1 Wijzigingen onderrichtingen spelregels en wijze van arbitreren 1

Wijzigingen onderrichtingen spelregels en wijze van arbitreren
1. Trui
Net zoals in het voetbal wordt de verplichting om de trui in de broek te dragen,
afgeschaft.
2. Armbanden
Enkel de hoofdcoach mag een rode armband dragen. Bij uitsluiting van de coach,
of bij stopzetting van de functie van coach om eender welke andere reden, mag
een andere official van de ploeg (ingeschreven op het wedstrijdblad) de functie
van coach overnemen en dan ook de rode armband dragen.
De andere verplichte armbanden zijn:
- wit voor de terreinafgevaardigde;
- nationale driekleur voor de afgevaardigde van de bezoekende club;
- geel voor de medische staf (arts, kinesist of verzorger).
Om verwarring te vermijden met bovenvermelde kleuren mogen de
terreincommissarissen van de beide clubs enkel een armband dragen in de
clubkleuren, als deze kleuren niet eenvormig wit, geel of rood zijn.
Het dragen van deze armbanden in de clubkleuren is daarom facultatief voor alle
ploegen. Maar net als alle andere officials moeten deze personen ingeschreven
zijn op het wedstrijdblad en moeten ze een geldig identiteitsbewijs kunnen
voorleggen.
3. De coach
De Commissie Futsal heeft haar akkoord verleend om in geval van uitsluiting van
een coach deze te verplichten om de zaal te verlaten (net als een uitgesloten
speler). Deze beslissing moet nog enkel bekrachtigd worden door een wijziging
van het bondsreglement.
In afwachting hiervan willen we de scheidsrechters er op wijzen dat in geval van
een uitsluiting van een coach het de scheidsrechter toekomt om de plaats aan te
duiden van de uitgesloten coach. Er moet in elk geval vermeden worden dat deze
gaat plaats nemen in de tribune op een positie waarin deze ongestoord verder
kan coachen (bvb. vlak achter de spelersbank).
In principe moet een coach gaan zitten op het ogenblik dat hij stopt met het geven
van onderrichtingen.
De scheidsrechter mag niettemin toch toelaten dat een coach blijft rechtstaan
(teneinde beter zicht te hebben op het verloop van de wedstrijd) op voorwaarde
dat hij zich opstelt vlak vóór of vlak naast de bank van de wisselspelers zonder
daarbij de scheidsrechter te hinderen of de tafelscheidsrechters het zicht te
belemmeren.
1
4. De speler-coach
Heel wat ploegen hebben geen vaste coach maar laten deze functie
uitoefenen door een speler.
Indien deze speler effectief aan het spel deelneemt, mag hij enkel
een time-out aanvragen en onderrichtingen geven tijdens deze time-out.
Op het ogenblik dat hij van het speelveld terug naar de bank komt, mag hij
niet coachen maar moet hij zich gedragen zoals elke andere speler.
Indien hij niet aan het spel deelneemt, maar enkel op het wedstrijdblad staat
als speler om in geval van nood in te vallen, mag hij zolang dit niet het geval
is, onderrichtingen geven zoals een normale coach.
Een speler-coach blijft op vlak van disciplinaire sancties in eerste instantie een
speler. Hij kan dus in deze hoedanigheid een gele of een rode kaart krijgen.
2
Modifications des directives des lois du jeu et de la façon d’arbitrer
1.Maillot
Tout comme pour le football en prairie, l’obligation de porter le maillot dans le short
est supprimée.
2.Brassards
Uniquement l’entraîneur principal porte un brassard rouge. Lors de l’exclusion de
l’entraîneur, ou lors de l’arrêt de la fonction d’entraîneur pour toutes autres raisons,
un autre officiel de l’équipe (inscrit sur la feuille de match) peut reprendre la fonction
d’entraîneur et donc porter le brassard rouge.
Les autres brassards obligatoires sont :
blanc pour le délégué au terrain;
les trois couleurs nationales pour le délégué de l’équipe visiteuse;
jaune pour le staff médical (médecins, kinés ou soigneurs).
Pour éviter la confusion avec les couleurs énoncées ci-dessus, les commissaires au
terrain des deux clubs ne peuvent porter des brassards aux couleurs de leur club
seulement si ces couleurs ne sont pas uniformément : blanche, jaune ou rouge.
Le port de ces brassards aux couleurs des clubs est, par conséquent, facultatif pour
toutes les équipes mais, tout comme les autres officiels, ces personnes doivent être
inscrites sur la feuille de match et doivent pouvoir présenter une preuve d’identité
valable.
3. L’entraîneur
La Commission Futsal a marqué son accord pour qu’en cas d’exclusion d’un
entraîneur, celui-ci soit obligé de quitter la salle (tout comme un joueur exclu). Cette
décision doit encore être ratifiée par une modification au règlement fédéral.
En attendant celle-ci, il incombe à l’arbitre de montrer à l’entraîneur exclu l’endroit où
il doit se positionner. Il doit être évité de le placer dans la tribune d’où il pourrait
encore exercer sa fonction (p. ex. derrière le banc des joueurs).
En principe un entraîneur doit aller s’assoir dès le moment où il a fini de donner ses
instructions. L’arbitre peut néanmoins permettre à l’entraîneur de rester debout (afin
d’avoir une meilleure vue sue le déroulement du match) à condition qu’il se place
juste devant ou juste à côté du banc des joueurs en évitant qu’il ne trouble la vue de
l’arbitre ou l’arbitre de table.
3
4. Le joueur-entraîneur
Beaucoup d’équipe n’ont pas d’entraîneur fixe mais laisse exercer cette fonction par
un joueur.
Si ce joueur participe au jeu, il peut seulement demander un temps mort et donner
ses instructions pendant ce temps mort. Au moment où il quitte la surface de jeu pour
revenir sur le banc, il ne peut plus coacher mais doit se comporter comme tous les
autres joueurs.
S’il ne participe pas au jeu, mais qu’il se trouve uniquement inscrit sur la feuille de
match comme joueur en cas de besoin, il peut aussi longtemps qu’il ne participa pas,
donner ses instructions comme un entraîneur normal.
Un joueur-entraîneur reste, avant tout, pour les sanctions disciplinaires, en première
instance, un joueur. Il pourrait donc dans ces circonstances recevoir une carte jaune
ou rouge.
4