a MaP OF THE WORLD

KVS & TRISTERO
David Hare
A MAP OF THE WORLD
In het Engels, boventiteld in het Nederlands en Frans
En anglais, surtitré en néerlandais et en français
In English, surtitled in Dutch and in French
Duur / Durée / Duration 115’
ELAINE LE FANU
STEPHEN ANDREWS
VICTOR MEHTA
PEGGY WHITTON
ANGELIS
MARTINSON
M’BENGUE
MIEKE VERDIN
YOURI DIRKX
WILLY THOMAS
ANS VAN DEN EEDE
PETER CONNELLY
KRISTIEN DE PROOST
PETER VANDENBEMPT
van en met / de et avec /
by and with
Kristien De Proost, Youri Dirkx,
Peter Vandenbempt, Mieke
Verdin, Willy Thomas, Ans Van
den Eede, Peter Connelly
tekst / texte / text
David Hare
Nederlandse vertaling /
traduction en néerlandais /
Dutch translation
KVS & Tristero
franse vertaling / Traduction
en français / french
translation
Anne vanderschueren
scenografie / scénographie /
scenography
Marie Szersnovicz
kostuums / costumes /
costumEs
Marie Szersnovicz
regieassistentie / assistante
à la mise-en-scène / assistant
director
Inge Floré
boventiteling / surtitrage /
surtitling
Inge Floré
kap en grime / coiffeuse et
maquilleuse / make-up and
hairdresser
Booking contact:
[email protected]
! Tijdens de voorstelling wordt er gerookt op scène.
! Pendant le spectacle, on fume sur scène.
! Actors will smoke on stage during this performance.
www.kvs.be - www.Tristero.be
Annie Vermeiren
Stage kap en grime / stage
coiffeur et maquilleur /
internship make-up and
hairdresser
Axel Potoms
productieleider / directeur de
production / stage master
Jean Schols
stage productieleiding / stage
directeur de production /
internship stage master
Sibrecht Goudsmedt
achtergrondbeeld / image d’
arrière plan / Backdrop image
Bruno Hardt
licht / lumière / light
Geert Drobé
kleedster / habilleuse /
dresser
Claudine Bogemans
geluid / son / sound
Max Stuurman
productie / production /
production
KVS & TRISTERO
NL
over de voorstelling
‘A map of the world,’ van david hare
David Hare presenteert geen mooi uitgestippelde route
aan het publiek dat ‘’A Map of the World’’ (1982) verkent.
In deze buitengewoon ingenieuze maar grillige komedie op het gevaarlijke kruispunt van literaire esthetica,
wereldpolitiek en privélevens, construeert de auteur één
enkel verhaal doorheen twee aparte tijdskaders en twee
verschillende dramatische vormen.
Officieel gesitueerd tijdens de Unesco conferentie over
armoede in Bombay in 1978, speelt ‘’A Map of the World’’
zich tegelijk ook af op een set in het hedendaagse Engeland waar de opnames bezig zijn van een adaptatie van
de novelle over de gebeurtenissen tijdens de conferentie. Het publiek is in de veilige veronderstelling dat het
een debat meemaakt tussen twee briljante mannen in
Bombay, totdat de scène plots oplost in een cinematografische soep. We zien niet langer twee duellerende
intellectuelen maar een koppel semi-getalenteerde
acteurs die doen alsof ze schrijvers zijn in een setting die
op een dubbele manier van de realiteit verwijderd is en
sowieso op de vloer in de montagekamer van de filmstudio zal belanden.
Als Hares ‘’Map’’ een legpuzzel is, past het opbreken in
verschillende fracties bij de inhoud. Het stuk gaat gedeeltelijk over tegenstrijdige standpunten, hoe reactionairen en de linkerzijde tegenover geopolitiek staan, hoe
journalisten en schrijvers naar gebeurtenissen kijken en
hoe het Westen en de derde wereld naar elkaar kijken.
‘’Het is arrogant om naar de wereld te kijken vanuit een
welbepaald perspectief’’ zegt een Amerikaanse tv-correspondent in Bombay – en toch doet nagenoeg iedereen
dat. David Hare is een uitzondering. Terwijl hij tot het
linkse kamp behoort, kan hij ons door andere ogen laten
kijken. ‘’A Map of the World’’ bevat een van de weinige
overtuigende en zelfs sympathieke rechtse protagonisten in een Engels toneelstuk sinds de Suez crisis.
