Nederlands
Transcription
Nederlands
Reflex R e l at i e m a g a z i n e v a n E x x o n M o b i l i n d e B e n e l u x J AA R GANG 1 2 NR 2 2012 ‘Nobody gets hurt’ Veiligheid geïntegreerd in de dagelijkse praktijk INTERVIEW Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam PARTNERS Provinciaal Veiligheids Instituut Antwerpen OPEN DIALOOG ExxonMobil verwelkomt parlementariërs 2 Reflex NR 2 2012 REDACTIONEEL COLOFON Veiligheid: ‘nobody gets hurt’ Sinds de brand bij Chemiepack vorig jaar staan de media vol met berichten dat het slecht gesteld zou zijn met de veiligheid bij bedrijven die met risicovolle stoffen werken. ExxonMobil hanteert zeer hoge normen op het gebied van veiligheid. In al ons handelen zetten we veiligheid voorop. Gedrag heeft een steeds grotere nadruk gekregen binnen ExxonMobil’s veiligheidsbeleid, benadrukt veiligheidsadviseur Ton Jeen van onze Rotterdamse raffinaderij. In een lang interview benoemt burgemeester Ahmed Aboutaleb, voorzitter van de veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, op zijn beurt de specifieke risico’s in deze regio: ’De concentratie van risico’s in ons gebied zorgt voor een sterk ontwikkeld veiligheidsbewustzijn. We zijn ons dan ook zeer bewust van de noodzaak tot samenwerken. Dat geldt voor bedrijven onderling, maar ook voor de gemeenten in dit gebied.’ Ook productveiligheid staat bij ExxonMobil hoog op de prioriteitenlijst. Veel chemische producten gaan gebukt onder een negatieve beeldvorming. Zo kwamen de zogenoemde scoubidoutouwtjes (een bepaald soort speelgoed) in 2004 negatief in het nieuws vanwege het gebruik van vermeend schadelijke weekmakers. De weekmakers die ExxonMobil in de fabriek in Rotterdam produceert voldoen – zoals de meeste Europese weekmakers – aan de allerhoogste veiligheidsnormen, vertelt Global Plasticizer Advisor Didier Naert. Natuurlijk is ook (bij-)scholing op het gebied van veiligheid belangrijk. Onze medewerkers volgen dan ook regelmatig opleidingen bij het Provinciaal Veiligheids Instituut (PVI) in Antwerpen. ExxonMobil werkt al jaar en dag samen met dit opleidings- en kenniscentrum voor veiligheid op het werk en thuis. Naast veiligheid is er ook aandacht voor andere zaken in Reflex. Zo komt de Sci-Tech Challenge weer aan bod. Tijdens de Europese finale in mei bedachten meer dan zeventig leerlingen innovatieve ideeën voor een opdracht die goed aansloot bij de actualiteit: toon de energie-efficiëntie aan van een stad die de Olympische Zomerspelen van 2040 wil binnenhalen. Verder besteden we aandacht aan twee natuurprojecten in de omgeving van onze fabrieken in Antwerpen en Rotterdam. Tot slot: in ExxonMobil’s Corporate Citizenship Report kunt u meer lezen over maatschappelijk verantwoord ondernemen. De samenvatting hiervan treft u aan bij deze Reflex. Het volledige rapport is beschikbaar op de website www.exxonmobil.com en op onze nieuwe app voor de iPad. Mirjam de Leeuw Hoofdredacteur ‘ Reflex is een kwartaaluitgave van ExxonMobil in de Benelux, Afdeling Public and Government Affairs. Hoofdredactie Mirjam de Leeuw E-mail: [email protected] Redactie Textuur Tilburg Fotografie Stefan Dewickere Tom Kroeze e.a. Redactie Franstalige editie Marina Cols Verantwoordelijk uitgever in België Remko Kruithof, ExxonMobil Petroleum & Chemical BVBA, Polderdijkweg, 2030 Antwerpen Vormgeving Mervyn Hall (GPB Media) Pre-Press GPB Media, Leiderdorp Druk SMG Groep Redactieadressen België: Polderdijkweg, 2030 Antwerpen, tel. 03 / 543.35.92 Nederland: Postbus 1, 4803 AA Breda, tel: (076) 529 1333 Luxemburg: Rue de l’industrie 20, 8069 Bertrange Exxon Mobil Corporation heeft vele verbonden maatschappijen, waarvan vele de namen ExxonMobil, Exxon, Esso en Mobil bevatten. Gemakshalve en voor alle eenvoud worden die termen zoals maatschappij, bedrijf, onze, wij en zijn/haar soms gebruikt als verkorte verwijzingen naar specifieke verbonden maatschappijen of verbonden groepen. Dit doet evenwel geen afbreuk aan de onafhankelijkheid van de verschillende genoemde juridische entiteiten. Aanvraag extra nummers, adreswijzigin gen, nieuwe abonnementen, vragen over de inhoud en toestemming voor overname uitsluitend s chriftelijk bij de redactie. Het maken van fotokopieën van de inhoud is toegestaan voor e ducatieve doeleinden, alsook voor informatieverspreiding binnen organisaties. Aan de teksten in dit tijdschrift kunnen geen rechten worden ontleend. Reflex wordt verstuurd in milieuvriendelijke verpakkingsfolie. In al ons handelen zetten we veiligheid voorop. ’ www.exxonmobil.be www.exxonmobil.lu www.exxonmobil.nl VEILIGHEIDSBELEID Reflex NR 2 2012 3 ExxonMobil gelooft in risicogebaseerde aanpak op basis van doelvoorschriften Veilig tot in de haarvaten Onder het motto ‘nobody gets hurt’ investeert ExxonMobil voortdurend in de veiligheid van medewerkers en processen. Gedragsbeïnvloeding en veiligheidsbewustzijn nemen daarbij een centrale plek in. ‘In al ons handelen staat veiligheid voorop.’ 4 Reflex NR 2 2012 VEILIGHEID ‘O nderhoud installaties verontrustend slecht.’ ‘Chemiebedrijven laks met veiligheid.’ ‘Vrees voor ongelukken door achterstallig onderhoud.’ De krantenkoppen van de laatste tijd liegen er niet om. Zeker na de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk ligt de (petro) chemische industrie onder een vergrootglas van politiek, media en burgers als het gaat om veiligheid. Terecht: zelfs een op het oog klein incident kan verstrekkende gevolgen hebben voor medewerkers en omwonenden. Stringent veiligheidsbeleid ExxonMobil onderschrijft het belang van een stringent veiligheidsbeleid als geen ander. Wereldwijd hanteert het bedrijf zeer hoge normen op het gebied van persoonlijke en procesveiligheid, vertelt Ton Jeen, veiligheidsadviseur van de Rotterdamse raffinaderij. ‘Binnen ons veiligheidsbeleid lag het accent lange tijd op verbetering van de uitrusting en systemen. Uiteraard vormen het ontwerp en de inrichting van onze installaties nog steeds een hoeksteen binnen onze organisatie als het gaat om risicoreductie, net als deskundige bediening en vakkundig en tijdig onderhoud. Verder besteden we veel aandacht aan verplichte persoonlijke beschermingsmiddelen en strikte naleving van werkprocessen. En samen met andere bedrijven werken we ook op regionaal niveau aan veiligheid.’ Bewustzijn Tegelijkertijd heeft gedrag een steeds grotere nadruk gekregen binnen het veiligheidsbeleid, benadrukt Jeen. ‘In al ons handelen zetten we veiligheid voorop: we doen niets zonder er bij na te denken. Dat gaat ver. Zo is er de afspraak om als medewerker consequent de hand aan de railing te houden als je de trap opof afloopt. Ander voorbeeld: onze medewerkers bellen niet in de auto, ook niet handsfree. Dat lijkt overdreven, maar het zorgt er wél voor dat medewerkers bewust bezig zijn met eventuele risico’s.’ Veiligheid is op deze manier volledig geïntegreerd in de dagelijkse praktijk op en rond installaties én daarbuiten, vertelt Jeen. ‘Elke medewerker is ervan doordrongen dat veiligheid een essentieel onderdeel vormt van de dagelijkse werkzaamheden. Wat dat betreft heb ik het ook liever over bewustzijn dan over bewustwording: we stimuleren medewerkers om voortdurend alert te zijn op risico’s en elkaar aan te spreken op onveilig gedrag.’ Risicogebaseerde aanpak De verplichtingen die ExxonMobil zichzelf oplegt op het gebied van veiligheid, zijn op strategisch niveau vertaald in het Operations Integrity Management System (OIMS). Het OIMS bestaat uit elf elementen. Zo bevat het OIMS richtlijnen voor onder meer risicomanagement, onderhoud, informatie en documentatie, en incidentonderzoek en –analyse. Het door ExxonMobil zelf ontwikkelde OIMS kun je beschouwen als de ‘ultieme doelwetgeving’, stelt Jeen. ‘Bij doelwetgeving ligt de Regionale samenwerking In de regio Antwerpen (met een van de grootste chemische clusters ter wereld) is sinds 1973 de Vereniging van de Industriële Bedrijven van Noord Antwerpen (VIBNA) actief. ExxonMobil levert een actieve bijdrage aan dit vrijwillige samenwerkingsverband tussen ondernemingen uit onder meer de (petro)chemische, automotive, logistieke en energiesector. In de loop der jaren ontplooide VIBNA diverse initiatieven op het gebied van veiligheid en gezondheid, de twee belangrijke speerpunten. Zo ontwikkelde VIBNA een veiligheidsbeleid voor aannemers, een auditsysteem, en een vergunningssyteem voor de uitvoering van onderhouds- en montagewerken. Ook zet de vereniging zich actief in voor een veilig woon-werkverkeer in de Antwerpse havenregio. Deltalinqs: ervaringen uitwisselen In Nederland is ExxonMobil aangesloten bij Deltalinqs, de belangenbehartiger van logistieke en industriële bedrijven in het Rotterdamse haven- en industriegebied. Duurzame verbetering van de veiligheid is een van de speerpunten van de vereniging. Zo richt Deltalinqs zich onder meer op harmonisering van veiligheidsmaatregelen. Ook monitort Deltalinqs de overkoepelende veiligheidsperformance. Verder vervult de brancheorganisatie een regierol via de Deltalinqs ‘University’: een kennisnetwerk waarbinnen bedrijven ervaringen en informatie op veiligheids gebied met elkaar kunnen delen. Reflex NR 2 2012 5 nadruk op de te bereiken uitkomst en worden er geen – of nauwelijks – specifieke handelingen voorgeschreven. Hoe die uitkomst precies tot stand komt, is aan de betrokkene zelf. Ook ons OIMS past in dat stramien. De verplichtingen en verwachtingen die uit het OIMS voortvloeien, gaan daarbij in veel gevallen verder dan de wettelijke verplichtingen. De verschillende productielocaties hebben verder een grote mate van vrijheid bij het invullen van de OIMS-voorschriften. Uiteraard zien we er daarbij op toe dat deze effectief worden geïmplementeerd. Ook delen de locaties goede praktijkvoorbeelden met elkaar. Op die manier benutten we het verbeterpotentieel binnen onze organisatie ten volle.’ Het OIMS past volgens Jeen binnen de ‘risicogebaseerde aanpak’ die ExxonMobil voorstaat. ‘Steeds vaker leggen overheden middelvoorschriften op in plaats van doelvoorschriften. Natuurlijk zijn middelvoorschriften eenvoudig te controleren voor een inspecteur, maar ze dragen niet noodzakelijkerwijs bij aan meer veiligheid.’ Ambitieuze doelstelling Het stringente veiligheidsbeleid van ExxonMobil werpt zijn vruchten af: binnen de industrie is ExxonMobil een van de koplopers als het gaat om veiligheid. De Total Recordable Injury Rate, het aantal ongevallen per 200.000 gewerkte manuren, ligt bij sommige bedrijfsonderdelen zelfs op nul. Toch schuilt er een gevaar in een al te nadrukkelijke focus op getallen, benadrukt Jeen. ‘Natuurlijk proberen we te leren van elk incident of bijna-incident. De nadruk op cijfers brengt echter ook het potentiële gevaar met zich mee dat je vooral reactief bezig bent met veiligheid. Gedragsbeïnvloeding en het motiveren van mensen: volgens ons ligt vooral dáár de sleutel tot optimale veiligheid. Niet voor niets is ons motto ‘nobody gets hurt’. Wereldwijd spannen we ons in om die ambitieuze doelstelling waar te maken, elke dag weer.’ ■ Verantwoordelijkheid nemen ExxonMobil is een van de bedrijven die deelnemen aan Responsible Care®, een van oorsprong Canadees veiligheids programma. Binnen Responsible Care – dat inmiddels in ruim 50 landen wordt uitgevoerd – draait het om de toezegging van de chemische industrie om haar prestaties op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieubewustzijn voortdurend te verbeteren. Responsible Care richt zich daarbij op meerdere domeinen: van veiligheid en milieubescherming bij productie en transport tot transparantie over productprestaties. Met het ondertekenen van de ‘beleidsprincipes’ beloven deelnemende bedrijven alle medewerkers en aannemers hiervan bewust te maken. Actieplan Veiligheid Voorop Samen met een aantal brancheorganisaties, waaronder de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI), stelde Ondernemingsorganisatie VNO-NCW afgelopen najaar het actieplan Veiligheid Voorop op. Ook ExxonMobil droeg via de belangenverenigingen actief bij aan de totstandkoming van dit initiatief. Het plan richt zich in tien uitgangspunten op de veiligheidscultuur binnen bedrijven die grootschalig met gevaarlijke stoffen werken. Uitgangspunt is dat een goede veiligheidscultuur zich niet alleen door wetgeving laat afdwingen; nodig zijn volgens VNO-NCW betrokken leiderschap, continue verbetering van het beheerssysteem, en actieve veiligheidsnetwerken. Elke brancheorganisatie heeft het plan verder uitgewerkt voor de eigen branche. 6 Reflex NR 2 2012 INTERVIEW Als burgemeester van Rotterdam (en als voorzitter van de veiligheidsregio RotterdamRijnmond) is Ahmed Aboutaleb verantwoordelijk voor de veiligheid in de regio Rotterdam-Rijnmond. De dichtbevolktheid, in combinatie met de grote concentratie (petro)chemische industrie, zorgt voor een uitzonderlijk hoog risicoprofiel. ‘Bedrijven kunnen zich simpelweg geen incidenten en crises veroorloven.’ Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam: ‘Zonder veiligheid D e regio Rotterdam is een grootstedelijk gebied, met een wereldhaven en een uitgestrekt industriegebied met petrochemische industrie en gerelateerde bedrijven. Een gebied ook met een intensief gebruikte infrastructuur van snelwegen, vaarwegen en spoorwegverbindingen. En met 1,2 miljoen mensen die er dagelijks wonen en werken. Geen geringe opgave dus voor de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb: de verantwoordelijkheid voor een veilige woonen werkomgeving ligt in zijn handen. Met welke specifieke veiligheidsrisico’s heeft (de industrie binnen) de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond te maken? ‘Rotterdam-Rijnmond heeft een hoog risicoprofiel: van de bedrijven in Nederland die vallen onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen, het BRZO, is ruim de helft gevestigd in dit gebied. Dan heb je het over bedrijven waar risicovolle werkzaamheden plaatsvinden en waar veiligheid extra aandacht vraagt. De industriële processen in dit gebied brengen op zich al een scala aan veiligheidsrisico’s met Reflex NR 2 2012 7 staat alles stil’ zich mee, bijvoorbeeld als het gaat om gevaarlijke en brandbare stoffen. Maar ook zaken als logistiek, transport en ICT kunnen van invloed zijn op de veiligheid: stroomstoringen of uitval van dataverkeer kunnen voor ernstige risico’s zorgen. Zo ontstond er vorig jaar een betrekkelijk kleine brand in een vitaal netwerkknooppunt van KPN in de Rotterdamse Waalhaven. Dit leidde tot een omvangrijke telefoonstoring, die de ICT- voorzieningen van veel bedrijven in de war stuurde. Daardoor reed de metro niet meer en viel een deel van het C2000-netwerk – dat de hulpdiensten gebruiken voor hun onderlinge communicatie – uit. De storing had dus directe gevolgen voor de veiligheid in onze regio. Ander voorbeeld: door verstoring van de goederenstroom moeten bedrijven soms complexe productieprocessen stilleggen. Hieraan zijn directe risico’s verbonden, maar het kan ook leiden tot risico’s elders. Zo kregen we de afgelopen jaren te maken met enkele treinongevallen – bij Barendrecht in 2009 en op de Maasvlakte in 2012 – waardoor goederenstromen tot ver over de landsgrenzen verstoord raakten. Noodzakelijke transporten van gevaarlijke stoffen moesten plaatsvinden over routes waar zij normaal niet rijden, waardoor tijdelijk extra veiligheidsrisico’s ontstonden. Een andere categorie veiligheidsrisico’s hangt samen met de gevolgen van extreem weer. Denk daarbij aan de gevolgen van blikseminslag of overstromingsgevaar.’ Hoe belangrijk is veiligheid voor de (inter) nationale positie van het Rotterdamse havenen industriecomplex? ‘Deze regio is een belangrijke pijler van onze nationale economie. Ik kan er niet duidelijk genoeg over zijn: veiligheid is cruciaal voor de Rotterdamse haven en industrie. Zonder veiligheid staat alles stil. Gelukkig hoef ik het bedrijfsleven hiervan niet te overtuigen: de concentratie van risico’s in ons gebied zorgt juist voor een sterk ontwikkeld veiligheidsbewustzijn. Bij de werkbezoeken die ik de afgelopen jaren heb afgelegd bij de verschillende bedrijven hier, merk ik steeds weer hoezeer de directies hameren op veiligheid. Natuurlijk is de eerste reflex van commerciële bedrijven om te investeren in primaire bedrijfsprocessen, veiligheid kost geld. Maar uiteindelijk hebben bedrijven zelf óók baat bij een strikt veiligheidsbeleid. Los van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid kunnen zij zich simpelweg geen incidenten en crises veroorloven.’ 8 Reflex NR 2 2012 INTERVIEW Snelle politieke carrière Ahmed Aboutaleb (Beni Sidel, Marokko, 29 augustus 1961) maakte een snelle politieke carrière door. Begonnen als wethouder in Amsterdam in 2004, bekleedde hij in het kabinet-Balkenende IV de functie van staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Sinds begin 2009 is hij burgemeester van Rotterdam. In die hoedanigheid is hij voorzitter van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR). Hoe werken bedrijven en overheden in de regio samen? ‘Dankzij het hoge risicoprofiel van onze regio zijn we ons zeer bewust van de noodzaak tot samenwerken. Dat geldt voor de bedrijven onderling, maar ook voor de gemeenten in dit gebied. De betrokkenheid van gemeenten bij de bedrijven is groot. Gemeenten hebben zelf risicovolle bedrijven binnen hun grenzen of in hun directe nabijheid. Bovendien zijn veel van hun inwoners werkzaam bij die bedrijven. De overheid onderhoudt intensieve contacten met de bedrijven in het haven- en industriegebied. Daarin speelt belangenorganisatie Deltalinqs een belangrijke rol, maar er zijn ook veel rechtstreekse contacten. Zowel op het gebied van preventie als in de operationele incidentbestrijding beschikt de veiligheidsregio over veel specialistische kennis en kunde. Het risicoprofiel zorgt er ook voor dat de hulpdiensten sinds jaren gewend zijn aan het ‘samenwerken aan veiligheid’. Multidisciplinaire samenwerking tussen gemeenten en brandweer, politie, ambulancezorg en de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie, maar ook met het Havenbedrijf, de milieudienst en het Openbaar Ministerie, is dan ook vanzelfsprekend. Al deze partners zijn ook vertegenwoordigd in de veiligheidsdirectie van de VRR.’ ‘ Industriële bedrijvigheid, hoe hightech ook, is mensenwerk. Oók in RotterdamRijnmond. Hoe zit het met rampencoördinatie en hoe verlopen de rampenoefeningen? ‘De hulpdiensten oefenen met grote regelmaat het optreden bij calamiteiten en crises. Dit gebeurt in de vorm van zogenoemde table top-oefeningen, waarin het correct doorlopen van processen en procedures vooropstaat. Daarnaast zijn er uiteraard ook realistische oefeningen met alle hulpdiensten. Met vaak tientallen deelnemers: mensen op strategisch niveau én hulpverleners. Zulke oefeningen vinden ook plaats op locatie, op een bedrijfsterrein. Dat zorgt niet alleen voor een hoog realiteitsgehalte, het biedt bedrijven en hulpdiensten ook de gelegenheid samen op te trekken op veiligheidsgebied.’ Wat mag ExxonMobil verwachten van de samenwerkende over heden als het gaat om de veiligheid van mensen en hun omgeving? ‘De veiligheidsregio staat voor ‘samen sterk’ in zowel risicobeheersing, incidentbestrijding als bij de beheersing van een crisis. We doen dit door gezamenlijke inzet van diensten, organisaties, burgers én bedrijfsleven. Het oogmerk daarbij is om schade en leed bij incidenten te voorkomen of te beperken. Juist dankzij het hoge risicoprofiel van onze regio, hebben we hierover veel kennis en kunde kunnen ontwikkelen. Multidisciplinaire samenwerking van de hulpdiensten onderling zorgt ervoor dat we een robuuste veiligheidsorganisatie vormen, met de ’ Reflex NR 2 2012 9 nodige slagkracht. Samenwerking met de bedrijven zelf is van essentieel belang. Niet voor niets beschikken we juist in dit gebied over een unieke vorm van publiek-private samenwerking op veiligheidsgebied: de Gezamenlijke Brandweer.’ Het Centrum Industriële Veiligheid (CIV) is het expertisecentrum van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Wat zijn de belangrijkste speerpunten van het CIV? ‘Het jarenlange werken in en met de petrochemische bedrijven in de regio heeft de veiligheidsregio een unieke expertise opgeleverd op het gebied van industriële veiligheid. Via het CIV stellen we deze expertise beschikbaar: aan overheden – met name gemeenten – en de regionale brandweerkorpsen. Zo kunnen ook anderen profiteren van onze kennis en kunde. Voor de uitvoering van projecten en advisering beschikt CIV over 26 specialisten, adviseurs en inspecteurs. Daarnaast beschikt het centrum over een omvangrijk kennisnetwerk.’ jarenlange werken in en ‘Het met de petrochemische bedrijven in de regio heeft Een vaak geciteerde uitspraak van u is ‘een goed opgeleide stad is een veilige stad’. Kunt u dit uitleggen met betrekking tot het bedrijfsleven in de regio? ‘In de haven en in gerelateerde bedrijven is bijna geen ongeschoold werk te vinden. Integendeel: nergens vind je zo veel innovatieve, hightech bedrijven als in deze regio. Werk gevers hebben bekwame vakmensen nodig, die tijdens hun opleiding al geleerd hebben dat veiligheidsbeleid cruciaal is. Het is een taak van de lokale overheid om jongeren te stimuleren voor een technische opleiding te kiezen en bedrijven in de haven te positioneren als aantrekkelijke werkgevers. Door bewoners goed te informeren leid je hen in feite ook op. Als zij zich bewust zijn van de risico’s en weten wat ze moeten doen als het alarm gaat, kan dat mensenlevens redden.’ de veiligheidsregio een unieke expertise opgeleverd op het gebied van industriële veiligheid. ’ Hoe informeren jullie burgers in geval van een crisis? ‘Meer dan een miljoen mensen leven en werken middenin of vlakbij dit gebied. Daarom zorgen we voor een goede risico- en crisiscommunicatie richting burgers. Ook als we nog niet alle informatie op een rijtje hebben, moeten we bij een crisis burgers snel kunnen informeren en handelingsperspectief bieden. Voor het alarmeren van burgers beschikken we over sirenes en Radio Rijnmond als calamiteitenzender. Maar we beschikken inmiddels ook over Rijnmond Veilig. Hiermee bieden we een reeks informatiekanalen om burgers over risico’s en crises te informeren. Naast een internetsite en social media als Twitter en Facebook, kan RijnmondVeilig ook via andere kanalen burgers bereiken: onder meer via informatiepanelen in publieke ruimten en winkels.’ Veiligheid staat bij ExxonMobil zeer hoog in het vaandel (‘geen enkel incident’). Niet voor niets zijn we binnen de industrie een van de koplopers op dit gebied. Welke specifieke punten in ons veiligheidsbeleid spreken u aan? ‘Een bedrijf is verantwoordelijk voor de veiligheid op zijn terrein. ExxonMobil heeft bewezen deze veranwoordelijkheid heel serieus te nemen en het bedrijf heeft een veiligheidscultuur bij de medewerkers gecreëerd. Het is ook een goede zaak als bedrijven elkaar inspireren op dit vlak, uitwisselen van best practices dient daarbij een gezamenlijk, algemeen belang. Van belang is ook de relatie met het publiek, de omwonenden. Voor hen zijn niet alleen de feitelijke risico’s van belang, maar ook het gevoel van veiligheid of onveiligheid bij bepaalde bedrijfs processen. En dat veiligheidsgevoel wordt bevorderd door een open, communicatieve houding vanuit het bedrijf. Daarbij moeten we niet de illusie wekken dat overheid en bedrijfsleven 100 procent veiligheid kunnen bieden. Industriële bedrijvigheid, hoe hightech ook, is mensenwerk. Oók in Rotterdam-Rijnmond.’ ■ 10 Reflex NR 2 2012 LEEFOMGEVING Als grote speler in de energiesector is ExxonMobil al decennialang aanwezig in en rond de havens van Antwerpen en Rotterdam. Tegelijkertijd hebben we maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog in het vaandel staan: we investeren voortdurend om het effect van onze operaties op het milieu zo klein mogelijk te houden. Beperking van emissies en het vergroten van energie- efficiency staan hierbij voorop. Ook het leveren van een duurzame bijdrage aan de leefomgeving van onze medewerkers staat hoog op de agenda. Niet voor niets ondersteunden we recent twee grote Natuurlijke bijdrage Bospolder steeds mooier en groener Het moeras- en bosgebied Bospolder, tussen de dorpskern van Ekeren en de Antwerpse haven, wordt steeds mooier en groener. Mede dankzij de steun van ExxonMobil vinden diverse diersoorten weer steeds beter hun weg naar het gebied, dat bestaat uit open water, bos, struwelen en graslanden. Reflex NR 2 2012 11 n atuurprojecten in de directe omgeving van onze fabrieken. In Antwerpen namen we het peterschap op van de Bospolder. En op het eiland Tiengemeten in het Haringvliet bij Rotterdam, leverden we een bijdrage aan de eind juni geopende natuurspeeltuin van Natuurmonumenten. ■ Bospolder, Antwerpen Bospolder ■ Natuurspeeltuin Tiengemeten, Rotterdam Samen met enkele andere natuurgebieden vormt de Bospolder een lang, uitgestrekt snoer van waardevolle natuur door en langs de Antwerpse haven. De inpoldering van de Antwerpse schorren (gebieden die bij hoogtij onder water komen te staan) vond plaats in de tiende en elfde eeuw. Eind jaren zestig werd de Bospolder opgespoten, bij wijze van uitbreiding van de haven. Na jaren van verwaarlozing groeide de Bospolder uit tot een natuurgebied van formaat. Het gebied werd deels afgegraven, de wielen werden hersteld, en er verrezen twee vogelkijkhutten. Verschillende vogelsoorten vonden inmiddels een plek op en nabij de ruime, ondiepe plassen. Oplettende bezoekers kunnen onder meer genieten van zilverreigers, grote grazers als galloway runderen, vogelsoorten als de rietzanger, en de vlindersoort bruin blauwtje. Diverse activiteiten De band tussen het Natuurpunt Antwerpen Noord en ExxonMobil is er een van goede buren. Zo benut het Natuurpunt de komende maanden om – met financiële steun van ExxonMobil – de bezoekersinfrastructuur verder te verbeteren. Ook krijgen de vogelkijkhutten een opknapbeurt. Daarnaast vinden er gedurende het jaar diverse activiteiten plaats voor en met hulp van ExxonMobil-medewerkers. Begin juli vond er in alle vroegte al een vogelwandeling plaats door het gebied voor medewerkers en hun gezinsleden. Begin september kunnen zij vervolgens nader kennismaken met de vlinderfauna van de Bospolder tijdens een twee uur durende vlinderwandeling. Zelf steken ExxonMobilmedewerkers de handen uit de mouwen tijdens de Beheerdag in oktober, waarbij het draait om lichte werkzaamheden als het verwijderen van houtopslag. Uiteraard is er daarbij volop aandacht voor veiligheid, zoals het juiste materiaal en goede beschermende kledij. 