Organisme impartial de Contrôle de produits pour la

Transcription

Organisme impartial de Contrôle de produits pour la
Rapport
annuel
Activiteitenrapport
Organisme impartial
de Contrôle de produits
pour la
Construction
Onpartijdige
instelling voor de controle
van Bouwproducten
1
2
Inhoud
Sommaire
Organisatie • Organisation
De voorzitter aan het woord • Le mot du président ………………………………………… 4
Voorwoord van de directeur • Avant-propos du directeur ………………………… 5
Algemene vergadering • L’Assemblée Générale ……………………………………………… 6
Raad van Bestuur • Le Conseil d’Administration ……………………………………………… 7
Organigram • L’organigramme ………………………………………………………………………………………… 8
Externe organisatie • L’organisation externe …………………………………………………… 10
Algemene diensten • Services généraux
Kwaliteit • La qualité ……………………………………………………………………………………………………………… 13
Beheer onderaanneming • La sous-traitance …………………………………………………… 15
IDPB • SIPP ……………………………………………………………………………………………………………………………………… 17
Informatica • L’informatique …………………………………………………………………………………………… 19
Balans• Le bilan …………………………………………………………………………………………………………………………20
Administratie en personeeldienst •
L’administration générale et personnel …………………………………………………………22
Werfgerichte controles • Les contrôles assistance chantiers ……………23
Promotie • La promotion ………………………………………………………………………………………………………27
Betonsector • Secteur du béton
Geprefabriceerde betonproducten •
Les produits en béton préfabriqué ………………………………………………………………………29
Stortbeton • Le béton prêt à l’emploi ………………………………………………………………………32
Gebakken straatstenen • Les briques de voirie en terre cuite ……………35
Asfaltsector • Secteur des enrobés bitumeux
Asfalt • Les enrobés bitumineux …………………………………………………………………………………37
Asfaltgranulaten • Les agrégats d’enrobés ………………………………………………………43
Gietasfalt • L’asphalte coulé ……………………………………………………………………………………………45
Bitumineuze mengsels • Les mélanges bitumineux ……………………………………48
Oppervlaktebehandelingen • Les traitements superficiels …………………… 49
Bitumineuze bindmiddelen • Les liants bitumineux………………………………………50
3
Bitumen • Les bitumes
Bitumen voor wegenbouw •
Les bitumes pour la construction routière……………………………………………… 52
PmB - Polymeergemodificeerd bitumen •
Les PmB - Bitumes modifiés par des polymères ………………………………53
Bitumenemulsies en vloeibitumen •
Les émulsions de bitume et les bitumes fluxés …………………………………54
Cellulosevezels • Les fibres ………………………………………………………………………………………………55
Afdichtingsringen • Les garnitures d’étanchéité en caoutchouc ………56
Voegvullingsproducten • Les produits de scellement ………………………………… 59
Inerte materialen • Matériaux inertes
Gerecycleerde granulaten: puingranulaten •
Les granulats recyclés …………………………………………………………………………………………………… 61
Natuurgranulaten • Les granulats naturels et artificiels ………………………65
Waterbouwstenen (breukstenen) • Les enrochements………………………………68
Steenslag NL BSB • Les gravillons NL BSB…………………………………………………………70
Behandelde grond • Les sols traités aux liants ………………………………………………72
Uitgegraven bodem (grond) • Les sols excavés ……………………………………………… 74
Vulstoffen voor asfalt • Les fillers pour l’asphalte ………………………………………… 76
Fysico-chemisch behandelde granulaten •
Les granulats ayant fait l’objet d’un traitement physico-chimique ……79
Hydraulisch gebonden mengsels •
Les mélanges traités aux liants hydrauliques ……………………………………………82
Metaalsector • Secteur du métal
Inleiding sector • Introduction du secteur ……………………………………………………………85
Gietijzeren buizen • Les tuyaux et accessoires en fonte ……………………………86
Rioleringsonderdelen in gietijzer • Les pièces de voirie en fonte………88
Schanskorven • Les gabions …………………………………………………………………………………………… 91
Wapeningsnetten van metaal • Les treillis d’amarture en acier ………93
Vangrails • Les glissières de sécurité ……………………………………………………………………… 94
Sector kunststoffen en diversen producten •
Secteur des synthétiques et produits divers
Inleiding sector • Introduction du secteur ……………………………………………………………99
Geotextiel • Les géotextiles ……………………………………………………………………………………………100
Geogrid • Les géogrilles ……………………………………………………………………………………………………103
Marquages routiers • Les produits de marquage routier ……………………105
Gras-kunststofplaten • Les dalles à gazon en plastique ………………………108
Natuursteen • Les pierres naturelles ……………………………………………………………………109
Partijkeuringen • Les réceptions par lot ……………………………………………………………… 113
Nieuwe certificaten • Les nouveaux certificats …………………………………………… 115
4
De voorzitter aan het woord
Le mot du Président
COPRO 2008
2008 was een feestjaar voor COPRO.
Ons 25- jarig jubileum werd extra in de verf gezet naar aanleiding van de eerstesteenlegging van onze nieuwe kantoren op het Researchpark te Zellik.
Honderden klanten, partners en medewerkers van COPRO hebben met ons
gedeeld in de feestvreugde.
COPRO kan ook om andere redenen met tevredenheid terugblikken op het
voorbije jaar.
Het aantal opdrachten blijft op peil.
Er is en blijft een groot vertrouwen van onze klanten in de professionaliteit van
COPRO, en de waarborgen die onze instelling biedt inzake de kwaliteit van de
bouwproducten..
In 2008 werd veel aandacht besteed aan de kwaliteitscontrole van asfalt en
gerecycleerde materialen, twee activiteiten die tot onze kerntaken behoren.
Zowel in de schoot van de Raad van Bestuur als met de directie werden
bijkomende afspraken gemaakt om de controles nog efficiënter te maken.
COPRO wil ook zijn werking blijvend aanpassen aan de wijzigende Europese
regelgeving inzake kwaliteitscontrole .
We zullen dit - zoals steeds -doen in overleg met onze partners en de bevoegde
overheden.
COPRO is klaar om ook in 2009 en de volgende jaren haar belangrijke rol ten
bate van de kwaliteit in de bouwsector te vervullen.
Fernand Desmyter
Voorzitter
5
Voorwoord van de directeur
Avant-propos du directeur
2008, une année de fête
COPRO a fêté ses 25 ans.
Pour une société, on dira qu’elle est “adulte”.
Jeune adulte et dynamique.
Ce sont des caractéristiques dont nous avons eu fort besoin dans ces temps
instables. Je peux donc constater avec satisfaction que quasiment toute l’équipe
est restée fidèle à son poste. Grâce aux efforts de l’équipe COPRO nous avons
pu clôturer l’année de façon positive, tant au niveau chiffre d’affaires qu’au
niveau résultats.
Je souhaite donc féliciter en tout premier lieu nos dames et messieurs, qui
pendant toute cette année se sont investis avec enthousiasme pour l’objet sacré
“qualité”.
De bonnes nouvelles pour notre personnel : en 2008 le premier pieu de nos
nouveaux bureaux a été enfoncé à la sonnette. Le début de la fin de notre
micro-sauna illégal. Nous attendons vraiment impatiemment le déménagement !
Mais l’année 2009 sera alors sûrement déjà bien entamée.
Nous tenons certainement aussi à remercier toutes les organisations et personnes externes qui ont pleinement soutenu COPRO durant toute l’année. Sans elles une asbl délicate comme la nôtre ne pourrait pas fonctionner.
Je pense sans aucun doute aux membres du Conseil d’Administration, de
l’Assemblée générale et des comités régionaux. Mais aussi aux nombreux
spécialistes qui ont permis à nos conseils consultatifs indispensables d’être
rentables au maximum.
En dernier lieu, mais pas pour le moindre, j’aimerais remercier tous nos clients
et maîtres de l’ouvrage. Des remerciements pour la confiance qu’ils ont eue
et ont en COPRO. Nous sommes conscients du fait que nous n’étions pas toujours des plus faciles, mais nous avons agi avec pour but altruiste : de meilleurs
produits de construction pour de meilleures routes.
