Organisme impartial de Contrôle de produits pour la
Transcription
Organisme impartial de Contrôle de produits pour la
Rapport annuel Activiteitenrapport Organisme impartial de Contrôle de produits pour la Construction Onpartijdige instelling voor de controle van Bouwproducten 1 2 Inhoud Sommaire Organisatie • Organisation De voorzitter aan het woord • Le mot du président ………………………………………… 4 Voorwoord van de directeur • Avant-propos du directeur ………………………… 5 Algemene vergadering • L’Assemblée Générale ……………………………………………… 6 Raad van Bestuur • Le Conseil d’Administration ……………………………………………… 7 Organigram • L’organigramme ………………………………………………………………………………………… 8 Externe organisatie • L’organisation externe …………………………………………………… 10 Algemene diensten • Services généraux Kwaliteit • La qualité ……………………………………………………………………………………………………………… 13 Beheer onderaanneming • La sous-traitance …………………………………………………… 15 IDPB • SIPP ……………………………………………………………………………………………………………………………………… 17 Informatica • L’informatique …………………………………………………………………………………………… 19 Balans• Le bilan …………………………………………………………………………………………………………………………20 Administratie en personeeldienst • L’administration générale et personnel …………………………………………………………22 Werfgerichte controles • Les contrôles assistance chantiers ……………23 Promotie • La promotion ………………………………………………………………………………………………………27 Betonsector • Secteur du béton Geprefabriceerde betonproducten • Les produits en béton préfabriqué ………………………………………………………………………29 Stortbeton • Le béton prêt à l’emploi ………………………………………………………………………32 Gebakken straatstenen • Les briques de voirie en terre cuite ……………35 Asfaltsector • Secteur des enrobés bitumeux Asfalt • Les enrobés bitumineux …………………………………………………………………………………37 Asfaltgranulaten • Les agrégats d’enrobés ………………………………………………………43 Gietasfalt • L’asphalte coulé ……………………………………………………………………………………………45 Bitumineuze mengsels • Les mélanges bitumineux ……………………………………48 Oppervlaktebehandelingen • Les traitements superficiels …………………… 49 Bitumineuze bindmiddelen • Les liants bitumineux………………………………………50 3 Bitumen • Les bitumes Bitumen voor wegenbouw • Les bitumes pour la construction routière……………………………………………… 52 PmB - Polymeergemodificeerd bitumen • Les PmB - Bitumes modifiés par des polymères ………………………………53 Bitumenemulsies en vloeibitumen • Les émulsions de bitume et les bitumes fluxés …………………………………54 Cellulosevezels • Les fibres ………………………………………………………………………………………………55 Afdichtingsringen • Les garnitures d’étanchéité en caoutchouc ………56 Voegvullingsproducten • Les produits de scellement ………………………………… 59 Inerte materialen • Matériaux inertes Gerecycleerde granulaten: puingranulaten • Les granulats recyclés …………………………………………………………………………………………………… 61 Natuurgranulaten • Les granulats naturels et artificiels ………………………65 Waterbouwstenen (breukstenen) • Les enrochements………………………………68 Steenslag NL BSB • Les gravillons NL BSB…………………………………………………………70 Behandelde grond • Les sols traités aux liants ………………………………………………72 Uitgegraven bodem (grond) • Les sols excavés ……………………………………………… 74 Vulstoffen voor asfalt • Les fillers pour l’asphalte ………………………………………… 76 Fysico-chemisch behandelde granulaten • Les granulats ayant fait l’objet d’un traitement physico-chimique ……79 Hydraulisch gebonden mengsels • Les mélanges traités aux liants hydrauliques ……………………………………………82 Metaalsector • Secteur du métal Inleiding sector • Introduction du secteur ……………………………………………………………85 Gietijzeren buizen • Les tuyaux et accessoires en fonte ……………………………86 Rioleringsonderdelen in gietijzer • Les pièces de voirie en fonte………88 Schanskorven • Les gabions …………………………………………………………………………………………… 91 Wapeningsnetten van metaal • Les treillis d’amarture en acier ………93 Vangrails • Les glissières de sécurité ……………………………………………………………………… 94 Sector kunststoffen en diversen producten • Secteur des synthétiques et produits divers Inleiding sector • Introduction du secteur ……………………………………………………………99 Geotextiel • Les géotextiles ……………………………………………………………………………………………100 Geogrid • Les géogrilles ……………………………………………………………………………………………………103 Marquages routiers • Les produits de marquage routier ……………………105 Gras-kunststofplaten • Les dalles à gazon en plastique ………………………108 Natuursteen • Les pierres naturelles ……………………………………………………………………109 Partijkeuringen • Les réceptions par lot ……………………………………………………………… 113 Nieuwe certificaten • Les nouveaux certificats …………………………………………… 115 4 De voorzitter aan het woord Le mot du Président COPRO 2008 2008 was een feestjaar voor COPRO. Ons 25- jarig jubileum werd extra in de verf gezet naar aanleiding van de eerstesteenlegging van onze nieuwe kantoren op het Researchpark te Zellik. Honderden klanten, partners en medewerkers van COPRO hebben met ons gedeeld in de feestvreugde. COPRO kan ook om andere redenen met tevredenheid terugblikken op het voorbije jaar. Het aantal opdrachten blijft op peil. Er is en blijft een groot vertrouwen van onze klanten in de professionaliteit van COPRO, en de waarborgen die onze instelling biedt inzake de kwaliteit van de bouwproducten.. In 2008 werd veel aandacht besteed aan de kwaliteitscontrole van asfalt en gerecycleerde materialen, twee activiteiten die tot onze kerntaken behoren. Zowel in de schoot van de Raad van Bestuur als met de directie werden bijkomende afspraken gemaakt om de controles nog efficiënter te maken. COPRO wil ook zijn werking blijvend aanpassen aan de wijzigende Europese regelgeving inzake kwaliteitscontrole . We zullen dit - zoals steeds -doen in overleg met onze partners en de bevoegde overheden. COPRO is klaar om ook in 2009 en de volgende jaren haar belangrijke rol ten bate van de kwaliteit in de bouwsector te vervullen. Fernand Desmyter Voorzitter 5 Voorwoord van de directeur Avant-propos du directeur 2008, une année de fête COPRO a fêté ses 25 ans. Pour une société, on dira qu’elle est “adulte”. Jeune adulte et dynamique. Ce sont des caractéristiques dont nous avons eu fort besoin dans ces temps instables. Je peux donc constater avec satisfaction que quasiment toute l’équipe est restée fidèle à son poste. Grâce aux efforts de l’équipe COPRO nous avons pu clôturer l’année de façon positive, tant au niveau chiffre d’affaires qu’au niveau résultats. Je souhaite donc féliciter en tout premier lieu nos dames et messieurs, qui pendant toute cette année se sont investis avec enthousiasme pour l’objet sacré “qualité”. De bonnes nouvelles pour notre personnel : en 2008 le premier pieu de nos nouveaux bureaux a été enfoncé à la sonnette. Le début de la fin de notre micro-sauna illégal. Nous attendons vraiment impatiemment le déménagement ! Mais l’année 2009 sera alors sûrement déjà bien entamée. Nous tenons certainement aussi à remercier toutes les organisations et personnes externes qui ont pleinement soutenu COPRO durant toute l’année. Sans elles une asbl délicate comme la nôtre ne pourrait pas fonctionner. Je pense sans aucun doute aux membres du Conseil d’Administration, de l’Assemblée générale et des comités régionaux. Mais aussi aux nombreux spécialistes qui ont permis à nos conseils consultatifs indispensables d’être rentables au maximum. En dernier lieu, mais pas pour le moindre, j’aimerais remercier tous nos clients et maîtres de l’ouvrage. Des remerciements pour la confiance qu’ils ont eue et ont en COPRO. Nous sommes conscients du fait que nous n’étions pas toujours des plus faciles, mais nous avons agi avec pour but altruiste : de meilleurs produits de construction pour de meilleures routes. Erik Barbé Directeur 6 Algemene Vergadering Assemblée Générale Effectieve leden - Membres effectifs • Openbare instellingen - Institutions publiques Vlaams Gewest - Région fl amande Christian Caestecker Fernand Desmyter, Voorzitter / Président Tim Lonneux, vervangen door / remplacé par Pieter De Winne Christian Mauroit Waals Gewest / Région wallonne Paul-Henri Besem Marc Lemlin, vervangen door / remplacé par Guy Lefèbvre Brussels Gewest / Région Bruxelles-Capitale Eric Ghilain Jean-Paul Wouters • Aannemers - Entrepreneurs BFAW - FBEV Etienne Scherpereel, Ondervoorzitter / Vice président BFAW – Brussel - FBEV- Bruxelles Yvo Derdaele VlaWeBo - Antwerpen Yves Ulens VlaWeBo - Limburg Erik Keijers VlaWeBo - Oost-Vlaanderen Romain Buys VlaWeBo - Vlaams Brabant Herman Dekempeneer VlaWeBo - West-Vlaanderen Jacques De Brabandere FWEV - Brabant wallon Marc Van Brabant FWEV - Hainaut Marc Delaby FWEV - Liège Jacques Matagne FWEV - Luxembourg Jean-Claude Mathieu, vervangen door / remplacé par Pol Hanoul FWEV - Namur Jean-Jacques Nonet Bouwunie Infrastructuurwerken Jérôme Vanroye Toegetreden leden - Membres adhérents Belfill Luc Bertoux Labo Laborex Serge Vermeren Labo OCB Erik Willaert 7 Raad van Bestuur Conseil d’Administration Effectieve leden - Membres effectifs • Openbare instellingen - Institutions publiques Vlaams Gewest / Région fl amande Christian Caestecker Fernand Desmyter, Voorzitter / Président Waals Gewest / Région wallonne Paul-Henri Besem Marc Lemlin wordt door Guy Lefèbvre vervangen est remplacé par Guy Lefèbvre Brussels Gewest / Région Bruxelles-Capitale Jean-Paul Wouters • Aannemers - Entrepreneurs BFAW Yvo Derdaele Eli Desmedt Jacques Matagne Etienne Scherpereel Ondervoorzitter - Vice président Yves Ulens Marc Van Brabant 8 Directie COPRO Direction COPRO Directie Kwaliteitsbeheer Informatica IDPB PRODUCTCONTROLE BETON ASFALT GRANULATEN Prefabbeton KWS-bindmiddelen Gerecycleerde granulaten Stortbeton Asfaltmengsels Natuurgranulaten Gebakken straatstenen Asfaltgranulaten Breuksteen Waterbouwsteen Natuurasfalt Uitgegraven bodem Gietasfalt Verbeterde grond Vezels Vulstoffen Rubber Gestabiliseerde granulaten Voeg- en kleefproducten F.C. - granulaten Oppervlaktebehandelingen Coördinatie werf Coördinatie werf Coördinatie werf 9 Promotie en ontwikkeling Administratie en personeel Boekhouding WERFBEGELEIDING METAAL GRANULATEN DIVERSEN Gietijzer Geosynthetics Schanskorven Geogrids Wapeningsnetten Natuursteen Vangrails Ladders Wegmarkeringen Gras kunstofplaten Diverse partijkeuringen Nieuwe producten Coördinatie werf Coördinatie werf 10 Externe organisatie Organisation externe Assemblée Générale Groupe des institutions publiques Groupe des entrepreneurs Conseil d’Administration Groupe des institutions publiques Groupe des entrepreneurs Clients Producteurs individuels Les maîtres de l’ouvrage publics Les maîtres de l’ouvrage privés D’autres organismes de certification D’autres organismes de contrôle Des tiers Comités et groupes de travail Comité directeur Le président du Conseil d’Administration Le vice président du Conseil d’Administration Le secrétaire du Conseil d’Administration Conseils consultatifs Comités de certification Comités d’Appel Groupes sectoriels européens Commissions des normes Divers groupes de travail Comités régionaux Membres de l’Assemblée Générale et du Conseil d’Administration Maîtres de l’ouvrage concernés Organisations concernées Surveillance de qualité BELAC 11 Interne diensten Services internes LA DIRECTION LES SERVICES GÉNÉRAUX Directeur La Qualité Erik Barbé E-mail : [email protected] Toon De Ruyver La Sous-traitance Toon De Ruyver Service Interne pour la Prévention et la Protection Renée Declerck L’Informatique Raf Pillaert Marc Buffet (Osiatis) La Comptabilité Myriam Sergeant (ViasDFK) L’Administration générale Rita Burton L’Administration du personnel Rita Burton L’Assistance chantier Ruben Verbeke La Promotion Philippe du Bus de Warnaffe 12 KWALITEIT door TOON DE RUYVER, kwaliteitsverantwoordelijke Wanneer we later terugdenken aan 2008 zal de ineenstorting van de financiële sector daarin ongetwijfeld een prominente rol spelen. Dit is een gebeurtenis die iedereen raakt en waarvan de schok spijtig genoeg lang zal nazinderen. Wat de gevolgen zijn voor COPRO is voorlopig moeilijk in te schatten maar dat die er zullen zijn is quasi zeker. Ook op andere vlakken zit COPRO in woelig vaarwater. Ontwikkelingen in de normalisatie en reglementering en nieuwe of vernieuwde denkbeelden over kwaliteit zorgen ervoor dat certificatie en keuring in vraag worden gesteld. Het is duidelijk dat de normalisatie-activiteiten verschoven zijn van de lokale niveaus naar een Europees, en in sommige gevallen, internationaal niveau. Twintig jaar (!) na het invoeren van de richtlijn is de CE-markering voor bouwproducten nu toch op kruissnelheid geraakt. De combinatie van normalisatie en CE-markering heeft onmiskenbaar enkele voordelen waarvan het voornaamste is dat we in Europa nu beschikken over een instrument waardoor over de grenzen heen technische informatie op een eenvormige manier kan worden uitgewisseld. Maar is de CE-markering een vervanging van de kwaliteits- en certificatiemerken? Neen. Een merk zoals BENOR of COPRO geeft een hoge graad van zekerheid dat een product conform is aan bepaalde eisen; eisen die zijn afgestemd op de lokale bouwmarkt. De CE-markering geeft die zekerheid niet - het is ook niet de ambitie van de CE-markering. Bovendien zijn Europese normen de grootste gemene deler van bestaande eisen en specificaties op nationaal niveau waardoor lokale “verfijning” en vervollediging in de meeste gevallen is aangewezen, zoniet verplicht. Een terugkerend «nieuw» denkbeeld is dat de materialen en producten waarmee iets wordt gemaakt er niet toe doen zolang het eindresultaat maar in orde is, de zogenaamde vraag naar performantie. Men wil dus los komen van het be- of voorschrijven van producten. Gevolg van dit denkbeeld is dat dus ook certificatie en keuring van materialen en producten die later in een werk worden verwerkt dus overbodig en nutteloos zou zijn. Los van het feit dat het niet evident is om (juridisch) vast te leggen of een bouwwerk als geheel “performant” is, zeker niet na bijvoorbeeld een bepaalde gebruiksperiode, gaat dit denkbeeld ook voorbij aan de realiteit dat de meeste productnormen vandaag al lang niet meer beschrijvend zijn maar wel degelijk performanties vragen. Bijvoorbeeld, beton moet een zekere druksterkte hebben, dit is een performantie en geen beschrijving. Trouwens, meer aandacht besteden aan het eindresultaat sluit niet uit dat men garanties vraagt voor de samenstellende materialen en producten - in tegendeel zelf - en is in het voordeel van de bouwheer maar ook de aannemer. Deze zaken maken dat COPRO in een andere, meestal moeilijkere context moet werken. Kwaliteit en kwaliteitsbeheersing helpen ons om daarop soepel maar efficiënt te reageren. Nog meer dan in de “vette” jaren zal het in de komende “magere” jaren (als we de voorspellers mogen geloven) onontbeerlijk zijn de hoge standaard die COPRO zich heeft gesteld te handhaven en waar mogelijk nog aan te scherpen. Alleen dan zal COPRO klaar staan om de veranderingen die op ons afkomen doeltreffend aan te pakken. Het kwaliteitssysteem laat ons ook toe aan klanten, opdrachtgevers, bouwheren en andere stakeholders niet enkel te tonen waar COPRO voor staat maar het ook te bewijzen. Het onafhankelijke BELAC bevestigt dit door COPRO als certificatie- en keuringsinstelling te accrediteren. 13 Notified body n° 1137 14 Het kwaliteitsdenken werpt zijn vruchten af op het supranationale niveau. De competentie en kennis die het personeel van COPRO heeft opgebouwd en verzameld binnen de organisatie wordt erkend op Europees niveau. Onze medewerkers maken deel uit van een reeks van technische commissies (normalisatie CEN) en sectoriële groepen (CE-markering). Voor de bijdrage die zij in die groepen leveren krijgt COPRO veel erkenning en appreciatie. Zo hebben Toon De Ruyver en Dirk Lacaeyse een 3-jaarlijkse termijn als resp. voorzitter en secretaris van SG 15 Road Construction Products, die onder meer de CE-markering voor asfalt behandelt, succesvol afgesloten. Onze klanten voor deze activiteit zijn niet enkel Belgische bedrijven maar meer en meer Europese, zelfs internationale bedrijven. De hierboven vermelde erkenning van onze kennis, het kwaliteitsniveau van onze organisatie en de talenkennis van onze medewerkers effenen hiervoor het pad. Meer informatie over onze Europese activiteiten vindt u verder bij de verslagen van de betreffende producten. De lijst van producten waarvoor COPRO actief is in het kader van de CE-markering wordt steeds groter (zie kader). Uittreksel uit de officiële lijst op de website van de Europese Commissie: http://ec.europa.eu/enterprise/newapproach/nando Circulation fixtures: • Road marking products: Drop-on materials (glass beads, anti-skid aggregates and combinations of the two) (for circulation areas) • Road marking products: retroreflecting road studs (for circulation area) • Vehicle restraint barriers: transition barriers (for circulation areas) Geotextiles: • Geosynthetics (membranes and textiles), geotextiles, geocomposites, geogrids, geomembranes and geonets used: as fluid or gas barriers (in roads, railways, foundations and walls, drainage systems, erosion control, reservoirs and dams, canals, tunnels and underground structures, liquid waste disposal or containment, for solid waste storage or waste disposal) Aggregates for uses with high safety requirements: • Aggregates and fillers for concrete, mortar and grout (in buildings, roads and other civil engineering work) • Aggregates unbound and hydraulically bound mixtures (for roads and other civil engineering works) • Armourstones (for hydraulic structures and other civil engineering works) • Railway ballast (for railway works) • Fillers for bituminous mixtures and surface treatments (for roads and other civil engineering works) • Aggregates for bituminous mixtures and surface treatments (for roads and other civil engineering works) Road construction products: • Surface treatments (for surface treatments of roads) • Bituminous mixtures (for road construction and surface treatment of roads) 15 BEHEER ONDERAANNEMING Voor onze activiteiten is samenwerking met andere instellingen onontbeerlijk. COPRO voert zelf geen proeven uit dus doen wij een beroep op een pool van labo’s. Als COPRO niet zelf optreedt als keuringsinstelling doen andere keuringsinstellingen in binnen- en buitenland inspecties en audits voor ons. De belangrijkste redenen daarvoor zijn het optimaal benutten van competenties en middelen en het reduceren van onnodige verplaatsingskosten. Voor COPRO is deze samenwerking een verrijking. Wij hopen dat voor al de instellingen die opdrachten voor ons uitvoeren hetzelfde geldt. COPRO doet enkel een beroep op geaccrediteerde instellingen zodanig dat we een basisvertrouwen kunnen hebben in het geleverde werk. Toch doen wij nog een opvolging en evaluatie van de labo’s en keuringsinstellingen. De resultaten daarvan ziet u hierna. Laboratoria De evaluatie van rapporten en resultaten laat ons toe fouten vast te stellen. Door het systematisch registreren van deze fouten als klacht krijgen wij een overzicht van de problemen of probleempjes. Belangrijkste doel van deze registratie en de gevolgen die eraan worden gegeven is het labo toe te laten aandacht te besteden aan deze onvolkomenheden. Op die manier kan het labo zijn werkwijze en kwaliteitsniveau optimaliseren. Het labo maar ook COPRO en de klanten van COPRO hebben daar alle belang bij. AbWY^j[del[hbWXehWjeh_W )* )% 6VciVa`aVX]iZc (* (% '* '% &* &% * % '%%( '%%) '%%* '%%+ ?VVg '%%, '%%- 16 Het aantal klachten is gedaald in 2008. Dit bewijst dat onze aanpak blijkbaar doeltreffend is. Hopelijk zet deze tendens zich volgende jaren door. 7WhZlWdZ[abWY^j[d IdiVVa ;VXijgVi^Z KZgbZaY^c\VXXgZY^iVi^Z 7ZlVg^c\bdchiZgh IZgb^_c GZhjaiViZc BZi]dYZ KZghaV\ % * &% &* '% '* (% (* )% '%%- Keerzijde van de daling van het aantal klachten is dat de klachten betreffende de gevonden resultaten en de gevolgde proefmethoden is toegenomen resp. hetzelfde is gebleven. Samen maken ze toch goed ¾ van alle klachten uit. Dit is enerzijds vrij ernstig aangezien dit toch wel de kern van de taak van een labo betekent, anderzijds moeten we ook niet dramatiseren gezien het grote aantal proeven dat jaarlijks wordt uitgevoerd. De omschakeling van Belgische naar Europese proefmethodes is mogelijks een verklaring voor de toename. Positief is dan weer dat een aantal punten duidelijk is verbeterd: er zijn geen problemen meer met het bewaren van monsters en het vermelden van de accreditatiestatus en het aantal opmerkingen over de verslagen is sterk afgenomen. Keuringsinstellingen In vergelijking met de veelvuldige opdrachten die labo’s voor COPRO uitvoeren is de onderaanneming door keuringsinstellingen (nog) relatief gering. In 2008 waren er geen klachten over keuringsinstellingen. De samenwerking met de meestal buitenlandse keuringsinstellingen is ook een hefboom om COPRO te profileren op het Europese niveau. )* '%%, 17 SERVICE INTERNE POUR LA PREVENTION ET LA PROTECTION Le dictionnaire Petit Robert définit le mot “sûr” comme suit : Sûr (adj.) [du grec poimèn (berger), la signification de base est ‘protéger’] 1. hors de danger, protégé contre les dangers 2. de telle façon qu’on ou que quelque chose soit protégé contre un danger ou une corrosion 3. évitant du danger, offrant de la sécurité Travailler en sécurité signifie donc travailler avec peu de risques. Travailler en sécurité est aussi se protéger contre les dangers. Mais pas nous protéger à nous seuls. Aussi nos collègues. Un conseiller de prévention doit donc veiller sur son troupeau comme le fait un bon berger. Le port d’un casque sur le lieu de travail, l’obligation de l’employeur de prendre certaines mesures lors de risques de santé, l’interdiction pour les femmes enceintes d’exécuter certaines activités, … Voilà quelques exemples concrets de mesures existantes qui se rapportent au bien-être sur le lieu travail. Le bien-être au travail est d’ailleurs un terme utilisé aussi bien dans certains domaines classiques que pour parler d’autres aspects plus nouveaux qui ont à voir avec la sécurité. • la sécurité au travail qui a pour but d’éviter des accidents de travail; • la médecine du travail qui a pour but d’éviter des maladies de travail; • l’hygiène de travail qui a pour but de combattre les conséquences négatives qui sont liées à la nature de l’activité; • l’ergonomie, qui a pour but d’adapter le travail à l’homme; 18 • des disciplines plus récentes, comme la chasse au stress, des mesures contre les tracasseries sur le lieu de travail, les intimités sexuelles non désirées et la violence. Vous l’aurez constaté, travailler chez COPRO comprend quand même certains risques. La sécurité, le bien-être au travail,… ça c’est COPRO ! • ‘La formation’ est une partie importante de notre accréditation BELAC. C’est pourquoi nous formons nos nouveaux membres du personnel à devenir des collègues COPRO sûrs, à l’aide d’une fiche d’accueil. Personnel Responsable SIPP. : Renée Declerck Activités en 2008 • Nous avons eu trois accidents de travail en 2008,… malheureusement. Mais sans lésions inguérissables,… heureusement. • Un médecin d’entreprise d’ADHESIA, notre Service Externe pour la Prévention et la Protection au Travail a fait une analyse de risques. Les risques suivants ont été détectés : • Risque de silicates poussiéreux, des tests de respiration fonctionnelle (spirométrie) sont conseillés; • des risques de surcharge physique ou mentale par des circonstances ergonomiques (travail d’écran); un examen médical orthopédique est conseillé. C’est pourquoi les examens médicaux seront organisés dès 2009. • De plus, nous avons réactualisé quelques documents et notre responsable secourisme Marga De Bruyn continue à suivre ses cours de formation annuelle … La sécurité au travail est et reste donc un thème actuel au sein de COPRO ! INFORMATICA Algemeen: Dankzij de deskundige hulp van Marc Buffet (Osiatis) en Stijn Smets (Next Application) slaagde Raf er in om het jaar door te komen zonder al te veel noemenswaardige informaticaproblemen. Windows Vista werd gewikt, gewogen en op sommige vlakken serieus te licht bevonden. Maar dankzij verschillende fine-tunig-truukjes kon de gebruiksvriendelijkheid toch een klein beetje verhoogd worden. Website: De site www.copro.eu werd, na de lancering in 2007, verder kritisch opgevolgd. Hiervoor werden er verschillende criteria vastgelegd : • snelheid • gebruiksgemak • correctheid gegevens • bezoekersfrequentie Op al deze vlakken scoort de site redelijk. Opvallend is dat de bezoekersfrequentie constant blijft. Tijdens een surfsessie wordt hoofdzakelijk het zoekgedeelte (certificaten, technische fiches, documenten, …) bezocht. Dit betekent dat de site toch voor velen een hulmiddel is om bepaalde gegevens snel op te vragen en te controleren. Wil je op de hoogte blijven van nieuwsitems op de site, kun je je steeds abonneren op de feeds van www.copro.eu. Klik hiervoor op het RSS-logo ( ) op de site voor meer info. Indien je graag bijkomende zaken op onze site zou willen zien, kan je steeds contact opnemen met de webmaster ([email protected]) Verantwoordelijken: Marc Buffet van Osiatis, Stijn Smets van Next-application en Raf Pillaert van Copro. Perspectieven 2009: Een eerste grote uitdaging voor 2009 is de geplande verhuis naar onze nieuwbouw. Zoals iedereen wel zal begrijpen is een verhuis van servers / computers / faxen / printers / … in principe niet moeilijk, maar Murphy zal wel om de hoek staan wachten om van zich te laten spreken. Een andere grote uitdaging is de installatie van een nieuwe server die het gebruiksgemak binnen COPRO zal vergroten (snelheid en opslagruimte). 