12 Reflex NR 2 2012 LEEFOMGEVING Natuurspeeltuin Tiengemeten Spelenderwijs de natuur ontdekken Een grote natuurspeeltuin, waar kinderen kunnen ravotten en spelenderwijs de natuur kunnen ontdekken. ExxonMobil is een van de sponsors van Speelnatuur, de nieuwe natuurspeeltuin op het eilandje Tiengemeten, in het Haringvliet bij Rotterdam. De allerjongsten kunnen zich uitleven op het ExxonMobil Ukkie-eiland. Midden in het Haringvliet – van oudsher de toegangspoort vanaf de Noordzee naar Dordrecht en Rotterdam – ligt het eilandje Tiengemeten. Lange tijd, tot 2007, lag op het 10,5 vierkante kilometer grote eiland de buurtschap Tiengemeten. Landbouw en de veerdienst waren de belangrijkste inkomstenbronnen voor de bewoners van de zeven boerderijen. Nadat de laatste bewoner Tiengemeten in 2006 verliet, ontwikkelde Natuurmonumenten het eiland tot een natuur- en recreatiegebied. De populariteit van het eilandje groeit inmiddels gestaag: het aantal bezoekers steeg van 20.000 bezoekers in 2008 tot ruim 30.000 in 2010. Met de uitbreiding van het gebied met een natuurspeeltuin, stijgen de bezoekersaantallen de komende jaren ongetwijfeld verder. Omringd door tientallen enthousiaste kinderen opende Bastiaan Ragas, ambassadeur van Natuurmonumenten, Speelnatuur Tiengemeten. Bijzondere belevenis De aanleg van de speeltuin, vol water en zand, ging afgelopen najaar van start. Het ontwerp van landschaps architecte Sigrun Lobst staat garant voor een bijzondere belevenis voor kinderen. De natuurspeeltuin omvat een picknickweide, water voor het varen met vlotten, een Kruip-door-sluip-door-Eiland, en een Huttenbouw-eiland. ExxonMobil leverde een grote bijdrage aan het Ukkieeiland: een speelgedeelte voor kleine kinderen. Verder staat op het terrein het ‘speelhuis’: een onderkomen voor de ontvangst van bezoekers, zoals gezinnen met kinderen, schoolklassen en verjaardagsfeestjes. Met de speeltuin wil Natuurmonumenten kinderen op speelse wijze in contact laten komen met natuur. De natuurervaringen die zij opdoen, kunnen de kiem zijn van natuurbeleving nu en later. ■ Reflex NR 2 2012 13 Martin de Beer, plantmanager van ExxonMobil’s weekmakersfabriek, onthult samen met directeur Jan Jaap de Graeff van Natuurmonumenten het naambord voor het ‘Ukkie-eiland’. 14 Reflex NR 2 2012 PRODUCTVEILIGHEID Productveiligheid: geen enkele concessie Weekmakers op basis van ftalaten stonden lang in een kwaad daglicht. Toch voldoen de meeste Europese weekmakers aan de allerhoogste veiligheidsnormen. ExxonMobil produceert alleen ftalaten met een hoog moleculair gewicht die voldoen aan de veiligheidsnormen die opgelegd zijn door de REACH-wetgeving. In Europa worden deze ftalaten geproduceerd in de Rotterdam Plasticizers and Intermediates Plant. Reflex NR 2 2012 15 V an kabels tot vloerbedekking: weekmakers op basis van ftalaten geven soepelheid aan allerlei dagelijkse producten. Ftalaten zijn kleur- en geurloze viskeuze vloeistoffen (zogenoemde esters) op basis van synthetische alcoholen en ftaalzuuranhydride. Ze zijn er in vele soorten en maten. Sinds de invoering van de REACH-regelgeving (zie kader) zijn bepaalde weekmakers met een laag moleculair gewicht in de EU als gevaarlijk geclassificeerd. Daarom worden binnen Europa voor de productie van bijvoorbeeld flexibel PVC steeds vaker ftalaten weekmakers gebruikt die een hoog moleculair gewicht hebben. Inmiddels zijn deze zogenoemde ‘hoge ftalaten’ goed voor zo’n 80 procent van de in Europa gebruikte weekmakers. Geen classificatie De verschuiving van lage naar hoge ftalaten vloeit voort uit de resultaten van Europese onderzoeken en risicoanalyses*, verduidelijkt Didier Naert, Global Plasticizer Advisor bij ExxonMobil. ‘Deze onderzoeken en analyses tonen overtuigend aan dat hoge ftalaten geen noemenswaardige gevaren voor de gezondheid opleveren. De nationale en EU-instanties zagen dan ook geen reden om hoge flalaten te laten classificeren voor schadelijke effecten op milieu en gezondheid. Er geldt wel een verbod voor bepaald gebruik van (hoge en lage) ftalaten in speelgoed en verzorgingsartikelen die kinderen in hun mond kunnen nemen, zoals een speen of bijtring. Dat zijn producten waarvoor ExxonMobil geen weekmakers levert. In andere producten dan kinderspeelgoed en kinderverzorgingsartikelen mogen alle hoge ftalaten zonder uitzondering vrij worden toegepast.’ Negatieve beeldvorming Ook de Rotterdam Plasticizers and Intermediates Plant (RPI) – de grootste Europese producent van ftalaten – maakt enkel gebruik van synthetische alcoholen met een hoog moleculair gewicht, benadrukt plant manager Martin de Beer. ‘Onze producten voldoen aan de allerhoogste normen en eisen op het gebied van veiligheid. Wat dat betreft kiezen we heel bewust voor hoge ftalaten. Op het gebied van veiligheid doet ExxonMobil geen enkele concessie.’ Veel media maken geen onderscheid tussen lage en hoge ftalaten, reageert Didier Naert. ‘Zo kwamen weekmakers in 2004 negatief in het nieuws na alarmerende toxicologische berichten over grote hoeveelheden in scoubidou touwtjes. Ondanks dat er geen verband met schadelijkheid voor de gezondheid werd gevonden, hebben weekmakers tot op de dag van vandaag last van negatieve beeldvorming.’ Bewezen veiligheid ExxonMobil investeert voortdurend in onderzoek en risicoanalyses, benadrukt Didier Naert. ‘Om de kennis rond plasticizers te delen en te verankeren, voeren we bovendien – binnen het European Council for Plasticisers and Intermediates – regelmatig overleg met beleidsmakers en andere belanghebbende partijen. Ook verzorgen we workshops voor beleidsmakers en academici, waarin we nauwgezet uiteenzetten hoe onze producten tot stand komen en waar ze voor gebruikt worden. Alles met maar één doel: een waarheidsgetrouw beeld van onze producten neerzetten en de bewezen veiligheid ervan benadrukken.’ ■ * Bron: European Union Risk Assessment Report European Chemical Bureau - DINP, Vol 35, 2003 - DIDP , Vol 36, 2003 REACH: veeleisende wetgeving voor chemicaliën Iedereen die binnen de Europese Unie chemische stoffen of preparaten produceert, moet voldoen aan REACH: een Europese verordening voor registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen. Vrijwel alle chemische stoffen vallen onder de verordening. Voordat producten die chemicaliën bevatten worden toegelaten op de Europese markt, moet de producent voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Alle bedrijven in de toeleveringsketen van chemische s toffen moeten ervoor zorgen dat een stof zo veilig mogelijk wordt geproduceerd, in de handel gebracht en kan worden gebruikt. 