Erik Barbé
Directeur
6
Algemene Vergadering
Assemblée Générale
Effectieve leden - Membres effectifs
• Openbare instellingen - Institutions publiques
Vlaams Gewest - Région fl amande
Christian Caestecker
Fernand Desmyter, Voorzitter / Président
Tim Lonneux, vervangen door / remplacé par
Pieter De Winne
Christian Mauroit
Waals Gewest / Région wallonne
Paul-Henri Besem
Marc Lemlin, vervangen door / remplacé par
Guy Lefèbvre
Brussels Gewest / Région Bruxelles-Capitale
Eric Ghilain
Jean-Paul Wouters
• Aannemers - Entrepreneurs
BFAW - FBEV
Etienne Scherpereel, Ondervoorzitter / Vice président
BFAW – Brussel - FBEV- Bruxelles
Yvo Derdaele
VlaWeBo - Antwerpen
Yves Ulens
VlaWeBo - Limburg
Erik Keijers
VlaWeBo - Oost-Vlaanderen
Romain Buys
VlaWeBo - Vlaams Brabant
Herman Dekempeneer
VlaWeBo - West-Vlaanderen
Jacques De Brabandere
FWEV - Brabant wallon
Marc Van Brabant
FWEV - Hainaut
Marc Delaby
FWEV - Liège
Jacques Matagne
FWEV - Luxembourg
Jean-Claude Mathieu, vervangen door / remplacé par
Pol Hanoul
FWEV - Namur
Jean-Jacques Nonet
Bouwunie Infrastructuurwerken
Jérôme Vanroye
Toegetreden leden - Membres adhérents
Belfill
Luc Bertoux
Labo Laborex
Serge Vermeren
Labo OCB
Erik Willaert
7
Raad van Bestuur
Conseil d’Administration
Effectieve leden - Membres effectifs
• Openbare instellingen - Institutions publiques
Vlaams Gewest / Région fl amande
Christian Caestecker
Fernand Desmyter, Voorzitter / Président
Waals Gewest / Région wallonne
Paul-Henri Besem
Marc Lemlin
wordt door Guy Lefèbvre vervangen
est remplacé par Guy Lefèbvre
Brussels Gewest / Région Bruxelles-Capitale
Jean-Paul Wouters
• Aannemers - Entrepreneurs
BFAW
Yvo Derdaele
Eli Desmedt
Jacques Matagne
Etienne Scherpereel
Ondervoorzitter - Vice président
Yves Ulens
Marc Van Brabant
8
Directie COPRO
Direction COPRO
Directie
Kwaliteitsbeheer
Informatica
IDPB
PRODUCTCONTROLE
BETON
ASFALT
GRANULATEN
Prefabbeton
KWS-bindmiddelen
Gerecycleerde
granulaten
Stortbeton
Asfaltmengsels
Natuurgranulaten
Gebakken
straatstenen
Asfaltgranulaten
Breuksteen
Waterbouwsteen
Natuurasfalt
Uitgegraven
bodem
Gietasfalt
Verbeterde
grond
Vezels
Vulstoffen
Rubber
Gestabiliseerde
granulaten
Voeg- en
kleefproducten
F.C. - granulaten
Oppervlaktebehandelingen
Coördinatie werf
Coördinatie werf
Coördinatie werf
9
Promotie en ontwikkeling
Administratie en personeel
Boekhouding
WERFBEGELEIDING
METAAL
GRANULATEN
DIVERSEN
Gietijzer
Geosynthetics
Schanskorven
Geogrids
Wapeningsnetten
Natuursteen
Vangrails
Ladders
Wegmarkeringen
Gras
kunstofplaten
Diverse
partijkeuringen
Nieuwe
producten
Coördinatie werf
Coördinatie werf
10
Externe organisatie
Organisation externe
Assemblée Générale
Groupe des institutions publiques
Groupe des entrepreneurs
Conseil d’Administration
Groupe des institutions publiques
Groupe des entrepreneurs
Clients
Producteurs individuels
Les maîtres de l’ouvrage publics
Les maîtres de l’ouvrage privés
D’autres organismes de certification
D’autres organismes de contrôle
Des tiers
Comités et groupes de travail
Comité directeur
Le président du Conseil d’Administration
Le vice président du Conseil d’Administration
Le secrétaire du Conseil d’Administration
Conseils consultatifs
Comités de certification
Comités d’Appel
Groupes sectoriels européens
Commissions des normes
Divers groupes de travail
Comités régionaux
Membres de l’Assemblée Générale et du
Conseil d’Administration
Maîtres de l’ouvrage concernés
Organisations concernées
Surveillance de qualité
BELAC
11
Interne diensten
Services internes
LA DIRECTION
LES SERVICES GÉNÉRAUX
Directeur
La Qualité
Erik Barbé
E-mail : [email protected]
Toon De Ruyver
La Sous-traitance
Toon De Ruyver
Service Interne pour la Prévention
et la Protection
Renée Declerck
L’Informatique
Raf Pillaert
Marc Buffet (Osiatis)
La Comptabilité
Myriam Sergeant (ViasDFK)
L’Administration générale
Rita Burton
L’Administration du personnel
Rita Burton
L’Assistance chantier
Ruben Verbeke
La Promotion
Philippe du Bus de Warnaffe
12
KWALITEIT
door TOON DE RUYVER, kwaliteitsverantwoordelijke
Wanneer we later terugdenken aan 2008 zal de
ineenstorting van de financiële sector daarin ongetwijfeld een prominente rol spelen. Dit is een gebeurtenis die iedereen raakt en waarvan de schok
spijtig genoeg lang zal nazinderen. Wat de gevolgen
zijn voor COPRO is voorlopig moeilijk in te schatten
maar dat die er zullen zijn is quasi zeker.
Ook op andere vlakken zit COPRO in woelig vaarwater. Ontwikkelingen in de normalisatie en reglementering en nieuwe of vernieuwde denkbeelden over
kwaliteit zorgen ervoor dat certificatie en keuring in
vraag worden gesteld.
Het is duidelijk dat de normalisatie-activiteiten verschoven zijn van de lokale niveaus naar een Europees, en in sommige gevallen, internationaal niveau.
Twintig jaar (!) na het invoeren van de richtlijn is de
CE-markering voor bouwproducten nu toch op kruissnelheid geraakt. De combinatie van normalisatie en
CE-markering heeft onmiskenbaar enkele voordelen waarvan het voornaamste is dat we in Europa nu
beschikken over een instrument waardoor over de
grenzen heen technische informatie op een eenvormige manier kan worden uitgewisseld.
Maar is de CE-markering een vervanging van de
kwaliteits- en certificatiemerken? Neen.
Een merk zoals BENOR of COPRO geeft een hoge
graad van zekerheid dat een product conform is aan
bepaalde eisen; eisen die zijn afgestemd op de lokale
bouwmarkt. De CE-markering geeft die zekerheid
niet - het is ook niet de ambitie van de CE-markering.
Bovendien zijn Europese normen de grootste gemene
deler van bestaande eisen en specificaties op nationaal niveau waardoor lokale “verfijning” en vervollediging in de meeste gevallen is aangewezen, zoniet
verplicht.
Een terugkerend «nieuw» denkbeeld is dat de materialen en producten waarmee iets wordt gemaakt er
niet toe doen zolang het eindresultaat maar in orde
is, de zogenaamde vraag naar performantie. Men
wil dus los komen van het be- of voorschrijven van
producten. Gevolg van dit denkbeeld is dat dus ook
certificatie en keuring van materialen en producten
die later in een werk worden verwerkt dus overbodig
en nutteloos zou zijn.
Los van het feit dat het niet evident is om (juridisch)
vast te leggen of een bouwwerk als geheel “performant” is, zeker niet na bijvoorbeeld een bepaalde
gebruiksperiode, gaat dit denkbeeld ook voorbij aan
de realiteit dat de meeste productnormen vandaag
al lang niet meer beschrijvend zijn maar wel degelijk
performanties vragen. Bijvoorbeeld, beton moet een
zekere druksterkte hebben, dit is een performantie
en geen beschrijving.
Trouwens, meer aandacht besteden aan het eindresultaat sluit niet uit dat men garanties vraagt voor
de samenstellende materialen en producten - in tegendeel zelf - en is in het voordeel van de bouwheer
maar ook de aannemer.
Deze zaken maken dat COPRO in een andere, meestal moeilijkere context moet werken. Kwaliteit en
kwaliteitsbeheersing helpen ons om daarop soepel
maar efficiënt te reageren. Nog meer dan in de “vette” jaren zal het in de komende “magere” jaren (als
we de voorspellers mogen geloven) onontbeerlijk
zijn de hoge standaard die COPRO zich heeft gesteld
te handhaven en waar mogelijk nog aan te scherpen.
Alleen dan zal COPRO klaar staan om de veranderingen die op ons afkomen doeltreffend aan te pakken.
Het kwaliteitssysteem laat ons ook toe aan klanten,
opdrachtgevers, bouwheren en andere stakeholders
niet enkel te tonen waar COPRO voor staat maar het
ook te bewijzen.
Het onafhankelijke BELAC bevestigt dit door COPRO
als certificatie- en keuringsinstelling te accrediteren.
13
Notified body n° 1137
14
Het kwaliteitsdenken werpt zijn vruchten af op het
supranationale niveau. De competentie en kennis die
het personeel van COPRO heeft opgebouwd en verzameld binnen de organisatie wordt erkend op Europees niveau.
Onze medewerkers maken deel uit van een reeks
van technische commissies (normalisatie CEN) en
sectoriële groepen (CE-markering). Voor de bijdrage
die zij in die groepen leveren krijgt COPRO veel
erkenning en appreciatie. Zo hebben Toon De Ruyver
en Dirk Lacaeyse een 3-jaarlijkse termijn als resp.
voorzitter en secretaris van SG 15 Road Construction Products, die onder meer de CE-markering voor
asfalt behandelt, succesvol afgesloten.
Onze klanten voor deze activiteit zijn niet enkel
Belgische bedrijven maar meer en meer Europese,
zelfs internationale bedrijven.
De hierboven vermelde erkenning van onze kennis,
het kwaliteitsniveau van onze organisatie en de talenkennis van onze medewerkers effenen hiervoor
het pad.
Meer informatie over onze Europese activiteiten
vindt u verder bij de verslagen van de betreffende
producten.
De lijst van producten waarvoor COPRO actief is in
het kader van de CE-markering wordt steeds groter
(zie kader).
Uittreksel uit de officiële lijst op de website van de Europese Commissie:
http://ec.europa.eu/enterprise/newapproach/nando
Circulation fixtures:
• Road marking products: Drop-on materials (glass beads, anti-skid aggregates and combinations
of the two) (for circulation areas)
• Road marking products: retroreflecting road studs (for circulation area)
• Vehicle restraint barriers: transition barriers (for circulation areas)
Geotextiles:
• Geosynthetics (membranes and textiles), geotextiles, geocomposites, geogrids, geomembranes
and geonets used: as fluid or gas barriers (in roads, railways, foundations and walls, drainage
systems, erosion control, reservoirs and dams, canals, tunnels and underground structures,
liquid waste disposal or containment, for solid waste storage or waste disposal)
Aggregates for uses with high safety requirements:
• Aggregates and fillers for concrete, mortar and grout (in buildings, roads and other civil engineering work)
• Aggregates unbound and hydraulically bound mixtures (for roads and other civil engineering works)
• Armourstones (for hydraulic structures and other civil engineering works)
• Railway ballast (for railway works)
• Fillers for bituminous mixtures and surface treatments (for roads and other civil engineering works)
• Aggregates for bituminous mixtures and surface treatments (for roads and other civil engineering
works)
Road construction products:
• Surface treatments (for surface treatments of roads)
• Bituminous mixtures (for road construction and surface treatment of roads)
15
BEHEER ONDERAANNEMING
Voor onze activiteiten is samenwerking met andere instellingen onontbeerlijk.
COPRO voert zelf geen proeven uit dus doen wij een beroep op een pool van
labo’s. Als COPRO niet zelf optreedt als keuringsinstelling doen andere keuringsinstellingen in binnen- en buitenland inspecties en audits voor ons. De belangrijkste redenen daarvoor zijn het optimaal benutten van competenties en
middelen en het reduceren van onnodige verplaatsingskosten.
Voor COPRO is deze samenwerking een verrijking. Wij hopen dat voor al de
instellingen die opdrachten voor ons uitvoeren hetzelfde geldt.
COPRO doet enkel een beroep op geaccrediteerde instellingen zodanig dat we
een basisvertrouwen kunnen hebben in het geleverde werk. Toch doen wij nog
een opvolging en evaluatie van de labo’s en keuringsinstellingen. De resultaten
daarvan ziet u hierna.
Laboratoria
De evaluatie van rapporten en resultaten laat ons toe fouten vast te stellen.
Door het systematisch registreren van deze fouten als klacht krijgen wij een
overzicht van de problemen of probleempjes.
Belangrijkste doel van deze registratie en de gevolgen die eraan worden gegeven is het labo toe te laten aandacht te besteden aan deze onvolkomenheden. Op
die manier kan het labo zijn werkwijze en kwaliteitsniveau optimaliseren. Het
labo maar ook COPRO en de klanten van COPRO hebben daar alle belang bij.
AbWY^j[del[hbWXehWjeh_W
)*
)%
6VciVa`aVX]iZc
(*
(%
'*
'%
&*
&%
*
%
'%%(
'%%)
'%%*
'%%+
?VVg
'%%,
'%%-
16
Het aantal klachten is gedaald in 2008. Dit bewijst
dat onze aanpak blijkbaar doeltreffend is. Hopelijk
zet deze tendens zich volgende jaren door.