19 20 Balans / Bilan 31.12.2008 ACTIVA ACTIF 31.12.2008 A. VASTLIGGEND 1 240 113,44 A. IMMOBILISES A1. Website 10 390,00 A1. Site internet A2. Terreinen 55 776,04 A2. Terrains A3. Bebouwde terreinen (aanschaffingswaarde) 1 501 044,72 A4. Installatie, uitrusting (aanschaffingswaarde) 368 989,15 A4. Installation, équipements (valeur d’acquisition) A5. Mat., meubilair, roll. (aanschaffingswaarde) 305 545,60 A5. Matériel, mobilier, machines (valeur d’acquisition) A6. Software 104 739,90 A6. Software A7. Afschrijvingen A8. Waarborgen B. REALISEERBAAR B1. Klanten B2. Op te stellen facturen en credietnota’s A3. Terrains bâtis (valeur d’acquisition) -1 130 433,77 24 061,80 A7. Amortissements A8. Garanties 1 152 735,00 B. 1 034 631,98 B1. Clients CREANCES B2. Factures et notes de crédit à émettre 114 657,96 B3. Borgtochten R.S.Z. 0,00 B3. Cautionnements ONSS B4. BTW-rekening 0,00 B4. Compte-courant TVA B5. Overlopende rekeningen C. BESCHIKBAAR C1. Vastrentende effecten Geboekte waardeverminderingen 3 445,06 B5. Comptes de régularisation 4 345 145,95 C. 3 971 918,09 C1. Titres à revenu fixe -25 332,50 DISPONIBLES Dépréciations C2. Spaarrekening 224 802,19 C2. Compte d’épargne C3. Bank 172 749,22 C3. Banque C4. PCR 0,00 C5. Kas 1 008,95 C5. Caisse 6 737 994,39 TOTAL TOTAAL C4. CCP 21 PASSIVA PASSIF 31.12.2008 A. EIGEN VERMOGEN A1. Beginvermogen 287 556,49 287 556,49 A2. Resultaat van het boekjaar B. A. PATRIMOINE PROPRE A1. Patrimoine de départ A2. Résultat de l’année comptable BESTEMDE FONDSEN 5 901 798,98 B. B1. Fondsen bestemd voor sociaal passief 2 368 358,13 B1. Fonds affectés pour passif social B2. Fondsen bestemd voor investeringen 2 287 965,10 B3. Andere bestemde fondsen 1 245 475,75 C. VOORZIENING RISICO’S & LASTEN C1. Voorziening voor sociaal passief C2. Voorziening voor risico’s D. SCHULDEN KORTE TERMIJN D1. Leveranciers D2. Te ontvangen facturen D3. Te betalen vakantiegeld D4. Te betalen BTW D5. Te betalen bedrijfsvoorheffing en wedden TOTAAL FONDS AFFECTES B2. Fonds affectés pour investissements 74 368,06 0,00 74 368,06 474 270,86 178 788,48 12 944,61 247 286,15 35 459,63 B3. Autres fonds affectés C. PROVISION RISQUES ET CHARGES C1. Prévision pour social passif C2. Prévision pour risques D. DETTES A COURT TERME D1. Fournisseur D2. Factures à recevoir D3. Pécule de vacances à payer D4. TVA à payer D5. Précompte et salaires à payer -208,01 6 737 994,39 TOTAL 22 ADMINISTRATION ET SERVICE DU PERSONNEL Notre président, Fernand Desmyter et notre directeur, Erik Barbé ont déjà disserté à souhait à propos de nos 25 ans d’existence…. Passons donc au chapitre suivant ! Au plan du personnel, on pourrait dire que 2008 fut le reflet parfait de 2007, puisque, ces deux années, il a compté le même nombre de personnes : trente-deux. Toutefois, plusieurs mouvements sont intervenus : certains s’en sont allés, cependant que d’autres furent engagés; mais de plus, on a vu des gens rejoindre nos équipes, pour ensuite les quitter… et revenir après ! De quoi se poser parfois, quelques petites questions, évidemment… Tout compte fait, contentons-nous de dire que quatre nouvelles personnes furent embauchées en 2008 : • Hilde Bellemans renforce l’administration par ses talents de traductrice. • Ruben Verbeke assure le bon fonctionnement des différents chantiers. • Davy Verbeeren apporte sa pierre à l’édifice - en béton, donc - de l’équipe du même nom. • Dorien Desmet, le rayon de soleil de l’équipe des granulats recyclés, en accroît encore les accents féminins : elles sont trois, désormais ! Pour le reste, 2008 ne fut pas l’année des grands chambardements, ni au niveau organisationnel, ni au niveau informatique. Ni, d’ailleurs à quelque autre niveau, si ce n’est que la construction en cours de notre futur nid, nous donna un peu plus travail. Mais qu’est-ce donc que ce petit surplus de besogne face au rêve que nous nourrissons tous d’enfin pouvoir nous installer à Zellik ? On n’en oubliera pas pour autant, le traditionnel carnet rose : la famille - au sens plein du terme s’est agrandie encore ! Profitons de l’occasion pour répéter nos félicitations à l’adresse de celles et de ceux qui sont devenus mamans et papas pour la première fois ! Sans oublier, bien évidemment, les heureuses et les heureux qui le sont redevenus ! On ne réfléchirait pas à l’éventualité d’ouvrir une crèche chez COPRO ? 23 WERFGERICHTE CONTROLES 2008 Sinds 2003 heeft COPRO heel wat werfgerichte controles uitgevoerd. Bedoeling van deze controles is om de missing link tussen de certificatie van de producten en de levering ervan op de werf op te vangen. We willen ervoor zorgen dat wat door de bouwheer gevraagd wordt ook geleverd wordt op de werf. De controles worden in overleg met de bouwheer vastgelegd volgens de noden van de werf. De toegevoegde waarde van COPRO bij werfgericht toezicht is des te groter naarmate de producent beschikt over een efficiënt en transparant zelfcontrolesysteem. Bij de controle van asfalt en stortbeton wordt de productie voor deze werf bijkomend gecontroleerd. Interne proeven worden bijgewoond en stalen worden opgestuurd voor externe beproeving door geaccrediteerde labo’s. Beide resultaten worden met elkaar vergeleken en zo wordt de betrouwbaarheid van de zelfcontrole bepaald. Indien nodig gebeurt er een type onderzoek en is er een initiële inspectie van de centrale en haar productiecontrole. Het afgelopen jaar was COPRO o.a. actief op onderstaande werven: • N49-Beveren-Zwijndrecht • N25 • Taxiway luchthaven Zaventem • E19 Slijtlaag Vilvoorde Zemst 1e fase • Brussels Airport W3-F4 • E17-Sint Niklaas • … Bij de controle van prefabproducten en producten die niet specifiek voor een bepaalde werf gefabriceerd werden, worden het certificaat, de technische fiche en de leveringsbonnen gecontroleerd naar conformiteit met het bestek. Steekproefsgewijs gebeurt er een rondgang op de werf waarbij de geleverde producten nagezien worden. De controles uitgevoerd op de N211 waren van deze aard. Op vraag van de opdrachtgever kunnen we nog een stapje verder gaan. Daarbij neemt de controleur een deel van de taken van een werftoezichter op zich. Zo voerde onze controleur Gaëtan Pluym op het project Diabolo dergelijke controles uit. 24 Van elk controlebezoek wordt een verslag opgesteld dat vaak de dag zelf reeds aan de betrokkenen bezorgd wordt. Bij problemen wordt uiteraard de bouwheer onmiddellijk telefonisch geïnformeerd. Op het einde van elke werf wordt een eindverslag opgemaakt met een overzicht van alle bevindingen, verslagen,… Le certificat, la fiche technique et les bons de livraison sont contrôlés sur la conformité avec le cahier des charges lors de contrôles de produits préfabriqués et de produits qui ne sont pas spécifiquement fabriqués pour un chantier déterminé. Nous parcourons par ci par là le chantier où les produits livrés sont examinés. Les contrôles effectués sur la N211 étaient de cette nature. LES CONTROLES ASSISTANCE CHANTIERS 2008 COPRO a déjà effectué, depuis 2003, plusieurs contrôles orientés chantiers. Le but de ces contrôles est d’essayer de créer le lien manquant entre la certification des produits et la livraison de ceux-ci sur le chantier. Nous tenons à veiller à ce que les produits demandés par le maître de l’ouvrage soient également livrés sur le chantier. Les contrôles sont fixés en concertation avec le maître de l’ouvrage selon les besoins du chantier. La valeur ajoutée de COPRO, lors de l’assistance chantier, est d’autant plus grande lorsque le producteur dispose d’un système d’autocontrôle efficient et transparent. La production de l’asphalte et du béton prêt à l’emploi pour ce chantier est davantage contrôlée. Nous assistons à des essais internes et des échantillons sont envoyés pour examen externe par des laboratoires accrédités. Les deux résultats sont alors comparés et c’est ainsi que la fiabilité de l’autocontrôle est déterminée. Si nécessaire, un examen type est réalisé et une inspection initiale de la centrale et de son contrôle de production est faite. Dans l’année écoulée, COPRO a été en autres active sur les chantiers suivants : • N49 : Beveren-Zwijndrecht • N25 • Taxiway aéroport de Zaventem • E19 : couche d’usure Vilvoorde Zemst 1ère phase • Brussels Airport W3-F4 • E17 : Sint-Niklaas Nous pouvons encore aller plus loin à la demande du maître de l’ouvrage. Le contrôleur prend, en outre, une partie des tâches du responsable de l’assistance. C’est ainsi que notre contrôleur Gaëtan Pluym a effectué des contrôles similaires sur le projet Diabolo. Nous établissons un rapport de chaque visite de contrôle qui, pour la plupart du temps, est transmis aux intéressés le jour même. Il va de soi qu’en cas de problèmes, le maître de l’ouvrage est immédiatement informé téléphoniquement. A la fin de chaque chantier, un rapport final est élaboré contenant un aperçu de toutes les constatations, des rapports, …. N25, Haasrode: vernieuwing van het afrittencomplex E40/N25 Werf Opdrachtgever: Wegen en Verkeer Vlaams Brabant Uitvoeringsperiode: 10/2007- 02/2009 Aannemer: BETONAC Controles N49: Beveren - Zwijndrecht Werf Opdrachtgever: Wegen en Verkeer Antwerpen Uitvoeringsperiode: 02/2008- 06/2008 Aannemer: D.Stadsbader-Flamand Controles Werfcoördinatie: Raf Pillaert Keurders: Gaëtan Pluym, Luc Verbustel De werken hadden tot doel het vernieuwen van de betonverharding van de N49 van Beveren Zwijndrecht. In 2007 werd reeds de andere richting vernieuwd, ook hierbij voerde COPRO werfgerichte controles uit. COPRO heeft ter assistentie van de leidend ambtenaar de producties van een aantal betonproducties bestemd voor deze werf gecontroleerd. De controles gebeurden in opdracht en in samenspraak met de leidend ambtenaar. Een moeilijkheid bij de opdracht van de aannemer was dat de opgebroken betonplaten als puingranulaat diende herbruikt te worden in de onderlaag van de nieuwe betonplaat. Zo heeft COPRO de initiële proeven (ITT’s) op de betonsamenstellingen en de producties van de puingranulaten van nabij gevolgd. Werfcoördinatie: Raf Pillaert, Ruben Verbeke Keurders: Beton: Asfalt: Gaëtan Pluym, Luc Verbustel Nico Torck Dit verkeersknooppunt werd hertekend met een rotonde langs de N25 ter hoogte van de op- en afritten (kant Leuven) en met een ontdubbeling van de afrit Leuven/Blanden (langs E40 in de richting Luik) De oprit naar E40 (richting Luik) diende volledig heraangelegd te worden; de op- en afritten (kant Leuven) naar de nieuwe rotonde slechts gedeeltelijk. Langs de N25 komt een dubbelrichtingsfietspad met een ondertunneling van het complex. De productie van het asfalt gebeurde in één COPROgecertificeerde centrale. Er werd een niet geregistreerd mengsel voorgesteld. Dit werd uitzonderlijk aanvaard door het bestuur om de afrit op de E40 komende van Luik tijdig te openen. De productie van het beton gebeurde in twee BENOR-gecertificeerde centrales. Het beton was echter niet-BENOR-gecertificeerd. COPRO heeft ter assistentie van de leidende ambtenaar de producties van een aantal beton- en asfaltmengsels bestemd voor deze werf gecontroleerd. 25 Deze werken omvatten de heraanleg van de Wolvertemsesteenweg of N211 te Grimbergen en Meise. 26 Brussels Airport/Rénovation des taxiways le long de la 25R Diabolo: ontsluiting luchthaven Chantier Maître de l’ouvrage : Brussels Airport Période de réalisation : 04/2008 - 12/2008 Entrepreneur : VERHAEREN Contrôles Coordination de chantier : Raf Pillaert, Ruben Verbeke Inspecteurs : COPRO voerde voorafgaand een technische keuring uit van de technische fiches en bijhorende certificaten van de voorziene materialen. Op geregelde tijdstippen kijkt een controleur van COPRO op de werf de leveringsbonnen en de gebruikte materialen na. Alle opmerkingen van de controleur worden in een verslag genoteerd en aan de bouwheer en de aannemer bezorgd. l’équipe de l’asphalte sous la direction de Raf Pillaert Les travaux consistaient en le renouvellement des couches supérieures d’asphalte des taxiways et des accotements. Le travail était répandu sur deux années. La deuxième partie a été effectuée dans le courant de 2008. La tâche de COPRO consistait à vérifier la conformité des mélanges proposés avec le cahier des charges et, lors de la production, examiner la conformité avec le mélange approuvé. COPRO a, dans ce cadre-là, assisté aux essais internes de la centrale d’enrobage et a pris des échantillons pour les épreuves externes. Les résultats ont été évalués à chaque fois. N211: Grimbergen - Meise Werf Opdrachtgever: Wegen en Verkeer Vlaams Brabant, Gemeente Meise, Gemeente Grimbergen Uitvoeringsperiode: vanaf 03-2008 Aannemer: Verhaeren Controles Werfcoördinatie: Raf Pillaert, Ruben Verbeke Keurders: Renée De Clerck Werf Opdrachtgever: Wegen en Verkeer Vlaams Brabant Uitvoeringsperiode: 01-2008 voor een periode van 3 jaar Aannemer: Publiek Private Samenwerking Controles Werfcoördinatie: Raf Pillaert, Ruben Verbeke Keurders: Gaëtan Pluym De werken bestaan uit het aanleggen van de ondergrondse spoorverbinding van station Brussel-Nationaal-Luchthaven met de nieuwe dubbelsporige lijn Schaarbeek-Mechelen en de bestaande spoorlijn Brussel-Leuven. De aansluiting met de middenberm van de autosnelweg E19 gebeurt via 2 ondergrondse spoorwegsplitsingen onder de verkeerswisselaar van Machelen. De taak van COPRO bestaat onder andere uit het controleren op conformiteit tijdens de uitvoering der werken, aan de hand van de uitvoeringsplannen, technische fiches,… die door de leidende ambtenaar a priori werden goedgekeurd. Eveneens is er controle van de uitgevoerde proeven; van het dagelijks algemeen bijhouden van de uitgevoerde activiteiten in dagrapporten. Er kunnen ook werf- en coördinatievergaderingen,… worden bijgewoond. PROMOTIE bij COPRO hebben, weten dat wij de ideale partner zijn voor die producten die in onze scope liggen. Personeel Ten slotte dient ook de certificatie van nieuwe producten of belangrijke wijzigingen in de reglementering voor bepaalde producten kenbaar gemaakt te worden. Verantwoordelijke promotie en ontwikkeling: Philippe du Bus de Warnaffe Verantwoordelijke promotie en coördinatie van werven: Ruben Verbeke Waarom promotie? COPRO wil zich actief profileren als aanspreekpunt voor al wie waarborgen wenst over de kwaliteit van de wegenbouwproducten. In eerste instantie denken we daarbij aan producten voor het wegennet, maar ook voor luchthavens, havendokken, privéterreinen, (overdekte) parkings en terreinen, aanleg van rioleringen, sanering van terreinen. We richten ons tot al wie betrokken is bij het beleid, het ontwerp, de coördinatie, het toezicht, de plaatsing, de controle, maar ook tot de fabrikanten en leveranciers van bouwproducten. Zijn de firma COPRO en haar activiteiten voldoende bekend bij deze partijen? Is het voordeel van het gebruik van gecertificeerde producten voldoende duidelijk? Uit diverse contacten bleek duidelijk dat er ook een aantal misverstanden zijn over de reikwijdte van onze certificatie en de inhoud van onze werf- of projectgerichte controles. Daarom werd er in 2008 beslist om actief te gaan werken aan promotie, om te zorgen dat COPRO nog beter bekend raakt. Doelstellingen COPRO wil het belang en de inhoud van certificatie verduidelijken bij alle betrokken partijen. Het is voor de geloofwaardigheid van de kwaliteitsmerken van het grootste belang om na te kijken wat nu precies gecertificeerd is, namelijk de informatie die op het certificaat en/of de technische fiche vermeld staat. Verder is het nuttig om actief promotie te maken voor onze activiteiten in het kader van de CE-markering, zodat ook klanten die nog geen vrijwillig keurmerk COPRO wil zich hier profileren als een keuringsinstelling en certificatie-instelling die de ideale partner is om volgens de regels van het vak de conformiteit van de producten of van de zelfcontrole te certificeren. Info en opleiding Eén van de peilers van de promotie berust op correct informeren. COPRO engageert zich om opleidingen en infosessies te geven om onze activiteiten en de meerwaarde van de certificatie te verduidelijken. De sessies worden aangepast aan het doelpubliek: werftoezichters, architecten, leidende ingenieurs, ontwerpers, fabrikanten, kwaliteitsverantwoordelijken, … Ook de inhoud van de sessie wordt aangepast aan het doelpubliek, stortbeton, prefabbeton, asfalt, grond, puingranulaten, gietijzeren deksels, vangrails, hydraulische mengsels, … De beheersing van de kwaliteit van de gebruikte producten op zich is geen voldoende waarborg voor de realisatie van de werken. Als de werken correct uitgevoerd worden met de gepaste producten is het resultaat al veel beter geborgd. Via de activiteiten van COPRO kunnen we bijdragen tot het verwezenlijken van kwaliteitsvolle en duurzame werken. In de loop van 2008 werden reeds infosessies gepland over asfaltcertificaties, die begin 2009 bij MOW en SPW gebracht werden. Verder is ook een infosessie georganiseerd bij ORI, de beroepsvereniging van studiebureaus in februari 2009. De website werd verder uitgewerkt zodat alle informatie binnen handbereik is. COPRO zal in 2009 nog infofolders uitwerken over de verschillende producten en activiteiten die kort verduidelijken wat deze inhouden en waar er verdere informatie over kan gevonden worden. 27 28 De personeelsleden van COPRO dienen actief deel te nemen aan • vakbeurzen zoals de concrete day (betondag), congressen van asfalt en bitumen zoals “Eurasphalt & Eurobitume congress” en de bitumendag, • opleidingssessies, zowel de sessies die door COPRO georganiseerd worden als cursussen zoals de wintercursussen van het OCW. Klantentevredenheid De gecertificeerde fabrikanten kunnen ook hun steentje bijdragen. Zij kennen als de beste de meerwaarde van hun certificatie. Via het certificaat kunnen ook zij duidelijk naar hun klanten toe promoten dat zij producten aanbieden waarvan de conformiteit door een serieus organisme wordt nagegaan. 29 Betonsector Secteur Béton GEPREFABRICEERDE CEERDE BETONPRODUCTEN PRODUCTEN Controles troles in opdracht van de vvzw w Probeton Het et aantal bezoeken in opdracht van Probeton obeton daalde in 2008 8 met 10 procent pr proce ten ervoor. opzichte van het jaar erv kaderde in de vermindering tijdens de Deze daling kade dering van het aantal antal al bezoeke bezoeken ti inleidingsperiode tot de toekenning inleidingsperio ning van het merk, me k, in het herleiden herl herleide van het van het IZC-systeem slechts aantal auditbezoeken auditb ZC-systeem tot sl echts ts één bezoek bezoe om de drie jaar fabrikant en tenslotte tenslott verminderde ook ok het aantal extra ext a door oor de fabri fabrikan gevraagde bezoeken. voor de certifi machtigingsperiode bleven nagenoeg De bezoeken bezo ertificatie in de machtigingsperiod chtigingspe gelijk. betreft het toepassen zelfcontrolesysteem, kortweg Wat be ssen van het iindustriële dustriële striële zelf zelfcon IZC-systeem genoemd, start velen het IZC-sys d, stellen we vast v t dat at na de enthousiaste e enth handboek veilig hebben dat het constant handbo n weggeborgen. weggeborgen Hierdoor rdoor zijn ze z vergeten v en bijgestuurd te worden wijzigingen binnen het bedrijf. dient aangepast aa den met de wijzig wi Correctieve acties dienen niet enkel genomen worden naar aanleiding van Correctie omen te w word vaststellingen van het controle-organisme. vaststellin sme e. is voor veell fabrikanten Een dringend dringen groot onderhoud van het kwaliteitssysteem aliteitssyst wenselijk, willen will zij in de toekomst blijven jven n voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen en regels. Voor de certificatie op b basis van Europese ese normen blijven b blijven de regels voor de ominitiële typeproeven een groot schakeling van frequenties en de regels ls voor de ini initiël groo struikelblok kwaliteitscontroleurs van uikelblok voor de uitvoerende kw teitscontroleurs tscontrole an de fabrikanten. fabrikante Tevens stellen wij bij de leidingelem leidingelementen nten n vast dat de Europees voorziene frequenties voor or bepaalde controles veel ve te laag aag zijn om een e constante kwaliteit te waarborgen. Gelukkig passen heel wat van de fab fabrikanten kanten verhoogde verhoogd frequenties toe. Productverantwoordelijke Staf Devalck Keurders Renée Declerck, Gaëtan Pluym, Luc Verbustel en Davy Verbeeren worden aangevraagd. 30 KOMO-controles voor KIWA nv Het aantal controles daalde opnieuw wezenlijk. Enerzijds door de opzegging van het KOMO-merk ten gevolge van de overname van één bedrijf en anderzijds door het verminderen van het aantal bezoeken van 8 naar 7 per jaar voor het KOMO-merk en van 4 naar 3 bezoeken voor het Nederlands bouwstoffenbesluit. Partijkeuringen Bij de partijkeuring van betonproducten heeft zich een stabilisatie van het aantal aanvragen voorgedaan en blijft het aantal keuringen plus minus gelijk aan vorig jaar. Vooruitzichten Na de verwachte sluiting van meerdere fabrieken door de Ierse groep CRH verwachten wij in 2009 een verder optimalisatie van deze bedrijven waardoor producten van productielocatie zullen veranderen. Hierdoor gaan zowel een aantal machtigingen verdwijnen maar zullen ook een aantal nieuwe machtigingen Voor de betonnen bekuipingen blijven de fabrikanten afwachten totdat de bestellingen voor kleinschalige zuiveringsinstallaties op gang komen. Op dit ogenblik hebben de bevoegde overheidsdiensten reeds de nodige plannen opgemaakt van welke woningen in aanmerking komen om op kleinschalige zuiveringsinstallaties aangesloten te worden. De Europese limietdatum om alle woningen op één of ander systeem aan te sluiten is 2015. Nadien zou geen enkele woning nog mogen lozen op oppervlaktewater. Zodus hopen wij dit jaar nog een aantal nieuwe aanvragen te mogen ontvangen. 