Jan Michiels piano 24 FeB. `16

centre for fine arts
brussels
music
Jan Michiels
piano
24 FEB. ’16
Conservatorium ∙
Conservatoire
Paleis voor Schone Kunsten
Brussel
Palais des Beaux-Arts
Bruxelles
“After silence, that which comes nearest
to expressing the inexpressible is music.”
“Na de stilte komt muziek het dichtst bij
het verwoorden van het onuitsprekelijke.”
« Après le silence, ce qui exprime le mieux
l’inexprimable, est la musique. »
Aldous Huxley
Programma · Programme, p. 2
Toelichting, p. 4
Clé d’écoute, p. 7
Biografie · Biographie, p. 10
The Space between the Notes, p. 11
1
Jan Michiels
piano
PRAHA - BRNO
Een Slavische traan · Une larme slave
Antonín Dvořák 1841-1904
In het oude kasteel · Au vieux château*
Leoš Janáček 1854-1928
Vivo**
Antonín Dvořák
Furiant (Tanz der Bürschen)*
Leoš Janaček
Ze kwetteren als zwaluwen · Elles bavardaient en hirondelles**
De steenuil is niet weggevlogen! · La chevèche ne s’est pas envolée!**
Antonín Dvořák
Herinnering · Souvenir*
Leoš Janaček
Sonate 1.X.1905, JW VIII/19
—— Con moto: Voorteken · Pressentiment
—— Adagio: Dood · La Mort
Antonín Dvořák
Op de heilige berg · Sur la montagne sacrée*
Leoš Janaček
De Moeder Gods van Frýdek · La vierge de Frydek**
Allegro**
pauze · pause
Antonín Dvořák
Dumka, in c · en ut mineur, op. 12/1 1884)
Furiant, in g · en sol mineur, op. 12/2 (1884)
Leoš Janaček
Goede nacht! · Bonne nuit!**
Antonín Dvořák
Dans van de kobolds · Danse des lutins*
2
Leoš Janaček
Het woord stokt · La parole manque**
Antonín Dvořák
Serenade · Sérénade*
Humoreske in F · Humoresque en fa majeur, op. 101/4 (Poco andante)
(1894)
Leoš Janaček
Pilky, uit Twee Moravische dansen · extr. Deux danses moraves,
JW VIII/18 (1904)
Antonín Dvořák
Humoreske in es · Humoresque en mi bémol mineur, op. 101/1
(Vivace) (1894)
Leoš Janaček
Allegretto**
Antonín Dvořák
Humoreske in Gis · Humoresque en sol bémol majeur, op. 101/7
(Poco lento e grazioso) (1894)
Humoreske in bes · Humoresque en si bémol mineur, op. 101/8
(Andante) (1894)
Leoš Janaček
In de mist · Dans les brumes, JW VIII/22 (1912)
—— Andante - Poco mosso
—— Molto adagio - Presto
—— Andantino - Poco mosso
—— Presto - Meno mosso - Andante
* uit Poëtische sfeerbeelden · extr. Impressions poétiques, op. 85 (1889)
** uit Op het overgroeide pad · extr. Sur un sentier recouvert,
JW VIII/17 (1900-1911)
22:00 — einde van het concert · fin du concert
opname · captation
uitzending · diffusion 18.04.16 — 20:00
met de steun van · avec le soutien de
Gelieve uit respect voor de artiesten en de muziek de stilte te bewaren. Schakel je gsm of elektronisch
uurwerk uit en hoest niet onnodig. Het is verboden te fotograferen, te filmen en opnames te maken.
Pour les artistes et la musique, merci de respecter le silence. Veillez à éteindre téléphones portables,
montres électroniques et à réprimer les toux. Il est interdit de photographier, filmer et enregistrer.
3
toelichting
Praha - Brno
Antonín Dvořák,
muzikant en dichter
Antonín Dvořák en Leoš Janáček:
samen met Bedřich Smetana zijn ze
de belangrijkste vertegenwoordigers
van de 19e-eeuwse Tsjechische
nationale school, in de eerste decennia
van de twintigste eeuw. Praag en
Brno, respectievelijk de eerste en de
tweede grootste stad van Tsjechië,
zijn de steden waar Dvořák en zijn
muzikale erfgenaam Janáček naam
maakten als componist. Jan Michiels
koos de twee steden als titel voor zijn
concertprogramma. Hij bouwde het op
met een mooie selectie pianowerken
van de twee componisten, die elkaars
kracht erkenden en waardeerden.
Toen de drieënveertigjarige Antonín
Dvořák zijn Dumka en Furiant
neerschreef, was hij al een beroemdheid,
niet in het minst dankzij de steun van
Johannes Brahms, die de Tsjech warm
had aanbevolen bij zijn uitgever Simrock.
De dumka (met in dit geval herkenbare
Brahmsiaanse wendingen) was een
nieuwe muzikale vorm die Dvořák op
aansporing van de dertien jaar jongere
Leoš Janáček had uitgewerkt. De
kunstvolle verweving van elegische
melodieën en doorgedreven motivische
verwerking is geïnspireerd door twee
literaire vormen uit de Oekraïne: de
lyrische dumka en de epische duma.
De aangrijpende nostalgie die spreekt
uit Dvořáks talrijke Dumky, tekent zijn
panslavische ingesteldheid tegenover
de Habsburgse dominantie uit zijn
tijd. De furiant, de Tsjechische dans
bij uitstek, toont een ander facet
van zijn nationaal zelfbewustzijn. Dit
nationalisme is jammer genoeg een
van de valkuilen gebleken voor een
objectieve visie op een veelzijdig
oeuvre: enerzijds schreef Dvořák
geen volksmuziek – hij inspireerde
zich voornamelijk op ritmes ervan – en
anderzijds zijn de Wiener Walzer of Die
Meistersinger von Nürnberg toch niet
minder nationalistisch gekleurd…
In 1889 schreef Dvořák over
zijn Poetické nálady (Poëtische
sfeerbeelden): “Ieder stuk zal een
titel hebben en moet iets uitdrukken.
Het is dus bij wijze van spreken
programmamuziek, maar dan in de
betekenis die Schumann eraan gaf”.
En nog: “Dan ben ik niet enkel meer
4
muzikant, maar ook een dichter!”.
