Citroglycerine nr 93 - DS
Transcription
Citroglycerine nr 93 - DS
Citroglycerine Editoral p. 5 Ijzerplein 7 p. 6 - 7 Antwerp Classic Salon p. 8 - 11 Zweven door de jaren heen p. 12 - 18 Film p. 20 70 ans de secrets p. 22 - 23 DIRAVI p. 24 - 25 Heer-sur-Meuse p. 26 - 30 Traction Avant p. 32 - 37 Ditjes en datjes / Ceci et cela p. 40 - 41 Kalender / Calendrier 2009 p. 45 3 Citroglycerine / N° 93 / 2009 Président / Voorzitter: • Marc Stelleman Rue Beaugrand 30 - 7190 Ecaussines Tél.: 067/33.04.87, gsm: 0477/72.34.71 / e-mail: [email protected] Ondervoorzitter / Vice-Président: • Paul Depoorter, Diksmuidse Heerweg 394, 8200 St.Andries-Brugge. Tel.: 050/39.74.60, gsm: 0477/41 25 85 / e-mail: [email protected] • Jean-Marc Ancion, Rue Vinave 67 - 4460 Grâce-Hollogne. Tél.: 04/233.49.61, gsm 0475/52.78.46 / [email protected] Penningmeester / trésorier: • Wouter Couché Serpentsstraat 119, 9700 Oudenaarde-Eine. Tel.: 055/30 47 90, Fax: 055/30 47 70 / e-mail: [email protected] Secretaris / Secrétaire: • Walther Apers, Savooistraat 128, 9600 Ronse. [email protected] Tel.: 055/30.40.50, gsm: 0475/800.845 Redactie / Redaction Citroglycerine: • Marc Roelandt, Rédacteur en chef / Hoofdredacteur d'Overschielaan 29 - 1850 Grimbergen. Tel. & fax: 02/269.86.48, gsm: 0472/903.908 / e-mail: [email protected] • Günther H. Götzfried, redacteur / [email protected] gsm: 0478/377.976 mail uw teksten naar / envoyez vos textes à: [email protected] Clubshop: • Annie Verstraete [email protected] gsm: 0479/39.57.40 Ontwerp en opmaak / Création et mise en page: • Leo Van de Velde Tel.: 0486 96 56 56 / e-mail: [email protected] of [email protected] Website: www.dssmclub.be • Vincent De Potter, webmaster, Oude Houtlei 142, 9000 Gent. Tel.: 0476/31.87.29 / [email protected] Technisch raadgever / Conseiller technique • fr. Carl Dufays: Tél.: 071/52 21 34 ou gsm: 0479/202 602 / [email protected] • nl. Gunter Temmerman: Tel.: 015/41 91 97 ('s avonds) Regionale verantwoordelijken / Responsables régionaux: • Antwerpen: Günther Götzfried, 03/449 11 56 • Brabant: Marc Roelandt, 02/269 86 48 • Hainaut-Namur: Carl Dufays, 071/52 21 34 • Liége-Luxembourg: Jean-Marc Ancion, 04/233 49 61 • Limburg: Jurgen Stelten, 011/66 28 50 / [email protected] • Oost-Vlaanderen: Vincent De Potter, 0476/31.87.29 • West-Vlaanderen: Paul Depoorter, 050/39 74 60 Het jaarlijks lidgeld voor 2009 bedraagt 35 Euro, na 1 juli 20 Euro. Te storten op KBC rek.nr.: 738-1113031-75 van DS/SM Club Belgium. La cotisation annuelle pour 2009 s'élève à 35 Euros (20 Euro dès le mois de juillet) à verser au compte du KBC: 738-1113031-75 du DS/SM Club Belgium. IBAN: BE05 7381 1130 3175 / BIC: KREDBEBB Overname van artikels toegestaan mits bronvermelding. Reproduction d’articles possible en mentionnant la source. Wie doet wat / qui fait quoi spécifiquement? Classic Car Insurance: Réprésentati(e)ion FBVA : Réprésentati(e)ion l'ABCC: Registre/registratie Chapron: Registre/registratie SM: Walther Apers Marc Roelandt Marc Roelandt et Paul Depoorter Vincent De Potter Marc Roelandt et Annie Verstraete Editorial / Editoriaal A l'heure à laquelle je vous écris, le club a déjà vécu plusieurs activités majeures dans son année 2009, la bourse à Anvers, la visite du parc Paradisio mais aussi le week-end à Heer-sur-Meuse. Quelle belle réussite ! Un temps splendide, une ambiance superbe, des participants formidables et des voitures, bien entendu, exceptionnelles ! Tout pour rendre un président heureux ! D'autant plus, que nous revenons de ce séjour avec deux membres du comité supplémentaires en la personne de Myriam et Luc. Ils nous préparent déjà quelque chose pour l'an prochain, question de fêter dignement les 25 ans du club. Alors soyez attentifs car il ne faudra pas le manquer ! A très bientôt, lors de l'une des activités proposées. Marc Stelleman Wanneer ik deze lijnen schrijf, heeft de club reeds verschillende belanrijke activiteiten in 2009 achter de rug, de beurs te Antwerpen, het bezoek aan Parc Paradisio, maar vooral het weekend in Heer-sur-Meuse. Wat een succes ! Prachtig weer, een reuze sfeer, leuke deelnemers, en natuurlijk ook uitzondetrlijke wagens. Meer is er niet nodig om een voorzitter gelukkig te maken. Met daarbij nog twee nieuwe leden in het bestuur, namelijk Myriam en Luc. Ik kan u reeds verklappen dat zij reeds iets aan het voorbereiden zijn, om volgend jaar feestelijk de 25 jaar van de club te vieren. Verlies dit niet uit het oog, want dit moet gevierd worden ! Graag tot binnenkort op één van onze activiteiten. Marc Stelleman 5 Citroglycerine / N° 93 / 2009 75 jaar jong. IJzerplein 7, wie kent het adres niet? door Walther Apers. Een fabrieksgebouw in Brussel, gezet door een progressief ruimdenkend merk op het toppunt van zijn baanbrekend succes. Is het even vooruitstrevend? d'Architecture, die meerdere bouwprojecten voor Citroen coördineerde. Klaar, en dan… In 2009 is dit gebouw precies 75 jaar oud, het was voltooid in 1934, het jaar van de lancering van de Traction Avant. In 1925 richtte André Citroen, binnen het constructiebedrijf een aparte 'service' op, de Service d'Architecture de la Société Citroën', uitsluitend voor het bouwen van de buitenslandse vestigingen, die imposante gebouwen moesten zijn. Ze dienden het merk Citroen allure te geven buiten Frankrijk. Uit de sobere drie: beton, staal en glas, moest een gebouw opgetrokken worden, met als kenmerken licht en ruimte. Gelijkaardig voor deze typische stijl is het gebouw met de 'balkonnetjes' van de rue Marbeuf te Parijs (zie afbeelding), gelijkend op de rood vloeren operagebouwen. Brussel Brussel was de eerstgeboren dochter van het vruchtbare moederbedrijf in Parijs. Reeds vanaf 1924 werden eerdere gebouwen aangekocht in België. De eerste assemblage van de modellen 7, later 11 gebeurde toen nog in Vorst. Die assemblage in België was traditioneel altijd net iets beter van kwaliteit dan Frankrijk. Bij ons werd allicht de 'franse slag' wat gecompenseerd door de invloed van de 'duitse grundlichkeit'. ijzerplein In 1930 werd dan het terrein aan het IJzerplein gekocht, gelegen op een gedempt havendok en dicht bij het station en de Noordwijk. Dit had het voordeel van een toevoer langs het water (Willebroek kanaal) en tegelijk via een grote weg, de Kruidtuinlaan. Een Belgisch architect werd aangezocht, mr. Dumont Alexis, die al meerdere grote publieksgebouwen had gezet, geassisteerd door arch. Van Goethem. Beiden werkten dan nog eens onder supervisie van een Frans architect, Monsieur Ravazé, van de Service 6 De eerste bewoners van het gebouw waren géén Fransen en ook geen Belgen… Het gebouw werd van 1940 tot 1944 opgeëist door het Duitse leger. En enkele jaren daarna, door de Engelsen. Toen die allemaal gepasseerd waren en naar huis, of bleven onder de grond, in 1946, schoot er niet veel over van het trotse nieuwe gebouw. De marmeren vloeren waren aan stukken gereten door de pantservoertuigen en bombardementen deden geen goed aan het dak. Uiteindelijk ging het pas open in 1947, maar het zou nog eens 12 jaar duren voor het volledig hersteld was, in 1959. Het werd ondertussen wél uitgebreid, bijna verdubbeld van oppervlakte tot 32.000 m2. Om je een idee te geven: dat is net iets groter dan het grootste marktplein van België (Sint Niklaas). Het gebouw was dus een ode aan staal en glas. De decoratie van de eeuwwisseling (art nouveau etc) is ver weg in de gehanteerde stijl (zoals onze huidige minimalistische stijl), de 'new look' (ons huidig engels taalgebruik), heette anno 1930 (toen Frans) 'Avant Garde'. Toonzaal De typische komeet-vormige of bootvormige expositiezaal is wel 76 meter lang en 23 meter hoog. Het totale glas- en spiegeloppervlak overstijgt de 300 m2, onderbroken door met metaalplaat beklede kolommen. Het geheel is een imposante rijzige gestileerde Griekse tempel van moderne techniek. Deze komeet moest voor de voorbijganger, de link leggen met de Citroen auto-kometen, de Traction en een lichtbaken zijn aan de Brusselse horizon. Ook de glasdallen, zo recent in huizenbouw opgedoken, hadden in 1934 reeds hun toepassing. Glas is alomtegenwoordig, de tempel is gewijd aan het licht, zelfs de onderverdeling van de kantoren gebeurt door glas. Helderheid rolt dan ook door heel het gebouw. De expositieruimte had, op zijn Amerikaans, een krantenkiosk, een wachtzaal en een bar; ondertussen kon je je auto laten wassen. Andere Citroën -gebouwen hadden daarenboven nog kapsalons en restaurants. Een shoppingmall, avant-la-lettre. Zus Een grote zus van dit gebouw werd enkele jaren eerder (1930), als grootste garage ter wereld (meer dan een halve kilometer facade), gebouwd in Lyon en staat op de lijst van beschermde monumenten. Als je fileschuivend over de ring, dit gebouw passeert, denk dan wat kaarsjes op zijn kroon. 7 88 / 2009 2008 Citroglycerine / N° 93 32 ste Antwerp Classic Salon (6, 7 en 8 maart 2009) Na een geslaagde beurs in Brugge eind januari, waar alles in goede banen geleid werd door Pol, Frederik en C° werd het stilaan tijd om de nodige voorbereidingen te treffen voor het 32 ste Antwerp Classic Salon waar we ook nu weer zouden proberen onze Club zo goed mogelijk te vertegenwoordigen. nieuwe DS zou gemaakt worden. Dat op zo'n moment onmiddellijk de koe bij de horens moet gevat worden weet Gunther als geen ander en samen met Leo Van de Velde hebben zij ervoor gezorgd dat er tegen het uur van de opening een spiksplinternieuwe banner 'Citroën DS, de mooiste auto van de wereld” onze stand net dat ietsje meer uitstraling gaf. Alle administratieve rompslomp, afspraken en regelingen met de organisatoren, die er altijd aan voorafgaan werden door Günther feilloos afgehandeld. Nu weten we ondertussen wel dat de charmes van Günther menig persoon (zowel dames als heren…. ) naar onze stand lokken, maar eerlijkheidshalve moeten we toch toegeven dat het in de eerste plaats de auto's zijn waarvoor de mensen komen. Dat de beslissing van de organisatie om de beurs vorig jaar te beperken tot 2 dagen niet echt de juiste geweest was kwam tot uiting in het feit dat er dit jaar weer gekozen werd voor een opening op vrijdagmiddag met een nocturne op vrijdagavond. Een schot in de roos zo bleek ook nu weer want de opkomst op vrijdagmiddag/avond was enorm. Frederik van Cauwenbergh kwam, zag, en zei dat het goed was. Ook Marc Duttileux kwam even poolshoogte nemen om te zien wat we feitelijk wel met die motor van hem hadden uitgespookt. Daarom is ieder jaar de belangrijkste vraag : welke auto's mogen we op onze stand plaatsen ? Aangezien we de DS/SM Club zijn is het de bedoeling er minstens van elk type één te tonen en bovendien is het ons streven om ieder jaar met andere trekpleisters te kunnen uitpakken. Günther heeft de voorbije maanden de, mentaal zwaar om dragen, beslissing genomen om zijn statige zwarte DS Borg Warner van de hand te doen en eventueel te vervangen door een meer frivool exemplaar, dus waren we het snel er snel over eens welke DS het dit jaar zou worden. Bij een zwarte DS konden we wat de kleur betreft voor de SM alle kanten uit en werd de ledenlijst erbij genomen. Waar vooral rekening moet mee gehouden worden is dat bij het opstellen van de beursstanden er enkel wagens kunnen binnengereden worden op donderdagvoormiddag. Dit is niet voor iedereen wat afstand en werkomstandigheden betreft voor de hand liggend en daarom proberen we altijd een manier te vinden die voor de eigenaars haalbaar is. Toen, uitgerekend op Valentijnsdag, Frederik van Cauwenbergh ons liet weten dat zijn SM 2.7 Injectie (kleur Brun Roquebrune) op de stand mocht staan, was ons grootste probleem opgelost. In ons voorstel om de wagen op woensdag op te halen en zondag terug te brengen kon Frederik zich wel vinden dus ook het probleem van transport was van de baan. Van Marc Dutillieux, ook één van onze leden, kregen we een, weliswaar defecte, SM motor in bruikleen, waarvan we wisten dat die, zoals vorig jaar reeds gebleken is, weer voor de nodige belangstelling zou zorgen. De week voor de beurs kregen we totaal onverwacht nog een boost aan positieve berichtgeving over onze dierbare “oudjes”. Uitgerekend die dagen was er geen krant en geen nieuwsbericht op radio of tv waar men het niet over de “Nieuwe Citroën DS” had. De door Citroën geplande voorstelling van het nieuwe gamma dat enkel voor de dealers bestemd was groeide uit tot een gigantische mediahype waarbij werd gesuggereerd dat er een 8 Ook kreeg onze stand hoog bezoek. Guy Verhofstadt ontpopte zich in enkele seconden tot een ware Italiaanse-auto-liefhebber. Meer dan 5 minuten zat hij achter het stuur van de SM te genieten …. Maar het was niet alleen voor de schoonheid van de auto, ook voor het technische aspect waren zijn interesse en kennis echt. Zonder te hoeven nadenken wist hij de juiste cilinderinhoud en vermogen van de motor te vertellen. Met belangstelling luisterde hij naar het verhaal van Walter over cilinders, kleppen e.a. typische SM-bijzonderheden. Wie weet, ons volgend clublid… ??? Een constant komen en gaan….iedereen even welkom. Elk met een verhaal, een vraag of zomaar, gewoon voor een babbel…Zalig !!! Ook waren onze achterburen van het BOCC (Belgische Oude Citroën Club) weer van de partij. Voor hen had de beurs een De ex-premier en zijn adviseurs speciale missie want zij vieren dit jaar 75 jaar Traction. Dit gebeuren zal zijn hoogtepunt kennen in juli in Arras (Fr.). Veel succes !!! Wel moesten we het stellen zonder de brute kracht van de Unimog-stand tegenover ons die dit jaar ingenomen werd door Lotus. Voor we het goed en wel beseften liepen de hallen weer leeg en moesten we weer gaan inpakken. En Günther, wat denk je, afspraak volgend jaar ??? Wat ons betreft wel en we hopen dat Jean Hendrickx, Marc Roelandt en Kalifa Bals er ook zo over denken want het is enkel samen dat we dit kunnen tot stand brengen. Bedankt iedereen !!! Walter & Annie P.S. Voor volgend jaar hebben we al een “specialeke” gereserveerd. Komen zien dus…… Annie Antwerp Classic Salon 2009: Oldtimers op een show, voor de 32ste keer Het Antwerp Classic Salon” begon al schitterend voor ons : Een grote reclame (gratis) stond in Gazet van Antwerpen. Er stond op de bijhorende foto - als enige auto - een DS erbij. En nog niet de minste ! Met de eerste neus. Of de tweede ? Blinkend. Met vier ronde koplampen. Een foto van Gazet van Antwerpen. Mag het effen.? Deze DS was de auto van Luc Van Linden uit Boom. Hij is wel géén lid meer bij ons in de club maar toch is dit mooi voor ons. Een retourtje noem ik dat. Dit jaar hadden we een zeer aantrekkelijke banner op onze stand van de Antwerp Classic Salon” : een Banner - gemaakt door Leo Van de Velde - waar op stond De “DS is de mooiste auto van de wereld”. We zijn ver gekomen met onze auto. De mooiste slogan voor een auto. Op een beurs in Antwerpen. Binnenkort ook in Ciney. Pinksteren. Maar dan ook in het frans. . . Alles over beurzen en racingcircuits, auto's… en mensen, … een leven lang ! 