Toelichting door de heer C
Transcription
Toelichting door de heer C
Toelichting door de heer C. Paulus, gouverneur van de provincie Antwerpen, ter gelegenheid van de persconferentie naar aanleiding van de overhandiging van het eindrapport van de Commissie voor de Hervorming van de Civiele Veiligheid aan minister Dewael. 20 januari 2006 Mijnheer de minister, Het is met bijzonder veel genoegen dat ik u zo dadelijk het eindrapport zal kunnen overhandigen van de Commissie voor de Hervorming van de Civiele Veiligheid, die u in september 2004 hebt geïnstalleerd met de bedoeling voorstellen te formuleren om de organisatie van de hulpdiensten aan te passen aan de behoeften en risico’s van vandaag. Ik ben erg blij dat ik u kan zeggen dat het rapport met unanimiteit werd goedgekeurd. Dat alle betrokken actoren, dat wil zeggen de vertegenwoordigers van de brandweerfederaties, van de verenigingen van steden en gemeenten, de civiele bescherming, het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest en de administratie, het eens zijn met de aanbevelingen die werden geformuleerd, bewijst dat er een belangrijk maatschappelijk draagvlak is voor de voorgestelde hervorming en dit zal ontegensprekelijk het parlementair debat vergemakkelijken, dat nu hopelijk snel zal volgen. Graag wil ik voor u en voor de hier aanwezige vertegenwoordigers van de media de krachtlijnen van het rapport toelichten. * * * Door de commissie werden drie basisprincipes vooropgesteld. Een eerste is dat de burger recht heeft op de snelst mogelijke adequate hulp, met andere woorden dat de hulpdienst die het eerst ter plaatse kan zijn met de nodige middelen, moet uitgestuurd worden. Dit lijkt op het eerste gezicht de evidentie zelf, maar is het allesbehalve. In ons land wordt dit principe inderdaad niet toegepast, omdat de werking van de hulpdiensten vandaag bepaald wordt door gemeente- en provinciegrenzen. Voorgesteld wordt hierin verandering te brengen en in de toekomst de hulpverlening niet langer te laten verlopen volgens territoriale grenzen. Dit is een uitermate belangrijke doorbraak in het denken rond civiele veiligheid, te meer omdat de risicoanalyse die door u, mijnheer de minister, werd opgedragen aan een consortium van universiteiten – ik vertel daarover dadelijk iets meer – heeft aangetoond dat door de toepassing 20.01.2006 van dit principe, dat – het weze benadrukt – geen enkele meerkost vergt, de dekkingsgraad voor de hulpverlening in bepaalde provincies met bijna 10% kan worden verbeterd, wat enorm is. De commissie dringt er dan ook op aan dat dit beginsel zo spoedig mogelijk voor alle hulpdiensten wordt toegepast. * * * Je vous parlais, mesdames et messieurs, de l’analyse des risques. C’est une étude, confiée par le ministre à un consortium d’universités afin de répertorier les risques (généraux et spécifiques) sur l’ensemble du territoire du pays et d’élaborer un modèle informatisé idéal de ce qui est nécessaire au niveau des services de secours pour lutter de manière optimale contre ces risques. Cette étude est très importante parce qu’elle doit constituer la base scientifique de la réforme de la sécurité civile. Pour savoir où la situation n’est pas optimale, en d’autres termes où se situent les « points noirs », le consortium des universités est parti d’une première simulation sur la base d’un temps de trajet entre le poste de secours et le lieu de l’intervention de maximum 8 minutes. Bien qu’à l’heure actuelle il s’agisse uniquement d’un plan de couverture établi sur la base du seul critère de la population, l’analyse nous montre déjà qu’il y a un manque flagrant de postes dans les provinces de Limbourg, de Namur, de Luxembourg et du Brabant wallon. * * * Un deuxième principe, qui a reçu l’accord de la commission, est que chaque citoyen a droit à une même protection de base pour une contribution identique, en d’autres termes que des services équivalents doivent entraîner des charges équivalentes, ce qui n’est pas le cas aujourd’hui. Ce principe implique que l’actuelle répartition des coûts doit être réexaminée en profondeur. A l’avenir la contribution doit être fixée sur la base de nouveaux critères précis, comme le caractère urbain ou rural de la zone, le nombre d’habitants et le contenu des plans de sécurité. Il faut également tenir compte du fait que les coûts relatifs à certains risques, comme la présence d’un port, d’un aéroport ou d’une centrale nucléaire, ne peuvent pas être supportés