31 De taken in cijfers Controletaken in 2008 voor de BENOR-certificatie Inspectietype Aantal controles Oriëntatie bezoek 3 Inleiding tot toekenning van de machtiging 31 Machtigingcontroles 646 Voortzetting controle in de machtigingsperiode 3 Bezoek aan bouwplaats of producent wegens klacht van een klant 5 Sanctioneel bezoek 2 Audits IZC 17 Bezoeken op vraag van de fabrikant 22 Controletaken in 2008 voor de CE2+-certificatie Bij 7 fabrikanten werden 14 CE2+ audits uitgevoerd. Controletaken in 2008 voor de KOMO-certificatie en het Nederlandse bouwstoffenbesluit Van de nog 4 Belgische fabrieken met Nederlandse certificatie van vorig jaar bleven er na juli 2008 slechts 3 over, waarvan er dan nog één slapend is. Hierdoor daalde het aantal bezoeken tot 19 certificatiebezoeken KOMO en 7 bezoeken voor het Nederlandse bouwstoffenbesluit. Partijkeuringen In 2008 werden 47 controles uitgevoerd en 36 partijen gekeurd. De keuringen op geprefabriceerde betonproducten zijn als volgt verdeeld: Product Boor- of staalvezelversterktebuizen Poreuze betonbuizen Normatief document Aantal partijen NBN B21-106 14 PTV 104 2 Andere straatstenen Genormaliseerde inspectieputten 8 NBN B21-101 2 Kokerelementen PTV 102 2 Infrastructuur PTV 100 1 - 7 Allerlei 32 LE BÉTON ÉTON PRÊT PRÊ ÊT T À L’EMPLOI L’EM L’E 2008 Contrôles es BENOR Après l’année année d’introd d’introduction ction n des nouveaux nouvea nou certificats selon la norme me européenne, où il n’y a pas eu de change changement d’organisme de contrôle, 11 autres changemen centrales ontt été assignées 2008, dont deux centrales doubles. i ées à COPRO en 2 Dans ces centrales nous avons ons effectué effectu en e 2008 64 visites techniques, niques, 10 visites audit et une visite complémentaire. éme entaire. Responsable produit Staf Devalck Contrôleur Gaëtan Pluym, Luc Verbustel Une visite technique prend Nous contrôlons nd une journée. journ ntrôlons alors la production, essais ll’équipement du labo, nous us vérifions les l e sais types et nous prenons quelques quelqu échantillons pour un essai écha ai de contrôle entre en re le labo interne et le labo externe. exte Les visites audit par contre, deux journées, dont au moins u une journée re, occupent deu dans la centrale. nouss contrôlons de qualité et il est Lors de ces visites no ontrôlons le contenu c ntenu du manuel man testé à son application. application Nous contrôlons également égale ent l’exécution l’exécutio et e l’interprétation des essais types et le fonctionnement nctionnement du laboratoire. lab ato oire. Avec ceci, qu’il dispose des moyens et des recettes ci, le fabricant doit oit prouver qu’i adéquats pour fabriquer les bétons qui sont mentionnés dans son catalogue et i ceci d’une manière contrôlée et avec suffisamment de garantie de qualité. Pour 2008 la version 2.2 du règlement d’application 550, à appliquer dès le 1er août, était importante. Une des innovations ici est que l’audit du laboratoire est organisé d’une autre façon. L’inspection de l’équipement se fait maintenant pendant les visites techniques. Le fonctionnement, l’organisation, les responsabilités du personnel etc. sont évalués pendant l’audit FPC dont la durée a été prolongée jusqu’à 2 journées entières. Ce qui est nouveau, c’est qu’on prévoit du temps pour préparer l’audit sur base du manuel qui nous est envoyé. Après l’audit nous réservons également du temps sur place pour suivre les actions correctives demandées et pour compléter le rapport. D’autres adaptations étaient entre autres une révision des règles pour la validation de recettes et l’application du concept de famille, pour l’usage du four à micro-ondes comme méthode alternative pour brûlage de béton frais et des règles pour la réception de granulats et de cendres volantes. 33 34 35 GEBAKKEN STRAATSTENEN TRAATSTENEN Controlebezoeken: ezoeken: In 2008 8 werden bij de verschillende producenten pro centen 15 Technische Techn sche Controlebezoeken Controlebezo ken en 4 FPC-audits (Factory Production C Control) uitgevoerd.. ntrol) uitgevoer toepassingsreglement Zoals voorzien in het toepa ment (TRA BB 204) 204) werden de Technische T Tech uitgevoerd bij de Belgische verdeler gecontroleerde Controlebezoeken u verde er van de geco gecontr Alle Technische Controlebezoeken werden producenten. All trolebezoeken w erden en uitgevoerd uitgevoe bij b SteenSaegher, aangezien COPRO handel De Sae OPRO enkel de producenten p oducenten ucenten met deze de verdeler werden toegewezen kreeg. De FPC-audits dits daarentegen w en uitgevoerd uitgevoer bij bi de producent plaatse. De FPC-audit bij Oberlausitz door BCCA i.p.v. ter plaatse ij AKA Oberlaus tz werd uitgevoerd uitgevo Dit tgv de verre verplaatsing gecombineerd kan worden COPRO. D erplaatsing die door oor BCCA geco gecomb producenten De bevindingen met andere and n die door hen gecontroleerd econtroleerd ontroleerd worden. wor van deze werden gecommuniceerd naar COPRO en opmerkingen opm ze FPC-audit we den n goed gecomm geco opgevolgd van de Technische zodat deze d d konden worden word n bij de uitvoering uitvoeri uitvo Controlebezoeken. Contro De voordelen voo van een bezoek bij de produce prod producent ter plaatse zijn n legio: • de produ productie, opvolging en eventuele le bijsturing van de kwaliteit eit kan direct nagegaan w worden. duidelijk beeld gevormd waarop de resultaten, • er wordt een du rmd d van de wijze w die voorgelegd word worden tijdens een Controlebezoek, n Technisch Co trolebezoek, tot stand gekomen zijn. • er is rechtstreeks en persoonlijk ccontact tact ct met de klant. kl klant Eventuele opmerkingen die tijdens gemaakt werden, kunnen ter plaatse dens Technische Controlebezoeken Controlebe eken en gemaak we besproken worden. n en behandeld worden • eventuele onduidelijkheden elijkheden betreffende betr fende normen, reglementen, … kunnen eveneens direct behandeld worden. Zowel de klant als de keuringsinstelling d hebben baat bij een zo kort mogelijke communicatielijn. Een persoonlijk gesprek laat toe zaken te verduidelijken die via mail of telefoon minder evident zijn. Certificatie BENOR Productverantwoordelijke Staf Devalck Keurder Gaëtan Pluym 36 Verder werden bij elke producent monsternemingen uitgevoerd. Deze werden beproefd bij erkende en geaccrediteerde laboratoria in België. De overeenkomstigheid met de norm NBN EN 1344 en met de verklaarde klassen volgens PTV910 werd nagegaan. Tegelijkertijd kon de betrouwbaarheid van de interne resultaten, die voorgelegd werden tijdens de verschillende Technische Controlebezoeken, getoetst worden. In 2008 werden geen monsternemingen op de werf uitgevoerd door COPRO. In overleg met BCCA werd overeengekomen de monsternemingen op de werf in 2009 gericht uit te voeren, zodat minstens 1 monster per producent op de werf genomen wordt. Deze monsternemingen op de werf zullen uitgevoerd worden door COPRO en/of BCCA. Ondanks hun hogere prijs, in vergelijking met gelijkaardige producten, winnen gebakken straatstenen langzaam maar zeker terrein op de Belgische markt. De uitstekende technische eigenschappen van gebakken straatstenen (o.a. kleurvastheid, hoge slijtvastheid, lage wateropslorping en hoge breukweerstand) vormen de basis van dit toenemend succes. Gecontroleerde producenten Joosten Wessem (Nl) Joosten Kessel (Nl) De Bylandt (Nl) AKA Stradalit (D) AKA Oberlausitz (D) Asfaltsector Secteur des enrobés bitumineux 37 ASFALT Personeel In 2008 bleef ons team ongewijzigd. Reglement Sinds 1 maart 2008 zijn de volgende reglementen van toepassing: • Toepassingsreglement voor asfaltmengsels voor de wegenbouw of voor de waterbouw TRA 64 versie 3.0 van 2007-06-27 • Reglementaire Nota voor technische fiches, verantwoordingsnota’s en voorstudies RNR 01 versie 3.0 van 2007-06-14 • Reglementaire Nota voor ijking, kalibratie en controle RNR 02 versie 3.0 van 2007-06-27 Deze geactualiseerde reglementen houden rekening met de nieuwe Europese normen, die sinds dezelfde datum van toepassing zijn. Fabrikanten In 2008 waren er 24 productie-eenheden met een COPRO-certificaat. Gecertificeerde asfaltmengsels Het gecertificeerde gamma van onze fabrikanten werd in de loop van 2008 volledig vernieuwd. Er was immers niet alleen het nieuwe Standaardbestek 250 (versie 2.1), er waren ook de nieuwe Europese normen. Noodgedwongen moesten de asfaltfabrikanten er voor zorgen dat hun asfaltmengsels en technische fiches in overeenstemming waren met deze nieuwe normen. Er werden in het voorjaar dan ook honderden voorstudies uitgevoerd. Sommige fabrikanten werkten zelfs door in het weekend en tijdens verlofperiodes! Certificatie COPRO Volgens bestek In 2008 produceerden de COPRO-gecertificeerde asfaltfabrikanten zo’n 3,36 miljoen ton asfalt. Daarmee zaten we terug op het niveau van 2006, na een dipje in 2007. Aantal gewaarmerkte technische fiches SB 250 2.1 0 TB 2000 0 SB 230 1.0 2 bijzonder bestek geen (niet-gespecificeerd mengsel) (,*%%%%% 468 CCT-RW99 2004 totaal Asfaltproductie 40 825 1335 (*%%%%%% EgdYjXi^Z^cidc 38 Ten opzichte van 2007 is het aantal gecertificeerde mengsels gedaald. Van de 2.900 verschillende technische fiches blijven er nu slechts 1.335 over. In functie van het referentiedocument waar ze aan beantwoorden, zijn de technische fiches als volgt verdeeld: ('*%%%%% (%%%%%%% ',*%%%%% '*%%%%%% Er zijn momenteel dus geen technische fiches meer die beantwoorden aan het typebestek van de Waalse of Brusselse overheid, omdat deze bestekken momenteel nog niet in overeenstemming zijn met de geldende Europese normen. Opvallend is ook dat slechts een klein gedeelte van de technische fiches beantwoordt aan een bestek. De meeste mengsels zijn niet-gespecificeerde mengsels, ook wel privémengsels of huismengsels genoemd. Deze mengsels zouden in principe niet mogen worden gebruikt voor openbare werken. &... '%%% '%%& '%%' '%%( '%%) '%%* '%%+ ?VVg Gemiddeld werd er per productie-eenheid ongeveer 140.000 ton asfalt geproduceerd. De qua geleverde hoeveelheden kleinste fabrikant produceerde 13.000 ton, de grootste was goed voor 363.000 ton. '%%, '%%- Voor 2008 hebben de fabrikanten een extra inspanning geleverd, door een zeer gedetailleerde aangifte van productie in te dienen. Dit geeft ons nu de mogelijkheid het volgende overzicht per type te tonen: Type asfaltmengsel Met asfaltgranulaat Totaal 894.790 1.865.856 2.760.646 ‘type 1’ 25.105 18.857 43.962 ‘type 3’ 71.144 918.646 989.790 ‘type 4’ 133.151 219.929 353.080 ‘type 5’ 43.602 0 43.602 tussenlaag voor beton (ABT) 27.563 0 27.563 960 0 960 0 0 0 Asfaltbeton: asfalt met verhoogde stijfheid (AVS, EME) ‘type 8’ asfalt voor fundering (GB) Zonder asfaltgranulaat 0 0 0 593.265 708.424 1.301.689 30.212 0 30.212 0 0 0 30.212 0 30.212 Warm gewalst asfalt: 0 0 0 ‘type 2’ 0 0 0 niet-gespecificeerd (‘privé’) 0 0 0 Steenmastiekasfalt: 495.903 0 495.903 SMA 324.180 0 324.180 niet-gespecificeerd (‘privé’) 171.723 0 171.723 31.356 0 31.356 8.828 0 8.828 0 0 0 22.528 0 22.528 Asfaltbeton voor ultra dunne lagen: 0 0 0 RUMG 0 0 0 SME 0 0 0 niet-gespecificeerd (‘privé’) 0 0 0 Diversen: 41.412 0 41.412 open steenasfalt (GOSA) 26.551 0 26.551 zandasfalt 14.861 0 14.861 grindzandasfalt 0 0 0 asfaltmastiek 0 0 0 1.493.674 1.865.856 3.359.530 niet-gespecificeerd (‘privé’) (*) Asfaltbeton voor zeer dunne lagen: asfalt voor zeer dunne lagen (RMD) niet-gespecificeerd (‘privé’) Zeer open asfaltbeton: ZOA RMTO niet-gespecificeerd (‘privé’) Totaal (*) Hierin zit zowel niet-gespecificeerd asfaltbeton voor onderlagen als voor toplagen. 39 Er werd opmerkelijk meer SMA geproduceerd (496.000 ton tegenover 355.000 ton in 2007). De nieuwe mengsels zijn ABT en AVS. Het eerste werd al geregeld geproduceerd, terwijl de Vlaamse EME blijkbaar nog (figuurlijk) van de grond moet komen. Er is wel een grote toename van de mengsels met asfaltgranulaten. Waar het percentage met recyclage vorig jaar nog 49 % bedroeg, ging men in 2008 ruim over de helft met 56 %! +% EZgXZciV\ZkVcYZVh[VaiegdYjXi^ZbZi6< 40 *% )% (% '% &% % &... '%%% '%%& '%%' '%%( '%%) '%%* '%%+ '%%, '%%- ?VVg Het zijn uitsluitend de onderlagen ‘type 3’ en de toplagen ‘type 4’ en ‘type 1’ waarin wordt gerecycleerd. In die eerste twee types is recyclage zelfs courant geworden. Er zijn niet alleen meer mengsels waarin wordt gerecycleerd, er werd ook iets meer gerecycleerd in die mengsels: 2008 Verbruik van asfaltgranulaat (ton) 748.311 Productie van asfalt met asfaltgranulaat (ton) 1.865.856 Percentage asfaltgranulaat in mengsels met herbruik (%) 40 % 2007 540.000 1.418.500 38 % In de volgende tabel zien we het onderscheid tussen gespecificeerde en niet-gespecificeerde asfaltmengsels: Type asfaltmengsel Zonder asfaltgranulaat Met asfaltgranulaat Totaal Gespecificeerd (volgens een bestek) 675.846 1.157.432 1.807.278 Niet-gespecificeerd (‘privé’) 817.828 708.424 1.552.252 Wat opvalt en zelfs verrast, is dat er veel meer wordt gerecycleerd in ‘bestekmengsels’ dan in ‘privémengsels’. alle controles nu gespreid over controlebezoeken van een volledige dag, Controlebezoeken In 2008 voerden onze keurders 729 controlebezoeken uit bij de asfaltfabrikanten: Type bezoek Aantal 2008 Uitgebreid bezoek (T2 en T2v) 272 Kort bezoek (T1) 167 Bezoek voor monsterneming en/of beproeving van niet-gecertificeerde aggregaten 86 Bezoek voor bijwonen van door de fabrikant uitgevoerde kalibraties 63 Bezoek voor bijwonen van proeven in het kader van de voorstudies 90 Andere: informatieve, nutteloze, sanctionele, inleidende en toelatingsbezoeken 51 Totaal 729 Tijdens deze bezoeken werden de volgende monsters genomen: Bemonsterd product Asfaltmengsels Aantal 2008 362 Niet-BENOR-gecertificeerde aggregaten : - voor bijwonen korrelverdeling 183 - voor controle van andere kenmerken (vlakheidsindex, MDE, LA, VPC, ...) 107 Teruggewonnen stof (controle voor CCT-RW99) 1 Inhoudelijk werden onze controlebezoeken meermaals bijgestuurd in de loop van het jaar. Begin 2008 werden onze controleactiviteiten voor de zoveelste keer uitgebreid, naar aanleiding van het nieuwe Toepassingsreglement. Na een half jaar vond een evaluatie plaats, waarbij de volgende zaken werden beslist: • onze opmerkingen worden in het bezoekverslag opgesplitst in types A, B en C, in functie van de ernst van de tekortkoming en de invloed ervan op de conformiteit van de asfaltmengsels; verder werden onze bezoekverslagen ook overzichtelijker gemaakt, • onze controles worden efficiënter georganiseerd: in plaats van korte controlebezoeken voor monsternemingen en (soms zéér) lange controlebezoeken voor het nakijken van de registers, worden • onze keurders werden verder opgeleid, zodat alle keurders nu alle controles kunnen uitvoeren, wat ook de efficiëntie van de controlebezoeken ten goede komt, • voor sommige minder belangrijke controlepunten werd de steekproef verkleind of werd de controle in het kader van de COPRO-certificatie zelfs weggelaten (omdat ze gedekt wordt tijdens de FPCaudits voor de CE-markering). Nieuwe leveringsbonnen voor asfalt Vanaf 1 maart 2008 moeten alle leveringsbonnen worden voorgedrukt in een door COPRO erkende drukkerij. Deze drukkerij drukt in overleg met COPRO de blanco leveringsbonnen, die de volgende eigenschappen hebben: • elke bestemmeling krijgt een bon in een welbepaalde kleur (wit voor de bouwheer, geel voor COPRO, groen voor de vervoerder en roze voor de asfaltfabrikant), • elke bon krijgt een uniek voorgedrukt volgnummer en een specifiek waarmerk, • elk exemplaar van de bon is voorzien van een beveiliging tegen kopiëren: wanneer iemand een kopie van een bon neemt, verschijnt er ‘KOPIE’ op het document. Gelijktijdig met de nieuwe leveringsbonnen krijgen we op de bonnen nu ook de CE-markering met verwijzing naar de geldende Europese norm, het FPCcertificaat en het toepassingsgebied. Het is een misverstand dat alle asfaltmengsels en gietasfalt moeten worden geleverd met CE-markering. Dit kan (en moet) uitsluitend wanneer het mengsel beantwoordt aan de scope van één van de Europese normen. En dit is niet altijd het geval: mengsels met bitumen met positieve penetratie-index of gekleurde mengsels met speciale bindmiddelen vallen buiten het domein van de actuele normen. Voor o.a. zandasfalt, koudasfalt en asfalt voor ultra dunne lagen (RUMG, SME) bestaat er geen Europese norm. Mengsels voor waterwegen of sportterreinen vallen dan weer buiten het toepassingsgebied van de bestaande normen. 41 42 Een ander hardnekkig misverstand is het principe “COPRO op de bon = alles in orde”. Wanneer COPRO op een bon wordt vermeld, betekent dit dat COPRO steekproefsgewijs nakijkt of het mengsel dat werd geproduceerd overeen komt met de technische fiche die op de leveringsbon werd vermeld. Het is de taak van de opdrachtgever om de technische fiche van het vooropgestelde mengsel te toetsen aan zijn bijzonder bestek. Ook het opvolgen van de geleverde hoeveelheden is de taak van de opdrachtgever. COPRO stelt meer en meer vast dat niet-gespecificeerde asfaltmengsels worden geleverd voor openbare werken, wat in principe niet de bedoeling is. Evoluties Certificatiecomité 2008 was ongetwijfeld het meest hectische jaar sinds decennia voor de asfaltsector. Nieuwe Europese normen, CE-markering, FPC-handboek, een nieuw Standaardbestek 250 versie 2.1, nieuwe leveringsdocumenten voor asfalt, aanvoervulstof 2b, nieuwe proeven en bijhorende apparatuur, nieuwe COPROreglementen, kortom: het hield niet op! Ondertussen is alles ingevoerd, op papier gezet, aangekocht en aangepast. Nu we op dit jaar terugkijken, mag de ganse asfaltsector fier zijn op de geleverde prestaties. Maar eigenlijk zijn we vooral blij dat we dit jaar achter de rug hebben. Adviesraad De Adviesraad Asfalt vergaderde in 2008 twee keer om de certificatie van asfaltmengsels te bespreken. Voorzitter: Ann Vanelstraete Ondervoorzitter: Noël Vanhollebeke Secretaris: Dirk Lacaeyse Leden: Erik Barbé, Joseph Berger, Frank Huyghe, Erik Keijers, Philippe Keppens, Guy Lefèbvre, Fabrice Louis, Jean-Louis Marchal, Pierre-Paul Modde, Vincent Reeners, Jacques Saelens, Jan Soers, Hans Suffeleers, Rob Tison, Johan Trigallez, Eric Van de Velde en Guido Van Geem en Ann Van Gucht Inhoudelijk waren de vergaderingen bijna volledig geweid aan het bespreken van de nieuwe reglementen. Hier en daar moesten wat scherpe kantjes worden afgerond. Het Certificatiecomité bespreekt de belangrijke tekortkomingen die tijdens controlebezoeken worden vastgesteld. Het Certificatiecomité Asfalt bestaat uit de directeur van COPRO en de sector- of productverantwoordelijke asfalt. Eén keer per trimester werd dit certificatiecomité uitgebreid met de heren ir. Roland Charlier of ir. Tim Lonneux (MOW), ir. Guy Lefèbvre en ing. Joseph Berger (SPW). Werkgroepen COPRO is lid van de volgende Belgische werkgroepen: • Commissie Kwaliteit van Bitumineuze verhardingen - afdeling Wegenbouwkunde • Werkgroep MOW - BVA - Vlawebo • Technisch Comité ‘Asfaltwegen en andere bitumineuze toepassingen’ TC4 - OCW • Werkgroep GT4, herziening hoofdstuk asfaltverhardingen CCT RW99 - SPW • Werkgroep SB250/werkgroep 6 - Herziening SB 250 hoofdstuk 6 - afd. Wegenbouwkunde • Werkgroep BAC-2 - Eigenschappen van vulstoffen - OCW • Werkgroep E227 - Belgisch spiegelcomité ‘Road Materials’ - OCW • Werkgroep TC227/WG 1 – Belgisch spiegelcomité Asfalt • Werkgroep Europese proefmethodes - OCW • Werkgroep aB³ - Artesis Hogeschool • Werkgroep Rafeling SMA - Artesis Hogeschool Op Europees vlak zijn we actief in CEN/TC227/WG1. 43 ASFALTGRANULATEN Personeel De bezoeken in het kader van certificatie van asfaltgranulaten werden uitgevoerd door Kim Vandenhoeke, Koen Van Daele en Erik Ansingh. Gezien Kim zich binnen COPRO heeft gespecialiseerd in andere producten, werd de functie van productverantwoordelijke in 2008 overgedragen aan Koen. Reglement Het nieuwe TRA 13 (versie 2.0 van 2007-09-05) is van toepassing sedert 1 maart 2008. De grootste verandering t.o.v. de vorige versie is de manier waarop de fabrikant tewerk gaat bij het omzetten van asfaltpuin naar asfaltgranulaat. Asfaltpuin wordt na aanvaarden nog steeds opgeslagen bij een partij. Deze partij wordt beproefd, vervolgens volledig afgesloten en omgezet naar een stapel asfaltgranulaat, waarna het asfaltgranulaat kan worden gebruikt in asfaltmengsels. Eenmaal een partij is afgesloten, mag er geen nieuw asfaltpuin meer worden aangevoerd bij deze partij. De fabrikanten beschikken momenteel over meerdere stapels, afhankelijk van de samenstelling van de stapel (op basis van korrelverdeling, bindmiddelgehalte en penetratie van het gerecupereerd bindmiddel) en afhankelijk van de aard van de aggregaten. Alle bijhorende registers dienden vanaf 1 maart dan ook op een andere manier te worden opgesteld en bijgehouden. Dit zorgde in het begin voor heel wat opmerkingen, de meeste hiervan zijn ondertussen wel opgelost. Fabrikanten Eind 2008 waren er in totaal 19 vergunninghouders. 3 asfaltfabrikanten hebben in 2008 het certificaat voor asfaltgranulaten behaald. Begin 2009 bevindt er zich nog één asfaltfabrikant in toelatingsperiode. Certificatie COPRO Productie en verbruik asfaltgranulaat 44 In totaal werd er 797.081 ton geproduceerd in 2008. Ten opzichte van 2007 is dit een stijging met meer dan 48% en de hoogste productie sinds het invoeren van TRA 13. De grootste producent van asfaltgranulaat produceerde 153.024 ton in 2008. Het verbruik van asfaltgranulaat bedroeg 748.311 ton in 2008. Ten opzichte van 2007 is dit een stijging van 38% en het hoogste verbruik sinds het invoeren van TRA 13. De fabrikant met het hoogste verbruik in 2008, verbruikte maar liefst 96.277 ton. De stijging ten opzichte van vorig jaar ligt enerzijds aan het feit dat er meer asfalt werd geproduceerd, maar anderzijds ook aan het feit dat er een grote toename is van mengsels die met asfaltgranulaten worden geproduceerd. Zoals blijkt uit het jaarverslag van asfalt, steeg het percentage asfaltmengsels waarin asfaltgranulaat wordt verwerkt van 49 naar 56%. Controlebezoeken Overzicht van het aantal uitgevoerde controlebezoeken: )) && ■ 7ZodZ`Zc^cidZaVi^c\heZg^dYZ ■ J^i\ZWgZ^YZWZodZ`ZckddgYZ XdcigdaZkVcVh[Vai\gVcjaViZcI& .%%%%% EgdYjXi^ZZckZgWgj^`6< -) ■ 7ZodZ`Zckddg]ZiW^_ldcZckVc egdZkZcdeVh[Vai\gVcjaViZcI' ,*%%%% +%%%%% ++ )*%%%% ■ 6cYZgZWZodZ`Zc Tijdens deze bezoeken werden er 91 monsters genomen van het asfaltgranulaat. (%%%%% &*%%%% ■EgdYjXi^Z ■KZgWgj^` % '%%* '%%+ '%%, ?VVg Adviesraad '%%- De Adviesraad Asfaltgranulaten vergaderde niet in 2008. Leden : Ann Vanelstraete, Kim Vandenhoeke, Joseph Berger, Joëlle De Visscher, Chantal Flémal, Frank Huyghe, Dirk Lacaeyse, Anja Lahousse, PierrePaul Modde, Rob Tison, Johan Vanhollebeke en Noël Vanhollebeke Certificatiecomité Het Certificatiecomité bespreekt de belangrijke tekortkomingen die tijdens controlebezoeken worden vastgesteld. Het Certificatiecomité Asfaltgranulaat bestaat uit de directeur van COPRO en de sector- of productverantwoordelijke asfaltgranulaat. Eén keer per trimester werd dit certificatiecomité uitgebreid met de heren ir. Roland Charlier of ir. Tim Lonneux (MOW), ir. Guy Lefèbvre en ing. Joseph Berger (SPW). 45 GIETASFALT Personeel Productverantwoordelijke: Andie Dedoncker. De monsters worden genomen door de keurders van de asfaltsector. Reglement Midden 2007 werd begonnen met de aanpassing van de reglementen. Sinds 1 maart 2008 zijn de Europese normen voor bitumineuze mengsels verplicht van toepassing. Het toepassingsreglement voor gietasfalt (TRA65) en de reglementaire nota’s (RNR) werden in die zin dan ook aangepast. Er werd de fabrikanten gevraagd om de toepassing hiervan te starten op 200801-01. • Toepassingsreglement voor het gebruik en de controle van het COPROmerk voor gietasfalt TRA 65 versie 4.0 van 2007-10-22 • Reglementaire Nota voor technische fiches, verantwoordingsnota’s en voorstudies RNR 01 versie 3.0 van 2007-06-14 • Reglementaire Nota voor ijking, kalibratie en controle RNR 02 versie 3.0 van 2007-06-27. Fabrikanten en productie In 2008 waren er 3 fabrikanten met een COPRO-certificaat voor gietasfalt. T.o.v. 2007 is dit een afname met 1 certificaat. De vergunning van Gravaubel werd op hun vraag stopgezet. In totaal waren er in 2008 maar 38 gecertificeerde technische fiches. Dit is een sterke daling t.o.v. 2007. Volgens norm Aantal gewaarmerkte technische fiches eind 2008 EN 13108-6 gietasfalt 29 Niet-genormaliseerd mengsel 9 Totaal 38 In principe zijn er geen technische fiches meer geldig volgens de bestekken (SB 250 ‘98, SB 250 2.0, SB 250 2.1, TB 2000 en CCT-RW99:2004) aangezien deze niet in overeenstemming zijn met de Europese normen. Momenteel is er dus geen enkel bestek dat aangepast is aan de Europese normen. O.a. dit verklaart de sterke daling van het aantal technische fiches. 