32 jaar lang loop ik nu binnen en buiten op een oldtimerbeurs. In het begin was ik bezoeker/toeschouwer/nieuwsgierige: verslaafd aan oude auto's. Vandaag - 32 jaar later - ben ik dat nog steeds. Een mooie oude auto, liefst in perfecte staat, vind ik het einde. Dan word ik driftig. Het bloed begint te circuleren. Zwart liefst. Dat is dan weer goed voor om nog een aantal jaren langer te leven. Maar teveel is ook niet goed… “Onze” beurs, die dit jaar het 32ste feest viert, heeft me vele vrienden en vriendinnen bezorgd. Contacten met mensen. Met veel mensen. Maar ja, dat had ik reeds ook tijdens mijn journalistieke beroepsjaren. Vòòr de Oldtimerbeurzen. Ooit heb ik eens uitgerekend/geteld hoeveel 9 Citroglycerine / N° 93 / 2009 mensen ik op één dag op het autocircuit van Francorchamps heb ontmoet, gezien, gesproken, gefotografeerd : het waren voor één dag alleen reeds 187 personen. Hoe ik dat weet ? Omdat ik dat toen één keer genoteerd en samengeteld heb. Je moet dat dan steeds ook onthouden voor later. Mémorys . . . Het kon zo niet blijven, je werd er gek van. Maar ja, Formule I of was het de 24-uur Race daar in de Ardennen. Enfin, daar hing ik vele uren en heb vele mensen ontmoet. Vandaag nog tref ik mensen uit deze periode van mijn leven. Niet alleen bij begrafenissen !!!!! Nog niet zo lang geleden kreeg ik een telefoon van Erwin De Weert, grote (1,88m lang) dikke vriend, autoliefhebber, Public Relations bij Goodyear en Polaroid en baas over de GoodyearZeppelin hing na vele jaren weer eens aan de lijn. Erwin was een echte vriend … Vandaag is mijn levenscircuit wat minder druk, maar op een beurs als het - inmiddels “omgedoopte” “Antwerp Classic Salon” haal ik uit één dag “stand-houden” ook ook zo'n kleine honderd mensen. Er komen daar ook veel mensen uit het “vorige”leven naartoe. Mensen uit de geschiedenis dagen ineens op. Op de stand, in de wandelgangen. Aan de toog. In het café. Op de verschillende ontvangsten. Relax zijn. Overal zelf een praatje doen. Ik geniet er van. En ik moet het eerlijk zeggen, als er een mooie dame op onze stand binnen komt : ze worden allen op een sympathieke manier onthaald. Niet alleen van mij. Walter en Annie zijn daar ook kampioen ! En zelf als er een mooie dame met heer buiten de omheining van de stand staan, we ze binnen halen. Niemand gaat bij ons voorbij aan de stand zonder dat we een babbeltje mee hebben. Vrolijk, niet diepgaand, alhoewel, verleidelijk. Hoeveel mensen ik aan het stuur van mijn DS liet zitten. Ze waren allemaal gek van onze auto's. Wij niet alleen. Zij dus ook… Op onze clubstand is altijd volk. Dit jaar was het zelf de vroeger Eerste Minister Guy Verhofstadt die onze stand bezocht en in de SM van Mr. Van Cauwenbergh een hele tijd lang rustig bleef zitten en naar de uitleg van Walter Bogaerts aandachtig luisterde. Kijk maar naar de foto's. Verleden jaar bezocht ons een andere Vlaamse - Mechelse beroemdheid : onze Günther Neefs, de Vlaamse zanger met ook veel engelse liedjes - én zoon van Louis, bezocht ons verleden jaar. Ook hij kroop toen in de Citroën SM. Aantrekkingskracht. En altijd vriendelijk blijven. En de namen bliksemsnel herinneren uit - bijvoorbeeld - 1972. Il faut le faire… Je moet het maar doen. Of oude, langjarige DS/SM Clubleden, die hun hobby opgegeven hebben, die al lang niet meer in de club zijn en vandaag met bijvoorbeeld met een VW Passat dagelijks moeten rijden: hun DS hebben ze opgegeven. Was madàme tegen…? Maar ze komen dan toch nog naar de stand van “hun” club. Onze stand. DS/SM. Velen komen daar nog langs. Liefde ? Herinnering. Zeker. Trouwens, ik heb dat dan ook tegen Guy Verhofstadt gezegd dat wij op twee beurzen de twee grootste Vlaamse beroemdheden op onze stand mochten verwelkomen. Is toch zo… Hij zei niks ! Vergeten is een probleem aan het worden wanner je 70 of meer bent. Jaren dus. En op zulk een beurs moet staan. Dan telt iedere oude kennis. We trekken ons plan. Iedereen heeft namelijk hetzelfde !!!! Rondlopen met een kamera. Digitaal. Dat is wel het “mannetje”. Je kunt er op losschieten. Waar zijn de tijden met grote leren zakken op de racingscircuit en met de grote teleobjectieven en het statief sleuren. Over… God, dat was een lange inleiding over mijn leven, mijn business-leven, vandaag mijn gepensioneerden-leven, maar het is in feite voor jullie een overgang naar het “Antwerps Classic Salon”, zoals het dit jaar verliep. Daarom wilde ik eens vertellen hoe heerlijk zo'n driedaagse “Salon” is. Kan zijn. Vermoeiend. Een glaasje witte teveel… Honger, nijpende schoenen, oververwarming en honger naar een Duitse Nürnberger Röstbratwurst. Mit Sauerkraut. Und Kartoffelsalat . …Op en autosalon in Vlaanderen, bitteschön. Dan geniet ik weer van. Glück muss der Mensch haben. Je kijkt naar links, naar rechts, naar voren, naar een kleur, naar een speciale auto. De Opel Manta 2,3 liter, door Vic Heylen in zijn garage in Zolder ontwikkeld. Het tweede jaar stond die auto reeds hier. Nu een foto : klik. Ik wilde jullie samen in dit nummer van CITROglycerine ook 10 een groter aantal beeldjes bezorgen Leo zal er weer iets moois van moeten maken - en jullie ook eens vertellen hoe het in feite zo lang kon blijven. Hebben we een Beurs moeten leren ? Zonder leraar ? Neen. Wél met veel vrienden. Dan gaat alles vanzelf. Jullie laten zien hoe heerlijk zulk een beurs is. Ook al is de prijs zeer hoog. Misschien neem je dan eens je echtgenote NIET mee naar die beurs. Dat zijn dan de beste “uren”. Op de stand van ons Dieter van CQS uit Tienen : hij had een “open” DS meegebracht. De auto die binnenkort gereed moet zijn. Iedereen heeft deze auto bewonderd. Bijna af. Wél met voorbumpers. Dat betekent dus ook zonder deuren en glazen ruiten en geen motorkap en geen kofferdeksel. Van een DS kun je altijd wat leren. Klik. Een foto van een mijnheer uit Nederland met een Mercedes 300 SL met vleugeldeuren. Van 1953 ongeveer. Schitterend. Klik. Een stel Amerikaanse sleëen. Die blinken op een manier die bijna ongelofelijk is. Een wonder. Klik. derde keer op de beurs op drie dagen - en met een oog naar de worstjes en met het andere oog naar een zwarte prachtig blinkende en te koop staande Adenauer-Mercedes-Benz uit 1954 of zoiets, gekeken. Wonderlijk toch. Een human-interest-foto : een handelaar heeft een reuze stand. Alleen met werkkledij voor een garagist. Of een zelf-doener. Klik. Of een stand van grote miniaturen-auto's , schaal 1 op 18 : alle auto's. De grote verkoop op zulk een salon waar ook grote auto's aangeboden en verkocht worden. Het heeft zich zo ontwikkeld. Ein Mensch gönnt sich doch nichts . . . Deutschland, niet ver meer weg. Naast de worstjesstand . . . Klik. Moet ik nog wat voorbeeld geven. Nog meer details. Ik leef er zelf weer op als ik al die foto's bekijk van het voorbije salon. Ik heb oo foto's gemaakt van de ontvangsten op vrijdag en op zaterdag en op zondag. Er was “The British Carshow” En de clubleden liepen drie dagen lang rond als Britse Bobby, een Britse “Press”man uit Antwerpen geloof ik. Op het “Circuit Goodwood” in de hal… En de mooie dames die ook altijd bij zijn. Uit alle landen… Mooi. Een glas rode wijn, of wit. Het is er voor de dorstige zielen. Dan is er weer de uitreiking van de beste, de mooiste stand van de clubs. Vroeger hebben wij met onze LVL (Luk Van Linden) de prijzen gehaald. Nu niet meer. Het kost ons sommen. En ook veel werk. Dus niet. Liever een koekje meer… Ook daar is sfeer. Zondag middag om 12 uur in de hal 4. Niet iedereen mag er zijn en drinken. Champagne 's morgens om 12 u. Moet kunnen. En de winnaar is… was ? Medebestuurder van de beurs ook reeds 32 jaar, Jules, aan de inkomhal. Ogen overal. Klik. Een KLIK op onze eigens stand : van onze helpers drie vier dagen lang aanwezig. Wie wil er eens mee helpen ? Kalifa, Jean Hendrickx, Annie, Walter. By the way : op een bepaald moment op de beurs heb ik eens geteld hoeveel mensen van onze stand Citroën DS/SM- en van de Citroën Traction-stand ernaast, allemaal bij de langzaam ter zielen gaande autofabriek van General Motors in de Antwerpse haven daar bij deze firma gewerkt hebben : van de 8 mensen aanwezig, waren zes (6) daarvan vele jaren in deze automobielfabriek aan het werken. Ik inclusief… Klik-klik. Geen foto. Ook een KLIK gedaan bij de mensen buiten aan de auto-inkom, de de binnenrijdende auto's moesten controleren. Vòòr de beurs en tijdens. Dit jaat waar het maar frisjes buiten maar andere jaren sneeuwde het, hagelde het, ijskoud onder de nul. Ijskoude stormwinden. Het zijn nog altijd dezelfde vrienden. Al vele jaren. Ze hebben zelfs niet eens de tijd om naar de clubstanden te komen voor een verwarmend glaasje rouge ou blanc te drinken. Zij zijn verantwoordelijk. KLIK. KLIK, KLIK, KLIK, zoveel keren. Dagen voor het “Antwerp Classic Salon” begint het zweten : hebben we genoeg tapis-plain. Hoe wordt onze stand geplaatst ? Hebben we boompjes, hebben we auto's, hebben we folders, hebben we de clubshop. Dranken . . . Ik kan jullie vertellen dat zo'n beurs niet simpel en gemakkelijk is : niet in Antwerpen, maar ook niet in Brugge (daar staat onze club eveneens) en in Ciney in Wallonië. Overal hetzelfde. Mag het even ? Jullie bestuursleden en andere “gewone” leden werk hiervoor hard. Een clubstand opbouwen duurt minimum een dag. Soms twee. 48 uren ongeveer. Voor de opbouw. Maar op zondagavond na zes uur word de handel weer ingepakt. Stevige handen, die aanpakken. Om acht uur, dus twee uur na sluiting, is normalerwijze de clubstand weer afgebroken. Auto's gevuld.Geen pintje niet meer drinken. Wij zijn alle doodop. En morgen staan we weer op en gaat iedereen zijn gang naar het werk. De enige die wat kan uitslapen - GHG - is gepensioneerd. Die kan wat langer slapen. Tot volgend jaar. 2010. Bij leven en welzijn ! En naar de volgende beurs zal het weer zo zijn zoals altijd : beurs voorbij, géén auto verkocht ! tekst en foto's Günther H.Götzfried Weer die “beroemde” Nürnberger Rostbratwürste gegeten - de 11 Citroglycerine / N° 93 / 2009 De geschiedenis van mijn 30 jaren DS rijden. Zweven door de Dertig jaar, en drie dagen, rijd ik nu met Citroën DS. Bijna de helft van mijn leven. Plus 10 jaar en jullie weten welke leeftijd ik intussen bereikt heb. Dan is het tijd tot een herinnering en een herdenking… Vier DSsen heb ik in deze tijd gereden. Ze waren mijn eigendom. Mijn oogappels. Mijn genot, mijn partners. Mijn vriendinnen, mijn kwelduivels, mijn DSsen op vier wielen. Want, ik had in mijn leven ook met 2 DSsen op twee benen te vechten. Dus in totaal 6 DSsen ! Ik zal maar beginnen te vertellen over die vier DSsen op wielen. Mijn leed en mijn plezier in precies 10.954 dagen in al die jaren. Totaal resultaat : pas mal… En heel veel vrienden daarmee gemaakt. Veel beleefd en soms ook gevloekt. Günther H.Götzfried 12 jaren heen. De donkergrijze DS 21 van 1968-69 in 1979 Verkopers : Paul Usé en Eric Van Hove Dat waren kennissen die ik in mijn leefomgeving hier in Antwerpen al jaren goed kende. Jonge mensen, waarvan ik wist dat zij met auto's bezig waren. Paul moest zelf eens de bak in omdat hij links en rechts een Porsche in Brussel had opgepikt en later ergens heeft laten staan. Paul is nog steeds o.a. met een wonderbare uitzonderlijke Porsche aan het rijden. En tenslotte is hij ook al 30 jaar ouder geworden. Zij hebben me mijn eerste DS verkocht. Op een bepaalde moment kwam ik met mijn Peugeot 504 Cabriolet in mijn ondergrondse garage gereden en ik zag hen beide, hoe zij onder een schemerlampje een DS aan het wassen waren. Zoals altijd, ik was nieuwsgierig. Dus raampje naar beneden en info vragen. De auto was echt te mooi. Donkergrijs en het parelende water over die hele carrosserie, een auto die ik nooit echt heb gevolgd. Het was mijn type niet. Deze daar, in de bijna donkere garage zag er wel naar iets uit ! “Kopen ?” vroegen ze mij. “Alé, Paul, dat ga ik niet zomaar beslissen. Ik ga even mijn echtgenote - boven op het elfde verdiep verwittigen - waar wij woonden. Dus, naar boven met de lift. Binnenstormen en op de meest zachte manier vragen : ” Zo'n DS is wel een supermooie auto? Zou jij er wat tegen hebben, als ik zoiets voor ons zou aanschaffen ?” “Doe maar” zei ze. 50.000 frank. oude Belgische… Ik naar beneden en de blijde boodschap overbrengen : “Verkocht, ik neem hem”.!!!!! 1979 . . . De auto was 11 jaar oud/jong. Zwarte lederen zetels. Mooi, mooi . . .Dashboard van de voorlaatste versie. Horizontale teller voor snelheid. Goede banden. Nooit heb ik naar de vorige eigenaar gevraagd. Wist ik veel van oude auto's. Van nieuwe auto's wél, dat wél… maar van oude ??? Gris Kandahar was geloof ik de carrosseriekleur, maar zeker ben ik daar nooit van geweest ! Nota van de redactie : gemetaliseerd grijs in 1968 - 1969 moet Gris nacré zijn (AC 095), want Gris Kandahar ziet er niet grijs uit, maar eerder beige zoals koffie verkeerd ! Dus, de auto stond daar. Nummerplaat FEN-551. De eerste herstelling was de roestende toevoerleiding naar de benzinetank. Ook roest onder het rechtse spatboord. Dik. Hersteld bij garage Lauwers in Mortsel. Dan nog gezien dat de Masterpomp lekte. Heb ik juist vandaag ook bij de zwarte DS van 2009 ! Vervangen dus. Toen en vandaag. En dan had ik ook een zoveelste probleem aan de motor : dat was tijdens een rit met moeder, vrouw en dochter naar Knokke : daar is dan een klepstoter gebroken. Ik ben er wel mee naar huis gereden. Herstel. En toen zij mijn 6-jarige dochter Bettina : “Papa, verkoop die auto. Die is doch veel te duur”. Ik ben dan niet meer naar diezelfde garage gegaan. In de tussentijd wilde ik ook eens mijn familie in Duitsland bezoeken. Mét la DSse. 1800 kilometers hen en weer, met de uitstappen in de Heimat erbij gerekend. Ik heb daar mijn mooiste foto's van een DS gemaakt. Samen met mijn moeder, mijn 2 petekinderen. En Anne-Marie en Bettina, echtgenote en dochter. Ik hou er de beste herinnering aan over, aan deze reis. De enige panne tijdens die reis : een verstopte toevoer in de benzineleiding. De auto trok nauwelijks nog. Maar ook die laatste 15 kilometers werd doorgereden. En daar stond dan mijn schoonbroer al gereed om dat euveltje met doorblazen in orde te krijgen. Mooi toch ? Heeft mij ook gesterkt in de kwaliteit van een oude auto. Een oude Citroën DS. Daardoor o.a. ook mijn grote liefde voor deze auto. Nu al 30 jaar. 10.954 dagen met de DS leven… Tenslotte had ik een mij totaal onbekend mooie auto gekocht. Telkens heb ik toch mijn slag thuis gehaald. Ook veel later met de zwarte DS !!!! Het was mei en de kersen hingen in de bomen. Vlakbij Pottenstein gingen we onder de bomen liggen en een 13 Citroglycerine / N° 93 / 2009 beetje kersen “plukken”. Dan naar “My Place of my life” : een klein dorp, Steinbach. Daar begon in feite mijn leven. Daar heb ik de laatste vreselijke bombardementen meegemaakt. Mijn Stad Nürnberg stond in vuur en vlam. Wij, 25 kilometer noorde- lijker, zaten in een Kriekenhuisje. Met z'n drieën. “Und morgen ist Frieden” zegde mijn vader. Ja dan kwamen de Amerikanen. Vanuit het oosten. !! En die dag was er dus vrede in mijn Heimat. Ik zal mijn hele leven aan dit dorpje en de mensen en de omgeving denken. En toen was het met een mooie blinkende en verzorgde auto dat ik de Heimat bezocht. Met een heerlijke auto die de Duitsers nauwelijks kenden. Was wel heel apart ! Inmiddels had ik redelijke zorgen met de DS 21 van 1969. Zo heb ik Garage Rudi Maerevoet, in Deurne, ontdekt. Vlakbij het Boelaerpark. Vooral de bodemplaat was allesbehalve. Links en rechts onder wat plaatsen met roest. Veel roest. Maar nooit heb ik daar aan laten werken. Wel kleine herstellingen. Na 10 jaar of 12, en al roest . . . ??????? Rudi heeft de auto goed verzorgd. Ik herinner me nog dat hij mijn koplampen - links en rechts - opnieuw een laagje verf heeft gegeven. Ze blonken als nieuw. De rekening was ook navenant! En als ik nu zeg dat ik niet alles meer weet van die auto dan is dat eerlijk. Maar mijn dochter bleef maar roepen “Papa, stop met deze auto, dit wordt veel te duur.” Zeven jaar, die meid… En het was ook in deze garage dat ik binnenwandelde en tegen de baas zei :” Rudi, ik weet wat slecht is aan deze DS Pallas 21 - en jij weet dat ook - maar ik weet ook wat er allemaal inzit van mooie zetels en een prachtige motor. Bepaal er een waarde voor. Ik geef je deze auto. En jij bezorgt mij een andere auto. Die beter rijdt. En geschikt is voor een aantal kilometers. Een DS waar ik onbezorgd mee kan rijden. Een dagelijkse auto. Die niet teveel in jou atelier moet staan voor herstellingen. Een goedkopere auto”. Gezegd. Gedaan. Enkele dagen later een telefoontje. “Ik heb een DS voor je”. Ik naar toe. Stap naar achteren en sta voor een DSpécial, Beige Vanneau. AC 083 ! Vuil. Niet verzorgd. Armzielig. Niet onderhouden precies. Povertjes EN IK ZEG DIRECT JA VOOR DIE AUTO!!!! 12.000 oude frankjes moest ik bijleggen. Voor de BTW ! De koop werd afgesloten. En tijdens de voorbije jaren heb ik zowat alle foto's van deze mijn eerste - DS kwijt geraakt. Met spijt heb ik dat vastgesteld tijdens het zoeken naar foto's voor dit artikel in CITROglycerine. Ik wist het zelf niet. Zelfs alle papierfoto's. Of heb ik nog niet zoveel foto's gemaakt. Wie weet ? Maar ik had nu en nieuwe speciale DSpécial, waar ik niets van af wist. Goed of slecht ? Lees verder… >> De DSpécial in Beige Vanneau, in 1982. 