PDF, 458.6 KB - Justitie

SPREKERS - INTERVENANTS
Colloquium justitie 2020 - donderdag 24 SEPTEMBer 2015
Colloque justice 2020 - Jeudi 24 SEPTEMBRE 2015
JUST 2020
RECHT VOORUIT
DROIT DEVANT
JUST 2020
RECHT VOORUIT
DROIT DEVANT
Robert badinter
Né à Paris en 1928, avocat et professeur de droit,
Robert Badinter a défendu des causes célèbres contre
la peine de mort. Parallèlement, il milite pour les droits
de l’homme et adhère au Parti socialiste en 1971.
En 1981, François Mitterrand le nomme garde des
Sceaux. En tant que ministre de la Justice, il fait voter la
loi du 9 octobre 1981 abolissant la peine de mort. On
lui doit également des mesures telles que l’abrogation
du délit d’homosexualité, la suppression de la cour de
sûreté de l’état et des tribunaux permanents des forces armées, le renforcement des droits des victimes et
l’amélioration de la condition carcérale. Il a été président du Conseil constitutionnel de 1986 à 1995. Il
a également présidé la commission d’arbitrage de la CEE sur la paix dans l’ex-Yougoslavie. De 1995 à
2011, il a été sénateur des Hauts-de-Seine. Il a enfin présidé la cour de conciliation et d’arbitrage au sein
de l’Organisation pour la sécurité et la coopération (OSCE) jusqu’en 2013. Robert Badinter est l’auteur
de nombreux ouvrages historiques et politiques.
JAN BOGAERT
Jan Bogaert is de huidige Directeur-Generaal van het Directoraatgeneraal Rechterlijke Organisatie (DGRO), dat diensten verleent aan
de Rechterlijke Orde. DGRO is het sociale secretariaat voor alle Personeels- en Organisatiezaken, staat in voor het beheer van de Infrastructuur en logistieke ondersteuning van de Rechterlijk Orde, voor
het beheer van de gerechtskosten en het Centraal Strafregister.
Hij is houder van een Master in economische wetenschappen van de
universiteit van Gent, van een Master in Industrial location and Developement van de Universiteit van Brussel/Houston en van een Master
in internal audit van het Antwerp Management School.
Tussen 1997 en 2003 was hij Directeur-Generaal bij het bestuur van
het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Vanaf 2003 vervoegde hij de FOD Justitie als directeur van de
stafdienst P&O. Die functie bekleedde hij tot in 2013 het moment dat hij als Directeur-generaal DGRO
aan de slag ging eind 2013.
Jan Bo
l’Organ
service
DGOJ e
matière
la gesti
apporte
en com
Il est
économ
Master
Develop
Bruxell
audit d
Entre 1997 et 2003, Il a exercé l
l’administration au Ministère des affa
ensuite intégré le poste de Directeur Gé
du SPF Justice.
Jean De Munck
Sociologue et philosophe, Jean De Munck travaille
à une théorisation des mutations sociales contemporaines, tant au plan épistémologique qu’an plan
de la théorie de la norme. Il participe à la discussion
contemporaine concernant la philosophie des sciences sociales, notamment dans l’ouvrage « L’institution
sociale de l’esprit » (PUF, 1999) ou à travers des articles
sur l’épistémologie de la sociologie critique. Il est un
spécialiste de sociologie juridique, avec des travaux
consacrés à la médiation et à la procéduralisation du
droit. Il dirige des recherches dans le champ de la santé mentale. Il mène des recherches sur le droit du travail et le dialogue civil/social européen. Il participe
aussi à la réflexion sur le consumérisme, l’art, l’Europe. Il a été visiting researcher à New York, Berkeley,
Montréal. Il a enseigné comme professeur invité à Paris X-Nanterre et à l’Université nationale de Bogotá
(Colombie). Il est actuellement professeur à l’Université catholique de Louvain-la-Neuve (Centre Cridis).