par une seule zone. * 20.01.2006 * 2. * Un troisième principe de base, proposée par la commission, est la nécessité d’une augmentation d’échelle. En effet, on ne peut pas nier que plusieurs services d’incendie disposent actuellement, en raison de l’échelle trop petite, d’une capacité insuffisante et d’une manque de connaissance et d’expertise pour pouvoir maîtriser les catastrophes de grande ampleur. * * * Om de drie grote principes geponeerd door de commissie, te realiseren, wordt een structuur op drie niveaus vooropgesteld. Het eerste niveau is het uitvoerende. Het is dat van de hulpposten die verantwoordelijk zijn voor de basisbrandweerzorg en die dienen te beantwoorden aan minimale normen qua materieel en bezetting. Zo moet, volgens de commissie, een brandweerploeg ten minste beschikken over één halfzware autopomp met een bezetting van zes personen, een ambulance bemand door 2 personen, en in functie van de aanwezige risico’s een autoladder en/of tankwagen met 3 personen. In totaal dus 11 personen, met dien verstande evenwel dat dit personeel en dit materieel vanuit meerdere posten kunnen worden toegeleverd. * * * Het tweede niveau is het organiserende. Het is dat van de hulpverleningszones die de commissie voorstelt te creëren, zones die verantwoordelijk zullen zijn voor de hulpposten binnen hun omschrijving, de werking van deze posten zullen coördineren en – dit is belangrijk – ook het personeel zullen aanwerven en het materiaal aankopen. De commissie acht het essentieel dat deze hulpverleningszones rechtspersoonlijkheid hebben. De op dit ogenblik bestaande zones hebben dit niet, waardoor de besluitvorming via de gemeenteraden van de aangesloten gemeenten moet verlopen, met alle problemen vandien. De hulpverleningszone zal worden beheerd door een raad, samengesteld uit mandatarissen van alle gemeenten die van de zone deel uitmaken. De dagelijkse leiding komt in handen van een uitvoerend orgaan, verkozen door en in de schoot van de raad. Voor de technische bijstand 20.01.2006 3. zal worden gezorgd door een technische commissie, bestaande uit de zonechef en de verantwoordelijken van de hulpposten. Men is tot deze structuur gekomen, omdat de gemeenten het essentieel vonden dat ook in de toekomst een sterke lokale betrokkenheid zou blijven bestaan. En deze wordt in de nieuwe structuur gewaarborgd via het lidmaatschap van de gemeentelijke mandatarissen in de raad en de toezegging dat het verplicht op te stellen veiligheidsplan een specifiek luik zal bevatten voor elke gemeente afzonderlijk, veiligheidsplan dat bovendien in de verschillende gemeenteraden moet worden besproken. * * * Un point très délicat, dont on a discuté longtemps, est l’étendue de la zone de secours. Je ne veux pas vous cacher que dans la commission il y avait plusieurs opinions. Certains membres ont suggéré de partir des actuelles zones de secours pour les porter, par étapes, à leur taille définitive qui devra être fonction de la superficie de chaque province et des risques existants. L’Union des Villes et Communes de Wallonie plaide pour des zones à taille humaine. Mais une majorité de la commission veut en tout cas que les zones ne soient pas trop petites, parce que seules des zones suffisamment grandes offrent au citoyen la garantie d’une protection maximale en cas d’incident grave. Ce sera au gouverneur, en tant que commissaire du gouvernement fédéral, qui joue un rôle important dans la sécurité civile, de coordonner le fonctionnement des zones de secours de sa province. * * * Le troisième et dernier niveau est le niveau fédéral. C’est à ce niveau qu’est élaborée la réglementation. Le responsable en est le ministre de l’Intérieur, assisté par son administration de la Sécurité Civile. La commission estime toutefois essentiel de créer un Centre de Connaissance et d’Expertise suffisamment autonome, capable de fournir l’assistance technique qui actuellement fait trop souvent défaut. 