Citroglycerine nr 93 - DS

Transcription

Citroglycerine nr 93 - DS
Citroglycerine
Editoral
p. 5
Ijzerplein 7
p. 6 - 7
Antwerp Classic Salon
p. 8 - 11
Zweven door de jaren heen
p. 12 - 18
Film
p. 20
70 ans de secrets
p. 22 - 23
DIRAVI
p. 24 - 25
Heer-sur-Meuse
p. 26 - 30
Traction Avant
p. 32 - 37
Ditjes en datjes / Ceci et cela
p. 40 - 41
Kalender / Calendrier 2009
p. 45
3
Citroglycerine / N° 93 / 2009
Président / Voorzitter:
• Marc Stelleman
Rue Beaugrand 30 - 7190 Ecaussines
Tél.: 067/33.04.87, gsm: 0477/72.34.71 / e-mail: [email protected]
Ondervoorzitter / Vice-Président:
• Paul Depoorter, Diksmuidse Heerweg 394, 8200 St.Andries-Brugge.
Tel.: 050/39.74.60, gsm: 0477/41 25 85 / e-mail: [email protected]
• Jean-Marc Ancion, Rue Vinave 67 - 4460 Grâce-Hollogne.
Tél.: 04/233.49.61, gsm 0475/52.78.46 / [email protected]
Penningmeester / trésorier:
• Wouter Couché
Serpentsstraat 119, 9700 Oudenaarde-Eine.
Tel.: 055/30 47 90, Fax: 055/30 47 70 / e-mail: [email protected]
Secretaris / Secrétaire:
• Walther Apers, Savooistraat 128, 9600 Ronse.
[email protected]
Tel.: 055/30.40.50, gsm: 0475/800.845
Redactie / Redaction Citroglycerine:
• Marc Roelandt, Rédacteur en chef / Hoofdredacteur
d'Overschielaan 29 - 1850 Grimbergen.
Tel. & fax: 02/269.86.48, gsm: 0472/903.908 / e-mail: [email protected]
• Günther H. Götzfried, redacteur / [email protected]
gsm: 0478/377.976
mail uw teksten naar / envoyez vos textes à: [email protected]
Clubshop:
• Annie Verstraete
[email protected]
gsm: 0479/39.57.40
Ontwerp en opmaak / Création et mise en page:
• Leo Van de Velde
Tel.: 0486 96 56 56 / e-mail: [email protected] of [email protected]
Website: www.dssmclub.be
• Vincent De Potter, webmaster, Oude Houtlei 142, 9000 Gent.
Tel.: 0476/31.87.29 / [email protected]
Technisch raadgever / Conseiller technique
• fr. Carl Dufays: Tél.: 071/52 21 34 ou gsm: 0479/202 602 / [email protected]
• nl. Gunter Temmerman: Tel.: 015/41 91 97 ('s avonds)
Regionale verantwoordelijken / Responsables régionaux:
• Antwerpen: Günther Götzfried, 03/449 11 56
• Brabant: Marc Roelandt, 02/269 86 48
• Hainaut-Namur: Carl Dufays, 071/52 21 34
• Liége-Luxembourg: Jean-Marc Ancion, 04/233 49 61
• Limburg: Jurgen Stelten, 011/66 28 50 / [email protected]
• Oost-Vlaanderen: Vincent De Potter, 0476/31.87.29
• West-Vlaanderen: Paul Depoorter, 050/39 74 60
Het jaarlijks lidgeld voor 2009 bedraagt 35 Euro, na 1 juli 20 Euro. Te storten op KBC rek.nr.: 738-1113031-75
van DS/SM Club Belgium. La cotisation annuelle pour 2009 s'élève à 35 Euros (20 Euro dès le mois de juillet) à verser
au compte du KBC: 738-1113031-75 du DS/SM Club Belgium.
IBAN: BE05 7381 1130 3175 / BIC: KREDBEBB
Overname van artikels toegestaan mits bronvermelding.
Reproduction d’articles possible en mentionnant la source.
Wie doet wat / qui fait quoi spécifiquement?
Classic Car Insurance:
Réprésentati(e)ion FBVA :
Réprésentati(e)ion l'ABCC:
Registre/registratie Chapron:
Registre/registratie SM:
Walther Apers
Marc Roelandt
Marc Roelandt et Paul Depoorter
Vincent De Potter
Marc Roelandt et Annie Verstraete
Editorial / Editoriaal
A l'heure à laquelle je vous écris, le club a déjà vécu plusieurs activités majeures dans
son année 2009, la bourse à Anvers, la visite du parc Paradisio mais aussi le week-end à
Heer-sur-Meuse. Quelle belle réussite ! Un temps splendide, une ambiance superbe, des
participants formidables et des voitures, bien entendu, exceptionnelles !
Tout pour rendre un président heureux ! D'autant plus, que nous revenons de ce séjour
avec deux membres du comité supplémentaires en la personne de Myriam et Luc. Ils nous
préparent déjà quelque chose pour l'an prochain, question de fêter dignement les 25 ans
du club. Alors soyez attentifs car il ne faudra pas le manquer ! A très bientôt, lors de l'une
des activités proposées.
Marc Stelleman
Wanneer ik deze lijnen schrijf, heeft de club reeds verschillende belanrijke activiteiten in
2009 achter de rug, de beurs te Antwerpen, het bezoek aan Parc Paradisio, maar vooral
het weekend in Heer-sur-Meuse. Wat een succes ! Prachtig weer, een reuze sfeer, leuke
deelnemers, en natuurlijk ook uitzondetrlijke wagens.
Meer is er niet nodig om een voorzitter gelukkig te maken. Met daarbij nog twee nieuwe
leden in het bestuur, namelijk Myriam en Luc. Ik kan u reeds verklappen dat zij reeds iets
aan het voorbereiden zijn, om volgend jaar feestelijk de 25 jaar van de club te vieren.
Verlies dit niet uit het oog, want dit moet gevierd worden !
Graag tot binnenkort op één van onze activiteiten.
Marc Stelleman
5
Citroglycerine / N° 93 / 2009
75 jaar jong.
IJzerplein 7, wie kent het adres niet?
door Walther Apers.
Een fabrieksgebouw in Brussel, gezet door een progressief ruimdenkend merk op het toppunt van zijn
baanbrekend succes. Is het even vooruitstrevend?
d'Architecture, die meerdere bouwprojecten voor Citroen
coördineerde.
Klaar, en dan…
In 2009 is dit gebouw precies 75 jaar oud, het was voltooid
in 1934, het jaar van de lancering van de Traction Avant.
In 1925 richtte André Citroen, binnen het constructiebedrijf een aparte 'service' op, de Service d'Architecture de la
Société Citroën', uitsluitend voor het bouwen van de
buitenslandse vestigingen, die imposante gebouwen
moesten zijn. Ze dienden het merk Citroen allure te geven
buiten Frankrijk.
Uit de sobere drie: beton, staal en glas,
moest een gebouw opgetrokken worden, met als kenmerken licht en ruimte.
Gelijkaardig voor deze typische stijl is het
gebouw met de 'balkonnetjes' van de
rue Marbeuf te Parijs (zie afbeelding),
gelijkend op de rood vloeren operagebouwen.
Brussel
Brussel was de eerstgeboren dochter van
het vruchtbare moederbedrijf in Parijs.
Reeds vanaf 1924 werden eerdere
gebouwen aangekocht in België. De
eerste assemblage van de modellen 7,
later 11 gebeurde toen nog in Vorst. Die
assemblage in België was traditioneel
altijd net iets beter van kwaliteit dan
Frankrijk. Bij ons werd allicht de 'franse slag' wat gecompenseerd door de invloed van de 'duitse grundlichkeit'.
ijzerplein
In 1930 werd dan het terrein aan het IJzerplein gekocht,
gelegen op een gedempt havendok en dicht bij het station
en de Noordwijk. Dit had het voordeel van een toevoer
langs het water (Willebroek kanaal) en tegelijk via een grote
weg, de Kruidtuinlaan. Een Belgisch architect werd aangezocht, mr. Dumont Alexis, die al meerdere grote publieksgebouwen had gezet, geassisteerd door arch. Van
Goethem. Beiden werkten dan nog eens onder supervisie
van een Frans architect, Monsieur Ravazé, van de Service
6
De eerste bewoners van het gebouw waren géén Fransen en
ook geen Belgen… Het gebouw werd van 1940 tot 1944
opgeëist door het Duitse leger. En enkele jaren daarna, door
de Engelsen. Toen die allemaal gepasseerd waren en naar
huis, of bleven onder de grond, in 1946, schoot er niet veel
over van het trotse nieuwe gebouw. De marmeren vloeren
waren aan stukken gereten door de pantservoertuigen en
bombardementen deden geen goed aan
het dak. Uiteindelijk ging het pas open in
1947, maar het zou nog eens 12 jaar
duren voor het volledig hersteld was, in
1959. Het werd ondertussen wél uitgebreid, bijna verdubbeld van oppervlakte
tot 32.000 m2. Om je een idee te geven:
dat is net iets groter dan het grootste
marktplein van België (Sint Niklaas).
Het gebouw was dus een ode aan staal en
glas. De decoratie van de eeuwwisseling
(art nouveau etc) is ver weg in de
gehanteerde stijl (zoals onze huidige
minimalistische stijl), de 'new look' (ons
huidig engels taalgebruik), heette anno
1930 (toen Frans) 'Avant Garde'.
Toonzaal
De typische komeet-vormige of bootvormige
expositiezaal is wel 76 meter lang en 23 meter hoog. Het
totale glas- en spiegeloppervlak overstijgt de 300 m2, onderbroken door met metaalplaat beklede kolommen. Het
geheel is een imposante rijzige gestileerde Griekse tempel
van moderne techniek. Deze komeet moest voor de
voorbijganger, de link leggen met de Citroen auto-kometen, de Traction en een lichtbaken zijn aan de Brusselse
horizon.
Ook de glasdallen, zo recent in huizenbouw opgedoken,
hadden in 1934 reeds hun toepassing. Glas is alomtegenwoordig, de tempel is gewijd aan het licht, zelfs de
onderverdeling van de kantoren gebeurt door glas.
Helderheid rolt dan ook door heel het gebouw.
De expositieruimte had, op zijn Amerikaans,
een krantenkiosk, een wachtzaal en een bar;
ondertussen kon je je auto laten wassen.
Andere Citroën -gebouwen hadden daarenboven nog kapsalons en restaurants. Een
shoppingmall, avant-la-lettre.
Zus
Een grote zus van dit gebouw werd enkele
jaren eerder (1930), als grootste garage ter
wereld (meer dan een halve kilometer
facade), gebouwd in Lyon en staat op de lijst
van beschermde monumenten. Als je
fileschuivend over de ring, dit gebouw
passeert, denk dan wat kaarsjes op zijn
kroon.
7
88 / 2009
2008
Citroglycerine / N° 93
32 ste Antwerp Classic Salon (6, 7 en 8 maart 2009)
Na een geslaagde beurs in Brugge eind januari, waar alles in
goede banen geleid werd door Pol, Frederik en C° werd het
stilaan tijd om de nodige voorbereidingen te treffen voor
het 32 ste Antwerp Classic Salon waar we ook nu weer
zouden proberen onze Club zo goed mogelijk te vertegenwoordigen.
nieuwe DS zou gemaakt worden. Dat op zo'n moment onmiddellijk de koe bij de horens moet gevat worden weet Gunther
als geen ander en samen met Leo Van de Velde hebben zij
ervoor gezorgd dat er tegen het uur van de opening een
spiksplinternieuwe banner 'Citroën DS, de mooiste auto van de
wereld” onze stand net dat ietsje meer uitstraling gaf.
Alle administratieve rompslomp, afspraken en regelingen met
de organisatoren, die er altijd
aan voorafgaan werden door
Günther feilloos afgehandeld.
Nu weten we ondertussen wel dat de
charmes van Günther menig persoon (zowel
dames als heren…. ) naar onze stand lokken,
maar eerlijkheidshalve moeten we toch
toegeven dat het in de eerste plaats de auto's
zijn waarvoor de mensen komen.
Dat de beslissing van de organisatie om de beurs vorig jaar te
beperken tot 2 dagen niet echt de juiste
geweest was kwam tot uiting in het feit dat er
dit jaar weer gekozen werd voor een opening
op vrijdagmiddag met een nocturne op vrijdagavond.
Een schot in de roos zo bleek ook nu weer
want de opkomst op vrijdagmiddag/avond
was enorm.
Frederik van Cauwenbergh kwam, zag, en zei
dat het goed was. Ook Marc Duttileux kwam
even poolshoogte nemen om te zien wat we
feitelijk wel met die motor van hem hadden
uitgespookt.
Daarom is ieder jaar de belangrijkste vraag :
welke auto's mogen we op onze stand plaatsen ? Aangezien we de DS/SM Club zijn is het
de bedoeling er minstens van elk type één te
tonen en bovendien is het ons streven om
ieder jaar met andere trekpleisters te kunnen
uitpakken.
Günther heeft de voorbije maanden de,
mentaal zwaar om dragen, beslissing
genomen om zijn statige zwarte DS Borg
Warner van de hand te doen en eventueel te
vervangen door een meer frivool exemplaar, dus waren we het
snel er snel over eens welke DS het dit jaar zou worden.
Bij een zwarte DS konden we wat de kleur betreft voor de SM
alle kanten uit en werd de ledenlijst erbij genomen. Waar vooral
rekening moet mee gehouden worden is dat bij het opstellen
van de beursstanden er enkel wagens kunnen binnengereden
worden op donderdagvoormiddag. Dit is niet voor iedereen
wat afstand en werkomstandigheden betreft voor de hand
liggend en daarom proberen we altijd een manier te vinden die
voor de eigenaars haalbaar is.
Toen, uitgerekend op Valentijnsdag, Frederik van Cauwenbergh
ons liet weten dat zijn SM 2.7 Injectie (kleur Brun Roquebrune)
op de stand mocht staan, was ons grootste probleem opgelost.
In ons voorstel om de wagen op woensdag op te halen en
zondag terug te brengen kon Frederik zich wel vinden dus ook
het probleem van transport was van de baan.
Van Marc Dutillieux, ook één van onze leden, kregen we een,
weliswaar defecte, SM motor in bruikleen, waarvan we wisten
dat die, zoals vorig jaar reeds gebleken is, weer voor de
nodige belangstelling zou zorgen.
De week voor de beurs kregen we totaal onverwacht nog een
boost aan positieve berichtgeving over onze dierbare “oudjes”.
Uitgerekend die dagen was er geen krant en geen nieuwsbericht op radio of tv waar men het niet over de “Nieuwe
Citroën DS” had.
De door Citroën geplande voorstelling van het nieuwe gamma
dat enkel voor de dealers bestemd was groeide uit tot een
gigantische mediahype waarbij werd gesuggereerd dat er een
8
Ook kreeg onze stand hoog bezoek. Guy
Verhofstadt ontpopte zich in enkele seconden
tot een ware Italiaanse-auto-liefhebber. Meer
dan 5 minuten zat hij achter het stuur van de
SM te genieten …. Maar het was niet alleen
voor de schoonheid van de auto, ook voor
het technische aspect waren zijn interesse en
kennis echt. Zonder te hoeven nadenken wist hij de juiste
cilinderinhoud en vermogen van de motor te vertellen. Met
belangstelling luisterde hij naar het verhaal van Walter over
cilinders, kleppen e.a. typische SM-bijzonderheden.
Wie weet, ons volgend clublid… ???
Een constant komen en gaan….iedereen even welkom.
Elk met een verhaal, een vraag of zomaar, gewoon voor een
babbel…Zalig !!!
Ook waren onze achterburen van het BOCC (Belgische Oude
Citroën Club) weer van de partij. Voor hen had de beurs een
De ex-premier en zijn adviseurs
speciale missie want zij vieren dit jaar 75 jaar Traction. Dit
gebeuren zal zijn hoogtepunt kennen in juli in Arras (Fr.). Veel
succes !!!
Wel moesten we het stellen zonder de brute kracht van de
Unimog-stand tegenover ons die dit jaar ingenomen werd door
Lotus.
Voor we het goed en wel beseften liepen de hallen weer leeg en
moesten we weer gaan inpakken.
En Günther, wat denk je, afspraak volgend jaar ???
Wat ons betreft wel en we hopen dat Jean Hendrickx, Marc
Roelandt en Kalifa Bals er ook zo over denken want het is enkel
samen dat we dit kunnen tot stand brengen.
Bedankt iedereen !!!
Walter & Annie
P.S. Voor volgend jaar hebben we al een “specialeke”
gereserveerd. Komen zien dus……
Annie
Antwerp Classic Salon 2009: Oldtimers op een show, voor de 32ste keer
Het Antwerp Classic Salon” begon al schitterend voor ons :
Een grote reclame (gratis) stond in Gazet van Antwerpen. Er
stond op de bijhorende foto - als enige auto - een DS erbij. En
nog niet de minste ! Met de eerste neus. Of de tweede ?
Blinkend. Met vier ronde koplampen. Een foto van Gazet van
Antwerpen. Mag het effen.? Deze DS was de auto van Luc
Van Linden uit Boom. Hij is wel géén lid meer bij ons in
de club maar toch is dit mooi voor ons.
Een retourtje noem ik dat.