DANIEL FLORE
Daniel Flore est, depuis 2011, le directeur général de la
direction générale Législation, Libertés et Droits fondamentaux du SPF Justice, direction générale qui a,
parmi ses missions, celle de conseiller et de soutenir
le ministre dans ses réformes législatives et la négociation des nouvelles normes sur le plan international et européen. Il a fait toute sa carrière au sein de
cette organisation, successivement dans des fonctions d’expert, de négociateur puis de gestionnaire et
de dirigeant. Il a également assuré l’interim de la pré sidence du comité de direction, de novembre 2012 à
mars 2013 et exerce actuellement l’interim de la direction du service d’encadrement ICT, depuis mai
2015.
Il a parallèlement mené une carrière universitaire, à l’UCL, aux FUSL et, depuis 2003 à l’Université de
Liège où il enseigne, comme chargé de cours, le droit pénal international et européen et le droit pénal
de l’Union européenne. Il a notamment publié récemment un ouvrage de référence sur le droit pénal
européen (Droit pénal européen. Les enjeux d’une justice pénale européenne, Larcier, 2ème édition,
2014).
JUST 2020
RECHT VOORUIT
DROIT DEVANT
KOEN GEENS
Koen Geens is op 22 januari 1958 in Brasschaat geboren. Hij woont nu in Huldenberg in Vlaams Brabant
samen met Griet Dupré. Minister Geens is nog geen
jaar Minister van Justitie (sinds 11 oktober 2014) maar
iedereen kent nu al begrippen als Het Justitieplan en
de potpourriwetten. Het Justitieplan is een ingrijpend
plan waarmee hij justitie grondig wil hervormen om
haar efficiënter en rechtvaardiger te maken.
De minister heeft ondertussen ook gezorgd voor een
primeur: de opstart van een long stay verblijf voor geïnterneerden in Bierbeek.
Koen Geens was van 5 maart 2013 tot begin oktober 2014 minister van Financiën en tegelijk ook verantwoordelijk voor Ambtenarenzaken. Van 2007 tot 2009 was hij kabinetschef van de Vlaamse MinisterPresident Kris Peeters voor wat betreft het Sociaal-Economische beleid.
Sinds 1986 is Koen Geens hoogleraar aan de Katholieke Universiteit van Leuven in de Faculteit Rechtsgeleerdheid. Ook nu nog doceert de Minister wekelijks deontologie, vennootschaps- en financieel recht
aan de studenten. Daarnaast is hij voorzitter van de Afdeling Economisch Recht aan de KUL sinds 2009.
Tenslotte was Koen Geens stichtend vennoot-advocaat van Eubelius, een toonaangevend advocatenkantoor in alle domeinen van het Belgische en Europese ondernemingsrecht.
Bernard Hubeau
Bernard Hubeau (1953) is doctor in de rechten en stedenbouwkundige. Hij is gewoon hoogleraar aan de
Faculteit Rechten en aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen en onderwijsprofessor aan de Faculteit Recht en Criminologie
van de Vrije Universiteit Brussel. Hij geeft de vakken
Sociologie en rechtssociologie (eerste bachelor Rechten), Rechtssociologie (eerste en tweede master Rechten), Recht van de ruimtelijke ordening (eerste master
Rechten) en Institutionele context van de sociale zorg
(master Sociaal Werk – Sociale Wetenschappen). Hij is
ook vice-decaan en onderzoekscoördinator van de Faculteit Rechten van de Universiteit Antwerpen.
Voorheen was hij verbonden aan de Rechtsfaculteit van de Universiteit Utrecht (1991-1996), Ombudsman van de stad Antwerpen (1996-1999) en Vlaams Ombudsman, verbonden aan het Vlaams Parlement (1999-2007). Hij is voorzitter van de Vlaamse Woonraad, een strategische adviesraad bij de Vlaamse overheid, en voorzitter van het Sociaal Verhuurkantoor Woonweb.