700.000 km in 1995 Verkoper/Ruiler : Rudy Maerevoet, met zijn grappige familie Nooit heb ik mij beklaagd zolang ik deze auto DSpécial gereden heb. Zij had toen - bij ruil-aankoop - 125.000 kilometers op de teller. Toen ik haar moest verder geven in 1995 - geloof ik, voor 60 mille, had ik 700.000 kilometer !!!!!!! op de teller. Wel de laatste 100.000 kilometer werden met een “nieuwe” motor afgereden. Ik schoot nogal vooruit . . . Sommigen in de club weten van deze manier van rijden niets van. !!!!! Een keer dus, bij 600.000 kilometer had ik een heetlopende motor. Omdat de radiateur verstopt zat of zoiets. Ik kwam toen voor de zoveelste keer weer uit de Heimat gereden en viel op iedere helling bijna stil. Dat was bijna de enige herstelling in de voorbije 12 jaren. Toen heeft Gommaire een nieuwe radiateur geplaatst en alles was in orde. De DSpécial liep als een geoliede machine. En snel… En omdat ik een moelijk mens ben heb ik om de twee jaren ongeveer mijn plastieken leren zetels ingeruild tegen echte leren zetels. Maar dat heeft ook niets opgebracht. Dus enkele jaren later heb ik gezocht naar stoffen zetels. Dat was het manneke, zoals men in Antwerpen zegt. Zachte warme zetels. Zo langzaamaan ben ik leer zat. Het was mijn beste auto ooit. Bij Volkswagen heeft men in de jaren 1950 een slogan gemaakt voor dat “Keverke” : “Er fährt und fährt und fährt und fährt und . . . .” Welnu, dat kon ik over mijn DSpécial ook zeggen. 700.000 km. Het ging zo snel vorbij. Met deze auto heb ik heel Europa bereisd. Het is voorbij. Ik zit nu toch meer in een warme zetel en lees wat boeken waar ik nooit ben toegekomen. En soms ook een beetje televisie. Voetbal. Leeft ze nog ergens deze DSpécial. ? Of is ze ten grave gedragen. In een schredder ? Ooit heb ik wel nog gehoord 14 dat ze ergens in Deurne opdaagde. In handen van een sympathieke man met wie we ooit een orgie hebben gevierd in Schilde. Ook dat is al lang geleden. Mijn dochter Bettina heeft haar eerste en tweede communie mee gereden in de DSpécial. Zij heeft haar eerste proefrit gedaan in de Dspécial, op het terrein van Michelinbanden in Clermont- Ferrand. Tijdens het ICCCR in Clermont-Ferrand, in aan een goede DS ?” vroeg hij mij. Ik had hem namelijk rondgeleid tussen onze auto's en heb toen duidelijk op gewezen dat hij een gezonde auto moest kopen. Geen auto zoals die van mij, een auto die helemaal opgereden was. Alleen de (nieuwe) motor was een droom. Vlak bij mijn woning in Berchem woonde hij. En die jonge man werkte bij Citroën. Toch heb ik hem nooit meer gezien. De man en de auto… Dat was dus DS twee. De derde volgt nu… En dan de ID 20, groen-wit dak, in 1995 200.000 km Verkoper : Uit Luik, een grafische vormgever Zijn naam kan ik me niet meer herinneren. Frankrijk uiteraard. Dat domein was zo groot dat ze geen botsing kon hebben met een andere deelnemer. Wel heb ik constant aan de carrosserie gesleuteld. Geslist. Grondverf en dan de juiste laag verf. De auto zag altijd goed uit. Maar ik reed ook als ik nog niet alles afgewerkt had. Zij was ook altijd niet in goede staat. Ik ben daarmee ook naar meetings gereden. Naar races in Zolder. Naar Nederland. Veel naar Nederland. Naar Engeland, de bootraces rond de wereld. In Portsmouth, viel jaar later in Southampton, nachten in de auto geslapen. De zetels platgelegd. Tenslotte lag mijn (Annemarie's) fiets ook in de auto. Wekenlang. Geen hoek van Europa heb ik over het hoofd gezien. Naar Denemarken, het ICCCR in Herning. Anne-Marie en ik. En de helft van de hele DS/SM Club. Met twee fietsen achter de koffer. Dus boven de bumpers. Hebben ook de Insel Sylt bezocht. Onvergetelijk. Met de simpele, maar mooie DSpécial . . . Op een grote meeting in Brussel kreeg ik contact met een Antwerpse jonge man die een DS zocht. Ik heb haar aan deze jonge man verkocht. Die deze auto moèst (kost wat kost) hebben. Iets anders had hij al. En kennen geleerd heb ik die man op de eerste grote meeting in Brussel op de Jubelpark. “Hoe geraak ik De miserie begon feitelijk direct na de overeenkomst toen ik de auto van Luik naar Antwerpen reed. En Anne-Marie in de Peugeot 205 cabriolet achter mij blijven rijden. Ik vloog zowat met 100-120 km/h over de autostrade en na een kilometer of zestig kwam een auto naast mij rijden en de chauffeur maakte mij met handgebaren duidelijk dat ik achter links een platte band had. Het voordeel van een DS is dat je dat tijdens het rijden niet voelt. Die platte band. Geen probleem. We stoppen. Vervangen het wiel en rijden weer verder. Maar twee keer een platte band hebben tijdens dezelfde rit. Dat kan een auto niet aan. Je hebt altijd maar een reservewiel. En ik viel stil - dankzij een omleiding via Nijlen naar Antwerpen - op 8 kilometer van thuis. Platte band rechts vooraan. Twee maal pech. Dat was lopen… Citroglycerine / N° 93 / 2009 Wel was het een feit dat de auto hoe langer en meer reed, ik ermee steeds beter en beter begon te rijden. Door mijn actieve wasbeurten begon “de Groene met het witte dak” meer en meer te blinken. Zij werd mooi en mooier. We gingen camperen op meetings met de club. Ook werd deze auto meer en meer gefotografeerd door mij. De digitale periode kwam ook bij ons terecht. Je kon zoveel foto's maken als je wilde. Wat ik dan ook deed. Helaas is me drie jaren geleden mijn vorige APPLE-computer gecrasht en weg waren alle foto's. Erg voor mij … Zonder pech verliep wel een uitnodiging die we graag aangingen : samen met Marc Roelandt, Paul de Poorter en nog een aantal leden van de club mochten meedoen aan het 40jarig jubileum van het Atomium. 1958-1998… Wat een tijd. Wat een eer voor onze auto's. De bollen waren voor een dag van ons. De koning was er ook… En zoals bij de beige DSpécial heb ik ook de “Groene” zelf onderhouden, tenminste wat de kleur van de carrosserie betrof. De auto was namelijk door de vorige eigenaar opnieuw gespoten. Ofwel was het een groene kleur van Jaguar, of van BMW. Het groen moest altijd bijgewerkt worden. Wekelijks bijna. Door mij dus. Met de spuitbus van mijn geprefereerde autoverf-handelaar. En met de tijd kreeg ik wel een mengeling van alle groene kleuren. Het stoorde me niet. De auto werd ook niet lelijker. Integendeel. In Beerlegem organiseerde Gilbert Vermaercke jaarlijks een bijeenkomst van vrienden al dan niet met een Citroën. Het was een ontmoeting telkens met demente en gehandicapte mensen. Vooral de allereerste rit met moeder en haar dochter eindigde in een drama. Voor mij. De zieke dochter was constant dezelfde zinnen aan het herhalen en ineens kon ik mijn stuur niet meer bewegen. De auto ging nauwelijks nog door een bocht. En ik constateerde ook dat ik lager bij de grond zat als normaal. De auto lekte. Alle hydraulische olie was weggelopen. Ik moest stoppen. In een “eenzame” streek stonden wij “en panne”. Plots lag ik (là ID) zonder olie op de grond. Uren hebben we op hulp gewacht. VAB heeft geholpen. Nou ja …Een Citroën-garagist uit de buurt kwam pas dagen later de auto ophalen. Wat een toestand. Wat een auto… Misérie, misérie… Verschillende keren had ik last met de lekzakken die lekten ! Là DS liet alle hydraulische olie ineens lopen.En dan liefst bij de buren in de straat waar ik mijn creatieve activiteiten uitoefen. Twee keer door de knie gegaan : là ID natuurlijk. En telkens voor hetzelfde huis. Het huis van de hoogste Rechter van Vlaanderen notabene… Mr. Armand VP… Op een ogenblik leerde ik ook de onderkant van de auto kennen. De platen rondom onder de deuren waren ook al jaren weg ! !!!!!!!. Vooral de kabels en de olieleidingen lagen open en bloot ! Ineens was de hydrauliek op . De auto zakte door de 16 knie. Wat een auto. Wat een ID 20. Ik dacht toen al : ik heb een halve auto gekocht van die Luik(g)enaar. Het witte dak was perfect. Geen schade, geen krassen, geen waterlekken vanuit de hemel. Ja, en de banden heb ik vanaf in het begin helemaal vervangen. Nieuwe banden. In het begin heb ik ook onder de motorkap het een en ander laten herstellen. Het uitlaat-spruitstuk aan de motor was niet dicht. Dus de motor sloeg een beetje luid door. Hersteld. Voor de rest was bijna alles in orde. Overal ging ik met de auto naartoe. In deze tijd heb ik alle mogelijke uitstappen met de groene gedaan. Die reed en reed. Zelfs met een beetje bleke President van Frankrijk, Charles De Gaulle, op de achterbank. Bekijk de foto hierbij maar . . . Ik reed internationaal. Naar de Heimat in Duitsland. Naar het zuiden van Frankrijk. Verschillende keren. Voor de schilder-kunst in de Provence. Een droom telkens. Naar Nederland. Naar de zee. Wissant. X-keren. Ja, het was met de tijd wel een prachtige auto geworden. En ineens zakte de ID weer door de knie. Olie liep weer weg. “De leidingen zijn lek” zei me een toen bevriende garagist. “Niks meer aan te doen”. En ik moest toch een andere familieauto hebben Een C3. En als je dan een oude auto (DS dus) bij de Citröendealer binnenbracht kreeg je nog 40.000 franken betaald. Gedaan dus. De foto, hierbij laat ik de auto zien in een kooi in Lier. Einde DS. Of toch niet.? Er waren en zijn nog steeds handelaars (heeft men mij verteld) die oude Citroëns opkopen en “vernieuwen”. Vooral aan de Belgisch-Franse grenszone !!!!!! Er was voor mij verder geen probleem, ik had me ondertussen een andere DS aangeschaft : een zwarte Citroen-DS-PallasBorg-WARNER automatique. Prachtige bruine leren zetels. De mooiste auto die ik ooit in mijn leven bezat. Zwart. Overal. Blinkend. De mensen bekeken je als je aan het rijden was. En zeker als je stilstond. En dat nog steeds. LEES DUS NU NOG HET VOLGENDE (laatste) VERHAAL OOK NOG. De Zwarte DS23 Pallas vanaf 1989 ! Verkoper : Roel Dom, de blonde bakkerszoon uit Mortsel Is een DS een droomauto ? Ja.! Om 's nachts van te dromen. En overdag. Een vriendin uit de buurt maakte me op deze auto attent. Regelmatig zag zij een “mooie” zwarte DS in onze buurt rijden. Notabene de buurt van AGFA-Gevaert. Ik herinnerde me aan een garagist in de Patriottenstraat, die wist dat bij AGFA-Gevaert een zwarte DS te koop staat. Ik zei : “Kijk eens rond en laat het me horen”. Ik wachtte. Geen reactie. Dan maar bellen naar een paar dikke connecties bij Gevaert. Ook zij wisten niets van een zwarte auto. Van een DS hadden ze nog nooit gehoord. Ik liet dat zaakje vallen. En ineens kwam een nieuw lid bij in onze DS/SM Club. Een jonge man, klein, bakker. Uit Mortsel. Welk auto hij had ? Een zwarte DS van Agfa Gevaert. Helemaal geen jaloersheid bij mij. En de man zei dat hij de verkeerde auto had. Niet snel genoeg. Niet sterk. Wel mooi. Later hoorde hij dat ik naar Denemarken trok, naar het ICCCR dààr. “Breng je me een voorbumper mee al je hem vindt. Ik heb een kleine botsing gehad met mijn auto. Niet gevonden. Hij in de tussentijd wel. Thuis in België. Selfmademan. Roel Dom was wél handig. Inmiddels waren we vrienden geworden. Roel en Günther. We zagen mekaar dikwijls. Vooral als we onze broodjes en Sacher-taarten kochten. Vaders patisserie/bakkerij was onze wekelijkse weg. Zeker zaterdag. Hij wilde ineens zijn auto kwijt. Zijn prijs was maanden geleden nogal hoog. Ik maakte een voorstel. Minder. Uiteraard. En ik had de auto. Want mooi heb ik deze auto al lang gevonden. Tenslotte was de DS 23 Pallas automatique het topmodel van Citroën. Alleen de DS décapotable was nog meer waard. Vandaag nog meer trouwens. Ik wist dat ik een mooie auto had gekocht. Ik wist wél niet hoe de gevolgen waren. In de club was de auto precies een zeldzaamheid. Maar er waren toch nog andere DS 23 bij onze leden. De familie De Coster had er eentje o.a. Eerst heb ik de DS, die toch al heel erg proper was, goed onderhouden. Nadat vriend Roel zijn geluidsinstallatie had uitgehaald. Dat was nu echt niets voor mij. Een rijdende jukebox, neen. Langzaam kwam de winter het land binnen en een eerste uitstap werd gepland. Naar de Ardennen. Om te skiëen. Met z'n drietjes. Anne-Marie, Bettina en vader GHG. De eerste bergjes gingen nogal. Maar de steile hellingen waren toch een andere koek. Ja, zo'n DS met Amerikaanse BorgWarner-schakeling, dat was het niet. Nooit. Zei ik. Deze schakeling had een 6 liter-moror nodig zei ik altijd. Dan heb ik maar meer uitstappen die naar de Belgische bergen reden niet meegedaan. Maar daar merkte ik reeds dat de auto een ongewoon zwakke aantrekkingskracht had bij voorbijgangers. Daarom heb ik toch altijd steeds pogingen gedaan om een garage voor de DS te hebben. Vandaag proberen we dat toch met alle onze auto's. Beter zo. Een week later hebben we de andere richting gereden. Naar Nederland : Goes, Colijnsplaat, Domburg, Vlissingen en terug naar huis. Onze hond Kobe was daar ook erbij. Die foto koester ik. Want de hond is al lang niet meer. De auto wel. Citroglycerine / N° 93 / 2009 En dan volgden regelmatig utstappen. Jullie weten niet hoeveel ik met deze auto gereden heb. Zelfs bij onze club verscheen ik regelmatig met de DS. Naar Wissant, dat was de mooiste uitstap. Nooit heeft mij deze auto in de steek gelaten. Het waren regelmatig kleine herstellingen. Onderdelen die vervangen moesten worden. Uitlaat, remblokjes, banden, voorruit (wegens te veel krasjes bij tegenlicht, Meestal had ik eens zeldzaam pech. Midden op een zondagse uitstap naar Beerlegem, voor Gilbert rijdend. De verbinding tussen de versnellingsbak en de motor was losgekomen. Dankzij VAB was dat de volgende maandagochtend reeds rond de middag hersteld. Wél bij Gommaire. Ik had - en heb? - jarenlang met deze auto een voorrangpositie (Formule-I-service) gehad. Ik heb met de auto jaarlijks ook in de winter gereden, nooit problemen gehad. Ik bezocht mijn vrienden met deze auto. Zondagochtend zaten we rond het een of andere kasteel aan het rijden en wandelden rustig over de velden. De sfeer rondom deze auto is altijd prachtig geweest. Mijn echtgenote heeft wel nooit met deze auto zelf gereden. Met de vorige DSsen - zie boven - heeft ze duizenden kilometers zelf gereden. Eigenaardig. “Het is toch een zware bak” zei ze dan. ?? Met de vrienden hebben we altijd samen gereden. Een keer ben ik (là DS) stilgevallen : in Oudenaarde. Motor was overhit geraakt. Een half uur alleen wachten op het Marktplein en de auto was weer perfect ! Ach, het moet me toch van het hart : deze auto was de simpelste en eenvoudigste. Een auto die weliswaar niet de Is het een vliegtuig? Is het een vogel? Nee, het is een DS, Mega Mindy. 