Dit jaar hadden we een zeer aantrekkelijke banner op
onze stand van de Antwerp Classic Salon” : een
Banner - gemaakt door Leo Van de Velde - waar op
stond De “DS is de mooiste auto van de wereld”. We
zijn ver gekomen met onze auto. De mooiste slogan
voor een auto. Op een beurs in Antwerpen.
Binnenkort ook in Ciney. Pinksteren.
Maar dan ook in het frans. . .
Alles over beurzen en racingcircuits, auto's… en mensen,
… een leven lang !
32 jaar lang loop ik nu binnen en buiten op een oldtimerbeurs.
In het begin was ik bezoeker/toeschouwer/nieuwsgierige:
verslaafd aan oude auto's. Vandaag - 32 jaar later - ben ik dat
nog steeds. Een mooie oude auto, liefst in perfecte staat, vind
ik het einde. Dan word ik driftig. Het bloed begint te
circuleren. Zwart liefst. Dat is dan weer
goed voor om
nog een aantal
jaren langer te leven. Maar teveel is ook niet
goed… “Onze” beurs, die dit jaar het 32ste feest viert, heeft
me vele vrienden en vriendinnen bezorgd. Contacten met
mensen. Met veel mensen. Maar ja, dat had ik reeds ook
tijdens mijn journalistieke beroepsjaren. Vòòr de
Oldtimerbeurzen. Ooit heb ik eens uitgerekend/geteld hoeveel
9
Citroglycerine / N° 93 / 2009
mensen ik op één dag op het autocircuit van Francorchamps heb ontmoet, gezien, gesproken, gefotografeerd : het waren voor één dag
alleen reeds 187 personen. Hoe ik dat
weet ? Omdat ik dat toen één keer
genoteerd en samengeteld heb. Je
moet dat dan steeds ook onthouden
voor later. Mémorys . . . Het kon zo
niet blijven, je werd er gek van.
Maar ja, Formule I of was het de 24-uur
Race daar in de Ardennen. Enfin, daar
hing ik vele uren en heb vele mensen
ontmoet.
Vandaag nog tref ik mensen uit deze
periode van mijn leven. Niet alleen bij
begrafenissen !!!!!
Nog niet zo lang geleden kreeg ik een
telefoon van Erwin De Weert, grote
(1,88m lang) dikke vriend, autoliefhebber, Public Relations bij Goodyear
en Polaroid en baas over de GoodyearZeppelin hing na vele jaren weer eens
aan de lijn. Erwin was een echte vriend
…
Vandaag is mijn levenscircuit wat
minder druk, maar op een beurs als het
- inmiddels “omgedoopte” “Antwerp
Classic Salon” haal ik uit één dag
“stand-houden” ook ook zo'n kleine
honderd mensen.
Er komen daar ook veel mensen uit het
“vorige”leven naartoe. Mensen uit de
geschiedenis dagen ineens op. Op de stand, in de wandelgangen. Aan de toog. In het café. Op de verschillende ontvangsten.
Relax zijn. Overal zelf een praatje doen.
Ik geniet er van. En ik moet het eerlijk
zeggen, als er een mooie dame op onze
stand binnen komt : ze worden allen
op een sympathieke manier onthaald.
Niet alleen van mij. Walter en Annie
zijn daar ook kampioen !
En zelf als er een mooie dame met heer
buiten de omheining van de stand
staan, we ze binnen halen. Niemand
gaat bij ons voorbij aan de stand
zonder dat we een babbeltje mee
hebben. Vrolijk, niet diepgaand,
alhoewel, verleidelijk. Hoeveel mensen
ik aan het stuur van mijn DS liet zitten.
Ze waren allemaal gek van onze auto's.
Wij niet alleen. Zij dus ook… Op onze
clubstand is altijd volk.
Dit jaar was het zelf de vroeger Eerste
Minister Guy Verhofstadt die onze
stand bezocht en in de SM van Mr. Van
Cauwenbergh een hele tijd lang rustig bleef zitten en naar de
uitleg van Walter Bogaerts aandachtig luisterde. Kijk maar
naar de foto's.
Verleden jaar bezocht ons een andere Vlaamse - Mechelse beroemdheid : onze Günther Neefs, de Vlaamse zanger met
ook veel engelse liedjes - én zoon van Louis, bezocht ons
verleden jaar. Ook hij kroop toen in de Citroën SM.
Aantrekkingskracht.
En altijd vriendelijk blijven. En de namen bliksemsnel
herinneren uit - bijvoorbeeld - 1972.
Il faut le faire… Je moet het maar doen.
Of oude, langjarige DS/SM Clubleden, die hun hobby
opgegeven hebben, die al lang niet meer in de club zijn en
vandaag met bijvoorbeeld met een VW Passat dagelijks
moeten rijden: hun DS hebben ze opgegeven. Was madàme
tegen…? Maar ze komen dan toch nog naar de stand van
“hun” club. Onze stand. DS/SM. Velen komen daar nog langs.
Liefde ? Herinnering. Zeker.
Trouwens, ik heb dat dan ook tegen Guy Verhofstadt gezegd
dat wij op twee beurzen de twee grootste Vlaamse beroemdheden op onze stand mochten verwelkomen. Is toch zo…
Hij zei niks !
Vergeten is een probleem aan het worden wanner je 70 of
meer bent. Jaren dus. En op zulk een beurs moet staan. Dan
telt iedere oude kennis.
We trekken ons plan. Iedereen heeft namelijk hetzelfde !!!!
Rondlopen met een kamera. Digitaal. Dat is wel het “mannetje”. Je kunt er op losschieten. Waar zijn de tijden met grote
leren zakken op de racingscircuit en met de grote teleobjectieven en het statief sleuren. Over…
God, dat was een lange inleiding over mijn leven, mijn
business-leven, vandaag mijn gepensioneerden-leven, maar
het is in feite voor jullie een overgang naar het “Antwerps
Classic Salon”, zoals het dit jaar verliep. Daarom wilde ik eens
vertellen hoe heerlijk zo'n driedaagse “Salon” is. Kan zijn.
Vermoeiend. Een glaasje witte teveel… Honger, nijpende
schoenen, oververwarming en honger naar een Duitse
Nürnberger Röstbratwurst. Mit Sauerkraut. Und Kartoffelsalat .
…Op en autosalon in Vlaanderen, bitteschön. Dan geniet ik
weer van. Glück muss der Mensch haben.
Je kijkt naar links, naar rechts, naar voren, naar een kleur, naar
een speciale auto. De Opel Manta 2,3 liter, door Vic Heylen in
zijn garage in Zolder ontwikkeld. Het tweede jaar stond die
auto reeds hier. Nu een foto : klik.
Ik wilde jullie samen in dit nummer van CITROglycerine ook
10
een groter aantal beeldjes bezorgen Leo zal er weer iets moois van moeten
maken - en jullie ook eens vertellen hoe
het in feite zo lang kon blijven. Hebben
we een Beurs moeten leren ? Zonder
leraar ? Neen. Wél met veel vrienden.
Dan gaat alles vanzelf.
Jullie laten zien hoe heerlijk zulk een
beurs is. Ook al is de prijs zeer hoog.
Misschien neem je dan eens je
echtgenote NIET mee naar die beurs.
Dat zijn dan de beste “uren”.
Op de stand van ons Dieter van CQS uit Tienen : hij had een
“open” DS meegebracht. De auto die binnenkort gereed moet
zijn. Iedereen heeft deze auto bewonderd. Bijna af. Wél met
voorbumpers. Dat betekent dus ook zonder deuren en glazen
ruiten en geen motorkap en geen kofferdeksel. Van een DS
kun je altijd wat leren. Klik.
Een foto van een mijnheer uit Nederland met een Mercedes
300 SL met vleugeldeuren. Van 1953 ongeveer. Schitterend.
Klik. Een stel Amerikaanse sleëen. Die blinken op een manier
die bijna ongelofelijk is. Een wonder. Klik.
derde keer op de beurs op drie dagen - en met een oog naar
de worstjes en met het andere oog naar een zwarte prachtig
blinkende en te koop staande Adenauer-Mercedes-Benz uit
1954 of zoiets, gekeken. Wonderlijk toch.
Een human-interest-foto : een handelaar heeft een reuze stand.
Alleen met werkkledij voor een garagist. Of een zelf-doener.
Klik.
Of een stand van grote miniaturen-auto's , schaal 1 op 18 : alle
auto's. De grote verkoop op zulk een salon waar ook grote
auto's aangeboden en verkocht worden. Het heeft zich zo
ontwikkeld.
Ein Mensch gönnt sich doch nichts . . . Deutschland, niet ver
meer weg. Naast de worstjesstand . . . Klik.
Moet ik nog wat voorbeeld geven. Nog meer details. Ik leef er
zelf weer op als ik al die foto's bekijk van het voorbije salon.
Ik heb oo foto's gemaakt van de ontvangsten op vrijdag en op
zaterdag en op zondag. Er was “The British Carshow” En de
clubleden liepen drie dagen lang rond als Britse Bobby, een
Britse “Press”man uit Antwerpen geloof ik. Op het “Circuit
Goodwood” in de hal…
En de mooie dames die ook altijd bij zijn. Uit alle landen…
Mooi.
Een glas rode wijn, of wit. Het is er voor de dorstige zielen.
Dan is er weer de uitreiking van de beste, de mooiste stand van
de clubs. Vroeger hebben wij met onze LVL (Luk Van Linden)
de prijzen gehaald. Nu niet meer. Het kost ons sommen. En
ook veel werk. Dus niet. Liever een koekje meer…
Ook daar is sfeer. Zondag middag om 12 uur in de hal 4. Niet
iedereen mag er zijn en drinken. Champagne 's morgens om
12 u. Moet kunnen. En de winnaar is… was ?
Medebestuurder van de beurs ook reeds 32 jaar, Jules, aan de
inkomhal. Ogen overal. Klik.
Een KLIK op onze eigens stand : van onze helpers drie vier
dagen lang aanwezig. Wie wil er eens mee helpen ? Kalifa, Jean
Hendrickx, Annie, Walter.
By the way : op een bepaald moment op de beurs heb ik eens
geteld hoeveel mensen van onze stand Citroën DS/SM- en van
de Citroën Traction-stand ernaast, allemaal bij de langzaam ter
zielen gaande autofabriek van General Motors in de Antwerpse
haven daar bij deze firma gewerkt hebben : van de 8 mensen
aanwezig, waren zes (6) daarvan vele jaren in deze automobielfabriek aan het werken. Ik inclusief… Klik-klik. Geen foto.
Ook een KLIK gedaan bij de mensen buiten aan de auto-inkom,
de de binnenrijdende auto's moesten controleren. Vòòr de
beurs en tijdens. Dit jaat waar het maar frisjes buiten maar
andere jaren sneeuwde het, hagelde het, ijskoud onder de nul.
Ijskoude stormwinden. Het zijn nog altijd dezelfde vrienden. Al
vele jaren. Ze hebben zelfs niet eens de tijd om naar de clubstanden te komen voor een verwarmend glaasje rouge ou
blanc te drinken. Zij zijn verantwoordelijk. KLIK.
KLIK, KLIK, KLIK, zoveel keren.
Dagen voor het “Antwerp Classic Salon” begint het zweten :
hebben we genoeg tapis-plain. Hoe wordt onze stand
geplaatst ? Hebben we boompjes, hebben we auto's, hebben
we folders, hebben we de clubshop. Dranken . . .
Ik kan jullie vertellen dat zo'n beurs niet simpel en gemakkelijk
is : niet in Antwerpen, maar ook niet in Brugge (daar staat onze
club eveneens) en in Ciney in Wallonië. Overal hetzelfde. Mag
het even ? Jullie bestuursleden en andere “gewone” leden werk
hiervoor hard.
Een clubstand opbouwen duurt minimum een dag. Soms twee.
48 uren ongeveer. Voor de opbouw.
Maar op zondagavond na zes uur word de handel weer
ingepakt. Stevige handen, die aanpakken. Om acht uur, dus
twee uur na sluiting, is normalerwijze de clubstand weer afgebroken. Auto's gevuld.Geen pintje niet meer drinken. Wij zijn
alle doodop.
En morgen staan we weer op en gaat iedereen zijn gang naar
het werk. De enige die wat kan uitslapen - GHG - is
gepensioneerd. Die kan wat langer slapen.
Tot volgend jaar. 2010. Bij leven en welzijn !
En naar de volgende beurs zal het weer zo zijn zoals altijd :
beurs voorbij, géén auto verkocht !
tekst en foto's Günther H.Götzfried
Weer die “beroemde” Nürnberger Rostbratwürste gegeten - de
11
Citroglycerine / N° 93 / 2009
De geschiedenis van mijn 30 jaren DS rijden.
Zweven door de
Dertig jaar, en drie dagen, rijd ik nu met Citroën DS. Bijna de helft van
mijn leven. Plus 10 jaar en jullie weten welke leeftijd ik intussen bereikt
heb. Dan is het tijd tot een herinnering en een herdenking…
Vier DSsen heb ik in deze tijd gereden. Ze waren mijn eigendom.
Mijn oogappels. Mijn genot, mijn partners. Mijn vriendinnen,
mijn kwelduivels, mijn DSsen op vier wielen.
Want, ik had in mijn leven ook met 2 DSsen op twee benen
te vechten. Dus in totaal 6 DSsen !
Ik zal maar beginnen te vertellen over die vier DSsen op wielen.
Mijn leed en mijn plezier in precies 10.954 dagen in al die jaren.
Totaal resultaat : pas mal…
En heel veel vrienden daarmee gemaakt.
Veel beleefd en soms ook gevloekt.
Günther H.Götzfried
12
jaren heen.
De donkergrijze DS 21
van 1968-69 in 1979
Verkopers :
Paul Usé en Eric Van Hove
Dat waren kennissen die ik in mijn leefomgeving hier in
Antwerpen al jaren goed kende. Jonge mensen, waarvan ik
wist dat zij met auto's bezig waren. Paul moest zelf eens
de bak in omdat hij links en rechts een Porsche in Brussel
had opgepikt en later ergens heeft laten staan. Paul is nog
steeds o.a. met een wonderbare uitzonderlijke Porsche aan
het rijden. En tenslotte is hij ook al 30 jaar ouder geworden.
Zij hebben me mijn eerste DS verkocht.
Op een bepaalde moment kwam ik met mijn Peugeot 504
Cabriolet in mijn ondergrondse garage gereden en ik zag
hen beide, hoe zij onder een schemerlampje een DS aan
het wassen waren. Zoals altijd, ik was nieuwsgierig. Dus
raampje naar beneden en info vragen. De auto was echt te
mooi. Donkergrijs en het parelende water over die hele
carrosserie, een auto die ik nooit echt heb gevolgd. Het was
mijn type niet. Deze daar, in de bijna donkere garage zag
er wel naar iets uit ! “Kopen ?” vroegen ze mij. “Alé, Paul,
dat ga ik niet zomaar beslissen. Ik ga even mijn echtgenote
- boven op het elfde verdiep verwittigen - waar wij woonden.
Dus, naar boven met de lift.
Binnenstormen en op de meest zachte manier vragen :
” Zo'n DS is wel een supermooie auto? Zou jij er wat tegen
hebben, als ik zoiets voor ons zou aanschaffen ?” “Doe
maar” zei ze.
50.000 frank. oude Belgische…
Ik naar beneden en de blijde boodschap overbrengen :
“Verkocht, ik neem hem”.!!!!! 1979 . . . De auto was 11 jaar
oud/jong. Zwarte lederen zetels. Mooi, mooi . . .Dashboard
van de voorlaatste versie. Horizontale teller voor snelheid.
Goede banden. Nooit heb ik naar de vorige eigenaar
gevraagd. Wist ik veel van oude auto's. Van nieuwe auto's
wél, dat wél… maar van oude ??? Gris Kandahar was geloof
ik de carrosseriekleur, maar zeker ben ik daar nooit van
geweest !
Nota van de redactie : gemetaliseerd grijs in 1968 - 1969
moet Gris nacré zijn (AC 095), want Gris Kandahar ziet er niet
grijs uit, maar eerder beige zoals koffie verkeerd !
Dus, de auto stond daar. Nummerplaat FEN-551.
De eerste herstelling was de roestende toevoerleiding naar
de benzinetank. Ook roest onder het rechtse spatboord.
Dik. Hersteld bij garage Lauwers in Mortsel. Dan nog
gezien dat de Masterpomp lekte. Heb ik juist vandaag
ook bij de zwarte DS van 2009 ! Vervangen dus. Toen en
vandaag.
En dan had ik ook een zoveelste probleem aan de motor :
dat was tijdens een rit met moeder, vrouw en dochter naar
Knokke : daar is dan een klepstoter gebroken. Ik ben er wel
mee naar huis gereden. Herstel. En toen zij mijn 6-jarige
dochter Bettina : “Papa, verkoop die auto. Die is doch veel
te duur”. Ik ben dan niet meer naar diezelfde garage
gegaan.
In de tussentijd wilde ik ook eens mijn familie in Duitsland
bezoeken. Mét la DSse.
1800 kilometers hen en weer, met de uitstappen in de
Heimat erbij gerekend. Ik heb daar mijn mooiste foto's van
een DS gemaakt. Samen met mijn moeder, mijn 2
petekinderen. En Anne-Marie en Bettina, echtgenote en
dochter. Ik hou er de beste herinnering aan over, aan deze
reis.
