Le bruxellois, un trésor à défendre
Transcription
Le bruxellois, un trésor à défendre
DA N S L A LUM IÈRE / IN D E SC HIJN WERPERS 15 Le bruxellois, un trésor à défendre ! guide aux Musées de la Ville de Bruxelles, Marie-Claude Van Grunderbeek a très vite été plongée dans cette langue savoureuse qu’est le bruxellois. Après avoir adapté pendant dix ans des histoires étonnantes de notre passé anderlechtois, MarieClaude se lance dans une autre aventure, celle d’une chorale en bruxellois qui a trouvé refuge au Zinnema. Retour sur le parcours inédit d’une vraie zwanzeuse ! L e bruxellois, c’est une affaire de famille ? En effet, mon père était un echte brusseleir. Nous parlions bruxellois à la maison et même à l’école. Mais en sixième primaire, je me souviens très bien que l’institutrice nous a fait comprendre qu’il était temps de soigner notre langage ! Cependant, le fait d’aller vers un néerlandais standardisé entraîne la limitation du vocabulaire. Et petit à petit, l’ensemble de la communauté néerlandophone se rend compte de ce qu’on est en train de perdre ! Qu’est ce qui vous a donné l’envie de reprendre cette langue et surtout de la défendre? Tout est parti d’un article sur le chicon! En le lisant, je me suis dit que l’auteur n’avait jamais vu le paysan aligner ses chicons en couche, à genoux sur la terre froide ! Habitant à Wezembeek-Oppem dans le temps, j’avais vu ce travail ma jeunesse durant. J’ai donc eu envie d’écrire moi-même un article sur le chicon pour une association de défense de ce dialecte, l’académie du Bruxellois (Academie van het Brussels). Je l’ai fait sous le pseudonyme de Mic Vande Wyngaerde pour qu’il n’y ait pas de confusion avec mon travail scientifique d’archéologue. Immédiatement après cette publication, la troupe du « Creatief complot zonder complexe » m’a écrit pour me demander de les rejoindre ! S’agissait-il d’une troupe de théâtre ? En réalité, c’était un groupe de cabaret politique et bruxellois. Tous les mois, nous présentions un nouveau programme composé de chansons et de textes satiriques sur l’actualité, le tout en bruxellois ! Il nous arrivait également de prendre des chansons en néerlandais mais aussi des grands classiques de Brel et Brassens pour les adapter ! Au piano et à l’écriture des textes nous pouvions compter sur le talent de l’écrivain et journaliste Geert van Istendael. En 2000, vous commencez une nouvelle aventure pour le magazine Rinck Rond. Comment avez vous été amenée à collaborer avec Marcel Jacobs ? C’est moi qui ai sollicité son aide. Le Rinck (centre culturel néerlandophone) me demandait d’écrire des textes mais aussi de commenter des photos d’époque sur Anderlecht. Je connaissais la passion de Jacobs pour l’histoire de notre commune. Il avait entre autres déniché à la commune le manuscrit d’un certain Louis De Coninck, directeur d’école à la retraite et vivant à Anderlecht fin 19e-début 20e siècle. Il a jusqu’en 1917 couché ses souvenirs sur tous les sujets qui touchaient à la vie de chez nous. J’ai distillé ces anecdotes du quotidien en bruxellois, tandis que Marcel Jacobs puisait dans ses archives photographiques et graphiques pour illustrer le propos. C’est ainsi que le public a pu découvrir l’envers du décor des premières élections organisées en Belgique ou l’histoire des premiers bus ou pourquoi Anderlecht n’avait qu’un pont, le « Pont du Canal ». Nous avons collaboré pendant dix ans sur ce projet. Aujourd’hui c’est le goût du chant qui vous rattrape. Parlez-nous de cette chorale un peu particulière. C’est en allant au dernier marché annuel d’Anderlecht que j’ai été sollicitée pour rejoindre cette drôle de chorale appelée « Zinnefolie ». Il s’agit d’un groupe complètement hétéroclite dont certains membres ne parlaient pas du tout le bruxellois à la base. Et c’est ce qui fait le charme de ce groupe. Nous travaillons sur des créations originales signées des membres de la chorale, dont Mars Moriau, le directeur du Zinnema. Les compositions sont arrangées par Guido Schiffer qui dirige la chorale. Et comme j’écris aussi des chansons, je leur proposerais bien quelques compositions ! i La chorale se produira - le samedi 10 septembre 2011 (au Biestebroekkaai, au canal à Anderlecht) - fin septembre 2011 chez ‘De Mannen van de Platoo’ (Koekelberg), - le jour de la réception Nouvel An au Beeldenstorm, Kuregem Anderlecht ( le 14 janvier 2012) Marie-Claude retrouve ses racines Marie-Claude keert terug