7WhZlWdZ[abWY^j[d
IdiVVa
;VXijgVi^Z
KZgbZaY^c\VXXgZY^iVi^Z
7ZlVg^c\bdchiZgh
IZgb^_c
GZhjaiViZc
BZi]dYZ
KZghaV\
%
*
&%
&*
'%
'*
(%
(*
)%
'%%-
Keerzijde van de daling van het aantal klachten is
dat de klachten betreffende de gevonden resultaten
en de gevolgde proefmethoden is toegenomen resp.
hetzelfde is gebleven. Samen maken ze toch goed ¾
van alle klachten uit. Dit is enerzijds vrij ernstig aangezien dit toch wel de kern van de taak van een labo
betekent, anderzijds moeten we ook niet dramatiseren gezien het grote aantal proeven dat jaarlijks
wordt uitgevoerd. De omschakeling van Belgische
naar Europese proefmethodes is mogelijks een verklaring voor de toename.
Positief is dan weer dat een aantal punten duidelijk
is verbeterd: er zijn geen problemen meer met het
bewaren van monsters en het vermelden van de accreditatiestatus en het aantal opmerkingen over de
verslagen is sterk afgenomen.
Keuringsinstellingen
In vergelijking met de veelvuldige opdrachten die
labo’s voor COPRO uitvoeren is de onderaanneming
door keuringsinstellingen (nog) relatief gering. In
2008 waren er geen klachten over keuringsinstellingen.
De samenwerking met de meestal buitenlandse keuringsinstellingen is ook een hefboom om COPRO te
profileren op het Europese niveau.
)*
'%%,
17
SERVICE INTERNE POUR LA
PREVENTION ET LA PROTECTION
Le dictionnaire Petit Robert définit le mot “sûr” comme suit :
Sûr (adj.) [du grec poimèn (berger), la signification de base est ‘protéger’]
1. hors de danger, protégé contre les dangers
2. de telle façon qu’on ou que quelque chose soit protégé contre un danger
ou une corrosion
3. évitant du danger, offrant de la sécurité
Travailler en sécurité signifie donc travailler avec peu de risques. Travailler
en sécurité est aussi se protéger contre les dangers. Mais pas nous protéger à
nous seuls. Aussi nos collègues. Un conseiller de prévention doit donc veiller
sur son troupeau comme le fait un bon berger.
Le port d’un casque sur le lieu de travail, l’obligation de l’employeur de
prendre certaines mesures lors de risques de santé, l’interdiction pour les
femmes enceintes d’exécuter certaines activités, … Voilà quelques exemples
concrets de mesures existantes qui se rapportent au bien-être sur le lieu travail.
Le bien-être au travail est d’ailleurs un terme utilisé aussi bien dans certains
domaines classiques que pour parler d’autres aspects plus nouveaux qui ont
à voir avec la sécurité.
• la sécurité au travail qui a pour but d’éviter des accidents de travail;
• la médecine du travail qui a pour but d’éviter des maladies de travail;
• l’hygiène de travail qui a pour but de combattre les conséquences négatives
qui sont liées à la nature de l’activité;
• l’ergonomie, qui a pour but d’adapter le travail à l’homme;
18
• des disciplines plus récentes, comme la chasse
au stress, des mesures contre les tracasseries
sur le lieu de travail, les intimités sexuelles non
désirées et la violence.
Vous l’aurez constaté, travailler chez COPRO comprend quand même certains risques.
La sécurité, le bien-être au travail,…
ça c’est COPRO !
• ‘La formation’ est une partie importante de notre
accréditation BELAC. C’est pourquoi nous formons nos nouveaux membres du personnel à
devenir des collègues COPRO sûrs, à l’aide d’une
fiche d’accueil.
Personnel
Responsable SIPP. : Renée Declerck
Activités en 2008
• Nous avons eu trois accidents de travail en 2008,…
malheureusement. Mais sans lésions inguérissables,… heureusement.
• Un médecin d’entreprise d’ADHESIA, notre Service
Externe pour la Prévention et la Protection au
Travail a fait une analyse de risques.
Les risques suivants ont été détectés :
• Risque de silicates poussiéreux, des tests de respiration fonctionnelle (spirométrie) sont conseillés;
• des risques de surcharge physique ou mentale par
des circonstances ergonomiques (travail d’écran);
un examen médical orthopédique est conseillé.
C’est pourquoi les examens médicaux seront organisés dès 2009.
• De plus, nous avons réactualisé quelques documents et notre responsable secourisme Marga
De Bruyn continue à suivre ses cours de formation annuelle …
La sécurité au travail est et reste donc un thème
actuel au sein de COPRO !
INFORMATICA
Algemeen:
Dankzij de deskundige hulp van Marc Buffet (Osiatis)
en Stijn Smets (Next Application) slaagde Raf er in
om het jaar door te komen zonder al te veel noemenswaardige informaticaproblemen.
Windows Vista werd gewikt, gewogen en op sommige vlakken serieus te licht bevonden. Maar dankzij
verschillende fine-tunig-truukjes kon de gebruiksvriendelijkheid toch een klein beetje verhoogd worden.
Website:
De site www.copro.eu werd, na de lancering in 2007,
verder kritisch opgevolgd. Hiervoor werden er verschillende criteria vastgelegd :
• snelheid
• gebruiksgemak
• correctheid gegevens
• bezoekersfrequentie
Op al deze vlakken scoort de site redelijk. Opvallend is
dat de bezoekersfrequentie constant blijft. Tijdens een
surfsessie wordt hoofdzakelijk het zoekgedeelte (certificaten, technische fiches, documenten, …) bezocht.
Dit betekent dat de site toch voor velen een hulmiddel is om bepaalde gegevens snel op te vragen en
te controleren.
Wil je op de hoogte blijven van nieuwsitems op de
site, kun je je steeds abonneren op de feeds van
www.copro.eu. Klik hiervoor op het RSS-logo (
)
op de site voor meer info.
Indien je graag bijkomende zaken op onze site zou
willen zien, kan je steeds contact opnemen met de
webmaster ([email protected])
Verantwoordelijken:
Marc Buffet van Osiatis, Stijn Smets van Next-application en Raf Pillaert van Copro.
Perspectieven 2009:
Een eerste grote uitdaging voor 2009 is de geplande
verhuis naar onze nieuwbouw. Zoals iedereen wel zal
begrijpen is een verhuis van servers / computers /
faxen / printers / … in principe niet moeilijk, maar
Murphy zal wel om de hoek staan wachten om van
zich te laten spreken.
Een andere grote uitdaging is de installatie van een
nieuwe server die het gebruiksgemak binnen COPRO
zal vergroten (snelheid en opslagruimte).
19
20
Balans / Bilan 31.12.2008
ACTIVA
ACTIF
31.12.2008
A.
VASTLIGGEND
1 240 113,44
A.
IMMOBILISES
A1. Website
10 390,00
A1. Site internet
A2. Terreinen
55 776,04
A2. Terrains
A3. Bebouwde terreinen
(aanschaffingswaarde)
1 501 044,72
A4. Installatie, uitrusting
(aanschaffingswaarde)
368 989,15
A4. Installation, équipements
(valeur d’acquisition)
A5. Mat., meubilair, roll.
(aanschaffingswaarde)
305 545,60
A5. Matériel, mobilier, machines
(valeur d’acquisition)
A6. Software
104 739,90
A6. Software
A7. Afschrijvingen
A8. Waarborgen
B.
REALISEERBAAR
B1. Klanten
B2. Op te stellen facturen en
credietnota’s
A3. Terrains bâtis (valeur d’acquisition)
-1 130 433,77
24 061,80
A7. Amortissements
A8. Garanties
1 152 735,00
B.
1 034 631,98
B1. Clients
CREANCES
B2. Factures et notes de crédit à émettre
114 657,96
B3. Borgtochten R.S.Z.
0,00
B3. Cautionnements ONSS
B4. BTW-rekening
0,00
B4. Compte-courant TVA
B5. Overlopende rekeningen
C.
BESCHIKBAAR
C1. Vastrentende effecten
Geboekte waardeverminderingen
3 445,06
B5. Comptes de régularisation
4 345 145,95
C.
3 971 918,09
C1. Titres à revenu fixe
-25 332,50
DISPONIBLES
Dépréciations
C2. Spaarrekening
224 802,19
C2. Compte d’épargne
C3. Bank
172 749,22
C3. Banque
C4. PCR
0,00
C5. Kas
1 008,95
C5. Caisse
6 737 994,39
TOTAL
TOTAAL
C4. CCP
21
PASSIVA
PASSIF
31.12.2008
A.
EIGEN VERMOGEN
A1. Beginvermogen
287 556,49
287 556,49
A2. Resultaat van het boekjaar
B.
A.
PATRIMOINE PROPRE
A1. Patrimoine de départ
A2. Résultat de l’année comptable
BESTEMDE FONDSEN
5 901 798,98
B.
B1. Fondsen bestemd voor
sociaal passief
2 368 358,13
B1. Fonds affectés pour passif social
B2. Fondsen bestemd voor
investeringen
2 287 965,10
B3. Andere bestemde fondsen
1 245 475,75
C.
VOORZIENING RISICO’S & LASTEN
C1. Voorziening voor sociaal passief
C2. Voorziening voor risico’s
D.
SCHULDEN KORTE TERMIJN
D1. Leveranciers
D2. Te ontvangen facturen
D3. Te betalen vakantiegeld
D4. Te betalen BTW
D5. Te betalen bedrijfsvoorheffing
en wedden
TOTAAL
FONDS AFFECTES
B2. Fonds affectés pour investissements
74 368,06
0,00
74 368,06
474 270,86
178 788,48
12 944,61
247 286,15
35 459,63
B3. Autres fonds affectés
C.
PROVISION RISQUES ET CHARGES
C1. Prévision pour social passif
C2. Prévision pour risques
D.
DETTES A COURT TERME
D1. Fournisseur
D2. Factures à recevoir
D3. Pécule de vacances à payer
D4. TVA à payer
D5. Précompte et salaires à payer
-208,01
6 737 994,39
TOTAL
22
ADMINISTRATION
ET SERVICE DU
PERSONNEL
Notre président, Fernand Desmyter et notre directeur, Erik Barbé ont déjà disserté à souhait à propos
de nos 25 ans d’existence…. Passons donc au chapitre suivant !
Au plan du personnel, on pourrait dire que 2008
fut le reflet parfait de 2007, puisque, ces deux années, il a compté le même nombre de personnes :
trente-deux. Toutefois, plusieurs mouvements sont
intervenus : certains s’en sont allés, cependant que
d’autres furent engagés; mais de plus, on a vu des
gens rejoindre nos équipes, pour ensuite les quitter…
et revenir après ! De quoi se poser parfois, quelques
petites questions, évidemment…
Tout compte fait, contentons-nous de dire que quatre
nouvelles personnes furent embauchées en 2008 :
• Hilde Bellemans renforce l’administration par ses
talents de traductrice.