18 snelste was, maar mij stoorde dat niet. Ik heb trouwens een verlamde rechter voet. Of wisten jullie dat niet ? Echt ! Zoals sommigen nog weten, heb ik kortgeleden de auto aangeboden binnen de DS/SM Club. Veel belangstellenden. Maar niets concreets. Ik heb beslist dat ik nu eerst zelf meer ga rijden met là DS. Niet overdrijven. Maar ontspannen. Maar toch : rijden. Nu is de auto bijna volledig in orde : een nieuwe boïte, een op punt gestelde krukas samen met nieuwe bièls. Een nieuwe Masterpomp. Allemaal onderdelen die meer dan volle 37 jaren zijn meegegaan. Een nieuwe linker voorvleugel door een klein plekje roest onder de koplamp. Wie kent dat niet ??? En nu trekt de auto als een nieuwe !!!!! En nu maar rijden . . . Meer moet dat niet zijn. Deze auto heeft in de 20 jaar die ik samen heb beleefd met haar heel veel mensen leren kennen. En die alle heel erg geestdriftg waren over deze auto. De auto werd geliefd en de chauffeur dikwijls ook. Meer moest dat doch niet zijn in de voorbije dertig jaren ? Met al die vier Citroën-ID-DSsen heb ik een heerlijk leven gehad. Bevoorrecht geweest. GHG Bredabaan Maandag 6 april 2009, is onze goede vriend en mekanieker Peter Snoeckx op tv geweest. Met een reportage over zijn Citroën-garage in Merksem, bij Antwerpen en met de 2pks die hij in de showroom heeft staan en met een Mehari die hij aan het opbouwen is. Samen met Paul De Bakker. Ook stond er een groene DS gereed voor opnames. Het was op de Antwerpse ATV in een reportage over de Bredabaan in Merksem. De straat, die als de langste aanzien wordt in heel België. Van Antwerpen tot Breda. En zoals Peter op tv vertelde, met een oldtimer rijden is zeer goed voor het sociaal kontakt,want de mensen spreken elkaar gemakkelijker aan. Peter mocht heel veel wijsheden in deze film vertellen. En samen met Paul De Bakker - de vriend/vakfotograaf uit Merksem en goede buur van Peter - kwamen zij ook, met heel veel wijsheden over de drie auto's naar buiten. De reportage begon met het binnenrijden in de garage. En daar stond voorin een prachtige DS gereed. Ook het meten van de inhoud van de benzinetank lieten zij zien. Gewoon een metalen meter in de tank duwen en dan weer uithalen en je had precies de quantiteit benzine die er nog ter beschikking stond. Prachtig toch. En ook simple comme bonjour . . . 280.000 tv-kijkers voor DS, 2 PK en Mehari… Van de camerman werd veel werk geëist met al die auto's. Fijne auto's daar niet van . . . Citröens. . . . Eerst werkten zij aan een MEHARI, en wezen op de voordelen van deze auto. Velen hebben tenslotte dit handige modelletje, voorzien vooral voor de franse Middellandse kuststreek van Saint Tropez via Marseille naar Perpignan, nog nooit in levende lijve gezien. Getuigenissen dat ze mee gereden hebben. Dat je bijvoorbeeld tijdens het rijden de voorruit kan neerleggen op de motorkap en je dan de volle lading wind in je gezicht kijgt met al die duizenden vliegen. En meestal tussen de tanden. In volle zomer . . . Zeker in Frankrijk. Maar ook elders. En ook het gat waar het water kon weglopen als het regende, werd uitelegd. Simpel maar eenvoudig… Bij de 2 PK vertelden ze o.a. over de zijramen die automatisch opklapten en ook weer dichtklapten ! Vanzelf, als er een vrachtwagen snel voorbijreed. Die trok de 2PK mee en dus ook de zijruiten. Na de opnames had eerst onze Peter Soeckx heel veel schrik van de opname en het hele resultaat. Maar toen Peter na de uitzending op dinsdagochtend na de uitzending ergens van in Merksem te voet naar zijn garage wilde wandelen, stopte een auto en de chauffeur zei tegen Peter : Ik heb u gisteren avond op tv gezien, schitterend met uw prachtige auto's” en hij zei ook nog “ Mijnheer Peter stap maar in bij mij in de auto, ik breng ik u naar uw garage terug”. Op dat ogenblik was Peter gelukkig. Blij. Ik ben er eveneens van overtuigd, dat die beiden een prachtige reclame voor zichzelf en onze Citroën's hebben gedaan. Driehonderdvijftig duizend mensen kan ATV bereiken. En heel de Provincie Antwerpen heeft deze uitzending gevolgd. Met 280 000 kijkers. Niet minder. . . Antwerpen hangt aan ATV. Gratis en voor niets . . . Jean Hendrickx en GHG 19 Citroglycerine / N° 93 / 2009 Lucien Theuninckx en de filmopnames in Wallonië Film “Une ombre derrière la porte” Bernard Yerlès heeft in de film “Une ombre derrière la porte” een hoofdrol samen met de witte DS van Lucien Theuninck. dan op twee plaatsen aanwezig zijn. In Genval en in Vorst. In de Avenue Rousseau. Bernard Yerlès Le Depardieu belge, Star Télé en France Op 25 maart in La Hulpe, aan het Meer van Genval. Precies gezegd, in de Avenue Paul Deschanel 205. Bij het chique Hotel daar in de buurt…! L'acteur belge le plus connu en France ? Poelvoorde, sans discussion. Et pourtant, un autre Belge est dans le top trois des acteurs les plus utilisés. Son nom ? Bernard Yerlès. La grande différence, c'est par la télé qu'il a obtenu la reconnaissance de son travail et de son talent. Depuis quelques années, Yerlès se partage donc entre Paris et Bruxelles. Op 27 maart was de auto in La Chaussée de La Hulpe in Overijse. Maar dan zonder Lucien. Op 31 maart - steeds 2008 - waren ook weer opnames met de DS in Overijse. “J'ai un pied- à- terre à Paris, c'est là que je travaille,” dit il. Mais je suis resté à Bruxelles parce que j'aime cette ville et que je désirais continuer à y habiter pour des raisons privées. L'adage veut celui qui a plusieurs maisons perde la raison. . . Je préfère dire qu'il élargit son horizon!” Actuellement en tournage en Belgique avec Pierre Joassin pour le thriller “Une ombre derrière la porte” avec Carole Richert. Bernard Yerlès a une septantaine de téléfilms derrière de longs métrages. Journal “Nord Eclair” - Sam Christophe Deze tekst heb ik van Lucien Theuninck gekregen. Waarom van Lucien ? Omdat hij in één van die drie films met Bernard Yerlès met zijn prachtige witte/groen dak ID/DS mocht rijden en showen tijdens de opnames. Dus, in de film trad een DS van 1967 op. Er bestaat zelfs een foto van Lucien in zijn DS in het jaar 1973, waar hij met zijn echtgenote in San Marino (vlakbij Rimini) in diezelfde auto rond reed . (Zie foto). De RTL-TVI had dus deze auto gevraagd… en gekregen. Een schat van een DS. Verzorgde auto. Technisch perfect in orde. Terecht mocht dus Lucien met deze auto komen. Onze DSsen zijn in de films, zeker in de Franse film-wereld zeer gegeerd. Op verschillende draaidagen heeft Lucien op telkens een andere locatie aanwezig moeten zijn. Met zijn DS. De opnames begonnen voor ons clublid op 7 maart 2008. Hij moest 20 In het geheel moest là DS blanche/toit vert, van 1967, van Lucien, zeven (7) keer op verschillende locaties optreden. In de film, we hebben hem thuis bij Lucien met z'n drieën, op zijn grote TV-scherm gezien, was de auto heel veel aanwezig in deze film. Inmiddels is de film ook reeds op “La Une” op de Waalse tv te zien geweest. In Frankrijk heeft “France Deux” nog geen teken van leven gegeven wanneer ze daar in Sarkozy-land aan deze film gaan denken ! Lucien kan tientallen mooie momenten van die opnames vertellen. Op zijn reuze-tv-scherm hebben we naar de beste foto's gezocht en deze gedigitaliseerd. Onmiddellijk. Tenslotte, het is een grote eer met een acteur (Bernard Yerlès en prachtige actrice, de blonde Carole Richert) samen te spelen in een film waarbij de acteur van alle kanten met Gérard Depardieu vergeleken werd. Het is zelfs nog meer de vergelijking met Depardieu omdat Bernard Yerlés al samen met de grote acteur samen in een film samen werkten. Lucien Theuninck werd daarmee niet op het zelfde trapje gezet… Wel werd zijn DS meer bewonderd, meer dan Lucien zelf dus. Troost je, Lucien, dat heb ik ook iedere keer meegemaakt tijdens filmopnames. Als ze je maar aanwezig zien. Dat filmvolkje is toch een beetje raar. GHG Garage Dirk OOSTERLINCK NV Zuidleiestraat 2, 9980 Aalter T: 09 / 374 52 02 F: 09 / 374 59 88 [email protected] Volledige restauratie met originele onderdelen Restauration complète avec des pièces d’origine 21 Citroglycerine / N° 93 / 2009 Le centre d'essais de La Ferté Vidame 70 ans de secrets à La Ferté Vidame 1938-2008 : Le centre d'essais de La Ferté-Vidame a très exactement 70 ans...c'est l'occasion pour nous de retracer brièvement l'histoire de ce site étroitement lié au destin de Citroën. C'est en effet ici, derrière des murs de 2 mètres de haut, et dans le secret le plus absolu, que la marque aux chevrons allait mettre au point tous les modèles mythiques que nous connaissons aujourd'hui, comme la 2 CV, le Type H, la DS, la SM, mais aussi bien d'autres qui ne dépasseront pas le stade de prototype... Personne ne se douterait, en flânant dans cette belle campagne aux confins du Perche et de la Normandie, à un peu plus de 100 kilomètres de Paris, que se trouve ici un des sites les plus secrets de France, où sont testés encore aujourd'hui de nombreux véhicules de la gamme Peugeot et Citroën, précisément les plateformes 1 (type 207, C3, ...) et 3 (407, C5...) du constructeur français. Avant de devenir un centre d'essais du groupe PSA, La Ferté Vidame fut pendant des décennies une propriété de Citroën, associée à l'histoire de la marque dont de nombreux chapitres débutèrent derrière ces hauts murs... Un site unique en France Le site de La Ferté Vidame est tout simplement la propriété close de murs non traversée par une route publique la plus grande de France : d'une superficie de plus de 800 hectares, son mur d'enceinte d'environ 2m15 de haut mesure 11,5 km de long. Composé d'un château, d'une ferme et d'immenses étendues de forêt, le site accueille des meetings aériens et automobiles au début du vingtième siècle. Il fut même question de le transformer en complexe dédié aux sports mécaniques en 1923, mais c'est finalement Monthléry qui fut choisi. Citroën avait également imaginé l'acheter pour en faire son Centre d'essai, mais c'est finalement Michelin, propriétaire de l'entreprise depuis 1935, qui en fit l'acquisition en 1938. Un 22 lieu aussi secret ne pouvait en effet laisser indifférente une société dont la discrétion est une véritable marque de fabrique. Un secret absolu Très vite, La Ferté Vidame va accueillir les premiers prototypes, ainsi que les premiers modèles de présérie de la TPV (tout petit véhicule). La guerre arrive l'année suivante, et le personnel s'efforce de cacher ce qui peut l'être. C'est ainsi que quatre exemplaires de cette première version de la 2 CV, qui n'a rien en commun avec le modèle que nous connaissons tous, seront épargnées de la destruction (volontaire) et arriveront miraculeusement jusqu'à nous : en 1997, trois seront sorties des granges de La Ferté où elle avaient vraisemblablement été remisées après guerre ... Le site de la Ferté jouissait d'un statut très particulier au sein de la Société Anonyme des Automobiles Citroën. Sa gestion était assurée exclusivement par l'économe en Chef de Citroën, Monsieur Clerc. Un secret absolu est maintenu par les employés travaillant sur place, mais également par les habitants qui signalaient volontiers les rôdeurs et autres journalistes à la recherche de scoops...L'entrée était soumise à un contrôle sévère, même pour les cadres de Javel ! On raconte même que certains prototypes de l'ère Citroën fûrent testés dans le plus grand secret après le rachat par Peugeot, sans que ce dernier n'en soit informé ... en particulier le fameux hélicoptère dont nous reparlerons prochainement... Une lente évolution La configuration du site a profondément évolué depuis les années 40. La toute première piste d'essai était ... la cour intérieure de la ferme. Tout autour, les granges et remises servaient d'abris pour les prototypes. Rapidement, un premier circuit routier fut créé, en utilisant des "percées" existantes (la ligne de la Simonnerie, partiellement pavée, la ligne de Neuilly, goudronnée, et la ligne de Bourgneuf, bosselée. C'est le "Triangle colonial" sur lequel les essayeurs parcouraient jusqu'à 750 km par jour. C'est sur ce circuit que furent en particulier mises au point les suspensions de la 2 CV et celles de la Traction Oléopneumatique. Puis, durant les années 60, furent crées d'autres circuits , comme le Bel Air ou le Parc. On y ajouta également des hangars pour y abriter des ateliers techniques, puis un complexe corrosion, une soufflerie... Conscient du potentiel extraordinaire de cet outil de travail distant de seulement 100 km de Paris et à une heure environ du Centre Technique de Vélizy, PSA décide d'y faire de lourds investissements dans les années 90 afin de le moderniser. La piste d'endurance, d'une longueur de 6,5 km est finalisée en 1996. Différents types de circuits reproduisent toutes les conditions de route, y compris les zones urbaines, avec ralentisseurs, ronds-points et feux tricolores... 