Deze akte in PDF-formaat

Transcription

Deze akte in PDF-formaat
47934
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN
LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN
N. 2008 — 3122
[C − 2008/03360]
9 SEPTEMBER 2008. — Koninklijk besluit
tot wijziging van het KB/WIB 92,
op het stuk van de bedrijfsvoorheffing (1)
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES
F. 2008 — 3122
[C − 2008/03360]
9 SEPTEMBRE 2008. — Arrêté royal
modifiant, en matière de précompte professionnel, l’AR/CIR 92 (1)
ALBERT II, Roi des Belges,
A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 :
Vu le Code des impôts sur les revenus 1992 :
— artikel 245, derde lid, ingevoegd bij de programmawet (I) van
24 december 2002;
— l’article 245, alinéa 3, inséré par la loi-programme (I) du
24 décembre 2002;
— artikel 271, gewijzigd bij de wet van 6 juli 1994 en bij het
koninklijk besluit van 20 december 1996 en bij de programmawet (I) van 24 december 2002;
— l’article 271, modifié par la loi du 6 juillet 1994 et par l’arrêté
royal du 20 décembre 1996 et par la loi-programme (I) du
24 décembre 2002;
— artikel 275, §§ 1 en 2;
— l’article 275, §§ 1er et 2;
— artikel 469, gewijzigd bij de wet van 15 maart 1999 en bij de
programmawet (I) van 24 december 2002;
— l’article 469, modifié par la loi du 15 mars 1999 et par la
loi-programme (I) du 24 décembre 2002;
Gelet op het KB/WIB 92 :
Vu l’AR/CIR 92 :
— artikel 80, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 december 2003;
— l’article 80, inséré par l’arrêté royal du 4 décembre 2003;
— artikel 87, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 augustus 1993, 22 oktober 1993, 10 januari 1997, 20 mei 1997,
5 december 1997 en 24 juni 1999;
— l’article 87, modifié par les arrêtés royaux des 27 août 1993,
22 octobre 1993, 10 janvier 1997, 20 mai 1997, 5 décembre 1997 et
24 juin 1999;
— artikel 88;
— l’article 88;
— artikel 93;
— l’article 93;
— artikel 2331, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 december 2003;
— l’article 2331, inséré par l’arrêté royal du 4 décembre 2003;
— bijlage III, vervangen bij het koninklijk besluit van 7 december 2007 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van
18 maart 2008 en 18 juni 2008;
— l’annexe III, remplacée par l’arrêté royal du 7 décembre 2007 et
modifiée par les arrêtés royaux des 18 mars 2008 et 18 juin 2008;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op
12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973,
l’article 3, § 1er;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Vu l’urgence;
Overwegende :
Considérant :
— dat de Ministerraad van 22 juli 2008 beslist heeft dat er zal
worden overgegaan tot een vervroegde indexering met 2 % van
de fiscale barema’s in de bedrijfsvoorheffing vanaf de maand oktober 2008;
— que le Conseil des Ministres du 22 juillet 2008 a décidé qu’il sera
procédé à l’indexation anticipée des barèmes fiscaux dans le
précompte professionnel de 2 p.c. dès le mois d’octobre 2008 ;
— dat dit besluit dus van toepassing moet zijn op de vanaf
1 oktober 2008 betaalde of toegekende inkomsten;
— que le présent arrêté doit donc être applicable aux revenus payés
ou attribués à partir du 1er octobre 2008;
— dat het ten spoedigste ter kennis moet worden gebracht van de
schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing;
— qu’il doit être porté à la connaissance des redevables du
précompte professionnel dans les plus brefs délais;
— dat dit besluit dus dringend moet worden getroffen;
— que cet arrêté doit dès lors être pris d’urgence;
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van
Financiën,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
47935
Sur la proposition de Notre Vice-Premier Ministre et Ministre des
Finances,
Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Bijlage III van het KB/WIB 92, vervangen door het
koninklijk besluit van 7 december 2007 en gewijzigd bij de koninklijke
besluiten van 18 maart 2008 en 18 juni 2008, wordt vervangen door de
bijlage van dit besluit.
Article 1er. L’annexe III de l’AR/CIR 92, remplacée par l’arrêté royal
du 7 décembre 2007 et modifiée par les arrêtés royaux des 18 mars 2008
et 18 juin 2008, est remplacée par l’annexe au présent arrêté.
Art. 2. Dit besluit is van toepassing op de vanaf 1 oktober 2008
betaalde of toegekende inkomsten.
Art. 2. Le présent arrêté est applicable aux revenus payés ou
attribués à partir du 1er octobre 2008.
Art. 3. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast
met de uitvoering van dit besluit.
Art. 3. Notre Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances est
chargé de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Athene, 9 september 2008.
Donné à Athènes, le 9 septembre 2008.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
D. REYNDERS
Le Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances,
D. REYNDERS
Nota
Note
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij
koninklijk besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992.
Wet van 6 juli 1994, Belgisch Staatsblad van 16 juli 1994.
Wet van 15 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 27 maart 1999.
Programmawet (I) van 24 december 2002, Belgisch Staatsblad van
31 december 2002 (1ste uitgave).
Koninklijk besluit van 20 december 1996, Belgisch Staatsblad van
31 december 1996 (4de uitgave).
Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, Belgisch Staatsblad van
13 september 1993.
Koninklijk besluit van 22 oktober 1993, Belgisch Staatsblad van
29 oktober 1993.
Koninklijk besluit van 10 januari 1997, Belgisch Staatsblad van
11 februari 1997.
Koninklijk besluit van 20 mei 1997, Belgisch Staatsblad van 10 juni 1997.
Koninklijk besluit van 5 december 1997, Belgisch Staatsblad van
31 december 1997.
Koninklijk besluit van 24 juni 1999, Belgisch Staatsblad van 14 augustus 1999.
Koninklijk besluit van 4 december 2003, Belgisch Staatsblad van
17 december 2003 (1ste uitgave).
Koninklijk besluit van 7 december 2007, Belgisch Staatsblad van
27 december 2007 (1ste uitgave), err. 27 december 2007 (1ste uitgave).
Koninklijk besluit van 18 maart 2008, Belgisch Staatsblad van
25 maart 2008 (1ste uitgave).
Koninklijk besluit van 18 juni 2008, Belgisch Staatsblad van 23 juni 2008
(1ste uitgave).
Koninklijk besluit van 16 juli 2008, Belgisch Staatsblad van 23 juli 2008
(1ste uitgave).
Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de
gemeenschappen en de gewesten, Belgisch Staatsblad van 17 januari 1989.
Bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten,
Belgisch Staatsblad van 3 augustus 2001.
Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van
12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.
Wet van 4 juli 1989, Belgisch Staatsblad van 25 juli 1989.
Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996,
err. 8 oktober 1996.
(1) Références au Moniteur belge :
Code des impôts sur les revenus 1992, coordonné par arrêté royal du
10 avril 1992, Moniteur belge du 30 juillet 1992.
Loi du 6 juillet 1994, Moniteur belge du 16 juillet 1994.
Loi du 15 mars 1999, Moniteur belge du 27 mars 1999.
Loi-programme (I) du 24 décembre 2002, Moniteur belge du 31 décembre 2002 (1re édition).
Arrêté royal du 20 décembre 1996, Moniteur belge du 31 décembre
1996 (4e édition).
Arrêté royal du 27 août 1993 d’exécution du Code des impôts sur les
revenus 1992, Moniteur belge du 13 septembre 1993.
Arrêté royal du 22 octobre 1993, Moniteur belge du 29 octobre 1993.
Arrêté royal du 10 janvier 1997, Moniteur belge du 11 février 1997.
Arrêté royal du 20 mai 1997, Moniteur belge du 10 juin 1997.
Arrêté royal du 5 décembre 1997, Moniteur belge du 31 décembre 1997.
Arrêté royal du 24 juin 1999, Moniteur belge du 14 août 1999.
Arrêté royal du 4 décembre 2003, Moniteur belge du 17 décembre 2003
(1re édition).
Arrêté royal du 7 décembre 2007, Moniteur belge du 27 décembre 2007
(1re édition), err. 27 décembre 2007 (1re édition).
Arrêté royal du 18 mars 2008, Moniteur belge du 25 mars 2008
(1re édition).
Arrêté royal du 18 juin 2008, Moniteur belge du 23 juin 2008
(1re édition).
Arrêté royal du 16 juillet 2008, Moniteur belge du 23 juillet 2008
(1re édition).
Loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, Moniteur belge du 17 janvier 1989.
Loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, Moniteur belge
du 3 août 2001.
Lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées par arrêté royal du 12 janvier
1973, Moniteur belge du 21 mars 1973.
Loi du 4 juillet 1989, Moniteur belge du 25 juillet 1989.
Loi du 4 août 1996, Moniteur belge du 20 août 1996, err. 8 octobre 1996.
47936
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Bijlage bij het koninklijk besluit van 9 september 2008
BIJLAGE III VAN HET KONINKLIJK BESLUIT
TOT UITVOERING VAN HET WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN 1992
Schalen en regels die van toepassing zijn om de bedrijfsvoorheffing vast te stellen bij de bron verschuldigd
op inkomsten betaald of toegekend vanaf 1 oktober 2008
(Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 88)
TOEPASSINGSREGELS
HOOFDSTUK I. — Voorafgaande begrippen
Afdeling 1. — Grondslag
1. Aftrekken
A. De bedrijfsvoorheffing op beroepsinkomsten (hoofdstukken II tot V) wordt vastgesteld op grondslag van de
werkelijk betaalde of toegekende bruto inkomsten, verminderd met de verplichte inhoudingen ter uitvoering van de
sociale wetgeving of van een ermede gelijkgesteld wettelijk of reglementair statuut.
B. De bruto bezoldigingen van werknemers en ermede gelijkgestelde inkomsten (hoofdstukken II en V) worden
bovendien verminderd met de buitengewone beroepskosten als vermeld in artikel 89 van dit besluit.
C. De bedrijfsvoorheffing op maandelijkse bezoldigingen van bedrijfsleiders (nrs. 44 tot 47, 63 tot 65) die
onderworpen zijn aan het sociaal statuut van de zelfstandigen wordt vastgesteld op grondslag van de werkelijk
betaalde of toegekende bruto inkomsten, verminderd zoals aangegeven in onderstaande tabel :
Bruto bedrag van de maandelijkse bezoldigingen
Vermindering
Tot 860,00 EUR
310,00 EUR
Van 860,01 EUR tot 4.200,00 EUR
310,00 EUR + 20,50 pct. op de schijf boven 860,00 EUR
Van 4.200,01 EUR tot 6.160,00 EUR
994,70 EUR + 14,50 pct. op de schijf boven 4.200,00 EUR
Boven 6.160,00 EUR
1.278,90 EUR
2. Gehuwden en echtgenoten – wettelijk samenwonenden
De wettelijk samenwonenden worden gelijkgesteld met gehuwden, en een wettelijk samenwonende wordt
gelijkgesteld met een echtgenoot.
3. Voordelen van alle aard
A. De waarde van de voordelen van alle aard wordt aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen naar het volgende
onderscheid :
1° de voordelen worden door de werkgever of door diens tussenkomst aan de verkrijger toegekend of geacht
toegekend te zijn : de waarde van de voordelen wordt :
— toegevoegd aan het bedrag van de bezoldigingen wanneer zij gelijktijdig met de betaling of toekenning van
bezoldigingen worden toegekend of geacht worden toegekend te zijn;
— behandeld als in nr. 18, A, vermelde exceptionele vergoedingen in het andere geval;
2° de voordelen worden, zonder tussenkomst van de werkgever, door een derde persoon aan de verkrijger
toegekend of geacht toegekend te zijn : de waarde van de voordelen wordt aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen
volgens de regels en het tarief van nr. 24.
B. Voordelen wegens leningen tegen gunstvoorwaarden worden voor het jaar waarin de lening begint te lopen,
voor het vaststellen van de bedrijfsvoorheffing en zolang de Koning de voor dat jaar in aanmerking te nemen
referentierentevoeten niet heeft bepaald, berekend op basis van het verschil tussen de referentierentevoet die geldt voor
het laatste vorige jaar en de werkelijk aangerekende rentevoet.
4. Fooien
Voor werknemers wier bezoldiging geheel of gedeeltelijk uit fooien bestaat, moet, voor de toepassing van nr. 1,
onder bruto inkomsten worden verstaan :
a) wanneer de fooien worden berekend op de ontvangsten, ongeacht of die fooien al dan niet begrepen zijn in de
door de klanten betaalde prijs : het bedrag van de vaste bezoldiging verhoogd met het aandeel van de werknemer in
de fooien (waarbij het totaal van die fooien ten minste gelijk moet zijn aan het product verkregen door
vermenigvuldiging van de ontvangsten die aanleiding gaven tot de inning van fooien met het percent dat in de
onderneming gewoonlijk wordt toegepast) of, indien dit hoger is, het bedrag van de forfaitaire bezoldigingen die tot
grondslag hebben gediend voor de berekening van de bijdragen welke door die werknemers en hun werkgever ter
uitvoering van de wetgeving betreffende de sociale zekerheid verschuldigd zijn;
b) in de andere gevallen : het bedrag van de forfaitaire bezoldigingen die tot grondslag hebben gediend voor de
berekening van de bijdragen welke die werknemers en hun werkgever ter uitvoering van de wetgeving betreffende de
sociale zekerheid verschuldigd zijn.
5. Cumulatie van bepaalde pensioenen of renten (nrs. 31 tot 35 en 38)
A. In geval van cumulatie van pensioenen of renten verleend ter uitvoering van een wettelijk of reglementair
statuut ten laste van eenzelfde schuldenaar van bedrijfsvoorheffing, wordt de bedrijfsvoorheffing per verkrijger
overeenkomstig de regels van de nrs. 31 tot 35 vastgesteld op het totaalbedrag van de gecumuleerde pensioenen of
renten.
B. In geval van cumulatie van pensioenen of renten als vermeld in punt A, betaald :
— ofwel door de Rijksdienst voor Pensioenen (hierna de Rijksdienst) en de Pensioendienst voor de
overheidssector (hierna de Dienst);
— ofwel door de Rijksdienst en/of de Dienst en door een andere instelling vermeld in artikel 68, § 1, l, van de
wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen,
wordt het percentage van de per verkrijger op elk pensioen of rente in te houden bedrijfsvoorheffing vastgesteld
en medegedeeld door de Rijksdienst of door de Dienst, naar analogie van de artikelen 68 tot 68quinquies van voormelde
wet.
In geval van cumulatie van een of meerdere pensioenen of renten verleend ter uitvoering van een wettelijk of
reglementair statuut, waarvan tenminste een wordt betaald door de Rijksdienst of door de Dienst, met één of meerdere
pensioenen of renten die niet worden verleend ter uitvoering van dergelijk statuut, is het eerste lid eveneens van
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
toepassing voor de vaststelling van het percentage van de per verkrijger op elk pensioen of rente verleend ter
uitvoering van een wettelijk of reglementair statuut in te houden bedrijfsvoorheffing.
Het percentage wordt berekend op grond van het bedrag van de bedrijfsvoorheffing verkregen door toepassing
van de nrs. 31 tot 35 op het verschil tussen :
— eensdeels, het totale bruto bedrag van de wettelijke pensioenen en aanvullende voordelen als vermeld in
artikel 68, § 1, a en c, van voormelde wet van 30 maart 1994, met uitzondering van de in de vorm van kapitaal
uitbetaalde voordelen, zoals dat bedrag voor de toepassing van de artikelen 68 tot 68quinquies van dezelfde
wet werd medegedeeld;
— anderdeels, de verplichte sociale inhoudingen vermeld in nr. 1, A, of een forfait van 5 pct.
Dit percentage wordt afgerond tot het hogere of lagere tiende van een punt naargelang het cijfer van de
honderdsten van een punt al dan niet 5 bereikt.
Bij wijziging van het percentage moet de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing de nieuwe toestand in
aanmerking nemen zodra hij daarover is ingelicht.
5bis. Pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen die aan beide echtgenoten samen worden betaald of
toegekend (gezinspensioenen).
Voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing worden pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen die
aan beide echtgenoten samen worden betaald of toegekend, aangemerkt als inkomsten van de echtgenoot in wiens
beroepswerkzaamheid zij voor het geheel of voor het grootste gedeelte hun oorsprong vinden.
Afdeling 2. — Verminderingen wegens gezinslasten
6. Gezinstoestand
Voor de toepassing van de bedrijfsvoorheffing wordt verstaan :
1° onder echtgenoten : de gehuwden die zich niet in een van de in sub 2°, b vermelde gevallen bevinden;
2° onder alleenstaanden :
a) de ongehuwde personen;
b) de gehuwde personen :
— voor het jaar van het huwelijk of van de verklaring van wettelijke samenwoning;
— voor het jaar waarin de wettelijk samenwonenden met elkaar in het huwelijk treden, worden zij als gehuwden
aangemerkt, tenzij de verklaring van wettelijke samenwoning tijdens hetzelfde jaar is afgelegd;
— vanaf het jaar na dat waarin de feitelijke scheiding heeft plaatsgevonden, voor zover die scheiding in het
belastbare tijdperk niet ongedaan is gemaakt;
— voor het jaar van de ontbinding van het huwelijk of van de scheiding van tafel en bed of van de beëindiging
van de wettelijke samenwoning;
— die rijksinwoners zijn, indien de echtgenoot beroepsinkomsten heeft van meer dan 9.040,00 EUR per jaar die
bij overeenkomst zijn vrijgesteld en die niet in aanmerking komen voor de berekening van de belasting op de
andere inkomsten van het gezin;
— die niet-inwoners zijn, indien slechts één van de echtgenoten in België aan de belasting onderworpen
inkomsten verkrijgt en de andere echtgenoot binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn
vrijgesteld of buitenlandse beroepsinkomsten heeft van meer dan 9.040,00 EUR per jaar.
Om de vermindering van de bedrijfsvoorheffing wegens gezinslasten vast te stellen, moet de gezinstoestand van
de verkrijger van de inkomsten in aanmerking worden genomen zoals die zich voordoet op 1 januari van het jaar
waarin de inkomsten worden betaald of toegekend.
De schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing :
— mag echter, bij wijziging van de gezinstoestand in de loop van het jaar, de nieuwe toestand in aanmerking
nemen zodra hij daarover is ingelicht;
— moet evenwel rekening houden met de gezinstoestand die hem door de Administratie van de ondernemingsen inkomensfiscaliteit zou zijn medegedeeld en zulks vanaf de eerste betaling of toekenning van inkomsten
tijdens de tweede maand die op de mededeling volgt.
7. Gezinslasten
A. Wanneer beide echtgenoten beroepsinkomsten verkrijgen, worden de verminderingen wegens gezinslasten,
behalve die voor de gehandicapte echtgenoot aan de door hen gekozen echtgenoot toegekend.
Die keuze moet worden uitgedrukt door middel van een attest waarvan het model is vastgesteld door de bevoegde
administratie van de Federale Overheidsdienst FINANCIEN.
De vermindering voor de gehandicapte echtgenoot, wordt aan de betrokkene zelf toegekend.
B. Wanneer een kind ten laste of een in artikel 136, 2° tot 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
vermelde persoon ten laste overlijdt, wordt de vermindering voor dat kind of die persoon verder toegestaan tot het
einde van het jaar van overlijden.
C. Met betrekking tot de vermindering bepaald in nr. 11, A, b, 5 en 6, en met betrekking tot de afwijking bepaald
in nrs. 11,B, 13,B, 31,B, 33,B, 44,B en 46,B, dienen de grenzen inzake beroepsinkomsten van respectievelijk 190,00 EUR,
379,00 EUR en 114,00 EUR NETTO per maand als volgt te worden vastgesteld :
— de bruto beroepsinkomsten verminderen met de verplichte inhoudingen of bijdragen ter uitvoering van de
sociale wetgeving of van een ermede gelijkgesteld wettelijk of reglementair statuut;
— vervolgens het verschil verminderen met 20 pct.
8. Gehandicapten
A. Gehandicapt kind
Onder ″gehandicapt kind″ wordt verstaan :
— het kind dat tot ten minste 66 pct. is getroffen door ontoereikende of verminderde lichamelijke of geestelijke
geschiktheid wegens één of meer aandoeningen;
— het kind van wie, ongeacht de leeftijd, is vastgesteld dat ingevolge feiten overkomen en vastgesteld vóór de
leeftijd van 65 jaar :
a) ofwel zijn lichamelijke of geestelijke toestand zijn verdienvermogen heeft verminderd tot één derde of minder
van wat een valide persoon door een of ander beroep op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen;
47937
47938
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
b) ofwel zijn gezondheidstoestand een volledig gebrek aan, of een vermindering van zelfredzaamheid van ten
minste 9 punten tot gevolg heeft, gemeten volgens de handleiding en de medisch-sociale schaal van toepassing in het
kader van de wetgeving met betrekking tot de tegemoetkomingen aan gehandicapten;
c) ofwel, na de periode van primaire ongeschiktheid bepaald in artikel 87 van de gecoördineerde wet betreffende
de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, zijn verdienvermogen is verminderd tot een
derde of minder, zoals bepaald in artikel 100 van dezelfde gecoördineerde wet;
d) ofwel hij, ingevolge een administratieve of gerechtelijke beslissing, tot ten minste 66 pct. blijvend lichamelijk of
geestelijk gehandicapt of arbeidsongeschikt is verklaard.
B. Gehandicapte andere persoon
Onder ″gehandicapte andere persoon″ wordt verstaan :
— diegene van wie vóór 1 januari 1989 is vastgesteld dat hij tot ten minste 66 pct. is getroffen door ontoereikende
of verminderde lichamelijke of geestelijke geschiktheid wegens één of meer aandoeningen;
— diegene van wie, ongeacht de leeftijd, is vastgesteld dat ingevolge feiten overkomen en vastgesteld vóór de
leeftijd van 65 jaar :
a) ofwel zijn lichamelijke of geestelijke toestand zijn verdienvermogen heeft verminderd tot één derde of minder
van wat een valide persoon door een of ander beroep op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen;
b) ofwel zijn gezondheidstoestand een volledig gebrek aan of een vermindering van zelfredzaamheid van ten
minste 9 punten tot gevolg heeft, gemeten volgens de handleiding en de medisch-sociale schaal van toepassing in het
kader van de wetgeving met betrekking tot de tegemoetkomingen aan gehandicapten;
c) ofwel, na de periode van primaire ongeschiktheid bepaald in artikel 87 van de gecoördineerde wet betreffende
de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, zijn verdienvermogen is verminderd tot een
derde of minder, zoals bepaald in artikel 100 van dezelfde gecoördineerde wet;
d) ofwel hij, ingevolge een administratieve of gerechtelijke beslissing, tot ten minste 66 pct. blijvend lichamelijk of
geestelijk gehandicapt of arbeidsongeschikt is verklaard.
Afdeling 3. — Afronding
9. Het bedrag van de bedrijfsvoorheffing wordt steeds op de lagere cent afgerond.
HOOFDSTUK II. — Bezoldigingen van werknemers en ermede gelijkgestelde inkomsten
10. Dit hoofdstuk is van toepassing op :
A. Rijksinwoners
B. Niet-inwoners die gedurende het volledige belastbare tijdperk in België een tehuis hebben behouden.
C. Niet-inwoners die niet gedurende het volledige belastbare tijdperk in België een tehuis hebben behouden maar
die bezoldigingen verkrijgen :
— voor in België geleverde arbeidsprestaties;
— ingevolge één of meerdere arbeidsovereenkomsten die het volledige kalenderjaar bestrijken;
— en voor zover die arbeidsprestaties ten minste 75 pct. van de wettelijk voorziene arbeidsduur per
overeenkomst bedragen.
Afdeling 1. — Maandelijkse bruto bezoldigingen tot 7.500,00 EUR
11. De verkrijger van de inkomsten is een alleenstaande OF de echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten heeft
eveneens beroepsinkomsten (schaal I)
A. Wanneer de maandelijkse bruto bezoldigingen niet hoger zijn dan 7.500,00 EUR wordt de bedrijfsvoorheffing
vastgesteld volgens schaal I.
Van de bedrijfsvoorheffing vastgesteld volgens die schaal mogen vervolgens nog de volgende verminderingen
worden afgetrokken :
a) Vermindering voor kinderen ten laste
Aantal kinderen ten laste (1)
Vermindering
1
30,00 EUR
2
82,00 EUR
3
218,00 EUR
4
399,00 EUR
5
589,00 EUR
6
780,00 EUR
7
970,00 EUR
8
1.174,00 EUR
meer dan 8
1.174,00 EUR verhoogd met 211,00 EUR per kind ten
laste boven het achtste.
(1) het gehandicapte kind ten laste wordt voor twee gerekend.
47939
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
b)Verminderingen voor andere gezinslasten
Grond van de vermindering
Vermindering (1)
1. De verkrijger van de inkomsten is een alleenstaande (behalve wanneer zijn inkomsten uit
PENSIOENEN of BRUGPENSIOENEN bestaan :
21,00 EUR
2. De verkrijger van de inkomsten is een niet hertrouwde weduwnaar (weduwe) of een
ongehuwde vader(moeder), met één of meer kinderen ten laste :
30,00 EUR
3. De verkrijger van de inkomsten is zelf gehandicapt :
30,00 EUR
4. De verkrijger van de inkomsten heeft in artikel 136, 2° tot 3°, van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 vermelde personen ten laste die de leeftijd van 65 jaar hebben
bereikt, per persoon (2) :
61,00 EUR
5. De verkrijger van de inkomsten heeft in artikel 136, 2° tot 4°, van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 vermelde personen, andere dan diegenen vermeld onder punt 4
hiervoor, ten laste, per persoon (2) :
30,00 EUR
6. De echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten heeft persoonlijke beroepsinkomsten,
andere dan pensioenen, renten of ermede gelijkgestelde inkomsten, die niet meer bedragen dan
190,00 EUR NETTO per maand(3) :
95,00 EUR
7. De echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten heeft persoonlijke beroepsinkomsten die
uitsluitend bestaan uit pensioenen, renten of ermede gelijkgestelde inkomsten en die niet meer
bedragen dan 379,00 EUR NETTO per maand(3) :
189,50 EUR
(1) alle verminderingen mogen worden samengevoegd
(2) de gehandicapte persoon ten laste wordt voor twee gerekend
(3) de netto beroepsinkomsten worden vastgesteld volgens de regels van nr. 7, C
c) Vermindering voor groepsverzekering en voor extrawettelijke verzekering tegen ouderdom of vroegtijdige dood
Na toekenning van de onder sub a en b vermelde verminderingen wordt de bedrijfsvoorheffing nog verminderd
met 30 pct. van :
— de verplichte inhoudingen ter uitvoering van een groepsverzekeringscontract;
— de verplichte inhoudingen ter uitvoering van een extrawettelijke voorzorgsregeling van verzekering tegen
ouderdom en vroegtijdige dood;
— de inhoudingen die betrekking hebben op de individuele voortzetting van een pensioentoezegging
overeenkomstig artikel 1453, derde lid, van het WIB 92.
d) Vermindering voor bezoldigingen ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een overwerktoeslag.
Deze vermindering is van toepassing op werknemers :
— die onderworpen zijn aan de arbeidswet van 16 maart 1971 en die tewerkgesteld zijn door een werkgever
onderworpen aan de wet van 5 december 1968 aangaande de collectieve arbeidsovereenkomsten en de
paritaire comités;
— en die overwerk hebben gepresteerd dat, overeenkomstig artikel 29 van de arbeidswet van 16 maart 1971 of
artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de
ondernemingen die onder het paritair comité voor het bouwbedrijf ressorteren, recht geeft op een
overwerktoeslag.
Deze vermindering is slechts van toepassing op de berekeningsgrondslag voor de overwerktoeslag betreffende de
eerste 65 uren die de werknemer als overwerk heeft gepresteerd.
De vermindering wordt toegepast na de onder sub a, b en c vermelde verminderingen en bedraagt :
— voor een gepresteerd uur waarop een wettelijke overwerktoeslag van 50 of 100 pct. van toepassing is :
57,75 pct.;
— voor een gepresteerd uur waarop een wettelijke overwerktoeslag van 20 pct. van toepassing is : 66,81 pct.,
van het ″sociale bruto bedrag″ van de bezoldigingen (dit is vóór aftrek van de verplichte inhoudingen ter
uitvoering van de sociale wetgeving of van een ermede gelijkgesteld wettelijk of reglementair statuut), dat als
berekeningsgrondslag heeft gediend voor de berekening van de overwerktoeslag.
e) Vermindering van de bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van werknemers met een laag of gemiddeld inkomen die recht
hebben op de verhoogde belastingvrije som
Deze vermindering is van toepassing wanneer de belastbare bezoldiging in hoofde van de betrokken werknemer
maximum 1.986,07 EUR bedraagt.
De vermindering wordt toegepast na de onder a tot d vermelde verminderingen en bedraagt 5,57 EUR.
B. In afwijking van punt A wordt de bedrijfsvoorheffing vastgesteld volgens de regels van nr. 12 wanneer de
echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten persoonlijke beroepsinkomsten heeft die uitsluitend bestaan uit
pensioenen, renten of ermede gelijkgestelde inkomsten waarvan het bedrag niet hoger is dan 114,00 EUR NETTO per
maand.
De netto beroepsinkomsten worden vastgesteld volgens de regels van nr. 7, C.
12. De echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten heeft geen beroepsinkomsten (schaal II)
Wanneer de maandelijkse bruto bezoldigingen niet hoger zijn dan 7.500,00 EUR wordt de bedrijfsvoorheffing
vastgesteld volgens schaal II.
47940
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Van de bedrijfsvoorheffing volgens die schaal mogen vervolgens de volgende verminderingen worden
afgetrokken:
a) Vermindering voor kinderen ten laste
Aantal kinderen ten laste (1)
Vermindering
1
30,00 EUR
2
82,00 EUR
3
218,00 EUR
4
399,00 EUR
5
589,00 EUR
6
780,00 EUR
7
970,00 EUR
8
1.174,00 EUR
meer dan 8
1.174,00 EUR verhoogd met 211,00 EUR per kind ten
laste boven het achtste.
(1) het gehandicapte kind ten laste wordt voor twee gerekend
b) Verminderingen voor andere gezinslasten
Grond van de vermindering
Vermindering (1)
1. De verkrijger van de inkomsten is zelf gehandicapt :
30,00 EUR
2. De echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten is gehandicapt :
30,00 EUR
3. De verkrijger van de inkomsten heeft in artikel 136, 2° tot 3°, van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 vermelde personen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, ten
laste, per persoon (2) :
61,00 EUR
4. De verkrijger van de inkomsten heeft in artikel 136, 2° tot 4°, van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 vermelde personen, andere dan diegenen vermeld onder punt 3
hiervoor, ten laste, per persoon (2) :
30,00 EUR
(1) Alle verminderingen mogen worden samengevoegd
(2) De gehandicapte persoon ten laste wordt voor twee gerekend
c) Vermindering voor groepsverzekering en voor extrawettelijke verzekering tegen ouderdom of vroegtijdige dood
Na toekenning van de onder sub a en b vermelde verminderingen wordt de bedrijfsvoorheffing nog verminderd
met 30 pct. van :
— de verplichte inhoudingen ter uitvoering van een groepsverzekeringscontract;
— de verplichte inhoudingen ter uitvoering van een extrawettelijke voorzorgsregeling van verzekering tegen
ouderdom en vroegtijdige dood;
— de inhoudingen die betrekking hebben op de individuele voortzetting van een pensioentoezegging
overeenkomstig artikel 1453, 3e lid, van het WIB 92.
d) Vermindering voor bezoldigingen ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een overwerktoeslag.
Deze vermindering is van toepassing op werknemers :
— die onderworpen zijn aan de arbeidswet van 16 maart 1971 en die tewerkgesteld zijn door een werkgever
onderworpen aan de wet van 5 december 1968 aangaande de collectieve arbeidsovereenkomsten en de
paritaire comités;
— en die overwerk hebben gepresteerd dat, overeenkomstig artikel 29 van de arbeidswet van 16 maart 1971 of
artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de
ondernemingen die onder het paritair comité voor het bouwbedrijf ressorteren, recht geeft op een
overwerktoeslag.
Deze vermindering is slechts van toepassing op de berekeningsgrondslag voor de overwerktoeslag betreffende de
eerste 65 uren die de werknemer als overwerk heeft gepresteerd.
De vermindering wordt toegepast na de onder sub a, b en c vermelde verminderingen en bedraagt :
— voor een gepresteerd uur waarop een wettelijke overwerktoeslag van 50 of 100 pct. van toepassing is :
57,75 pct.;
— voor een gepresteerd uur waarop een wettelijke overwerktoeslag van 20 pct. van toepassing is : 66,81 pct.,
van het ″sociale bruto bedrag″ van de bezoldigingen (dit is vóór aftrek van de verplichte inhoudingen ter
uitvoering van de sociale wetgeving of van een ermede gelijkgesteld wettelijk of reglementair statuut), dat als
berekeningsgrondslag heeft gediend voor de berekening van de overwerktoeslag.
e) Vermindering van de bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van werknemers met een laag of gemiddeld inkomen die recht
hebben op de verhoogde belastingvrije som
Deze vermindering is van toepassing wanneer de belastbare bezoldiging in hoofde van de betrokken werknemer
maximum 1.986,07 EUR bedraagt.
De vermindering wordt toegepast na de onder a tot d vermelde verminderingen en bedraagt 5,57 EUR.
47941
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Afdeling 2. — Maandelijkse bruto bezoldigingen boven 7.500,00 EUR
13. De verkrijger van de inkomsten is een alleenstaande OF de echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten heeft
eveneens beroepsinkomsten
A. Wanneer de maandelijkse bruto bezoldigingen hoger zijn dan 7.500,00 EUR wordt de bedrijfsvoorheffing als
volgt vastgesteld :
a) de maandelijkse bruto bezoldigingen afronden op het lagere veelvoud van 15 EUR;
b) de bedrijfsvoorheffing op dat afgeronde bedrag is gelijk aan 3.399,12 EUR verhoogd met 53,50 pct. van het
gedeelte van de maandelijkse bruto bezoldiging boven 7.500,00 EUR;
c) van de bedrijfsvoorheffing berekend overeenkomstig b mogen vervolgens de verminderingen worden
afgetrokken die zijn vermeld in nr. 11, A, a tot d.
B. In afwijking van punt A wordt de bedrijfsvoorheffing vastgesteld volgens de regels van nr. 14 wanneer de
echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten persoonlijke beroepsinkomsten heeft die uitsluitend bestaan uit
pensioenen, renten of ermede gelijkgestelde inkomsten waarvan het bedrag niet hoger is dan 114,00 EUR NETTO per
maand.
De netto beroepsinkomsten worden vastgesteld volgens de regels van nr. 7, C.
14. De echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten heeft geen beroepsinkomsten
Wanneer de maandelijkse bruto bezoldigingen hoger zijn dan 7.500,00 EUR wordt de bedrijfsvoorheffing als volgt
vastgesteld :
a) de maandelijkse bruto bezoldiging afronden op het lagere veelvoud van 15 EUR;
b) de bedrijfsvoorheffing op dat afgeronde bedrag is gelijk aan 3.084,76 EUR verhoogd met 53,50 pct. van het
gedeelte van de maandelijkse bruto bezoldiging boven 7.500,00 EUR;
c) van de bedrijfsvoorheffing berekend overeenkomstig punt b mogen vervolgens de verminderingen worden
afgetrokken die zijn vermeld in nr. 12, a tot d.
Afdeling 3. — Bijzondere regels
15. Betalingen per veertien dagen
Voor de per veertien dagen betaalde bezoldigingen bedraagt de bedrijfsvoorheffing de helft van de voorheffing die
volgens de regels van nrs. 11 tot 14 per maand verschuldigd is op tweemaal de bezoldiging per veertien dagen.
16. Betalingen per week
Voor de per week betaalde bezoldigingen bedraagt de bedrijfsvoorheffing het vierde van de voorheffing die
volgens de regels van nrs. 11 tot 14 per maand verschuldigd is op viermaal de bezoldiging per week.
17. Betalingen per werkdag
Voor de per werkdag betaalde bezoldigingen bedraagt de bedrijfsvoorheffing het twintigste van de voorheffing die
volgens de regels van nrs. 11 tot 14 per maand verschuldigd is op twintigmaal de bezoldiging per werkdag.
18. Exceptionele vergoedingen
A. Voor andere exceptionele vergoedingen en toelagen dan opzeggingsvergoedingen die een werkgever, buiten de
normale bezoldigingen aan leden van zijn personeel betaalt (toevallige commissielonen op een geheel van
verrichtingen, bijzondere en exceptionele vergoedingen, vakantiegeld, enz.), wordt de bedrijfsvoorheffing vastgesteld
volgens het in punt a vermelde tarief, gelet op het jaarbedrag van de normale bruto bezoldigingen van de verkrijger
van de inkomsten.
Wanneer echter het jaarbedrag van de normale bruto bezoldiging niet meer bedraagt dan het grensbedrag dat
volgens het aantal kinderen ten laste vermeld is in tabel b, wordt de exceptionele vergoeding vrijgesteld ten belope van
het verschil tussen het voornoemde grensbedrag en het jaarbedrag van de normale bruto bezoldiging.
Wanneer de verkrijger van een exceptionele vergoeding niet meer dan vijf kinderen ten laste heeft en het
jaarbedrag van zijn normale bruto bezoldiging niet hoger is dan het bedrag dat -volgens het aantal kinderen ten lastein kolom 3 van tabel c vermeld is, wordt een vermindering toegekend op de bedrijfsvoorheffing die volgens de twee
vorige leden op de exceptionele vergoeding is verschuldigd; die vermindering wordt volgens het aantal kinderen ten
laste berekend met het percent vermeld in kolom 2 van tabel c.
a) Tarief
percent als bedrijfsvoorheffing
verschuldigd op
jaarbedrag van de normale
bruto bezoldigingen
vakantiegeld
andere vergoedingen
en toelagen
2
3
0
0
van 6.290,01 EUR tot 7.810,00 EUR
19,17
23,22
van 7.810,01 EUR tot 9.700,00 EUR
21,20
25,23
van 9.700,01 EUR tot 11.520,00 EUR
26,25
30,28
van 11.520,01 EUR tot 13.415,00 EUR
31,30
35,33
van 13.415,01 EUR tot 15.310,00 EUR
34,33
38,36
van 15.310,01 EUR tot 19.060,00 EUR
36,34
40,38
van 19.060,01 EUR tot 20.945,00 EUR
39,37
43,41
van 20.945,01 EUR tot 28.545,00 EUR
42,39
46,44
1
tot 6.290,00 EUR
47942
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
percent als bedrijfsvoorheffing
verschuldigd op
jaarbedrag van de normale
bruto bezoldigingen
vakantiegeld
andere vergoedingen
en toelagen
2
3
47,44
51,48
1
van 28.545,01 EUR tot 38.020,00 EUR
boven 38.020,00 EUR
53,50
b) Vrijstelling wegens kinderlast
Aantal kinderen ten laste (1)
Grensbedrag
1
2
1
8.244,00 EUR
2
10.549,00 EUR
3
15.023,00 EUR
4
19.955,00 EUR
5
24.842,00 EUR
6
29.728,00 EUR
7
34.615,00 EUR
8
39.502,00 EUR
9
44.388,00 EUR
10
49.275,00 EUR
11
54.161,00 EUR
12
59.048,00 EUR
(1) het gehandicapte kind ten laste wordt voor twee gerekend
c) Vermindering wegens kinderlast
Aantal kinderen
ten laste (1)
Percent van de
vermindering
Jaarbedrag van de normale bruto bezoldigingen
waarboven geen vermindering wordt verleend
1
2
3
1
7,5
18.970,00 EUR
2
20
18.970,00 EUR
3
35
20.870,00 EUR
4
55
24.665,00 EUR
5
75
26.565,00 EUR
(1) het gehandicapte kind ten laste wordt voor twee gerekend
B. In afwijking van punt A :
a) wordt de bedrijfsvoorheffing eenvormig op 16,15 pct. (zonder vrijstelling) vastgesteld voor de eindejaarspremies
die in één keer worden uitbetaald en afhankelijk zijn van prestaties die per stuk of taak worden bezoldigd;
b) is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd wanneer het twaalfde van het totaal van het jaarbedrag van de normale
bruto bezoldigingen en de exceptionele vergoedingen en toelagen volgens de regels van nr. 11 (schaal I) of nr. 12
(schaal II) inzake per maand betaalde bezoldigingen geen aanleiding geeft tot bedrijfsvoorheffing.
19. Achterstallen
A. Voor achterstallige bezoldigingen (onder meer bezoldigingen waarvan de uitbetaling of de toekenning door
toedoen van de overheid of wegens het bestaan van een geschil slechts heeft plaatsgehad na het verstrijken van het
belastbare tijdperk waarop zij in werkelijkheid betrekking hebben) wordt de bedrijfsvoorheffing vastgesteld volgens het
in punt a vermelde tarief, gelet op de referentiebezoldiging, d.w.z. het jaarbedrag van de normale bruto bezoldiging die
onmiddellijk vóór het jaar waarop de achterstallen betrekking hebben aan de verkrijger van de inkomsten is betaald.
In afwijking van hetgeen voorafgaat, is de referentiebezoldiging gelijk aan de normale bruto bezoldigingen van het
laatste jaar van normale activiteit dat het jaar van de betaling van de achterstallen voorafgaat, mits de verkrijger hiervan
het bewijs levert.
Wanneer echter de referentiebezoldiging niet meer bedraagt dan het grensbedrag dat volgens het aantal kinderen
ten laste vermeld is in tabel b, worden de achterstallige bezoldigingen vrijgesteld ten belope van het verschil tussen het
voornoemde grensbedrag en de referentiebezoldiging.
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
a) Tarief
Percent als bedrijfsvoorheffing
verschuldigd op achterstallen
Referentiebezoldiging
tot 7.775,00 EUR
0,00
van 7.775,01 EUR tot 9.335,00 EUR
2,68
van 9.335,01 EUR tot 10.365,00 EUR
6,57
van 10.365,01 EUR tot 12.445,00 EUR
10,77
van 12.445,01 EUR tot 13.485,00 EUR
13,55
van 13.485,01 EUR tot 15.035,00 EUR
16,55
van 15.035,01 EUR tot 17.625,00 EUR
19,17
van 17.625,01 EUR tot 22.805,00 EUR
24,92
van 22.805,01 EUR tot 27.990,00 EUR
29,93
van 27.990,01 EUR tot 36.285,00 EUR
31,30
van 36.285,01 EUR tot 40.950,00 EUR
36,90
van 40.950,01 EUR tot 46.650,00 EUR
38,96
van 46.650,01 EUR tot 54.420,00 EUR
40,93
van 54.420,01 EUR tot 65.310,00 EUR
42,92
van 65.310,01 EUR tot 81.895,00 EUR
44,99
van 81.895,01 EUR tot 94.335,00 EUR
46,47
van 94.335,01 EUR tot 110.920,00 EUR
47,48
boven 110.920,00 EUR
48,00
b) Vrijstelling wegens kinderlast
Aantal kinderen ten laste (1)
Grensbedrag
1
8.244,00 EUR
2
10.549,00 EUR
3
15.023,00 EUR
4
19.955,00 EUR
5
24.842,00 EUR
6
29.728,00 EUR
7
34.615,00 EUR
8
39.502,00 EUR
9
44.388,00 EUR
10
49.275,00 EUR
11
54.161,00 EUR
12
59.048,00 EUR
(1) het gehandicapte kind ten laste wordt voor twee gerekend
B. In afwijking van punt A is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd wanneer het twaalfde van de referentiebezoldiging volgens de regels van nr. 11 (schaal I) of nr. 12 (schaal II) inzake per maand betaalde bezoldigingen geen
aanleiding geeft tot bedrijfsvoorheffing.