De enige panne tijdens die reis : een verstopte toevoer in
de benzineleiding. De auto trok nauwelijks nog. Maar ook
die laatste 15 kilometers werd doorgereden. En daar stond
dan mijn schoonbroer al gereed om dat euveltje met doorblazen in orde te krijgen. Mooi toch ? Heeft mij ook
gesterkt in de kwaliteit van een oude auto. Een oude
Citroën DS. Daardoor o.a. ook mijn grote liefde voor deze
auto.
Nu al 30 jaar.
10.954 dagen met de DS leven…
Tenslotte had ik een mij totaal onbekend mooie auto
gekocht. Telkens heb ik toch mijn slag thuis gehaald.
Ook veel later met de zwarte DS !!!!
Het was mei en de kersen hingen in de bomen. Vlakbij
Pottenstein gingen we onder de bomen liggen en een
13
Citroglycerine / N° 93 / 2009
beetje kersen “plukken”. Dan naar “My Place of my life” : een
klein dorp, Steinbach. Daar begon in feite mijn leven. Daar heb
ik de laatste vreselijke bombardementen meegemaakt. Mijn
Stad Nürnberg stond in vuur en vlam. Wij, 25 kilometer
noorde- lijker, zaten in een Kriekenhuisje. Met z'n drieën. “Und
morgen ist Frieden” zegde mijn vader. Ja dan kwamen de
Amerikanen. Vanuit het oosten. !! En die dag was er dus vrede
in mijn Heimat.
Ik zal mijn hele leven aan dit dorpje en de mensen en de
omgeving denken. En toen was het met een mooie blinkende
en verzorgde auto dat ik de Heimat bezocht. Met een heerlijke
auto die de Duitsers nauwelijks kenden. Was wel heel apart !
Inmiddels had ik redelijke zorgen met de DS 21 van 1969. Zo
heb ik Garage Rudi Maerevoet, in Deurne, ontdekt. Vlakbij het
Boelaerpark. Vooral de bodemplaat was allesbehalve. Links en
rechts onder wat plaatsen met roest. Veel roest. Maar nooit
heb ik daar aan laten werken. Wel kleine herstellingen. Na 10
jaar of 12, en al roest . . . ???????
Rudi heeft de auto goed verzorgd. Ik herinner me nog dat hij
mijn koplampen - links en rechts - opnieuw een laagje verf
heeft gegeven. Ze blonken als nieuw. De rekening was ook
navenant!
En als ik nu zeg dat ik niet alles meer weet van die auto dan is
dat eerlijk. Maar mijn dochter bleef maar roepen “Papa, stop
met deze auto, dit wordt veel te duur.” Zeven jaar, die meid…
En het was ook in deze garage dat ik binnenwandelde en tegen
de baas zei :” Rudi, ik weet wat slecht is aan deze DS Pallas 21
- en jij weet dat ook - maar ik weet ook wat er allemaal inzit
van mooie zetels en een prachtige motor. Bepaal er een waarde
voor. Ik geef je deze auto. En jij bezorgt mij een andere auto.
Die beter rijdt. En geschikt is voor een aantal kilometers. Een
DS waar ik onbezorgd mee kan rijden. Een dagelijkse auto. Die
niet teveel in jou atelier moet staan voor herstellingen. Een
goedkopere auto”.
Gezegd. Gedaan. Enkele dagen later een telefoontje. “Ik heb
een DS voor je”. Ik naar toe. Stap naar achteren en sta voor een
DSpécial, Beige Vanneau. AC 083 ! Vuil. Niet verzorgd.
Armzielig. Niet onderhouden precies. Povertjes
EN IK ZEG DIRECT JA VOOR DIE AUTO!!!! 12.000 oude frankjes
moest ik bijleggen. Voor de BTW !
De koop werd afgesloten.
En tijdens de voorbije jaren heb ik zowat alle foto's van deze mijn eerste - DS kwijt geraakt. Met spijt heb ik dat vastgesteld
tijdens het zoeken naar foto's voor dit artikel in
CITROglycerine. Ik wist het zelf niet. Zelfs alle papierfoto's.
Of heb ik nog niet zoveel foto's gemaakt.
Wie weet ?
Maar ik had nu en nieuwe speciale DSpécial, waar ik niets van
af wist. Goed of slecht ?
Lees verder… >>
De DSpécial in Beige Vanneau,
in 1982. 700.000 km in 1995
Verkoper/Ruiler :
Rudy Maerevoet, met zijn grappige familie
Nooit heb ik mij beklaagd zolang ik deze auto DSpécial
gereden heb.
Zij had toen - bij ruil-aankoop - 125.000 kilometers op de
teller. Toen ik haar moest verder geven in 1995 - geloof ik, voor
60 mille, had ik 700.000 kilometer !!!!!!! op de teller. Wel de
laatste 100.000 kilometer werden met een “nieuwe” motor
afgereden. Ik schoot nogal vooruit . . . Sommigen in de club
weten van deze manier van rijden niets van. !!!!!
Een keer dus, bij 600.000 kilometer had ik een heetlopende
motor. Omdat de radiateur verstopt zat of zoiets. Ik kwam toen
voor de zoveelste keer weer uit de Heimat gereden en viel op
iedere helling bijna stil. Dat was bijna de enige herstelling in de
voorbije 12 jaren. Toen heeft Gommaire een nieuwe radiateur
geplaatst en alles was in orde. De DSpécial liep als een geoliede
machine. En snel…
En omdat ik een moelijk mens ben heb ik om de twee jaren
ongeveer mijn plastieken leren zetels ingeruild tegen echte
leren zetels. Maar dat heeft ook niets opgebracht. Dus enkele
jaren later heb ik gezocht naar stoffen zetels. Dat was het
manneke, zoals men in Antwerpen zegt. Zachte warme zetels.
Zo langzaamaan ben ik leer zat. Het was mijn beste auto ooit.
Bij Volkswagen heeft men in de jaren 1950 een slogan gemaakt
voor dat “Keverke” : “Er fährt und fährt und fährt und fährt
und . . . .”
Welnu, dat kon ik over mijn DSpécial ook zeggen.
700.000 km. Het ging zo snel vorbij.
Met deze auto heb ik heel Europa bereisd. Het is voorbij. Ik zit
nu toch meer in een warme zetel en lees wat boeken waar ik
nooit ben toegekomen. En soms ook een beetje televisie.
Voetbal.
Leeft ze nog ergens deze DSpécial. ? Of is ze ten grave
gedragen. In een schredder ? Ooit heb ik wel nog gehoord
14
dat ze ergens in Deurne opdaagde. In handen van een
sympathieke man met wie we ooit een orgie hebben gevierd in
Schilde. Ook dat is al lang geleden.
Mijn dochter Bettina heeft haar eerste en tweede communie
mee gereden in de DSpécial. Zij heeft haar eerste proefrit
gedaan in de Dspécial, op het terrein van Michelinbanden in
Clermont- Ferrand. Tijdens het ICCCR in Clermont-Ferrand, in
aan een goede DS ?” vroeg hij mij. Ik had hem namelijk
rondgeleid tussen onze auto's en heb toen duidelijk op
gewezen dat hij een gezonde auto moest kopen. Geen auto
zoals die van mij, een auto die helemaal opgereden was. Alleen
de (nieuwe) motor was een droom. Vlak bij mijn woning in
Berchem woonde hij.
En die jonge man werkte bij Citroën.
Toch heb ik hem nooit meer gezien. De man en de auto…
Dat was dus DS twee.
De derde volgt nu…
En dan de ID 20,
groen-wit dak, in 1995
200.000 km
Verkoper :
Uit Luik, een grafische vormgever
Zijn naam kan ik me niet meer herinneren.
Frankrijk uiteraard. Dat domein was zo groot dat ze geen
botsing kon hebben met een andere deelnemer.
Wel heb ik constant aan de carrosserie gesleuteld. Geslist.
Grondverf en dan de juiste laag verf. De auto zag altijd goed
uit. Maar ik reed ook als ik nog niet alles afgewerkt had. Zij was
ook altijd niet in goede staat.
Ik ben daarmee ook naar meetings gereden. Naar races in
Zolder. Naar Nederland. Veel naar Nederland. Naar Engeland,
de bootraces rond de wereld. In Portsmouth, viel jaar later in
Southampton, nachten in de auto geslapen. De zetels platgelegd. Tenslotte lag mijn (Annemarie's) fiets ook in de auto.
Wekenlang.
Geen hoek van Europa heb ik
over het hoofd gezien. Naar
Denemarken, het ICCCR in
Herning. Anne-Marie en ik. En
de helft van de hele DS/SM
Club. Met twee fietsen achter de
koffer. Dus boven de bumpers.
Hebben ook de Insel Sylt
bezocht. Onvergetelijk.
Met de simpele, maar mooie
DSpécial . . .
Op een grote meeting
in
Brussel kreeg ik contact met een
Antwerpse jonge man die een
DS zocht.
Ik heb haar aan deze jonge man
verkocht. Die deze auto moèst
(kost wat kost) hebben. Iets
anders had hij al. En kennen
geleerd heb ik die man op de
eerste grote meeting in Brussel
op de Jubelpark. “Hoe geraak ik
De miserie begon feitelijk direct na de overeenkomst toen ik de
auto van Luik naar Antwerpen reed. En Anne-Marie in de
Peugeot 205 cabriolet achter mij blijven rijden. Ik vloog zowat
met 100-120 km/h over de autostrade en na een kilometer of
zestig kwam een auto naast mij rijden en de chauffeur maakte
mij met handgebaren duidelijk dat ik achter links een platte
band had. Het voordeel van een DS is dat je dat tijdens
het rijden niet voelt. Die platte band. Geen probleem. We
stoppen. Vervangen het wiel en rijden weer verder. Maar twee
keer een platte band hebben tijdens dezelfde rit. Dat kan een
auto niet aan. Je hebt altijd maar een reservewiel. En ik viel stil
- dankzij een omleiding via Nijlen naar Antwerpen - op 8 kilometer van thuis. Platte band rechts vooraan. Twee maal pech.
Dat was lopen…
Citroglycerine / N° 93 / 2009
Wel was het een feit dat de auto hoe langer en meer reed, ik
ermee steeds beter en beter begon te rijden.
Door mijn actieve wasbeurten begon “de Groene met het witte
dak” meer en meer te blinken. Zij werd mooi en mooier. We
gingen camperen op meetings met de club.
Ook werd deze auto meer en meer gefotografeerd door mij.
De digitale periode kwam ook bij ons terecht. Je kon zoveel
foto's maken als je wilde. Wat ik dan ook deed. Helaas is me
drie jaren geleden mijn vorige APPLE-computer gecrasht en
weg waren alle foto's. Erg voor mij …
Zonder pech verliep wel een uitnodiging die we graag aangingen : samen met Marc Roelandt, Paul de Poorter en nog
een aantal leden van de club mochten meedoen aan het 40jarig jubileum van het Atomium.
1958-1998… Wat een tijd. Wat een
eer voor onze auto's. De bollen waren
voor een dag van ons. De koning was
er ook…
En zoals bij de beige DSpécial heb ik
ook de “Groene” zelf onderhouden,
tenminste wat de kleur van de carrosserie betrof. De auto was namelijk
door de vorige eigenaar opnieuw
gespoten. Ofwel was het een groene
kleur van Jaguar, of van BMW. Het
groen moest altijd bijgewerkt worden.
Wekelijks bijna. Door mij dus. Met de spuitbus van mijn geprefereerde autoverf-handelaar. En met de tijd kreeg ik wel een
mengeling van alle groene kleuren. Het stoorde me niet. De
auto werd ook niet lelijker. Integendeel.
In Beerlegem organiseerde Gilbert Vermaercke jaarlijks een
bijeenkomst van vrienden al dan niet met een Citroën. Het was
een ontmoeting telkens met demente en gehandicapte
mensen. Vooral de allereerste rit met moeder en haar dochter
eindigde in een drama. Voor mij. De zieke dochter was
constant dezelfde zinnen aan het herhalen en ineens kon ik
mijn stuur niet meer bewegen. De auto ging nauwelijks nog
door een bocht. En ik constateerde ook dat ik lager bij de
grond zat als normaal. De auto lekte. Alle hydraulische olie was
weggelopen. Ik moest stoppen. In een “eenzame” streek
stonden wij “en panne”. Plots lag ik (là ID) zonder olie op de
grond.
Uren hebben we op hulp gewacht. VAB heeft geholpen. Nou ja
…Een Citroën-garagist uit de buurt kwam pas dagen later de
auto ophalen. Wat een toestand. Wat een auto… Misérie,
misérie…
Verschillende keren had ik last met de lekzakken die lekten ! Là
DS liet alle hydraulische olie ineens lopen.En dan liefst bij de
buren in de straat waar ik mijn creatieve activiteiten uitoefen.
Twee keer door de knie gegaan : là ID natuurlijk. En telkens
voor hetzelfde huis. Het huis van de hoogste Rechter van
Vlaanderen notabene… Mr. Armand VP…
Op een ogenblik leerde ik ook de onderkant van de auto
kennen. De platen rondom onder de deuren waren ook al jaren
weg ! !!!!!!!. Vooral de kabels en de olieleidingen lagen open en
bloot ! Ineens was de hydrauliek op . De auto zakte door de
16
knie. Wat een auto. Wat een ID 20. Ik dacht toen al : ik heb een
halve auto gekocht van die Luik(g)enaar.
Het witte dak was perfect. Geen schade, geen krassen, geen
waterlekken vanuit de hemel. Ja, en de banden heb ik vanaf in
het begin helemaal vervangen. Nieuwe banden.
In het begin heb ik ook onder de motorkap het een en ander
laten herstellen. Het uitlaat-spruitstuk aan de motor was niet
dicht. Dus de motor sloeg een beetje luid door. Hersteld.
Voor de rest was bijna alles in orde. Overal ging ik met de
auto naartoe. In deze tijd heb ik alle mogelijke uitstappen met
de groene gedaan. Die reed en reed.
Zelfs met een beetje bleke President van Frankrijk, Charles De
Gaulle, op de achterbank. Bekijk de
foto hierbij maar . . .
Ik reed internationaal. Naar de Heimat
in Duitsland. Naar het zuiden van
Frankrijk. Verschillende keren. Voor de
schilder-kunst in de Provence. Een
droom telkens.
Naar Nederland. Naar de zee.
Wissant. X-keren. Ja, het was met de
tijd wel een prachtige auto geworden.
En ineens zakte de ID weer door de
knie. Olie liep weer weg. “De leidingen zijn lek” zei me een toen
bevriende garagist. “Niks meer aan te doen”.
En ik moest toch een andere familieauto hebben Een C3. En als
je dan een oude auto (DS dus) bij de Citröendealer binnenbracht kreeg je nog 40.000 franken betaald. Gedaan dus. De
foto, hierbij laat ik de auto zien in een kooi in Lier. Einde DS.
Of toch niet.?
Er waren en zijn nog steeds handelaars (heeft men mij verteld)
die oude Citroëns opkopen en “vernieuwen”.
Vooral aan de Belgisch-Franse grenszone !!!!!!
Er was voor mij verder geen probleem, ik had me ondertussen
een andere DS aangeschaft : een zwarte Citroen-DS-PallasBorg-WARNER automatique.
Prachtige bruine leren zetels.
De mooiste auto die ik ooit in mijn leven bezat.
Zwart. Overal. Blinkend. De mensen bekeken je als je aan het
rijden was. En zeker als je stilstond. En dat nog steeds.
LEES DUS NU NOG HET VOLGENDE (laatste) VERHAAL OOK
NOG.
De Zwarte DS23 Pallas
vanaf 1989 !
Verkoper :
Roel Dom, de blonde bakkerszoon uit Mortsel
Is een DS een droomauto ? Ja.!
Om 's nachts van te dromen. En overdag.
Een vriendin uit de buurt maakte me op deze auto attent.
Regelmatig zag zij een “mooie” zwarte DS in onze buurt rijden.
Notabene de buurt van AGFA-Gevaert.
Ik herinnerde me aan een garagist in de Patriottenstraat, die
wist dat bij AGFA-Gevaert een zwarte DS te koop staat. Ik zei :
“Kijk eens rond en laat het me horen”. Ik wachtte. Geen
reactie. Dan maar bellen naar een paar dikke connecties bij
Gevaert. Ook zij wisten niets van een zwarte auto. Van een DS
hadden ze nog nooit gehoord.
Ik liet dat zaakje vallen.
En ineens kwam een nieuw lid bij in onze DS/SM Club. Een
jonge man, klein, bakker. Uit Mortsel. Welk auto hij had ? Een
zwarte DS van Agfa Gevaert.
Helemaal geen jaloersheid bij mij. En de man zei dat hij de
verkeerde auto had. Niet snel genoeg. Niet sterk. Wel mooi.
Later hoorde hij dat ik naar Denemarken trok, naar het ICCCR
dààr. “Breng je me een voorbumper mee al je hem vindt. Ik
heb een kleine botsing gehad met mijn auto. Niet gevonden.
Hij in de tussentijd wel. Thuis in België. Selfmademan. Roel
Dom was wél handig. Inmiddels waren we vrienden geworden.
Roel en Günther. We zagen mekaar dikwijls. Vooral als we onze
broodjes en Sacher-taarten kochten. Vaders patisserie/bakkerij
was onze wekelijkse weg. Zeker zaterdag.