20.01.2006 4. En ce qui concerne enfin les missions spécifiques de la Protection Civile, la commission a plaidé pour que la Protection Civile soit une unité de soutien logistique qui, en cas de besoin, peut être mise à la disposition des zones et des gouverneurs. * * * Tot zover de nieuwe structuur die wij aan de minister hebben gesuggereerd. Maar structuren, dames en heren, zijn – zoals we allemaal weten – slechts waard wat de mensen waard zijn die van deze structuren deel uitmaken. En dat is ook inzake civiele veiligheid zo. Daarom is het absoluut nodig een duidelijke rechtspositieregeling vast te leggen, zowel voor de beroepsbrandweerlui als voor de vrijwilligers. De commissie is van mening dat per functieniveau een eenvormig profiel moet worden vastgesteld. Ook de aanstellingsprocedures dienen uniform te worden, teneinde uitwisselbaarheid tussen de verschillende zones mogelijk te maken. Tevens wordt uitdrukkelijk gevraagd het beroep van brandweerman op te nemen op de lijst van risicoberoepen, wat vandaag jammer genoeg niet het geval is. Ik wil – nu ik het heb over het personeel – nogmaals duidelijk beklemtonen dat de commissie ten zeerste de foutieve berichten heeft betreurd die met betrekking tot de vrijwillige brandweerlui de wereld werden ingestuurd door mensen die wellicht liever geen hervorming wensen. Ik kan u ten stelligste verzekeren dat er in de commissie nooit enige twijfel is geuit over de inbreng van de vrijwilligers. Integendeel, iedereen is overtuigd van het ontzaglijk belang van deze groep van brandweermensen die ook morgen essentieel zullen zijn en voor wie dan ook bij prioriteit een goed doordachte, evenwichtige rechtspositieregeling moet worden uitgewerkt. * * * Permettez-moi de dire aussi quelques mots sur le financement de la réforme. Les Unions des Villes et Communes ont confirmé que les pouvoirs locaux restent disposés à payer les frais afférents aux missions de base des services d’incendie, mais en même temps il a clairement été précisé que le coût macroéconomique actuel ne peut en aucun cas augmenter pour les communes. En d’autres termes les communes attendent un effort financier considérable de la part de l’autorité fédérale afin de pouvoir réaliser l’augmentation de la qualité, souhaitée par la commission. 20.01.2006 5. On a chiffré qu’actuellement les communes supportent environ 90% du coût des services d’incendie. Elles souhaitent à terme parvenir à un rééquilibrage de 50/50 entre l’autorité fédérale et les pouvoirs locaux. Afin de pouvoir mener la discussion sur une bonne base, nous avons essayé de chiffrer les montants actuellement consacrés aux services d’incendie, ainsi que les surcoûts si l’on souhaite rencontrer les exigences de qualité préconisées par la commission en matière d’intervention rapide et adéquate et si on veut résorber les ‘points noirs’ mis en évidence par l’analyse des risques. A ce stade nous avons seulement une idée des frais de fonctionnement, qui pour l’ensemble du pays et uniquement pour les services d’incendie, sont estimés à près de 400 millions d’euros. Des efforts supplémentaires seront nécessaires pour calculer également les frais d’investissement et les coûts cachés, afin d’obtenir une image assez précise du coût total des services d’incendie. Le ministre est demandé de faire le nécessaire. * * * Tot slot nog enkele bedenkingen in verband met de dringende medische hulpverlening. Hoewel het hier onbetwistbaar gaat om een essentieel onderdeel van de civiele veiligheid, is hierover in de commissie niet uitvoerig van gedachten gewisseld, omdat het departement Volksgezondheid deze materie tot haar bevoegdheid rekent. De commissie acht een spoedig gesprek tussen de ministers van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid essentieel om te vermijden dat inzake dringende medische hulpverlening een aparte regeling zou worden uitgewerkt, wat uiteraard absoluut te vermijden is. Het heeft ons dan ook veel genoegen gedaan te mogen vernemen van de vertegenwoordiger van minister Demotte dat deze instemt met de door onze commissie voorgestelde basisprincipes. * * * Tot daar, dames en heren, een overzicht van het werk dat in de voorbije 15 maanden werd verricht. Ik denk dat het een uitstekend idee is geweest om vanaf het begin alle belangrijke actoren bij de besprekingen te betrekken om op deze manier tot een groot draagvlak voor de hervorming te komen. 20.01.2006 6. Ik ben allen die mij terzijde hebben gestaan, bijzonder dankbaar voor de serene sfeer waarin de discussies zijn verlopen, en vooral voor hun creativiteit en inzet, waarmee ze duidelijk hebben aangetoond hoezeer zij begaan zijn met de veiligheid van hun medeburgers. Een belangrijk stuk van de weg is afgelegd. De commissie rekent erop dat het werk dat gepresteerd werd, in de komende maanden zal gevaloriseerd worden en dat de regering bereid zal zijn de middelen te voorzien die onontbeerlijk zijn voor het welslagen van de gewenste hervorming. 20.01.2006 7.