Vocabulaire « De Nieuwe Tandem 2

Zelf 1 (activiteiten)
Zelfstudieblad 1 : activiteiten
Tijdens de vakantie :
thuisblijven :
bij oma op bezoek gaan :
op vakantie in Frankrijk gaan :
het weekend aan zee doorbrengen :
op taalstage gaan :
op sportkamp gaan :
op ponykamp gaan :
Pendant les vacances :
rester à la maison
aller en visite chez grand-mère
aller en vacances en France
passer le week-end à la mer
aller en stage de langue
aller à un camp sportif
Op de computer :
op het internet surfen :
online spelen :
met vrienden chatten :
nieuwe liedjes downloaden :
mails beantwoorden :
op mijn blog schrijven :
filmpjes op YouTube bekijken :
Sur l'ordinateur :
surfer sur internet
jouer en ligne
chatter avec des amis
télécharger de nouvelles chansons
répondre aux mails
écrire sur mon blog
Met de gsm :
een sms sturen :
lang bellen :
beltonen downloaden :
naar liedjes luisteren :
foto's nemen :
Avec le GSM :
envoyer un SMS
téléphoner longtemps
télécharger des sonneries
écouter des chansons
prendre des photos
Films en foto's :
tv-kijken :
naar dvd's kijken :
naar een tv-serie kijken :
samen een videofilmpje maken :
filmpjes op YouTube zetten :
foto's maken :
foto's online zetten :
Films et photos :
regarder la télé
regarder des DVD
regarder une série télévisée
tourner ensemble une vidéo
mettre des films sur YouTube
prendre des photos
mettre des photos en ligne
Samen met vrienden :
kennismaken :
lang praten :
zich goed amuseren / lol maken :
Ensemble avec des amis :
faire connaissance
parler longtemps
bien s'amuser
aller à un camp d'équitation (de poney)
regarder des petits films sur YouTube
© Julien JANSSENS
1
Zelf 1 (activiteiten)
vrienden bezoeken :
vrienden opbellen :
vrienden uitnodigen :
bij een vriend(in) logeren :
rendre visite à des amis
appeler des amis
inviter des amis
loger chez un(e) ami(e)
Alleen :
voor de speigel dansen :
zijn lievelingsmuziek beluisteren :
heel vroeg opstaan :
heel laat opstaan :
zijn haar wassen :
strips lezen :
met de flipperkast spelen :
Seul(e) :
danser devant le miroir
écouter sa musique préférée
se lever très tôt
se lever très tard
laver ses cheveux
lire des BD
jouer au flipper
Eten :
koken :
snoepen :
smoothies en fruitsap maken :
het eten klaarmaken voor de hele familie :
samen ijsjes eten :
koekjes bakken :
spaghetti eten :
Manger :
cuisiner
manger des friandises
School :
voor school werken :
zijn huistaak wiskunde maken :
zijn huiswerk maken :
oefenen :
voor de test studeren :
zijn lessen leren :
een spreekbeurt voorbereiden :
voor school :
voor de lol :
meestal :
Ecole :
travailler pour l'école
faire son devoir de math
faire son devoir
s'exercer / faire des exercices
étudier pour le test
apprendre ses leçons
préparer une élocution / un exposé
pour l'école
pour le plaisir
la plupart du temps
faire des smoothies et des jus de fruits
préparer le repas pour toute la famille
manger des glaces ensemble
cuire des biscuits
manger des spaghettis
© Julien JANSSENS
2