Hij wilde ineens zijn auto kwijt. Zijn prijs was maanden geleden
nogal hoog. Ik maakte een voorstel. Minder. Uiteraard. En ik
had de auto.
Want mooi heb ik deze auto al lang gevonden.
Tenslotte was de DS 23 Pallas automatique het topmodel van
Citroën. Alleen de DS décapotable was nog meer waard.
Vandaag nog meer trouwens. Ik wist dat ik een mooie auto had
gekocht.
Ik wist wél niet hoe de gevolgen waren. In de club was de auto
precies een zeldzaamheid. Maar er waren toch nog andere DS
23 bij onze leden. De familie De Coster had er eentje o.a.
Eerst heb ik de DS, die toch al heel erg proper was, goed
onderhouden. Nadat vriend Roel zijn geluidsinstallatie had uitgehaald. Dat was nu echt niets voor mij. Een rijdende jukebox,
neen.
Langzaam kwam de winter het land binnen en een eerste uitstap werd gepland. Naar de Ardennen. Om te skiëen. Met z'n
drietjes. Anne-Marie, Bettina en vader GHG. De eerste bergjes
gingen nogal. Maar de steile hellingen waren toch een andere
koek.
Ja, zo'n DS met Amerikaanse BorgWarner-schakeling, dat was
het niet. Nooit. Zei ik.
Deze schakeling had een 6 liter-moror nodig zei ik altijd. Dan
heb ik maar meer uitstappen die naar de Belgische bergen
reden niet meegedaan.
Maar daar merkte ik reeds dat de auto een ongewoon zwakke
aantrekkingskracht had bij voorbijgangers. Daarom heb ik toch
altijd steeds pogingen gedaan om een garage voor de DS te
hebben. Vandaag proberen we dat toch met alle onze auto's.
Beter zo.
Een week later hebben we de andere richting gereden. Naar
Nederland : Goes, Colijnsplaat, Domburg, Vlissingen en terug
naar huis.
Onze hond Kobe was daar ook erbij. Die foto koester ik. Want
de hond is al lang niet meer. De auto wel.
Citroglycerine / N° 93 / 2009
En dan volgden regelmatig utstappen. Jullie weten niet hoeveel
ik met deze auto gereden heb. Zelfs bij onze club verscheen ik
regelmatig met de DS. Naar Wissant, dat was de mooiste
uitstap. Nooit heeft mij deze auto in de steek gelaten. Het
waren regelmatig kleine herstellingen. Onderdelen die vervangen moesten worden. Uitlaat, remblokjes, banden, voorruit
(wegens te veel krasjes bij tegenlicht, Meestal had ik eens
zeldzaam pech. Midden op een zondagse uitstap naar
Beerlegem, voor Gilbert rijdend. De verbinding tussen de
versnellingsbak en de motor was losgekomen. Dankzij VAB was
dat de volgende maandagochtend reeds rond de middag
hersteld. Wél bij Gommaire. Ik had - en heb? - jarenlang met
deze auto een voorrangpositie (Formule-I-service) gehad.
Ik heb met de auto jaarlijks ook in de winter gereden, nooit
problemen gehad. Ik bezocht mijn vrienden met deze auto.
Zondagochtend zaten we rond het een of andere kasteel aan
het rijden en wandelden rustig over de velden.
De sfeer rondom deze auto is altijd prachtig geweest. Mijn
echtgenote heeft wel nooit met deze auto zelf gereden. Met de
vorige DSsen - zie boven - heeft ze duizenden kilometers zelf
gereden. Eigenaardig. “Het is toch een zware bak” zei ze dan. ??
Met de vrienden hebben we altijd samen gereden. Een keer
ben ik (là DS) stilgevallen : in Oudenaarde. Motor was overhit
geraakt. Een half uur alleen wachten op het Marktplein en de
auto was weer perfect !
Ach, het moet me toch van het hart : deze auto was de
simpelste en eenvoudigste. Een auto die weliswaar niet de
Is het een vliegtuig? Is het een vogel?
Nee, het is een DS, Mega Mindy.
18
snelste was, maar mij stoorde dat niet. Ik heb trouwens een
verlamde rechter voet. Of wisten jullie dat niet ? Echt !
Zoals sommigen nog weten, heb ik kortgeleden de auto aangeboden binnen de DS/SM Club. Veel belangstellenden. Maar
niets concreets. Ik heb beslist dat ik nu eerst zelf meer ga rijden
met là DS. Niet overdrijven. Maar ontspannen. Maar toch :
rijden.
Nu is de auto bijna volledig in orde : een nieuwe boïte, een op
punt gestelde krukas samen met nieuwe bièls. Een nieuwe
Masterpomp. Allemaal onderdelen die meer dan volle 37 jaren
zijn meegegaan. Een nieuwe linker voorvleugel door een klein
plekje roest onder de koplamp. Wie kent dat niet ???
En nu trekt de auto als een nieuwe !!!!!
En nu maar rijden . . .
Meer moet dat niet zijn.
Deze auto heeft in de 20 jaar die ik samen heb beleefd met
haar heel veel mensen leren kennen. En die alle heel erg
geestdriftg waren over deze auto. De auto werd geliefd en de
chauffeur dikwijls ook.
Meer moest dat doch niet zijn in de voorbije dertig jaren ?
Met al die vier Citroën-ID-DSsen heb ik een heerlijk leven
gehad.
Bevoorrecht geweest.
GHG
Bredabaan
Maandag 6 april 2009, is onze goede vriend en mekanieker
Peter Snoeckx op tv geweest. Met een reportage over zijn
Citroën-garage in Merksem, bij Antwerpen en met de 2pks die
hij in de showroom heeft staan en met een Mehari die hij aan
het opbouwen is. Samen met Paul De Bakker. Ook stond er een
groene DS gereed voor opnames. Het was op de Antwerpse ATV
in een reportage over de Bredabaan in Merksem. De straat, die
als de langste aanzien wordt in heel België. Van Antwerpen tot
Breda.
En zoals Peter op tv vertelde, met een oldtimer rijden is zeer
goed voor het sociaal kontakt,want de mensen spreken elkaar
gemakkelijker aan.
Peter mocht heel veel wijsheden in deze film vertellen. En
samen met Paul De Bakker - de vriend/vakfotograaf uit
Merksem en goede buur van Peter - kwamen zij ook, met heel
veel wijsheden over de drie auto's naar buiten.
De reportage begon met het binnenrijden in de garage. En daar
stond voorin een prachtige DS gereed.
Ook het meten van de inhoud van de benzinetank lieten zij
zien. Gewoon een metalen meter in de tank duwen en dan weer
uithalen en je had precies de quantiteit benzine die er nog ter
beschikking stond. Prachtig toch. En ook simple comme bonjour . . .
280.000 tv-kijkers
voor DS, 2 PK
en Mehari…
Van de camerman werd veel werk geëist met al die auto's. Fijne
auto's daar niet van . . . Citröens. . . .
Eerst werkten zij aan een MEHARI, en wezen op de voordelen
van deze auto.
Velen hebben tenslotte dit handige modelletje, voorzien vooral
voor de franse Middellandse kuststreek van Saint Tropez via
Marseille naar Perpignan, nog nooit in levende lijve gezien.
Getuigenissen dat ze mee gereden hebben. Dat je bijvoorbeeld
tijdens het rijden de voorruit kan neerleggen op de motorkap
en je dan de volle lading wind in je gezicht kijgt met al die
duizenden vliegen.
En meestal tussen de tanden. In volle zomer . . . Zeker in
Frankrijk. Maar ook elders. En ook het gat waar het water kon
weglopen als het regende, werd uitelegd. Simpel maar eenvoudig…
Bij de 2 PK vertelden ze o.a. over de zijramen die automatisch
opklapten en ook weer dichtklapten ! Vanzelf, als er een vrachtwagen snel voorbijreed. Die trok de 2PK mee en dus ook de
zijruiten.
Na de opnames had eerst onze Peter Soeckx heel veel schrik van
de opname en het hele resultaat. Maar toen Peter na de
uitzending op dinsdagochtend na de uitzending ergens van in
Merksem te voet naar zijn garage wilde wandelen, stopte een
auto en de chauffeur zei tegen Peter : Ik heb u gisteren avond
op tv gezien, schitterend met uw prachtige auto's” en hij zei
ook nog “ Mijnheer Peter stap maar in bij mij in de auto, ik
breng ik u naar uw garage terug”. Op dat ogenblik was Peter
gelukkig. Blij.
Ik ben er eveneens van overtuigd, dat die beiden een prachtige
reclame voor zichzelf en onze Citroën's hebben gedaan.
Driehonderdvijftig duizend mensen kan ATV bereiken. En heel
de Provincie Antwerpen heeft deze uitzending gevolgd. Met
280 000 kijkers. Niet minder. . .
Antwerpen hangt aan ATV. Gratis en voor niets . . .
Jean Hendrickx en GHG
19
Citroglycerine / N° 93 / 2009
Lucien Theuninckx en de filmopnames in Wallonië
Film “Une ombre derrière la porte”
Bernard Yerlès heeft in de film “Une ombre derrière la porte”
een hoofdrol samen met de witte DS van Lucien Theuninck.
dan op twee plaatsen aanwezig zijn. In Genval en in Vorst. In de
Avenue Rousseau.
Bernard Yerlès
Le Depardieu belge,
Star Télé en France
Op 25 maart in La Hulpe, aan het Meer van Genval. Precies
gezegd, in de Avenue Paul Deschanel 205.
Bij het chique Hotel daar in de buurt…!
L'acteur belge le plus connu en France ? Poelvoorde, sans
discussion. Et pourtant, un autre Belge est dans le top trois des
acteurs les plus utilisés. Son nom ? Bernard Yerlès. La grande
différence, c'est par la télé qu'il a obtenu la reconnaissance de
son travail et de son talent. Depuis quelques années, Yerlès se
partage donc entre Paris et Bruxelles.
Op 27 maart was de auto in La Chaussée de La Hulpe in Overijse.
Maar dan zonder Lucien. Op 31 maart - steeds 2008 - waren ook
weer opnames met de DS in Overijse.
“J'ai un pied- à- terre à Paris, c'est là que je travaille,” dit il.
Mais je suis resté à Bruxelles parce que j'aime cette ville et que
je désirais continuer à y habiter pour des raisons privées.
L'adage veut celui qui a plusieurs maisons perde la raison. . .
Je préfère dire qu'il élargit son horizon!”
Actuellement en tournage en Belgique avec Pierre Joassin pour
le thriller “Une ombre derrière la porte” avec Carole Richert.
Bernard Yerlès a une septantaine de téléfilms derrière de longs
métrages.
Journal “Nord Eclair” -
Sam Christophe
Deze tekst heb ik van Lucien Theuninck gekregen. Waarom van
Lucien ? Omdat hij in één van die drie films met Bernard Yerlès
met zijn prachtige witte/groen dak ID/DS mocht rijden en
showen tijdens de opnames. Dus, in de film trad een DS van
1967 op. Er bestaat zelfs een foto van Lucien in zijn DS in het jaar
1973, waar hij met zijn echtgenote in San Marino (vlakbij Rimini)
in diezelfde auto rond reed . (Zie foto).
De RTL-TVI had dus deze auto gevraagd… en gekregen. Een
schat van een DS. Verzorgde auto. Technisch perfect in orde.
Terecht mocht dus Lucien met deze auto komen.
Onze DSsen zijn in de films, zeker in de Franse film-wereld zeer
gegeerd. Op verschillende draaidagen heeft Lucien op telkens
een andere locatie aanwezig moeten zijn. Met zijn DS. De
opnames begonnen voor ons clublid op 7 maart 2008. Hij moest
20
In het geheel moest là DS blanche/toit vert, van 1967, van
Lucien, zeven (7) keer op verschillende locaties optreden. In de
film, we hebben hem thuis bij Lucien met z'n drieën, op zijn grote
TV-scherm gezien, was de auto heel veel aanwezig in deze film.
Inmiddels is de film ook reeds op “La Une” op de Waalse tv te
zien geweest. In Frankrijk heeft “France Deux” nog geen teken
van leven gegeven wanneer ze daar in Sarkozy-land aan deze film
gaan denken !
Lucien kan tientallen mooie momenten van die opnames
vertellen. Op zijn reuze-tv-scherm hebben we naar de beste
foto's gezocht en deze gedigitaliseerd. Onmiddellijk.
Tenslotte, het is een grote eer met een acteur (Bernard Yerlès en
prachtige actrice, de blonde Carole Richert) samen te spelen in
een film waarbij de acteur van alle kanten met Gérard Depardieu
vergeleken werd. Het is zelfs nog meer de vergelijking met
Depardieu omdat Bernard Yerlés al samen met de grote acteur
samen in een film samen werkten.
Lucien Theuninck werd daarmee niet op het zelfde trapje gezet…
Wel werd zijn DS meer bewonderd, meer dan Lucien zelf dus.
Troost je, Lucien, dat heb ik ook iedere keer meegemaakt tijdens
filmopnames.
Als ze je maar aanwezig zien. Dat filmvolkje is toch een beetje
raar.
GHG
Garage
Dirk OOSTERLINCK NV
Zuidleiestraat 2, 9980 Aalter
T: 09 / 374 52 02
F: 09 / 374 59 88
[email protected]
Volledige restauratie met originele onderdelen
Restauration complète avec des pièces d’origine
21
Citroglycerine / N° 93 / 2009
Le centre d'essais de La Ferté Vidame
70 ans de secrets à La Ferté Vidame
1938-2008 : Le centre d'essais de La Ferté-Vidame a très
exactement 70 ans...c'est l'occasion pour nous de retracer
brièvement l'histoire de ce site étroitement lié au destin de
Citroën. C'est en effet ici, derrière des murs de 2 mètres de
haut, et dans le secret le plus absolu, que la marque aux
chevrons allait mettre au point tous les modèles mythiques
que nous connaissons aujourd'hui, comme la 2 CV, le Type H,
la DS, la SM, mais aussi bien d'autres qui ne dépasseront pas
le stade de prototype...
Personne ne se douterait, en flânant dans cette belle campagne aux confins du Perche et de la Normandie, à un peu
plus de 100 kilomètres de Paris, que se trouve ici un des sites
les plus secrets de France, où sont testés encore aujourd'hui
de nombreux véhicules de la gamme Peugeot et Citroën,
précisément les plateformes 1 (type 207, C3, ...) et 3 (407,
C5...) du constructeur français. Avant de devenir un centre
d'essais du groupe PSA, La Ferté Vidame fut pendant des
décennies une propriété de Citroën, associée à l'histoire de la
marque dont de nombreux chapitres débutèrent derrière ces
hauts murs...
Un site unique en France
Le site de La Ferté Vidame est tout simplement la propriété
close de murs non traversée par une route publique la plus
grande de France : d'une superficie de plus de 800 hectares,
son mur d'enceinte d'environ 2m15 de haut mesure 11,5 km
de long. Composé d'un château, d'une ferme et d'immenses
étendues de forêt, le site accueille des meetings aériens et
automobiles au début du vingtième siècle. Il fut même question de le transformer en complexe dédié aux sports
mécaniques en 1923, mais c'est finalement Monthléry qui fut
choisi.
Citroën avait également imaginé l'acheter pour en faire son
Centre d'essai, mais c'est finalement Michelin, propriétaire de
l'entreprise depuis 1935, qui en fit l'acquisition en 1938. Un
22
lieu aussi secret ne pouvait en effet laisser indifférente une
société dont la discrétion est une véritable marque de
fabrique.
Un secret absolu
Très vite, La Ferté Vidame va accueillir les premiers prototypes,
ainsi que les premiers modèles de présérie de la TPV (tout petit
véhicule). La guerre arrive l'année suivante, et le personnel
s'efforce de cacher ce qui peut l'être. C'est ainsi que quatre
exemplaires de cette première version de la 2 CV, qui n'a rien
en commun avec le modèle que nous
connaissons tous, seront épargnées de
la destruction (volontaire) et arriveront
miraculeusement jusqu'à nous : en
1997, trois seront sorties des granges
de La Ferté où elle avaient vraisemblablement été remisées après guerre
...
Le site de la Ferté jouissait d'un statut
très particulier au sein de la Société
Anonyme des Automobiles Citroën.
Sa gestion était assurée exclusivement
par l'économe en Chef de Citroën,
Monsieur Clerc. Un secret absolu est
maintenu par les employés travaillant
sur place, mais également par les habitants qui signalaient volontiers les
rôdeurs et autres journalistes à la
recherche de scoops...L'entrée était
soumise à un contrôle sévère, même
pour les cadres de Javel ! On raconte
même que certains prototypes de l'ère Citroën fûrent testés
dans le plus grand secret après le rachat par Peugeot, sans que
ce dernier n'en soit informé ... en particulier le fameux
hélicoptère dont nous reparlerons prochainement...
Une lente évolution
La configuration du site a profondément évolué depuis les
années 40. La toute première piste d'essai était ... la cour
intérieure de la ferme. Tout autour, les granges et remises servaient d'abris pour les prototypes. Rapidement, un premier
circuit routier fut créé, en utilisant des "percées" existantes (la
ligne de la Simonnerie, partiellement pavée, la ligne de
Neuilly, goudronnée, et la ligne de Bourgneuf, bosselée. C'est
le "Triangle colonial" sur lequel les essayeurs parcouraient
jusqu'à 750 km par jour. C'est sur ce circuit que furent en particulier mises au point les suspensions de la 2 CV et celles de
la Traction Oléopneumatique. Puis, durant les années 60,
furent crées d'autres circuits , comme le Bel Air ou le Parc. On
y ajouta également des hangars pour y abriter des ateliers
techniques, puis un complexe corrosion, une soufflerie...