De Furiant heeft in het manuscript
de ondertitel Tanz der Bürschen
meegekregen en Na Svate Hore
(Op de heilige berg) verwijst naar
een pelgrimsplaats in het Boheemse
Príbram, niet ver van Dvořáks
zomerverblijf in Vysoká. Daarover
schreef de diepreligieuze componist:
“Ik ben sinds enkele dagen weer in het
mooiste woud, waar ik de heerlijkste
dagen in het mooiste weer doorbreng
en het betoverende gezang van de
vogels steeds opnieuw bewonder.
De dag breng ik grotendeels door in
mijn tuin, die ik zo mooi verzorg en
waarvan ik houd als van de goddelijke
kunst”. De sprekende motieven en
schilderachtige harmonieën verwijzen
reeds naar de sprookjeswereld van
de opera Rusalka en de symfonische
gedichten die Dvořák op het einde van
de negentiende eeuw zou schrijven.
Leoš Janáček was een van de eersten
die het belang van deze werken inzag:
“Ik ben een van diegenen die in Dvořáks
composities steeds de kenmerken van
een krachtige, dramatische muzikale
uitdrukking erkend en begrepen
hebben”.
Antonín Dvořák verbleef van 1892
tot 1895 in Amerika, waar hij directeur
werd van het National Conservatory of
Music in New York. Tijdens dit verblijf
in Amerika schreef Dvořák een aantal
schetsboeken vol met Motivy waarop
menig componist jaloers was. Johannes
Brahms liet zich ooit ontvallen : “Men
kan de man enkel maar benijden om zijn
frisse, vrolijke en rijke vindingrijkheid.”
Enkele melodieën hieruit die niet
verwerkt werden in grotere composities
vonden hun weg naar de Humoresken.
5
Dvořák schreef ze in Vysoká, tijdens
een Boheemse rustpauze in het
Amerikaanse avontuur. Deze acht
miniaturen doen haast denken aan
fotografie: verfijnde en eenvoudige
narratieve lijnen, zonder enige
overbodige decoratieve complexiteit.
Dvořák wou toegankelijke muziek
schrijven. In zijn artikel over Schubert
dat in 1894 verscheen, schreef hij: “De
moderne smaak vraagt van de muziek
dat ze knap, compact en krachtig is.”
De hoogtes en laagtes van
Leoš Janáček
De voornaamste muzikale erfgenaam
van Antonín Dvořák was Leoš Janáček,
die in Dvořák een vaderfiguur zag.
Zo schreef die laatste over zijn grote
voorbeeld: “Ik kan zijn persoonlijkheid
inwisselen tegen zijn werk, hij schiep zijn
melodieën uit mijn hart. Een dergelijke
band kan door niets in de hele wereld
verbroken worden.”
Volgens een beroemde leerling
van Leoš Janáček, de pianist Rudolf
Firkusný, omvatten Janáčeks
kamermuziek en pianomuziek zijn
hele leven en muzikale ontwikkeling.
De première van Jenůfa in 1904 was
Janáčeks eerste grote succes (hij
was toen vijftig!), maar tijdens het
decennium dat daarop volgde, voerde
hij een voortdurende strijd om zijn werk
op het toneel te krijgen. In die context
ontstond het merendeel van Janáčeks
composities voor piano solo. De cyclus
Op een overgroeid pad bijvoorbeeld
bestaat uit vijftien miniaturen die
geschreven zijn tussen 1901 en
1911 – een soort dagboek, haast een
biecht, over de emotionele hoogtes
en laagtes in zijn leven in die jaren. In
het vierde stuk, De Moeder Gods van
Frýdek, hoor je nog dat enkele stukken
origineel voor harmonium gedacht
waren, hét instrument van de muzikale
traditie in het dorp van Janáceks jeugd,
Hukvaldy. Deze pagina’s verklanken
talloze herinneringen, in een poging
van de componist om de wortels van
zijn bestaan onder het ‘overgroeide
pad’ van zijn leven terug te vinden.
De melodische waarheid
van het moment
Tot op het einde van zijn leven bleef
Janáček trouw aan de volksmuziek van
zijn geboorteland: “In het volkslied is de
hele mens, zijn hele lichaam, zijn hele
ziel, zijn hele omgeving, alles, alles…”.
Deze wortels bleef hij trouw met maar
één doel voor ogen: ‘waarheid in tonen’
scheppen. In maart 1928 schreef hij:
“Ik ben tevreden met de waarheid, met
de uiterste waarheid. En geloof me,
het leven kent vele, vele lagen – ook
lagen die om een mooie klank vragen.
[…] Het ware sluit het mooie niet uit –
integendeel – wij hebben meer en meer
waarheid en schoonheid nodig. Maar
vooral leven! Eeuwige jeugd. Het leven is
altijd jong en licht. Ik ben niet bang om
te leven, ik leef hartstochtelijk graag.”
In augustus van datzelfde jaar stierf de
eeuwig jonge componist. Hij liet een
oeuvre na dat (Milan Kundera citerend)
op zoek gaat naar het ‘verleden heden’,
naar de melodische waarheid van het
moment, naar het mysterie van de
onmiddellijke, naakte realiteit.
Janáček vergeleek zijn laatste
6
composities met een nieuwe ader, een
vers groen twijgje aan de eeuwenoude
bomen van zijn heimat Hukvaldy –
zielsuitstortingen die de wereld vaarwel
zeggen en die zo dicht als mogelijk bij
de eenvoudige Tsjech willen staan. Deze
waarheid in tonen heeft tot op vandaag
nog niets van zijn eeuwige jeugd
verloren: Mládí, zlaté mládí! (De jeugd,
gouden jeugd!).
naar Jan Michiels
clé d’écoute
Prague – Brno
Antonín Dvořák et Leoš Janáček sont,
avec Bedřich Smetana, les principaux
représentants de l’école nationale
tchèque du XIXe siècle. C’est à Prague
et Brno, les deux plus grandes villes de
Tchéquie, que Dvořák et son héritier
musical Janáček ont lancé leurs
carrières de compositeurs. Jan Michiels
a donc choisi d’intituler ce programme
de concert « Prague – Brno ». Il vous
propose de découvrir une superbe
sélection d’œuvres pour piano de
deux compositeurs qui, de leur vivant,
firent preuve d’une grande admiration
réciproque.