20. A) Opzeggingsvergoedingen
Opzeggingsvergoedingen worden als volgt aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen :
a) wanneer zij bruto niet meer dan 830,00 EUR bedragen, de opzeggingsvergoedingen als een maandbezoldiging
beschouwen en de bedrijfsvoorheffing vaststellen volgens de regels van nr. 11 (schaal I) of nr. 12 (schaal II);
b) wanneer zij bruto meer dan 830,00 EUR bedragen, de bedrijfsvoorheffing vaststellen volgens de regels van nr. 19,
A, met dien verstande dat voor het bepalen van het tarief van de bedrijfsvoorheffing de in aanmerking te nemen
referentiebezoldiging die is welke tot grondslag diende voor het vaststellen van de vergoeding of, bij gebreke daaraan,
de bezoldiging die de verkrijger heeft ontvangen tijdens de laatste periode van normale activiteit in dienst van de
werkgever die de vergoeding uitbetaalt.
In afwijking van punt b, is de referentiebezoldiging gelijk aan de normale bruto bezoldigingen van het laatste jaar
van normale activiteit dat het jaar van de betaling van de opzeggingsvergoedingen voorafgaat, mits de verkrijger
hiervan het bewijs levert.
47943
47944
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
B) Inschakelingsvergoedingen
De bedrijfsvoorheffing op inschakelingsvergoedingen bedoeld in Titel IV, Hoofdstuk 5, Afdeling 3, van de wet van
23 december 2005 betreffende het generatiepact, wordt vastgesteld volgens de regels van nr. 19, A, met dien verstande
dat voor het bepalen van het tarief van de bedrijfsvoorheffing de in aanmerking te nemen referentiebezoldiging die is
welke tot grondslag diende voor het vaststellen van de vergoeding of, bij gebreke daaraan, de bezoldiging die de
verkrijger heeft ontvangen tijdens de laatste periode van normale activiteit in dienst van de werkgever die de
vergoeding uitbetaalt.
In afwijking van hetgeen voorafgaat, is de referentiebezoldiging gelijk aan de normale bruto bezoldigingen van het
laatste jaar van normale activiteit dat het jaar van de betaling van de inschakelingsvergoedingen voorafgaat, mits de
verkrijger hiervan het bewijs levert.
21. Schadeloosstelling van tijdelijke derving van bezoldigingen, winst of baten
A. Wettelijke of extrawettelijke vergoedingen betaald of toegekend als schadeloosstelling van een tijdelijke derving
van bezoldiging bijvoorbeeld ingevolge ongeval, ziekte, invaliditeit of andere soortgelijke gebeurtenissen, zijn aan de
bedrijfsvoorheffing onderworpen naar het volgende onderscheid :
1° wanneer de vergoedingen door de werkgever of door diens tussenkomst,
a) samen met de normale bezoldigingen van éénzelfde periode aan de verkrijger worden betaald of toegekend :
volgens de regels van nrs. 11 tot 17 op het totaalbedrag van de normale bezoldigingen en de vergoedingen in kwestie;
b) niet samen met de normale bezoldigingen van éénzelfde periode aan de verkrijger worden betaald of
toegekend :
— volgens de regels van nr. 18, A, gelet op de referentiebezoldiging, d.w.z. de normale jaarbezoldiging die tot
grondslag voor het berekenen van de schadeloosstelling heeft gediend;
— bij gebreke aan voormelde referentiebezoldiging bedraagt de bedrijfsvoorheffing 26,75 pct. (zonder
vermindering);
2° wanneer die vergoedingen, zonder tussenkomst van de werkgever, door een verzekeringsinstelling of door een
andere instelling of een andere tussenpersoon aan de verkrijger worden betaald : tegen het tarief van 11,11 pct. of 22,20
pct. (zonder vermindering) naargelang het gaat om wettelijke of om extrawettelijke vergoedingen.
B. In afwijking van punt A wordt, in de hiernavolgende gevallen, de bedrijfsvoorheffing respectievelijk
overeenkomstig de volgende regels vastgesteld.
1. Primaire ongeschiktheid
a) Wettelijke ziekte- en invaliditeitsuitkeringen betaald of toegekend gedurende de periode van primaire
arbeidsongeschiktheid bepaald in artikel 87 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief
van 11,11 pct. (zonder vermindering), voor zover die periode van primaire ongeschiktheid aanvangt na 31 december 2003.
b) De overeenkomstig sub a berekende bedrijfsvoorheffing mag er evenwel niet toe leiden dat het bedrag van de
uiteindelijk verschuldigde uitkering minder bedraagt dan het bedrag van de minimuminvaliditeitsuitkering vermeld
in artikel 93bis van voormelde gecoördineerde wet, behalve wanneer die uitkering wordt gecumuleerd met inkomsten
als vermeld in artikel 104 van dezelfde wet of wanneer prestaties worden geweigerd of verminderd krachtens
artikel 136, § 2, van dezelfde wet.
c) — Wettelijke ziekte- en invaliditeitsuitkeringen betaald of toegekend gedurende de eerste 6 maanden van de
periode van primaire arbeidsongeschiktheid bepaald in artikel 87, derde lid, van dezelfde wet en die aansluit
op een periode van volledige of gedeeltelijke werkloosheid als vermeld in nr. 22, A, zijn aan de
bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 10,09 pct. (zonder vermindering).
— Er moet evenwel geen bedrijfsvoorheffing worden ingehouden op wettelijke ziekte- en invaliditeitsuitkeringen betaald of toegekend gedurende de eerste 6 maanden van de hiervoor bedoelde periode van primaire
arbeidsongeschiktheid, aan volledig werkloze werknemers als vermeld in nr. 22, B.
— Vanaf de 1ste dag van de 7de maand van diezelfde periode van primaire arbeidsongeschiktheid, zijn de onder
het eerste en tweede streepje vermelde uitkeringen aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief
van 11,11 pct. (zonder vermindering).
2. Wachtgeld ingevolge disponibiliteit wegens ziekte
Wachtgelden die krachtens artikel 66 van afdeling 3 van hoofdstuk IX van het koninklijk besluit van
19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen,
worden betaald of toegekend aan ambtenaren in disponibiliteit wegens ziekte, zijn aan de bedrijfsvoorheffing
onderworpen tegen het tarief van 11,11 pct. (zonder vermindering), voor zover de periode van disponibiliteit aanvangt
na 31 december 2003.
3. Zeelieden
Uitkeringen betaald of toegekend krachtens artikel 88 van het koninklijk besluit van 24 oktober 1936 houdende
wijziging en samenordening van de statuten der Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 11,11 pct. (zonder vermindering), voor zover de werkongeschiktheidsperiode
aanvangt na 31 december 2003.
4. Overzeese sociale zekerheid
Uitkeringen betaald of toegekend krachtens artikel 35, § 1, van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese
sociale zekerheid, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 11,11 pct. (zonder vermindering),
voor zover de periode van primaire arbeidsongeschiktheid aanvangt na 31 december 2003.
5. Moederschapsbescherming
Uitkeringen betaald of toegekend krachtens artikel 113 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen
tegen het tarief van 11,11 pct. (zonder vermindering), voor zover de periode van moederschapsbescherming aanvangt
na 31 december 2003.
6. Borstvoedingspauze
Uitkeringen betaald of toegekend krachtens artikel 116bis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen
tegen het tarief van 11,11 pct. (zonder vermindering), voor zover de borstvoedingspauze aanvangt na 31 december 2003.
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
7. Vaderschapsverlof
Uitkeringen betaald of toegekend krachtens artikel 30, § 2, 3de lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 11,11 pct. (zonder
vermindering), voor zover de periode van vaderschapsverlof aanvangt na 31 december 2003.
8. Adoptieverlof
Uitkeringen betaald of toegekend krachtens artikel 30, § 3, 3de lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 11,11 pct. (zonder
vermindering), zover de periode van adoptieverlof aanvangt na 31 december 2003.
9. Wettelijke onderbrekingsuitkeringen
a) Wettelijke onderbrekingsuitkeringen betaald of toegekend aan werknemers die voltijds hun beroepsloopbaan
onderbreken, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 10,13 pct. (zonder vermindering).
b) Wettelijke onderbrekingsuitkeringen betaald of toegekend aan werknemers die deeltijds hun beroepsloopbaan
onderbreken, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 17,15 pct. (zonder vermindering).
Evenwel wordt dit percentage verhoogd tot 35 pct. in geval van een 1/5de loopbaanvermindering die aanvangt vanaf
1 juni 2007, in toepassing van de artikelen 5 en 6 van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van
hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven
betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een
halftijdse betrekking, behalve voor de werknemers in 1/5de loopbaanvermindering die uitsluitend samenwonen met
één of meerdere kinderen die zij ten laste hebben.
10. Halftijdse vervroegde uittreding
Wettelijke premies toegekend aan de personeelsleden van overheidsdiensten ter gelegenheid van hun halftijdse
vervroegde uittreding, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 17,15 pct. (zonder
vermindering).
C. Zelfstandigen en meewerkende echtgenoten
1. Primaire ongeschiktheid
a) Wettelijke ziekte- en invaliditeitsuitkeringen betaald of toegekend gedurende het tijdvak van primaire
ongeschiktheid bepaald in artikel 7 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een
uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende
echtgenoten, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 11,11 pct. (zonder vermindering), voor
zover die periode van primaire ongeschiktheid aanvangt na 31 december 2003.
b) De overeenkomstig sub a berekende bedrijfsvoorheffing mag er evenwel niet toe leiden dat het bedrag van de
uiteindelijk verschuldigde primaire ongeschiktheidsuitkering minder bedraagt dan het bedrag van de minimuminvaliditeitsuitkering vermeld in artikel 93bis van de gecoördineerde wet betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen, behalve wanneer die uitkering wordt geweigerd of verminderd krachtens
artikel 28 of artikel 29, § 1, 1° tot 4°, van voormeld koninklijk besluit.
2. Moederschapsverzekering
Moederschapsuitkeringen betaald of toegekend overeenkomstig artikel 94 van het koninklijk besluit van
20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de
zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van
11,11 pct. (zonder vermindering), voor zover het tijdvak van moederschapsrust aanvangt na 31 december 2003.
D. 1° Aanvullende vergoedingen als vermeld in artikel 31bis, eerste lid, 1°, en tweede lid, van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 betaald of toegekend door de gewezen werkgever als schadeloosstelling van een tijdelijke
derving van bezoldigingen, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 10,09 pct. (zonder
vermindering).
2° Aanvullende vergoedingen als vermeld in artikel 31bis, eerste lid, 2°, van hetzelfde Wetboek, betaald of
toegekend door de gewezen werkgever als schadeloosstelling van een tijdelijke derving van bezoldigingen, zijn aan de
bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 26,75 pct. (zonder vermindering).
E. Wettelijke of extrawettelijke vergoedingen betaald of toegekend als schadeloosstelling van een tijdelijke derving
van winst of baten, zelfs indien ze op een vorige beroepswerkzaamheid betrekking hebben, en die door een
verzekeringsinstelling of door een andere instelling of een andere tussenpersoon aan de verkrijger worden betaald, zijn
aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 11,11 pct. of 22,20 pct. (zonder vermindering) naargelang
het gaat om wettelijke of om extrawettelijke vergoedingen.
F. Evenwel moet geen bedrijfsvoorheffing worden ingehouden wanneer de vergoeding is verkregen door een
werknemer die bewijst dat het twaalfde van het jaarbedrag van de bezoldiging die tot grondslag diende voor het
berekenen van de vergoeding volgens de regels van nrs. 11 tot 14, inzake per maand betaalde bezoldigingen, geen
aanleiding geeft tot bedrijfsvoorheffing.
G. Ook is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd op andere wettelijke vergoedingen dan die vermeld onder punt B,
toegekend krachtens de wetgeving betreffende de verzekering tegen ziekte en invaliditeit.
22. Werkloosheidsuitkeringen
A. Wettelijke en extrawettelijke uitkeringen van alle aard, wachtuitkeringen inbegrepen, verkregen als volledig of
gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van bezoldigingen ten gevolge van volledige of gedeeltelijke
werkloosheid en niet vermeld in nr. 21, D, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 10,09 pct.
(zonder vermindering).
B. In afwijking van punt A moet geen bedrijfsvoorheffing worden ingehouden op de wettelijke werkloosheids- of
wachtuitkeringen van volledig werkloze werknemers die generlei inkomen uit beroepswerkzaamheid verkrijgen en die
in de zin van de reglementering inzake werkloosheid de hoedanigheid hebben:
— ofwel van samenwonende met recht op een toeslag voor het verlies van een enig inkomen;
— ofwel van samenwonende die noch recht heeft op een toeslag voor het verlies van een enig inkomen noch op
een aanpassingstoeslag, en, indien de werknemer samenwoont met een echtgenoot, op voorwaarde dat de
beroepsinkomsten van die echtgenoot uitsluitend uit vervangingsinkomsten bestaan;
— ofwel van samenwonende die slechts over werkloosheidsuitkeringen beschikt, bestaande uit het al of niet
verhoogde wettelijk forfait;
— ofwel van alleenwonende;
— ofwel van werknemer die recht heeft op een wachtuitkering;
— ofwel van werknemer die een vrijstelling geniet wegens sociale en familiale redenen.
47945
47946
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
23. Brugpensioenen
Vergoedingen, in het kader of naar aanleiding van een brugpensioenregeling aan ontslagen of op rust gestelde
werknemers betaald of toegekend, zijn van de bedrijfsvoorheffing vrijgesteld in zover hun totaalbedrag het
maximumbedrag inzake werkloosheidsuitkering niet te boven gaat.
Voor het gedeelte van het totaalbedrag van die vergoedingen dat het hierboven vermelde maximumbedrag inzake
werkloosheidsuitkeringen te boven gaat, moeten de schuldenaars van dat gedeelte bedrijfsvoorheffing inhouden en
storten. Die bedrijfsvoorheffing wordt volgens de regels van de nrs. 31 tot 35 berekend op het totaalbedrag van de
vergoedingen.
Van de bedrijfsvoorheffing berekend overeenkomstig het vorige lid mag vervolgens de vermindering voor
groepsverzekering en voor extrawettelijke verzekering tegen ouderdom of vroegtijdige dood vermeld in nr. 11, A, c,
worden afgetrokken.
24. Toevallig of periodiek en bijkomstig betaalde vergoedingen en toelagen
A. Niet in de nrs. 18 tot 23 vermelde vergoedingen en toelagen die een schuldenaar van bedrijfsvoorheffing
uitbetaalt aan personen die slechts toevallig of periodiek en bijkomstig door hem of door zijn tussenkomst worden
bezoldigd (toevallige commissielonen, vergoedingen, presentiegelden, enz.) zijn volgens onderstaand tarief (zonder
verminderingen) aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen :
Bedrag van de vergoedingen en toelagen
Percent als bedrijfsvoorheffing verschuldigd op het
totaalbedrag van de vergoedingen en toelagen
1
2
tot 500,00 EUR
27,25
van 500,01 EUR tot 650,00 EUR
32,30
boven 650,00 EUR
37,35
B. In afwijking van punt A is op de gewestelijke weerwerkpremie, die krachtens artikel 171, 7°, van het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992, afzonderlijk in de personenbelasting wordt belast, een bedrijfsvoorheffing
verschuldigd van 11,11 pct. (zonder vermindering).
25. Schuldvorderingen die de hoedanigheid van bezoldigingen hebben en vermeld zijn in artikel 270, 6°, van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Voor de schuldvorderingen met de hoedanigheid van bezoldigingen als bedoeld in artikel 30, 1° en 2°, van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 die worden gehonoreerd door curatoren in faillissementen, vereffenaars
van gerechtelijke akkoorden, vereffenaars van vennootschappen of personen die gelijkaardige functies uitoefenen,
wordt de bedrijfsvoorheffing eenvormig (zonder vermindering) vastgesteld op 26,75 pct.
26. Bezoldigingen voor stukwerk
De bedrijfsvoorheffing op bezoldigingen toegekend aan werklieden die stukwerk verrichten en van wie de
onregelmatige en door de werkgever niet gecontroleerde prestaties niet worden uitgedrukt in dagen, weken, veertien
dagen of maanden arbeid, wordt berekend volgens de regels van nrs. 11 tot 17, met inachtneming van de duur van het
tijdperk waarop de bezoldigingen betrekking hebben. De bedrijfsvoorheffing mag in deze gevallen echter nooit minder
bedragen dan 11,11 pct. van de bezoldigingen.
27. a) Artiesten en musici
De bedrijfsvoorheffing wordt eenvormig (zonder vermindering) bepaald op 11,11 pct. voor de bezoldigingen die
door ondernemingen voor vertoningen en vermakelijkheden worden betaald aan artiesten en musici die niet tot het
vast personeel van de onderneming behoren en niet kunnen beschouwd worden als zijnde door de onderneming
bijkomstig bezoldigd;
b) Personen behorend tot bijzondere categorieën bepaald door de ambtenaar belast met de algemene leiding van
de Administratie der directe belastingen (sector taxatie)
De bedrijfsvoorheffing wordt eenvormig (zonder vermindering) bepaald op 11,11 pct. voor de bezoldigingen
betaald aan personen die behoren tot de categorieën bepaald door de ambtenaar belast met de algemene leiding van
de Administratie der directe belastingen (sector taxatie ) en die, gelet op de omstandigheden waarin zij hun
beroepswerkzaamheid uitoefenen, volgens bijzondere regels worden bezoldigd.
28. Vakantiegeld betaald door verlofkassen
De vakantiegelden die zonder tussenkomst van de werkgever door de kassen voor jaarlijks verlof worden betaald
of toegekend, zijn volgens het onderstaande tarief (zonder vermindering) aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen :
Bedrag van het
vakantiegeld
Percent als bedrijfsvoorheffing verschuldigd
op het totale bedrag van het vakantiegeld
Tot 1.140,00 EUR
17,16
Boven 1.140,00 EUR
23,22
29. Studenten
In afwijking van de vorige regels is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd op :
— de bezoldigingen betaald of toegekend aan studenten wier tewerkstelling, in het kader van een schriftelijke
arbeidsovereenkomst, tijdens de maanden juli, augustus en september geen drieëntwintig arbeidsdagen
overschrijdt;
— de bezoldigingen betaald of toegekend aan studenten wier tewerkstelling, in het kader van een schriftelijke
arbeidsovereenkomst, tijdens de periodes van niet verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstellingen, met
uitzondering van de maanden juli, augustus en september, geen drieëntwintig arbeidsdagen overschrijdt;
en op voorwaarde dat voor die bezoldigingen geen bijdragen ter uitvoering van de wetgeving betreffende de
sociale zekerheid, met uitzondering van de solidariteitsbijdrage, verschuldigd zijn.
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
30. Jonge werknemers
In afwijking van de vorige regels is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de bezoldigingen betaald of
toegekend tijdens de maanden oktober, november of december aan jonge werknemers die voldoen aan de in artikel 36,
§ 1, eerste lid, 1° tot 3°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering
gestelde voorwaarden en wier tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst aanvangt tijdens voornoemde
maanden oktober, november of december, op voorwaarde dat het bedrag van die bezoldigingen 2.275,00 EUR bruto per
maand niet overschrijdt.
30bis. Inkomsten van sportbeoefenaars voor een als zodanig verrichte werkzaamheid, voorzover zij de leeftijd van
16 jaar hebben bereikt doch jonger zijn dan 26 jaar op 1 januari 2009.
De bedrijfsvoorheffing wordt als volgt vastgesteld :
A. Het maandelijks inkomen bedraagt maximum 1.383,00 EUR :
de bedrijfsvoorheffing is gelijk aan 16,66 pct. van dat bedrag (zonder verminderingen);
B. Het maandelijks inkomen bedraagt meer dan 1.383,00 EUR :
a. De bedrijfsvoorheffing op de eerste schijf van 1.383,00 EUR is gelijk aan 230,40 EUR;
b. Het verschil tussen het maandelijks inkomen en 1.383,00 EUR afronden op het lagere veelvoud van 15 EUR en
hierop de bedrijfsvoorheffing berekenen volgens de gewone schalen. Op de aldus berekende bedrijfsvoorheffing mogen
nog de volgende verminderingen worden toegepast:
— voor kinderen ten laste;
— voor andere gezinslasten;
— voor groepsverzekering en voor extra-wettelijke verzekering tegen ouderdom of vroegtijdige dood;
— voor bezoldigingen van werknemers met een laag of gemiddeld inkomen die recht hebben op de verhoogde
belastingvrije som.
c. De verschuldigde bedrijfsvoorheffing is gelijk aan a + b.
30ter. Een bedrijfsvoorheffing van 33,31 pct. (zonder vermindering) is verschuldigd op de beroepsinkomsten die
worden betaald of toegekend aan :
— sportbeoefenaars, uit hoofde van hun sportieve activiteiten en voor zover zij op 1 januari 2009 de leeftijd van
26 jaar hebben bereikt;
— scheidsrechters, uit hoofde van hun activiteiten als scheidsrechter tijdens sportwedstrijden;
— opleiders, trainers en begeleiders, uit hoofde van hun opleidende, omkaderende of ondersteunende activiteit
ten behoeve van de sportbeoefenaars;
op voorwaarde dat zij beroepsinkomsten uit een andere beroepsactiviteit verkrijgen waarvan het totaal bruto
belastbaar bedrag meer bedraagt dan het totaal bruto belastbaar bedrag van de beroepsinkomsten die zij behalen uit
hun voornoemde activiteit als sportbeoefenaar, scheidsrechter, opleider, trainer of begeleider, zoals bepaald in
artikel 171, 1°, i, WIB 92
HOOFDSTUK III. — Pensioenen, renten, kapitalen, afkoopwaarden en ermede gelijkgestelde inkomsten
Afdeling 1. — Maandelijkse pensioenen of renten tot 7.500,00 EUR
31. De verkrijger van de inkomsten is een alleenstaande OF de echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten heeft
eveneens beroepsinkomsten (schaal I)
A. Wanneer de maandelijkse pensioenen of renten niet hoger zijn dan 7.500,00 EUR wordt de bedrijfsvoorheffing
vastgesteld volgens schaal I.
Van de bedrijfsvoorheffing volgens die schaal mogen vervolgens worden afgetrokken :
a) de vermindering voor kinderen ten laste vermeld in nr. 11, A, tabel a;
b) de verminderingen voor andere gezinslasten vermeld in nr. 11, A, tabel b, behalve de vermindering voor
alleenstaanden (vermeld in nr. 11, A, tabel b, punt 1).
B. In afwijking van punt A wordt de bedrijfsvoorheffing vastgesteld volgens de regels van nr. 32 wanneer de
echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten persoonlijke beroepsinkomsten heeft die uitsluitend bestaan uit
pensioenen, renten of ermede gelijkgestelde inkomsten waarvan het bedrag niet hoger is dan 114,00 EUR NETTO per
maand.
De netto beroepsinkomsten worden vastgesteld volgens de regels van nr. 7, C.
32. De echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten heeft geen beroepsinkomsten (schaal II)
Wanneer de maandelijkse pensioenen of renten niet hoger zijn dan 7.500,00 EUR wordt de bedrijfsvoorheffing
vastgesteld volgens schaal II.
Van de bedrijfsvoorheffing volgens die schaal mogen vervolgens de verminderingen voor kinderen ten laste en
voor andere gezinslasten worden afgetrokken; die verminderingen zijn vermeld in de tabellen a en b van nr. 12.
Afdeling 2. — Maandelijkse pensioenen of renten boven 7.500,00 EUR
33. De verkrijger van de inkomsten is een alleenstaande OF de echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten heeft
eveneens beroepsinkomsten
A. Wanneer de maandelijkse pensioenen of renten hoger zijn dan 7.500,00 EUR wordt de bedrijfsvoorheffing als
volgt vastgesteld :
a) de maandelijkse pensioenen of renten afronden op het lagere veelvoud van 15 EUR;
b) de bedrijfsvoorheffing op dat afgeronde bedrag is gelijk aan 3.488,20 EUR verhoogd met 53,50 pct. van het
gedeelte van de maandelijkse pensioenen of renten boven 7.500,00 EUR;
c) van de bedrijfsvoorheffing berekend overeenkomstig punt b, mogen vervolgens de volgende verminderingen
worden afgetrokken :
1° de vermindering voor kinderen ten laste vermeld in nr. 11, A, tabel a;
2° de verminderingen voor andere gezinslasten vermeld in nr. 11, A, tabel b, behalve de vermindering voor
alleenstaanden (vermeld in nr. 11, A, tabel b, punt 1).
B. In afwijking van punt A wordt de bedrijfsvoorheffing vastgesteld volgens de regels van nr. 34 wanneer de
echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten persoonlijke beroepsinkomsten heeft die uitsluitend bestaan uit
pensioenen, renten of ermede gelijkgestelde inkomsten waarvan het bedrag niet hoger is dan 114,00 EUR NETTO per
maand.
De netto beroepsinkomsten worden vastgesteld volgens de regels van nr. 7, c.
47947
47948
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
34. De echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten heeft geen beroepsinkomsten
Wanneer de maandelijkse pensioenen of renten hoger zijn dan 7.500,00 EUR wordt de bedrijfsvoorheffing als volgt
vastgesteld :
a) de maandelijkse pensioenen of renten afronden op het lagere veelvoud van 15 EUR;
b) de bedrijfsvoorheffing op dat afgeronde bedrag is gelijk aan 3.173,84 EUR verhoogd met 53,50 pct. van het
gedeelte van de maandelijkse pensioenen of renten boven 7.500,00 EUR;
c) van de bedrijfsvoorheffing berekend overeenkomstig punt b, mogen vervolgens de verminderingen voor
kinderen ten laste en voor andere gezinslasten worden afgetrokken; die verminderingen zijn vermeld in de tabellen a
en b van nr. 12.
Afdeling 3. — Bijzondere regels
35. Betalingen anders dan per maand
Voor anders dan per maand betaalde pensioenen of renten, bedraagt de bedrijfsvoorheffing het dertigste van het
product verkregen door vermenigvuldiging van het bedrag van de bedrijfsvoorheffing dat zou verschuldigd zijn op het
overeenstemmende maandelijks pensioen of rente, met het aantal dagen van het tijdperk waarop het pensioen of de
rente betrekking heeft.
36. Achterstallen
Pensioen- of renteachterstallen (d.w.z. pensioenen of renten waarvan de uitbetaling of de toekenning door toedoen
van de overheid of wegens het bestaan van een geschil slechts heeft plaatsgehad na het verstrijken van het belastbare
tijdperk waarop zij in werkelijkheid betrekking hebben) zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen volgens de regels
van nr. 19, A, met dien verstande dat het toe te passen tarief mutatis mutandis bepaald wordt volgens het jaarbedrag
van de normale bruto pensioenen of -renten die onmiddellijk vóór het jaar waarop de achterstallen betrekking hebben
aan de verkrijger zijn betaald of, bij gebreke daarvan, volgens het jaarbedrag van de normale bruto bezoldigingen,
verhoogd met de eventuele pensioen- of rentevoorschotten, die de verkrijger tijdens zijn laatste jaar van normale
activiteit heeft ontvangen.
37. Vakantiegeld
De bedrijfsvoorheffing op vakantiegelden toegekend aan personen die een rust- of overlevingspensioen verkrijgen
ten laste van het pensioenstelsel voor loontrekkers, is gelijk aan twaalf maal het verschil tussen :
— eensdeels, de voorheffing die volgens de regels van de nrs. 31 tot 34 verschuldigd zou zijn op het pensioen van
de maand waarin het vakantiegeld wordt betaald, verhoogd met een twaalfde van dat vakantiegeld;
— anderdeels, de voorheffing die volgens dezelfde regels op dat afzonderlijk beschouwde maandbedrag van het
pensioen verschuldigd is.
Wanneer het bedrag van het pensioen van de maand waarin het vakantiegeld wordt betaald, niet meer bedraagt
dan 2.000,00 EUR, wordt de bedrijfsvoorheffing evenwel als volgt vastgesteld :
— het bedrag van het pensioen bedraagt niet meer dan 1.000,00 EUR : de bedrijfsvoorheffing is gelijk aan nul;
— het bedrag van het pensioen bedraagt meer dan 1.000,00 EUR doch niet meer dan 2.000,00 EUR : de
overeenkomstig het eerste lid berekende bedrijfsvoorheffing mag niet meer bedragen dan 25 pct. van het
vakantiegeld.
38. Pensioenen en renten niet verleend in het kader van het pensioensparen, noch ter uitvoering van een wettelijk
of reglementair statuut
A. Rust- en overlevingspensioenen of -renten die niet worden verleend in het kader van het pensioensparen, noch
ter uitvoering van de sociale wetgeving of van een wettelijk of reglementair statuut dat de betrokkenen uit het
toepassingsgebied van de sociale wetgeving sluit, eensdeels, en ouderdoms- en weduwrenten die verzekeringsinstellingen verlenen als tegenwaarde van stortingen die vrij zijn verricht in het kader van de wetgeving betreffende het
bediendepensioen, anderdeels, zijn volgens het onderstaande tarief (zonder vermindering) aan de bedrijfsvoorheffing
onderworpen:
Jaarbedrag van het pensioen of de rente
tot 1.790,00 EUR
Percent als bedrijfsvoorheffing verschuldigd op het
totaalbedrag van het pensioen of de rente
0
van 1.790,01 EUR tot 2.990,00 EUR
11,11
van 2.990,01 EUR tot 8.900,00 EUR
16,15
van 8.900,01 EUR tot 14.820,00 EUR
21,20
van 14.820,01 EUR tot 29.640,00 EUR
27,25
van 29.640,01 EUR tot 44.460,00 EUR
32,30
boven 44.460,00 EUR
37,35
B. In afwijking van punt A moet geen bedrijfsvoorheffing worden ingehouden :
a) op de pensioenen en renten indien en in zoverre die pensioenen of renten zijn verleend ter uitvoering van
contracten die het voorwerp zijn geweest van een taks op het lange termijnsparen als bepaald in Boek II, titel VIII van
het Wetboek diverse rechten en taksen;
b) wanneer de verkrijger van de pensioenen of renten aantoont dat het twaalfde van het totale jaarbedrag van zijn
wettelijk en zijn aanvullend pensioen volgens de nrs. 31 tot 34 geen aanleiding geeft tot bedrijfsvoorheffing.
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
39. Toelagen of renten verleend naar aanleiding van een ongeval, een ziekte of een invaliditeit
Toelagen of renten die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op een in artikel 23, § 1, 1°, 2° en 4°, van
het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde beroepswerkzaamheid of die het herstel van een bestendige
derving van bezoldigingen, winst of baten uitmaken en die worden verleend naar aanleiding van een ongeval, een
ziekte, een invaliditeit of andere soortgelijke gebeurtenissen, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen naar het
volgende onderscheid :
1° wanneer die toelagen of renten door de werkgever of door diens tussenkomst aan de verkrijger worden betaald :
volgens de regels van nr. 18, A, met dien verstande dat het toe te passen tarief bepaald wordt volgens het jaarbedrag
van de normale bruto bezoldigingen die tot grondslag dienden voor het berekenen van die toelagen of renten;
2° wanneer die toelagen of renten zonder tussenkomst van de werkgever, door een verzekeringsinstelling of door
een andere instelling of een tussenpersoon aan de verkrijger worden betaald : tegen het tarief van 11,11 pct. of van
22,20 pct. (zonder vermindering) naargelang het gaat om wettelijke of extrawettelijke toelagen of renten. In dit geval
moet echter geen bedrijfsvoorheffing worden ingehouden wanneer de verkrijger van de renten of toelagen aantoont dat
het twaalfde van de jaarbezoldiging die tot grondslag diende voor de berekening van de schadeloosstelling volgens de
regels van de nrs. 31 tot 34 geen aanleiding geeft tot bedrijfsvoorheffing.
40. Kapitalen en afkoopwaarden niet verleend in het kader van het pensioensparen
A. Kapitalen en afkoopwaarden, of de schijven daarvan, die krachtens artikel 169, § 1, of 515bis, vierde en
zevende lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 volgens het omzettingsstelsel in de personenbelasting
worden belast, worden voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing slechts in aanmerking genomen tot het bedrag
van de lijfrente die voortvloeit uit hun omzetting volgens de in artikel 73 van dit besluit bepaalde coëfficiënten.
De rente wordt tegen 11,11 pct. (zonder vermindering) aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen.
B. Op kapitalen en afkoopwaarden die krachtens artikel 171, 2°, b en d, of 515quater, § 1, b, van het Wetboek van
de inkomstenbelastingen 1992 afzonderlijk in de personenbelasting worden belast, is een bedrijfsvoorheffing
verschuldigd van 10,09 pct. (zonder vermindering).
C. Op kapitalen en afkoopwaarden, op kapitalen geldend als renten of pensioenen en op de afkoop van de
gekapitaliseerde waarde van een deel van het wettelijk rust- of overlevingspensioen die krachtens artikel 171, 4°, f tot h;
515bis, 5e lid; 515quater, § 1, c, of 515octies, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 of krachtens artikel 104,
2e lid, van de wet van 28 december 1992 houdende fiscale, financiële en diverse bepalingen afzonderlijk in de
personenbelasting worden belast, is een bedrijfsvoorheffing verschuldigd van 16,66 pct. (zonder vermindering).
D. Een bedrijfsvoorheffing van 33,31 pct. (zonder vermindering) is verschuldigd op :
1° kapitalen en afkoopwaarden die krachtens artikel 171, 1°, d, f, of h of 515quater, § 1, a, van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 afzonderlijk in de personenbelasting worden belast;
2° kapitalen, afkoopwaarden en op kapitalen geldend als renten of pensioenen, of op de schijven daarvan, die niet
worden bedoeld onder de punten A tot D, 1°, hiervoor.
E. In afwijking van de punten B tot D hiervoor moet geen bedrijfsvoorheffing worden ingehouden indien en in
zoverre de kapitalen, afkoopwaarden en de kapitalen geldend als renten of pensioenen zijn verleend ter uitvoering van
contracten die het voorwerp zijn geweest van een taks op het lange termijnsparen als bepaald in Boek II, titel VIII van
het Wetboek diverse rechten en taksen of in artikel 119, 1°, van de wet van 28 december 1992 houdende fiscale,
financiële en diverse bepalingen.
41. Pensioensparen
A. Pensioenen en renten van een spaarverzekering worden volgens het onderstaande tarief (zonder vermindering)
aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen :
Jaarbedrag van het pensioen of de rente
Percent als bedrijfsvoorheffing verschuldigd op het
totaalbedrag van het pensioen of de rente
tot 1.500,00 EUR
11,11
van 1.500,01 EUR tot 2.500,00 EUR
16,15
boven 2.500,00 EUR
21,20
B. Spaartegoeden van spaarrekeningen en kapitalen en afkoopwaarden van spaarverzekeringen die krachtens de
artikelen 171, 2°, e, 174 en 515ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en krachtens artikel 105 van de
wet van 28 december 1992 houdende fiscale, financiële en diverse bepalingen afzonderlijk in de personenbelasting
worden belast, worden aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 10,09 pct. (zonder vermindering),
met dien verstande dat voor spaartegoeden het belastbare bedrag moet worden bepaald overeenkomstig de
artikelen 34, § 3, en 515bis, derde lid, van hetzelfde Wetboek.
C. Spaartegoeden van spaarrekeningen en kapitalen en afkoopwaarden van spaarverzekeringen die krachtens de
artikelen 515bis, vijfde lid, en 515ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en krachtens artikel 104,
tweede lid, van de wet van 28 december 1992 houdende fiscale, financiële en diverse bepalingen afzonderlijk in de
personenbelasting worden belast, worden aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 16,66 pct.
(zonder vermindering), met dien verstande dat voor spaartegoeden het belastbare bedrag moet worden bepaald
overeenkomstig de artikelen 34, § 3, en 515bis, derde lid, van hetzelfde Wetboek.
Het vorige lid is eveneens van toepassing op spaartegoeden, kapitalen en afkoopwaarden als vermeld in artikel 9,
§ 4, van het koninklijk besluit van 22 december 1986 tot invoering van een stelsel van derdeleeftijds- of pensioensparen.
D. Een bedrijfsvoorheffing van 33,31 pct. (zonder vermindering) is verschuldigd op :
1° spaartegoeden van spaarrekeningen en op kapitalen en afkoopwaarden van spaarverzekeringen die krachtens
artikel 171, 1°, g, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 afzonderlijk in de personenbelasting worden
belast, met dien verstande dat voor spaartegoeden het belastbare bedrag moet worden bepaald overeenkomstig de
artikelen 34, § 3, en 515bis, derde lid, van hetzelfde Wetboek;
2° spaartegoeden van spaarrekeningen en op kapitalen en afkoopwaarden van spaarverzekeringen die niet
bedoeld zijn onder de punten B tot D, 1°, hiervoor. Bovendien moet voor spaartegoeden het belastbare bedrag worden
bepaald overeenkomstig artikel 515bis, derde lid, van hetzelfde Wetboek.
Het vorige lid is eveneens van toepassing op de overdrachten als vermeld in artikel 34, § 2, 3°, van hetzelfde
Wetboek.
E. In afwijking van de punten B tot D hiervoor moet geen bedrijfsvoorheffing worden ingehouden indien en in
zoverre de spaartegoeden van spaarrekeningen en de kapitalen en afkoopwaarden van spaarverzekeringen zijn
verleend ter uitvoering van contracten die het voorwerp zijn geweest van een taks op het lange termijnsparen als
bepaald in Boek II, titel VIII van het Wetboek diverse rechten en taksen of in artikel 119 van de wet van
28 december 1992 houdende fiscale, financiële en diverse bepalingen.
47949
47950
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
HOOFDSTUK IV. — Bezoldigingen van bedrijfsleiders
42. Dit hoofdstuk is van toepassing op:
A. Rijksinwoners
B. Niet-inwoners die gedurende het volledige belastbare tijdperk in België een tehuis hebben behouden.
C. Niet-inwoners die niet gedurende het volledige belastbare tijdperk in België een tehuis hebben behouden maar
die bezoldigingen genieten
— voor in België geleverde arbeidsprestaties,
— ingevolge één of meerdere arbeidsovereenkomsten die het volledige kalenderjaar bestrijken,
— en voor zover die arbeidsprestaties ten minste 75 pct. van de wettelijk voorziene arbeidsduur per overeenkomst
bedragen.
43. Herkwalificatie van huurinkomsten
Bezoldigingen voortvloeiend uit de in artikel 32, tweede lid, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde herkwalificatie van onroerende inkomsten, worden voor het vaststellen van de bedrijfsvoorheffing
en zolang de Koning de voor dat jaar in aanmerking te nemen revalorisatiecoëfficiënt niet heeft bepaald, berekend op
basis van de revalorisatiecoëfficiënt die geldt voor het laatste vorige jaar.
Afdeling 1. — Maandelijkse bruto bezoldigingen tot 7.500,00 EUR
44. De verkrijger van de inkomsten is een alleenstaande OF de echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten heeft
eveneens beroepsinkomsten (schaal I)
A. Wanneer de maandelijkse bruto bezoldigingen niet hoger zijn dan 7.500,00 EUR wordt de bedrijfsvoorheffing
vastgesteld volgens schaal I.
Van de bedrijfsvoorheffing volgens die schaal mogen vervolgens de verminderingen worden afgetrokken die zijn
vermeld in nr. 11, A, a tot c.
Na deze verminderingen mag nog de vermindering van de bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van
bedrijfsleiders met een laag of gemiddeld inkomen die recht hebben op de verhoogde belastingvrije som, worden
toegepast.
Deze vermindering bedraagt 5,57 EUR en is van toepassing wanneer de belastbare bezoldiging in hoofde van de
betrokken bedrijfsleider maximum 1.897,83 EUR bedraagt.
B. In afwijking van punt A wordt de bedrijfsvoorheffing vastgesteld volgens de regels van nr. 45 wanneer de
echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten persoonlijke beroepsinkomsten heeft die uitsluitend bestaan uit
pensioenen, renten of ermede gelijkgestelde inkomsten waarvan het bedrag niet hoger is dan 114,00 EUR NETTO per
maand.
De netto beroepsinkomsten worden vastgesteld volgens de regels van nr. 7, C.
45. De echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten heeft geen beroepsinkomsten (schaal II)
Wanneer de maandelijkse bruto bezoldigingen niet hoger zijn dan 7.500,00 EUR wordt de bedrijfsvoorheffing
vastgesteld volgens schaal II.
Van de bedrijfsvoorheffing volgens die schaal mogen vervolgens de verminderingen worden afgetrokken die zijn
vermeld in nr. 12, a tot c.
Na deze verminderingen mag nog de vermindering van de bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van
bedrijfsleiders met een laag of gemiddeld inkomen die recht hebben op de verhoogde belastingvrije som, worden
toegepast.
Deze vermindering bedraagt 5,57 EUR en is van toepassing wanneer de belastbare bezoldiging in hoofde van de
betrokken bedrijfsleider maximum 1.897,83 EUR bedraagt.
Afdeling 2. — Maandelijkse bruto bezoldigingen boven 7.500,00 EUR
46. De verkrijger van de inkomsten is een alleenstaande OF de echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten heeft
eveneens beroepsinkomsten
A. Wanneer de maandelijkse bruto bezoldigingen hoger zijn dan 7.500,00 EUR wordt de bedrijfsvoorheffing als
volgt vastgesteld :
a) de maandelijkse bruto bezoldiging afronden op het lagere veelvoud van 15 EUR;
b) de bedrijfsvoorheffing op dat afgeronde bedrag is gelijk aan 3.399,12 EUR verhoogd met 53,50 pct. van het
gedeelte van de maandelijkse bruto bezoldiging boven 7.500,00 EUR;
c) van de bedrijfsvoorheffing berekend overeenkomstig b mogen vervolgens de verminderingen worden
afgetrokken die zijn vermeld in nr. 11, A, a tot c.
B. In afwijking van punt A wordt de bedrijfsvoorheffing vastgesteld volgens de regels van nr. 47 wanneer de
echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten persoonlijke beroepsinkomsten heeft die uitsluitend bestaan uit
pensioenen, renten of ermede gelijkgestelde inkomsten waarvan het bedrag niet hoger is dan 114,00 EUR NETTO per
maand.
De netto beroepsinkomsten worden vastgesteld volgens de regels van nr. 7, C.
47. De echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten heeft geen beroepsinkomsten
Wanneer de maandelijkse bruto bezoldigingen hoger zijn dan 7.500,00 EUR wordt de bedrijfsvoorheffing als volgt
vastgesteld :
a) de maandelijkse bruto bezoldiging afronden op het lagere veelvoud van 15 EUR;
b) de bedrijfsvoorheffing op dat afgeronde bedrag is gelijk aan 3.084,76 EUR verhoogd met 53,50 pct. van het
gedeelte van de maandelijkse bruto bezoldiging boven 7.500,00 EUR;
c) van de bedrijfsvoorheffing berekend overeenkomstig b mogen vervolgens de verminderingen worden
afgetrokken die zijn vermeld in nr. 12, a tot c.
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Afdeling 3. — Bijzondere regels
48. Periodieke betalingen anders dan per maand
Voor periodieke bezoldigingen die anders dan per maand worden betaald, bedraagt de bedrijfsvoorheffing het
twintigste van het product, verkregen door vermenigvuldiging van het bedrag van de bedrijfsvoorheffing die volgens
de regels van de nrs. 44 tot 47 verschuldigd is op de overeenstemmende maandbezoldiging, met het aantal werkdagen
van het tijdperk waarop de bezoldiging betrekking heeft.
49. Niet-periodieke bezoldigingen
De bedrijfsvoorheffing op niet-periodieke bezoldigingen is gelijk aan twaalf maal het verschil tussen :
— eensdeels, de voorheffing die volgens de regels van de nrs. 44 tot 47 verschuldigd is op een inkomen gelijk aan
de periodieke bezoldigingen van de maand waarin de niet-periodieke bezoldiging wordt betaald of
toegekend, verhoogd met een twaalfde van de niet-periodieke bezoldiging;
— anderdeels, de voorheffing die volgens dezelfde regels verschuldigd is op de periodieke bezoldigingen van de
maand waarin de niet-periodieke bezoldiging wordt betaald of toegekend.