Conscient du potentiel extraordinaire de cet outil de travail
distant de seulement 100 km de Paris et à une heure environ
du Centre Technique de Vélizy, PSA décide d'y faire de lourds
investissements dans les années 90 afin de le moderniser. La
piste d'endurance, d'une longueur de 6,5 km est finalisée en
1996. Différents types de circuits reproduisent toutes les
conditions de route, y compris les zones urbaines, avec ralentisseurs, ronds-points et feux tricolores...
22
Günther H. Götzfried 70 jaar jong!
La Ferté Vidame aujourd'hui
Aujourd'hui, La Ferté Vidame connaît une activité intense.
Les ateliers ne désemplissent pas. Une annexe du Centre
de Style a même été crée. Les tests effectués sur les
véhicules ainsi que les kilomètres parcourus n'ont jamais
été aussi nombreux, qualité oblige. Les pistes servent
indifféremment aux modèles Peugeot ou Citroën : seul le
cahier des charges technique diffère. On y trouve non
seulement des prototypes, mais aussi des modèles de série,
prélevés sur la chaîne afin de vérifier la conformité de la
production au cahier des charges initial. Toute la journée,
les "rouleurs" se succèdent sur la piste, enchaînant les
virages, additionnant les kilomètres, dans un sens,
puis dans l'autre, afin que le véhicule ne s'use pas que d'un
côté...Un métier de passion, mais plus dur qu'on ne
l'imagine...
Conclusion
70 ans d'existence...et une contribution unique au mythe
Citroën. Pourtant, il existe très peu de témoignages
historiques de la Ferté Vidame, et pour cause : personne
n'a envie de trahir les secrets de toute une vie et ce n'est
que très timidement que certains anciens ont accepté de
témoigner. On peut citer en particulier le plus connu
d'entre eux, Monsieur Terrasson, malheureusement décédé
il y a peu, qui livra des histoires passionnantes sur les essais
de l'époque et prit également une des seules, voire la seule
photo sur les pistes, à la volée et à l'abri des regards,
entouré de trois prototypes de TPV. Une photo qui aurait
valu à son auteur un renvoi immédiat, et qui resta de ce
fait longtemps cachée : certes, le document est exceptionnel, mais il constitue une transgression qui ne serait pas
plus acceptable aujourd'hui qu'il y a 70 ans...merci quand
même, Monsieur Terrasson...
Zeventig. U leest het goed. Hij ziet er jonger uit, dus voor
velen zal het een verrassing zijn: Günther H. Götzfried,
journalist en jarenlang de bezieler, schrijver, redacteur,
correcteur, retroviseur én vormgever van Citroglycerine
vierde onlangs zijn zeventigste verjaardag.
Günther, heb je je verjaardag doorgebracht in je zwarte DS
Pallas? Zwevend over de Antwerpse Leien, mijmerend over
vroegere tijden? Druk denken aan nieuwe artikels?
Zoals we zien ben je alweer zeer actief geweest en heb je deze
Citroglycerine nummer 93 aardig mee gevuld. We duimen
alvast dat je dit verder doet, zo ergens tot je zelf 93 bent.
Aan welk nummer van Citroglycerine zitten we tegen dan al?
Ik zou het eens moeten uitrekenen.
Laat ik je alvast, in naam van de Club, het bestuur en alle
leden, nog veel mooie jaren wensen. Goed gevulde jaren, vol
onderwerpen voor boeiende artikels. Ik ben er zeker van dat
dat geen probleem zal zijn.
Leo.
AR
70GÜJNA
THER
Nieuwe leden
Nouveaux membres
792 N Gauthier DECAVEL - Waregem
793 N BORSTLAP Johan - Knokke-Heist
794 N CREYTENS Marc - Sint-Amandsberg
Welkom in de club - bienvenus au club!
23
Citroglycerine / N° 93 / 2009
SPORT MASERATI
DIRAVI, qu'est-ce que c'est ?
Une des solutions originales sur la SM, était la direction, d'abord appelée Vari Power, avant de prendre
la dénomination de DIRAVI (Direction à Rappel
Asservi par la Vitesse). Pour un profane qui entrerait
dans l'univers SM, voici une synthèse. Cette direction
comportait trois aspects fondamentaux.
Elle était extrêmement directe (1 :9,4) de rapport de
démultiplication ou 1 tour 1/4 de butée à butée. Par
comparaison, une Ferrari Daytona affichait, 2 tours 3/4.
Elle utilisait des pivots situés dans l'axe même des roues
pour éviter tout mouvement de braquage parasite.
Elle était asservie. A l'arrêt, l'assistance était totale au
point que les roues se remettaient d'elles-mêmes en
ligne droite si on lâchait le volant. C'était vraiment
curieux comme impression, agrémentée d'un chuintement hydraulique « très Citroën ». L'effort croissait en
fonction de la vitesse. La direction devenait ferme, voire
trop ferme, à partir de 190 km/h environ pour
conserver ce rapport d'assistance jusqu'à la vitesse maxi.
Le rappel asservi était obtenu au moyen d'un régulateur
centrifuge à masselottes en bout de boîte de vitesses.
Par conséquent, la vitesse de rotation était en fonction
de la vitesse de la voiture. Un tiroir hydraulique
commandait l'effort à exercer au volant.
Le volant de la SM était de forme elliptique, ce qui veut
dire qu'il n'avait pas la même forme sur l'ensemble de sa
jante, variant de 35 cm à 38 cm de diamètre selon sa
position.
Cette direction proprement révolutionnaire (dont on a
retrouvé le feeling sur la CX et de manière différente sur
la XM) n'avait que des avantages : douceur des manœuvres à l'arrêt, rappel énergique en ligne droite, sécurité
absolue en virage puisque le braquage ne pouvait être
influencé par un changement d'adhérence ou même
par un éclatement d'un pneumatique, et enfin, réponse
éclair du pilote. Lequel devait absolument passer par
une période d'adaptation !
24
RAPPEL ASSERVI … UNE VIEILLE CONNAISSANCE
Chez Citroën, lorsqu'une innovation technique arrive, il faut
souvent regarder derrière soi. On s'aperçoiy alors qu'elle existe
depuis longtemps mais que l'usine a attendu avant de
l'appliquer, travaillant souvent inlassablement à sa mise au point.
Montée sur la SM en 1970, la direction à rappel asservi existait
depuis … octobre 1957 !
C'est Paul Magès, père de l'hydraulique chez Citroën, qui l'avait
inventé comme avant elle, la direction assistée normale développée en juillet 1952 et destinée à la DS. La DIRAVI fut d'abord
montée sur la DS 19 personnelle de François Michelin.
Il parcourut plusieurs milliers de kilomètres et ne fut jamais
intimement convaincu par le procédé. L'avance technique était
indéniable mais il pensait - à juste titre- que les utilisateurs
auraient du mal à s'y habituer.
Suite à ses remarques, Paul Magès modifia l'épure pour lui
permettre de varier en fonction de la vitesse et de la dérive des
pneumatiques. Cela déboucha sur la direction de la SM qui était
intégralement irréversible. En marche, elle était « verrouillée »,
il fallait tourner le volant pour la « déverrouiller ».
Toutes les réactions ressenties au volant de la SM sont donc
artificielles puisque le diamètre des pistons d'assistance est différent, ce qui rend cette direction dissymétrique. Le même
principe fut conservé sur la CX, mais la Direction Générale refusa
de l'appliquer sur la BX pour des raisons de prix de revient.
25
26
Week-end, à Heer-sur-Meuse.
Nous nous rendons dès à présent
compte que nous connaissions bien
peu la vallée de la Meuse en amont
de Liège. Depuis le superbe weekend que nous avons passé à Heersur-Meuse en compagnie de nos
amis du club, nous pouvons désormais combler cette lacune.
Quelle bonne idée d'avoir choisi ce
château des Sorbiers comme point de
chute du séjour concocté par Luc et
Myriam Gérard. Ce château où nous
avons passé trois jours et deux nuits,
se situe dans un grand parc au bord
de la Meuse.
Lorsque nous arrivons le vendredi
matin avec Myriam, il y fait encore très
calme ; seul le chant des oiseaux
retenti t dans nos oreilles. Nous
devons nous mettre à l'ouvrage. En
effet, nous donnons un petit coup de
main à Myriam qui a prévu dans son
programme de nous faire prendre
l'apéritif et le repas sandwich dans le
parc du château. Après avoir installé
les tables et les chaises à l'abri des
regards, les premières DS arrivent.
Nous recevons un brin de muguet de
Luc et Myriam (tradition oblige) en ce
jour du 1er mai.
Les retrouvailles terminées, les
Citroënistes se dirigent vers le piquenique. Le beau temps est avec nous.
Tout va bien. Suite à ça, nous montons
nous installer dans nos chambres au
grand confort.
Vers 14h30, nous prenons le départ
pour le « Château de Freyr » qui se
situe en aval de notre hôtel. Depuis
longtemps, la renommée du château
de style renaissance nous incitait à le
visiter. Nous n'avons pas été déçu : son parc symétrique avec son
labyrinthe de haies - en plus, nous
avons eu la chance d'assister à la sortie
des orangers chargés de fruits. Le
château en lui-même a gardé
énormément de mobiliers, tapisseries
et peintures datant de Guillaume de
Beaufort-Spontin au 16e siècle. A
noter que Louis XIV y a séjourné lors
du siège de Dinant.
et Myriam ne nous ont pas mentis.
Le repas du samedi soir était composé
de quatre services et toujours accompagné de vin. Et c'est sur ce repas que
se termine la journée du samedi.
La visite se terminant, nous retournons
au « Castel des Sorbiers ». Pour y parvenir, nous délaissons les routes
directes pour emprunter des chemins
surmontant la vallée de la Meuse.
Au château, un bon repas nous attend
accompagné de vin blanc et de vin
rouge. Le dîner se terminant, nous
montons nous coucher.
Le dimanche matin, nous prenons
déjà notre dernier petit déjeuner au
Castel. Il est temps de faire ses valises
et de quitter l'hôtel pour nous rendre
dans la très belle ville de Dinant.
L'activité du samedi matin est une
première pour nous. Effectivement,
nous allons nous essayer aux joies de
la draisine sur les berges de la
Molignée. Pour ceux qui l'ignorent, les
draisines sont des espèces de cuistax
qui se déplacent sur d'anciennes
lignes de chemin de fer désaffectées.
Le parcours de six kilomètres n'est pas
des plus facile. Les faux plats se font
sentir et les draisines sont plutôt lourdes. Mais cette attraction fut bien
plaisante.
Sur le chemin du retour à l'hôtel, notre
convoi à la surprise de croiser un
cortège d'une bonne centaine de
véhicules militaires datant de la guerre
40/45. Image paradoxale que de voir
se croiser des Willys et des DS. Au
château, le très beau temps nous
permet de prendre notre dîner en terrasse avec en accompagnement une
bière blonde « Caracole ».
Notre après midi est plus calme.
Certains vont visiter une ferme d'élevage d'escargots, d'autres opterons
pour une promenade le long de la
Meuse, d'autres encore s'adonneront à
la pétanque, ou certains iront tout
simplement se reposer.
Ce week-end était gastronomique, Luc
Nous arrivons devant une boulangerie
spécialisée dans la fabrication de
couques. Nous traversons le magasin
pour parvenir dans l'atelier de
fabrication. La fabrique d'une couque
consiste à mélanger de la farine et du
miel jusqu'à l'obtention d'une pâte
épaisse et malléable. Lorsque celle-ci
est passée au rouleau, elle est calibrée
dans un moule caractéristique et mise
au four à très haute température
pendant dix minutes. Le moule a son
importance, car c'est lui qui va
imposer le dessin en relief sur la
couque.
Après cette intéressante visite et
quelques achats dans la boutique,
nous prenons le temps de nous
balader dans les rues de Dinant avant
de rejoindre le château pour notre
dernier repas du week-end.
Et vient alors le moment de nous
quitter après avoir pris une dernière
photo de toutes les DS et de la SM
devant le très beau « Castel des
Sorbiers ».
Michèle et Xavier.
27
Citroglycerine / N° 93 / 2009
Vendredi 1er mai. Luc et moi prenons la route dès 8h30 pour
nous rendre à Heer sur Meuse. Nous voulons arriver une heure
avant les participants pour préparer l'apéritif et le pique-nique
prévus dans le parc du domaine du Castel des Sorbiers.
Je suis au volant de la C5 pour transporter le matériel nécessaire
: chaises et tables pliantes, frigo box, paniers de sandwiches,
boissons, ….. Luc me suit en DS. Elle est enfin prête (si vous
avez lu l'article sur la journée famille à Paradisio, vous devez
savoir qu'elle ne l'était pas dimanche dernier).
Nous roulons depuis à peine une demie heure. Dans mon rétroviseur, je vois que Luc s'arrête sur le bas-côté de la route.
Mauvais signe ! Je crains le pire.
En effet, apparemment, une bougie a « explosé ». La voiture
fait un boucan d'enfer.
Luc se voit contraint de faire demi-tour et de ramener la DS au
bercail. Je stresse un peu. Le week-end commence mal.
Changement de programme donc. Je poursuis ma route seule,
direction Heer, en passant par Ciney où Xavier et Michèle
m'attendent à 9h30.
28
Jean-Marc et Fabienne, en bons samaritains, viennent chercher
Luc à la maison.
J'arrive vers 10h15 au Castel. Avec l'aide de Xavier et de
Michèle, l'emplacement du pique-nique est aménagé en deux
temps, trois mouvements.
Vers 11 heures, la première DS
arrive. C'est celle de Jean Hendrickx et de son épouse. Les
autres voitures ne tardent pas à arriver. Le week-end peut donc
commencer… Oublié l'épisode de la panne… Nous sommes là
pour en profiter.
Nous ne vous raconterons pas ce week-end mais nous tenons à
remercier tous ceux qui y ont participé. Merci d'avoir apporté
votre bonne humeur, votre sourire et vos histoires drôles,
merci d'avoir été si dociles et respectueux des horaires fixés
pour les activités, merci pour votre enthousiasme, merci
pour votre aide, merci pour vos commentaires et vos encouragements. Promis, nous essayerons de remettre le couvert.
Week-end Heer-sur-Meuse - 1, 2 en 3 mei 2009
Reeds rond de jaarwisseling, toen de data van de evenementen van 2009 begonnen bekend te raken werd al
duidelijk dat we ten huize Bogaerts-Verstraete voor serieuze
dilemma's zouden komen te staan…..
Het week-end van 1 mei stond er een beetje teveel van het
goede op het programma.
Op uitnodiging van Luc en Myriam naar Heer-sur-Meuse OF
Citromobile in Utrecht ??? Gezien de laatste jaren
Citromobilesteeds samenviel met het Internationaal SM weekend was het voor Walter een heel moeilijke keuze.
Tenslotte vonden we een voor beiden aanvaardbare oplossing :
we gingen allebei op week-end. Walter naar Utrecht waar hij
zou overnachten bij vrienden in Amstelveen en ik naar Heer-surMeuse. Iedereen tevreden, toch. Alhoewel, achteraf gezien ….
ik weet namelijk wat Walter gemist heeft…..
Toen ik hoorde dat Marc Roelandt zich ook had ingeschreven
heb ik maar direct gevraagd of ik voor 3 dagen als zijn co-piloot
dienst mocht doen.
Tot mijn scha en schande moet ik toegeven dat mijn enige
voorbereiding voor het week-end zich beperkt heeft tot het
betalen van mijn deelname, het op de valreep nog meenemen
van een paar laarzen (gelukkig totaaaaal overbodig…) en het
reserveren van een grote dosis goed weer.
Donderdag nog tot zes uur op kantoor, nog vlug een weekendtas gemaakt voor Walter (die hij ongelooflijk maar waar
vergeten is mee te nemen, terwijl ze nota bene in het midden
van de keukentafel stond) !!!
Maar… vrijdagochtend stond ik op het afgesproken uur, gepakt
en gezakt, bij Marc op de stoep !!
Gelukkig had Marc zijn huiswerk wel goed gedaan en had hij de
route naar onze plaats van bestemming mooi uitgestippeld.
Iedereen zal het wel met me eens zijn als ik zeg dat van zodra
je in een SM of DS stapt je overvallen wordt door een “ik ben
met vakantie”-stemming.
Heer-sur-Meuse, here we come !!
Zonder problemen arriveren we mooi op tijd op het domein
van “Castel les Sorbiers” waar we met een warme glimlach en
een takje meiklokjes worden verwelkomd door Luc en Myriam.
Tegen het middaguur is iedereen gearriveerd met uitzondering
van Charles en zijn echtgenote die zich “lichtjes misreden”
hebben maar met een beetje “retard”, alsnog de groep
vervolledigden.
Het domein waar we het komende week-end zullen verblijven is
een ware openbaring. Een groot hoofdgebouw (kasteeltje) waar
zich de receptie, de keuken en de eetzaal bevinden. De gastenkamers zijn ondergebracht in een afzonderlijk gebouw, van
recentere datum maar dat in dezelfde stijl gebouwd is en op
enkele meters afstand van het hoofdgebouw staat. Het geheel
is omgeven door heel veel groen en aan de achterzijde
geflankeerd door een stroom.
