrice, in casu la « Société royale des bibliophiles et iconophiles de Belgique » d’annoncer ses activités en français ou dans les deux langues nationales. La BR peut seulement demander, sans pouvoir exiger, que la publicité relative aux événements organisés en son sein, se fasse de préférence en français et en néerlandais. Mais il revient toujours aux associations concernées de juger de la pertinence de ce genre de sollicitation. 2. Het is de verantwoordelijkheid van de organiserende vereniging, in casu de « Société royale des bibliophiles et iconophiles de Belgique », haar activiteiten in het Frans of in beide landstalen aan te kondigen. De KB kan alleen vragen, zonder te kunnen eisen, dat voor evenementen die in de instelling plaatsvinden bij voorkeur reclame in het Nederlands en het Frans wordt gemaakt. Het zijn evenwel nog altijd de betrokken verenigingen zelf die moeten oordelen of dergelijk verzoek relevant is. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10701 Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales Sociale Zaken DO 2004200502440 DO 2004200502440 Question no 181 de M. Guido De Padt du 18 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 181 van de heer Guido De Padt van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Organisations syndicales. — Fonctionnaires détachés. — Indemnités complémentaires. — Cotisations de sécurité sociale. Syndicale organisaties. — Gedetacheerde ambtenaren. — Aanvullende vergoedingen. — Socialezekerheidsbijdragen. Il me revient que les indemnités complémentaires versées par les organisations syndicales aux fonctionnaires détachés par les pouvoirs publics ne sont pas soumises aux cotisations de sécurité sociale. Cette situation se justifierait par l’absence de contrat de travail entre le fonctionnaire détaché et le syndicat auprès duquel il est détaché. L’absence de contrat de travail signifierait dès lors qu’aucun salaire n’est versé et qu’aucune cotisation sociale n’est ainsi due. Les fonctionnaires concernés sont dès lors pénalisés au niveau de la constitution de leurs droits à la pension. Cette situation contraste avec la volonté du gouvernement de soumettre les jetons de présence des administrateurs publics à la sécurité sociale. Vastgesteld wordt dat de aanvullende vergoedingen die de syndicale organisaties uitkeren aan de door de overheid gedetacheerde ambtenaren, niet aan socialezekerheidsbijdragen worden onderworpen. Men motiveert dit op grond van het feit dat er geen arbeidsovereenkomst bestaat tussen de gedetacheerde en de vakbond waarnaar hij gedetacheerd werd : het gebrek aan arbeidsovereenkomst zou betekenen dat er geen loon wordt uitbetaald, zodat ook geen sociale bijdragen verschuldigd zijn. De betrokken ambtenaren missen aldus een stuk pensioenopbouw. Een en ander staat in contrast met de intentie van de regering om de zitpenningen van overheidsbestuurders aan de sociale zekerheid te onderwerpen. 1. Combien de fonctionnaires fédéraux, ventilés par SPF et par rôle linguistique, ont-ils été détachés auprès d’une organisation syndicale (données les plus récentes) ? 1. Hoeveel federale ambtenaren, opgesplitst per FOD en per taalrol zijn naar een syndicale organisatie gedetacheerd (meest recente gegevens) ? 2. Si les indemnités complémentaires accordées aux fonctionnaires en question étaient soumises à la sécurité sociale, à quel montant sont estimées les recettes qui en découleraient pour la caisse de sécurité sociale ? 2. Op hoeveel wordt de opbrengst voor de sociale zekerheidskas geraamd indien de aan deze ambtenaren uitgekeerde aanvullende vergoedingen aan de sociale zekerheid zouden worden onderworpen ? 3. Sur la base de quel fondement légal ou juridique aucune cotisation sociale n’est-elle prélevée sur les indemnités complémentaires susvisées ? 3. Op grond van welke wettelijke motieven en/of rechtsgronden worden geen sociale bijdragen geheven op voormelde aanvullende vergoedingen ? Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 15 février 2005, à la question no 181 de M. Guido De Padt du 18 octobre 2004 (N.) : Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 15 februari 2005, op de vraag nr. 181 van de heer Guido De Padt van 18 oktober 2004 (N.) : J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre qu’il trouvera ci-dessous les éléments de réponse à sa question. Ik heb de eer aan het geachte lid te laten weten dat hij hieronder het antwoord op zijn vraag vindt. Pour rappel, celle-ci concerne les indemnités octroyées aux fonctionnaires détachés en tant que délégués permanents auprès des organisations syndicales conformément aux dispositions de l’article 73 de l’arrêté royal du 28 septembre 1984 portant exécution Ter herinnering, deze vraag betrof de vergoedingen toegekend aan de ambtenaren gedetacheerd als vaste afgevaardigden bij de vakverenigingen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 73 van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1352 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10702 de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités. wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. Comme mon collègue M. Christian Dupont, ministre de la Fonction publique, vous a répondu, ces membres du personnel sont agréés en tant que délégués permanents à la demande de leur organisation syndicale par l’autorité dont ils relèvent et sont mis à la disposition de l’organisation syndicale. Ils obtiennent dès lors de plein droit un congé syndical et quittent dès lors leur administration mais ils sont réputés rester en activité de service. Zoals mijn collega, de heer Christian Dupont, minister van Ambtenarenzaken, u heeft geantwoord, worden deze personeelsleden op vraag van hun vakorganisatie door de overheid waaronder ze ressorteren erkend als vaste afgevaardigden en worden ze ter beschikking gesteld van hun vakorganisatie. Ze krijgen dan van rechtswege vakbondsverlof en verlaten hun bestuur, maar ze worden wel geacht in actieve dienst te blijven. En vertu de l’article 77, § 1er, de l’arrêté royal précité du 28 septembre 1984, ils conservent leur droit au traitement à charge de l’autorité dont ils relèvent. Krachtens artikel 77, § 1, van voornoemd koninklijk besluit van 28 september 1984, behouden ze het recht op hun wedde ten laste van de overheid waaronder ze ressorteren. Pour répondre à la première question, en ce qui concerne le Service public fédéral Sécurité sociale, trois agents sont actuellement agréés en tant que délégués permanents auprès d’organisations syndicales : l’un est inscrit au rôle linguistique néerlandais, les deux autres au rôle français. Om te antwoorden op de eerste vraag, zijn er momenteel wat de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid betreft drie personeelsleden erkend als vaste afgevaardigden bij vakorganisaties : één is ingeschreven op de Nederlandse taalrol, de twee andere zijn ingeschreven op de Franse taalrol. Étant donné que l’agrément d’un membre du personnel relève individuellement de chaque autorité, il convient dès lors de solliciter chacune d’entre elles pour connaı̂tre le nombre total de fonctionnaires fédéraux ainsi détachés. Aangezien de erkenning van een personeelslid individueel afhankelijk is van elke overheid, dient bij elke overheid navraag te worden gedaan om het totaal aantal aldus gedetacheerde ambtenaren te kennen. Les données relatives à la seconde question ne sont pas disponibles pour le moment. De gegevens met betrekking tot de tweede vraag zijn niet beschikbaar voor het ogenblik. Pour répondre à la troisième question, comme indiqué ci-dessus, le droit au traitement du fonctionnaire détaché reste à charge de l’autorité dont il relève. Il a été néanmoins prévu que les organisations syndicales pouvaient octroyer des indemnités complémentaires à ces délégués permanents. Ces indemnités complémentaires ne sont toutefois pas considérées dans l’état actuel de la législation comme de la rémunération en tant que telle mais relèvent d’un caractère « sui generis » qui ne permet pas le prélèvement par l’Office national de sécurité sociale de cotisations sociales. Om op de derde vraag te antwoorden, zoals hierboven reeds vermeld, blijft het recht op de wedde van de gedetacheerde ambtenaar ten laste van de overheid waaronder hij ressorteert. Er werd echter voorzien dat de vakorganisaties aanvullende vergoedingen konden toekennen aan deze vaste afgevaardigden. Deze aanvullende vergoedingen worden in de wetgeving zoals ze vandaag is echter niet beschouwd als loon als dusdanig, maar maken deel uit van een « sui generis » karakter, waardoor de Rijksdienst voor sociale zekerheid geen sociale bijdragen kan afhouden. En effet, il ressort d’un arrêt de la Cour de Travail de Liège du 11 février 1988 qu’il ne peut exister un contrat de travail entre le fonctionnaire détaché et l’organisation syndicale auprès de laquelle il est détaché. Il en découle que les organisations syndicales ne peuvent être considérées comme employeur de ces fonctionnaires détachés et ne sont dès lors pas redevables de cotisations sociales sur ces indemnités complémentaires. Uit een arrest van het Arbeidshof van Luik van 11 februari 1988 blijkt immers dat er geen arbeidsovereenkomst kan bestaan tussen de gedetacheerde ambtenaar en de vakorganisatie waarbij hij is gedetacheerd. Daaruit volgt dat de vakorganisaties niet kunnen worden beschouwd als werkgever van deze gedetacheerde ambtenaren en dus geen sociale bijdragen verschuldigd zijn op deze aanvullende vergoedingen. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10703 DO 2004200502731 DO 2004200502731 Question no 202 de M. Jo Vandeurzen du 23 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 202 van de heer Jo Vandeurzen van 23 november 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Assurance dépendance. — Répartition des compétences. — Position de la Cour d’arbitrage et de l’Union européenne. Zorgverzekering. — Bevoegdheidsverdeling. — Visie Arbitragehof en EU. La Flandre dispose d’une assurance dépendance. La Cour d’arbitrage estime que l’organisation de cette assurance dépendance relève en effet de la compétence de l’entité fédérée. L’Union européenne estime quant à elle que l’assurance dépendance relève du domaine de la sécurité sociale. Vlaanderen beschikt over een zorgverzekering. Volgens het Arbitragehof behoort de organisatie van deze zorgverzekering inderdaad tot de bevoegdheid van de deelstaat. Volgens Europa behoort de zorgverzekering tot het domein van de sociale zekerheid. 1. Pouvez-vous expliquer pourquoi on considère en Belgique que l’assurance dépendance relève de la compétence des entités fédérées alors que l’Union européenne considère quant à elle que l’assurance dépendance relève du domaine de la sécurité sociale ? 1. Kan u verduidelijken waarom dat langs de ene kant in België de zorgverzekering kan behoren tot de bevoegdheid van de deelstaten en langs de andere kant volgens de Europese inzichten de zorgverzekering behoort tot het domein van de sociale zekerheid ? 2. a) Comment peut-on définir, selon le point de vue de l’Union européenne, ce qui relève de la sécurité sociale ? 2. a) Hoe kan volgens Europese inzichten gedefinieerd worden wat sociale zekerheid is ? b) Est-ce tributaire du mode de perception de la prime ? b) Is dat afhankelijk van de manier waarop de premie geı̈nd wordt ? c) Quels sont les critères prépondérants à cet égard ? c) Wat zijn daarvoor de doorslaggevende criteria ? 3. Quels aspects relatifs à l’organisation de la sécurité sociale relèvent de la compétence des entités fédérées ? 3. Wat wordt tot de bevoegdheid van de deelstaten gerekend met betrekking tot de organisatie van de sociale zekerheid ? 4. Comment définir dans ce cas ce qu’est la sécurité sociale ? 4. Hoe wordt in dit geval de sociale zekerheid gedefinieerd ? Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 18 février 2005, à la question no 202 de M. Jo Vandeurzen du 23 novembre 2004 (N.) : Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 18 februari 2005, op de vraag nr. 202 van de heer Jo Vandeurzen van 23 november 2004 (N.) : En réponse aux questions 1 et 2 de l’honorable membre, je puis communiquer ce qui suit. In antwoord op vragen 1 en 2, kan ik het geachte lid het volgende meedelen. Comme il a été confirmé par la Cour d’Arbitrage, l’assurance soins visée par le décret de la Communauté flamande du 30 mars 1999 portant organisation de l’assurance soins, appelée aussi assurance « dépendance », relève de la compétence des communautés. L’assurance soins tombe aussi dans le champ d’application du règlement 1408/71. De zorgverzekering bedoeld bij het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering, ook « afhankelijkheidsverzekering » genoemd, behoort inderdaad, zoals bevestigd door het Arbitragehof, tot de bevoegdheid van de gemeenschappen. De zorgverzekering valt ook binnen het toepassingsgebied van verordening 1408/71. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10704 Au niveau européen, la sécurité sociale est définie à l’article 4 du règlement 1408/71. Cet article dispose que : Volgens Europese inzichten wordt sociale zekerheid gedefinieerd in artikel 4 van verordening 1408/71. Dit artikel luidt als volgt : « Le présent règlement s’applique à toutes les législations relatives aux branches de sécurité sociale qui concernent : « Deze verordening is van toepassing op alle wettelijke regelingen betreffende de volgende takken van sociale zekerheid : a) les prestations de maladie et de maternité; a) prestaties bij ziekte en moederschap; b) les prestations d’invalidité, y compris celles qui sont destinées à maintenir ou à améliorer la capacité de gain; b) prestaties bij invaliditeit, met inbegrip van die tot instandhouding of verbetering van de verdiencapaciteit; c) les prestations de vieillesse; c) uitkeringen bij ouderdom; d) les prestations de survivants; d) uitkeringen aan nagelaten betrekkingen; e) les prestations d’accident du travail et de maladie professionnelle; e) prestaties bij arbeidsongevallen en beroepsziekten; f) les allocations de décès; f) uitkeringen bij overlijden; g) les prestations de chômage; g) werkloosheidsuitkeringen; h) les prestations familiales. » h) gezinsbijlagen. » La définition européenne a trait à la coordination des régimes de sécurité sociale des différents états. Par conséquent, elle ne peut pas être utilisée en tant que telle pour délimiter des compétences à l’intérieur d’un état. De Europese definitie heeft betrekking op de coördinatie van sociale zekerheidssystemen van verschillende staten. Daardoor kan ze niet als zodanig gebruikt worden om bevoegdheden af te bakenen binnenin een staat. En réponse aux questions 3 et 4 de l’honorable membre, je puis communiquer ce qui suit. In antwoord op vragen 3 en 4, kan ik het geachte lid het volgende meedelen. Les compétences des communautés en matière de politique de santé sont énumérées à l’article 5, § 1er, de la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980. De bevoegdheden van de gemeenschappen wat betreft het gezondheidsbeleid worden opgesomd in artikel 5, § 1, van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980. DO 2004200502761 DO 2004200502761 Question no 209 de M. Guy D’haeseleer du 7 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 209 van de heer Guy D’haeseleer van 7 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Cotisations ONSS sur les indemnités complémentaires payées par les syndicats aux travailleurs détachés. RSZ-bijdragen op aanvullende vergoedingen die door de vakbonden worden betaald aan hun gedetacheerde werknemers. Les syndicats disposent d’un grand nombre de travailleurs détachés auxquels ils payent, outre leur rémunération des pouvoirs publics, des indemnités complémentaires. Selon différentes sources, un grand nombre de syndicats ne déclarent pas ces indemnités complémentaires à l’ONSS. Une certaine confusion règne en ce qui concerne cette réglementation. Vakbonden beschikken over vele gedetacheerde werknemers aan wie zij naast hun overheidswedde nog aanvullende vergoedingen betalen. Uit verschillende bronnen blijkt dat vele vakbonden deze aanvullende vergoedingen niet aangeven bij de RSZ. Er blijkt nogal wat onduidelijkheid te bestaan over deze regeling. 1. Les indemnités complémentaires payées par les syndicats à leurs travailleurs détachés sont-elles soumises aux cotisations de l’ONSS ? 1. Kan u meedelen of aanvullende vergoedingen die vakbonden uitbetalen aan hun gedetacheerde werknemers onderworpen zijn aan de RSZ-bijdragen ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10705 2. Sur quelles dispositions légales fondez-vous votre position ? 2. Op welke wettelijke bepalingen baseert u zich ? Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 15 février 2005, à la question no 209 de M. Guy D’haeseleer du 7 décembre 2004 (N.) : Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 15 februari 2005, op de vraag nr. 209 van de heer Guy D’haeseleer van 7 december 2004 (N.) : J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre qu’une question analogue portant le numéro 181 du 18 octobre 2004 a été posée par son collègue l’honorable membre Guido De Padt à laquelle réponse a été donnée (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10701). Ik heb de eer het geachte lid te laten weten dat een soortgelijke vraag met nummer 181 van 18 oktober 2004 werd gesteld door zijn collega het geachte lid Guido De Padt, waarop een antwoord werd gegeven (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10701). DO 2004200502860 DO 2004200502860 Question no 217 de M. Jo Vandeurzen du 10 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 217 van de heer Jo Vandeurzen van 10 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Secteur horeca. — Prestations « supplémentaires ». — Cotisations de sécurité sociale. Horecasector. — « Extra » prestaties. — Sociale zekerheidsbijdragen. Dans le secteur horeca, il existe un système suivant lequel, pour les prestations « supplémentaires » effectuées par des travailleurs employés les jours d’activité très intense, les cotisations de sécurité sociale ne sont calculées que forfaitairement. In de horecasector is er een systeem waarbij voor zogenaamde « extra » prestaties van werknemers die ingezet worden op « piekdagen », de sociale zekerheidsbijdrage enkel op forfaitaire wijze wordt berekend. 1. Ne pourrait-on envisager de faire en sorte que le paiement des impôts sur ces prestations s’effectue lui aussi, exclusivement, par le biais du précompte professionnel versé par l’employeur ? 1. Kan niet worden overwogen om ook de betaling van de belastingen op deze prestaties uitsluitend te laten gebeuren via de bedrijfsvoorheffing die gestort wordt door de werkgever ? 2. Un tel traitement fiscal du revenu n’existe-t-il pas déjà pour le travail saisonnier dans l’horticulture et dans le secteur du jardin ? 2. Bestaat een dergelijke fiscale behandeling van het inkomen reeds niet voor de seizoensarbeid in de tuinbouw en tuinsector ? Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 18 février 2005, à la question no 217 de M. Jo Vandeurzen du 10 décembre 2004 (N.) : Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 18 februari 2005, op de vraag nr. 217 van de heer Jo Vandeurzen van 10 december 2004 (N.) : L’objet de la question relève de la compétence de mon collègue M. Reynders, ministre des Finances. (Question no 650 du 21 février 2005.) Het onderwerp van de vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega de heer Reynders, minister van Financiën. (Vraag nr. 650 van 21 februari 2005.) DO 2004200502866 DO 2004200502866 Question no 220 de M. Jo Vandeurzen du 10 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 220 van de heer Jo Vandeurzen van 10 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Secteur horeca. — Étudiants jobistes. — Réglementation Dimona. Horecasector. regelgeving. 1. Les étudiants jobistes relèvent-ils du champ d’application de la réglementation Dimona, même s’ils n’effectuent que des prestations « supplémentaires » ? 1. Vallen jobstudenten wel onder de dimonaregelgeving, ook als ze uitsluitend « extra » prestaties verrichten ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 — Jobstudenten. — Dimona- KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10706 2. Cela signifie-t-il qu’une déclaration doit être effectuée au début et à la fin de la relation de travail pour chaque appel ? 2. Betekent dit dat er voor elke oproep een aangifte moet gebeuren in in- en uitdienst ? Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 18 février 2005, à la question no 220 de M. Jo Vandeurzen du 10 décembre 2004 (N.) : Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 18 februari 2005, op de vraag nr. 220 van de heer Jo Vandeurzen van 10 december 2004 (N.) : 1. En réponse à votre question, je peux vous communiquer que l’article 1er de l’arrêté royal du 5 novembre 2002 instaurant une déclaration immédiate de l’emploi généralise le système existant de déclaration immédiate à l’ensemble des employeurs et travailleurs. Pour tous les travailleurs qu’ils occupent, les employeurs doivent donc faire une déclaration immédiate de l’emploi, indépendamment du type de contrat de travail. 1. In antwoord op uw vraag kan ik u meedelen dat artikel 1 van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling het reeds bestaande systeem van onmiddellijke aangifte veralgemeent tot alle werkgevers en werknemers. De werkgevers moeten dus voor al de werknemers die zij tewerkstellen, ongeacht het type van de arbeidsovereenkomst, een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling doen. L’article 3 de cet arrêté royal prévoit toutefois une série d’exceptions. Sont ainsi exclus du champ d’application : Artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit bevat evenwel een aantal uitzonderingen. Worden aldus van het toepassingsgebied uitgesloten : — les marins de la marine marchande; — de zeelieden ter koopvaardij; — les travailleurs qui accomplissent un travail occasionnel; — werknemers die occasionele arbeid verrichten; — les travailleurs qui fournissent des prestations de travail dans le cadre d’un contrat de travail ALE; — werknemers die arbeidsprestaties verrichten in het kader van een PWA-arbeidsovereenkomst; — les travailleurs occupés moins de 25 jours par an dans le secteur socioculturel; — werknemers die minder dan 25 dagen per jaar zijn tewerkgesteld in de socio-culturele sector; — les bénévoles; — vrijwilligers; — les domestiques aux prestations réduites qui ne logent pas sur place; — niet-inwonende dienstboden met beperkte prestaties; — les travailleurs occasionnels dans le secteur horticole et l’horeca; — gelegenheidswerknemers in de tuinbouwsector en de horeca; — les stagiaires qui accomplissent des prestations dans les limites de leur contrat de stage. — stagiairs die prestaties verrichten binnen de grenzen van hun stageovereenkomst. Il en résulte logiquement que la réglementation DIMONA est en principe applicable aux étudiants. Logischerwijze volgt hieruit dat studenten principieel onder de DIMONA-regelgeving vallen. La question se pose toutefois de savoir si cette réglementation est également applicable lorsqu’ils sont occupés comme travailleurs « supplémentaires ». De vraag rijst echter of deze regelgeving ook van toepassing is wanneer zij als « extra » worden tewerkgesteld. Lorsqu’un étudiant est occupé comme travailleur occasionnel dans les secteurs agricole, horticole ou horeca, la déclaration immédiate obligatoire lui est toujours applicable. Wanneer een student als gelegenheidswerknemer wordt tewerkgesteld in de landbouw-, de tuinbouw- of de horecasector, valt hij steeds onder de verplichte onmiddellijke aangifte. L’obligation générale d’une déclaration immédiate de l’emploi pour les étudiants résulte de l’objectif de l’arrêté royal du 5 novembre 2002, à savoir la suppression de l’envoi obligatoire d’une copie du contrat de travail d’étudiants à l’Inspection des lois sociales. De verplichting om voor studenten altijd een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling te doen vloeit voort uit de bedoeling van het koninklijk besluit van 5 november 2002 om de verplichte toezending van een kopie van de arbeidsovereenkomst voor studenten aan de Inspectie van de sociale wetten af te schaffen. 2. Je peux communiquer à l’honorable membre que l’employeur doit faire une déclaration immédiate de 2. Ik kan het geachte lid meedelen dat de werkgever voor elke indiensttreding een onmiddellijke aangifte CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10707 l’emploi pour chaque engagement. Conformément à l’article 8 de l’arrêté royal du 5 novembre 2002, cette déclaration immédiate doit se faire au plus tard au moment où le travailleur débute ses prestations. van tewerkstelling moet doen. Overeenkomstig artikel 8 van het koninklijk besluit van 5 november 2002 gebeurt deze onmiddellijke aangifte ten laatste op het moment waarop de werknemer zijn prestaties aanvat. L’employeur doit également déclarer chaque fin d’occupation. L’article 9 du même arrêté royal dispose que cette déclaration doit se faire au plus tard le premier jour ouvrable suivant la fin de l’occupation déclarée. De werkgever moet ook elke uitdiensttreding aangeven. Artikel 9 van hetzelfde koninklijk besluit bepaalt dat dit uiterlijk op de eerste werkdag die volgt op de beëindiging van de aangegeven tewerkstelling moet gebeuren. Toutefois, cette obligation ne vaut pas pour les étudiants. L’article 7 de l’arrêté royal précité précise que la date de fin de l’exécution du contrat doit déjà être communiquée lors de la déclaration d’engagement d’un étudiant. L’article 9, alinéa 2, de l’arrêté royal précité dispense dès lors l’employeur de faire une déclaration de fin d’occupation lorsqu’il occupe un étudiant. Bij tewerkstelling van studenten geldt deze laatste verplichting echter niet. Artikel 7 van voornoemd koninklijk besluit stelt dat de datum van het einde van de uitvoering van de overeenkomst reeds bij de aangifte van indiensttreding van een student moet worden meegedeeld. Artikel 9, tweede lid, van voornoemd koninklijk besluit ontheft de werkgever dan ook van de verplichting om een aangifte van uitdiensttreding te doen indien hij een student tewerkstelt. Enfin, je voudrais signaler à l’honorable membre que la déclaration immédiate de l’emploi n’est pas une déclaration de contrat. La relation de travail entre un employeur et un travailleur l’emporte. Dès lors, une déclaration DIMONA ne sera nécessaire que lorsqu’une relation de travail naı̂t ou prend fin. Ten slotte wijs ik de geachte lid erop dat de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling geen aangifte van een overeenkomst is. Wat primeert is de arbeidsrelatie tussen een werkgever en een werknemer. Een nieuwe DIMONA-melding zal dan ook enkel nodig zijn waar een arbeidsrelatie ontstaat of wordt beëindigd. DO 2004200503000 DO 2004200503000 Question no 236 de M. Koen Bultinck du 29 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 236 van de heer Koen Bultinck van 29 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Opérations de l’estomac dans le cadre de la lutte contre la surcharge pondérale. Maagoperaties in het kader van de bestrijding van overgewicht. Une étude réalisée par les Mutualités indépendantes révèle une augmentation importante du nombre d’opérations de l’estomac et cela dans le cadre de la lutte contre la surcharge pondérale. Volgens een studie van het Onafhankelijk Ziekenfonds is er een enorme stijging te zien in de sector van maagoperaties in het kader van de bestrijding van overgewicht. L’intervention la plus fréquente est évidemment la pose d’un anneau. De meest populaire ingreep is uiteraard het plaatsen van een maagring. L’assurance maladie n’autorise ce type d’opération que dans le cas d’un indice de masse corporelle très élevé. De ziekteverzekering laat het plaatsen van een maagring alleen toe bij het overschrijden van een vrije hoge BMI. 1. Disposez-vous de données qui confirment cette étude, et donc l’augmentation du nombre d’opérations de l’estomac ? 1. Beschikt u over gegevens die deze studie — en dus de stijging van maagoperaties — bevestigen ? 2. Quelles sont les répercussions financières de cette augmentation pour l’assurance maladie ? 2. Kan u de financiële repercussies voor de ziekteverzekering van deze stijging meedelen ? 3. Pouvez-vous expliquer cette augmentation ? 3. Heeft u een verklaring voor deze stijging ? 4. Disposez-vous de données scientifiques relatives aux risques liés à la pose d’anneaux stomacaux ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 4. Beschikt u over wetenschappelijke gegevens met betrekking tot de risico’s van het plaatsen van deze maagringen ? 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10708 Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 18 février 2005, à la question no 236 de M. Koen Bultinck du 29 décembre 2004 (N.) : Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 18 februari 2005, op de vraag nr. 236 van de heer Koen Bultinck van 29 december 2004 (N.) : Actuellement, la nomenclature ne prévoit aucun critère d’IMC (indice de masse corporelle). Cependant, un projet de modification de nomenclature existe, actuellement pendant au Conseil technique médical. Ce projet comprend des prestations spécifiques de chirurgie bariatrique pour lesquelles des critères d’attestation seraient en vigueur, dont entre autres un IMC ≥ 40. Momenteel zijn er geen BMI (body mass index) criteria voorzien in de nomenclatuur. Er is echter een ontwerp van nomenclatuurwijziging hangende in de technische geneeskundige raad waarin specifieke verstrekkingen voor bariatrische heelkunde worden ingesteld, waarvoor aanrekeningscriteria van onder andere een BMI ≥ 40 zouden gelden. 1. Nous pouvons confirmer l’augmentation du nombre d’opérations. Pour l’opération relative à un anneau gastrique, le numéro 241533-241544 est attesté. En 1996, 863 prestations de ce type ont été attestées; elles étaient de 4 457 en 2003. 1. We kunnen de stijging van het aantal operaties bevestigen. Voor de maagband operatie wordt het nummer 241533-241544 aangerekend. In 1996 werden er van deze verstrekking 863 vergoed, in 2003 4 457. 2. Actuellement, le matériel, en particulier l’anneau gastrique, n’est pas pris en charge par l’assurance maladie. Cependant, un projet est pendant au Conseil technique des implants proposant de prendre ce matériel en charge. En particulier, pour le placement d’un anneau gastrique, le remboursement du matériel est budgété à 8 650 000 euros sur une base annuelle. La création des prestations chirurgicales elles-mêmes n’a pas d’impact budgétaire important étant donné que, comme je l’ai dit plus haut, ces prestations sont déjà remboursées sous des libellés plus généraux. En 2003, la prestation 241533-241544 a coûté 1 295 000 euros à l’assurance maladie. 2. Op dit moment wordt het materiaal, meer bepaald de maagring niet ten laste genomen door de ziekteverzekering. Er is echter een ontwerp hangende bij de technische raad van implantaten waarin voorgesteld wordt dit materiaal wel ten laste te nemen. Meer in het bijzonder voor de maagringoperatie wordt de terugbetaling van het materiaal begroot op 8 650 000 euro op jaarbasis. Het creëren van de heelkundige verstrekkingen zelf heeft geen belangrijke budgettaire impact omdat zoals hoger gesteld deze verstrekkingen nu al onder een algemene benaming werden terugbetaald. De verstrekking 241533-241544 kostte in 2003 aan de verzekering 1 295 000 euro. 3. L’augmentation du nombre d’interventions est certainement liée au problème croissant de l’obésité auquel notre pays est également confronté. Ces interventions, qui semblent réussir à court terme, sont de plus en plus connues du grand public. Le remboursement du matériel (actuellement, ce coût d’environ 2 000 euros est supporté par le patient) augmenterait le recours à ces interventions et accentuerait donc encore l’augmentation du nombre d’interventions. 3. De stijging van het aantal ingrepen heeft zeker te maken met het groeiende probleem van obesitas waarmee ook ons land te kampen heeft. Deze ingrepen, die op korte tijd toch wel succesvol blijken, geraken ook meer en meer bekend bij het grote publiek. Het vergoeden van het materiaal (momenteel draagt de patiënt deze kosten van ongeveer 2 000 euro) zou de toegankelijk van deze ingrepen verhogen en kan de groei van het aantal ingrepen nog accentueren. 4. Suivant une étude, 10 % des opérations exigeraient une seconde intervention suite à des complications. Une autre étude indiquait des complications étalées sur une période de suivi de 5 ans pour 23 % des patients. À long terme, les cas de sous-alimentation sont rares. Il s’agit également d’une intervention réversible : il est possible de retirer l’anneau. La perte de poids visée par cette intervention, atteinte la plupart du temps sous réserve d’un suivi valable, exerce également une influence positive. Une étude de 2002 signalait une augmentation de la durée de vie de 4 ans et demi dans le groupe de femmes dont l’IMC a baissé de ≥ 40 à 36. Avec des critères sévères de sélection comme l’IMC ≥ 40, la balance finale pourrait donc bien être positive. 4. Volgens één studie zou een 10 % van de operaties een heringreep vereisen omwille van complicaties. In een andere studie waren er complicaties over een 5jaar opvolgingsperiode bij 23 % van de patiënten. Ondervoeding op lange termijn is zeldzaam. Het is ook een reversibele ingreep : men kan de ring weghalen. Het gewichtsverlies dat deze ingreep beoogt en mits goede follow-up meestal ook meebrengt heeft dan weer een positieve invloed. In een studie uit 2002 werd een stijging van de levensverwachting van 4,5 jaar vastgesteld in de groep vrouwen waarvan de BMI van ≥ 40 daalde tot 36. Met strenge selectiecriteria zoals BMI ≥ 40 zou de uiteindelijke balans dus toch wel positief kunnen zijn. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10709 Telles sont les propositions qui sont actuellement à l’étude dans les conseils techniques. Leur faisabilité financière doit cependant encore être étudiée en profondeur. Zo zijn de voorstellen die momenteel in de technische raden ter studie liggen. De financiële haalbaarheid ervan moet echter nog grondig onderzocht worden. Santé publique Volksgezondheid DO 2003200421803 DO 2003200421803 Question no 239 de M. Koen Bultinck du 6 juillet 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 239 van de heer Koen Bultinck van 6 juli 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Maladie de Hurler. Ziekte van Hurler. La maladie de Hurler est une maladie métabolique qui induit déjà chez les jeunes enfants un processus de dégénérescence mentale et physique que seule une transplantation de moelle osseuse permet d’enrayer. De ziekte van Hurler is een stofwisselingsziekte die reeds bij jonge kinderen aanleiding geeft tot een fysisch en mentaal aftakelingsproces. Enkel een beenmergtransplantatie kan dit proces stoppen. Un bon nombre de parents d’enfants souffrant de mucopolysacharidose éprouvent manifestement des difficultés à trouver l’aide et la reconnaissance adéquates. Blijkbaar hebben nogal wat ouders van kinderen die aan muco-poly-sachardiose lijden problemen om de juiste hulp en erkenning te vinden. 1. Le ministre est-il au courant de la problématique relative à cette maladie assez rare ? 1. Is de problematiek van deze eerder zeldzame ziekte bij de minister bekend ? 2. Disposez-vous de données scientifiques (nombre de cas et autres informations de ce type) concernant cette maladie ? 2. Beschikt u over wetenschappelijke gegevens (aantal gevallen en dergelijke) met betrekking tot die ziekte ? 3. Il semble que cette maladie ne soit pas reconnue par l’INAMI. A-t-on déjà envisagé de reconnaı̂tre cette maladie métabolique rare dans le cadre de la révision de la nomenclature ? 3. Blijkbaar wordt deze ziekte niet erkend door het RIZIV. Is er binnen de herziening van de nomenclatuur reeds nagedacht over een erkenning van deze zeldzame stofwisselingsziekte ? 4. Les parents des enfants concernés peuvent-ils faire appel au Fonds spécial de solidarité ? 4. Kunnen ouders van dergelijke kinderen een beroep doen op het Bijzonder Solidariteitsfonds ? 5. Quelles mesures avez-vous déjà prises pour faire évoluer favorablement ce dossier ? 5. Welke maatregelen heeft u reeds genomen om deze problematiek een positieve wending te geven ? Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 18 février 2005, à la question no 239 de M. Koen Bultinck du 6 juillet 2004 (N.) : Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 18 februari 2005, op de vraag nr. 239 van de heer Koen Bultinck van 6 juli 2004 (N.) : J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre. Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden. 1. Oui, la maladie de Hurler, appelée aussi mucopoly-saccharidose (MPS) de type 1 est une maladie rare très invalidante survenant chez des très jeunes enfants; elle fait l’objet d’une attention toute particulière car non traitée elle aura une évolution fatale. Le risque augmente dans un contexte parental de consanguinité. 1. Ja, de ziekte van Hurler, ook muco-polysaccharidose (MPS) type 1 genoemd is een zeer ernstige zeldzame ziekte die voorkomt bij erg jonge kinderen; ze verdient een bijzondere aandacht aangezien ze onbehandeld een fatale ontwikkeling kent. Het risico verhoogt in een parentale context van consanguı̈niteit. 2. Il s’agit d’une maladie grave qui survient dans une naissance sur 50 000. Le nombre de cas est évalué 2. Het gaat om een ernstige ziekte die voorkomt bij één geboorte op 50 000. Het aantal gevallen in België CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1353 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10710 à 2 à 3 par an en Belgique, ce qui fait une trentaine de cas en 10 ans. La maladie se soigne actuellement par des perfusions d’enzymes, qui vise à résorber les dépôts métaboliques. wordt geraamd op 2 à 3 per jaar wat neerkomt op een dertigtal gevallen in 10 jaar. De ziekte wordt momenteel behandeld door middel van enzymenperfusie die als doel heeft de opstapeling van metabolieten tegen te gaan. 3. La maladie de Hurler est la plus grave des sept muco-poly-saccharidose connues. La dernière mise à jour de la nomenclature remonte au 13 juillet 2004 (arrêté ministériel modifiant l’arrêté royal du 21 décembre 2001 fixant les procédures, délais et conditions en matière d’intervention de l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités dans le coût des spécialités pharmaceutiques). Les organismes assureurs ne font pas de difficultés pour intervenir dans les frais médicaux touchant des très jeunes enfants atteints de maladies métaboliques graves. 3. De ziekte van Hurler is de meest ernstige ziekte van zeven gekende muco-poly-saceharidosen. De laatste bijwerking van de nomenclatuur vond plaats op 13 juli 2004 (ministerieel besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten). De verzekeringsinstellingen maken er geen problemen van om tussen te komen in de medische kosten van erg jonge kinderen die leiden aan ernstige stofwisselingsziektes. 4. Oui, les parents de ces enfants peuvent faire appel au Fonds spécial de solidarité. 4. Ja, de ouders van deze kinderen kunnen beroep doen op het Bijzonder Solidariteitsfonds. 5. Je tiens personnellement à revoir régulièrement la nomenclature INAMI comme mentionné sous le point 3. 5. Ik kijk er persoonlijk op toe dat de RIZIVnomenclatuur regelmatig opnieuw wordt bekeken zoals vermeld in punt 3. Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Minister van Middenstand en Landbouw Classes moyennes Middenstand DO 2004200503066 DO 2004200503066 Question no 52 de M. Paul Tant du 13 janvier 2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture : Vraag nr. 52 van de heer Paul Tant van 13 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw : Indépendants. — Retraite ou poursuite de l’activité. — Cotisations trimestrielles. Zelfstandigen. — Pensionering of verder werken. — Kwartaalbijdragen. Un indépendant qui part à la retraite à 65 ans ne doit plus payer au secrétariat social, dans le cadre du statut social des indépendants, de cotisations trimestrielles pour le trimestre au cours duquel il prend sa retraite. Een zelfstandige die met pensioen gaat op 65-jarige leeftijd dient voor het kwartaal waarin hij met pensioen gaat geen kwartaalbijdrage meer te betalen aan het sociaal secretariaat in het kader van het sociaal statuut van de zelfstandigen. Toutefois, quand un indépendant choisit de continuer à travailler pendant un certain nombre d’années encore et de partir à la retraite plus tard, il est tenu au paiement intégral de ses cotisations pour le trimestre durant lequel il prend se retraite, quel que soit le nombre de mois où il aura encore été actif au cours de ce trimestre. C’est ainsi qu’un indépendant qui cesse Wanneer een zelfstandige echter ervoor opteert om nog een aantal jaren verder te werken en op latere leeftijd met pensioen te gaan, dient diezelfde zelfstandige voor het kwartaal van zijn pensionering nog de volledige bijdrage te betalen, ongeacht het aantal maanden dat hij in dit kwartaal nog werkt. Zo zal een zelfstandige die op één november zijn activiteiten beëindigt CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10711 ses activités un 1er novembre sera tenu d’acquitter ses cotisations jusqu’au 31 décembre inclus du trimestre concerné. 