46 De 3 gietasfaltfabrikanten waren in 2008 goed voor een productie van 13.897 ton. Dit is iets meer dan in 2007. FheZkYj_[#[lebkj_[ (*%%% (%%%% Idc '*%%% '%%%% &*%%% &%%%% *%%% % '%%' '%%( '%%) '%%* '%%+ '%%, '%%- ?VVg Controlebezoeken In 2008 werden er in totaal 64 controlebezoeken uitgevoerd. Type controlebezoek Aantal Bezoeken voor monsternemingen op de werf 32 Uitgebreide bezoeken voor het nazicht van de registers 24 Andere bezoeken (bvb. het bijwonen van proeven op gietasfalt) 8 Adviesraad De Adviesraad Gietasfalt vergaderde niet in 2008. In 2007 was er wel vergaderd om tot de nieuwe reglementen te komen. Toen die nieuwe reglementen er eenmaal waren, waren er niet direct onderwerpen voor de dagorde. Voorzitter: Guy Lefèbvre Ondervoorzitter: Tony De Jonghe Secretaris: Andie Dedoncker Leden : Michel Buvé, Claude De Backer, Lucien Heleven, Frank Huyghe, Chantal Jacobs, Pascal Delhez, Daniel Nonckreman, Alain Quinet, Vincent Reeners, Ramon Roman, Jacques Saelens, Paul Scheers, Paul Steenmans, Piet Vitse, Jean Wiertz, Jan Soers en Karel Vermeren. Werkgroepen Copro is vertegenwoordigd in de volgende werkgroepen: • Belgisch spiegelcomité van CEN/TC227/WG1/ Gietasfalt: De werkgroep die de invoering van EN 13108-6 heeft voorbereid en nog verder heeft gewerkt aan de herziening van SB 250 (2.1) en RW99 (2004) voor wat betreft gietasfalt. • BAC-3 van het OCW: Deze werkgroep en haar subwerkgroepen werken aan de herziening van de ‘Handleiding voor het ontwerpen en aanbrengen van bedekkingen op betonnen brugdekken (A60/87)‘ van het OCW. Certificatiecomité Wanneer er tijdens de controlebezoeken belangrijke tekortkomingen worden vastgesteld, dan worden deze in het certificatiecomité behandeld. Dit certificatiecomité bestaat uit de directeur van COPRO en de product- of sectorverantwoordelijke gietasfalt. Eén keer per trimester wordt dit certificatiecomité uitgebreid met de heren ir. Roland Charlier (MOW) of ir. Tim Lonneux (MOW), ir. Guy Lefèbvre (SPW) en ing. Joseph Berger (SPW). In de loop van 2008 werden de volgende acties ondernomen: Maatregel Aantal Vraag om correctieve maatregelen per brief 4 Berispingen 6 Extra bezoeken 1 Waarschuwingen 0 Opschortingen 0 Intrekkingen 0 47 48 BITUMINEUZE MENGSELS CE Personeel Raf Pillaert en Dirk Lacaeyse voeren de audits uit in het kader van de attestering van het FPC-systeem. Bezoeken en audits In 2008 voerden onze auditoren 51 audits uit: Type Aantal 2008 Informatieve bezoeken 4 Initiële audits 15 Initiële audits (andere productie-eenheid, zelfde FPC-systeem) 9 Vervolgaudits 23 Totaal 51 Reglement De attestering van het FPC-systeem gebeurt volgens dit reglement: • Reglement voor de attestering in het kader van R/CE2+ 64-65 versie 1.0 van 2006-11-16 de CE-markering voor bitumineuze mengsels Attesteringsniveau 2+ Fabrikanten In 2008 hebben 24 fabrikanten van asfalt en gietasfalt een FPC-certificaat van ons ontvangen. Bitumineuze mengsels Het FPC-systeem wordt toegepast bij de productie van bitumineuze mengsels volgens de volgende Europese normen: EN 13108-1 Bitumineuze mengsels - Materiaalspecificaties - Deel 1: Asfaltbeton EN 13108-2 Bitumineuze mengsels - Materiaalspecificaties - Deel 2: Asfaltbeton voor zeer dunne lagen EN 13108-4 Bitumineuze mengsels - Materiaalspecificaties - Deel 4: Warmgewalst asfalt EN 13108-5 Bitumineuze mengsels - Materiaalspecificaties - Deel 5: Steenmastiekasfalt EN 13108-6 Bitumineuze mengsels - Materiaalspecificaties - Deel 6: Gietasfalt EN 13108-7 Bitumineuze mengsels - Materiaalspecificaties - Deel 7: Zeer open asfaltbeton In België wordt geen asfalt geproduceerd volgens: EN 13108-3 Bitumineuze mengsels - Materiaalspecificaties - Deel 3: Zacht asfalt Evoluties In 2008 was de CE-markering van bitumineuze mengsels eerder een revolutie dan een evolutie. FPC-handboek, procedures, documentenbeheerssystemen, interne audits, externe audits, enz. Het was allemaal nieuw, veel werk, moeilijk, soms saai, soms (te) vergaand. Maar vooral: het moest. En het moest snel! Maar door de enorme inzet van asfaltfabrikanten en ook een beetje van onze auditoren kwam alles toch nog op tijd in orde. En het resultaat mocht er zijn, want de meeste FPC-handboeken waren zeer goed gemaakt. Bij de eerste audits bleek dat de toepassing van het nieuwe FPC-systeem nog in haar kinderschoenen stond. Het was voor iedereen nog wat zoeken. Bij de opvolgingsaudits blijkt ondertussen dat het FPCsysteem al wat beter ingeburgerd is. Het vergt in ieder geval een grote mentaliteitswijziging bij de fabrikanten. Tot nu toe was de verantwoordelijke voor de zelfcontrole voor het ganse ‘COPRO-gebeuren’ verantwoordelijk. Nu dient iedereen die betrokken is bij de productie en de controle van bitumineuze mengsels zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Dit principe is nog steeds wennen en is zelfs nog niet overal doorgedrongen. Een tweede aanpassing is het feit dat er slechts één opvolgingsaudit per jaar zal zijn en dat de fabrikant een gans jaar lang ‘op eigen initiatief’ het FPC-systeem moet draaiend houden. Sommige fabrikanten zaten dan ook ongeduldig te wachten op de eerste opvolgingsaudit, iets wat wij dan weer niet gewend zijn. Werkgroepen COPRO is lid van de volgende Belgische werkgroepen: • Werkgroep E227 - Belgisch spiegelcomité ‘Road Materials’ - OCW TRAITEMENTS DE SURFACES CE Personnel Raf Pillaert et Dirk Lacaeyse exécutent les audits dans le cadre de l’attestation du système FPC. Règlement L’attestation du système FPC se fait d’après le règlement suivant : • Règlement pour l’attestation dans le cadre du R/ CE2+ 62 version 1.0 du 2008-08-04. Le marquage CE pour traitements de surfaces. Niveau d’attestation 2+. Fabricants En 2008 seulement un producteur d’enduits a fait une demande d’attestation de son système FPC. Il n’y a pas encore eu de remise de certificats FPC en 2008. Cela se fera probablement bien en 2009, puisque le marquage CE devient obligatoire en décembre 2009. Les traitements de surfaces Le système FPC est appliqué lors de la production de traitements de surfaces selon les normes européennes suivantes : EN 12271 Enduits superficiels - Spécifications EN 12273 Matériaux bitumineux coulés à froid Spécifications • Werkgroep TC227/WG 1 – Belgisch spiegelcomité Asfalt Op Europees vlak zijn we actief in CEN/TC227/WG1. Évolutions Malgré l’approche du marquage CE, on a peu entendu parler de l’introduction du système FPC chez les producteurs de traitements de surfaces en 2008. Mais certains se préparent bel et bien. Et la préparation prend beaucoup de temps ! Ecrire un manuel FPC qui contient un tas de procédures, mettre sur pied un système qui gère les documents, introduire de nouveaux contrôles, etc. Cela va même plus loin que cela, car l’approche de traitements de surfaces diffère fondamentalement de ce que le secteur était habitué jusqu’à présent : avec les nouvelles normes européennes on passe radicalement la responsabilité dans la direction des producteurs. Ils sont, dès à présent, aussi responsables de la création et du développement. Nous pensons par exemple à l’introduction des TAIT : des espèces de planche d’essai avec lesquels le producteurs doit démontrer ses performances pour un certain groupe d’enduits. L’année 2008 a aussi été l’année du grand flou : personne ne savait quand au juste le marquage CE allait devenir obligatoire, combien de temps durerait la période de transition, qui contrôlerait les TAIT, sous quelles conditions on délivrerait le certificat FPC. Ce n’est qu’à la fin de 2008 qu’on a eu des réponses à toutes ces questions. Une chose est sûre : tout deviendra plus compliqué. Heureusement, les producteurs peuvent faire appel au savoir du CRR en ce qui concerne les contrôles et les essais et à COPRO en ce qui concerne l’introduction d’un système FPC. Groupes de travail COPRO est membre des groupes de travail belges suivants : Concrètement la première norme traite d’enduits et la deuxième de schlamages. • Groupe de travail E227 - comité miroir belge ‘Road Materials’ - CRR Visites et audits • Groupe de travail TC227/WG 2 - comité miroir belge Enduits et en Couches chelems. En 2008 nos auditeurs n’ont effectué que deux visites informatives. 49 50 Les liants bitumineux Personnel : Responsable de produit : Philippe du Bus de Warnaffe Contrôleurs : Stéphane Baguet, Philippe du Bus de Warnaffe Groupes de travail Pour les liants bitumineux, COPRO participe aux groupes de travail suivants : • groupe miroir du comité technique CEN TC 336 : le “SCM 336”, ce groupe de travail discute des avancements des travaux des groupes de travail du CEN TC 336, des documents préparés par ces groupes (entre autres projet de normes). De plus, ce groupe de travail est le forum où les administrations, MOW et MET, et le secteur discutent des prescriptions des liants bitumineux. • le “Sector Group” du groupe des organismes notifiés “Group of Notified Bodies GNB” qui traite les normes harmonisées préparées par le CEN TC 336 est le SG15. COPRO a accepté de prendre en charge la présidence et le secrétariat de ce groupe de travail jusque fin 2008. Pour les liants, le Sectorgroup a décidé de préparer les “posititon paper” dans un sous-groupe de travail, présidé par Dirk Lacaeyse, et dont Philippe du Bus de Warnaffe assure le secrétariat. En mai 2008 COPRO a participé au congrès Européen Eurasphalt & Eurobitume à Copenhague et en novembre à la journée du bitume à Amersfoort aux Pays-bas. Ainsi nous restons informés des évolutions dans le secteur. Marquage CE, un futur qui se rapproche à grands pas ? Il n’y a pas encore de délai fixé pour la mise en place du marquage CE des liants bitumineux. La norme européenne des bitumes serait enfin approuvée, mais mi-avril 2009, elle n’est toujours pas publiée par le CEN. Normes harmonisées publiées par le CEN : • La norme EN 13924:2006 Bitumes et liants bitumineux - Cadre de spécification des bitumes routiers de grade dur; • La norme EN 14023:2006 Bitumes et liants bitumineux - Cadre de spécifications des bitumes modifiés par des polymères, est parue début 2006; • La norme EN 13808:2005 Bitumes et liants bitumineux - Cadre des spécifications pour les émulsions cationiques de bitume. Normes harmonisées de liants bitumineux encore attendues : • EN 12591 : pour les spécifications des bitumes routiers; • EN 15322 : pour les spécifications des bitumes fluidifiés et bitumes fluxés. Le niveau d’attestation de conformité CE pour les produits des normes précitées, est le niveau 2+. Cela implique qu’un organisme certifié (“Notified Body” ou organisme notifié) est impliqué pour l’attribution du certificat de conformité du contrôle de la production en usine (Factory Production Control ou FPC), qui est indispensable au fabricant pour pouvoir appliquer le marquage CE à leurs produits. Les tâches de cet organisme notifié comportent : • l’inspection initiale de l’usine et du contrôle du FPC; • la surveillance continue, l’évaluation et l’acceptation du FPC. Dès que ces normes seront publiées dans le Journal Officiel de l’Union Européenne (JOEU), COPRO demandera la notification, afin de pouvoir opérer auprès des fabricants de liants bitumineux, en tant qu’organisme notifié, afin de leur fournir le certificat du FPC, indispensable pour pouvoir appliquer le marquage CE. 51 In 2008 hebben 6 leveranciers COPRO-gecertificeerd bitumen geleverd, afkomstig van 9 productiesites: 3 in België, 2 in Nederland, 3 in Frankrijk en 1 site in Duitsland. COPRO-certificatie BITUMEN VOOR DE WEGENBOUW Adviesraad: Voorzitter en ondervoorzitter: opnieuw aan te duiden; Secretaris: Philippe du Bus de Warnaffe; Leden: Erik Barbé, Benoît Calcoen, Jo De Roover, Paul Dietvorst, Frank Huyghe, Chantal Jacobs, Pierre Joly, Philippe Keppens, Guy Lefèbvre, Karel Poncelet, Vincent Reeners, Jan Soers, Tine Tanghe, Christophe Van Vaerenbergh, Stefan Vansteenkiste. Gecertificeerde bitumen volgens toepassingsreglement TRA 54 zijn: • wegenbitumen volgens NBN EN 12591, • hard bitumen volgens NBN EN 13924, • pigmenteerbaar bitumen, • bitumen met positieve penetratieindex, • “emulgeerbaar” bitumen, • en bitumengranulaat 0/1 (toepassing: de toepassing vermeld in RW99 als additief voor bindmiddel, teneinde de stabiliteit van gietasfalt te verhogen): noot: de productie van dit bitumengranulaat onder certificaat is in de loop van 2008 gestopt. In 2008 zijn er slechts enkele problemen geweest van reproduceerbaarheid van indringing. In 2007 heeft COPRO haar steun verleend aan het OCW bij de organisatie van ringanalyses van één bitumen en twee PmB’s. De resultaten van deze ringanalysen hebben aangetoond dat de waarden van reproduceerbaarheid die vermeld staan in de normen voor testen van het verwerkingspunt (ring en kogel) aanvaardbaar zijn, maar lijken aan te tonen dat de reproduceerbaarheid van de penetratietest minder goed is dan vermeld in de norm. Het zou in ieder geval nuttig zijn om deze vaststellingen op te volgen bij latere ringanalyses. We hebben een toepassingsreglement dat in 2002 door de sector (via de adviesraad bitumen) is goedgekeurd. Doordat Benelux Bitumen niet meer bestaat, is vanaf 2008 aan alle vergunninghouders gevraagd om vertegenwoordigers aan te duiden voor de adviesraad. Begin 2009 werd per e-mail een ontwerpversie van het toepassingsreglement rondgestuurd om kleine wijzigingen aan te brengen aan het toepassingsreglement. Op 1 april 2009 werd dit nieuwe reglement op deze manier goedgekeurd door de leden van de adviesraad. ;lebkj_[9EFHE][Y[hj_\_Y[[hZX_jkc[d(&&&#(&&. '*% '%% &%%%idc 52 &*% &%% *% ■7^ijbZc % '%%% '%%& '%%' '%%( '%%) ?VVg '%%* '%%+ '%%, '%%- BITUME MODIFIE PAR DES POLYMERES - PmB En 2008 le nombre de fabricants certifiés s’élevait à 9. Conseil Consultatif : Président : Stefan Vansteenkiste Vice-président : Karel Poncelet Secrétaire : Philippe du Bus de Warnaffe Membres : Hendrik Cosemans, Hans Hendrickx, Frank Huyghe, Chantal Jacobs, Pierre Joly, Philippe Keppens, Guy Lefèbvre, Christian Rase, Vincent Reeners, Pierre Schloesser, Jan Soers, Hans Suffeleers, Johan Trigallez. ;lebkj_edFc8(&&&#(&&. *%%%% IdccZh )%%%% (%%%% '%%%% &%%%% % '%%% '%%& '%%' '%%( '%%) Normalement les cahiers spéciaux des charges devraient désormais reprendre systématiquement les nouvelles classes. '%%* '%%+ '%%, '%%- 6ccZ ■Eb7 Les bitumes modifiés par des polymères (PmB) repris dans les cahiers de charges type RW 99 et SB 250 sont : • PmB 50/85-50, PmB 50/85-65 et PmB 85/130-75 En 2008 les spécifications ont été ajustées afin de rentrer dans le cadre des spécifications prévues par la norme européenne EN 14023. Ancienne dénomination cahiers des charges types Nouvelles classes selon la EN 14023 50/85-50 45/80-50 50/85-65 45/80-65 85/130-75 70/130-75 La norme NBN EN 14023:2006 Bitumes et liants bitumineux - Cadre de spécifications des bitumes modifiés par des polymères, est parue début 2006. Les classes de pénétration des produits mentionnés ci-dessus ne correspondaient pas aux classes de pénétration reprises dans la norme européenne. Ceci signifie que les spécifications des cahiers de charges ont été adaptées afin de rentrer dans le cadre prévu de la norme européenne. En 2007 les administrations ont approuvé les modifications à cet effet au sein du groupe miroir du CEN TC 336 (le SCM 336). Les fabricants souhaitent ne pas avoir à modifier les produits actuels, mais uniquement les spécifier selon le cadre prévu par la nouvelle norme européenne. La caractéristique de Force ductilité n’est pas reprise dans la norme européenne. Le MOW pensait que l’introduction de spécifications de Force-ductilité pourrait remplacer les exigences pour la ductilité. Comme la ductilité se mesure à 5°C et que la Force-ductilité se mesure à 15°C pour les PmB 45/80-50 il s’est avéré qu’il n’y a pas de bonne corrélation entre les essais. En attendant, les administrations ont pris l’option que la spécification de ductilité reste de mise. 53 54 LES EMULSIONS DE BITUME ET LES BITUMES FLUXES Dans le cadre des émulsions, les normes européennes approuvées sont : Conseil Consultatif : • NBN EN 14733:2005 Bitumes et liants bitumineux - Maîtrise de la production en usine des émulsions de bitume, des bitumes fluxés et fluidifiés • NBN EN 13808:2005 Bitumes et liants bitumineux - Cadre de spécifications pour les émulsions cationiques de bitume Président : Stefan Vansteenkiste Vice-Président : Philippe Keppens Secrétaire : Philippe du Bus de Warnaffe Membres : Norbert Alexandre, Frank Huyghe, Chantal Jacobs, Pierre Joly, Guy Lefèbvre, Christian Rase, Vincent Reeners, Pierre Schloesser, Jan Soers Fin 2008 un fabricant a suspendu sa licence COPRO. Comme le SPW prépare une révision du RW99, les fabricants d’émulsions ont demandé de revoir les spécificiations des émulsions. Ce changement sera également d’application en Flandres. La modification la plus importante est qu’il y a une introduction d’une dénomination selon le cahier des charges. La norme européenne prévoit un codage des émulsions, mais ce code pouvait être le même pour des émulsions différentes, destinées à des applications différentes. ;lebkj_edickbi_edi[jX_jkc[i\bkniY[hj_\_i9EFHE(&&&#(&&. '%%%% IdccZh &*%%% &%%%% *%%% % '%%% '%%& '%%' '%%( '%%) '%%* '%%+ '%%, '%%- 6ccZ ■:bjah^dch Dénomination CCT ■7^ijbZh[ajmh Code NBN EN 1380 Applications Couche de collage A1 C60B1 A2 C60B1 A3 C60B1 B1 C60BP1 La norme européenne pour les Bitumes fluxés NBN EN 15322 est encore au stade de projet. Le secteur attend de voir les projets finaux avant de débattre des modifications à apporter aux spécifications actuelles de ce produit. MBCF Couche de collage sur béton frais Enduit Couche de collage visqueuse Interface antifissure ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ B2 C60BP1 C1 C60B1 (AA) D C67B1 ✔ ✔ ✔ E C69BP1 ✔ ✔ ✔ F C67BP1 ✔ ✔ ✔ 60% van de totale vezelverkoop in België betrof de vooromhulde of samengeperste vezel. Er wordt verwacht dat dit aandeel in de totale verkoop in de loop van de komende jaren nog zal stijgen. COPRO-certificatie VEZELS Personeel Controlebezoeken Productverantwoordelijke: Andie Dedoncker De keurders van de asfaltsector staan in voor monsternemingen van de vezels, die gebeuren bij de gecertificeerde asfaltfabrikanten. In 2008 werden er 8 controlebezoeken uitgevoerd. Hierbij werden er in totaal 8 monsters genomen en 2 uitgebreide bezoeken uitgevoerd op de productieeenheid ter controle van de registers en het bijwonen van proeven. Reglement Adviesraad Toepassingsreglement voor vezels • TRA 63 versie 2.0 van 2004-02-09 In 2008 werd er geen Adviesraad Vezels georganiseerd. Fabrikanten in 2008 De Adviesraad Vezels bestaat uit volgende leden: Momenteel zijn er 2 fabrikanten die een COPROcertificaat hebben nl. Rettenmaier en Excel. De vezels van Rettenmaier worden geproduceerd in Calenberger Mühle (Duitsland). Excel produceert vanuit Gwent (Groot-Brittannië). Voorzitter: Ondervoorzitter: Rob Hoogland Secretaris: Andie Dedoncker Leden: Daniël Pereira, Johan Trigallez, Marc Delaby, André Meurrens, Christophe Van Vaerenbergh en René Reynaert Rettenmaier heeft in zijn gecertificeerd assortiment een vooromhulde vezel. Excel heeft zowel losse als samengeperste vezels. Productie In 2008 werd er t.o.v. 2007 iets meer gecertificeerde vezels op de Belgische markt gebracht. L[haeef[lebkj_[ &'%% &%%% -%% +%% )%% '%% % '%%& '%%' '%%( '%%) '%%* ?VVg '%%+ '%%, Stefan Vansteenkiste '%%- 55 AFDICHTINGSRINGEN Overzicht gecertificeerde fabrikanten Dit jaar waren er 3 gecertificeerde vergunningshouders met in totaal 4 gecertificeerde productieeenheden. Certificatie BENOR 2008 Deze productie-eenheden bevinden zich in Duitsland (2), Spanje (1), Polen (1). Personeel Bij de certificatie van afdichtingsringen zijn volgende personen betrokken: Productverantwoordelijke: Raf Pillaert Keurder: Kim Vandenhoeke In 2008 hebben Kim en Raf alle voorziene bezoeken gepland en uitgevoerd. In totaal zijn er meer dan 1 miljoen afdichtingsringen onder het BENOR-merk geproduceerd. Dit is een stijging t.o.v. 2007 met bijna 43% en ze is grotendeels te wijten aan het feit dat er nu gedurende het ganse jaar rubberringen onder het BENOR-merk aanvaard werden in Duitsland. Indien we enkel het aantal ringen bekijken die effectief op de Belgische markt werden verdeeld, merken we een terugval van bijna 5%. De crisis treft dus ook de rubbersector. Toepasselijke reglementen Voor de fabrikanten was TRA 32 versie 3.0 de heilige bijbel. Dit reglement is vooral toegespitst op rubberringen conform NBN EN 681-1 (eventueel met bijkomende of strengere eisen). FheZkYj_[#WWdjWbb[df[h`WWh &'%% &%%% 6VciVam&%S( 56 -%% +%% )%% '%% % '%%% '%%& '%%' '%%( '%%) 6ccZ '%%* '%%+ '%%, '%%- Doelstellingen 2009 Adviesraad Na een strijd van meerdere jaren is de kogel dan eindelijk door de kerk. In het najaar van 2008 werd er een sterke vooruitgang geboekt in de uitbreiding van de benorisatie van rubberringen conform aan: De adviesraad is samengesteld uit volgende leden: Mevr. C. Flémal (Ondervoorzitster) Mevr. K. Bortels Mevr. A. Cleiren Dhr. P. Vanspeybroek (Voorzitter) Dhr. C. T’Joen Dhr. P. De Cock Dhr. E. Desmedt Dhr. F. Vanluchene Dhr. P. Blomme Dhr. W. Pauwels Dhr. K. Vandenhoeke Dhr. R. Pillaert (Secretaris) • EN 681-2: Thermoplastische elastomeren, • EN 681-3: Gevulcaniseerd schuimrubber, • EN 681-4: Afdichtingselementen uit gegoten polyurethaan. In principe zou in het voorjaar van 2009 het toepassingsreglement aangepast moeten zijn zodat niets nog de certificatie volgens de hoger vermelde normen in de weg staat. Dit zal dus hopelijk voor een enorme groei zorgen in de BENOR-rubberwereld. In september 2008 werd er voor de adviesraad na bijna 2 jaar inactiviteit terug verzamelen geblazen (uitbreiding TRA 32 voor EN 681-2, 3 en 4). Tijdens deze eerste vergadering werden een nieuwe voorzitter en ondervoorzitster verkozen. Eveneens werd een afgevaardigde van de fabrikanten van de kunststofbuizensector verwelkomd. Aan alle van harte welkom en onze welgemeende dank voor jullie medewerking om de BENOR-certificatie van rubberringen mee te optimaliseren. 57 58 Produits de scellement Certification COPRO La législation européenne Au niveau des normes européennes rien n’a été modifié pour les produits de scellement. Les normes suivantes sont par conséquent toujours d’application: Personnel • EN 14188-1 : Partie 1 - Spécifications pour produits de scellement appliqués à chaud, Pour la certification des produits de scellement les personnes suivantes sont concernées : • EN 14188-2 : Partie 2 - Spécifications pour produits de scellement appliqués à l’état froid, Responsable produit : Raf Pillaert • EN 14188-3 : Partie 3 - Spécifications pour joints d’étanchéité moulés. Contrôles : Andie Dedoncker En 2008 tous les contrôles ont été faits comme prévu. 