Antonín Dvořák, musicien et poète
À l’âge de vingt-trois ans, lorsqu’Antonin
Dvořák compose Dumka et Furiant,
il est déjà célèbre, en partie grâce
au soutien de Johannes Brahms, qui
a chaleureusement recommandé le
Tchèque à son éditeur Simrock. La
dumka, qui présente dans ce cas-ci
une influence brahmsienne indéniable,
était une nouvelle forme musicale
développée par Dvořák sous l’impulsion
de Leoš Janáček, de treize ans son
cadet. Mélodies élégiaques entrelacées
et travail approfondi des motifs
caractérisent cette œuvre inspirée par
deux formes littéraires ukrainiennes :
la dumka, de caractère lyrique, et
la douma, épique. L’émouvante
nostalgie qui transparaît dans les
nombreux Dumky de Dvořák révèle
son attachement à la pensée panslave,
face à la domination des Habsbourg.
Quant au « furiant », il s’agit d’une danse
typiquement tchèque illustrant une
autre facette de la tendance nationaliste
du compositeur. Celle-ci s’avèrera être
un frein à une vision objective d’une
œuvre pourtant éclectique : d’une part,
Dvořák ne composait pas de musique
populaire – il s’en inspirait simplement
d’un point de vue rythmique –, d’autre
part, des partitions comme les Valses
viennoises ou les Maîtres-chanteurs de
Nuremberg présentent, elles aussi, une
connotation largement nationaliste...
En 1889, Dvořák écrit à propos
des Poetické nálady (Impressions
poétiques) : « Chaque pièce portera un
titre et exprimera quelque chose. Il s’agit
donc, à proprement parler, de musique
programmatique dans le sens de Robert
7
Schumann. » Ou encore : « Me voilà
poète, en plus d’être musicien ! ». Le
manuscrit de Furiant porte le soustitre Tanz der Bürschen, tandis que Na
Svate Hore (Sur la montagne sacrée)
fait référence à un lieu de pèlerinage
dans la région de Příbram en Bohème,
à proximité de Vysoká, où se trouvait la
résidence d’été de Dvořák. À ce sujet, le
compositeur, fervent catholique, écrit :
« Depuis quelques jours, je me trouve
à nouveau entouré par la plus belle des
forêts. Je passe le plus clair de mon
temps à admirer le chant envoûtant des
oiseaux, depuis mon magnifique jardin,
que j’entretiens avec zèle et que j’aime
comme on aime l’art divin. » Les motifs
expressifs et les harmonies pittoresques
annoncent déjà le monde fabuleux
de l’opéra Rusalka et les poèmes
symphoniques que Dvořák composera
à la fin du XIXe siècle. Leoš Janáček
était l’un des premiers à reconnaître
l’importance de ces œuvres : « Je suis
l’un de ceux qui ont toujours reconnu,
dans les compositions de Dvořák, les
caractéristiques d’une expression
musicale puissante et dramatique. »
De 1892 à 1895, Antonín Dvořák
réside en Amérique, où il devient
directeur du National Conservatory of
Music de New York. Durant ce séjour, il
compose une série d’ébauches (Motivy)
qui suscitera la jalousie de nombreux
compositeurs. Un jour, Johannes
Brahms déclarera même : « On ne
peut qu’envier cette inventivité pleine
de fraîcheur, de joie et de richesse. »
Quelques-unes de ces mélodies, n’ayant
pas été intégrées dans des compositions
de plus grande envergure, furent
utilisées dans les Humoresques. Dvořák
les a composées à Vysoká, en Bohème,
8
alors qu’il se reposait de ses aventures
américaines. Ces huit miniatures
rappellent presque l’univers de la
photographie par leurs lignes narratives
à la fois simples et subtiles, sans
jamais basculer dans une complexité
décorative superflue. Dvořák souhaitait
composer une musique accessible. Dans
son article sur Schubert, paru en 1894,
il écrit : « Aujourd’hui, on attend de la
musique qu’elle soit à la fois agréable à
l’oreille, compacte et puissante. »
Les hauts et les bas de Leoš Janáček
Leoš Janáček est le principal héritier
musical d’Antonín Dvořák. Il voyait
en lui une figure de père et éprouvait
la plus grande admiration pour son
travail de compositeur : « Je pourrais
échanger sa personnalité contre son
œuvre, c’est comme si ses mélodies
sortaient tout droit de mon cœur. Rien
ne pourra jamais briser un tel lien. »
Selon le pianiste Rudolf Firkusný, célèbre
élève de Leoš Janáček, les partitions
pour ensemble de chambre et piano
de ce dernier sont le reflet de toute
sa vie et son développement musical.
En 1904, alors que le compositeur a
déjà cinquante ans, la première de
Jenůfa lui ouvre enfin la voie du succès.
Et pourtant ! La décennie qui suivra sera
marquée par un combat permanent
pour assurer l’exécution publique de
ses œuvres. C’est dans ce contexte que
la plupart des compositions pour piano
de Janáček ont vu le jour. Le cycle Sur
un sentier recouvert rassemble quinze
miniatures écrites entre 1901 et 1911 –
une sorte de journal intime, presque une
confession, illustrant les hauts et bas
émotionnels vécus par le compositeur
durant ces années difficiles. Dans la
quatrième pièce, intitulée La Vierge de
Frýdek, on reconnaît quelques passages
écrits à l’origine pour harmonium, un
instrument traditionnel typique du
village d’enfance de Janáček, Hukvaldy.
Ces pages reflètent les innombrables
souvenirs d’un compositeur tentant de
retrouver ses racines sous le « sentier
recouvert » de son existence.
La vérité mélodique du moment
présent
Jusqu’à la fin de sa vie, Janáček est
resté fidèle à la musique populaire
de son pays natal : « Une chanson
populaire, c’est l’homme tout entier, son
corps, son âme, son environnement,
tout, absolument tout. » Cette fidélité
aux racines avait un objectif : créer la
« vérité sonore ». En mars 1928, il écrit :
« La vérité, la vérité ultime me satisfait.
Et, croyez-moi, la vie est composée de
nombreuses couches – et beaucoup
d’entre elles appellent à une belle
musique […]. Le vrai n’exclut pas le beau
– au contraire – nous avons, de plus en
plus, besoin de vérité et de beauté. Mais
surtout de vivre ! La jeunesse éternelle.