HOOFDSTUK V. — Bezoldigingen en brugpensioenen betaald
of toegekend aan andere niet-inwoners dan diegenen vermeld in de nrs. 10, B en C en 42, B en C
Afdeling 1. — Bezoldigingen van werknemers en ermede gelijkgestelde inkomsten
50. In afwijking van de nrs. 11 tot 20 en 26 wordt de bedrijfsvoorheffing op bezoldigingen van werknemers betaald
of toegekend aan andere niet-inwoners dan diegenen vermeld in de nrs. 10, B en C, vastgesteld overeenkomstig de
hierna volgende regels.
Onderafdeling 1. — Maandelijkse bruto bezoldigingen tot 7.500,00 EUR
51. Wanneer de maandelijkse bruto bezoldigingen niet hoger zijn dan 7.500,00 EUR wordt de bedrijfsvoorheffing
vastgesteld volgens schaal III.
51bis. Van de bedrijfsvoorheffing vastgesteld volgens die schaal mogen vervolgens de volgende verminderingen
worden afgetrokken :
a) Vermindering voor groepsverzekering en voor extrawettelijke verzekering tegen ouderdom of vroegtijdige dood
De bedrijfsvoorheffing wordt verminderd met 30 pct. van :
— de verplichte inhoudingen ter uitvoering van een groepsverzekeringscontract;
— de verplichte inhoudingen ter uitvoering van een extrawettelijke voorzorgsregeling van verzekering tegen
ouderdom en vroegtijdige dood.
— de inhoudingen die betrekking hebben op de individuele voortzetting van een pensioentoezegging
overeenkomstig artikel 1453, 3de lid, van het WIB 92.
b) Vermindering voor bezoldigingen ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een overwerktoeslag
Deze vermindering is van toepassing op werknemers :
— die onderworpen zijn aan de arbeidswet van 16 maart 1971 en die tewerkgesteld zijn door een werkgever
onderworpen aan de wet van 5 december 1968 aangaande de collectieve arbeidsovereenkomsten en de
paritaire comités;
— en die overwerk hebben gepresteerd dat, overeenkomstig artikel 29 van de arbeidswet van 16 maart 1971 of
artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de
ondernemingen die onder het paritair comité voor het bouwbedrijf ressorteren, recht geeft op een
overwerktoeslag.
Deze vermindering is slechts van toepassing op de berekeningsgrondslag voor de overwerktoeslag betreffende de
eerste 65 uren die de werknemer als overwerk heeft gepresteerd.
De vermindering wordt toegepast na de onder sub a vermelde vermindering en bedraagt :
— voor een gepresteerd uur waarop een wettelijke overwerktoeslag van 50 of 100 pct. van toepassing is :
57,75 pct.;
— voor een gepresteerd uur waarop een wettelijke overwerktoeslag van 20 pct. van toepassing is : 66,81 pct.;
van het ″sociale bruto bedrag ″ van de bezoldigingen (dit is vóór aftrek van de verplichte inhoudingen ter
uitvoering van de sociale wetgeving of van een ermede gelijkgesteld wettelijk of reglementair statuut), dat als
berekeningsgrondslag heeft gediend voor de berekening van de overwerktoeslag.
Onderafdeling 2. — Maandelijkse bruto bezoldigingen boven 7.500,00 EUR
52. A. Wanneer de maandelijkse bruto bezoldigingen hoger zijn dan 7.500,00 EUR wordt de bedrijfsvoorheffing als
volgt vastgesteld :
a) de maandelijkse bruto bezoldiging afronden op het lagere veelvoud van 15 EUR;
b) de bedrijfsvoorheffing op dat afgeronde bedrag is gelijk aan 3.517,93 EUR verhoogd met 53,50 pct. van het
gedeelte van de maandelijkse bruto bezoldiging boven 7.500,00 EUR.
B. Van de bedrijfsvoorheffing berekend overeenkomstig punt A mogen vervolgens de vermindering voor
groepsverzekering en voor extrawettelijke verzekering tegen ouderdom of vroegtijdige dood en de vermindering voor
bezoldigingen ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een overwerktoeslag worden afgetrokken; die
verminderingen zijn vermeld in nr. 51bis.
Onderafdeling 3. — Bijzondere regels
53. Betalingen per veertien dagen
Voor de per veertien dagen betaalde bezoldigingen bedraagt de bedrijfsvoorheffing de helft van de voorheffing die
volgens de regel van nr. 51 of 52 per maand verschuldigd is op tweemaal de bezoldiging per veertien dagen.
54. Betalingen per week
Voor de per week betaalde bezoldigingen bedraagt de bedrijfsvoorheffing het vierde van de voorheffing die
volgens de regel van nr. 51 of 52 per maand verschuldigd is op viermaal de bezoldiging per week.
47951
47952
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
55. Betalingen per werkdag
Voor de per werkdag betaalde bezoldigingen bedraagt de bedrijfsvoorheffing het twintigste van de voorheffing die
volgens de regel van nr. 51 of 52 per maand verschuldigd is op twintigmaal de bezoldiging per werkdag.
56. Exceptionele vergoedingen
Voor de exceptionele vergoedingen (commissielonen, vakantiegeld, eindejaarspremies, enz.) die een werkgever,
buiten de normale bezoldigingen aan leden van zijn personeel betaalt, wordt de bedrijfsvoorheffing (zonder
vermindering) vastgesteld volgens het onderstaande tarief, gelet op het jaarbedrag van de normale in België betaalde
of toegekende bruto bezoldigingen van de verkrijger van de inkomsten.
Jaarbedrag van de normale bruto bezoldigingen
Percent als bedrijfsvoorheffing verschuldigd
1
2
van 0,01 EUR tot 10.520,00 EUR
26,75
van 10.520,01 EUR tot 13.815,00 EUR
32,10
van 13.815,01 EUR tot 19.370,00 EUR
42,80
van 19.370,01 EUR tot 40.770,00 EUR
48,15
boven 40.770,00 EUR
53,50
57. Achterstallen en opzeggingsvergoedingen
Voor achterstallige bezoldigingen (onder meer bezoldigingen waarvan de uitbetaling of de toekenning door
toedoen van de overheid of wegens het bestaan van een geschil slechts heeft plaatsgehad na het verstrijken van het
belastbare tijdperk waarop zij in werkelijkheid betrekking hebben) en voor de opzeggingsvergoedingen, wordt de
bedrijfsvoorheffing (zonder vermindering) vastgesteld volgens het onderstaande tarief, gelet op de referentiebezoldiging, d.w.z. :
— ofwel het jaarbedrag van de normale in België betaalde of toegekende bruto bezoldiging die onmiddellijk vóór
de herziening die tot de uitbetaling van de achterstallen aanleiding gaf aan de verkrijger van de inkomsten
werd betaald;
— ofwel de bezoldiging die tot grondslag diende voor het vaststellen van de opzeggingsvergoeding of, bij
gebreke daaraan, de bezoldiging die de verkrijger heeft ontvangen tijdens de laatste periode van normale
activiteit in dienst van de werkgever die de vergoeding uitbetaalt.
Referentiebezoldiging
Percent als bedrijfsvoorheffing verschuldigd
1
2
van 0,01 EUR tot 9.400,00 EUR
26,75
van 9.400,01 EUR tot 12.340,00 EUR
32,10
van 12.340,01 EUR tot 17.265,00 EUR
42,80
van 17.265,01 EUR tot 36.145,00 EUR
48,15
boven 36.145,00 EUR
53,50
58. Bezoldigingen voor stukwerk
De bedrijfsvoorheffing op bezoldigingen toegekend aan werklieden die stukwerk verrichten en van wie de
onregelmatige en door de werkgever niet gecontroleerde prestaties niet worden uitgedrukt in dagen, weken, veertien
dagen of maanden arbeid, wordt berekend volgens de regels van de nrs. 51 tot 55, met inachtneming van de duur van
het tijdperk waarop de bezoldigingen betrekking hebben.
58bis. Inkomsten van sportbeoefenaars voor een als zodanig verrichte activiteit, voor zover zij de leeftijd van 16 jaar
hebben bereikt doch jonger zijn dan 26 jaar op 1 januari 2009.
De bedrijfsvoorheffing wordt als volgt vastgesteld :
A. het maandelijks inkomen bedraagt maximum 1.383,00 EUR :
de bedrijfsvoorheffing is gelijk aan 16,66 pct. van dat bedrag (zonder verminderingen);
B. het maandelijks inkomen bedraagt meer dan 1.383,00 EUR :
a) de bedrijfsvoorheffing op de eerste schijf van 1.383,00 EUR is gelijk aan 230,40 EUR;
b) het verschil tussen het maandelijks inkomen en 1.383,00 EUR wordt afgerond op het lagere veelvoud van 15 EUR
en hierop wordt de bedrijfsvoorheffing berekend volgens schaal III;
c) de verschuldigde bedrijfsvoorheffing is gelijk aan a + b.
58ter. Een bedrijfsvoorheffing van 33,31 pct. (zonder vermindering) is verschuldigd op de beroepsinkomsten die
worden betaald of toegekend aan :
— sportbeoefenaars, uit hoofde van hun sportieve activiteiten en voor zover zij op 1 januari 2009 de leeftijd van
26 jaar hebben bereikt;
— scheidsrechters, uit hoofde van hun activiteiten als scheidsrechter tijdens sportwedstrijden;
— opleiders, trainers en begeleiders, uit hoofde van hun opleidende, omkaderende of ondersteunende activiteit
ten behoeve van de sportbeoefenaars;
op voorwaarde dat zij beroepsinkomsten uit een andere beroepsactiviteit verkrijgen waarvan het totaal bruto
belastbaar bedrag meer bedraagt dan het totaal bruto belastbaar bedrag van de beroepsinkomsten die zij behalen uit
hun voornoemde activiteit als sportbeoefenaar, scheidsrechter, opleider, trainer of begeleider, zoals bepaald in
artikel 171, 1°, i, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Afdeling 2. — Brugpensioenen
59. In afwijking van nr. 23 wordt de bedrijfsvoorheffing op brugpensioenen van werknemers betaald of toegekend
aan andere niet-inwoners dan diegenen vermeld in de nrs. 10, B en C, vastgesteld overeenkomstig de hierna volgende
regels.
60. Brugpensioenen
Vergoedingen, in het kader of naar aanleiding van een brugpensioenregeling aan ontslagen of op rust gestelde
werknemers betaald of toegekend, zijn van de bedrijfsvoorheffing vrijgesteld in zover hun totaalbedrag het
maximumbedrag inzake werkloosheidsuitkering niet te boven gaat.
Voor het gedeelte van het totaalbedrag van die vergoedingen dat het hierboven vermelde maximumbedrag inzake
werkloosheidsuitkering te boven gaat, moeten de schuldenaars van dat gedeelte bedrijfsvoorheffing inhouden en
storten. Die bedrijfsvoorheffing wordt volgens de regels van de nrs. 61 en 62 berekend op het totaalbedrag van de
vergoedingen.
61. Maandelijkse brugpensioenen
A. Wanneer het totaalbedrag van deze maandelijkse vergoedingen niet hoger is dan 7.500,00 EUR wordt de
bedrijfsvoorheffing vastgesteld volgens schaal III.
B. Wanneer het totaalbedrag van deze maandelijkse vergoedingen hoger is dan 7.500,00 EUR wordt de
bedrijfsvoorheffing als volgt vastgesteld :
a) het maandelijkse totaalbedrag afronden op het lagere veelvoud van 15 EUR;
b) de bedrijfsvoorheffing op dat afgeronde bedrag is gelijk aan 3.571,43 EUR verhoogd met 53,50 pct. van het
gedeelte van het maandelijkse totaalbedrag boven 7.500,00 EUR.
62. Anders dan per maand betaalde brugpensioenen
Voor de anders dan per maand betaalde brugpensioenen bedraagt de bedrijfsvoorheffing het dertigste van het
product verkregen door vermenigvuldiging van het bedrag van de bedrijfsvoorheffing dat zou verschuldigd zijn op het
overeenstemmende maandelijkse totaalbedrag van het brugpensioen, met het aantal dagen van het tijdperk waarop het
brugpensioen betrekking heeft.
Afdeling 3. — Bezoldigingen van bedrijfsleiders
63. In afwijking van de nrs. 44 tot 49 wordt de bedrijfsvoorheffing op bezoldigingen van bedrijfsleiders, betaald of
toegekend aan andere niet-inwoners dan diegenen vermeld in de nrs. 42, B en C, vastgesteld overeenkomstig de hierna
volgende regels.
Onderafdeling 1. — Maandelijkse bruto bezoldigingen tot 7.500,00 EUR
64. Wanneer de maandelijkse bruto bezoldigingen niet hoger zijn dan 7.500,00 EUR wordt de bedrijfsvoorheffing
vastgesteld volgens schaal III.
64bis. De bedrijfsvoorheffing vastgesteld volgens die schaal wordt verminderd met 30 pct. van :
— de verplichte inhoudingen ter uitvoering van een groepsverzekeringscontract;
— de verplichte inhoudingen ter uitvoering van een extrawettelijke voorzorgsregeling van verzekering tegen
ouderdom en vroegtijdige dood;
— de inhoudingen die betrekking hebben op de individuele voortzetting van een pensioentoezegging
overeenkomstig artikel 1453, 3de lid, van het WIB 92.
Onderafdeling 2. — Maandelijkse bruto bezoldigingen boven 7.500,00 EUR
65. Wanneer de maandelijkse bruto bezoldigingen hoger zijn dan 7.500,00 EUR wordt de bedrijfsvoorheffing als
volgt vastgesteld :
a) de maandelijkse bruto bezoldiging afronden op het lagere veelvoud van 15 EUR;
b) de bedrijfsvoorheffing op dat afgeronde bedrag is gelijk aan 3.517,93 EUR verhoogd met 53,50 pct. van het
gedeelte van de maandelijkse bruto bezoldiging boven 7.500,00 EUR.
65bis. Van de bedrijfsvoorheffing berekend overeenkomstig nr. 65 mag nog de vermindering voor groepsverzekering en voor extrawettelijke verzekering tegen ouderdom of vroegtijdige dood worden afgetrokken; die vermindering
is vermeld onder nr 64bis.
Onderafdeling 3. — Bijzondere regels
66. Periodieke betalingen anders dan per maand
Voor periodieke bezoldigingen die anders dan per maand worden betaald, bedraagt de bedrijfsvoorheffing het
twintigste van het product, verkregen door vermenigvuldiging van het bedrag van de bedrijfsvoorheffing, dat volgens
de regel van nr. 64 of 65 verschuldigd is op de overeenstemmende maandbezoldiging, met het aantal werkdagen van
het tijdperk waarop de bezoldiging betrekking heeft.
67. Niet-periodieke bezoldigingen
De bedrijfsvoorheffing op niet-periodieke bezoldigingen is gelijk aan twaalf maal het verschil tussen :
— eensdeels, de voorheffing die volgens de regels van de nrs. 64 tot 66 verschuldigd is op een inkomen gelijk aan
de periodieke bezoldigingen van de maand waarin de niet-periodieke bezoldiging wordt betaald of
toegekend, verhoogd met een twaalfde van de niet-periodieke bezoldiging;
— anderdeels, de voorheffing die volgens dezelfde regels verschuldigd is op de periodieke bezoldigingen van de
maand waarin de niet-periodieke bezoldiging wordt betaald of toegekend.
47953
47954
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
HOOFDSTUK VI. — Presentiegelden
68. Presentiegelden die baten zijn als vermeld in artikel 23, § 1, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Presentiegelden betaald of toegekend aan personen voor wie die presentiegelden baten zijn als vermeld in
artikel 23, § 1, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (leden van provincie- en gemeenteraden, van
agglomeratieraden, van raden voor maatschappelijk welzijn, van beheerscomités van openbare instellingen of
lichamen, enz.) zijn voor hun bruto bedrag aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het in nr. 24 vermelde tarief.
69. …
HOOFDSTUK VII. — Prijzen, subsidies, renten of pensioenen vermeld in artikel 90, 2°,
van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
70. Grondslag en tarief
De bedrijfsvoorheffing bedraagt 18,17 pct. van het bruto bedrag voor de prijzen, subsidies, renten of pensioenen
die Belgische of buitenlandse openbare machten of openbare instellingen zonder winstoogmerken in België betalen of
toekennen aan geleerden, schrijvers of kunstenaars, met uitzondering van de sommen die zijn betaald of toegekend als
bezoldiging van bewezen diensten en beroepsinkomsten zijn.
Evenwel bedraagt de bedrijfsvoorheffing 26,75 pct. van het bruto bedrag voor de prijzen, subsidies, renten of
pensioenen die Belgische openbare machten of openbare instellingen betalen of toekennen aan geleerden, schrijvers of
kunstenaars die niet-inwoner zijn, met uitzondering van de sommen die betaald of toegekend zijn als bezoldiging van
bewezen diensten en beroepsinkomsten zijn.
71. Vrijstelling
Met betrekking tot de prijzen en de gedurende twee jaar betaalde of toegekende subsidies is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de eerste schijf van 3.370,00 EUR.
Bovendien zijn de prijzen en subsidies niet aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen, indien zij overeenkomstig
artikel 53 van dit besluit zijn vrijgesteld.
HOOFDSTUK VIII. — Onderhoudsuitkeringen en kapitalen vermeld in artikel 90, 3° en 4°,
van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, die aan niet-rijksinwoners worden betaald
72. Uitkeringen
Op het bedrag van de in artikel 90, 3° en 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde
uitkeringen die rijksinwoners aan niet-rijksinwoners betalen, is een bedrijfsvoorheffing verschuldigd van 26,75 pct. op
80 pct. van het bedrag van die uitkeringen.
73. Kapitalen
A. Wanneer in nr. 72 vermelde uitkeringen worden vervangen door een kapitaal dat wordt betaald aan een
niet-inwoner die gedurende het volledige belastbare tijdperk in België een tehuis heeft behouden, bedraagt de
bedrijfsvoorheffing 26,75 pct. van 80 pct. van het jaarbedrag van die uitkeringen.
Het jaarbedrag van de uitkeringen wordt vastgesteld door op het kapitaal artikel 73 van dit besluit toe te passen.
B. Wanneer nochtans in nr. 72 vermelde uitkeringen worden vervangen door een kapitaal dat wordt betaald aan
een niet-inwoner die niet gedurende het volledige belastbare tijdperk een tehuis in België heeft behouden, bedraagt de
bedrijfsvoorheffing 26,75 pct. van 80 pct. van dat kapitaal.
HOOFDSTUK IX. — In artikel 87, 5°, a tot c en e, van dit besluit vermelde inkomsten, betaald
of toegekend aan niet-inwoners vermeld in die bepaling
74. Grondslag en tarief
Voor de inkomsten vermeld in artikel 87, 5°, a tot c en e, van dit besluit, betaald of toegekend aan aldaar vermelde
niet-inwoners, moet de bedrijfsvoorheffing onderscheidenlijk als volgt worden berekend :
a) 30,28 pct. van het bruto bedrag voor de winst en baten vermeld in artikel 87, 5°, a;
b) volgens de regels en het tarief van nr. 24 voor de inkomsten vermeld in artikel 87, 5°, b;
c) 3,40 pct. van het bruto bedrag van de premies betreffende de in België gedane verrichtingen voor de winst
vermeld in artikel 87, 5°, c;
d) 32,29 pct. van het bruto bedrag voor de winst vermeld in artikel 87, 5°, e.
HOOFDSTUK X. — Inkomsten van podiumkunstenaars en sportbeoefenaars die niet-inwoners zijn
75. Grondslag en tarief
In afwijking van de bepalingen van de hoofdstukken II en V en van nr. 74, a en b, wordt de bedrijfsvoorheffing
eenvormig vastgesteld op 18 pct. van het bruto bedrag van de inkomsten vermeld in artikel 228, § 2, 8°, van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, verminderd met een forfaitair bedrag voor kosten opgenomen in
onderstaande tabel :
Aard van de kosten
Bedrag
1. verplaatsingskosten :
300,00 EUR
2. voeding en andere kleine uitgaven :
37,50 EUR
3. logementskosten :
62,50 EUR
Totaal :
400,00 EUR
Het forfait wordt per schuldenaar van bedrijfsvoorheffing vastgesteld naargelang van de in België door de
sportbeoefenaar of podiumkunstenaar gepresteerde dagen waarvoor hij wordt vergoed. Het aantal gepresteerde dagen
dient evenwel per schuldenaar van bedrijfsvoorheffing voor elke sportbeoefenaar of podiumkunstenaar te worden
beperkt tot 10 dagen per kalenderjaar.
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Volgende bedragen mogen in aanmerking genomen worden :
— 400,00 EUR voor de eerste dag;
— 100,00 EUR voor elke volgende gepresteerde dag.
Wat de inkomsten betreft van sportbeoefenaars die in België tijdens het belastbaar tijdperk persoonlijk
beroepsinkomsten als sportbeoefenaar verkrijgen gedurende een periode van meer dan 30 dagen te berekenen per
schuldenaar van de inkomsten, wordt de bedrijfsvoorheffing overeenkomstig de bepalingen van de hoofdstukken II
of V berekend.
HOOFDSTUK XI. — Winst en baten van niet-inwonende vennoten of leden van burgerlijke vennootschappen
of van verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid, vermeld in artikel 229, § 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
76. Grondslag en tarief
De in artikel 87, 7°, van dit besluit vermelde inkomsten van iedere vennoot of ieder lid zijn aan de
bedrijfsvoorheffing onderworpen naar het volgende onderscheid :
A. Inkomsten die worden geacht te zijn toegekend aan niet-rijksinwoners vermeld in artikel 227, 1°, van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 : de bedrijfsvoorheffing wordt vastgesteld volgens het onderstaande tarief
(zonder vermindering) :
Totaalbedrag van de winst
of de baten van elke vennoot of elk lid
Verschuldigde bedrijfsvoorheffing
Van 0,01 EUR tot 7.700,00 EUR
26,75 pct.
Van 7.700,01 EUR tot 10.460,00 EUR
2.059,75EUR + 32,10 pct. op de schijf boven 7.700,00 EUR
Van 10.460,01 EUR tot 15.150,00 EUR
2.945,71 EUR + 42,80 pct. op de schijf boven 10.460,00 EUR
Van 15.150,01 EUR tot 33.460,00 EUR
4.953,03 EUR + 48,15 pct. op de schijf boven 15.150,00 EUR
boven 33.460,00 EUR
13.769,30 EUR + 53,50 pct. op de schijf boven 33.460,00 EUR
B. Inkomsten die worden geacht te zijn toegekend aan niet-inwoners vermeld in artikel 227, 2°, van voormeld
Wetboek : de bedrijfsvoorheffing wordt éénvormig vastgesteld op 33,99 pct.
HOOFDSTUK XII. — In artikel 87, 8°,
van dit besluit vermelde meerwaarden, verwezenlijkt door niet-inwoners in het kader van hun beroepswerkzaamheid
77. De in artikel 87, 8°, van dit besluit vermelde meerwaarden, vastgesteld krachtens artikel 235, 1° of 2°, van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen naar het volgende
onderscheid :
A. Meerwaarden verwezenlijkt door niet-rijksinwoners vermeld in artikel 227, 1°, van voormeld Wetboek, zijn aan
de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het in nr. 76, A, vermelde tarief (zonder vermindering).
In afwijking van vorig lid worden meerwaarden verwezenlijkt op onroerende goederen die op het ogenblik van
hun vervreemding sedert meer dan 5 jaar voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt, aan de
bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 17,66 pct. (zonder vermindering).
B. Meerwaarden verwezenlijkt door niet-inwoners vermeld in artikel 227, 2°, van voormeld Wetboek : de
bedrijfsvoorheffing wordt eenvormig vastgesteld op 33,99 pct.
HOOFDSTUK XIII. — Aanvullende inhoudingen
78. Algemeen
A. Ten laatste vanaf de eerste betaling tijdens de tweede maand na de datum van de schriftelijke aanvraag die de
verkrijger van de inkomsten daartoe tot de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing richt, MOET deze laatste, boven de
inhoudingen volgens de nrs. 1 tot 74, aanvullende inhoudingen van bedrijfsvoorheffing doen.
Deze aanvullende inhoudingen moeten bij elke betaling of toekenning van inkomsten gebeuren volgens een vast
bedrag dat door de verkrijger zelf in zijn aanvraag wordt voorgesteld.
De verkrijger van de inkomsten is door zijn aanvraag gebonden tot hij ze herroept. De herroeping heeft slechts
uitwerking vanaf de eerste betaling tijdens de derde maand die op de herroeping volgt.
B. Buiten de regeling van punt A MOGEN de schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing op de inkomsten die zij
betalen of toekennen en op aanvraag van de verkrijgers daarvan, hogere bedragen inhouden dan die welke volgen uit
de toepassing van de nrs. 1 tot 74.
79. Bedrijfsvoorheffing vermeld in artikel 158 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Om als bedrijfsvoorheffing voor de toepassing van artikel 158 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
in aanmerking te kunnen komen, moeten de in nr. 78 vermelde aanvullende inhoudingen op bezoldigingen vermeld
in de nrs. 42 tot 49:
a) gedaan worden op alle vaste en veranderlijke bezoldigingen die de werkgever in de loop van het jaar aan de
verkrijgers betaalt of toekent;
b) binnen de gestelde termijn bij de ontvanger van de belastingen worden gestort;
c) bovendien, wanneer het aanvullende inhoudingen betreft als vermeld in nr. 78, B :
— ofwel een eenvormig gedeelte vertegenwoordigen van de bedrijfsvoorheffing berekend volgens de nrs. 42
tot 49;
— ofwel het verschil vertegenwoordigen tussen het bedrag dat voor het hele jaar wordt berekend tegen een
forfaitair percent en de bedrijfsvoorheffing berekend volgens de nrs. 42 tot 49.
47955
VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING AFGELEZEN IN DE SCHAAL MOGEN NOG DE VERMINDERINGEN VOOR KINDEREN TEN LASTE EN VOOR ANDERE GEZINSLASTEN WORDEN
AFGETROKKEN (ZIE NRS. 11A, 31A EN 44A VAN DE TOEPASSINGSREGELS).
OVER EEN INKOMEN BEGREPEN TUSSEN TWEE INKOMSTENBEDRAGEN VAN KOLOM (1) IS DE BEDRIJFSVOORHEFFING VERSCHULDIGD DIE TEGENOVER HET LAAGSTE VAN
DIE TWEE BEDRAGEN VOORKOMT.
DE BEDRAGEN VERMELD IN KOLOM (1) VERTEGENWOORDIGEN BRUTO-INKOMSTEN, D.W.Z. NA AFTREK VAN DE INHOUDINGEN EN LASTEN WAARVAN SPRAKE IS IN NR. 1
VAN DE TOEPASSINGSREGELS.
DIE VANAF 1 OKTOBER 2008 PER MAAND WORDEN BETAALD OF TOEGEKEND.
— PENSIOENEN EN RENTEN : KOLOM (4)
— BEZOLDIGINGEN VAN BEDRIJFSLEIDERS : KOLOM (3)
— BEZOLDIGINGEN VAN WERKNEMERS : KOLOM (2)
BEDRIJFSVOORHEFFING VOOR :
— OFWEL WANNEER DE ECHTGENOOT VAN DE VERKRIJGER VAN DE INKOMSTEN EVENEENS PERSOONLIJKE BEROEPSINKOMSTEN HEEFT.
— OFWEL WANNEER DE VERKRIJGER VAN DE INKOMSTEN EEN ALLEENSTAANDE IS;
DEZE SCHAAL IS VAN TOEPASSING :
SCHAAL I
47956
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
10,78
14,60
18,41
22,22
26,03
1,49
5,10
8,71
12,32
15,93
19,54
23,16
26,77
30,38
33,99
37,60
41,21
44,82
48,43
510,00
525,00
540,00
555,00
570,00
585,00
600,00
615,00
630,00
645,00
660,00
675,00
690,00
705,00
720,00
735,00
750,00
765,00
80,14
75,56
70,99
66,42
61,84
57,27
52,71
48,90
45,09
41,28
37,47
33,66
29,84
6,97
495,00
(3)
3,16
(2)
480,00
(1)
(4)
1065,00
1050,00
1035,00
1020,00
1005,00
990,00
975,00
960,00
945,00
930,00
915,00
900,00
885,00
870,00
855,00
840,00
825,00
810,00
795,00
780,00
(1)
141,62
135,52
129,42
124,16
119,58
115,01
110,43
105,86
101,28
96,71
92,14
87,56
82,99
78,41
73,84
69,26
64,89
60,56
56,22
52,05
(2)
186,61
180,51
174,41
168,31
162,22
156,12
150,02
143,92
137,82
131,72
125,88
121,31
116,73
112,16
107,58
103,01
98,44
93,86
89,29
84,71
(3)
25,90
19,48
13,06
6,64
0,22
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47957
(2)
147,72
153,82
159,92
166,01
172,11
178,21
184,31
190,41
196,51
202,61
208,71
214,81
220,91
227,00
233,10
239,20
245,30
251,40
257,50
263,60
(1)
1080,00
1095,00
1110,00
1125,00
1140,00
1155,00
1170,00
1185,00
1200,00
1215,00
1230,00
1245,00
1260,00
1275,00
1290,00
1305,00
1320,00
1335,00
1350,00
1365,00
310,42
303,56
296,70
290,29
284,20
278,10
272,00
265,90
259,80
253,70
247,60
241,50
235,40
229,30
223,21
217,11
211,01
204,91
198,81
192,71
(3)
159,79
152,56
145,34
138,12
130,90
123,67
116,45
109,36
102,94
96,52
90,10
83,68
77,26
70,84
64,42
58,00
51,58
45,16
38,74
32,32
(4)
1665,00
1650,00
1635,00
1620,00
1605,00
1590,00
1575,00
1560,00
1545,00
1530,00
1515,00
1500,00
1485,00
1470,00
1455,00
1440,00
1425,00
1410,00
1395,00
1380,00
(1)
399,64
392,64
385,63
378,62
371,62
364,61
357,61
350,60
343,60
336,59
329,58
322,58
315,57
308,57
301,56
294,55
288,26
282,03
275,80
269,70
(2)
447,65
440,79
433,93
427,07
420,21
413,34
406,48
399,62
392,76
385,90
379,04
372,18
365,32
358,45
351,59
344,73
337,87
331,01
324,15
317,29
(3)
304,24
297,01
289,79
282,57
275,35
268,12
260,90
253,68
246,46
239,23
232,01
224,79
217,57
210,34
203,12
195,90
188,68
181,45
174,23
167,01
(4)
47958
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
406,65
413,65
420,66
427,67
434,67
441,68
448,68
455,69
462,69
469,70
476,71
483,71
490,72
497,72
504,73
511,74
518,74
525,75
532,75
539,76
(1)
1680,00
1695,00
1710,00
1725,00
1740,00
1755,00
1770,00
1785,00
1800,00
1815,00
1830,00
1845,00
1860,00
1875,00
1890,00
1905,00
1920,00
1935,00
1950,00
1965,00
584,88
578,02
571,16
564,30
557,43
550,57
543,71
536,85
529,99
523,13
516,27
509,40
502,54
495,68
488,82
481,96
475,10
468,24
461,37
454,51
(3)
469,81
461,49
453,17
444,85
436,53
428,22
419,90
411,58
403,26
394,94
386,63
378,31
369,99
361,67
353,35
345,04
336,72
328,40
320,08
311,76
(4)
2265,00
2250,00
2235,00
2220,00
2205,00
2190,00
2175,00
2160,00
2145,00
2130,00
2115,00
2100,00
2085,00
2070,00
2055,00
2040,00
2025,00
2010,00
1995,00
1980,00
(1)
679,88
672,87
665,86
658,86
651,85
644,85
637,84
630,83
623,83
616,82
609,82
602,81
595,81
588,80
581,79
574,79
567,78
560,78
553,77
546,76
(2)
722,11
715,25
708,38
701,52
694,66
687,80
680,94
674,08
667,22
660,35
653,49
646,63
639,77
632,91
626,05
619,19
612,32
605,46
598,60
591,74
(3)
636,17
627,85
619,53
611,21
602,90
594,58
586,26
577,94
569,62
561,30
552,99
544,67
536,35
528,03
519,71
511,40
503,08
494,76
486,44
478,12
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47959
(2)
686,88
693,89
700,89
707,90
714,90
721,91
728,92
735,92
742,93
749,93
756,94
763,95
770,95
777,96
784,96
791,97
798,97
805,98
812,99
819,99
(1)
2280,00
2295,00
2310,00
2325,00
2340,00
2355,00
2370,00
2385,00
2400,00
2415,00
2430,00
2445,00
2460,00
2475,00
2490,00
2505,00
2520,00
2535,00
2550,00
2565,00
859,33
852,47
845,61
838,75
831,89
825,03
818,17
811,30
804,44
797,58
790,72
783,86
777,00
770,14
763,28
756,41
749,55
742,69
735,83
728,97
(3)
802,53
794,21
785,89
777,57
769,26
760,94
752,62
744,30
735,98
727,67
719,35
711,03
702,71
694,39
686,08
677,76
669,44
661,12
652,80
644,49
(4)
2865,00
2850,00
2835,00
2820,00
2805,00
2790,00
2775,00
2760,00
2745,00
2730,00
2715,00
2700,00
2685,00
2670,00
2655,00
2640,00
2625,00
2610,00
2595,00
2580,00
(1)
960,11
953,10
946,10
939,09
932,08
925,08
918,07
911,07
904,06
897,06
890,05
883,04
876,04
869,03
862,03
855,02
848,02
841,01
834,00
827,00
(2)
996,56
989,70
982,84
975,98
969,12
962,25
955,39
948,53
941,67
934,81
927,95
921,09
914,23
907,36
900,50
893,64
886,78
879,92
873,06
866,20
(3)
972,99
963,87
954,75
945,63
936,51
927,39
918,98
910,66
902,34
894,03
885,71
877,39
869,07
860,75
852,44
844,12
835,80
827,48
819,16
810,85
(4)
47960
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
967,11
974,12
981,13
988,13
995,14
1002,14
1009,15
1016,15
1023,16
1030,34
1038,12
1045,91
1053,69
1061,48
1069,26
1077,04
1084,83
1092,61
1100,40
1108,18
(1)
2880,00
2895,00
2910,00
2925,00
2940,00
2955,00
2970,00
2985,00
3000,00
3015,00
3030,00
3045,00
3060,00
3075,00
3090,00
3105,00
3120,00
3135,00
3150,00
3165,00
1145,48
1137,85
1130,23
1122,60
1114,98
1107,36
1099,73
1092,11
1084,49
1076,86
1069,24
1061,61
1053,99
1046,37
1038,74
1031,12
1024,01
1017,15
1010,28
1003,42
(3)
1155,40
1146,28
1137,16
1128,04
1118,92
1109,80
1100,68
1091,56
1082,44
1073,32
1064,19
1055,07
1045,95
1036,83
1027,71
1018,59
1009,47
1000,35
991,23
982,11
(4)
3465,00
3450,00
3435,00
3420,00
3405,00
3390,00
3375,00
3360,00
3345,00
3330,00
3315,00
3300,00
3285,00
3270,00
3255,00
3240,00
3225,00
3210,00
3195,00
3180,00
(1)
1263,87
1256,08
1248,30
1240,51
1232,73
1224,94
1217,16
1209,38
1201,59
1193,81
1186,02
1178,24
1170,46
1162,67
1154,89
1147,10
1139,32
1131,53
1123,75
1115,97
(2)
1297,95
1290,33
1282,70
1275,08
1267,46
1259,83
1252,21
1244,58
1236,96
1229,34
1221,71
1214,09
1206,47
1198,84
1191,22
1183,59
1175,97
1168,35
1160,72
1153,10
(3)
1329,47
1321,45
1313,42
1305,40
1297,37
1289,35
1281,32
1273,30
1264,85
1255,73
1246,61
1237,48
1228,36
1219,24
1210,12
1201,00
1191,88
1182,76
1173,64
1164,52
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47961
(2)
1271,65
1279,43
1287,22
1295,00
1302,79
1310,57
1318,36
1326,14
1333,92
1341,71
1349,49
1357,28
1365,06
1372,85
1380,63
1388,41
1396,20
1403,98
1411,77
1419,55
(1)
3480,00
3495,00
3510,00
3525,00
3540,00
3555,00
3570,00
3585,00
3600,00
3615,00
3630,00
3645,00
3660,00
3675,00
3690,00
3705,00
3720,00
3735,00
3750,00
3765,00
1450,43
1442,80
1435,18
1427,55
1419,93
1412,31
1404,68
1397,06
1389,44
1381,81
1374,19
1366,56
1358,94
1351,32
1343,69
1336,07
1328,45
1320,82
1313,20
1305,57
(3)
1489,97
1481,95
1473,92
1465,90
1457,87
1449,85
1441,82
1433,80
1425,77
1417,75
1409,72
1401,70
1393,67
1385,65
1377,62
1369,60
1361,57
1353,55
1345,52
1337,50
(4)
4065,00
4050,00
4035,00
4020,00
4005,00
3990,00
3975,00
3960,00
3945,00
3930,00
3915,00
3900,00
3885,00
3870,00
3855,00
3840,00
3825,00
3810,00
3795,00
3780,00
(1)
1575,24
1567,45
1559,67
1551,88
1544,10
1536,31
1528,53
1520,75
1512,96
1505,18
1497,39
1489,61
1481,83
1474,04
1466,26
1458,47
1450,69
1442,90
1435,12
1427,34
(2)
1602,90
1595,28
1587,65
1580,03
1572,41
1564,78
1557,16
1549,53
1541,91
1534,29
1526,66
1519,04
1511,42
1503,79
1496,17
1488,54
1480,92
1473,30
1465,67
1458,05
(3)
1650,47
1642,45
1634,42
1626,40
1618,37
1610,35
1602,32
1594,30
1586,27
1578,25
1570,22
1562,20
1554,17
1546,15
1538,12
1530,10
1522,07
1514,05
1506,02
1498,00
(4)
47962
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
1583,02
1590,80
1598,59
1606,37
1614,16
1621,94
1629,73
1637,51
1645,29
1653,08
1660,86
1668,65
1676,43
1684,22
1692,00
1699,78
1707,57
1715,35
1723,14
1730,92
(1)
4080,00
4095,00
4110,00
4125,00
4140,00
4155,00
4170,00
4185,00
4200,00
4215,00
4230,00
4245,00
4260,00
4275,00
4290,00
4305,00
4320,00
4335,00
4350,00
4365,00
1755,38
1747,75
1740,13
1732,50
1724,88
1717,26
1709,63
1702,01
1694,39
1686,76
1679,14
1671,51
1663,89
1656,27
1648,64
1641,02
1633,40
1625,77
1618,15
1610,52
(3)
1810,97
1802,95
1794,92
1786,90
1778,87
1770,85
1762,82
1754,80
1746,77
1738,75
1730,72
1722,70
1714,67
1706,65
1698,62
1690,60
1682,57
1674,55
1666,52
1658,50
(4)
4665,00
4650,00
4635,00
4620,00
4605,00
4590,00
4575,00
4560,00
4545,00
4530,00
4515,00
4500,00
4485,00
4470,00
4455,00
4440,00
4425,00
4410,00
4395,00
4380,00
(1)
1886,61
1878,82
1871,04
1863,25
1855,47
1847,68
1839,90
1832,12
1824,33
1816,55
1808,76
1800,98
1793,20
1785,41
1777,63
1769,84
1762,06
1754,27
1746,49
1738,71
(2)
1907,85
1900,23
1892,60
1884,98
1877,36
1869,73
1862,11
1854,48
1846,86
1839,24
1831,61
1823,99
1816,37
1808,74
1801,12
1793,49
1785,87
1778,25
1770,62
1763,00
(3)
1971,47
1963,45
1955,42
1947,40
1939,37
1931,35
1923,32
1915,30
1907,27
1899,25
1891,22
1883,20
1875,17
1867,15
1859,12
1851,10
1843,07
1835,05
1827,02
1819,00
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47963
(2)
1894,39
1902,17
1909,96
1917,74
1925,53
1933,31
1941,10
1948,88
1956,66
1964,45
1972,23
1980,02
1987,80
1995,59
2003,37
2011,15
2018,94
2026,84
2034,87
2042,89
(1)
4680,00
4695,00
4710,00
4725,00
4740,00
4755,00
4770,00
4785,00
4800,00
4815,00
4830,00
4845,00
4860,00
4875,00
4890,00
4905,00
4920,00
4935,00
4950,00
4965,00
2060,33
2052,70
2045,08
2037,45
2029,83
2022,21
2014,58
2006,96
1999,34
1991,71
1984,09
1976,46
1968,84
1961,22
1953,59
1945,97
1938,35
1930,72
1923,10
1915,47
(3)
2131,97
2123,95
2115,92
2107,90
2099,87
2091,85
2083,82
2075,80
2067,77
2059,75
2051,72
2043,70
2035,67
2027,65
2019,62
2011,60
2003,57
1995,55
1987,52
1979,50
(4)
5265,00
5250,00
5235,00
5220,00
5205,00
5190,00
5175,00
5160,00
5145,00
5130,00
5115,00
5100,00
5085,00
5070,00
5055,00
5040,00
5025,00
5010,00
4995,00
4980,00
(1)
2203,39
2195,37
2187,34
2179,32
2171,29
2163,27
2155,24
2147,22
2139,19
2131,17
2123,14
2115,12
2107,09
2099,07
2091,04
2083,02
2074,99
2066,97
2058,94
2050,92
(2)
2212,80
2205,18
2197,55
2189,93
2182,31
2174,68
2167,06
2159,43
2151,81
2144,19
2136,56
2128,94
2121,32
2113,69
2106,07
2098,44
2090,82
2083,20
2075,57
2067,95
(3)
2292,47
2284,45
2276,42
2268,40
2260,37
2252,35
2244,32
2236,30
2228,27
2220,25
2212,22
2204,20
2196,17
2188,15
2180,12
2172,10
2164,07
2156,05
2148,02
2140,00
(4)
47964
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
2211,42
2219,44
2227,47
2235,49
2243,52
2251,54
2259,57
2267,59
2275,62
2283,64
2291,67
2299,69
2307,72
2315,74
2323,77
2331,79
2339,82
2347,84
2355,87
2363,89
(1)
5280,00
5295,00
5310,00
5325,00
5340,00
5355,00
5370,00
5385,00
5400,00
5415,00
5430,00
5445,00
5460,00
5475,00
5490,00
5505,00
5520,00
5535,00
5550,00
5565,00
2365,28
2357,65
2350,03
2342,40
2334,78
2327,16
2319,53
2311,91
2304,29
2296,66
2289,04
2281,41
2273,79
2266,17
2258,54
2250,92
2243,30
2235,67
2228,05
2220,42
(3)
2452,97
2444,95
2436,92
2428,90
2420,87
2412,85
2404,82
2396,80
2388,77
2380,75
2372,72
2364,70
2356,67
2348,65
2340,62
2332,60
2324,57
2316,55
2308,52
2300,50
(4)
5865,00
5850,00
5835,00
5820,00
5805,00
5790,00
5775,00
5760,00
5745,00
5730,00
5715,00
5700,00
5685,00
5670,00
5655,00
5640,00
5625,00
5610,00
5595,00
5580,00
(1)
2524,39
2516,37
2508,34
2500,32
2492,29
2484,27
2476,24
2468,22
2460,19
2452,17
2444,14
2436,12
2428,09
2420,07
2412,04
2404,02
2395,99
2387,97
2379,94
2371,92
(2)
2524,39
2516,37
2508,34
2500,32
2492,29
2484,27
2476,24
2468,22
2460,19
2452,17
2444,14
2436,12
2428,09
2420,07
2412,04
2404,02
2395,99
2388,15
2380,52
2372,90
(3)
2613,47
2605,45
2597,42
2589,40
2581,37
2573,35
2565,32
2557,30
2549,27
2541,25
2533,22
2525,20
2517,17
2509,15
2501,12
2493,10
2485,07
2477,05
2469,02
2461,00
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47965
(2)
2532,42
2540,44
2548,47
2556,49
2564,52
2572,54
2580,57
2588,59
2596,62
2604,64
2612,67
2620,69
2628,72
2636,74
2644,77
2652,79
2660,82
2668,84
2676,87
2684,89
(1)
5880,00
5895,00
5910,00
5925,00
5940,00
5955,00
5970,00
5985,00
6000,00
6015,00
6030,00
6045,00
6060,00
6075,00
6090,00
6105,00
6120,00
6135,00
6150,00
6165,00
2684,89
2676,87
2668,84
2660,82
2652,79
2644,77
2636,74
2628,72
2620,69
2612,67
2604,64
2596,62
2588,59
2580,57
2572,54
2564,52
2556,49
2548,47
2540,44
2532,42
(3)
2773,97
2765,95
2757,92
2749,90
2741,87
2733,85
2725,82
2717,80
2709,77
2701,75
2693,72
2685,70
2677,67
2669,65
2661,62
2653,60
2645,57
2637,55
2629,52
2621,50
(4)
6465,00
6450,00
6435,00
6420,00
6405,00
6390,00
6375,00
6360,00
6345,00
6330,00
6315,00
6300,00
6285,00
6270,00
6255,00
6240,00
6225,00
6210,00
6195,00
6180,00
(1)
2845,39
2837,37
2829,34
2821,32
2813,29
2805,27
2797,24
2789,22
2781,19
2773,17
2765,14
2757,12
2749,09
2741,07
2733,04
2725,02
2716,99
2708,97
2700,94
2692,92
(2)
2845,39
2837,37
2829,34
2821,32
2813,29
2805,27
2797,24
2789,22
2781,19
2773,17
2765,14
2757,12
2749,09
2741,07
2733,04
2725,02
2716,99
2708,97
2700,94
2692,92
(3)
2934,47
2926,45
2918,42
2910,40
2902,37
2894,35
2886,32
2878,30
2870,27
2862,25
2854,22
2846,20
2838,17
2830,15
2822,12
2814,10
2806,07
2798,05
2790,02
2782,00
(4)
47966
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
2853,42
2861,44
2869,47
2877,49
2885,52
2893,54
2901,57
2909,59
2917,62
2925,64
2933,67
2941,69
2949,72
2957,74
2965,77
2973,79
2981,82
2989,84
2997,87
3005,89
(1)
6480,00
6495,00
6510,00
6525,00
6540,00
6555,00
6570,00
6585,00
6600,00
6615,00
6630,00
6645,00
6660,00
6675,00
6690,00
6705,00
6720,00
6735,00
6750,00
6765,00
3005,89
2997,87
2989,84
2981,82
2973,79
2965,77
2957,74
2949,72
2941,69
2933,67
2925,64
2917,62
2909,59
2901,57
2893,54
2885,52
2877,49
2869,47
2861,44
2853,42
(3)
3094,97
3086,95
3078,92
3070,90
3062,87
3054,85
3046,82
3038,80
3030,77
3022,75
3014,72
3006,70
2998,67
2990,65
2982,62
2974,60
2966,57
2958,55
2950,52
2942,50
(4)
7065,00
7050,00
7035,00
7020,00
7005,00
6990,00
6975,00
6960,00
6945,00
6930,00
6915,00
6900,00
6885,00
6870,00
6855,00
6840,00
6825,00
6810,00
6795,00
6780,00
(1)
3166,39
3158,37
3150,34
3142,32
3134,29
3126,27
3118,24
3110,22
3102,19
3094,17
3086,14
3078,12
3070,09
3062,07
3054,04
3046,02
3037,99
3029,97
3021,94
3013,92
(2)
3166,39
3158,37
3150,34
3142,32
3134,29
3126,27
3118,24
3110,22
3102,19
3094,17
3086,14
3078,12
3070,09
3062,07
3054,04
3046,02
3037,99
3029,97
3021,94
3013,92
(3)
3255,47
3247,45
3239,42
3231,40
3223,37
3215,35
3207,32
3199,30
3191,27
3183,25
3175,22
3167,20
3159,17
3151,15
3143,12
3135,10
3127,07
3119,05
3111,02
3103,00
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47967
(2)
3174,42
3182,44
3190,47
3198,49
3206,52
3214,54
3222,57
3230,59
3238,62
3246,64
3254,67
3262,69
3270,72
3278,74
3286,77
3294,79
3302,82
3310,84
3318,87
3326,89
(1)
7080,00
7095,00
7110,00
7125,00
7140,00
7155,00
7170,00
7185,00
7200,00
7215,00
7230,00
7245,00
7260,00
7275,00
7290,00
7305,00
7320,00
7335,00
7350,00
7365,00
3326,89
3318,87
3310,84
3302,82
3294,79
3286,77
3278,74
3270,72
3262,69
3254,67
3246,64
3238,62
3230,59
3222,57
3214,54
3206,52
3198,49
3190,47
3182,44
3174,42
(3)
3415,97
3407,95
3399,92
3391,90
3383,87
3375,85
3367,82
3359,80
3351,77
3343,75
3335,72
3327,70
3319,67
3311,65
3303,62
3295,60
3287,57
3279,55
3271,52
3263,50
(4)
7500,00
7485,00
7470,00
7455,00
7440,00
7425,00
7410,00
7395,00
7380,00
(1)
3399,12
3391,09
3383,07
3375,04
3367,02
3358,99
3350,97
3342,94
3334,92
(2)
3399,12
3391,09
3383,07
3375,04
3367,02
3358,99
3350,97
3342,94
3334,92
(3)
3488,20
3480,17
3472,15
3464,12
3456,10
3448,07
3440,05
3432,02
3424,00
(4)
47968
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING AFGELEZEN IN DE SCHAAL MOGEN NOG DE VERMINDERINGEN VOOR KINDEREN TEN LASTE EN VOOR ANDERE GEZINSLASTEN WORDEN
AFGETROKKEN (ZIE NRS. 12, 32 EN 45 VAN DE TOEPASSINGSREGELS).
