Revue Trimestrielle de Jurisprudence du Conseil de la concurrence
Transcription
Revue Trimestrielle de Jurisprudence du Conseil de la concurrence
Beslissing nr. 2003-C/C-29 van 28 maart 2003 INZAKE: AXA Bank Belgium N.V. en: General Electric Capital Corporation en: Auxifina S.A. en: Cogifi S.A. Gelet op de Wet op de Bescherming van de Economische Mededinging, zoals gecoördineerd op 1 juli 1999 (hierna de "WBEM"). Gezien de gezamenlijke mededeling van de Raad voor de Mededinging en het Korps Verslaggevers betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties (B.S. van 11 december 2002, p.55777). Gezien de aanmelding aan het Secretariaat van de Raad voor de Mededinging van een concentratie op 12 maart 2003. Gezien de mededeling voor onderzoek door het Secretariaat van de Raad voor de Mededinging aan het Korps Verslaggevers conform artikel 32 bis §1 van de WBEM. Gezien de stukken van het dossier. Gezien het gemotiveerd verslag van de verslaggever zoals dit op 18 maart 2003 werd opgesteld en overgemaakt aan de Raad voor de Mededinging. Gezien het schrijven van 21 maart 2003 van meester Koen Platteau, de gemeenschappelijke vertegenwoordiger van de aanmeldende partijen, waarbij afstand wordt gedaan van het recht om gehoord te worden. Gelet op de Wet van 15 juni 1935 op het taalgebruik in gerechtszaken van toepassing overeenkomstig artikel 54 bis van de WBEM. 1. De aanmeldende en betrokken partijen Als koper treedt op de vennootschap General Electric Corporation ("GECC"), met als maatschappelijke zetel te Delaware, Verenigde Staten, The Corporation Trust Compa-ny, Corporation Trust Center, 1209 Orange Street, Wilmington DE 19801. CECC maakt deel uit van General Electric Company (hierna "GE"). GECC is een 100% dochteronderneming van GE Capital Services Inc., op haar beurt voor 100% (rechtstreeks of onrechtstreeks) eigendom van GE. GE is een gediversifieerde industriële, technologie- en dienstenonderneming die bestaat uit een reeks van business units die actief zijn in de meest diverse sectoren. De aangemelde concentratie is een overname door de business unit GE Consumer Finance. GECC heeft een coördinatie-opdracht ten aanzien van de activiteiten van de business units die actief zijn in de sector van de financiële dienstverlening. Als verkoper treedt op Axa Bank Belgium N.V. ("Axa Bank"), met maatschappelijke zetel te België, Grotesteenweg 214, 2600 Antwerpen. Axa Bank is een volledige dochteronderneming van Axa Holdings Belgium die op haar beurt een volledige dochteronderneming is van de Franse Axa Groep die actief is in de sector van de financiële diensten, meer bepaald op het vlak van verzekering, vermogensbeheer en bancaire diensten, inclusief bancaire activiteiten en financiële makelarij. In België biedt Axa Bank levens- en schadeverzekeringen aan, is zij actief op het vlak van vermogensbeheer via haar dochteronderneming Axa Investment Mangers en is zij ook actief inzake bancaire activiteiten en financiële makelarij. Als doelondernemingen treden op Auxifina S.A. en Cogifi S.A., beiden met maatschappelijke zetel te België, Van Nieuwenhuysenlaan 6, 1160 Brussel. Deze ondernemingen zijn uitsluitend actief in de sector van het consumentenkrediet. De genoemde vennootschappen zijn ondernemingen in de zin van artikel 1 van de WBEM. 2. De aangemelde operatie De geplande concentratie bestaat uit de verkrijging door GECC van de uitsluitende zeggenschap over Auxifina en Cogifi. GECC zal 99,6% van de aandelen van Auxifina verkrijgen en alle aandelen van Cogifi. De overige 0,4% van de aandelen van Auxifina zijn eigendom van een natuurlijke persoon. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 9 §1,b van de WBEM. 3. De aanmeldingstermijn De overeenkomst die het voorwerp uitmaakt van de aanmelding werd ondertekend op 28 februari 2003 en werd aangemeld op 12 maart 2003. De aanmelding van de concentratie moet dan ook conform artikel 12 §1 van de WBEM als tijdig beoordeeld worden. 4. De omzetdrempels Uit de ons verstrekte gegevens blijkt dat de Belgische omzet van de koper en de Belgische omzet van de doelondernemingen de drempels voorzien in artikel 11 §1 van de WBEM overschrijden zodat de concentratie onder het toepassingsgebied van de WBEM valt. 5. De marktafbakening, de marktaandelen en de economische analyse De relevante productmarkt is de markt van het consumentenkrediet. Consumentenkrediet is een segment van de ruimere markt van financiële diensten voor particulieren (zie beslissing van 15 september 1997 van de Europese Commissie, Zaak Nr. IV/M.976, Banco Santander/San Paolo/Finconsumo en beslissing van de Raad voor de Mededinging van 29 januari 2002, CONC-C/C01/0064, Crédit Commercial de France/Financière Groupe Dewaay, B.S. van 3 augustus 2002, p. 34048). De markt van het consumentenkrediet bestaat uit verschillende subsegmenten zoals leningen zonder zekerheid, krediet bij postorderverkoop, krediet voor woninginrichting, verkoopskrediet, kredietkaarten en winkelkaarten (zie beslissing van de Europese Commissie van 26 februari 1999, Zaak Nr. IV/M.1408, Halifax/Cetelem). De Raad voor de Mededinging is van oordeel dat het niet noodzakelijk is om de productmarkt verder af te lijnen aangezien er geen enkele horizontale overlapping is tussen GE en de doelondernemingen in België. Het marktaandeel van de doelondernemingen is in elk geval zeer beperkt. Ongeacht de definitie van de productmarkt, zal de geplande concentratie de mededinging op de Belgische markt niet op significante wijze belemmeren. 2 GE is momenteel niet actief op de Belgische markt van het consumentenkrediet. Er is daarom geen horizontale overlapping van de activiteiten van de partijen op de Belgische markt. Bovendien bereikt GE op geen enkele markt in België die verticaal gerelateerd is aan de markt waarop de doelwitondernemingen actief zijn, een marktaandeel groter dan 25%. Auxifina en Cogifi behalen een marktaandeel van minder dan 5% op de Belgische markt van het consumentenkrediet. Bovendien zijn er een aantal belangrijke spelers op de Belgische markt. De Raad voor de Mededinging is daarom van oordeel dat er geen betrokken markten zijn in België. De voorliggende concentratie voldoet aan de criteria voor aanmelding volgens een vereenvoudigde procedure. Om deze redenen, De Raad voor de Mededinging, Stelt vast dat de betrokken concentratie onder het toepassingsgebied valt van de WBEM conform artikel 33, §1, lid 1 van de WBEM. Verklaart de concentratie toelaatbaar conform artikel 10 §3 en artikel 33 §2, punt 1a van de WBEM. Aldus uitgesproken op 28 maart 2003, door de Kamer van de Raad voor de Mededinging samengesteld uit: de heer Peter Poma, kamervoorzitter, de heren Frank Deschoolmeester, Geert Zonnekeyn en Eric Mewissen, leden. 3