Hij is redactielid van een aantal (nationale en internationale) tijdschriften en hoofdredacteur van de Juristenkrant. Hij publiceerde een groot aantal boeken en artikelen over rechtssociologie, “access to justice” en rechtshulp, juridische beroepen, klachtenbehandeling en ombudswerk, huurrecht, woonrecht
en (sociaal) woonbeleid, ruimtelijke ordening en stedenbouw. Ook de werking van justitie behoort tot
zijn expertise.
Recent verschenen werk: B. Hubeau & A. Terlouw, Legal Aid in the Low Countries, Cambridge, Intersentia, 2014, 372 p.
JEAN-PAUL JANSSENS
Jean-Paul Janssens est président du comité de direction du SPF Justice depuis le 15 mars 2013.
Du 1er mars 2007 au 28 février 2013, il est président et
ensuite vice-président de la Commission de Modernisation de l’Ordre judiciaire. Et en cette qualité, il est
membre du conseil d’administration de l’Institut de
formation judiciaire du 1er janvier 2009 au 28 février
2013.
De juillet 2003 à décembre 2007, il fait partie de la
cellule stratégique de la ministre de la Justice, Laurette Onkelinx, successivement en qualité de directeur
adjoint, d’expert et de directeur. Entre septembre 1999 et juillet 2003, il est également conseiller au
cabinet de Laurette Onkelinx, à l’époque, ministre de l’Emploi.
D’octobre 1991 à septembre 2003, il est assistant au département de droit économique et social de la
Faculté de droit de l’Université catholique de Louvain. Il est magistrat à l’Auditorat du travail de Nivelles depuis septembre 1993 et avocat au barreau de Nivelles entre mai 1989 et septembre 1993. Il est
également actif dans le secteur privé entre 1978 et 1989.
Jean-Paul Janssens est l’auteur de nombreuses publications tant dans le domaine du droit du travail et
de la sécurité sociale que dans celui de la justice.
koen lenaerts
Geboren in 1954; licentiaat en doctor in de rechten
(Katholieke Universiteit Leuven); Master of Laws,
Master in Public Administration (universiteit van Harvard); assistent (1979-1983), vervolgens hoogleraar
Europees recht aan de Katholieke Universiteit Leuven (sinds 1983); referendaris bij het Hof van Justitie
(1984-1985); professor aan het Europacollege te Brugge (1984-1989); advocaat te Brussel (1986-1989); gasthoogleraar aan de Harvard Law School (1989); rechter
in het Gerecht van eerste aanleg van 25 september
1989 tot en met 6 oktober 2003; rechter in het Hof van
Justitie sedert 7 oktober 2003; vicepresident van het
Hof van Justitie sedert 9 oktober 2012.
JUST 2020
RECHT VOORUIT
DROIT DEVANT
Dominique Mougenot
Après quinze ans au barreau de Bruxelles, puis de Mons, Dominique
Mougenot a été nommé au tribunal de commerce de Mons.
Il est actuellement président de division au sein de ce tribunal, entretemps devenu tribunal de commerce du Hainaut.
Il est maitre de conférences à l’Unamur et l’UCL, où il enseigne le
droit judiciaire.
Ses publications traitent de la preuve civile et du droit processuel.
Dans ce cadre, il a été amené à s’intéresser aux nouvelles technologies et à leurs applications, tant dans le domaine de la preuve que de
la procédure. Il a ainsi été associé durant plusieurs années au comité
directeur du projet “Phénix” d’informatisation de la procédure judiciaire. Il a consacré plusieurs études au cadre juridique de la procédure
électronique.
LEO VAN GARSSE
Leo Van Garsse werd in 1956 geboren te Sint-Niklaas.
Als licentiaat in de pedagogische wetenschappen (Kuleuven, 1980) werkte hij jarenlang als hulpverlener en
coördinator in de opvang en de sociale re-integratie
van oud-gedetineerden en jeugdige delinquenten.
Van 1987 af was hij actief in praktijken van bemiddeling tussen slachtoffers en daders van strafbare feiten.