1. Ce constat est-il exact ? toch verplicht zijn bijdragen te betalen tot en met 31 december van het desbetreffende kwartaal. 1. Is deze vaststelling juist ? 2. Dans quelle mesure cette manière de procéder incitera-t-elle effectivement les indépendants à travailler plus longtemps ? 2. In welke mate zal deze manier van werken de zelfstandigen effectief ertoe aanzetten om langer te werken ? 3. Envisagez-vous, en la matière, quelque adaptation que ce soit de ce système à la situation réelle telle qu’esquissée plus haut en ne faisant par exemple payer aux indépendants que les cotisations relatives aux mois durant lesquels ils ont effectivement travaillé au cours du trimestre de leur admission à la retraite ? 3. Overweegt u terzake enige aanpassing aan de reële situatie zoals hierboven geschetst door bijvoorbeeld de zelfstandige enkel de effectief gepresteerde maanden in het kwartaal van pensionering te laten bijdragen ? Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 52 de M. Paul Tant du 13 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 52 van de heer Paul Tant van 13 januari 2005 (N.) : J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre, dans l’ordre de la numérotation des questions posées. Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen, in volgorde van de nummering van de gestelde vragen. 1. Selon l’article 15, § 2, 2o, de l’arrêté royal no 38 du 27 juillet 1967 portant le statut social des travailleurs indépendants, il n’y a plus de devoir de cotisation pour le trimestre où l’on a atteint l’âge de la retraite (ou obtient une pension de retraite anticipée en qualité de travailleur indépendant). 1. Volgens artikel 15, § 2, 2o, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen is er geen bijdrageplicht meer voor het kwartaal waarin men de pensioenleeftijd heeft bereikt (of een vervroegd rustpensioen als zelfstandige of werknemer krijgt). Si l’on a atteint l’âge de la retraite (ou obtient une pension de retraite anticipée en qualité de travailleur indépendant) et que l’on continue à travailler sous le régime lié à l’activité autorisée, c’est par contre l’article 13, § 1er, du même arrêté royal qui est d’application. Indien men de pensioenleeftijd heeft bereikt (of een vervroegd rustpensioen als zelfstandige of werknemer krijgt) en men gaat door met werken onder de regeling in verband met de toegelaten activiteit, is daarentegen artikel 13, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit van toepassing. Dans ce dernier cas cité, le devoir d’assurance perdure : les cotisations continuent à être calculées sur les revenus de référence des 3 années précédentes. In laatstgenoemd geval blijft de verzekeringsplicht doorlopen : de bijdragen blijven berekend op het referte-inkomen van 3 jaar voordien. L’on ne tient compte que du revenu de référence à concurrence des montants de l’activité autorisée. Il s’agit en l’espèce du revenu professionnel annuel que peut acquérir l’indépendant pensionné ou son conjoint au cours de l’année à laquelle la pension est due et payée. Il s’agit en l’occurrence de l’effet de mitigation du plafonnement. Er wordt enkel rekening gehouden met het referteinkomen tot beloop van de bedragen van de toegelaten activiteit. Dit is het jaarlijks beroepsinkomen dat de gepensioneerde zelfstandige of de echtgeno(o)t(e) van de gepensioneerde mag verwerven in de loop van het jaar waarin het pensioen verschuldigd is en betaald wordt. Dit is het milderend effect van de plafonnering. 2. À notre connaissance, rien ne laisse présumer que les pensionnés se sentent freinés par l’effet de mitigation du plafonnement en cas d’activité autorisée. 2. Voorzover we weten laat niets vermoeden dat de gepensioneerden zich geremd zouden voelen door de weerslag van de mildering van de plafonnering in geval van toegelaten activiteit. 3. La question a été soumise à l’administration compétente afin de l’objectiver. 3. De vraag werd aan de bevoegde administratie voorgelegd teneinde er een objectief oordeel over te vellen. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10712 DO 2004200503126 DO 2004200503126 Question no 53 de Mme Muriel Gerkens du 18 janvier 2005 (Fr.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture : Vraag nr. 53 van mevrouw Muriel Gerkens van 18 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Middenstand en Landbouw : Tables d’hôtes. Gastenmaaltijden. Depuis plusieurs années, on voit se développer une offre de repas servis selon une formule de tables d’hôtes. Dans ce cas, les repas sont le plus souvent servis au domicile et dans les lieux de vie habituels, selon une formule de menu unique réunissant l’ensemble des convives à une même table. Gastenmaaltijden volgens de « tables d’hôtes »formule maken al enige jaren opgang. Ze worden doorgaans thuis en in de gewone leefomgeving aangeboden. De gasten zitten samen aan één tafel en er is slechts één menu. 1. Une telle activité est-elle soumise aux règles relatives au registre de commerce et à la détention d’un titre d’accès à la profession de restaurateur ? 1. Valt die activiteit onder de regelgeving betreffende het handelsregister en het voeren van een titel die tot het beroep van restauranthouder toegang geeft ? 2. En cas de dispositions spécifiques dérogatoires, quelles sont les conditions que l’organisateur d’une table d’hôtes doit respecter en termes de lieu d’activité, de nombre de couverts, de type de nourriture servie, de fréquence de son activité pour échapper à ces obligations ? 2. Voor het geval er specifieke afwijkende bepalingen bestaan, aan welke voorwaarden inzake de plaats en de frequentie van de activiteit, het aantal gasten en het soort maaltijden moet de gastheer voldoen om aan die verplichtingen de ontsnappen ? 3. a) Des démarches sont-elles à effectuer par le tenancier d’une table d’hôtes pour bénéficier de ces dérogations ? 3. a) Moeten formaliteiten worden vervuld om voor die afwijkende bepalingen in aanmerking te komen ? b) Si oui, lesquelles ? b) Zo ja, welke ? Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 15 février 2005, à la question no 53 de Mme Muriel Gerkens du 18 janvier 2005 (Fr.) : Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 15 februari 2005, op de vraag nr. 53 van mevrouw Muriel Gerkens van 18 januari 2005 (Fr.) : J’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre, dans l’ordre de la numérotation des questions posées. Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen, in volgorde van de nummering van de gestelde vragen. L’arrêté royal du 13 juin 1984, modifié par l’arrêté royal du 3 mars 1995, instaurant des conditions d’exercice de l’activité professionnelle de restaurateur ou de traiteur-organisateur de banquets dans les petites et moyennes entreprises du commerce et de l’artisanat, vise la préparation (tout acte par lequel un mets est confectionné, composé, dressé, réchauffé ou décongelé) des repas chauds ou froids destinés respectivement à être consommés sur place dans l’établissement ou à être servis, sur commande, à l’extérieur de l’établissement. Het koninklijk besluit van 13 juni 1984, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 1995, tot bepaling van de voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van restaurateur of van traiteurbanketaannemer in de kleine en middelgrote handelsen ambachtsondernemingen, reglementeert het bereiden (elke handeling waarbij een gerecht wordt klaargemaakt, samengesteld, geschikt, opgewarmd of ontdooid) van warme en koude maaltijden, bestemd om onderscheidenlijk ter plaatse in de inrichting te worden gebruikt of om, op bestelling, buiten de inrichting te worden opgediend. Aucune exception n’est prévue en faveur des exploitants de tables d’hôtes. Ceux-ci doivent donc prouver les connaissances requises et se faire inscrire en tant qu’entreprise commerciale dans la Banque-carrefour des entreprises. Voor de uitbaters van gastentafels werd in geen uitzondering in de reglementering voorzien. Deze moeten dus ook de vereiste bekwaamheden bewijzen en zich als handelsonderneming laten inschrijven in de Kruispuntbank van ondernemingen. Dans un domaine analogue, sont seuls dispensés de répondre aux conditions d’accès à la profession, les Er is wel een vrijstelling bepaald op die uitoefeningsvoorwaarden voor het aanverwante geval van CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10713 entreprises d’hébergement à caractère familial et les propriétaires de chambres d’hôtes qui servent exclusivement des repas à leurs hôtes. logiesverstrekkende familiebedrijven en de eigenaars van gastenkamers die uitsluitend maaltijden verschaffen aan hun logerende gasten. Les seules autres exceptions possibles à la règle sont les repas légers qui sont énumérés dans l’arrêté royal susmentionné. De enige andere mogelijke uitzondering op de regel zijn de lichte maaltijden die in het bovenvermelde besluit zijn opgesomd. DO 2004200503131 DO 2004200503131 Question no 54 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture : Vraag nr. 54 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw : SPF. — Définition des objectifs. — Identification des risques internes et externes. FOD’s. — Definiëring doelstellingen. — Identificeren interne en externe risico’s. Dans le cadre des recommandations du COSO (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission), la Cour des comptes a examiné si les objectifs des SPF étaient définis et si les risques internes et externes avaient été identifiés. La procédure a été entamée et mise en œuvre dans tous les SPF, sauf dans le vôtre. In het kader van de COSO-aanbevelingen (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission) heeft het Rekenhof onderzocht of de doelstellingen van de FOD werden gedefinieerd en of de interne en externe risico’s werden geı̈dentificeerd. Dit is, behalve bij uw FOD, bij alle FOD’s opgestart en uitgevoerd. Pouvez-vous préciser quand cette procédure sera mise en œuvre au sein de votre SPF ? Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 54 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 54 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) : J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre. Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Je me réfère à la réponse qui sera donnée par le ministre de l’Économie (question no 208 du 18 janvier 2005), de l’Énergie (question no 93 du 18 janvier 2005), du Commerce extérieur (question no 38 du 18 janvier 2005) et de la Politique scientifique (question no 44 du 18 janvier 2005), M. Verwilghen. Ik verwijs naar het antwoord dat door de minister van Economie (vraag nr. 208 van 18 januari 2005), Energie (vraag nr. 93 van 18 januari 2005), Buitenlandse Handel (vraag nr. 38 van 18 januari 2005) en Wetenschapsbeleid (vraag nr. 44 van 18 januari 2005), de heer Verwilghen zal worden gegeven. DO 2004200503168 DO 2004200503168 Question no 56 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture : Vraag nr. 56 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw : SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan. Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique. Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10714 Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 56 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 56 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre. Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Je me réfère à la réponse donnée par le premier ministre, M. Guy Verhofstadt (question no 70 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10614), et le ministre de la Fonction publique (question no 105 du 20 janvier 2005), M. Christian Dupont. Ik verwijs naar het antwoord dat door de eerste minister, de heer Guy Verhofstadt (vraag nr. 70 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10614), en de minister van Ambtenarenzaken, de heer Christian Dupont (vraag nr. 105 van 20 januari 2005) werd gegeven. DO 2004200503169 DO 2004200503169 Question no 57 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture : Vraag nr. 57 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw : SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité. L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le contrôle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit. Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst. Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ? Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 57 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 57 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre. Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Je me réfère à la réponse qui sera donnée par le vicepremier ministre et ministre du Budget (question no 42 du 20 janvier 2005), M. Johan Vande Lanotte, et le ministre de la Fonction publique (question no 106 du 20 janvier 2005), M. Christian Dupont. Ik verwijs naar het antwoord dat door de vice-eerste minister en minister van Begroting (vraag nr. 42 van 20 januari 2005), de heer Johan Vande Lanotte, en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 106 van 20 januari 2005), de heer Christian Dupont zal worden gegeven. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10715 DO 2004200503175 DO 2004200503175 Question no 58 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture : Vraag nr. 58 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw : SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad. Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique. Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten. Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 58 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 58 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) : J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre. Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Je me réfère à la réponse donnée par le premier ministre, M. Guy Verhofstadt (question no 72 du 24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10615), et le ministre de la Fonction publique (question no 108 du 24 janvier 2005), M. Christian Dupont. Ik verwijs naar het antwoord dat door de eerste minister, de heer Guy Verhofstadt (vraag nr. 72 van 24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10615), en de minister van Ambtenarenzaken, de heer Christian Dupont (vraag nr. 108 van 24 januari 2005) werd gegeven. DO 2004200503234 DO 2004200503234 Question no 60 de Mme Marie Nagy du 28 janvier 2005 (Fr.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture : Vraag nr. 60 van mevrouw Marie Nagy van 28 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Middenstand en Landbouw : Magasins de nuit. — Aménagement du territoire. — Consultation des villes et communes. Nachtwinkels. — Ruimtelijke ordening. — Overleg met steden en gemeenten. Un projet de loi relatif aux magasins de nuit permet aux communes, par le biais d’un règlement, de limiter le nombre de magasins de nuit en autorisant ou non l’implantation et l’exploitation sur leur territoire. Er bestaat een wetsontwerp dat de gemeenten in staat stelt het aantal nachtwinkels te beperken. Door middel van een reglement kunnen zij al dan niet hun toestemming geven voor de vestiging en de uitbating van nachtwinkels op hun grondgebied. Vous avez annoncé à ce propos, que les communes seraient consultées sur les aspects du projet relatifs à la « sécurité ». Vous n’avez cependant pas parlé d’un autre aspect, qui me semble même plus important, à savoir l’aménagement du territoire. U kondigde aan dat met de gemeenten over de veiligheidsaspecten van het ontwerp zou worden overlegd. Over een ander aspect, dat me zo mogelijk nog belangrijker lijkt, had u het echter niet : de ruimtelijke ordening. Pourriez-vous communiquer si les villes et communes seront également consultées à ce propos ? Kan u meedelen of daarover ook met de steden en gemeenten zal worden overlegd ? Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 60 de Mme Marie Nagy du 28 janvier 2005 (Fr.) : Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 60 van mevrouw Marie Nagy van 28 januari 2005 (Fr.) : J’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre. Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10716 Les matières relatives à l’aménagement du territoire relèvent de la compétence des régions. De materies betreffende de ruimtelijke ordening behoren tot de bevoegdheden van de gewesten. Agriculture Landbouw DO 2004200503131 DO 2004200503131 Question no 53 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture : Vraag nr. 53 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw : SPF. — Définition des objectifs. — Identification des risques internes et externes. FOD’s. — Definiëring doelstellingen. — Identificeren interne en externe risico’s. Dans le cadre des recommandations du COSO (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission), la Cour des comptes a examiné si les objectifs des SPF étaient définis et si les risques internes et externes avaient été identifiés. La procédure a été entamée et mise en œuvre dans tous les SPF, sauf dans le vôtre. In het kader van de COSO-aanbevelingen (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission) heeft het Rekenhof onderzocht of de doelstellingen van de FOD werden gedefinieerd en of de interne en externe risico’s werden geı̈dentificeerd. Dit is, behalve bij uw FOD, bij alle FOD’s opgestart en uitgevoerd. Pouvez-vous préciser quand cette procédure sera mise en œuvre au sein de votre SPF ? Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 53 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 53 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) : J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre. Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Je me réfère à la réponse qui sera donnée par le ministre de l’Économie (question no 208 du 18 janvier 2005), de l’Énergie (question no 93 du 18 janvier 2005), du Commerce extérieur (question no 38 du 18 janvier 2005) et de la Politique scientifique (question no 44 du 18 janvier 2005), M. Verwilghen. Ik verwijs naar het antwoord dat door de minister van Economie (vraag nr. 208 van 18 januari 2005), Energie (vraag nr. 93 van 18 januari 2005), Buitenlandse Handel (vraag nr. 38 van 18 januari 2005) en Wetenschapsbeleid (vraag nr. 44 van 18 januari 2005), de heer Verwilghen zal worden gegeven. DO 2004200503168 DO 2004200503168 Question no 54 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture : Vraag nr. 54 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw : SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan. Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique. Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen. Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10717 Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 54 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre. Je me réfère à la réponse donnée par le premier ministre, M. Guy Verhofstadt (question no 70 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10614), et le ministre de la Fonction publique (question no 105 du 20 janvier 2005), M. Christian Dupont. Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 54 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Ik verwijs naar het antwoord dat door de eerste minister, de heer Guy Verhofstadt (vraag nr. 70 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10614), en de minister van Ambtenarenzaken, de heer Christian Dupont (vraag nr. 105 van 20 januari 2005) werd gegeven. DO 2004200503169 DO 2004200503169 Question no 55 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture : SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le contrôle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit. Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ? Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 55 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Vraag nr. 55 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw : FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité. Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst. Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre. Je me réfère à la réponse qui sera donnée par le vicepremier ministre et ministre du Budget (question no 42 du 20 janvier 2005), M. Johan Vande Lanotte, et le ministre de la Fonction publique (question no 106 du 20 janvier 2005), M. Christian Dupont. Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 55 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Ik verwijs naar het antwoord dat door de vice-eerste minister en minister van Begroting (vraag nr. 42 van 20 januari 2005), de heer Johan Vande Lanotte, en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 106 van 20 januari 2005), de heer Christian Dupont zal worden gegeven. DO 2004200503175 DO 2004200503175 Question no 56 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture : SPF. — Conseil stratégique. Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs Vraag nr. 56 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw : FOD’s. — Beleidsraad. Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1354 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10718 à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique. organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten. Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 18 février 2005, à la question no 56 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 18 februari 2005, op de vraag nr. 56 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) : J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre. Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Je me réfère à la réponse donnée par le premier ministre, M. Guy Verhofstadt (question no 72 du 24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10615), et le ministre de la Fonction publique (question no 108 du 24 janvier 2005), M. Christian Dupont. Ik verwijs naar het antwoord dat door de eerste minister, de heer Guy Verhofstadt (vraag nr. 72 van 24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10615), en de minister van Ambtenarenzaken, de heer Christian Dupont (vraag nr. 108 van 24 januari 2005) werd gegeven. Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Minister van Werk en Consumentenzaken Emploi Werk DO 2003200410664 DO 2003200410664 Question no 55 de Mme Maggie De Block du 19 janvier 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 55 van mevrouw Maggie De Block van 19 januari 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : ONEm. — Transmissions. — Sanctions. — Amélioration de la communication des données relatives aux chômeurs réfractaires. RVA. — Transmissies. — Sancties. — Verbetering transmissies van werkonwillige werklozen. Pour pouvoir traiter les dossiers de chômeurs qui sont volontairement indisponibles pour le marché de l’emploi, l’ONEm est tributaire des données communiquées par le VDAB, le FOREM et l’ORBEM. La majeure partie des communications faites ont pour objet l’absence des chômeurs à une convocation de l’Office régional de la formation professionnelle et de l’emploi. La communication des données concernant un manque de coopération positive, le refus de travailler ou le refus, l’abandon ou l’arrêt d’une formation professionnelle sont beaucoup moins fréquente dans les trois régions. En chiffres absolus, les différences entre les régions sont considérables. Opdat de RVA gevolg zou kunnen geven aan werklozen die wetens en willens onbeschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt is hij aangewezen op transmissies van de VDAB, FOREM en BGDA. Het leeuwenaandeel van de transmissies gebeurt echter omwille van afwezigheid van de werklozen op een oproep van de Gewestelijke Dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding. Transmissies omwille van een gebrek aan positieve medewerking, werkweigering of het weigeren, verlaten of stopzetten van een beroepsopleiding zijn in de drie gewesten veel minder frequent. In absolute cijfers waren de intergewestelijke verschillen erg groot. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10719 1. Pour la période comprise entre juillet et décembre 2003, combien de fois des données ont-elles été communiquées, par région et par mois, concernant : 1. Hoeveel transmissies, opgedeeld per gewest, werden er in de periode juli tot en met december 2003 maandelijks verricht wegens : a) l’absence du chômeur à la convocation de l’Office régional de la formation professionnelle et de l’emploi; a) afwezigheid van de werkloze op de oproeping van de Gewestelijke Dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding; b) un manque de coopération positive; b) gebrek aan positieve medewerking; c) un refus d’emploi; c) werkweigering; d) le refus, l’abandon ou l’arrêt d’une formation professionnelle ? d) weigering, verlating of stopzetting van een beroepsopleiding ? 2. Pour la même période, combien de sanctions ontelles été effectivement prononcées à chaque fois, toujours par région et par mois, pour cause : 2. Hoeveel sancties, opgedeeld per gewest, werden er in de periode juli tot en met december 2003 maandelijks effectief uitgesproken wegens : a) d’absence du chômeur à la convocation de l’Office régional de la formation professionnelle et de l’emploi; a) afwezigheid van de werkloze op de oproeping van de Gewestelijke Dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding; b) de manque de coopération positive; b) gebrek aan positieve medewerking; c) de refus d’emploi; c) werkweigering; d) de refus, d’abandon ou d’arrêt d’une formation professionnelle ? d) weigering, verlating of stopzetting van een beroepsopleiding ? 3. Combien de fois et à quelles dates le comité d’évaluation de l’ONEm s’est-il réuni au cours de l’année 2003 ? 3. Hoeveel keer en wanneer precies vergaderde het evaluatiecomité van de RVA in 2003 ? 4. Le ministre a-t-il déjà pris des initiatives concrètes à la lumière des accords conclus lors de la « Conférence pour l’emploi » en vue d’améliorer la communication de données relatives aux chômeurs réfractaires ? 4. Werden er in navolging van de afspraken tijdens de « Werkgelegenheidsconferentie » reeds concrete initiatieven genomen door de minister met het oog op een verbetering van de transmissies van werkonwillige werklozen ? 5. a) Des mesures ont-elles été mises en œuvre jusqu’à présent ? 5. a) Worden die initiatieven al effectief uitgevoerd ? b) Dans la négative, quand le seront-elles ? b) Zo neen, wanneer zal dat het geval zijn ? 6. Quelles démarches avez-vous entreprises en vue de l’application uniforme de l’accord de coopération dans toutes les régions du pays ? 6. Welke maatregelen nam u om de gelijke toepassing van het samenwerkingsakkoord in alle gewesten van het land op dezelfde manier te laten gebeuren ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 55 de Mme Maggie De Block du 19 janvier 2004 (N.) : Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 55 van mevrouw Maggie De Block van 19 januari 2004 (N.) : En réponse à votre question, vous trouverez, en annexe, les statistiques demandées sous les points 1 et 2. In antwoord op uw vraag vindt u, in bijlage, de door u gevraagde statistieken onder punt 1 en 2. Étant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au Greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires). Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen). En ce qui concerne les points suivants de votre question je peux vous communiquer que le Comité Wat betreft de volgende punten van uw vraag, kan ik u meedelen dat het Evaluatiecomité niet meer CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10720 d’évaluation ne s’est plus réuni au courant de l’année 2003, parce qu’on était en train d’élaborer un nouvel accord de coopération entre l’autorité fédérale et les régions et communautés, relatif à l’accompagnement et du suivi actif des chômeurs. Cet accord a été signé le 29 avril 2004. bijeengekomen is gedurende het jaar 2003, omdat men bezig was met een nieuw samenwerkingsakkoord uit te werken tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen, betreffende de actieve begeleiding en de opvolging van de werklozen. Dit akkoord werd getekend op 29 april 2004. Entretemps on a également rédigé l’arrêté royal du 4 juillet 2004, portant modification de la réglementation du chômage à l’égard des chômeurs qui doivent rechercher activement un emploi. Cet arrêté est entré en vigueur le 1er juillet 2004. Il permet aux services de l’ONEm de suivre eux-mêmes, par des procédures appropriées, la disponibilité des chômeurs pour le marché de l’emploi et de prendre les décisions adaptées en ce qui concerne leurs droits aux allocations. Ondertussen werd eveneens het koninklijk besluit van 4 juli 2004 tot wijziging van de werkloosheidsreglementering ten aanzien van de volledig werklozen die actief moeten zoeken naar werk opgesteld. Dit is in werking getreden op 1 juli 2004. Het laat de diensten van de RVA toe zelf, bij middel van de geëigende procedures, de beschikbaarheid van de werklozen voor de arbeidsmarkt op te volgen, en de passende beslissingen te nemen met betrekking tot hun recht op uitkeringen. DO 2003200421735 DO 2003200421735 Question no 102 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 28 juin 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 102 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 28 juni 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Professions critiques. Knelpuntberoepen. Il ressort à nouveau de l’étude réalisée par Federgon et Cefora, le centre de formation pour les professions d’employés, qu’il est difficile de pourvoir un certain nombre d’emplois dans des professions critiques en ce qui concerne tant les ouvriers que les employés. Ce problème se pose en période de haute conjoncture comme en période de basse conjoncture. Uit de studie van Federgon en Cevora, het vormingscentrum voor bediendenberoepen, is andermaal gebleken dat een aantal knelpuntberoepen zowel bij arbeiders als bedienden moeilijk kan worden ingevuld. Het probleem stelt zich zowel in tijden van hoogals laagconjunctuur. Dans une région telle que le sud de la Flandre occidentale, où le taux de chômage est relativement bas, le nombre de candidats demandeurs d’emploi locaux est insuffisant pour pouvoir satisfaire à l’offre d’emplois. Par voie de conséquence, les bureaux d’intérim sont contraints de recruter des travailleurs du Nord de la France. Pourtant, il s’agit en l’occurrence d’une occasion manquée, pour des demandeurs d’emploi de la région elle-même, mais également de la province limitrophe du Hainaut, où le taux de chômage est l’un des plus élevés de l’ensemble du territoire belge. In een regio als Zuid-West-Vlaanderen, die een relatief lage werkloosheidsgraad kent, worden onvoldoende lokale kandidaat-werkzoekenden gevonden om te kunnen voldoen aan het jobaanbod. Uitzendkantoren zien zich bijgevolg genoodzaakt om werknemers uit Noord-Frankrijk te rekruteren. Nochtans ligt hier een gemiste kans, niet alleen voor een aantal werkzoekenden van de regio zelf, maar ook van de naburige regio Henegouwen, die geconfronteerd wordt met één van de hoogste werkloosheidsgraden van het hele Belgische grondgebied. Il est clair que le problème des professions critiques nécessite une approche globale, laquelle requiert ellemême des efforts des services régionaux de placement et de formation professionnelle, des instances fédérales et du monde des entreprises. Het is duidelijk dat deze problematiek van knelpuntberoepen een omvattende aanpak behoeft, die zowel inspanningen op het regionale vlak van de diensten voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding, als van het federale niveau als van het bedrijfleven zelf behoeft. 1. Le nouveau système d’activation pour les demandeurs d’emploi et la réforme du contrôle de la volonté de travailler permettent-ils de mettre davantage l’accent sur l’orientation des demandeurs d’emploi vers des professions critiques ? 1. Biedt het nieuwe activeringssysteem voor werkzoekenden en de hervorming van de toetsing op de arbeidsbereidheid mogelijkheden om een grotere nadruk te leggen op het toeleiden van werkzoekenden naar knelpuntberoepen ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10721 2. Êtes-vous disposé à inviter les partenaires sociaux à rendre un avis, assorti de mesures envisageables, sur les actions susceptibles de réduire le nombre d’emplois critiques vacants ? 2. Bent u bereid de sociale partners te verzoeken een advies met mogelijke maatregelen uit te brengen over mogelijke maatregelen die het aantal knelpuntvacatures kunnen doen verminderen ? 3. Le Conseil supérieur de l’emploi a-t-il déjà été saisi ? 3. Werd de kwestie al voorgelegd aan de Hoge Raad voor de werkgelegenheid ? 4. Envisagez-vous de prévoir des incitants en faveur des demandeurs d’emploi et/ou des entreprises afin qu’un plus grand nombre de personnes s’orientent vers les professions critiques ? 4. Overweegt u eventueel zelf stimuli uit te werken naar werkzoekenden en/of naar bedrijven toe om meer mensen naar de knelpuntberoepen te kunnen brengen ? 5. Insisterez-vous auprès de vos collègues régionaux pour qu’ils organisent une concertation interrégionale en vue de prendre des initiatives visant à promouvoir la mobilité interrégionale des demandeurs d’emploi ? 5. Zal u er bij uw regionale collega’s op aandringen dat zij interregionaal overleg plegen teneinde initiatieven te ontwikkelen die de interregionale mobiliteit van de werkzoekenden kan bevorderen ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 16 février 2005, à la question no 102 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 28 juin 2004 (N.) : Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 16 februari 2005, op de vraag nr. 102 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 28 juni 2004 (N.) : En réponse à votre question, je peux vous communiquer que le problème des « fonctions critiques » est un problème très important et également très complexe mais qui, en ce qui concerne les mesures nécessaires à prendre pour remplir ces fonctions, relève pour la plus grande partie des compétences des régions et communautés et pas de la compétence du ministre fédéral de l’Emploi. In antwoord op uw vraag kan ik u meedelen dat het probleem van de « knelpuntberoepen » een belangrijk en ook zeer complex probleem is, maar, wat betreft het nemen van de nodige maatregelen om deze functies in te vullen, voor het grootste deel behoort tot de bevoegdheden van de gewesten en gemeenschappen en niet tot de bevoegdheid van de federale minister van Werk. Les causes qui font d’une fonction une « fonction critique » sont assez diverses. Parfois il s’agit des emplois hautement qualifiés et il faut donc plutôt chercher la solution dans la structure de l’enseignement initial et dans l’offre des formations professionnelles. Le rapport du Conseil supérieur pour l’emploi était spécifiquement consacré à l’importance de la formation et l’éducation comme clés pour le travail. Dans d’autres cas, il ne s’agit nullement d’emplois qui demandent une haute qualification, mais il s’agit plutôt des conditions de travail atypiques qui ont comme conséquence qu’il n’y a pas assez de travailleurs intéressés. Par exemple cuisinier et chauffeur. De oorzaken waarom een beroep een knelpuntenberoep is, zijn erg verscheiden. Soms gaat het om hooggeschoolde jobs, en is de oplossing dus eerder te vinden in een aanpassing van de structuur van het initieel onderwijs en het aanbod van beroepsopleidingen. Het jaarverslag 2003 van de Hoge Raad voor werkgelegenheid was specifiek gewijd aan het belang van vorming en opleiding als tewerkstellingssleutels. In andere gevallen gaat het echter helemaal niet om jobs die een hoge scholingsgraad vragen, maar zijn het eerder de atypische arbeidsomstandigheden die er toe leiden dat er onvoldoende geı̈nteresseerde arbeidskrachten zijn. Voorbeelden hiervan zijn jobs als kok en chauffeur. La seule compétence concrète et directe dont je dispose dans cette matière concerne les dispositions de la réglementation du chômage qui permettent à un chômeur de suivre des études et des formations en les dispensant de l’obligation de rester inscrit comme demandeur d’emploi et en leur garantissant pendant la période de formation ou d’études le bénéfice des allocations de chômage. De enige concrete en directe bevoegdheid waarover ik beschik in deze materie betreft de bepalingen in de werkloosheidsreglementering, die toelaten dat een werkloze studies en opleidingen volgt met vrijstelling van inschrijving als werkzoekende en gedurende de periode van studies of vorming werkloosheidsuitkeringen geniet. Dans ce cadre, l’article 93 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage prévoit la possibilité pour un chômeur de commencer ou de terminer des études de plein exercice sous certaines conditions. In dit kader voorziet artikel 93 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering in de mogelijkheid voor een werkloze om studies met volledig leerplan te beginnen of te beëindigen onder bepaalde voorwaarden. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10722 Une de ces conditions est que le chômeur concerné doit avoir bénéficié d’au moins 312 allocations comme chômeur complet au cours des deux années précédant le début des études. Één van deze voorwaarden houdt in dat de betrokken werkloze minstens 312 werkloosheidsuitkeringen als volledig werkloze dient genoten te hebben gedurende de twee jaar die het begin van de studies voorafgaan. Toutefois, il est prévu que cette condition ne joue pas et qu’il suffit que le chômeur ait droit aux allocations de chômage au moment du début des études si les études préparent à des professions dans lesquelles il y a pénurie significative de main-d’œuvre. Er wordt nochtans voorzien dat deze voorwaarde niet geldt en dat het voldoende is dat de werkloze recht heeft op werkloosheidsuitkeringen op het ogenblik van de aanvang van de studies, indien deze studies voorbereiden op beroepen waarvoor er een significant tekort op de arbeidsmarkt bestaat. La liste de ces professions est pour chaque année fixée par l’Office sur la base de d’une liste établie par le Collège des fonctionnaires dirigeants créé en vertu du protocole du 22 décembre 1988 réglant les relations entre les organismes issus de la restructuration de l’Office national de l’Emploi (FOREM, ORBEM et VDAB). De lijst van deze beroepen wordt door de Rijksdienst ieder jaar opgesteld op basis van een lijst opgesteld door het College van leidende ambtenaren opgericht krachtens het protocol van 22 december 1982 tot regeling van de betrekkingen tussen de instellingen ontstaan uit de herstructurering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (VDAB, FOREM, BGDA). Le nouveau système de promotion de la recherche active d’un emploi par les chômeurs peut bien ici jouer son rôle. Toutefois cela dépendra dans une grande mesure de la manière selon laquelle les régions et communautés par leur offre d’accompagnement et de formation vont rencontrer les besoins concrets. Mais le volet fédéral du système nouveau peut également contribuer pour sa part. D’abord, il est ainsi que, à l’occasion de la vérification si le travailleur a bien fait assez d’efforts pour trouver du travail, on tient compte, du point de vue géographique, de la notion de la subrégion, définie comme la région vers laquelle les travailleurs habitant le même endroit se déplacent habituellement pour aller travailler. La frontière d’une région n’est donc pas nécessairement une frontière pour l’effort à fournir par le travailleur pour trouver un emploi. Aussi en ce qui concerne la réactivation du demandeur d’emploi, formalisé par un engagement relatif aux efforts qu’il doit fournir dans un futur proche, la notion de subrégion joue; en outre, on peut naturellement tenir compte des vacatures existantes pour les fonctions critiques en conseillant, lorsque le chômeur dispose des qualifications nécessaires, qu’il ou elle cherche surtout dans cette direction. Het stelsel ter bevordering van het actief zoekgedrag van de werklozen kan hier natuurlijk een rol in spelen. Dit zal echter in grote mate afhangen van de wijze waarop de gewesten en gemeenschappen bij hun begeleidings- en opleidingsaanbod inspelen op de concrete behoeften. Maar ook het federaal luik van dit nieuw stelsel kan een bijdrage leveren. Vooreerst is het zo dat bij de toetsing of de werkzoekende wel voldoende inspanningen deed om werk te vinden op geografisch gebied rekening wordt gehouden met de subregio, omschreven als de streek waar de werknemers die in dezelfde omgeving wonen gewoonlijk naar toe trekken om te gaan werken. De grens van een gewest hoeft dus geen grens te zijn voor het zoekgedrag van een werkloze. Ook bij het reactiveren van de werkzoekende, geformaliseerd door het afsluiten van een verbintenis aangaande de inspanningen die hij in de nabije toekomst moet doen, speelt deze notie subregio; bovendien kan natuurlijk rekening gehouden worden met bestaande vacatures voor knelpuntberoepen om hem of haar aan te raden vooral daar te gaan zoeken, indien de werkloze over de nodige kwalificaties beschikt. Également en ce qui concerne les formations professionnelles visées par l’article 27 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 précité qui prévoit également la possibilité pour les chômeurs pour suivre une formation dans un établissement d’enseignement, reconnu par les services régionaux pour l’emploi pour autant que cette formation soit agréée par le Directeur du bureau du chômage, avec dispense d’inscription comme demandeur d’emploi sur la base de l’article 91 du même arrêté, il existe un accord de coopération entre l’État et les différentes communautés et régions qui prévoit l’établissement de la même liste des qualifications pour lesquelles il existe un manque structurel sur le marché de l’emploi. Ceci veut dire que de telles Wat betreft de beroepsopleidingen, bedoeld in artikel 27 van voornoemd koninklijk besluit van 25 november 1991, dat eveneens de mogelijkheid voorziet voor de werklozen om in een onderwijsinstelling een opleiding te volgen, erkend door de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding in zoverre deze opleiding aanvaard wordt door de Directeur van het werkloosheidsbureau, met vrijstelling van inschrijving als werkzoekenden op basis van artikel 91 van hetzelfde besluit, bestaat een samenwerkingsovereenkomst tussen de Staat, de gewesten en de gemeenschappen dat voorziet in de opstelling van dezelfde lijst voor kwalificaties waarvoor er een structureel tekort bestaat op de arbeidsmarkt. Dit betekent CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10723 formations sont agréées d’office par le Directeur du bureau du chômage lorsque les services du FOREM, ORBEM ou VDAB décident de faire participer un chômeur à une telle formation. dat deze opleidingen ambtshalve aanvaard worden door de Directeur van het werkloosheidsbureau, wanneer de diensten van de VDAB, FOREM of BGDA beslissen een werkloze een dergelijke opleiding te doen volgen. Pour le reste, il relève bien sûr de la compétence des organismes précités, FOREM, ORBEM. VDAB et des ministres qui en ont la tutelle de faire les efforts nécessaires pour répondre aux demandes de main-d’œuvre pour les « fonctions critiques » (qui d’ailleurs peuvent être différents d’une région à l’autre) ce qu’ils font, à mon avis, avec les moyens dont ils disposent, entre autres les formations professionnelles, le mieux possible. Voor de rest behoort het natuurlijk tot de bevoegdheid van de voornoemde instellingen, VDAB, FOREM en BGDA en de ministers die er het toezicht over hebben de nodige inspanningen te leveren om aan de vraag voor personeel voor de « knelpuntberoepen » (die trouwens verschillend kunnen zijn van de ene streek naar de andere) te beantwoorden; hetgeen zij, naar mijn mening, met de middelen waarover zij beschikken, onder andere de beroepsopleidingen, zo goed mogelijk doen. En ce qui concerne la nécessité d’une concertation interrégionale afin d’élaborer des initiatives susceptibles de promouvoir la mobilité interrégionale des demandeurs d’emplois, j’ai convoqué, le 10 novembre 2004, une Conférence interministérielle avec les ministres régionaux de l’Emploi qui avait entre autres pour thème cette problématique. Lors de cette réunion, tous les ministres régionaux présents se sont engagés à demander à leurs services de placement respectifs d’améliorer la collaboration interrégionale entre ces services en ce qui concerne la transmission des informations relatives aux postes vacants. Wat de noodzaak van het interregionaal overleg betreft teneinde initiatieven te ontwikkelen die de interregionale mobiliteit van de werkzoekenden kan bevorderen, ik heb op 10 november 2004 een Interministeriële Conferentie met de gewestelijke ministers van Werkgelegenheid bijeengeroepen waarop onder andere deze problematiek op de agenda stond. Op deze vergadering hebben alle aanwezige gewestelijke ministers zich geëngageerd dat ze hun respectieve plaatsingsdiensten zouden vragen om de interregionale samenwerking tussen deze diensten te verbeteren op het vlak van de informatiedoorstroming van vacatures. DO 2003200421836 DO 2003200421836 Question no 107 de Mme Maggie De Block du 12 juillet 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 107 van mevrouw Maggie De Block van 12 juli 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Contrôleurs de l’ONEm. — Effectifs. — Contrôles. — Procès-verbaux. — Équipement et cours de recyclage. RVA-controleurs. — Aantal. — Controles. — Processen-verbaal. — Uitrusting en bijscholingen. 1. En ce qui concerne les activités des contrôleurs de l’ONEm, je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes, ventilée chaque fois par bureau de chômage et par année pour la période 2000-2004 : 1. Met betrekking tot de activiteiten van de RVAcontroleurs kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen telkens opgesplitst per werkloosheidsbureau en per jaar voor de periode 2000-2004 : a) Combien de contrôleurs de l’ONEm sont actuellement en charge du contrôle des chômeurs ? a) Hoeveel RVA-controleurs zijn er momenteel actief om de werklozen te controleren ? b) Combien de contrôles ont été effectués ? b) Hoeveel controles werden er verricht ? c) Combien de procès-verbaux ont été dressés ? c) Hoeveel processen-verbaal werden opgemaakt ? d) Combien d’avertissements ont été donnés ? d) Hoeveel verwittigingen werden gegeven ? e) Combien de procès-verbaux ont été classés sans suite ? e) Hoeveel processen-verbaal werden geseponeerd ? f) Combien de procès-verbaux ont effectivement conduit à une sanction ? f) Hoeveel processen-verbaal leidden effectief tot een sanctie ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10724 2. Les contrôleurs de l’ONEm disposent-ils de l’équipement nécessaire, tels que des GSM ou des ordinateurs portables, pour pouvoir dûment remplir leur mission ? 2. Beschikken de RVA-controleurs over de nodige uitrusting, zoals GSM’s of portable computers, om hun taak optimaal te kunnen vervullen ? 3. Les contrôleurs de l’ONEm suivent-ils régulièrement des cours de recyclage afin d’optimiser leurs méthodes d’inspection ? 3. Krijgen de RVA-controleurs regelmatig bijscholingen om hun inspectiemethodes te optimaliseren ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 107 de Mme Maggie De Block du 12 juillet 2004 (N.) : Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 107 van mevrouw Maggie De Block van 12 juli 2004 (N.) : La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. Étant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires). Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen). DO 2004200502617 DO 2004200502617 Question no 173 de M. Bart Laeremans du 9 novembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 173 van de heer Bart Laeremans van 9 november 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Réductions des charges sur le travail. — Création d’emplois. Lastenverlagingen op arbeid. — Werkverschaffing. Le gouvernement déclare vouloir accorder la priorité à la création d’emplois, et s’est fixé un objectif de « 200 000 nouveaux emplois ». Parmi les moyens pour atteindre cet objectif, le gouvernement prône la réduction des charges pesant sur le travail. Cette méthode est cependant critiquée, d’aucuns estimant qu’il ne s’agirait que de « cadeaux faits aux entreprises ». De regering verklaart prioriteit te geven aan werkverschaffing : « 200 000 nieuwe banen ». Eén van de middelen zal een verlaging van de lasten op arbeid zijn. Deze methode wordt aangevochten : het zou alleen maar gaan om « cadeaus voor de bedrijven ». 1. a) Des études ont-elles déjà été menées par votre administration ou par le Bureau du plan sur les emplois supplémentaires créés à la suite des réductions des charges accordées aux entreprises depuis 1999 ? 1. a) Heeft uw administratie of het Planbureau reeds onderzoek verricht naar de extra geschapen arbeidsplaatsen als gevolg van de lastenverlagingen voor bedrijven sinds 1999 ? b) Dans l’affirmative, pouvez-vous communiquer ces données pour chaque année depuis 1999 ? b) Zo ja, kan u deze gegevens per jaar meedelen sinds 1999 ? 2. a) Des études ont-elles déjà été menées par votre administration ou par le Bureau du plan sur les emplois qui ont pu être conservés grâce aux réductions des charges accordées aux entreprises depuis 1999 ? 2. a) Heeft uw administratie of het Planbureau reeds onderzoek verricht naar de arbeidsplaatsen die, als gevolg van de lastenverlagingen voor bedrijven sinds 1999, niet zijn verloren gegaan ? b) Dans l’affirmative, pouvez-vous communiquer ces données pour chaque année depuis 1999 ? b) Zo ja, kan u dan deze gegevens per jaar meedelen sinds 1999 ? 3. Votre administration ou le Bureau du plan dispose-t-il déjà d’objectifs concernant le nombre de 3. Heeft uw administratie of het Planbureau reeds streefcijfers voor het aantal nieuwe arbeidsplaatsen die CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10725 nouveaux emplois qui devraient être créés grâce aux nouvelles réductions des charges prévues au budget 2005 ? men wil creëren als gevolg van de nieuwe lastenverlagingen die voorzien zijn in de begroting 2005 ? 4. Votre administration ou le Bureau du plan dispose-t-il de chiffres concernant le nombre d’entreprises ayant décidé de ne pas délocaliser leur production en raison des réductions de charges accordées ? 4. Beschikt uw administratie of het Planbureau over cijfers van het aantal bedrijven dat omwille van de lastenverlagingen besliste om niet te delokaliseren ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 16 février 2005, à la question no 173 de M. Bart Laeremans du 9 novembre 2004 (N.) : Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 16 februari 2005, op de vraag nr. 173 van de heer Bart Laeremans van 9 november 2004 (N.) : 1 et 2. Comme l’a déjà précisée la réponse à la question no 144 (du 7 octobre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 57, p. 9037) posée par l’honorable membre, la création et la perte d’emploi ne sont pas seulement déterminées par les mesures en faveur de l’emploi telles que les réductions de charges, mais bien en premier lieu par révolution de l’activité économique. L’objectif principal d’une politique du marché du travail active consiste à soutenir la création d’emploi pendant les périodes de conjoncture favorable et à éviter, ou limiter autant que possible, l’éventuelle perte d’emploi pendant les périodes de basse conjoncture. 1 en 2. Zoals reeds werd gesteld in het antwoord op vraag nr. 144 (van 7 oktober 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 57, blz. 9037) van het geachte lid wordt jobcreatie en jobverlies niet enkel bepaald door werkgelegenheidsmaatregelen zoals lastenverlagingen, maar in de eerste plaats door de evolutie van de economische activiteit. Het hoofdobjectief van een actief arbeidsmarktbeleid bestaat erin de jobcreatie tijdens gunstige conjunctuurperiodes te ondersteunen en eventueel jobverlies tijdens periodes van laagconjunctuur te vermijden of zoveel mogelijk in te perken. La croissance nette de l’emploi intérieur est donc la résultante d’une interaction complexe entre un grand nombre de facteurs qui influencent chacun le fonctionnement du marché du travail. Il n’est par conséquent pas évident de déterminer la contribution de chaque facteur séparément dans la création ou le maintien d’emploi, car d’une part il manque un point de référence et d’autre part un effet de perte sèche se manifeste toujours, cet effet étant inhérent à chaque mesure en faveur de l’emploi. De netto-aangroei van de binnenlandse werkgelegenheid is dus steeds de resultante van een complexe wisselwerking tussen tal van factoren die ieder een invloed uitoefenen op de werking van de arbeidsmarkt. Het is bijgevolg niet evident het aandeel van iedere factor in de jobcreatie of het jobsbehoud afzonderlijk te bepalen, omdat enerzijds een referentiepunt ontbreekt en anderzijds er steeds een deadweighteffect optreedt dat inherent is aan iedere tewerkstellingsmaatregel. 3. Les chiffres à atteindre concernant la création d’emploi ne sont pas disponibles au sein de l’administration. 3. Streefcijfers in verband met jobcreatie zijn binnen de administratie niet beschikbaar. Dans l’étude récente du Bureau fédéral du plan, dont quelques conclusions importantes étaient déjà citées en réponse à votre question no 144 du 7 octobre 2004, les effets macroéconomiques des diminutions de charges à moyen terme sont analysés à l’aide de simulations et sont exprimés en chiffres. La conclusion principale du rapport affirme qu’une réduction des cotisations patronales ciblées sur les bas salaires a l’effet le plus fort en termes de création d’emplois, et ceci en dépit du scénario de base utilisé relatif à l’évolution salariale (salaires bruts inchangés par rapport aux salaires libres). Pour cette mesure la plus performante en faveur des bas salaires, le modèle de simulation du Bureau du plan estime une création d’emplois qui varie entre 34 040 emplois (dans le cas des salaires bruts libres) et 60 590 emplois (pour les salaires bruts inchangés) sur une période de 7 ans. In de recente studie van het Federaal Planbureau, waarvan enkele belangrijke conclusies reeds aan bod kwamen in het antwoord op uw vraag nr. 144 van 7 oktober 2004, worden de macro-economische effecten van lastenverlagingen op middellange termijn onderzocht via simulaties en cijfermatig uitgedrukt. De belangrijkste conclusie van het rapport stelt dat een op de lage lonen gerichte vermindering van de werkgeversbijdragen het sterkste effect heeft inzake werkgelegenheidscreatie, ongeacht het gehanteerde basisscenario met betrekking tot de loonevolutie (ongewijzigde brutolonen ten opzichte van vrije lonen). Voor deze meest succesvolle maatregel ten voordele van de lage lonen raamt het simulatiemodel van het Planbureau een banencreatie die varieert van 34 040 jobs (ingeval van vrije brutolonen) tot 60 590 jobs (bij ongewijzigde brutolonen) over een periode van 7 jaar. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1355 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10726 Dans le cas de réductions de cotisations générales non-ciblées, la création d’emplois escomptée varie respectivement, selon le scénario de base, de 15 850 emplois à 24 310 emplois sur une même période. 4. Le département ne dispose pas d’avantage des statistiques relatives à la délocalisation et de ses motifs éventuels. In geval van algemene niet-gerichte bijdragenverminderingen varieert de verwachte banencreatie al naargelang het basisscenario respectievelijk van 15 850 jobs tot 24 310 jobs gedurende dezelfde periode. 4. Het departement beschikt evenmin over statistieken met betrekking tot delocalisatie en de eventuele motieven in dit verband. DO 2004200502825 DO 2004200502825 Question no 193 de M. Gerolf Annemans du 6 décembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Demandeurs d’emploi. — Offre d’accompagnement et parcours d’insertion. — Retrait ou suspension d’allocations de chômage. Le 4 juin 2003, le Parlement flamand a adopté le décret sur la politique d’insertion. Le 30 avril 2004, un accord de coopération a été conclu entre l’État fédéral, les régions et les communautés au sujet de l’accompagnement actif des demandeurs d’emploi et de la transmission de données relatives à cet accompagnement. Les Régions s’engagent à réaliser une offre d’accompagnement et/ou un parcours d’insertion et les demandeurs d’emploi ont l’obligation de répondre positivement à cette offre et/ou à ce parcours et de rechercher activement un emploi. Si un demandeur d’emploi ne répond pas à cette offre, ces données sont transmises à l’ONEm. L’ONEm statue ensuite sur la question de savoir si cela doit donner lieu ou non au retrait de l’allocation et il informe le VDAB, en l’occurrence, des suspensions qu’il a décidé d’appliquer. 1. Pourriez-vous indiquer comment se répartissent par région le nombre de cas de retrait et/ou de suspension de l’allocation de chômage pour le motif que le demandeur d’emploi a manqué à son devoir de répondre à l’offre d’accompagnement et/ou de parcours d’insertion des régions et, par voie de conséquence, de chercher activement un emploi (voir le décret et l’accord de coopération précités) ? 2. Pourriez-vous spécifier comment se répartissent les chiffres régionaux précités entre demandeurs d’emploi d’origine autochtone et demandeurs d’emploi d’origine allochtone ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 15 février 2005, à la question no 193 de M. Gerolf Annemans du 6 décembre 2004 (N.) : Au cours des six premiers mois de 2004, l’Office national de l’Emploi a pris les décisions suivantes sur la base des données transmises par les Régions en ce qui concerne le parcours d’insertion : Vraag nr. 193 van de heer Gerolf Annemans van 6 december 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Werkzoekenden. — Begeleidingsaanbod en inwerkingstraject. — Intrekking of schorsing werkloosheidsuitkeringen. Op 4 juni 2003 keurde het Vlaams Parlement het decreet betreffende het inwerkingsbeleid goed. Op 30 april 2004 werd een samenwerkingsakkoord gesloten tussen de federale Staat, de gewesten en de gemeenschappen betreffende de actieve begeleiding van werkzoekenden en de transmissie van gegevens. De gewesten engageren zich om een begeleidingsaanbod/inwerkingstraject te realiseren en de werkzoekenden hebben de plicht op dit aanbod/traject in te gaan en zich alsdusdaning actief in te schakelen in de zoektocht naar werk. Indien een werkzoekende niet ingaat op dit aanbod worden deze gegevens overgemaakt aan de RVA. De RVA oordeelt vervolgens of dit al dan niet aanleiding geeft tot het intrekken van de uitkering en brengt in dat geval de VDAB op de hoogte van de schorsingen. 1. Kan u een opslitsing per gewest geven van het aantal gevallen van intrekking en/of schorsing van de werkloosheidsuitkering omwille van het verzaken van de werkzoekende aan zijn plicht om in te gaan op het begeleidingsaanbod/inwerkingstraject van de gewesten en om aldus actief werk te zoeken (zie voornoemd decreet en samenwerkingsakkoord) ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2. Kan u een opsplitsing geven van voornoemde gewestelijke cijfers in werkzoekenden van autochtone en allochtone afkomst ? Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 15 februari 2005, op de vraag nr. 193 van de heer Gerolf Annemans van 6 december 2004 (N.) : Gedurende de eerste zes maanden van 2004 werden door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening volgende beslissingen genomen op basis van de overgemaakte gegevens van de gewesten inzake het inschakelingsparcours : 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10727 Région flamande Région wallonne — — Vlaams Gewest Waals Gewest Absent à la convocation, après invitation. — Afwezig op oproeping, na uitnodiging............................. Manque de collaboration positive. — Gebrek aan positieve medewerking ........................................... Refus d’emploi. — Werkweigering ......................... Refus, abandon ou arrêt de la formation professionnelle. — Weigering, verlating of stopzetting beroepsopleiding ................................................................ Total. — Totaal...................................................... Région Bruxelles Capitale — Brussels Hoofdstedelijk Gewest Pays — Land 143 141 26 310 23 4 3 0 0 0 26 4 1 0 0 1 171 144 26 341 Les décisions mènent ou bien à un avertissement ou bien à une exclusion avec ou sans sursis. En ce qui concerne la nouvelle procédure du suivi actif des demandeurs d’emploi, tel que fixé dans l’accord de coopération entre l’État fédéral, les régions et les communautés du 30 avril 2004, il y a eu à la date du 31 décembre 2004, 8 997 chômeurs qui ont été invités pour un premier entretien, 659 parmi ce nombre (149 dans la Région flamande, 366 dans la Région wallonne et 144 dans la Région de Bruxelles-Capitale) ne se sont pas présentés. De ceux-là il y en a 497 qui ont été suspendus au 31 décembre 2004 (114 dans la Région flamande, 321 dans la Région wallonne et 62 dans la Région Bruxelles-Capitale). Au total, il y a déjà 1 258 personnes qui ont signé un engagement de résultat, dans lequel ils promettent d’adapter leur comportement pour trouver un emploi. Dans cela, ils sont accompagnés, entre autres, par les services régionaux de l’emploi. Ces chômeurs seront, après quatre mois, invités pour un deuxième entretien. Il est à ce moment encore trop tôt pour indiquer combien de chômeurs n’auraient pas respecté leur engagement de résultat, vu que ces entretiens vont seulement avoir lieu au courant du mois de février 2005. Le service ne dispose pas de données statistiques permettant la distinction entre demandeurs d’emploi autochtones et allochtones. De beslissingen leiden ofwel tot een verwittiging, ofwel tot een uitsluiting met of zonder uitstel. Wat betreft de nieuwe procedure inzake de actieve begeleiding van werkzoekenden zoals vastgelegd in het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de gewesten en gemeenschappen van 30 april 2004 werden op 31 december 2004, 8 997 werklozen uitgenodigd voor een eerste gesprek, 659 daarvan (149 in het Vlaams Gewest, 366 in het Waals Gewest en 144 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) bleven afwezig. Van hen werden er op 31 december 2004 497 geschorst (114 in het Vlaams Gewest, 321 in het Waals Gewest en 62 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). In totaal hebben 1 258 personen reeds een resultaatsverbintenis getekend, waarin ze beloven hun zoekgedrag aan te passen. Ze worden daarbij onder meer begeleid door de gewestelijke arbeidsbemiddelingsdiensten. Deze werklozen worden na vier maanden opgeroepen voor een tweede gesprek. Het is op dit ogenblik nog te vroeg om aan te geven hoeveel werklozen hun resultaatsverbintenis niet hebben nageleefd, vermits die gesprekken slechts plaatsvinden in de loop van februari 2005. DO 2004200502839 DO 2004200502839 Question no 194 de Mme Hilde Vautmans du 7 décembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Lutte contre le travail au noir. Beaucoup d’indépendants doivent faire face à la concurrence déloyale des travailleurs au noir. Ce Vraag nr. 194 van mevrouw Hilde Vautmans van 7 december 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Bestrijding van zwartwerk. Vele zelfstandigen hebben te kampen met oneerlijke concurrentie van zwartwerkers. Dit zwartwerk kan CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 De dienst beschikt niet over statistische gegevens die een onderscheid toelaten tussen autochtone en allochtone werkzoekenden. 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10728 travail au noir peut être effectué tant par des salariés qui travaillent en dehors de leurs heures que par des illégaux ou des chômeurs. Certains prétendent en outre que certains indépendants à titre complémentaire ne factureraient pas la totalité des services offerts. zowel worden uitgevoerd door werknemers die na hun uren een beetje bijklussen als door illegalen of werklozen. Sommigen beweren daarenboven dat een aantal zelfstandigen in bijberoep de volledige dienstverlening zou factureren. De Staat verliest hier viermaal. L’État est donc perdant sur toute la ligne. Il perd les recettes des cotisations patronales et des travailleurs salariés et ne perçoit pas de recettes provenant des impôts sur les bénéfices. Enfin, beaucoup de travailleurs au noir perçoivent encore souvent un revenu de remplacement, de sorte que la caisse de l’État effectue des dépenses qui n’ont pas lieu d’être. Vooreerst verliest de Staat de niet-gederfde werkgevers- en werknemersbijdragen. Tevens ontvangt de Staat geen inkomsten uit de belastingen op de winsten. Tenslotte trekken vele zwartwerkers vaak ook nog een vervangingsinkomen, waardoor de Staatskas uitgaven heeft die normaal niet zouden mogen zijn. Je souhaiterais obtenir les informations suivantes pour la Flandre, Bruxelles et la Wallonie : Graag had ik voor de jaren 2002, 2003 en 2004 de volgende gegevens opgedeeld voor Vlaanderen, Brussel en Wallonië verkregen. 1. Combien de fonctionnaires à plein temps sont chargés de la lutte contre le travail au noir ? 1. Hoeveel voltijdse ambtenaren zijn belast met de strijd tegen het zwartwerk ? 2. Combien de contrôles ont été effectués ? 2. Hoeveel controles werden verricht ? 3. Combien de procès-verbaux ont été dressés pour le travail au noir ? 3. Hoeveel processen-verbaal werden opgemaakt voor zwartwerk ? 4.Selon les catégories suivantes, combien de personnes ont été prises à travailler au noir : indépendants à titre complémentaire, salariés, fonctionnaires, indépendants, bénéficiaires de revenus de remplacement ou illégaux ? 4. Als men de groep van zwartwerkers mag onderverdelen in verschillende categorieën zoals : zelfstandigen in bijberoep, loontrekkers, ambtenaren, zelfstandigen, trekkers van een vervangingsinkomen of illegalen. Hoeveel mensen van elke categorie werden betrapt op zwartwerk ? 5. Combien d’employeurs ont été verbalisés ? 5. Hoeveel werkgevers werden geverbaliseerd ? 6. Combien d’infractions ont été classées sans suite ? 7. Combien l’amiable ? d’infractions à 7. Hoeveel overtredingen kregen hun beslag via minnelijke schikking ? 8. Combien d’infractions ont été renvoyées devant les instances judiciaires ? 8. Hoeveel overtredingen werden doorgestuurd naar de gerechtelijke instanties ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 15 février 2005, à la question no 194 de Mme Hilde Vautmans du 7 décembre 2004 (N.) : Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 15 februari 2005, op de vraag nr. 194 van mevrouw Hilde Vautmans van 7 december 2004 (N.) : Je tiens à signaler tout d’abord que la mission principale de la Direction générale Contrôle des Lois sociales consiste — à l’opposé de celle des autres services d’inspection — à contrôler l’application correcte du droit individuel et collectif du travail et de la réglementation du travail, à donner des avis et autorisations, et à exercer des missions d’information dans un but de protection des travailleurs individuels. Le dépistage du travail au noir ne constitue pour mon service d’inspection qu’une tâche complémentaire. Ik wil vooraf meedelen dat de hoofdopdracht van de Algemene Directie Toezicht Sociale Wetten — in tegenstelling tot deze van andere inspectiediensten — bestaat in de controle op de correcte toepassing van het individuele en collectieve arbeidsrecht en de arbeidsreglementering, het verlenen van adviezen en machtigingen en in de uitoefening van informatieopdrachten met het oog op de bescherming van de individuele werknemer. De opsporing van zwartwerk vormt daarbij slechts een bijkomende opdracht voor mijn inspectiedienst. Je peux déduire de la question de la membre que les informations qu’elle recherche concernent les personnes qui effectuent du travail frauduleux en tant qu’indépendant. Uit de vraagstelling van het geachte lid meen ik te begrijpen dat zij informatie zoekt over personen die op zelfstandige wijze sluikwerk verrichten. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE ont été réglées 6. Hoeveel overtredingen werden geseponeerd ? 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10729 Mes services ne contrôlent pas ce type d’activité (hormis les chômeurs), du fait que le travail indépendant frauduleux ne relève pas de leur compétence. Deze activiteit wordt evenwel niet door de mijn diensten gecontroleerd (met uitzondering van de werklozen), omdat het zelfstandig sluikwerk niet tot hun bevoegdheid behoort. Le travail au noir peut être défini comme étant comme celui effectué par une personne, travaillant sous l’autorité d’un employeur, sans déclaration ni paiement des cotisations sociales et fiscales. Il existe donc un lien plus ou moins évident entre employeur et travailleur. Ce type de travail est contrôlé par les services d’inspection traditionnels. Ce travail au noir peut prendre de multiples formes différentes (travail au noir complet, temps partiel déclaré pour un travail à temps plein, heures supplémentaires au noir, etc.). Zwartwerk kan men definiëren als het werk van een persoon, die werkt onder gezag van een werkgever, zonder dat voor dat werk de wettelijke sociale en fiscale bijdragen worden aangegeven of betaald. Er is een min of meer duidelijke werkgeverwerknemersrelatie. Dit wordt gecontroleerd door de traditionele arbeidsinspectiediensten. Dergelijk zwartwerk kan vele, verschillende vormen aannemen (volledig zwartwerk, deeltijds inschrijven, maar toch voltijds werken, zwarte overuren, enzovoort.) Le travail frauduleux est effectué par une personne ayant la qualité d’indépendant, et qui n’effectue pour ces prestations, ni déclaration ni paiement des cotisations sociales et/ou fiscales (par exemple TVA). Le contrôle du travail frauduleux doit s’effectuer par les services d’inspection du Service public fédéral Économie, PME, Classes moyennes, et ceux du Service public fédéral Finances (loi du 6 juillet 1976 sur la répression du travail frauduleux à caractère commercial ou artisanal). Met sluikwerk wordt het werk van een persoon bedoeld die dit op zelfstandige wijze uitvoert en die voor deze prestaties geen sociale zekerheid en/of geen fiscale bijdragen (bijvoorbeeld BTW) aangeeft of betaalt. Dit sluikwerk moet gecontroleerd worden door de inspectiediensten van de Federale Overheidsdiensten Economie, KMO, Middenstand en deze van Financiën (cf. de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter). La fraude aux allocations sociales (travailleurs au noir qui bénéficient également de revenus de remplacement) est en partie contrôlée par les services de contrôle de l’ONEm (chômeurs). Les autres cas de fraude sont poursuivis par d’autres services de contrôle, dont ceux de l’INAMI, de l’ONAFTS et de Office national des pensions. Ces services relèvent du SPF Sécurité sociale. De uitkeringsfraude (zwartwerkers die ook nog een vervangingsinkomen ontvangen) wordt gedeeltelijk gecontroleerd door de controlediensten van RVA (werklozen). Andere fraude wordt opgevolgd door andere controlediensten, zoals het RIZIV, RKW en Rijksdienst voor pensioenen. Deze diensten hangen af van de FOD Sociale Zekerheid. Les services d’inspection ne disposent toutefois pas de données statistiques permettant des répartir les travailleurs au noir selon les catégories citées. De inspectiediensten beschikken evenwel niet over statistische gegevens om de zwartwerkers onder te verdelen in de verschillende gevraagde categorieën. Je puis vous préciser que mes services d’inspection disposaient, au 1er janvier 2005, de 227 contrôleurs (équivalents temps plein). Ik kan wel meedelen dat mijn inspectiedienst op 1 januari 2005 beschikte over 227 controleurs (VTE of voltijds equivalenten). Pour les constatations faites par mon inspection en matière de travail au noir, il m’est possible de vous communiquer les chiffres suivants, concernant les infractions aux documents sociaux, à l’occupation d’étrangers illégaux et de travail à temps partiel : Wat het door mijn inspectie vastgestelde zwartwerk betreft, kan ik u de volgende cijfers geven wat de inbreuken sociale documenten, tewerkstelling van illegale vreemdelingen en deeltijdse arbeid betreft : CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10730 Irrégularités — Onregelmatigheden Secteur — Sector 2002 2003 2004 Agriculture/horticulture. — Land- en tuinbouw ................... 295 306 258 Confection. — Confectie ...................................................... 2 2 7 Garages ................................................................................. 156 151 148 Industrie alimentaire. — Voedingshandel ............................. 247 209 253 Nettoyage. — Schoonmaak .................................................. 62 70 96 Construction. — Bouw ......................................................... 793 764 567 Transport. — Vervoer .......................................................... 239 276 282 Commerce de détail. — Kleinhandel .................................... 661 636 584 Commerce en gros. — Groothandel ..................................... 159 169 202 Horeca .................................................................................. 2 220 2 415 2 408 Autres industries. — Andere industrieën ............................... 467 453 470 Autres secteurs. — Andere sectoren ...................................... 873 787 840 Totaux. — Totalen .............................................................. 6 174 6 238 6 115 Procès-verbaux — Processen-verbaal Secteur — Sector 2002 2003 2004 Agriculture/horticulture. — Land- en tuinbouw ................... 186 199 170 Confection. — Confectie ...................................................... 0 0 3 Garages ................................................................................. 79 64 61 Industrie alimentaire. — Voedingshandel ............................. 135 90 114 Nettoyage. — Schoonmaak .................................................. 24 27 43 Construction. — Bouw ......................................................... 353 470 252 Transport. — Vervoer .......................................................... 111 127 144 Commerce de détail. — Kleinhandel .................................... 171 197 202 Commerce en gros. — Groothandel ..................................... 48 65 63 Horeca .................................................................................. 1 472 1 475 1 445 Autres industries. — Andere industrieën ............................... 176 198 197 Autres secteurs. — Andere sectoren ...................................... 359 287 350 Totaux. — Totalen .............................................................. 3 114 3 199 3 044 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10731 Nombre de travailleurs concernés par les PV — Aantal werknemers betrokken in PV’s Secteur — Sector 2002 2003 2004 Agriculture/horticulture. — Land- en tuinbouw ................... 585 497 484 Confection. — Confectie ...................................................... 0 0 4 Garages ................................................................................. 108 127 83 Industrie alimentaire. — Voedingshandel ............................. 373 110 158 Nettoyage. — Schoonmaak .................................................. 90 89 48 Construction. — Bouw ......................................................... 653 850 587 Transport. — Vervoer .......................................................... 391 534 330 Commerce de détail. — Kleinhandel .................................... 337 237 264 Commerce de gros. — Groothandel ..................................... 87 96 129 Horeca .................................................................................. 2 557 2 654 2 472 Autres industries. — Andere industrieën ............................... 454 414 427 Autres secteurs. — Andere sectoren ...................................... 818 631 750 Totaux. — Totalen .............................................................. 6 453 6 239 5 736 Ces chiffres ne reflètent évidemment qu’une part limitée de l’activité de mon inspection. Deze cijfers geven uiteraard slechts een beperkt deel weer van de werking van mijn inspectie. La politique en matière de classement sans suite relève de la compétence de la ministre de la Justice. (Question no 470 du 7 décembre 2004.) Het seponeringsbeleid behoort tot de bevoegdheid van de minister van Justitie. (Vraag nr. 470 van 7 december 2004.) DO 2004200502958 DO 2004200502958 Question no 207 de Mme Maggie De Block du 22 décembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 207 van mevrouw Maggie De Block van 22 december 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : ONEm. — Demandeurs d’emploi. — Début d’une activité d’indépendant. — Cessation. — Assurancechômage. RVA. — Werkzoekenden. — Opstarten zelfstandige activiteit. — Stopzetting. — Werkloosheidsverzekering. Les demandeurs d’emploi qui commencent à exercer une activité d’indépendant ont le droit d’être admis de nouveau dans le système de l’assurance-chômage s’ils cessent leur activité dans un délai de neuf ans. Pour celles et ceux qui sont prêts à assumer les risques inhérents à la vie d’entrepreneur, c’est rassurant ! Mais les intéressés ne savent pas à quoi s’en tenir quant à la question de savoir si leurs années d’indépendant peuvent être prises en compte au moment où ils cherchent à rentrer dans le système de l’assurancechômage. Werkzoekenden die een zelfstandige activiteit opstarten, krijgen het recht opnieuw toegelaten te worden tot het stelsel van de werkloosheidsverzekering indien hij of zij de activiteit binnen een termijn van negen jaar stopzetten. Een geruststellende gedachte voor wie bereid is een ondernemersrisico te dragen. Toch schijnt er onduidelijkheid te bestaan over het in rekening kunnen brengen van de gepresteerde jaren als zelfstandige op het ogenblik dat de betrokkenen opnieuw aansluiting zoeken bij de werkloosheidsverzekering. 1. L’ONEm prend-elle en compte, pour l’application de l’article 80 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant la réglementation du 1. Worden de jaren die een werkloze die een zelfstandige activiteit heeft opgestart en in die hoedanigheid actief is geweest, door de RVA mee in rekening CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10732 chômage, les années durant lesquelles un chômeur ou une chômeuse a travaillé comme indépendant(e) ? 2. Dans la négative, pour quel motif sous-jacent ? genomen voor de toepassing van artikel 80 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende werkloosheidsreglementering ? 2. Zo neen, wat is hiervan de achterliggende ratio ? 3. Les chômeurs ayant cessé leur activité d’indépendant ne courent-ils pas le risque d’être exclus rapidement en raison d’un « chômage d’une durée anormalement longue » ? 3. Lopen werklozen die hun zelfstandige activiteit hebben stopgezet niet het risico om snel te worden uitgesloten wegens « abnormaal langdurige werkloosheid » ? 4. Combien de chômeurs ayant cessé leur activité ont été suspendus annuellement, au cours de la période 2000-2004, en raison d’un chômage de longue durée en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ? 4. Hoeveel werklozen die hun zelfstandige activiteit hebben stopgezet werden in de periode 2000-2004 jaarlijks geschorst omwille van langdurige werkloosheid in Vlaanderen, Wallonië en Brussel ? 5. Quelle influence le nouveau système d’activation des demandeurs d’emploi a-t-il sur la situation des chômeurs ou des chômeuses qui ont cessé leur activité indépendante ? 