Die man wordt slinks Victor Mehta genoemd, om elke
verwarring met V.S. Naipaul te voorkomen. Een in het
Engels opgevoede Indiase expat die vanuit zijn aangenaam huis in Shropshire gevierde komische novelles
schrijft. Mehta keert terug naar India om op het Unesco
congres te speechen. De diplomaten van de opkomende
naties dreigen ermee gezamenlijk op te stappen en dat
hoeft niet te verbazen. Als hij de revolutionaire derde
wereld niet al schrijvend belachelijk maakt, is Mehta
een onuitputtelijke bron van bijtende commentaar op
Castro (‘’die zijn veldslagen wint door hele dorpen dood
te spreken”), Mao (die ‘’zijn geloofwaardigheid ruïneerde
door met een actrice te trouwen”), Marxisme (‘’het modieuze kleed van de dictatuur’’), homoseksualiteit (‘’het
geringste modeverschijnsel’) en de Verenigde Naties zelf
(‘’een leugenpaleis’’). Zijn uitspraken zijn geen belachelijke retoriek. Mehta is een dermate eloquente en spitse
woordvoerder van intellectueel rechts dat hij George
Will (een Amerikaanse krantencolumnist, journalist,
schrijver en Pulitzer Prize-winnaar, best gekend voor
zijn conservatieve politieke commentaar) laat klinken
als een naar bier ruikende populist.
‘’A Map of the World’’ is in essentie een debat waarbij
Mehta uitkomt tegen Stephen Andrews, een jonge idealistische Engelse journalist die de Unesco conferentie
verslaat voor een ‘’links literair magazine’’. Hun strijd is
zowel persoonlijk als ideologisch, en de beide mannen beschuldigen elkaar ervan hun overtuiging vorm te
geven in functie van hun eigen neuroses. ‘’U gebruikt
de armen als een rekwisiet om uw ongenoegen met
uzelf te uiten’’ zegt Mehta tegen Andrews, waarna hij
uitlegt dat ’s mans vijand “niet armoede is, maar zelfbedrog”. De journalist countert door de schrijver ervan
te beschuldigen dat hij zijn eigen “eenzaamheid en
wanhoop” projecteert in zijn minachtende en wereldvreemde wereldvisie. ‘’U zal nooit een strijd begrijpen
zolang u er geen deel van uitmaakt’’ zegt Stephen.
Alhoewel Hare achter Andrews staat, is hij bezorgd
over het proces waarmee alle waarnemers de geschiedenis verstoren. Mehta noch Andrews lijken de
realiteit te kennen van de echte derde wereld buiten
hun gezellig westers hotel. Hun beider geschriften, hoe
politiek en stilistisch antithetisch ook, “dramatiseren”
(en vervalsen) ongetwijfeld die realiteit met even grote
roekeloosheid, net als de scenarioschrijvers Metha’s
novelle vulgariseren in hun adaptatie. En wie kan weten
wanneer persoonlijke overwegingen de objectiviteit
van gelijk welke waarnemer compromitteren? In Hares
verhaal worden zowel Mehta als Stephen tot debat
gedreven door lust en geloof. Een Amerikaanse filmster
biedt aan om met de winnaar te slapen. Die winnaar
behaalt zijn overwinning niet door intellectuele moed.
Een toevallige gebeurtenis – een vertrouwd voorval in
de hedendaagse geschiedenis – komt tussen, zalft de
overwinnaar en drijft de spot met de polemische waarheden van beide debaters.
Door Frank Rich, The New York Times, 2 oktober 1985
Bio’S
> Peter Connelly studeerde drama en regie aan de New
York University, waar hij in 1993 cum laude afstudeerde.
Hij heeft als geluidsman en geluisontwerper gewerkt en
heeft in twee langspeelfilms en verschillende kortfilms
gespeeld. In 2007 begon hij bij het Europese theatergezelschap Superamas te werken, eerst als sounddesigner en
later als acteur. In 2001 ging zijn eerste kortfilm, ‘Framing
and Unframing’, in première in Locarno. Zijn tweede kortfilm, ‘Back by 6’, ging in 2011 in première op de Berlinale
Shorts Competition.
> Kristien De Proost studeerde Germaanse Filologie en
Toneel aan de Studio Herman Teirlinck in Antwerpen.
Ze speelde bij Het Toneelhuis, HetPaleis, Victoria, Crew,
KVS, Bronks en Transquinquennal. Sinds 2004 maakt ze
deel uit van de artistieke kern van het Brusselse collectief Tristero, waarbij ze repertoirestukken maakte, zoals
‘Abigail’s Party’ en de stukken van Martin Crimp, en eigen
creaties als ‘Coalition’ en ‘Reset’. Met haar zelf geschreven en gespeelde ’oorstelling ‘Toestand’ werd ze in 2013
geselecteerd voor Het Theaterfestival. Op televisie is ze
oa te zien als Sonja in de tv-reeks ‘Kinderen van Dewindt’
(VRT, één).
> Youri Dirkx volgde Toneel aan de Kleine Academie en
speelde vooral bij Tristero, Dito’Dito en Theatre Varia en
werkte herhaaldelijk samen met beeldend kunstenares
Dora Garcia.