La vie est toujours jeunesse et lumière.
Je n’ai pas peur de vivre, j’adore ça. »
Janáček s’éteindra au mois d’août de
la même année. Il laisse, selon Milan
Kundera, une œuvre à la recherche du
présent passé, de la vérité mélodique du
moment, du mystère de l’immédiat et
de la réalité nue.
Janáček comparait ses dernières
compositions à une résurrection, à un
jeune rameau poussant sur les arbres
séculaires de son Hukvaldy bien-aimé –
9
autant d’expressions d’une âme faisant
ses adieux au monde et souhaitant se
rapprocher au plus près du Tchèque
dans toute sa simplicité. Aujourd’hui,
cette vérité sonore n’a rien perdu de sa
jeunesse : Mládí, zlaté mládí! (Jeunesse,
jeunesse dorée !).
D’après Jan Michiels
biografie · biographie
Jan Michiels © Jochen Schollaert
Hij vormt een pianoduo met Inge
Spinette en is lid van het pianokwartet
Tetra Lyre. Aan het Koninklijk
Conservatorium Brussel begeleidt hij de
klas ‘Hedendaagse muziek’.
Jan Michiels
piano
NL Pianist Jan Michiels speelt muziek
van Bach tot hedendaags klassiek. In
1991 werd hij laureaat van de Koningin
Elisabethwedstrijd. Sindsdien bouwde
hij een internationale carrière uit, waarin
hij samenwerkte met onder anderen
Peter Eötvös, Yannick Nézet-Séguin
en Hans Zender. Michiels maakte vele
radio- en cd-opnames. De componisten
György Ligeti, György Kurtág en Karel
Goeyvaerts loofden zijn interpretaties.
Hij heeft ook verschillende integrales op
zijn actief: de sonates van Beethoven,
het complete pianowerk van Schönberg,
Webern en Berg en alle kamermuziek
met piano van Johannes Brahms.
10
FR Le pianiste Jan Michiels interprète
un large répertoire allant de Bach à la
musique classique contemporaine. En
1991, il est lauréat du Concours Reine
Elisabeth. Depuis, il a embrassé une
carrière internationale et notamment
collaboré avec Peter Eötvös, Yannick
Nézet-Séguin et Hans Zender. Michiels,
dont les interprétations sont louées par
des compositeurs tels que György Ligeti,
György Kurtág et Karel Goeyvaerts, a
réalisé de nombreux enregistrements
radio et CD, et compte plusieurs
intégrales à son actif : les sonates de
Beethoven, l’œuvre complète pour
piano de Schönberg, Webern et Berg,
ainsi que le répertoire de chambre avec
piano de Johannes Brahms. Membre
du quatuor Tetra Lyre, Michiels forme
également un duo avec la pianiste Inge
Spinette. En outre, il accompagne la
classe de musique contemporaine du
Koninklijk Conservatorium Brussel.
the space between
the notes
De la musique et des mots
Schrijvers over muziek
Corinne Hoex
Leçons de ténèbres
BOZAR vroeg 10 auteurs een tekst te schrijven over een concert dat dit
seizoen in het Paleis voor Schone Kunsten plaatsvindt. De literaire hommages
aan hun favoriete componisten en muzikanten zijn elke maand te lezen in de
concertprogrammaboekjes. De teksten worden ook gebundeld in de aparte
publicatie The Space between the Notes.
De schrijfster Corinne Hoex deelt dit aangesproken zijn met ons naar
aanleiding van de uitvoering van François Couperins Leçons de Ténèbres door
het Ricercar Consort op 18 februari 2016.
BOZAR a demandé à 10 écrivains de rédiger un texte sur un concert organisé
durant cette saison au Palais des Beaux-Arts. Au fil de l’année, vous découvrirez
dans nos programmes l’hommage que chacun rend à son compositeur et
musicien préféré. Ces textes feront également l’objet du recueil The Space
between the Notes.
L’écrivaine Corinne Hoex partage sa passion pour le genre à l’occasion de
l’interprétation des Leçons de ténèbres de François Couperin par le Ricercar
Consort le 18 février 2016.
11
Lessen van duisternis
Ze is vrouwelijk, veelvoudig, verbeten.
Groots. Vreselijk. Ze is de keerzijde. De
zwarte kant van het licht. De hartstocht
ervan. De duizeling. Want ze heerst, en
altijd verspreidt ze zich, wint veld, wordt
dichter, neemt toe, omhult de wereld. En
wij lopen in de duisternis. We moeten er
verdwalen. Om te zingen.
Verslindend zwart. Onverzadigbaar. Hecht.
Compact. Ondoordringbaar. En toch.
Zwart roepend op zwart.
Doof zwart. Maar dat luistert.
Zwart. Wat niet aanwezig is. Maar brandt.
Goede Week. De laatste kaars gedoofd.
In de donkere kerk gedenkt de adem de
vlammen. Goede Week. Op de kandelaar
branden vijftien kaarsen. De twaalf
apostelen. De drie Maria’s. Ze branden bij
het graf. Goede week. De nacht spreekt
in de weidse stilte. De wijde stilte van de
ogieven.
Vijftien kaarsen. Een voor een gedoofd.
Op de laatste na, die het licht brandende
houdt. Op de laatste na. En toch. Zie
het uur is nabij. De laatste die nog even
alleen blijft branden. Zie het uur is nabij.
In de eenzaamheid van bogen en zuilen
de mateloze tijd. Trilling van de tijd die
opgeheven wordt. Ecce hora. Zie het uur. De
ruimte is nacht. De leegte is nacht. Op de
rand van de bergkam. Buiten de wereld. Ecce
hora. De laatste ademtocht dooft de kaars.
Het wonder is zwart.
Eenzaamheid. Eenzaamheid. Lessen van
eenzaamheid. Zie het lijden dat ik moet
dragen, wie heeft ooit zo geleden? Zie het
lijden dat ik moet dragen. Knielend. Alleen
in het schip. Door stilte omsingeld. En die
stem in je. Zie het lijden. Eenzaam knielend
in het schip. Je witte handen die bidden.