59 Le code belge 60 Puisqu’il n’existe pas encore pour tous les produits de scellement des normes européennes, (par exemple des bandes de scellement, …), les cahiers des charges SB 250 et RW 99 ont pour cela référé à des méthodes d’essai européennes existantes. On a ici naturellement tenu compte des prescriptions qui valent dans nos pays avoisinants, grâce à quoi nos fabricants ont plus de facilité à prouver la conformité de leur produit. Pour les produits pour lesquels il existe bien une norme européenne, les cahiers des charges réfèrent naturellement à la norme concernée. Le code de la route pour la certification Tous les fabricants ont eu le temps jusqu’au 1er mars 2008 pour rendre leur produits et leurs systèmes conformes aux nouvelles prescriptions. Il y a, malheureusement, certains fabricants qui n’y sont pas arrivés, suite à quoi ils ont dû cesser leur production sous certification. D’autre part, avec l’adaptation des prescriptions, de nouveaux fabricants ont découvert le marché belge au courant de l’année 2008. Pour le moment ce sont surtout les produits suivants que l’on certifie : • Les produits de scellement préformés à mettre en œuvre à chaud • Les produits de scellement préformés pour enrobés hydrocarbonés (autocollants) • Les produits de scellement coulés à chaud Au cours de l’année 2007, un TRA 46 adapté avait déjà été approuvé, qui était focalisé sur les nouvelles prescriptions dans le SB 250 et le RW 99. Pour tous les autres produits de scellement décrits dans les cahiers des charges, on peut également demander des certificats COPRO, conformément au règlement d’application cité ci-dessus. 61 Inerte materialen Marériaux inertes GERECYCLEERDE GRANULATEN Personeel Sectorverantwoordelijke: Johny De Nutte. Productverantwoordelijken: Dieter Krikilion (vaste locaties) Michaël Van Schelvergem (mobiele installaties). De controlebezoeken werden uitgevoerd door Stéphane Baguet, Dorien Desmet, Dieter Krikilion, Elfver Vandenbraembussche, Anneleen Van Bruystegem, Sofie Van Hasselt , Michaël Van Schelvergem en Kristof Wille. Onderwerp van de certificatie Het betreft de certificatie van puingranulaten afkomstig van het voorafzeven, breken en zeven van bouw- en slooppuin. Voor de CE-markering niveau 2+ wordt gebruik gemaakt van: • R/CE 2+ 10/11 - Reglement voor de attestering van de conformiteit van de FPC in het kader van de CE-markering niveau 2+ voor gerecycleerde granulaten conform de Europese normen (versie 1.0 dd 2004-04-16). Voor de COPRO-certificatie wordt gebruik gemaakt van volgende reglementen: • CRC 01 - Reglement voor productcertificatie in de bouwsector (versie 1.0 dd. 2000-03-24), • TRA M10 - Toepassingsreglement voor puingranulaten geproduceerd op een vaste locatie (versie 1.0 dd. 2006-12-13), • TRA M11 - Toepassingsreglement voor puingranulaten geproduceerd door een mobiele installatie (versie 1.0 dd. 2006-12-13). Voor de BENOR-certificatie wordt gebruik gemaakt van volgende reglementen: • CRC BENOR 01 - Reglement voor productcertificatie in de bouwsector (versie 1.0 dd. 2000-08-01), • BENOR TRA 10 - Toepassingsreglement voor puingranulaten geproduceerd op een vaste locatie (versie 1.0 dd. 2006-04-19), Certificatie COPRO, BENOR en CE-markering Adviesraad Overzicht COPRO-certificatie Zoals de voorgaande jaren bleef de kwaliteitscertificatie van gerecycleerde granulaten ook in 2008 een quasi exclusieve activiteit voor Vlaanderen. • Aantal productie-eenheden met certificaat: 194 Voorzitter: J. Desmyter Vaste locatie: Secretaris: D. Krikilion 152 Mobiele installatie: 42 Leden: mevrouw A. Monnaers, A. Van Gucht, M. Van den Berghe, C. Flemal, M. Verboven, de heren M. Briessinck, D. Coveliers, L. De Bock, J. De Nutte, J. Desmyter, A. Ghodsi, M. Hermans, M. Lerat, J-L Marchal, E. Van de Velde, J. Put, M. Regnier, Johan D’Hooghe. Plaatsvervangers: mevrouw E. Wuyts, de heren S. Carmans, M. De Baets, D. Fransis, P. Keppens, D. Krikilion, T. Mariage, J. Petit, H. Pieters, , P. Segers, H. Van Den Bergh, J. Berger, H. Sijsmans, F. Theys, K. Van Rompaey, M. Van Schelvergem, S. Verbesselt. • Aantal productie-eenheden in toelatingsperiode en toelatingsperiode met conform product: 27 Vaste locatie: 16 Mobiele installatie: 11 • Aantal fabrikanten die een formele aanvraag indienden (en nog niet in toelatingsperiode zijn): 17 Vaste locatie: 16 Mobiele installatie: 1 ;lebkj_[lWd^[jWWdjWbfheZkYj_[#[[d^[Z[d '+% ')% ''% '%% &-% 6VciVaegdYjXi^Z"ZZc]ZYZc 62 • BENOR TRA 11 - Toepassingsreglement voor puingranulaten geproduceerd door een mobiele installatie (versie 1.0 dd. 2006-04-19). &+% &)% &'% &%% -% +% ■ :Zc[dgbZaZVVckgVV\ )% ■ EgdYjXi^Z"ZZc]Z^Y ^cidZaVi^c\heZg^dYZ '% ■ EgdYjXi^Z"ZZc]Z^Y bZiXZgi^[^XVVi % ■ 6VciVaEgdYjXi^Z"ZZc]Z^Y &.., &..- &... '%%% '%%& '%%' '%%( 6ccZ '%%) '%%* '%%+ '%%, '%%- Overzicht COPRO-gecertificeerde producten Totale hoeveelheid gecertificeerde puingranulaten in 2008: 10.703.384 ton. 63 • Vaste locatie (TRA10): 8.951.477 ton (waarvan 2.745.598 ton werd geproduceerd door een mobiele installatie met COPRO-certificaat TRA 11) • Mobiele installatie (TRA11) - totale productie 4.497.505 ton, waarvan: - geproduceerd op bouw- en sloopwerven: 1.751.907 ton - geproduceerd op vaste locaties (TRA 10): 2.745.598 ton In totaal zijn er 1534 technische fiches, 1118 voor vaste locaties en 416 voor mobiele brekers. &'%%%%%% &%%%%%%% -%%%%%% ■ IdccV\ZIG6&& lZgkZc kVhiZadXVi^Z +%%%%%% ■ IdccV\ZIG6&& lZgkZc )%%%%%% ■ IdccV\ZIG6&% egdYjXi^ZYddgIG6&& '%%%%%% ■ IdccV\ZIG6&% Z^\ZcWgZ`Zg ■ IdccV\ZIG6&% &'%%%%%% &.., &..- &... '%%% '%%& '%%' '%%( '%%) '%%* '%%+ '%%, • Totalen van de geproduceerde soorten granulaten: Vaste locatie % Mobiele installatie (incl. op TRA10) % Gebroken betonpuin 2.802.699 ton 31% 2.058.558 ton 46% Gebroken mengpuin 3.354.800 ton 37% 1.241.335 ton 28% Gebroken metselwerkpuin 435.775 ton 5% 332.681 ton 7% Gebroken asfaltpuin 552.688 ton 5% 207.016 ton 5% 1.856.714 ton 20% 606.931 ton 13% Zeefzand asfaltpuin 16.184 ton < 1% 20.724 ton < 1% Overige (mengelingen) 32.676 ton < 1% 26.508 ton < 1% Zeefzand (beton- en metselwerkpuin) • Spreiding van het tonnage over het aantal vergunninghouders: Totaal tonnage / jaar 020.000 20 40.000 40 60.000 60 80.000 80 100.000 100 150.000 150 200. 200.000 200.000 + TRA 10 aantal vergunningh. % 47 29.9% 32 20.4% 22 14.0% 15 9.6% 6 3.8% 14 8.9% 14 8.9% 7 4.5% TRA 11 aantal fabrikanten % 12 25.5% 1 2.1% 9 19.1% 5 10.6% 5 10.6% 10 21.2% 3 6.3% 2 4,2% '%%- Controlebezoeken COPRO-certificatie 64 Er werden in totaal 726 controlebezoeken uitgevoerd. Tijdens deze bezoeken werden 692 monsters ontnomen, waaronder 246 gebroken betonpuin, 203 gebroken mengpuin, 149 zeefzand, 37 gebroken asfaltpuin, 38 gebroken metselwerkpuin en 19 andere. Wat betreft sancties werden er in totaal 59 waarschuwingen en 8 opschortingen van autonome levering uitgeproken. &%%% ■ 6VciVaegdYjXi^Z" ZZc]ZYZcbZi XZgi^[^XVViZc^c idZaVi^c\heZg^dYZ .%% -%% ■ 6VciVa6jY^ih8: ,%% ■ 6VciVaXdcigdaZWZodZ`Zc 8DEGD +%% ■ 6VciVabdchiZgcVbZh *%% )%% (%% '%% &%% &.., &..- &... '%%% '%%& '%%' '%%( '%%) '%%* '%%+ '%%, '%%- CE- markering niveau 2+ Sedert 2004 is COPRO door de lidstaat België aangeduid als notified body voor gerecycleerde granulaten. In 2008 werden door COPRO 45 CE-certificaten uitgereikt, wat het totaal op 203 brengt waaronder: • Vaste locatie: 152 • Mobiele installatie: 51 Voor 26 producenten werd reeds een initiële audit uitgevoerd (waaronder het grootste deel in toelatingsperiode COPRO). Er werden in totaal 235 audits uitgevoerd. % 65 GRANULATS NATURELS & ARTIFICELS D’où venons-nous… Avant 2004, chaque pays européen disposait généralement souverainement de sa propre marque nationale pour garantir au mieux la qualité et les caractéristiques techniques des granulats qui étaient mis sur son marché. On comparait par rapport aux performances attendues (prescriptions des cahiers des charges, …). A cette époque, notre marque BENOR était uniquement basée sur des règlements et des prescriptions techniques (à savoir respectivement plusieurs TRA et PTV pour les gravillons, les sables, les graves, …) ainsi que sur nos normes nationales d’essais d’application dans ce temps. 2004, une petite révolution ! Au 1er juin 2004, tous les granulats mis sur le marché européen doivent, lorsqu’ils sont d’application, satisfaire aux conditions du marquage CE, lorsque l’utilisation qui en est faite le nécessite. Concrètement, les normes d’essais nationales doivent être retirées et remplacées par leurs équivalents européens lorsqu’ils existent. De nouvelles normes européennes harmonisées (acceptées par tous les Etats membres) définissent les caractéristiques et les classes de conformité ainsi que des exigences à respecter pour les principales utilisations des granulats (par ex la EN 12620 - granulats pour béton). Ces normes harmonisées produits imposent aux producteurs de granulats de mettre en place un système dit “de maîtrise” de la production en usine (système FPC ou encore MPG). Il est de la responsabilité du producteur de déclarer la conformité de ses produits par rapports à ces référentiels. Pour les granulats, deux niveaux d’attestation sont possibles selon ces normes, à savoir le niveau 4 (pas de contrôle par un tiers) et le niveau 2+ ou le système FPC du producteur. Celui-ci est dans ce cas vérifié par un tiers appelé “organisme notifié”. Les marques nationales ne pouvaient subsister que si elles apportaient un plus par rapport à ces nouveaux référentiels. Certifications BENOR ET MARQUAGE CE DE NIVEAU 2+ 66 Les dés étaient jetés, les mentalités amenées à changer et le devenir de la marque BENOR le nouveau challenge à relever. La marque BENOR pourra-t-elle effectivement être un complément sur base volontaire assurant aux granulats certifiés un plus par rapport au marquage CE ? La question était posée à cette époque. d’en déclarer la conformité, généralement par coup de sonde vu le principe même d’un audit. Des groupes de travail sont mis en place reprenant tous les acteurs concernés : organismes d’inspection et de certification, producteurs, utilisateurs, prescripteurs, … Un seul objectif à atteindre : de nouvelles règles cohérentes et compatibles sont à mettre en place, une refonte en profondeur de notre référentiel BENOR granulats est une nécessité. Les acteurs concernés De 2004 à 2006, le nouveau BENOR est sur ses rails, complément de qualité au marquage CE Au 1er janvier 2006 tout est en place. Tout producteur de granulats naturels en Belgique intéressé par la marque BENOR volontaire devait être certifié CE2+ pour être autorisé à continuer à l’apposer. Les nouveaux règlements d’application du CRIC pour le marquage CE et la marque BENOR sont disponibles, à savoir : Pour la marque BENOR, on vérifiera entre autres de façon plus exhaustive la conformité de chaque caractéristique de chaque produit certifié selon le code PTV 411 choisi par le producteur. Toutes ces certifications sont gérées par le CRICOCCN. COPRO (accrédité Bellac) agit en tant qu’organisme d’inspection. Ces missions d’inspection et d’audit étaient jusque là assurées par Stéphane Baguet, qui a été rejoint en 2007 par Michaël Van Schelvergem en ce qui concerne la marque BENOR. On notera que ces personnes participent également aux missions d’audit et d’inspection dans le monde des granulats recyclés pour le marquage CE et les marques BENOR et COPRO. Inspections COPRO dans le cadre de la marque BENOR Comme signalé lors des éditions précédentes, 2008 confirme à nouveau la tendance amorcée depuis 2005, à savoir : • CRC CE 105 : “Règlement pour l’attestation de conformité du FPC dans le cadre du marquage CE de niveau 2 et 2+ (en application de l’annexe III de la DPC) par le CRIC.” • Une augmentation du nombre de producteurs intéressés par l’usage de la marque BENOR ; • TRA CE 410 : “Règlement pour l’attestation de conformité du FPC par le CRIC dans le cadre du marquage CE des granulats conformes aux normes européennes”; En résumé quelques chiffres : • TRA 411 : “Certification qualité volontaire des granulats, conformes aux normes EN 12620, EN 13043, EN 13242 et EN 13139”; • En 2006, 19 producteurs jouissaient de la marque BENOR pour un total de 110 produits certifiés; Complément indispensable, le PTV 411 également : Codification des granulats, conformes aux normes NBN EN 12620, NBN EN 13043, NBN EN 13242 et NBN EN 13139; Conformément aux règlements d’application et normes harmonisées concernées, les audits CE ont pour but de vérifier la conformité de l’organisation du producteur à maîtriser la production de ses granulats et • Une augmentation du nombre de produits certifiés. • En 2005, 16 producteurs jouissaient de la marque BENOR pour un total de 87 produits certifiés; • Fin 2007, 23 producteurs jouissaient de la marque BENOR pour un total de 129 produits certifiés; • Fin janvier 2009, 30 producteurs jouissaient de la marque BENOR pour un total 129 produits certifiés ! Nous croyons que ces chiffres parlent d’eux-mêmes quant à l’intérêt des producteurs pour la marque volontaire BENOR. Enfin, contrairement à la période avant 2004, on ne parle plus uniquement du secteur granulats naturels, mais aussi des artificiels. En effet, de nos jours, 3 licenciés BENOR produisent des granulats issus des scories ferreuses et non-ferreuses. Ces producteurs sont audités par COPRO. La mise en place de leur système BENOR également, depuis leur période probatoire jusqu’à l’obtention de leurs licences. Conclusions La liste de tous ces producteurs audités et inspectés par COPRO est consultable sur notre site www.copro.eu Pour la marque BENOR des granulats naturels et scories, le nombre de licenciés et de produits certifiés BENOR disponibles sur le marché s’est considérablement accru depuis début 2005. Audits COPRO dans le cadre du marquage CE 2+ Fin 2007, 13 unités de production sont suivies par COPRO en tant qu’organisme d’inspection dans le cadre du marquage CE 2+ des granulats. Comme par le passé, nous souhaitons juste profiter ici de la présente pour remercier ces producteurs qui font confiance à COPRO pour la réalisation des ces missions d’audit. Autres participations de COPRO Comité de direction - Groupes de travail Parallèlement aux missions d’audit et d’inspection, on terminera en signalant que COPRO est actif et a des représentants dans les assemblées suivantes : • Comité de direction BENOR des granulats; • Coordination des organismes de contrôle pour les granulats; • Groupe de travail pour la révision des règlements pour les granulats BENOR; • Groupes de travail divers (XP P 18-545, scories métalliques et non métalliques, …); • TC 154 Mirror Group; • NBN; • CCT RW 99 - G.T. 16 : matériaux recyclés; • … COPRO est actif comme organisme d’inspection pour la réalisation des missions d’audit initiales ou de surveillance d’unités de production dans le cadre du marquage CE des granulats naturels, artificiels comme les scories métalliques et non métalliques ou recyclés. Concernant la compétence technique de COPRO en ces matières, retenons que COPRO est actif dans le monde des granulats naturels de roches massives, d’alluvionnaires (marin ou non), artificiels (scories métalliques et non métalliques) ainsi que pour les recyclés dans le cadre de la marque COPRO et BENOR. Il participe de plus aux groupes de travail et autres réunions connexes relatives à toutes ces matières, ce qui nous pensons est une garantie de performance et de qualité dans la réalisation des différentes missions qui lui sont confiées pour ces produits. 67 68 WATERBOUWSTEEN Personeel Bij de certificatie van waterbouwstenen zijn de volgende medewerkers betrokken: Johny De Nutte Onderwerp van de certificatie Waterbouwsteen wordt toegepast in: • diverse waterbouwconstructies zoals waterkeringen, bescherming van oevers, bodembescherming, golfbrekers… • aanvullingen/ophogingen • bescherming van kabels, leidingen en tunnels… De fijne materialen worden meestal gebruikt als vulmateriaal voor schanskorven. Certificatie KOMO Deze KOMO-certificatie wordt beheerd door BMC (Nederland). COPRO treedt op als inspectie-instelling. Volgende normen en reglementen zijn van toepassing: • NEN-EN 13383-1. Waterbouwsteen - Deel 1: Specificatie • NEN 5180. Nederlandse aanvulling op NEN-EN 13383-1 WaterbouwsteenDeel 1: Specificaties Deze norm geeft nadere normatieve invulling aan een aantal keuzemogelijkheden in NEN-EN13383-1, voor wat betreft de toepassing van waterbouwsteen in Nederland • NEN-EN 13383-2. Waterbouwsteen - Deel 2: Beproevingsmethoden • BRL 9312. Nationale beoordelingsrichtlijn betreffende het KOMO-productcertificaat voor waterbouwsteen voor toepassing in GWW-werken. Het KOMO-certificaat verzekert niet alleen de civieltechnische eigenschappen, maar ook de overeenkomstigheid met het Besluit bodemkwaliteit (Bouwstoffenbesluit). Bezochte fabrikanten - Aantal bezoeken De controleprocedures zijn opgenomen in BRL 9312. In 2008 is een nieuwe versie van toepassing gesteld. In 2008 beschikken volgende 5 Belgische producenten over een KOMO-certificaat: • Gralex N.V. te Beez voor CP 90/250 mm, LMA 5/40 kg en 10/60 kg. • S.A. Carrières lemay te Vaulx voor LMA 5/40 kg, 10/60 kg, 40/200 kg en 60/300 kg. • Cimescaut Matériaux S.A. te Antoing voor CP 45/125 mm, 56/125 mm en 90/150 mm. • Sagrex N.V. te Namêche voor CP 45/180 mm, 90/250 mm, LMA10/60 kg, 40/200 kg en 60/300 kg. • Exploitation Rondia SPRL te Sprimont voor CP 80/200 mm, LMA 10/60 kg, 40/200 kg, 60/300 kg en HMA 300/1000 kg. Belangrijkste wijziging is dat ook het transport van de groeve naar het werk onder het certificaat valt. Dikwijls is het niet de producent zelf maar een leverancier/importeur die het transport en de aflevering bij de klant organiseert. Het is echter de producent die verantwoordelijk blijft voor de productkwaliteit tot het moment dat de lading wordt gelost of overgeslagen. De onderlinge verantwoordelijkheden tussen beide partijen dienen in een overeenkomst te worden vastgelegd. Jaarlijks voert de producent bij de leverancier een audit uit om de regels, vastgelegd in de onderlinge overeenkomst, te evalueren. Dit auditverslag wordt beoordeeld door de certificatieinstelling. Ook de naam van de leverancier wordt op het certificaat vermeld. Ook het Bouwstoffenbesluit werd gewijzigd in het Besluit bodemkwaliteit. De CE-markering kan worden afgeleverd door BMC. In dat geval nemen zij de jaarlijkse audit voor hun rekening. In de norm EN 13383-1 zijn de relevante eigenschappen en prestatieniveaus voor deze eigenschappen vastgelegd. Dit is het geval voor de geometrische, fysische en chemische eigenschappen en de duurzaamheideisen: • korrelverdeling voor de grove sorteringen (CP), massaverdeling en gemiddelde massa voor lichte (LMA) en zware sorteringen (HMA) en korrelvorm • dichtheid, weerstand tegen breuk, weerstand tegen afslijting • wateropname en vorst/dooibestandheid • scheuren, aderen, klei en leem, verontreinigingen, gehalte gebroken oppervlakken • andere chemische eisen voor hoogovenslakken, zonnebrand voor basaltgesteente, … COPRO voert de controles, betreffende de KOMOcertificatie, uit bij de Belgische producenten. In 2008 werden in totaal 20 controlebezoeken door COPRO uitgevoerd. 69 70 NL BSB STEENSLAG IN ONGEBONDEN TOESTAND Personeel Bij de certificatie van de overeenkomstigheid van steenslag aan het Besluit Bodemkwaliteit zijn de volgende medewerkers betrokken: Johny De Nutte Onderwerp van de certificatie Toepasselijke reglementen: • Algemeen reglement product- en procescertificatie. (2001). • BRL 9324 (2008) Nationale beoordelingsrichtlijn betreffende het NL-BSB productcertificaat voor de milieuhygiënische kwaliteit van steenslag in ongebonden toestand. Deze beoordelingsrichtlijn (BRL 9324) betreft alleen de certificering in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. Het Bouwstoffenbesluit werd grondig herzien en vervangen door het Besluit bodemkwaliteit. Certificatie NL BSB Deze NL BSBcertificatie (Besluit bodemkwaliteit) wordt beheerd door BMC (Nederland). COPRO treedt op als inspectie-instelling. De zelfcontrole berust op een kwaliteitssysteem waarin het beheersen van een correcte monsterneming en monsterbewaring een belangrijke rol spelen. De uitloogproeven (kolomproeven) op het steenslag worden uitgevoerd (en meestal ook geëvalueerd) door een erkend laboratorium. De externe controle behelst het toezicht op het kwaliteitssysteem, het bijwonen van monsternemingen en de controle van de evaluaties van de proefresultaten. Naar aanleiding van de wijziging van het Bouwstoffenbesluit in het Besluit Bodemkwaliteit werd ook de BRL 9324 aangepast. Voornaamste wijziging betreft de vereenvoudigingen die gepaard gaan met de toepassingsmodaliteiten. Voor evaluatie van de resultaten is de toepassingshoogte niet meer bepalend. Enkel het onderscheid tussen niet vormgegeven bouwstof en vormgegeven bouwstof wordt gemaakt. Bezochte fabrikanten - Aantal bezoeken De Nederlandse certificatie-instelling BMC beheert de certificatie. COPRO voert controles uit bij de Belgische producenten. Volgende Belgische producenten worden door COPRO gecontroleerd: • Cimescaut Matériaux S.A. te Antoing • Sagrex NV te Beez • Holcim te Gaurain-Ramecroix In 2008 werden in totaal 10 controlebezoeken uitgevoerd. Indien mogelijk worden deze gelijktijdig met een controlebezoek in het kader van de controle voor de KOMO-certificatie van waterbouwsteen uitgevoerd. 8 Bezoeken werden aldus gecombineerd. 71 72 LES SOLS TRAITÉS Personnel Pour la certification des sols traités, les collaborateurs suivants sont concernés : Johny De Nutte et Elfver Vandenbraembussche. L’objet de la certification En rajoutant des liants à des sols déterrés on peut nettement améliorer la qualité technique de construction de l’argile ou des sols argileux. Grâce à cette amélioration de qualité les sols traités peuvent être utilisés comme matériau de construction dans un travail. Les applications possibles vont des remblayages jusqu’aux fondations et sous-fondations de routes et de sols d’entreprises. Les liants classiques comme la chaux et le ciment, mais aussi d’autres liants ou mélanges, peuvent être utilisés pour un traitement. Pour obtenir la certification COPRO, les lots de sol déterré à traiter doivent être pourvus d’un rapport technique déclaré conforme, pour pouvoir garantir la qualité environnementale. Certification Cette certification est gérée par l’asbl COPRO. Pour les contrôles techniques de la construction, des pré-analyses sur les lots réceptionnés sont d’abord faites. Sur base de ces pré-analyses du type de sol et de ses capacités à être traité, on regroupe les lots en batches de production. Sur une échelle de laboratoire, une étude est faite de ces batches de production pour déterminer le dosage idéal du liant. Le produit fini est contrôlé, quant aux exigences techniques de construction et suivant l’application. Le tout sur base des recommandations du CRR. Les exigences auxquelles le produit fini satisfait sont attestées par une fiche technique. Conseil consultatif pour la certification des caractéristiques techniques de construction de sols En 2008 on a déjà fait usage d’“études type” pour certains batches. De cette façon les producteurs pouvant prouver avoir suffisamment d’expérience et de savoir, peuvent finir plus rapidement des lots, avec un coût de labo inférieur. En 2008 le Conseil consultatif s’est réuni par deux fois. COPRO effectue des visites de contrôle pour vérifier le suivi du système, les enregistrements et la conformité du produit fini. De cette façon il devient possible de fournir un produit fini de qualité. Règlements d’application: • CRC 01 - Règlement pour la certification de produits dans le secteur de la construction • TRA 16 - Règlement pour les sols traités aux liants et produits sur lieu fixe. Activités de certification En 2008, 3 sites fixes ont été certifiés : Stabozand Gent, Stabozand Sint-Katelijne Waver et Aclagro TOP Gent. Fin 2008, un site se trouvait encore dans la période d’admission : Aclagro AGRC. Au cours de l’année 2008, 60.824 tonnes de terre améliorée ont été évacuées sous le certificat COPRO. Application selon la fiche technique Tonnage 1 Le sol amélioré pour remblayage de tranchées d’égouts et couverture de tuyaux 24.142 ton 2 Le sol amélioré pour remblayages et rehaussements sous un palier de voie. 3 20.622 ton Le sol amélioré pour application dans des fondations sous des sols d’entreprise. 