Het mooie weer laat toe dat we onze eerste maaltijd in picknickvorm in de zonovergoten tuin kunnen nuttigen. Lekker lui genieten van het weerzien, het aperitief, de broodjes, de grappen,
de zon !!!
Ik zal voor het woord “zonovergoten” nog veel synoniemen
moeten zien te vinden voor het weekend ten einde is want de
zon is zonder twijfel de rode draad door deze prachtige dagen.
Dat diezelfde zon echter ook haar stekeltjes kan tonen zal vooral
(Cathérine) letterlijk aan den lijve ondervinden.
Niettegenstaande de omstandigheden uitnodigden om te
blijven waar we zijn worden we uit onze loomheid gehaald voor
het inchecken en de uitstap die vervolgens op het programma
staat.
Afspraak om half drie aan de auto's.
In kolonne zetten we koers richting “kasteel en tuinen van
Freyr”, gelegen op de oever van de Maas.
Het is gebouwd in renaissancestijl en wordt omringd door
prachtige klassieke tuinen met driehonderdjarige sinaasappelbomen. Wij zijn getuige van een unieke gebeurtenis want deze
sinaasappelbomen die in gigantisch grote potten staan worden
in de oranjerie geplaatst om te overwinteren en elk jaar, op
1 mei, worden ze weer buiten gezet.
Na het bezoek aan de tuinen gaan we ook binnen een kijkje
nemen en zijn aan de hand van fotomateriaal getuige van de
renovatiewerken die na een overstroming van de Maas in 1995,
waarbij het water tot aan de 1ste verdieping stond, jaren heeft
geduurd.
Het resultaat is verbluffend en mag gezien worden.
Na de kilte binnenshuis doet het zonnetje buiten alweer deugd.
Tijd om terug op “huis” aan te gaan.
Volgende afspraak : half zeven op het terras voor het aperitief.
Pas wanneer de avond echt valt keren we terug naar binnen om
ons tegoed te doen aan een drie-gangen maaltijd overgoten
met niet alleen wijn maar, vooral, met verhalen, soms grappig,
soms heel ernstig, anekdotes, ervaringen…..
Sommige met een glas wijn, anderen met een Kriek als slaapmutsje gaan we tegen middernacht slapen. Het kleine stukje
wandelen tussen het hoofdgebouw en de gastenkamers doet
zoveel deugd. De geur en de geluiden van de nacht zijn overweldigend.
Zalig geslapen (groot bed voor mij alleen…..) Na het ontbijt
staat er een “echte” activiteit op het programma. Met de auto
rijden we tot in Warnant waarna we een tocht gaan maken met
een railbike (een ijzeren fiets op 4 wielen voor twee trappers en
twee passagiers per fiets) tot in Falaën en terug. Het ziet er in
ieder geval niet moeilijk uit maar oh jee wat kom ik daar mezelf
tegen…… Sorry Marc en Christophe, wat laten we jullie
afzien….. Henry en ik nemen het wijze besluit de weg te voet te
vervolgen zodat jullie alvast van een letterlijk zware last verlost
zijn. Maar ook de wandeling was heel fijn en net op het
moment dat de kelner, alweer buiten op het terras, de drankjes
brengt zijn wij ook ter plaatse. De terugweg, met een andere
fiets en bergaf, gaat gelukkig voor de trappers veel gemakkelijker zodat Henry en ik ons niet opnieuw heeeel schuldig gaan
voelen…….
Terug onderweg met de auto's worden we aan de kant gezet
voor een kolonne van maar liefst 150 verschillende legervoertuigen van diverse nationaliteiten die ergens in de buurt
hun “kamp” zullen opslaan voor de rest van het week-end.
Die kampplaats is natuurlijk een groot bewaard geheim want
stel dat de Duitsers de locatie te weten komen…….
Elk zijn hobby nietwaar…..
's Middags kunnen we alweer buiten eten en worden er
plannen gemaakt voor de namiddag die we vrij mogen doorbrengen. Een bezoek aan Dinant, een wandeling in de buurt,
een bezoek aan een slakkenkwekerij, wat zonnebaden, een
29
Citroglycerine / N° 93 / 2009
spelletje petanque….. alles is mogelijk in deze mooie omgeving
en met dit weer…..
Marc en ik gaan ervoor zorgen dat er één van de vele nog te
vullen gaatjes in mijn cultuur opgevuld geraakt en wij besluiten
een bezoek te brengen aan de abdij van Maredsous. Bij ons
vooral gekend om zijn kaas, bier en brood. Ondanks de drukte
straalt de ganse omgeving, eens binnen de muren van de abdij
een soort rust uit die typisch is voor dit soort religieus
geïnspireerde domeinen.
Na in de buurt nog iets te hebben gedronken kiezen we een
andere, mogelijks nog mooiere, weg terug.
We ontmoeten de anderen, ja ik weet het, het wordt op den
duur eentonig, in het zonnetje op het terras en de belevenissen
van de namiddag worden uitgewisseld.
Opnieuw sluiten we de dag af met dezelfde ingrediënten : een
heerlijke maaltijd in goed gezelschap.
Het is alsof op zondagochtend niet alleen onze stemming al een
klein beetje somber is omdat het de laatste dag is, maar ook de
zon heeft wat last om zich op gang te trekken.
Voordat we voor de laatste keer in groep op weg gaan pakken
we in en bij het afgeven van de sleutel begint het zo'n beetje te
dagen…. Maar, we nemen ons voor nog niet te denken aan
afscheid nemen, dat is voor straks, eerst nog een bezoek aan
30
Dinant. De auto's mogen op de parking van het station staan en
te voet gaan we richting centrum waar we in bakkerij Jacobs het
verhaal te horen krijgen van de “couques de Dinant” een soort
“soldatenkoek” gemaakt van meel en honing en bijgevolg
kei- en keihard. Lekker kun je ze niet echt noemen maar ze
maken er wel taferelen van die een streling voor het oog zijn
i.p.v. voor de tong.
Christophe, die diezelfde dag nog op zakenreis vertrekt zal ons
niet meer vervoegen voor het middageten en zet na het bezoek
aan Dinant koers richting huis. Op de terugweg stoppen we
nog even voor een paar foto's vanop een plaats met een
magnifiek panorama en zicht op de Maas om vervolgens onze
laatste maaltijd van het week-end samen te gebruiken in Les
Sorbiers.
Ik denk me suf hoe ik nu om te besluiten in één zin het weekend kan samenvatten. Onbegonnen werk, woorden te kort.
Dank je wel Luc en Myriam, het was fantastisch !!
Dank je wel Marc !
Dank je wel iedereen die er was, samen hebben we er fijne
dagen van gemaakt. We kunnen enkel hopen dat we dit nog
vele, vele keren mogen herhalen !
Annie.
Cartoon
31
Citroglycerine / N° 93 / 2009
En avant, la Traction !
S
9’I0NNOAVAN
TION
D
32
En mai 1934, quinze ans à quelques jours près après le lancement du type A - et alors qu'une fois de plus courent les bruits
les plus alarmants sur les finances de Javel- un bombe éclate :
Citroën annonce, pour 17.700 F, soit un peu moins cher que
la « 8 », une nouvelle voiture, la « 7 » qui n'a absolument rien
de commun avec tout ce que l'on a pu voir rouler jusqu'alors,
la « 7 », première d'une inoubliable lignée de « Traction ».
A vrai dire, la traction avant n'était pas une nouveauté : on
l'utilisait déjà en 1900 (Latil) et depuis 1926/1928, quelques
constructeurs produisaient des voitures à roues avant motrices :
Bucciali, Derby, Tracta (qui fut, grâce à J.A. Grégoire, la première
Traction viable et prouva ses qualités en compétition), Rosengart
(sous licence allemande Adler et d'après des brevets Grégoire), en
France. Ensuite Alvis, en Angleterre, Adler, DKW, Rohr, en
Allemagne, Cord, Ruxton, Miller (voitures de course) aux USA, où
Budd avait par ailleurs réalisé en 1931, un prototype d'études, sur les plans de son ingénieur
en chef Joseph Ledwinka.
Ce prototype, réalisé uniquement dans un but
expérimental, fut présenté à André Citroën lors
d'un voyage aux Etats-Unis, et selon certains
historiens américains, c'est en examinant ce
prototype à la structure monocoque que
Citroën aurait décidé de construire la Traction.
Il est possible que les techniciens de Budd (qui
fournissait l'outillage carrosserie de javel depuis
la Tout-Acier) aient participé à l'étude de la
structure de la « 7 », mais il est vraisemblable
qu'André Citroën avait déjà en tête l'idée d'une
voiture à roues avant motrices avant de
connaître l'existence du prototype Budd.
Mais l'originalité, le génie de la « 7 », outre ses
roues avant motrices, c'était le fait qu'elle était
la seule voiture au monde (et destinée à être produite en grande
série), à réunir pour la première fois, en un même ensemble, des
caractéristiques soit absolument nouvelles, soit déjà connues mais
dont chacune, dans son propre cas, suffisait seule à classer une
voiture :
-
-
moteur à culbuteurs, pratiquement pas employé en série,
où l'on conserva longtemps les soupapes latérales ;
chemises amovibles, supprimant la délicate et coûteuse
opération du réalésage ;
freins hydrauliques, dont ce fut après Fiat et Mathis,
la première utilisation en série, et qui ne se généraliseront
qu'après la dernière guerre ;
suspension par barres de torsion, technique employée par
Porsche sur les voitures de course Auto-Union ;
roues avant indépendantes, encore assez peu courantes,
et essieu arrière à 'roues tirées' ;
carrosserie-coque sans châssis, utilisée pour la
première fois par Lancia.
Un détail de la traction dont on ferait grand cas aujourd'hui,
passa totalement inaperçu à l'époque : sa colonne de direction en
deux parties, articulées sur un cardan, préfigurait les directions de
sécurité qui s'imposent de nos jours. Cette disposition fut
d'ailleurs abandonnée sur les modèles à crémaillère, mais le fait
méritait d'être signalé.
Techniquement, la Traction était un tour de force. Sur le plan
pratique c'était un progrès énorme, et la « 7 » démoda aussitôt
toutes les voitures traditionnelles : en toute logique, car il ne
s'agissait pas cette fois, comme touts les constructeurs l'avaient
fait depuis deux ou trois ans, d'un replâtrage, de l'emploi d'une
nouvelle caisse sur un châssis vieux de dix ans.
Sur la « 7 », tout était nouveau, de A à Z. Sa ligne très basse
(pas de marchepied, pour la première fois sur une voiture de
série) qui avait déjà étonné les concessionnaires à qui elle avait
été présentée quelques semaines plus tôt, surprit le public mais
lui plut.
On se pressait dans les magasins d'exposition pour y admirer la
merveille. Pour la première fois, on ne montait plus dans une
voiture, on y descendait, et l'intérieur n'en était pas encombré par
un tunnel d'arbre de transmission, ni par des leviers de frein ou
de commande des vitesses.
En ce printemps de 1934, les vendeurs de Citroën mettaient
surtout l'accent sur l'étonnante stabilité de
la « 7 ». Ils se livraient à des démonstrations
spectaculaires : pour eux, le jeu consistait à se
lancer le plus vite possible et, brusquement, à
donner un coup de volant à droite pour
envoyer la voiture rouler sur les bas-côtés, ou à
zigzaguer sur la route sans qu'elle ne s'embarque dans le moindre dérapage. L'expérience se
terminait par un coup de frein aussi brutal
que possible, les mains du conducteur à dix
centimètres du volant.
Naturellement, un jour de pluie était un jour de
fête pour les démonstrateurs de Citroën.
Même sensibilisé par les critiques qu'il avait
déjà pû entendre, l'acheteur éventuel restait
confondu devant de telles qualités de tenue de
route, dépassant de loin tout ce qu'il avait pû
imaginer.
Grâce à une nervosité supérieure à celle d'un
châssis courant, les performances de la « 7 » étaient celles d'une
bonne petite voiture de sport, mais c'est grâce à cette tenue de
route ahurissante qu'elle pouvait se permettre des moyennes
élevées, très proches de sa vitesse de pointe, et cela en toute
sécurité. La « 7 » mettait les joies de la vitesse à la portée de
n'importe qui et, à son volant, le dernier des maladroits pouvait
se sentir l'âme d'un champion.
La « 7 » avait été prévue pour
recevoir une boîte automatique
hydraulique étudiée par Sensaud de
Lavaud, essayée d'abord sur des
« 8-10-15 », mais dont les essais ne
furent pas concluants : la cylindrée
du moteur était trop faible pour
compenser les inévitables pertes de
puissance, et la qualité du fluide utilisé laissait à désirer : en ville ou en
côte, et principalement en été, il
atteignait très vite une température
élevée qui lui faisait perdre toute efficacité, avec des conséquences que
l'on peut imaginer. Etant donné l'état des finances de l'usine, et en raison des espoirs fondés sur la
nouvelle voiture pour redresser la situation, il fallait que la « 7 » ,
dont les prototypes tournaient à Montlhéry en septembre 1933,
sorte dans les délais les plus brefs : la « turbine », comme on
l'appelait, fut abandonnée au dernier moment et remplacée par
une boîte classique étudiée et réalisée en catastrophe.
33
Citroglycerine / N° 93 / 2009
La naissance de la voiture, même avec sa boîte conventionnelle,
n'alla pas sans difficultés : les cardans cassaient, la boîte craquait,
la suspension arrière se tortillait, la coque se déchirait, plusieurs
mois auraient été nécessaires pour parfaire la mise au point de la
« 7 » dont les premiers propriétaires connurent de nombreux
déboires. La nouvelle Citroën prouva pourtant son endurance
grâce à François Lecot, spécialiste des raids routiers et qui effectua notamment Paris-Moscou et, surtout, parcourut 400.000 km
en un an sur Paris-Lyon-Monaco.
HOMMAGE
À FRANÇOIS
LECOT
Hommage particulier à François Lecot,
nous allons pour cela
relever un défi, celui
de faire "tourner"
une Traction pendant 75 heures nonstop avec un carburant "bio".
Au delà des 4000 km qui pourront être réalisés au cours de ce
défi, le projet consiste bien à faire rouler une Traction pendant
75 heures du jeudi 9 au dimanche12 juillet et afin d'homologuer ce projet comme un record, et de démontrer que voitures
anciennes ne rime pas avec pollueurs, nous souhaiterions faire «
tourner » cette Traction avec un carburant « bio » de la compagnie TOTAL.
La voiture circulera dans tout le département du Pas de
Calais. L'itinéraire sera composé de boucles au départ de la ville
d'Arras et qui passeront par les hauts lieux touristiques du
département.
De nombreux équipages se relaieront jour et nuit pendant
ces 75 heures. Les équipages seront composés de 2 chauffeurs.
Ce seront tous des conducteurs et possesseurs de Traction inscrits
à l'évènement et qui seront tirés au sort préalablement.
Nous aimerions faire inscrire ce défi au livre des records
«Guinness Book» : faire tourner pendant 75 heures une voiture
de plus de 50 ans avec un carburant « bio » !
Pour en savoir d'avantage : www.75heurespour75ans.com
ARRAS - WEEKEND DU 10,11 et 12 juillet :
75 HEURES POUR 75 ANS
Le programme n'est pas encore complètement défini, nous
pouvons malgré tout vous en donner les grandes lignes.
Un musée éphémère de 75 traction venues des trois sites de
production ( Paris, Forest et Slough), des films d'époque, une
conférence, un défilé de mode (1934-1957), des attractions pour
tous les tractionnistes - hommes et femmes- une bourse
d'échanges, un accueil sur les magnifiques place d'Arras... le
dimanche après midi un défilé de groupes folkloriques internationaux et de "scénette" sur l'histoire de la Traction feront des
ces quatre jours LE souvenir majeur de l'année 2009... et
certainement l'un des plus grand évènement jamais réalisé autour
de la Traction.
34
90NJIEAUWAINRG
VER
De grote uitdaging:
de Traction Avant
De Traction Avant wordt met veel lof overladen bij haar
voorstelling in april 1934 : zo nieuw, zo gedurfd, zo rijk aan
originele oplossingen, zo verschillend met wat vroeger
gemaakt werd.
Op dat ogenblik hebben reeds andere constructeurs voorwielaangedreven wagens gemaakt, zoals Adler in Duitsland, maar
met een te omvangrijke mototr die te veel plaats opoffert voor
het interieur. De klassieke auto's zijn achterwielaangedreven, met
een achteras die haar aandrijft.
De koets is nog dikwijls met een
houten structuur, bekleed met
staalplaat, vastgemaakt aan een
chassis, waarop de motor met
bouten vastzit. Zulk voertuig is
bijzonder zwaar, en de besturing
stroef.
De technische uitdaging van de
traction avant was het gewicht
van de motor-versnellingsbak te
laten rusten op de voorwielen,
die tegelijk draaien en aandrijven. Met daarbij een lager
gewichtspunt, kent de traction
een uitstekende wegligging, vandaar haar succes.