Een rozenkrans glijdend tussen je lijkbleke
vingers. Kraal na kraal wrijvend tegen het
hout van de bidstoel. Eenzaam knielend in
het schip. Opgaand in de eeuwigheid.
Zilveren oren glanzend in het
schemerdonker. Zilveren oren die naar de
12
stilte luisteren. Harten gespijkerd op stenen
zuilen. Benen en armen aan de gewelven
opgehangen. Handen en geslachten tussen
de spijlen van het hek geschoven. Ogenparen
zonder blik. Wassen monden die nooit
zullen praten. Je hebt de vijftien kaarsen
van je verlangen ontstoken. Het hijgen van
de vlammen ingeademd. Geluisterd naar
de adem van je wachten. De gesmolten
geur van de tijd is naar je opgestegen.
De lange schaduwen hebben zich aan je
voeten uitgestrekt. Vluchtende schaduwen.
Gebogen. Golvend. Gekweld. Zwarte, meteen
vervlogen vormen.
Eenzaamheid. Eenzaamheid. Alleen in het
schip. Omgeven door leegte. Hij werd ter
dood gebracht. Schemering. Eenzaamheid.
Alleen in het schip. Uit het zwart ontsproten.
Eenzaamheid. Lessen van eenzaamheid. De
ruimte is nacht. De leegte is nacht. Hij werd
ter dood gebracht.
En de vlam trillend in het vluchtige
ogenblik. Trillend in de donkere ruimte die
leger is dan een graf. De trillende vlam
verslonden door de nacht.
Niet zijn. Hier niet zijn. Tristis est anima
mea. De tijd is die gedoofde vlam. Het
gewicht van de nacht tegen je lichaam
voelen. De zwaarte van het zwart op je
schouders. Leegte. Leegte om je heen.
Wanhopig verdiept in de inspanning om te
slinken. Voelen hoe je zwakker wordt. Het
genot ervaren te verzwakken. Tristis est
anima mea. Je naar de aarde te buigen. Je
uit te wissen. Op te lossen. Gezicht zonder
gezicht in de wind van de nacht. Mijn ziel
is bedroefd. Mijn ziel is bedroefd. En die
stem in je. Die stem die groter wordt. Tristis
est anima mea. Niets om het donker te
doorbreken. Behalve je verlangen. Je lied. Je
blinde stem tegenover de vergulde lezenaars.
Tristis est anima mea. En toch die
vreugde. De vreugde daar te zijn. In de
sublieme leegte. De roes niet te zijn.
Vertaald uit het Frans
door Katelijne De Vuyst
Leçons de ténèbres
Elles sont féminines, plurielles,
envahissantes. Somptueuses. Terribles.
Elles sont l’autre côté. La face noire de
la lumière. Sa passion. Son vertige. Car
elles règnent, et toujours se répandent,
toujours gagnent, s’épaississent,
s’accroissent, couvrent le monde. Et
nous allons dans les ténèbres. Nous
devons y être perdus. Pour chanter.
Noir dévorant. Insatiable. Dense. Serré.
Impénétrable. Et pourtant.
Noir appelant le noir.
Noir sourd. Et qui écoute.
Noir. Ce qui n’est pas là. Et qui brûle.
Semaine sainte. Dernier cierge éteint.
Dans l’église obscure, le souffle se
souvient des flammes. Semaine sainte.
Sur le chandelier, quinze cierges brûlent.
Les douze apôtres. Les trois Marie.
Brûlant près du tombeau. Semaine
sainte. La nuit parle dans le vaste
silence. L’ample silence d’ogives.
Quinze cierges. Un à un éteints. Sauf
le dernier qui garde la lumière. Sauf le
dernier. Et pourtant. Voici l’heure qui
approche. Le dernier un instant encore
brûlant seul. Voici l’heure qui approche.
Dans la solitude des arcs et des colonnes
la nuit sans mesure. Frémissement du
temps qui s’abolit. Ecce hora. Voici
l’heure. L’espace est nuit. Le vide est nuit.
Au bord de la crête. Hors du monde. Ecce
hora. Le dernier souffle éteint le dernier
cierge. Le miracle est noir.
Solitudes. Solitudes. Leçons de
solitudes. Voyez s’il est une souffrance
semblable à la mienne. Voyez s’il est
une souffrance. Agenouillé. Seul dans
la nef. Encerclé de silence. Et cette voix
en toi. Une souffrance. Agenouillé seul
dans la nef. Tes mains blanches qui
prient. Chapelet serpentant entre tes
doigts livides. Grain à grain se frottant
13
au bois du prie-dieu. Agenouillé seul
dans la nef. Absorbé par l’éternité.
Oreilles d’argent luisant dans la
pénombre. Oreilles d’argent qui écoutent
le silence. Cœurs cloués sur les piliers
de pierre. Jambes et bras pendus aux
voûtes. Mains et sexes glissés dans les
barreaux de la clôture. Paires d’yeux sans
regard. Bouches de cire qui ne parleront
pas. Tu as allumé les quinze cierges de
ton désir. Respiré le halètement des
flammes. Écouté le souffle de ton attente.
Est monté vers toi le parfum fondu du
temps. Se sont étendues à tes pieds
les ombres longues. Ombres fuyantes.
Gauchies. Onduleuses. Suppliciées.
Formes noires aussitôt dissoutes.
Solitudes. Solitudes. Seul dans la nef.
Cerné de vide. Il a été livré à la mort.
Crépuscules. Solitudes. Seul dans la
nef. Issu du noir. Solitudes. Leçons de
solitudes. L’espace est nuit. Le vide est
nuit. Il a été livré à la mort.
Et vacillant cette flamme dans
l’instant dérisoire. Vacillant dans l’espace
obscur plus vide qu’une tombe. Vacillant
cette flamme avalée par la nuit.
N’être pas. N’être pas ici. Tristis
est anima mea. Le temps est cette
flamme éteinte. Sentir contre toi la
masse de la nuit. Le poids du noir à
tes épaules. Vide. Vide autour de toi.
Tendu désespérément dans l’œuvre de
décroître. T’affaiblir. Volupté de t’affaiblir.
Tristis est anima mea. Te courber vers
la terre. T’effacer. Te dissoudre. Visage
sans visage dans le vent de la nuit. Mon
âme est triste. Mon âme est triste. Et
cette voix en toi. Cette voix qui grandit.