16.060 ton Nous avons effectué 11 visites de contrôle périodiques et 1 visite d’introduction. Président : Dhr. B. Dethy Vice-président : Dhr. H. Backaert Secrétaire : Dhr. E. Vandenbraembussche Membres : Mesdames M. De Vos et J. Petit, Messieurs D. Dedecker, J. D’Hooghe, J. De Nutte, A. Heurckmans, J. Janssen, P. Keppens, D. Ponnet, M. Regnier, L. Rens, P. Somers, D. Stove, K. Vermeren, D. Welter. Suppléants : Mesdames K. Lauryssen, M. Verboven et K. Wielant, Messieurs H. Baquet, L. De Bock, E. Desmedt, J. Desmyter, T. De Vriese, T. Mariage, C. Ployaert, J. Soers, F. Thewissen, P. Vanhoegaerden et J. Vervoort. 73 74 UITGEGRAVEN BODEM (GROND) Personeel Bij de certificatie van grond zijn de volgende medewerkers betrokken: Johny De Nutte en Elfver Vandenbraembussche. Onderwerp van de certificatie Certificatie grondbank vzw / COPRO vzw De vzw GRONDBANK is een OVAM-erkende bodembeheerorganisatie, conform het VLAREBO. COPRO treedt op als keuringsinstelling voor wat betreft de tussentijdse opslagplaatsen (TOP) en de grondreinigingscentra (CGR). Tussentijdse opslagplaatsen (TOP) en centra voor grondreiniging (CGR) ontvangen uitgegraven bodems van zowel gekende als ongekende herkomst. Deze gronden worden per herkomst opgeslagen en ingekeurd met een milieuhygiënische analyse. Uit deze inkeuringsanalyse wordt het verdere traject van de partij afgeleid: Indien blijkt dat de partij niet verontreinigd is, kan ze worden afgevoerd als vrij hergebruik binnen bepaalde bestemmingstypes of als bouwkundig bodemgebruik voor gebruik in een werk. Indien de partij verontreinigd blijkt te zijn dient deze te worden gereinigd of te worden afgevoerd naar een andere verwerker. Mogelijke manieren van reiniging zijn biologische reiniging door beluchting en ev. toevoeging van nutriënten en bacteriën; fysico-chemische reiniging door middel van een extractieve wasinstallatie of thermische reiniging. COPRO voert in opdracht van de vzw Grondbank keuringen uit op basis van het “Kwaliteitsreglement in het kader van de erkenning van een grondreinigingscentrum of een tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem” en de “Codes van goede praktijk” van OVAM. Met deze keuringen is het de bedoeling het ganse traject van aanvoer tot afvoer van partijen uitgegraven bodem na te zien. De nadruk ligt voornamelijk op de naspeurbaarheid van de partijen uitgegraven bodem als ook op het voorraadbeheer en een correcte registratie. Tijdens de keuringsbezoeken wordt ook een staalname bijgewoond ter controle van zowel de monsternemingsmethode als van de analyseresultaten. De bodembeheerorganisatie Grondbank vzw levert bodembeheerrapporten af op basis van een technisch verslag opgemaakt door een erkend bodemsaneringsdeskundige. Het bodembeheerrapport attesteert de conformiteit van de uitgegraven bodem met de voorwaarden voor de beoogde toepassing. De tussentijdse opslagplaatsen en grondreiniginscentra kunnen ook zelf bodembeheerrapporten afleveren indien ze door de OVAM erkend zijn. Het behalen van een certificaat is één van de vereisten om door de OVAM te worden erkend. De ingang van de nieuwe VLAREBO op 1 juni 2008 verliep voor de vergunninghouders zonder veel problemen. Na de overgangperiode op 27 november 2008 bleken alle vergunninghouders dan ook in regel te zijn met de nieuwe bepalingen. Controleactiviteiten Eind 2008 hadden 28 bedrijven een certificaat bekomen, respectievelijk 17 als CGR en TOP en 11 uitsluitend als TOP. 18 van de 28 bedrijven beschikken eveneens over een OVAM-erkenning als TOP/CGR. Er werden door COPRO 58 controlebezoeken uitgevoerd. 75 76 VULSTOFFEN VOOR ASFALT Algemeen De discussie over CE en BENOR blijft de gemoederen bezighouden, ook in ons kleine België. Is een CE-markering voor vulstoffen dan niet voldoende? Neen! Op een CE-conformiteitsverklaring staan alleen die parameters die in de bijlage ZA van de NBN EN 13043 zijn weergegeven. Maar er zijn ook parameters die hierin niet te vinden zijn, die wel van groot belang zijn voor de toepassing van de betreffende vulstof. Concrete voorbeelden hiervan zijn het calciumcarbonaatgehalte (CC) en het calciumhydroxidegehalte (Ka) voor toepassingen in SMA en ZOA. Dus, één oplossing: BENOR! De BENOR-certificatie is een vrijwillige kwaliteitsverklaring, die wel een bredere garantie geeft dat het product aan welbepaalde, en meer specifieke eisen voldoet. Renée Declerck en Johny De Nutte, respectievelijk product- en sectorverantwoordelijke, zijn nog steeds de mensen binnen COPRO die de certificatie van de vulstoffen behartigen. Toepasselijke documenten Certificatie BENOR De certificatie wordt beheerd door COPRO. De documenten die aan de basis liggen van de BENOR-certificatie en CE-markering zijn niet veranderd: • NBN EN 13043 (2002) - Toeslagmaterialen voor asfalt en oppervlakbehandeling voor wegen, vliegvelden en andere verkeersgebieden • CRC BENOR (versie 1.0 dd. 2000-08-01) - Reglement voor productcertificatie in de bouwsector • TRA 12 (versie 2.0 dd. 2005-04-19) - Toepassingsreglement voor het gebruik en de controle van het BENOR-merk in de sector van de vulstoffen voor koolwaterstofmengsels in de wegenbouw • BENOR-LOGOREGLEMENT (versie 2.0 dd. 2003-03-12) - Reglement voor het gebruik van het BENOR-logo en de verwijzing naar het BENOR-merk 77 • R/CE 2+ 12 (versie 1.0 dd. 2004-04-16) - Reglement voor de attestering van de conformiteit van de FPC in het kader van de CE-markering niveau 2 + voor vulstoffen voor gebruik in koolwaterstofmengsels voor wegen, vliegvelden en andere verkeersgebieden conform de Europese normen. Gecertificeerde vergunninghouders en -producten Het aantal gecertificeerde vergunninghouders en het aantal gecertificeerde producten in 2008 is niet gewijzigd t.o.v. het jaar ervoor. Identificatienr. / Vergunninghouder Product Normnaam Commerciële Benaming 431 Ankerpoort Maastricht b.v. Type Ia Type Ib Type IIa Type IIa Type IIb V28/38, BN28/39, MBF10 V28/38, BN28/39, MBF10, CC80 V28/45, BN40/52, MBF10 V28/45, BN40/52, MBF10, Ka5 V44/55, BN40/52, MBF10, Ka20 Duras Filler 1 en 1W Duras Filler 15 Duras Filler 2 en 2W Duras Filler 2K en 15K Duras Filler 25 434 CCB sa Type Ib V28/38, BN28/39, MBF10, CC70 Filler Ib 436 Cementbouw Mineralen b.v. Type Ia Type IIa Type IIa Type IIb V28/38, BN28/39, MBF10 V38/45, BN40/52, MBF10 V38/45, BN40/52, MBF10, Ka5 V44/55, BN53/62, MBF10, Ka20 Vulprofite 10 en 20 Vulprofite 30, 30L en 40 Vulprofite 35 en 45 Vulprofite 55 In 2008 werd 91.561 ton aanvoervulstof onder het BENOR-merk geleverd. De daling blijft zich jammer genoeg verder zetten. Eén van de oorzaken van deze blijvende daling is het gebruik van recuperatievulstoffen. Controlebezoeken en andere activiteiten =[b[l[hZ[^e[bl[[b^[_Zlkbije\\[d =dZkZZa]Z^YIdc &*%%%% &)%%%% &(%%%% &'%%%% &&%%%% &%%%%% .%%%% -%%%% '%%& '%%' '%%( '%%) '%%* '%%+ '%%, '%%- 78 Het aantal uitgevoerde controlebezoeken en de aantal monsternemingen in 2008 is quasi gelijk gebleven aan het jaar ervoor. We gaan hierover dan ook niet verder uitweiden. In 2008 werden er wel 2 waarschuwingen betekend. Naar aanleiding van een aantal verschillen in resultaten vastgesteld tussen de fabrikanten enerzijds en de controlelaboratoria anderzijds werd in 2008 een grote ringanalyse georganiseerd. Hierbij namen de 3 vulstoffabrikanten, 5 controlelabo’s (geaccrediteerd en niet-geaccrediteerd) en 4 asfaltproducenten deel. Elke vulstoffabrikant heeft 1 type vulstof geleverd. Het betrof een type IIa en IIb, met respectievelijk 5 % en 20 % calciumhydroxide en een type Ib met calciumcarbonaat. Niet alleen de eindresultaten van verschillende proeven werden met elkaar vergeleken, maar ook alle stappen van de proefuitvoering zelf. Alle deelnemers hadden hiervoor een checklist van maar liefst 47 pagina’s te doorworstelen. Wij willen hen hierbij nogmaals bedanken voor alle tijd en energie die ze in deze ringanalyse gestoken hebben. Maar door het nazicht van alle parameters van de proefmethodes konden een aantal afwijkende resultaten verklaard worden. De belangrijkste besluiten die uit deze ringanalyse konden getrokken worden, zijn: • De bepaling van het bitumengetal is tijdsafhankelijk bij vulstoffen die kalkhydraat bevatten; • De gebruikte vloeistof bij de bepaling van de volumemassa kan een invloed hebben op het eindresultaat; • De belangrijkste parameter die het resultaat van de holle ruimte beïnvloedt, is de volumemassa. Adviesraad en werkgroepen Doordat een aantal leden in 2008 van hun welverdiende rust wilden gaan genieten, zijn er een aantal verschuivingen geweest. Een nieuwe ondervoorzitter moest hierdoor verkozen worden. De heer P. Keppens heeft deze taak op zich genomen, waarvoor onze dank. De effectieve leden : de heren S. Vansteenkiste (voorzitter), P. Keppens (ondervoorzitter), J. Berger, L. Bertoux, E. Danniau, J. De Nutte, J. Deblire, E. Desmedt, H. Hudales, F. Huyghe, H. Suffeleers, R. Tison, K. Van Der Plas, N. Vanhollebeke. De plaatsvervangers : Mevr. C. Flemal en J. De Visscher, de heren E. Derycke, A. Legrève, P.P. Modde, G. Van Geem, J. Vanhollebeke. Het secretariaat werd verzekerd door Renée Declerck. In 2008 heeft er 1 adviesraad plaatsgevonden. Naast de bespreking van de ringanalyse werd er ook gediscussieerd over de kwaliteit van de vulstof zelf en de functie die deze in het asfaltmengsel moet vervullen. • Moeten er nieuwe proeven en/of bijkomende eisen aan de vulstoffen gesteld worden? • Wat is de mogelijke impact van de aard van de vulstof met betrekking tot de verwerkbaarheid en de duurzaamheid in SMA-mengsels? • Kunnen de toegelaten percentages AVI en SVI in de standaardbestekken gewijzigd worden? Om op deze vragen te kunnen antwoorden, werd de hulp van experten ingeroepen. De werkgroep BAC-2 boog zich dan ook het voorbije jaar over deze levensvragen. Op basis van laboratoriumonderzoeken en resultaten op proefwerven uitgevoerd door het OCW konden volgende conclusies getrokken worden : • De toevoeging van 5 % kalkhydraat (vulstof Ka5) volstaat niet altijd om de watergevoeligheid van een SMA-asfaltmengsel te verminderen of de duurzaamheid ervan te verhogen. • Het aanwenden van een vulstof met 20 % kalk hydraat (vulstof Ka20) heeft een positief effect op de watergevoeligheid van het SMA-mengsel, doch een negatieve invloed op de verwerkbaarheid. • Is een vulstof type Ka10 dan de oplossing? Misschien, maar de precieze bepaling van het percentage toegevoegd kalkhydraat blijft echter wel een probleem. • Het voorstel om max. 20 % AVI-vliegassen en maximaal 40 % (AVI+SVI) toe te laten in vulstoffen van het type II werd door de werkgroep als aanvaardbaar beschouwd. 79 FYSICO-CHEMISCH BEHANDELDE GRANULATEN Personeel Bij de certificatie van fysico-chemisch behandelde granulaten zijn de volgende medewerkers betrokken: Johny De Nutte en Elfver Vandenbraembussche. Onderwerp van de certificatie Dit reglement behandelt de certificatie van de reinigingscentra wat betreft de fysico chemisch gewassen granulaten afkomstig van uitgegraven bodem en gelijkaardige afvalstoffen (rioolslib, kolkenzand, zandvangerzand, veegvuil, …). Het gewassen zand dat wordt bekomen bij fysico-chemische reiniging vindt zijn toepassingen in zowel zand voor aanvullingen en ophogingen als voor gebruik in beton en asfalt. De gewassen granulaten kunnen worden gebruikt als funderingsmateriaal. Gewassen puin afkomstig van grondreinigingsinstallaties is opgenomen in de VLAREA-lijst van afvalstoffen die in aanmerking komen voor gebruik als secundaire grondstoffen. Voor het hergebruik is zowel een gebruikscertificaat als een COPRO-keuring verplicht. Op de gereinigde granulaten is ook de Europese CE-certificatie van toepassing. Hiervoor wordt het R/CE 2+ certificatiereglement gebruikt dat ook van toepassing is op de gerecycleerde granulaten. Om te voldoen aan de wettelijke bepalingen dienen de fabrikanten eerst het CE-certificaat te behalen alvorens het COPROcertificaat kan uitgereikt worden. De vzw COPRO werd door de FOD Economie aangeduid als Notified Body om dit CE-merk af te leveren. Certifications COPRO Deze certificatie wordt beheerd door de vzw COPRO. 80 Toepasselijke reglementen: • CRC 01 Reglement voor productcertificatie in de bouwsector • TRA 17 Toepassingsreglement voor gereinigde granulaten afkomstig van de (Fysico-chemische) reiniging van uitgegraven bodem of van gelijkaardige afvalstoffen. • R/CE2+ Reglement voor de attestering van de conformiteit van de FPC in het kader van de CE-markering niveau 2+ voor gerecycleerde granulaten. Certificatie-activiteiten In 2008 werden in totaal 4 CE-audits uitgevoerd. Er gebeurden 10 keuringsbezoeken voor de COPROcertificatie. 1 producent behaalde in 2008 het COPRO-certificaat voor hun fysico-chemisch behandelde granulaten wat het totaal op 3 gecertificeerde bedrijven brengt (GRC Kallo, De Bree Solutions en SITA Remediation) Eind 2008 bevindt er zich nog 1 producent in toelatingsperiode. (FSC AITCH-GROUP) In 2008 werd in totaal 83.243 ton gewassen zand en granulaat afgevoerd onder het COPRO-certificaat: Toepassing volgens technische fiche 1 Gewassen zand voor gebruik in beton volgens NBN EN 12620 Tonnage 61.923 ton 2 Gewassen zand voor funderingsmateriaal volgens NBN EN 13242 1.483 ton 3 Gewassen granulaat voor funderingsmateriaal volgens NBN EN 13242 17.742 ton Het reglement en de technische aspecten van de certificatie voor fysico-chemisch behandelde granulaten maken ook deel uit van de activiteiten van de adviesraad voor de certificatie van de bouwtechnische kenmerken van grond (Zie ook behandelde grond). 81 82 HYDRAULISCH GEBONDEN MENGSELS VAN KORRELIGE MATERALEN Personeel Bij de certificatie van hydraulisch gebonden mengsels van korrelige materialen zijn volgende medewerkers betrokken: Johny De Nutte en Sofie Van Hasselt. Inhoud van de certificatie Certificatie COPRO / BENOR Deze certificatie wordt beheerd door de vzw COPRO. De certificatie volgens TRA 21 heeft betrekking op de “volledige” productcertificatie waarbij de kwaliteit en de conformiteit van het product worden vooropgesteld. Voor producten waarvan de proefresultaten niet gekend zijn op het ogenblik van levering, is het onontbeerlijk het productiesysteem te controleren. De zelfcontrole aangevuld met onafhankelijk toezicht van COPRO vermijdt zo niet-conforme resultaten na plaatsing. Vandaar dat de certificatie alle noodzakelijke facetten omvat, gaande van controle op de grondstoffen (granulaten en bindmiddelen), via voorstudie en fabricagecontrole tot controle van de eindproducten. Let wel, deze certificatie vervangt niet de controle op de uitvoering op werven. De voorstudie wordt uitgevoerd per product, hier wordt de samenstelling van het mengsel vastgelegd. Deze voorstudie bestaat uit een korrelverdeling van het granulaatmengsel, het wateroptimum, de druksterkte en de verwerkbaar- heidsperiode. Het wateroptimum is het watergehalte van het mengsel waarbij optimale verdichting verkregen wordt (maximale droge volumemassa). Met de druksterkte op Proctors wordt gecontroleerd of het mengsel met bepaald cementgehalte en watergehalte (= wateroptimum) voldoet aan de vereiste sterkteklasse. Voor de verwerkbaarheidsperiode wordt nagegaan hoe lang na vervaardiging het mengsel nog voldoende verdicht kan worden, hiervoor wordt de grens gelegd op 98% van de droge volumemassa (cf. wateroptimum). De voorstudie dient slechts herhaald te worden indien de grenzen bij de productcontrole worden overschreden en/of de grondstoffen van het mengsel wijzigen. Door het uitvoeren van een voorstudie kan het mengsel geoptimaliseerd worden. Hierbij kan het cementgehalte beperkt worden, wat een economisch voordeel kan zijn. Naast de voorstudie wordt het fabricageproces gecontroleerd. Het watergehalte dat wordt nagestreefd moet het wateroptimum benaderen. Het is dan ook noodzakelijk het vochtgehalte van de grondstoffen te kennen. Daarom wordt dagelijks het watergehalte van de granulaten bepaald, waarmee rekening wordt gehouden bij de waterdosering. Bij de controle van de eindproducten wordt gecontroleerd of het mengsel aan de voorstudie voldoet door controle van de korrelverdeling, het watergehalte en de druksterkte. Zo worden de producten die naar de werf vertrekken, gecontroleerd en geverifieerd aan de voorstudie en is de kwaliteit gewaarborgd. De frequentie van de productcontrole is afhankelijk van het productiesysteem; een geautomatiseerde centrale heeft een lagere beproevingsfrequentie dan een nietgautomatiseerde centrale (doorstroommenger). Een bijkomend voordeel is dat TRA 21 opgesteld is vanuit de EN-normen. Hierdoor is een ruime keuze van grondstoffen mogelijk. Zo kunnen zowel gerecycleerde, kunstmatige als natuurgranulaten gebruikt worden. Ook in bindmiddelen is variatie mogelijk gaande van cement, vliegassen, slakken tot hydraulische wegbindmiddelen (HRB). Als deze normen geharmoniseerd worden, zal de producent die TRA21 gecertificeerd is, ook onmiddellijk aan de CE-markering voldoen. Opstart certificatie Het toepassingsreglement voor de certificatie van hydraulisch gebonden mengsels van korrelige materialen werd 29 februari 2008 goedgekeurd in de adviesraad. Aangezien de controle op deze producten ‘nieuw’ is, kunnen de producenten een informatief bezoek aanvragen. Tijdens het informatief bezoek wordt uitleg gegeven over wat van de producent verwacht wordt, het uitvoeren van voorstudies, productcontrole, … In 2008 werden 8 van deze informatieve bezoeken uitgevoerd. Eind 2008 heeft dan ook de eerste producent zijn formele aanvraag ingediend, die ondertussen in zijn toelatingsperiode vertoeft. Ondertussen zijn reeds 4 producenten gestart. 83 Adviesraad 84 De adviesraad van Hydraulisch gebonden mengsels is als volgt samengesteld: Voorzitter: Dhr. M. Briessinck Ondervoorzitter: Mevr. Ann Van Gucht Secretaris: Mevr. S. Van Hasselt Leden: Mevr. Chantal Flemal, Mevr. Caroline Ladang, Mevr. Ann Van Gucht, Mevr. Van Hasselt Sofie, Mevr. Géraldine Welvaert, Dhr. Huges Baquet, Dhr. Margo Briessinck, Dhr. Luc Christiaens, Dhr. Johan D’Hooghe, Dhr. Olivier De Myttenaere, Dhr. Johny De Nutte, Dhr. Dino Henderickx, Dhr. Freddy Henin, Dhr. Claude Ployaert, Dhr. Johan Put, Dhr. Marc Regnier, Dhr. Dirk Vandecapelle, Dhr. Serge Vermeren, Dhr. Jan Weckx. Plaatsvervangers: Mver. Colette Grégoire, Mevr. Joëlle Petit, Mevr. Sylvie Smets, Mevr. Militza Zamurovic, Dhr. Gerd Bosman, Dhr. Stefan Carmans, Dhr. Valère Cornelis, Dhr. Karel De Cuyper, Dhr. Eli Desmedt, Dhr. Yves Goffart, Dhr. Willy Goossens, Dhr. Thibault Mariage, Dhr. Luc Rens, Dhr. Jan Soers, Dhr. Erik Van De Velde, Dhr. René Van Den Broeck, Dhr. Dieter Van Rossem. 85 Metaalsector Secteur du métal Tot deze sector behoren de volgende producten: • gietijzeren wegenisproducten • gietijzeren buizen • gietijzeren boomroosters • metalen wegenisproducten • vangrails • metalen wapeningsnetten • schanskorven In deze sector worden aan een 40-tal fabrikanten en verdelers certificaten uitgereikt. Zij komen uit 12 landen verspreid over 3 continenten. De sectorverantwoordelijke is Toon De Ruyver, daarbij ondersteund door Kris Vandenneucker en Kim Vandenhoeke (in opleiding) als verantwoordelijke voor de afzonderlijke producten. De keuringen en audits in de fabrieken gebeuren door Kris en Kim bijgestaan door Pieter Herbots en Dieter Krikilion. Hierna kunt u lezen wat voor deze sector de voornaamste gebeurtenissen van 2008 zijn en wat de verwachtingen zijn voor morgen. 86 TUYAUX ET ACCESSOIRES EN FONTE Personnel Durant l’année 2008, les visites de contrôles ont été effectuées par Pieter Herbots, épaulé par Kris Vandenneucker, responsable produit métal et par Toon De Ruyver, responsable secteur métal. Documents d’application Les documents d’application sur lesquels la certification des tuyaux est basée, sont inchangés : Documents techniques : NBN EN 598 Cette norme constitue la base technique pour l’attribution du certificat BENOR pour les “Tuyaux, raccords et accessoires en fonte ductile et leur assemblage pour l’assainissement”. Documents de certification : • Les différents règlements BENOR Certification BENOR • Le règlement d‘application TRA 598 Aperçu des fabricants certifiés Visites de contrôle 1850 tonnes ! Ceci est la quantité de tuyaux en fonte vendue sur le marché belge sous la marque BENOR. Nous pouvons parler d’augmentation spectaculaire par rapport à l’année 2007 et ça porte la courbe ascendante de 2004 à 2006 plus haute. Espérons garder ce rythme en 2009 ! 16 visites de contrôle ont été effectuées au total. En cours de l’année 2008, aucun problème relatif à la qualité des tuyaux en fonte ne s’est manifesté ! Les tuyaux certifiés ont été livrés sur le marché belge par les distributeurs suivants : • Saint-Gobain Pipe Systems Belgium de Landen, pour les fabricants suivants : - Saint-Gobain PAM à Pont-à-Mousson - Saint-Gobain Gussrohr à Saarbrücken Et : • B.G. Pipe de Wilrijk, pour - Sertubi (groupe Duferco) à Trieste (Italie) ;lebkj_edZ[igkWdj_jiY[hj_\_[il[dZk[ijedd[ '%%% &-*% &,*% &*%% &*%% &&%% &%%% +,- *%% % '%%) '%%* '%%+ '%%, '%%- 87 88 PIÈCES DE VOIRIE EN FONTE Personnel En 2008 les tâches de contrôle de Kris Vandenneucker, responsable produit du secteur Métal, ont été reprises avec succès par Pieter Herbots. Le tout était toujours sous surveillance du responsable du secteur Métal, Toon De Ruyver. Documents d’application Les documents suivants sont d’application pour la certification des pièces d’égouts en fonte : Documents techniques : • Le PTV 800 : Dispositifs de fermeture en fonte ou en acier moulé avec épaisseur minimale 10 mm : exigences • Le PTV 801 : Dispositifs de fermeture en fonte ou en acier moulé avec épaisseur minimale 7 mm : exigences • Le PTV 802 : Pièces et appareils en fonte pour la récolte et l’évacuation des eaux de ruissellement : exigences Certification BENOR et COPRO • Le PTV 803 : Grilles d’arbres : exigences • La NBN EN 124 • La NBN B53-101 Documents pour les contrôles : • Règlement pour la certification de produit dans le secteur de la construction CRC BENOR • Règlement pour la certification de produit dans le secteur de la construction CRC 01 • Règlement d’application pour l’usage et le contrôle de la marque BENOR dans le secteur des dispositifs de couronnement et de pour les zones de circulation utilisées par les piétons et les véhicules • Règlement d’application pour pièces de voirie en fonte TRA 124 Relevé des fabricants certifiés de pièces de voirie en fonte Les unités de production suivantes détiennent un certificat BENOR : • Fondatel - Gieterij Herne (B) • Fonderies Lecomte Andenne (B) • Norfond - Groupe Norinco Saint Crépin Ibouvillers (F) distributeur : Bernard Cassart - Bruxelles Les unités de production suivantes sont certifiées COPRO : - Fondatel - Gieterij Herne (B) - Fonderies Lecomte Andenne (B) - Buderus Guss Limburg (D) distributeur : Wolters - Diest - Norfond - Groupe Norinco Saint Crépin Ibouvillers (F) distributeur : Bernard Cassart - Bruxelles - Saint-Gobain PAM Pont-à-Mousson (F) distributeur : SGPS Belgium - Landen - Saint-Gobain Canalizaçao Itauna (Brazilië) distributeur : SGPS Belgium - Landen - Saint-Gobain Slévárna Králuv Dvur (CZ) distributeur : SGPS Belgium - Landen - Decloedt-Decov Veldegem distributeur : Probo - Gistel - P.P.H.U Deptula Lidzbark Warminski (PL) distributeur : Imcoma - Hamme Fin 2008 nous avons, sur demande du fabricant Heinrich Meier Eisengießerei, aussi bien arrêté la certification BENOR que la certification COPRO pour son usine. Environ 20.900 tonnes de matériaux certifiés ont été livrés en cette année. 