22 Günther H. Götzfried 70 jaar jong! La Ferté Vidame aujourd'hui Aujourd'hui, La Ferté Vidame connaît une activité intense. Les ateliers ne désemplissent pas. Une annexe du Centre de Style a même été crée. Les tests effectués sur les véhicules ainsi que les kilomètres parcourus n'ont jamais été aussi nombreux, qualité oblige. Les pistes servent indifféremment aux modèles Peugeot ou Citroën : seul le cahier des charges technique diffère. On y trouve non seulement des prototypes, mais aussi des modèles de série, prélevés sur la chaîne afin de vérifier la conformité de la production au cahier des charges initial. Toute la journée, les "rouleurs" se succèdent sur la piste, enchaînant les virages, additionnant les kilomètres, dans un sens, puis dans l'autre, afin que le véhicule ne s'use pas que d'un côté...Un métier de passion, mais plus dur qu'on ne l'imagine... Conclusion 70 ans d'existence...et une contribution unique au mythe Citroën. Pourtant, il existe très peu de témoignages historiques de la Ferté Vidame, et pour cause : personne n'a envie de trahir les secrets de toute une vie et ce n'est que très timidement que certains anciens ont accepté de témoigner. On peut citer en particulier le plus connu d'entre eux, Monsieur Terrasson, malheureusement décédé il y a peu, qui livra des histoires passionnantes sur les essais de l'époque et prit également une des seules, voire la seule photo sur les pistes, à la volée et à l'abri des regards, entouré de trois prototypes de TPV. Une photo qui aurait valu à son auteur un renvoi immédiat, et qui resta de ce fait longtemps cachée : certes, le document est exceptionnel, mais il constitue une transgression qui ne serait pas plus acceptable aujourd'hui qu'il y a 70 ans...merci quand même, Monsieur Terrasson... Zeventig. U leest het goed. Hij ziet er jonger uit, dus voor velen zal het een verrassing zijn: Günther H. Götzfried, journalist en jarenlang de bezieler, schrijver, redacteur, correcteur, retroviseur én vormgever van Citroglycerine vierde onlangs zijn zeventigste verjaardag. Günther, heb je je verjaardag doorgebracht in je zwarte DS Pallas? Zwevend over de Antwerpse Leien, mijmerend over vroegere tijden? Druk denken aan nieuwe artikels? Zoals we zien ben je alweer zeer actief geweest en heb je deze Citroglycerine nummer 93 aardig mee gevuld. We duimen alvast dat je dit verder doet, zo ergens tot je zelf 93 bent. Aan welk nummer van Citroglycerine zitten we tegen dan al? Ik zou het eens moeten uitrekenen. Laat ik je alvast, in naam van de Club, het bestuur en alle leden, nog veel mooie jaren wensen. Goed gevulde jaren, vol onderwerpen voor boeiende artikels. Ik ben er zeker van dat dat geen probleem zal zijn. Leo. AR 70GÜJNA THER Nieuwe leden Nouveaux membres 792 N Gauthier DECAVEL - Waregem 793 N BORSTLAP Johan - Knokke-Heist 794 N CREYTENS Marc - Sint-Amandsberg Welkom in de club - bienvenus au club! 23 Citroglycerine / N° 93 / 2009 SPORT MASERATI DIRAVI, qu'est-ce que c'est ? Une des solutions originales sur la SM, était la direction, d'abord appelée Vari Power, avant de prendre la dénomination de DIRAVI (Direction à Rappel Asservi par la Vitesse). Pour un profane qui entrerait dans l'univers SM, voici une synthèse. Cette direction comportait trois aspects fondamentaux. Elle était extrêmement directe (1 :9,4) de rapport de démultiplication ou 1 tour 1/4 de butée à butée. Par comparaison, une Ferrari Daytona affichait, 2 tours 3/4. Elle utilisait des pivots situés dans l'axe même des roues pour éviter tout mouvement de braquage parasite. Elle était asservie. A l'arrêt, l'assistance était totale au point que les roues se remettaient d'elles-mêmes en ligne droite si on lâchait le volant. C'était vraiment curieux comme impression, agrémentée d'un chuintement hydraulique « très Citroën ». L'effort croissait en fonction de la vitesse. La direction devenait ferme, voire trop ferme, à partir de 190 km/h environ pour conserver ce rapport d'assistance jusqu'à la vitesse maxi. Le rappel asservi était obtenu au moyen d'un régulateur centrifuge à masselottes en bout de boîte de vitesses. Par conséquent, la vitesse de rotation était en fonction de la vitesse de la voiture. Un tiroir hydraulique commandait l'effort à exercer au volant. Le volant de la SM était de forme elliptique, ce qui veut dire qu'il n'avait pas la même forme sur l'ensemble de sa jante, variant de 35 cm à 38 cm de diamètre selon sa position. Cette direction proprement révolutionnaire (dont on a retrouvé le feeling sur la CX et de manière différente sur la XM) n'avait que des avantages : douceur des manœuvres à l'arrêt, rappel énergique en ligne droite, sécurité absolue en virage puisque le braquage ne pouvait être influencé par un changement d'adhérence ou même par un éclatement d'un pneumatique, et enfin, réponse éclair du pilote. Lequel devait absolument passer par une période d'adaptation ! 24 RAPPEL ASSERVI … UNE VIEILLE CONNAISSANCE Chez Citroën, lorsqu'une innovation technique arrive, il faut souvent regarder derrière soi. On s'aperçoiy alors qu'elle existe depuis longtemps mais que l'usine a attendu avant de l'appliquer, travaillant souvent inlassablement à sa mise au point. Montée sur la SM en 1970, la direction à rappel asservi existait depuis … octobre 1957 ! C'est Paul Magès, père de l'hydraulique chez Citroën, qui l'avait inventé comme avant elle, la direction assistée normale développée en juillet 1952 et destinée à la DS. La DIRAVI fut d'abord montée sur la DS 19 personnelle de François Michelin. Il parcourut plusieurs milliers de kilomètres et ne fut jamais intimement convaincu par le procédé. L'avance technique était indéniable mais il pensait - à juste titre- que les utilisateurs auraient du mal à s'y habituer. Suite à ses remarques, Paul Magès modifia l'épure pour lui permettre de varier en fonction de la vitesse et de la dérive des pneumatiques. Cela déboucha sur la direction de la SM qui était intégralement irréversible. En marche, elle était « verrouillée », il fallait tourner le volant pour la « déverrouiller ». Toutes les réactions ressenties au volant de la SM sont donc artificielles puisque le diamètre des pistons d'assistance est différent, ce qui rend cette direction dissymétrique. Le même principe fut conservé sur la CX, mais la Direction Générale refusa de l'appliquer sur la BX pour des raisons de prix de revient. 25 26 Week-end, à Heer-sur-Meuse. Nous nous rendons dès à présent compte que nous connaissions bien peu la vallée de la Meuse en amont de Liège. Depuis le superbe weekend que nous avons passé à Heersur-Meuse en compagnie de nos amis du club, nous pouvons désormais combler cette lacune. Quelle bonne idée d'avoir choisi ce château des Sorbiers comme point de chute du séjour concocté par Luc et Myriam Gérard. Ce château où nous avons passé trois jours et deux nuits, se situe dans un grand parc au bord de la Meuse. Lorsque nous arrivons le vendredi matin avec Myriam, il y fait encore très calme ; seul le chant des oiseaux retenti t dans nos oreilles. Nous devons nous mettre à l'ouvrage. En effet, nous donnons un petit coup de main à Myriam qui a prévu dans son programme de nous faire prendre l'apéritif et le repas sandwich dans le parc du château. Après avoir installé les tables et les chaises à l'abri des regards, les premières DS arrivent. Nous recevons un brin de muguet de Luc et Myriam (tradition oblige) en ce jour du 1er mai. Les retrouvailles terminées, les Citroënistes se dirigent vers le piquenique. Le beau temps est avec nous. Tout va bien. Suite à ça, nous montons nous installer dans nos chambres au grand confort. Vers 14h30, nous prenons le départ pour le « Château de Freyr » qui se situe en aval de notre hôtel. Depuis longtemps, la renommée du château de style renaissance nous incitait à le visiter. Nous n'avons pas été déçu : son parc symétrique avec son labyrinthe de haies - en plus, nous avons eu la chance d'assister à la sortie des orangers chargés de fruits. Le château en lui-même a gardé énormément de mobiliers, tapisseries et peintures datant de Guillaume de Beaufort-Spontin au 16e siècle. A noter que Louis XIV y a séjourné lors du siège de Dinant. et Myriam ne nous ont pas mentis. Le repas du samedi soir était composé de quatre services et toujours accompagné de vin. Et c'est sur ce repas que se termine la journée du samedi. La visite se terminant, nous retournons au « Castel des Sorbiers ». Pour y parvenir, nous délaissons les routes directes pour emprunter des chemins surmontant la vallée de la Meuse. Au château, un bon repas nous attend accompagné de vin blanc et de vin rouge. Le dîner se terminant, nous montons nous coucher. Le dimanche matin, nous prenons déjà notre dernier petit déjeuner au Castel. Il est temps de faire ses valises et de quitter l'hôtel pour nous rendre dans la très belle ville de Dinant. L'activité du samedi matin est une première pour nous. Effectivement, nous allons nous essayer aux joies de la draisine sur les berges de la Molignée. Pour ceux qui l'ignorent, les draisines sont des espèces de cuistax qui se déplacent sur d'anciennes lignes de chemin de fer désaffectées. Le parcours de six kilomètres n'est pas des plus facile. Les faux plats se font sentir et les draisines sont plutôt lourdes. Mais cette attraction fut bien plaisante. Sur le chemin du retour à l'hôtel, notre convoi à la surprise de croiser un cortège d'une bonne centaine de véhicules militaires datant de la guerre 40/45. Image paradoxale que de voir se croiser des Willys et des DS. Au château, le très beau temps nous permet de prendre notre dîner en terrasse avec en accompagnement une bière blonde « Caracole ». Notre après midi est plus calme. Certains vont visiter une ferme d'élevage d'escargots, d'autres opterons pour une promenade le long de la Meuse, d'autres encore s'adonneront à la pétanque, ou certains iront tout simplement se reposer. Ce week-end était gastronomique, Luc Nous arrivons devant une boulangerie spécialisée dans la fabrication de couques. Nous traversons le magasin pour parvenir dans l'atelier de fabrication. La fabrique d'une couque consiste à mélanger de la farine et du miel jusqu'à l'obtention d'une pâte épaisse et malléable. Lorsque celle-ci est passée au rouleau, elle est calibrée dans un moule caractéristique et mise au four à très haute température pendant dix minutes. Le moule a son importance, car c'est lui qui va imposer le dessin en relief sur la couque. Après cette intéressante visite et quelques achats dans la boutique, nous prenons le temps de nous balader dans les rues de Dinant avant de rejoindre le château pour notre dernier repas du week-end. Et vient alors le moment de nous quitter après avoir pris une dernière photo de toutes les DS et de la SM devant le très beau « Castel des Sorbiers ». Michèle et Xavier. 27 Citroglycerine / N° 93 / 2009 Vendredi 1er mai. Luc et moi prenons la route dès 8h30 pour nous rendre à Heer sur Meuse. Nous voulons arriver une heure avant les participants pour préparer l'apéritif et le pique-nique prévus dans le parc du domaine du Castel des Sorbiers. Je suis au volant de la C5 pour transporter le matériel nécessaire : chaises et tables pliantes, frigo box, paniers de sandwiches, boissons, ….. Luc me suit en DS. Elle est enfin prête (si vous avez lu l'article sur la journée famille à Paradisio, vous devez savoir qu'elle ne l'était pas dimanche dernier). Nous roulons depuis à peine une demie heure. Dans mon rétroviseur, je vois que Luc s'arrête sur le bas-côté de la route. Mauvais signe ! Je crains le pire. En effet, apparemment, une bougie a « explosé ». La voiture fait un boucan d'enfer. Luc se voit contraint de faire demi-tour et de ramener la DS au bercail. Je stresse un peu. Le week-end commence mal. Changement de programme donc. Je poursuis ma route seule, direction Heer, en passant par Ciney où Xavier et Michèle m'attendent à 9h30. 28 Jean-Marc et Fabienne, en bons samaritains, viennent chercher Luc à la maison. J'arrive vers 10h15 au Castel. Avec l'aide de Xavier et de Michèle, l'emplacement du pique-nique est aménagé en deux temps, trois mouvements. Vers 11 heures, la première DS arrive. C'est celle de Jean Hendrickx et de son épouse. Les autres voitures ne tardent pas à arriver. Le week-end peut donc commencer… Oublié l'épisode de la panne… Nous sommes là pour en profiter. Nous ne vous raconterons pas ce week-end mais nous tenons à remercier tous ceux qui y ont participé. Merci d'avoir apporté votre bonne humeur, votre sourire et vos histoires drôles, merci d'avoir été si dociles et respectueux des horaires fixés pour les activités, merci pour votre enthousiasme, merci pour votre aide, merci pour vos commentaires et vos encouragements. Promis, nous essayerons de remettre le couvert. Week-end Heer-sur-Meuse - 1, 2 en 3 mei 2009 Reeds rond de jaarwisseling, toen de data van de evenementen van 2009 begonnen bekend te raken werd al duidelijk dat we ten huize Bogaerts-Verstraete voor serieuze dilemma's zouden komen te staan….. Het week-end van 1 mei stond er een beetje teveel van het goede op het programma. Op uitnodiging van Luc en Myriam naar Heer-sur-Meuse OF Citromobile in Utrecht ??? Gezien de laatste jaren Citromobilesteeds samenviel met het Internationaal SM weekend was het voor Walter een heel moeilijke keuze. Tenslotte vonden we een voor beiden aanvaardbare oplossing : we gingen allebei op week-end. Walter naar Utrecht waar hij zou overnachten bij vrienden in Amstelveen en ik naar Heer-surMeuse. Iedereen tevreden, toch. Alhoewel, achteraf gezien …. ik weet namelijk wat Walter gemist heeft….. Toen ik hoorde dat Marc Roelandt zich ook had ingeschreven heb ik maar direct gevraagd of ik voor 3 dagen als zijn co-piloot dienst mocht doen. Tot mijn scha en schande moet ik toegeven dat mijn enige voorbereiding voor het week-end zich beperkt heeft tot het betalen van mijn deelname, het op de valreep nog meenemen van een paar laarzen (gelukkig totaaaaal overbodig…) en het reserveren van een grote dosis goed weer. Donderdag nog tot zes uur op kantoor, nog vlug een weekendtas gemaakt voor Walter (die hij ongelooflijk maar waar vergeten is mee te nemen, terwijl ze nota bene in het midden van de keukentafel stond) !!! Maar… vrijdagochtend stond ik op het afgesproken uur, gepakt en gezakt, bij Marc op de stoep !! Gelukkig had Marc zijn huiswerk wel goed gedaan en had hij de route naar onze plaats van bestemming mooi uitgestippeld. Iedereen zal het wel met me eens zijn als ik zeg dat van zodra je in een SM of DS stapt je overvallen wordt door een “ik ben met vakantie”-stemming. Heer-sur-Meuse, here we come !! Zonder problemen arriveren we mooi op tijd op het domein van “Castel les Sorbiers” waar we met een warme glimlach en een takje meiklokjes worden verwelkomd door Luc en Myriam. Tegen het middaguur is iedereen gearriveerd met uitzondering van Charles en zijn echtgenote die zich “lichtjes misreden” hebben maar met een beetje “retard”, alsnog de groep vervolledigden. Het domein waar we het komende week-end zullen verblijven is een ware openbaring. Een groot hoofdgebouw (kasteeltje) waar zich de receptie, de keuken en de eetzaal bevinden. De gastenkamers zijn ondergebracht in een afzonderlijk gebouw, van recentere datum maar dat in dezelfde stijl gebouwd is en op enkele meters afstand van het hoofdgebouw staat. Het geheel is omgeven door heel veel groen en aan de achterzijde geflankeerd door een stroom. Het mooie weer laat toe dat we onze eerste maaltijd in picknickvorm in de zonovergoten tuin kunnen nuttigen. Lekker lui genieten van het weerzien, het aperitief, de broodjes, de grappen, de zon !!! Ik zal voor het woord “zonovergoten” nog veel synoniemen moeten zien te vinden voor het weekend ten einde is want de zon is zonder twijfel de rode draad door deze prachtige dagen. Dat diezelfde zon echter ook haar stekeltjes kan tonen zal vooral (Cathérine) letterlijk aan den lijve ondervinden. Niettegenstaande de omstandigheden uitnodigden om te blijven waar we zijn worden we uit onze loomheid gehaald voor het inchecken en de uitstap die vervolgens op het programma staat. Afspraak om half drie aan de auto's. In kolonne zetten we koers richting “kasteel en tuinen van Freyr”, gelegen op de oever van de Maas. Het is gebouwd in renaissancestijl en wordt omringd door prachtige klassieke tuinen met driehonderdjarige sinaasappelbomen. Wij zijn getuige van een unieke gebeurtenis want deze sinaasappelbomen die in gigantisch grote potten staan worden in de oranjerie geplaatst om te overwinteren en elk jaar, op 1 mei, worden ze weer buiten gezet. Na het bezoek aan de tuinen gaan we ook binnen een kijkje nemen en zijn aan de hand van fotomateriaal getuige van de renovatiewerken die na een overstroming van de Maas in 1995, waarbij het water tot aan de 1ste verdieping stond, jaren heeft geduurd. Het resultaat is verbluffend en mag gezien worden. Na de kilte binnenshuis doet het zonnetje buiten alweer deugd. Tijd om terug op “huis” aan te gaan. Volgende afspraak : half zeven op het terras voor het aperitief. Pas wanneer de avond echt valt keren we terug naar binnen om ons tegoed te doen aan een drie-gangen maaltijd overgoten met niet alleen wijn maar, vooral, met verhalen, soms grappig, soms heel ernstig, anekdotes, ervaringen….. Sommige met een glas wijn, anderen met een Kriek als slaapmutsje gaan we tegen middernacht slapen. Het kleine stukje wandelen tussen het hoofdgebouw en de gastenkamers doet zoveel deugd. De geur en de geluiden van de nacht zijn overweldigend. Zalig geslapen (groot bed voor mij alleen…..) Na het ontbijt staat er een “echte” activiteit op het programma. Met de auto rijden we tot in Warnant waarna we een tocht gaan maken met een railbike (een ijzeren fiets op 4 wielen voor twee trappers en twee passagiers per fiets) tot in Falaën en terug. Het ziet er in ieder geval niet moeilijk uit maar oh jee wat kom ik daar mezelf tegen…… Sorry Marc en Christophe, wat laten we jullie afzien….. Henry en ik nemen het wijze besluit de weg te voet te vervolgen zodat jullie alvast van een letterlijk zware last verlost zijn. Maar ook de wandeling was heel fijn en net op het moment dat de kelner, alweer buiten op het terras, de drankjes brengt zijn wij ook ter plaatse. De terugweg, met een andere fiets en bergaf, gaat gelukkig voor de trappers veel gemakkelijker zodat Henry en ik ons niet opnieuw heeeel schuldig gaan voelen……. Terug onderweg met de auto's worden we aan de kant gezet voor een kolonne van maar liefst 150 verschillende legervoertuigen van diverse nationaliteiten die ergens in de buurt hun “kamp” zullen opslaan voor de rest van het week-end. Die kampplaats is natuurlijk een groot bewaard geheim want stel dat de Duitsers de locatie te weten komen……. Elk zijn hobby nietwaar….. 