Deze nieuwe opstelling is niet het enige, alles is vernieuwend :
een zelfdragend stalen koetswerk zonder chassis, wat haar lichter
maakt. De koets profiteert ook van het aerodynamisme , dankzij
ingenieur André Lefebvre en stylist Flaminio Bertoni : de vorm
maakt het voorwerp uit van studies, er is een goede verdeling van
de massa's en een zeer goede doorstroming van de luchtfluxen
die de snelheid bevordert.
Oorspronkelijk was er zelfs een automatische vernellingsbak
voorzien, maar problemen met de verhitting van de olie van de
koppelomvormer leiden er toe dat op het laatste ogenblik een
normale versnellingsbak wordt ingebouwd, die reeds in het
geniep door de vooruitziende ingenieurs was gebouwd !
De technische vernieuwingen van de traction zijn ook risicovolle
avonturen, met alle problemen vandien. Op de eerste modellen
breken de aandrijfassen, scheuren de naden van de koets achteraan, de zwevende motor zweeft te veel ! Deze auto staat pas na
enkele maanden volledig op punt. In 1936 komt nog een
verbetering : hydraulische schokdempers en een tandheugel
stuurinrichting.
De laatste traction avant verlaat de Quai de Javel op 25 juli 1957,
een 11 Familiale voor de concessiehouder Dufour in Saint-Malo.
Met 759.123 exemplaren en 23 jaar, 4 maand en 15 dagen
produktie, is dit het wereldrecord in duur voor dat ogenblik.
Nog steeds een mytische wagen, heeft de traction het pad
geëffend voor de moderne wagen.
DE RAID VAN FRANCOIS LECOT:
10 MAAL DE OMTREK VAN DE AARDE !
In juli 1936 schrijft de 57-jarige François Lecot geschiedenis : hij
heeft zonet de afstand van 400.134 km afgelegd in één jaar, aan
boord van een Traction Avant 11 Légère, ofwel 1100 km per
dag ! Afwisselend rijdt hij Rochetaillée - Parijs - Rochetaillée één
dag, en Rochetaillée - Monaco - Rochetaillée de andere dag.
Niemand heeft dit huzarenstuk
achteraf nagedaan.
Nog een ander exploot : in 1934 reed
hij ook de rallye van Monte Carlo ... in
een autobus Citroën type 45, met als
vertrekplaats Warschau (2.456 km in
59 u 30) !
Nochthans moet hij de verantwoordelijken van de Automobile Club de
France, zijn gezin en de sponsors
overtuigen om met hem in zee te
gaan. De Traction kent hij goed, want
toen André Citroën nog leefde, heeft
hij in juni 1934 de Ronde van
Frankrijk en België afgelegd, ofwel
5.000 km in 77 uur (met Maurice Penaud als tweede chauffeur,
een oudgediende van de Croisière Jaune)aan een gemiddelde
snelheid van 65 km/u. Daarna de raid Parijs-Moscow-Parijs in
oktober 1934 onder controle van de A.C.F.
Aangezien de Patron overleden is, botst hij op een grote
onverschilligheid vanwege de nieuwe directie, die zelfs niet wil
dat de naam van de auto geciteerd wordt ! Om een raid officiëel
te laten controleren, was de schriftelijke toelating nodig van de
constructeur, zelfs indien de wagen persoonlijk bezit was.
De wagen waarmee Lecot de raid rijdt, is een 1935 11 AL, een
gewoon serie model dat echter op een aantal plaatsen wordt
verbeterd. Zo wordt een benzine tank van 110 liter geplaatst, en
een tweede gaspedaal om zo van voet te kunnen wisselen.
Standlichten en lange afstandlichten worden toegevoegd, en de
vier wielen en het reservewiel hebben geen sierkappen om het
wisselen te bespoedigen.De namen van de belangrijkste leveranciers van accessoires worden op de koets gezet, en twee grote
cocardes rood-wit-blauw op de deuren.
Het onderhoud van de wagen gebeurt in de garage van Lecot in
Rochetaillée-sur-Saône, en het volledige verloop gedurende één
jaar wordt gecontroleerd door een inspecteur van de A.C.F. die
idere dag meerijdt.
Gedurende deze 400.000 km werden de cylinderbussen en
zuigers vier keer verwisseld, de motor werd 13 keer volledig
nagezien ; de banden werden om de 25.000 km veranderd, en
het gemiddeld verbruik bedroeg 11,8 liter.
Wat was de zin van dit ongelofelijke exploot ? François Lecot
35
Citroglycerine / N° 93 / 2009
wilde bewijzen dat de menselijke weerstand (bijna) geen grenzen
kent, en idem voor een goed onderhouden mechaniek. Op
56-jarige leeftijd was dit een zeldzaam voorbeeld van volharding
en wil om tot het einde door te gaan.
ARRAS - WEEKEND van 10,11 et 12 juli:
75 UUR VOOR 75 JAAR
Verschillende Traction Clubs hebben een weekend op het getouw
gezet om de 75 jaar te vieren, en het programma kan u vinden
op : www.75heurespour75ans.com
Wat kan u verwachten ? Een gelegenheidsmuseum met 75
tractions uit de drie productiesites ( Parijs, Vorst en Slough),
films uit de oude doos, voordrachten, een défilé van alle
modellen (1934-1957), attracties voor de mannelijke en
vrouwelijke tractionrijders , een wisselstukken beurs, een onthaal
op de mooie markt van Arras...en zondag namiddag een optocht
vabn internationale folkloristische groepen en evocaties over de
geschiedenis van de Traction. Niet te missen als een van
de meest gedenkwaardige bijeenkomsten die ooit rondom de
Traction zijn georganiseerd.
Dit bestaat erin een Traction gedurende 75 uren non-stop te
laten rijden van donderdag 9 tot zondag 12 juli, en als record te
laten homologeren met een bio-brandstof van TOTAL ; zo auto
wordt bewezen dat oude auto niet rijmt op vervuiler !
Deze auto zal rondjes maken vanuit de stad Arras, en langs de
toeristische hoogtepunten van het departement Pas de Calais
rijden. Hiervoor ploegen van twee chauffeurs mekaar aflossen
dag en nacht ; deze deelnemers aan het evenement, zullen door
lottrekking uitgekozen worden.
De vermelding die men probeert te behalen in het “Guiness Book
of Records” is : een auto van meer dan 50 jaar oud te laten rijden
op biobrandstof gedurende 75 uur.
Artois Expo-complex
Stadscentrum Arras
Avondprogramma
Ontvangst deelnemers
van 11-19 uur
Ontvangst van de exposanten
Inrichten van het Tractionmuseum
Ontvangst van de deelnemende Tractions
Bezoek aan Arras en omstreken
Bedrijfsbezoek
18.00 uur officiële start van 75-75
met een vin d'honneur
tentoonstelling van de vele deelnemende
Tractions op de twee monumentale pleinen
19.30 Gratis barbecue voor
alle deelnemende TA-equipes
Zaterdag
11 juli
Het Artois Expo complex is
van 9-19u open:
• museum
• salon, beurs
• lezingen
• tentoonstelling van de te
veilen objecten
Wekelijkse markt (ochtend)
Bezoek aan Arras en omstreken
Bedrijfsbezoek
MIDDAG:
Modeshow ( 1934-1957)
tentoonstelling van de vele deelnemende
Tractions op de twee monumentale pleinen
20.00 u Galadiner voor
300 personen, gekostumeerd bal
Zondag
12 juli
Het Artois Expo complex is
van 9-19u open:
• museum
• salon, beurs
• lezingen
• tentoonstelling van de te
veilen objecten
Bezoek aan Arras en omstreken
Ochtend : wijding van de Traction
Middag: defilé
• belangrijke happening ( nog geheim)
Feestavond
Maandag
Het Artois Expo complex is
van 9-14u open:
• museum
• salon, beurs
• tentoonstelling van de te
veilen objecten
Dag
Vrijdag
10 juli
13 juli
36
EEN EERBETOON AAN FRANCOIS LECOT!
37
Citroglycerine / N° 93 / 2009
Familiedag 26 april Parc Paradisio
De oorspronkelijk geplande familiedag op zondag 15 maart in
Marcinelle diende op het laatste moment te worden afgelast
wegens organisatorische redenen op de voorziene locatie.
Maar uitstel is geen afstel ; beter laat dan nooit en onze voorzitter zou onze voorzitter niet zijn als hij niet voor een “familiaal”
alternatief zou zorgen.
Dus kregen we enkele weken later dan voorzien de uitnodiging
in de bus voor onze traditionele familiedag die zou doorgaan in
Parc Paradisio.
Voor allen die nog jongere kinderen hebben en een beetje
vertrouwd zijn met de prijzen van de pret- en andere parken een
echte financiële buitenkans.
Dat we ondertussen eind april waren was misschien een minpunt
omdat reeds her en der communie- en lentefeesten in de
agenda stonden.
Met de pijn van de verhuis van de vorige dag nog in de spieren
(het gezin wordt kleiner, maar de familie groter….) en een half
uur te laat op de afspraak (sorry Marc) waren we de laatsten om
de groep te vervolledigen.
Garage Snoeckx NV
Bredabaan 196
2170 Merksem.
38
Thuis met regen, wind en donkere luchten vertrokken, begon het
er naarmate we dichter bij de bestemming kwamen alsmaar
beter uit te zien.
Wij hadden het park nog nooit voordien bezocht en al snel bleek
dat ons vooroordeel dat het vooral bestemd is voor het vertier
van gezinnen met kinderen onterecht.
Eens binnen was het de bedoeling dat iedereen zo'n beetje zijn
eigen ding zou doen, afhankelijk van de interesse en de
mogelijkheden die het park te bieden heeft.
Samen met Odette en Frans en Lucy en Pol hebben we het park
verkend en er een gezellige dag van gemaakt, met een lekker
groot “familie-gehalte”.
Lang konden we niet blijven maar toch weer blij dat we erbij waren
!! Bedankt Odette, Frans, Lucy en Pol voor het gezelschap !!
Bedankt Marc voor de uitnodiging !!
Annie
tel.: 03/ 645 95 13
Fax: 03/ 647 32 52
Ho Ho Ho, Paradisio
Après un long hivernage, le club nous a enfin donné l'occasion
de ressortir nos déesses en ce dimanche 26 avril. Mais en ce qui
nous concerne, pas de DS. Ses longerons ont dû faire peau
neuve et elle n'est pas encore tout à fait prête. Peu importe,
c'est dans notre C5 Tourer fraichement immatriculée (nous
l'avons depuis 5 jours) que nous participons à cette journée
familiale dont le rendez-vous était fixé à l'entrée du Parc
Paradisio.
Mais tout d'abord, un petit détour par La Louvière pour prendre le
petit déjeuner chez Joël et Dominique. Benjamin, Christelle et
Pauline nous y rejoignent. C'est donc le ventre plein que nous
reprenons le volant, direction Brugelette.
Rassemblement sur le parking. On se salue, on s'embrasse, on
bavarde un peu ; tout cela sous la pluie qui nous accompagne
depuis le matin mais qui finit par nous oublier pour laisser place à
de belles et larges éclaircies.
Luc et moi ne connaissions Paradisio que de réputation ; nous ne
l'avions encore jamais visité. C'était donc une occasion à ne pas
manquer, d'autant plus que, comme toujours lors de la journée
familles, cela nous permettait aussi de passer un bon moment
entre passionnés. Nous gardons de ce dimanche un très bon
souvenir. Le parc est tout simplement superbe.
Contrairement à ce qu'on pourrait croire, on n'y trouve pas que
des oiseaux, même si ce parc nous propose de déambuler dans la
plus grande volière au monde, où nous avons pu admirer, entre
autres, des ibis rouges, des flamands roses, des hérons gardebœufs, des touracos violets et des pintades vulturines……
En dehors de cette volière, nous avons aussi pu croiser des
cigognes, des perroquets de toutes sortes, ou encore quelques
paons très fiers de leur roue multicolore et des chouettes (les photographes n'ont pas réussi à effrayer le sosie de la célèbre Edwige
de Harry Potter). Une multitude d'oiseaux aux couleurs les plus
chatoyantes les unes que les autres.
Comme je le précisais ci-dessus, Paradiso ne rime pas seulement
avec oiseaux.
Nous y découvrons aussi un immense aquarium, le Nautilus.
Entrez-y et vous ferez une véritable plongée dans le monde sousmarin. Les oursins, les étoiles de mer, les anémones, les crabes et
les méduses ne demandent qu'à se faire admirer. Autres murènes,
barracudas ou mérous vous plairont tout autant. Ne craignez pas
les requins qui nagent au-dessus de vos têtes, et n'hésitez pas à
caresser les raies qui tournent dans leur bassin.
A cette époque de l'année, la nature nous gâte : nous avons pu voir
de nombreux bébés animaux ; une scène toujours attendrissante.
Dans l'espace « ferme des enfants », les plus petits peuvent, sans
danger, approcher des animaux familiers tels que des chèvres, des
poneys, des lapins, des poules,….Ils peuvent les caresser et même
les nourrir.
Grâce à un parcours de 300 mètres de ponts suspendus au-dessus
des arbres, nous avons pu observer la faune et la flore regroupées
dans ce lieu. Evidemment, quelques grands enfants se sont aussi
amusés à sauter et à faire balancer les ponts, histoire de taquiner
les moins téméraires d'entre nous.
Dans le courant de l'après-midi, nous nous sommes regroupés
pour assister à l'étonnant spectacle des rapaces. Les fauconniers,
nous ont impressionnés par leur savoir-faire. Faucons, buses, condors, grands-ducs et aigles nous ont fascinés par leur agilité, leur
vitesse et leur taille. Taille qui devient subitement très impressionnante lorsque l'aigle s'approche de vous.
Tout au long de la journée, les amoureux des fleurs et des plantes
ont également pu se régaler du spectacle offert par les différents
jardins. C'est ainsi que nous avons déambulé dans un jardin
Andalou composé de fontaines, de palmiers et d'oliviers et dans
une roseraie romantique dans laquelle les roses n'attendaient que
quelques rayons de soleil pour éclore. Nous avons aussi découvert
le plus grand jardin chinois d'Europe où les promeneurs slaloment
entre les cascades, les rochers, les étangs et les pavillons traditionnels.
Deux plaines de jeux généreusement aménagées ont permis aux
enfants présents de se dépenser même si tous les chemins
empruntés aujourd'hui y avaient déjà fortement contribué.
Une belle journée comme celle-ci touche toujours très vite à sa fin.
Nous regagnons les voitures et ramenons chez nous un large éventail d'images et de couleurs.
Rendez-vous la semaine prochaine pour ceux qui ont choisi de
passer avec nous un week-end gastronomique à Heer sur Meuse
(les 1er, 2 et 3 mai) ou à Anvers le dimanche 17 mai, où nous
serons attendus par Annie et Walter.
Myriam et Luc
Une exposition sur la sauvegarde de la vie animale, réalisée en collaboration avec le W.W.F., est également accessible à bord d'un
immense baleinier à la retraite, le Mesurs Emergo. C'est aussi à
l'intérieur de ce bateau que nous avons pu contempler quelques
créatures abandonnées par leurs ex-propriétaires : iguanes, boas,
pythons, tortues, caïmans,….
Si les manchots et les otaries vous plaisent, l'Algoa Bay est faite
pour vous. Mais ne quittez pas ce parc sans avoir observé les
girafes, éléphants, hippopotames, bisons, antilopes, chimpanzés,
des singes-écureils, grues, paresseux, kangourous, zèbres,
lémuriens ou chauves-souris…(la liste n'en finit pas).
A certaines heures, vous pouvez aussi participer au nourrissage de
certains animaux comme par exemple, les primates.
39
Citroglycerine / N° 93 / 2009
Ditjes en datjes / Ceci et cela
Roel Tijskens en
zijn verzameling.
Alles aan een DS is mooi
Ik weet niet meer van waar de adoratie
voor de DS komt, het is wel al meer dan
20 jaar mijn droomauto.
Ik heb heel lang geleden eens enkele
modelwagentjes gekocht als decoratie
voor mijn slaapkamer, er was ook een DS
Gendarmerie bij.
Het echte verzamelen is later pas
gekomen, ik kreeg van vrienden een DS
Présidentielle op schaal 1/24. Daarna
ontdekte ik websites waar mensen spulletjes per opbod/te koop aanboden en zo
kon ik aan allerlei modellen geraken.
En op rommelmarkten was er ook wel
wat te vinden.
Mijn interesse ebt echter regelmatig wat
weg en dan doe ik maanden niks aan
mijn verzameling of aan de website,
maar later komt dat dan weer terug.
Ik ben wel altijd aangenaam verrast als ik
een DS zie rijden en probeer er dan ook
een foto of filmpje van te maken om op
de site te zetten. Met eigen website :
www.iddsfan.be. Doen…
Vriendelijke groeten
Roel Tijskens
www.iddsfan.be
Wat een vader gelukkig
kan maken
Het was een kort telefoontje van een zoon
die zijn vader voor diens verjaardag het
plezier wilde gunnen om eens weer in een
DS te gaan zitten. Hij had al verschillende
contacten - in de eigen buurt zelfs
een Citroën-garage - en bij allen gecontacteerde personen was hun DS niet in
staat om een rit te wagen. DS was niet
gereed.
Daarom kreeg ik een telefoontje. Hoe die
jonge man aan mijn telefoon was
gekomen weet ik niet. In ieder geval, ik
heb zeer snel “ja” gezegd. Want de
bijeenkomst was over twee dagen. Ik kon
het alleen maar doen omdat ik zelf in de
buurt moest zijn : bij mijn dochter in
Opwijk.