89 Visites de contrôle 90 Pendant l’année 2008 COPRO a fait 47 visites de contrôle chez les fabricants et les distributeurs. Suite à ces visites de contrôle, nous avons dû notifier un avertissement et une suspension de livraison autonome. Le Conseil consultatif de la Fonte Président : Chantal Flemal Tous ces points d’agenda seront traités davantage et terminés en 2009 lors des réunions du conseil consultatif. Révision de la norme européenne EN 124 Dans le groupe de travail 4 de la Commission technique européenne CEN/TC165 on a continué à travailler sur la révision de la norme EN 124. Toon De Ruyver participe, au nom du conseil consultatif, à ces réunions. Vice-président : Roger Lecomte Les modifications importantes concernent : Secrétaire : • la norme EN 124 sera étendue à d’autres matériaux : la matière synthétique, l’aluminium, etc. Kris Vandenneucker En 2008 ce sont surtout les personnes suivantes qui ont assisté aux réunions : Kurt Beghyn, Bernard Cassart, Rudy Lombet, Bart Stulens, Luc Bauwens et les personnes mentionnées ci-dessus. • la norme sera pourvue d’une annexe ZA, ce qui signifie que le marquage CE sera aussi obligatoire pour ces produits. Les points d’agenda les plus importants étaient : • développer une méthode d’essai et fixer les exigences pour la charnière d’un couvercle afin de garantir la sécurité de l’utilisateur; • fixer les exigences pour la certification de couvercles multiples; • le PTV 802 : la détermination du débit d’un collecteur d’eau au moyen d’une simulation d’ordinateur ou en développant une méthode d’essai; • la rédaction d’un document informatif pour les autorités, les bureaux d’étude, les entrepreneurs, … concernant les normes valables, les différences entre les PTV en vigueur et la différence entre des matériaux certifiés COPRO ou BENOR. Lors du conseil consultatif, nous avons également consacré de l’attention à la révision des cahiers des charges types et à la référence aux PTV dans ceuxci, pour que ces cahiers des charges ne soient pas en contradiction avec les directives européennes. Nous avons conclu que la référence à ces PTV dans les cahiers des charges type n’était pas en contradiction avec les règles européennes. Couvercle en metal Les couvercles métalliques en acier inoxydable certifiés COPRO sont produits et livrés par GE Power Controls, situé à Haaksbergen aux Pays-Bas. En 2008 cette certification a été continuée, sur base de la norme NBN EN 124. Les couvercles sont utilisés pour des armoires sousterraines de distribution d’électricité. 91 SCHANSKORVEN SCHANSKOR Personeel Bij de certificatie van schanskorven skorven zijn de volgende volgende nde medewerkers medewerke medewe betrokken: Sectorverantwoordelijke metaal: Sectorve Toon Toon De Ruyver Productverantwoordelijke Produc jke staaldraad: Kriss Vandenneucker Vandenneuc Vandenn Keurder Keurde staaldraad: Dieter ieter Krikilion Krikil Toepasselijke reglementen Toepas De docum documenten van toepassing voor de certifi rtificatie van v d de schanskorven zijn n ook ongewijzigd gebleven: in 2008 ong Toepassingsreglement voor schanskorven • Toepass anskorven korven TRA 68 hett Standaardbestek 250 De certificatie van sschanskorven gebeurt urt op basis van va h technische fiche, opgesteld of volgens een technis steld ld door de fabrikant fab ikant en gewaarmerkt door COPRO. Voor 2009 heeft onze productverant productverantwoordelijke oordelijke delijke zich zic voorgenomen vo rgenomen om zijn geliefde TRA RA 68 te herzien. Certificatie COPRO 92 Overzicht gecertificeerde fabrikanten van schanskorven Onder de gecertificeerde verdelers en productieeenheden zijn er in 2008 een paar veranderingen gebeurd. Zo zette Texion een punt achter de samenwerking met hun leverancier Link Middle East. Zij verdelen nu enkel nog schanskorven van Maccaferri. Link Middle East hebben wij dan weer als nieuwkomer (én oude bekende) mogen verwelkomen eind 2008, dit keer als rechtstreekse leverancier. De lopende certificaten voor schanskorven zijn op naam van: • Egetra nv - Beveren-Leie • Heyrman - De Roeck nv - Beveren-Waas • Link Middle East - Dubai, VAE • Maccaferri - Bologna, Italië In 2008 werden ongeveer 98.500 m² (bovenoppervlak) gecertificeerde schanskorven geleverd op de Belgische markt. Controlebezoeken In 2008 werd door het uitvoeren van in totaal 15 controlebezoeken bij de verdelers en fabrikanten, de kwaliteitscontrole opgevolgd. Tijdens deze bezoeken werd een welbepaald probleem vastgesteld betreffende de identificatie van geleverde hoeveelheden. De betrokken vergunninghouder werd een opschorting van autonome levering opgelegd. 93 WAPENINGSNETTEN VAN METAAL Personeel Dieter Krikilion is nog steeds de man die instaat voor de controlebezoeken van de wapeningsnetten van metaal. Hij wordt professioneel gesuperviseerd door zijn productverantwoordelijke Kris Vandenneucker. Voor problemen betreffende deze netten kunt u steeds bij hem terecht: tel. +32 478 31.07.64. Toepasselijke reglementen Het volgende document is nog steeds in voege (toestand ongewijzigd t.o.v. 2007): • Toepassingsreglement voor wapeningsnetten van metaal TRA 67 De certificatie van de wapeningsnetten van metaal gebeurt op basis van het Standaardbestek 250, RW 99, Typebestek 2000 of volgens een door COPRO gewaarmerkte technische fiche opgesteld door de fabrikant. Overzicht gecertificeerde fabrikanten van wapeningsnetten van metaal In het jaar 2008 is er in het totaal ongeveer 150.000 m² metalen wapeningsnetten verkocht op de Belgische markt onder het COPRO-merk. De dalende trend wordt met andere woorden voortgezet. Bekaert nv. te Zwevegem, de tot op heden enige fabrikant van gecertificeerde metalen wapeningsnetten, levert zijn wapeningsnetten vanuit het Slovaakse Hlohovec. De certificatie van deze netten gebeurt volgens de specificaties van de technische fiche met referentie AS-03-20 van november 1999. Controlebezoeken Bij de hoger vermelde fabrikant werden er naar gewoonte in totaal 4 controlebezoeken uitgevoerd over het jaar 2008. Deze controlebezoeken werden allen uitgevoerd door COPRO zelf. Gedurende het jaar 2008 zijn er geen noemenswaardige problemen opgetreden. Certificatie COPRO 94 VANGRAILS Personeel De controlebezoeken werden in 2008 uitgevoerd door Kris Vandenneucker en Kim Vandenhoeke. Recent werden ook bij COPRO enkele interne herstructureringen doorgevoerd waardoor Kris in de toekomst meer tijd kan besteden aan de andere producten waarvoor hij productverantwoordelijke is. Sectorverantwoordelijke: Toon De Ruyver Productverantwoordelijke: Kim Vandenhoeke Keurder: Kris Vandenneucker en Kim Vandenhoeke Toekomst 2008 stond vooral in het teken van de voorbereiding van een BENOR-certificatie van stalen vangrailconstructies, bijkomend aan de COPRO-certificatie van onderdelen voor stalen vangrailconstructies. Deze huidige COPRO-certificatie van onderdelen blijft van toepassing voor herstellingen van bestaande constructies. Daar waar vroeger enkel onderdelen op zich gecertificeerd werden zullen nu ook geteste constructies kunnen worden gecertificeerd. Een kleine verduidelijking… De fabrikant van een vangrailconstructie kan een aanvraag indienen om een bepaald systeem te laten certificeren op basis van een botsproefverslag afkomstig van een gespecialiseerd testlabo. Certificatie BENOR en COPRO Indien het botsproefverslag voldoet aan de eisen van de normenreeks EN 1317 en de PTV 869 kan een samenvattende technische fiche worden opgemaakt en gewaarmerkt. Deze constructie kan dan onder het BENOR-merk op iedere werf worden geleverd. Bestek Bestekschrijvers zullen in de toekomst enkel maar bepaalde prestatiecriteria - relevant voor de locatie waar het systeem zal worden opgesteld - moeten voorschrijven. Er zal dus moeten worden afgestapt van het vroegere uitgangspunt waarbij de vorm en afmetingen van de onderdelen werden voorgeschreven. Factoren waarmee zal moeten worden rekening gehouden zijn onder meer: • verkeersintensiteit • soorten voertuigen, snelheid, massa • af te schermen objecten • uitbuiging van de constructie • veiligheid van de autobestuurder • … Belangrijk zal zijn dat de conformiteit van de botsproefverslagen met de norm zal worden nagegaan en te verifiëren of de botsproeven wel degelijk succesvol werden uitgevoerd. Meerwaarde voor het bestuur Door voor een BENOR-certificatie van vangrailconstructies te kiezen zullen besturen gebruik kunnen maken van begeleiding door COPRO, en dit vanaf het indienen van het botsproefrapport tot de uiteindelijke plaatsing op de werf. De leverancier van de constructie zal immers moeten aantonen dat het gevraagde veiligheidsniveau behaald wordt door het voorleggen van de botsproefresultaten. Immers, wanneer er onvoldoende controle uitgeoefend wordt op de juistheid van de door de leverancier verstrekte informatie kan de overheid bij ongevallen nog steeds aansprakelijk worden gesteld. NBN EN 1317-2 : Afschermende constructies voor wegen De norm bestaat uit 4 belangrijke aspecten die stuk voor stuk moeten worden beoordeeld tijdens de botsproeven. Voor iedere constructie dienen deze factoren telkens te worden bepaald. • Prestatieklasse • Werkingsbreedte • Schokindex • Bijkomende voorwaarden De norm bepaalt eveneens heel gedetailleerd hoe een botsproefverslag moet worden opgemaakt en wat het moet bevatten om bewijskrachtig te zijn. Zo moet een geteste constructie heel precies en ondubbelzinnig worden beschreven en moeten alle resultaten volgens dezelfde standaarden worden weergegeven. Uiteraard mogen enkel erkende laboratoria de proeven uitvoeren. De meeste botsproeven worden dan ook uitgevoerd bij L.I.E.R. (Frankrijk), TüV en BASt (Duitsland). In de deelnemende landen worden instellingen ingeschakeld die moeten nagaan of de in de botsrapporten beschreven elementen technisch overeenkomen. In een verdere fase worden deze instellingen ingepast in de procedures van de CE-markering. 95 Prestatiecriteria 96 In de huidige norm NBN EN 1317-2 zijn er een tiental prestatieklassen gedefinieerd gaande van T1 (laagste niveau) tot H4b (hoogste niveau). Om een hoger niveau zoals bvb. H2 te behalen dient men te voldoen aan 2 botsproeven; de eigenlijke niveau proef TB51 en de autoproef TB11. Prestatieklassen voor wegbeveiligingssystemen volgens NBN EN 1317-2 Weerstandsklasse Lage botshoek Normale weerstand Hoge weerstand Prestatieklasse Massa voertuig in kg Botssnelheid in km/h Botshoek In ° T1 TB21 1300 80 8 T2 TB22 1300 80 15 T3 TB21 1300 80 8 TB41 10000 70 8 N1 TB31 1500 80 20 N2 TB32 1500 110 20 TB11 900 100 20 TB42 10000 70 15 TB11 900 100 20 TB51 13000 70 20 TB11 900 100 20 TB61 16000 80 20 TB11 900 100 20 TB71 30000 65 20 TB11 900 100 20 TB81 38000 65 20 TB11 900 100 20 H1 H2 H3 Zeer hoge weerstand Test H4a H4b Om bijvoorbeeld de klasse H4b te behalen dient het aangeboden systeem te voldoen aan een botsproef van een geladen vrachtwagen met oplegger van 38 ton die tegen een snelheid van 65 km/h en onder een hoek van 20° tegen de constructie botst. De controletest (TB11) wordt altijd uitgevoerd met een personenwagen van 900 kg die met een snelheid van 100 km/h en onder een hoek van 20° tegen de constructie aanrijdt. Deze controletest is relevant voor het verkrijgen van de schokindex. Werkingsbreedte, schokindex en bijkomende voorwaarden W1 W2 Werkingsbreedte : uit de eigenlijk niveauproef wordt de uitwijking van de constructie (inclusief de breedte van de constructie) gedestilleerd. Hierdoor weet men hoeveel ruimte men achter de afbakening moet voorzien vooraleer er obstakels mogen opduiden. W3 W4 W5 W6 W7 W8 Schokindex : is een referentieindex die de ernst van het effect van een aanrijding op de inzittenden van een licht voertuig aangeeft. ASI A is veiliger voor de inzittenden dan ASI B. Bijkomende voorwaarden : Om van een geslaagde botsproef te kunnen spreken moet nog aan tal van factoren worden voldaan. ‹ 0,6 m W ‹ 0,8 m W ‹ 1,0 m W ‹ 1,3 m W ‹ 1,7 m W ‹ 2,1 m W ‹ 2,5 m W ‹ 3,5 m W ASI A, B of C* Ondergrond, CEN-box, brokstukken, gedrag, voertuigen, … * In België worden systemen met ASI C door de overheden niet toegelaten. Adviesraad Toepasselijke reglementen De leden van de Adviesraad kwamen in 2008 maar liefst 9 maal bijeen om de BENOR-certificatie samen met de PTV 869 te bespreken en verder uit te werken. Volgende documenten zijn van toepassing voor de certificatie: Het resultaat hiervan is dat er reeds in 2008 van zowel het BENOR-reglement als van de PTV 869 een eerste versie verschenen is. Natuurlijk zal er in 2009 verder worden gewerkt aan een optimalisering van beide documenten. Volgende leden waren frequent aanwezig op de vergaderingen: Armand Rouffaert (voorzitter), Paul Bauweraerts, Philippe Braine, Lionel Voos, David De Saedeleer, Hadelin Dumont, Wolter N. Jager, John Kreps, Joseph Marra, Kris Redant, Maarten Debruyne, Joris Vienne, Laurent Gosset, Toon De Ruyver, Kris Vandenneucker (secretaris) en Kim Vandenhoeke. Toepassingsreglement voor onderdelen voor stalen vangrails • TRA 69 COPRO versie 1.0 van 2001-01-18 Toepassingsreglement voor stalen vangrailconstructies • TRA 69 BENOR versie 2.0 van 2008-10-07 COPRO regulations for CE attestation • R/CE 1317 version 1.0 from 2008-08-20 97 Vergunninghouders 98 In 2008 is er ongeveer 1900 ton vangrailonderdelen verkocht op de Belgische markt onder het COPROmerk. Momenteel beschikken volgende fabrikanten of leveranciers over een COPRO en/of BENOR-vergunning : • continue jaarlijkse opvolging van de FPC, • duurzaamheid, • evaluatie van de botsproefrapporten. Door de notificatie aan te vragen wil COPRO een actieve rol spelen in de verdere begeleiding van fabrikanten in hun tocht naar het behalen van het CE-certificaat voor hun producten. Wordt ongetwijfeld vervolgd ... COPRO-vergunning BENORvergunning Productieplaats Prins Dokkum Dokkum (NL) SPIG GmbH / Schmelz Limbach (D) Kant Constructies N.V. / Temse MS3 Monticello d’Alba / Beringen Prins Dokkum / Belgian Guard Rails Ook fabrikanten en leveranciers van geteste constructies hebben alle baat bij een BENOR-certificatie van hun systemen. Door te kiezen voor een certificatie vermijden ze de voorgeschreven partijkeuringen per werf en kiezen ze voor een vlotte gang van zaken betreffende de indiening van hun dossier bij de besturen en de plaatsing op de werf. CE Markering In 2008 heeft de Belgische Federale Overheidsdienst Economie COPRO genotificeerd voor de producten die onder de scope van de Europese norm EN 1317-5 Afschermende constructies voor wegvoertuigen, vallen. De CE-markering van afschermende constructies voor wegvoertuigen is nu al mogelijk en dient ten laatste in januari 2011 te zijn ingevoerd. Dit betekent dat vanaf die datum elke constructie met CE-markering op de markt moet worden gebracht. Het attesteringsniveau werd vastgelegd op AoC 1, wat betekent dat COPRO als genotificeerde instelling verantwoordelijk zal zijn voor: • Initial Type Testing (ITT) en eventuele wijzigingen aan de geteste constructie, • initiële inspectie van de fabriek en van de Factory Production Control (FPC), Werkgroepen Om een optimale certificatie te kunnen aanbieden participeert COPRO in volgende werkgroepen: • SG04 Circulation fixtures • CEN TC 226 WG1 • REC (Road Equipment Commission), spiegelcomité van CEN TC 226 • Spiegelcomité van de werkgroep CEN TC 226 WG 1 • RW99 werkgroep GT5 Sector Kunststoffen & Diverse producten Secteur des synthétiques & Produits divers Tot deze sector behoren de volgende producten: • geosynthetics - geogrid - geotextiel • wegmarkeringsproducten - koudplasten - nastrooimaterialen en premixglasparels - thermoplasten - wegenverf • gras-kunststofplaten • natuurstenen wegenisproducten • partijkeuring - kunststofbuizen - diverse producten • ladders • nieuwe producten In deze sector worden een 50-tal certificaten uitgereikt. De fabrikanten en leveranciers komen uit meer dan 10 landen verspreid over Europa, Amerika en Azië. De verantwoordelijke voor deze sector is Toon De Ruyver bijgestaan door Renée Declerck als verantwoordelijke voor de partijkeuringen en Philippe du Bus de Warnaffe als verantwoordelijke voor de wegmarkeringsproducten. Kris Vandenneucker, Kim Vandenhoeke en Pieter Herbots zijn, samen met Renée en Philippe, de personen die de keuringen en audits in de fabrieken uitvoeren. Verderop leest u wat 2008 bracht voor deze sector en producten. 99 100 GEOSYNTHETICS Geotextiel Personeel Productverantwoordelijke: Toon De Ruyver Keurders: Pieter Herbots en Kim Vandenhoeke BENOR-merk Het BENOR-merk is een kwaliteitslabel dat zich baseert op normen en/of PTV’s. Elk product dat dit label draagt wordt onderworpen aan specifieke controles. Deze controles hebben als doel, nakijken of de productspecificaties van een product voldoen aan de desbetreffende norm. De normen en technische voorschriften voor bouwproducten worden aanzien als “regels van goed vakmanschap”. Daarnaast worden de technische voorschriften, vb. PTV 829, door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie - Kwaliteit van de Bouw - Goedkeuring en Voorschriften (FOD-DGV) geregistreerd ten titel van typevoorschrift in de zin van de wet van 28 december 1984. Deze nationale verankering maakt dat het BENOR-merk een nationale draagkracht krijgt. De toekenning van een BENOR-certificaat voor een bouwproduct is gesteund op een aantal principes. Deze houden in dat: • de fabrikant als vergunninghouder van het BENOR-merk, de doorlopende overeenstemming van zijn product met de norm waarborgt op basis van een productiecontrole in de fabriek, in het BENOR-jargon “industriële zelfcontrole” genoemd; • de certificatie-instelling periodieke controlebezoeken uitvoert. Het naleven van de regels door de fabrikant wordt door middel van deze audits gecontroleerd. Als er een voldoende mate van vertrouwen is in de interne industriële zelfcontrole van de fabrikant en de eisen die onder de BENOR-regulering vallen, dan kan COPRO overgaan tot een verklaring van overeenstemming. Met andere woorden het uitgeven van een conformiteitcertificaat. BENOR-audits Een BENOR-audit is een periodiek controlebezoek binnen het kader van een certificatiedossier. Het ruimere kader waarbinnen deze bezoeken plaatsvinden wordt geschetst in het reglement CRC BENOR. Het reglement TRA 29 is een verfijning van het CRC BENOR specifiek voor de sector geotextiel. PTV 829 bevat de voorschriften voor geotextiel. Documenten: • PTV 829 - geotextiel en aan geotextiel verwante producten, technische voorschriften • CRC BENOR - reglement voor productcertificatie in de bouwsector • TRA 29 - toepassingsreglement voor het gebruik en de controle van het BENOR-merk in de sector van het geotextiel De BENOR-certificatie van geotextiel kan gebeuren voor elk product dat voldoet aan PTV 829. Binnen de PTV 829 wordt dan weer doorverwezen naar de volgende Europese normen. Geotextiel en aan geotextiel verwante producten Vereiste eigenschappen voor toepassing in: • NBN EN 13249 - de wegenbouw en voor andere verkeersbestemmingen (exclusief spoorwegen en asfaltlagen) • NBN EN 13250 - de spoorwegbouw • NBN EN 13251 - grondwerken, funderingen en keermuren • NBN EN 13252 - drainagesystemen • NBN EN 13253 - beschermingsconstructies tegen erosie (kust- en oeververdedigingswerken) • NBN EN 13254 - de bouw van spaarbekkens en stuwdammen • NBN EN 13255 - de kanaalbouw • NBN EN 13256 - de tunnelbouw en in ondergrondse bouwwerken • NBN EN 13257 - opslagplaatsen voor vaste afvalstoffen • NBN EN 13265 - projecten voor het insluiten van vloeibare afvalstoffen De fabrikant specificeert zijn productengamma aan de hand van een door de certificatie-instelling gewaarmerkte technische fiche voor ieder gecertificeerd product. Deze technische fiches maken deel uit van het certificaat. De geldigheid van een technische fiche is nooit langer zijn dan de geldigheid van het certificaat. Maar een van de troeven van het BENOR-merk is dat het de certificaathouders de ruimte laat om aan productoptimalisatie te doen. M.a.w. de fabrikant kan een nieuwe technische fiche voor een product verkrijgen, als hij kan aantonen dat deze nieuwe versie nog steeds conform is aan de desbetreffende specificaties. Dit staat in contrast met andere certificatiesystemen die minder flexibiliteit vertonen. De certificaathouders kunnen dus hun gamma verbeteren, binnen een kader van kwaliteit. 101 Evolutie van de leveringen van BENORgecertificeerd geotextiel 102 In 2008 is er wederom een lichte stijging vast te stellen in de totale hoeveelheid geleverde BENORgecertificeerde geotextiel. Deze trend zet zich al een aantal jaren door. COPRO zal deze evolutie ook in de toekomst opvolgen. Evolutie van het tonnage geproduceerde BENORgeotextiel. IdiVVa\ZaZkZgYZ]dZkZZa]Z^Y\ZdiZmi^Zaidc ;lebkj_[lWd^[jjeddW][][fheZkY[[hZ[8;DEH#][ej[nj_[b &.%% &-*% &-%% &,*% &,%% &+*% &+%% &**% &*%% &)*% &)%% '%%( '%%) '%%* '%%+ '%%, '%%- _VVg BENOR-geotextiel in cijfers In 2008: • werden de productconformiteit en kwaliteit gewaarborgd door 22 BENOR-audits. De BENORaudits werden uitgevoerd bij de fabrikanten in België, Frankrijk en Duitsland. De gecertificeerde fabrikanten kunnen worden geraadpleegd op de website www.copro.eu. • werd er een totaal van 1832,7 ton gecertificeerd geotextiel geleverd op de Belgische markt. Adviesraad De adviesraad is een overlegorgaan voor de verschillende belanghebbende partijen binnen de sector. Leden van deze raad zijn vertegenwoordigers van de overheid, de fabrikanten, de gebruikers en experts. De huidige leden zijn: Philippe Keppens (voorzitter), Fred Foubert (ondervoorzitter), Paul Blomme, Ronny Borny, Luc Courard, Jürgen De Bock, M. de Vaulx de Champion, Jacques Deblire, Christian Debuysscher, Chantal Flémal, Jean-Marie Gerardy, Eric Ghilain, Marc Helewaut, Noël Huybrechts, Johanna Louwagie, André Meurrens, Etienne Motte, Walter Pauwels, Dirk Peereman, Ramon Roman, Marc Scheppermans, Els Serbruyns, Wouter Spleers, Patrick Surmont, Claude T’Joen, Ann Vanelstraete, Frank Theys, Johan Maeck, Nancy Bertram, Toon De Ruyver (secretaris) en Pieter Herbots. De adviesraad behandelt de problemen binnen de geotextiel sector wat betreft de certificatie. Een van de belangrijke punten van 2008 was de ringanalyse die COPRO heeft georganiseerd. Dit project wordt ook in 2009 verder gezet. De ringanalyse bestudeert de reproduceerbaarheid en vergelijkbaarheid van laboresultaten. Deze analyse is nodig omdat de proefresultaten van de fabriekslabo’s en de controlelabo’s opmerkelijke verschillen kunnen vertonen. Door middel van de resultaten van de ringanalyse 2008, kon COPRO een eerste gegronde inschatting maken rond de producthomogeniteit van het bestudeerde geotextiel en hieraan gekoppeld de vergelijkbaarheid van de laboresultaten. Ook in 2009 wordt hiermee verder gewerkt. De conclusies uit 2008 worden meegenomen in de daarop volgende ringanalyse in 2009. SG11 - CE-markering COPRO is als genotificeerde instelling actief binnen de werkgroep SG11. SG11 is een overlegplatform voor de instellingen die in het kader van de CEmarkering van geotextiel zijn genotificeerd. COPRO neemt ook deel aan de vergaderingen van de Europese technische commissie CEN/TC 189, die de Europese normen opstelt. Geogrid Personeel Productverantwoordelijke: Toon De Ruyver Keurder: Pieter Herbots Geogrid Geogrids en geotextielen zijn verwante productcategorieën. Ze behoren allebei tot dezelfde groep van geosynthetics. Ze worden namelijk samen beschreven in Europese normen. Beiden producten kunnen uit vergelijkbare grondstoffen vervaardigd worden. Maar geogrids kunnen zowel uit kunststof als uit glasvezel vervaardigd worden. Voor de geogrids die uit kunststof gemaakt worden zijn er verschillend types. Zo bestaan er uni-, bi- en triaxiale geogrids. Voor de geogrids die vervaardigd zijn uit glasvezel, wordt meestal gekozen voor een bi-axiale opbouw. 