> Sir David Hare is een Engelse toneelschrijver, filmscenarist, theater- en filmregisseur. Hare is vooral bekend om
zijn theaterwerk, maar heeft ook in de film heel wat succes
gehad. Zo kreeg hij in 2002 een Oscarnominatie voor de
beste bewerking, als scenarist van ‘The Hours’, gebaseerd op de roman van Michael Cunningham, en in 2008
nogmaals voor ‘The Reader’, gebaseerd op de gelijknamige
roman van Bernhard Schlink. Op West End had hij zijn
grootste succes met de toneelstukken ‘Plenty’, dat hij in
1985 bewerkte tot een film met Meryl Streep in de hoofdrol, ‘Racing Demon’ (1990), ‘Skylight’ (1997), en ‘Amy’s View’
(1998). Die vier stukken speelden op Broadway in 19821983, 1996, 1998 en 1999. Hare kreeg voor de eerste drie
een Tony Award-nominatie voor beste toneelstuk en twee
Laurence Olivier-Awards voor beste nieuwe toneelstuk.
Andere opmerkelijke theaterprojecten, naast ‘A Map of
the World’, zijn ‘Pravda’, ‘Murmuring Judges’, ‘The Absence
of War’ en ‘The Vertical Hour’. Hij schreef scenario’s
voor de film ‘Wetherby’ en het BBC-drama ‘Page Eight’
(2011). Hare heeft twee Oscarnominaties op zijn naam
staan, drie Golden Globe Award-nominaties en drie Tony
Award-nominaties. Hij won een BAFTA-Award, een Writers
Guild of America Award voor beste aanpassing en twee
Laurence Olivier Awards. Hij ontving ook verschillende
awards van critici, zoals de New York Drama Critics Circle
Award en won de Gouden Beer in 1985. In 1998 werd hij in
de adelstand verheven.
> Marie Szersnovicz is scenografe en kostuumontwerper
en werkte samen met een heel aantal gezelschappen en
regisseurs in theater en dans (Transquinquennal, Tristero,
Groupe Toc, Anne-Cecile Vandalem, Noemie Carcaud,
Cindy van Acker, Jan Fabre, Lisbeth Gruwez, Faustin Linyekula e.a.). Ze werkte ook mee aan verschillende opera-,
film- en architectuurprojecten. In KVS werkte ze mee aan
‘Skieven’, ‘It’s my life and I do what I want’ en ‘Barakstad’.
> Willy Thomas richtte in ‘84 Dito’Dito op, samen met Guy
Dermul. Naast sporadische samenwerkingen met Josse
De Pauw, Guy Cassiers, Bart Meuleman e.a. was er vooral
een intense band met tg Stan en het Franstalige gezelschap Transquinquenal. Sinds het begin van de jaren negentig werd het werk van Dito’Dito steeds meer verbonden met de stedelijke realiteit. De productie ‘STOEMP’
in co-regie met Guy Dermul was daarbij de brug tussen
KVS en Dito’Dito. In 2006 smolt Dito’Dito samen met KVS.
Sindsdien is Willy Thomas lid van de artistieke kern van
de KVS. In de KVS speelde hij een belangrijke rol in de
‘Dea Loher’ cyclus met Alize Zandwijk van het Ro-Theater, de samenwerking met Olympique Dramatique, Bart
Meuleman, Ruud Gielens, Raven Ruël, Wim Vandekeybus
en Thomas Bellinck. Opnieuw met Guy Dermul maakt
hij het taalgemengde ‘pain perdu, gewonnen brood’ met
laatstejaarstudenten uit verscheidene theaterscholen
uit het gehele land en met teksten van Pol Hoste. Tijdens
het seizoen 2012-2013 was hij de coördinator van het
omvangrijke stadsgebeuren Tok Toc Knock.
> Peter Vandenbempt studeerde Germaanse Filologie en
Theaterwetenschappen aan de KULeuven en is stichtend
lid van Tristero. Naast het werk bij Tristero werkt hij ook
regelmatig samen met Jérôme Bel (‘The Show Must Go
On’’) en eerder ook met Kassys (Baas slaat man’). Tevens
doceerde hij aan het Lemmensinstituut in Leuven en bij
P.A.R.T.S.
> Ans Van den Eede studeerde af aan de opleiding
dramatische kunsten van het Rits in Brussel en werkt
sindsdien als freelance actrice. Ze was o.a. te zien in ‘Venizke’ van Lies Pauwels & Ben Benaouisse bij kunstencentrum Campo, in ‘Altijd ‘t zelfde’ en ‘The Search Project’
van Brussels theatercollectief Tristero, in ‘Tonight, I love
You’ van dansers Lara Barsacq & Gaël Santisteva en in
‘L’intruse’ van Abattoir Fermé. In 2011 richtte ze samen
met haar zus Louise het theatercollectief Hof van Eede
op, waar ze tot op heden lid zijn van de artistieke kern.
Samen maakten ze ‘Waar het met de wereld naartoe
gaat, daar gaan wij naartoe’ (2012) en ‘Dorstig’ (2013).