• Ruben Verbeke assure le bon fonctionnement des
différents chantiers.
• Davy Verbeeren apporte sa pierre à l’édifice - en
béton, donc - de l’équipe du même nom.
• Dorien Desmet, le rayon de soleil de l’équipe des
granulats recyclés, en accroît encore les accents
féminins : elles sont trois, désormais !
Pour le reste, 2008 ne fut pas l’année des grands
chambardements, ni au niveau organisationnel,
ni au niveau informatique. Ni, d’ailleurs à quelque
autre niveau, si ce n’est que la construction en cours
de notre futur nid, nous donna un peu plus travail.
Mais qu’est-ce donc que ce petit surplus de besogne
face au rêve que nous nourrissons tous d’enfin
pouvoir nous installer à Zellik ?
On n’en oubliera pas pour autant, le traditionnel
carnet rose : la famille - au sens plein du terme s’est agrandie encore ! Profitons de l’occasion pour
répéter nos félicitations à l’adresse de celles et de
ceux qui sont devenus mamans et papas pour la
première fois ! Sans oublier, bien évidemment, les
heureuses et les heureux qui le sont redevenus !
On ne réfléchirait pas à l’éventualité d’ouvrir une
crèche chez COPRO ?
23
WERFGERICHTE CONTROLES 2008
Sinds 2003 heeft COPRO heel wat werfgerichte controles uitgevoerd. Bedoeling
van deze controles is om de missing link tussen de certificatie van de producten
en de levering ervan op de werf op te vangen. We willen ervoor zorgen dat wat
door de bouwheer gevraagd wordt ook geleverd wordt op de werf.
De controles worden in overleg met de bouwheer vastgelegd volgens de noden
van de werf. De toegevoegde waarde van COPRO bij werfgericht toezicht is des
te groter naarmate de producent beschikt over een efficiënt en transparant
zelfcontrolesysteem.
Bij de controle van asfalt en stortbeton wordt de productie voor deze werf bijkomend gecontroleerd. Interne proeven worden bijgewoond en stalen worden
opgestuurd voor externe beproeving door geaccrediteerde labo’s. Beide resultaten worden met elkaar vergeleken en zo wordt de betrouwbaarheid van de
zelfcontrole bepaald. Indien nodig gebeurt er een type onderzoek en is er een
initiële inspectie van de centrale en haar productiecontrole.
Het afgelopen jaar was COPRO o.a. actief op onderstaande werven:
• N49-Beveren-Zwijndrecht
• N25
• Taxiway luchthaven Zaventem
• E19 Slijtlaag Vilvoorde Zemst 1e fase
• Brussels Airport W3-F4
• E17-Sint Niklaas
• …
Bij de controle van prefabproducten en producten die niet specifiek voor een
bepaalde werf gefabriceerd werden, worden het certificaat, de technische fiche
en de leveringsbonnen gecontroleerd naar conformiteit met het bestek. Steekproefsgewijs gebeurt er een rondgang op de werf waarbij de geleverde producten nagezien worden.
De controles uitgevoerd op de N211 waren van deze aard.
Op vraag van de opdrachtgever kunnen we nog een stapje verder gaan. Daarbij neemt de controleur een deel van de taken van een werftoezichter op zich.
Zo voerde onze controleur Gaëtan Pluym op het project Diabolo dergelijke controles uit.
24
Van elk controlebezoek wordt een verslag opgesteld dat vaak de dag zelf reeds aan de betrokkenen
bezorgd wordt. Bij problemen wordt uiteraard de
bouwheer onmiddellijk telefonisch geïnformeerd.
Op het einde van elke werf wordt een eindverslag
opgemaakt met een overzicht van alle bevindingen,
verslagen,…
Le certificat, la fiche technique et les bons de livraison sont contrôlés sur la conformité avec le cahier
des charges lors de contrôles de produits préfabriqués et de produits qui ne sont pas spécifiquement
fabriqués pour un chantier déterminé. Nous parcourons par ci par là le chantier où les produits livrés
sont examinés.
Les contrôles effectués sur la N211 étaient de cette
nature.
LES CONTROLES
ASSISTANCE CHANTIERS
2008
COPRO a déjà effectué, depuis 2003, plusieurs
contrôles orientés chantiers. Le but de ces contrôles
est d’essayer de créer le lien manquant entre la certification des produits et la livraison de ceux-ci sur le
chantier. Nous tenons à veiller à ce que les produits
demandés par le maître de l’ouvrage soient également livrés sur le chantier.
Les contrôles sont fixés en concertation avec le maître
de l’ouvrage selon les besoins du chantier. La valeur
ajoutée de COPRO, lors de l’assistance chantier, est
d’autant plus grande lorsque le producteur dispose
d’un système d’autocontrôle efficient et transparent.
La production de l’asphalte et du béton prêt à l’emploi pour ce chantier est davantage contrôlée. Nous
assistons à des essais internes et des échantillons
sont envoyés pour examen externe par des laboratoires accrédités. Les deux résultats sont alors comparés et c’est ainsi que la fiabilité de l’autocontrôle
est déterminée. Si nécessaire, un examen type est
réalisé et une inspection initiale de la centrale et de
son contrôle de production est faite.
Dans l’année écoulée, COPRO a été en autres active
sur les chantiers suivants :
• N49 : Beveren-Zwijndrecht
• N25
• Taxiway aéroport de Zaventem
• E19 : couche d’usure Vilvoorde Zemst 1ère phase
• Brussels Airport W3-F4
• E17 : Sint-Niklaas
Nous pouvons encore aller plus loin à la demande du
maître de l’ouvrage. Le contrôleur prend, en outre,
une partie des tâches du responsable de l’assistance.
C’est ainsi que notre contrôleur Gaëtan Pluym a effectué des contrôles similaires sur le projet Diabolo.
Nous établissons un rapport de chaque visite de
contrôle qui, pour la plupart du temps, est transmis
aux intéressés le jour même. Il va de soi qu’en cas
de problèmes, le maître de l’ouvrage est immédiatement informé téléphoniquement.
A la fin de chaque chantier, un rapport final est
élaboré contenant un aperçu de toutes les constatations, des rapports, ….
N25, Haasrode: vernieuwing
van het afrittencomplex E40/N25
Werf
Opdrachtgever:
Wegen en Verkeer Vlaams
Brabant
Uitvoeringsperiode: 10/2007- 02/2009
Aannemer:
BETONAC
Controles
N49: Beveren - Zwijndrecht
Werf
Opdrachtgever:
Wegen en Verkeer Antwerpen
Uitvoeringsperiode: 02/2008- 06/2008
Aannemer:
D.Stadsbader-Flamand
Controles
Werfcoördinatie:
Raf Pillaert
Keurders:
Gaëtan Pluym, Luc Verbustel
De werken hadden tot doel het vernieuwen van de betonverharding van de N49 van Beveren Zwijndrecht.
In 2007 werd reeds de andere richting vernieuwd, ook
hierbij voerde COPRO werfgerichte controles uit.
COPRO heeft ter assistentie van de leidend ambtenaar de producties van een aantal betonproducties
bestemd voor deze werf gecontroleerd. De controles
gebeurden in opdracht en in samenspraak met de
leidend ambtenaar.
Een moeilijkheid bij de opdracht van de aannemer
was dat de opgebroken betonplaten als puingranulaat diende herbruikt te worden in de onderlaag van
de nieuwe betonplaat. Zo heeft COPRO de initiële
proeven (ITT’s) op de betonsamenstellingen en de
producties van de puingranulaten van nabij gevolgd.
Werfcoördinatie:
Raf Pillaert, Ruben Verbeke
Keurders: Beton:
Asfalt:
Gaëtan Pluym, Luc Verbustel
Nico Torck
Dit verkeersknooppunt werd hertekend met een rotonde langs de N25 ter hoogte van de op- en afritten
(kant Leuven) en met een ontdubbeling van de afrit
Leuven/Blanden (langs E40 in de richting Luik)
De oprit naar E40 (richting Luik) diende volledig
heraangelegd te worden; de op- en afritten (kant
Leuven) naar de nieuwe rotonde slechts gedeeltelijk.
Langs de N25 komt een dubbelrichtingsfietspad met
een ondertunneling van het complex.
De productie van het asfalt gebeurde in één COPROgecertificeerde centrale.
Er werd een niet geregistreerd mengsel voorgesteld.
Dit werd uitzonderlijk aanvaard door het bestuur om
de afrit op de E40 komende van Luik tijdig te openen. De productie van het beton gebeurde in twee
BENOR-gecertificeerde centrales. Het beton was
echter niet-BENOR-gecertificeerd.
COPRO heeft ter assistentie van de leidende ambtenaar de producties van een aantal beton- en asfaltmengsels bestemd voor deze werf gecontroleerd.
25
Deze werken omvatten de heraanleg van de Wolvertemsesteenweg of N211 te Grimbergen en Meise.
26
Brussels Airport/Rénovation
des taxiways le long de la 25R
Diabolo: ontsluiting luchthaven
Chantier
Maître de l’ouvrage :
Brussels Airport
Période de réalisation : 04/2008 - 12/2008
Entrepreneur : VERHAEREN
Contrôles
Coordination de chantier :
Raf Pillaert, Ruben Verbeke
Inspecteurs :
COPRO voerde voorafgaand een technische keuring uit
van de technische fiches en bijhorende certificaten
van de voorziene materialen. Op geregelde tijdstippen
kijkt een controleur van COPRO op de werf de leveringsbonnen en de gebruikte materialen na. Alle opmerkingen van de controleur worden in een verslag genoteerd
en aan de bouwheer en de aannemer bezorgd.
l’équipe de l’asphalte sous la direction de Raf Pillaert
Les travaux consistaient en le renouvellement des
couches supérieures d’asphalte des taxiways et des
accotements.
Le travail était répandu sur deux années. La deuxième partie a été effectuée dans le courant de 2008.
La tâche de COPRO consistait à vérifier la conformité
des mélanges proposés avec le cahier des charges
et, lors de la production, examiner la conformité avec
le mélange approuvé. COPRO a, dans ce cadre-là,
assisté aux essais internes de la centrale d’enrobage
et a pris des échantillons pour les épreuves externes.
Les résultats ont été évalués à chaque fois.