Hij lag mee aan de basis van de opstart en de veralgemening van het aanbod van herstelbemiddeling
en was nauw betrokken bij de voorbereiding van de
wet van 22 juni 2005 met betrekking tot de verruimde
toepasbaarheid van bemiddeling in de strafrechtspleging. Hij publiceerde hierover geregeld in binnen
en buitenland. Van Garsse was betrokken bij de oprichting van het European Forum for Restorative
Justice. Hij is sinds vele jaren vrijwillig medewerker aan het Leuvens Instituut voor Criminologie en
gastspreker in de vorming voor de magistratuur. Hij is tevens een geregeld lesgever in de vorming van
bemiddelaars en burgerlijke- en handelszaken aan de universiteiten Antwerpen/Gent . Eind april 2015
promoveerde hij aan de Ugent tot doctor in de pedagogische wetenschappen met een proefschrift
aangaande de ontwikkeling in Vlaanderen van het ‘forensisch welzijnswerk’.
Tony VAN PARYS
Hij studeerde af als Master in de rechten en criminologie
aan de UGent en begon zijn carrière in 1975 als advocaat aan de Balie van Gent.
In 1985 werd hij gekozen tot federaal volksvertegenwoordiger wat hij bleef tot 2007. In 1998 – 1999 werd hij
benoemd tot Federaal Minister van Justitie. Hij eindigde
zijn politieke carrière als senator en voorzitter van het
College van Quaestoren van de senaat in 2010. Zowel
in de Federale Kamer van Volksvertegenwoordigers als
in de Senaat volgde hij nauwgezet de werking van de
justitie op en zetelde hij in diverse commissies zoals justitie, politie- en inlichtingendiensten, vervolgingen, Vast comité van toezicht op de politiediensten en veiligheidsdiensten. Tevens was hij voorzitter van de onderzoekscommissie Bende van Nijvel Bis en lid van de
onderzoekscommissie Dutroux en de opvolgingscommissie. Ook lokaal was Tony Van Parys politiek actief
als gemeenteraadslid tussen 1983 en 2012.
Momenteel is hij lid van het bureau van de Hoge Raad voor de Justitie en lid van de Centrale Toezichtraad
voor het gevangeniswezen. Naast justitie neemt hij nog een aantal functies waar als voorzitter van de RvB
van de Arteveldehogeschool, ondervoorzitter van de Associatie UGent en als praktijklector Strafbeleid aan
de K.U. Leuven.
cécile vigour
Cécile Vigour est chargée de recherches en sociologie
et sciences politiques au Centre national de la recherche scientifique français et rattachée à Sciences Po Bordeaux. Ses travaux portent sur les transformations de
l’institution judiciaire de manière comparée en Europe,
les réformes de l’Etat et le Parlement (représentation
et fabrique des lois). Concernant l’institution judiciaire,
Cécile Vigour s’intéresse tant aux rapports entre justice
et politique, aux politiques et à la justice pénales, qu’à
l’implantation d’une logique gestionnaire.
Sur ces questions, elle a notamment publié : “Veto Players and Interest Groups in Lawmaking. A Comparative Analysis of Judicial Reforms in Italy, Belgium and France”, Comparative Political Studies, dec.
2014, 47, p. 1891-1918; « Ethos et légitimité professionnels à l’épreuve d’une approche managériale : le
cas de la justice belge », Sociologie du travail, 2008, vol. 50, 1, p. 71-90 (version anglaise : „Professional
identities and legitimacy challenged by a managerial approach: the Belgian judicial system“, Sociologie
du travail, vol. 51, supplément 2, 2009, p. 136-154) ; « Justice : l’introduction d’une rationalité managériale comme euphémisation du politique », Droit et société, 63-64, 2006, p. 425-455.
Cécile Vigour prépare un livre sur les réformes de la justice en Europe (Belgique, Italie et France notamment).
JUST 2020
RECHT VOORUIT
DROIT DEVANT
Éditeur Responsable : JEAN-PAUL JANSSENS Bd de Waterloo 115 -1000 Bruxelles D/2014/7951/FR/1063