> Mieke Verdin maakte, na haar studie Kunstgeschiedenis aan de KULeuven en toneel aan het Koninklijk
Conservatorium in Brussel, een aantal jaren deel uit van
het gezelschap van Jan De Corte. Daarnaast maakte ze
een aantal losse voorstellingen, o.a. met Guy Dermul,
Josse De Pauw. In 1985 vervoegde ze het pas opgerichte
Brusselse collectief Dito’Dito. In die tijd werkte ze ook
regelmatig samen met tg Stan, het Franstalige ‘Transquinquennal’ en met Tristero. Sinds 2006 maakt zij deel
uit van de artistieke kern van KVS, waar zij meewerkte
aan diverse projecten met o.a. Raven Ruëll, Johan
Dehollander, Ruud Gielens, Olympique Dramatique... De
samenwerking met Franstalige theatermakers (momenteel o.a.met Dominique Roodthooft) aangezet binnen Dito’Dito’, blijft voor haar ook binnen het Brusselse project
van KVS zeer belangrijk.
FR
« A Map of the World » est avant tout un débat qui oppose Mehta à Stephen Andrews, un jeune journaliste anglais, idéaliste, qui rédige un article sur la conférence de
‘A map of the world’, par david hare
l’Unesco pour un « magazine littéraire de gauche ». Leur
bataille est à la fois personnelle et idéologique, et l’un
N’attendez pas de David Hare qu’il fournisse un itinéraire
comme l’autre s’ accuse de façonner ses croyances de
classique au public de « A Map of the World » (1982).
manière à ce qu’elles alimentent ses propres névroses.
Dans cette comédie extraordinairement intelligente et
« Les pauvres vous servent de prétexte pour exprimer
fantasque s’il en est sur la périlleuse intersection entre
votre mécontentement, mécontentement de vous-même
l’esthétique littéraire, la politique mondiale et les vies
», lance Mehta à Andrews, avant de poursuivre son expliprivées, l’auteur réfracte une seule histoire à travers le
cation selon laquelle l’ennemi de l’homme « n’est pas la
prisme de deux cadres temporels distincts et de deux
pauvreté mais l’illusion de soi ». Le journaliste riposte en
formes dramatiques différentes.
accusant le romancier de projeter « sa propre solitude et
sa désespérance » dans sa perception du monde détaOfficiellement, « A Map of the World » se déroule lors
chée et dédaigneuse. « Pour que vous compreniez une
d’une conférence de l’Unesco sur la pauvreté à Bombay
lutte, il faudrait au moins que vous y participiez », clame
en 1978 et simultanément sur la scène sonore de l’AngleStephen.
terre contemporaine, où une équipe filme l’adaptation
d’un roman sur les événements qui se sont produits
Bien que M. Hare prenne le parti de Stephen, comme lui,
dans les coulisses de la conférence. Le public se détend
il constate avec inquiétude que les observateurs altèrent
en toute tranquillité en pensant qu’il assiste à un débat
l’histoire. Ni Mehta ni Andrews ne semblent connaître la
entre deux hommes remarquables à Bombay jusqu’à ce
vérité sur le Tiers-Monde ni la réalité qui sévit autour de
que, soudainement, le décor s’ effondre pour laisser la
leur luxueux hôtel à l’occidentale. Leurs écrits respectifs,
place à un fondu de cinéma : nous ne sommes plus face
bien qu’ils soient antithétiques sur le plan politique et
à deux intellectuels qui s’affrontent mais à des acteurs
stylistique, « dramatisent » (et faussent) indéniablement
quasiment illettrés qui les imitent dans une scène qui
cette réalité avec la même insouciance, à l’instar des
est doublement coupée de la réalité et vouée à aboutir
scénaristes qui, en adaptant le roman de Mehta, le vulgadans la salle de montage d’un studio de cinéma.
risent. Et qui, à imaginer que ce soit possible, peut savoir
quand les considérations personnelles compromettent
Si la « Carte » de M. Hare est un puzzle, cette segmental’objectivité d’un observateur ? Selon l’intrigue de M.
tion en reflète le contenu. La pièce traite partiellement
Hare, Mehta et Stephen sont tous les deux déterminés à
de points de vue divergents - sur la conception de la
débattre tant par désir que par principe : une star amérigéopolitique selon les réactionnaires et les gauchistes,
caine de cinéma qui est en visite a offert de coucher avec
sur la perception des journalistes et des romanciers au
le vainqueur. Et ce n’est pas une prouesse intellectuelle
sujet des événements ou encore sur l’impression que
qui lui permettra de remporter sa victoire, mais une
l’Occident a du Tiers-Monde et inversement. « Il est
chance – un banal accident de l’histoire contemporaine
arrogant de contempler le monde par le biais d’une pers– qui se produit pour couronner le vainqueur et tourner
pective particulière », déclare une correspondante de la
les vérités polémiques des deux débatteurs en ridicule.
télévision américaine à Bombay – et pourtant, presque
tout le monde le fait. M. Hare est une exception. Alors
Par Frank Rich, The New York Times, 2 octobre 1985
qu’il se contente d’être un homme de gauche, il élargit
l’horizon et chausse volontiers d’autres lunettes. En fait,
« A Map of the World » implique un des rares protagonistes de droite convaincants, même sympathique, qui
soient intervenus dans une pièce anglaise depuis la crise
du canal de Suez.