OVER EEN INKOMEN BEGREPEN TUSSEN TWEE INKOMSTENBEDRAGEN VAN KOLOM (1) IS DE BEDRIJFSVOORHEFFING VERSCHULDIGD DIE TEGENOVER HET LAAGSTE VAN
DIE TWEE BEDRAGEN VOORKOMT.
DE BEDRAGEN VERMELD IN KOLOM (1) VERTEGENWOORDIGEN BRUTO-INKOMSTEN, D.W.Z. NA AFTREK VAN DE INHOUDINGEN EN LASTEN WAARVAN SPRAKE IS IN NR. 1
VAN DE TOEPASSINGSREGELS.
DIE VANAF 1 OKTOBER 2008 PER MAAND WORDEN BETAALD OF TOEGEKEND.
— PENSIOENEN EN RENTEN : KOLOM (4)
— BEZOLDIGINGEN VAN BEDRIJFSLEIDERS : KOLOM (3)
— BEZOLDIGINGEN VAN WERKNEMERS : KOLOM (2)
BEDRIJFSVOORHEFFING VOOR :
DEZE SCHAAL IS VAN TOEPASSING WANNEER DE ECHTGENOOT VAN DE VERKRIJGER VAN DE INKOMSTEN GEEN PERSOONLIJKE BEROEPSINKOMSTEN HEEFT.
SCHAAL II
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47969
10,50
14,84
19,19
23,53
27,88
32,22
1,08
4,89
8,86
13,20
17,55
21,89
26,24
30,59
34,93
39,28
43,62
47,97
52,31
975,00
990,00
1005,00
1020,00
1035,00
1050,00
1065,00
1080,00
1095,00
1110,00
1125,00
1140,00
1155,00
1170,00
1185,00
1200,00
1215,00
1230,00
84,37
80,02
75,68
71,33
66,99
62,64
58,30
53,95
49,61
45,26
40,92
36,57
6,33
960,00
(3)
2,51
(2)
945,00
(1)
(4)
1530,00
1515,00
1500,00
1485,00
1470,00
1455,00
1440,00
1425,00
1410,00
1395,00
1380,00
1365,00
1350,00
1335,00
1320,00
1305,00
1290,00
1275,00
1260,00
1245,00
(1)
147,98
142,45
136,93
131,40
125,87
120,35
114,82
109,29
104,56
100,12
95,77
91,42
87,08
82,73
78,39
74,04
69,69
65,35
61,00
56,66
(2)
186,88
181,47
176,05
170,64
165,23
159,82
154,40
148,99
143,58
138,16
132,75
127,34
121,93
116,51
111,10
106,10
101,75
97,41
93,06
88,72
(3)
32,44
26,74
21,04
15,35
9,65
3,95
(4)
47970
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
153,51
159,03
164,56
170,09
175,61
181,14
186,67
192,19
197,72
203,25
208,78
214,30
219,83
225,36
230,88
236,41
241,94
247,46
252,99
258,52
(1)
1545,00
1560,00
1575,00
1590,00
1605,00
1620,00
1635,00
1650,00
1665,00
1680,00
1695,00
1710,00
1725,00
1740,00
1755,00
1770,00
1785,00
1800,00
1815,00
1830,00
295,14
289,72
284,31
278,90
273,49
268,07
262,66
257,25
251,83
246,42
241,01
235,60
230,18
224,77
219,36
213,94
208,53
203,12
197,71
192,29
(3)
158,64
151,29
144,07
137,27
130,48
123,69
116,89
110,10
103,31
96,51
89,72
83,72
78,02
72,32
66,62
60,93
55,23
49,53
43,83
38,14
(4)
2130,00
2115,00
2100,00
2085,00
2070,00
2055,00
2040,00
2025,00
2010,00
1995,00
1980,00
1965,00
1950,00
1935,00
1920,00
1905,00
1890,00
1875,00
1860,00
1845,00
(1)
373,90
367,83
361,76
355,69
349,62
343,54
337,47
331,40
325,33
319,31
313,78
308,26
302,73
297,20
291,68
286,15
280,62
275,10
269,57
264,04
(2)
411,63
405,68
399,74
393,79
387,84
381,90
375,95
370,00
364,06
358,11
352,17
346,22
340,27
334,33
328,38
322,43
316,79
311,38
305,96
300,55
(3)
305,74
298,39
291,03
283,68
276,32
268,97
261,61
254,26
246,90
239,55
232,19
224,84
217,48
210,13
202,77
195,42
188,06
180,71
173,35
166,00
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47971
(2)
379,98
386,05
392,12
398,19
404,26
410,33
416,41
422,48
428,55
434,62
440,69
446,76
452,84
458,91
465,18
471,48
477,79
484,09
490,40
496,71
(1)
2145,00
2160,00
2175,00
2190,00
2205,00
2220,00
2235,00
2250,00
2265,00
2280,00
2295,00
2310,00
2325,00
2340,00
2355,00
2370,00
2385,00
2400,00
2415,00
2430,00
533,28
527,11
520,93
514,76
508,58
502,41
496,23
490,06
483,88
477,71
471,53
465,36
459,20
453,26
447,31
441,36
435,42
429,47
423,52
417,58
(3)
457,52
449,92
442,33
434,73
427,13
419,54
411,94
404,35
396,75
389,15
381,56
373,96
366,37
358,77
351,18
343,58
335,98
328,39
320,79
313,20
(4)
2730,00
2715,00
2700,00
2685,00
2670,00
2655,00
2640,00
2625,00
2610,00
2595,00
2580,00
2565,00
2550,00
2535,00
2520,00
2505,00
2490,00
2475,00
2460,00
2445,00
(1)
623,00
616,51
610,20
603,89
597,59
591,28
584,98
578,67
572,37
566,06
559,76
553,45
547,15
540,84
534,54
528,23
521,93
515,62
509,32
503,01
(2)
660,76
653,89
647,03
640,17
633,31
626,45
619,74
613,56
607,39
601,21
595,04
588,86
582,69
576,51
570,34
564,16
557,98
551,81
545,63
539,46
(3)
619,97
611,65
603,34
595,02
586,70
578,38
570,06
561,75
553,43
545,11
536,79
528,47
520,16
511,84
503,52
495,50
487,90
480,30
472,71
465,11
(4)
47972
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
630,01
637,01
644,02
651,02
658,03
665,04
672,04
679,05
686,05
693,06
700,07
707,07
714,08
721,08
728,09
735,09
742,10
749,11
756,11
763,12
(1)
2745,00
2760,00
2775,00
2790,00
2805,00
2820,00
2835,00
2850,00
2865,00
2880,00
2895,00
2910,00
2925,00
2940,00
2955,00
2970,00
2985,00
3000,00
3015,00
3030,00
797,98
791,12
784,26
777,40
770,54
763,68
756,81
749,95
743,09
736,23
729,37
722,51
715,65
708,78
701,92
695,06
688,20
681,34
674,48
667,62
(3)
786,33
778,01
769,70
761,38
753,06
744,74
736,42
728,11
719,79
711,47
703,15
694,83
686,52
678,20
669,88
661,56
653,24
644,93
636,61
628,29
(4)
3330,00
3315,00
3300,00
3285,00
3270,00
3255,00
3240,00
3225,00
3210,00
3195,00
3180,00
3165,00
3150,00
3135,00
3120,00
3105,00
3090,00
3075,00
3060,00
3045,00
(1)
903,23
896,23
889,22
882,22
875,21
868,21
861,20
854,19
847,19
840,18
833,18
826,17
819,16
812,16
805,15
798,15
791,14
784,14
777,13
770,12
(2)
935,21
928,35
921,49
914,63
907,76
900,90
894,04
887,18
880,32
873,46
866,60
859,74
852,87
846,01
839,15
832,29
825,43
818,57
811,71
804,84
(3)
952,69
944,37
936,06
927,74
919,42
911,10
902,78
894,47
886,15
877,83
869,51
861,19
852,88
844,56
836,24
827,92
819,60
811,29
802,97
794,65
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47973
(2)
910,24
917,25
924,25
931,26
938,26
945,27
952,28
959,28
966,29
973,29
980,30
987,30
994,31
1001,32
1008,32
1015,33
1022,33
1029,34
1036,35
1043,35
(1)
3345,00
3360,00
3375,00
3390,00
3405,00
3420,00
3435,00
3450,00
3465,00
3480,00
3495,00
3510,00
3525,00
3540,00
3555,00
3570,00
3585,00
3600,00
3615,00
3630,00
1072,44
1065,58
1058,72
1051,85
1044,99
1038,13
1031,27
1024,41
1017,55
1010,69
1003,82
996,96
990,10
983,24
976,38
969,52
962,66
955,79
948,93
942,07
(3)
1103,39
1095,36
1087,34
1079,31
1071,29
1063,26
1055,33
1048,11
1040,88
1033,66
1026,44
1019,22
1011,99
1004,77
997,55
990,33
983,10
975,88
968,66
961,01
(4)
3930,00
3915,00
3900,00
3885,00
3870,00
3855,00
3840,00
3825,00
3810,00
3795,00
3780,00
3765,00
3750,00
3735,00
3720,00
3705,00
3690,00
3675,00
3660,00
3645,00
(1)
1190,82
1183,04
1175,25
1167,47
1159,68
1151,90
1144,11
1136,33
1128,55
1120,76
1113,41
1106,40
1099,40
1092,39
1085,39
1078,38
1071,37
1064,37
1057,36
1050,36
(2)
1219,93
1212,31
1204,68
1197,06
1189,43
1181,81
1174,19
1166,56
1158,94
1151,32
1143,69
1136,07
1128,44
1120,82
1113,61
1106,74
1099,88
1093,02
1086,16
1079,30
(3)
1263,89
1255,86
1247,84
1239,81
1231,79
1223,76
1215,74
1207,71
1199,69
1191,66
1183,64
1175,61
1167,59
1159,56
1151,54
1143,51
1135,49
1127,46
1119,44
1111,41
(4)
47974
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
1198,60
1206,39
1214,17
1221,96
1229,74
1237,53
1245,31
1253,09
1260,88
1268,66
1276,45
1284,23
1292,02
1299,80
1307,58
1315,37
1323,15
1330,94
1338,72
1346,51
(1)
3945,00
3960,00
3975,00
3990,00
4005,00
4020,00
4035,00
4050,00
4065,00
4080,00
4095,00
4110,00
4125,00
4140,00
4155,00
4170,00
4185,00
4200,00
4215,00
4230,00
1372,40
1364,78
1357,16
1349,53
1341,91
1334,29
1326,66
1319,04
1311,41
1303,79
1296,17
1288,54
1280,92
1273,30
1265,67
1258,05
1250,42
1242,80
1235,18
1227,55
(3)
1424,39
1416,36
1408,34
1400,31
1392,29
1384,26
1376,24
1368,21
1360,19
1352,16
1344,14
1336,11
1328,09
1320,06
1312,04
1304,01
1295,99
1287,96
1279,94
1271,91
(4)
4530,00
4515,00
4500,00
4485,00
4470,00
4455,00
4440,00
4425,00
4410,00
4395,00
4380,00
4365,00
4350,00
4335,00
4320,00
4305,00
4290,00
4275,00
4260,00
4245,00
(1)
1502,19
1494,41
1486,62
1478,84
1471,05
1463,27
1455,48
1447,70
1439,92
1432,13
1424,35
1416,56
1408,78
1401,00
1393,21
1385,43
1377,64
1369,86
1362,07
1354,29
(2)
1524,88
1517,26
1509,63
1502,01
1494,38
1486,76
1479,14
1471,51
1463,89
1456,27
1448,64
1441,02
1433,39
1425,77
1418,15
1410,52
1402,90
1395,28
1387,65
1380,03
(3)
1584,89
1576,86
1568,84
1560,81
1552,79
1544,76
1536,74
1528,71
1520,69
1512,66
1504,64
1496,61
1488,59
1480,56
1472,54
1464,51
1456,49
1448,46
1440,44
1432,41
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47975
(2)
1509,97
1517,76
1525,54
1533,33
1541,11
1548,90
1556,68
1564,46
1572,25
1580,03
1587,82
1595,60
1603,39
1611,17
1618,95
1626,74
1634,52
1642,31
1650,09
1657,88
(1)
4545,00
4560,00
4575,00
4590,00
4605,00
4620,00
4635,00
4650,00
4665,00
4680,00
4695,00
4710,00
4725,00
4740,00
4755,00
4770,00
4785,00
4800,00
4815,00
4830,00
1677,35
1669,73
1662,11
1654,48
1646,86
1639,24
1631,61
1623,99
1616,36
1608,74
1601,12
1593,49
1585,87
1578,25
1570,62
1563,00
1555,37
1547,75
1540,13
1532,50
(3)
1745,39
1737,36
1729,34
1721,31
1713,29
1705,26
1697,24
1689,21
1681,19
1673,16
1665,14
1657,11
1649,09
1641,06
1633,04
1625,01
1616,99
1608,96
1600,94
1592,91
(4)
5130,00
5115,00
5100,00
5085,00
5070,00
5055,00
5040,00
5025,00
5010,00
4995,00
4980,00
4965,00
4950,00
4935,00
4920,00
4905,00
4890,00
4875,00
4860,00
4845,00
(1)
1816,81
1808,79
1800,76
1792,74
1784,71
1776,69
1768,66
1760,64
1752,61
1744,59
1736,56
1728,54
1720,51
1712,49
1704,58
1696,80
1689,01
1681,23
1673,44
1665,66
(2)
1829,83
1822,21
1814,58
1806,96
1799,33
1791,71
1784,09
1776,46
1768,84
1761,22
1753,59
1745,97
1738,34
1730,72
1723,10
1715,47
1707,85
1700,23
1692,60
1684,98
(3)
1905,89
1897,86
1889,84
1881,81
1873,79
1865,76
1857,74
1849,71
1841,69
1833,66
1825,64
1817,61
1809,59
1801,56
1793,54
1785,51
1777,49
1769,46
1761,44
1753,41
(4)
47976
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
1824,84
1832,86
1840,89
1848,91
1856,94
1864,96
1872,99
1881,01
1889,04
1897,06
1905,09
1913,11
1921,14
1929,16
1937,19
1945,21
1953,24
1961,26
1969,29
1977,31
(1)
5145,00
5160,00
5175,00
5190,00
5205,00
5220,00
5235,00
5250,00
5265,00
5280,00
5295,00
5310,00
5325,00
5340,00
5355,00
5370,00
5385,00
5400,00
5415,00
5430,00
1982,30
1974,68
1967,06
1959,43
1951,81
1944,19
1936,56
1928,94
1921,31
1913,69
1906,07
1898,44
1890,82
1883,20
1875,57
1867,95
1860,32
1852,70
1845,08
1837,45
(3)
2066,39
2058,36
2050,34
2042,31
2034,29
2026,26
2018,24
2010,21
2002,19
1994,16
1986,14
1978,11
1970,09
1962,06
1954,04
1946,01
1937,99
1929,96
1921,94
1913,91
(4)
5730,00
5715,00
5700,00
5685,00
5670,00
5655,00
5640,00
5625,00
5610,00
5595,00
5580,00
5565,00
5550,00
5535,00
5520,00
5505,00
5490,00
5475,00
5460,00
5445,00
(1)
2137,81
2129,79
2121,76
2113,74
2105,71
2097,69
2089,66
2081,64
2073,61
2065,59
2057,56
2049,54
2041,51
2033,49
2025,46
2017,44
2009,41
2001,39
1993,36
1985,34
(2)
2137,81
2129,79
2121,76
2113,74
2105,71
2097,69
2089,66
2081,64
2073,79
2066,17
2058,54
2050,92
2043,29
2035,67
2028,05
2020,42
2012,80
2005,18
1997,55
1989,93
(3)
2226,89
2218,86
2210,84
2202,81
2194,79
2186,76
2178,74
2170,71
2162,69
2154,66
2146,64
2138,61
2130,59
2122,56
2114,54
2106,51
2098,49
2090,46
2082,44
2074,41
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47977
(2)
2145,84
2153,86
2161,89
2169,91
2177,94
2185,96
2193,99
2202,01
2210,04
2218,06
2226,09
2234,11
2242,14
2250,16
2258,19
2266,21
2274,24
2282,26
2290,29
2298,31
(1)
5745,00
5760,00
5775,00
5790,00
5805,00
5820,00
5835,00
5850,00
5865,00
5880,00
5895,00
5910,00
5925,00
5940,00
5955,00
5970,00
5985,00
6000,00
6015,00
6030,00
2298,31
2290,29
2282,26
2274,24
2266,21
2258,19
2250,16
2242,14
2234,11
2226,09
2218,06
2210,04
2202,01
2193,99
2185,96
2177,94
2169,91
2161,89
2153,86
2145,84
(3)
2387,39
2379,36
2371,34
2363,31
2355,29
2347,26
2339,24
2331,21
2323,19
2315,16
2307,14
2299,11
2291,09
2283,06
2275,04
2267,01
2258,99
2250,96
2242,94
2234,91
(4)
6330,00
6315,00
6300,00
6285,00
6270,00
6255,00
6240,00
6225,00
6210,00
6195,00
6180,00
6165,00
6150,00
6135,00
6120,00
6105,00
6090,00
6075,00
6060,00
6045,00
(1)
2458,81
2450,79
2442,76
2434,74
2426,71
2418,69
2410,66
2402,64
2394,61
2386,59
2378,56
2370,54
2362,51
2354,49
2346,46
2338,44
2330,41
2322,39
2314,36
2306,34
(2)
2458,81
2450,79
2442,76
2434,74
2426,71
2418,69
2410,66
2402,64
2394,61
2386,59
2378,56
2370,54
2362,51
2354,49
2346,46
2338,44
2330,41
2322,39
2314,36
2306,34
(3)
2547,89
2539,86
2531,84
2523,81
2515,79
2507,76
2499,74
2491,71
2483,69
2475,66
2467,64
2459,61
2451,59
2443,56
2435,54
2427,51
2419,49
2411,46
2403,44
2395,41
(4)
47978
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
2466,84
2474,86
2482,89
2490,91
2498,94
2506,96
2514,99
2523,01
2531,04
2539,06
2547,09
2555,11
2563,14
2571,16
2579,19
2587,21
2595,24
2603,26
2611,29
2619,31
(1)
6345,00
6360,00
6375,00
6390,00
6405,00
6420,00
6435,00
6450,00
6465,00
6480,00
6495,00
6510,00
6525,00
6540,00
6555,00
6570,00
6585,00
6600,00
6615,00
6630,00
2619,31
2611,29
2603,26
2595,24
2587,21
2579,19
2571,16
2563,14
2555,11
2547,09
2539,06
2531,04
2523,01
2514,99
2506,96
2498,94
2490,91
2482,89
2474,86
2466,84
(3)
2708,39
2700,36
2692,34
2684,31
2676,29
2668,26
2660,24
2652,21
2644,19
2636,16
2628,14
2620,11
2612,09
2604,06
2596,04
2588,01
2579,99
2571,96
2563,94
2555,91
(4)
6930,00
6915,00
6900,00
6885,00
6870,00
6855,00
6840,00
6825,00
6810,00
6795,00
6780,00
6765,00
6750,00
6735,00
6720,00
6705,00
6690,00
6675,00
6660,00
6645,00
(1)
2779,81
2771,79
2763,76
2755,74
2747,71
2739,69
2731,66
2723,64
2715,61
2707,59
2699,56
2691,54
2683,51
2675,49
2667,46
2659,44
2651,41
2643,39
2635,36
2627,34
(2)
2779,81
2771,79
2763,76
2755,74
2747,71
2739,69
2731,66
2723,64
2715,61
2707,59
2699,56
2691,54
2683,51
2675,49
2667,46
2659,44
2651,41
2643,39
2635,36
2627,34
(3)
2868,89
2860,86
2852,84
2844,81
2836,79
2828,76
2820,74
2812,71
2804,69
2796,66
2788,64
2780,61
2772,59
2764,56
2756,54
2748,51
2740,49
2732,46
2724,44
2716,41
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47979
(2)
2787,84
2795,86
2803,89
2811,91
2819,94
2827,96
2835,99
2844,01
2852,04
2860,06
2868,09
2876,11
2884,14
2892,16
2900,19
2908,21
2916,24
2924,26
2932,29
2940,31
(1)
6945,00
6960,00
6975,00
6990,00
7005,00
7020,00
7035,00
7050,00
7065,00
7080,00
7095,00
7110,00
7125,00
7140,00
7155,00
7170,00
7185,00
7200,00
7215,00
7230,00
2940,31
2932,29
2924,26
2916,24
2908,21
2900,19
2892,16
2884,14
2876,11
2868,09
2860,06
2852,04
2844,01
2835,99
2827,96
2819,94
2811,91
2803,89
2795,86
2787,84
(3)
3029,39
3021,36
3013,34
3005,31
2997,29
2989,26
2981,24
2973,21
2965,19
2957,16
2949,14
2941,11
2933,09
2925,06
2917,04
2909,01
2900,99
2892,96
2884,94
2876,91
(4)
7500,00
7485,00
7470,00
7455,00
7440,00
7425,00
7410,00
7395,00
7380,00
7365,00
7350,00
7335,00
7320,00
7305,00
7290,00
7275,00
7260,00
7245,00
(1)
3084,76
3076,74
3068,71
3060,69
3052,66
3044,64
3036,61
3028,59
3020,56
3012,54
3004,51
2996,49
2988,46
2980,44
2972,41
2964,39
2956,36
2948,34
(2)
3084,76
3076,74
3068,71
3060,69
3052,66
3044,64
3036,61
3028,59
3020,56
3012,54
3004,51
2996,49
2988,46
2980,44
2972,41
2964,39
2956,36
2948,34
(3)
3173,84
3165,81
3157,79
3149,76
3141,74
3133,71
3125,69
3117,66
3109,64
3101,61
3093,59
3085,56
3077,54
3069,51
3061,49
3053,46
3045,44
3037,41
(4)
47980
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
OVER EEN INKOMEN BEGREPEN TUSSEN TWEE INKOMSTENBEDRAGEN VAN KOLOM (1) IS DE BEDRIJFSVOORHEFFING VERSCHULDIGD DIE TEGENOVER HET LAAGSTE VAN
DIE TWEE BEDRAGEN VOORKOMT.
DE BEDRAGEN VERMELD IN KOLOM (1) VERTEGENWOORDIGEN BRUTO-INKOMSTEN, D.W.Z. NA AFTREK VAN DE INHOUDINGEN EN LASTEN WAARVAN SPRAKE IS IN NR. 1
VAN DE TOEPASSINGSREGELS.
DIE VANAF 1 OKTOBER 2008 PER MAAND WORDEN BETAALD OF TOEGEKEND.
— BRUGPENSIOENEN : KOLOM (4)
— BEZOLDIGINGEN VAN BEDRIJFSLEIDERS : KOLOM (3)
— BEZOLDIGINGEN VAN WERKNEMERS : KOLOM (2)
BEDRIJFSVOORHEFFING VOOR :
DEZE SCHAAL IS VAN TOEPASSING WANNEER DE VERKRIJGER VAN DE INKOMSTEN EEN NIET-INWONER IS DIE NIET GEDURENDE HET VOLLEDIGE BELASTBARE TIJDPERK EEN
TEHUIS IN BELGIE HEEFT BEHOUDEN.
SCHAAL III
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47981
(2)
3,00
6,01
9,02
12,03
15,04
18,05
21,06
24,07
27,08
30,09
33,10
36,11
39,12
42,13
45,14
48,15
51,15
54,16
57,17
60,18
(1)
15,00
30,00
45,00
60,00
75,00
90,00
105,00
120,00
135,00
150,00
165,00
180,00
195,00
210,00
225,00
240,00
255,00
270,00
285,00
300,00
76,23
72,42
68,61
64,80
60,99
57,17
53,36
49,55
45,74
41,93
38,11
34,30
30,49
26,68
22,87
19,05
15,24
11,43
7,62
3,81
(3)
(4)
600,00
585,00
570,00
555,00
540,00
525,00
510,00
495,00
480,00
465,00
450,00
435,00
420,00
405,00
390,00
375,00
360,00
345,00
330,00
315,00
(1)
127,53
123,91
120,30
116,69
113,08
109,47
105,86
102,25
98,64
95,02
91,41
87,80
84,26
81,25
78,24
75,23
72,22
69,21
66,20
63,19
(2)
152,47
148,66
144,85
141,03
137,22
133,41
129,60
125,79
121,98
118,16
114,35
110,54
106,73
102,92
99,10
95,29
91,48
87,67
83,86
80,04
(3)
(4)
47982
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
131,14
134,75
138,36
141,97
145,58
149,19
152,80
156,42
160,03
163,64
167,25
170,86
175,04
179,37
183,71
188,08
192,65
197,23
201,80
206,38
(1)
615,00
630,00
645,00
660,00
675,00
690,00
705,00
720,00
735,00
750,00
765,00
780,00
795,00
810,00
825,00
840,00
855,00
870,00
885,00
900,00
240,12
235,55
230,97
226,40
221,82
217,25
212,68
208,10
203,53
198,95
194,38
189,80
185,23
180,66
176,08
171,53
167,72
163,91
160,09
156,28
(3)
(4)
1200,00
1185,00
1170,00
1155,00
1140,00
1125,00
1110,00
1095,00
1080,00
1065,00
1050,00
1035,00
1020,00
1005,00
990,00
975,00
960,00
945,00
930,00
915,00
(1)
315,32
309,23
303,13
297,03
290,93
284,83
278,73
272,63
266,53
260,43
254,33
248,24
242,97
238,40
233,82
229,25
224,67
220,10
215,52
210,95
(2)
360,32
354,22
348,12
342,02
335,92
329,82
323,72
317,62
311,53
305,43
299,33
293,23
287,13
281,03
274,93
268,83
262,73
256,63
250,54
244,70
(3)
95,75
89,33
82,91
76,49
70,07
63,65
57,23
50,81
44,39
37,97
31,55
25,13
18,71
12,29
5,87
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47983
(2)
321,42
327,52
333,62
339,72
345,82
351,92
358,02
364,12
370,22
376,31
382,41
388,51
394,62
400,85
407,07
413,37
420,38
427,38
434,39
441,39
(1)
1215,00
1230,00
1245,00
1260,00
1275,00
1290,00
1305,00
1320,00
1335,00
1350,00
1365,00
1380,00
1395,00
1410,00
1425,00
1440,00
1455,00
1470,00
1485,00
1500,00
490,99
484,13
477,27
470,41
463,55
456,68
449,82
442,96
436,10
429,24
422,38
415,52
409,11
403,01
396,91
390,81
384,71
378,61
372,52
366,42
(3)
236,85
229,63
222,41
215,19
207,96
200,74
193,52
186,30
179,07
171,85
164,63
157,41
150,18
142,96
135,74
128,52
121,43
115,01
108,59
102,17
(4)
1800,00
1785,00
1770,00
1755,00
1740,00
1725,00
1710,00
1695,00
1680,00
1665,00
1650,00
1635,00
1620,00
1605,00
1590,00
1575,00
1560,00
1545,00
1530,00
1515,00
(1)
581,51
574,50
567,50
560,49
553,49
546,48
539,47
532,47
525,46
518,46
511,45
504,45
497,44
490,43
483,43
476,42
469,42
462,41
455,40
448,40
(2)
628,22
621,36
614,50
607,64
600,77
593,91
587,05
580,19
573,33
566,47
559,61
552,74
545,88
539,02
532,16
525,30
518,44
511,58
504,71
497,85
(3)
395,65
386,69
377,74
368,78
359,83
350,87
341,92
332,96
324,01
316,30
309,08
301,86
294,63
287,41
280,19
272,97
265,74
258,52
251,30
244,08
(4)
47984
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
588,52
595,52
602,53
609,53
616,54
623,54
630,55
637,56
644,56
651,57
658,57
665,58
672,59
679,59
686,60
693,60
700,61
707,61
714,62
721,63
(1)
1815,00
1830,00
1845,00
1860,00
1875,00
1890,00
1905,00
1920,00
1935,00
1950,00
1965,00
1980,00
1995,00
2010,00
2025,00
2040,00
2055,00
2070,00
2085,00
2100,00
765,45
758,59
751,72
744,86
738,00
731,14
724,28
717,42
710,56
703,69
696,83
689,97
683,11
676,25
669,39
662,53
655,66
648,80
641,94
635,08
(3)
574,76
565,80
556,85
547,89
538,93
529,98
521,02
512,07
503,11
494,16
485,20
476,25
467,29
458,34
449,38
440,43
431,47
422,52
413,56
404,60
(4)
2400,00
2385,00
2370,00
2355,00
2340,00
2325,00
2310,00
2295,00
2280,00
2265,00
2250,00
2235,00
2220,00
2205,00
2190,00
2175,00
2160,00
2145,00
2130,00
2115,00
(1)
861,74
854,74
847,73
840,73
833,72
826,71
819,71
812,70
805,70
798,69
791,68
784,68
777,67
770,67
763,66
756,66
749,65
742,64
735,64
728,63
(2)
902,67
895,81
888,95
882,09
875,23
868,37
861,51
854,64
847,78
840,92
834,06
827,20
820,34
813,48
806,61
799,75
792,89
786,03
779,17
772,31
(3)
753,86
744,91
735,95
727,00
718,04
709,09
700,13
691,18
682,22
673,26
664,31
655,35
646,40
637,44
628,49
619,53
610,58
601,62
592,67
583,71
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47985
(2)
868,75
875,75
882,76
889,77
896,77
903,78
910,78
917,79
924,80
931,80
938,81
945,81
952,82
959,82
966,83
973,84
980,84
987,85
994,85
1001,86
(1)
2415,00
2430,00
2445,00
2460,00
2475,00
2490,00
2505,00
2520,00
2535,00
2550,00
2565,00
2580,00
2595,00
2610,00
2625,00
2640,00
2655,00
2670,00
2685,00
2700,00
1039,90
1033,04
1026,18
1019,32
1012,46
1005,59
998,73
991,87
985,01
978,15
971,29
964,43
957,57
950,70
943,84
936,98
930,12
923,26
916,40
909,54
(3)
932,97
924,01
915,06
906,10
897,15
888,19
879,24
870,28
861,33
852,37
843,42
834,46
825,51
816,55
807,59
798,64
789,68
780,73
771,77
762,82
(4)
3000,00
2985,00
2970,00
2955,00
2940,00
2925,00
2910,00
2895,00
2880,00
2865,00
2850,00
2835,00
2820,00
2805,00
2790,00
2775,00
2760,00
2745,00
2730,00
2715,00
(1)
1141,98
1134,97
1127,96
1120,96
1113,95
1106,95
1099,94
1092,93
1085,93
1078,92
1071,92
1064,91
1057,91
1050,90
1043,89
1036,89
1029,88
1022,88
1015,87
1008,86
(2)
1180,43
1172,81
1165,18
1157,56
1149,93
1142,82
1135,96
1129,10
1122,24
1115,38
1108,52
1101,65
1094,79
1087,93
1081,07
1074,21
1067,35
1060,49
1053,62
1046,76
(3)
1123,40
1113,64
1103,88
1094,13
1084,37
1074,61
1064,85
1055,10
1045,34
1035,58
1025,82
1016,06
1006,31
996,55
986,79
977,75
968,79
959,84
950,88
941,92
(4)
47986
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
1149,15
1156,94
1164,72
1172,51
1180,29
1188,07
1195,86
1203,64
1211,43
1219,21
1227,00
1234,78
1242,56
1250,35
1258,13
1265,92
1273,70
1281,49
1289,27
1297,05
(1)
3015,00
3030,00
3045,00
3060,00
3075,00
3090,00
3105,00
3120,00
3135,00
3150,00
3165,00
3180,00
3195,00
3210,00
3225,00
3240,00
3255,00
3270,00
3285,00
3300,00
1332,90
1325,28
1317,66
1310,03
1302,41
1294,79
1287,16
1279,54
1271,91
1264,29
1256,67
1249,04
1241,42
1233,80
1226,17
1218,55
1210,92
1203,30
1195,68
1188,05
(3)
1318,56
1308,80
1299,04
1289,28
1279,53
1269,77
1260,01
1250,25
1240,49
1230,74
1220,98
1211,22
1201,46
1191,70
1181,95
1172,19
1162,43
1152,67
1142,92
1133,16
(4)
3600,00
3585,00
3570,00
3555,00
3540,00
3525,00
3510,00
3495,00
3480,00
3465,00
3450,00
3435,00
3420,00
3405,00
3390,00
3375,00
3360,00
3345,00
3330,00
3315,00
(1)
1452,74
1444,96
1437,17
1429,39
1421,60
1413,82
1406,03
1398,25
1390,47
1382,68
1374,90
1367,11
1359,33
1351,54
1343,76
1335,98
1328,19
1320,41
1312,62
1304,84
(2)
1485,38
1477,76
1470,13
1462,51
1454,88
1447,26
1439,64
1432,01
1424,39
1416,77
1409,14
1401,52
1393,89
1386,27
1378,65
1371,02
1363,40
1355,78
1348,15
1340,53
(3)
1484,93
1476,90
1468,88
1460,85
1452,83
1444,80
1436,78
1428,75
1420,73
1412,70
1404,68
1396,65
1388,63
1380,60
1372,58
1364,55
1356,53
1347,83
1338,07
1328,31
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47987
(2)
1460,52
1468,31
1476,09
1483,88
1491,66
1499,44
1507,23
1515,01
1522,80
1530,58
1538,37
1546,15
1553,93
1561,72
1569,50
1577,29
1585,07
1592,86
1600,64
1608,42
(1)
3615,00
3630,00
3645,00
3660,00
3675,00
3690,00
3705,00
3720,00
3735,00
3750,00
3765,00
3780,00
3795,00
3810,00
3825,00
3840,00
3855,00
3870,00
3885,00
3900,00
1637,85
1630,23
1622,61
1614,98
1607,36
1599,74
1592,11
1584,49
1576,86
1569,24
1561,62
1553,99
1546,37
1538,75
1531,12
1523,50
1515,87
1508,25
1500,63
1493,00
(3)
1645,43
1637,40
1629,38
1621,35
1613,33
1605,30
1597,28
1589,25
1581,23
1573,20
1565,18
1557,15
1549,13
1541,10
1533,08
1525,05
1517,03
1509,00
1500,98
1492,95
(4)
4200,00
4185,00
4170,00
4155,00
4140,00
4125,00
4110,00
4095,00
4080,00
4065,00
4050,00
4035,00
4020,00
4005,00
3990,00
3975,00
3960,00
3945,00
3930,00
3915,00
(1)
1764,11
1756,33
1748,54
1740,76
1732,97
1725,19
1717,40
1709,62
1701,84
1694,05
1686,27
1678,48
1670,70
1662,91
1655,13
1647,35
1639,56
1631,78
1623,99
1616,21
(2)
1790,33
1782,71
1775,08
1767,46
1759,83
1752,21
1744,59
1736,96
1729,34
1721,72
1714,09
1706,47
1698,84
1691,22
1683,60
1675,97
1668,35
1660,73
1653,10
1645,48
(3)
1805,93
1797,90
1789,88
1781,85
1773,83
1765,80
1757,78
1749,75
1741,73
1733,70
1725,68
1717,65
1709,63
1701,60
1693,58
1685,55
1677,53
1669,50
1661,48
1653,45
(4)
47988
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
1771,89
1779,68
1787,46
1795,25
1803,03
1810,81
1818,60
1826,38
1834,17
1841,95
1849,74
1857,52
1865,30
1873,09
1880,87
1888,66
1896,44
1904,23
1912,01
1919,79
(1)
4215,00
4230,00
4245,00
4260,00
4275,00
4290,00
4305,00
4320,00
4335,00
4350,00
4365,00
4380,00
4395,00
4410,00
4425,00
4440,00
4455,00
4470,00
4485,00
4500,00
1942,80
1935,18
1927,56
1919,93
1912,31
1904,69
1897,06
1889,44
1881,81
1874,19
1866,57
1858,94
1851,32
1843,70
1836,07
1828,45
1820,82
1813,20
1805,58
1797,95
(3)
1966,43
1958,40
1950,38
1942,35
1934,33
1926,30
1918,28
1910,25
1902,23
1894,20
1886,18
1878,15
1870,13
1862,10
1854,08
1846,05
1838,03
1830,00
1821,98
1813,95
(4)
4800,00
4785,00
4770,00
4755,00
4740,00
4725,00
4710,00
4695,00
4680,00
4665,00
4650,00
4635,00
4620,00
4605,00
4590,00
4575,00
4560,00
4545,00
4530,00
4515,00
(1)
2075,48
2067,70
2059,91
2052,13
2044,34
2036,56
2028,77
2020,99
2013,21
2005,42
1997,64
1989,85
1982,07
1974,28
1966,50
1958,72
1950,93
1943,15
1935,36
1927,58
(2)
2095,28
2087,66
2080,03
2072,41
2064,78
2057,16
2049,54
2041,91
2034,29
2026,67
2019,04
2011,42
2003,79
1996,17
1988,55
1980,92
1973,30
1965,68
1958,05
1950,43
(3)
2126,93
2118,90
2110,88
2102,85
2094,83
2086,80
2078,78
2070,75
2062,73
2054,70
2046,68
2038,65
2030,63
2022,60
2014,58
2006,55
1998,53
1990,50
1982,48
1974,45
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47989
(2)
2083,26
2091,05
2098,83
2106,62
2114,40
2122,18
2129,97
2137,75
2145,66
2153,68
2161,71
2169,73
2177,76
2185,78
2193,81
2201,83
2209,86
2217,88
2225,91
2233,93
(1)
4815,00
4830,00
4845,00
4860,00
4875,00
4890,00
4905,00
4920,00
4935,00
4950,00
4965,00
4980,00
4995,00
5010,00
5025,00
5040,00
5055,00
5070,00
5085,00
5100,00
2247,75
2240,13
2232,51
2224,88
2217,26
2209,64
2202,01
2194,39
2186,76
2179,14
2171,52
2163,89
2156,27
2148,65
2141,02
2133,40
2125,77
2118,15
2110,53
2102,90
(3)
2287,43
2279,40
2271,38
2263,35
2255,33
2247,30
2239,28
2231,25
2223,23
2215,20
2207,18
2199,15
2191,13
2183,10
2175,08
2167,05
2159,03
2151,00
2142,98
2134,95
(4)
5400,00
5385,00
5370,00
5355,00
5340,00
5325,00
5310,00
5295,00
5280,00
5265,00
5250,00
5235,00
5220,00
5205,00
5190,00
5175,00
5160,00
5145,00
5130,00
5115,00
(1)
2394,43
2386,41
2378,38
2370,36
2362,33
2354,31
2346,28
2338,26
2330,23
2322,21
2314,18
2306,16
2298,13
2290,11
2282,08
2274,06
2266,03
2258,01
2249,98
2241,96
(2)
2400,23
2392,61
2384,98
2377,36
2369,73
2362,11
2354,49
2346,86
2339,24
2331,62
2323,99
2316,37
2308,74
2301,12
2293,50
2285,87
2278,25
2270,63
2263,00
2255,38
(3)
2447,93
2439,90
2431,88
2423,85
2415,83
2407,80
2399,78
2391,75
2383,73
2375,70
2367,68
2359,65
2351,63
2343,60
2335,58
2327,55
2319,53
2311,50
2303,48
2295,45
(4)
47990
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
2402,46
2410,48
2418,51
2426,53
2434,56
2442,58
2450,61
2458,63
2466,66
2474,68
2482,71
2490,73
2498,76
2506,78
2514,81
2522,83
2530,86
2538,88
2546,91
2554,93
(1)
5415,00
5430,00
5445,00
5460,00
5475,00
5490,00
5505,00
5520,00
5535,00
5550,00
5565,00
5580,00
5595,00
5610,00
5625,00
5640,00
5655,00
5670,00
5685,00
5700,00
2554,93
2546,91
2538,88
2530,86
2522,83
2514,81
2506,96
2499,34
2491,71
2484,09
2476,47
2468,84
2461,22
2453,60
2445,97
2438,35
2430,72
2423,10
2415,48
2407,85
(3)
2608,43
2600,40
2592,38
2584,35
2576,33
2568,30
2560,28
2552,25
2544,23
2536,20
2528,18
2520,15
2512,13
2504,10
2496,08
2488,05
2480,03
2472,00
2463,98
2455,95
(4)
6000,00
5985,00
5970,00
5955,00
5940,00
5925,00
5910,00
5895,00
5880,00
5865,00
5850,00
5835,00
5820,00
5805,00
5790,00
5775,00
5760,00
5745,00
5730,00
5715,00
(1)
2715,43
2707,41
2699,38
2691,36
2683,33
2675,31
2667,28
2659,26
2651,23
2643,21
2635,18
2627,16
2619,13
2611,11
2603,08
2595,06
2587,03
2579,01
2570,98
2562,96
(2)
2715,43
2707,41
2699,38
2691,36
2683,33
2675,31
2667,28
2659,26
2651,23
2643,21
2635,18
2627,16
2619,13
2611,11
2603,08
2595,06
2587,03
2579,01
2570,98
2562,96
(3)
2768,93
2760,90
2752,88
2744,85
2736,83
2728,80
2720,78
2712,75
2704,73
2696,70
2688,68
2680,65
2672,63
2664,60
2656,58
2648,55
2640,53
2632,50
2624,48
2616,45
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47991
(2)
2723,46
2731,48
2739,51
2747,53
2755,56
2763,58
2771,61
2779,63
2787,66
2795,68
2803,71
2811,73
2819,76
2827,78
2835,81
2843,83
2851,86
2859,88
2867,91
2875,93
(1)
6015,00
6030,00
6045,00
6060,00
6075,00
6090,00
6105,00
6120,00
6135,00
6150,00
6165,00
6180,00
6195,00
6210,00
6225,00
6240,00
6255,00
6270,00
6285,00
6300,00
2875,93
2867,91
2859,88
2851,86
2843,83
2835,81
2827,78
2819,76
2811,73
2803,71
2795,68
2787,66
2779,63
2771,61
2763,58
2755,56
2747,53
2739,51
2731,48
2723,46
(3)
2929,43
2921,40
2913,38
2905,35
2897,33
2889,30
2881,28
2873,25
2865,23
2857,20
2849,18
2841,15
2833,13
2825,10
2817,08
2809,05
2801,03
2793,00
2784,98
2776,95
(4)
6600,00
6585,00
6570,00
6555,00
6540,00
6525,00
6510,00
6495,00
6480,00
6465,00
6450,00
6435,00
6420,00
6405,00
6390,00
6375,00
6360,00
6345,00
6330,00
6315,00
(1)
3036,43
3028,41
3020,38
3012,36
3004,33
2996,31
2988,28
2980,26
2972,23
2964,21
2956,18
2948,16
2940,13
2932,11
2924,08
2916,06
2908,03
2900,01
2891,98
2883,96
(2)
3036,43
3028,41
3020,38
3012,36
3004,33
2996,31
2988,28
2980,26
2972,23
2964,21
2956,18
2948,16
2940,13
2932,11
2924,08
2916,06
2908,03
2900,01
2891,98
2883,96
(3)
3089,93
3081,90
3073,88
3065,85
3057,83
3049,80
3041,78
3033,75
3025,73
3017,70
3009,68
3001,65
2993,63
2985,60
2977,58
2969,55
2961,53
2953,50
2945,48
2937,45
(4)
47992
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
3044,46
3052,48
3060,51
3068,53
3076,56
3084,58
3092,61
3100,63
3108,66
3116,68
3124,71
3132,73
3140,76
3148,78
3156,81
3164,83
3172,86
3180,88
3188,91
3196,93
(1)
6615,00
6630,00
6645,00
6660,00
6675,00
6690,00
6705,00
6720,00
6735,00
6750,00
6765,00
6780,00
6795,00
6810,00
6825,00
6840,00
6855,00
6870,00
6885,00
6900,00
3196,93
3188,91
3180,88
3172,86
3164,83
3156,81
3148,78
3140,76
3132,73
3124,71
3116,68
3108,66
3100,63
3092,61
3084,58
3076,56
3068,53
3060,51
3052,48
3044,46
(3)
3250,43
3242,40
3234,38
3226,35
3218,33
3210,30
3202,28
3194,25
3186,23
3178,20
3170,18
3162,15
3154,13
3146,10
3138,08
3130,05
3122,03
3114,00
3105,98
3097,95
(4)
7200,00
7185,00
7170,00
7155,00
7140,00
7125,00
7110,00
7095,00
7080,00
7065,00
7050,00
7035,00
7020,00
7005,00
6990,00
6975,00
6960,00
6945,00
6930,00
6915,00
(1)
3357,43
3349,41
3341,38
3333,36
3325,33
3317,31
3309,28
3301,26
3293,23
3285,21
3277,18
3269,16
3261,13
3253,11
3245,08
3237,06
3229,03
3221,01
3212,98
3204,96
(2)
3357,43
3349,41
3341,38
3333,36
3325,33
3317,31
3309,28
3301,26
3293,23
3285,21
3277,18
3269,16
3261,13
3253,11
3245,08
3237,06
3229,03
3221,01
3212,98
3204,96
(3)
3410,93
3402,90
3394,88
3386,85
3378,83
3370,80
3362,78
3354,75
3346,73
3338,70
3330,68
3322,65
3314,63
3306,60
3298,58
3290,55
3282,53
3274,50
3266,48
3258,45
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
47993
3365,46
3373,48
3381,51
3389,53
3397,56
3405,58
3413,61
3421,63
3429,66
3437,68
3445,71
3453,73
3461,76
3469,78
3477,81
3485,83
3493,86
3501,88
3509,91
3517,93
7215,00
7230,00
7245,00
7260,00
7275,00
7290,00
7305,00
7320,00
7335,00
7350,00
7365,00
7380,00
7395,00
7410,00
7425,00
7440,00
7455,00
7470,00
7485,00
7500,00
3517,93
3509,91
3501,88
3493,86
3485,83
3477,81
3469,78
3461,76
3453,73
3445,71
3437,68
3429,66
3421,63
3413,61
3405,58
3397,56
3389,53
3381,51
3373,48
3365,46
(3)
ALBERT
Van Koningswege :
3571,43
3563,40
3555,38
3547,35
3539,33
3531,30
3523,28
3515,25
3507,23
3499,20
3491,18
3483,15
3475,13
3467,10
3459,08
3451,05
3443,03
3435,00
3426,98
3418,95
(4)
(1)
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
D. REYNDERS
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 9 september 2008.
