De weg - Den draed

Dendraed.com
Fiche de langue
Taalfiche
La route
De weg
Français
La chaussée
Le trottoir
La piste cyclable
Le feu rouge
Le pont
Le tunnel
Le rond point
Le carrefour
Le passage à niveau
Le radar
L'amende
La vitesse
La distance
L'information routière
Le ralentissement
Les travaux
Déviation
Le bouchon
L'accident
La pluie
Le brouillard
La neige
Orniérage
Chaussée mouillée
L'auto école
Le permis de conduire
La route nationale
La voie express
Le périphérique
L'autoroute
Le péage
L'échangeur
La voie d'accéleration
La voie de circulation
La sortie
Le rail de securité
La borne d appel
La bande d'arrêt d'urgence
Se rabattre
Dépasser
Vlaemsch
Nederlands
Het wegdek
Het voetpad
Het fietspad
Het verkeerslicht
De brug
De tunnel
Het rondpunt (VL) - De rotonde
(NL)
Het kruispunt
De overweg
De flitspaal
De boete
De snelheid
De afstand
De verkeersinformatie
De vertraging
De werkzaamheden
De omleiding
De file
Het ongeval
De regen
De mist
De sneeuw
Spoorvorming
Nat wegdek
De rijschool
Het rijbewijs
De secondaire weg
De expressweg
De ring
De autosnelweg
De tol
De verkeerswisselaar
De inloopstrook (VL) - De
invoegstrook (NL)
De rijstrook
De afrit
De vangrail
De praatpaal
De pechstrook (VL) - De
vluchtstrook (NL)
Ritsen
Inhalen