sur le spectacle
On a diaboliquement appelé cet homme Victor Mehta, de
crainte qu’on ne le confonde avec V.S. Naipaul. Expatrié indien d’éducation anglaise qui écrit des romans
humoristiques depuis sa coquette maison du Shropshire,
Mehta est retourné en Inde pour s’adresser aux participants de la conférence de l’Unesco. Les diplomates des
pays émergents menacent de quitter la salle en masse
et pour cause : lorsqu’il ne ridiculise pas le Tiers-Monde
révolutionnaire dans ses publications, Mehta ne tarit pas
de commentaires acerbes sur Castro (qui a « remporté
ses batailles en soûlant des villages entiers avec ses discours »), Mao (qui a « ébranlé sa crédibilité en épousant
une actrice »), le marxisme (« la tenue à la mode de la
dictature »), l’homosexualité (« une simple mode ») et les
Nations Unies elles-mêmes (« un palais de mensonges»).
Ses déclarations ne font pas l’effet d’une rhétorique
bouffonne. Mehta est un porte-parole cultivé et spirituel
des intellectuels de droite et, à côté de lui, George Will
(un chroniqueur de journal américain, journaliste, auteur
et lauréat du prix Pulitzer, surtout connu pour ses commentaires conservateurs sur la politique) passe pour un
buveur de bière populiste.
BIOS
> Peter Connelly a étudié l’art dramatique et la mise en
scène à l’université de New York, dont il est sorti avec les
honneurs en 1993. Il a travaillé comme preneur de son
et concepteur sonore et est également apparu en tant
qu’acteur dans deux longs métrages et dans plusieurs
courts métrages. En 2007, il a commencé à travailler avec
la compagnie de théâtre européenne Superamas, d’abord
comme concepteur sonore, ensuite comme acteur. En
2001, son premier court métrage, intitulé ‘Framing and
unframing’, a été présenté en avant-première à Locarno.
Son deuxième court métrage, ‘Back by 6’, a fait sa première
en 2011 à la Berlinale dans la compétition des courts
métrages.
> Kristien De Proost a étudié la Philologie germanique
et le Théâtre au Studio Herman Teirlinck à Anvers. Elle
a joué avec Het Toneelhuis, HetPaleis, Victoria, Crew, le
KVS, Bronks et Transquinquennal. Depuis 2004, elle fait
partie du noyau artistique du collectif bruxellois Tristero,
avec lequel elle a monté des pièces de répertoire, comme
‘Abigail’s Party’ et les pièces de Martin Crimp, et des
créations propres comme ‘Coalition’ et ‘Reset’. Le spectacle
qu’elle a écrit et joué, ‘Toestand’, a été sélectionné en 2013
pour le Theaterfestival. A la télévision, elle incarne e.a.
Sonja dans la série télé ‘Kinderen van Dewindt’ (VRT, één).
> Youri Dirkx a suivi une formation théâtrale à la Kleine
Academie et a joué principalement avec Tristero, Dito’Dito
et le Théâtre Varia. Par ailleurs, il a régulièrement travaillé
avec la plasticienne Dora Garcia.
> Sir David Hare est un dramaturge, scénariste, réalisateur
et metteur en scène britannique. Principalement réputé
pour son œuvre théâtrale, Hare a également connu un
grand succès au cinéma, avec deux nominations pour
l’Oscar du meilleur scénario adapté pour ‘The Hours’ en
2002, adapté du roman éponyme de Michael Cunningham,
et pour ‘The Reader’ en 2008, adapté du roman ‘Le Liseur’
de Bernhard Schlink. Dans le quartier des théâtres du
West End, il a connu son plus grand succès avec les pièces
‘Plenty’, qui sera adaptée au cinéma en 1985 avec Meryl
Streep en vedette, ‘Racing Demon’ (1990), ‘Skylight’ (1997)
et ‘Amy’s View’ (1998). Ces quatre pièces ont été jouées
à Broadway, respectivement en 1982-1983, 1996, 1998
et 1999, et vaudront à Hare trois nominations aux Tony
Awards de la meilleure pièce pour les trois premières et
deux Laurence Olivier Awards pour la meilleure pièce de
théâtre. Parmi ses autres projets théâtraux remarquables,
citons ‘A Map of the World’, ‘Pravda’, ‘Murmuring Judges’,
‘The Absence of War’ et ‘The Vertical Hour.’ Il a écrit le
scénario du film ‘Wetherby’ et du téléfilm ‘Page Eight’
diffusé sur la BBC (2011). À ce jour, Hare a été nominé deux
fois aux Oscars, trois fois aux Golden Globes et trois fois
aux Tony Awards. Il a remporté un BAFTA Award, un Writers
Guild of America Award du meilleur scénario adapté et
deux Laurence Olivier Awards. Il a également reçu plusieurs
prix de la critique, tels que le New York Drama Critics Circle
Award, et a obtenu l’Ours d’or en 1985. Il a été fait chevalier
de l’Empire britannique en 1998.