16 Reflex NR 2 2012 PANORAMA Nieuws van ExxonMobil in vogelvlucht Esso-campagne rond vernieuwde brandstoffen Vooruitgang tanken Wie regelmatig tv en radio aan heeft staan, kan ze niet gemist hebben: de diverse spotjes van Esso. Met deze uitgebreide campagne – die op 1 mei van start ging – introduceert ExxonMobil zijn vernieuwde autobrandstoffen in de Benelux. Naast commercials op radio en televisie omvat de campagne ook promotiemateriaal op en rond de tankstations van Esso. Wie op zoek is naar het dichtstbijzijnde tank station, kan gebruikmaken van de nieuwe online Esso Fuel Finder, die ook beschikbaar is als app voor de iPhone en iPad. Verder biedt de website www.fuelprogress.com achtergrondinformatie over de brandstoffen van Esso. Voortdurende innovatie De introductie van de nieuwe brandstoffen maakt deel uit van de voortdurende inspanningen van Esso om zijn brandstoffen te verbeteren. De nieuwe generatie brandstoffen helpt aanslag op inlaatkleppen en brandstofinjectoren te verminderen en te voorkomen. Dit leidt tot betere prestaties, verminderde uitstoot en verbeterd brandstofverbruik. ■ TEAM Terminal bestaat vijftig jaar In 1962 opent Caltex de huidige Team Terminal in het Europoortgebied voor de opslag van ruwe aardolie. Al snel groeit deze terminal uit tot een belangrijke strategische plek voor de raffinaderij van Esso in de Botlek. Vijftig jaar later is de TEAM Terminal (waarvan Esso een van de aandeelhouders is) uitgegroeid tot een van de grootste olie op- en overslagbedrijven in het Rotterdamse Europoortgebied. Jaarlijks wordt hier 35 miljoen kubieke meter ruwe olie doorgezet; een kwart van de totale doorzet in het gehele Europoortgebied. De vijftigste verjaardag van de terminal werd luister bijgezet met een feestelijke open dag op 12 mei. Ook medewerkers van ExxonMobil maakten van de gelegenheid gebruik om de terminal te bezichtigen. ■ Reflex NR 2 2012 17 Defibrillator voor Medisch Centrum Kaai 142 Nieuwe directeur Raffinaderij Antwerpen Sinds 1 juli heeft Dave Brownell het roer over genomen van Ian Carr als directeur van de raffinaderij in Antwerpen. Dave Brownell werkt sinds 1989 bij ExxonMobil en is in de loop der jaren binnen verschillende functies werkzaam geweest binnen zowel raffinage als chemie. De Benelux-organisatie is hem niet onbekend: in de periode 1997 tot 2002 bekleedde hij verschil lende managementfuncties in onder andere Brussel en Rotterdam. De afgelopen jaren was Dave werkzaam als Process Manager op Exxon Mobil’s raffinaderij in Baton Rouge in de Verenigde Staten. Voormalig raffinaderijdirecteur Ian Carr is aan een nieuwe uitdaging begonnen in de Verenigde Staten. ■ Dit voorjaar doneerde ExxonMobil een automatisch externe defibrillator (AED) aan Medisch Centrum Kaai 142 in de Antwerpse haven. De AED is vooral bedoeld voor weekend- en avonddiensten, wanneer er minder artsen aanwezig zijn die acute zorg kunnen verlenen. De defibrillator kan door iedereen veilig en eenvoudig worden bediend, tot de professionele hulpverlening is gearriveerd. Kris Vermeylen (directeur van Kaai 142) en Paul Valkeniers (voorzitter van werkgeverscentrale CEPA) namen de donatie van ExxonMobil dankbaar in ontvangst. “We zijn er heel blij mee. Al hopen we natuurlijk de machine nooit te hoeven gebruiken.” Jaarlijks worden er in Medisch Centrum Kaai 142 15.000 patiënten behandeld. Het gaat daarbij niet alleen om arbeidsongevallen, maar ook om vrije consultaties. ■ Vernieuwde miniraffinaderij op EIC Mainport Rotterdam Op de permanente havenexpositie van het Eductatief Informatie Centrum Mainport Rotterdam is een vernieuwde miniraffinaderij geopend. Doel van de raffinaderij – een samenwerkings project van ExxonMobil, BP, Shell en Q8 – is om interesse te wekken voor petrochemie en aandacht voor het werken in deze sector te stimuleren. Dave Brownell Bij de opening op 22 mei waren leerlingen van het Schoonhovens College aanwezig. Zij konden als eerste het procesoperatorspel spelen. Jaarlijks bezoeken zo’n 17.000 scholieren en studenten het haven- en industriecomplex. Niet voor niets wordt het EIC ook wel de ‘excursiefabriek van de Rotterdamse haven’ genoemd. ■ 18 Reflex NR 2 2012 VOORLICHTING Natuurlijke partners in veiligheid Veiligheid op het werk en thuis: het is al decennia hét speerpunt voor het Provinciaal Veiligheidinstituut (PVI) in Antwerpen. Begonnen als voorlichtings instantie ter voorkoming van arbeidsongevallen, is het PVI anno 2012 uitgegroeid tot een alom gerespecteerd opleidings- en kenniscentrum. ExxonMobil en het PVI maken graag gebruik van elkaars expertise. V an buiten valt het monumentale pand van het Provinciaal Veiligheidsinstituut niet meteen op tussen alle andere fraaie gebouwen in het centrum van Antwerpen. Eenmaal binnen is echter meteen duidelijk dat dit geen gewoon gebouw is. In de grote centrale ruimte staan, net als op de twee ringvormige galerijen, diverse opstellingen: van een nagebouwde keuken en woonkamer tot een kantoor en een bouwplaats. Het doel: de bezoekers en cursisten van het PVI op directe wijze laten ervaren welke onvei- lige situaties er op het werk en thuis kunnen ontstaan, en vooral hoe ze deze kunnen voor komen. Van museum naar instituut Bewustwording en informatieverstrekking vormen al decennialang het hart van het PVI, vertelt directeur Liesbeth Fivez. ‘De eerste plannen voor dit instituut dateren van na de Reflex NR 2 2012 19 Veiligheidscampagnes: Gert Van Daele bewustwording werpt vruchten af Naast veiligheid op het werk krijgt ook de veiligheid thuis steeds meer aandacht. Via groots opgezette campagnes en onderwijsprojecten informeert het PVI het grote publiek over actuele veiligheidsthema’s, zoals rookmelding en brandpreventie. Rookmelding ervaren hoe lastig het is om in dichte rook Per graad ontwikkelden we een aparte Momenteel loopt de mede door ExxonMobil een kind te moeten redden. ' Omdat kans- methodiek.’ Scholen kunnen verschillende mogelijk gemaakte r ookmeldercampagne, arme groepen het financieel moeilijker didactische ‘doe-koffers’ lenen, gevuld met vertelt projectcoördinator Gert Van Daele. hebben en ook vaak in onveiligere woningen prentenboeken, puzzels, spellen en ‘Verstikking door rook is de belangrijkste wonen, gaan we voor hen een stap verder: opdrachten. Het doel is om leerlingen doodsoorzaak bij brand. Toch hangen in drieduizend rookmelders worden gratis spelenderwijs kennis laten maken met Vlaanderen slechts bij een op de drie gezin- geplaatst. Goed voor de veiligheid van acht- brandpreventie. Ook krijgen ze folders en een nen rookmelders. Voor ons was dit reden om duizend kansarme gezinnen.’ De campagne is checklist mee voor thuis. Inmiddels loopt ook een campagne rond brandpreventie op te een succes, benadrukt Gert Van Daele. ‘Met deze onderwijscampagne al twee jaar, vertelt zetten. Sinds de start van de campagne, eind 34.000 verkochte rookmelders is onze doelstel- Gert Van Daele. ‘Eind 2011 hadden we al 2010, hebben al 45 van de 70 gemeenten in ling al gehaald. Mede vanwege dit succes is de 10.000 kinderen – en dus evenzoveel de provincie Antwerpen zich aangemeld als campagne inmiddels verlengd tot eind 2013.’ gezinnen – bereikt. Ook ouders zijn heel zogenoemde rookmeldergemeente.’ Vanuit enthousiast over het project. Waarmee een het PVI k rijgen ze diverse kant-en-klare Brandpreventie belangrijke doelstelling is behaald: ouders via communicatiemiddelen aangeleverd, zoals Leerlingen in het basisonderwijs vormen een hun kinderen het belang van brandpreventie tv- en radiospotjes en flyers. Ook kunnen specifieke doelgroep van deze campagne, laten inzien. Inmiddels toont ook de federale burgers bij deze gemeenten terecht voor vervolgt Van Daele. ‘Geïnteresseerde scholen overheid interesse voor een landelijke uitrol goede én g oedkope rookmelders van het PVI. kunnen deelnemen aan een project rond van het project.’ Verder staat er een eigen ‘rookmobiel’ op brand- en brandwondenpreventie, evenementen, waarin mensen zelf kunnen opgebouwd rond Boris de Brandweerman. 20 Reflex NR 2 2012 VOORLICHTING ‘ Stefaan Henderieckx: We merken dat ExxonMobil welzijn op het werk heel hoog in het vaandel heeft staan. ’ Voorlichting ‘van het grote Liesbeth Fivez: publiek neemt nog steeds een belangrijke plek in. ’ Eerste Wereldoorlog. De groeiende industriële activiteit zorgde voor een schrikwekkende stijging van het aantal arbeidsongevallen: rond 1925 vonden er zesduizend ongevallen per jaar plaats, op ongeveer 24.000 tewerkgestelde havenarbeiders. Rond 1930 werden de eerste informatiecampagnes rond veiligheid georganiseerd. Het primaire doel was om arbeiders voor te lichten over gevaren op het werk en hoe die te voorkomen.’ Uiteindelijk ging in 1942, midden in oorlogstijd, het uitgebreidere veiligheidsmuseum open. De officiële oprichting van het PVI, tien jaar later, viel samen met de verhuizing naar het huidige pand. Nederlandse cursisten De focus van het PVI is sinds die tijd wel veranderd, zegt Liesbeth Fivez. ‘Voorlichting van het grote publiek neemt nog steeds een belangrijke plek in. Ons uitgebreide documentatiecentrum is daar een fraai voorbeeld van. Onze core business wordt nu echter vooral gevormd door ons brede opleidingenaanbod.’ Bedrijven en technische scholen vaardigen jaarlijks zo’n vijfduizend mensen af naar de korte veiligheidsopleidingen van het PVI, vult teamleider Stefaan Henderieckx aan. ‘Zo organiseren we regelmatig studiemomenten voor preventieadviseurs en veiligheidscoördinatoren. Zij blijven zo op de hoogte van wettelijke bepalingen en van nieuwe inzichten en praktijken. Ook tijdens ons jaarlijkse navormingscongres laten vakgenoten zich graag bijpraten over de laatste ontwikkelingen in het vak. Daarnaast volgen jaarlijks zo’n 300 mensen een van onze meerdaagse opleidingen, die in lengte variëren van 3 tot 35 dagen.’ De opleiding tot preventieadviseur is veruit de grootste; in de loop der jaren hebben zo’n 2.500 tot 3.000 mensen bij het PVI hun diploma gehaald. Ook zijn er opleidingen en examens op het gebied van VCA (Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers), een certificering waarmee aannemers uit Vlaanderen en Nederland kunnen aantonen dat zij een veiligheidszorgsysteem hebben geïmplementeerd. Dit alles met als doel de risico’s voor de eigen werknemers en die van de opdrachtgever, tot het minimum te beperken. Het PVI verzorgt verder opleidingen op maat, afgestemd op de specifieke noden van een organisatie of bedrijf. Stefaan Henderieckx: ‘Ook medewerkers van ExxonMobil volgen regelmatig opleidingen bij ons. We merken dat ExxonMobil welzijn op het werk heel hoog in het vaandel heeft staan. Het bedrijf scherpt de competenties voor het eigen personeel voortdurend aan. Wij komen graag tegemoet aan de behoefte aan adequate scholing die daaruit voortvloeit.’ Intensieve samenwerking De band tussen ExxonMobil en het PVI bestaat al lang, vertelt Liesbeth Fivez. ‘Begin jaren negentig hielp ExxonMobil al mee om het VCA-systeem – een van oorsprong Nederlands initiatief – een meer Vlaamse invulling te geven. Sindsdien werken we behoorlijk intensief samen. Zo ondersteunde ExxonMobil steevast de vroegere jaarlijkse tentoonstellingen rond veiligheid in de privésfeer. Ook leveren ExxonMobil-experts al jaren bijdragen aan ons navormingscongres. En verder ondersteunt het bedrijf regelmatig onze campagnes, zoals de 'doekoffers' en nu rond de brandcampagne. De standaard ligt erg hoog bij ExxonMobil, benadrukt Liesbeth Fivez. ‘Als het gaat om welzijn op het werk loopt ExxonMobil altijd voorop. We hebben dan ook regelmatig contact: wat speelt er bij jullie? En hoe pakken jullie bepaalde zaken aan? ExxonMobil is vaak al bezig met veiligheidsissues, nog voordat ze bij andere bedrijven überhaupt op de agenda staan. Wat dat betreft is ExxonMobil in alle opzichten een natuurlijke partner voor ons. Daar doen wij in onze opleidingen en campagnes graag ons voordeel mee.’ ■ POLITIEK BEZOEK Reflex NR 2 2012 21 Parlementariërs tonen zich onder de indruk van raffinaderijen Open dialoog Dit voorjaar verwelkomde ExxonMobil de parlementsleden Marieke van der Werf en Dirk de Kort en Europarlementariër Kathleen van Brempt op de raffinaderijen in Rotterdam en Antwerpen. Doel van deze ‘kijk achter de schermen’: een constructieve dialoog in stand houden met de Nederlandse, Belgische en Europese overheden. Antwerpen Ook in Antwerpen kregen volksvertegenwoordigers de gelegenheid om de raffinaderij van ExxonMobil van dichtbij te bekijken. Dirk de Kort, Vlaams parlemen tariër namens de CD&V én burgemeester van de nabijgelegen gemeente Brasschaat, kreeg uitleg over de raffinaderij van president-directeur Joost Van Roost van ExxonMobil Benelux. Van Roost benadrukte in zijn presentatie dat de raffinaderij in Antwerpen dan wel een toonbeeld van energie- efficiëntie is, maar dat deze ook geconfronteerd wordt met de uitdagingen die zo Rotterdam In onze vestiging in de Botlek ontving een delegatie van ExxonMobil Tweede Kamerlid Marieke van der Werf, energiewoordvoerder namens het CDA. Veiligheid vormde een belangrijk thema tijdens het bezoek. Zo stond een uitgebreide toelichting op het stringente veiligheidsbeleid van ExxonMobil en het Operations Integrity Management System (OIMS) op het programma. Daarop volgde een uitgebreide uitleg over de hoge energie-efficiëntie die ExxonMobil in Rotterdam bereikt, dankzij de volledige integratie van de raffinaderij en chemische fabrieken in de Botlek. Het belang en de competitiviteit van de Nederlandse raffinagesector kwamen vervolgens aan bod tijdens een discussie met Margaret