(2)
(1)
(2)
(3)
(4)
47994
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Annexe à l’arrêté royal du 9 septembre 2008 (date de l’arrêté)
ANNEXE III A L’ARRETE ROYAL D’EXECUTION DU CODE DES IMPOTS SUR LES REVENUS 1992
Barèmes et règles applicables pour le calcul du précompte professionnel dû à la source sur les revenus payés
ou attribués à partir du 1er octobre 2008
(Arrêté royal d’exécution du Code des impôts sur les revenus 1992, article 88)
REGLES D’APPLICATION
CHAPITRE Ier. — Notions préliminaires
Section 1ère. — Base de perception
1. Déductions
A. Le précompte professionnel dû sur les revenus professionnels (chapitres II à V) est établi sur la base des revenus
bruts effectivement payés ou attribués, diminués des retenues obligatoires effectuées en exécution de la législation
sociale ou d’un statut légal ou réglementaire y assimilé.
B. En outre, les rémunérations brutes des travailleurs et les revenus y assimilés (chapitres II et V) sont diminués
des frais professionnels exceptionnels visés à l’article 89 du présent arrêté.
C. Le précompte professionnel dû sur les rémunérations mensuelles des dirigeants d’entreprise (nos 44 à 47, 63 à 65)
qui sont soumises au statut social des travailleurs indépendants est établi sur la base des revenus bruts effectivement
payés ou attribués, diminués de la réduction reprise dans le tableau ci-après :
Montant brut des rénunérations mensuelles
jusqu’à 860,00 EUR
Réduction
310,00 EUR
de 860,01 EUR à 4.200,00 EUR
310,00 EUR + 20,50 p.c. de la tranche au delà de 860,00 EUR
de 4.200,01 EUR à 6.160,00 EUR
994,70 EUR + 14,50 p.c. de la tranche au delà de 4.200,00 EUR
supérieur à 6.160,00 EUR
1.278,90 EUR
2. Personnes mariées et conjoints – cohabitants légaux
Les cohabitants légaux sont assimilés aux personnes mariées et un cohabitant légal est assimilé à un conjoint.
3. Avantages de toute nature
A. La valeur des avantages de toute nature est soumise au précompte professionnel en tenant compte de la
distinction suivante :
1° les avantages sont octroyés ou censés l’être au bénéficiaire par l’employeur ou à son intervention : la valeur des
avantages est :
— ajoutée au montant des rémunérations lorsque ces avantages sont octroyés ou censés l’être en même temps que
le paiement ou l’attribution des rémunérations;
— traitée comme des allocations exceptionnelles visées au n° 18, A, dans l’autre cas;
2° les avantages sont octroyés ou censés l’être au bénéficiaire, sans intervention de l’employeur, par une tierce
personne : la valeur des avantages est soumise au précompte professionnel conformément aux règles et aux taux prévus
au n° 24.
B. Pour la détermination du précompte professionnel, les avantages résultant de prêts obtenus à des conditions
préférentielles sont calculés, pour l’année au cours de laquelle le prêt est accordé et aussi longtemps que le Roi n’a pas
fixé le taux d’intérêt de référence à prendre en considération pour cette année, sur la base de la différence entre le taux
d’intérêt de référence applicable pour la dernière année antérieure et le taux d’intérêt effectivement accordé.
4. Pourboires
En ce qui concerne les travailleurs dont la rémunération est totalement ou partiellement constituée par des
pourboires, il faut entendre par revenus bruts pour l’application du n° 1 :
a) lorsque les pourboires sont calculés en fonction des recettes, que ces pourboires soient ou non compris dans le
prix payé par la clientèle : le montant de la rémunération fixe majoré de la quote-part du travailleur dans les pourboires
(le total de ces derniers devant être au moins égal au produit obtenu en multipliant les recettes ayant donné lieu à la
perception de pourboires par le pourcentage habituellement pratiqué dans l’entreprise) ou, si celui-ci est plus élevé, le
montant des rémunérations forfaitaires qui ont servi de base au calcul des cotisations dues par ces travailleurs et par
leur employeur en exécution de la législation concernant la sécurité sociale;
b) dans les autres cas : le montant des rémunérations forfaitaires qui ont servi de base au calcul des cotisations dues
par ces travailleurs et par leur employeur en exécution de la législation concernant la sécurité sociale.
5. Cumul de certaines pensions ou rentes (nos 31 à 35 et 38)
A. En cas de cumul de pensions ou rentes octroyées en exécution d’un statut légal ou réglementaire à charge d’un
même débiteur de précompte professionnel, le précompte professionnel dû est établi par bénéficiaire sur le montant
total des pensions ou rentes conformément aux nos 31 à 35.
B. En cas de cumul de pensions ou rentes visées au point A, payées :
— soit par l’Office national des pensions (ci-après dénommé l’Office) et par le Service des Pensions du Secteur
Public (ci-après dénommée le Service);
— soit par l’Office et/ou le Service et par une autre institution visée à l’article 68, § 1er, l, de la loi du 30 mars 1994
portant des dispositions sociales,
le pourcentage du précompte professionnel à retenir par bénéficiaire sur chaque pension ou rente est déterminé et
communiqué par l’Office ou par le Service, par analogie avec les dispositions des articles 68 à 68quinquies de la loi
précitée.
En cas de cumul d’une ou de plusieurs pensions ou rentes octroyées en exécution d’un statut légal ou
réglementaire, dont une au moins est payée par l’Office ou par le Service, avec une ou plusieurs pensions ou rentes qui
ne sont pas octroyées en vertu d’un tel statut, l’alinéa précédent est également applicable pour déterminer le
pourcentage du précompte professionnel à retenir par bénéficiaire sur chaque pension ou rente octroyée en vertu d’un
statut légal ou réglementaire.
47995
47996
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Le pourcentage est calculé sur la base du montant du précompte professionnel obtenu en appliquant les nos 31 à 35
à la différence entre :
— d’une part, le montant total brut des pensions légales et avantages complémentaires visé à l’article 68, § 1er, a
et c, de la loi du 30 mars 1994 précitée, à l’exception des avantages versés sous forme de capital, montant tel
que communiqué pour l’application des articles 68 à 68quinquies de la même loi;
— d’autre part, les retenues sociales obligatoires visées au n° 1, A, ou un forfait de 5 p.c.
Ce pourcentage est arrondi au dixième supérieur ou inférieur d’un point selon que le chiffre des centièmes d’un
point atteint ou non 5.
En cas de modification du pourcentage, le débiteur du précompte professionnel doit tenir compte de la nouvelle
situation à partir du moment où le changement lui est signalé.
5bis. Les pensions, rentes et allocations en tenant lieu qui sont payées ou attribuées globalement aux deux conjoints
(pensions de ménage).
Pour le calcul du précompte professionnel, les pensions, rentes et allocations en tenant lieu qui sont payées ou
attribuées globalement aux deux conjoints, sont considérées comme des revenus du conjoint dans l’activité
professionnelle duquel elles trouvent leur origine pour la totalité ou la majeure partie.
Section 2. — Réductions pour charges de famille
6. Situation de famille
Pour l’application du précompte professionnel, on entend :
1° par conjoints : les personnes mariées qui ne se trouvent pas dans une des situations visées sub 2°, b;
2° par isolés :
a) les personnes non mariées;
b) les personnes mariées :
— pour l’année du mariage ou de la déclaration de cohabitation légale;
— pour l’année au cours de laquelle les cohabitants légaux contractent mariage, ils restent considérés comme
conjoints, sauf si la déclaration de cohabitation légale a été faite la même année;
— à partir de l’année qui suit celle au cours de laquelle une séparation de fait est intervenue, pour autant que cette
séparation soit effective durant toute la période imposable;
— pour l’année de la dissolution du mariage ou de la séparation de corps, ou de la cessation de la cohabitation
légale;
— qui sont des habitants du Royaume, lorsque le conjoint recueille des revenus professionnels qui sont exonérés
conventionnellement et qui n’interviennent pas pour le calcul de l’impôt afférent aux autres revenus du
ménage, pour un montant supérieur à 9.040,00 EUR par an;
— qui sont des non-résidents, lorsqu’un seul des conjoints recueille en Belgique des revenus soumis à l’impôt et
que l’autre conjoint a des revenus professionnels de source belge qui sont exonérés conventionnellement ou des
revenus professionnels de source étrangère, d’un montant supérieur à 9.040,00 EUR par an.
Pour déterminer le montant de la réduction du précompte professionnel pour charges de famille, la situation de
famille à envisager dans le chef du bénéficiaire des revenus est celle qui existe au 1er janvier de l’année du paiement
ou de l’attribution des revenus.
Le débiteur du précompte professionnel :
— peut toutefois, en cas de modification de la situation de famille dans le courant de l’année, tenir compte de la
nouvelle situation à partir du moment où le changement lui est signalé;
— doit cependant tenir compte de la situation de famille qui lui serait communiquée par l’Administration de la
fiscalité des entreprises et des revenus et ce, à partir du premier paiement ou de la première attribution de
revenus au cours du deuxième mois qui suit la communication.
7. Charges de famille
A. Quand les deux conjoints bénéficient de revenus professionnels, les réductions pour charges de famille, à
l’exception de celle pour le conjoint handicapé, sont accordées à l’époux choisi par eux.
Ce choix doit être exprimé au moyen d’une attestation conforme au modèle arrêté par l’administration compétente
du Service Public Fédéral Finances.
La réduction pour le conjoint handicapé est accordée à la personne elle-même concernée.
B. Lorsqu’un enfant à charge ou une personne à charge visée à l’article 136, 2° à 4°, du Code des impôts sur les
revenus 1992 décède, la réduction pour cet enfant ou cette personne est consentie jusqu’à la fin de l’année du décès.
C. En ce qui concerne la réduction visée au n° 11, A, b, 5 et 6, et en ce qui concerne la dérogation visée aux nos 11,
B, 13, B, 31, B, 33, B, 44, B et 46, B, les limites respectives de 190,00 EUR, 379,00 EUR et 114,00 EUR NETS par mois
doivent être déterminées comme suit :
— diminuer les revenus professionnels bruts des retenues ou des cotisations obligatoires effectuées en exécution
de la législation sociale ou d’un statut légal ou réglementaire y assimilé;
— diminuer ensuite la différence de 20 p.c.
8. Handicapés
A. Enfant handicapé
Par ″enfant handicapé″, il faut entendre :
— l’enfant atteint à 66 p.c. au moins d’une insuffisance ou diminution de capacité physique ou psychique du chef
d’une ou de plusieurs affections;
— l’enfant dont il est établi, indépendamment de son âge, qu’en raison de faits survenus et constatés avant l’âge
de 65 ans :
a) soit son état physique ou psychique a réduit sa capacité de gain à un tiers ou moins de ce qu’une personne valide
est en mesure de gagner en exerçant une profession sur le marché général du travail;
b) soit son état de santé provoque un manque total d’autonomie ou une réduction d’autonomie d’au moins 9
points, mesurés conformément aux guide et échelle médico-sociale applicables dans le cadre de la législation relative
aux allocations aux handicapés;
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
c) soit, après la période d’incapacité primaire prévue à l’article 87 de la loi coordonnée relative à l’assurance
obligatoire soins de santé et indemnités, sa capacité de gain est réduite à un tiers ou moins comme prévu à l’article 100
de la même loi coordonnée;
d) soit, par une décision administrative ou judiciaire, qu’il est handicapé physiquement ou psychiquement ou en
incapacité de travail de façon permanente pour au moins 66 p.c.
B. Autre personne handicapée
Par ″autre personne handicapée″, il faut entendre :
— celle dont il a été établi, avant le 1er janvier 1989, qu’elle est atteinte de 66 p.c. au moins d’une insuffisance ou
diminution de capacité physique ou psychique du chef d’une ou de plusieurs affections;
— celle dont il est établi, indépendamment de son âge, qu’en raison de faits survenus et constatés avant l’âge de
65 ans :
a) soit son état physique ou psychique a réduit sa capacité de gain à un tiers ou moins de ce qu’une personne valide
est en mesure de gagner en exerçant une profession sur le marché général du travail;
b) soit son état de santé provoque un manque total d’autonomie ou une réduction d’autonomie d’au moins 9
points, mesurés conformément aux guide et échelle médico-sociale applicables dans le cadre de la législation relative
aux allocations aux handicapés;
c) soit, après la période d’incapacité primaire prévue à l’article 87 de la loi coordonnée relative à l’assurance
obligatoire soins de santé et indemnités, sa capacité de gain est réduite à un tiers ou moins comme prévu à l’article 100
de la même loi coordonnée;
d) soit, par une décision administrative ou judiciaire, qu’elle est handicapée physiquement ou psychiquement ou
en incapacité de travail de façon permanente pour au moins 66 p.c.
Section 3. — Arrondissement
9. Le montant du précompte professionnel dû est toujours arrondi au cent inférieur.
CHAPITRE II. — Rémunérations des travailleurs et revenus y assimilés
10. Ce chapitre s’applique aux :
A. Habitants du royaume
B. Non-résidents qui ont maintenu un foyer d’habitation en Belgique durant toute la période imposable
C. Non-résidents qui n’ont pas maintenu un foyer d’habitation en Belgique durant toute la période imposable mais
qui ont bénéficié de rémunérations :
— pour des prestations de travail effectuées en Belgique;
— en exécution d’un ou de plusieurs contrats de travail couvrant l’année civile complète;
— et pour autant que les prestations de travail atteignent au moins 75 p.c. du temps légal de travail par contrat.
Section 1ère. — Rémunérations mensuelles brutes ne dépassant pas 7.500,00 EUR
11. Le bénéficiaire des revenus est un isolé OU le conjoint du bénéficiaire des revenus a également des revenus
professionnels (barème I)
A. Lorsque les rémunérations mensuelles brutes ne dépassent pas 7.500,00 EUR, le précompte professionnel est
déterminé suivant le barème I.
Les réductions suivantes sont ensuite déduites du précompte professionnel déterminé suivant ce barème :
a) Réduction pour enfants à charge
Nombre d’enfants à charge (1)
Réduction
1
30,00 EUR
2
82,00 EUR
3
218,00 EUR
4
399,00 EUR
5
589,00 EUR
6
780,00 EUR
7
970,00 EUR
8
1.174,00 EUR
plus de 8
1.174,00 EUR majorés de 211,00 EUR par enfant à charge
au delà du huitième.
(1) l’enfant handicapé à charge est compté pour deux
47997
47998
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
b) Réductions pour autres charges de famille
Motif de la réduction
Réduction (1)
1. Le bénéficiaire des revenus est un isolé (sauf lorsque ses revenus se composent de
PENSIONS ou de PREPENSIONS) :
21,00 EUR
2. Le bénéficiaire des revenus est un veuf (une veuve) non remarié(e) ou un père (une
mère) célibataire, avec un ou plusieurs enfants à charge :
30,00 EUR
3. Le bénéficiaire des revenus est lui-même handicapé :
30,00 EUR
4. Le bénéficiaire des revenus a à charge des personnes visées à l’article 136, 2° à 3°,
du Code des impôts sur les revenus 1992, qui ont atteint l’âge de 65 ans, par personne
(2) :
61,00 EUR
5. Le bénéficiaire des revenus a à charge des personnes visées à l’article 136, 2° à 4°,
du Code des impôts sur les revenus 1992, qui ne sont pas reprises au point 4
susmentionné, par personne (2) :
30,00 EUR
6. Le conjoint du bénéficiaire des revenus a des revenus professionnels propres,
autres que des pensions, rentes ou revenus y assimilés, qui ne dépassent pas 190,00
EUR NETS par mois (3) :
95,00 EUR
7. Le conjoint du bénéficiaire des revenus a des revenus professionnels propres qui
sont exclusivement constitués de pensions, rentes ou revenus y assimilés et qui ne
dépassent pas 379,00 EUR NETS par mois (3) :
189,50 EUR
(1) toutes les réductions peuvent être cumulées
(2) la personne handicapée à charge est comptée pour deux
(3) les revenus professionnels nets sont déterminés suivant les règles reprises au n° 7, C
c) Réduction pour assurance de groupe et pour assurance extra-légale contre la vieillesse et le décès prématuré
Après application des réductions visées sub a et b, le précompte professionnel est encore diminué à concurrence
de 30 p.c. :
— des retenues obligatoires effectuées en exécution d’un contrat d’assurance de groupe;
— des retenues obligatoires effectuées en exécution d’un règlement de prévoyance extra-légal d’assurance contre
la vieillesse et le décès prématuré;
— des retenues qui ont trait à la continuation à titre individuel d’un engagement de pension visée à l’article 1453,
alinéa 3, du CIR 92.
d) Réduction pour rémunérations suite à la prestation de travail supplémentaire donnant droit à un sursalaire
Cette réduction s’applique aux travailleurs :
— qui sont soumis à la loi sur le travail du 16 mars 1971 et qui sont occupés par un employeur soumis à la loi du
5 décembre 1968 relative aux conventions collectives de travail et aux commissions paritaires;
— et qui ont presté, un travail supplémentaire qui donne droit à un sursalaire en vertu de l’article 29 de la loi sur
le travail du 16 mars 1971 ou de l’article 7 de l’arrêté n° 213 du 26 septembre 1983 relatif à la durée du travail
dans les entreprises ressortissant à la commission paritaire de la construction.
Cette réduction s’applique seulement sur la base de calcul du sursalaire relatif aux 65 premières heures de travail
supplémentaire que le travailleur a prestées.
La réduction s’applique après les réductions visées sub a, b et c, et est égale à :
— pour une heure prestée à laquelle s’applique un sursalaire légal de 50 ou 100 p.c. : 57,75 p.c.;
— pour une heure prestée à laquelle s’applique un sursalaire légal de 20 p.c. : 66,81 p.c.,
du ″montant brut social″ des rémunérations (donc avant déduction des retenues obligatoires effectuées en
exécution de la législation sociale ou d’un statut légal ou réglementaire y assimilé), qui a servi de base de calcul pour
établir le sursalaire.
e) Réduction du précompte professionnel sur les rémunérations des travailleurs à bas ou moyens revenus qui ont
droit à la quotité du revenu exemptée d’impôt majorée
Cette réduction est applicable lorsque la rémunération imposable dans le chef du travailleur concerné ne dépasse
pas 1.986,07 EUR.
La réduction est appliquée après les réductions mentionnées sub a à d et s’élève à 5,57 EUR;
B. Par dérogation au point A, le précompte professionnel est déterminé conformément aux règles prévues au n° 12
lorsque le conjoint du bénéficiaire des revenus recueille des revenus professionnels propres qui sont exclusivement
constitués de pensions, rentes ou revenus y assimilés dont le montant ne dépasse pas 114,00 EUR NETS par mois.
Les revenus professionnels nets sont déterminés suivant les règles reprises au n° 7, C.
12. Le conjoint du bénéficiaire des revenus n’a pas de revenus professionnels (barème II)
Lorsque les rémunérations mensuelles brutes ne dépassent pas 7.500,00 EUR, le précompte professionnel est
déterminé suivant le barème II.
47999
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Les réductions suivantes sont ensuite déduites du précompte professionnel déterminé suivant ce barème :
a) Réduction pour enfants à charge
Nombre d’enfants à charge (1)
Réduction
1
30,00 EUR
2
82,00 EUR
3
218,00 EUR
4
399,00 EUR
5
589,00 EUR
6
780,00 EUR
7
970,00 EUR
8
1.174,00 EUR
plus de 8
1.174,00 EUR majorés de 211,00 EUR par enfant à charge
au delà du huitième.
(1) l’enfant handicapé à charge est compté pour deux
b) Réductions pour autres charges de famille
Motif de la réduction
Réduction (1)
1. Le bénéficiaire des revenus est lui-même handicapé :
30,00 EUR
2. Le conjoint du bénéficiaire des revenus est handicapé :
30,00 EUR
3. Le bénéficiaire des revenus a à charge des personnes visées à l’article 136, 2° à 3°,
du Code des impôts sur les revenus 1992, qui ont atteint l’âge de 65 ans, par
personne (2) :
61,00 EUR
4. Le bénéficiaire des revenus a à charge des personnes visées à l’article 136, 2° à 4°,
du Code des impôts sur les revenus 1992, qui ne sont pas reprises au point 3
susmentionné, par personne (2) :
30,00 EUR
(1) Toutes les réductions peuvent être cumulées
(2) La personne handicapée à charge est comptée pour deux
c) Réduction pour assurance de groupe et pour assurance extra-légale contre la vieillesse et le décès prématuré
Après application des réductions visées sub a et b, le précompte professionnel est encore diminué à concurrence
de 30 p.c. :
— des retenues obligatoires effectuées en exécution d’un contrat d’assurance de groupe;
— des retenues obligatoires effectuées en exécution d’un règlement de prévoyance extra-légal d’assurance contre
la vieillesse et le décès prématuré;
— des retenues qui ont trait à la continuation à titre individuel d’un engagement de pension visée à l’article 1453,
alinéa 3, du CIR 92.
d) Réduction pour rémunérations suite à la prestation de travail supplémentaire donnant droit à un sursalaire
Cette réduction s’applique aux travailleurs :
— qui sont soumis à la loi sur le travail du 16 mars 1971 et qui sont occupés par un employeur soumis à la loi du
5 décembre 1968 relative aux conventions collectives de travail et aux commissions paritaires.
— et qui ont presté, un travail supplémentaire qui donne droit à un sursalaire en vertu de l’article 29 de la loi sur
le travail du 16 mars 1971 ou de l’article 7 de l’arrêté n° 213 du 26 septembre 1983 relatif à la durée du travail
dans les entreprises ressortissant à la commission paritaire de la construction.
Cette réduction s’applique seulement sur la base de calcul du sursalaire relatif aux 65 premières heures de travail
supplémentaire que le travailleur a prestées.
La réduction s’applique après les réductions visées sub a, b et c, et est égale à :
— pour une heure prestée à laquelle s’applique un sursalaire légal de 50 ou 100 p.c. : 57,75 p.c.;
— pour une heure prestée à laquelle s’applique un sursalaire légal de 20 p.c. : 66,81 p.c.,
du ″montant brut social″ des rémunérations (donc avant déduction des retenues obligatoires effectuées en
exécution de la législation sociale ou d’un statut légal ou réglementaire y assimilé), qui a servi de base de calcul pour
établir le sursalaire.
e) Réduction du précompte professionnel sur les rémunérations des travailleurs à bas ou moyens revenus qui ont
droit à la quotité du revenu exemptée d’impôt majorée
Cette réduction est applicable lorsque la rémunération imposable dans le chef du travailleur concerné ne dépasse
pas 1.986,07 EUR;
La réduction est appliquée après les réductions mentionnées sub a à d et s’élève à 5,57 EUR.
48000
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Section 2. — Rémunérations mensuelles brutes supérieures à 7.500,00 EUR
13. Le bénéficiaire des revenus est un isolé OU le conjoint du bénéficiaire des revenus a également des revenus
professionnels
A. Lorsque les rémunérations mensuelles brutes dépassent 7.500,00 EUR, le précompte professionnel est déterminé
comme suit :
a) la rémunération mensuelle brute est arrondie au multiple inférieur de 15 EUR;
b) le précompte professionnel sur ce montant arrondi est égal à 3.399,12 EUR majorés de 53,50 p.c. de la partie de
la rémunération mensuelle brute supérieure à 7.500,00 EUR;
c) les réductions sont ensuite déduites du précompte professionnel calculé conformément au point b; ces
réductions sont reprises au n° 11, A, a à d.
B. Par dérogation au point A, le précompte professionnel est déterminé conformément aux règles prévues au n° 14
lorsque le conjoint du bénéficiaire des revenus recueille des revenus professionnels propres qui sont exclusivement
constitués de pensions, rentes ou revenus y assimilés dont le montant ne dépasse pas 114,00 EUR NETS par mois.
Les revenus professionnels nets sont déterminés suivant les règles reprises au n° 7, C.
14. Le conjoint du bénéficiaire des revenus n’a pas de revenus professionnels
Lorsque les rémunérations mensuelles brutes dépassent 7.500,00 EUR, le précompte professionnel est déterminé
comme suit :
a) la rémunération mensuelle brute est arrondie au multiple inférieur de 15 EUR;
b) le précompte professionnel sur ce montant arrondi est égal à 3.084,76 EUR majorés de 53,50 p.c. de la partie de
la rémunération mensuelle brute supérieure à 7.500,00 EUR;
c) les réductions sont ensuite déduites du précompte professionnel calculé conformément au point b; ces
réductions sont reprises au n° 12, a à d.
Section 3. — Règles particulières
15. Paiements par quinzaine
Pour les rémunérations payées par quinzaine, le précompte professionnel est fixé à la moitié du précompte qui est
dû, suivant les règles applicables aux rémunérations payées par mois et prévues aux nos 11 à 14, sur le montant qui
correspond à deux fois la rémunération par quinzaine.
16. Paiements par semaine
Pour les rémunérations payées par semaine, le précompte professionnel est fixé au quart du précompte qui est dû,
suivant les règles applicables aux rémunérations payées par mois et prévues aux nos 11 à 14, sur le montant qui
correspond à quatre fois la rémunération par semaine.
17. Paiements par journée de travail
Pour les rémunérations payées par journée de travail, le précompte professionnel est fixé au vingtième du
précompte qui est dû, suivant les règles applicables aux rémunérations payées par mois et prévues aux nos 11 à 14, sur
le montant qui correspond à vingt fois la rémunération par journée de travail.
18. Allocations exceptionnelles
A. En ce qui concerne les indemnités et allocations exceptionnelles autres que les indemnités de dédit, payées par
un employeur à des membres de son personnel en dehors des rémunérations normales (commissions occasionnelles sur
un ensemble d’opérations, gratifications spéciales et exceptionnelles, pécules de vacances, etc.), le précompte
professionnel est fixé suivant les taux prévus sub a, eu égard au montant annuel des rémunérations brutes normales
du bénéficiaire des revenus.
Toutefois, lorsque le montant annuel de la rémunération brute normale n’excède pas le montant limite qui, suivant
le nombre d’enfants à charge, est mentionné dans le tableau repris sub b, l’indemnité exceptionnelle est exonérée à
concurrence de la différence entre le montant limite précité et le montant annuel de la rémunération brute normale.
Lorsque le bénéficiaire d’une allocation exceptionnelle n’a pas plus de cinq enfants à charge et que le montant
annuel de sa rémunération brute normale n’excède pas le montant qui -suivant le nombre d’enfants à charge- est
mentionné dans la colonne 3 du tableau repris sub c, une réduction est attribuée sur le précompte professionnel qui est
dû, suivant les deux alinéas précédents, sur l’allocation exceptionnelle; cette réduction est calculée, suivant le nombre
d’enfants à charge, à l’aide du pourcentage mentionné dans la colonne 2 du tableau repris sub c.
a) Taux
Pourcentage de précompte professionnel dû sur
Montant annuel des rémunérations brutes normales
pécules de vacances
autres indemnités
et allocations
2
3
0
0
de 6.290,01 EUR à 7.810,00 EUR
19,17
23,22
de 7.810,01 EUR à 9.700,00 EUR
21,20
25,23
de 9.700,01 EUR à 11.520,00 EUR
26,25
30,28
1
jusqu’à 6.290,00 EUR
de 11.520,01 EUR à 13.415,00 EUR
31,30
35,33
de 13.415,01 EUR à 15.310,00 EUR
34,33
38,36
de 15.310,01 EUR à 19.060,00 EUR
36,34
40,38
de 19.060,01 EUR à 20.945,00 EUR
39,37
43,41
de 20.945,01 EUR à 28.545,00 EUR
42,39
46,44
48001
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Pourcentage de précompte professionnel dû sur
Montant annuel des rémunérations brutes normales
1
de 28.545,01 EUR à 38.020,00 EUR
supérieur à 38.020,00 EUR
pécules de vacances
autres indemnités
et allocations
2
3
47,44
51,48
53,50
b) Exonération pour enfants à charge
Nombre d’enfants à charge (1)
Montant limite
1
2
1
8.244,00 EUR
2
10.549,00 EUR
3
15.023,00 EUR
4
19.955,00 EUR
5
24.842,00 EUR
6
29.728,00 EUR
7
34.615,00 EUR
8
39.502,00 EUR
9
44.388,00 EUR
10
49.275,00 EUR
11
54.161,00 EUR
12
59.048,00 EUR
(1) l’enfant handicapé à charge est compté pour deux
c) Réduction pour enfants à charge
Nombre d’enfants à charge
(1)
Pourcentage de la réduction
Montant annuel des rémunérations brutes normales au delà duquel aucune réduction n’est accordée
1
2
3
1
7,5
18.970,00 EUR
2
20
18.970,00 EUR
3
35
20.870,00 EUR
4
55
24.665,00 EUR
5
75
26.565,00 EUR
(1) l’enfant handicapé à charge est compté pour deux
B. Par dérogation au point A :
a) le précompte professionnel est fixé uniformément à 16,15 p.c. (sans exonération) en ce qui concerne les primes
de fin d’année qui sont payées en une fois et sont rattachées à des prestations rémunérées à la pièce ou à la tâche;
b) le précompte professionnel n’est pas dû lorsque le douzième du total du montant annuel des rémunérations
brutes normales et des indemnités et allocations exceptionnelles ne donnent pas lieu au précompte professionnel
suivant les règles prévues au n° 11 (barème I) ou au n° 12 (barème II) applicables aux rémunérations payées par mois.
19. Arriérés
A. En ce qui concerne les arriérés de rémunérations (entre autres les rémunérations dont le paiement ou
l’attribution n’a eu lieu, par le fait de l’autorité publique ou de l’existence d’un litige, qu’après l’expiration de la période
imposable à laquelle elles se rapportent effectivement), le précompte professionnel est fixé suivant les taux prévus sub
a, eu égard à la rémunération de référence, c.-à-d. le montant annuel de la rémunération brute normale allouée au
bénéficiaire des revenus immédiatement avant l’année à laquelle les arriérés se rapportent.
Par dérogation à ce qui précède, la rémunération de référence est égale à la rémunération brute normale de la
dernière année d’activité normale précédant celle du paiement des arriérés, pour autant que le bénéficiaire en apporte
la preuve.
Toutefois, lorsque la rémunération de référence n’excède pas le montant limite qui, suivant le nombre d’enfants à
charge, est mentionné dans le tableau repris sub b, les arriérés de rémunérations sont exonérés à concurrence de la
différence entre le montant limite précité et la rémunération de référence.
48002
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
a) Taux
Rémunération de référence
Pourcentage de précompte professionnel dû
sur les arrièrés
1
2
jusqu’à 7.775,00 EUR
0,00
de 7.775,01 EUR à 9.335,00 EUR
2,68
de 9.335,01 EUR à 10.365,00 EUR
6,57
de 10.365,01 EUR à 12.445,00 EUR
10,77
de 12.445,01 EUR à 13.485,00 EUR
13,55
de 13.485,01 EUR à 15.035,00 EUR
16,55
de 15.035,01 EUR à 17.625,00 EUR
19,17
de 17.625,01 EUR à 22.805,00 EUR
24,92
de 22.805,01 EUR à 27.990,00 EUR
29,93
de 27.990,01 EUR à 36.285,00 EUR
31,30
de 36.285,01 EUR à 40.950,00 EUR
36,90
de 40.950,01 EUR à 46.650,00 EUR
38,96
de 46.650,01 EUR à 54.420,00 EUR
40,93
de 54.420,01 EUR à 65.310,00 EUR
42,92
de 65.310,01 EUR à 81.895,00 EUR
44,99
de 81.895,01 EUR à 94.335,00 EUR
46,47
de 94.335,01 EUR à 110.920,00 EUR
47,48
supérieur à 110.920,00 EUR
48,00
b) Exonération pour enfants à charge
Nombre d’enfants à charge (1)
Montant limite
1
2
1
8.244,00 EUR
2
10.549,00 EUR
3
15.023,00 EUR
4
19.955,00 EUR
5
24.842,00 EUR
6
29.728,00 EUR
7
34.615,00 EUR
8
39.502,00 EUR
9
44.388,00 EUR
10
49.275,00 EUR
11
54.161,00 EUR
12
59.048,00 EUR
(1) l’enfant handicapé à charge est compté pour deux
B. Par dérogation au point A, aucun précompte professionnel n’est dû lorsque le douzième du montant de la
rémunération de référence ne donne pas lieu au précompte professionnel suivant les règles prévues au n° 11 (barème I)
ou au n° 12 (barème II) applicables aux rémunérations payées par mois.
20. A) Indemnités de dédit
Les indemnités de dédit sont soumises au précompte professionnel comme suit :
a) lorsque leur montant brut ne dépasse pas 830,00 EUR, les indemnités de dédit sont considérées comme des
rémunérations mensuelles et le précompte professionnel est fixé suivant les règles prévues au n° 11 (barème I) ou au
n° 12 (barème II);
b) lorsque leur montant brut dépasse 830,00 EUR, le précompte professionnel est déterminé suivant les règles
prévues au n° 19, A, étant entendu que la rémunération de référence à prendre en considération pour déterminer le taux
du précompte professionnel est celle qui a servi de base à la fixation de l’indemnité ou, à défaut de telle référence, la
rémunération qui a été perçue par le bénéficiaire pendant sa dernière période d’activité normale au service de
l’employeur qui paie l’indemnité.
Par dérogation au point b, la rémunération de référence est égale à la rémunération brute normale de la dernière
année d’activité normale précédant celle du paiement des indemnités de dédit, pour autant que le bénéficiaire en
apporte la preuve.
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
B) Indemnités de reclassement
Le précompte professionnel sur les indemnités de reclassement visées au Titre IV, Chapitre 5, Section 3, de la loi
du 23 décembre 2005 relative au pacte entre les générations, est établi selon les règles au n° 19, A, étant entendu que
pour la détermination du tarif du précompte professionnel, la rémunération de référence à prendre en considération
est celle qui a servi de base à la détermination de l’indemnité ou, à défaut, la rémunération que le bénéficiaire a reçue
pendant la dernière période d’activité normale au service de l’employeur qui paye l’indemnité.
Par dérogation à ce qui précède, la rémunération de base est égale aux rémunérations brutes normales de la
dernière année d’activité normale qui précède l’année de paiement des indemnités de reclassement, pour autant que
le bénéficiaire en apporte la preuve.
21. Réparation de pertes temporaires de rémunérations, de bénéfices ou de profits
A. Les indemnités légales ou extra-légales payées ou attribuées en réparation d’une perte temporaire de
rémunérations résultant par exemple d’un accident, d’une maladie, d’une invalidité ou d’autres événements analogues
sont soumises au précompte professionnel en tenant compte de la distinction suivante :
1° lorsque les indemnités sont payées ou attribuées au bénéficiaire par l’employeur ou à son intervention :
a) cumulativement avec les rémunérations normales d’une même période : suivant les règles prévues aux nos 11
à 17 en tenant compte du montant total des rémunérations normales et des indemnités dont il s’agit;
b) non-cumulativement avec les rémunérations normales d’une même période :
— suivant les règles prévues au n° 18, A, eu égard à la rémunération de référence, c.-à-d., la rémunération annuelle
normale qui a servi de base au calcul de l’indemnisation;
— à défaut de la rémunération de référence, le précompte professionnel s’élève à 26,75 p.c. (sans réduction);
2° lorsque ces indemnités sont payées au bénéficiaire, sans intervention de l’employeur, par un organisme
d’assurance ou par une autre institution ou par un autre intermédiaire : au taux de 11,11 p.c. ou 22,20 p.c. (sans
réduction) suivant qu’il s’agit d’indemnités légales ou d’indemnités extra-légales.