's Middags kunnen we alweer buiten eten en worden er plannen gemaakt voor de namiddag die we vrij mogen doorbrengen. Een bezoek aan Dinant, een wandeling in de buurt, een bezoek aan een slakkenkwekerij, wat zonnebaden, een 29 Citroglycerine / N° 93 / 2009 spelletje petanque….. alles is mogelijk in deze mooie omgeving en met dit weer….. Marc en ik gaan ervoor zorgen dat er één van de vele nog te vullen gaatjes in mijn cultuur opgevuld geraakt en wij besluiten een bezoek te brengen aan de abdij van Maredsous. Bij ons vooral gekend om zijn kaas, bier en brood. Ondanks de drukte straalt de ganse omgeving, eens binnen de muren van de abdij een soort rust uit die typisch is voor dit soort religieus geïnspireerde domeinen. Na in de buurt nog iets te hebben gedronken kiezen we een andere, mogelijks nog mooiere, weg terug. We ontmoeten de anderen, ja ik weet het, het wordt op den duur eentonig, in het zonnetje op het terras en de belevenissen van de namiddag worden uitgewisseld. Opnieuw sluiten we de dag af met dezelfde ingrediënten : een heerlijke maaltijd in goed gezelschap. Het is alsof op zondagochtend niet alleen onze stemming al een klein beetje somber is omdat het de laatste dag is, maar ook de zon heeft wat last om zich op gang te trekken. Voordat we voor de laatste keer in groep op weg gaan pakken we in en bij het afgeven van de sleutel begint het zo'n beetje te dagen…. Maar, we nemen ons voor nog niet te denken aan afscheid nemen, dat is voor straks, eerst nog een bezoek aan 30 Dinant. De auto's mogen op de parking van het station staan en te voet gaan we richting centrum waar we in bakkerij Jacobs het verhaal te horen krijgen van de “couques de Dinant” een soort “soldatenkoek” gemaakt van meel en honing en bijgevolg kei- en keihard. Lekker kun je ze niet echt noemen maar ze maken er wel taferelen van die een streling voor het oog zijn i.p.v. voor de tong. Christophe, die diezelfde dag nog op zakenreis vertrekt zal ons niet meer vervoegen voor het middageten en zet na het bezoek aan Dinant koers richting huis. Op de terugweg stoppen we nog even voor een paar foto's vanop een plaats met een magnifiek panorama en zicht op de Maas om vervolgens onze laatste maaltijd van het week-end samen te gebruiken in Les Sorbiers. Ik denk me suf hoe ik nu om te besluiten in één zin het weekend kan samenvatten. Onbegonnen werk, woorden te kort. Dank je wel Luc en Myriam, het was fantastisch !! Dank je wel Marc ! Dank je wel iedereen die er was, samen hebben we er fijne dagen van gemaakt. We kunnen enkel hopen dat we dit nog vele, vele keren mogen herhalen ! Annie. Cartoon 31 Citroglycerine / N° 93 / 2009 En avant, la Traction ! S 9’I0NNOAVAN TION D 32 En mai 1934, quinze ans à quelques jours près après le lancement du type A - et alors qu'une fois de plus courent les bruits les plus alarmants sur les finances de Javel- un bombe éclate : Citroën annonce, pour 17.700 F, soit un peu moins cher que la « 8 », une nouvelle voiture, la « 7 » qui n'a absolument rien de commun avec tout ce que l'on a pu voir rouler jusqu'alors, la « 7 », première d'une inoubliable lignée de « Traction ». A vrai dire, la traction avant n'était pas une nouveauté : on l'utilisait déjà en 1900 (Latil) et depuis 1926/1928, quelques constructeurs produisaient des voitures à roues avant motrices : Bucciali, Derby, Tracta (qui fut, grâce à J.A. Grégoire, la première Traction viable et prouva ses qualités en compétition), Rosengart (sous licence allemande Adler et d'après des brevets Grégoire), en France. Ensuite Alvis, en Angleterre, Adler, DKW, Rohr, en Allemagne, Cord, Ruxton, Miller (voitures de course) aux USA, où Budd avait par ailleurs réalisé en 1931, un prototype d'études, sur les plans de son ingénieur en chef Joseph Ledwinka. Ce prototype, réalisé uniquement dans un but expérimental, fut présenté à André Citroën lors d'un voyage aux Etats-Unis, et selon certains historiens américains, c'est en examinant ce prototype à la structure monocoque que Citroën aurait décidé de construire la Traction. Il est possible que les techniciens de Budd (qui fournissait l'outillage carrosserie de javel depuis la Tout-Acier) aient participé à l'étude de la structure de la « 7 », mais il est vraisemblable qu'André Citroën avait déjà en tête l'idée d'une voiture à roues avant motrices avant de connaître l'existence du prototype Budd. Mais l'originalité, le génie de la « 7 », outre ses roues avant motrices, c'était le fait qu'elle était la seule voiture au monde (et destinée à être produite en grande série), à réunir pour la première fois, en un même ensemble, des caractéristiques soit absolument nouvelles, soit déjà connues mais dont chacune, dans son propre cas, suffisait seule à classer une voiture : - - moteur à culbuteurs, pratiquement pas employé en série, où l'on conserva longtemps les soupapes latérales ; chemises amovibles, supprimant la délicate et coûteuse opération du réalésage ; freins hydrauliques, dont ce fut après Fiat et Mathis, la première utilisation en série, et qui ne se généraliseront qu'après la dernière guerre ; suspension par barres de torsion, technique employée par Porsche sur les voitures de course Auto-Union ; roues avant indépendantes, encore assez peu courantes, et essieu arrière à 'roues tirées' ; carrosserie-coque sans châssis, utilisée pour la première fois par Lancia. Un détail de la traction dont on ferait grand cas aujourd'hui, passa totalement inaperçu à l'époque : sa colonne de direction en deux parties, articulées sur un cardan, préfigurait les directions de sécurité qui s'imposent de nos jours. Cette disposition fut d'ailleurs abandonnée sur les modèles à crémaillère, mais le fait méritait d'être signalé. Techniquement, la Traction était un tour de force. Sur le plan pratique c'était un progrès énorme, et la « 7 » démoda aussitôt toutes les voitures traditionnelles : en toute logique, car il ne s'agissait pas cette fois, comme touts les constructeurs l'avaient fait depuis deux ou trois ans, d'un replâtrage, de l'emploi d'une nouvelle caisse sur un châssis vieux de dix ans. Sur la « 7 », tout était nouveau, de A à Z. Sa ligne très basse (pas de marchepied, pour la première fois sur une voiture de série) qui avait déjà étonné les concessionnaires à qui elle avait été présentée quelques semaines plus tôt, surprit le public mais lui plut. On se pressait dans les magasins d'exposition pour y admirer la merveille. Pour la première fois, on ne montait plus dans une voiture, on y descendait, et l'intérieur n'en était pas encombré par un tunnel d'arbre de transmission, ni par des leviers de frein ou de commande des vitesses. En ce printemps de 1934, les vendeurs de Citroën mettaient surtout l'accent sur l'étonnante stabilité de la « 7 ». Ils se livraient à des démonstrations spectaculaires : pour eux, le jeu consistait à se lancer le plus vite possible et, brusquement, à donner un coup de volant à droite pour envoyer la voiture rouler sur les bas-côtés, ou à zigzaguer sur la route sans qu'elle ne s'embarque dans le moindre dérapage. L'expérience se terminait par un coup de frein aussi brutal que possible, les mains du conducteur à dix centimètres du volant. Naturellement, un jour de pluie était un jour de fête pour les démonstrateurs de Citroën. Même sensibilisé par les critiques qu'il avait déjà pû entendre, l'acheteur éventuel restait confondu devant de telles qualités de tenue de route, dépassant de loin tout ce qu'il avait pû imaginer. Grâce à une nervosité supérieure à celle d'un châssis courant, les performances de la « 7 » étaient celles d'une bonne petite voiture de sport, mais c'est grâce à cette tenue de route ahurissante qu'elle pouvait se permettre des moyennes élevées, très proches de sa vitesse de pointe, et cela en toute sécurité. La « 7 » mettait les joies de la vitesse à la portée de n'importe qui et, à son volant, le dernier des maladroits pouvait se sentir l'âme d'un champion. La « 7 » avait été prévue pour recevoir une boîte automatique hydraulique étudiée par Sensaud de Lavaud, essayée d'abord sur des « 8-10-15 », mais dont les essais ne furent pas concluants : la cylindrée du moteur était trop faible pour compenser les inévitables pertes de puissance, et la qualité du fluide utilisé laissait à désirer : en ville ou en côte, et principalement en été, il atteignait très vite une température élevée qui lui faisait perdre toute efficacité, avec des conséquences que l'on peut imaginer. Etant donné l'état des finances de l'usine, et en raison des espoirs fondés sur la nouvelle voiture pour redresser la situation, il fallait que la « 7 » , dont les prototypes tournaient à Montlhéry en septembre 1933, sorte dans les délais les plus brefs : la « turbine », comme on l'appelait, fut abandonnée au dernier moment et remplacée par une boîte classique étudiée et réalisée en catastrophe. 33 Citroglycerine / N° 93 / 2009 La naissance de la voiture, même avec sa boîte conventionnelle, n'alla pas sans difficultés : les cardans cassaient, la boîte craquait, la suspension arrière se tortillait, la coque se déchirait, plusieurs mois auraient été nécessaires pour parfaire la mise au point de la « 7 » dont les premiers propriétaires connurent de nombreux déboires. La nouvelle Citroën prouva pourtant son endurance grâce à François Lecot, spécialiste des raids routiers et qui effectua notamment Paris-Moscou et, surtout, parcourut 400.000 km en un an sur Paris-Lyon-Monaco. HOMMAGE À FRANÇOIS LECOT Hommage particulier à François Lecot, nous allons pour cela relever un défi, celui de faire "tourner" une Traction pendant 75 heures nonstop avec un carburant "bio". Au delà des 4000 km qui pourront être réalisés au cours de ce défi, le projet consiste bien à faire rouler une Traction pendant 75 heures du jeudi 9 au dimanche12 juillet et afin d'homologuer ce projet comme un record, et de démontrer que voitures anciennes ne rime pas avec pollueurs, nous souhaiterions faire « tourner » cette Traction avec un carburant « bio » de la compagnie TOTAL. La voiture circulera dans tout le département du Pas de Calais. L'itinéraire sera composé de boucles au départ de la ville d'Arras et qui passeront par les hauts lieux touristiques du département. De nombreux équipages se relaieront jour et nuit pendant ces 75 heures. Les équipages seront composés de 2 chauffeurs. Ce seront tous des conducteurs et possesseurs de Traction inscrits à l'évènement et qui seront tirés au sort préalablement. Nous aimerions faire inscrire ce défi au livre des records «Guinness Book» : faire tourner pendant 75 heures une voiture de plus de 50 ans avec un carburant « bio » ! Pour en savoir d'avantage : www.75heurespour75ans.com ARRAS - WEEKEND DU 10,11 et 12 juillet : 75 HEURES POUR 75 ANS Le programme n'est pas encore complètement défini, nous pouvons malgré tout vous en donner les grandes lignes. Un musée éphémère de 75 traction venues des trois sites de production ( Paris, Forest et Slough), des films d'époque, une conférence, un défilé de mode (1934-1957), des attractions pour tous les tractionnistes - hommes et femmes- une bourse d'échanges, un accueil sur les magnifiques place d'Arras... le dimanche après midi un défilé de groupes folkloriques internationaux et de "scénette" sur l'histoire de la Traction feront des ces quatre jours LE souvenir majeur de l'année 2009... et certainement l'un des plus grand évènement jamais réalisé autour de la Traction. 