5. Hoeveel invloed heeft het nieuwe activeringssysteem van werkzoekenden op de situatie van werklozen die hun zelfstandige activiteit hebben stopgezet ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 207 de Mme Maggie De Block du 22 décembre 2004 (N.) : Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 207 van mevrouw Maggie De Block van 22 december 2004 (N.) : En réponse à votre question je peux vous communiquer que, pour l’application de l’article 80 et suivants de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage (suspension du droit aux allocations pour chômage de longue durée) la durée du chômage est exprimée en mois et pour obtenir le nombre de mois, on divise par 26 le nombre d’allocations perçues comme chômeur complet (article 56 de l’arrêté ministériel du 26 novembre 1991 portant les modalités d’application de la réglementation du chômage). In antwoord op uw vraag kan ik u meedelen dat, voor de toepassing van artikel 80 en volgende van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, (schorsing van het recht op werkloosheidsuitkeringen wegens langdurige werkloosheid) de werkloosheidsduur uitgedrukt wordt in maanden en dat voor het aantal maanden te bekomen, men het aantal genoten werkloosheidsuitkeringen als volledig werkloze, deelt door 26 (artikel 56 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering). Vu qu’un chômeur qui s’installe comme indépendant avec le bénéfice du maintien des droits, sur la base de l’article 42 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 précité, ne bénéficie pas d’allocations aussi longtemps qu’il exerce cette activité indépendante, il est donc évident qu’on ne tient pas compte de cette période pour le calcul du chômage de longue durée. Gezien een werkloze, die zich vestigt als zelfstandige met het voordeel van behoud van rechten op basis van artikel 42 van voornoemd koninklijk besluit van 25 november 1991, geen werkloosheidsuitkeringen geniet zolang hij deze zelfstandige activiteit uitoefent, is het dus evident dat men geen rekening houdt met deze periode voor de berekening van langdurige werkloosheid. Compte tenu du fait que l’article 116, § 2, du même arrêté royal du 25 novembre 1991 prévoit que la période de chômage dans laquelle le chômeur se trouvait au moment du début de l’activité d’indépendant est prolongée par cette période d’activité, le chômeur va, lorsqu’il demande après cette période à nouveau des allocations, en ce qui concerne l’application éventuelle de l’article 80, à nouveau se trouver dans la situation dans laquelle il se trouvait avant de commencer l’activité indépendante, aussi bien en ce qui concerne la période du chômage qu’en ce qui concerne la durée du chômage. Concrètement, comme il s’agit d’une période « neutralisée », la période de travail Rekening gehouden met het feit dat artikel 116, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit van 25 november 1991 voorziet dat de werkloosheidsperiode waarin de werkloze zich bevond op het ogenblik van het begin van de activiteit als zelfstandige, verlengd wordt met deze periode, zal de werkloze, indien hij na deze periode opnieuw uitkeringen aanvraagt, zich, voor de toepassing van artikel 80, opnieuw bevinden in de situatie waarin hij zich bevond vooraleer de zelfstandige activiteit te beginnen, zowel wat betreft de werkloosheidsperiode als de duur van de werkloosheid. Concreet, aangezien het hier een « geneutraliseerde » periode betreft, heeft de periode van zelfstandige activiteit geen CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10733 indépendant n’a pas d’effet direct sur l’application de l’article 80 et suivants. direct effect op de toepassing van artikel 80 en volgende. Bien sûr, le chômeur concerné peut toujours, lorsqu’il fait appel contre l’avertissement de suspension devant la Commission administrative nationale, sur la base des efforts qu’il a fourni pour trouver du travail, également invoquer l’effort qu’il a fait pour essayer de s’installer comme indépendant. Natuurlijk kan de betrokken werkloze altijd, indien hij beroep aantekent bij de Nationale Administratieve Commissie tegen de verwittiging tot schorsing, op basis van de inspanningen die hij geleverd heeft om werk te vinden, ook de inspanning inroepen die hij geleverd heeft om zich als zelfstandige te vestigen. L’Office national de l’Emploi ne dispose pas de chiffres spécifiques concernant la suspension pour chômage de longue durée pour cette catégorie de chômeurs. De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening beschikt niet over specifieke cijfers betreffende de schorsing wegens langdurige werkloosheid voor deze categorie werklozen. Il va de soi que dans le cadre du nouveau système du suivi des chômeurs qui doivent rechercher activement un emploi il sera tenu compte du fait que le chômeur concerné a exercé une activité indépendante comme de tous les autres efforts que le chômeur a fait pour échapper au chômage. Het spreekt vanzelf dat binnen het kader van het nieuwe stelsel van opvolging van de werklozen die actief werk dienen te zoeken, er rekening zal gehouden worden met het feit dat de betrokken werkloze een zelfstandige activiteit heeft uitgeoefend, zoals met alle inspanningen die de werkloze geleverd heeft om aan de werkloosheid te ontsnappen. DO 2004200503018 DO 2004200503018 Question no 210 de Mme Greet Van Gool du 3 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 210 van mevrouw Greet Van Gool van 3 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Personnes placées sous surveillance électronique. — Allocations de chômage. Personen die onder elektronisch toezicht staan. — Werkloosheidsuitkeringen. L’administration pénitentiaire peut proposer à un détenu dont la peine arrive à sa fin, d’opter pour le bracelet électronique. Cette solution peut contribuer à la resocialisation du détenu et l’aider à entretenir des contacts familiaux et sociaux et à trouver un emploi. Het Bestuur der Strafinrichtingen kan een gedetineerde wiens straf ten einde loopt, voorstellen om te kiezen voor een elektronische enkelband. Die oplossing kan bijdragen tot zijn resocialisatie en kan hem helpen zijn familiale en sociale contacten te onderhouden en werk te vinden. C’est dire qu’il s’agit d’une évolution tout à fait positive. L’accord gouvernemental prévoit par ailleurs que la surveillance électronique « sera étendue à au moins 1000 unités ». Op zich dus een zeer positieve evolutie. Bovendien vinden we in het regeerakkoord terug dat dit elektronisch toezicht zal worden uitgebreid met minimaal duizend eenheden. Certaines prestations sociales ne sont pas attribuées durant la période de détention, le but de ces prestations étant précisément de permettre au bénéficiaire de pourvoir à sa subsistance. Un détenu ne devant pas assurer sa propre subsistance, le bénéfice de la prestation est donc suspendu. C’est le cas notamment des pensions, des allocations de remplacement de revenus, de l’allocation d’intégration des personnes handicapées, etc. Nu is het echter zo dat een aantal sociale uitkeringen tijdens de gevangenschap niet worden uitbetaald. Het uitgangspunt is immers dat de uitkering dient om in het levensonderhoud te voorzien. Aangezien een gedetineerde niet zelf in zijn/haar onderhoud moet voorzien, wordt de uitkering geschorst. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de pensioenen, bij de inkomensvervangende tegemoetkomingen en de integratietegemoetkoming aan personen met een handicap, enzovoort. Or, la philosophie qui sous-tend la décision de suspendre les prestations sociales attribuées aux détenus ne s’applique pas aux personnes placées sous surveillance électronique. Bij elektronisch toezicht vervalt het uitgangspunt dat gevolgd wordt om de uitkering van gedetineerden te schorsen evenwel. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1356 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10734 Les personnes placées sous surveillance électronique étant obligées de subvenir à leurs propres besoins, peuvent-elles bénéficier de leur allocation de chômage ? Kunnen de personen die onder elektronisch toezicht staan hun werkloosheidsuitkering ontvangen aangezien zij dan zelf in hun onderhoud dienen te voorzien ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 210 de Mme Greet Van Gool du 3 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 210 van mevrouw Greet Van Gool van 3 januari 2005 (N.) : En réponse à votre question, je peux vous communiquer que le fait qu’un travailleur qui se trouve dans un état de détention préventive ou de privation de liberté n’a pas droit aux allocations de chômage n’est, dans la philosophie du système des allocations du chômage, pas dû au fait que le travaileur concerné ne doit plus assurer sa propre subsistance mais dû au fait qu’il n’est pas disponible pour le marché de l’emploi, une des conditions majeures dans notre système pour pouvoir bénéficer d’allocations de chômage. In antwoord op uw vraag kan ik u meedelen dat het feit dat een werknemer die zich in voorlopige hechtenis bevindt of van zijn vrijheid beroofd is, geen recht op uitkeringen heeft gedurende deze periode, in de filosofie van ons werkloosheidsstelsel, niet te wijten is aan het feit dat de werknemer niet meer in staat is in zijn eigen onderhoud te voorzien, maar wel aan het feit dat hij niet beschikbaar is voor de arbeidsmarkt, één van de hoofdvoorwaarden in ons stelsel om te werkloosheidsuitkeringen kunnen genieten. Partant de ce principe, un travailleur qui n’est plus emprisonné mais se trouve sous surveillance électronique sera en théorie indemnisable ou à nouveau indemnisable dans notre régime d’allocations de chômage pour autant qu’il devienne vraiment disponible pour le marché de l’emploi. Vertrekkend van dit principe kan een werknemer die niet meer gevangen is, maar zich onder elektronisch toezicht bevindt in theorie vergoedbaar of opnieuw vergoedbaar zijn, in zoverre hij werkelijk beschikbaar wordt voor de arbeidsmarkt. Concrètement on va examiner, cas par cas, les conditions liées à la surveillance électronique pour déterminer si le travailleur concerné est disponible pour le marché de l’emploi ou pas. Concreet zal nagegaan worden, geval per geval, wat de voorwaarden zijn, verbonden aan het elektronisch toezicht om uit te maken of de betrokken werknemer beschikbaar is voor de arbeidsmarkt of niet. DO 2004200503034 DO 2004200503034 Question no 211 de M. Patrick De Groote du 11 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 211 van de heer Patrick De Groote van 11 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Renaix. — Rapports linguistiques chez les chômeurs de différentes catégories d’âge. Ronse. — Taalverhoudingen bij de werklozen voor de verschillende leeftijdsklassen. Il y a quelques années, 78 % des chômeurs à Renaix, âgés entre 18 et 25 ans, étaient francophones. Dans le cadre d’une politique de suivi plus efficace des chômeurs, il me semble évident que, vu ce pourcentage, une formation soit proposée aux francophones leur permettant d’acquérir la maı̂trise du néerlandais dans le but d’améliorer leur position sur le marché du travail. Par le passé, cette situation a du reste constitué une source de problèmes pour le personnel du VDAB qui consacrait souvent trop de temps à traduire les offres d’emploi pour les demandeurs d’emploi francophones. Enkele jaren geleden was 78 % van de werklozen tussen 18 en 25 jaar in Ronse Franstalig. In het kader van de efficiëntere opvolging van de werklozen, lijkt het me bij dit percentcijfer evident dat de Franstalige werkloze een opleiding krijgt aangeboden om het Nederlands machtig te worden om hun plaats op de arbeidsmarkt te verbeteren. Overigens in het verleden gaf dit problemen bij het VDAB-personeel dat zich te vaak diende bezig te houden met het vertalen van vacatures voor de Franstalige werkzoekenden. 1. Quelle est, à Renaix, la répartition entre chômeurs néerlandophones, francophones et allophones en fonction des différentes catégories d’âge ? 1. Hoe groot zijn nu de verhoudingen tussen Nederlands- Frans- en anderstaligen bij de werklozen voor de verschillende leeftijdsklassen in Ronse ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10735 2. Renaix étant une commune à facilités, la ministre de l’Emploi peut-elle veiller à ce que l’administration de la VDAB propose un cours de langue approprié aux demandeurs d’emploi francophones et qu’en cas de refus de l’intéressé d’apprendre le néerlandais, les allocations de chômage soient suspendues, sans que ne soient invoquées à ce sujet les facilités linguistiques ? 2. Daar Ronse echter een faciliteitengemeente is, kan de minister erop toezien dat de administratie van de VDAB aan alle Franstalige werkzoekenden een passende taalcursus kan aanbieden en dat bij weigering van de betrokkene om Nederlands te leren de werkloosheidsvergoeding kan worden geschorst zonder dat hiervoor de taalfaciliteiten worden voor ingeroepen ? 3. Envisagez-vous, vu la situation particulière à Renaix, d’apporter votre soutien au VDAB pour mener ces actions ? 3. Overweegt u gezien de speciale situatie in Ronse ondersteuning te verlenen aan de VDAB om dit te realiseren ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 211 de M. Patrick De Groote du 11 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 211 van de heer Patrick De Groote van 11 januari 2005 (N.) : Qu’aussi bien l’inscription comme demandeur d’emploi que les possibilités des demandeurs d’emploi pour suivre n’importe quelle formation relèvent, en ce qui concerne la région de Renaix, de la compétence de mon collègue du gouvernement de la Communauté flamande, M. Frank Vandenbroucke. Zowel de inschrijving als werkzoekende als de mogelijkheden voor de werkzoekenden om gelijk welke opleiding te volgen behoren, wat de streek van Ronse betreft, tot de bevoegdheden van mijn collega van de Vlaamse regering, de heer Frank Vandenbroucke. DO 2004200503060 DO 2004200503060 Question no 214 de M. Guy D’haeseleer du 13 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 214 van de heer Guy D’haeseleer van 13 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Utilisation des titres-services. Gebruik van de dienstencheques. Le gouvernement fédéral a consolidé, simplifié et assoupli le système des titres-services dans le but de créer 25000 emplois supplémentaires pour la fin 2005. De federale regering heeft het systeem van dienstencheques versterkt, vereenvoudigd en versoepeld, met de bedoeling tegen eind 2005 25000 extra banen te scheppen. 1. Combien de titres-services, ventilés par Région, ont-ils été vendus en 2004 aux utilisateurs par la société émettrice ACCOR ? 1. Hoeveel dienstencheques werden er door het uitgiftebedrijf ACCOR in 2004 verkocht aan gebruikers, opgesplitst per gewest ? 2. A) Combien de ces titres, ventilés par Région, ont effectivement été utilisés pour rémunérer une prestation horaire ? 2. A) Hoeveel van deze cheques werden er effectief aangewend om een uurprestatie te vergoeden, opgesplitst per gewest ? B) a) Combien de ces titres ont été employés pour des activités au domicile de l’utilisateur ? B) a) Hoeveel van deze cheques werden aangewend voor activiteiten ten huize van de gebruiker ? b) Combien ont été utilisés pour le nettoyage de l’habitation ? b) Hoeveel werden er aangewend voor het schoonmaken van de woning ? c) Combien ont été utilisés pour la lessive et le repassage ? c) Hoeveel werden er aangewend voor wassen en strijken ? d) Combien ont été utilisés pour d’occasionnels petits travaux de couture ? d) Hoeveel werden er aangewend voor kleine occasionele naaiwerken ? e) Combien ont été utilisés pour la préparation des repas ? e) Hoeveel werden er aangewend voor bereiden van maaltijden ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10736 C) a) Combien de ces titres ont-ils été employés pour des activités en dehors du domicile de l’utilisateur ? b) Combien ont été utilisés pour un service de livraison ? c) Combien ont été utilisés pour une centrale pour les personnes moins mobiles ? d) Combien ont été utilisés pour le repassage, y compris de petits travaux occasionnels de couture ? 3. Quel est le nombre d’utilisateurs du système des titres-services, ventilé par Région ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 214 de M. Guy D’haeseleer du 13 janvier 2005 (N.) : 1. En 2004, la société émettrice Accor a vendu 8 111 261 titres-services aux utilisateurs. Sur la base de du domicile des utilisateurs, la répartition est la suivante : 6 094 769 en Région flamande, 1 821 172 en Région wallonne et 195 320 en Région de BruxellesCapitale. 2. A) Également en 2004, 5 619 745 titres-services ont été introduits par des entreprises agréées auprès de la société émettrice. La répartition sur la base de du siège social des entreprises agréées est la suivante : Région flamande : 3 525 144, Région wallonne : 977 654, Région de Bruxelles-Capitale : 1 116 947. Il faut donc tenir compte du fait que les titresservices introduits par certaines entreprises agréées qui ont leur siège social à Bruxelles ne concernent pas seulement des prestations en Région de Bruxelles-Capitale, mais également celles effectuées dans les autres Régions. C) a) Hoeveel van deze cheques werden aangewend voor activiteiten buiten het huis van de gebruiker ? b) Hoeveel werden er aangewend voor een boodschappendienst ? c) Hoeveel werden er aangewend voor een mindermobielencentrale ? d) Hoeveel werden er aangewend voor strijken met inbegrip van kleine occasionele herstelwerken ? 3. Wat is het aantal gebruikers van het systeem van dienstencheques opgesplitst per gewest ? Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 214 van de heer Guy D’haeseleer van 13 januari 2005 (N.) : B) et C) Pour le moment ces données ne sont pas disponibles. Le système des titres-services est actuellement en cours d’évaluation. Après celle-ci, la situation sera plus claire. 3. Au 31 décembre 2004, il y avait 120 247 utilisateurs inscrits : 86 541 en Région flamande, 29 288 en Région wallonne et 4 418 en Région de BruxellesCapitale. 1. In 2004 werden er door het uitgiftebedrijf Accor 8 111 261 dienstencheques verkocht aan gebruikers. Op basis van het domicilie van de gebruikers is de opdeling als volgt : 6 094 769 in het Vlaams Gewest, 1 821 172 in het Waals Gewest en 195 320 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 2. A) Eveneens in 2004 werden er 5 619 745 dienstencheques door erkende ondernemingen ingediend bij de uitgiftemaatschappij. De opdeling op basis van de maatschappelijke zetel van de erkende ondernemingen is als volgt : Vlaams Gewest : 3 525 144, Waals Gewest : 977 654, Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 1 116 947. Er moet dus rekening gehouden worden met het feit dat de ingediende dienstencheques van sommige erkende ondernemingen die hun maatschappelijke zetel in Brussel hebben niet alleen betrekking hebben op prestaties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar ook op prestaties in de andere Gewesten. B) en C) Op dit ogenblik zijn deze gegevens niet beschikbaar. Momenteel wordt het systeem van de dienstencheques geëvalueerd. Na deze evaluatie zal de situatie duidelijker zijn. 3. Op 31 december 2004 waren er 120 247 gebruikers ingeschreven : 86 541 in het Vlaams Gewest, 29 288 in het Waals Gewest en 4 418 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. DO 2004200503111 DO 2004200503111 Question no 219 de M. Guy D’haeseleer du 17 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Statut des travailleurs actifs dans le cadre des titresservices. Diverses dispositions ont été adoptées en ce qui concerne le statut des travailleurs dans le cadre du système des titres-services. Vraag nr. 219 van de heer Guy D’haeseleer van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Statuut van de werknemers werkzaam in het kader van de dienstencheques. In het kader van het systeem van de dienstencheques werden er bijzondere bepalingen opgenomen aangaande het statuut van de werknemers. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10737 Pour les travailleurs de la catégorie A (qui bénéficient d’une allocation), une réglementation plus souple est d’application durant les six premiers mois de leur contrat de travail. L’employeur doit ensuite leur proposer un contrat à durée indéterminée. Il doit s’agir au moins d’un contrat à mi-temps. Voor werknemers van categorie A (die een uitkering genieten) geldt de eerste zes maanden een soepele regeling wat hun arbeidsovereenkomst betreft. Na zes maanden is de werkgever ertoe gehouden een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd aan te bieden. Dit moet minstens een halftijds contract zijn. Pour les travailleurs de la catégorie B, l’employeur est tenu de conclure un contrat durée indéterminée après trois mois. Il n’est toutefois pas imposé de minimum d’heures de prestations. Voor de werknemers van categorie B is de werkgever ertoe gehouden na drie maanden een contract van onbepaalde duur te sluiten, doch er wordt geen minimum te presteren aantal uren opgelegd. 1. a) Combien de travailleurs des catégories A et B travaillent-ils sous un contrat à durée indéterminée dans les différentes régions ? 1. a) Hoeveel werknemers van respectievelijk categorie A en B zijn werkzaam met een contract van onbepaalde duur, opgesplitst per gewest ? b) Combien sont sous contrat à durée déterminée ? b) Hoeveel zijn werkzaam met tijdelijke contracten ? 2. Quelle est la durée moyenne de ces contrats ? 2. Wat is de gemiddelde arbeidsduur van deze contracten ? 3. a) Pensez-vous que l’objectif visé, à savoir la création du plus grand nombre d’emplois durables possible, sera atteint ? 3. a) Bent u van oordeel dat de beoogde doelstelling, namelijk zoveel mogelijk duurzame jobs creëren, wordt gehaald ? b) Le nombre de contrats à durée déterminée de courte durée mués en contrats à durée indéterminée est-il suffisant ? b) Is de doorstroming van tijdelijke, korte contracten naar contracten van onbepaalde duur voldoende ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 219 de M. Guy D’haeseleer du 17 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 219 van de heer Guy D’haeseleer van 17 januari 2005 (N.) : 1 et 2. Des chiffres précis ne sont pas disponibles pour le moment. Certaines tendances se dégagent d’une enquête qui a été réalisée par mon administration durant la dernière semaine complète de mai 2004 auprès des entreprises agréées dans les provinces de Limbourg et de Namur. 1 en 2. Precieze cijfers zijn momenteel niet beschikbaar. Uit een enquête die tijdens de laatste volledige week van mei 2004 door mijn administratie werd uitgevoerd bij de erkende ondernemingen in de provincies Limburg en Namen blijken bepaalde tendenzen. Dans les deux provinces, 48 % des travailleurs appartenaient à la catégorie A et 52 % à la catégorie B. In beide provincies behoorde 48 % van de werknemers tot categorie A en 52 % tot categorie B. En province de Limbourg, 46 % des travailleurs avaient un contrat de travail à durée indéterminée et 54 % un contrat de travail à durée déterminée. En province de Namur, 20 % des travailleurs avaient un contrat de travail à durée indéterminée et 80 % un contrat de travail à durée déterminée. Puisque le système des titres-services a démarré plus tard en province de Namur qu’en province de Limbourg, ce chiffre plus bas des contrats de travail à durée indéterminée s’explique en partie par le fait que pour la plupart des travailleurs de catégorie B la première période d’occupation de 3 mois, à l’issue de laquelle un contrat de travail avec le même employeur doit nécessairement être un contrat à durée indéterminée, n’était pas encore expirée. En outre, la population examinée en province de Namur était assez réduite, en In de provincie Limburg had 46 % van de werknemers een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en 54 % een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. In de provincie Namen had 20 % van de werknemers een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en 80 % een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Aangezien het stelsel van de dienstencheques later opgestart is in de provincie Namen dan in de provincie Limburg is dit lagere cijfer van het aantal arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd deels te verklaren door het feit dat voor de meeste werknemers van categorie B de eerste tewerkstellingsperiode van 3 maanden, na afloop waarvan een arbeidsovereenkomst bij dezelfde werkgever er een voor onbepaalde tijd moet zijn, nog niet was afgelopen. Bovendien was de onderzochte populatie in de provincie Namen, als gevolg CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10738 conséquence du démarrage plus récent du système des titres-services, ce qui présente un risque plus grand d’écarts statistiques. van de latere start van het systeem van de dienstencheques, vrij klein wat een groter risico inhoudt op statistische afwijkingen. En province de Limbourg, 63 % des travailleurs avaient un emploi d’au moins à mi-temps; en province de Namur, ce pourcentage était de 75 %. In de provincie Limburg had 63 % van de werknemers minstens een halftijdse betrekking; in de provincie Namen bedroeg dit percentage 75 %. 3. Le système des titres-services est actuellement en cours d’évaluation. Après celle-ci, fin mars 2005, des données plus précises seront disponibles et il sera possible de mieux évaluer si l’objectif de créer autant d’emplois durables que possible est atteint et s’il y a une transition suffisante des contrats de travail à durée déterminée vers des contrats à durée indéterminée. 3. Momenteel wordt het systeem van de dienstencheques geëvalueerd. Na deze evaluatie, eind maart 2005, zullen er meer precieze gegevens beschikbaar zijn en zal er beter kunnen geoordeeld worden of de doelstelling om zoveel mogelijk duurzame jobs te creëren gehaald wordt en of de doorstroming van tijdelijke arbeidsovereenkomsten naar arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd voldoende is. DO 2004200503113 DO 2004200503113 Question no 220 de M. Guy D’haeseleer du 18 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 220 van de heer Guy D’haeseleer van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Création d’emplois chèques-services. Extra banen als gevolg van de dienstencheques. supplémentaires grâce aux Le gouvernement fédéral a renforcé, simplifié et assoupli le système des chèques-services dans le but de créer 25 000 emplois supplémentaires d’ici à la fin de 2005. De federale regering heeft het systeem van dienstencheques versterkt, vereenvoudigd en versoepeld, met de bedoeling tegen eind 2005 25 000 extra banen te scheppen. 1. A) Combien d’emplois supplémentaires ont-ils été créés, par Région, en 2004 grâce au système des chèques-services ? 1. A) Hoeveel extra banen werden er in 2004 gecreëerd dankzij het systeem van de dienstencheques, opgesplitst per gewest ? B) a) Combien de ces personnes sont des travailleurs appartenant à la catégorie A ? Pourriez-vous communiquer ces chiffres ventilés par Région ? B) a) Hoeveel van deze personen zijn werknemers van de categorie A, opgesplitst per gewest ? b) Combien d’entre elles bénéficiaient d’allocations de chômage ? b) Hoeveel onder hen ontvingen een werkloosheidsuitkering ? c) Combien d’entre elles avaient droit au revenu d’intégration ? c) Hoeveel onder hen hadden recht op een leefloon ? d) Combien d’entre elles bénéficiaient d’une aide sociale financière ? d) Hoeveel onder hen genoten financiële sociale hulp ? e) Combien de ces personnes sont des travailleurs appartenant à la catégorie B ? Pourriez-vous communiquer ces chiffres ventilés par Région ? e) Hoeveel van deze personen behoren tot de categorie B, opgesplist per gewest ? 2. Quelle était la durée moyenne de travail prévue dans ces contrats de travail ? 2. Wat was de gemiddelde arbeidsduur van deze arbeidsovereenkomsten ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 220 de M. Guy D’haeseleer du 18 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 220 van de heer Guy D’haeseleer van 18 januari 2005 (N.) : 1. A) Fin 2004, il y avait 10 886 travailleurs engagés. Sur la base de du siège social des entreprises 1. A) Eind 2004 waren 10 886 werknemers aangeworven. Op basis van de maatschappelijke zetel van CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10739 agréées, la répartition est la suivante : 4 911 en Région flamande, 1 273 en Région wallonne et 4 702 en Région de Bruxelles-Capitale. de erkende ondernemingen is de opdeling als volgt : 4 911 in het Vlaams Gewest, 1 273 in het Waals Gewest en 4 702 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 1. B) Pour le moment ces données ne sont pas disponibles. Le système des titres-services est actuellement en cours d’évaluation. Lorsque celle-ci sera terminée, fin mars, des données supplémentaires seront disponibles. 1. B) Op dit ogenblik zijn deze gegevens niet beschikbaar. Momenteel wordt het systeem van de dienstencheques geëvalueerd. Na deze evaluatie, eind maart, zullen er bijkomende gegevens beschikbaar zijn. 2. Si nous divisons les prestations pour décembre (1 128 841 chèques) par le nombre de travailleurs actifs pendant le mois de décembre, cela donne déjà une indication générale sur la durée du travail moyenne, c’est-à-dire 23,93 heures par semaine. 2. Als we de prestaties voor december (1 128 841 cheques) delen door het aantal werknemers actief in de maand december, dan geeft dit reeds een algemene indicatie van de gemiddelde arbeidsduur, met name 23,93 uur per week. DO 2004200503114 DO 2004200503114 Question no 221 de M. Guy D’haeseleer du 18 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 221 van de heer Guy D’haeseleer van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Coût des titres-services. Kostprijs van de dienstencheques. Le gouvernement fédéral a renforcé, simplifié et assoupli le système des titres-services dans un but de créer 25 000 emplois d’ici fin 2005. De federale regering heeft het systeem van dienstencheques versterkt, vereenvoudigd en versoepeld, met de bedoeling tegen eind 2005 25 000 extra banen te scheppen. 1. a) Quel a été par région le coût total brut du système des titres-services en 2004 ? 1. a) Wat is de totale bruto-kostprijs van het systeem van dienstencheques in 2004, opgesplitst per gewest ? b) L’enveloppe budgétaire prévue de 91 millions d’euros a-t-elle été dépassée ? b) Is men binnen de budgettaire enveloppe van 91 miljoen euro gebleven ? c) Quelle part représente chacune des régions ? c) Wat is het aandeel hierin van de verschillende gewesten ? 2. Ayant tenu compte d’un effet de rentabilisation (impôts, cotisations sociales, moins d’allocations de chômage à verser, etc.) lors de la confection des budgets pour le nouveau système des titres-services, le gouvernement table sur un coût net de 17 millions d’euros. 2. Bij het opstellen van de budgetten voor het nieuwe systeem van dienstencheques is men uitgegaan van terugverdieneffecten (belastingen, sociale bijdragen, minder werkloosheidsuitkeringen, enzovoort). Hierdoor werden nettokosten van 17 miljoen euro vooropgesteld door de regering. Quel a été le coût net du système par région ? Kan u meedelen wat de nettokosten waren voor het systeem, opgesplitst per gewest ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 221 de M. Guy D’haeseleer du 18 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 221 van de heer Guy D’haeseleer van 18 januari 2005 (N.) : 1. L’Office national de l’Emploi a payé pour 2004 90 927 407,11 euros à ACCOR, la société émettrice des titres-services, en tant qu’intervention de l’autorité publique dans le système des titres-services : 71 586 067,46 euros concernaient la Région flamande, 1. De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening betaalde voor 2004 90 927 407,11 euro aan ACCOR, het uitgiftebedrijf van de dienstencheques, als tegemoetkoming van de overheid in het systeem van de dienstencheques : 71 586 067,46 euro had betrekking op het CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10740 16 461 890,83 euros la Région wallonne, 2 619 281,14 euros la Région de Bruxelles-Capitale et 260 167,68 euros la Communauté germanophone. Vlaams Gewest, 16 461 890,83 euro op het Waals Gewest, 2 619 281,14 euro op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 260 167,68 euro op de Duitstalige Gemeenschap. L’enveloppe budgétaire prévue de 91 millions euros a donc été respectée. De voorziene budgettaire enveloppe van 91 miljoen euro is dus gerespecteerd. 2. Actuellement, il n’y a pas de chiffres précis disponibles relatifs aux coûts nets du système des titresservices en 2004. L’évaluation en cours devra faire la clarté là-dessus vers fin avril 2005. 2. Op dit ogenblik zijn er geen precieze cijfers beschikbaar inzake de netto-kosten van het systeem van de dienstencheques in 2004. De lopende evaluatie moet hierover eind april 2005 meer duidelijkheid scheppen. DO 2004200503123 DO 2004200503123 Question no 222 de Mme Annelies Storms du 18 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 222 van mevrouw Annelies Storms van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Participation des immigrés au marché du travail. Arbeidsparticipatie van allochtonen. Régulièrement, des informations traitent du taux de chômage parmi la population immigrée et les grandes différences constatées avec les autochtones. Pour diverses raisons, les immigrés ont beaucoup de mal de trouver un emploi. La Belgique se situe d’ailleurs largement sous la moyenne européenne. Op regelmatige tijdstippen bereiken ons berichten over de werkloosheid bij allochtonen en over de grote verschillen met de werkloosheid bij autochtonen. Om diverse redenen raken allochtonen bij ons moeilijk aan de slag. België scoort trouwens in dat opzicht merkelijk slechter dan het Europees gemiddelde. Dans votre note politique, vous admettez que le chômage chez les jeunes, les femmes et les immigrés constitue un problème. In haar beleidsbrief erkent de minister dat de werkloosheid bij jongeren, vrouwen en allochtonen een probleem vormt. Quelles mesures concrètes avez-vous déjà prises ou envisagez-vous de prendre pour accroı̂tre le taux de participation des immigrés au marché du travail ? Welke concrete maatregelen nam u reeds en welke maatregelen overweegt u te nemen om een hogere arbeidsparticipatie bij allochtonen te bekomen ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 222 de Mme Annelies Storms du 18 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 222 van mevrouw Annelies Storms van 18 januari 2005 (N.) : Afin d’obtenir un taux d’emploi plus élevé des personnes d’origine étrangère, les mesures suivantes existent déjà. Om een grotere arbeidsparticipatie van allochtonen te bekomen bestaan reeds de volgende maatregelen. Dans le système des premiers emplois (« plan Rosetta »), il est prévu que l’occupation de jeunes d’origine étrangère dans les liens d’une convention de premier emploi comporte pour l’employeur, par rapport aux autres jeunes, les avantages supplémentaires suivants : In het startbanenstelsel (« Rosettaplan ») wordt voorzien dat de tewerkstelling van jonge allochtonen met een startbaanovereenkomst, in vergelijking met andere jongeren, de volgende bijkomende voordelen inhoudt voor de werkgever : 1. un jeune d’origine étrangère sous convention de premier emploi compte double pour atteindre le quota de jeunes que l’employeur doit réaliser dans le cadre de l’obligation de premier emploi et dont dépend également l’octroi de la réduction groupecible « jeunes travailleurs » que l’employeur peut demander, le cas échéant; 1. een allochtone startbaner mag dubbel in rekening gebracht worden voor het bereiken van het jongerenquotum dat de werkgever moet realiseren in het kader van de startbaanverplichting en waarvan ook het toekennen van de eventueel gevraagde doelgroepvermindering « jonge werknemers » afhangt; CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10741 2. lorsqu’un travailleur part en prépension, l’employeur a la possibilité de le remplacer par un jeune d’origine étrangère sous convention de premier emploi, alors que normalement, une occupation sous convention de premier emploi doit constituer une mise au travail supplémentaire et qu’il n’est, par conséquent, pas permis d’engager des jeunes sous convention de premier emploi en remplacement d’autres travailleurs. 2. wanneer een werknemer met brugpensioen gaat, mag de werkgever hem vervangen door een allochtone startbaner, daar waar een startbaan normaliter een bijkomende tewerkstelling moet betekenen en het bijgevolg niet toegestaan is met startbaners andere werknemers te vervangen. Le plan activa, qui prévoit une réduction des cotisations patronales de sécurité sociale et l’octroi éventuel d’une allocation de travail, vise les demandeurs d’emploi de longue durée. Il y a dans ce groupe-cible un grand nombre de personnes d’origine étrangère, de sorte que cette mesure peut élever leur taux d’emploi. Het activaplan dat voorziet in een vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid en in het eventueel toekennen van een werkuitkering richt zich tot langdurig werkzoekenden. Onder deze doelgroep bevinden zich veel allochtonen, zodat deze maatregel hun arbeidsparticipatie kan verhogen. Dans le système des titres-services une des conditions d’agrément qui sont d’application à une entreprise est l’engagement de celle-ci de ne pas pratiquer à l’encontre des travailleurs de discrimination directe ou indirecte visée à l’article 2 de la loi du 25 février 2003 tendant à lutter contre la discrimination et modifiant la loi du 15 février 1993 créant un Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. In de regeling dienstencheques is één van de erkenningsvoorwaarden die gelden voor een onderneming de verbintenis van deze onderneming om geen werknemers direct of indirect te discrimineren zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. Récemment, un modèle de convention entre l’utilisateur et l’entreprise de services pour l’aide à domicile de nature ménagère a été établi. Il n’y a pas d’obligation d’utiliser ce modèle de convention bien que cela soit fortement conseillé. Ce modèle de convention détermine que l’utilisateur ne peut faire aucune distinction se fondant sur l’origine ethnique à l’égard des travailleurs. Er is recentelijk een modelovereenkomst tussen gebruiker en dienstenbedrijf voor thuishulp van huishoudelijke aard opgesteld. Deze modelovereenkomst is niet verplicht te gebruiken, maar wordt ten zeerste aanbevolen. Ze bepaalt dat de gebruiker ten opzichte van de werknemers geen onderscheid op grond van etnische afkomst mag maken. DO 2004200503160 DO 2004200503160 Question no 224 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 224 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Mutualités. — Statut d’entreprise en difficultés. Ziekenfondsen. — Statuut van onderneming in moeilijkheden. 1. Est-il exact que le « Onafhankelijk Ziekenfonds 501 » (la mutualité indépendante, établie à Anvers) a obtenu le statut d’entreprise en difficultés ? 1. Klopt het dat het Onafhankelijk Ziekenfonds 501 het statuut van onderneming in moeilijkheden heeft verkregen ? 2. Quels effets concrets l’octroi de ce statut entraı̂ne-t-il pour la mutualité susmentionnée ? 2. Welke concrete gevolgen heeft dit voor voornoemd ziekenfonds ? 3. D’autres mutualités bénéficient-elles également du statut d’entreprises en difficultés ? Lesquelles ? 3. Welke andere ziekenfondsen hebben eveneens reeds het statuut van onderneming in moeilijkheden verkregen ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 224 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 224 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : 1. Oui. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 1. Ja. 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1357 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10742 2. Prépension à partir de 52 ans (pour 4 travailleurs). 2. Brugpensioen vanaf 52 jaar (voor 4 werknemers). Préavis réduit. Dispense du remplacement pour ces prépensionnés. Verkorte opzeggingstermijn. Vrijstelling van de vervangingsplicht voor deze bruggepensioneerden. La reconnaissance est valable du 1er novembre 2004 au 31 octobre 2005. Deze erkenning is geldig van 1 november 2004 tot en met 31 oktober 2005. 3. Pendant cette législature les mutualités suivantes ont obtenu une reconnaissance comme entreprise en difficulté : 3. Tijdens deze legislatuur werden de volgende ziekenfondsen erkend als zijnde een onderneming in moeilijkheden : En 2003 In 2003 « Christelijke Mutualiteit » 8900 Ypres Christelijke Mutualiteit 8900 leper « Christelijke Mutualiteit » 8500 Courtrai Christelijke Mutualiteit 8500 Kortrijk « Landsbond van Liberale Mutualiteiten » 1050 Bruxelles Landsbond van Liberale Mutualiteiten 1050 Brussel « Liberale Mutualiteit Provincie Antwerpen » 2000 Anvers Liberale Mutualiteit Provincie Antwerpen 2000 Antwerpen « Liberale Mutualiteit van Brabant » 1030 Bruxelles Liberale Mutualiteit van Brabant 1030 Brussel Mutualité Libérale Centre-Charleroi-Mons 7100 La Louvière « Mutualité Libérale Centre-Charleroi-Mons » 7100 La Louvière Mutualité Libérale de Tournai-Ath-Mouscron 7500 Tournai « Mutualité Libérale de Tournai-Ath-Mouscron » 7500 Doornik Mutualité Neutre Namur-Luxembourg 5000 Namur « Mutualité Neutre Namur-Luxembourg » 5000 Namur Mutualité Socialiste du Hainaut occidental 7800 Ath « Mutualité Socialiste du Hainaut occidental » 7800 Ath « Neutraal Ziekenfonds » 2500 Lierre Neutraal Ziekenfonds 2500 Lier Partena Mutualité Libre 1000 Bruxelles « Partena Mutualité Libre » 1000 Bruxelles « Socialistische Mutualiteit Arbeid en Gezondheid » 2800 Malines Socialistische Mutualiteit Arbeid en Gezondheid 2800 Mechelen En 2004 In 2004 « Christelijke Mutualiteit van het Arrondissement Aalst » Sint Jorisstraat 26 9300 Alost Christelijke Mutualiteit van het Arrondissement Aalst Sint Jorisstraat 26 9300 Aalst Union Nationale des Mutualités Neutres Ch. de Charleroi, 145 1060 Bruxelles « Union Nationale des Mutualités Neutres » Stwg. op Charleroi, 145 1060 Brussel Mutualité Neutre de la Santé Rue de Chestret, 4-6 4000 Liège « Mutualité Neutre de la Santé » Rue de Chestret, 4-6 4000 Luik Mutualité Neutre du Hainaut Avenue de Waterloo, 23 6000 Charleroi « Mutualité Neutre du Hainaut » Avenue de Waterloo, 23 6000 Charleroi CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10743 « Onafhankelijk Ziekenfonds » Boomsesteenweg, 5 2610 Wilrijk Onafhankelijk Ziekenfonds Boomsesteenweg, 5 2610 Wilrijk « Ziekenfonds LBC-VB » Sudermanstraat 5 2000 Anvers Ziekenfonds LBC-VB Sudermanstraat 5 2000 Antwerpen « Vlaams Neutraal Ziekenfonds » Statieplein, 12 9300 Alost Vlaams Neutraal Ziekenfonds Statieplein, 12 9300 Aalst Centre Mutualiste Neutre de Biez ASBL Avenue des Sapins, 27 1390 Grez-Doiceau « Centre Mutualiste Neutre de Biez ASBL » Avenue des Sapins, 27 1390 Grez-Doiceau Mutualité Libérale des Arrondissements de Tournai-Ath-Mouscron-Dour Rue Childéric 15 7500 Tournai « Mutualité Libérale des Arrondissements de Tournai-Ath-Mouscron-Dour » Rue Childéric 15 7500 Doornik Partena Mutualité Libre Boulevard Anspach, 1 1000 Bruxelles « Partena Mutualité Libre » Anspachlaan, 1 1000 Brussel Mutualité Libérale Centre-Charleroi-Mons Rue Anatole France 8-14 7100 La Louvière « Mutualité Libérale Centre-Charleroi-Mons » Rue Anatole France 8-14 7100 La Louvière « West-Vlaams Liberaal Ziekenfonds » Revillpark 1 8000 Bruges West-Vlaams Liberaal Ziekenfonds Revillpark 1 8000 Brugge DO 2004200503194 DO 2004200503194 Question no 229 de M. Jean-Marc Nollet du 24 janvier 2005 (Fr.