Daarom moest men van de notarissen openbare ambtenaars

Transcription

Daarom moest men van de notarissen openbare ambtenaars
782
C H A M B R E DES REPRÉSENTANTS. —
K A M E R DER V O L K S V E R T E G E N W O O R D I G E R S .
Daarom moest men van de notarissen openbare ambtenaars
•naken, door den Staat betaald gelijk de rechters.
Zij zuHen minder kosten.
Zij zullen geen gelegenheid meer hebben dingen te doen die op
het korps een sombere schaduw werpen.
Cisteren nog verscheen een notaris vóór de boetstraffelijke rechtbank te Vcrviers; 't was niet om zijn deugden te beloonen.
Velen hebben een slechte reputatie.
Ik citeer uit de bladen, gelijk het nieuws me in handen viel :
1° Notaris uit Dilbeek, verscheidene millioenen verduisterd ten
nadeele zijner klanten;
2° Talrijke personen werden getroffen door den krach van
notaris S., te Kapellen;
3° Notaris T h . , te Machelen, beschuldigd van geldverduïstering;
4 ' Notaris Dieu, — wat een schoone naam! — 1,765,000 frank
verduisterd. .
Hij ontspringt het met vier jaar gevang.
Het blad Réalités van den 3" November 1933 schrijft :
« L'inutilité du notaire n'est sérieusement contestée par personne,
pas plus que le privilege qui lui est reconnu de transmettre sa situation avantageuse a quelque membre de sa familie. »
Ik w i l speciaal de aandacht vestigen van den achtbaren heer
minister, — ik deed het overigens reeds in een geschreven vraag, —
op sommige handelingen van een notaris uit de streek van Dendertnonde.
In September 1932 werd door notaris De W..., te Berlare, het huis
verkocht van Van Heuden-Blancquaert, thans Van Langenhovestraat, 79,' te Sint-Gillis-bij-Dendermonde.
Voorwaarden van verkocping :
* De kooper zal binnen de tien dagen na toewijzing moeten betalen
ter studie van den notaris.
» Artikel 3 bepaalt dat de kosten 18 t. h. bedragen.- »
Hét huis moet wel toegewezen zijn, want een notaris van Aalst
schrijft aan notaris De W... wat volgt :
« Voudriez-vou's avoir l'obligeance de me faire parvenir par
retour du courtier la 'description de Hmmeuble acquis en vente
pUblique, réclamé par votre ministère, le 5 septembre dernier par le
sieur Ruys, Georges, a Berlaere.
» Je, me charge de vous faire parvenir les fonds au début de la
semaine prochaine.
> Alost, le 9 septembre 1932. »
Tien dagen later wordt gemeld dat de brouwerij die het huis
liet of deed koopen niet meer kqn leenen dan 3,000 frank in te
schrijven na de 12,000 frank welke door M . Baetens waren beloofd.
Het gevolg?
In de maand October van 1933 was nog geen knop betaald; het
huis was onbewoond, vervallen.
Wanneer de eigenaar zijn huis wou terugnemen wist de notaris te
vertelen : « Wat ik verkoop is verkocht! ». Maar wat hij verkocht
had was niet afbetaald aan den verkooper.
Dit is niet een alleenstaand geval.
Wanneer ik naar den notaris schreef antwoordde hij niet.
Wanneer ik schreef naar den voorzitter van de kamer der notairissen 6tuurde die mij met een kluitje in het riet.
Ik schreef naar den heer minister, die een onderzoek beloofde.
Dat onderzoek zou misschien £.cht minuten duren en het duurt
dubbel zooveel maanden.
Zouden ze in het ministerie van justitie den spot drijven met het
xecht?
Dat ware het toppunt van de onbeschaamdheid!
Huizen werden publiek verkocht, toegewezen en de verkoopsommen niet betaald aan de verkoopers, die door deze nalatigheid, —
een van die verkoopingen dagteekent van 1931 — groot nadeel leden.
U i t bescheiden en brieven blijkt klaar dat er geknoeid werd en niet
altijd eerlijk gehandeld tegenover eenvoudige menschen. Hier volgt
de vraag die ik stelde aan den achtbaren heer minister van justitie,
voor wien naar het schijnt deze kwestie geen aandacht waard is :
« Enkele maanden geleden stuurde ik naar den heer minister een
klacht, over de zonderlinge handelingen van den notaris De W...,
te B...,- in het rechterlijk arrondissement Dendermonde, die huizen
publick verkocht, toewees en de verkobpsont niet uitbetaalde aari
de verkoopers, die door deze nalatigheid — een van die .verkoopingen
dagteekent van 1931 — groot nadeel leden. U i t bescheiden en brieven blijkt klaar dat er geknoeid werd en niet al te eerlijk gehandeld
tegenover eenvoudige menschen.
> E r werd niet geantwoord op mijn schrijven; er wérd me gezeid
d a t een onderzoek aan den gang was.
> De tuchtraad der notarissen van Dendermonde vindt verschooningen en de voorzitter beweert dat hij aandringen zal op de regel i n g van één van de kwesfiën.
H
ANNALES PARLEMENTAIRES.
— P A R L E M E N T A I R E HANDELINGEN.