34 90NJIEAUWAINRG VER De grote uitdaging: de Traction Avant De Traction Avant wordt met veel lof overladen bij haar voorstelling in april 1934 : zo nieuw, zo gedurfd, zo rijk aan originele oplossingen, zo verschillend met wat vroeger gemaakt werd. Op dat ogenblik hebben reeds andere constructeurs voorwielaangedreven wagens gemaakt, zoals Adler in Duitsland, maar met een te omvangrijke mototr die te veel plaats opoffert voor het interieur. De klassieke auto's zijn achterwielaangedreven, met een achteras die haar aandrijft. De koets is nog dikwijls met een houten structuur, bekleed met staalplaat, vastgemaakt aan een chassis, waarop de motor met bouten vastzit. Zulk voertuig is bijzonder zwaar, en de besturing stroef. De technische uitdaging van de traction avant was het gewicht van de motor-versnellingsbak te laten rusten op de voorwielen, die tegelijk draaien en aandrijven. Met daarbij een lager gewichtspunt, kent de traction een uitstekende wegligging, vandaar haar succes. Deze nieuwe opstelling is niet het enige, alles is vernieuwend : een zelfdragend stalen koetswerk zonder chassis, wat haar lichter maakt. De koets profiteert ook van het aerodynamisme , dankzij ingenieur André Lefebvre en stylist Flaminio Bertoni : de vorm maakt het voorwerp uit van studies, er is een goede verdeling van de massa's en een zeer goede doorstroming van de luchtfluxen die de snelheid bevordert. Oorspronkelijk was er zelfs een automatische vernellingsbak voorzien, maar problemen met de verhitting van de olie van de koppelomvormer leiden er toe dat op het laatste ogenblik een normale versnellingsbak wordt ingebouwd, die reeds in het geniep door de vooruitziende ingenieurs was gebouwd ! De technische vernieuwingen van de traction zijn ook risicovolle avonturen, met alle problemen vandien. Op de eerste modellen breken de aandrijfassen, scheuren de naden van de koets achteraan, de zwevende motor zweeft te veel ! Deze auto staat pas na enkele maanden volledig op punt. In 1936 komt nog een verbetering : hydraulische schokdempers en een tandheugel stuurinrichting. De laatste traction avant verlaat de Quai de Javel op 25 juli 1957, een 11 Familiale voor de concessiehouder Dufour in Saint-Malo. Met 759.123 exemplaren en 23 jaar, 4 maand en 15 dagen produktie, is dit het wereldrecord in duur voor dat ogenblik. Nog steeds een mytische wagen, heeft de traction het pad geëffend voor de moderne wagen. DE RAID VAN FRANCOIS LECOT: 10 MAAL DE OMTREK VAN DE AARDE ! In juli 1936 schrijft de 57-jarige François Lecot geschiedenis : hij heeft zonet de afstand van 400.134 km afgelegd in één jaar, aan boord van een Traction Avant 11 Légère, ofwel 1100 km per dag ! Afwisselend rijdt hij Rochetaillée - Parijs - Rochetaillée één dag, en Rochetaillée - Monaco - Rochetaillée de andere dag. Niemand heeft dit huzarenstuk achteraf nagedaan. Nog een ander exploot : in 1934 reed hij ook de rallye van Monte Carlo ... in een autobus Citroën type 45, met als vertrekplaats Warschau (2.456 km in 59 u 30) ! Nochthans moet hij de verantwoordelijken van de Automobile Club de France, zijn gezin en de sponsors overtuigen om met hem in zee te gaan. De Traction kent hij goed, want toen André Citroën nog leefde, heeft hij in juni 1934 de Ronde van Frankrijk en België afgelegd, ofwel 5.000 km in 77 uur (met Maurice Penaud als tweede chauffeur, een oudgediende van de Croisière Jaune)aan een gemiddelde snelheid van 65 km/u. Daarna de raid Parijs-Moscow-Parijs in oktober 1934 onder controle van de A.C.F. Aangezien de Patron overleden is, botst hij op een grote onverschilligheid vanwege de nieuwe directie, die zelfs niet wil dat de naam van de auto geciteerd wordt ! Om een raid officiëel te laten controleren, was de schriftelijke toelating nodig van de constructeur, zelfs indien de wagen persoonlijk bezit was. De wagen waarmee Lecot de raid rijdt, is een 1935 11 AL, een gewoon serie model dat echter op een aantal plaatsen wordt verbeterd. Zo wordt een benzine tank van 110 liter geplaatst, en een tweede gaspedaal om zo van voet te kunnen wisselen. Standlichten en lange afstandlichten worden toegevoegd, en de vier wielen en het reservewiel hebben geen sierkappen om het wisselen te bespoedigen.De namen van de belangrijkste leveranciers van accessoires worden op de koets gezet, en twee grote cocardes rood-wit-blauw op de deuren. Het onderhoud van de wagen gebeurt in de garage van Lecot in Rochetaillée-sur-Saône, en het volledige verloop gedurende één jaar wordt gecontroleerd door een inspecteur van de A.C.F. die idere dag meerijdt. Gedurende deze 400.000 km werden de cylinderbussen en zuigers vier keer verwisseld, de motor werd 13 keer volledig nagezien ; de banden werden om de 25.000 km veranderd, en het gemiddeld verbruik bedroeg 11,8 liter. Wat was de zin van dit ongelofelijke exploot ? François Lecot 35 Citroglycerine / N° 93 / 2009 wilde bewijzen dat de menselijke weerstand (bijna) geen grenzen kent, en idem voor een goed onderhouden mechaniek. Op 56-jarige leeftijd was dit een zeldzaam voorbeeld van volharding en wil om tot het einde door te gaan. ARRAS - WEEKEND van 10,11 et 12 juli: 75 UUR VOOR 75 JAAR Verschillende Traction Clubs hebben een weekend op het getouw gezet om de 75 jaar te vieren, en het programma kan u vinden op : www.75heurespour75ans.com Wat kan u verwachten ? Een gelegenheidsmuseum met 75 tractions uit de drie productiesites ( Parijs, Vorst en Slough), films uit de oude doos, voordrachten, een défilé van alle modellen (1934-1957), attracties voor de mannelijke en vrouwelijke tractionrijders , een wisselstukken beurs, een onthaal op de mooie markt van Arras...en zondag namiddag een optocht vabn internationale folkloristische groepen en evocaties over de geschiedenis van de Traction. Niet te missen als een van de meest gedenkwaardige bijeenkomsten die ooit rondom de Traction zijn georganiseerd. Dit bestaat erin een Traction gedurende 75 uren non-stop te laten rijden van donderdag 9 tot zondag 12 juli, en als record te laten homologeren met een bio-brandstof van TOTAL ; zo auto wordt bewezen dat oude auto niet rijmt op vervuiler ! Deze auto zal rondjes maken vanuit de stad Arras, en langs de toeristische hoogtepunten van het departement Pas de Calais rijden. Hiervoor ploegen van twee chauffeurs mekaar aflossen dag en nacht ; deze deelnemers aan het evenement, zullen door lottrekking uitgekozen worden. De vermelding die men probeert te behalen in het “Guiness Book of Records” is : een auto van meer dan 50 jaar oud te laten rijden op biobrandstof gedurende 75 uur. Artois Expo-complex Stadscentrum Arras Avondprogramma Ontvangst deelnemers van 11-19 uur Ontvangst van de exposanten Inrichten van het Tractionmuseum Ontvangst van de deelnemende Tractions Bezoek aan Arras en omstreken Bedrijfsbezoek 18.00 uur officiële start van 75-75 met een vin d'honneur tentoonstelling van de vele deelnemende Tractions op de twee monumentale pleinen 19.30 Gratis barbecue voor alle deelnemende TA-equipes Zaterdag 11 juli Het Artois Expo complex is van 9-19u open: • museum • salon, beurs • lezingen • tentoonstelling van de te veilen objecten Wekelijkse markt (ochtend) Bezoek aan Arras en omstreken Bedrijfsbezoek MIDDAG: Modeshow ( 1934-1957) tentoonstelling van de vele deelnemende Tractions op de twee monumentale pleinen 20.00 u Galadiner voor 300 personen, gekostumeerd bal Zondag 12 juli Het Artois Expo complex is van 9-19u open: • museum • salon, beurs • lezingen • tentoonstelling van de te veilen objecten Bezoek aan Arras en omstreken Ochtend : wijding van de Traction Middag: defilé • belangrijke happening ( nog geheim) Feestavond Maandag Het Artois Expo complex is van 9-14u open: • museum • salon, beurs • tentoonstelling van de te veilen objecten Dag Vrijdag 10 juli 13 juli 36 EEN EERBETOON AAN FRANCOIS LECOT! 37 Citroglycerine / N° 93 / 2009 Familiedag 26 april Parc Paradisio De oorspronkelijk geplande familiedag op zondag 15 maart in Marcinelle diende op het laatste moment te worden afgelast wegens organisatorische redenen op de voorziene locatie. Maar uitstel is geen afstel ; beter laat dan nooit en onze voorzitter zou onze voorzitter niet zijn als hij niet voor een “familiaal” alternatief zou zorgen. Dus kregen we enkele weken later dan voorzien de uitnodiging in de bus voor onze traditionele familiedag die zou doorgaan in Parc Paradisio. Voor allen die nog jongere kinderen hebben en een beetje vertrouwd zijn met de prijzen van de pret- en andere parken een echte financiële buitenkans. Dat we ondertussen eind april waren was misschien een minpunt omdat reeds her en der communie- en lentefeesten in de agenda stonden. Met de pijn van de verhuis van de vorige dag nog in de spieren (het gezin wordt kleiner, maar de familie groter….) en een half uur te laat op de afspraak (sorry Marc) waren we de laatsten om de groep te vervolledigen. Garage Snoeckx NV Bredabaan 196 2170 Merksem. 38 Thuis met regen, wind en donkere luchten vertrokken, begon het er naarmate we dichter bij de bestemming kwamen alsmaar beter uit te zien. Wij hadden het park nog nooit voordien bezocht en al snel bleek dat ons vooroordeel dat het vooral bestemd is voor het vertier van gezinnen met kinderen onterecht. Eens binnen was het de bedoeling dat iedereen zo'n beetje zijn eigen ding zou doen, afhankelijk van de interesse en de mogelijkheden die het park te bieden heeft. Samen met Odette en Frans en Lucy en Pol hebben we het park verkend en er een gezellige dag van gemaakt, met een lekker groot “familie-gehalte”. Lang konden we niet blijven maar toch weer blij dat we erbij waren !! Bedankt Odette, Frans, Lucy en Pol voor het gezelschap !! Bedankt Marc voor de uitnodiging !! Annie tel.: 03/ 645 95 13 Fax: 03/ 647 32 52 Ho Ho Ho, Paradisio Après un long hivernage, le club nous a enfin donné l'occasion de ressortir nos déesses en ce dimanche 26 avril. Mais en ce qui nous concerne, pas de DS. Ses longerons ont dû faire peau neuve et elle n'est pas encore tout à fait prête. Peu importe, c'est dans notre C5 Tourer fraichement immatriculée (nous l'avons depuis 5 jours) que nous participons à cette journée familiale dont le rendez-vous était fixé à l'entrée du Parc Paradisio. Mais tout d'abord, un petit détour par La Louvière pour prendre le petit déjeuner chez Joël et Dominique. Benjamin, Christelle et Pauline nous y rejoignent. C'est donc le ventre plein que nous reprenons le volant, direction Brugelette. Rassemblement sur le parking. On se salue, on s'embrasse, on bavarde un peu ; tout cela sous la pluie qui nous accompagne depuis le matin mais qui finit par nous oublier pour laisser place à de belles et larges éclaircies. Luc et moi ne connaissions Paradisio que de réputation ; nous ne l'avions encore jamais visité. C'était donc une occasion à ne pas manquer, d'autant plus que, comme toujours lors de la journée familles, cela nous permettait aussi de passer un bon moment entre passionnés. Nous gardons de ce dimanche un très bon souvenir. Le parc est tout simplement superbe. Contrairement à ce qu'on pourrait croire, on n'y trouve pas que des oiseaux, même si ce parc nous propose de déambuler dans la plus grande volière au monde, où nous avons pu admirer, entre autres, des ibis rouges, des flamands roses, des hérons gardebœufs, des touracos violets et des pintades vulturines…… En dehors de cette volière, nous avons aussi pu croiser des cigognes, des perroquets de toutes sortes, ou encore quelques paons très fiers de leur roue multicolore et des chouettes (les photographes n'ont pas réussi à effrayer le sosie de la célèbre Edwige de Harry Potter). Une multitude d'oiseaux aux couleurs les plus chatoyantes les unes que les autres. Comme je le précisais ci-dessus, Paradiso ne rime pas seulement avec oiseaux. Nous y découvrons aussi un immense aquarium, le Nautilus. Entrez-y et vous ferez une véritable plongée dans le monde sousmarin. Les oursins, les étoiles de mer, les anémones, les crabes et les méduses ne demandent qu'à se faire admirer. Autres murènes, barracudas ou mérous vous plairont tout autant. Ne craignez pas les requins qui nagent au-dessus de vos têtes, et n'hésitez pas à caresser les raies qui tournent dans leur bassin. A cette époque de l'année, la nature nous gâte : nous avons pu voir de nombreux bébés animaux ; une scène toujours attendrissante. Dans l'espace « ferme des enfants », les plus petits peuvent, sans danger, approcher des animaux familiers tels que des chèvres, des poneys, des lapins, des poules,….Ils peuvent les caresser et même les nourrir. Grâce à un parcours de 300 mètres de ponts suspendus au-dessus des arbres, nous avons pu observer la faune et la flore regroupées dans ce lieu. Evidemment, quelques grands enfants se sont aussi amusés à sauter et à faire balancer les ponts, histoire de taquiner les moins téméraires d'entre nous. Dans le courant de l'après-midi, nous nous sommes regroupés pour assister à l'étonnant spectacle des rapaces. Les fauconniers, nous ont impressionnés par leur savoir-faire. Faucons, buses, condors, grands-ducs et aigles nous ont fascinés par leur agilité, leur vitesse et leur taille. Taille qui devient subitement très impressionnante lorsque l'aigle s'approche de vous. Tout au long de la journée, les amoureux des fleurs et des plantes ont également pu se régaler du spectacle offert par les différents jardins. C'est ainsi que nous avons déambulé dans un jardin Andalou composé de fontaines, de palmiers et d'oliviers et dans une roseraie romantique dans laquelle les roses n'attendaient que quelques rayons de soleil pour éclore. Nous avons aussi découvert le plus grand jardin chinois d'Europe où les promeneurs slaloment entre les cascades, les rochers, les étangs et les pavillons traditionnels. Deux plaines de jeux généreusement aménagées ont permis aux enfants présents de se dépenser même si tous les chemins empruntés aujourd'hui y avaient déjà fortement contribué. Une belle journée comme celle-ci touche toujours très vite à sa fin. Nous regagnons les voitures et ramenons chez nous un large éventail d'images et de couleurs. Rendez-vous la semaine prochaine pour ceux qui ont choisi de passer avec nous un week-end gastronomique à Heer sur Meuse (les 1er, 2 et 3 mai) ou à Anvers le dimanche 17 mai, où nous serons attendus par Annie et Walter. Myriam et Luc Une exposition sur la sauvegarde de la vie animale, réalisée en collaboration avec le W.W.F., est également accessible à bord d'un immense baleinier à la retraite, le Mesurs Emergo. C'est aussi à l'intérieur de ce bateau que nous avons pu contempler quelques créatures abandonnées par leurs ex-propriétaires : iguanes, boas, pythons, tortues, caïmans,…. Si les manchots et les otaries vous plaisent, l'Algoa Bay est faite pour vous. Mais ne quittez pas ce parc sans avoir observé les girafes, éléphants, hippopotames, bisons, antilopes, chimpanzés, des singes-écureils, grues, paresseux, kangourous, zèbres, lémuriens ou chauves-souris…(la liste n'en finit pas). A certaines heures, vous pouvez aussi participer au nourrissage de certains animaux comme par exemple, les primates. 39 Citroglycerine / N° 93 / 2009 Ditjes en datjes / Ceci et cela Roel Tijskens en zijn verzameling. Alles aan een DS is mooi Ik weet niet meer van waar de adoratie voor de DS komt, het is wel al meer dan 20 jaar mijn droomauto. Ik heb heel lang geleden eens enkele modelwagentjes gekocht als decoratie voor mijn slaapkamer, er was ook een DS Gendarmerie bij. Het echte verzamelen is later pas gekomen, ik kreeg van vrienden een DS Présidentielle op schaal 1/24. Daarna ontdekte ik websites waar mensen spulletjes per opbod/te koop aanboden en zo kon ik aan allerlei modellen geraken. En op rommelmarkten was er ook wel wat te vinden. Mijn interesse ebt echter regelmatig wat weg en dan doe ik maanden niks aan mijn verzameling of aan de website, maar later komt dat dan weer terug. Ik ben wel altijd aangenaam verrast als ik een DS zie rijden en probeer er dan ook een foto of filmpje van te maken om op de site te zetten. Met eigen website : www.iddsfan.be. Doen… Vriendelijke groeten Roel Tijskens www.iddsfan.be Wat een vader gelukkig kan maken Het was een kort telefoontje van een zoon die zijn vader voor diens verjaardag het plezier wilde gunnen om eens weer in een DS te gaan zitten. Hij had al verschillende contacten - in de eigen buurt zelfs een Citroën-garage - en bij allen gecontacteerde personen was hun DS niet in staat om een rit te wagen. DS was niet gereed. Daarom kreeg ik een telefoontje. Hoe die jonge man aan mijn telefoon was gekomen weet ik niet. In ieder geval, ik heb zeer snel “ja” gezegd. Want de bijeenkomst was over twee dagen. Ik kon het alleen maar doen omdat ik zelf in de buurt moest zijn : bij mijn dochter in Opwijk. Ik wilde ook stipt zijn en heb dan nog door akkervelden moeten rijden - met de nodige spatten links en rechts en onder “witte lijm” aan mijn DS te krijgen voor ik bij het huis van de bijeenkomst kon komen. Stipt. 