Tristis est anima mea. Rien pour percer
l’obscurité. Sinon ton désir. Ton chant.
Ta voix aveugle face aux lutrins dorés.
Tristis est anima mea. Et cette joie
pourtant. Joie d’être là. Dans le vide
sublime. Ivresse de ne pas être.
© GR / DR
Corinne Hoex (1946) schreef
een vijftiental dichtbundels. Ze
publiceerde ook zes romans. In 2012
verscheen bij Éditions Tétras Lyre
L’Autre Côté de l’ombre, een sobere,
verontrustende tekst, geïllustreerd met
houtskooltekeningen van Alexandre
Hollan. In dezelfde geest voelt ze zich
ontzettend aangesproken door de
Leçons de Ténèbres, een muziekgenre
dat tegelijk bloemrijk en gestreng
is, een bezingen van afwezigheid en
verlatenheid, van wat er gebeurt als
er geen waakvlam, geen Waker meer
is, een gezang van een sombere
zinnelijkheid dat pijn en verdriet
omvormt tot kunst.
14
Corinne Hoex (Uccle, 1946) est
l’auteure d’une quinzaine de livres de
poésie. Elle a aussi publié six romans.
Elle a publié en 2012 aux Éditions
Tétras Lyre L’Autre Côté de l’ombre,
un texte dépouillé, crépusculaire,
accompagné de fusains d’Alexandre
Hollan. C’est dans ce même esprit
qu’elle se passionne pour les Leçons
de ténèbres, ce genre musical orné
et austère, ce chant qui dit l’absence,
l’abandon, ce qui se passe quand il n’y
a plus de veilleuse, plus de Veilleur,
ce chant à la volupté sombre où la
douleur et l’angoisse sont transmuées
en art.
centre for fine arts
brussels
ABONNEMENTEN
ABONNEMENTS
SUBSCRIPTIONS
NOW
urBan ViBes
season ’15 — ’16
Paleis voor schone Kunsten
brussel
Palais des beaux-arts
bruxelles
rue ravensteinstraat 23
1000 Brussels
+32 2 507 82 00 / bozar.be
© photo · Foto: sébastien Bonin - concept : coast agency
Wij danken onze bozar PATRONS voor hun trouwe steun
Monsieur et Madame Charles Adriaenssen • Madame Geneviève Alsteens • Madame
Marie-Louise Angenent • Monsieur et Madame Etienne d’Argembeau • Comte et Comtesse
Christian d’Armand de Chateauvieux • Monsieur Laurent Arnauts • Monsieur et Madame
Laurent Badin • Baron en Barones Jean-Pierre de Bandt • Monsieur Erard de Becker • Monsieur
et Madame Roger Begault • Madame Marie Bégault • Monsieur Jean-François Bellis • Baron
et Baronne Berghmans • Monsieur Tony Bernard • Baron en Barones Luc Bertrand • De Heer
Stefaan Bettens • De Heer en Mevrouw Carl Bevernage • Madame Bia • Mevrouw Liliane
Bienfet • Professor en Mevrouw Roger Blanpain • Monsieur et Madame Mickey Boël • Comte
et Comtesse Boël • Monsieur et Madame Bernard Boon Falleur • Monsieur Vincent Boone •
Monsieur Thierry Bouckaert • De Heer Harry Boukes • Monsieur Olivier Bourgois et Madame
Alice Goldet • De Heer en Mevrouw Alfons Brenninkmeijer • Ambassadeur Dr. Günther
Burghardt en Mevrouw Rita Burghardt-Byl • Mevrouw Helena Bussers • Comte et Comtesse
Buysse • Baron Cardon de Lichtbuer • Monsieur et Madame Michel Carlier • Monsieur et
Madame Hervé de Carmoy • Mevrouw Ingrid Ceusters-Luyten • Monsieur et Madame
Jean-Charles Charki • Monsieur Robert Chatin • Prince et Princesse de Chimay • Monsieur
et Madame Christian Chéruy • Madame Marianne Claes • Monsieur Nicolas Clarembeaux •
Monsieur Jim Cloos • Madame Jean de Cock de Rameyen • Monsieur Bernard de Cock de
Rameyen • Comtesse Michel Cornet d’Elzius • Monsieur et Madame Patrice Crouan • De
Heer Géry Daeninck • Monsieur et Madame Denis Dalibot • Monsieur et Madame Bernard
Darty • Vicomte Davignon • De Heer en Mevrouw Philippe De Baere • De Heer en Mevrouw
Philippe Declercq • Monsieur Pascal De Graer • De heer en Mevrouw Bert De Graeve • Baron
Andreas De Leenheer • Monsieur Michel Delloye • Monsieur Jean-Marie Delwart • Monsieur
et Madame Alain De Pauw • Monsieur Patrick Derom • Monsieur Eric Devos • Monsieur Régis
D’Hondt • De Heer en Mevrouw Xavier D’Hulst-Struyven • Monsieur et Madame Thierry R.