N211: Grimbergen - Meise
Werf
Opdrachtgever:
Wegen en Verkeer Vlaams
Brabant, Gemeente Meise,
Gemeente Grimbergen
Uitvoeringsperiode: vanaf 03-2008
Aannemer:
Verhaeren
Controles
Werfcoördinatie:
Raf Pillaert, Ruben Verbeke
Keurders:
Renée De Clerck
Werf
Opdrachtgever:
Wegen en Verkeer Vlaams Brabant
Uitvoeringsperiode:
01-2008 voor een periode van 3 jaar
Aannemer:
Publiek Private Samenwerking
Controles
Werfcoördinatie: Raf Pillaert, Ruben Verbeke
Keurders:
Gaëtan Pluym
De werken bestaan uit het aanleggen van de ondergrondse spoorverbinding van station Brussel-Nationaal-Luchthaven met de nieuwe dubbelsporige lijn
Schaarbeek-Mechelen en de bestaande spoorlijn
Brussel-Leuven. De aansluiting met de middenberm
van de autosnelweg E19 gebeurt via 2 ondergrondse
spoorwegsplitsingen onder de verkeerswisselaar
van Machelen.
De taak van COPRO bestaat onder andere uit het
controleren op conformiteit tijdens de uitvoering
der werken, aan de hand van de uitvoeringsplannen,
technische fiches,… die door de leidende ambtenaar
a priori werden goedgekeurd. Eveneens is er controle
van de uitgevoerde proeven; van het dagelijks algemeen bijhouden van de uitgevoerde activiteiten in
dagrapporten. Er kunnen ook werf- en coördinatievergaderingen,… worden bijgewoond.
PROMOTIE
bij COPRO hebben, weten dat wij de ideale partner
zijn voor die producten die in onze scope liggen.
Personeel
Ten slotte dient ook de certificatie van nieuwe producten of belangrijke wijzigingen in de reglementering voor bepaalde producten kenbaar gemaakt te
worden.
Verantwoordelijke promotie en ontwikkeling:
Philippe du Bus de Warnaffe
Verantwoordelijke promotie en coördinatie van
werven: Ruben Verbeke
Waarom promotie?
COPRO wil zich actief profileren als aanspreekpunt
voor al wie waarborgen wenst over de kwaliteit van
de wegenbouwproducten. In eerste instantie denken
we daarbij aan producten voor het wegennet, maar
ook voor luchthavens, havendokken, privéterreinen,
(overdekte) parkings en terreinen, aanleg van rioleringen, sanering van terreinen.
We richten ons tot al wie betrokken is bij het beleid,
het ontwerp, de coördinatie, het toezicht, de plaatsing, de controle, maar ook tot de fabrikanten en
leveranciers van bouwproducten.
Zijn de firma COPRO en haar activiteiten voldoende
bekend bij deze partijen? Is het voordeel van het gebruik van gecertificeerde producten voldoende duidelijk?
Uit diverse contacten bleek duidelijk dat er ook een
aantal misverstanden zijn over de reikwijdte van onze
certificatie en de inhoud van onze werf- of projectgerichte controles. Daarom werd er in 2008 beslist om
actief te gaan werken aan promotie, om te zorgen dat
COPRO nog beter bekend raakt.
Doelstellingen
COPRO wil het belang en de inhoud van certificatie
verduidelijken bij alle betrokken partijen. Het is voor
de geloofwaardigheid van de kwaliteitsmerken van
het grootste belang om na te kijken wat nu precies
gecertificeerd is, namelijk de informatie die op het
certificaat en/of de technische fiche vermeld staat.
Verder is het nuttig om actief promotie te maken voor
onze activiteiten in het kader van de CE-markering,
zodat ook klanten die nog geen vrijwillig keurmerk
COPRO wil zich hier profileren als een keuringsinstelling en certificatie-instelling die de ideale partner is
om volgens de regels van het vak de conformiteit van
de producten of van de zelfcontrole te certificeren.
Info en opleiding
Eén van de peilers van de promotie berust op correct
informeren. COPRO engageert zich om opleidingen en
infosessies te geven om onze activiteiten en de meerwaarde van de certificatie te verduidelijken.
De sessies worden aangepast aan het doelpubliek:
werftoezichters, architecten, leidende ingenieurs,
ontwerpers, fabrikanten, kwaliteitsverantwoordelijken, …
Ook de inhoud van de sessie wordt aangepast aan het
doelpubliek, stortbeton, prefabbeton, asfalt, grond,
puingranulaten, gietijzeren deksels, vangrails, hydraulische mengsels, …
De beheersing van de kwaliteit van de gebruikte
producten op zich is geen voldoende waarborg voor
de realisatie van de werken. Als de werken correct
uitgevoerd worden met de gepaste producten is het
resultaat al veel beter geborgd. Via de activiteiten
van COPRO kunnen we bijdragen tot het verwezenlijken van kwaliteitsvolle en duurzame werken.
In de loop van 2008 werden reeds infosessies gepland over asfaltcertificaties, die begin 2009 bij MOW
en SPW gebracht werden. Verder is ook een infosessie georganiseerd bij ORI, de beroepsvereniging van
studiebureaus in februari 2009.
De website werd verder uitgewerkt zodat alle informatie binnen handbereik is.
COPRO zal in 2009 nog infofolders uitwerken over
de verschillende producten en activiteiten die kort
verduidelijken wat deze inhouden en waar er verdere
informatie over kan gevonden worden.
27
28
De personeelsleden van COPRO dienen actief deel te
nemen aan
• vakbeurzen zoals de concrete day (betondag),
congressen van asfalt en bitumen zoals “Eurasphalt & Eurobitume congress” en de bitumendag,
• opleidingssessies, zowel de sessies die door
COPRO georganiseerd worden als cursussen
zoals de wintercursussen van het OCW.
Klantentevredenheid
De gecertificeerde fabrikanten kunnen ook hun
steentje bijdragen. Zij kennen als de beste de meerwaarde van hun certificatie. Via het certificaat kunnen ook zij duidelijk naar hun klanten toe promoten
dat zij producten aanbieden waarvan de conformiteit
door een serieus organisme wordt nagegaan.
29
Betonsector
Secteur Béton
GEPREFABRICEERDE
CEERDE
BETONPRODUCTEN
PRODUCTEN
Controles
troles in opdracht van de vvzw
w Probeton
Het
et aantal bezoeken in opdracht van Probeton
obeton daalde in 2008
8 met 10 procent
pr
proce ten
ervoor.
opzichte van het jaar erv
kaderde in de vermindering
tijdens de
Deze daling kade
dering van het aantal
antal
al bezoeke
bezoeken ti
inleidingsperiode tot de toekenning
inleidingsperio
ning van het merk,
me k, in het herleiden
herl
herleide van het
van het IZC-systeem
slechts
aantal auditbezoeken
auditb
ZC-systeem tot sl
echts
ts één bezoek
bezoe om de drie jaar
fabrikant
en tenslotte
tenslott verminderde ook
ok het aantal extra
ext a door
oor de fabri
fabrikan gevraagde bezoeken.
voor de certifi
machtigingsperiode
bleven nagenoeg
De bezoeken
bezo
ertificatie in de machtigingsperiod
chtigingspe
gelijk.
betreft het toepassen
zelfcontrolesysteem,
kortweg
Wat be
ssen van het iindustriële
dustriële
striële zelf
zelfcon
IZC-systeem genoemd,
start velen het
IZC-sys
d, stellen we vast
v t dat
at na de enthousiaste
e
enth
handboek veilig hebben
dat het constant
handbo
n weggeborgen.
weggeborgen Hierdoor
rdoor zijn ze
z vergeten
v
en bijgestuurd te worden
wijzigingen binnen het bedrijf.
dient aangepast
aa
den met de wijzig
wi
Correctieve acties dienen niet enkel genomen
worden naar aanleiding van
Correctie
omen te w
word
vaststellingen van het controle-organisme.
vaststellin
sme
e.
is voor veell fabrikanten
Een dringend
dringen groot onderhoud van het kwaliteitssysteem
aliteitssyst
wenselijk, willen
will zij in de toekomst blijven
jven
n voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen en regels.
Voor de certificatie op b
basis van Europese
ese normen blijven
b
blijven de regels voor de ominitiële typeproeven een groot
schakeling van frequenties en de regels
ls voor de ini
initiël
groo
struikelblok
kwaliteitscontroleurs
van
uikelblok voor de uitvoerende kw
teitscontroleurs
tscontrole
an de fabrikanten.
fabrikante
Tevens stellen wij bij de leidingelem
leidingelementen
nten
n vast dat de Europees voorziene frequenties voor
or bepaalde controles veel
ve te laag
aag zijn om een
e constante kwaliteit te
waarborgen.
Gelukkig passen heel wat van de fab
fabrikanten
kanten verhoogde
verhoogd frequenties toe.
Productverantwoordelijke
Staf Devalck
Keurders
Renée Declerck,
Gaëtan Pluym,
Luc Verbustel
en
Davy Verbeeren
worden aangevraagd.
30
KOMO-controles voor KIWA nv
Het aantal controles daalde opnieuw wezenlijk. Enerzijds door de opzegging van het KOMO-merk ten gevolge van de overname van één bedrijf en anderzijds
door het verminderen van het aantal bezoeken van 8
naar 7 per jaar voor het KOMO-merk en van 4 naar 3
bezoeken voor het Nederlands bouwstoffenbesluit.
Partijkeuringen
Bij de partijkeuring van betonproducten heeft zich
een stabilisatie van het aantal aanvragen voorgedaan
en blijft het aantal keuringen plus minus gelijk aan
vorig jaar.
Vooruitzichten
Na de verwachte sluiting van meerdere fabrieken
door de Ierse groep CRH verwachten wij in 2009 een
verder optimalisatie van deze bedrijven waardoor
producten van productielocatie zullen veranderen.
Hierdoor gaan zowel een aantal machtigingen verdwijnen maar zullen ook een aantal nieuwe machtigingen
Voor de betonnen bekuipingen blijven de fabrikanten
afwachten totdat de bestellingen voor kleinschalige
zuiveringsinstallaties op gang komen.
Op dit ogenblik hebben de bevoegde overheidsdiensten reeds de nodige plannen opgemaakt van welke
woningen in aanmerking komen om op kleinschalige
zuiveringsinstallaties aangesloten te worden.
De Europese limietdatum om alle woningen op één
of ander systeem aan te sluiten is 2015. Nadien zou
geen enkele woning nog mogen lozen op oppervlaktewater.
Zodus hopen wij dit jaar nog een aantal nieuwe aanvragen te mogen ontvangen.
31
De taken in cijfers
Controletaken in 2008 voor de BENOR-certificatie
Inspectietype
Aantal controles
Oriëntatie bezoek
3
Inleiding tot toekenning van de machtiging
31
Machtigingcontroles
646
Voortzetting controle in de machtigingsperiode
3
Bezoek aan bouwplaats of producent wegens klacht
van een klant
5
Sanctioneel bezoek
2
Audits IZC
17
Bezoeken op vraag van de fabrikant
22
Controletaken in 2008 voor de CE2+-certificatie
Bij 7 fabrikanten werden 14 CE2+ audits uitgevoerd.
Controletaken in 2008 voor de KOMO-certificatie en het Nederlandse bouwstoffenbesluit
Van de nog 4 Belgische fabrieken met Nederlandse certificatie van vorig jaar
bleven er na juli 2008 slechts 3 over, waarvan er dan nog één slapend is.