> Marie Szersnovicz est scénographe et costumière,
elle a collaboré avec toute une série de compagnies
et de metteurs en scène pour le théâtre et la danse
(Transquinquennal, Tristero, Groupe Toc, Anne-Cecile
Vandalem, Noémie Carcaud, Cindy van Acker, Jan Fabre,
Lisbeth Gruwez, Faustin Linyekula e.a.). Elle a également
participé à différents projets dans le domaine de l’opéra,
du cinéma et de l’architecture. Au KVS, elle a participé à
‘Skieven’, ‘It’s my life and I do what I want’ en ‘Barakstad’.
> Willy Thomas fonde Dito’Dito en 1984, avec Guy Dermul.
Parallèlement à des collaborations sporadiques avec
notamment Josse De Pauw, Guy Cassiers, Bart Meuleman,
c’est surtout la relation avec tg Stan et la compagnie francophone Transquinquennal qui est intense. Depuis le début
des années 90, Dito’Dito lie de plus en plus son travail à la
réalité urbaine. C’est la production ‘STOEMP’ en co-mise en
scène avec Guy Dermul qui est la passerelle entre le KVS et
Dito’Dito. En 2006, Dito’Dito et KVS se fondent. Et depuis ce
moment-là, Willy Thomas est membre du noyau artistique
du KVS. Au KVS, il joue un rôle clé dans le cycle ‘Dea Loher’
avec Alize Zandwijk du Ro-Theater, dans la collaboration
avec Olympique Dramatique, Bart Meuleman, Ruud Gielens,
Raven Ruëll, Wim Vandekeybus et Thomas Bellinck. Une
fois de plus avec Guy Dermul, il monte le spectacle bilingue
‘pain perdu, gewonnen brood’ avec des étudiants de dernière année de diverses écoles de théâtre des quatre coins
du pays et avec des textes de Pol Hoste. Pendant la saison
2012-2013, il est le coordinateur du vaste évènement
urbain Tok Toc Knock.
> Peter Vandenbempt a étudié la Philologie germanique
et les Sciences théâtrales à la KULeuven, il est un des
membres fondateurs de Tristero. Parallèlement à son
travail avec Tristero, il collabore régulièrement avec Jérôme
Bel (‘The Show Must Go On’) et précédemment avec Kassys
(‘Baas slaat man’). Il enseigne aussi au Lemmensinstituut à
Leuven et à P.A.R.T.S.
> Ans Van den Eede a terminé ses études d’arts dramatiques au Rits à Bruxelles et depuis, elle travaille en tant
qu’actrice freelance. On l’a vue e.a. dans ‘Venizke’ de Lies
Pauwels & Ben Benaouisse au centre des arts Campo,
dans ‘Altijd ‘t zelfde’ et ‘The Search Project’ du collectif de
théâtre bruxellois Tristero, dans ‘Tonight, I love You’ des
danseurs Lara Barsacq & Gaël Santisteva et dans ‘L’intruse’
d’Abattoir Fermé. En 2011, elle a fondé avec sa sœur Louise
le collectif de théâtre Hof van Eede, dont elles font toujours
partie aujourd’hui du noyau artistique. Ensemble, elles ont
monté ‘Waar het met de wereld naartoe gaat, daar gaan wij
naartoe’ (2012) et ‘Dorstig’ (2013).
> Mieke Verdin a étudié l’histoire de l’art à l’Université de
Louvain (KULeuven) et l’art dramatique au Conservatoire
royal de Bruxelles. Elle a fait partie de la troupe de Jan De
Corte pendant plusieurs années tout en faisant cavalier
seul dans des collaborations avec des gens comme Guy
Dermul ou Josse De Pauw. En 1985, elle rejoint le collectif
bruxellois fraîchement créé Dito Dito. A cette époque, elle
travaille aussi régulièrement avec tg Stan, Tristero et les
francophones Transquinquennal. Depuis 2006, elle fait
partie du noyau dur artistique du KVS où elle participe à
plusieurs projets avec Raven Ruëll, Johan Dehollander,
Ruud Gielens, Olympique Dramatique… Le travail avec des
gens de théâtre francophones, comme par exemple en
ce moment Dominique Roodthooft, lui a toujours tenu à
coeur et elle poursuit ce patient tissage au sein du projet
bruxellois du KVS.
ENG
about the performance
‘A map of the world’ by david hare
David Hare doesn’t provide a straightforward route for
audiences who navigate ‘’A Map of the World’’ (1982). In
this extraordinarily clever, if erratic, comedy about the
perilous intersection of literary esthetics, global politics and private lives, the author refracts a single story
through two separate time frames and two different
dramatic forms.
Officially set at a Unesco conference on poverty held in
Bombay in 1978, ‘’A Map of the World’’ unfolds simultaneously on a sound stage in present-day England,
where a crew is filming an adaptation of a novel about
the conference’s backstage events. Let the audience relax safely in the knowledge that it’s witnessing a debate
between two brilliant men in Bombay, and suddenly
the set will decompose in a cinematic dissolve: We’re
no longer watching two dueling intellects but a pair of
semi-literate actors impersonating them in a scene
that’s twice removed from reality and certain to land on
a movie studio’s cutting-room floor.