Dillard-Desjonquères • Monsieur Michel Doret • Monsieur Jean-Baptiste Douville de Franssu
• M. Bruce Dresbach et Dr. Corinne Lewis • Monsieur Alain Dromer • De Heer en Mevrouw
Bernard Dubois • Madame Sylvie Dubois • Monsieur et Madame Pierre Dumolard-Balthazard
• Monsieur et Madame Paul Dupuy • Mr. Graham Edwards • De Heer en Mevrouw Jean-Pierre
Fierens • Madame Jacques E. François • Madame Monique Fritz • Madame Sophie de Galbert
• De heer en Mevrouw Marnix Galle Sioen • Madame Marie-Christine Gennart • Monsieur
Oscar Geyer • Monsieur et Madame Léo Goldschmidt • Madame Sylvia Goldschmidt • De heer
André Gordts • Comtesse Nadine le Grelle •Monsieur et Madame Pierre Guilbert • Madame
Bernard Guttman • Monsieur et Madame Regnier Haegelsteen • Monsieur et Madame John
van der Hagen • Monsieur Paul Haine • Monsieur et Madame Bernard Hanotiau • De Heer
en Mevrouw Philippe Haspeslagh • Monsieur Thierry Hazevoets • De Heer en Mevrouw
Pieter Heering • Monsieur Jean-Pierre Hoa • De Heer Xavier Hufkens • Madame Christine
Huvelin • Mevrouw Bonno H. Hylkema • Monsieur Fernand Jacquet • Monsieur Maxime
Jadot • Barones Janssen • Baron et Baronne Paul-Emmanuel Janssen • Monsieur et Madame
Mathieu Janssens van der Maelen • Madame Patricia de Jong • Madame Elisabeth Jongen • De
Heer en Mevrouw Martin Kallen • Monsieur et Madame Adnan Kandiyoti • Monsieur Claude
Kandiyoti • Madame Harold t’Kint de Roodenbeke • Monsieur Peter Klein et Madame Susanne
Hinrichs • Dr. et Madame Klaus Körner • Monsieur Charles Kramarz • Madame Jean-Jacques
Kreglinger • Monsieur et Madame Charles Kriwin • Monsieur et Madame Antoine Labbé •
Madame Marleen Lammerant • Mademoiselle Alexandra et Monsieur Ludovic van Laethem
• Monsieur et Madame Francis-Charles Lang • Monsieur et Madame Richard Laub • Madame
Brigitte de Laubarede • Comte et Comtesse Yvan de Launoit • Chevalier et Madame Laurent
Josi • Monsieur Pierre Lebeau • Monsieur et Madame François Legein • Monsieur et Madame
Laurent Legein • Monsieur et Madame Charles-Henri Lehideux • Monsieur Mark Le Jeune •
Monsieur et Madame Gérald Leprince Jungbluth • Madame Dominique Leroy • De Heer en
Mevrouw Thomas Leysen • De Heer en Mevrouw Paul Lievevrouw – Van der Wee • Madame
Florence Lippens • Madame Daphné Lippitt • Monsieur et Madame Clive Llewellyn • Monsieur
Manfred Loeb • Madame Marguerite de Longeville • Comte et Comtesse Jean-Baptiste de
16
Nous remercions nos bozar PATRONS pour leur soutien précieux
Looz-Corswarem • Monsieur et Madame Thierry Lorang • De Heer Peter Maenhout • Madame
Oscar Mairlot • Monsieur et Madame Jean-Pierre Mariën • Notaris Luc L. R. Marroyen • De
Heer en Mevrouw Frederic Martens • Monsieur et Madame Yves-Loïc Martin • De Heer en
Mevrouw Paul Maselis • Monsieur et Madame Dominique Mathieu-Defforey • Madame Luc
Mikolajczak • De Heer en Mevrouw Frank Monstrey-Noé • Baron et Baronne Dominique
Moorkens • Madame Jean Moureau-Stoclet • Madame Nelson • De Heer en Mevrouw Robert
van Oordt • Mevrouw Thérèse Opstal • Monsieur Laurent Pampfer • Monsieur Jean-Philippe
Parain • Comte et Comtesse Baudouin du Parc Locmaria • Madame Jessica Parser • Monsieur
et Madame Dominique Peninon • Monsieur et Madame Olivier Périer • Monsieur Frédéric
Peyré • Madame Florence Pierre • Madame Marie-Caroline Plaquet • Madame Suzanne de
Potter • Madame Marie-Neige Prignon • Monsieur et Madame André Querton • Madame
Hermine Rédélé Siegrist • Madame Agnès Rein – Bollack • De Heer Hendrik Reychler •
Madame Olivia Nicole Robinet-Mahé • De Heer en Mevrouw Anton van Rossum • Monsieur
et Madame Jean-Rémy Roussel • Monsieur et Madame Bernard Ruiz Picasso • Monsieur
et Madame Jean Russotto • Monsieur et Madame Dominique de Saint-Rapt • Monsieur et
Madame Frederic Samama • Mevrouw Anne-Marie Saquet • Monsieur Jean-Pierre SchaekenWillemaers • Monsieur Eric-Emmanuel Schmitt • Monsieur et Madame Philippe Schöller •
Monsieur et Madame Hans C. Schwab • Madame Ingrid Schwaiger • Chevalier Alec de Selliers
de Moranville • Chevalier Baudouin de Selliers de Moranville • Monsieur et Madame Tommaso
Setari • Madame Gaëlle Siegrist Mendelssohn • Madame Valérie Siegrist du Couëdic •
Monsieur Sergio Gondim Simao • Messieurs Bernard Slegten et Olivier Toegemann • Mr.
& Mrs. Trevor Soames • Monsieur Patrick Solvay • Madame Mario Spandre • Monsieur Eric
Speeckaert • Vicomte Philippe de Spoelberch • Monsieur Bernard Steyaert et Madame Wivine
de Traux • De Heer en Mevrouw Jan Steyaert • Stichting Liedts-Meesen • Monsieur et Madame
Stoclet • Baron et Baronne Hugues van der Straten • Monsieur et Madame Julien Struyven
• De Heer en Mevrouw Frank Sweerts • De Heer Coen Teulings • Monsieur Daniel Thierry •
Monsieur Gilbert Tornel • Madame Astrid Ullens de Schooten • Madame Brigitte Ullens de
Schooten • Monsieur Marc Urban • De Heer Marc Vandecandelaere • De heren Pascal van
der Kelen en Patrick Haemelinck • Monsieur et Madame Bruno Vanderschelden • Mevrouw
Greet Van de Velde • De heer Jan Van Doninck • Madame Nadine van Havre • Madame Lizzie
Van Nieuwenhuyse • Mevrouw Ludo Van Thillo • De Heer Johan Van Wassenhove • Baron et
Baronne de Vaucleroy • Baronne Velge • De Heer Eric Verbeeck • Monsieur et Madame Denis
Vergé • Monsieur et Madame Bernard Vergnes • Monsieur et Madame Alexis Verougstraete
• Mevrouw Eddy Vermeersch • De Heer en Mevrouw Axel Vervoordt • Monsieur Guy
Vieillevigne • De Heer en Mevrouw Karel Vinck • Vrienden van het Zoute • Monsieur Alain
Vulihman • Madame Gabriel Waucquez • Monsieur et Madame Peter Wilhelm • Monsieur et
Madame Luc Willame • Monsieur Robert Willocx • Madame Véronique Wilmot • Monsieur et
Madame Antoine Winckler • Monsieur et Madame Bernard Woronoff • Chevalier Godefroid