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 229 van de heer Jean-Marc Nollet van 24 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Titres-services. Dienstencheques. Pourriez-vous communiquer pour les années 2003 et 2004 : Kan u mij voor de jaren 2003 en 2004 een overzicht geven van : 1. le nombre de titres-services vendus en Flandre, à Bruxelles et en Wallonie; 1. het aantal dienstencheques dat in Vlaanderen, Brussel en Wallonië werd verkocht; 2. le nombre de travailleurs sans emploi qui ont pu en bénéficier; 2. het aantal werkzoekenden dat door middel van de dienstencheques aan de slag kon; 3. le nombre d’emplois qui ont pu être créés par ce biais, en chiffres absolus et en équivalents temps plein ? 3. het aantal banen dat dankzij die regeling is gecreëerd, in absolute cijfers en in voltijdse equivalenten ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 229 de M. Jean-Marc Nollet du 24 janvier 2005 (Fr.) : Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 229 van de heer Jean-Marc Nollet van 24 januari 2005 (Fr.) : 1. En 2003, 773 504 titres-services ont été vendus : 710 213 en Région flamande, 63 291 en Région wallonne et aucun en Région de Bruxelles-Capitale. 1. In 2003 werden er 773 504 dienstencheques verkocht : 710 213 in het Vlaams Gewest, 63 291 in het Waals Gewest en geen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10744 En 2004, 8 111 261 titres-services ont été vendus : 6 094 769 en Région flamande, 1 821 172 en Région wallonne et 195 320 en Région de Bruxelles-Capitale. In 2004 werden er 8 111 261 dienstencheques verkocht : 6 094 769 in het Vlaams Gewest, 1 821 172 in het Waals Gewest en 195 320 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 2 et 3. Fin 2004, il y avait 10 886 travailleurs engagés. Il n’y a pas de chiffres plus détaillés disponibles. Actuellement, le système des titres-services est en cours d’évaluation. Lorsque celle-ci sera terminée, fin mars 2005, des données supplémentaires seront disponibles. 2 en 3. Eind 2004 waren er 10 886 werknemers aangeworven. Er zijn geen meer gedetailleerde cijfers beschikbaar. Momenteel wordt het systeem van de dienstencheques geëvalueerd. Na deze evaluatie, eind maart 2005, zullen er bijkomende gegevens beschikbaar zijn. Si nous divisons les prestations pour décembre (1 128 841 chèques) par le nombre de travailleurs actifs pendant le mois de décembre, cela donne déjà une indication générale sur la durée du travail moyenne, c’est-à-dire 23,93 heures par semaine. Als we de prestaties voor december (1 128 841 cheques) delen door het aantal werknemers actief in de maand december, dan geeft dit reeds een eerste indicatie van de gemiddelde arbeidsduur, met name 23,93 uur per week. Protection des consommateurs Consumentenzaken DO 2004200503145 DO 2004200503145 Question no 84 de M. Pieter De Crem du 19 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 84 van de heer Pieter De Crem van 19 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Consommation d’énergie des écrans plasma. Energieverbruik van plasmaschermen. Il ressort d’une étude réalisée par EnergieNed, l’organisation des entreprises actives dans le secteur de l’énergie aux Pays-Bas, que la consommation d’électricité des écrans plasma est supérieure de 10 à 15 % par rapport à celle des autres types d’écran. Alors que les écrans de télévision classiques consomment en moyenne 140 kilowattheures sur une base annuelle, la consommation d’une télévision à écran plasma est en moyenne supérieure de 400 kilowattheures, ce qui a évidemment des répercussions sur la facture énergétique à payer par le consommateur. Uit een studie van EnergieNed, de organisatie van energiebedrijven in Nederland, is gebleken dat plasmaschermen gemiddeld 10 % tot 15 % meer elektriciteit verbruiken dan andere types beeldschermen. Daar waar gewone TV-schermen op jaarbasis gemiddeld 140 kilowattuur verbruiken, ligt dit bij een plasma-TV gemiddeld 400 kilowattuur hoger, wat natuurlijk zijn weerslag heeft op de te betalen energiefactuur van de consument. 1. Connaissez-vous les résultats de cette étude et quelles conclusions en tirera-t-on ? 1. Bent u op de hoogte van de resultaten van deze studie en welke conclusies worden hieruit getrokken ? 2. Envisagez-vous d’entreprendre, en concertation avec les organisations de protection des consommateurs, des actions visant à fournir une information exacte aux consommateurs ? 2. Overweegt u om in samenspraak met de consumentenorganisaties en fabrikanten op dit vlak actie te ondernemen voor een correcte informatieverlening aan de consumenten ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 84 de M. Pieter De Crem du 19 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 84 van de heer Pieter De Crem van 19 januari 2005 (N.) : La question posée a trait, dans le cadre d’une information des consommateurs, à la consommation énergétique des écrans à plasma des postes de télévision. Selon une étude récente d’EnergieNed (Pays-Bas), la consommation annuelle d’écrans à plasma serait de De vraag heeft in het raam van de informatieverlening aan de consumenten betrekking op het energieverbruik van plasmaschermen van televisietoestellen. Volgens een recente studie van EnergieNed (Nederland) zou het jaarlijks verbruik van plasmaschermen CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10745 400 kWh supérieure à celle d’écrans ordinaires (à tube cathodique), située en moyenne à 140 kWh/an. Il en résulterait une augmentation de la facture énergétique du client. 400 kWh hoger liggen dan dat van gewone schermen (met kathodebuis) waarvan het gemiddeld verbruik 140 kWh/jaar bedraagt. Dat zou leiden tot een hogere energiefactuur voor de klant. En premier lieu, l’honorable membre me demande si je suis au courant des résultats de cette étude et des conclusions qui en sont tirées. Je n’ai pas eu connaissance directe de l’étude, mais ses résultats ont été répercutés par différents media. Eerst en vooral vraagt het geachte lid mij of ik op de hoogte ben van de resultaten en van de conclusies die daaruit getrokken zijn. Die studie is mij niet direct bekend maar de resultaten ervan zijn door diverse media kenbaar gemaakt. Il y a, tout d’abord, lieu de signaler à l’honorable membre que les 10 % à 15 % d’augmentation, dont il serait question dans l’étude, porteraient sur la facture d’électricité moyenne annuelle d’un ménage et non sur la consommation électrique de l’écran. Ensuite, si les conclusions de l’étude sont qualitativement exactes, elles doivent être nuancées sur le plan quantitatif. Il est apparu, en effet, dès le début de leur utilisation, que les écrans à plasma étaient plus grands consommateurs d’électricité que les écrans traditionnels. Cependant, il faut comparer des écrans de taille comparable, puisque la consommation augmente avec la taille. Les 140 kWh/an de l’étude correspondent à des écrans classiques de moins de 30’’, tandis que 400 kWh/an ou plus est la consommation que l’on peut rencontrer sur des écrans à plasma de première génération de plus de 40’’. Comme c’est, justement, un des intérêts principaux des écrans à plasma de pouvoir augmenter la taille tout en ayant une excellente qualité d’image, la comparaison des écrans à plasma avec les écrans classiques devrait se faire à taille égale. La différence de consommation entre les deux types d’écrans est alors beaucoup moindre. Une étude japonaise de décembre 2003 montre, par exemple, que des écrans classiques de 32’’ consomment environ 230 kWh/an pour 330 kWh/an pour des écrans à plasma de même taille. La différence n’est plus que de 100 kWh/an. À titre de comparaison, l’écran à cristaux liquides (LCD) de même taille consomme environ 220 kWh/an. Eerst en vooral dien ik het geachte lid erop te wijzen dat de stijging van 10 tot 15 % waarvan in de studie sprake zou zijn, betrekking heeft op de gemiddelde jaarlijkse elektricititeitsrekening van een gezin en niet op het elektriciteitsverbruik van het scherm. Overigens moeten de conclusies van de studie, die weliswaar kwalitatief correct zijn, enigszins genuanceerd worden op kwantitatief vlak. Van bij het eerste gebruik van de plasmaschermen is immers gebleken dat zij meer elektriciteit verbruikten dan de traditionele beeldschermen. Men moet echter beeldschermen met dezelfde afmetingen vergelijken aangezien het verbruik stijgt met de afmeting. De 140 kWh/jaar van de studie gelden voor de klassieke schermen van minder dan 30’’ terwijl de 400 kWh/jaar of meer het verbruik is dat kan worden bereikt bij plasmaschermen van de eerste generatie van meer dan 40’’. Aangezien een van de belangrijkste voordelen van plasmaschermen er nu juist in bestaat dat men een grotere afmeting kan bekomen met een uitstekende beeldkwaliteit, moet de vergelijking van plasmaschermen met klassieke schermen gebeuren bij dezelfde afmetingen. Het verschil in verbruik tussen beide schermen blijkt dan heel wat geringer te zijn. Een Japanse studie van december 2003 toont bij voorbeeld aan dat klassieke beeldschermen van 32’’ ongeveer 230 kWh/jaar verbruiken tegenover 330 kWh/jaar voor de plasmaschermen met dezelfde afmeting. Het verschil bedraagt nog slechts 100 kWh/ jaar. Bij wijze van vergelijking : het scherm met vloeibare kristallen (LCD) met dezelfde afmeting verbruikt ongeveer 220 kWh/jaar. L’un des avantages des écrans à plasma étant la possibilité d’atteindre des tailles élevées (par exemple, 80’’ en ce début 2005) ce qui entraı̂ne automatiquement une plus grande consommation électrique, les constructeurs ont, dès l’origine, cherché à réduire la consommation énergétique des nouveaux écrans pour éviter que leurs avantages soient réduits à néant par un problème de consommation accrue. C’est ainsi que les écrans de seconde génération proposent déjà une large gamme de fonctions visant à minimiser la consommation d’énergie et protégeant en cela l’environnement. Citons un système de détection automatique de contraste et d’ajustement de la luminosité, un système d’extinction automatique, un mode de réduction de la luminosité, un mode d’économie d’énergie en veille. Aangezien een van de voordelen van de plasmaschermen erin bestond dat grotere afmetingen haalbaar waren (bij voorbeeld 80’’ begin 2005) die automatisch een groter elektriciteitsverbruik impliceerden, zijn de constructeurs van in den beginne op zoek gegaan naar een mogelijkheid om het energieverbruik van de nieuwe schermen te verminderen om te voorkomen dat de voordelen zouden worden tenietgedaan wegens het toegenomen verbruik. Zo bieden de beeldschermen van de tweede generatie reeds tal van functies die streven naar een lager en milieuvriendelijker energieverbruik. Wij citeren dienaangaande een automatisch detectiesysteem voor contrastregeling en bijsturing van de lichtsterkte, een automatisch afsluitingssysteem, een stelsel voor lichtsterktevermindering, een energiebesparende modus in waaktoestand. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10746 Dans le même ordre d’idées, l’European Industry Association for Information Systems, Communication Technologies and Consumer Electronics (EICTA) a informé la direction générale du Transport et de l’Énergie de la Commission européenne de l’engagement volontaire (1er juillet 2003) des constructeurs à réduire la consommation d’énergie des écrans de télévision, y compris les écrans à plasma. L’engagement prévoit, notamment, une information au point de vente. Il prévoit également d’encourager le consommateur à adopter une attitude économe en énergie en l’informant, via l’écran lui-même ou par autocollant, de la consommation énergétique annuelle estimée de l’équipement (en kWh sur la base de 4 heures d’utilisation par jour), pour tous les modèles à plasma introduits à partir du 1er juin 2004. In dezelfde ideeënlijn heeft de European Industry Association for Information Systems, Communication Technologies and Consumer Electronics (EICTA) aan de algemene directie Transport en Energie van de Europese Commissie meegedeeld dat de constructeurs zich vrijwillig ertoe verbinden (1 juli 2003) het energieverbruik van televisieschermen — met inbegrip van plasmaschermen — te verminderen. Die verbintenis impliceert onder meer informatie in het verkooppunt en houdt tevens in dat de verbruiker wordt aangespoord te waken over een zuinig energieverbruik door hem via het scherm zelf of via een zelfklever te informeren over het geraamde jaarlijks energieverbruik van het toestel (in kWh op basis van 4 uur gebruik per dag) voor alle plasmamodellen die te verkrijgen zijn vanaf 1 juni 2004. Les écrans de télévision ne font pas, actuellement, l’objet d’une directive particulière dans le cadre de la directive-cadre 92/75/CEE, concernant l’indication de la consommation des appareils domestiques en énergie. En effet, l’engagement volontaire des constructeurs et l’impact encore très limité des écrans à plasma sur une augmentation de la consommation globale d’électricité en eurospe (pénétration faible du marché de l’ordre d’1 % due à un prix assez élevé) n’incitent pas les autorités européennes à réglementer ce secteur, à l’heure actuelle. Momenteel bestaat er nog geen bijzondere richtlijn in het raam van de kaderrichtlijn 92/75/EEG betreffende de vermelding van het energieverbruik van huishoudelijke toestellen. Het vrijwillig engagement en de nog uiterst geringe impact op een stijging van het globaal elektriciteitsverbruik in europa (geringe marktintrede in de orde van 1 % wegens de vrij hoge prijs) sporen de Europese overheden immers niet echt aan om deze sector op dit ogenblik te reglementeren. Cependant, si la situation devait évoluer défavorablement dans le contexte des engagements pris dans le cadre du Protocole de Kyoto, ce point pourrait être révisé. Les services compétents, à savoir la Division Gaz-Electricité de la Direction générale de l’Énergie du SPF Économie, PME, Classes moyennes et Énergie, suivent le sujet et ne manqueront pas d’intervenir dans ce sens si nécessaire, en concertation avec les acteurs concernés, et notamment les organisations de consommateurs. Indien de situatie echter ongunstig mocht evolueren in de context van de verbintenissen die zijn aangegaan in het raam van het Kyoto-protocol dan zou dit punt opnieuw moeten worden bekeken. De bevoegde diensten, met name de Afdeling Gas-Elektriciteit van de Algemene Directie Energie van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie volgen deze materie op de voet en zullen niet nalaten in die zin op te treden indien nodig, in overleg met de betrokkenen waaronder de consumentenorganisaties. DO 2004200503151 DO 2004200503151 Question no 85 de M. Roel Deseyn du 19 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 85 van de heer Roel Deseyn van 19 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Risque d’irradiation dû aux antennes GSM et aux lignes à haute tension. Stralingsgevaar van antennes en hoogspanningslijnen. Des études montrent que les rayonnements émis par les antennes GSM sont généralement négligeables. Pourtant, l’Institut belge des Services postaux et des Télécommunications (IBPT) reçoit régulièrement des réclamations fondées de personnes qui pensent être exposées à trop de radiations. Il s’avère que ce ne sont pas les antennes GSM qui sont la cause de leurs problèmes mais les petites antennes qui sont par exem- Uit studies blijkt dat de straling van GSM-antennes veelal verwaarloosbaar is. Toch krijgt het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT)regelmatig enkele terechte meldingen binnen van mensen die denken dat ze bloot staan aan te veel straling. Het blijkt dat het niet de hoge antennes zijn die voor problemen zorgen, maar veelal de kleine antennes die bijvoorbeeld aan de gevel bevestigd zijn. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10747 ple fixées à la façade. Les rayonnement émis par ces antennes sont beaucoup moins puissants mais le sont à proximité des gens. Deze antennes zenden een veel minder krachtige straling uit, maar deze kan zich vlakbij de mensen bevinden. 1. Combien de fois l’IBPT est-elle intervenue sur place pour mesurer les rayonnements émis par une antenne et en ordonner ensuite le déplacement ou la modification ? 1. Hoeveel bedraagt het aantal keren dat het BIPT is uitgerukt om de straling van een antenne te meten, en vervolgens tot een verplaatsing of aanpassingen van een antenne heeft bevolen ? 2. Le nombre de ces interventions a-t-il eu tendance à croı̂tre ou à décroı̂tre au cours des dernières années ? 2. Is dit aantal in stijgende of in dalende lijn over de jaren ? 3. Quelles catégories de problèmes distingue-t-on ? 3. Welke categorieën van problemen zijn er te onderscheiden ? 4. a) Des études ont-elles été réalisées récemment pour quantifier les effets subis par les personnes qui vivent sous une ligne à haute tension ? 4. a) Bestaan er recente studies naar het effect van wonen onder hoogspanningslijnen ? b) A quels résultats ont-elles abouti ? b) Wat zijn de resultaten hiervan ? c) Quel danger ces lignes à haute tension représentent-elles pour la santé publique ? c) Welk gevaar bestaat er voor de volksgezondheid ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 18 février 2005, à la question no 85 de M. Roel Deseyn du 19 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 18 februari 2005, op de vraag nr. 85 van de heer Roel Deseyn van 19 januari 2005 (N.) : 1. Entre juin 2001 et janvier 2005, l’IBPT a traité 271 dossiers de mesure des rayonnements de stations de base GSM. Dans huit cas, il a été demandé à l’opérateur d’adapter son site. Six sites ont déjà été adaptés, deux sont en cours. 1. Tussen juni 2001 en januari 2005 heeft het BIPT 271 dossiers behandeld in verband met de meting van straling van GSM-basisstations. In acht gevallen is aan de operator gevraagd om zijn site aan te passen. Zes sites zijn al aangepast, bij twee zijn de aanpassingen aan de gang. 2. Le nombre de dossiers comme le nombre de cas où une adaptation du site est demandée restent constants au fil des années. 2. Evenals het aantal dossiers blijft het aantal gevallen waarin een aanpassing van de site wordt gevraagd in de loop der jaren constant. 3. Les cas de rayonnements élevés se présentent si l’on se trouve à proximité de la station de base et dans l’axe de rayonnement de l’antenne. Selon l’expérience de, l’IBPT, ils ont identifié les situations suivantes où ils ont constate les niveaux les plus élevés (à noter que toutes les mesures sont réalisées en des endroits accessibles au public) : 3. De gevallen van hoge straling doen zich voor indien men zich in de buurt van het basisstation bevindt en in de stralingsas van de antenne. Op basis van de ervaring van het BIPT zijn dit de situaties waarin de hoogste niveaus worden waargenomen (let wel : alle metingen worden verricht op plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn) : Possibilités d’accès à proximité de l’antenne. Exemples : antennes situées sur un toit d’entreprise accessible aux employés, antennes situées sur un toit d’habitation jouxté par une terrasse. Mogelijkheid om de antenne dicht te benaderen. Voorbeelden : antennes op het dak van een onderneming dat voor de werknemers toegankelijk is, antennes op het dak van een woning waarnaast een terras ligt. Configurations particulières de lieu : par exemple, dans le cas d’une habitation faisant face à une autre habitation sur laquelle se trouve une station d’émission, si les antennes d’émission sont dirigées vers la première habitation, des niveaux plus élevés peuvent être mesurés aux étages se trouvant dans l’axe de rayonnement de l’antenne (généralement les étages supérieurs). Bijzondere configuraties inzake ligging : bijvoorbeeld in geval van een woning die gelegen is tegenover een andere woning waarop zich een zendstation bevindt, en waarbij de zendantennes naar de eerste woning gericht zijn, kunnen hogere niveaus worden gemeten op de verdiepingen die zich in de stralingsas van de antenne bevinden (over het algemeen de bovenste verdiepingen). Micro-cellules dans le cas où le public peut les approcher. Microcellen wanneer het publiek er dicht bij kan komen. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10748 4. Cette question relève des compétences du ministre en charge de la Santé publique. (Question no 406 du 21 février 2005.) 4. Die vraag valt onder de bevoegdheid van de minister die belast is met Volksgezondheid. (Vraag nr. 406 van 21 februari 2005.) DO 2004200503236 DO 2004200503236 Question no 90 de M. Pieter De Crem du 28 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Vraag nr. 90 van de heer Pieter De Crem van 28 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Virus informatiques dans les voitures. Computervirussen in auto’s. Une entreprise fabriquant des programmes antivirus a été contactée par un conducteur qui avait besoin d’aide pour éliminer un virus. Il est possible que son ordinateur de bord ait été contaminé par un virus par le biais d’un GSM. Si la présence de virus dans les appareils GSM a déjà été signalée, ils n’auraient occasionné jusqu’à présent que peu de dégâts. Si l’ordinateur de bord des voitures peut être contaminé, le système de direction pourrait également être gravement affecté, avec le risque d’accidents qui en découle. On pourrait même imaginer la situation terrible où de nombreux accidents se produiraient en même temps, en raison d’un virus programmé pour agir à ce moment précis. Een antivirusbedrijf kreeg een oproep van een chauffeur die hulp nodig had bij het verwijderen van een virus. Mogelijk werd zijn boordcomputer besmet met een virus via een GSM. Tot nu toe waren er al virussen gesignaleerd die rondwaarden op de GSM, maar zouden weinig schade aanrichten. Indien de boordcomputer van auto’s besmet kan worden, kan ook het besturingssysteem ernstig aangetast worden, met eventueel ongevallen tot gevolg. Het absolute doembeeld is dat dit eventueel kan leiden tot een heel aantal ongevallen op hetzelfde moment wanneer het virus geprogrammeerd zou zijn om op dat tijdsstip toe te slaan. 1. a) A-t-on déjà, à l’étranger, recensé des cas de contamination d’un ordinateur de bord par un virus ? 1. a) Zijn er in het buitenland al gevallen gemeld van besmettingen voor de boordcomputer door een virus ? b) De combien de cas s’agit-il et comment ce nombre a-t-il évolué au cours des derniers mois ? b) Om hoeveel gevallen gaat het en hoe evolueert dit aantal over de jongste maanden ? 2. a) Des cas ont-ils déjà été signalés en Belgique ? 2. a) Zijn er in België al gevallen gemeld ? b) Dans l’affirmative, combien ? b) Zo ja, hoeveel ? 3. a) Combien d’accidents, avec ventilation pour les trois dernières années, sont à attribuer à des problèmes d’ordinateur de bord ? 3. a) Hoeveel ongevallen waren, opgesplitst voor de jongste drie jaar, te wijten aan problemen met de boordcomputer ? b) Quelles mesures ont été prises pour remédier à cette situation ? b) Welke acties worden hiertegen ondernomen ? 4. a) Si une contamination par le biais d’un GSM devait s’avérer possible, quelles obligations en matière de sécurité envisagez-vous d’imposer aux constructeurs ? 4. a) Welke beveiligingsverplichtingen overweegt u de constructeurs op te leggen mocht besmetting via de GSM mogelijk zijn ? b) Dans quelle mesure une concertation internationale pourrait-elle être utile dans ce cadre ? b) In welke mate is hierin internationaal overleg nodig ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10749 Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 15 février 2005, à la question no 90 de M. Pieter De Crem du 28 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 15 februari 2005, op de vraag nr. 90 van de heer Pieter De Crem van 28 januari 2005 (N.) : Pour une réponse à vos questions concernant les virus informatiques dans les voitures, je vous renvoie à la réponse de M. Verwilghen, ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique. (Question no 215 du 28 janvier 2005.) Voor een antwoord op uw vragen betreffende computervirussen in auto’s verwijs ik naar het desbetreffende antwoord van de heer Verwilghen, minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. (Vraag nr. 215 van 28 januari 2005.) Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Fonction publique Ambtenarenzaken DO 2004200503035 DO 2004200503035 Question no 102 de Mme Maggie De Block du 11 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances : Vraag nr. 102 van mevrouw Maggie De Block van 11 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Caisse auxiliaire de paiement des allocations de chômage. — Appels téléphoniques. Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. — Telefoonoproepen. Une étude réalisée en interne par la Caisse auxiliaire de paiement des allocations de chômage (CAPAC) a révélé que la Caisse ne répond pas à 55 % des appels téléphoniques qu’elle reçoit. Les 760 appels passés à titre de test aux 34 implantations de la Caisse ont révélé que le téléphone a été décroché avant la vingtième sonnerie dans 45 % des cas. L’appel est resté sans réponse dans 55 % des cas : soit la ligne était occupée, soit un répondeur diffusait le message « nos services sont momentanément fermés ». Il faut souligner les différences considérables entre les services, puisqu’il a été répondu aux appels dans 5 à 90 % des cas. Selon Luc Meerkens, dirigeant faisant fonction, cette situation est inacceptable et un groupe de travail a été constitué pour assainir la situation avant la fin de l’année. M. Meerkens n’étant que dirigeant faisant fonction, sa marge de manœuvre pour procéder à une restructuration au sein de la Caisse est faible. Le recrutement des top managers n’a toujours pas repris. Uit een studie die de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen (HVW) zelf liet uitvoeren blijkt dat in 55 % van de gevallen de telefoon niet wordt opgenomen. Van de 760 testoproepen aan de 34 vestigingen van de Hulpkas bleek dat in 45 % van de gevallen de telefoon werd opgenomen vooraleer het toestel twintig keer had gerinkeld. In 55 % van de gevallen werd de oproep niet beantwoord, kwam er een bezettoon of een bandje met de boodschap « onze diensten zijn momenteel gesloten ». Opmerkelijk is dat de verschillen tussen de diensten bijzonder groot zijn : gaande van 5 % tot liefst 90 % van de oproepen die werden beantwoord. Volgens waarnemend chef Luc Meerkens is deze toestand onaanvaardbaar en is er een verbeterwerkgroep opgestart die de toestand voor het jaareinde moet saneren. Evenwel is Meerkens nauwelijks bij machte om een herstructurering door te voeren bij de Hulpkas, vermits hij waarnemend chef is. De rekrutering van topmanagers is nog altijd niet hervat. 1. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour améliorer à court terme la situation à la Caisse auxiliaire ? 1. Welke maatregelen overweegt u te nemen om op korte termijn de toestand bij de Hulpkas te verbeteren ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1358 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10750 2. Envisagez-vous de mettre en place un call center ? 2. Overweegt u om een call center in te schakelen ? 3. a) Qu’en est-il du groupe de travail chargé d’améliorer la situation ? 3. a) Wat is de stand van zaken in de verbeterwerkgroep ? b) Qui siège au sein de ce groupe de travail ? b) Wie heeft zitting in deze werkgroep ? c) Depuis quand a-t-il été constitué et avec quelle fréquence se réunit-il ? c) Sinds wanneer werd ze opgericht en met welke frequentie komt ze samen ? d) Des propositions concrètes ont-elles déjà été formulées ? d) Werden er al concrete voorstellen geformuleerd ? 4. Veillez-vous à ce que les problèmes évoqués trouvent une solution structurelle avant la fin de l’année ? 4. Ziet u erop toe dat de bovenvermelde problemen structureel zullen verholpen zijn voor het jaareinde ? 5. Quand allez-vous publier au Moniteur belge la vacance d’un poste de direction de la Caisse auxiliaire ? 5. Wanneer zal u de vacature voor een manager van de Hulpkas publiceren in het Belgisch Staatsblad ? 6. Quand le poste sera-t-il effectivement pourvu ? 6. Tegen wanneer zal de vacature effectief opgevuld zijn ? 7. Pourquoi le poste n’a-t-il toujours pas été attribué ? 7. Waarom is dat nog steeds niet gebeurd ? Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances du 17 février 2005, à la question no 102 de Mme Maggie De Block du 11 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 17 februari 2005, op de vraag nr. 102 van mevrouw Maggie De Block van 11 januari 2005 (N.) : En réponse à sa question je puis communiquer à l’honorable membre ce qui suit. In antwoord op haar vraag kan ik het geachte lid het volgende meedelen. 1, 2, 3 et 4. L’étude de SNT Belgium fait partie d’un projet d’amélioration de l’accueil auquel la CAPAC s’est engagée dans le contrat d’administration actuel. À la CAPAC, d’autres formes d’accueil sont également importantes, notamment l’accueil au guichet. C’est pourquoi, un plan d’action séparé s’attache principalement à l’amélioration de l’accueil téléphonique. Un groupe de travail formulera et élaborera un certain nombre de propositions afin d’obtenir une amélioration significative de l’accueil téléphonique. Ce groupe de travail se réunit tous les mois. Les résultats de l’étude SNT Belgium sont naturellement essentiels pour la poursuite des actions de ce groupe de travail. 1, 2, 3 en 4. De studie van SNT Belgium maakt deel uit van een verbeteringsproject « verbetering van het onthaal » waartoe de HVW zich verbonden heeft in de lopende bestuursovereenkomst. Bij de HVW zijn ook andere vormen van onthaal erg belangrijk, onder meer het onthaal aan het loket. Daarom werd een apart actieplan opgestart dat voornamelijk de verbetering van het telefoononthaal op het oog heeft. Een werkgroep, zal dit jaar een aantal voorstellen formuleren en uitwerken om tot een aanzienlijke verbetering van het telefoononthaal te komen. Deze werkgroep komt maandelijks samen. De resultaten van de studie SNT Belgium zijn uiteraard erg belangrijk voor de sturing van deze werkgroep. En ce qui concerne la CAPAC, les recommandations émanant de l’enquête seront appliquées à toutes les divisions. La CAPAC souhaite accroı̂tre l’accessibilité de chaque division et désire également optimaliser l’infrastructure téléphonique. Les actions suivantes sont, entre autres, prévues : Wat de HVW betreft zullen de aanbevelingen uit het onderzoek geı̈mplementeerd worden in alle afdelingen. Omdat de HVW de bereikbaarheid in elke afdeling wil verhogen en omdat zij ook de telefooninfrastructuur wil optimaliseren, worden ondermeer volgende acties gepland : — Sensibilisation : pour mettre l’accent sur l’importance d’un accueil téléphonique de qualité. Ces actions sont déjà en cours. — Sensibiliseringsacties om het belang van een goed telefoononthaal te benadrukken. Deze acties zijn volop aan de gang. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10751 — Formation : un cours de rattrapage « accueil téléphonique » et un cours d’initiation pour les nouveaux agents seront organisés dans les semaines et mois à venir. — Opleiding : een herhalingscursus « telefoononthaal » en een initiatiecursus voor de nieuwelingen wordt georganiseerd in de komende weken en maanden. — L’inventaire de l’infrastructure technique sera terminé au 1er mai 2005 afin de pouvoir l’utiliser pour d’éventuelles améliorations. — Een inventaris van de technische infrastructuur zal afgerond worden tegen 1 mei 2005 om deze van daaruit te koppelen aan mogelijke verbeteringen. — Pour fin 2005, la possibilité de créer un call-center sera examinée. — Voor het einde van dit jaar zullen ook de mogelijkheden van een call center worden onderzocht. — Cette année également, examen et adaptation des méthodes de travail concernant l’accueil téléphonique. — Ten slotte zullen dit jaar ook de werkmethoden inzake telefoon-onthaal worden onderzocht en aangepast. Fin de l’année, la CAPAC organisera une évaluation interne, notamment au moyen d’une nouvelle enquête. De HVW plant voor het einde van het jaar een interne evaluatie te maken ondermeer door het organiseren van een nieuwe steekproef. 5, 6 et 7. Bien que ces éléments relèvent de la compétence du Comité de gestion de la CAPAC, il est prévu de débuter en mars 2005 la procédure de sélection de l’administrateur général; les résultats devraient être officialisés avant les vacances d’été. 5, 6 en 7. Ondanks het feit dat deze elementen tot de bevoegdheid behoren van het Beheerscomité van de HVW, wordt in het vooruitzicht gesteld dat in maart 2005 de selectieprocedure van administrateur-generaal wordt opgestart; de resultaten ervan zouden vóór het zomerreces officieel gekend moeten zijn. DO 2004200503135 DO 2004200503135 Question no 103 de M. Staf Neel du 18 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances : Vraag nr. 103 van de heer Staf Neel van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : SPF. — Concours de recrutement. — Fonctionnaires statutaires et contractuels. FOD’s. — Vergelijkende wervingsexamens. — Statutaire ambtenaren en contractuelen. Le 25 septembre 2004, le Selor organisait pour les Services Publics Fédéraux (SPF) un concours de recrutement destiné aux universitaires, en vue d’une nomination à titre définitif des lauréats. Op 25 september 2004 organiseerde Selor namens de Federale Overheidsdiensten (FOD) een vergelijkend wervend examen voor universitairen om uiteindelijk over te gaan tot de vaste benoeming van de geslaagden. 1. Combien de candidats (pour chaque rôle linguistique) : 1. Hoeveel personen (opgesplitst per taalrol) : a) ont-ils participé au concours; a) hebben aan dit examen deelgenomen; b) ont-ils réussi le concours; b) slaagden in het examen; c) ont-ils réussi le concours alors qu’ils ne provenaient pas de l’un des services publics fédéraux; c) die voor dit examen slaagden, waren vreemd aan de dienst van de federale overheidsdiensten; d) n’ont-ils pas réussi le concours alors qu’ils travaillaient déjà au sein d’un Service Public Fédéral; d) van de niet-geslaagden waren reeds werkzaam bij een Federale Overheidsdienst; e) seront-ils finalement nommés à titre définitif ? e) zullen uiteindelijk vast benoemd worden ? 2. Pensez-vous qu’il soit possible d’avoir recours à d’autres (lire : de meilleures) procédures de nomination que les concours de recrutement pour nommer les bonnes personnes auprès des services publics fédéraux ? 2. Acht u het mogelijk dat er andere (lees betere) mogelijkheden zijn om de juiste persoon bij een federale overheidsdienst te benoemen dan een dergelijk vergelijkend wervingsexamen ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10752 3. Dispose-t-on d’informations sur l’incidence que le fait d’échouer à un concours peut avoir pour les fonctionnaires contractuels et sur le nombre de fois en moyenne que les contractuels participent à ces concours dans l’espoir d’acquérir un jour un statut définitif ? 3. Bestaat er enig zicht op welke invloed het niet slagen voor een dergelijk examen heeft voor een contractuele ambtenaar en hoeveel maal contractuelen gemiddeld aan dergelijke examens deelnemen in de hoop om ooit een vast statuut te verwerven ? 4. Le fonctionnaire contractuel intervient lorsque l’effectif doit provisoirement être renforcé à la suite d’un surplus de travail. 4. Een contractueel is iemand die inspringt wanneer er tijdelijke nood aan extra werkkrachten is in het geval van een overvloed aan werk. Combien de temps cette situation « provisoire » peut-elle durer : un an, cinq ans ou plus encore ? Hoe lang is eigenlijk tijdelijk : een jaar, vijf jaar of nog langer ? 5. Comment envisagez-vous d’augmenter le nombre de fonctionnaires statutaires par rapport au nombre de contractuels (cf. le journal Metro du 18 janvier 2005) ? 5. Hoe overweegt u het aantal statutaire ambtenaren te doen toenemen in verhouding met het aantal contractuelen (cf. Metro van 18 januari 2005) ? 6. S’il réussit un concours de recrutement, le fonctionnaire contractuel court le risque de ne pas pouvoir entrer en fonction dans son ancien service en tant que fonctionnaire nommé. Il devra quitter ce service, qui perdra ainsi une part d’expertise. 6. Indien een contractueel ambtenaar slaagt voor een dergelijk examen, bestaat de kans dat hij/zij binnen de eigen dienst niet als vastbenoemde aan de slag kan gaan. Hij/zij zal de dienst dienen te verlaten waardoor deze dienst een stuk expertise verloren ziet gaan. Le léger surcoût que devra supporter le service concerné pour conserver ce fonctionnaire n’est-il pas compensé par l’expertise qui ainsi ne sera pas perdue ? Weegt volgens u de kleine meerkost van deze ambtenaar voor de eigen dienst dan niet op tegen het verloren gaan van de expertise ? 7. Dans quelle mesure les réformes au sein des Services Publics Fédéraux (cercles de développement) vont-elles modifier le mode de recrutement du personnel statutaire ? 7. In welke zin gaan de hervormingen bij de Federale Overheidsdiensten (ontwikkelcirkels) iets veranderen aan de wijze waarop personen in vast verband worden aangenomen ? Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances du 15 février 2005, à la question no 103 de M. Staf Neel du 18 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 15 februari 2005, op de vraag nr. 103 van de heer Staf Neel van 18 januari 2005 (N.) : En réponse à sa question je puis communiquer à l’honorable membre ce qui suit. In antwoord op zijn vraag, kan ik het geachte lid het volgende meedelen. 1. a) 5 599 candidats (3 399 francophones et 2 200 néerlandophones) ont participé à la sélection concernée. 1. a) Aan de bedoelde selectie hebben 5 599 (2 200 Nederlandstalige en 3 399 Franstalige) kandidaten deelgenomen. b) 1 180 candidats (492 francophones et 688 néerlandophones) ont réussi la sélection. b) 1 180 (688 Nederlandstalige en 492 Franstalige) kandidaten zijn geslaagd voor de selectie. c) et d) Le fait d’être déjà employé ou non au sein d’un Service public fédéral ne fait pas partie des informations requises lors de l’inscription à une sélection comparative. c) en d) Het gegeven van het al dan niet reeds tewerkgesteld zijn bij een Federale Overheidsdienst wordt niet opgevraagd bij de inschrijving voor een vergelijkende selectie. e) Le nombre de lauréats qui entrent effectivement en ligne de compte et seront engagés dans un emploi statutaire dépend de la survenance de postes vacants dans le délai de validité de la réserve de recrutement. e) Het aantal geslaagden dat effectief in aanmerking komt voor en zal worden aangesteld in een statutaire betrekking, is afhankelijk van het ontstaan van openstaande betrekkingen binnen de geldigheidstermijn van de wervingsreserve. 2. La mission statutaire du Bureau de sélection de l’administration fédérale (Selor) consiste précisément à 2. Het is uitgerekend de statutaire opdracht van het Selectiebureau van de federale overheid (Selor), om in CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10753 assurer la sélection du personnel des services publics. L’objectivité des sélections est garantie par la réglementation en vigueur. Le contenu des sélections comparatives dépend des compétences requises. te staan voor de selectie van het overheidspersoneel. De objectiviteit van deze selecties wordt gewaarborgd door de ter zake geldende reglementering. De inhoud van de vergelijkende selecties is afhankelijk van de gevraagde competenties. 3. Comme pour tous les tests, la réussite d’une sélection comparative dépend des compétences requises dans le cadre de la fonction à pourvoir et de la mesure dans laquelle le candidat s’avère disposer de ces compétences. Le fait de réussir ou d’échouer à une sélection comparative est indépendant de l’exercice éventuel d’une fonction contractuelle. 3. Zoals bij elke test, is het slagen voor een vergelijkende selectie afhankelijk van de competenties die vereist worden voor de te begeven functies en de mate waarin de kandidaat blijk geeft over deze competenties te beschikken. Het al dan niet slagen voor een vergelijkende selectie staat los van het functioneren in een bepaalde contractuele functie. 4. La loi du 22 juillet 1993 portant certaines mesures en matière de fonction publique énumère les cas limitatifs dans lesquels on peut recourir à des recrutements contractuels. Le caractère temporaire et exceptionnel de l’emploi contractuel doit donc être souligné. La durée d’un contrat est déterminée par la nature de la mission à accomplir. 4. In de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken worden limitatief de gevallen opgesomd waarin beroep kan gedaan worden op contractuele tewerkstelling. De duur ervan wordt bepaald door de aard van de uit te voeren opdracht. 5. Avant tout, je tiens à réaffirmer une fois encore que les tâches ou missions permanentes des services publics doivent prioritairement être confiées à des agents statutaires : l’emploi statutaire demeure la règle, l’emploi contractuel l’exception, dûment déterminée par la loi précitée. Partant de ce principe, le cadastre de l’emploi contractuel au sein de la Fonction publique administrative fédérale, actuellement en cours de réalisation, permettra d’avoir une vision claire de la situation en cette matière. À partir des résultats de ce vaste état des lieux, il conviendra d’évaluer l’opportunité d’élaborer d’éventuelles mesures en vue de promouvoir l’emploi statutaire. 