> Daar ook van die belofte niets in huis komt, vraag ik aan den
heer minister een streng onderzoek te openen en maatregelen te
treffen om het recht van de verkoopers te doen eerbiedigen. »
In de Vragen en Antwoorden staat vermeld : « V r a a g waarop niet
werd geantwoord binnen den tijd bepaald door het reglemeut. >
Tot hiertoe, werd echter geen antwoord gegeven en de zaken blijven wat ze waren. Wie houdt de handen boven dien notaris?
Een goeie tijd geleden sprong de Handelsbank. E r werden aan
de vele slachtoffers mooie beloften gedaan.
De schuldeischers werden gepaaid en wachtten.
Tot heden wachten ze nog.
Ik vernam niet dat ze iets hebben ontvangen.
Ook allerhande praatjes gingen en gaan hun gang.
Ik vrees; ik meen dat een waakzame en zorgzame justitie in die
kwestie diende wat meer te praten. Misschien wel in te grijpen. E r
zijn dingen gebeurd die voorzichtige — laat ons zeggen eerlijke —
beheerders niet moesten laten gebeuren.
W i j betrouwen op den heer minister van rechtwezen om desnoods
het gerecht te doen marcheeren,
Ten slotte w i l ik een vraag stellen.
Voorzien van een toelating in regel om een gevangene te bezoeken, ga ik, in het begin der maand Augustus van verleden jaar,
naar de gevangenis te Sint-Gillis.
ne bots op een gevangenbewaarder met veel zilveren strepen,
die waarschijnlijk geen woord Vlaamsen, kent, maar toch doet of
hij het wel kende.
Hij gaat mijn toelating afteggen op het bureel en sluit me in een
kamer op, zeggende dat het rapport ,was van den directeur en ik
maar een anderen dag moest gekomen zijn.
Anderhalf uur later zit ik nog in dezelfde kamer.
Toen ik eindelijk naar het bureel werd geroepen was mijn tijd
verstreken en moest ik weg.
iK schreef naar den heer minister en bekwam geen antwoord,
geen letter!
De vraag is nu deze : « De heer minister geeft de toelating orï
gevangene te bezoeken; hebben de cipiers het recht zich tegen dat
bezoek te verzetten? »
De gevangene dien -ik zien wilde was de dienstweigeraar Albert
Fermont en de heer minister wist het. W a s hij tóen ai erg ziek.
misschien en -betrouwde men in de gevangenis van. Sint-GiHis het
bezoek niet dat ik aan dien jongen wilde afleggen? In ieder geval,
zou ik over die zaak een klaar en duidelijk antwoord begeeren.
M. Ie président. — L a parole est à M . Fischer.
M. Fischer, — Messieurs, une timide interruption qu'à ma manière
habituelle j'avais lancée dans le débat hier après-midi a provoqué
un petit orage, qui fut d'ailleurs assez vite apaisé. Il n'en est pas
moins vrai que j'ai entendu, de la part d'un de nos jeunes collègues,
dire que je ne connaissais rien de la question, tandis qu'un autre
m'a simplement traité de fanatique.
Je crois tout de même qu'après quinze années de vie parlementaire, je puis être arrivé à lire un budget et que je puis savoir aussi
dans quelles conditions très difficiles les communes entretiennent
des. rapports avec les pouvoirs subsidiants, ce qui justifiait mon
interruption.
Quant au fanatisme que l'on m'a prêté, je ne puis à cet égard
que me rallier aux émouvantes déclarations qu'a faites l'honorable
ministre de la justice. Elles me faisaient songer à une parole profonde de son illustre père, à savoir que si l'on défendait jamais à
un citoyen belge d'accomplir ses devoirs religieux, i l irait lui-même,
en guise de protestation, à la messe.
Cette attitude de tolérance est la règle de ma vie, et je n'ai pas
à m'en expliquer plus.
Mais si j ' a i demandé la parole, c'est parce que j ' a i pris l'engage.ment vis-à-vis de mes collègues de préciser la portée de mon interruption. Je me suis en effet étonné de ce que le robinet des subventions au clergé continue à rester ouvert, alors que, d'une façon
excessivement sévère et rigide, on le ferme pour toutes, subventions
nouvelles et même pour toutes subventions aux oeuvres d'enseignement et d'assistance sociale des communes.
Je me suis référé aux documents officiels, et notamment au projet
de budget que le gouvernement a présenté à la séance du Sénat
du 28 novembre 1933. Je vois en effet figurer au liftera 4 de l'article 2, 1 " section : Clergé inférieur du culte catholique 152,163,182
francs; augmentation, 39,500 francs. Et la note dit : « L'augmentation résulte de la création de places dans le clergé paroissial du
culte catholique ».
Cette somme est évidemment insuffisante parce que, à la date du
4 octobre dernier, le conseil des ministres a agréé la création de
21 places nouvelles dans le clergé séculier, en telle mesure que cette
proposition entraînera une dépense nouvelle de 189,500 francs.
Je ne veux pas, — car ce n'est pas le. moment et je crois que
ce ne serait pa's de mise dans l'état actuel de l'opinion publique,
qui a d'autres sujets de souci et d'angoisse,
je ne veux pas,
dis-je, discuter la légitimité du budget des cultes; mais ce que