Hierdoor daalde het aantal bezoeken tot 19 certificatiebezoeken KOMO en 7
bezoeken voor het Nederlandse bouwstoffenbesluit.
Partijkeuringen
In 2008 werden 47 controles uitgevoerd en 36 partijen gekeurd.
De keuringen op geprefabriceerde betonproducten zijn als volgt verdeeld:
Product
Boor- of staalvezelversterktebuizen
Poreuze betonbuizen
Normatief
document
Aantal
partijen
NBN B21-106
14
PTV 104
2
Andere straatstenen
Genormaliseerde inspectieputten
8
NBN B21-101
2
Kokerelementen
PTV 102
2
Infrastructuur
PTV 100
1
-
7
Allerlei
32
LE BÉTON
ÉTON PRÊT
PRÊ
ÊT
T À L’EMPLOI
L’EM
L’E
2008
Contrôles
es BENOR
Après l’année
année d’introd
d’introduction
ction
n des nouveaux
nouvea
nou
certificats selon la norme
me européenne, où il n’y a pas eu de change
changement d’organisme de contrôle, 11 autres
changemen
centrales ontt été assignées
2008, dont deux centrales doubles.
i ées à COPRO en 2
Dans ces centrales nous avons
ons effectué
effectu en
e 2008 64 visites techniques,
niques, 10 visites
audit et une visite complémentaire.
éme
entaire.
Responsable
produit
Staf Devalck
Contrôleur
Gaëtan Pluym,
Luc Verbustel
Une visite technique prend
Nous contrôlons
nd une journée.
journ
ntrôlons alors la production,
essais
ll’équipement du labo, nous
us vérifions les
l e
sais types et nous prenons quelques
quelqu
échantillons pour un essai
écha
ai de contrôle entre
en re le labo interne et le labo externe.
exte
Les visites audit par contre,
deux journées, dont au moins u
une journée
re, occupent deu
dans la centrale.
nouss contrôlons
de qualité et il est
Lors de ces visites no
ontrôlons le contenu
c ntenu du manuel
man
testé à son application.
application
Nous contrôlons également
égale ent l’exécution
l’exécutio et
e l’interprétation des essais types et le
fonctionnement
nctionnement du laboratoire.
lab ato
oire.
Avec ceci,
qu’il dispose des moyens et des recettes
ci, le fabricant doit
oit prouver qu’i
adéquats pour fabriquer
les bétons qui sont mentionnés dans son catalogue et
i
ceci d’une manière contrôlée et avec suffisamment de garantie de qualité.
Pour 2008 la version 2.2 du règlement d’application
550, à appliquer dès le 1er août, était importante.
Une des innovations ici est que l’audit du laboratoire est organisé d’une autre façon. L’inspection
de l’équipement se fait maintenant pendant les visites techniques. Le fonctionnement, l’organisation,
les responsabilités du personnel etc. sont évalués
pendant l’audit FPC dont la durée a été prolongée
jusqu’à 2 journées entières. Ce qui est nouveau, c’est
qu’on prévoit du temps pour préparer l’audit sur
base du manuel qui nous est envoyé. Après l’audit
nous réservons également du temps sur place pour
suivre les actions correctives demandées et pour
compléter le rapport.
D’autres adaptations étaient entre autres une révision des règles pour la validation de recettes et
l’application du concept de famille, pour l’usage du
four à micro-ondes comme méthode alternative pour
brûlage de béton frais et des règles pour la réception
de granulats et de cendres volantes.
33
34
35
GEBAKKEN STRAATSTENEN
TRAATSTENEN
Controlebezoeken:
ezoeken:
In 2008
8 werden bij de verschillende producenten
pro centen 15 Technische
Techn sche Controlebezoeken
Controlebezo ken
en 4 FPC-audits (Factory Production C
Control)
uitgevoerd..
ntrol) uitgevoer
toepassingsreglement
Zoals voorzien in het toepa
ment (TRA BB 204)
204) werden de Technische
T
Tech
uitgevoerd bij de Belgische verdeler
gecontroleerde
Controlebezoeken u
verde er van de geco
gecontr
Alle Technische Controlebezoeken
werden
producenten. All
trolebezoeken w
erden
en uitgevoerd
uitgevoe bij
b SteenSaegher, aangezien COPRO
handel De Sae
OPRO enkel de producenten
p oducenten
ucenten met deze
de verdeler
werden
toegewezen kreeg. De FPC-audits
dits daarentegen w
en uitgevoerd
uitgevoer bij
bi de producent
plaatse. De FPC-audit bij
Oberlausitz
door BCCA i.p.v.
ter plaatse
ij AKA Oberlaus
tz werd uitgevoerd
uitgevo
Dit tgv de verre verplaatsing
gecombineerd kan worden
COPRO. D
erplaatsing die door
oor BCCA geco
gecomb
producenten
De bevindingen
met andere
and
n die door hen gecontroleerd
econtroleerd
ontroleerd worden.
wor
van deze
werden
gecommuniceerd naar COPRO
en opmerkingen
opm
ze FPC-audit we
den
n goed gecomm
geco
opgevolgd
van de Technische
zodat deze
d
d konden worden
word n bij de uitvoering
uitvoeri
uitvo
Controlebezoeken.
Contro
De voordelen
voo
van een bezoek bij de produce
prod
producent ter plaatse zijn
n
legio:
• de produ
productie, opvolging en eventuele
le bijsturing van de kwaliteit
eit kan direct
nagegaan w
worden.
duidelijk beeld gevormd
waarop de resultaten,
• er wordt een du
rmd
d van de wijze
w
die voorgelegd word
worden tijdens een
Controlebezoek,
n Technisch Co
trolebezoek, tot stand
gekomen zijn.
• er is rechtstreeks en persoonlijk ccontact
tact
ct met de klant.
kl
klant Eventuele opmerkingen
die tijdens
gemaakt werden,
kunnen ter plaatse
dens Technische Controlebezoeken
Controlebe eken
en gemaak
we
besproken
worden.
n en behandeld worden
• eventuele onduidelijkheden
elijkheden betreffende
betr fende normen, reglementen, … kunnen
eveneens direct behandeld worden.
Zowel de klant als de keuringsinstelling
d
hebben baat bij een zo kort mogelijke communicatielijn. Een persoonlijk
gesprek laat toe zaken te verduidelijken die via mail of telefoon minder
evident zijn.
Certificatie
BENOR
Productverantwoordelijke
Staf Devalck
Keurder
Gaëtan Pluym
36
Verder werden bij elke producent monsternemingen
uitgevoerd. Deze werden beproefd bij erkende en
geaccrediteerde laboratoria in België. De overeenkomstigheid met de norm NBN EN 1344 en met de
verklaarde klassen volgens PTV910 werd nagegaan.
Tegelijkertijd kon de betrouwbaarheid van de interne
resultaten, die voorgelegd werden tijdens de verschillende Technische Controlebezoeken, getoetst worden.
In 2008 werden geen monsternemingen op de werf
uitgevoerd door COPRO. In overleg met BCCA werd
overeengekomen de monsternemingen op de werf in
2009 gericht uit te voeren, zodat minstens 1 monster
per producent op de werf genomen wordt. Deze monsternemingen op de werf zullen uitgevoerd worden
door COPRO en/of BCCA.
Ondanks hun hogere prijs, in vergelijking met gelijkaardige producten, winnen gebakken straatstenen
langzaam maar zeker terrein op de Belgische markt.
De uitstekende technische eigenschappen van gebakken straatstenen (o.a. kleurvastheid, hoge slijtvastheid, lage wateropslorping en hoge breukweerstand)
vormen de basis van dit toenemend succes.
Gecontroleerde producenten
Joosten Wessem (Nl)
Joosten Kessel (Nl)
De Bylandt (Nl)
AKA Stradalit (D)
AKA Oberlausitz (D)
Asfaltsector
Secteur des enrobés
bitumineux
37
ASFALT
Personeel
In 2008 bleef ons team ongewijzigd.
Reglement
Sinds 1 maart 2008 zijn de volgende reglementen van toepassing:
• Toepassingsreglement voor asfaltmengsels
voor de wegenbouw of voor de waterbouw
TRA 64 versie 3.0
van 2007-06-27
• Reglementaire Nota voor technische fiches,
verantwoordingsnota’s en voorstudies
RNR 01 versie 3.0
van 2007-06-14
• Reglementaire Nota voor ijking,
kalibratie en controle
RNR 02 versie 3.0
van 2007-06-27
Deze geactualiseerde reglementen houden rekening met de nieuwe Europese
normen, die sinds dezelfde datum van toepassing zijn.
Fabrikanten
In 2008 waren er 24 productie-eenheden met een COPRO-certificaat.
Gecertificeerde asfaltmengsels
Het gecertificeerde gamma van onze fabrikanten werd in de loop van 2008 volledig vernieuwd. Er was immers niet alleen het nieuwe Standaardbestek 250
(versie 2.1), er waren ook de nieuwe Europese normen.
Noodgedwongen moesten de asfaltfabrikanten er voor zorgen dat hun asfaltmengsels en technische fiches in overeenstemming waren met deze nieuwe normen.
Er werden in het voorjaar dan ook honderden voorstudies uitgevoerd. Sommige
fabrikanten werkten zelfs door in het weekend en tijdens verlofperiodes!
Certificatie
COPRO
Volgens bestek
In 2008 produceerden de COPRO-gecertificeerde asfaltfabrikanten zo’n 3,36 miljoen ton asfalt. Daarmee
zaten we terug op het niveau van 2006, na een dipje
in 2007.
Aantal gewaarmerkte
technische fiches
SB 250 2.1
0
TB 2000
0
SB 230 1.0
2
bijzonder bestek
geen (niet-gespecificeerd mengsel)
(,*%%%%%
468
CCT-RW99 2004
totaal
Asfaltproductie
40
825
1335
(*%%%%%%
EgdYjXi^Z^cidc
38
Ten opzichte van 2007 is het aantal gecertificeerde
mengsels gedaald. Van de 2.900 verschillende technische fiches blijven er nu slechts 1.335 over. In
functie van het referentiedocument waar ze aan beantwoorden, zijn de technische fiches als volgt verdeeld:
('*%%%%%
(%%%%%%%
',*%%%%%
'*%%%%%%
Er zijn momenteel dus geen technische fiches meer
die beantwoorden aan het typebestek van de Waalse
of Brusselse overheid, omdat deze bestekken momenteel nog niet in overeenstemming zijn met de
geldende Europese normen.
Opvallend is ook dat slechts een klein gedeelte van
de technische fiches beantwoordt aan een bestek.
De meeste mengsels zijn niet-gespecificeerde
mengsels, ook wel privémengsels of huismengsels
genoemd. Deze mengsels zouden in principe niet
mogen worden gebruikt voor openbare werken.
&...