naar haar roots Het Brussels is een schat die we moeten koesteren! Marie-Claude Van Grunderbeek is gids in de musea van de stad Brussel en maakte al heel snel kennis met het sappige Brussels. Nadat ze gedurende tien jaar de ongelooflijke verhalen over onze Anderlechtse geschiedenis heeft bewerkt, besloot Marie-Claude zich aan een nieuw avontuur te wagen, namelijk een koor dat in het Brussels zingt en zijn thuisbasis heeft in het Vlaamse huis voor amateurkunsten in Brussel: Zinnema. Een terugblik op het onuitgegeven parcours van een echte ‘zwanzeuse’! I s het Brussels een familiezaak? Dat klopt. Mijn vader was een echte Brusseleir. Thuis en zelfs op school spraken wij Brussels, maar ik herinner me nog heel goed dat de onderwijzeres ons in het zesde leerjaar duidelijk maakte dat het tijd werd voor verzorgd taalgebruik. De overgang naar het Standaardnederlands beperkt de woordenschat echter en langzaam maar zeker begon de Nederlandstalige gemeenschap te besefen wat we aan het verliezen waren! Waardoor besliste u om de taal van onder het stof te halen en te verdedigen? Het is allemaal begonnen met een artikel over witloof! Toen ik het artikel las dacht ik bij mezelf dat de auteur nooit had gezien hoe een landbouwer het witloof klaarlegde, terwijl hij met zijn knieën op de koude aarde zat! Toen ik tijdens mijn jeugd in Wezembeek-Oppem woonde, kreeg ik de kans om dit werk te ontdekken. Ik besloot om zelf een artikel over witloof te schrij- ven voor een vereniging die zich bezighield met de bescherming van ons dialect, de Academie van het Brussels. Ik stuurde het artikel in onder de schuilnaam Mic Vande Wyngaerde, zodat er geen verwarring zou ontstaan met mijn wetenschappelijk archeologisch werk. Onmiddellijk nadat mijn artikel werd gepubliceerd vroeg de bende van het « Creatief complot zonder complexe » of ik mij bij hen wilde aansluiten! Ging het om een theatergezelschap? Eigenlijk deden ze vooral aan politiek cabaret in het Brussels. Elke maand presenteerden we een nieuw programma dat bestond uit liedjes en teksten, doorspekt met satire, die gingen over de actualiteit; en dit volledig in het Brussels. Vaak bewerkten we Nederlandstalige liedjes, maar soms ook klassiekers van Brel of Brassens. Wat het pianospel en de teksten betreft konden we rekenen op het talent van schrijver en journalist Geert van Istendael. In 2000 begon u aan een nieuw avontuur bij het tijdschrift Rinck Rond. Hoe is de samenwerking tussen u en Marcel Jacobs eigenlijk tot stand gekomen? Ik heb om zijn hulp gevraagd. Het Nederlandstalige cultureel centrum De Rinck vroeg mij om teksten te schrijven en foto’s van weleer uit Anderlecht te voorzien van commentaar en ik wist dat hij gepassioneerd was door de geschiedenis van onze gemeente. Na veel opzoekwerk vond hij een manuscript van een zekere Louis De Coninck, een schooldirecteur op rust die op het einde van de 19e en begin 20e eeuw in Anderlecht leefde. Tot 1917 verzamelde hij allerlei informatie over het toenmalige leven van bij ons. Vervolgens heb ik anekdotes uit het dagelijkse leven omgezet naar het Brussels, terwijl Marcel Jacobs passend fotomateriaal uit zijn archief opdiepte. Hierdoor heeft het publiek kunnen kennismaken met de manier waarop de eerste verkiezingen in België werden georganiseerd en kregen ze meer inzicht in de geschiedenis van de eerste bussen en waarom Anderlecht maar één brug had: de « Kanaalbrug ». Wij hebben gedurende tien jaar samengewerkt aan dit project. Tegenwoordig heeft u de zangmicrobe stevig te pakken. Kunt u ons meer vertellen over dat bijzondere koor? Tijdens de afgelopen jaarmarkt in Anderlecht werd ik gevraagd om mij aan te sluiten bij het wat vreemde koor « Zinnefolie ». Dit is een groep van totaal verschillende mensen, waarvan sommigen aanvankelijk helemaal geen Brussels spraken. En dat is nu zojuist de charme van deze groep. Wij bewerken originele stukken die toebehoren aan leden van het koor, onder andere van de directeur van Zinnema Mars Moriau. Het arrangement van de stukken wordt verzorgd door Guido Schiffer, die ook het koor leidt. En aangezien ik ook liedjes schrijf zal ik hen vast en zeker enkele muziekstukken voorstellen! i Het koor treedt op: - Op zaterdag 10 september 2011 (aan de Biestebroekkaai, aan het kanaal van Anderlecht) - Eind-september 2011 bij ‘De Mannen van de Platoo’ (Koekelberg), - De dag van de nieuwjaarsreceptie in Beeldenstorm, Kuregem Anderlecht (14 januari 2012)