de Wouters d’Oplinter • Baron Guy de Wouters d’Oplinter†• Mr. Johan Ysewyn & Ms Georgia
Brooks • Zeno X Gallery – Antwerp • Monsieur et Madame Jacques Zucker •
corporate patrons
ABN AMRO · Bank of New York Mellon · Edmond de Rothschild (Europe) ·
Bird & Bird · BKCP · KBC Bank Nv · EDF Luminus · LHOIST · Linklaters ·
LOmbard oDier · NH HotelEs · Puilaetco dewaay private bankers s.a. ·
société fédérale de participations et d’investiddements s.a. · Federale
participatie en investeringsmaatschappij nv ·
Contact : 02 507 84 21 ou 02 507 84 01 - [email protected]
17
onze partners · nos partenaires · our partners
Overheidssteun · Soutien public · Public partners
KONINKRIJK BELGIË
Federale Overheidsdienst
Buitenlandse Zaken,
Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking
ROYAUME DE BELGIQUE
Service public fédéral
Affaires étrangères,
Commerce extérieur et
Coopération au Développement
Federale Regering · Gouvernement Fédéral
Diensten van de Eerste Minister, Cel algemene beleidscoördinatie · Services du
Premier Ministre, Cellule de coordination générale de la politique · Diensten van de
Vice-eersteminister en Minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met
Buitenlandse Handel · Services du Vice-Premier Ministre et Ministre de l’Emploi, de
l’Economie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur · Diensten van de
Vice-eersteminister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Grote
Steden en de Regie der gebouwen · Services du Vice-Premier Ministre et Ministre de
la Sécurité et de l’Intérieur, chargé des Grandes Villes et de la Régie des bâtiments ·
Diensten van de Vice-eersteminister en Minister van Ontwikkelingssamenwerking,
Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post · Services du Vice-Premier Ministre et Ministre
de la Coopération au développement, de l’Agenda numérique, des Télécommunications
et de la Poste · Diensten van de Vice-eersteminister en Minister van Buitenlandse Zaken
en Europese Zaken, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen · Services
du Vice-Premier Ministre et Ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de
Beliris et des Institutions culturelles fédérales · Diensten van de Minister van Begroting,
belast met de Nationale Loterij · Services du Ministre du Budget, chargé de la Loterie
nationale · Diensten van de Minister van Financiën · Services du Ministre des Finances
Vlaamse Gemeenschap
Kabinet van de Minister-president en Minister van Buitenlands Beleid en Onroerend
Erfgoed · Kabinet van de Minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel
Communauté Française
Cabinet du Ministre-Président · Cabinet de la Vice-Présidente et Ministre de l’Education,
de la Petite enfance, des Crèches et de la Culture · Cabinet du Ministre de l’Aide à la
jeunesse, des Maisons de justice et de la Promotion de Bruxelles
Deutschsprachige Gemeinschaft Belgiens
Kabinett des Ministerpräsidenten
Région Wallonne
Cabinet du Ministre-Président
Brussels Hoofdstedelijk Gewest · Région de Bruxelles-Capitale
Kabinet van de Minister-President · Cabinet du Ministre-Président · Kabinet van de
Minister van Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking ·
Cabinet du Ministre des Finances, du Budget, des Relations extérieures et de la
Coopération au Développement
Vlaamse Gemeenschapscommissie
Commission Communautaire Française
Stad Brussel · Ville de Bruxelles
18
Internationale partners · Partenaires internationaux · International partners
European Concert Hall Organisation: Concertgebouw Amsterdam · Gesellschaft der
Musikfreunde in Wien · Wiener Konzerthausgesellschaft · Cité de la Musique Paris ·
Barbican Centre London · Town Hall & Symphony Hall Birmingham · Kölner Philharmonie
· The Athens Concert Hall Organization · Konserthuset Stockholm · Festspielhaus
Baden-Baden · Théâtre des Champs-élysées Paris · Salle de concerts Grande-Duchesse
Joséphine-Charlotte de Luxembourg · Paleis voor Schone Kunsten Brussel/Palais des
Beaux-Arts de Bruxelles · The Sage Gateshead · Palace of Art Budapest · L’Auditori
Barcelona · Elbphilharmonie Hamburg · Casa da Música Porto · Calouste Gulbenkian
Foundation Lisboa · Palau de la Música Catalana Barcelona · Konzerthaus Dortmund
Institutionele partners · Partenaires institutionnels · Institutional partners
Structurele partners · Partenaires structurels · Structural partners
Media partners · Partenaires médias
Bevoorrechte partners · Partenaires privilégiés · Privileged partners
BOZAR
EXPO PHOTO
Stichtingen · Foundations
Promotiepartners · Partenaires promotionnels
Officiële leveranciers · Fournisseurs officiels
19
MUSIC
Enthousiast over dit concert?
Dan zien we je graag terug op een van de volgende data.
Vous avez aimé ce concert ?
Nous vous invitons avec plaisir aux dates suivantes.
02.03.16 · HLB
26.04.16 · HLB
Grigory Sokolov, piano
Robert Schumann, Arabeske, op. 18;
Fantaisie, op. 17
Frédéric Chopin, 2 Nocturnes, op. 37;
Sonate pour piano n° 2, op. 35
13.03.16 · HLB
Elisabeth Leonskaja, piano
Franz Schubert, Sonate für Klavier,
op. posth. 122, D 568
Johannes Brahms, Fantasien, op. 116
Pyotr Tchaikovsky, Sonate Nr. 2, op. 37
14.05.16 · HLB
Jean-Sélim Abdelmoula, piano
Building Bridges: Sir András Schiff
presents young pianists
Jean-Sélim Abdelmoula, Variations
Fantômes
Frédéric Chopin, Ballade Nr. 4, op. 52
Franz Schubert, Sonate für Klavier,
D 960
András Schiff, piano
Joseph Haydn, Sonate für Klavier
Nr. 46, Hob.XVI:50
Ludwig van Beethoven, Sonate für
Klavier Nr. 30, op. 109
Wolfgang Amadeus Mozart, Sonate für
Klavier, KV 545
Franz Schubert, Sonate für Klavier,
D 958
Alle info vind je op · Pour toute info : www.bozar.be
20