'%%%
'%%&
'%%'
'%%(
'%%)
'%%*
'%%+
?VVg
Gemiddeld werd er per productie-eenheid ongeveer
140.000 ton asfalt geproduceerd.
De qua geleverde hoeveelheden kleinste fabrikant
produceerde 13.000 ton, de grootste was goed voor
363.000 ton.
'%%,
'%%-
Voor 2008 hebben de fabrikanten een extra inspanning geleverd, door een zeer gedetailleerde aangifte van
productie in te dienen. Dit geeft ons nu de mogelijkheid het volgende overzicht per type te tonen:
Type asfaltmengsel
Met asfaltgranulaat
Totaal
894.790
1.865.856
2.760.646
‘type 1’
25.105
18.857
43.962
‘type 3’
71.144
918.646
989.790
‘type 4’
133.151
219.929
353.080
‘type 5’
43.602
0
43.602
tussenlaag voor beton (ABT)
27.563
0
27.563
960
0
960
0
0
0
Asfaltbeton:
asfalt met verhoogde stijfheid (AVS, EME)
‘type 8’
asfalt voor fundering (GB)
Zonder
asfaltgranulaat
0
0
0
593.265
708.424
1.301.689
30.212
0
30.212
0
0
0
30.212
0
30.212
Warm gewalst asfalt:
0
0
0
‘type 2’
0
0
0
niet-gespecificeerd (‘privé’)
0
0
0
Steenmastiekasfalt:
495.903
0
495.903
SMA
324.180
0
324.180
niet-gespecificeerd (‘privé’)
171.723
0
171.723
31.356
0
31.356
8.828
0
8.828
0
0
0
22.528
0
22.528
Asfaltbeton voor ultra dunne lagen:
0
0
0
RUMG
0
0
0
SME
0
0
0
niet-gespecificeerd (‘privé’)
0
0
0
Diversen:
41.412
0
41.412
open steenasfalt (GOSA)
26.551
0
26.551
zandasfalt
14.861
0
14.861
grindzandasfalt
0
0
0
asfaltmastiek
0
0
0
1.493.674
1.865.856
3.359.530
niet-gespecificeerd (‘privé’) (*)
Asfaltbeton voor zeer dunne lagen:
asfalt voor zeer dunne lagen (RMD)
niet-gespecificeerd (‘privé’)
Zeer open asfaltbeton:
ZOA
RMTO
niet-gespecificeerd (‘privé’)
Totaal
(*) Hierin zit zowel niet-gespecificeerd asfaltbeton voor onderlagen als voor toplagen.
39
Er werd opmerkelijk meer SMA geproduceerd (496.000 ton tegenover 355.000 ton in 2007).
De nieuwe mengsels zijn ABT en AVS. Het eerste werd al geregeld geproduceerd, terwijl de Vlaamse EME
blijkbaar nog (figuurlijk) van de grond moet komen.
Er is wel een grote toename van de mengsels met asfaltgranulaten. Waar het percentage met recyclage
vorig jaar nog 49 % bedroeg, ging men in 2008 ruim over de helft met 56 %!
+%
EZgXZciV\ZkVcYZVh[VaiegdYjXi^ZbZi6<
40
*%
)%
(%
'%
&%
%
&...
'%%%
'%%&
'%%'
'%%(
'%%)
'%%*
'%%+
'%%,
'%%-
?VVg
Het zijn uitsluitend de onderlagen ‘type 3’ en de toplagen ‘type 4’ en ‘type 1’ waarin wordt gerecycleerd.
In die eerste twee types is recyclage zelfs courant geworden.
Er zijn niet alleen meer mengsels waarin wordt gerecycleerd, er werd ook iets meer gerecycleerd in die
mengsels:
2008
Verbruik van asfaltgranulaat (ton)
748.311
Productie van asfalt met asfaltgranulaat (ton)
1.865.856
Percentage asfaltgranulaat in mengsels met herbruik (%)
40 %
2007
540.000
1.418.500
38 %
In de volgende tabel zien we het onderscheid tussen gespecificeerde en niet-gespecificeerde asfaltmengsels:
Type asfaltmengsel
Zonder
asfaltgranulaat
Met
asfaltgranulaat
Totaal
Gespecificeerd (volgens een bestek)
675.846
1.157.432
1.807.278
Niet-gespecificeerd (‘privé’)
817.828
708.424
1.552.252
Wat opvalt en zelfs verrast, is dat er veel meer wordt gerecycleerd in ‘bestekmengsels’ dan in ‘privémengsels’.
alle controles nu gespreid over controlebezoeken
van een volledige dag,
Controlebezoeken
In 2008 voerden onze keurders 729 controlebezoeken
uit bij de asfaltfabrikanten:
Type bezoek
Aantal 2008
Uitgebreid bezoek (T2 en T2v)
272
Kort bezoek (T1)
167
Bezoek voor monsterneming en/of beproeving
van niet-gecertificeerde aggregaten
86
Bezoek voor bijwonen van door de
fabrikant uitgevoerde kalibraties
63
Bezoek voor bijwonen van proeven
in het kader van de voorstudies
90
Andere: informatieve, nutteloze, sanctionele,
inleidende en toelatingsbezoeken
51
Totaal
729
Tijdens deze bezoeken werden de volgende monsters
genomen:
Bemonsterd product
Asfaltmengsels
Aantal 2008
362
Niet-BENOR-gecertificeerde aggregaten :
- voor bijwonen korrelverdeling
183
- voor controle van andere kenmerken
(vlakheidsindex, MDE, LA, VPC, ...)
107
Teruggewonnen stof
(controle voor CCT-RW99)
1
Inhoudelijk werden onze controlebezoeken meermaals bijgestuurd in de loop van het jaar. Begin 2008
werden onze controleactiviteiten voor de zoveelste keer uitgebreid, naar aanleiding van het nieuwe
Toepassingsreglement. Na een half jaar vond een
evaluatie plaats, waarbij de volgende zaken werden
beslist:
• onze opmerkingen worden in het bezoekverslag
opgesplitst in types A, B en C, in functie van de
ernst van de tekortkoming en de invloed ervan
op de conformiteit van de asfaltmengsels; verder werden onze bezoekverslagen ook overzichtelijker gemaakt,
• onze controles worden efficiënter georganiseerd:
in plaats van korte controlebezoeken voor monsternemingen en (soms zéér) lange controlebezoeken voor het nakijken van de registers, worden
• onze keurders werden verder opgeleid, zodat alle
keurders nu alle controles kunnen uitvoeren, wat
ook de efficiëntie van de controlebezoeken ten
goede komt,
• voor sommige minder belangrijke controlepunten
werd de steekproef verkleind of werd de controle
in het kader van de COPRO-certificatie zelfs weggelaten (omdat ze gedekt wordt tijdens de FPCaudits voor de CE-markering).
Nieuwe leveringsbonnen voor asfalt
Vanaf 1 maart 2008 moeten alle leveringsbonnen
worden voorgedrukt in een door COPRO erkende drukkerij. Deze drukkerij drukt in overleg met COPRO de
blanco leveringsbonnen, die de volgende eigenschappen hebben:
• elke bestemmeling krijgt een bon in een welbepaalde kleur (wit voor de bouwheer, geel voor
COPRO, groen voor de vervoerder en roze voor de
asfaltfabrikant),
• elke bon krijgt een uniek voorgedrukt volgnummer en een specifiek waarmerk,
• elk exemplaar van de bon is voorzien van een beveiliging tegen kopiëren: wanneer iemand een
kopie van een bon neemt, verschijnt er ‘KOPIE’ op
het document.
Gelijktijdig met de nieuwe leveringsbonnen krijgen
we op de bonnen nu ook de CE-markering met verwijzing naar de geldende Europese norm, het FPCcertificaat en het toepassingsgebied.
Het is een misverstand dat alle asfaltmengsels en
gietasfalt moeten worden geleverd met CE-markering. Dit kan (en moet) uitsluitend wanneer het
mengsel beantwoordt aan de scope van één van
de Europese normen. En dit is niet altijd het geval:
mengsels met bitumen met positieve penetratie-index of gekleurde mengsels met speciale bindmiddelen vallen buiten het domein van de actuele normen.
Voor o.a. zandasfalt, koudasfalt en asfalt voor ultra
dunne lagen (RUMG, SME) bestaat er geen Europese
norm. Mengsels voor waterwegen of sportterreinen
vallen dan weer buiten het toepassingsgebied van de
bestaande normen.
41
42
Een ander hardnekkig misverstand is het principe
“COPRO op de bon = alles in orde”. Wanneer COPRO
op een bon wordt vermeld, betekent dit dat COPRO
steekproefsgewijs nakijkt of het mengsel dat werd
geproduceerd overeen komt met de technische
fiche die op de leveringsbon werd vermeld. Het is de
taak van de opdrachtgever om de technische fiche
van het vooropgestelde mengsel te toetsen aan zijn
bijzonder bestek.
Ook het opvolgen van de geleverde hoeveelheden is
de taak van de opdrachtgever. COPRO stelt meer en
meer vast dat niet-gespecificeerde asfaltmengsels
worden geleverd voor openbare werken, wat in principe niet de bedoeling is.
Evoluties
Certificatiecomité
2008 was ongetwijfeld het meest hectische jaar sinds
decennia voor de asfaltsector. Nieuwe Europese
normen, CE-markering, FPC-handboek, een nieuw
Standaardbestek 250 versie 2.1, nieuwe leveringsdocumenten voor asfalt, aanvoervulstof 2b, nieuwe
proeven en bijhorende apparatuur, nieuwe COPROreglementen, kortom: het hield niet op!
Ondertussen is alles ingevoerd, op papier gezet, aangekocht en aangepast. Nu we op dit jaar terugkijken,
mag de ganse asfaltsector fier zijn op de geleverde
prestaties. Maar eigenlijk zijn we vooral blij dat we
dit jaar achter de rug hebben.
Adviesraad
De Adviesraad Asfalt vergaderde in 2008 twee keer
om de certificatie van asfaltmengsels te bespreken.
Voorzitter:
Ann Vanelstraete
Ondervoorzitter: Noël Vanhollebeke
Secretaris:
Dirk Lacaeyse
Leden: Erik Barbé, Joseph Berger, Frank Huyghe,
Erik Keijers, Philippe Keppens, Guy Lefèbvre, Fabrice
Louis, Jean-Louis Marchal, Pierre-Paul Modde,
Vincent Reeners, Jacques Saelens, Jan Soers, Hans
Suffeleers, Rob Tison, Johan Trigallez, Eric Van
de Velde en Guido Van Geem en Ann Van Gucht
Inhoudelijk waren de vergaderingen bijna volledig
geweid aan het bespreken van de nieuwe reglementen.
Hier en daar moesten wat scherpe kantjes worden
afgerond.