Hill, directeur van de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI). Marieke van der Werf toonde zich onder de indruk van de raffinaderij, de complexiteit van de sector, en van de omvang van de investeringen die ExxonMobil in zijn fabrieken doet. kenmerkend zijn voor de Europese raffinagesector van vandaag. Beleidsmakers moeten zich er volgens Joost Van Roost van bewust zijn, dat hun voorstellen voor wetswijzigingen cruciaal kunnen zijn voor de manier waarop onze industrie in het huidige concurrerende internationale klimaat kan werken. Ook Europarlementariër Kathleen Van Brempt van de Europese Socialisten bezocht de Antwerpse raffinaderij. Kathleen Van Brempt, schaduwrapporteur voor de Energie Roadmap 2050, werd bijgepraat over de rol en toekomst van de Europese raffinagesector. Is de huidige structuur van EU-raffinaderijen in lijn met de toekomstige vraag binnen de EU naar petroleum producten? Welke ontwikkelingen kunnen we verwachten? En welke impact kan verwacht worden van technologie? Deze en andere vragen kwamen aan de orde tijdens een levendige discussie, waaraan – naast de ExxonMobil-delegatie – Chris Beddoes van sectororganisatie Europia, en Bernard Cleays van de Belgische Petroleum Federatie deelnamen. ■ 22 Reflex NR 2 2012 Educatie Investeren in toekomstige generaties De European Sci-Tech Challenge, een innovatief initiatief dat drie jaar geleden in het leven werd geroepen, moet toekomstige generaties interesseren voor wetenschap, technologie, engineering en wiskunde (STEM: Science, Technology, Engineering and Maths). S tel dat je 24 uur had om een innovatief idee te bedenken om de energie-efficiëntie aan te tonen van een stad die de Olympische Zomerspelen van 2040 binnen wil halen... Dit was de uitdaging die 12 leerlingen van een aantal scholen in de regio’s Rotterdam en Antwerpen op 20 april kregen voorgelegd tijdens de Europese finale van de Sci-Tech Challenge in Rotterdam, samen met ruim zestig andere deelnemers tussen de 15 en 18 jaar. In maart wonnen de teams de voorafgaande Nederlandse en Vlaamse ronde van het evenement in Rotterdam en Antwerpen. Voor de Europese finale zaten ze in verschillende groepjes met kandidaten uit zeven andere Europese landen: het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, Duitsland, Noorwegen, Polen en Rusland. Zo maakten taal- en cultuurbarrières de toch al lastige uitdaging van het creatief inzetten van toegepaste wetenschappen, technologie, engineering en wiskunde in combinatie met ondernemingsvaardigheden, nog iets ingewikkelder. De Sci-Tech Challenge is een jaarlijks programma dat gesponsord wordt door ExxonMobil en wordt georganiseerd samen met Junior Achievement Young Enterprise (JA-YE). Het maakt deel uit van een breder initiatief van JA-YE en ExxonMobil om jonge Europeanen te motiveren om te kiezen voor STEM-opleidingen en -carrières en duidelijk te maken hoe belangrijk deze vaardigheden zijn voor toekomstige energiekwesties. Olympische Spelen Met een groot aantal originele ideeën was de concurrentie dit jaar moordend. Het winnende team, bestaande uit leerlingen uit Frankrijk, Italië, Nederland, Noorwegen en Rusland, bedacht een systeem om de energie vast te leggen die vrijkomt iedere keer dat Olympische toeschouwers opstaan of gaan zitten (bijvoorbeeld bij de wave). Reflex NR 2 2012 23 van de nieuwe generatie ‘Opleiden wetenschappers, onderzoekers, engineers en wiskundigen is van het grootste belang bij het kunnen voldoen aan de wereldwijd toenemende energiebehoefte. ’ Giuseppe de Palma, VP European Affairs van ExxonMobil ‘Het plan is om het publiek te gebruiken om de extra energie op te wekken die nodig is voor de Olympische wedstrijden. Hiervoor moeten apparaten onder de stoelen geïnstalleerd worden die de kinetische energie omzetten in elektrische energie’, legde Sophie van der Kuijl uit, een Nederlandse deelneemster uit het winnende team. In een tijd waarin de Europese Commissie het belang van een bredere ontwikkeling van STEM-vaardigheden benadrukt, heeft de Sci-Tech Challenge laten zien hoe je interesse kunt wekken voor STEM-studies en -carrières. ‘Er moet heel wat werk worden verricht om wetenschap en technologie aantrekkelijker te maken voor jonge leerlingen’, aldus Androulla Vassiliou, Europees Commissaris voor Onderwijs, Cultuur, Meertaligheid en Jeugd. ‘Door leerlingen bijvoorbeeld meer kennis te laten maken met de praktijk, zouden ze mogelijk vaker voor een STEM-carrière kiezen. Door lessen en interactie te combineren met echte zakelijke kwesties, zullen leerlingen waarschijnlijk eerder de praktische vaardigheden, kennis en instelling ontwikkelen die ze nodig hebben om te slagen.’ De winnaars! Sofie van der Kuijl (midden), leerling van het Melanchton Schiebroek uit Rotterdam, met haar teamgenoten. Sci-Tech succes Sinds de start van het programma in Europa, drie jaar geleden, hebben meer dan 200 vrijwilligers van ExxonMobil samengewerkt met ruim 11.000 leerlingen door middel van schoolbezoeken, online tools en nationale wedstrijden, om praktische ervaring te bieden en leerlingen meer inzicht te geven in echte uitdagingen op het gebied van business en energie. ‘Er zijn verschillende oplossingen nodig om aan de wereldwijd toenemende vraag naar energie te kunnen voldoen. De opleiding van een nieuwe generatie wetenschappers, onderzoekers, engineers en wiskundigen is daarbij van het grootste belang’, zegt Giuseppe de Palma, VP European Affairs van ExxonMobil en bestuurslid van JA-YE Europe. ‘Daarom steunt ExxonMobil programma’s zoals de Sci-Tech Challenge om leerlingen aan te moedigen om echt na te denken over een carrière in de technologie of wetenschap.’ ■ 24 Reflex NR 2 2012 PUBLICATIES Onlangs publiceerde ExxonMobil het Corporate Citizenship Report 2011. Dit maatschappelijk verslag geeft inzicht in de wijze waarop ExxonMobil bijdraagt aan een veilige en milieuverantwoorde energieverschaffing, op de enorme schaal die wereldwijd nodig is. Maatschappelijk verslag Met activiteiten in bijna alle landen maakt ExxonMobil wereldwijd deel uit van lokale gemeenschappen en e conomieën. Dat brengt verantwoordelijkheden met zich mee. In het jaarlijkse Corporate Citizenship Report beschrijft ExxonMobil de plannen, initiatieven en prestaties met betrekking tot veiligheid, milieu, economische ontwikkeling, corporate governance en sociale vooruitgang. Zo bevat het rapport onder meer een case study over de beperking van milieuschade bij de ontginning van Canadese teervelden en over ExxonMobil’s geïntegreerde r affinaderij en chemiefabriek in Singapore. U kunt het (Engelstalige) rapport downloaden op www.exxonmobil.nl of via de gratis ExxonMobil app voor iPad.