If Mr. Hare’s ‘’Map’’ is a jigsaw puzzle, that fractionalization suits the content. The play is in part about conflicting points of view - about how reactionaries and leftists
look at geopolitics, how journalists and novelists look
at events and how the West and the Third World look at
each other. ‘’It’s arrogant to look at the world through
one particular perspective,’’ says an American television correspondent in Bombay - and yet nearly everyone does. Mr. Hare is an exception. While he may be
a man of the left, he can see (and let us see) through
other eyes. In fact, ‘’A Map of the World’’ contains one
of the few convincing, even sympathetic, right-wing
protagonists to appear in an English play since the Suez
crisis.
That man has been devilishly named Victor Mehta,
lest anyone possibly mistake him for V.S. Naipaul. An
English-educated Indian expatriate who now writes
celebrated comic novels from his genteel Shropshire
home, Mehta has returned to India to address the
Unesco conferees. The diplomats of the emerging nations threaten a mass walkout, and no wonder. When
he’s not ridiculing the revolutionary Third World in print,
Mehta is a fount of acerbic commentary about Castro
(‘’who won his battles by speaking whole villages to
death’’), Mao (who ‘’ruined his credibility by marrying an
actress’’), Marxism (‘’dictatorship’s fashionable dress’’),
homosexuality (‘’the merest fashion’’) and the United
Nations itself (‘’a palace of lies’’). His pronouncements
are not presented as buffoonish rhetoric. Mehta is so
literate and witty a spokesman for the mandarin right
that he makes George Will (an American newspaper
columnist, journalist, author and Pulitzer Prize-winner,
best known for his conservative commentary on politics) sound like a beery populist.
‘’A Map of the World’’ is essentially a running debate
pitting Mehta against Stephen Andrews, a young, idealistic English journalist who’s reporting on the Unesco
conference for a ‘’left-wing literary magazine.’’ Their
battle is as much personal as ideological, and each man
accuses the other of shaping his beliefs to serve his
private neuroses. ‘’You use the poor as a prop to express
your own discontent, which is with yourself,’’ says
Mehta to Andrews, before going on to explain that man’s
enemy ‘’is not poverty, but self-delusion.’’ The journalist
counters by accusing the novelist of projecting his own
‘’loneliness and despair’’ into his disdainful, detached
world-view. ‘’You will never understand any struggle
until you take part in it,’’ says Stephen.
Although Mr. Hare sides with Stephen, he is just as
concerned with the process by which all observers
distort history. Neither Mehta nor Andrews seems to
know the truth about the real-life Third World that exists right outside their plush, Westernized hotel; their
respective writings, however politically and stylistically
antithetical, undoubtedly ‘’dramatize’’ (and falsify) that
reality with equal recklessness, much as screenwriters vulgarize Mehta’s novel in their adaptation. And
who, if anyone, can know when personal considerations
compromise any observer’s objectivity? As Mr. Hare’s
plot would have it, both Mehta and Stephen are driven
to debate by lust as well as by creed: a visiting American movie star has offered to sleep with the winning
antagonist. Nor does that winner achieve his victory by
intellectual prowess. A chance occurrence - a familiar
accident of contemporary history - intervenes to anoint
the victor and to mock both debaters’ polemical verities.
By Frank Rich, The New York Times, October 2, 1985
BIOS
> Peter Connelly studied acting and directing at New York
University, graduating with an honours diploma in 1993.
He has worked as a sound recordist and sound designer
and has also appeared as an actor in two feature films and
several shorts. In 2007 he began working with the European theatre ensemble Superamas, first as sound designer,
then as actor. In 2001 his first short, ‘Framing and unframing’, premiered at Locarno. His second short, ‘Back by 6’,
premiered in the Berlinale Shorts Competition in 2011.
> Kristien De Proost studied Germanic Philology and
Theatre at the Studio Herman Teirlinck in Antwerp. She
has acted at Het Toneelhuis, HetPaleis, Victoria, Crew, KVS,
Bronks and Transquinquennal. Since 2004 she has been a
member of the core artistic team of the Brussels theatre
collective Tristero, where she directed such repertory works
as ‘Abigail’s Party’ and the plays of Martin Crimp, as well as
her own creations, such as ‘Coalition’ and ‘Reset’. In 2013
she was selected for the Theatre Festival with ‘Toestand’,
which she wrote and performed herself. She appears on
television as, among other things, Sonja in series ‘Kinderen
van Dewindt’ (VRT, één).
> Youri Dirkx studied acting at the Kleine Academie and has
been performing on stage mostly for Tristero, Dito’Dito and
Théâtre Varia and has repeatedly worked with plastic artist
Dora Garcia.