103 104 Europese normering Adviesraad Voor de meeste toepassingen van geogrid gelden de 10 Europese normen voor geotextiel. Een lijst van die normen vindt u onder de rubriek “Geotextiel”. Ook binnen het producten gamma geogrids is er een adviesraad. In deze adviesraad zetelen zowel fabrikanten, vertegenwoordigers van de openbare instellingen en gebruikers als experts ter zaken. Deze adviesraad staat in voor het opstellen van de regels voor dit specifieke productengamma. In 2008 kwam, voor dit product, één nieuwe norm tot stand. Namelijk een norm voor Geogrids als scheurremmende tussenlaag in asfalt: EN 15381:2008 - “Geotextiles and geotextile-related products - Requirements for use in pavements and asphalt overlays”. Evolutie binnen geogrid Geogrid is nog steeds een snel evoluerende sector. De laatste jaren is het aantal gecertificeerde producenten toegenomen van 1 producent in 2006 tot 4 producenten in 2007 naar 6 producenten in 2008. Einde 2008 werd ook 1 certificaat stopgezet en een nieuwe certificatieaanvraag ingediend. ;lebkj_[lWd^[jWWdjWb][Y[hj_\_Y[[hZ[\WXh_aWdj[d lWd^[jWWdjWb][Y aWdj[d DkZgo^X]ikVcVVciVa DkZgo^X]ikVcVVciVaXZgi^[^XVVi]djYZgh! VVckgV\ZcZc VVckgV\ZcZchideoZii^c\Zc &% 6VciVa + ) ' % '%%+ '%%, _VVg ■deoZ\ ■VVckgVV\ ■XZgi^[^XVVi]djYZgh '%%- Een van de belangrijke actiepunten is de herwerking van PTV 829. De PTV 829 is enkele jaren geleden opgesteld in de adviesraad geotextiel. Per definitie betekent dit dat de focus vooral op geotextiel lag. Deze situatie komt voort uit de Europese normen die spreken van “geotextiel en aanverwante producten”. Dit betekent dat PTV 829 ook geldt voor geogrid, één van die “aanverwante producten”. In 2008 bestond het werk van de adviesraad erin na te gaan of PTV 829 inderdaad moet worden aangepast specifiek voor geogrid. In de 2de helft van 2008 is in Nederland een reeks in-situtesten uitgevoerd. De hoop is dat deze testen de mogelijkheid bieden de huidige variëteit aan berekeningsmethoden te evalueren. Deze dynamiek kan leiden naar een herziening van de PTV 829 op maat van geogrids in het bijzonder. PRODUITS DE MARQUAGE ROUTIER 105 Personnel Responsable Secteur : Toon De Ruyver Responsable Produit : Philippe du Bus de Warnaffe Contrôleur : Kim Vandenhoeke Groupes de travail Pour ce secteur, COPRO participe aux groupes de travail suivants : • SG 04 Circulation fixtures; • CEN TC 226 : Task group EN 13212 : Groupe de travail présidé par Gauthier Michaux (MET) et Stéphan Dujardin (Beads Belgium); • CEN TC 226 : Task group EN 1423 et 1424 : Groupe de travail présidé par Paul Arker (Sovitec France); • REC (Road Equipment Commission), le Comité Miroir du CEN TC 226; • Comité Miroir du groupe de travail CEN TC 226 WG 2; • Bureau exécutif 6.1 de l’UBAtc; • Groupe spécialisé 6 de l’UBAtc; • Conseil Consultatif Produits de marquage routier; • RW99 Groupe de travail GT8 : sous-groupe de travail pour les marquages routiers. Les activités de COPRO dans le secteur des produits de marquage routier peuvent être regroupées selon les systèmes de certification, comme illustré dans le tableau suivant : Produits de marquage routier Marquage légal Marques volontaires de qualité CE BENOR ATG Produits de Produits de saupoudrage Peintures routières saupoudrage Microbilles de verre de prémélange Enduits à chaud Enduits à froid Marquages préformés Le marquage routier et la Directive Européenne pour les Produits de Construction : marquage CE Le marquage CE est obligatoire dans l’EEE (Espace Economique Européen) pour les produits de saupoudrage depuis mai 2005. Pour les autres produits de marquage routier, le CEN TC 226 a approuvé des projets de normes européennes. L’enquête CEN est désormais terminée et les normes devraient en principe être publiées en 2009. Le marquage CE ne serait néanmoins pas obligatoire dans l’immédiat, une période de coexistence plus longue serait prévue pour donner le temps, aux fabricants, de réaliser les essais de durabilité, par exemple par des essais sur champs d’homologation. 106 Marquage CE des produits de saupoudrage La certification volontaire des produits de marquage routier COPRO est un organisme notifié (Notified Body) pour attribuer les certificats de conformité CE aux produits de saupoudrage selon la EN 1423 depuis 2004. Les gestionnaires des routes souhaitent vivement améliorer la qualité des marquages routiers. Malgré le fait qu’il n’y a qu’une seule usine de microbilles de verre en Belgique, 10 fabricants ont choisi de faire appel à COPRO pour la certification CE de leur production de produits de saupoudrage. Nos inspecteurs évaluent la conformité de dossiers en français, en néerlandais, en allemand et en anglais, étant donné que les clients pour le marquage CE sont situés en Belgique (1), en Allemagne (2), en France (1), aux Pays-Bas (1), en Pologne (1) et au RoyaumeUni (3) et depuis 2008 également au Texas (1). Les visites de contrôle sont soit effectuées par COPRO, soit par le SPW qui est également notifié par la Belgique, mais uniquement en tant qu’organisme d’inspection. Il y a un nombre important d’organisme notifiés pour le marquage CE et il est apparu qu’il y a de grandes différences d’interprétation de la même norme européenne pour l’évaluation de la conformité pour l’attribution de certificats de conformité. Le groupe de travail qui revoit la norme européenne EN 1423 a souhaité ajouter les règles pour cette évaluation de la conformité dans le but de mettre tout le monde sur un pied d’égalité afin de combattre la concurrence déloyale au niveau de la certification CE. COPRO a œuvré activement au sein de ce groupe de travail pour établir des règles claires en la matière. Le projet de norme pr EN 1423 contient des règles précises et a été approuvé en début d’année 2009 (publication de la norme EN1423 révisée probablement encore en 2009). En 2007-2008, 3M, fabricant d’éléments de saupoudrage rétro-réfléchissant à haut indice de réfraction, a fait les démarches pour obtenir le marquage CE via un agrément technique européen ETA attribué par l’UBAtc. COPRO sera l’organisme notifié pour attribuer ce marquage CE. Afin de s’assurer que les applicateurs ont à leur disposition des produits qui atteignent un niveau de qualité déterminé et qui ne varient pas trop, les administrations ont établi des spécifications pour la plupart des produits de marquage routier. Les spécifications sont actuellement basées sur les normes européennes et sur l’expérience en Belgique. Sur base de ces spécifications, les producteurs ont la possibilité de demander une certification volontaire pour démontrer la conformité de leurs produits selon des règles établies. Le fait de mettre des produits certifiés à la disposition des applicateurs ne donne certes pas une garantie du résultat final, mais cela donne en tout cas les moyens pour maîtriser l’application de marquages routiers. Marque de qualité BENOR, pour les produits de saupoudrage et les microbilles de verre de prémélange COPRO est l’organisme de secteur désigné pour la certification BENOR des microbilles de verre et des granulats antidérapants. En 2006, la certification volontaire ATG a basculé vers une certification BENOR. Les visites de contrôle sont effectuées par le SPW et COPRO, tous les deux accrédités BELAC pour ces inspections. Il y actuellement 6 producteurs certifiés. Conseil Consultatif Produits de marquage routier Les règles pour la certification sont établies par le Conseil Consultatif Produits de marquage routier. Les membres effectifs du Conseil Consultatif Produits de marquage routier sont : Xavier Appelmans, Kirsten Bortels, Guy Cools, Luc Courard, Maarten Debruyne, Philippe du Bus de Warnaffe (secrétaire), Stéphan Dujardin, Christos Economides, Marc Grommen, Pascal Hivert, Vincianne Lerate, Gauthier Michaux (président), François Parent, Bas van der Tak, Lionel Voos, Jean-Michel Wyns. Les suppléants sont : Erik Barbé, Franz Detry, Georges Durvaux, Toni Ogemark, Cyril Taminiau, Vincent Thibert, Jean Wiertz. Agrément technique avec certification pour les peintures, les enduits à chaud, les enduits à froid et les marquages préformés COPRO est désigné comme organisme d’inspection pour les visites de contrôle effectuées dans le cadre des agréments techniques avec certification. L’UBAtc (Union Belge des Agréments techniques dans la construction) est l’organisme de certification qui gère la certification ATG de ces produits de marquage routier. En tant que membre du BE 6.1 les représentants de COPRO au BE 6.1 sont régulièrement désignés comme rapporteur pour l’introduction de demandes d’agrément. L’UBAtc a débuté en 2007 une homologation de systèmes de marquage. Cette homologation est basée sur le guide d’agrément G0025 et permet aux fabricants de démontrer la durabilité et la performance du système présenté pour l’homologation. Le but est de classer les systèmes selon la performance afin de permettre aux applicateurs de sélectionner les systèmes performants; ce qui leur permettra de mieux évaluer les outils disponibles pour arriver aux performances requises par le maître d’ouvrage. Dans le futur il est prévu que les cahiers de charges imposent l’utilisation de systèmes de produits qui ont démontré leurs performances sur un site d’homologation sur route. La priorité est donnée aux produits qui disposent d’un certificat de conformité. Ceci explique probablement également en partie la croissance de la certification volontaire. COPRO participe activement au Bureau Exécutif BE 6.1, qui traite les dossiers d’agrément technique et prépare de nouveaux guides d’agréments. L’UBAtc a établi en 2008 les règles pour la certification ATG des produits préformés pour que tous les produits utilisés pour le marquage routier soient couverts par des spécifications appropriées et par la possibilité de certification volontaire. 107 108 GRASKUNSTSTOFPLATEN Personeel Productverantwoordelijke: Toon De Ruyver Keuring: Pieter Herbots PTV 828 De PTV 828 is het normatief document voor graskunststofplaten. Hierin worden verschillende parameters vastgelegd. De vorm, de afmetingen, materiaal en de mechanische kenmerken zijn enkele zaken die beschreven worden in dit normatief document. TRA 28 De TRA 28 beschrijft het certificatiesysteem waarbinnen de specificaties worden nagekeken. Dit certificatiesysteem omvat niet enkel de conformiteit aan de PTV 828, maar ook een kwaliteitsvolle organisatie. In de TRA 28 worden namelijk ook verschillende eisen voor het productieproces beschreven. Deze eisen leiden tot een hogere maat van interne controle. Er wordt namelijk verwacht dat een certificaathouder geregistreerde controle heeft over het traject dat zijn product doorloopt. Van ingangscontrole op de aangekochte basismaterialen tot opvolging van klantenklachten na verkoop. Een certificaathouder moet, in het algemeen, kunnen bewijzen dat hij zijn verantwoordelijkheid neemt voor alle aspecten van de TRA 28. Certificatie De PTV 828 werd goedgekeurd en geregistreerd door: • de adviesraad graskunststofplaten • het NBN - Bureau voor Normalisatie • de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie. Op basis van het reglement TRA 28 en de specificaties PTV 829 staat COPRO in voor de certificatie. Deze verankering impliceert een vereenvoudiging voor de bouwheren. De certificatie van de graskunststofplaten wordt overzien door de adviesraad gras-kunststofplaten. De bouwheren kunnen namelijk eenvoudigweg verwijzen naar PTV 828. Vervolgens kunnen ze kwaliteitsvolle graskunststofplaten verwachten die aan alle eisen van de PTV 828 voldoen. Deze kwaliteitseisen worden op hun beurt gecontroleerd door COPRO. Daarom kunnen graskunststofplaten met het COPRO-certificaat als hoogwaardige bouwmaterialen worden beschouwd. De huidige leden van de adviesraad zijn: Patrick Surmont (voorzitter), Olivier De Myttenaere (ondervoorzitter), Anne Beeldens, Bas Bergman, Raf Bouteligier, Margo Briessinck, Yves de Baenst, Gunther De Baerdemaeker, Frans De Meerleer, Frans De Schepper, Marc de Wolff, Geert Debruyne, PierreYves Lamy, Christian Mauroit, David Montauban Van Swijndregt, Luk Ottevaere, Jurgen Sermijn, Jan van Erp, Guido Van Moorter, Ron van Raam, Piet Vandaele, Joris Vienne, Erik Barbé, Toon De Ruyver (secretaris) en Pieter Herbots. De productie van graskunststofplaten wordt gekenmerkt door een zoektocht naar optimalisatie. Vele fabrikanten zoeken naar mogelijkheden om hun producten te optimaliseren op het gebied van gebruikte hoeveelheid materiaal en op het gebied van productspecificaties. Door deze dynamiek worden de specificaties en interpretaties van de PTV 828 soms overschreden. In 2008 is hierdoor wederom discussie ontstaan rond de interpretatie van sommige specificaties. De adviesraad zal deze discussie begeleiden en meezoeken naar kwaliteitsvolle oplossingen. In 2008 werden geen nieuwe formele aanvragen tot certificatie ingediend en aan het einde van 2008 waren er 3 gecertificeerde productie-eenheden. In de adviesraad worden de discussies gevoerd rond de PTV 828 en de TRA 28. Met de verschillende belanghebbende partijen tracht de adviesraad een vergelijk te vinden dat de kwaliteit van het desbetreffende product ten goede komt. 109 PRODUITS DE VOIRIE EN PIERRE NATURELLE Personnel Responsable produit : Toon De Ruyver Contrôleurs : Kris Vandenneucker et Renée Declerck Certification Natuursteenbedrijf Eggermont de Deinze essaie de se maintenir comme unique détenteur d’un certificat dans le monde des produits de voirie en pierre naturelle. Il détient un certificat aussi bien pour l’unité de production à Deinze que pour celle en Chine. En 2008 il a été décidé de passer à la certification BENOR-ATg pour les produits en pierre naturelle. Cela signifie que des produits ne peuvent plus être livrés avec uniquement l’agrément technique ATg ou uniquement la certification BENOR. Les deux sont toujours exigés. Cette certification se fait en collaboration avec BCCA et UBAtc. S’il s’agit de matériaux pour la voirie, la certification se fait par COPRO. S’il s’agit de matériaux destinés à la construction de bâtiments, la certification est prise en charge par BCCA. Ces deux organismes ont signé un accord à ce sujet. Certificatie: BENOR Productverantwoordelijke: Staf Devalck Keurder: Gaëtan Pluym 110 Dans le cadre de la certification ATg-BENOR, nous travaillons en collaboration avec BCCA à un règlement général pour la certification de la pierre naturelle. Une première version du règlement devrait normalement être terminée en 2009. “Des réceptions par lot donnent seulement une indication sur le matériel présenté”, “le temps qu’occupent les essais peut être long” et “le coût des réceptions par lot donc assez élevé”, “les réceptions par lot se font par chantier”… Ces modifications n’ont pas retenu 2 distributeurs à introduire une demande de certification de pierre naturelle pour produits de voirie. Ils vont tous les deux chercher leurs matériaux en Chine. Ces quelques arguments, joint au fait que l’on n’a pas de certitude sur la provenance des matériaux, a convaincu les 2 derniers distributeurs à faire une demande de certification. Espérons que les demandes des autres fabricants suivront bien vite afin de pouvoir toujours livrer un produit qualitatif et certifié sur le marché. Réceptions par lot Comme il n’y avait toujours qu’un fournisseur qui était certifié BENOR en 2008, il y a eu régulièrement des réceptions par lot. L’avenir ? Comme nous l’avons déjà signalé, on est passé à la certification BENOR-ATg. En ce moment cela entraîne encore quelques tracas administratifs (l’adaptation et la rédaction de règlements) et un peu de résistance. Nous sommes convaincus que nous pourrons y remédier dans le courant de l’année 2009, avec l’aide de BCCA et que par conséquent la certification 111 112 BENOR-ATg sera en général acceptée aussi bien en Flandres qu’en Wallonie. Ce que nous réserve la Région bruxelloise n’est pas encore clair en ce moment. Espérons qu’ils s’engageront également dans la voie de la qualité et qu’ils choisiront la certification BENOR-ATg. Conseil consultatif En 2008 il y a eu une seule réunion du conseil consultatif. Lors de cette réunion on a fixé la stratégie à suivre pour la transition vers la certification BENOR ATg. On a également soumis aux membres présents un premier projet d’un règlement général pour la certification de la pierre naturelle. Cette certification sera davantage optimalisée en 2009, grâce à l’approbation des règlements concernés. Contrôles En 2008 il y a eu au total 6 visites de contrôle à l’entreprise de pierre naturelle Eggermont et elles ont été effectuées par COPRO dans le cadre de la certification BENOR. Ces visites de contrôle ont eu lieu aussi bien en Chine qu’en Belgique. Lors de ces visites COPRO a également indiqué des échantillons sur lesquels ont été réalisés des essais de contrôle dans un laboratoire externe de contrôle. Aussi bien les audits que les résultats de contrôle ont donné satisfaction. Nous avons également effectué deux visites de contrôle dans les carrières et les usines en Chine pour les distributeurs susmentionnés, dans le cadre de leur demande de certification. Règlements En 2008 la base pour la remise d’un certificat BENOR et donc aussi pour l’exécution de contrôles, étaient toujours : • Le règlement d’application TRA 19; • Le règlement général de certification CRC BENOR; • Les prescriptions techniques PTV 841, PTV 842 et PTV 843. Les versions en vigueur peuvent être retrouvées sur le site web de COPRO. RECEPTIONS PAR LOT Le surveillant de chantier attentif… Un bon surveillant de chantier qui veut effectuer son travail comme il se doit, vérifie toujours convenablement tous les produits livrés sur son chantier. Il doit de plus se poser deux questions fondamentales : 1. Les produits sont-ils en concordance avec ce qui est décrit dans le cahier des charges ? 2. Les produits sont-ils contrôlés, soit via un contrôle continu dans le cadre de la certification produit (p.ex. BENOR ou COPRO), soit via une RECEPTION PAR LOT? En quoi consiste réellement une réception par lot ? Définition : Une RECEPTION PAR LOT est l’action d’une tierce partie qui permet de déclarer avoir oui ou non suffisamment confiance qu’un lot identifié convenablement est en concordance avec un document de contrôle précis. COPRO intervient lors d’une réception par lot comme tierce partie. En tant qu’organisme impartial nous déterminons les produits présentés pour contrôle, nous les identifions au moyen d’un numéro de lot unique et, enfin, nous désignons les échantillons nécessaires pour les essais. Nous appelons ceci ‘premier estampillage’. Dès que les résultats des essais sont connus pour le lot concerné et en concordance avec les exigences des documents de contrôle, on attribue au lot le logo COPRO. Nous appelons ceci le ‘contre-estampillage’. Quand la procédure de réception par lot est totalement parcourue et que les produits satisfont aux exigences émises, un document ‘ATTESTATION DE CONFORMITÉ’ est établi lors de la clôture. Cette attestation est une preuve de qualité pour ce lot spécifique de produits livrés à un chantier bien déterminé. Seule l’attestation originale pourvue du cachet bleu COPRO et de la signature peut être acceptée sur ce chantier. Lors d’une réception par lot, deux choses doivent être disponibles : l’identification sur le produit même ET l’attestation de conformité. Il va de soi que les données sur l’attestation correspondent à l’identification sur le produit même. 113 Les produits réceptionnés par lot… 114 Le nombre de réceptions par lot effectuées l’année écoulée a diminué. Nous attribuons partiellement cette baisse à l’arrivée de la marque BENOR pour les pièces de raccord de PVC-U non plastifiées. Nous nous posons naturellement la question suivante : Une liste ‘0.3 - Produits réceptionnés’ est reprise dans le SB 250. Comment se fait-il alors qu’il y ait moins de réceptions par lot, bien qu’il y ait pas mal de lots de produits à contrôler ? Nous sommes donc pratiquement certains que beaucoup de ces produits se retrouvent sur le chantier non contrôlés. Voilà pourquoi notre appel au contrôleur de chantier à être attentif : VERIFIEZ BIEN CONSTAMMENT LES PRODUITS LIVRÉS SUR VOTRE CHANTIER, LA QUALITÉ NE POURRA EN ÊTRE QUE MEILLEURE ! Un aperçu des produits réceptionnés par lot en 2008 : Secteur Produit Nombre de réceptions Inerte Granulats recyclés 9 Granulats naturels 3 Asphalte Asphalte naturel 1 Bagues d’étanchéité 9 Métal Tuyaux en fonte 6 Synthétiques Tuyaux Les inspecteurs de réceptions par lot expérimentés… COPRO possède en son sein toute une panoplie d’inspecteurs de réceptions par lot expérimentés. Vous croisez régulièrement sur vos routes Renée Declerck, Kris Vandenneucker et Pieter Herbots avec tout leur attirail d’estampillage prêt à marquer les produits. Nos réceptions par lot sont rigoureusement suivies au bureau par Toon De Ruyver. Autres TOTAL 2 Tuyaux de drainage 5 Pièces de raccord 27 Géotextile 1 Revêtement 5 Pierre naturelle 8 Tuyaux en béton polymère 2 78 NIEUWE CERTIFICATEN Berging en afvoer van hemelwater Vorig jaar hadden wij aangekondigd dat in het verlengde van onze activiteiten rond de gras-kunststofplaten COPRO zou werken aan de specificatie en certificatie van infiltratietoepassingen. In een reeks vergaderingen is er druk gefilosofeerd over welke richting deze activiteit moest uitgaan. Helaas, zonder veel concreet resultaat. Toch is dit geen verloren jaar geweest. Ten eerste hebben de discussies duidelijk gemaakt dat het enkel toespitsen op infiltratie niet goed is. De problematiek moet in zijn geheel worden bekeken. Vandaar dat we nu ook spreken van “berging en afvoer van hemelwater”. De huidige leden van de vergadering zijn: Anne Bas Paul Gavin Raf Margo Yves Gunther Ad Frans Frans Marc Geert Valérie Jacques Wendy Pierre-Yves William Christian Christophe Luk Jürgen Carel Dirk Patrick Martin H. Claude Jan Ron Piet Joris Erik Staf Toon Beeldens Bergman Blomme Borgman Bouteligier Briessinck de Baenst De Baerdemaeker de Groot De Meerleer De Schepper de Wolff Debruyne Decoux Detry Francken Lamy Martens Mauroit Mevis Ottevaere Sermijn Soer Stove Surmont ter Woerds T’joen van Erp van Raam Vandaele Vienne Barbé Devalck De Ruyver OCW - CRR GL Plastics BCCA Insulco Eco-Beton MOW - AWV Wegenbouwkunde Insulco Scala Plastics Aquaflow Texion Geosynthetics Emotrade Drain Products Europe De Neef - Construction Chemicals Ministère Région Bruxelles-Capitale OCW - CRR Vlario Ministère Région Bruxelles-Capitale TMVW VMSW Stradus Aqua NV Tradecc Deschacht Plastics HTW Infiltratietechniek Grontmij-Gent VMSW HTW Infiltratietechniek Wavin Kremers Beheer Drain Products Europe Tradecc Becetel COPRO COPRO COPRO Het grondig bespreken van de doelstellingen heeft er ook voor gezorgd dat buiten de “usual suspects” ook anderen het nut zijn beginnen inzien van een goede specificatie en keuring. De “usual suspects” zijn natuurlijk de bouwheren/overheid, de anderen zijn de leveranciers maar ook de gebruikers (studiebureaus en aannemers). Ten slotte zijn door de grondige “start” de krijtlijnen van wat nog moet gebeuren duidelijker afgetekend. Ook is door de vergaderingen en de voor- en nabesprekingen ervan de groep van geïnteresseerden sterk uitgebreid. Dan gaat het zowel over personen, bedrijven als belangenverenigingen. Dit kan de toekomstige discussies en resultaten alleen maar ten goede komen. 2009 zal dus het jaar van de doorbraak zijn. Andere producten In de loop van 2008 zijn dossiers opgestart voor certificatie van een aantal nicheproducten. Omdat deze dossiers nog niet in een certificaat zijn uitgemond verbiedt de vertrouwelijkheid ons om meer informatie te geven. Dus volgend jaar meer hierover. Het toont wel aan dat fabrikanten en leveranciers in COPRO een partner zien om via certificatie het verschil te maken en zich te onderscheiden op de markt. 115 116 De voorzitter aan het woord Notes • Nota’s Le mot du Président asbl COPRO vzw Rue de Termonde 168 Dendermondsestraat 168 1083 Bruxelles 1083 Brussel Tel. +32(0)2 468 00 95 Fax +32(0)2 469 10 19 [email protected] www.copro.eu wij na a r en iz u h er v … rt ko en n Bin tôt à ... Nous d éména ge ons bien Z.1 Researchpark Kranenberg 190 1731 Asse (Zellik)