B. Dans les cas cités ci-après et par dérogation au point A, le précompte professionnel doit respectivement être
déterminé conformément aux règles suivantes :
1. Incapacité primaire
a) Les indemnités légales d’assurance en cas de maladie ou d’invalidité payées ou attribuées pendant la période
d’incapacité de travail primaire définie à l’article 87 de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et
indemnités coordonnée le 14 juillet 1994, sont soumises au précompte professionnel au taux de 11,11 p.c. (sans
réduction), pour autant que la période d’incapacité primaire prend cours après le 31 décembre 2003.
b) Le précompte professionnel calculé conformément sub a ne peut pas avoir pour effet que le montant de
l’indemnité finalement due, est inférieur à l’indemnité d’invalidité minimum visée à l’article 93bis de la loi coordonnée
précitée, sauf lorsque cette indemnité est cumulée avec des revenus visés à l’article 104 de la même loi ou lorsque des
prestations sont refusées ou diminuées en vertu de l’article 136, § 2, de la même loi.
c) — Les indemnités légales d’assurance en cas de maladie ou d’invalidité payées ou attribuées pendant les six
premiers mois de la période d’incapacité de travail primaire définie à l’article 87, alinéa 3, de la même loi
et qui font suite à une période de chômage complet ou partiel visée au n° 22, A, sont soumises au précompte
professionnel au taux de 10,09 p.c. (sans réduction).
— Toutefois, aucun précompte professionnel ne doit être retenu sur les indemnités légales d’assurance en cas
de maladie ou d’invalidité payées ou attribuées aux chômeurs complets mentionnés au n° 22, B, pendant
les six premiers mois de la période d’incapacité de travail primaire précitée.
— A partir du 1er jour du 7ème mois de la même période d’incapacité de travail primaire, les indemnités visées
sous le premier et deuxième tiret, sont soumises au précompte professionnel au taux de 11,11 p.c. (sans
réduction).
2. Traitement d’attente suite à la mise en disponibilité pour maladie
Les indemnités payées ou attribuées en vertu de l’article 66 de la section 3 du chapitre IX de l’arrêté royal du
19 novembre 1998 relatif aux congés et aux absences accordés aux membres du personnel des administrations de l’Etat
aux agents en disponibilité pour maladie, sont soumises au précompte professionnel au taux de 11,11 p.c. (sans
réduction), pour autant que la période de disponibilité prend cours après le 31 décembre 2003.
3. Les marins
Les indemnités payées ou attribuées en vertu de l’article 88 de l’arrêté royal modifiant et coordonnant les statuts
de la Caisse de secours et de prévoyance en faveur des marins, sont soumises au précompte professionnel au taux de
11,11 p.c. (sans réduction), pour autant que la période d’incapacité de travail prend cours après le 31 décembre 2003.
4. Sécurité sociale d’outre-mer
Les indemnités payées ou attribuées en vertu de l’article 35, § 1er, de la loi du 17 juillet 1963 relative à la sécurité
sociale d’outre-mer, sont soumises au précompte professionnel au taux de 11,11 p.c. (sans réduction), pour autant que
la période d’incapacité de travail primaire prend cours après le 31 décembre 2003.
5. Protection de la maternité
Les indemnités payées ou attribuées en vertu de l’article 113 de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de
santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994, sont soumises au précompte professionnel au taux de 11,11 p.c. (sans
réduction), pour autant que la période de protection de la maternité prend cours après le 31 décembre 2003.
6. Les pauses d’allaitement
Les indemnités payées ou attribuées en vertu de l’article 116bis de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de
santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994, sont soumises au précompte professionnel au taux de 11,11 p.c. (sans
réduction), pour autant que la pause d’allaitement prend cours après le 31 décembre 2003.
7. Congé de paternité
Les indemnités payées ou attribuées en vertu de l’article 30, § 2, alinéa 3, de la loi du 3 juillet 1978 relative aux
contrats de travail, sont soumises au précompte professionnel au taux de 11,11 p.c. (sans réduction), pour autant que
le congé de paternité prend cours après le 31 décembre 2003.
8. Congé d’adoption
Les indemnités payées ou attribuées en vertu de l’article 30, § 3, alinéa 3, de la loi du 3 juillet 1978 relative aux
contrats de travail, sont soumises au précompte professionnel au taux de 11,11 p.c. (sans réduction), pour autant que
le congé d’adoption prend cours après le 31 décembre 2003.
9. Allocations légales d’interruption
a) Les allocations légales d’interruption payées ou attribuées aux travailleurs qui interrompent leur carrière
professionnelle à temps plein, sont soumises au précompte professionnel au taux de 10,13 p.c. (sans réduction).
b) Les allocations légales d’interruption payées ou attribuées aux travailleurs qui interrompent leur carrière
professionnelle à temps partiel, sont soumises au précompte professionnel au taux de 17,15 p.c. (sans réduction).
Toutefois, ce taux est porté à 35 p.c. dans le cas d’une interruption de carrière de 1/5ème qui prend cours à partir du
48003
48004
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
1er juin 2007 en application des articles 5 et 6 de l’arrêté royal du 12 décembre 2001 pris en exécution du chapitre IV
de la loi du 10 août 2001 relative à la conciliation entre l’emploi et la qualité de vie concernant le système du
crédit-temps, la diminution de carrière et la réduction des prestations de travail à mi-temps, sauf pour les travailleurs
en interruption de carrière de 1/5ème qui cohabitent exclusivement avec un ou plusieurs enfants à charge.
10. Départ anticipé à mi-temps
Les primes légales octroyées aux membres du personnel des services publics à l’occasion de leur départ anticipé
à mi-temps, sont soumises au précompte professionnel au taux de 17,15 p.c. (sans réduction).
C. Indépendants et conjoints aidants
1. Incapacité primaire
a) Les indemnités légales d’assurance en cas de maladie ou d’invalidité payées ou attribuées pendant la période
d’incapacité primaire définie à l’article 7 de l’arrêté royal du 20 juillet 1971 instituant une assurance indemnités et une
assurance maternité en faveur des travailleurs indépendants et des conjoints aidants, sont soumises au précompte
professionnel au taux de 11,11 p.c. (sans réduction), pour autant que la période d’incapacité primaire prend cours après
le 31 décembre 2003.
b) Le précompte professionnel calculé conformément sub a ne peut pas avoir pour effet que le montant de
l’indemnité finalement due, est inférieur à l’indemnité d’invalidité minimum visée à l’article 93bis de la loi relative à
l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994, sauf lorsque des prestations sont
refusées ou diminuées en vertu de l’article 29, § 1er, 1° à 4°, de l’arrêté royal précité.
2. Assurance maternité
Les allocations de maternité payées ou attribuées conformément à l’article 94 de l’arrêté royal du 20 juillet 1971
instituant une assurance indemnités et une assurance maternité en faveur des travailleurs indépendants et des conjoints
aidants, sont soumises au précompte professionnel au taux de 11,11 p.c. (sans réduction), pour autant que la période
de repos de maternité prend cours après le 31 décembre 2003.
D. 1° Les indemnités complémentaires visées à l’article 31bis, alinéa 1er, 1° et alinéa 2, du Code des impôts sur les
revenus 1992 payées ou attribuées par l’ancien employeur en réparation d’une perte temporaire de rémunérations, sont
soumises au précompte professionnel au taux de 10,09 p.c. (sans réduction).
2° Les indemnités complémentaires visées à l’article 31bis, alinéa 1er, 2°, du même Code, payées ou attribuées par
l’ancien employeur en réparation d’une perte temporaire de rémunérations, sont soumises au précompte professionnel
au taux de 26,75 p.c. (sans réduction).
E. Les indemnités légales ou extra-légales payées ou attribuées en réparation d’une perte temporaire de bénéfices
ou profits, même si elles se rapportent à une activité professionnelle antérieure, et qui sont payées au bénéficiaire par
un organisme d’assurances ou par une autre institution ou par un autre intermédiaire, sont soumises au précompte
professionnel au taux de 11,11 p.c. ou 22,20 p.c. (sans réduction) suivant qu’il s’agit d’indemnités légales ou
d’indemnités extra-légales.
F. Toutefois, aucun précompte professionnel ne doit être retenu lorsque l’indemnité est obtenue par un travailleur
qui établit que le douzième du montant annuel de la rémunération qui a servi de base au calcul de l’indemnité ne donne
pas lieu à débition d’un précompte professionnel suivant les règles prévues aux nos 11 à 14 applicables aux
rémunérations payées par mois.
G. Aucun précompte professionnel n’est dû sur les autres indemnités légales que celles reprises sous le point B,
attribuées en vertu de la législation concernant l’assurance en cas de maladie ou d’invalidité.
22. Allocations de chômage
A. Les allocations légales et extra-légales de toute nature, allocations d’attente comprises, obtenues en réparation
totale ou partielle d’une perte temporaire de rémunérations résultant d’un chômage complet ou partiel et non visées
au n° 21, D, sont soumises au précompte professionnel au taux de 10,09 p.c. (sans réduction).
B. Par dérogation au point A, aucun précompte professionnel ne doit être retenu sur les allocations légales de
chômage ou les allocations légales d’attente des travailleurs, chômeurs complets, qui ne perçoivent aucun revenu
d’activité professionnelle et qui, au sens de la réglementation en matière de chômage, ont la qualité :
— soit de cohabitant ayant droit au complément pour perte de revenu unique;
— soit de cohabitant qui n’a droit ni au complément pour perte de revenu unique ni au complément d’adaptation,
et, si le travailleur cohabite avec un conjoint, à condition que les revenus professionnels de ce conjoint consistent
uniquement en revenus de remplacement;
— soit de cohabitant qui ne dispose que d’allocations de chômage constituées du forfait légal, majoré ou non;
— soit d’isolé;
— soit de travailleur ayant droit à une allocation d’attente;
— soit de travailleur qui bénéficie d’une dispense pour raisons sociales et familiales.
23. Prépensions
Les indemnités payées ou attribuées aux travailleurs licenciés ou prépensionnés dans le cadre ou à l’occasion d’un
règlement de prépension, sont exonérées du précompte professionnel pour autant que leur montant total n’excède pas
le montant maximum prévu en matière d’allocations de chômage.
En ce qui concerne la partie du montant total de ces indemnités qui excède le montant maximum prévu ci-dessus
en matière d’allocations de chômage, les débiteurs de cette partie doivent retenir et verser le précompte professionnel.
Ce précompte professionnel est calculé sur le montant total des indemnités, conformément aux règles prévues aux
nos 31 à 35.
Le précompte professionnel calculé conformément à l’alinéa précédent est ensuite diminué de la réduction pour
assurance de groupe et pour assurance extra-légale contre la vieillesse et le décès prématuré reprise au n° 11, A, c.
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
24. Indemnités et allocations payées occasionnellement ou périodiquement et en ordre subsidiaire
A. Les indemnités et allocations non visées aux nos 18 à 23, payées par un débiteur du précompte professionnel à
des personnes qui ne sont rétribuées qu’occasionnellement ou périodiquement et en ordre subsidiaire par lui-même ou
à son intervention (commissions occasionnelles, rétributions, jetons de présence, etc.) sont soumises au précompte
professionnel suivant les taux prévus ci-après (sans réduction) :
Montant des indemnités et allocations
Pourcentage de précompte professionnel dû sur le
montant total des indemnités et allocations
1
2
jusqu’à 500,00 EUR
27,25
de 500,01 EUR à 650,00 EUR
32,30
supérieur à 650,00 EUR
37,35
B. Par dérogation au point A, un précompte professionnel de 11,11 p.c. (sans réduction) est dû sur la prime
régionale qui, conformément à l’article 171, 7°, du Code des impôts sur les revenus 1992, est taxée distinctement à
l’impôt des personnes physiques.
25. Créances ayant le caractère de rémunérations visées à l’article 270, 6°, du Code des impôts sur les revenus 1992
En ce qui concerne les créances ayant le caractère de rémunérations au sens de l’article 30, 1° et 2°, du Code des
impôts sur les revenus 1992 honorées par des curateurs de faillites, liquidateurs de concordats judiciaires, liquidateurs
de sociétés ou des personnes qui exercent des fonctions analogues, le précompte professionnel est fixé uniformément
(sans réduction) à 26,75 p.c.
26. Rémunérations pour travail à la pièce
Le précompte professionnel dû sur les rémunérations allouées aux ouvriers travaillant à la pièce et dont les
prestations irrégulières et non contrôlées par l’employeur ne sont pas exprimées en journées, semaines, quinzaines ou
mois de travail, est déterminé d’après les règles prévues aux nos 11 à 17, compte tenu de la période à laquelle les
rémunérations se rapportent. Dans ce cas, le précompte professionnel ne peut cependant jamais être inférieur à
11,11 p.c. des rémunérations.
27. a) Artistes et musiciens
Le précompte professionnel est fixé uniformément à 11,11 p.c. (sans réduction) en ce qui concerne les
rémunérations payées aux artistes et aux musiciens par des entreprises de spectacles ou de divertissements, lorsque les
intéressés n’appartiennent pas en titre au personnel de ces entreprises et qu’ils ne peuvent pas être considérés comme
étant rémunérés par elles en ordre subsidiaire;
b) Personnes qui rentrent dans les catégories spéciales déterminées par le fonctionnaire chargé de la direction
générale de l’Administration des contributions directes (secteur taxation)
Le précompte professionnel est fixé uniformément à 11,11 p.c. (sans réduction) en ce qui concerne les
rémunérations payées à des personnes qui rentrent dans les catégories déterminées par le fonctionnaire chargé de la
direction générale de l’Administration des contributions directes (secteur taxation) et qui, eu égard aux conditions dans
lesquelles elles exercent leur activité professionnelle, sont rémunérées selon des modalités spéciales.
28. Pécules de vacances payés par les caisses de vacances
Les pécules de vacances payés ou attribués par les caisses de vacances annuelles sans intervention de l’employeur
sont soumis au précompte professionnel suivant les taux ci-après (sans réduction) :
Montant du pécule de vacances
Pourcentage de précompte professionnel dû sur le
montant total du pécule de vacances
jusqu’à 1.140,00 EUR
17,16
supérieur à 1.140,00 EUR
23,22
29. Etudiants
Par dérogation aux règles précédentes, aucun précompte professionnel n’est dû sur :
— les rémunérations payées ou attribuées aux étudiants engagés, dans le cadre d’un contrat de travail écrit, pour
une durée qui n’excède pas vingt-trois journées de travail au cours des mois de juillet, août et septembre;
— les rémunérations payées ou attribuées aux étudiants engagés, dans le cadre d’un contrat de travail écrit, pour
une durée qui n’excède pas vingt-trois journées de travail durant les périodes de présence non obligatoire, dans
les établissements d’enseignements, à l’exception des mois de juillet, août et septembre;
et à la condition qu’aucune cotisation, à l’exception de la cotisation de solidarité, ne soit due sur ces rémunérations
en exécution de la législation concernant la sécurité sociale.
30. Jeunes travailleurs
Par dérogation aux règles précédentes, aucun précompte professionnel n’est dû sur les rémunérations payées ou
attribuées durant les mois d’octobre, novembre ou décembre aux jeunes travailleurs qui satisfont aux conditions visées
à l’article 36, § 1er, alinéa 1, 1° à 3°, de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage engagés
dans le cadre d’un contrat de travail entamé au cours des mois d’octobre, novembre ou décembre précités et à la
condition que le montant brut mensuel de ces rémunérations n’excède pas 2.275,00 EUR.
48005
48006
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
30bis. Revenus perçus par les sportifs dans le cadre d’une activité sportive, pour autant qu’ils aient atteint l’âge de
16 ans et qu’ils aient moins de 26 ans au 1er janvier 2009
Le précompte professionnel est établi comme suit :
A. Le revenu mensuel ne dépasse pas 1.383,00 EUR :
le précompte professionnel est égal à 16,66 p.c. de ce montant (sans réduction);
B. Le revenu mensuel est supérieur à 1.383,00 EUR :
a. le précompte professionnel sur la première tranche de 1.383,00 EUR est égal à 230,40 EUR;
b. la différence entre le revenu mensuel et 1.383,00 EUR est arrondie au multiple inférieur de 15 EUR et ensuite le
précompte professionnel y est calculé suivant les tranches normales. Sur ce précompte professionnel ainsi calculé, on
peut encore appliquer les réductions suivantes pour :
— enfants à charge;
— autres charges de famille;
— assurance de groupe et assurance extra-légale contre la vieillesse et le décès prématuré;
— les rémunérations des travailleurs à bas ou moyens revenus qui ont droit à la quotité du revenu exemptée
d’impôt majorée.
c. Le précompte professionnel dû est égal à a + b.
30ter. Un précompte professionnel de 33,31 p.c. (sans réduction) est dû sur les revenus professionnels payés ou
attribués aux :
— sportifs âgés d’au moins 26 ans au 1er janvier 2009, pour leurs prestations sportives;
— arbitres de compétitions sportives, pour leurs prestations arbitrales;
— formateurs, entraîneurs et accompagnateurs pour leur activité de formation, d’encadrement ou de soutien des
sportifs;
à condition qu’ils perçoivent d’une autre activité professionnelle, des revenus professionnels qui atteignent un
montant brut imposable total plus élevé que le montant brut imposable total des revenus professionnels perçus de leur
activité précitée de sportif, d’arbitre, de formateur, d’entraîneur ou d’accompagnateur, comme prévu à l’article 171, 1°,
i, CIR 92.
CHAPITRE III. — Pensions, rentes, capitaux, valeurs de rachat et revenus y assimilés
Section 1re. — Pensions ou rentes mensuelles ne dépassant pas 7.500,00 EUR
31. Le bénéficiaire des revenus est un isolé OU le conjoint du bénéficiaire des revenus a également des revenus
professionnels (barème I)
A. Lorsque les pensions ou les rentes mensuelles ne dépassent pas 7.500,00 EUR, le précompte professionnel est
déterminé suivant le barème I.
Le précompte professionnel déterminé suivant ce barème est ensuite diminué :
a) de la réduction pour enfants à charge reprise au n° 11, A, tableau a;
b) des réductions pour autres charges de famille reprises au n° 11, A, tableau b, sauf la réduction pour isolés (reprise
au n° 11, A, tableau b, point 1).
B. Par dérogation au point A, le précompte professionnel est déterminé conformément aux règles prévues au n° 32
lorsque le conjoint du bénéficiaire des revenus recueille des revenus professionnels propres qui sont exclusivement
constitués de pensions, rentes ou revenus y assimilés dont le montant ne dépasse pas 114,00 EUR NETS par mois.
Les revenus professionnels nets sont déterminés suivant les règles reprises au n° 7, C.
32. Le conjoint du bénéficiaire des revenus n’a pas de revenus professionnels (barème II)
Lorsque les pensions ou les rentes mensuelles ne dépassent pas 7.500,00 EUR, le précompte professionnel est
déterminé suivant le barème II.
Les réductions pour enfants à charge et pour autres charges de famille sont ensuite déduites du précompte
professionnel déterminé suivant ce barème; ces réductions sont reprises dans les tableaux a et b figurant au n° 12.
Section 2. — Pensions ou rentes mensuelles supérieures à 7.500,00 EUR
33. Le bénéficiaire des revenus est un isolé OU le conjoint du bénéficiaire des revenus a également des revenus
professionnels
A. Lorsque les pensions ou les rentes mensuelles dépassent 7.500,00 EUR, le précompte professionnel est déterminé
comme suit :
a) les pensions ou les rentes mensuelles sont arrondies au multiple inférieur de 15 EUR;
b) le précompte professionnel sur ce montant arrondi est égal à 3.488,20 EUR majorés de 53,50 p.c. de la partie des
pensions ou des rentes mensuelles supérieures à 7.500,00 EUR;
c) le précompte professionnel calculé conformément au point b est ensuite diminué :
1° de la réduction pour enfants à charge reprise au n° 11, A, tableau a;
2° des réductions pour autres charges de famille reprises au n° 11, A, tableau b, sauf la réduction pour isolés
(reprise au n° 11, A, tableau b, point 1).
B. Par dérogation au point A, le précompte professionnel est déterminé conformément aux règles prévues au n° 34
lorsque le conjoint du bénéficiaire des revenus recueille des revenus professionnels propres qui sont exclusivement
constitués de pensions, rentes ou revenus y assimilés dont le montant ne dépasse pas 114,00 EUR NETS par mois.
Les revenus professionnels nets sont déterminés suivant les règles reprises au n° 7, C.
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
34. Le conjoint du bénéficiaire des revenus n’a pas de revenus professionnels
Lorsque les pensions ou les rentes mensuelles dépassent 7.500,00 EUR, le précompte professionnel est déterminé
comme suit :
a) les pensions ou les rentes mensuelles sont arrondies au multiple inférieur de 15 EUR;
b) le précompte professionnel sur ce montant arrondi est égal à 3.173,84 EUR majorés de 53,50 p.c. de la partie des
pensions ou des rentes mensuelles supérieures à 7.500,00 EUR;
c) les réductions pour enfants à charge et pour autres charges de famille sont ensuite déduites du précompte
professionnel calculé conformément au point b; ces réductions sont reprises dans les tableaux a et b figurant au n° 12.
Section 3. — Règles particulières
35. Paiements effectués autrement que par mois
Pour les pensions ou les rentes payées autrement que par mois, le précompte professionnel s’élève au trentième
du produit obtenu en multipliant le montant du précompte professionnel dû sur la pension ou la rente mensuelle
correspondante par le nombre de jours de la période à laquelle se rapporte la pension ou la rente.
36. Arriérés
Les arriérés de pensions ou rentes (c.-à-d. les pensions ou les rentes dont le paiement ou l’attribution n’a eu lieu,
par le fait de l’autorité publique ou de l’existence d’un litige, qu’après l’expiration de la période imposable à laquelle
elles se rapportent effectivement) sont soumis au précompte professionnel suivant les règles prévues au n° 19, A, étant
entendu que le taux à appliquer est déterminé mutatis mutandis eu égard au montant annuel des pensions ou des
rentes brutes normales allouées au bénéficiaire immédiatement avant l’année à laquelle les arriérés se rapportent ou,
à défaut de telle référence, eu égard au montant annuel des rémunérations brutes normales, majorées des avances
éventuelles sur pensions ou rentes, perçues par le bénéficiaire pendant la dernière année d’activité normale.
37. Pécules de vacances
Le précompte professionnel dû sur les pécules de vacances octroyés aux personnes qui bénéficient d’une pension
de retraite ou de survie à charge du régime de pension pour travailleurs salariés, est égal à douze fois la différence
entre :
— d’une part, le précompte qui, suivant les règles prévues aux nos 31 à 34, est dû sur le montant mensuel de la
pension du mois au cours duquel le pécule de vacances est payé, majoré d’un douzième de ce pécule de
vacances;
— d’autre part, le précompte qui, suivant ces mêmes règles, est dû sur le montant mensuel de la pension pris
isolément.
Toutefois, lorsque le montant de la pension du mois au cours duquel le pécule de vacances est payé ne dépasse pas
2.000,00 EUR, le précompte professionnel est fixé comme suit :
— le montant de la pension ne dépasse pas 1.000,00 EUR : le précompte professionnel est égal à zéro;
— le montant de la pension s’élève à plus de 1.000,00 EUR tout en ne dépassant pas 2.000,00 EUR : le précompte
professionnel calculé conformément à l’alinéa 1er ne peut pas dépasser 25 p.c. du pécule de vacances.
38. Pensions et rentes qui ne sont octroyées, ni dans le cadre de l’épargne-pension, ni en exécution d’un statut légal
ou réglementaire
A. Les pensions ou les rentes de retraite ou de survie qui ne sont octroyées ni dans le cadre de l’épargne-pension,
ni en exécution de la législation sociale ou d’un statut légal ou réglementaire excluant les intéressés du champ
d’application de la législation sociale, d’une part, et les rentes de vieillesse et les rentes de veuves octroyées par les
organismes d’assurances en contrepartie de versements opérés librement dans le cadre de la législation relative à la
pension des employés d’autre part, sont soumises au précompte professionnel suivant les taux (sans réduction) repris
ci-après :
Montant annuel de la pension ou de la rente
jusqu’à 1.790,00 EUR
Pourcentage de précompte professionnel dû
sur le montant total de la pension ou de la rente
0
de 1.790,01 EUR à 2.990,00 EUR
11,11
de 2.990,01 EUR à 8.900,00 EUR
16,15
de 8.900,01 EUR à 14.820,00 EUR
21,20
de 14.820,01 EUR à 29.640,00 EUR
27,25
de 29.640,01 EUR à 44.460,00 EUR
32,30
supérieur à 44.460,00 EUR
37,35
B. Par dérogation au point A, aucun précompte professionnel ne doit être retenu :
a) sur les pensions et rentes dans l’éventualité et la mesure où ces pensions ou rentes ont été octroyées en exécution
de contrats qui ont fait l’objet d’une taxe sur l’épargne à long terme telle qu’elle est fixée au Livre II, Titre VIII du Code
des droits et taxes divers;
48007
48008
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
b) lorsque le bénéficiaire des pensions ou rentes établit que le douzième du total du montant annuel de sa pension
légale et complémentaire ne donne pas lieu à débition de précompte professionnel eu égard aux règles prévues aux
nos 31 à 34.
39. Allocations ou rentes octroyées à la suite d’un accident, d’une maladie ou d’une invalidité
Les allocations ou les rentes qui se rattachent directement ou indirectement à une activité professionnelle visée à
l’article 23, § 1er, 1°, 2° et 4°, du Code des impôts sur les revenus 1992 ou qui constituent la réparation d’une perte
permanente de rémunérations, bénéfices ou profits et qui sont octroyées à la suite d’un accident, d’une maladie, d’une
invalidité ou d’autres événements analogues, sont soumises au précompte professionnel en tenant compte de la
distinction suivante :
1° quand ces allocations ou ces rentes sont payées aux bénéficiaires par leur employeur ou à son intervention :
suivant les règles prévues au n° 18, A, étant entendu que le taux à prendre en considération est déterminé eu égard au
total annuel des rémunérations brutes normales qui ont servi de base de calcul des allocations ou des rentes;
2° quand ces allocations ou ces rentes sont payées aux bénéficiaires sans intervention de l’employeur, par un
organisme d’assurances ou par une autre institution ou par un intermédiaire : au taux de 11,11 p.c. ou de 22,20 p.c. (sans
réduction) suivant qu’il s’agit d’allocations ou de rentes légales ou d’allocations ou de rentes extra-légales. Toutefois,
aucun précompte professionnel ne doit être retenu lorsque le bénéficiaire des rentes ou des allocations établit que le
douzième de la rémunération annuelle qui a servi de base au calcul de l’indemnisation ne donne pas lieu à débition
de précompte professionnel suivant les règles prévues aux nos 31 à 34.
40. Capitaux et valeurs de rachat qui ne sont pas octroyés dans le cadre de l’épargne-pension
A. Les capitaux et valeurs de rachat, ou les tranches de ceux-ci, qui, conformément à l’article 169, § 1er, ou à l’article
515bis, alinéas 4 et 7, du Code des impôts sur les revenus 1992, sont taxés à l’impôt des personnes physiques selon le
régime de conversion, n’interviennent, pour le calcul du précompte professionnel, qu’à concurrence du montant de la
rente viagère résultant de leur conversion suivant les coefficients déterminés par l’article 73 du présent arrêté.
La rente est soumise au précompte professionnel au taux de 11,11 p.c. (sans réduction).
B. Un précompte professionnel de 10,09 p.c. (sans réduction) est dû sur les capitaux et valeurs de rachat qui,
conformément à l’article 171, 2°, b et d, ou 515quater, § 1er, b, du Code des impôts sur les revenus 1992, sont taxés
distinctement à l’impôt des personnes physiques.
C. Un précompte professionnel de 16,66 p.c. (sans réduction) est dû sur les capitaux et valeurs de rachat, les
capitaux tenant lieu de rentes ou pensions et le rachat de la valeur capitalisée d’une partie de la pension légale de
retraite ou de survie qui, conformément à l’article 171, 4°, f à h; 515bis, alinéa 5; 515quater, § 1er, c, ou 515octies, du Code
des impôts sur les revenus 1992, ou conformément à l’article 104, alinéa 2, de la loi du 28 décembre 1992 portant des
dispositions fiscales, financières et diverses, sont taxés distinctement à l’impôt des personnes physiques.
D. Un précompte professionnel de 33,31 p.c. (sans réduction) est dû sur :
1° les capitaux et valeurs de rachat qui, conformément à l’article 171, 1°, d, f, ou h, ou 515quater, § 1er, a, du Code
des impôts sur les revenus 1992, sont taxés distinctement à l’impôt des personnes physiques;
2° les capitaux, valeurs de rachat et capitaux tenant lieu de rentes ou pensions, ou sur les tranches de ceux-ci, qui
ne sont pas visés aux points A à D, 1°, ci-dessus.
E. Par dérogation aux points B à D visés ci-dessus, aucun précompte professionnel ne doit être retenu dans
l’éventualité et la mesure où les capitaux, les valeurs de rachat et les capitaux tenant lieu de rentes ou pensions ont été
octroyés en exécution de contrats qui ont fait l’objet d’une taxe sur l’épargne à long terme telle qu’elle est fixée au
Livre II, Titre VIII du Code des droits et taxes divers ou à l’article 119, 1°, de la loi du 28 décembre 1992 portant des
dispositions fiscales, financières et diverses.
41. Epargne-pension
A. Les pensions et les rentes d’une assurance-épargne sont soumises au précompte professionnel suivant les taux
(sans réduction) repris ci-après :
Montant annuel de la pension ou de la rente
Pourcentage de précompte professionnel dû
sur le montant total de la pension ou de la rente
jusqu’à 1.500,00 EUR
11,11
de 1.500,01 EUR à 2.500,00 EUR
16,15
supérieur à 2.500,00 EUR
21,20
B. L’épargne de comptes-épargne et les capitaux et valeurs de rachat d’assurances-épargne qui, en vertu des
articles 171, 2°, e, 174 et 515ter du Code des impôts sur les revenus 1992 et en vertu de l’article 105 de la loi du
28 décembre 1992 portant des dispositions fiscales, financières et diverses, sont taxés distinctement à l’impôt des
personnes physiques, sont soumis au précompte professionnel au taux de 10,09 p.c. (sans réduction), étant entendu
qu’en ce qui concerne l’épargne, le montant imposable doit être déterminé conformément aux articles 34, § 3 et 515bis,
alinéa 3, du même Code.
C. L’épargne de comptes-épargne et les capitaux et valeurs de rachat d’assurances-épargne qui, en vertu des
articles 15bis, alinéa 5 et 515ter du Code des impôts sur les revenus 1992 et en vertu de l’article 104, alinéa 2, de la loi
du 28 décembre 1992 portant des dispositions fiscales, financières et diverses, sont imposés distinctement à l’impôt des
personnes physiques, sont soumis au précompte professionnel au taux de 16,66 p.c. (sans réduction), étant entendu
qu’en ce qui concerne l’épargne, le montant imposable doit être déterminé conformément aux articles 34, § 3 et 515bis,
alinéa 3, du même Code.
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
L’alinéa précédent est également applicable à l’épargne, aux capitaux et valeurs de rachat qui sont visés à l’article 9,
§ 4, de l’arrêté royal du 22 décembre 1986 instaurant un régime d’épargne du troisième âge ou d’épargne-pension.
D. Un précompte professionnel de 33,31 p.c. (sans réduction) est dû sur :
1° l’épargne de comptes-épargne et sur les capitaux et valeurs de rachat d’assurances-épargne qui, conformément
à l’article 171, 1°, g, du Code des impôts sur les revenus 1992, sont taxés distinctement à l’impôt des personnes
physiques, étant entendu qu’en ce qui concerne l’épargne, le montant imposable doit être déterminé conformément aux
articles 34, § 3, et 515bis, alinéa 3, du même Code;
2° l’épargne de comptes-épargne et sur les capitaux et valeurs de rachat d’assurances-épargne qui ne sont pas visés
aux points B à D, 1°, ci-dessus. En outre, en ce qui concerne l’épargne, le montant imposable doit être déterminé
conformément à l’article 515bis, alinéa 3, du même Code.
L’alinéa précédent est également applicable aux transferts visés à l’article 34, § 2, 3°, du même Code.
E. Par dérogation aux points B à D ci-avant, aucun précompte professionnel ne doit être retenu dans l’éventualité
et la mesure où l’épargne de comptes-épargne et les capitaux et valeurs de rachat d’assurances-épargne ont été octroyés
en exécution de contrats qui ont fait l’objet d’une taxe sur l’épargne à long terme telle qu’elle est fixée au Livre II, Titre
VIII du Code des droits et taxes divers ou à l’article 119 de la loi du 28 décembre 1992 portant des dispositions fiscales,
financières et diverses.
CHAPITRE IV. — Rémunérations des dirigeants d’entreprise
42. Ce chapitre s’applique aux :
A. Habitants du royaume
B. Non-résidents qui ont maintenu un foyer d’habitation en Belgique durant toute la période imposable
C. Non-résidents qui n’ont pas maintenu un foyer d’habitation en Belgique durant toute la période imposable mais
qui ont bénéficié de rémunérations :
— pour des prestations de travail effectuées en Belgique;
— en exécution d’un ou de plusieurs contrats de travail couvrant l’année civile complète;
— et pour autant que les prestations de travail atteignent au moins 75 p.c. du temps légal de travail par contrat.
43. Requalification des revenus locatifs
Les rémunérations qui proviennent de la requalification des revenus immobiliers visée à l’article 32, alinéa 2, 3°,
du Code des impôts sur les revenus 1992, sont, pour la détermination du précompte professionnel et tant que le Roi
n’a pas déterminé le coefficient de revalorisation à prendre en considération pour cette année, calculés sur la base du
coefficient de revalorisation applicable à la dernière année qui précède.
Section 1re. — Rémunérations mensuelles brutes ne dépassant pas 7.500,00 EUR
44. Le bénéficiaire des revenus est un isolé OU le conjoint du bénéficiaire des revenus a également des revenus
professionnels (barème I)
A. Lorsque les rémunérations mensuelles brutes ne dépassent pas 7.500,00 EUR, le précompte professionnel est
déterminé suivant le barème I.
Les réductions sont ensuite déduites du précompte professionnel déterminé suivant ce barème; ces réductions sont
reprises au n° 11, A, a à c.
Après ces réductions, la réduction du précompte professionnel sur les rémunérations des dirigeants d’entreprise
à bas ou moyens revenus qui ont droit à la quotité du revenu exemptée d’impôt majorée est appliquée.
Cette réduction s’élève à 5,57 EUR et est applicable lorsque la rémunération imposable dans le chef du dirigeant
d’entreprise concerné ne dépasse pas 1.897,83 EUR.
B. Par dérogation au point A, le précompte professionnel est déterminé conformément aux règles prévues au n° 45
lorsque le conjoint du bénéficiaire des revenus recueille des revenus professionnels propres qui sont constitués
exclusivement par des pensions, rentes ou revenus y assimilés dont le montant ne dépasse pas 114,00 EUR NETS par
mois.
Les revenus professionnels nets sont déterminés suivant les règles reprises au n° 7, C.
45. Le conjoint du bénéficiaire des revenus n’a pas de revenus professionnels (barème II)
Lorsque les rémunérations mensuelles brutes ne dépassent pas 7.500,00 EUR, le précompte professionnel est
déterminé suivant le barème II.
Les réductions sont ensuite déduites du précompte professionnel déterminé suivant ce barème; ces réductions sont
reprises au n° 12, a à c.
Après ces réductions, la réduction du précompte professionnel sur les rémunérations des dirigeants d’entreprise
à bas ou moyens revenus qui ont droit à la quotité du revenu exemptée d’impôt majorée est appliquée.
Cette réduction s’élève à 5,57 EUR et est applicable lorsque la rémunération imposable dans le chef du dirigeant
d’entreprise concerné ne dépasse pas 1.897,83 EUR.
Section 2. — Rémunérations mensuelles brutes supérieures à 7.500,00 EUR
46. Le bénéficiaire des revenus est un isolé OU le conjoint du bénéficiaire des revenus a également des revenus
professionnels
A. Lorsque les rémunérations mensuelles brutes dépassent 7.500,00 EUR, le précompte professionnel est déterminé
comme suit :
a) la rémunération mensuelle brute est arrondie au multiple inférieur de 15 EUR;
48009
48010
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
b) le précompte professionnel sur ce montant arrondi est égal à 3.399,12 EUR majorés de 53,50 p.c. de la partie de
la rémunération mensuelle brute supérieure à 7.500,00 EUR;
c) les réductions sont ensuite déduites du précompte professionnel calculé conformément au point b; ces
réductions sont reprises au n° 11, A, a à c.
B. Par dérogation au point A, le précompte professionnel est déterminé conformément aux règles prévues au n° 47
lorsque le conjoint du bénéficiaire des revenus recueille des revenus professionnels propres qui sont constitués
exclusivement par des pensions, rentes ou revenus y assimilés dont le montant ne dépasse pas 114,00 EUR NETS par
mois.
Les revenus professionnels nets sont déterminés suivant les règles reprises au n° 7, C.
47. Le conjoint du bénéficiaire des revenus n’a pas de revenus professionnels
Lorsque les rémunérations mensuelles brutes dépassent 7.500,00 EUR, le précompte professionnel est déterminé
comme suit :
a) la rémunération mensuelle brute est arrondie au multiple inférieur de 15 EUR;
b) le précompte professionnel sur ce montant arrondi est égal à 3.084,76 EUR majorés de 53,50 p.c. de la partie de
la rémunération mensuelle brute supérieure à 7.500,00 EUR;
c) les réductions sont ensuite déduites du précompte professionnel calculé conformément au point b; ces
réductions sont reprises au n° 12, a à c.
Section 3. — Règles particulières
48. Paiements périodiques effectués autrement que par mois
Pour les rémunérations périodiques payées autrement que par mois, le précompte professionnel s’élève au
vingtième du produit obtenu en multipliant le montant du précompte professionnel dû, suivant les règles reprises aux
nos 44 à 47, sur la rémunération mensuelle correspondante par le nombre de journées de travail de la période à laquelle
se rapporte la rémunération.
49. Rémunérations non périodiques
Le précompte professionnel dû sur les rémunérations non périodiques est égal à douze fois la différence entre :
— d’une part, le précompte qui, suivant les règles prévues aux nos 44 à 47, est dû sur un revenu égal aux
rémunérations périodiques du mois au cours duquel la rémunération non périodique est payée ou attribuée,
augmenté d’un douzième de la rémunération non périodique;
— d’autre part, le précompte qui, suivant les mêmes règles, est dû sur les rémunérations périodiques du mois au
cours duquel la rémunération non périodique est payée ou attribuée.
CHAPITRE V. — Rémunérations
et prépensions payées ou attribuées à des non-résidents autres que ceux repris aux nos 10, B et C et 42, B et C
Section 1re. — Rémunérations des travailleurs et revenus y assimilés
50. Par dérogation aux nos 11 à 20 et 26, le précompte professionnel dû sur les rémunérations des travailleurs,
payées ou attribuées à des non-résidents autres que ceux repris aux nos 10, B et C, est déterminé conformément aux
règles suivantes.
Sous-section 1re. — Rémunérations mensuelles brutes ne dépassant pas 7.500,00 EUR
51. Lorsque les rémunérations mensuelles brutes ne dépassent pas 7.500,00 EUR, le précompte professionnel est
déterminé suivant le barème III.
51bis. Du précompte professionnel déterminé suivant ce barème les réductions suivantes sont déduites :
a) Réduction pour assurance de groupe et pour assurance extra-légale contre la vieillesse et le décès prématuré
Le précompte professionnel est diminué à concurrence de 30 p.c. :
— des retenues obligatoires effectuées en exécution d’un contrat d’assurance de groupe;
— des retenues obligatoires effectuées en exécution d’un règlement de prévoyance extra-légal d’assurance contre
la vieillesse et le décès prématuré;
— des retenues qui ont trait à la continuation à titre individuel d’un engagement de pension visée à l’article 1453,
alinéa 3, du CIR 92.
b) Réduction pour rémunérations suite à la prestation de travail supplémentaire donnant droit à un sursalaire est
ensuite déduite.
Cette réduction s’applique aux travailleurs :
— qui sont soumis à la loi sur le travail du 16 mars 1971 et occupés par un employeur soumis à la loi du
5 décembre 1968 relative aux conventions collectives de travail et aux commissions paritaires.
— et qui ont presté, un travail supplémentaire qui donne droit à un sursalaire en vertu de l’article 29 de la loi sur
le travail du 16 mars 1971 ou de l’article 7 de l’arrêté n° 213 du 26 septembre 1983 relatif à la durée du travail
dans les entreprises ressortissant à la commission paritaire de la construction.
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Cette réduction s’applique seulement sur la base de calcul du sursalaire relatif aux 65 premières heures de travail
supplémentaire que le travailleur a prestées.
La réduction s’applique après la réduction visée sub a et est fixée à :
— pour une heure prestée à laquelle s’applique un sursalaire légal de 50 ou 100 p.c. : 57,75 p.c.;
— pour une heure prestée à laquelle s’applique un sursalaire légal de 20 p.c. : 66,81 p.c.,
du ″montant brut social″ des rémunérations (donc avant déduction des retenues obligatoires effectuées en
exécution de la législation sociale ou d’un statut légal ou réglementaire y assimilé), qui a servi de base de calcul pour
établir le sursalaire.
Sous-section 2. — Rémunérations mensuelles brutes supérieures à 7.500,00 EUR
52. A. Lorsque les rémunérations mensuelles brutes dépassent 7.500,00 EUR, le précompte professionnel (sans
réduction) est déterminé comme suit :
a) la rémunération mensuelle brute est arrondie au multiple inférieur de 15 EUR;
b) le précompte professionnel sur ce montant arrondi est égal à 3.517,93 EUR majorés de 53,50 p.c. de la partie de
la rémunération mensuelle brute supérieure à 7.500,00 EUR.
B. La réduction pour assurance de groupe et pour assurance extra-légale contre la vieillesse et le décès prématuré
et la réduction pour rémunérations suite à la prestation de travail supplémentaire donnant droit à un sursalaire sont
ensuite déduites du précompte professionnel calculé conformément au point A; ces réductions sont reprises au n° 51bis.
Sous-section 3. — Règles particulières
53. Paiements par quinzaine
Pour les rémunérations payées par quinzaine, le précompte professionnel est fixé à la moitié du précompte qui est
dû, suivant la règle applicable aux rémunérations payées par mois et prévue au n° 51 ou 52, sur le montant qui
correspond à deux fois la rémunération par quinzaine.
54. Paiements par semaine
Pour les rémunérations payées par semaine, le précompte professionnel est fixé au quart du précompte qui est dû,
suivant la règle applicable aux rémunérations payées par mois et prévue au n° 51 ou 52, sur le montant qui correspond
à quatre fois la rémunération par semaine.
55. Paiements par journée de travail
Pour les rémunérations payées par journée de travail, le précompte professionnel est fixé au vingtième du
précompte qui est dû, suivant la règle applicable aux rémunérations payées par mois et prévue au n° 51 ou 52, sur le
montant qui correspond à vingt fois la rémunération par journée de travail.
56. Allocations exceptionnelles
En ce qui concerne les allocations exceptionnelles (commissions, pécules de vacances, primes de fin d’année, etc.)
payées par un employeur à des membres de son personnel en dehors des rémunérations normales, le précompte
professionnel (sans réduction) est fixé suivant les taux prévus ci-après, eu égard au montant annuel des rémunérations
brutes normales qui sont payées ou attribuées en Belgique au bénéficiaire des revenus.