> Sir David Hare is an English playwright, screenwriter and
theatre and film director. Most notable for his stage work,
Hare has also enjoyed great success with films, receiving
two Academy Award nominations for Best Adapted Screenplay for writing ‘The Hours’ in 2002, based on the novel
written by Michael Cunningham, and ‘The Reader’ in 2008,
based on the novel of the same name written by Bernhard
Schlink.
On West End, he had his greatest success with the plays
‘Plenty’, which he adapted into a film starring Meryl Streep
in 1985, ‘Racing Demon’ (1990), ‘Skylight’ (1997), and ‘Amy’s
View’ (1998). The four plays ran on Broadway in 1982-1983,
1996, 1998 and 1999 respectively, earning Hare three Tony
Award nominations for Best Play for the first three and two
Laurence Olivier Award for Best New Play. Other notable
projects on stage include ‘A Map of the World’, ‘Pravda’,
‘Murmuring Judges’, ‘The Absence of War’ and ‘The Vertical
Hour’. He wrote screenplays for the film ‘Wetherby’ and
the BBC drama ‘Page Eight’ (2011). As of 2013, Hare has
received two Academy Award nominations, three Golden
Globe Award nominations, three Tony Award nominations
and has won a BAFTA Award, a Writers Guild of America
Award for Best Adapted Screenplay and two Laurence
Olivier Awards. He was also awarded several critics awards
like a New York Drama Critics Circle Award and received the
Golden Bear in 1985. He was knighted in 1998.
> Marie Szersnovicz is scenographer and costume designer
and has worked with a large number of companies and
directors in theatre and dance (Transquinquennal, Tristero,
Groupe Toc, Anne-Cecile Vandalem, Noemie Carcaud,
Cindy van Acker, Jan Fabre, Lisbeth Gruwez, Faustin
Linyekula a.o.). She also worked on various opera, film and
architecture projects. In KVS she worked on ‘Skieven’, ‘It’s
my life and I do what I want’ en ‘Barakstad’.
> Willy Thomas founded Dito’Dito in 1984, together with
Guy Dermul. Besides sporadic collaborations with Josse
De Pauw, Guy Cassiers, Bart Meuleman, among others, an
especially intense bond developed with tg Stan and the
French-speaking company Transquinquenal. Since the
start of the 1990s the work of Dito’Dito became increasingly related to the urban reality. The production ‘STOEMP’
co-directed with Guy Dermul formed the bridge between
KVS and Dito’Dito.
In 2006 Dito’Dito merged with KVS. Since then, Willy Thomas has been a member of the artistic nucleus of the KVS.
In the KVS Willy Thomas played an important role in the
‘Dea Loher’ cycle with Alize Zandwijk of the Ro-Theatre, the
collaboration with Olympique Dramatique, Bart Meuleman,
Ruud Gielens, Raven Ruël, Wim Vandekeybus and Thomas
Bellinck. Again with Guy Dermul he made the linguistically blended ‘pain perdu, gewonnen brood’ with final-year
students from various theatrical training institutions
throughout the country, with texts by Pol Hoste. During the
2012-2013 season he was the coordinator of the extensive
citywide project Tok Toc Knock.
> Peter Vandenbempt studied Germanic Philology and
Theatre Studies at KULeuven and was a founding member
of Tristero. In addition to his work for Tristero, he also regularly collaborates with Jérôme Bel (‘The Show Must Go On’)
and previously also worked with Kassys (‘Baas slaat man’).
He has also taught at the Lemmensinstituut in Leuven and
at P.A.R.T.S.
> Ans Van den Eede graduated from the Dramatic Arts
course at the RITS in Brussels and since then has worked
as a freelance actress. She has appeared in ‘Venizke’ by
Lies Pauwels & Ben Benaouisse at the Campo arts centre,
in ‘Altijd ‘t zelfde’ and ‘The Search Project’ by the Brussels
theatre collective Tristero, in ‘Tonight, I Love You’ by the
dancers Lara Barsacq & Gaël Santisteva and in ‘L’intruse’
by Abattoir Fermé. In 2011 she set up the theatre collective
Hof van Eede together with her sister Louise, where they
still remain members of the core artistic team. They have
made two productions together: ‘Waar het met de wereld
naartoe gaat, daar gaan wij naartoe’ (2012) and ‘Dorstig’
(2013).
> Mieke Verdin studied art history at the University of
Leuven (KULeuven) and dramatic art in the Brussels
Academy (Conservatoire royal de Bruxelles). She made part
of the company of Jan De Corte during several years while
she was also working as independent with people as Guy
Dermul or Josse De Pauw. In 1985, she joins the newly created Brussels company Dito Dito and works also regularly
with the flemish companies tg Stan and Tristero and the
French speaking Transquiquennal. Sinds 2006 is she part of
the art core of the KVS and works with Raven Ruëll, Johan
Dehollander, Ruud Gielens, Olympique Dramatique... The
collaboration with French speaking theater makers, such
as for the moment Dominique Roodthooft, is still alive in
her work and she is patiently weaving this within the Brussels project of the KVS.