40 De jonge man stond reeds op straat om me te verwachten “Ik zal nu mijn vader halen”. event op te smukken en overal op de raffinaderij uit te hangen. Ik heb daarna dan via de PR-dienst geprobeerd om aan die borden te geraken en de niet gebruikte posters. Dat is mij gelukt en op onze clubstand in Antwerpen begin maart heb ik de wand opgesmukt met die borden van onze DS. Ook onze vrienden van de BOCC toonde veel interesse waar ik dan daarna voor hen die borden met de Traction bezorgd heb. Jean Hendrickx Nog zelden heb ik een reactie voor mijn DS gezien als van deze man. Jaren geleden had hij zelf twee DSsen aangekocht om ze te restaureren. Maar daar is dan niks van gekomen. De DS werden dan maar weer doorverkocht. Ik - en zij - weten nu ook niet waar die DSsen beland waren. In ieder geval stond een zwarte blinkende - met witte spatten van door de akkerrit die eerste lentedag voor de deur. Eerst zegde de vader niets. Hij keek naar de auto. En hij nam zich de tijd. Staren naar een auto. Ik reeds vele mensen gezien die na vele jaren weer eens een DS zagen en bewonderend naar keken. Maar deze man kon het bijna niet verwerken. Hij liet zijn tranen lopen. Ik zag het. Dan legde hij de hand op het dak van là DSse, alsof hij là DSse wilde heilig verklaren. En dan omhelsde hij zijn zoon. ALS EEN DANKUWEL. GHG TOTAL viert 60 jarig bestaan Naar aanleiding van 60 jaar bestaan van de TRA TOTAL raffinaderij (het vroegere Fina) is er een groots evenement georganiseerd geweest voor het personeel met als thema de verschillende decenia, een onderwerp met telkens een automodel dat per decennia uitgekomen is, en Total heeft hier telkens modellen voor gebruikt van Citroën. Zo zijn ze begonnen : met de Traction, de Deux Chevaux; onze bekende DS, de Cx en de C4 Picasso. Dit hadden ze op mooie posters gezet en mooie borden voor gemaakt om het Verrons-nous un jour la Citroën Re-Volt et la Peugeot 1001 ? Des françaises électriques à l'accent japonais Même s'il mise surtout sur l'hybride, PSA devrait proposer une voiture électrique en 2010-2011. Le groupe français met à profit son partenariat avec Mitsubishi et prépare une version rebadgée de la petite i-MiEV. Echaudé par l'expérience des 106 et Saxo, PSA n'a pourtant pas abandonné l'électrique. Mais, dans un premier temps, le groupe français devrait se laisser séduire par une solution à moindre frais : rebadger la petite i-MiEV de son partenaire Mitsubishi. Interviewé par nos confrères de La Tribune, Pascal Hénault, le directeur de la recherche et de l'innovation de PSA, annonce une commercialisation en 2010-2011. Toujours fabriquée au Japon, la petite nipponne adoptera un volant à gauche pour l'occasion, et sera proposée sous les logos Peugeot et Citroën. Elle devrait recevoir également des faces avant et arrière plus conformes à l'identité des deux marques, à l'image des 4007/C-Crosser, jumeaux du Mitsubishi Outlander, ou des triplées Peugeot 107/Citroën C1/Toyota Aygo. Côté appellation, rien de définitif, mais les noms de Citroën Re-Volt et de Peugeot 1001 sont en première ligne pour l'instant. Contrairement à Renault, PSA conserve cependant des ambitions commerciales limitées pour sa voiture électrique. Le groupe croit davantage dans l'hybride, qui sera notamment proposé dans les 408 et 3008. En raison de ses batteries lithium-ion, la petite francojaponaise 100 % électrique s'annonce en effet onéreuse. Même si un système de location de batteries pourrait permettre de limiter les frais, ce sont donc essentiellement les flottes qui sont visées. En effet, avec leurs quatre places et un gabarit taillé pour la ville, les Citroën ReVolt et Peugeot 1001 auraient de quoi séduire la ville de Paris, en quête de véhicules propres pour son système d'autopartage Autolib'. Source : Rubrique 'Scoops' dans L'Automobile Le Double Chevron Lors de fouilles archéologiques, au siècle dernier, un double chevron monumental, vieux de 5000 ans, fut découvert sur le côté nord de la pyramide de Chéops en Egypte. L'origine du logo de la firme nous ramène au temps où Citroën fabriquait De oorsprong van het logo van de firma brengt ons terug naar de tijd toen Citroën tandwielen vervaardigde voor de Eerste Wereldoorlog. Dankzij de creativiteit van de de stichter van de onderneming, is de 'double chevron' vandaag wereldwijd gekend en wordt dan steeds met Citroën in verband gebracht. Bron : Citroën Style et Avant-garde - uitg. Delius Klasing DS-prijzen in de lift Naar aanleiding van de veiling die Bonhams hield tijdens Rétromobile in februari, is véél te doen geweest over de Bugatti Atalante die afgehamerd werd op 3,4 miljoen euro .... maar er werden ook zes Dssen verkocht voor flinke prijzen : • ID 19 1965 : € 30.000 € • ID 19 familiale 1961 : € 35.000 € • DS 21 Prestige 1972 : € 58.000 € • DS 21 berline Majesty 1969 : € 75.000 € • DS 21 cabriolet Palm Beach 1966 : € 150.000 € • DS 23 i.e. cabriolet 1973 : 300.000 € Een traction cabriolet uit 1939, die ingezet was op € 80.000, vond géén koper, een SM 1971 twee deuren werd verkocht voor € 17.500, en een SM Opera vier deuren, voor € 194.500. Bij deze prijzen moet je nog 12,50 % kosten voegen, dus voor de enige DS 23 injectie cabriolet ter wereld, op bestelling nog gemaakt door Chapron, kwam dit neer op 337.500 Eurootjes of 13.614.716 oude belgische frankjes. Christian Streiff, werd ontslagen en vervangen door Philippe Varin, een man die zijn sporen heeft verdiend in de staalsector, ondermeer bij de fusie tussen de groep Corus en Tata Steel in 2007. De raad van bestuur van PSA was unaniem over het onslag van Streiff, aangezien “ uitzonderlijke moeilijkheden in de automobielsector, een verandering in management bij de groep vereisen”. De Peugeot familie, die nog 45 % van h e t stemgerechtigd kapitaal in handen heeft, was verbolgen over de eigenzinnige aanpak van Streiff en zijn strategie. Varin, 56 jaar oud, heeft het grootste deel van zijn loopbaan doorgebracht bij Pechiney, een franse aluminiumproducent (overgenomen door het canadese Alcan in 2003) en bij Corus (vroeger British Steel), dat hij van de ondergang redde door in de kosten te besparen en te herfinancieren. En de nieuwe directeur voor Citroën is de 46 jarige Jean-Marc Gales, een luxemburger, daarvoor directeur verkoop wereldwijd bij Mercedes was, en ook al bij Volkswagen, GM en BMW heeft gewerkt. Hij volgt Gilles Michel op, die in december vorig jaar overstapte naar het franse bankconsortium Fonds Stratégique d'Investissement, en die de 'rebranding' en 'restyling' van het merk had voorbereid. De nieuwe eigenaar, Yvan Ginioux, een bekende Chapron-verzamelaar, bekende vrijmoedig in een intervieuw in 'La Vie de l'Auto' : ... ik had mijzelf een grens van 250.000 opgelegd ...toen de wagen afgehamerd werd op 300.000 €, zei ik tegen mijn vrouw : ik denk dat ik een domheid begaan heb ! ... des engrenages avant la Première Guerre. Grâce à l'esprit créateur du fondateur de l'entreprise, le 'double chevron' est aujourd'hui mondialement connu et toujours associé au nom de Citroën. Zo weten het ook weer ! Source :Citroën Style et Avant-garde - éd. Delius Klasing Bron : Hydraulische Presse (Clubblad van de Duitse DS Club) uitgave 1/2009 De dubbele chevron Wissels aan de top bij PSA Tijdens archeologische opgravingen, vorige eeuw, werd een monumentale dubbele chevron, 5000 jaar oud, ontdekt op de noorderzijde van de pyramide van Cheops in Egypte. In de loop van de voorbije maanden werden belangrijke wissels doorgevoerd in de groep PSA. De PDG van de groep Peugeot-Citroën, 41 Citroglycerine / N° 93 / 2009 La SM 003 la plus ancienne ... mais où sont restées la 001 et la 002 ? Dans le Citrolglycerine d'août 2008, Eddy nous a présenté un article concernant la plus ancienne SM de la production en série, portant le n° de châssis 00SB003, qui a été vendue initialement en Belgique, et après quelques pérégrinations … aux PaysBas, en Angleterre, en Espagne, de nouveau aux Pays-Bas, est retournée en Belgique ! Subliem, le magazine du club hollandais a déjà publié à deux reprises, une liste des SM connues aux Pays-Bas, classées par n° de châssis, avec l'immatriculation actuelle, les propriétaires successifs et les particularités. Un élément qui m'étonne toujours, c'est que toutes ces listes et énumérations dans tous les livres, commencent par 00SB003, mais où sont restés les numéros 001 et 002 ? Après lecture des six livres en ma possession, et particulièrement les chapitres qui traitent de la présentation du nouveau modèle en 1970, je suis arrivé à quelques conclusions remarquables. Il y a d'abord le prototype qui porte l'immatriculation fictive 1970 S 75, une SM blanche au toit noir ; nous assumons que ce modèle a été entièrement fait à la main, mis à part les enjoliveurs de roue plus proéminents, c'est le modèle définitif qui a été mis en production. Ensuite, nous avons les photos prises durant l'hiver 1969-1970 pour la presse et le premier catalogue. Pour la presse il s'agit des photos connues avec le mannequin en manteau de fourrure, la voiture est une feuille dorée avec un intérieur noir, les photos sont prises dans un bois. Quand le mannequin est présent, l'immatriculation avant est cachée par une plaque noire, sans mannequin, nous constatons aux pneus que la voiture a roulé 42 dans la boue, et qu'elle porte à l'arrière l'immatriculation 2003 W 75. Les différences avec le modèle de série sont : les embouts d'échappement, une antenne au toit, des rétroviseurs en gris nacré (donc pas la couleur de la caisse) et des enjoliveurs chromés sans écrou central. Pour le catalogue, les photos sont prises dans un studio, et le résultat est un portfolio avec couverture blanche, une feuille recto verso avec texte et huit photos de 30 x 23 cm. La SM est également une feuille dorée mais ici avec un intérieur en cuir brun ! Les mêmes différences avec le modèle de série, et en plus des manivelles de vitre, donc sans lève-vitres électriques. Nous avons donc ici bel et bien un ensemble de deux voitures différentes, où la couleur de l'intérieur est l'élément distinctif. L'événement suivant est la présentation lors du Salon de Genève en mars 1970. La SM est donc présentée d'abord le 10 mars à la presse et au réseau international, à l'Hôtel Président ; il s'agit d'une voiture blanche avec un intérieur en cuir noir. Le lendemain le grand public peut découvrir la nouvelle SM au stand de Citroën ; il s'agit également d'une SM blanche avec un intérieur en cuir noir, placée sur un socle rond, sur un fond psychédélique. De nouveau un ensemble de deux voitures ! Il est question dans le livre de Peter Pijlman de trois prototypes et de six modèles de présérie, mais la question qui s'impose est la suivante : qu'entend-on par prototype ? Si on adopte comme définition : essayer la mécanique dans une carrosserie modifiée mais connue, qui ne se fait pas trop remarquer, nous connaissons les trois prototypes : un avec la caisse de la Panhard 24 CT, un autre avec la caisse d'une DS deuxième nez, et encore un autre avec la caisse d'une DS troisième nez ! Si par contre on adopte comme définition : la caisse définitive de la SM à quelques détails près, il peut s'agir de la voiture blanche au toit noir et de deux autres, ayant servies à assembler les différents éléments de carrosserie, de mécanique et de l'intérieur ? Pour les modèles de présérie, je compte les deux dorées (prêtes pour les sessions de photos) et les deux blanches (prêtes pour le Salon de Genève) … il en reste deux à trouver ? J'ose supposer, une pour l'homologation du modèle par le Service de Mines, et une autre pour les dirigeants chez Citroën, avant que la production ne démarre en septembre 1970 … En tout cas, qui nous le dira, 38 ans plus tard, si les numéros de série 001 et 002 ont existés ? Marc Roelandt 43 Vanwege de redactie: deadlines voor 2009. nummer 94 grote artikels 31 juli 09 laatste correcties 5 augustus 09 verzending 20 augustus 09 De la part de la rédaction : deadlines pour 2009. numéro 94 44 grands articles 31 juillet 09 dernières corrections 5 août 09 envoi 20 août 09 Kalender /Calendrier 2009 Clubactiviteiten Activités du Club Uitstappen en weekends (onder voorbehoud van wijzigingen) • • • • zondag 5 juli : samenkomst hydraulisch geveerde modellen in Oudenaarde - Citrosfeer Vl. zondag 30 augustus : rit in Rebecq - Philippe Swimberghe zondag 20 september : rit in Hoogstraten - Annie Verstraete en Marc Roelandt zaterdag 3 en zondag 4 oktober : 90 jaar Automobiles Citroën in Brussel - Citroën Belux in samenwerking met de clubs • zaterdag 21 november - algemene ledenvergadering in Asse - Marc Stelleman Beurzen (met deelname van de club **) • ** 30 - 31 mei, 1 juni : Rétromoteur - Ciney Sorties et weekends (sous réserve de modifications) • • • • dimanche 5 juillet : rencontre modèles hydrauliques à Oudenaarde - Citrosfeer Vl. dimanche 30 août : sortie à Rebecq - Philippe Swimberghe dimanche 20 septembre : sortie à Hoogstraten - Annie Verstraete et Marc Roelandt samedi 3 et dimanche 4 octobre : 90 ans Automobiles Citroën à Bruxelles - Citroën Belux en collaboration avec les clubs • samedi 21 novembre - assemblée générale des membres à Asse - Marc Stelleman Bourses (avec participation du club **) • ** 30 - 31 mai, 1 er juin : Rétromoteur - Ciney DATES DES SORTIES INTERNATIONALES Lors de la réunion de la Fédération Internationale des Clubs Citroën SM, les propositions des sorties internationales ont été avancées : 2010 2011 2012 2013 2014 2015 : : : : : : France, Reims du 23 au 24 mai - fête des 40 ans de la SM ! Italie - date et lieu à confirmer Allemagne, Dresde Angleterre Suisse France, Bourgogne DATA VAN DE INTERNATIONALE UITSTAPPEN Op de laatste vergadering van de internationale federatie van Citroën SM Clubs, werden de volgende voorstellen gedaan : 2010 2011 2012 2013 2014 2015 : : : : : : Frankrijk, Reims van 23 tot 24 mei - om de 40 jaar van de SM te vieren ! Italië - datum en plaats te bevestigen Duitsland, Dresden Engeland Zwitserland Frankrijk, Bourgogne 45 Citroglycerine / N° 93 / 2009 46 Hét adres voor al uw DS-onderdelen! Halderstraat 71, 3390 Houwaart. gsm: 0475 / 93 17 89 - fax: 016 / 63 04 44 e-mail: [email protected] INVOERDER VOOR BELGIË VAN “CITRONPIÈCES” IMPORTATEUR EXCLUSIF POUR LA BELGIQUE DE “CITRONPIÈCES” Interieurdelen in leer of skaï. Deurpanelen, hoofd- en middenarmsteunen in leer, skaï of stof. Intérieurs en cuir ou en skai. Panneaux de portes, appuies-tête et accoudoirs en cuir, skai ou tissu. Sphères, tuyaux et autres pièces en caoutchouc. Envoi gratuit du catalogue sur demande. Veerbollen, leidingen en rubbers. Gratis catalogus wordt u op aanvraag toegestuurd Nu verkrijgbaar : complete SM uitlaat € 600 Maintenant disponible : échappement complet pour SM 600 €€ NIEUW: zwart en bruin leer voor Citroën SM stoelen • NOUVEAU: cuir noir et brun pour les sièges SM Catalogus wordt u gratis toegezonden! Bel! 47