5. Vooreerst wens ik nogmaals te bevestigen dat de permanente opdrachten of taken bij de openbare diensten bij voorrang aan statutair personeel dienen te worden toevertrouwd : de statutaire tewerkstelling blijft de regel, de contractuele tewerkstelling vormt de uitzondering degelijk vastgesteld bij vorenvermelde wet. Uitgaand van dat principe wordt thans het kadaster van het contractueel personeel in het federaal administratief Openbaar Ambt opgemaakt dat een klaar zicht zal bieden op de toestand in deze materie. Op grond van de resultaten van deze uitgebreide stand van zaken, zal een evaluatie gemaakt worden van de opportuniteit om eventuele maatregelen uit te werken met het oog op de bevordering van de statutaire tewerkstelling. 6. Les fonctions occupées par le personnel contractuel ne peuvent pas être exercées par des agents nommés à titre définitif, à l’exception des fonctions prévues dans le cadre du remplacement de personnel statutaire temporairement absent. D’autre part, tout lauréat d’une sélection statutaire est repris dans une liste de lauréats. Lorsque des emplois statutaires sont vacants, les lauréats sont consultés dans l’ordre de leur classement sur cette liste. S’il s’agit d’un agent contractuel, il est possible qu’un emploi définitif lui soit proposé dans un service public différent de celui qui l’emploie comme contractuel; le lauréat d’une sélection comparative est libre d’accepter ou de refuser une offre d’emploi. 6. Functies die door contractueel personeel worden bezet, met uitzondering van deze waarbij in de vervanging wordt voorzien van tijdelijk afwezig statutair personeel, kunnen niet worden opgevuld door vastbenoemden. Anderzijds is het zo dat een geslaagde voor een statutaire selectie opgenomen wordt in een lijst van geslaagden. Bij het vrijkomen van statutaire betrekkingen, worden de geslaagden geraadpleegd in de volgorde van hun rangschikking op deze lijst. In het geval het een contractueel personeelslid betreft, bestaat derhalve de kans dat hem een vaste betrekking wordt aangeboden in een andere overheidsdienst dan deze waar hij contractueel is; de geslaagde voor een vergelijkende selectie is vrij al dan niet op een aanbod van betrekking in te gaan. 7. L’instauration d’un cycle d’évaluation pour le personnel statutaire et contractuel en service au sein des Services publics fédéraux n’a aucune incidence sur les procédures de sélection. 7. Het invoeren van een evaluatiecyclus voor het in dienst zijnde statutaire en contractueel personeel bij de Federale Overheidsdiensten, heeft geen enkele impact op de selectieprocedures. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10754 DO 2004200503156 DO 2004200503156 Question no 104 de M. Servais Verherstraeten du 19 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances : Vraag nr. 104 van de heer Servais Verherstraeten van 19 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Accessibilité téléphonique des services publics fédéraux. Telefonische bereikbaarheid van de federale overheidsdiensten. Les résultats d’une enquête sur l’accessibilité téléphonique des services publics fédéraux (SPF) ont été publiés dans Fedra, le magazine du fonctionnaire. Cette enquête avait été commandée par le SPF Personnel et Organisation auprès de la firme SNT Belgium, et la Caisse auxiliaire de paiement des allocations de chômage (CAPAC) s’était portée candidate pour effectuer le sondage. Alors que l’accessibilité des organismes publics aux Pays-Bas atteindrait en moyenne 66 %, il ressort d’un sondage que ce chiffre ne s’élèverait qu’à 45 % en Belgique. Ce sont surtout les services de grande taille (plus de 5 000 clients) et de taille moyenne (plus de 2 500 clients) qui enregistreraient les plus mauvais résultats. In « Fedra », het magazine van de ambtenaar, staan de resultaten van een onderzoek naar de telefonische bereikbaarheid van de federale overheidsdiensten (FOD). Dit onderzoek werd besteld door de FOD Personeel en Organisatie bij SNT Belgium, en de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW) stelde zich kandidaat voor de steekproef. Waar de overheidsinstellingen in Nederland een bereikbaarheid van gemiddeld 66 % zouden halen, blijkt bij een steekproef dat dit in België slechts 45 % is. Vooral de grootste (meer dan 5 000 klanten) en gemiddelde (meer dan 2 500 klanten) vestigingen scoren slecht. 1. Pouvez-vous nous transmettre l’étude de SNT Belgium en annexe aux réponses à cette question ? 1. Kan u ons de studie van SNT Belgium overmaken in bijlage bij de antwoorden op deze vraag ? 2. a) Quel suivi sera donné à cette étude ? 2. a) Welke opvolging zal gegeven worden aan deze studie ? b) Quels services mettront en œuvre les recommandations de l’enquête et selon quel calendrier ? b) Welke diensten zullen de aanbevelingen uit het onderzoek implementeren en met welke timing zal dit gebeuren ? c) Comment et quand examinerez-vous les résultats de ce suivi ? c) Hoe en wanneer zal u de resultaten van deze opvolging nagaan ? 3. a) Dispose-t-on également de chiffres l’accessibilité d’autres services publics ? 3. a) Zijn er ook cijfers over de bereikbaarheid van andere overheidsdiensten gekend ? sur b) Dans l’affirmative, pouvez-vous nous les faire connaı̂tre ? b) Zo ja, kan u ons deze meedelen ? 4. Que pensez-vous de la suggestion de créer un instrument de mesure destiné à évaluer périodiquement l’accessibilité des organismes publics ? 4. Hoe staat u tegenover de suggestie om een meetinstrument op te richten dat periodiek de bereikbaarheid van de overheidsinstellingen nagaat ? Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances du 17 février 2005, à la question no 104 de M. Servais Verherstraeten du 19 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 17 februari 2005, op de vraag nr. 104 van de heer Servais Verherstraeten van 19 januari 2005 (N.) : 1. L’honorable membre trouvera les résultats de l’étude SNT Belgium dans le document en annexe. Étant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires). 1. In het document als bijlage vindt het geachte lid de resultaten van de studie van SNT Belgium. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen). CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10755 2. a) L’étude de SNT Belgium fait partie d’un projet d’amélioration de l’accueil auquel la CAPAC s’est engagée dans le contrat d’administration actuel. À la CAPAC, d’autres formes d’accueil sont également importantes, notamment l’accueil au guichet. C’est pourquoi, un plan d’action séparé s’attache principalement à l’amélioration de l’accueil téléphonique. Un groupe de travail formulera et élaborera un certain nombre de propositions afin d’obtenir une amélioration significative de l’accueil téléphonique. Ce groupe de travail se réunit tous les mois. Les résultats de l’étude SNT Belgium sont naturellement essentiels pour la poursuite des actions de ce groupe de travail. 2. a) De studie van SNT Belgium maakt deel uit van een verbeteringsproject « verbetering van het onthaal » waartoe de HVW zich verbonden heeft in de lopende bestuursovereenkomst. Bij de HVW zijn ook andere vormen van onthaal erg belangrijk, onder meer het onthaal aan het loket. Daarom werd een apart actieplan opgestart dat voornamelijk de verbetering van het telefoononthaal op het oog heeft. Een werkgroep, zal dit jaar een aantal voorstellen formuleren en uitwerken om tot een aanzienlijke verbetering van het telefoononthaal te komen. Deze werkgroep komt maandelijks samen. De resultaten van de studie SNT Belgium zijn uiteraard erg belangrijk voor de sturing van deze werkgroep. b) En ce qui concerne la CAPAC, les recommandations émanant de l’enquête seront appliquées à toutes les divisions. La CAPAC souhaite accroı̂tre l’accessibilité de chaque division et désire également optimaliser l’infrastructure téléphonique. Les actions suivantes sont, entre autres, prévues : b) Wat de HVW betreft zullen de aanbevelingen uit het onderzoek geı̈mplementeerd worden in alle afdelingen. Omdat de HVW de bereikbaarheid in elke afdeling wil verhogen en omdat zij ook de telefooninfrastructuur wil optimaliseren, worden ondermeer volgende acties gepland : — Sensibilisation : pour mettre l’accent sur l’importance d’un accueil téléphonique de qualité. Ces actions sont déjà en cours. — Sensibiliseringsacties om het belang van een goed telefoononthaal te benadrukken. Deze acties zijn volop aan de gang. — Formation : un cours de rattrapage « accueil téléphonique » et un cours d’initiation pour les nouveaux agents seront organisés dans les semaines et mois à venir. — Opleiding : een herhalingscursus « telefoononthaal » en een initiatiecursus voor de nieuwelingen wordt georganiseerd in de komende weken en maanden. — L’inventaire de l’infrastructure technique sera terminé au 1er mai 2005 afin de pouvoir l’utiliser pour d’éventuelles améliorations. — Een inventaris van de technische infrastructuur zal afgerond worden tegen 1 mei 2005 om deze van daaruit te koppelen aan mogelijke verbeteringen. — Pour fin 2005, la possibilité de créer un callcenter sera examinée. — Voor het einde van dit jaar zullen ook de mogelijkheden van een call center worden onderzocht. — Cette année également, examen et adaptation des méthodes de travail concernant l’accueil téléphonique. — Ten slotte zullen dit jaar ook de werkmethoden inzake telefoononthaal worden onderzocht en aangepast. c) Fin de l’année, la CAPAC organisera une évaluation interne, notamment au moyen d’une nouvelle enquête. c) De HVW plant voor het einde van het jaar een interne evaluatie te maken ondermeer door het organiseren van een nieuwe steekproef. 3. a) et b) Deux autres enquêtes ont été réalisées auprès des maisons de Justice d’Anvers et de Charleroi. Les résultats seront disponibles dans les prochaines semaines. 3. a) en b) Twee andere onderzoeken werden gevoerd bij de Justitiehuizen van Antwerpen en Charleroi. De resultaten zullen in de loop van de volgende weken beschikbaar zijn. 4. Le contrat avec la société SNT Belgium est un contrat cadre conclu pour 3 ans par le SPF Personnel et Organisation. Tout service fédéral peut y faire appel pour une analyse de l’accessibilité de ses services jusqu’à la mi-2006. Un instrument de mesure est donc déjà disponible. 4. Het contract met SNT Belgium is een raamcontract gesloten voor 3 jaar door de FOD Personeel en Organisatie. Elke federale dienst kan er tot midden 2006 een beroep op doen voor een analyse van de toegankelijkheid van zijn diensten. Een meetinstrument is dus al beschikbaar. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10756 Intégration sociale Maatschappelijke Integratie DO 2003200421283 DO 2003200421283 Question no 49 de M. Roel Deseyn du 9 juillet 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances : Vraag nr. 49 van de heer Roel Deseyn van 9 juli 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Connexion à l’internet de dix maisons de repos en Wallonie. Aansluiting van tien rusthuizen op het internet in Wallonië. Les pensionnaires de dix maisons de repos situées en Wallonie pourront bientôt naviguer sur le réseau internet. Le ministre wallon de la Santé publique, Thierry Detienne (Écolo), a dégagé un budget de 12 500 euros à cette fin. Chaque établissement sera équipé d’un ordinateur avec connexion internet tandis qu’une formation à l’utilisation du nouveau média sera dispensée à un membre du personnel et à un pensionnaire, qui pourront initier à leur tour d’autres personnes âgées intéressées. De bejaarden uit tien Waalse rustoorden kunnen binnenkort het internet op. Daarvoor trok Waalse minister van Volksgezondheid, Thierry Detienne (Écolo), 12 500 euro uit. Naast een computer met internetaansluiting krijgt elke instelling ook een internetopleiding aangeboden voor een personeelslid en een bewoner, die op hun beurt geı̈nteresseerde senioren vertrouwd kunnen maken met het nieuwe medium. 1. Prévoit-on de coordonner des actions similaires au niveau fédéral ? 1. Zijn er plannen om gelijkaardige acties federaal te coördineren ? 2. D’aucuns proposent d’utiliser des pc qui seraient offerts par des entreprises. De plus, la connexion internet dans les CPAS pourrait être facturée au même tarif préférentiel que celui appliqué pour les hôpitaux et les écoles. Ces deux propositions pourraient être soutenues au niveau fédéral. 2. Sommigen suggereren gebruik te maken van pc’s die door bedrijven kunnen worden geschonken. Daar bovenop zou men voor de internetaansluiting in OCMW’s hetzelfde voordeeltarief kunnen aanrekenen als voor ziekenhuizen en scholen. Beide suggesties zouden federaal kunnen ondersteund worden. a) Quelle est votre position à cet égard ? a) Hoe staat u hier tegenover ? b) À combien s’élèverait alors le coût total ? b) Hoeveel zou de totale kostprijs dan bedragen ? 3. Sous la législature précédente, un projet-pilote a été mené avec succès par la BIBA dans un hôpital, en utilisant des setup boxes. 3. Een pilootproject van BIBA met setup-boxen in een ziekenhuis werd onder uw voorganger succesvol bevonden. a) Que pensez-vous de la possibilité de fournir aux seniors qui le demandent un accès à l’internet par ce moyen ? a) Hoe staat u tegenover de mogelijkheid om senioren die daar om vragen via deze weg internettoegang te geven ? b) Ce système peut-il également être utilisé dans le cadre de l’e-care ? b) Kan het systeem ook ingeschakeld worden voor e-care ? Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances du 14 février 2005, à la question no 49 de M. Roel Deseyn du 9 juillet 2004 (N.) : Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 14 februari 2005, op de vraag nr. 49 van de heer Roel Deseyn van 9 juli 2004 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. 1. Je prépare actuellement avec le secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État un plan d’action national d’inclusion digitale. Ce plan d’action ne se limite 1. Samen met de staatssecretaris voor de Informatisering van de Staat werk ik momenteel aan een nationaal actieplan voor digitale insluiting. Dit actieplan CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10757 toutefois pas au groupe cible des personnes âgées ou des résidents de maisons de repos. voor digitale insluiting. Dit actieplan beperkt zich echter niet tot de doelgroep van senioren of rusthuisbewoners. 2. a) Je prépare actuellement une action concrète en vue de mettre dix parcs informatiques à la disposition des CPAS. Ces parcs informatiques seront en grande partie composés de matériel de seconde main. 2. a) Ik bereid momenteel een concrete actie voor waarbij tien informaticaparken ter beschikking van de OCMW’s worden gesteld. Deze informaticaparken zouden grotendeels bestaan uit tweedehands materieel. b) Le coût total du projet en préparation s’élève à 105 907,20 euros. b) De totale kostprijs van het project in voorbereiding bedraagt 105 907,20 euro. 3. Pour cette raison, je vous renvoie à la réponse donnée par M. Vanvelthoven, secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État (question n 18 du 4 juin 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 40, p. 6274). 3. Voor deze vraag verwijs ik naar het antwoord van de heer Vanvelthoven, staatssecretaris voor de Informatisering van de Staat (vraag nr. 18 van 4 juni 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 40, blz. 6274). DO 2004200502767 DO 2004200502767 Question no 83 de Mme Annemie Turtelboom du 12 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances : Vraag nr. 83 van mevrouw Annemie Turtelboom van 12 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Chèques-mazout. Stookoliecheques. Pour répondre aux fluctuations importantes des prix des produits pétroliers, le gouvernement avait élaboré en 2000 un système de chèques-mazout devant permettre à un certain nombre de consommateurs que les prix élevés mettaient en difficulté de pouvoir continuer à s’approvisionner. Le gouvernement de l’époque a été amené à prendre une décision dans l’urgence et a opté pour l’octroi d’une intervention forfaitaire aux plus démunis. À cette époque, le prix du pétrole brut avait atteint un niveau encore inégalé à ce jour. In 2000 heeft de regering, als antwoord op de grote prijsschommelingen voor de aardolieproducten, een soort van regeling uitgewerkt, door middel van stookoliecheques, om een aantal consumenten die door de hoge prijzen in moeilijkheden waren geraakt toch toe te staan zich te bevoorraden. De toenmalige regering moest toen dringend een beslissing nemen en men heeft een forfaitaire tegemoetkoming aan de minstbedeelden toegekend. De prijs van de ruwe aardolie had in die tijd hoogten bereikt die zelfs vandaag niet worden geëvenaard. 1. Combien de familles ont bénéficié des chèquesmazout ? 1. Aan hoeveel gezinnen werden in totaal stookoliecheques toegekend ? 2. Quelle était la valeur totale en euros des chèques distribués ? 2. Voor een totale waarde van hoeveel euro ? 3. Pourriez-vous me fournir ces chiffres pour les communes de Puurs, de Bornem, de Willebroek et de Sint-Amands ? 3. Kan u verder een overzicht geven voor de gemeenten Puurs, Bornem, Willebroek en SintAmands ? 4. a) Une tendance se dégage-t-elle de ces chiffres ? 4. a) Is er een tendens in de cijfers ? b) Dans l’affirmative, laquelle ? b) Zo ja, welke ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1359 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10758 Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances du 15 février 2005, à la question no 83 de Mme Annemie Turtelboom du 12 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 15 februari 2005, op de vraag nr. 83 van mevrouw Annemie Turtelboom van 12 januari 2005 (N.) : En réponse à ses questions, je communique les informations suivantes à l’honorable membre. Als antwoord op haar vragen, kan ik het geachte lid het volgende meedelen. 1. À la suite de la mesure introduite par l’arrêté royal du 20 septembre 2000 portant octroi d’une allocation à titre d’intervention unique dans les frais de gasoil de chauffage, 246 699 ménages ont bénéficié de l’allocation de chauffage. 1. Met toepassing van de maatregel die bij het koninklijk besluit van 20 september 2000 houdende toekenning van een toelage als eenmalige tegemoetkoming in de huisbrandoeliekosten, werd ingevoerd, hebben 246 699 gezinnen een verwarmingstoelage genoten. 2. La valeur totale 26 159 282,72 euros. 2. Er werd voor een totaal 26 159 282,72 euro toegekend. distribuée s’élevait à bedrag van 3. Le CPAS de Puurs a octroyé une allocation de chauffage à 370 ménages pour un coût total de 1 259 918 francs. 3. Het OCMW van Puurs heeft aan 370 gezinnen een verwarmingstoelage toegekend voor een totaal bedrag van 1 259 918 frank. Le CPAS de Bornem a octroyé une allocation de chauffage à 301 ménages pour un coût total de 1 329 400 francs. Het OCMW van Bornem heeft aan 301 gezinnen een verwarmingstoelage toegekend voor een totaal bedrag van. 1 329 400 frank. Le CPAS de Willebroek a octroyé une allocation de chauffage à 209 ménages pour un coût total de 2 177 985 francs. Het OCMW van Willebroek heeft aan 209 gezinnen een verwarmingstoelage toegekend voor een totaal bedrag van 2 177 985 frank. Le CPAS de Sint-Amands a octroyé une allocation de chauffage à 262 ménages pour un coût total de 97 299 francs. Het OCMW van Sint-Amands heeft aan 262 gezinnen een verwarmingstoelage toegekend voor een totaal bedrag van 97 299 frank. À titre de rappel, l’arrêté royal précité du 20 septembre 2000 prévoyait que le montant de l’allocation de chauffage s’élevait à 5 francs par litre avec un maximum de 5 000 francs. Ter herinnering, het voormelde koninklijk besluit van 20 september 2000 bepaalde dat er een bedrag van 5 frank per liter met een maximum van 5 000 frank als verwarmingstoelage kon worden toegekend. 4. II apparaı̂t que cette mesure constituait un réel besoin et qu’une approche structurelle de ce type d’aide s’avérait nécessaire. 4. Het blijkt dat deze maatregel aan een reële nood beantwoordt en dat een structurele benadering van soortgelijke hulp nodig is. C’est dans ce cadre que la loi programme du 27 décembre 2004, publiée au Moniteur belge le 31 décembre 2004, crée le Fonds social Mazout. In dit kader werd een Sociaal Stookoliefonds gecreëerd bij de programmawet van 27 december 2004 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 december 2004. DO 2004200502843 DO 2004200502843 Question no 84 de M. Bart Laeremans du 17 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances : Vraag nr. 84 van de heer Bart Laeremans van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Plan de répartition des demandeurs d’asile. Spreidingsplan voor asielzoekers. La commune de Grimbergen a enregistré une augmentation importante du nombre de dossiers de demande d’asile au cours des dernières années. On De gemeente Grimbergen kende de voorbije jaren een merkwaardige aangroei van het aantal nieuwe asieldossiers. Zo waren er in 2002 een vijftigtal nieuwe CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10759 dénombrait ainsi une cinquantaine de nouveaux dossiers en 2002, 118 en 2003. Et en 2004, un nombre record de 208 nouveaux dossiers est attendu pour la fin de l’année. dossiers, in 2003 118 en in 2004 wordt tegen het jaareinde een recordaantal van 208 nieuwe dossiers verwacht. Ces chiffres singuliers semblent contredire la tendance à la baisse du nombre de demandeurs d’asile dans notre pays. Deze opmerkelijke cijfers lijken sterk in tegenspraak met de naar verluidt dalende tendens van het aantal asielzoekers in het land. Selon mes informations, cette augmentation n’est pas observée dans les autres communes. Volgens mijn informatie doet zich in andere gemeenten geen dergelijke stijging voor. 1. Pouvez-vous expliquer cette augmentation étonnante ? 1. Kan u een verklaring geven omtrent deze opmerkelijke stijging ? 2. Pouvez-vous également préciser le mode de calcul appliqué ? 2. Kan hierbij tevens gedetailleerd worden uiteengezet hoe deze berekening gebeurt ? 3. Pouvez-vous enfin communiquer, pour les 35 communes de la région de Hal-Vilvorde, le nombre de dossiers attribués par commune en 2002, 2003 et 2004 ? 3. Kan u ten slotte voor alle 35 gemeenten uit HalleVilvoorde weergeven hoeveel dossiers er per gemeente werden toegewezen in het jaar 2002, 2003 en 2004 ? Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’Égalité des chances du 15 février 2005, à la question no 84 de M. Bart Laeremans du 17 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 15 februari 2005, op de vraag nr. 84 van de heer Bart Laeremans van 17 januari 2005 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mede te delen. 1. Depuis le 1er janvier 2001, les demandeurs d’asile qui ont introduit leur demande d’asile après cette date bénéficient d’une aide matérielle pendant la première phase de la procédure d’asile. Une aide financière ne peut être octroyée au demandeur d’asile qu’à partir de la seconde phase — à savoir pendant l’examen en tant que tel de la demande — par le CPAS désigné sur la base du plan de répartition. Toutefois, l’arrêté ministériel du 29 novembre 1999 offre aux CPAS la possibilité de créer une initiative locale d’accueil (ILA) sur le territoire de la commune. Afin d’encourager la création d’ILA, l’arrêté royal du 12 janvier 2000 a instauré un « double comptage » dans le plan de répartition en ce qui concerne les places pour adultes : 1 place pour adulte dans une ILA est égale à 2 affectations dans le plan de répartition. Ce système de « doubles comptages » a permis à de nombreux CPAS d’atteindre leur quota fixé par le plan de répartition. Dès lors, seul un nombre réduit de CPAS ont encore participé au plan de répartition pour l’accueil de demandeurs d’asile pendant la phase d’examen du bien-fondé de leur demande (en d’autres termes, pour l’octroi d’une aide financière), de sorte que la durée de validité d’un plan de répartition a par ailleurs été écourtée. L’arrêté royal du 14 décembre 2004 a modifié le plan de répartition pour cette raison. Le quota a ainsi été porté de 5 000 à 15 000. Le nombre de CPAS participant à un plan de répartition a ainsi été triplé et la durée de validité d’un 1. Sinds 1 januari 2001 krijgen asielzoekers die hun asielaanvraag na deze datum hebben ingediend, materiële steun tijdens de eerste fase van de asielprocedure. Pas vanaf de tweede fase — namelijk tijdens het onderzoek ten gronde — kan aan een asielzoeker financiële steun worden verleend door het OCMW dat op basis van het spreidingsplan wordt aangeduid. Het ministerieel besluit van 29 november 1999 biedt de OCMW’s echter de mogelijkheid om op het grondgebied van de gemeente een Lokaal Opvanginitiatief (LOI) op te richten. Om deze oprichting van LOI’s aan te moedigen, heeft het koninklijk besluit van 12 januari 2000 in het spreidingsplan een « dubbeltelling » ingevoerd van de plaatsen voor volwassenen : 1 plaats voor een volwassene in een LOI staat gelijk met 2 toewijzingen in het spreidingsplan. Dit systeem van « dubbeltellingen » heeft veel OCMW’s in de staat gesteld om hun quotum, zoals bepaald door het spreidingsplan, te behalen. Dit had tot gevolg dat slechts een klein aantal OCMW’s nog deelnamen aan het spreidingsplan voor de opvang van de asielzoekers in de gegrondheidsfase (met andere woorden voor het verlenen van financiële steun), waardoor tevens de geldigheidsduur van een spreidingsplan korter werd. Bij koninklijk besluit van 14 december 2004 werd daarom het spreidingsplan gewijzigd. Het quotum werd daarbij van 5 000 naar 15 000 gebracht. Het aantal OCMW’s dat aan het spreidingsplan deelneemt wordt daardoor verdrievou- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10760 plan de répartition a été portée à environ une année (actuellement environ 7 semaines). digd en de geldigheidsduur van een spreidingsplan op ongeveer één jaar gebracht (momenteel was dit ongeveer 7 weken). 2. Le calcul des unités de quota par CPAS est basé sur des paramètres objectifs (chiffre de la population, recettes provenant de l’impôt des personnes physiques, nombre de bénéficiaires d’un revenu d’intégration) et est actuellement applicable à un contingent de 15 000 places à attribuer. La formule spécifique figure dans l’article 2 de l’arrêté royal du 7 mai 1999 fixant les critères d’une répartition harmonieuse entre les communes des étrangers visés par l’article 54, § 1er, de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers. Il faut encore éventuellement déduire de ce résultat par CPAS le nombre de places (doubles) dans une ILA, pour connaı̂tre le chiffre effectif en vue des attributions « aides financières ». 2. De berekening van de quotumeenheden per OCMW gebeurt op basis van objectieve parameters (bevolkingsaantal, inkomsten uit personenbelasting, aantal leefloners) en is momenteel van toepassing op een contingent van 15 000 toe te wijzen plaatsen. De specifieke formule is terug te vinden in het artikel 2 van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 tot vaststelling van de criteria voor een harmonieuze verdeling over de gemeentes van de vreemdelingen bedoeld in artikel, 54, § 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Van dit resultaat per OCMW moet eventueel nog het aantal (dubbele) plaatsen in een LOI worden afgetrokken, om het effectief cijfer te kennen voor de toewijzingen « financiële steun ». 3. Un plan de répartition n’est pas établi pour une période déterminée, mais il est tenu compte d’un certain contingent de demandeurs d’asile qui doivent être répartis d’une manière harmonieuse sur le territoire d’un certain nombre de communes. Il est impossible de fournir par CPAS et pour une période déterminée un aperçu de nombre de demandeurs d’asile affectés. Par ailleurs, mes services ne disposent que des chiffres concernant les unités de quota par plan de répartition. 3. Een spreidingsplan wordt niet opgemaakt voor een bepaalde periode, maar er wordt uitgegaan van een bepaald contingent asielzoekers dat op een harmonieuze wijze dient gespreid te worden over het grondgebied van een aantal gemeenten. Het is dus onmogelijk per OCMW voor een welbepaalde periode een overzicht te leveren van het aantal toegewezen asielzoekers. Bovendien beschikken mijn diensten enkel over de cijfers betreffende de quotumeenheden per spreidingsplan. Il s’agit d’un chiffre théorique; le nombre de demandeurs d’asile réellement affectés par plan de répartition sera donc pour certains CPAS inférieur au quota à répartir (cf. supra). Un tableau est dès lors joint cidessous, au sujet de la répartition du nombre d’unités de quotas par plan de répartition pour les 35 communes de l’arrondissement de Hal-Vilvorde, et ce à partir du plan de répartition numéro 24 applicable le 26 septembre 2001 jusqu’au plan numéro 39 inclus. Dit is een theoretisch cijfer, het aantal daadwerkelijk toegewezen asielzoekers per spreidingsplan zal voor een aantal OCMW’s dus lager liggen dan het te verdelen quotum (cf. supra). Hieronder wordt dan ook een tabel gevoegd betreffende de verdeling van het aantal quotumeenheden per spreidingsplan voor de 35 gemeenten van het arrondissement HalleVilvoorde, en dit vanaf het spreidingsplan nummer 24 dat van toepassing was op 26 september 2001 tot en met plan nummer 39. Plan de répartition : 24-39 Spreidingsplan : 24-39 NIS CPAS — OCMW 23002 Asse ...................... 23003 Beerzel. — Beersel 23009 Biévène. — Bever .. 24 25 24 28 1 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 25 28 1 26 21 36 1 27 20 35 1 28 29 23 36 1 23 36 1 2004 30 24 36 1 2005 31 24 36 1 32 24 36 1 33 24 36 1 34 24 36 1 35 0 32 1 36 0 32 1 37 0 32 1 38 0 32 1 39 0 33 1 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 CPAS — OCMW NIS 23016 Dilbeek ................. 23023 Gammerages. — Galmaarden .......... 23024 Gooik ................... 23025 Grimbergen ........... 23027 Hal. — Halle ........ 23032 Herne .................... 23033 Hoeilaart .............. 23038 Kampenhout ......... 23039 Kapelle-op-den-Bos 23044 Liedekerke ............ 23045 Londerzeel ............ 23047 Machelen .............. 23050 Meise .................... 23052 Merchtem ............. 23060 Opwijk ................. 23062 Overijse ................ 23064 Pepingen ............... 23077 Leeuw-Saint-Pierre. — Sint-PietersLeeuw ................... 23081 Steenokkerzeel ...... 23086 Ternat ................... 23088 Vilvorde. — Vilvoorde .............. 23094 Zaventem .............. 23096 Zemst ................... 23097 Roosdaal ............... 23098 Drogenbos ............ 23099 Crainhem. — Kraainem .............. 23100 Linkebeek ............. 23101 Rhode-SaintGénèse. — SintGenesius-Rode ...... 23102 Wemmel ............... 23103 WesembeekOphem. — Wezembeek-Oppem ......... 23104 Lennik .................. 23105 Affligem ................ Plan Plan Plan Plan Plan Plan Plan Plan Plan 24 : 25 : 26 : 27 : 28 : 29 : 30 : 31 : 32 : 10761 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 28 29 28 28 30 30 30 30 30 30 30 31 31 31 31 31 7 7 30 23 5 8 8 7 8 13 10 15 11 10 21 4 8 6 30 24 4 9 8 7 9 13 10 18 11 10 40 5 8 6 29 25 4 8 9 7 9 13 9 19 10 8 22 5 8 6 29 25 4 8 9 7 9 13 9 18 10 8 22 5 6 6 25 25 4 9 9 7 8 13 10 16 11 9 19 5 6 6 25 25 4 9 9 7 8 13 10 16 11 9 19 5 6 6 26 25 4 9 9 7 8 13 10 16 11 10 19 5 6 6 26 25 4 9 9 7 9 13 10 16 11 10 19 5 6 6 26 25 4 9 9 7 9 13 10 16 11 10 19 5 6 6 26 25 4 9 9 7 9 13 10 16 11 10 19 5 6 6 26 25 4 9 9 7 9 13 10 16 11 10 19 5 6 6 26 25 5 9 10 7 9 14 9 17 10 10 19 6 6 8 26 25 5 9 10 7 9 14 9 17 10 10 19 6 6 6 26 25 5 9 10 7 9 14 9 17 10 10 19 6 6 6 26 25 5 9 10 7 9 14 9 17 10 10 19 6 6 6 26 25 5 9 10 7 9 14 9 17 10 10 19 6 24 0 13 23 0 14 24 0 14 24 0 14 21 0 15 21 0 15 21 0 15 21 0 15 21 0 15 21 0 15 21 0 15 21 0 13 21 0 13 21 0 13 21 0 13 21 0 13 25 22 17 9 3 24 22 17 8 3 23 20 17 8 3 23 20 16 7 3 25 21 17 8 3 25 21 17 8 3 25 21 17 8 3 25 21 17 8 3 25 21 17 8 3 25 21 17 8 3 25 21 17 8 3 25 20 19 8 3 25 21 19 8 3 25 20 19 8 3 25 21 19 8 3 25 21 19 8 3 11 4 12 4 12 4 12 4 13 4 13 4 13 4 13 4 13 4 13 4 13 4 9 4 10 4 10 4 10 4 10 4 16 12 16 13 16 12 16 12 15 13 15 13 15 13 15 13 15 13 15 13 15 13 16 12 16 12 16 12 16 12 16 12 12 7 9 11 7 9 11 9 9 11 9 9 11 8 9 11 8 9 11 8 9 11 8 9 11 8 9 11 8 9 11 8 9 12 8 9 12 8 9 12 8 9 12 8 9 12 8 9 Date d’entrée en vigueur : 26 septembre 2001. 25 mars 2002. 29 août 2002. 10 janvier 2003. 19 mars 2003. 20 mai 2003. 29 juillet 2003. 15 octobre 2003. 7 janvier 2004. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE Plan Plan Plan Plan Plan Plan Plan Plan Plan 2004 2005 24 : 25 : 26 : 27 : 28 : 29 : 30 : 31 : 32 : Datum invoegetreding : 26 september 2001. 25 maart 2002. 29 augustus 2002. 10 januari 2003. 19 maart 2003. 20 mei 2003. 29 juli 2003. 15 oktober 2003. 7 januari 2004. KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10762 Plan Plan Plan Plan Plan Plan Plan 33 : 34 : 35 : 36 : 37 : 38 : 39 : 23 février 2004. 22 avril 2004. 14 juin 2004. 30 juillet 2004. 10 septembre 2004. 4 novembre 2004. 14 décembre 2004. Plan Plan Plan Plan Plan Plan Plan 33 : 34 : 35 : 36 : 37 : 38 : 39 : 23 februari 2004. 22 april 2004. 14 juni 2004. 30 juli 2004. 10 september 2004. 4 november 2004. 14 december 2004. Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en van Pensioenen Environnement Leefmilieu DO 2004200503007 DO 2004200503007 Question no 45 de Mme Muriel Gerkens du 29 décembre 2004 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Vraag nr. 45 van mevrouw Muriel Gerkens van 29 december 2004 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : Avis du Conseil fédéral de développement durable. — Dérogations. — Motifs. Adviezen van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. — Afwijkingen. — Redenen. L’article 11, § 6, de la loi du 5 mai 1997 relative à la coordination de la politique fédérale de développement durable, impose au gouvernement d’indiquer les motifs pour lesquels il est éventuellement dérogé à l’avis du Conseil fédéral de développement durable (CFDD). Krachtens artikel 11, § 6, van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling, moet de regering de motieven aangeven voor het eventueel afwijken van het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. 1. Pouvez-vous communiquer pour les avis du CFDD qui concernent une de vos compétences, si vous avez indiqué les motifs pour lesquels vous n’avez pas, le cas échéant, suivi l’avis du CFDD ? 1. Heeft u de motieven aangegeven waarvoor u gebeurlijk afgeweken bent van een advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling met betrekking tot een van uw bevoegdheden ? 2. Quand ? 2. Zo ja, wanneer was dat ? 3. Quels étaient ces motifs ? 3. Wat waren die motieven ? Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 18 février 2005, à la question no 45 de Mme Muriel Gerkens du 29 décembre 2004 (Fr.) : Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 18 februari 2005, op de vraag nr. 45 van mevrouw Muriel Gerkens van 29 december 2004 (Fr.) : La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. Étant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires). Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen). CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10763 DO 2004200503168 DO 2004200503168 Question no 46 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Vraag nr. 46 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan. Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique. Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen. Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 16 février 2005, à la question no 46 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 16 februari 2005, op de vraag nr. 46 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : Je renvoie l’honorable membre à la réponse du premier ministre (question no 70 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10614) et du ministre de la Fonction publique (question no 105 du 20 janvier 2005) auxquels il a également posé cette question. Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord van de eerste minister (vraag nr. 70 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10614) en van de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 105 van 20 januari 2005) aan wie hij die vraag ook gesteld heeft. DO 2004200503169 DO 2004200503169 Question no 47 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Vraag nr. 47 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité. L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le contrôle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit. Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst. Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ? Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 15 février 2005, à la question no 47 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 15 februari 2005, op de vraag nr. 47 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : Je renvoie l’honorable membre à la réponse du vicepremier ministre et ministre du Budget (question no 42 du 20 janvier 2005) et du ministre de la Fonction publique auxquels il a également posé cette question. (Question no 106 du 20 janvier 2005.) Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting (vraag nr. 42 van 20 januari 2005) en de minister van Ambtenarenzaken aan wie hij deze vraag ook gesteld heeft. (Vraag nr. 106 van 20 januari 2005.) CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10764 DO 2004200503175 DO 2004200503175 Question no 48 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Vraag nr. 48 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad. Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique. Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten. Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 16 février 2005, à la question no 48 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 16 februari 2005, op de vraag nr. 48 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) : Je renvoie l’honorable membre à la réponse du premier ministre (question no 72 du 24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10615) et du ministre de la Fonction publique (question no 108 du 24 janvier 2005) auxquels il a également posé cette question. Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord van de eerste minister (vraag nr. 72 van 24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10615) en van de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 108 van 24 januari 2005) aan wie hij die vraag ook gesteld heeft. Pensions Pensioenen DO 2004200502582 DO 2004200502582 Question no 56 de M. Guy D’haeseleer du 3 novembre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Vraag nr. 56 van de heer Guy D’haeseleer van 3 november 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : Services publics fédéraux. — Délégués syndicaux permanents. Federale overheidsdiensten. — Vaste vakbondsafgevaardigden. L’article 77, § 1er, de l’arrêté royal du 28 septembre 1984 portant exécution de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités dispose que dès qu’un membre du personnel est agréé en qualité de délégué permanent d’une organisation syndicale, celui-ci est placé en congé syndical de plein droit. Bien qu’un délégué syndical permanent ne soit pas soumis à l’autorité hiérarchique, il est censé être en activité de service. Il conserve, entre autres, son droit au traitement et à l’avancement de traitement et de grade. Conformément à l’article 78 de l’arrêté royal précité du 28 septembre 1984, chaque organisation syndicale doit, avant la fin de chaque trimestre, rembourser à l’autorité une somme égale au montant total des payements effectués au cours du trimestre précédent au délégué permanent ou à ses ayants droit Artikel 77, § 1, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel bepaalt dat, van zodra een personeelslid als vaste afgevaardigde van een vakorganisatie is erkend, dit personeelslid van rechtswege met vakbondsverlof is. Hoewel een vaste vakbondsafgevaardigde niet onderworpen is aan het hiërarchische gezag, wordt hij geacht in actieve dienst te zijn. Het behoudt onder meer zijn recht op wedde en op bevordering tot een hogere wedde en tot een hogere graad. Artikel 78 van het voornoemde koninklijk besluit van 28 september 1984 legt aan de vakorganisatie de verplichting op om vóór het einde van ieder kwartaal aan de overheid een som terug te storten die gelijk is aan het totale bedrag van de betalingen die gedurende het vorige kwartaal CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10765 en raison de sa qualité de membre du personnel. Les remboursements ne comprennent toutefois pas, entre autres, les cotisations patronales ainsi qu’un certain nombre de primes et d’avantages octroyés (cf. article 78, § 2, de l’arrêté royal du 28 septembre 1984). werden verricht aan de vaste afgevaardigde of aan zijn rechthebbenden op grond van zijn hoedanigheid van personeelslid. In de terugbetalingen zijn echter onder meer de werkgeversbijdragen, alsook een aantal premies en toegekende voordelen niet begrepen (cf. artikel 78, § 2, van het koninklijk besluit van 28 september 1984). 1. Combien de délégués syndicaux permanents, au sens précité, comptent votre(vos) service(s) public(s) fédéral(aux) et les autres services fédéraux relevant de votre compétence ? 1. Kan u meedelen hoeveel vaste vakbondsafgevaardigden in hoger vermelde zin uw federale overheidsdienst(en) en in de andere overheidsdiensten die onder uw gezag ressorteren, tellen ? 2. À combien s’élevaient les dépenses non remboursées par les syndicats et payées en 2003 par les autorités fédérales pour ces membres du personnel (entre autres les cotisations patronales) ? 