Ik wilde ook stipt zijn en heb dan nog door
akkervelden moeten rijden - met de nodige spatten links en rechts en onder
“witte lijm” aan mijn DS te krijgen voor ik
bij het huis van de bijeenkomst kon
komen. Stipt.
40
De jonge man stond reeds op straat om
me te verwachten “Ik zal nu mijn vader
halen”.
event op te smukken en overal op de
raffinaderij uit te hangen. Ik heb daarna
dan via de PR-dienst geprobeerd om aan
die borden te geraken en de niet
gebruikte posters.
Dat is mij gelukt en op onze clubstand in
Antwerpen begin maart heb ik de wand
opgesmukt met die borden van onze DS.
Ook onze vrienden van de BOCC toonde
veel interesse waar ik dan daarna voor
hen die borden met de Traction bezorgd
heb.
Jean Hendrickx
Nog zelden heb ik een reactie voor mijn
DS gezien als van deze man.
Jaren geleden had hij zelf twee DSsen
aangekocht om ze te restaureren. Maar
daar is dan niks van gekomen.
De DS werden dan maar weer
doorverkocht. Ik - en zij - weten nu ook
niet waar die DSsen beland waren.
In ieder geval stond een zwarte blinkende - met witte spatten van door de
akkerrit die eerste lentedag voor de deur.
Eerst zegde de vader niets. Hij keek naar
de auto. En hij nam zich de tijd.
Staren naar een auto.
Ik reeds vele mensen gezien die na vele
jaren weer eens een DS zagen en bewonderend naar keken.
Maar deze man kon het bijna niet
verwerken. Hij liet zijn tranen lopen.
Ik zag het.
Dan legde hij de hand op het dak van
là DSse, alsof hij là DSse wilde heilig
verklaren.
En dan omhelsde hij zijn zoon.
ALS EEN DANKUWEL.
GHG
TOTAL
viert 60 jarig bestaan
Naar aanleiding van 60 jaar bestaan van
de TRA TOTAL raffinaderij (het vroegere
Fina) is er een groots evenement georganiseerd geweest voor het personeel
met als thema de verschillende decenia,
een onderwerp met telkens een automodel dat per decennia uitgekomen is,
en Total heeft hier telkens modellen voor
gebruikt van Citroën.
Zo zijn ze begonnen : met de Traction,
de Deux Chevaux; onze bekende DS, de
Cx en de C4 Picasso.
Dit hadden ze op mooie posters gezet en
mooie borden voor gemaakt om het
Verrons-nous un jour la
Citroën Re-Volt et la
Peugeot 1001 ?
Des françaises électriques à l'accent
japonais
Même s'il mise surtout sur l'hybride, PSA
devrait proposer une voiture électrique
en 2010-2011. Le groupe français met à
profit son partenariat avec Mitsubishi et
prépare une version rebadgée de la
petite i-MiEV.
Echaudé par l'expérience des 106 et
Saxo, PSA n'a pourtant pas abandonné
l'électrique. Mais, dans un premier
temps, le groupe français devrait se laisser séduire par une solution à moindre
frais : rebadger la petite i-MiEV de son
partenaire Mitsubishi. Interviewé par nos
confrères de La Tribune, Pascal Hénault,
le directeur de la recherche et de
l'innovation de PSA, annonce une commercialisation en 2010-2011. Toujours
fabriquée au Japon, la petite nipponne
adoptera un volant à gauche pour
l'occasion, et sera proposée sous les logos
Peugeot et Citroën. Elle devrait recevoir
également des faces avant et arrière plus
conformes à l'identité des deux marques,
à l'image des 4007/C-Crosser, jumeaux
du Mitsubishi Outlander, ou des triplées
Peugeot 107/Citroën C1/Toyota Aygo.
Côté appellation, rien de définitif, mais
les noms de Citroën Re-Volt et de
Peugeot 1001 sont en première ligne
pour l'instant. Contrairement à Renault,
PSA conserve cependant des ambitions
commerciales limitées pour sa voiture
électrique. Le groupe croit davantage
dans l'hybride, qui sera notamment proposé dans les 408 et 3008. En raison de
ses batteries lithium-ion, la petite francojaponaise 100 % électrique s'annonce en
effet onéreuse. Même si un système de
location de batteries pourrait permettre
de limiter les frais, ce sont donc essentiellement les flottes qui sont visées. En
effet, avec leurs quatre places et un
gabarit taillé pour la ville, les Citroën ReVolt et Peugeot 1001 auraient de quoi
séduire la ville de Paris, en quête de
véhicules propres pour son système
d'autopartage Autolib'.
Source : Rubrique 'Scoops' dans L'Automobile
Le Double Chevron
Lors de fouilles archéologiques, au siècle
dernier, un double chevron monumental, vieux de 5000 ans, fut découvert sur
le côté nord de la pyramide de Chéops
en Egypte.
L'origine du logo de la firme nous
ramène au temps où Citroën fabriquait
De oorsprong van het logo van de firma
brengt ons terug naar de tijd toen
Citroën tandwielen vervaardigde voor
de Eerste Wereldoorlog. Dankzij de
creativiteit van de de stichter van de
onderneming, is de 'double chevron'
vandaag wereldwijd gekend en wordt
dan steeds met Citroën in verband
gebracht.
Bron : Citroën Style et Avant-garde - uitg. Delius
Klasing
DS-prijzen in de lift
Naar aanleiding van de veiling die
Bonhams hield tijdens Rétromobile in
februari, is véél te doen geweest over de
Bugatti Atalante die afgehamerd werd op
3,4 miljoen euro .... maar er werden ook
zes Dssen verkocht voor flinke prijzen :
• ID 19 1965 : € 30.000 €
• ID 19 familiale 1961 : € 35.000 €
• DS 21 Prestige 1972 : € 58.000 €
• DS 21 berline Majesty 1969 : € 75.000 €
• DS 21 cabriolet Palm Beach 1966 :
€ 150.000 €
• DS 23 i.e. cabriolet 1973 : 300.000 €
Een traction cabriolet uit 1939, die
ingezet was op € 80.000, vond géén
koper, een SM 1971 twee deuren werd
verkocht voor € 17.500, en een SM
Opera vier deuren, voor € 194.500.
Bij deze prijzen moet je nog 12,50 %
kosten voegen, dus voor de enige DS 23
injectie cabriolet ter wereld, op
bestelling nog gemaakt door Chapron,
kwam dit neer op 337.500 Eurootjes of
13.614.716 oude belgische frankjes.
Christian Streiff, werd ontslagen en vervangen door Philippe Varin, een man die
zijn sporen heeft verdiend in de staalsector, ondermeer bij de fusie tussen de
groep Corus en Tata Steel in 2007.
De raad van bestuur van PSA was
unaniem over het onslag van Streiff,
aangezien “ uitzonderlijke moeilijkheden
in de automobielsector, een verandering
in management bij de groep vereisen”.
De Peugeot familie, die nog 45 % van
h
e
t
stemgerechtigd
kapitaal in handen
heeft, was verbolgen over de eigenzinnige aanpak van
Streiff
en
zijn
strategie.
Varin, 56 jaar oud,
heeft het grootste
deel van zijn loopbaan doorgebracht bij
Pechiney, een franse aluminiumproducent (overgenomen door het canadese
Alcan in 2003) en bij Corus (vroeger
British Steel), dat hij van de ondergang
redde door in de kosten te besparen en
te herfinancieren.
En de nieuwe directeur voor Citroën is de
46 jarige Jean-Marc Gales, een luxemburger, daarvoor directeur verkoop
wereldwijd bij Mercedes was, en ook al
bij Volkswagen, GM en BMW heeft gewerkt. Hij volgt Gilles Michel op, die in
december vorig jaar overstapte naar
het franse bankconsortium Fonds
Stratégique d'Investissement, en die de
'rebranding' en 'restyling' van het merk
had voorbereid.
De nieuwe eigenaar, Yvan Ginioux, een
bekende Chapron-verzamelaar, bekende
vrijmoedig in een intervieuw in 'La Vie
de l'Auto' : ... ik had mijzelf een grens
van 250.000 opgelegd ...toen de wagen
afgehamerd werd op 300.000 €, zei ik
tegen mijn vrouw : ik denk dat ik een
domheid begaan heb ! ...
des engrenages avant la Première
Guerre. Grâce à l'esprit créateur du fondateur de l'entreprise, le 'double
chevron' est aujourd'hui mondialement
connu et toujours associé au nom de
Citroën.
Zo weten het ook weer !
Source :Citroën Style et Avant-garde - éd. Delius
Klasing
Bron : Hydraulische Presse
(Clubblad van de Duitse DS Club) uitgave 1/2009
De dubbele chevron
Wissels aan de top bij PSA
Tijdens archeologische opgravingen,
vorige eeuw, werd een monumentale
dubbele chevron, 5000 jaar oud,
ontdekt op de noorderzijde van de
pyramide van Cheops in Egypte.
In de loop van de voorbije maanden
werden belangrijke wissels doorgevoerd
in de groep PSA.
De PDG van de groep Peugeot-Citroën,
41
Citroglycerine / N° 93 / 2009
La SM 003 la plus ancienne ... mais où sont restées la 001 et la 002 ?
Dans le Citrolglycerine d'août 2008, Eddy
nous a présenté un article concernant la
plus ancienne SM de la production en
série, portant le n° de châssis 00SB003, qui
a été vendue initialement en Belgique, et
après quelques pérégrinations … aux PaysBas, en Angleterre, en Espagne, de nouveau aux Pays-Bas, est retournée en
Belgique !
Subliem, le magazine du club hollandais a
déjà publié à deux reprises, une liste des SM
connues aux Pays-Bas, classées par n° de
châssis, avec l'immatriculation actuelle, les
propriétaires successifs et les particularités.
Un élément qui m'étonne toujours, c'est que
toutes ces listes et énumérations dans tous les
livres, commencent par 00SB003, mais où sont restés les
numéros 001 et 002 ?
Après lecture des six livres en ma possession, et particulièrement
les chapitres qui traitent de la présentation du nouveau modèle
en 1970, je suis arrivé à quelques conclusions remarquables.
Il y a d'abord le prototype qui porte l'immatriculation fictive 1970
S 75, une SM blanche au toit noir ; nous assumons que ce
modèle a été entièrement fait à la main, mis à part les enjoliveurs
de roue plus proéminents, c'est le modèle définitif qui a été mis
en production.
Ensuite, nous avons les photos prises durant l'hiver 1969-1970
pour la presse et le premier catalogue. Pour la presse il s'agit des
photos connues avec le mannequin en manteau de fourrure, la
voiture est une feuille dorée avec un intérieur noir, les photos
sont prises dans un bois. Quand le mannequin est présent,
l'immatriculation avant est cachée par une plaque noire, sans
mannequin, nous constatons aux pneus que la voiture a roulé
42
dans la boue, et qu'elle porte à l'arrière l'immatriculation 2003
W 75.
Les différences avec le modèle de série sont : les embouts
d'échappement, une antenne au toit, des rétroviseurs en gris
nacré (donc pas la couleur de la caisse) et des enjoliveurs chromés
sans écrou central.
Pour le catalogue, les photos sont prises dans un studio, et le
résultat est un portfolio avec couverture blanche, une feuille recto
verso avec texte et huit photos de 30 x 23 cm.
La SM est également une feuille dorée mais ici avec un intérieur
en cuir brun !
Les mêmes différences avec le modèle de série, et en plus des
manivelles de vitre, donc sans lève-vitres électriques.
Nous avons donc ici bel et bien un ensemble de deux voitures
différentes, où la couleur de l'intérieur est l'élément distinctif.
L'événement suivant est la présentation lors du Salon de Genève
en mars 1970. La SM est donc présentée d'abord le 10
mars à la presse et au réseau international, à l'Hôtel
Président ; il s'agit d'une voiture blanche avec un
intérieur en cuir noir.
Le lendemain le grand public peut découvrir la
nouvelle SM au stand de Citroën ; il s'agit également
d'une SM blanche avec un intérieur en cuir noir,
placée sur un socle rond, sur un fond psychédélique.
De nouveau un ensemble de deux voitures !
Il est question dans le livre de Peter Pijlman de trois
prototypes et de six modèles de présérie, mais la
question qui s'impose est la suivante : qu'entend-on
par prototype ?
Si on adopte comme définition : essayer la mécanique
dans une carrosserie modifiée mais connue, qui ne se
fait pas trop remarquer, nous connaissons les trois
prototypes : un avec la caisse de la Panhard 24 CT, un
autre avec la caisse d'une DS deuxième nez, et encore
un autre avec la caisse d'une DS troisième nez !
Si par contre on adopte comme définition : la caisse
définitive de la SM à quelques détails près, il peut
s'agir de la voiture blanche au toit noir et de deux
autres, ayant servies à assembler les différents éléments
de carrosserie, de mécanique et de l'intérieur ?
Pour les modèles de présérie, je compte les deux
dorées (prêtes pour les sessions de photos) et les deux
blanches (prêtes pour le Salon de Genève) … il en reste
deux à trouver ?
J'ose supposer, une pour l'homologation du modèle
par le Service de Mines, et une autre pour les dirigeants
chez Citroën, avant que la production ne démarre en
septembre 1970 …
En tout cas, qui nous le dira, 38 ans plus tard, si les
numéros de série 001 et 002 ont existés ?
Marc Roelandt
43
Vanwege de redactie: deadlines voor 2009.
nummer
94
grote artikels
31 juli 09
laatste correcties
5 augustus 09
verzending
20 augustus 09
De la part de la rédaction : deadlines pour 2009.
numéro
94
44
grands articles
31 juillet 09
dernières corrections
5 août 09
envoi
20 août 09
Kalender /Calendrier 2009
Clubactiviteiten Activités du Club
Uitstappen en weekends (onder voorbehoud van wijzigingen)
•
•
•
•
zondag 5 juli : samenkomst hydraulisch geveerde modellen in Oudenaarde - Citrosfeer Vl.
zondag 30 augustus : rit in Rebecq - Philippe Swimberghe
zondag 20 september : rit in Hoogstraten - Annie Verstraete en Marc Roelandt
zaterdag 3 en zondag 4 oktober : 90 jaar Automobiles Citroën in Brussel - Citroën Belux in
samenwerking met de clubs
• zaterdag 21 november - algemene ledenvergadering in Asse - Marc Stelleman
Beurzen (met deelname van de club **)
• ** 30 - 31 mei, 1 juni : Rétromoteur - Ciney
Sorties et weekends (sous réserve de modifications)
•
•
•
•
dimanche 5 juillet : rencontre modèles hydrauliques à Oudenaarde - Citrosfeer Vl.
dimanche 30 août : sortie à Rebecq - Philippe Swimberghe
dimanche 20 septembre : sortie à Hoogstraten - Annie Verstraete et Marc Roelandt
samedi 3 et dimanche 4 octobre : 90 ans Automobiles Citroën à Bruxelles - Citroën Belux en
collaboration avec les clubs
• samedi 21 novembre - assemblée générale des membres à Asse - Marc Stelleman
Bourses (avec participation du club **)
• ** 30 - 31 mai, 1 er juin : Rétromoteur - Ciney
DATES DES SORTIES INTERNATIONALES
Lors de la réunion de la Fédération Internationale des Clubs Citroën SM,
les propositions des sorties internationales ont été avancées :
2010
2011
2012
2013
2014
2015
:
:
:
:
:
:
France, Reims du 23 au 24 mai - fête des 40 ans de la SM !
Italie - date et lieu à confirmer
Allemagne, Dresde
Angleterre
Suisse
France, Bourgogne
DATA VAN DE INTERNATIONALE UITSTAPPEN
Op de laatste vergadering van de internationale federatie van Citroën SM Clubs,
werden de volgende voorstellen gedaan :
2010
2011
2012
2013
2014
2015
:
:
:
:
:
:
Frankrijk, Reims van 23 tot 24 mei - om de 40 jaar van de SM te vieren !
Italië - datum en plaats te bevestigen
Duitsland, Dresden
Engeland
Zwitserland
Frankrijk, Bourgogne
45
Citroglycerine / N° 93 / 2009
46
Hét adres voor al uw DS-onderdelen!
Halderstraat 71, 3390 Houwaart.
gsm: 0475 / 93 17 89 - fax: 016 / 63 04 44 e-mail: [email protected]
INVOERDER VOOR BELGIË VAN
“CITRONPIÈCES”
IMPORTATEUR EXCLUSIF POUR LA BELGIQUE
DE “CITRONPIÈCES”
Interieurdelen in leer of skaï.
Deurpanelen, hoofd- en middenarmsteunen
in leer, skaï of stof.
Intérieurs en cuir ou en skai.
Panneaux de portes, appuies-tête et accoudoirs
en cuir, skai ou tissu.
Sphères, tuyaux et autres pièces
en caoutchouc.
Envoi gratuit du catalogue sur demande.
Veerbollen, leidingen en rubbers.
Gratis catalogus wordt u op aanvraag toegestuurd
Nu verkrijgbaar : complete SM uitlaat € 600
Maintenant disponible : échappement complet pour SM 600 €€
NIEUW: zwart en bruin leer voor Citroën SM stoelen • NOUVEAU: cuir noir et brun pour les sièges SM
Catalogus wordt u gratis toegezonden! Bel!
47

Documents pareils