Montant annuel des rémunérations brutes normales
Pourcentage de précompte professionnel dû
1
2
de 0,01 EUR à 10.520,00 EUR
26,75
de 10.520,01 EUR à 13.815,00 EUR
32,10
de 13.815,01 EUR à 19.370,00 EUR
42,80
de 19.370,01 EUR à 40.770,00 EUR
48,15
supérieur à 40.770,00 EUR
53,50
57. Arriérés et indemnités de dédit
En ce qui concerne les arriérés de rémunérations (entre autres les rémunérations dont le paiement ou l’attribution
n’a eu lieu, par le fait de l’autorité publique ou de l’existence d’un litige, qu’après l’expiration de la période imposable
à laquelle elles se rapportent effectivement) et les indemnités de dédit, le précompte professionnel (sans réduction) est
fixé suivant les taux prévus ci-après, eu égard à la rémunération de référence, c.-à-d. :
— soit le montant annuel de la rémunération brute normale payée ou attribuée en Belgique qui a été allouée au
bénéficiaire des revenus immédiatement avant la révision qui a entraîné le paiement des arriérés;
— soit la rémunération qui a servi de base à la fixation de l’indemnité de dédit ou, à défaut de telle référence, la
rémunération qui a été perçue par le bénéficiaire pendant sa dernière période d’activité normale au service de
l’employeur qui paie l’indemnité.
Rémunération de réference
Pourcentage de précompte professionnel dû
1
2
de 0,01 EUR à 9.400,00 EUR
26,75
de 9.400,01 EUR à 12.340,00 EUR
32,10
de 12.340,01 EUR à 17.265,00 EUR
42,80
de 17.265,01 EUR à 36.145,00 EUR
48,15
supérieur à 36.145,00 EUR
53,50
48011
48012
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
58. Rémunérations pour travail à la pièce
Le précompte professionnel dû sur les rémunérations allouées aux ouvriers travaillant à la pièce et dont les
prestations irrégulières et non contrôlées par l’employeur ne sont pas exprimées en journées, semaines, quinzaines ou
mois de travail, est déterminé d’après les règles prévues aux nos 51 à 55, compte tenu de la période à laquelle les
rémunérations se rapportent.
58bis. Revenus perçus par les sportifs dans le cadre d’une activité sportive, pour autant qu’ils aient atteint l’âge de
16 ans et qu’ils aient moins de 26 ans au 1er janvier 2009.
Le précompte professionnel est établi comme suit :
A. le revenu mensuel ne dépasse pas 1.383,00 EUR :
le précompte professionnel est égal à 16,66 p.c. de ce montant (sans réduction);
B. le revenu mensuel est supérieur à 1.383,00 EUR :
a) le précompte professionnel sur la première tranche de 1.383,00 EUR est égal à 230,40 EUR;
b) la différence entre le revenu mensuel et 1.383,00 EUR est arrondie au multiple inférieur de 15 EUR et ensuite le
précompte professionnel y est calculé selon le barème III;
c) le précompte professionnel dû est égal à a + b.
58ter Un précompte professionnel de 33,31 p.c. (sans réduction) est dû sur les revenus professionnels payés ou
attribués aux :
— sportifs pour leurs prestations sportives et pour autant qu’ils aient atteint l’âge de 26 ans au 1er janvier 2009;
— arbitres de compétitions sportives pour leurs prestations arbitrales;
— formateurs, entraîneurs et accompagnateurs pour leur activité de formation, d’encadrement ou de soutien des
sportifs;
à condition qu’ils perçoivent, d’une autre activité professionnelle, des revenus professionnels dont le montant brut
imposable total est plus élevé que le montant brut imposable total des revenus professionnels provenant de leurs
prestations précitées de sportif, d’arbitre, de formateur, d’entraîneur ou d’accompagnateur, tel que visé à l’article 171,
1°, i, du Code des impôts sur les revenus 1992.
Section 2. — Prépensions
59. Par dérogation au n° 23, le précompte professionnel dû sur les prépensions des travailleurs, payées ou
attribuées à des non-résidents autres que ceux repris aux nos 10, B et C, est déterminé conformément aux règles
suivantes.
60. Prépensions
Les indemnités payées ou attribuées aux travailleurs licenciés ou prépensionnés dans le cadre ou à l’occasion d’un
règlement de prépension, sont exonérées du précompte professionnel pour autant que leur montant total n’excède pas
le montant maximum prévu en matière d’allocations de chômage.
En ce qui concerne la partie du montant total de ces indemnités qui excède le montant maximum prévu ci-dessus
en matière d’allocations de chômage, les débiteurs de cette partie doivent retenir et verser le précompte professionnel.
Ce précompte professionnel est calculé sur le montant total des indemnités conformément aux règles prévues aux nos 61
et 62.
61. Prépensions mensuelles
A. Lorsque le montant total de ces indemnités mensuelles ne dépasse pas 7.500,00 EUR, le précompte professionnel
est déterminé suivant le barème III.
B. Lorsque le montant total de ces indemnités mensuelles dépasse 7.500,00 EUR, le précompte professionnel est
déterminé comme suit :
a) le montant total mensuel est arrondi au multiple inférieur de 15 EUR;
b) le précompte professionnel sur ce montant arrondi est égal à 3.571,43 EUR majorés de 53,50 p.c. de la partie du
montant total mensuel supérieure à 7.500,00 EUR.
62. Prépensions payées autrement que par mois
Pour les prépensions payées autrement que par mois, le précompte professionnel s’élève au trentième du produit
obtenu en multipliant le montant du précompte professionnel dû sur le montant total mensuel correspondant de la
prépension par le nombre de jours de la période à laquelle se rapporte la prépension.
Section 3. — Rémunérations des dirigeants d’entreprise
63. Par dérogation aux nos 44 à 49, le précompte professionnel dû sur les rémunérations des dirigeants d’entreprise,
payées ou attribuées à des non-résidents autres que ceux repris aux nos 42, B et C, est déterminé conformément aux
règles suivantes.
Sous-section 1re. — Rémunérations mensuelles brutes ne dépassant pas 7.500,00 EUR
64. Lorsque les rémunérations mensuelles brutes ne dépassent pas 7.500,00 EUR, le précompte professionnel est
déterminé suivant le barème III.
64bis. Le précompte professionnel déterminé suivant ce barème est diminué à concurrence de 30 p.c. :
— des retenues obligatoires effectuées en exécution d’un contrat d’assurance de groupe;
— des retenues obligatoires effectuées en exécution d’un règlement de prévoyance extra-légal d’assurance contre
la vieillesse et le décès prématuré;
— des retenues qui ont trait à la continuation à titre individuel d’un engagement de pension visée à l’article 1453,
alinéa 3, du CIR 92.
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Sous-section 2. — Rémunérations mensuelles brutes supérieures à 7.500,00 EUR
65. Lorsque les rémunérations mensuelles brutes dépassent 7.500,00 EUR, le précompte professionnel est
déterminé comme suit :
a) la rémunération mensuelle brute est arrondie au multiple inférieur de 15 EUR;
b) le précompte professionnel sur ce montant arrondi est égal à 3.517,93 EUR majorés de 53,50 p.c. de la partie de
la rémunération mensuelle brute supérieure à 7.500,00 EUR.
65bis. Le précompte professionnel déterminé conformément au n° 65 peut encore être diminué de la réduction pour
assurance de groupe et pour assurance extra-légale contre la vieillesse et le décès prématuré; cette réduction est reprise
au n° 64bis.
Sous-section 3. — Règles particulières
66. Paiements périodiques effectués autrement que par mois
Pour les rémunérations périodiques payées autrement que par mois, le précompte professionnel s’élève au
vingtième du produit obtenu en multipliant le montant du précompte professionnel dû, suivant la règle reprise au n° 64
ou 65, sur la rémunération mensuelle correspondante par le nombre de journées de travail de la période à laquelle se
rapporte la rémunération.
67. Rémunérations non périodiques
Le précompte professionnel dû sur les rémunérations non périodiques est égal à douze fois la différence entre :
— d’une part, le précompte qui, suivant les règles prévues aux nos 64 à 66, est dû sur un revenu égal aux
rémunérations périodiques du mois au cours duquel la rémunération non périodique est payée ou attribuée,
augmenté d’un douzième de la rémunération non périodique;
— d’autre part, le précompte qui, suivant les mêmes règles, est dû sur les rémunérations périodiques du mois au
cours duquel la rémunération non périodique est payée ou attribuée.
CHAPITRE VI. — Jetons de présence
68. Jetons de présence constituant des profits visés à l’article 23, § 1er, 2°, du Code des impôts sur les revenus 1992
Les jetons de présence payés ou attribués à des personnes pour lesquelles ces jetons de présence constituent des
profits visés à l’article 23, § 1er, 2°, du Code des impôts sur les revenus 1992 (membres des conseils provinciaux et
communaux, des conseils d’agglomération, des conseils d’aide sociale, des comités de gestion d’établissements ou
organismes publics, etc.), sont soumis au précompte professionnel, pour leur montant brut, aux taux repris au n° 24.
69. …
CHAPITRE VII
Prix, subsides, rentes ou pensions visés à l’article 90, 2°, du Code des impôts sur les revenus 1992
70. Base de perception et taux
Le précompte professionnel est dû au taux de 18,17 p.c. sur le montant brut des prix, subsides, rentes ou pensions
payés ou attribués, en Belgique, à des savants, écrivains ou artistes, par des pouvoirs publics ou par des organismes
publics sans but lucratif, belges ou étrangers, à l’exclusion des sommes payées ou attribuées à titre de rémunérations
pour services rendus et qui constituent des revenus professionnels.
Toutefois, le précompte professionnel est dû au taux de 26,75 p.c. sur le montant brut des prix, subsides, rentes ou
pensions payés ou attribués à des savants, écrivains ou artistes non-résidents, par des pouvoirs publics ou par des
organismes publics belges, à l’exclusion des sommes payées ou attribuées à titre de rémunérations pour services rendus
et qui constituent des revenus professionnels.
71. Exonération
En ce qui concerne les prix et subsides payés ou attribués pendant deux ans, aucun précompte professionnel n’est
dû sur la première tranche de 3.370,00 EUR.
En outre, les prix et subsides exonérés en vertu de l’article 53 du présent arrêté ne sont pas soumis au précompte
professionnel.
CHAPITRE VIII. — Rentes alimentaires et capitaux visés à l’article 90, 3° et 4°,
du Code des impôts sur les revenus 1992, versés à des non- habitants du Royaume
72. Rentes
Le précompte professionnel dû sur le montant des rentes visées à l’article 90, 3° et 4°, du Code des impôts sur les
revenus 1992, que des habitants du Royaume versent à des non-habitants du Royaume, est égal à 26,75 p.c. des 80 p.c.
du montant de ces rentes.
73. Capitaux
A. Lorsque les rentes visées au n° 72 sont remplacées par un capital payé à un non-résident qui a maintenu un foyer
d’habitation en Belgique durant toute la période imposable, le précompte professionnel est dû au taux de 26,75 p.c. des
80 p.c. du montant annuel de ces rentes.
Le montant annuel des rentes est fixé en appliquant au capital l’article 73 du présent arrêté.
B. Lorsque les rentes visées au n° 72 sont remplacées par un capital payé à un non-résident qui n’a pas maintenu
un foyer d’habitation en Belgique durant toute la période imposable, le précompte professionnel est dû au taux de
26,75 p.c. des 80 p.c. de ce capital.
48013
48014
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
CHAPITRE IX. — Revenus mentionnés à l’article 87, 5°, a à c, et e,
du présent arrêté, payés ou attribués à des non-résidents visés à la même disposition
74. Base de perception et taux
En ce qui concerne les revenus mentionnés à l’article 87, 5°, a à c, et e du présent arrêté, payés ou attribués à des
non-résidents visés au même article, le précompte professionnel dû est fixé suivant la distinction établie ci-après :
a) à 30,28 p.c. de leur montant brut en ce qui concerne les bénéfices et profits mentionnés à l’article 87, 5°, a;
b) conformément aux règles et aux taux prévus au n° 24, en ce qui concerne les revenus mentionnés à l’article 87,
5°, b;
c) à 3,40 p.c. du montant brut des primes relatives aux opérations traitées en Belgique en ce qui concerne les
bénéfices mentionnés à l’article 87, 5°, c;
d) à 32,29 p.c. de leur montant brut en ce qui concerne les bénéfices mentionnés à l’article 87, 5°, e.
CHAPITRE X. — Revenus des artistes du spectacle et des sportifs non-résidents
75. Base de perception et taux
Par dérogation aux dispositions des chapitres II et V et du n° 74, a et b, le précompte professionnel est fixé
uniformément à 18 p.c. du montant brut des revenus mentionnés à l’article 228, § 2, 8°, du Code des impôts sur les
revenus 1992, diminué d’un montant forfaitaire de frais repris dans le tableau ci-après :
Nature des frais
Montant
1. frais de déplacements :
300,00 EUR
2. frais de nourriture et autres menues dépenses :
37,50 EUR
3. frais de logement :
62,50 EUR
Total :
400,00 EUR
Le forfait est déterminé par redevable du précompte professionnel en fonction des jours de prestation en Belgique
pour lesquels l’artiste du spectacle ou le sportif est rétribué. Le nombre de jours de prestation doit toutefois être limité
par redevable du précompte professionnel pour chaque artiste du spectacle ou sportif à 10 jours par année civile.
Les montants suivants peuvent être pris en considération :
— 400,00 EUR pour le premier jour;
— 100,00 EUR pour chaque jour de prestation suivant.
En ce qui concerne toutefois les revenus des sportifs qui perçoivent personnellement des revenus professionnels
en tant que sportifs, en Belgique pendant la période imposable, durant une période supérieure à trente jours par
débiteur de revenus, le précompte professionnel est calculé conformément aux dispositions des chapitres II ou V;
CHAPITRE XI. — Bénéfices et profits des associés ou membres non résidents de sociétés civiles
ou associations sans personnalité juridique, visés à l’article 229, § 3, du Code des impôts sur les revenus 1992
76. Base de perception et taux
Les revenus de chaque associé ou membre visés à l’article 87, 7°, du présent arrêté sont soumis au précompte
professionnel suivant les distinctions suivantes :
A. Les revenus qui sont considérés comme attribués à des non-habitants du Royaume visés à l’article 227, 1°, du
Code des impôts sur les revenus 1992 : le précompte professionnel est fixé suivant les taux ci-après (sans réduction) :
Montant total des bénéfices
ou profits de chaque associé ou membre
Précompte professionnel dû
de 0,01 EUR à 7.700,00 EUR
26,75 p.c.
de 7.700,01 EUR à 10.460,00 EUR
2.059,75 EUR + 32,10 p.c. de la tranche au delà de 7.700,00 EUR
de 10.460,01 EUR à 15.150,00 EUR
2.945,71 EUR + 42,80 p.c. de la tranche au delà de 10.460,00 EUR
de 15.150,01 EUR à 33.460,00 EUR
4.953,03 EUR + 48,15 p.c. de la tranche au delà de 15.150,00 EUR
supérieur à 33.460,00 EUR
13.769,30 EUR + 53,50 p.c. de la tranche au delà de 33.460,00 EUR
B. Les revenus qui sont considérés comme attribués à des non-résidents visés à l’article 227, 2°, du Code précité :
le précompte professionnel est fixé uniformément à 33,99 p.c.
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
CHAPITRE XII. — Plus-values visées à l’article 87, 8°,
du présent arrêté, réalisées par des non-résidents, dans le cadre de leur activité professionnelle.
77. Les plus-values visées à l’article 87, 8°, du présent arrêté, déterminées conformément à l’article 235, 1° ou 2°,
du Code des impôts sur les revenus 1992 sont soumises au précompte professionnel, selon les distinctions suivantes :
A. Les plus-values réalisées par des non-résidents visés à l’article 227, 1°, du Code précité, sont soumises au
précompte professionnel aux taux fixés au n° 76, A (sans réduction).
Par dérogation à l’alinéa précédent, les plus-values réalisées sur des biens immobiliers affectés à l’exercice de
l’activité professionnelle depuis plus de 5 ans au moment de leur aliénation, sont soumises au précompte professionnel
au taux de 17,66 p.c. (sans réduction).
B. Plus-values réalisées par des non-résidents visés à l’article 227, 2°, du Code précité : le précompte professionnel
est fixé uniformément à 33,99 p.c.
CHAPITRE XIII. — Retenues complémentaires
78. Généralités
A. Les débiteurs du précompte professionnel DOIVENT, au plus tard à partir du premier paiement effectué au
cours du deuxième mois qui suit la date de la demande écrite qui leur en est faite par le bénéficiaire des revenus,
effectuer sur ceux-ci des retenues de précompte professionnel complémentaires à celles qui sont visées aux nos 1 à 74.
Ces retenues complémentaires doivent être faites, lors de chaque paiement ou attribution de revenus et elles
doivent consister en une somme fixe proposée par le bénéficiaire lui-même dans sa demande.
La demande précitée lie le bénéficiaire des revenus jusqu’à révocation de celle-ci. Une révocation n’aura d’effet
qu’à partir du premier paiement effectué au cours du troisième mois qui suit cette révocation.
B. Outre ce qui est prévu au point A, les débiteurs du précompte professionnel ONT LA FACULTE, sur demande
des bénéficiaires, de retenir sur les revenus qu’ils paient ou attribuent, des montants supérieurs à ceux déterminés
suivant les règles des nos 1 à 74.
79. Précompte professionnel visé à l’article 158 du Code des impôts sur les revenus 1992
En ce qui concerne les rémunérations mentionnées aux nos 42 à 49, les retenues complémentaires visées au n° 78
doivent, pour pouvoir être considérées comme précompte professionnel pour l’application de l’article 158 du Code des
impôts sur les revenus 1992 :
a) être opérées sur toutes les rémunérations fixes et variables que l’employeur paie ou attribue aux bénéficiaires,
au cours de l’année;
b) être versées au receveur des contributions dans le délai imparti;
c) en outre, lorsqu’il s’agit de retenues complémentaires visées au n° 78, B :
— soit, représenter une quotité uniforme du précompte professionnel dû, calculé comme il est indiqué aux nos 42
à 49;
— soit, représenter la différence entre le montant calculé à un taux forfaitaire pour l’année entière et le précompte
professionnel calculé conformément aux nos 42 à 49.
48015
LE PRECOMPTE PROFESSIONNEL QUI FIGURE AU BAREME PEUT ENCORE ETRE DIMINUE DES REDUCTIONS POUR ENFANTS A CHARGE ET POUR AUTRES CHARGES DE FAMILLE
(VOIR Nos 11A, 31A ET 44A DES REGLES D’APPLICATION).
LORSQU’UN REVENU SE SITUE ENTRE DEUX MONTANTS INDIQUES DANS LA COLONNE (1), LE PRECOMPTE PROFESSIONNEL DU EST CELUI QUI FIGURE EN REGARD DU MOINS
ELEVE DE CES DEUX MONTANTS.
LES MONTANTS INDIQUES DANS LA COLONNE (1) REPRESENTENT LES REVENUS BRUTS DIMINUES DES RETENUES ET CHARGES VISEES AU N° 1 DES REGLES D’APPLICATION.
PAYEES OU ATTRIBUEES PAR MOIS A PARTIR DU 1er OCTOBRE 2008.
— LES PENSIONS ET RENTES : COLONNE (4)
— LES REMUNERATIONS DES DIRIGEANTS D’ENTREPRISE : COLONNE (3)
— LES REMUNERATIONS DES TRAVAILLEURS : COLONNE (2)
PRECOMPTE PROFESSIONNEL DU SUR :
— LORSQUE LE CONJOINT DU BENEFICIAIRE DES REVENUS A EGALEMENT DES REVENUS PROFESSIONNELS PROPRES.
— LORSQUE LE BENEFICIAIRE DES REVENUS EST UN ISOLE;
CE BAREME EST APPLICABLE :
BAREME I
48016
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
10,78
14,60
18,41
22,22
26,03
1,49
5,10
8,71
12,32
15,93
19,54
23,16
26,77
30,38
33,99
37,60
41,21
44,82
48,43
510,00
525,00
540,00
555,00
570,00
585,00
600,00
615,00
630,00
645,00
660,00
675,00
690,00
705,00
720,00
735,00
750,00
765,00
80,14
75,56
70,99
66,42
61,84
57,27
52,71
48,90
45,09
41,28
37,47
33,66
29,84
6,97
495,00
(3)
3,16
(2)
480,00
(1)
(4)
1065,00
1050,00
1035,00
1020,00
1005,00
990,00
975,00
960,00
945,00
930,00
915,00
900,00
885,00
870,00
855,00
840,00
825,00
810,00
795,00
780,00
(1)
141,62
135,52
129,42
124,16
119,58
115,01
110,43
105,86
101,28
96,71
92,14
87,56
82,99
78,41
73,84
69,26
64,89
60,56
56,22
52,05
(2)
186,61
180,51
174,41
168,31
162,22
156,12
150,02
143,92
137,82
131,72
125,88
121,31
116,73
112,16
107,58
103,01
98,44
93,86
89,29
84,71
(3)
25,90
19,48
13,06
6,64
0,22
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48017
(2)
147,72
153,82
159,92
166,01
172,11
178,21
184,31
190,41
196,51
202,61
208,71
214,81
220,91
227,00
233,10
239,20
245,30
251,40
257,50
263,60
(1)
1080,00
1095,00
1110,00
1125,00
1140,00
1155,00
1170,00
1185,00
1200,00
1215,00
1230,00
1245,00
1260,00
1275,00
1290,00
1305,00
1320,00
1335,00
1350,00
1365,00
310,42
303,56
296,70
290,29
284,20
278,10
272,00
265,90
259,80
253,70
247,60
241,50
235,40
229,30
223,21
217,11
211,01
204,91
198,81
192,71
(3)
159,79
152,56
145,34
138,12
130,90
123,67
116,45
109,36
102,94
96,52
90,10
83,68
77,26
70,84
64,42
58,00
51,58
45,16
38,74
32,32
(4)
1665,00
1650,00
1635,00
1620,00
1605,00
1590,00
1575,00
1560,00
1545,00
1530,00
1515,00
1500,00
1485,00
1470,00
1455,00
1440,00
1425,00
1410,00
1395,00
1380,00
(1)
399,64
392,64
385,63
378,62
371,62
364,61
357,61
350,60
343,60
336,59
329,58
322,58
315,57
308,57
301,56
294,55
288,26
282,03
275,80
269,70
(2)
447,65
440,79
433,93
427,07
420,21
413,34
406,48
399,62
392,76
385,90
379,04
372,18
365,32
358,45
351,59
344,73
337,87
331,01
324,15
317,29
(3)
304,24
297,01
289,79
282,57
275,35
268,12
260,90
253,68
246,46
239,23
232,01
224,79
217,57
210,34
203,12
195,90
188,68
181,45
174,23
167,01
(4)
48018
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
406,65
413,65
420,66
427,67
434,67
441,68
448,68
455,69
462,69
469,70
476,71
483,71
490,72
497,72
504,73
511,74
518,74
525,75
532,75
539,76
(1)
1680,00
1695,00
1710,00
1725,00
1740,00
1755,00
1770,00
1785,00
1800,00
1815,00
1830,00
1845,00
1860,00
1875,00
1890,00
1905,00
1920,00
1935,00
1950,00
1965,00
584,88
578,02
571,16
564,30
557,43
550,57
543,71
536,85
529,99
523,13
516,27
509,40
502,54
495,68
488,82
481,96
475,10
468,24
461,37
454,51
(3)
469,81
461,49
453,17
444,85
436,53
428,22
419,90
411,58
403,26
394,94
386,63
378,31
369,99
361,67
353,35
345,04
336,72
328,40
320,08
311,76
(4)
2265,00
2250,00
2235,00
2220,00
2205,00
2190,00
2175,00
2160,00
2145,00
2130,00
2115,00
2100,00
2085,00
2070,00
2055,00
2040,00
2025,00
2010,00
1995,00
1980,00
(1)
679,88
672,87
665,86
658,86
651,85
644,85
637,84
630,83
623,83
616,82
609,82
602,81
595,81
588,80
581,79
574,79
567,78
560,78
553,77
546,76
(2)
722,11
715,25
708,38
701,52
694,66
687,80
680,94
674,08
667,22
660,35
653,49
646,63
639,77
632,91
626,05
619,19
612,32
605,46
598,60
591,74
(3)
636,17
627,85
619,53
611,21
602,90
594,58
586,26
577,94
569,62
561,30
552,99
544,67
536,35
528,03
519,71
511,40
503,08
494,76
486,44
478,12
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48019
(2)
686,88
693,89
700,89
707,90
714,90
721,91
728,92
735,92
742,93
749,93
756,94
763,95
770,95
777,96
784,96
791,97
798,97
805,98
812,99
819,99
(1)
2280,00
2295,00
2310,00
2325,00
2340,00
2355,00
2370,00
2385,00
2400,00
2415,00
2430,00
2445,00
2460,00
2475,00
2490,00
2505,00
2520,00
2535,00
2550,00
2565,00
859,33
852,47
845,61
838,75
831,89
825,03
818,17
811,30
804,44
797,58
790,72
783,86
777,00
770,14
763,28
756,41
749,55
742,69
735,83
728,97
(3)
802,53
794,21
785,89
777,57
769,26
760,94
752,62
744,30
735,98
727,67
719,35
711,03
702,71
694,39
686,08
677,76
669,44
661,12
652,80
644,49
(4)
2865,00
2850,00
2835,00
2820,00
2805,00
2790,00
2775,00
2760,00
2745,00
2730,00
2715,00
2700,00
2685,00
2670,00
2655,00
2640,00
2625,00
2610,00
2595,00
2580,00
(1)
960,11
953,10
946,10
939,09
932,08
925,08
918,07
911,07
904,06
897,06
890,05
883,04
876,04
869,03
862,03
855,02
848,02
841,01
834,00
827,00
(2)
996,56
989,70
982,84
975,98
969,12
962,25
955,39
948,53
941,67
934,81
927,95
921,09
914,23
907,36
900,50
893,64
886,78
879,92
873,06
866,20
(3)
972,99
963,87
954,75
945,63
936,51
927,39
918,98
910,66
902,34
894,03
885,71
877,39
869,07
860,75
852,44
844,12
835,80
827,48
819,16
810,85
(4)
48020
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
967,11
974,12
981,13
988,13
995,14
1002,14
1009,15
1016,15
1023,16
1030,34
1038,12
1045,91
1053,69
1061,48
1069,26
1077,04
1084,83
1092,61
1100,40
1108,18
(1)
2880,00
2895,00
2910,00
2925,00
2940,00
2955,00
2970,00
2985,00
3000,00
3015,00
3030,00
3045,00
3060,00
3075,00
3090,00
3105,00
3120,00
3135,00
3150,00
3165,00
1145,48
1137,85
1130,23
1122,60
1114,98
1107,36
1099,73
1092,11
1084,49
1076,86
1069,24
1061,61
1053,99
1046,37
1038,74
1031,12
1024,01
1017,15
1010,28
1003,42
(3)
1155,40
1146,28
1137,16
1128,04
1118,92
1109,80
1100,68
1091,56
1082,44
1073,32
1064,19
1055,07
1045,95
1036,83
1027,71
1018,59
1009,47
1000,35
991,23
982,11
(4)
3465,00
3450,00
3435,00
3420,00
3405,00
3390,00
3375,00
3360,00
3345,00
3330,00
3315,00
3300,00
3285,00
3270,00
3255,00
3240,00
3225,00
3210,00
3195,00
3180,00
(1)
1263,87
1256,08
1248,30
1240,51
1232,73
1224,94
1217,16
1209,38
1201,59
1193,81
1186,02
1178,24
1170,46
1162,67
1154,89
1147,10
1139,32
1131,53
1123,75
1115,97
(2)
1297,95
1290,33
1282,70
1275,08
1267,46
1259,83
1252,21
1244,58
1236,96
1229,34
1221,71
1214,09
1206,47
1198,84
1191,22
1183,59
1175,97
1168,35
1160,72
1153,10
(3)
1329,47
1321,45
1313,42
1305,40
1297,37
1289,35
1281,32
1273,30
1264,85
1255,73
1246,61
1237,48
1228,36
1219,24
1210,12
1201,00
1191,88
1182,76
1173,64
1164,52
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48021
(2)
1271,65
1279,43
1287,22
1295,00
1302,79
1310,57
1318,36
1326,14
1333,92
1341,71
1349,49
1357,28
1365,06
1372,85
1380,63
1388,41
1396,20
1403,98
1411,77
1419,55
(1)
3480,00
3495,00
3510,00
3525,00
3540,00
3555,00
3570,00
3585,00
3600,00
3615,00
3630,00
3645,00
3660,00
3675,00
3690,00
3705,00
3720,00
3735,00
3750,00
3765,00
1450,43
1442,80
1435,18
1427,55
1419,93
1412,31
1404,68
1397,06
1389,44
1381,81
1374,19
1366,56
1358,94
1351,32
1343,69
1336,07
1328,45
1320,82
1313,20
1305,57
(3)
1489,97
1481,95
1473,92
1465,90
1457,87
1449,85
1441,82
1433,80
1425,77
1417,75
1409,72
1401,70
1393,67
1385,65
1377,62
1369,60
1361,57
1353,55
1345,52
1337,50
(4)
4065,00
4050,00
4035,00
4020,00
4005,00
3990,00
3975,00
3960,00
3945,00
3930,00
3915,00
3900,00
3885,00
3870,00
3855,00
3840,00
3825,00
3810,00
3795,00
3780,00
(1)
1575,24
1567,45
1559,67
1551,88
1544,10
1536,31
1528,53
1520,75
1512,96
1505,18
1497,39
1489,61
1481,83
1474,04
1466,26
1458,47
1450,69
1442,90
1435,12
1427,34
(2)
1602,90
1595,28
1587,65
1580,03
1572,41
1564,78
1557,16
1549,53
1541,91
1534,29
1526,66
1519,04
1511,42
1503,79
1496,17
1488,54
1480,92
1473,30
1465,67
1458,05
(3)
1650,47
1642,45
1634,42
1626,40
1618,37
1610,35
1602,32
1594,30
1586,27
1578,25
1570,22
1562,20
1554,17
1546,15
1538,12
1530,10
1522,07
1514,05
1506,02
1498,00
(4)
48022
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
1583,02
1590,80
1598,59
1606,37
1614,16
1621,94
1629,73
1637,51
1645,29
1653,08
1660,86
1668,65
1676,43
1684,22
1692,00
1699,78
1707,57
1715,35
1723,14
1730,92
(1)
4080,00
4095,00
4110,00
4125,00
4140,00
4155,00
4170,00
4185,00
4200,00
4215,00
4230,00
4245,00
4260,00
4275,00
4290,00
4305,00
4320,00
4335,00
4350,00
4365,00
1755,38
1747,75
1740,13
1732,50
1724,88
1717,26
1709,63
1702,01
1694,39
1686,76
1679,14
1671,51
1663,89
1656,27
1648,64
1641,02
1633,40
1625,77
1618,15
1610,52
(3)
1810,97
1802,95
1794,92
1786,90
1778,87
1770,85
1762,82
1754,80
1746,77
1738,75
1730,72
1722,70
1714,67
1706,65
1698,62
1690,60
1682,57
1674,55
1666,52
1658,50
(4)
4665,00
4650,00
4635,00
4620,00
4605,00
4590,00
4575,00
4560,00
4545,00
4530,00
4515,00
4500,00
4485,00
4470,00
4455,00
4440,00
4425,00
4410,00
4395,00
4380,00
(1)
1886,61
1878,82
1871,04
1863,25
1855,47
1847,68
1839,90
1832,12
1824,33
1816,55
1808,76
1800,98
1793,20
1785,41
1777,63
1769,84
1762,06
1754,27
1746,49
1738,71
(2)
1907,85
1900,23
1892,60
1884,98
1877,36
1869,73
1862,11
1854,48
1846,86
1839,24
1831,61
1823,99
1816,37
1808,74
1801,12
1793,49
1785,87
1778,25
1770,62
1763,00
(3)
1971,47
1963,45
1955,42
1947,40
1939,37
1931,35
1923,32
1915,30
1907,27
1899,25
1891,22
1883,20
1875,17
1867,15
1859,12
1851,10
1843,07
1835,05
1827,02
1819,00
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48023
(2)
1894,39
1902,17
1909,96
1917,74
1925,53
1933,31
1941,10
1948,88
1956,66
1964,45
1972,23
1980,02
1987,80
1995,59
2003,37
2011,15
2018,94
2026,84
2034,87
2042,89
(1)
4680,00
4695,00
4710,00
4725,00
4740,00
4755,00
4770,00
4785,00
4800,00
4815,00
4830,00
4845,00
4860,00
4875,00
4890,00
4905,00
4920,00
4935,00
4950,00
4965,00
2060,33
2052,70
2045,08
2037,45
2029,83
2022,21
2014,58
2006,96
1999,34
1991,71
1984,09
1976,46
1968,84
1961,22
1953,59
1945,97
1938,35
1930,72
1923,10
1915,47
(3)
2131,97
2123,95
2115,92
2107,90
2099,87
2091,85
2083,82
2075,80
2067,77
2059,75
2051,72
2043,70
2035,67
2027,65
2019,62
2011,60
2003,57
1995,55
1987,52
1979,50
(4)
5265,00
5250,00
5235,00
5220,00
5205,00
5190,00
5175,00
5160,00
5145,00
5130,00
5115,00
5100,00
5085,00
5070,00
5055,00
5040,00
5025,00
5010,00
4995,00
4980,00
(1)
2203,39
2195,37
2187,34
2179,32
2171,29
2163,27
2155,24
2147,22
2139,19
2131,17
2123,14
2115,12
2107,09
2099,07
2091,04
2083,02
2074,99
2066,97
2058,94
2050,92
(2)
2212,80
2205,18
2197,55
2189,93
2182,31
2174,68
2167,06
2159,43
2151,81
2144,19
2136,56
2128,94
2121,32
2113,69
2106,07
2098,44
2090,82
2083,20
2075,57
2067,95
(3)
2292,47
2284,45
2276,42
2268,40
2260,37
2252,35
2244,32
2236,30
2228,27
2220,25
2212,22
2204,20
2196,17
2188,15
2180,12
2172,10
2164,07
2156,05
2148,02
2140,00
(4)
48024
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
2211,42
2219,44
2227,47
2235,49
2243,52
2251,54
2259,57
2267,59
2275,62
2283,64
2291,67
2299,69
2307,72
2315,74
2323,77
2331,79
2339,82
2347,84
2355,87
2363,89
(1)
5280,00
5295,00
5310,00
5325,00
5340,00
5355,00
5370,00
5385,00
5400,00
5415,00
5430,00
5445,00
5460,00
5475,00
5490,00
5505,00
5520,00
5535,00
5550,00
5565,00
2365,28
2357,65
2350,03
2342,40
2334,78
2327,16
2319,53
2311,91
2304,29
2296,66
2289,04
2281,41
2273,79
2266,17
2258,54
2250,92
2243,30
2235,67
2228,05
2220,42
(3)
2452,97
2444,95
2436,92
2428,90
2420,87
2412,85
2404,82
2396,80
2388,77
2380,75
2372,72
2364,70
2356,67
2348,65
2340,62
2332,60
2324,57
2316,55
2308,52
2300,50
(4)
5865,00
5850,00
5835,00
5820,00
5805,00
5790,00
5775,00
5760,00
5745,00
5730,00
5715,00
5700,00
5685,00
5670,00
5655,00
5640,00
5625,00
5610,00
5595,00
5580,00
(1)
2524,39
2516,37
2508,34
2500,32
2492,29
2484,27
2476,24
2468,22
2460,19
2452,17
2444,14
2436,12
2428,09
2420,07
2412,04
2404,02
2395,99
2387,97
2379,94
2371,92
(2)
2524,39
2516,37
2508,34
2500,32
2492,29
2484,27
2476,24
2468,22
2460,19
2452,17
2444,14
2436,12
2428,09
2420,07
2412,04
2404,02
2395,99
2388,15
2380,52
2372,90
(3)
2613,47
2605,45
2597,42
2589,40
2581,37
2573,35
2565,32
2557,30
2549,27
2541,25
2533,22
2525,20
2517,17
2509,15
2501,12
2493,10
2485,07
2477,05
2469,02
2461,00
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48025
(2)
2532,42
2540,44
2548,47
2556,49
2564,52
2572,54
2580,57
2588,59
2596,62
2604,64
2612,67
2620,69
2628,72
2636,74
2644,77
2652,79
2660,82
2668,84
2676,87
2684,89
(1)
5880,00
5895,00
5910,00
5925,00
5940,00
5955,00
5970,00
5985,00
6000,00
6015,00
6030,00
6045,00
6060,00
6075,00
6090,00
6105,00
6120,00
6135,00
6150,00
6165,00
2684,89
2676,87
2668,84
2660,82
2652,79
2644,77
2636,74
2628,72
2620,69
2612,67
2604,64
2596,62
2588,59
2580,57
2572,54
2564,52
2556,49
2548,47
2540,44
2532,42
(3)
2773,97
2765,95
2757,92
2749,90
2741,87
2733,85
2725,82
2717,80
2709,77
2701,75
2693,72
2685,70
2677,67
2669,65
2661,62
2653,60
2645,57
2637,55
2629,52
2621,50
(4)
6465,00
6450,00
6435,00
6420,00
6405,00
6390,00
6375,00
6360,00
6345,00
6330,00
6315,00
6300,00
6285,00
6270,00
6255,00
6240,00
6225,00
6210,00
6195,00
6180,00
(1)
2845,39
2837,37
2829,34
2821,32
2813,29
2805,27
2797,24
2789,22
2781,19
2773,17
2765,14
2757,12
2749,09
2741,07
2733,04
2725,02
2716,99
2708,97
2700,94
2692,92
(2)
2845,39
2837,37
2829,34
2821,32
2813,29
2805,27
2797,24
2789,22
2781,19
2773,17
2765,14
2757,12
2749,09
2741,07
2733,04
2725,02
2716,99
2708,97
2700,94
2692,92
(3)
2934,47
2926,45
2918,42
2910,40
2902,37
2894,35
2886,32
2878,30
2870,27
2862,25
2854,22
2846,20
2838,17
2830,15
2822,12
2814,10
2806,07
2798,05
2790,02
2782,00
(4)
48026
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
2853,42
2861,44
2869,47
2877,49
2885,52
2893,54
2901,57
2909,59
2917,62
2925,64
2933,67
2941,69
2949,72
2957,74
2965,77
2973,79
2981,82
2989,84
2997,87
3005,89
(1)
6480,00
6495,00
6510,00
6525,00
6540,00
6555,00
6570,00
6585,00
6600,00
6615,00
6630,00
6645,00
6660,00
6675,00
6690,00
6705,00
6720,00
6735,00
6750,00
6765,00
3005,89
2997,87
2989,84
2981,82
2973,79
2965,77
2957,74
2949,72
2941,69
2933,67
2925,64
2917,62
2909,59
2901,57
2893,54
2885,52
2877,49
2869,47
2861,44
2853,42
(3)
3094,97
3086,95
3078,92
3070,90
3062,87
3054,85
3046,82
3038,80
3030,77
3022,75
3014,72
3006,70
2998,67
2990,65
2982,62
2974,60
2966,57
2958,55
2950,52
2942,50
(4)
7065,00
7050,00
7035,00
7020,00
7005,00
6990,00
6975,00
6960,00
6945,00
6930,00
6915,00
6900,00
6885,00
6870,00
6855,00
6840,00
6825,00
6810,00
6795,00
6780,00
(1)
3166,39
3158,37
3150,34
3142,32
3134,29
3126,27
3118,24
3110,22
3102,19
3094,17
3086,14
3078,12
3070,09
3062,07
3054,04
3046,02
3037,99
3029,97
3021,94
3013,92
(2)
3166,39
3158,37
3150,34
3142,32
3134,29
3126,27
3118,24
3110,22
3102,19
3094,17
3086,14
3078,12
3070,09
3062,07
3054,04
3046,02
3037,99
3029,97
3021,94
3013,92
(3)
3255,47
3247,45
3239,42
3231,40
3223,37
3215,35
3207,32
3199,30
3191,27
3183,25
3175,22
3167,20
3159,17
3151,15
3143,12
3135,10
3127,07
3119,05
3111,02
3103,00
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48027
(2)
3174,42
3182,44
3190,47
3198,49
3206,52
3214,54
3222,57
3230,59
3238,62
3246,64
3254,67
3262,69
3270,72
3278,74
3286,77
3294,79
3302,82
3310,84
3318,87
3326,89
(1)
7080,00
7095,00
7110,00
7125,00
7140,00
7155,00
7170,00
7185,00
7200,00
7215,00
7230,00
7245,00
7260,00
7275,00
7290,00
7305,00
7320,00
7335,00
7350,00
7365,00
3326,89
3318,87
3310,84
3302,82
3294,79
3286,77
3278,74
3270,72
3262,69
3254,67
3246,64
3238,62
3230,59
3222,57
3214,54
3206,52
3198,49
3190,47
3182,44
3174,42
(3)
3415,97
3407,95
3399,92
3391,90
3383,87
3375,85
3367,82
3359,80
3351,77
3343,75
3335,72
3327,70
3319,67
3311,65
3303,62
3295,60
3287,57
3279,55
3271,52
3263,50
(4)
7500,00
7485,00
7470,00
7455,00
7440,00
7425,00
7410,00
7395,00
7380,00
(1)
3399,12
3391,09
3383,07
3375,04
3367,02
3358,99
3350,97
3342,94
3334,92
(2)
3399,12
3391,09
3383,07
3375,04
3367,02
3358,99
3350,97
3342,94
3334,92
(3)
3488,20
3480,17
3472,15
3464,12
3456,10
3448,07
3440,05
3432,02
3424,00
(4)
48028
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
LE PRECOMPTE PROFESSIONNEL QUI FIGURE AU BAREME PEUT ENCORE ETRE DIMINUE DES REDUCTIONS POUR ENFANTS A CHARGE ET POUR AUTRES CHARGES DE FAMILLE
(VOIR Nos 12, 32 ET 45 DES REGLES D’APPLICATION).
LORSQU’UN REVENU SE SITUE ENTRE DEUX MONTANTS INDIQUES DANS LA COLONNE (1), LE PRECOMPTE PROFESSIONNEL DU EST CELUI QUI FIGURE EN REGARD DU MOINS
ELEVE DE CES DEUX MONTANTS.
LES MONTANTS INDIQUES DANS LA COLONNE (1) REPRESENTENT LES REVENUS BRUTS DIMINUES DES RETENUES ET CHARGES VISEES AU N° 1 DES REGLES D’APPLICATION.
PAYEES OU ATTRIBUEES PAR MOIS A PARTIR DU 1er OCTOBRE 2008.
— LES PENSIONS ET RENTES : COLONNE (4)
— LES REMUNERATIONS DES DIRIGEANTS D’ENTREPRISE : COLONNE (3)
— LES REMUNERATIONS DES TRAVAILLEURS : COLONNE (2)
PRECOMPTE PROFESSIONNEL DU SUR :
CE BAREME EST APPLICABLE LORSQUE LE CONJOINT DU BENEFICIAIRE DES REVENUS N’A PAS DE REVENUS PROFESSIONNELS PROPRES.