2. Hoeveel bedroegen de niet door de vakorganisaties terugbetaalde uitgaven die de federale overheid in 2003 deed voor deze personeelsleden (onder meer werkgeversbijdragen) ? 3. a) De quels comités, créés pour les services publics concernés relevant de votre compétence, les délégués syndicaux font-ils partie ? 3. a) Van welke comités die voor de betreffende onder uw gezag ressorterende overheidsdiensten werden opgericht, maken vakbondsafgevaardigden deel uit ? b) Quelles indemnités ont-ils reçues à cet effet en 2003 ? b) Welke vergoedingen ontvingen zij hiervoor in het jaar 2003 ? Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 18 février 2005, à la question no 56 de M. Guy D’haeseleer du 3 novembre 2004 (N.) : Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 18 februari 2005, op de vraag nr. 56 van de heer Guy D’haeseleer van 3 november 2004 (N.) : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit. In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Office national des Pensions Rijksdienst voor Pensioenen 1. L’Office national des pensions comptait en 2003 trois délégués permanents. 1. De Rijksdienst voor pensioenen telde in 2003 drie vaste vakbondsafgevaardigden. 2. Pour deux d’entre eux, aucun remboursement n’a été réclamé aux organisations syndicales en application de l’arrêté royal du 20 avril 1999 portant exécution de l’article 18, alinéa 3, de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités. Cette disposition prévoit en effet la dispense des remboursements visés à l’article 78 sous certaines conditions. 2. Met toepassing van het koninklijk besluit van 20 april 1999 tot uitvoering van artikel 18, derde lid, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, werd voor twee onder hen niets teruggevorderd van de vakorganisaties. Deze beschikking voorziet inderdaad, onder bepaalde voorwaarden, in de vrijstelling van de terugbetalingen zoals bedoeld in artikel 78. Les dépenses non remboursées pour ces deux agents en 2003 par l’Office national des pensions s’élevaient respectivement à 42 910,88 euros et 43 849,85 euros (cotisation patronale comprise). En ce qui concerne le troisième délégué, seules les cotisations patronales étaient à charge de l’organisme. Elles se sont élevées à 2 905,32 euros pour 2003. In 2003 bedroegen de niet terugbetaalde uitgaven die de Rijksdienst voor pensioenen voor hen deed respectievelijk 42 910,88 euro en 43 849,85 euro (werkgeversbijdragen inbegrepen). Voor de derde afgevaardigde vallen enkel de werkgeversbijdragen ten laste van de instelling en deze bedroegen 2 905,32 euro in 2003. 3. Au sein de l’Office national deux comités ont été érigés dont les délégués syndicaux font partie : le Comité de concertation de base et le Comité du service social. 3. In de schoot van de Rijksdienst zijn twee comités opgericht waarvan de vakbondsafgevaardigden deel uitmaken : het Basisoverlegcomité en het Comité van de sociale dienst. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1360 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10766 Aucune allocation ne leur a été attribuée à cet effet en 2003. Administration des Pensions Hiervoor werden in 2003 geen vergoedingen uitbetaald. Administratie der Pensioenen 1. L’administration des Pensions compte un seul membre du personnel néerlandophone de niveau C détaché comme délégué syndical permanent. 1. De administratie der Pensioenen telt slechts één Nederlandstalig personeelslid van niveau C dat gedetacheerd is als vaste vakbondsafgevaardigde. 2. Pour ce délégué syndical, seule la cotisation patronale, d’un montant de 1 087,92 euros pour l’année 2003, n’a pas été remboursée à l’État fédéral (article 78 de l’arrêté royal du 28 septembre 1984). 2. Voor deze vakbondsafgevaardigde werd enkel de werkgeversbijdrage voor het jaar 2003 die gelijk is aan 1 087,92 euro, niet terugbetaald aan de Federale Staat (artikel 78, § 2 van het koninklijk besluit van 28 september 1984). 3. L’administration des Pensions ne dispose pas de comités dont font partie des délégués syndicaux, l’intéressé étant détaché hors administration. Aucune allocation n’a donc été liquidée en 2003. 3. De administratie der Pensioenen heeft geen comités waarvan vakbondsafgevaardigden deel uitmaken; betrokkene is buiten de administratie gedetacheerd. Er werden in 2003 dan ook geen vergoedingen uitbetaald. DO 2004200502853 DO 2004200502853 Question no 66 de M. Geert Lambert du 9 décembre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Vraag nr. 66 van de heer Geert Lambert van 9 december 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : Services ministériels. — Fonctionnaires. — Activité accessoire. — Autorisation. Ministeriële diensten. — Ambtenaren. — Bijberoep. — Toelating. 1. Les fonctionnaires attachés à vos services ministériels et qui souhaitent exercent une activité accessoire, doivent-ils en demander l’autorisation ? 1. Dienen ambtenaren bij uw ministeriële diensten de toelating te vragen wanneer zij een bijberoep willen uitvoeren ? 2. Pouvez-vous indiquer, le cas échéant, combien de demandes vous ont déjà été adressées au cours des deux dernières années ? 2. Kan u in voorkomend geval meedelen hoeveel aanvragen u reeds kreeg gedurende de jongste twee jaar ? 3. Pouvez-vous dire combien d’agents de vos services ministériels exercent une activité accessoire ? 3. Kan u precies meedelen hoeveel ambtenaren van uw ministeriële diensten een bijberoep uitoefenen ? 4. Au cas où des demandes auraient déjà été refusées, de combien de cas s’agit-il et quelles étaient les raisons motivant ces réponses négatives ? 4. Indien reeds aanvragen werden geweigerd, kan u meedelen hoeveel en wat de redenen zijn van de negatieve antwoorden ? Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 18 février 2005, à la question no 66 de M. Geert Lambert du 9 décembre 2004 (N.) : Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 18 februari 2005, op de vraag nr. 66 van de heer Geert Lambert van 9 december 2004 (N.) : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit. In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Office national des Pensions Rijksdienst voor Pensioenen 1. Une demande d’autorisation à exercer une activité complémentaire doit être introduite conformément à l’arrêté royal no 46 du 10 juin 1982 (Moniteur belge du 15 juin 1982) relatif aux cumuls d’activités professionnelles dans certains services publics. 1. Een toelating tot het uitoefenen van een bijberoep dient aangevraagd te worden overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 46 van 10 juni 1982 (Belgisch Staatsblad van 15 juni 1982) betreffende de cumulaties van beroepsactiviteiten in sommige openbare diensten. 2. Au cours des deux dernières années, deux demandes néerlandophones et trois demandes francophones ont été introduites. 2. Gedurende de jongste twee jaar werden twee Nederlandstalige en drie Franstalige aanvragen ingediend. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10767 3. L’Office national des Pensions signale qu’il est actuellement dans l’impossibilité de préciser le nombre exact d’agents exerçant une activité complémentaire étant donné qu’il n’y a aucune obligation à signaler la cessation d’activité. 3. De Rijksdienst voor Pensioenen meldt dat ze momenteel in de onmogelijkheid is om te preciseren hoeveel ambtenaren een bijberoep uitoefenen daar zij niet verplicht zijn mee te delen wanneer zij de uitoefening van hun bijberoep stopzetten. 4. Depuis le 1er janvier 2003, aucune demande n’a fait l’objet d’un refus. 4. Sinds 1 januari 2003 werd geen enkele aanvraag geweigerd. Administration des Pensions Administratie der Pensioenen 1. Les fonctionnaires de l’administration des Pensions qui souhaitent exercer une activité complémentaire sont tenus d’introduire une demande d’autorisation de cumul soumise à l’approbation du conseil de direction de cette administration. 1. Bij de administratie der Pensioenen dienen de ambtenaren die een bijberoep willen uitoefenen de toelating te vragen aan de bevoegde directieraad door middel van het formulier « aanvraag tot cumulatiemachtiging ». 2. Au cours des deux dernières années quatre demandes d’autorisation de cumul permanent ou temporaire ont été approuvées. 2. Gedurende de jongste twee jaar werden vier aanvragen tot een permanente of tijdelijke cumulatiemachtiging goedgekeurd. 3. Actuellement cinq fonctionnaires de l’administration des Pensions exercent une activité complémentaire, dont deux exercent un mandat politique pour lequel aucune autorisation de cumul n’est requise. 3. Momenteel zijn er vijf ambtenaren bij de administratie der Pensioenen die een bijberoep uitoefenen, waarvan twee een politiek mandaat uitoefenen waarvoor geen cumulatiemachtiging nodig is. 4. Aucune demande n’a été refusée à ce jour. 4. Geen enkele aanvraag werd tot nu toe geweigerd. DO 2004200502857 DO 2004200502857 Question no 67 de Mme Greet Van Gool du 9 décembre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Vraag nr. 67 van mevrouw Greet Van Gool van 9 december 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : Retenue de cotisations sociales par les Pays-Bas sur la pension belge. Inhouding van sociale bijdragen door Nederland op het Belgisch pensioen. Depuis 2001, les Pays-Bas ont modifié le mode de calcul des cotisations sociales (= « premie volksverzekeringen »). Cette prime est prélevée sur le « revenu mondial ». Sedert 2001 heeft Nederland de berekening van de sociale bijdragen (= « premie volksverzekeringen ») aangepast. Deze premie volksverzekeringen wordt geheven op het « wereldinkomen ». Un des effets de cette décision pour certains groupes de travailleurs frontaliers n’est apparu que récemment. Le travailleur frontalier établi en Belgique et bénéficiant d’une pension d’invalidité, de survie ou de mineur, qui va ensuite travailler à temps partiel aux Pays-Bas pour arrondir ses fins de mois, se voit confronté depuis l’année de revenus 2001 au prélèvement de la prime « volksverzekeringen » sur la pension belge. Ce prélèvement, qui s’élève à pas moins de 30 % du montant brut de la pension belge et qui est donc loin d’être négligeable, est susceptible d’entraver la libre circulation au sein de l’Union européenne. Een effect van deze beslissing werd pas onlangs zichtbaar voor bepaalde groepen grensarbeiders. De grensarbeider die in België woont en een Belgisch invaliditeitspensioen, overlevingspensioen of mijnwerkerspensioen geniet, en vervolgens deeltijds in Nederland is gaan werken om het inkomen uit pensioen aan te vullen, wordt sinds het inkomstenjaar 2001 geconfronteerd met de heffing van premie volksverzekeringen over het Belgische pensioen. Deze heffing bedraagt maar liefs 30 % van het bruto Belgisch pensioen, en kan dan ook een aanzienlijk bedrag vormen, wat dan weer een belemmering van het vrije verkeer binnen de Europese Unie inhoudt. Dans de nombreux cas, ces prélèvements supplémentaires ne généreront toutefois pas de droits supplémentaires. La question se pose dès lors si les autorités néerlandaises peuvent purement et simplement prélever des primes sur la base de la pension belge. Vaak zullen er, ondanks deze bijkomende heffingen, geen bijkomende rechten gecreëerd worden. De vraag die dan ook rijst, is of de Nederlandse overheid zomaar premies kan innen op basis van het Belgische pensioen. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10768 1. Quelle est votre position sur la situation des pensionnés belges ? 1. Wat is uw standpunt ten aanzien van de Belgische gepensioneerden ? 2. Êtes-vous prêt à évaluer cette pratique à la lumière de la réglementation européenne ? 2. Bent u bereid deze zaak te laten toetsen aan de Europese regelgeving ? 3. Envisagez-vous de lancer une concertation avec les Pays-Bas à ce sujet ? 3. Zal u over deze zaak overleg plegen met Nederland ? Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 18 février 2005, à la question no 67 de Mme Greet Van Gool du 9 décembre 2004 (N.) : Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 18 februari 2005, op de vraag nr. 67 van mevrouw Greet Van Gool van 9 december 2004 (N.) : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit. In antwoord op haar vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. La cotisation néerlandaise pour les assurances sociales est prélevée sur le revenu mondial, c’est-à-dire sur tous les revenus quels que soient leur nature et leur pays d’origine, y compris donc non seulement les allocations belges, mais également les allocations néerlandaises. Cette base de prélèvement vaut pour tous ceux qui travaillent aux Pays-Bas. De Nederlandse premie voor de volksverzekeringen wordt geheven op het wereldinkomen, dit wil zeggen op alle inkomens ongeacht hun aard en land van oorsprong. Daarin zijn dus niet alleen Belgische maar ook Nederlandse uitkeringen begrepen. Deze heffingsbasis geldt voor iedereen die in Nederland werkt. Les personnes qui, en plus d’une activité aux PaysBas, perçoivent également des indemnités d’invalidité belge, ont toutefois la possibilité de demander l’exonération du paiement de la cotisation aux PaysBas. En effet, le bénéfice d’une telle prestation belge donne en principe lieu à la constitution ultérieure d’une pension belge. En cas de prélèvement de cotisation par les Pays-Bas, on se retrouve dans une situation de double assurance, qui est en principe exclue par le règlement no 1408/71. Voor de personen die naast arbeid in Nederland ook een Belgische invaliditeitsuitkering ontvangen, stelt zich wel de mogelijkheid om vrijstelling van de premiebetaling in Nederland te vragen. Het genot van zo een Belgische uitkering geeft in beginsel immers aanleiding tot een verdere Belgische opbouw betreffende pensioen. Bij premieheffing langs Nederlandse zijde komen we terecht in een situatie van dubbele verzekering, die in beginsel door de verordening nr. 1408/71 uitgesloten is. Un double prélèvement de cotisation pourrait également intervenir au regard des soins de santé. Le bénéficiaire belge d’une allocation paie en effet en Belgique une cotisation pour les soins de santé et aux Pays-Bas, il paie aussi pour l’Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Ook vanuit de optiek van de gezondheidszorgen zou er een dubbele premieheffing kunnen bestaan. De Belgische uitkeringsgerechtigde betaalt immers een bijdrage in België voor de gezondheidszorgen en in Nederland betaalt hij ook voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Le 1er avril 2004, j’ai demandé à notre représentant permanent auprès de l’Union européenne, suite à une recommandation de la Commission belge des travailleurs frontaliers, d’insister auprès de la Commission européenne pour qu’elle examine dans quelle mesure cette législation néerlandaise est conforme à la réglementation européenne. Jusqu’à présent, je n’ai toutefois reçu aucune réponse de la Commission européenne à ce sujet. Op 1 april 2004 heb ik als gevolg van een Aanbeveling van de Belgische Commissie grensarbeiders aan onze permanente vertegenwoordiger bij de Europese Unie gevraagd om bij de Europese Commissie aan te dringen om te onderzoeken in welke mate deze Nederlandse wetgeving in overeenstemming is met de Europese reglementering. Tot op vandaag heb ik echter geen antwoord gekregen van de Europese Commissie ter zake. Il y a déjà eu des contacts informels avec les collègues néerlandais. Mais, étant donné qu’il ne s’agit pas ici d’un problème purement belgo-néerlandais, il est préférable d’attendre l’enquête de la Commission européenne. Bovendien vond reeds informeel contact plaats met de Nederlandse collega’s. Maar aangezien het hier niet om een louter Belgisch-Nederlands probleem gaat, is het aangewezen dat we het onderzoek van de Europese Commissie afwachten. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10769 DO 2004200503262 DO 2004200503262 Question no 78 de M. Koen T’Sijen du 1er février 2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Cabinets et administrations. — Voyages en avion. 1. Combien de voyages en avion ont été effectués depuis le début de la législature par vous-même, par des membres de votre cabinet et par des membres du personnel des administrations relevant de votre compétence ? 2. Combien de ces déplacements ont-ils été réalisés en classe d’affaires et combien en classe économique ? 3. Quelle était la destination des vols ? 4. Combien de « airmiles » ont-ils été accumulés grâce à ces vols ? 5. Qu’advient-il des « airmiles » récoltés dans le cadre de déplacements en avion depuis le début de la législature ? 6. Sont-ils utilisés par les cabinets et les administrations ? 7. Des « airmiles » acquis dans le cadre de l’exécution d’une mission de service sont-ils utilisés personnellement par des membres des cabinets et des membres du personnel des administrations à des fins privées ? Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 18 février 2005, à la question no 78 de M. Koen T’Sijen du 1er février 2005 (N.) : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre que ni moi en tant que ministre des Pensions ni aucun membre de mon noyau stratégique Pensions n’avons effectué un quelconque voyage en avion dans le cadre de nos activités en matière de pensions. Vraag nr. 78 van de heer Koen T’Sijen van 1 februari 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : Kabinetten en administraties. — Vliegtuigreizen. 1. Hoeveel vliegtuigreizen heeft u, uw kabinet en de onder u ressorterende administraties gemaakt sinds het begin van de legislatuur ? 2. Hoeveel van deze reizen waren in business class, hoeveel in economy class ? 3. Wat was de bestemming van de vluchten ? 4. Hoeveel airmiles werden er op deze vluchten verzameld ? 5. Wat gebeurt er met de airmiles die op vluchten vergaard worden sinds het begin van deze legislatuur ? 6. Worden die gebruikt door de kabinetten en administraties ? 7. Worden er airmiles die verworven zijn in uitvoering van een dienstopdracht persoonlijk gebruikt door personeelsleden van kabinetten en administraties voor privé-doeleinden ? Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 18 februari 2005, op de vraag nr. 78 van de heer Koen T’Sijen van 1 februari 2005 (N.) : Ik heb de eer het geachte lid ervan in te lichten dat ik als minister van Pensioenen, noch de leden van mijn beleidskern Pensioenen enige vliegtuigreis hebben gemaakt in het kader van mijn of hun werkzaamheden rond Pensioenen. Secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven DO 2004200503168 DO 2004200503168 Question no 44 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques : SPF. — Plan stratégique. Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition Vraag nr. 44 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven : FOD’s. — Strategisch plan. Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10770 des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique. samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen. Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? Réponse du secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 18 février 2005, à la question no 44 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari 2005, op de vraag nr. 44 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : En ce qui concerne le secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État et le service public fédéral Technologie de l’information et de la communication (SPF ICT), j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit. Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat en de federale overheidsdienst Informatieen Communicatietechnologie (FOD ICT) kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden. En la matière, je vous renvoie à la réponse du premier ministre (question no 70 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10614) et du ministre de la Fonction publique (question no 105 du 20 janvier 2005). Terzake verwijs ik u naar het antwoord van de eerste minister (vraag nr. 70 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10614) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 105 van 20 januari 2005). DO 2004200503169 DO 2004200503169 Question no 45 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 45 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité. L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le contrôle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit. Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst. Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ? Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? Réponse du secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 18 février 2005, à la question no 45 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari 2005, op de vraag nr. 45 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : En ce qui concerne le secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État et le Service public fédéral Technologie de l’Information et de la Communication (SPF ICT), j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit. Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat en de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie (FOD ICT) kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden. En la matière, je vous renvoie à la réponse du premier ministre (question no 71 du 20 janvier 2005, Terzake verwijs ik u naar het antwoord van de eerste minister (vraag nr. 71 van 20 januari 2005, CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10771 Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10614), du ministre du Budget (question no 42 du 20 janvier 2005) et du ministre de la Fonction publique (question no 106 du 20 janvier 2005). Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10614) en minister van Begroting (vraag nr. 42 van 20 januari 2005) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 106 van 20 januari 2005). DO 2004200502963 DO 2004200502963 Question no 46 de Mme Ingrid Meeus du 21 janvier 2005 (N.) au secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 46 van mevrouw Ingrid Meeus van 21 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven : Projet-pilote JEPP I. — Entreprises. — Adjudications. Piloot-project JEPP I. — Ondernemingen. — Aanbestedingen. Le système de publication et de diffusion des marchés publics JEPP (Joint Electronic Public Procurement) est une procédure électronique ayant pour objet la communication électronique des annonces d’adjudications publiques aux organismes de publication officiels (Journal officiel des Communautés européennes et Bulletin des Adjudications). Ces annonces, ainsi que les cahiers des charges, sont disponibles sur internet. Les entreprises peuvent s’inscrire à ce service de telle sorte que le système JEPP leur transmette automatiquement, par courriel, les nouvelles offres publiées qui correspondent aux critères qu’elles ont sélectionnés. JEPP (Joint Electronic Public Procurement) is een elektronische procedure voor overheidsopdrachten die tot doel heeft de aankondigingsberichten van openbare aanbestedingen elektronisch mee te delen aan de officiële publicatieorganismen (het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en het Belgisch Bulletin der Aanbestedingen). Deze wordt, evenals de bestekken, ter beschikking gesteld op het web. De ondernemingen kunnen zich op dit systeem registreren zodanig dat het systeem JEPP hen automatisch via e-mail op de hoogte brengt van de nieuwe opportuniteiten die gepubliceerd worden en die overeenkomen met de criteria die door hen gekozen worden. Ce système présente l’avantage supplémentaire, pour les entreprises, d’être informées des nouvelles opportunités une semaine plus tôt en général que par le biais des canaux officiels. Een extra voordeel voor de ondernemingen is dat zij via de online aankondigingsberichten doorgaans één week sneller op de hoogte zijn van de nieuwe opportuniteiten dan via de officiële kanalen. Seule la première phase du système JEPP, à savoir les annonces officielles d’adjudications publiques (JEPP I), est opérationnelle pour l’instant. Les entreprises transmettent leur profil et sont automatiquement averties lorsqu’un appel d’offres est publié dans leur branche. Le système JEPP I fonctionne actuellement en tant que projet-pilote aux départements de la Défense et des Finances. Op dit ogenblik is enkel de eerste fase van JEPP operationeel : de officiële aankondigingen van overheidsopdrachten (JEPP I). Ondernemingen laten hun profiel achter en worden automatisch verwittigd bij publicatie van een offerte aanvraag uit hun domein. JEPP I loopt momenteel als pilootproject bij de departementen van Defensie en Financiën. L’objectif était de promouvoir JEPP I auprès de tous les départements d’ici à la fin de 2004. La phase II du système JEPP, à savoir la possibilité de compléter les offres de manière électronique, devait également être lancée fin 2004. De bedoeling was om tegen eind 2004 JEPP I bij alle departementen te promoten. Tevens zou tegen eind 2004 van start gegaan worden met JEPP fase II, namelijk het elektronisch invullen van de offertes. 1. a) Comment le projet-pilote JEPP I se déroule-t-il ? 1. a) Hoe verloopt het piloot-project JEPP I ? b) Combien d’entreprises se sont-elles inscrites à ce jour ? b) Hoeveel ondernemingen hebben zich in dit systeem tot op heden geregistreerd ? c) Combien d’offres publiques ont-elles été annoncées par le biais de ce système en 2004 ? c) Hoeveel aanbestedingen werden er in 2004 via dit systeem aangekondigd ? 2. La suite de JEPP I sera-t-elle également mise en œuvre en tant que projet-pilote par la Défense et quand le sera-t-elle ? 2. Wordt het vervolg van JEPP I eveneens als piloot-project door Defensie uitgevoerd en wanneer ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10772 3. Une évaluation du système JEPP I a-t-elle déjà été menée et quelles en sont les conclusions ? 3. Gebeurde er reeds een evaluatie van het systeem JEPP I en wat zijn de besluiten terzake ? 4. Quand ce système sera-t-il mis en œuvre dans les autres départements ? 4. Wanneer wordt dit systeem bij de andere departementen geı̈mplementeerd ? Réponse du secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 18 février 2005, à la question no 46 de Mme Ingrid Meeus du 21 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari 2005, op de vraag nr. 46 van mevrouw Ingrid Meeus van 21 januari 2005 (N.) : En ce qui concerne le secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État et le Service public fédéral Technologie de l’information et de la communication (SPF ICT), j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit. Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat en de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie (FOD ICT) kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden. 1. a) La réponse sera fournie par le ministre de la Fonction publique. 1. a) Het antwoord zal verschaft worden door de minister van Ambtenarenzaken. b) et c) La réponse a été donnée par le ministre de la Défense. (Question no 162 du 22 décembre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 20042005, no 62, p. 10045.) b) en c) Het antwoord werd verschaft door de minister van Landsverdediging. (Vraag nr. 162 van 22 december 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 62, blz. 10045.) 2. La réponse sera fournie par le ministre de la Fonction publique. (Question no 107 du 21 janvier 2005.) 2. Het antwoord zal verschaft worden door de minister van Ambtenarenzaken. (Vraag nr. 107 van 21 januari 2005.) 3. Pendant le 3e trimestre de 2004, le système JEPP I a été évalué à l’initiative de Fedict (« lessons learned ») par la firme Prosource. 3. Gedurende het 3e kwartaal van 2004 werd op initiatief van Fedict (« lessons learned ») een evaluatie. van het systeem JEPP I door de firma Prosource uitgevoerd. Cette évaluation a été réalisée au moyen d’une série de statistiques et d’entretiens d’information avec les utilisateurs actuels et potentiels à l’aide d’un document d’entretien standardisé. Deze evaluatie gebeurde door middel van een aantal statistieken en informatiegesprekken met de huidige en potentiële gebruikers aan de hand van een gestandardiseerd interviewdocument. Selon les résultats de cette étude, le « produit » JEPP I au sens strict dispose de suffisamment de fonctionnalités pour pouvoir faire office de plate-forme de publication. JEPP I est aussi généralement considéré comme suffisant pour donner des aperçus et capter des informations concernant Ses marchés d’adjudication par les services publics. Ceci peut aussi mener à une collaboration accrue et à un échange d’informations afin d’améliorer la description des marchés publics. Volgens de resultaten van deze studie beschikt het JEPP I « product » stricto sensu over voldoende functionaliteiten om te kunnen fungeren als publicatieplatform. JEPP I wordt ook algemeen als voldoende ervaren voor het geven van overzichten en het capteren van informatie betreffende de aanbestedingsopdrachten door de overheidsdiensten. Dit kan tevens leiden tot meer samenwerking en tot uitwisseling van informatie ter verbetering van de beschrijving van de overheidsopdrachten. Par contre, JEPP I est associé pour beaucoup d’utilisateurs potentiels à un projet du SPF Défense et non à un projet horizontal. Une meilleure promotion des avantages offerts par cette plate-forme auprès des autres utilisateurs devrait être envisagée. Des propositions de points techniques à améliorer sont également spécifiquement cités dans l’étude. Daarentegen is JEPP I voor vele potentiële gebruikers verbonden met een project van FOD Defensie en niet met een horizontaal project. Een betere promotie van de voordelen aangeboden door dit platform bij de andere gebruikers zou moeten beschouwd worden. Voorstellen van te verbeteren technische punten worden ook specifiek in de studie vermeld. La note de stratégie « e-procurement » approuvée lors du Conseil des ministres du 28 octobre 2004 vise à apporter une amélioration structurelle à cette situa- De beleidsnota « e-procurement » die tijdens de Ministerraad van 28 oktober 2004 goedgekeurd is heeft als doel deze situatie structureel te verbeteren. De CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10773 tion. Les évolutions de JEPP I seront également discutées plus en détail par les différents groupes de travail « e-procurement » coordonnés par le ministre de la Fonction Publique ainsi que par le secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État (pour les aspects techniques). evoluties van JEPP I zullen ook meer gedetailleerd besproken worden door de verschillende werkgroepen « e-procurement » die gecoördineerd worden door de minister van Ambtenarenzaken en door de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat (voor de technische aspecten). 4. La réponse sera fournie par le ministre de la Fonction publique. 4. Het antwoord zal verschaft worden door de minister van Ambtenarenzaken. DO 2004200503175 DO 2004200503175 Question no 47 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 47 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad. Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique. Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten. Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? Réponse du secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 18 février 2005, à la question no 47 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari 2005, op de vraag nr. 47 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) : En ce qui concerne le secrétaire d’État à l’Informatisation de l’État et le Service public fédéral Technologie de l’Information et de la Communication (SPF ICT), j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit. Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat en de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie (FOD ICT) kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden. En la matière, je vous renvoie à la réponse du premier ministre (question no 72 du 24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10615) et du ministre de la Fonction publique (question no 108 du 24 janvier 2005). Terzake verwijs ik u naar het antwoord van de eerste minister (vraag nr. 72 van 24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10615) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 108 van 24 januari 2005). CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1361 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10774 Secrétaire d’État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën DO 2003200432210 DO 2003200432210 Question no 18 de M. Hagen Goyvaerts du 21 septembre 2004 (N.) au secrétaire d’État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances : Vraag nr. 18 van de heer Hagen Goyvaerts van 21 september 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën : Indication d’un handicap grave sur la déclaration fiscale. Aanduiding van een zware handicap op de belastingaangifte. Le fisc demande d’indiquer, sous la rubrique II A 2 de la déclaration fiscale, les modalités relatives à un handicap (permanent ou grave), et ce sur la base d’une attestation délivrée par le SPF Affaires sociales. In de rubriek II A 2 van de belastingaangifte vraagt de fiscus om de modaliteiten met betrekking tot een (blijvende of zware) handicap in te vullen en dit op basis van een attest afgeleverd door de FOD Sociale Zaken. Il semblerait que certains contribuables oublient parfois de fournir ces renseignements, avec toutes les conséquences qui en découlent. In de praktijk blijkt dat belastingplichtigen dit nogal eens vergeten, met alle gevolgen van dien. En l’an 2004, un échange direct de données entre les SPF Affaires sociales et Finances devrait pourtant être possible. D’autant plus que, dans le cas d’un handicap permanent, il s’agit d’une attestation unique. Anno 2004 moet het mijns inziens toch mogelijk zijn om een rechtstreekse uitwisseling te voorzien tussen de FOD Sociale Zaken en de FOD Financiën. Temeer het in geval van een blijvende handicap over een eenmalig attest gaat. 1. Êtes-vous au courant du problème susmentionné ? 1. Bent u van bovenvermelde problematiek op de hoogte ? 2. Envisagez-vous d’y apporter une solution, par exemple en instaurant un échange direct de données entre les SPF Affaires sociales et Finances ? 2. Overweegt u de mogelijkheid om hiervoor een oplossing uit te werken door bijvoorbeeld in een rechtstreekse uitwisseling te voorzien tussen de FOD Sociale Zaken en de FOD Financiën ? 3. Dans la négative, pourquoi ? 3. Zo neen, waarom niet ? 4. Dans l’affirmative, dans quel délai ? 4. Zo ja, binnen welke termijn ? Réponse du secrétaire d’État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances du 17 février 2005, à la question no 18 de M. Hagen Goyvaerts du 21 septembre 2004 (N.) : Antwoord van de staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën van 17 februari 2005, op de vraag nr. 18 van de heer Hagen Goyvaerts van 21 september 2004 (N.) : L’avantage fiscal qui est prévu à l’impôt des personnes physiques en faveur des personnes gravement handicapées doit effectivement être accordé le plus automatiquement possible aux contribuables concernés. Het fiscaal voordeel in de personenbelasting ten voordele van personen met een zware handicap dient inderdaad zoveel mogelijk op automatische wijze aan de betrokken belastingplichtigen te worden toegekend. C’est à cette fin que l’administration de la Fiscalité des entreprises et de Revenus a demandé le 6 mai 2004, à la Banque-carrefour de la Sécurité sociale, d’être informée des personnes frappées d’un handicap d’au Met dit doel heeft de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit op 6 mei 2004 een verzoek gericht aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid om op elektronische wijze informatie aan- CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10775 moins 66 % et de celles dont le handicap est reconnu définitif. gaande personen met een handicap van minstens 66 % alsook aangaande de definitief gehandicapten te mogen ontvangen. Le Comité sectoriel de la sécurité sociale a autorisé le 8 juin 2004 cet échange de données. Het Sectoraal Comité van de sociale zekerheid heeft op 8 juni 2004 de machtiging gegeven om tot die gegevensuitwisseling over te gaan. Deux programmes ont été développés pour le traitement de ces données, tous deux sont encore en phase d’essai : Voor de verwerking van deze informatie werden twee programma’s ontwikkeld, beide nog in testfase : 1. A800manuel, soit la mise à jour en une seule fois de la banque de données Personnes physiques, afin d’obtenir une concordance parfaite avec les données de la Banque-carrefour de la Sécurité sociale (toutes les personnes handicapées au 31 décembre de l’année précédente). 1. A800hand, zijnde de éénmalige bijwerking van de databank Natuurlijke Personen teneinde volledige overeenstemming te bekomen met de gegevens van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid (alle gehandicapte personen op 31 december van het vorige jaar). 2. A020manuel, soit la mise à jour mensuelle de la banque de données Personnes physiques concernant les personnes définitivement reconnues comme personnes handicapées dans le courant du mois précédent. 2. A020hand, zijnde de maandelijkse bijwerking van de databank Natuurlijke Personen betreffende de personen die in de loop van de vorige maand definitief erkend werden als gehandicapte persoon. Des nouvelles données-test ont été demandées à la Banque-carrefour de la Sécurité sociale concernant la situation au 31 décembre 2004 et les mouvements opérés au cours du mois de janvier 2005. Cela devrait permettre de soumettre les programmes à un test final (traitement correct des données, concordance nombres, etc.). Aan de Kruispuntbank Sociale Zekerheid werden nieuwe testgegevens gevraagd inzake de toestand op 31 december 2004 en de bewegingen tijdens de maand januari 2005. Dit moet toelaten de programma’s te onderwerpen aan een eindtest (correcte verwerking gegevens, overeenstemming aantallen, enzovoort). L’objectif est que les services de taxation puissent disposer des données obtenues à partir de l’exercice d’imposition 2005. Het is de bedoeling de verkregen informatie ter beschikking te stellen van de verschillende taxatiediensten vanaf het aanslagjaar 2005. DO 2004200503168 DO 2004200503168 Question no 29 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au secrétaire d’État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances : Vraag nr. 29 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën : SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan. Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique. Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen. Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10776 Réponse du secrétaire d’État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances du 15 février 2005, à la question no 29 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Par la présente, je me réfère à la réponse globale qui sera donnée dans cette matière par le premier ministre (question no 70 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10614) et le ministre de la Fonction publique. (Question no 105 du 20 janvier 2005.) Antwoord van de staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën van 15 februari 2005, op de vraag nr. 29 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : Hierbij verwijs ik naar het globaal antwoord dat terzake door de eerste minister (vraag nr. 70 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10614) en de minister van Ambtenarenzaken zal worden verstrekt. (Vraag nr. 105 van 20 januari 2005.) DO 2004200503169 DO 2004200503169 Question no 30 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au secrétaire d’État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances : Vraag nr. 30 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën : FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité. Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst. Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le contrôle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit. Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ? Réponse du secrétaire d’État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances du 15 février 2005, à la question no 30 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Par la présente, je me réfère à la réponse globale qui sera donnée dans cette matière par le vice-premier ministre et ministre du Budget (question no 42 du 20 janvier 2005) et le ministre de la Fonction publique. (Question no 106 du 20 janvier 2005.) Antwoord van de staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën van 15 februari 2005, op de vraag nr. 30 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : Hierbij verwijs ik naar het globaal antwoord dat terzake door de vice-eerste minister en minister van Begroting (vraag nr. 42 van 20 januari 2005) en de minister van Ambtenarenzaken zal worden verstrekt. (Vraag nr. 106 van 20 januari 2005.) DO 2004200503175 DO 2004200503175 Question no 31 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au secrétaire d’État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances : Vraag nr. 31 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën : FOD’s. — Beleidsraad. Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de SPF. — Conseil stratégique. Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10777 à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique. organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten. Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? Réponse du secrétaire d’État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances du 15 février 2005, à la question no 31 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën van 15 februari 2005, op de vraag nr. 31 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) : Par la présente, je me réfère à la réponse globale qui sera donnée dans cette matière par le premier ministre (question no 72 du 24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10615) et le ministre de la Fonction publique (question no 108 du 24 janvier 2005). Hierbij verwijs ik naar het globaal antwoord dat terzake door de eerste minister (vraag nr. 72 van 24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10615) en de minister van Ambtenarenzaken zal worden verstrekt (vraag nr. 108 van 24 januari 2005). Secrétaire d’État au Développement durable et à l’Économie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven Développement durable Duurzame Ontwikkeling DO 2004200503168 DO 2004200503168 Question no 24 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la secrétaire d’État au Développement durable et à l’Économie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 24 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan. Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique. Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen. Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? Réponse de la secrétaire d’État au Développement durable et à l’Économie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 18 février 2005, à la question no 24 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari 2005, op de vraag nr. 24 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre. Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10778 J’ai l’honneur de me référer à la réponse du premier ministre (question no 70 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10614) et du ministre de la Fonction publique. (Question no 105 du 20 janvier 2005.) Ik heb de eer te verwijzen naar het antwoord van de eerste minister (vraag nr. 70 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10614) en van de minister van Ambtenarenzaken. (Vraag nr. 105 van 20 januari 2005.) DO 2004200503169 DO 2004200503169 Question no 25 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la secrétaire d’État au Développement durable et à l’Économie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 25 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité. L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le contrôle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit. Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst. Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ? Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? Réponse de la secrétaire d’État au Développement durable et à l’Économie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 18 février 2005, à la question no 25 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari 2005, op de vraag nr. 25 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre. Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden. J’ai l’honneur de me référer à la réponse du vicepremier ministre et ministre du Budget (question no 42 du 20 janvier 2005) et du ministre de la Fonction publique. (Question no 106 du 20 janvier 2005.) Ik heb de eer te verwijzen naar het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting (vraag nr. 42 van 20 januari 2005) en van de minister van Ambtenarenzaken. (Vraag nr. 106 van 20 januari 2005.) DO 2004200503175 DO 2004200503175 Question no 26 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) à la secrétaire d’État au Développement durable et à l’Économie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 26 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven : SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad. Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10779 à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique. organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten. Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? Réponse de la secrétaire d’État au Développement durable et à l’Économie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 18 février 2005, à la question no 26 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari 2005, op de vraag nr. 26 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) : J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre. Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden. J’ai l’honneur de me référer à la réponse du premier ministre (question no 72 du 24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10615) et du ministre de la Fonction Publique. (Question no 108 du 24 janvier 2005.) Ik heb de eer te verwijzen naar het antwoord van de eerste minister (vraag nr. 72 van 24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10615) en van de minister van Ambtenarenzaken (Vraag nr. 108 van 24 januari 2005.) DO 2004200503195 DO 2004200503195 Question no 27 de Mme Muriel Gerkens du 24 janvier 2005 (Fr.) à la secrétaire d’État au Développement durable et à l’Économie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 27 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 januari 2005 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven : Deuxième plan de développement durable. — Directive 2001/42. Tweede plan voor duurzame ontwikkeling. — Richtlijn 2001/42. La directive 2001/42 du Parlement européen et du Conseil du 27 juin 2001 relative à l’évaluation des incidences de certains plans et programmes sur l’environnement impose une évaluation environnementale pour ce plan de développement. Les États membres devaient prendre les dispositions législatives, réglementaires et administratives nécessaires pour se conformer à cette directive avant le 21 juillet 2004. Overeenkomstig de richtlijn 2001/42 van het Europees Parlement en van de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s dient dat ontwikkelingsplan aan een milieubeoordeling te worden onderworpen. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen in werking treden om vóór 21 juli 2004 aan deze richtlijn te voldoen. Cette directive me semble être d’application sur le deuxième plan de développement durable approuvé par le gouvernement le 24 septembre 2004. Naar mijn mening is die richtlijn van toepassing op het tweede plan voor duurzame ontwikkeling dat door de regering op 24 september 2004 werd goedgekeurd. 1. a) De quelle manière a-t-il été tenu compte lors de l’élaboration du deuxième plan de développement durable de la directive 2001/42 ? 1. a) Op welke manier werd bij de uitwerking van het tweede plan voor duurzame ontwikkeling met de richtlijn 2001/42 rekening gehouden ? b) Qui a rédigé le rapport sur les incidences environnementales ? b) Wie heeft het verslag over de gevolgen voor het milieu opgesteld ? c) De quelle manière avez-vous tenu compte de ce rapport ? c) Op welke manier heeft u met dat verslag rekening gehouden ? 2. Où en êtes-vous avec la transposition de cette directive en droit belge ? 3. Hoe zit het met de omzetting van die richtlijn in Belgisch recht ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10780 Réponse de la secrétaire d’État au Développement durable et à l’Économie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 18 février 2005, à la question no 27 de Mme Muriel Gerkens du 24 janvier 2005 (Fr.) : Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari 2005, op de vraag nr. 27 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 januari 2005 (Fr.) : J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre. Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden. 1. Le plan fédéral de développement durable 20042008 ne relève pas du champ d’application de la directive européenne 2001/42. 1. Het federaal plan inzake duurzame ontwikkeling 2004-2008 valt niet onder de werkingssfeer van de Europese richtlijn 2001/42. En effet, le plan fédéral de développement durable 2004-2008 n’est pas un plan : Het federaal plan inzake duurzame ontwikkeling 2004-2008 is immers geen plan : a) qui est élaboré pour les secteurs de l’agriculture, de la sylviculture, de la pêche, de l’énergie, de l’industrie, des transports, de la gestion des déchets, de la gestion de l’eau, des télécommunications, du tourisme, de l’aménagement du territoire urbain et rural ou de l’affectation des sols et qui définit le cadre dans lequel la mise en œuvre des projets énumérés aux annexes I et II de la directive 85/337/CEE pourra être autorisée à l’avenir; ou a) dat voorbereid wordt met betrekking tot landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik en dat het kader vormt voor de toekenning van toekomstige vergunningen voor de in bijlagen I en II bij richtlijn 85/337/EEG genoemde projecten, of b) pour lequel, étant donné les incidences qu’il est susceptible d’avoir sur des sites, une évaluation est requise en vertu des articles 6 et 7 de la directive 92/43/CEE. b) waarvoor, gelet op het mogelijk effect op gebieden, een beoordeling vereist is uit hoofde van de artikelen 6 of 7 van richtlijn 92/43/EEG. 2. Au niveau fédéral, la transposition de la directive 2001/42 en droit belge ressort de la compétence du ministre ayant l’Environnement dans ses attributions. (Question no 55 du 18 février 2005.) 2. Op federaal niveau behoort de omzetting van de richtlijn 2001/42 in Belgisch recht tot de bevoegdheid van de minister bevoegd voor het Leefmilieu. (Vraag nr. 55 van 18 februari 2005.) DO 2004200503203 DO 2004200503203 Question no 28 de Mme Muriel Gerkens du 25 janvier 2005 (Fr.) à la secrétaire d’État au Développement durable et à l’Économie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques : Vraag nr. 28 van mevrouw Muriel Gerkens van 25 januari 2005 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven : Conseil fédéral de développement durable. — Conférence interministérielle pour le développement durable. Federale Raad voor duurzame ontwikkeling. — Interministeriële Conferentie voor duurzame ontwikkeling. Le Conseil fédéral de développement durable a émis le 18 décembre 2003 un avis sur l’intégration verticale du développement durable et le « multilevel governance ». Le Conseil plaide dans cet avis pour l’instauration d’une conférence interministérielle pour le développement durable. De Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling heeft op 18 december 2003 een advies uitgebracht over de verticale integratie van duurzame ontwikkeling en « multilevel governance ». In dat advies pleit de Raad voor de oprichting van een interministeriële conferentie voor duurzame ontwikkeling. 1. Pouvez-vous communiquer si vous partagez cette opinion ? 2. Si oui, quelles mesures avez-vous prises ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 1. Deelt u dat standpunt ? 2. Zo ja, welke maatregelen heeft u dienaangaande genomen ? 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10781 3. Si non, pourquoi ? 3. Zo neen, waarom ? Réponse de la secrétaire d’État au Développement durable et à l’Économie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 18 février 2005, à la question no 28 de Mme Muriel Gerkens du 25 janvier 2005 (Fr.) : Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 18 februari 2005, op de vraag nr. 28 van mevrouw Muriel Gerkens van 25 januari 2005 (Fr.) : J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre. Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden. 1. Je partage cette opinion du Conseil fédéral de Développement durable. 1. Ik deel deze mening van de Federale Raad voor duurzame ontwikkeling. 2. Je me réfère à ma note de politique générale du 12 octobre 2004 pour l’année 2005 qui a été transmise à la Chambre des représentants. Dans le cadre de l’élaboration de la stratégie nationale en matière de développement durable, je plaide dans cette note pour la création d’une commission interministérielle pour le Développement durable. Je veillerai donc à la création de cette commission en 2005. 2. Ik verwijs naar mijn algemene beleidsnota van 12 oktober 2004 voor het jaar 2005 die werd overgezonden naar de Kamer van volksvertegenwoordigers. In het kader van het uitwerken van de nationale strategie inzake duurzame ontwikkeling pleit ik in deze nota voor de oprichting van een interministeriële conferentie voor Duurzame Ontwikkeling. Ik zal er dan ook over waken dat deze commissie in 2005 wordt opgericht. Secrétaire d’État aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid DO 2003200432205 DO 2003200432205 Question no 25 de M. Bart Laeremans du 21 septembre 2004 (N.) à la secrétaire d’État aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 25 van de heer Bart Laeremans van 21 september 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Mandats d’administrateur des membres du gouvernement. Bestuursmandaten van regeringsleden. 1. Pouvez-vous donner un aperçu de toutes les entreprises et ASBL au sein desquelles vous exercez un mandat d’administrateur ? 1. Kan u een overzicht geven van alle bedrijven en VZW’s waar u een bestuursmandaat uitoefent ? 2. Pouvez-vous indiquer, pour chaque mandat, depuis quand vous exercez ce mandat ? 2. Kan bij elk mandaat worden aangegeven sinds wanneer het werd bekomen ? 3. Pouvez-vous préciser, pour chaque mandat, s’il est rémunéré ou non ? 3. Kan bij elk mandaat worden aangeduid of het bezoldigd is of niet ? 4. Des changements se sont-ils produits dans l’exercice de certains mandats depuis votre prestation de serment ? 4. Waren er wijzigingen in de uitoefening van bepaalde mandaten sinds uw eedaflegging ? CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1362 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10782 5. a) Le premier ministre a-t-il donné son autorisation pour la poursuite de l’exercice de certains mandats ? 5. a) Werd er voor de eventuele voortzetting van bepaalde mandaten toestemming verleend door de eerste minister ? b) Dans l’affirmative, pour quels mandats ? b) Zo ja, voor welke ? Réponse de la secrétaire d’État aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 14 février 2005, à la question no 25 de M. Bart Laeremans du 21 septembre 2004 (N.) : Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 14 februari 2005, op de vraag nr. 25 van de heer Bart Laeremans van 21 september 2004 (N.) : J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que cette question ayant été posée à tous les membres du gouvernement, c’est, conformément à la circulaire du 12 juillet 2003, le premier ministre qui y répondra. Aangezien deze vraag aan alle leden van de regering werd gesteld, heb ik de eer het geachte lid mee te delen dat, overeenkomstig de omzendbrief van 12 juli 2003, het antwoord door de eerste minister wordt gegeven. Je le renvoie donc à cette réponse fournie par le premier ministre. (Question no 54 du 21 septembre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 51, p. 7752.) Ik verwijs het geachte lid dus naar het antwoord van de eerste minister. (Vraag nr. 54 van 21 september 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 51, blz. 7752.) DO 2004200502906 DO 2004200502906 Question no 38 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) à la secrétaire d’État aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 38 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Cabinets. — Coûts de travaux de transformation et d’aménagement. Kabinetten. — Kostprijs verbouwings- en inrichtingswerken. Pouvez-vous me communiquer le coût exact des travaux de transformation, de rénovation, d’embellissement et d’aménagement qui ont été réalisés à votre cabinet depuis votre entrée en fonction au gouvernement fédéral Verhofstadt II (18 mai 2003) ? Kan u de exacte kostprijs meedelen van de uitvoering van de verbouwings-, renovatie-, verfraaiings- en inrichtingswerken van uw kabinet sinds uw aantreden in de federale regering Verhofstadt II (18 mei 2003) ? Réponse de la secrétaire d’État aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 14 février 2005, à la question no 38 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) : Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 14 februari 2005, op de vraag nr. 38 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) : En réponse à la question de l’honorable membre, j’ai l’honneur de communiquer qu’aucune dépense exceptionnelle n’a été engagée lors de mon installation sur les crédits de mon cabinet pour des dépenses de rénovation ou de rafraı̂chissement des bureaux. Ik heb de eer het geachte lid als antwoord op zijn vraag mee te delen dat bij mijn aantreden geen enkele buitengewone uitgave werd geboekt op de kredieten van mijn kabinet voor uitgaven inzake renovatie of opfrissing van de kantoorruimten. Outre les dépenses courantes d’entretien, certaines dépenses ont été cependant engagées par le propriétaire des lieux, à savoir la Régie des Bâtiments, afin de rendre le bâtiment conforme aux dispositions légales relatives à l’accès des bâtiments aux personnes à mobilité réduite. Naast de gebruikelijke uitgaven voor onderhoud, zijn wel een aantal uitgaven geboekt door de eigenaar van het gebouw, met name de Regie der Gebouwen, om het gebouw af te stemmen op de wettelijke bepalingen inzake de toegang tot gebouwen voor personen met beperkte mobiliteit. Ces travaux portent essentiellement sur l’aménagement d’une rampe d’accès mais également Deze werken omvatten voornamelijk de aanleg van een hellende ingangstrook, maar ook verscheidene CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10783 sur l’aménagement de diverses commodités intérieures rendant son utilisation plus confortable pour les personnes à mobilité réduite. aanpassingen binnenin, zodat de personen met beperkte mobiliteit er makkelijker gebruik van kunnen maken. Au regard des compétences et des dossiers traités par mon secrétariat, la réalisation de ces travaux a été considérée comme impérative et prioritaire, ce qui démontre toute l’attention que nous portons à cette problématique de l’accès des bâtiments aux personnes handicapées. Gezien mijn bevoegdheden en de dossiers die mijn secretariaat behandelt, werden deze werken als noodzakelijk en prioritair beschouwd. Dit toont bovendien aan dat wij enorm veel aandacht besteden aan de problematiek van de toegang tot gebouwen voor personen met een handicap. DO 2004200503168 DO 2004200503168 Question no 40 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la secrétaire d’État aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 40 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan. Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique. Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen. Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? Réponse de la secrétaire d’État aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 15 février 2005, à la question no 40 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 15 februari 2005, op de vraag nr. 40 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : En réponse à sa question j’ai l’honneur de renvoyer l’honorable membre à la réponse qui sera fournie par M. Demotte, ministre des Affaires sociales et de la Santé publique à la question no 245 ayant le même objet. In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat de heer Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid op de vraag nr. 245 met hetzelfde onderwerp zal verstrekken. DO 2004200503169 DO 2004200503169 Question no 41 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la secrétaire d’État aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 41 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité. L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10784 programme concernant le contrôle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit. Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ? voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst. Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? Réponse de la secrétaire d’État aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 15 février 2005, à la question no 41 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 15 februari 2005, op de vraag nr. 41 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) : En réponse à la question de l’honorable membre, j’ai l’honneur de lui communiquer que l’objet de sa question ne relève pas directement de mes compétences mais bien de celles du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, M. Demotte. (Question no 246 du 20 janvier 2005.) Ik heb de eer het geachte lid als antwoord op zijn vraag mee te delen dat het onderwerp van zijn vraag niet rechtstreeks behoort tot mijn bevoegdheden, maar tot de bevoegdheden van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, de heer Demotte. (Vraag nr. 246 van 20 januari 2005.) Je le prie, dès lors, de bien vouloir s’en référer à la réponse qui sera fournie par le ministre concerné. Ik verwijs het geachte lid dan ook naar het antwoord dat de betrokken minister zal geven. DO 2004200503175 DO 2004200503175 Question no 42 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) à la secrétaire d’État aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Vraag nr. 42 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad. Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique. Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten. Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ? Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? Réponse de la secrétaire d’État aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 15 février 2005, à la question no 42 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) : Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 15 februari 2005, op de vraag nr. 42 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) : En réponse à la question de l’honorable membre, j’ai l’honneur de lui communiquer que l’objet de sa question ne relève pas directement de mes compétences mais bien de celles du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, M. Demotte. (Question no 248 du 24 janvier 2005.) Ik heb de eer het geachte lid als antwoord op zijn vraag mee te delen dat het onderwerp van zijn vraag niet rechtstreeks behoort tot mijn bevoegdheden, maar tot de bevoegdheden van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, de heer Demotte. (Vraag nr. 248 van 24 januari 2005.) Je le prie, dès lors, de bien vouloir s’en référer à la réponse qui sera fournie par le ministre concerné. Ik verwijs het geachte lid dan ook naar het antwoord dat voornoemde minister zal geven. CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10785 IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA DO Date Datum Question no Vraag nr. Objet Voorwerp Auteur * Question sans réponse Page Blz. * Vraag zonder antwoord Premier ministre Eerste minister 1 2004200503074 13- 1-2005 68 Francis Van den Eynde Propos d’un ministre. — Tensions communautaires. Uitspraak van een minister. — Communautaire spanningen. 10613 1 2004200503168 20- 1-2005 70 Gerolf Annemans SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan. 10614 1 2004200503169 20- 1-2005 71 Gerolf Annemans SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité. 10614 1 2004200503175 24- 1-2005 72 Gerolf Annemans SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad. 10615 Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 1 2003200432118 13- 9-2004 345 Guido De Padt Services de police. — Plaintes pour tapage nocturne provoqué par de la musique. Politiediensten. — Klachten wegens nachtlawaai afkomstig van muziek. 10615 1 2003200432262 30- 9-2004 377 Guido De Padt Administrations communales et services de police. — Assistance fournie aux huissiers de justice. — Adultère et expulsions. Gemeentebesturen en politiediensten. — Bijstandsverlening aan gerechtsdeurwaarders. — Overspel en uithuiszettingen. 10619 1 2004200502582 3-11-2004 422 Guy D’haeseleer Services publics fédéraux. — Délégués syndicaux permanents. Federale overheidsdiensten. — Vaste vakbondsafgevaardigden. 10620 1 2004200502878 13-12-2004 478 Mme Zoé Genot Nombre de libérations conditionnelles en 2003 et 2004. Aantal voorwaardelijke invrijheidstellingen in 2003 en 2004. 10622 8 2004200503055 13- 1-2005 496 Guido De Padt * Encaissement de chèques sur présentation de cartes d’identité falsifiées. Innen van cheques met vervalste identiteitskaarten. 10549 8 2004200503075 13- 1-2005 497 Guido De Padt * Vélomoteurs trafiqués. Opgefokte bromfietsen. 10550 8 2004200503078 13- 1-2005 498 Mw. Sabien Lahaye-Battheu * Déchéance de l’autorité parentale. Ontzetting uit het ouderlijk gezag. 10550 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10786 CA DO Date Datum Question no Vraag nr. Objet Voorwerp Auteur * Question sans réponse Page Blz. * Vraag zonder antwoord 8 2004200503093 17- 1-2005 499 Mw. Sabien Lahaye-Battheu * Nombre d’affaires introduites devant le tribunal de la jeunesse en 2004. Aantal zaken ingeleid voor de jeugdrechtbank in 2004. 10551 8 2004200503094 17- 1-2005 500 Guido De Padt * Prisons. — Confusion de personnes chez des détenus. Gevangenissen. — Persoonsverwisseling van gedetineerden. 10551 8 2004200503100 17- 1-2005 501 Francis Van den Eynde * Juges de la jeunesse. — Jeunes allochtones. — Assignation à résidence. — Religions. — Dérogations. Jeugdrechters. — Jonge allochtonen. — Huisarrest. — Godsdiensten. — Uitzonderingen. 10552 8 2004200502924 17- 1-2005 502 Melchior Wathelet * Zones de police locales. — Répartition des nouveaux agents de sécurité. Lokale politiezones. Verdeling van de nieuwe veiligheidsbeambten. 10552 8 2004200503105 17- 1-2005 503 Francis Van den Eynde * Juges de la jeunesse. — Assignation à résidence de jeunes délinquants. — Contrôles effectués par des agents de police. Jeugdrechters. — Huisarrest voor jongeren. — Controles door politieagenten. 10553 8 2004200502742 18- 1-2005 504 Roel Deseyn * Mesures pour lutter contre les spywares. Maatregelen tegen spyware. 10553 8 2004200503128 18- 1-2005 505 Luk Van Biesen * Infractions au code de la route dans l’agglomération bruxelloise. — Procès-verbaux adressés en français à des néerlandophones. Verkeersovertredingen in de Brusselse agglomeratie. — Franstalige processen-verbaal van Vlamingen. 10554 8 2004200503142 19- 1-2005 506 Mark Verhaegen * Autorisations de détenir des armes à feu. — Répartition géographique. — Zones de police. Wapenvergunningen. — Geografische spreiding. — Politiezones. 10555 8 2004200503143 19- 1-2005 507 Gerolf Annemans * Cabinet. — Nomination d’une personne compétente chargée des cultes, de la politique multiculturelle et de la politique des grandes villes. Kabinet. — Aanstelling van de persoon bevoegd voor de erediensten, de multiculturele politiek en de grote steden-politiek. 10556 8 2004200503152 19- 1-2005 508 Guido Tastenhoye * Déclarations du procureur d’Anvers au sujet de la menace terroriste sous-estimée à Anvers. Verklaringen van de Antwerpse procureur aangaande de onderschatte terreurdreiging in Antwerpen. 10556 Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financiën 1 2003200432122 15- 9-2004 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 472 Hagen Goyvaerts 2004 Manque de clarté quant au statut d’« agent temporaire » au SPF Finances. Onduidelijkheid van het statuut « tijdelijke medewerker binnen de FOD Financiën. 2005 10623 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 CA DO Date Datum 10787 Question no Vraag nr. Objet Voorwerp Auteur * Question sans réponse Page Blz. * Vraag zonder antwoord 8 2004200503062 13- 1-2005 590 Koen T’Sijen * Définition des camionnettes et directive à ce sujet. — État de la question. Definitie van lichte vrachtwagens en de richtlijn hierover. — Stand van zaken. 10557 8 2004200503076 13- 1-2005 591 Mw. Sabien Lahaye-Battheu * Mesures possibles pour les entreprises en cas de concurrence déloyale dans le cadre de la TVA. Mogelijke maatregelen voor ondernemingen bij oneerlijke concurrentie via de BTW. 10557 8 2004200503085 14- 1-2005 592 Mme Zoé Genot * Prêts d’État à État octroyés par le gouvernement depuis juillet 2003. Sinds juli 2003 door de regering toegekende leningen van Staat tot Staat. 10558 8 2004200503086 14- 1-2005 593 Gerolf Annemans * Traitement administratif des réclamations en matière de contributions directes. Administratieve behandeling van bezwaarschriften inzake directe belastingen. 10559 8 2004200503087 14- 1-2005 594 Guido De Padt * Communes. — Précompte professionnel sur les salaires. — Paiements tardifs. Gemeenten. — Bedrijfsvoorheffing op lonen. — Laattijdige betalingen. 10560 8 2004200503088 14- 1-2005 595 Mw. Nathalie Muylle * Taxation fiscale des projets de développement naturel. Fiscale taxatie van natuurinrichtingsplannen. 10561 8 2004200503095 17- 1-2005 596 Mw. Sabien Lahaye-Battheu * Service des créances alimentaires. Dienst voor Alimentatievorderingen. 10562 8 2004200503096 17- 1-2005 597 Mw. Annelies Storms * Déroulement des travaux de construction du palais de justice de Gand. Verloop van de bouw van het gerechtsgebouw te Gent. 10563 8 2004200503097 17- 1-2005 598 Mw. Annelies Storms * Régie des Bâtiments. — Blocage des GSM dans les prisons. Regie der Gebouwen. — GSM-blokkering in de gevangenissen. 10564 8 2004200503119 18- 1-2005 601 Luk Van Biesen * Dépôt des formulaires de déclaration. — Fermeture du service de taxation. — Bonne administration. Afgifte aangifteformulieren. — Sluiting taxatiedienst. — Behoorlijk bestuur. 10564 8 2004200503136 18- 1-2005 603 Dirk Van der Maelen * Taxation du pécule de vacances des ouvriers prépensionnés. — Arrêt de la Cour d’arbitrage. Belasting op het vakantiegeld van bruggepensioneerde arbeiders. — Arrest Arbitragehof. 10565 8 2004200503137 18- 1-2005 604 Jean-Jacques Viseur * TVA. — Affacturage. BTW. — Factoring. 10566 1 2004200503141 18- 1-2005 605 Bruno Van Grootenbrulle Mesures fiscales relatives à la catastrophe de Ghislenghien. Fiscale maatregelen na de ramp in Gellingen. 10626 8 2004200503153 19- 1-2005 607 Jean-Marc Nollet * Loi du 24 décembre 2002. — Évaluation par la Cour des comptes. — Réforme de l’impôt sur les sociétés. Wet van 24 december 2002. — Evaluatie door het Rekenhof. — Hervorming van de vennootschapsbelasting. 10567 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10788 CA DO Date Datum Question no Vraag nr. Objet Voorwerp Auteur * Question sans réponse Page Blz. * Vraag zonder antwoord 1 2004200503168 20- 1-2005 609 Gerolf Annemans SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan. 10627 1 2004200503169 20- 1-2005 610 Gerolf Annemans SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité. 10628 1 2004200503230 27- 1-2005 626 Luk Van Biesen Répartition des versements anticipés entre époux et cohabitants légaux. Verdeling van de voorafbetalingen tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden. 10628 1 2004200503231 27- 1-2005 627 Servais Verherstraeten SPF. — Fonctions de management N-2 et N-3. FOD. — Managementfuncties N-2 en N-3. 10630 1 2004200503232 27- 1-2005 628 Karel Pinxten Requalification des intérêts en dividendes. — Compte courant d’administrateur. — Notion de prêt d’argent. Herkwalificatie van interest in dividend. — Rekening-courant bestuurder. — Begrip « geldlening ». 10631 1 2004200503291 637 Stef Goris Déductibilité des taxes environnementales régionales. Aftrekbaarheid van de gewestelijke milieuheffingen. 10633 3- 2-2005 Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Budget — Begroting 1 2004200503221 26- 1-2005 44 Hagen Goyvaerts Transfert de remboursements d’intérêts. Overheveling van renteaflossingen. 10635 Entreprises publiques — Overheidsbedrijven 1 2003200421729 25- 6-2004 239 Mw. Maggie De Block La Poste. — Envois perdus. — Associations. — Possibilités de recours. De Post. — Verloren zendingen. — Verenigingen. — Verhaalmogelijkheden. 10636 1 2003200421186 2- 7-2004 245 Pieter De Crem Vente de bâtiments publics par la Régie des Bâtiments. Verkoop van overheidsgebouwen door de Regie der Gebouwen. 10638 1 2003200421800 6- 7-2004 249 Roel Deseyn La Poste. — Offre de services supplémentaires dans les bureaux de poste. De Post. — Aanbieden van extra diensten in postkantoren. 10639 1 2003200432331 5-10-2004 310 Guido De Padt SNCB. — Dépôts. — Effectifs. — Demandes de congé. NMBS. — Depots. — Personeelsbestand. — Verlofaanvragen. 10642 1 2004200502615 9-11-2004 344 Roel Deseyn La Poste. — Projet-pilote des « Points Poste ». De Post. — PostPunt-testproject. 10647 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 CA DO Date Datum 10789 Question no Vraag nr. Objet Voorwerp Auteur * Question sans réponse Page Blz. * Vraag zonder antwoord 1 2004200502718 23-11-2004 359 Dirk Claes SNCB. — Frais réclamés par la SNCB aux proches d’une personne ayant commis un acte de suicide. NMBS. — Doorrekenen van kosten door de NMBS aan de nabestaanden van een zelfmoord. 10648 1 2004200502733 24-11-2004 361 Mme Muriel Gerkens Belgacom. — Campagne publicitaire. Belgacom. — Reclamecampagne. 10650 1 2004200502918 17-12-2004 382 Guido De Padt SNCB. — Retards. NMBS. — Vertragingen in het spoorwegvervoer. 10653 1 2004200502938 21-12-2004 385 Mw. Annelies Storms SNCB. — Dépôts de vélos gardés dans les gares. NMBS. — Bewaakte fietsenstallingen aan de stations. 10654 1 2004200502939 21-12-2004 386 Servais Verherstraeten SNCB. — Finition d’une nouvelle gare à Mol. NMBS. — Afwerking van een nieuw station te Mol. 10657 1 2004200502960 22-12-2004 387 Mw. Marleen Govaerts La Poste. — Distribution du courrier. De Post. — Bedeling. 10659 1 2004200502961 22-12-2004 388 Guido De Padt Loterie nationale. — Joueurs. — Formulaires. — Détermination de l’affectation des bénéfices. Nationale Loterij. — Spelers. — Formulieren. — Aanduiding doelen winst. 10661 1 2004200503041 11- 1-2005 394 Francis Van den Eynde BIAC. — Conseil d’administration. — Représentants belges. BIAC. — Raad van bestuur. — Belgische vertegenwoordigers. 10662 8 2004200503056 13- 1-2005 395 Filip Anthuenis * SNCB. — Installation de commissariats de police dans des bâtiments de gares désaffectés. NMBS. — Installatie van politiecommissariaten in niet meer gebruikte stationsgebouwen. 10568 8 2004200503057 13- 1-2005 396 Bart Laeremans * BIAC. — Conseil d’administration. — Vente. BIAC. — Raad van bestuur. — Verkoop. 10569 8 2004200503058 13- 1-2005 397 Bart Laeremans * SNCB. — État de la gare ferroviaire de Vilvorde. — Quais. NMBS. — Toestand treinstation Vilvoorde. — Perrons. 10569 1 2004200503068 13- 1-2005 398 Jan Mortelmans 8 2004200503069 13- 1-2005 399 Jan Mortelmans * SNCB. — Accident de train à Lierre. — Remise en service du tunnel piétonnier. NMBS. — Treinongeval in Lier. — Herstelling voetgangerstunnel. 10570 8 2004200503070 13- 1-2005 400 Francis Van den Eynde * Établissement d’une liste noire internationale de compagnies aériennes peu fiables. Opstelling van een internationale zwarte lijst van onbetrouwbare vliegtuigmaatschappijen. 10570 8 2004200503077 13- 1-2005 401 Roel Deseyn * La Poste. — Service de sécurité interne. De Post. — Interne veiligheidsdienst. 10571 8 2004200503098 17- 1-2005 402 Guido De Padt * SNCB. — Sécurité des agents d’entretien des voies. NMBS. — Veiligheid van spoorwerkers. 10571 1 2003200421839 17- 1-2005 403 Mw. Maggie De Block Affiliation obligatoire du personnel statutaire à la Caisse des soins de santé de la SNCB. Verplichte aansluiting van statutairen bij de Kas der geneeskundige verzorging van de NMBS. 10665 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 SNCB. — Horaire de vacances anticipé. NMBS. — Vervroegde vakantieregeling. 2005 10663 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 1363 QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 10790 CA DO Question no Vraag nr. Date Datum Objet Voorwerp Auteur * Question sans réponse Page Blz. * Vraag zonder antwoord 8 2004200503101 17- 1-2005 404 Bart Laeremans * SNCB. — Infrastructure ferroviaire. NMBS. — Spoorweginfrastructuur. 10572 8 2004200503106 17- 1-2005 405 Francis Van den Eynde * SNCB. — Gare de Sint-Katelijne-Waver. — Fermeture des guichets. NMBS. — Station van Sint-Katelijne-Waver. — Sluiting loketten. 10572 8 2004200503107 17- 1-2005 406 Francis Van den Eynde * SNCB. — Téléphones portables pour le personnel de bord. — Couverture de la totalité du réseau des chemins de fer. NMBS. — GSM’s voor het treinpersoneel. — Bereikbaarheid op alle spoorlijnen. 10573 8 2004200503140 18- 1-2005 407 Francis Van den Eynde * SNCB. — Gare de Diepenbeek. — Accès aux quais. NMBS. — Station van Diepenbeek. — Toegang tot de perrons. 10573 8 2004200503148 19- 1-2005 408 Luk Van Biesen * SNCB. — Arrêté royal du 16 décembre 2004. — Notification à la Commission européenne. NMBS. — Koninklijk besluit van 16 december 2004. — Notificatie aan de Europese Commissie. 10573 8 2004200503154 19- 1-2005 409 Jean-Marc Nollet * SNCB. — Ligne ferroviaire Tournai-Lille. NMBS. — Spoorlijn Doornik-Rijsel. 10574 8 2004200503155 19- 1-2005 410 Mme Colette Burgeon * SNCB. — Nouvelle cabine de signalisation de Mons. — Destruction de la cabine de Braine-leComte. NMBS. — Nieuw seinhuis te Bergen. — Afbraak van het seinhuis van ’s Gravenbrakel. 10575 1 2004200503173 21- 1-2005 413 Francis Van den Eynde SNCB. — Police des chemins de fer. — Actions « FIPA ». NMBS. — Spoorwegpolitie. — « FIPA »-acties. 10666 Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 1 2003200432301 4-10-2004 388 Guido De Padt Services d’incendie. — Financement. Brandweerdiensten. — Financiering. 10666 1 2004200502653 16-11-2004 431 Francis Van den Eynde Services d’incendie. — Informations sur les pipelines de l’OTAN. Diensten van de brandweer. — Informatie over de NAVO-pijpleidingen. 10668 1 2004200502703 23-11-2004 440 Mme Muriel Gerkens Installations nucléaires. — Visite d’une délégation américaine. Kerninstallaties. — Bezoek van een Amerikaanse delegatie. 10669 1 2004200502704 23-11-2004 441 Mme Muriel Gerkens Matériaux nucléaires détectés dans les déchets classiques ou des matières premières issues d’une filière de recyclage. Kernmateriaal dat aangetroffen wordt tussen gewoon afval of tussen grondstoffen uit een recyclagecircuit. 10671 1 2004200502809 449 Hagen Goyvaerts Contrôle des ferrailleurs. — Présence de substances radioactives. Controle op schroothandelaars. — Aanwezigheid van radioactieve stoffen. 10673 6-12-2004 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE QRVA 51 066 21 - 02 - 2005 CA DO Date Datum 10791 Question no Vraag nr. Objet Voorwerp Auteur * Question sans réponse Page Blz. * Vraag zonder antwoord 1 2004200502900 16-12-2004 463 Melchior Wathelet 8 2004200503059 13- 1-2005 479 Willy Cortois 8 2004200503063 13- 1-2005 480 Francis Van den Eynde 8 2004200503064 13- 1-2005 481 Mw. Sabien Lahaye-Battheu 1 2004200502888 13- 1-2005 482 Roel Deseyn 8 2004200503089 14- 1-2005 483 Guido De Padt 8 2004200503129 18- 1-2005 485 Melchior Wathelet 8 2004200503130 18- 1-2005 486 Melchior Wathelet 8 2004200503133 18- 1-2005 487 Melchior Wathelet 8 2004200503152 19- 1-2005 488 Guido Tastenhoye Brigades canines des zones de police locales. — Recours au Service vétérinaire de la police fédérale. — Protocole. Hondenbrigades van de lokale politiezones. — Samenwerking met de Veterinaire Dienst van de federale politie. — Protocol. * Communes de la périphérie flamande de Bruxelles. — Opérateurs du central 101. — Bilinguisme. Gemeenten in de Vlaamse Rand van Brussel. — Centralisten bij de 101-centrale. — Tweetaligheid. * Camp militaire d’Elsenborn. — Stage organisé à l’intention des officiers de l’armée congolaise. — Clandestins. Militair kamp van Elsenborn. — Stagecursus officieren Kongolese leger. — Onderduikers. * Nombre de contrats de vie commune conclus et dissous. Aantal samenlevingscontracten dat gesloten werd en ontbonden. Problèmes liés au transfert d’une plaque d’immatriculation à l’époux(se). Problemen bij de overdracht van een nummerplaat aan de echtgeno(o)t(e). * Cartes d’identité électroniques. — Communes pilotes. Elektronische identiteitskaarten. — Pilootgemeenten. * Services de police. — Nouvelles tenues du personnel. Politiediensten. — Nieuwe politie-uniformen. * Zones de police locales. — Autorités locales. — Code d’éthique. Lokale politiezones. — Lokale overheden. — Ethische code. * Évaluation de la formation des inspecteurs de police;. — Rapport « EVA 2003 ». Beoordeling van de opleiding van politieinspecteurs. — Verslag « EVA 2003 ». * Déclarations du procureur d’Anvers au sujet de la menace terroriste sous-estimée à Anvers. Verklaringen van de Antwerpse procureur aangaande de onderschatte terreurdreiging in Antwerpen. 10675 10576 10577 10577 10677 10578 10579 10580 10581 10583 Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 8 2004200503071 13- 1-2005 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 155 Dirk Van der Maelen 2004 * Élaboration d’un cadre onusien quant à la responsabilité des entreprises transnationales et autres entreprises en matière de respect des droits de l’homme. Opstelling van een VN-kader voor «