BAREME II
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48029
10,50
14,84
19,19
23,53
27,88
32,22
1,08
4,89
8,86
13,20
17,55
21,89
26,24
30,59
34,93
39,28
43,62
47,97
52,31
975,00
990,00
1005,00
1020,00
1035,00
1050,00
1065,00
1080,00
1095,00
1110,00
1125,00
1140,00
1155,00
1170,00
1185,00
1200,00
1215,00
1230,00
84,37
80,02
75,68
71,33
66,99
62,64
58,30
53,95
49,61
45,26
40,92
36,57
6,33
960,00
(3)
2,51
(2)
945,00
(1)
(4)
1530,00
1515,00
1500,00
1485,00
1470,00
1455,00
1440,00
1425,00
1410,00
1395,00
1380,00
1365,00
1350,00
1335,00
1320,00
1305,00
1290,00
1275,00
1260,00
1245,00
(1)
147,98
142,45
136,93
131,40
125,87
120,35
114,82
109,29
104,56
100,12
95,77
91,42
87,08
82,73
78,39
74,04
69,69
65,35
61,00
56,66
(2)
186,88
181,47
176,05
170,64
165,23
159,82
154,40
148,99
143,58
138,16
132,75
127,34
121,93
116,51
111,10
106,10
101,75
97,41
93,06
88,72
(3)
32,44
26,74
21,04
15,35
9,65
3,95
(4)
48030
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
153,51
159,03
164,56
170,09
175,61
181,14
186,67
192,19
197,72
203,25
208,78
214,30
219,83
225,36
230,88
236,41
241,94
247,46
252,99
258,52
(1)
1545,00
1560,00
1575,00
1590,00
1605,00
1620,00
1635,00
1650,00
1665,00
1680,00
1695,00
1710,00
1725,00
1740,00
1755,00
1770,00
1785,00
1800,00
1815,00
1830,00
295,14
289,72
284,31
278,90
273,49
268,07
262,66
257,25
251,83
246,42
241,01
235,60
230,18
224,77
219,36
213,94
208,53
203,12
197,71
192,29
(3)
158,64
151,29
144,07
137,27
130,48
123,69
116,89
110,10
103,31
96,51
89,72
83,72
78,02
72,32
66,62
60,93
55,23
49,53
43,83
38,14
(4)
2130,00
2115,00
2100,00
2085,00
2070,00
2055,00
2040,00
2025,00
2010,00
1995,00
1980,00
1965,00
1950,00
1935,00
1920,00
1905,00
1890,00
1875,00
1860,00
1845,00
(1)
373,90
367,83
361,76
355,69
349,62
343,54
337,47
331,40
325,33
319,31
313,78
308,26
302,73
297,20
291,68
286,15
280,62
275,10
269,57
264,04
(2)
411,63
405,68
399,74
393,79
387,84
381,90
375,95
370,00
364,06
358,11
352,17
346,22
340,27
334,33
328,38
322,43
316,79
311,38
305,96
300,55
(3)
305,74
298,39
291,03
283,68
276,32
268,97
261,61
254,26
246,90
239,55
232,19
224,84
217,48
210,13
202,77
195,42
188,06
180,71
173,35
166,00
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48031
(2)
379,98
386,05
392,12
398,19
404,26
410,33
416,41
422,48
428,55
434,62
440,69
446,76
452,84
458,91
465,18
471,48
477,79
484,09
490,40
496,71
(1)
2145,00
2160,00
2175,00
2190,00
2205,00
2220,00
2235,00
2250,00
2265,00
2280,00
2295,00
2310,00
2325,00
2340,00
2355,00
2370,00
2385,00
2400,00
2415,00
2430,00
533,28
527,11
520,93
514,76
508,58
502,41
496,23
490,06
483,88
477,71
471,53
465,36
459,20
453,26
447,31
441,36
435,42
429,47
423,52
417,58
(3)
457,52
449,92
442,33
434,73
427,13
419,54
411,94
404,35
396,75
389,15
381,56
373,96
366,37
358,77
351,18
343,58
335,98
328,39
320,79
313,20
(4)
2730,00
2715,00
2700,00
2685,00
2670,00
2655,00
2640,00
2625,00
2610,00
2595,00
2580,00
2565,00
2550,00
2535,00
2520,00
2505,00
2490,00
2475,00
2460,00
2445,00
(1)
623,00
616,51
610,20
603,89
597,59
591,28
584,98
578,67
572,37
566,06
559,76
553,45
547,15
540,84
534,54
528,23
521,93
515,62
509,32
503,01
(2)
660,76
653,89
647,03
640,17
633,31
626,45
619,74
613,56
607,39
601,21
595,04
588,86
582,69
576,51
570,34
564,16
557,98
551,81
545,63
539,46
(3)
619,97
611,65
603,34
595,02
586,70
578,38
570,06
561,75
553,43
545,11
536,79
528,47
520,16
511,84
503,52
495,50
487,90
480,30
472,71
465,11
(4)
48032
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
630,01
637,01
644,02
651,02
658,03
665,04
672,04
679,05
686,05
693,06
700,07
707,07
714,08
721,08
728,09
735,09
742,10
749,11
756,11
763,12
(1)
2745,00
2760,00
2775,00
2790,00
2805,00
2820,00
2835,00
2850,00
2865,00
2880,00
2895,00
2910,00
2925,00
2940,00
2955,00
2970,00
2985,00
3000,00
3015,00
3030,00
797,98
791,12
784,26
777,40
770,54
763,68
756,81
749,95
743,09
736,23
729,37
722,51
715,65
708,78
701,92
695,06
688,20
681,34
674,48
667,62
(3)
786,33
778,01
769,70
761,38
753,06
744,74
736,42
728,11
719,79
711,47
703,15
694,83
686,52
678,20
669,88
661,56
653,24
644,93
636,61
628,29
(4)
3330,00
3315,00
3300,00
3285,00
3270,00
3255,00
3240,00
3225,00
3210,00
3195,00
3180,00
3165,00
3150,00
3135,00
3120,00
3105,00
3090,00
3075,00
3060,00
3045,00
(1)
903,23
896,23
889,22
882,22
875,21
868,21
861,20
854,19
847,19
840,18
833,18
826,17
819,16
812,16
805,15
798,15
791,14
784,14
777,13
770,12
(2)
935,21
928,35
921,49
914,63
907,76
900,90
894,04
887,18
880,32
873,46
866,60
859,74
852,87
846,01
839,15
832,29
825,43
818,57
811,71
804,84
(3)
952,69
944,37
936,06
927,74
919,42
911,10
902,78
894,47
886,15
877,83
869,51
861,19
852,88
844,56
836,24
827,92
819,60
811,29
802,97
794,65
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48033
(2)
910,24
917,25
924,25
931,26
938,26
945,27
952,28
959,28
966,29
973,29
980,30
987,30
994,31
1001,32
1008,32
1015,33
1022,33
1029,34
1036,35
1043,35
(1)
3345,00
3360,00
3375,00
3390,00
3405,00
3420,00
3435,00
3450,00
3465,00
3480,00
3495,00
3510,00
3525,00
3540,00
3555,00
3570,00
3585,00
3600,00
3615,00
3630,00
1072,44
1065,58
1058,72
1051,85
1044,99
1038,13
1031,27
1024,41
1017,55
1010,69
1003,82
996,96
990,10
983,24
976,38
969,52
962,66
955,79
948,93
942,07
(3)
1103,39
1095,36
1087,34
1079,31
1071,29
1063,26
1055,33
1048,11
1040,88
1033,66
1026,44
1019,22
1011,99
1004,77
997,55
990,33
983,10
975,88
968,66
961,01
(4)
3930,00
3915,00
3900,00
3885,00
3870,00
3855,00
3840,00
3825,00
3810,00
3795,00
3780,00
3765,00
3750,00
3735,00
3720,00
3705,00
3690,00
3675,00
3660,00
3645,00
(1)
1190,82
1183,04
1175,25
1167,47
1159,68
1151,90
1144,11
1136,33
1128,55
1120,76
1113,41
1106,40
1099,40
1092,39
1085,39
1078,38
1071,37
1064,37
1057,36
1050,36
(2)
1219,93
1212,31
1204,68
1197,06
1189,43
1181,81
1174,19
1166,56
1158,94
1151,32
1143,69
1136,07
1128,44
1120,82
1113,61
1106,74
1099,88
1093,02
1086,16
1079,30
(3)
1263,89
1255,86
1247,84
1239,81
1231,79
1223,76
1215,74
1207,71
1199,69
1191,66
1183,64
1175,61
1167,59
1159,56
1151,54
1143,51
1135,49
1127,46
1119,44
1111,41
(4)
48034
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
1198,60
1206,39
1214,17
1221,96
1229,74
1237,53
1245,31
1253,09
1260,88
1268,66
1276,45
1284,23
1292,02
1299,80
1307,58
1315,37
1323,15
1330,94
1338,72
1346,51
(1)
3945,00
3960,00
3975,00
3990,00
4005,00
4020,00
4035,00
4050,00
4065,00
4080,00
4095,00
4110,00
4125,00
4140,00
4155,00
4170,00
4185,00
4200,00
4215,00
4230,00
1372,40
1364,78
1357,16
1349,53
1341,91
1334,29
1326,66
1319,04
1311,41
1303,79
1296,17
1288,54
1280,92
1273,30
1265,67
1258,05
1250,42
1242,80
1235,18
1227,55
(3)
1424,39
1416,36
1408,34
1400,31
1392,29
1384,26
1376,24
1368,21
1360,19
1352,16
1344,14
1336,11
1328,09
1320,06
1312,04
1304,01
1295,99
1287,96
1279,94
1271,91
(4)
4530,00
4515,00
4500,00
4485,00
4470,00
4455,00
4440,00
4425,00
4410,00
4395,00
4380,00
4365,00
4350,00
4335,00
4320,00
4305,00
4290,00
4275,00
4260,00
4245,00
(1)
1502,19
1494,41
1486,62
1478,84
1471,05
1463,27
1455,48
1447,70
1439,92
1432,13
1424,35
1416,56
1408,78
1401,00
1393,21
1385,43
1377,64
1369,86
1362,07
1354,29
(2)
1524,88
1517,26
1509,63
1502,01
1494,38
1486,76
1479,14
1471,51
1463,89
1456,27
1448,64
1441,02
1433,39
1425,77
1418,15
1410,52
1402,90
1395,28
1387,65
1380,03
(3)
1584,89
1576,86
1568,84
1560,81
1552,79
1544,76
1536,74
1528,71
1520,69
1512,66
1504,64
1496,61
1488,59
1480,56
1472,54
1464,51
1456,49
1448,46
1440,44
1432,41
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48035
(2)
1509,97
1517,76
1525,54
1533,33
1541,11
1548,90
1556,68
1564,46
1572,25
1580,03
1587,82
1595,60
1603,39
1611,17
1618,95
1626,74
1634,52
1642,31
1650,09
1657,88
(1)
4545,00
4560,00
4575,00
4590,00
4605,00
4620,00
4635,00
4650,00
4665,00
4680,00
4695,00
4710,00
4725,00
4740,00
4755,00
4770,00
4785,00
4800,00
4815,00
4830,00
1677,35
1669,73
1662,11
1654,48
1646,86
1639,24
1631,61
1623,99
1616,36
1608,74
1601,12
1593,49
1585,87
1578,25
1570,62
1563,00
1555,37
1547,75
1540,13
1532,50
(3)
1745,39
1737,36
1729,34
1721,31
1713,29
1705,26
1697,24
1689,21
1681,19
1673,16
1665,14
1657,11
1649,09
1641,06
1633,04
1625,01
1616,99
1608,96
1600,94
1592,91
(4)
5130,00
5115,00
5100,00
5085,00
5070,00
5055,00
5040,00
5025,00
5010,00
4995,00
4980,00
4965,00
4950,00
4935,00
4920,00
4905,00
4890,00
4875,00
4860,00
4845,00
(1)
1816,81
1808,79
1800,76
1792,74
1784,71
1776,69
1768,66
1760,64
1752,61
1744,59
1736,56
1728,54
1720,51
1712,49
1704,58
1696,80
1689,01
1681,23
1673,44
1665,66
(2)
1829,83
1822,21
1814,58
1806,96
1799,33
1791,71
1784,09
1776,46
1768,84
1761,22
1753,59
1745,97
1738,34
1730,72
1723,10
1715,47
1707,85
1700,23
1692,60
1684,98
(3)
1905,89
1897,86
1889,84
1881,81
1873,79
1865,76
1857,74
1849,71
1841,69
1833,66
1825,64
1817,61
1809,59
1801,56
1793,54
1785,51
1777,49
1769,46
1761,44
1753,41
(4)
48036
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
1824,84
1832,86
1840,89
1848,91
1856,94
1864,96
1872,99
1881,01
1889,04
1897,06
1905,09
1913,11
1921,14
1929,16
1937,19
1945,21
1953,24
1961,26
1969,29
1977,31
(1)
5145,00
5160,00
5175,00
5190,00
5205,00
5220,00
5235,00
5250,00
5265,00
5280,00
5295,00
5310,00
5325,00
5340,00
5355,00
5370,00
5385,00
5400,00
5415,00
5430,00
1982,30
1974,68
1967,06
1959,43
1951,81
1944,19
1936,56
1928,94
1921,31
1913,69
1906,07
1898,44
1890,82
1883,20
1875,57
1867,95
1860,32
1852,70
1845,08
1837,45
(3)
2066,39
2058,36
2050,34
2042,31
2034,29
2026,26
2018,24
2010,21
2002,19
1994,16
1986,14
1978,11
1970,09
1962,06
1954,04
1946,01
1937,99
1929,96
1921,94
1913,91
(4)
5730,00
5715,00
5700,00
5685,00
5670,00
5655,00
5640,00
5625,00
5610,00
5595,00
5580,00
5565,00
5550,00
5535,00
5520,00
5505,00
5490,00
5475,00
5460,00
5445,00
(1)
2137,81
2129,79
2121,76
2113,74
2105,71
2097,69
2089,66
2081,64
2073,61
2065,59
2057,56
2049,54
2041,51
2033,49
2025,46
2017,44
2009,41
2001,39
1993,36
1985,34
(2)
2137,81
2129,79
2121,76
2113,74
2105,71
2097,69
2089,66
2081,64
2073,79
2066,17
2058,54
2050,92
2043,29
2035,67
2028,05
2020,42
2012,80
2005,18
1997,55
1989,93
(3)
2226,89
2218,86
2210,84
2202,81
2194,79
2186,76
2178,74
2170,71
2162,69
2154,66
2146,64
2138,61
2130,59
2122,56
2114,54
2106,51
2098,49
2090,46
2082,44
2074,41
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48037
(2)
2145,84
2153,86
2161,89
2169,91
2177,94
2185,96
2193,99
2202,01
2210,04
2218,06
2226,09
2234,11
2242,14
2250,16
2258,19
2266,21
2274,24
2282,26
2290,29
2298,31
(1)
5745,00
5760,00
5775,00
5790,00
5805,00
5820,00
5835,00
5850,00
5865,00
5880,00
5895,00
5910,00
5925,00
5940,00
5955,00
5970,00
5985,00
6000,00
6015,00
6030,00
2298,31
2290,29
2282,26
2274,24
2266,21
2258,19
2250,16
2242,14
2234,11
2226,09
2218,06
2210,04
2202,01
2193,99
2185,96
2177,94
2169,91
2161,89
2153,86
2145,84
(3)
2387,39
2379,36
2371,34
2363,31
2355,29
2347,26
2339,24
2331,21
2323,19
2315,16
2307,14
2299,11
2291,09
2283,06
2275,04
2267,01
2258,99
2250,96
2242,94
2234,91
(4)
6330,00
6315,00
6300,00
6285,00
6270,00
6255,00
6240,00
6225,00
6210,00
6195,00
6180,00
6165,00
6150,00
6135,00
6120,00
6105,00
6090,00
6075,00
6060,00
6045,00
(1)
2458,81
2450,79
2442,76
2434,74
2426,71
2418,69
2410,66
2402,64
2394,61
2386,59
2378,56
2370,54
2362,51
2354,49
2346,46
2338,44
2330,41
2322,39
2314,36
2306,34
(2)
2458,81
2450,79
2442,76
2434,74
2426,71
2418,69
2410,66
2402,64
2394,61
2386,59
2378,56
2370,54
2362,51
2354,49
2346,46
2338,44
2330,41
2322,39
2314,36
2306,34
(3)
2547,89
2539,86
2531,84
2523,81
2515,79
2507,76
2499,74
2491,71
2483,69
2475,66
2467,64
2459,61
2451,59
2443,56
2435,54
2427,51
2419,49
2411,46
2403,44
2395,41
(4)
48038
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
2466,84
2474,86
2482,89
2490,91
2498,94
2506,96
2514,99
2523,01
2531,04
2539,06
2547,09
2555,11
2563,14
2571,16
2579,19
2587,21
2595,24
2603,26
2611,29
2619,31
(1)
6345,00
6360,00
6375,00
6390,00
6405,00
6420,00
6435,00
6450,00
6465,00
6480,00
6495,00
6510,00
6525,00
6540,00
6555,00
6570,00
6585,00
6600,00
6615,00
6630,00
2619,31
2611,29
2603,26
2595,24
2587,21
2579,19
2571,16
2563,14
2555,11
2547,09
2539,06
2531,04
2523,01
2514,99
2506,96
2498,94
2490,91
2482,89
2474,86
2466,84
(3)
2708,39
2700,36
2692,34
2684,31
2676,29
2668,26
2660,24
2652,21
2644,19
2636,16
2628,14
2620,11
2612,09
2604,06
2596,04
2588,01
2579,99
2571,96
2563,94
2555,91
(4)
6930,00
6915,00
6900,00
6885,00
6870,00
6855,00
6840,00
6825,00
6810,00
6795,00
6780,00
6765,00
6750,00
6735,00
6720,00
6705,00
6690,00
6675,00
6660,00
6645,00
(1)
2779,81
2771,79
2763,76
2755,74
2747,71
2739,69
2731,66
2723,64
2715,61
2707,59
2699,56
2691,54
2683,51
2675,49
2667,46
2659,44
2651,41
2643,39
2635,36
2627,34
(2)
2779,81
2771,79
2763,76
2755,74
2747,71
2739,69
2731,66
2723,64
2715,61
2707,59
2699,56
2691,54
2683,51
2675,49
2667,46
2659,44
2651,41
2643,39
2635,36
2627,34
(3)
2868,89
2860,86
2852,84
2844,81
2836,79
2828,76
2820,74
2812,71
2804,69
2796,66
2788,64
2780,61
2772,59
2764,56
2756,54
2748,51
2740,49
2732,46
2724,44
2716,41
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48039
(2)
2787,84
2795,86
2803,89
2811,91
2819,94
2827,96
2835,99
2844,01
2852,04
2860,06
2868,09
2876,11
2884,14
2892,16
2900,19
2908,21
2916,24
2924,26
2932,29
2940,31
(1)
6945,00
6960,00
6975,00
6990,00
7005,00
7020,00
7035,00
7050,00
7065,00
7080,00
7095,00
7110,00
7125,00
7140,00
7155,00
7170,00
7185,00
7200,00
7215,00
7230,00
2940,31
2932,29
2924,26
2916,24
2908,21
2900,19
2892,16
2884,14
2876,11
2868,09
2860,06
2852,04
2844,01
2835,99
2827,96
2819,94
2811,91
2803,89
2795,86
2787,84
(3)
3029,39
3021,36
3013,34
3005,31
2997,29
2989,26
2981,24
2973,21
2965,19
2957,16
2949,14
2941,11
2933,09
2925,06
2917,04
2909,01
2900,99
2892,96
2884,94
2876,91
(4)
7500,00
7485,00
7470,00
7455,00
7440,00
7425,00
7410,00
7395,00
7380,00
7365,00
7350,00
7335,00
7320,00
7305,00
7290,00
7275,00
7260,00
7245,00
(1)
3084,76
3076,74
3068,71
3060,69
3052,66
3044,64
3036,61
3028,59
3020,56
3012,54
3004,51
2996,49
2988,46
2980,44
2972,41
2964,39
2956,36
2948,34
(2)
3084,76
3076,74
3068,71
3060,69
3052,66
3044,64
3036,61
3028,59
3020,56
3012,54
3004,51
2996,49
2988,46
2980,44
2972,41
2964,39
2956,36
2948,34
(3)
3173,84
3165,81
3157,79
3149,76
3141,74
3133,71
3125,69
3117,66
3109,64
3101,61
3093,59
3085,56
3077,54
3069,51
3061,49
3053,46
3045,44
3037,41
(4)
48040
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
LORSQU’UN REVENU SE SITUE ENTRE DEUX MONTANTS INDIQUES DANS LA COLONNE (1), LE PRECOMPTE PROFESSIONNEL DU EST CELUI QUI FIGURE EN REGARD DU MOINS
ELEVE DE CES DEUX MONTANTS.
LES MONTANTS INDIQUES DANS LA COLONNE (1) REPRESENTENT LES REVENUS BRUTS DIMINUES DES RETENUES ET CHARGES VISEES AU N° 1 DES REGLES D’APPLICATION.
PAYEES OU ATTRIBUEES PAR MOIS A PARTIR DU 1er OCTOBRE 2008.
— LES PREPENSIONS : COLONNE (4)
— LES REMUNERATIONS DES DIRIGEANTS D’ENTREPRISE : COLONNE (3)
— LES REMUNERATIONS DES TRAVAILLEURS : COLONNE (2)
PRECOMPTE PROFESSIONNEL DU SUR :
CE BAREME EST APPLICABLE LORSQUE LE BENEFICIAIRE DES REVENUS EST UN NON-RESIDENT QUI N’A PAS MAINTENU UN FOYER D’HABITATION EN BELGIQUE DURANT
TOUTE LA PERIODE IMPOSABLE.
BAREME III
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48041
(2)
3,00
6,01
9,02
12,03
15,04
18,05
21,06
24,07
27,08
30,09
33,10
36,11
39,12
42,13
45,14
48,15
51,15
54,16
57,17
60,18
(1)
15,00
30,00
45,00
60,00
75,00
90,00
105,00
120,00
135,00
150,00
165,00
180,00
195,00
210,00
225,00
240,00
255,00
270,00
285,00
300,00
76,23
72,42
68,61
64,80
60,99
57,17
53,36
49,55
45,74
41,93
38,11
34,30
30,49
26,68
22,87
19,05
15,24
11,43
7,62
3,81
(3)
(4)
600,00
585,00
570,00
555,00
540,00
525,00
510,00
495,00
480,00
465,00
450,00
435,00
420,00
405,00
390,00
375,00
360,00
345,00
330,00
315,00
(1)
127,53
123,91
120,30
116,69
113,08
109,47
105,86
102,25
98,64
95,02
91,41
87,80
84,26
81,25
78,24
75,23
72,22
69,21
66,20
63,19
(2)
152,47
148,66
144,85
141,03
137,22
133,41
129,60
125,79
121,98
118,16
114,35
110,54
106,73
102,92
99,10
95,29
91,48
87,67
83,86
80,04
(3)
(4)
48042
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
131,14
134,75
138,36
141,97
145,58
149,19
152,80
156,42
160,03
163,64
167,25
170,86
175,04
179,37
183,71
188,08
192,65
197,23
201,80
206,38
(1)
615,00
630,00
645,00
660,00
675,00
690,00
705,00
720,00
735,00
750,00
765,00
780,00
795,00
810,00
825,00
840,00
855,00
870,00
885,00
900,00
240,12
235,55
230,97
226,40
221,82
217,25
212,68
208,10
203,53
198,95
194,38
189,80
185,23
180,66
176,08
171,53
167,72
163,91
160,09
156,28
(3)
(4)
1200,00
1185,00
1170,00
1155,00
1140,00
1125,00
1110,00
1095,00
1080,00
1065,00
1050,00
1035,00
1020,00
1005,00
990,00
975,00
960,00
945,00
930,00
915,00
(1)
315,32
309,23
303,13
297,03
290,93
284,83
278,73
272,63
266,53
260,43
254,33
248,24
242,97
238,40
233,82
229,25
224,67
220,10
215,52
210,95
(2)
360,32
354,22
348,12
342,02
335,92
329,82
323,72
317,62
311,53
305,43
299,33
293,23
287,13
281,03
274,93
268,83
262,73
256,63
250,54
244,70
(3)
95,75
89,33
82,91
76,49
70,07
63,65
57,23
50,81
44,39
37,97
31,55
25,13
18,71
12,29
5,87
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48043
(2)
321,42
327,52
333,62
339,72
345,82
351,92
358,02
364,12
370,22
376,31
382,41
388,51
394,62
400,85
407,07
413,37
420,38
427,38
434,39
441,39
(1)
1215,00
1230,00
1245,00
1260,00
1275,00
1290,00
1305,00
1320,00
1335,00
1350,00
1365,00
1380,00
1395,00
1410,00
1425,00
1440,00
1455,00
1470,00
1485,00
1500,00
490,99
484,13
477,27
470,41
463,55
456,68
449,82
442,96
436,10
429,24
422,38
415,52
409,11
403,01
396,91
390,81
384,71
378,61
372,52
366,42
(3)
236,85
229,63
222,41
215,19
207,96
200,74
193,52
186,30
179,07
171,85
164,63
157,41
150,18
142,96
135,74
128,52
121,43
115,01
108,59
102,17
(4)
1800,00
1785,00
1770,00
1755,00
1740,00
1725,00
1710,00
1695,00
1680,00
1665,00
1650,00
1635,00
1620,00
1605,00
1590,00
1575,00
1560,00
1545,00
1530,00
1515,00
(1)
581,51
574,50
567,50
560,49
553,49
546,48
539,47
532,47
525,46
518,46
511,45
504,45
497,44
490,43
483,43
476,42
469,42
462,41
455,40
448,40
(2)
628,22
621,36
614,50
607,64
600,77
593,91
587,05
580,19
573,33
566,47
559,61
552,74
545,88
539,02
532,16
525,30
518,44
511,58
504,71
497,85
(3)
395,65
386,69
377,74
368,78
359,83
350,87
341,92
332,96
324,01
316,30
309,08
301,86
294,63
287,41
280,19
272,97
265,74
258,52
251,30
244,08
(4)
48044
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
588,52
595,52
602,53
609,53
616,54
623,54
630,55
637,56
644,56
651,57
658,57
665,58
672,59
679,59
686,60
693,60
700,61
707,61
714,62
721,63
(1)
1815,00
1830,00
1845,00
1860,00
1875,00
1890,00
1905,00
1920,00
1935,00
1950,00
1965,00
1980,00
1995,00
2010,00
2025,00
2040,00
2055,00
2070,00
2085,00
2100,00
765,45
758,59
751,72
744,86
738,00
731,14
724,28
717,42
710,56
703,69
696,83
689,97
683,11
676,25
669,39
662,53
655,66
648,80
641,94
635,08
(3)
574,76
565,80
556,85
547,89
538,93
529,98
521,02
512,07
503,11
494,16
485,20
476,25
467,29
458,34
449,38
440,43
431,47
422,52
413,56
404,60
(4)
2400,00
2385,00
2370,00
2355,00
2340,00
2325,00
2310,00
2295,00
2280,00
2265,00
2250,00
2235,00
2220,00
2205,00
2190,00
2175,00
2160,00
2145,00
2130,00
2115,00
(1)
861,74
854,74
847,73
840,73
833,72
826,71
819,71
812,70
805,70
798,69
791,68
784,68
777,67
770,67
763,66
756,66
749,65
742,64
735,64
728,63
(2)
902,67
895,81
888,95
882,09
875,23
868,37
861,51
854,64
847,78
840,92
834,06
827,20
820,34
813,48
806,61
799,75
792,89
786,03
779,17
772,31
(3)
753,86
744,91
735,95
727,00
718,04
709,09
700,13
691,18
682,22
673,26
664,31
655,35
646,40
637,44
628,49
619,53
610,58
601,62
592,67
583,71
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48045
(2)
868,75
875,75
882,76
889,77
896,77
903,78
910,78
917,79
924,80
931,80
938,81
945,81
952,82
959,82
966,83
973,84
980,84
987,85
994,85
1001,86
(1)
2415,00
2430,00
2445,00
2460,00
2475,00
2490,00
2505,00
2520,00
2535,00
2550,00
2565,00
2580,00
2595,00
2610,00
2625,00
2640,00
2655,00
2670,00
2685,00
2700,00
1039,90
1033,04
1026,18
1019,32
1012,46
1005,59
998,73
991,87
985,01
978,15
971,29
964,43
957,57
950,70
943,84
936,98
930,12
923,26
916,40
909,54
(3)
932,97
924,01
915,06
906,10
897,15
888,19
879,24
870,28
861,33
852,37
843,42
834,46
825,51
816,55
807,59
798,64
789,68
780,73
771,77
762,82
(4)
3000,00
2985,00
2970,00
2955,00
2940,00
2925,00
2910,00
2895,00
2880,00
2865,00
2850,00
2835,00
2820,00
2805,00
2790,00
2775,00
2760,00
2745,00
2730,00
2715,00
(1)
1141,98
1134,97
1127,96
1120,96
1113,95
1106,95
1099,94
1092,93
1085,93
1078,92
1071,92
1064,91
1057,91
1050,90
1043,89
1036,89
1029,88
1022,88
1015,87
1008,86
(2)
1180,43
1172,81
1165,18
1157,56
1149,93
1142,82
1135,96
1129,10
1122,24
1115,38
1108,52
1101,65
1094,79
1087,93
1081,07
1074,21
1067,35
1060,49
1053,62
1046,76
(3)
1123,40
1113,64
1103,88
1094,13
1084,37
1074,61
1064,85
1055,10
1045,34
1035,58
1025,82
1016,06
1006,31
996,55
986,79
977,75
968,79
959,84
950,88
941,92
(4)
48046
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
1149,15
1156,94
1164,72
1172,51
1180,29
1188,07
1195,86
1203,64
1211,43
1219,21
1227,00
1234,78
1242,56
1250,35
1258,13
1265,92
1273,70
1281,49
1289,27
1297,05
(1)
3015,00
3030,00
3045,00
3060,00
3075,00
3090,00
3105,00
3120,00
3135,00
3150,00
3165,00
3180,00
3195,00
3210,00
3225,00
3240,00
3255,00
3270,00
3285,00
3300,00
1332,90
1325,28
1317,66
1310,03
1302,41
1294,79
1287,16
1279,54
1271,91
1264,29
1256,67
1249,04
1241,42
1233,80
1226,17
1218,55
1210,92
1203,30
1195,68
1188,05
(3)
1318,56
1308,80
1299,04
1289,28
1279,53
1269,77
1260,01
1250,25
1240,49
1230,74
1220,98
1211,22
1201,46
1191,70
1181,95
1172,19
1162,43
1152,67
1142,92
1133,16
(4)
3600,00
3585,00
3570,00
3555,00
3540,00
3525,00
3510,00
3495,00
3480,00
3465,00
3450,00
3435,00
3420,00
3405,00
3390,00
3375,00
3360,00
3345,00
3330,00
3315,00
(1)
1452,74
1444,96
1437,17
1429,39
1421,60
1413,82
1406,03
1398,25
1390,47
1382,68
1374,90
1367,11
1359,33
1351,54
1343,76
1335,98
1328,19
1320,41
1312,62
1304,84
(2)
1485,38
1477,76
1470,13
1462,51
1454,88
1447,26
1439,64
1432,01
1424,39
1416,77
1409,14
1401,52
1393,89
1386,27
1378,65
1371,02
1363,40
1355,78
1348,15
1340,53
(3)
1484,93
1476,90
1468,88
1460,85
1452,83
1444,80
1436,78
1428,75
1420,73
1412,70
1404,68
1396,65
1388,63
1380,60
1372,58
1364,55
1356,53
1347,83
1338,07
1328,31
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48047
(2)
1460,52
1468,31
1476,09
1483,88
1491,66
1499,44
1507,23
1515,01
1522,80
1530,58
1538,37
1546,15
1553,93
1561,72
1569,50
1577,29
1585,07
1592,86
1600,64
1608,42
(1)
3615,00
3630,00
3645,00
3660,00
3675,00
3690,00
3705,00
3720,00
3735,00
3750,00
3765,00
3780,00
3795,00
3810,00
3825,00
3840,00
3855,00
3870,00
3885,00
3900,00
1637,85
1630,23
1622,61
1614,98
1607,36
1599,74
1592,11
1584,49
1576,86
1569,24
1561,62
1553,99
1546,37
1538,75
1531,12
1523,50
1515,87
1508,25
1500,63
1493,00
(3)
1645,43
1637,40
1629,38
1621,35
1613,33
1605,30
1597,28
1589,25
1581,23
1573,20
1565,18
1557,15
1549,13
1541,10
1533,08
1525,05
1517,03
1509,00
1500,98
1492,95
(4)
4200,00
4185,00
4170,00
4155,00
4140,00
4125,00
4110,00
4095,00
4080,00
4065,00
4050,00
4035,00
4020,00
4005,00
3990,00
3975,00
3960,00
3945,00
3930,00
3915,00
(1)
1764,11
1756,33
1748,54
1740,76
1732,97
1725,19
1717,40
1709,62
1701,84
1694,05
1686,27
1678,48
1670,70
1662,91
1655,13
1647,35
1639,56
1631,78
1623,99
1616,21
(2)
1790,33
1782,71
1775,08
1767,46
1759,83
1752,21
1744,59
1736,96
1729,34
1721,72
1714,09
1706,47
1698,84
1691,22
1683,60
1675,97
1668,35
1660,73
1653,10
1645,48
(3)
1805,93
1797,90
1789,88
1781,85
1773,83
1765,80
1757,78
1749,75
1741,73
1733,70
1725,68
1717,65
1709,63
1701,60
1693,58
1685,55
1677,53
1669,50
1661,48
1653,45
(4)
48048
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
1771,89
1779,68
1787,46
1795,25
1803,03
1810,81
1818,60
1826,38
1834,17
1841,95
1849,74
1857,52
1865,30
1873,09
1880,87
1888,66
1896,44
1904,23
1912,01
1919,79
(1)
4215,00
4230,00
4245,00
4260,00
4275,00
4290,00
4305,00
4320,00
4335,00
4350,00
4365,00
4380,00
4395,00
4410,00
4425,00
4440,00
4455,00
4470,00
4485,00
4500,00
1942,80
1935,18
1927,56
1919,93
1912,31
1904,69
1897,06
1889,44
1881,81
1874,19
1866,57
1858,94
1851,32
1843,70
1836,07
1828,45
1820,82
1813,20
1805,58
1797,95
(3)
1966,43
1958,40
1950,38
1942,35
1934,33
1926,30
1918,28
1910,25
1902,23
1894,20
1886,18
1878,15
1870,13
1862,10
1854,08
1846,05
1838,03
1830,00
1821,98
1813,95
(4)
4800,00
4785,00
4770,00
4755,00
4740,00
4725,00
4710,00
4695,00
4680,00
4665,00
4650,00
4635,00
4620,00
4605,00
4590,00
4575,00
4560,00
4545,00
4530,00
4515,00
(1)
2075,48
2067,70
2059,91
2052,13
2044,34
2036,56
2028,77
2020,99
2013,21
2005,42
1997,64
1989,85
1982,07
1974,28
1966,50
1958,72
1950,93
1943,15
1935,36
1927,58
(2)
2095,28
2087,66
2080,03
2072,41
2064,78
2057,16
2049,54
2041,91
2034,29
2026,67
2019,04
2011,42
2003,79
1996,17
1988,55
1980,92
1973,30
1965,68
1958,05
1950,43
(3)
2126,93
2118,90
2110,88
2102,85
2094,83
2086,80
2078,78
2070,75
2062,73
2054,70
2046,68
2038,65
2030,63
2022,60
2014,58
2006,55
1998,53
1990,50
1982,48
1974,45
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48049
(2)
2083,26
2091,05
2098,83
2106,62
2114,40
2122,18
2129,97
2137,75
2145,66
2153,68
2161,71
2169,73
2177,76
2185,78
2193,81
2201,83
2209,86
2217,88
2225,91
2233,93
(1)
4815,00
4830,00
4845,00
4860,00
4875,00
4890,00
4905,00
4920,00
4935,00
4950,00
4965,00
4980,00
4995,00
5010,00
5025,00
5040,00
5055,00
5070,00
5085,00
5100,00
2247,75
2240,13
2232,51
2224,88
2217,26
2209,64
2202,01
2194,39
2186,76
2179,14
2171,52
2163,89
2156,27
2148,65
2141,02
2133,40
2125,77
2118,15
2110,53
2102,90
(3)
2287,43
2279,40
2271,38
2263,35
2255,33
2247,30
2239,28
2231,25
2223,23
2215,20
2207,18
2199,15
2191,13
2183,10
2175,08
2167,05
2159,03
2151,00
2142,98
2134,95
(4)
5400,00
5385,00
5370,00
5355,00
5340,00
5325,00
5310,00
5295,00
5280,00
5265,00
5250,00
5235,00
5220,00
5205,00
5190,00
5175,00
5160,00
5145,00
5130,00
5115,00
(1)
2394,43
2386,41
2378,38
2370,36
2362,33
2354,31
2346,28
2338,26
2330,23
2322,21
2314,18
2306,16
2298,13
2290,11
2282,08
2274,06
2266,03
2258,01
2249,98
2241,96
(2)
2400,23
2392,61
2384,98
2377,36
2369,73
2362,11
2354,49
2346,86
2339,24
2331,62
2323,99
2316,37
2308,74
2301,12
2293,50
2285,87
2278,25
2270,63
2263,00
2255,38
(3)
2447,93
2439,90
2431,88
2423,85
2415,83
2407,80
2399,78
2391,75
2383,73
2375,70
2367,68
2359,65
2351,63
2343,60
2335,58
2327,55
2319,53
2311,50
2303,48
2295,45
(4)
48050
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
2402,46
2410,48
2418,51
2426,53
2434,56
2442,58
2450,61
2458,63
2466,66
2474,68
2482,71
2490,73
2498,76
2506,78
2514,81
2522,83
2530,86
2538,88
2546,91
2554,93
(1)
5415,00
5430,00
5445,00
5460,00
5475,00
5490,00
5505,00
5520,00
5535,00
5550,00
5565,00
5580,00
5595,00
5610,00
5625,00
5640,00
5655,00
5670,00
5685,00
5700,00
2554,93
2546,91
2538,88
2530,86
2522,83
2514,81
2506,96
2499,34
2491,71
2484,09
2476,47
2468,84
2461,22
2453,60
2445,97
2438,35
2430,72
2423,10
2415,48
2407,85
(3)
2608,43
2600,40
2592,38
2584,35
2576,33
2568,30
2560,28
2552,25
2544,23
2536,20
2528,18
2520,15
2512,13
2504,10
2496,08
2488,05
2480,03
2472,00
2463,98
2455,95
(4)
6000,00
5985,00
5970,00
5955,00
5940,00
5925,00
5910,00
5895,00
5880,00
5865,00
5850,00
5835,00
5820,00
5805,00
5790,00
5775,00
5760,00
5745,00
5730,00
5715,00
(1)
2715,43
2707,41
2699,38
2691,36
2683,33
2675,31
2667,28
2659,26
2651,23
2643,21
2635,18
2627,16
2619,13
2611,11
2603,08
2595,06
2587,03
2579,01
2570,98
2562,96
(2)
2715,43
2707,41
2699,38
2691,36
2683,33
2675,31
2667,28
2659,26
2651,23
2643,21
2635,18
2627,16
2619,13
2611,11
2603,08
2595,06
2587,03
2579,01
2570,98
2562,96
(3)
2768,93
2760,90
2752,88
2744,85
2736,83
2728,80
2720,78
2712,75
2704,73
2696,70
2688,68
2680,65
2672,63
2664,60
2656,58
2648,55
2640,53
2632,50
2624,48
2616,45
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48051
(2)
2723,46
2731,48
2739,51
2747,53
2755,56
2763,58
2771,61
2779,63
2787,66
2795,68
2803,71
2811,73
2819,76
2827,78
2835,81
2843,83
2851,86
2859,88
2867,91
2875,93
(1)
6015,00
6030,00
6045,00
6060,00
6075,00
6090,00
6105,00
6120,00
6135,00
6150,00
6165,00
6180,00
6195,00
6210,00
6225,00
6240,00
6255,00
6270,00
6285,00
6300,00
2875,93
2867,91
2859,88
2851,86
2843,83
2835,81
2827,78
2819,76
2811,73
2803,71
2795,68
2787,66
2779,63
2771,61
2763,58
2755,56
2747,53
2739,51
2731,48
2723,46
(3)
2929,43
2921,40
2913,38
2905,35
2897,33
2889,30
2881,28
2873,25
2865,23
2857,20
2849,18
2841,15
2833,13
2825,10
2817,08
2809,05
2801,03
2793,00
2784,98
2776,95
(4)
6600,00
6585,00
6570,00
6555,00
6540,00
6525,00
6510,00
6495,00
6480,00
6465,00
6450,00
6435,00
6420,00
6405,00
6390,00
6375,00
6360,00
6345,00
6330,00
6315,00
(1)
3036,43
3028,41
3020,38
3012,36
3004,33
2996,31
2988,28
2980,26
2972,23
2964,21
2956,18
2948,16
2940,13
2932,11
2924,08
2916,06
2908,03
2900,01
2891,98
2883,96
(2)
3036,43
3028,41
3020,38
3012,36
3004,33
2996,31
2988,28
2980,26
2972,23
2964,21
2956,18
2948,16
2940,13
2932,11
2924,08
2916,06
2908,03
2900,01
2891,98
2883,96
(3)
3089,93
3081,90
3073,88
3065,85
3057,83
3049,80
3041,78
3033,75
3025,73
3017,70
3009,68
3001,65
2993,63
2985,60
2977,58
2969,55
2961,53
2953,50
2945,48
2937,45
(4)
48052
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
(2)
3044,46
3052,48
3060,51
3068,53
3076,56
3084,58
3092,61
3100,63
3108,66
3116,68
3124,71
3132,73
3140,76
3148,78
3156,81
3164,83
3172,86
3180,88
3188,91
3196,93
(1)
6615,00
6630,00
6645,00
6660,00
6675,00
6690,00
6705,00
6720,00
6735,00
6750,00
6765,00
6780,00
6795,00
6810,00
6825,00
6840,00
6855,00
6870,00
6885,00
6900,00
3196,93
3188,91
3180,88
3172,86
3164,83
3156,81
3148,78
3140,76
3132,73
3124,71
3116,68
3108,66
3100,63
3092,61
3084,58
3076,56
3068,53
3060,51
3052,48
3044,46
(3)
3250,43
3242,40
3234,38
3226,35
3218,33
3210,30
3202,28
3194,25
3186,23
3178,20
3170,18
3162,15
3154,13
3146,10
3138,08
3130,05
3122,03
3114,00
3105,98
3097,95
(4)
7200,00
7185,00
7170,00
7155,00
7140,00
7125,00
7110,00
7095,00
7080,00
7065,00
7050,00
7035,00
7020,00
7005,00
6990,00
6975,00
6960,00
6945,00
6930,00
6915,00
(1)
3357,43
3349,41
3341,38
3333,36
3325,33
3317,31
3309,28
3301,26
3293,23
3285,21
3277,18
3269,16
3261,13
3253,11
3245,08
3237,06
3229,03
3221,01
3212,98
3204,96
(2)
3357,43
3349,41
3341,38
3333,36
3325,33
3317,31
3309,28
3301,26
3293,23
3285,21
3277,18
3269,16
3261,13
3253,11
3245,08
3237,06
3229,03
3221,01
3212,98
3204,96
(3)
3410,93
3402,90
3394,88
3386,85
3378,83
3370,80
3362,78
3354,75
3346,73
3338,70
3330,68
3322,65
3314,63
3306,60
3298,58
3290,55
3282,53
3274,50
3266,48
3258,45
(4)
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
48053
3365,46
3373,48
3381,51
3389,53
3397,56
3405,58
3413,61
3421,63
3429,66
3437,68
3445,71
3453,73
3461,76
3469,78
3477,81
3485,83
3493,86
3501,88
3509,91
3517,93
7215,00
7230,00
7245,00
7260,00
7275,00
7290,00
7305,00
7320,00
7335,00
7350,00
7365,00
7380,00
7395,00
7410,00
7425,00
7440,00
7455,00
7470,00
7485,00
7500,00
3517,93
3509,91
3501,88
3493,86
3485,83
3477,81
3469,78
3461,76
3453,73
3445,71
3437,68
3429,66
3421,63
3413,61
3405,58
3397,56
3389,53
3381,51
3373,48
3365,46
(3)
Par le Roi :
ALBERT
(1)
Le Vice-premier Ministre et Ministre des Finances,
D. REYNDERS
3571,43
3563,40
3555,38
3547,35
3539,33
3531,30
3523,28
3515,25
3507,23
3499,20
3491,18
3483,15
3475,13
3467,10
3459,08
3451,05
3443,03
3435,00
3426,98
3418,95
(4)
(2)
Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel. − Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles.
Adviseur/Conseiller : A. VAN DAMME
Vu pour être annexé à notre arrêté du 9 septembre 2008.
(2)
(1)
(3)
(4)
48054
BELGISCH STAATSBLAD — 15.09.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE

Documents pareils