Het Certificatiecomité bespreekt de belangrijke tekortkomingen die tijdens controlebezoeken worden
vastgesteld. Het Certificatiecomité Asfalt bestaat uit
de directeur van COPRO en de sector- of productverantwoordelijke asfalt. Eén keer per trimester
werd dit certificatiecomité uitgebreid met de heren
ir. Roland Charlier of ir. Tim Lonneux (MOW), ir. Guy
Lefèbvre en ing. Joseph Berger (SPW).
Werkgroepen
COPRO is lid van de volgende Belgische werkgroepen:
• Commissie Kwaliteit van Bitumineuze verhardingen - afdeling Wegenbouwkunde
• Werkgroep MOW - BVA - Vlawebo
• Technisch Comité ‘Asfaltwegen en andere bitumineuze toepassingen’ TC4 - OCW
• Werkgroep GT4, herziening hoofdstuk asfaltverhardingen CCT RW99 - SPW
• Werkgroep SB250/werkgroep 6 - Herziening SB
250 hoofdstuk 6 - afd. Wegenbouwkunde
• Werkgroep BAC-2 - Eigenschappen van vulstoffen - OCW
• Werkgroep E227 - Belgisch spiegelcomité ‘Road
Materials’ - OCW
• Werkgroep TC227/WG 1 – Belgisch spiegelcomité
Asfalt
• Werkgroep Europese proefmethodes - OCW
• Werkgroep aB³ - Artesis Hogeschool
• Werkgroep Rafeling SMA - Artesis Hogeschool
Op Europees vlak zijn we actief in CEN/TC227/WG1.
43
ASFALTGRANULATEN
Personeel
De bezoeken in het kader van certificatie van asfaltgranulaten werden uitgevoerd door Kim Vandenhoeke, Koen Van Daele en Erik Ansingh. Gezien Kim zich
binnen COPRO heeft gespecialiseerd in andere producten, werd de functie van
productverantwoordelijke in 2008 overgedragen aan Koen.
Reglement
Het nieuwe TRA 13 (versie 2.0 van 2007-09-05) is van toepassing sedert 1 maart
2008. De grootste verandering t.o.v. de vorige versie is de manier waarop de
fabrikant tewerk gaat bij het omzetten van asfaltpuin naar asfaltgranulaat.
Asfaltpuin wordt na aanvaarden nog steeds opgeslagen bij een partij. Deze partij wordt beproefd, vervolgens volledig afgesloten en omgezet naar een stapel
asfaltgranulaat, waarna het asfaltgranulaat kan worden gebruikt in asfaltmengsels. Eenmaal een partij is afgesloten, mag er geen nieuw asfaltpuin meer
worden aangevoerd bij deze partij.
De fabrikanten beschikken momenteel over meerdere stapels, afhankelijk van
de samenstelling van de stapel (op basis van korrelverdeling, bindmiddelgehalte en penetratie van het gerecupereerd bindmiddel) en afhankelijk van de
aard van de aggregaten.
Alle bijhorende registers dienden vanaf 1 maart dan ook op een andere manier
te worden opgesteld en bijgehouden. Dit zorgde in het begin voor heel wat opmerkingen, de meeste hiervan zijn ondertussen wel opgelost.
Fabrikanten
Eind 2008 waren er in totaal 19 vergunninghouders.
3 asfaltfabrikanten hebben in 2008 het certificaat voor asfaltgranulaten behaald.
Begin 2009 bevindt er zich nog één asfaltfabrikant in toelatingsperiode.
Certificatie
COPRO
Productie en verbruik asfaltgranulaat
44
In totaal werd er 797.081 ton geproduceerd in 2008.
Ten opzichte van 2007 is dit een stijging met meer
dan 48% en de hoogste productie sinds het invoeren
van TRA 13. De grootste producent van asfaltgranulaat produceerde 153.024 ton in 2008.
Het verbruik van asfaltgranulaat bedroeg 748.311
ton in 2008. Ten opzichte van 2007 is dit een stijging
van 38% en het hoogste verbruik sinds het invoeren
van TRA 13. De fabrikant met het hoogste verbruik in
2008, verbruikte maar liefst 96.277 ton.
De stijging ten opzichte van vorig jaar ligt enerzijds
aan het feit dat er meer asfalt werd geproduceerd,
maar anderzijds ook aan het feit dat er een grote toename is van mengsels die met asfaltgranulaten worden geproduceerd. Zoals blijkt uit het jaarverslag van
asfalt, steeg het percentage asfaltmengsels waarin
asfaltgranulaat wordt verwerkt van 49 naar 56%.
Controlebezoeken
Overzicht van het aantal uitgevoerde controlebezoeken:
))
&&
■ 7ZodZ`Zc^cidZaVi^c\heZg^dYZ
■ J^i\ZWgZ^YZWZodZ`ZckddgYZ
XdcigdaZkVcVh[Vai\gVcjaViZcI&
.%%%%%
EgdYjXi^ZZckZgWgj^`6<
-)
■ 7ZodZ`Zckddg]ZiW^_ldcZckVc
egdZkZcdeVh[Vai\gVcjaViZcI'
,*%%%%
+%%%%%
++
)*%%%%
■ 6cYZgZWZodZ`Zc
Tijdens deze bezoeken werden er 91 monsters genomen van het asfaltgranulaat.
(%%%%%
&*%%%%
■EgdYjXi^Z
■KZgWgj^`
%
'%%*
'%%+
'%%,
?VVg
Adviesraad
'%%-
De Adviesraad Asfaltgranulaten vergaderde niet in
2008.
Leden : Ann Vanelstraete, Kim Vandenhoeke, Joseph
Berger, Joëlle De Visscher, Chantal Flémal, Frank
Huyghe, Dirk Lacaeyse, Anja Lahousse, PierrePaul Modde, Rob Tison, Johan Vanhollebeke en Noël
Vanhollebeke
Certificatiecomité
Het Certificatiecomité bespreekt de belangrijke tekortkomingen die tijdens controlebezoeken worden
vastgesteld. Het Certificatiecomité Asfaltgranulaat
bestaat uit de directeur van COPRO en de sector- of productverantwoordelijke asfaltgranulaat. Eén keer per
trimester werd dit certificatiecomité uitgebreid met
de heren ir. Roland Charlier of ir. Tim Lonneux (MOW),
ir. Guy Lefèbvre en ing. Joseph Berger (SPW).
45
GIETASFALT
Personeel
Productverantwoordelijke: Andie Dedoncker.
De monsters worden genomen door de keurders van de asfaltsector.
Reglement
Midden 2007 werd begonnen met de aanpassing van de reglementen.
Sinds 1 maart 2008 zijn de Europese normen voor bitumineuze mengsels verplicht van toepassing. Het toepassingsreglement voor gietasfalt (TRA65) en de
reglementaire nota’s (RNR) werden in die zin dan ook aangepast.
Er werd de fabrikanten gevraagd om de toepassing hiervan te starten op 200801-01.
• Toepassingsreglement voor het gebruik en de controle van het COPROmerk voor gietasfalt
TRA 65 versie 4.0 van 2007-10-22
• Reglementaire Nota voor technische fiches, verantwoordingsnota’s en
voorstudies
RNR 01 versie 3.0 van 2007-06-14
• Reglementaire Nota voor ijking, kalibratie en controle
RNR 02 versie 3.0 van 2007-06-27.
Fabrikanten en productie
In 2008 waren er 3 fabrikanten met een COPRO-certificaat
voor gietasfalt. T.o.v. 2007 is dit een afname met 1 certificaat. De vergunning van Gravaubel werd op hun vraag
stopgezet.
In totaal waren er in 2008 maar 38 gecertificeerde technische fiches. Dit is een sterke daling t.o.v. 2007.
Volgens norm
Aantal gewaarmerkte
technische fiches
eind 2008
EN 13108-6 gietasfalt
29
Niet-genormaliseerd mengsel
9
Totaal
38
In principe zijn er geen technische fiches meer geldig
volgens de bestekken (SB 250 ‘98, SB 250 2.0, SB 250
2.1, TB 2000 en CCT-RW99:2004) aangezien deze niet
in overeenstemming zijn met de Europese normen.
Momenteel is er dus geen enkel bestek dat aangepast is aan de Europese normen. O.a. dit verklaart de
sterke daling van het aantal technische fiches.
46
De 3 gietasfaltfabrikanten waren in 2008 goed voor
een productie van 13.897 ton. Dit is iets meer dan in
2007.
FheZkYj_[#[lebkj_[
(*%%%
(%%%%
Idc
'*%%%
'%%%%
&*%%%
&%%%%
*%%%
%
'%%'
'%%(
'%%)
'%%*
'%%+
'%%,
'%%-
?VVg
Controlebezoeken
In 2008 werden er in totaal 64 controlebezoeken uitgevoerd.
Type controlebezoek
Aantal
Bezoeken voor monsternemingen
op de werf
32
Uitgebreide bezoeken voor het nazicht
van de registers
24
Andere bezoeken (bvb. het bijwonen
van proeven op gietasfalt)
8
Adviesraad
De Adviesraad Gietasfalt vergaderde niet in 2008.
In 2007 was er wel vergaderd om tot de nieuwe reglementen te komen. Toen die nieuwe reglementen
er eenmaal waren, waren er niet direct onderwerpen
voor de dagorde.
Voorzitter: Guy Lefèbvre
Ondervoorzitter: Tony De Jonghe
Secretaris: Andie Dedoncker
Leden : Michel Buvé, Claude De Backer, Lucien
Heleven, Frank Huyghe, Chantal Jacobs, Pascal
Delhez, Daniel Nonckreman, Alain Quinet, Vincent
Reeners, Ramon Roman, Jacques Saelens, Paul
Scheers, Paul Steenmans, Piet Vitse, Jean Wiertz,
Jan Soers en Karel Vermeren.
Werkgroepen
Copro is vertegenwoordigd in de volgende werkgroepen:
• Belgisch spiegelcomité van CEN/TC227/WG1/
Gietasfalt: De werkgroep die de invoering van EN
13108-6 heeft voorbereid en nog verder heeft gewerkt aan de herziening van SB 250 (2.1) en RW99
(2004) voor wat betreft gietasfalt.
• BAC-3 van het OCW: Deze werkgroep en haar
subwerkgroepen werken aan de herziening van
de ‘Handleiding voor het ontwerpen en aanbrengen van bedekkingen op betonnen brugdekken
(A60/87)‘ van het OCW.
Certificatiecomité
Wanneer er tijdens de controlebezoeken belangrijke
tekortkomingen worden vastgesteld, dan worden
deze in het certificatiecomité behandeld. Dit certificatiecomité bestaat uit de directeur van COPRO en
de product- of sectorverantwoordelijke gietasfalt.
Eén keer per trimester wordt dit certificatiecomité
uitgebreid met de heren ir. Roland Charlier (MOW) of
ir. Tim Lonneux (MOW), ir. Guy Lefèbvre (SPW) en ing.
Joseph Berger (SPW).
In de loop van 2008 werden de volgende acties ondernomen:
Maatregel
Aantal
Vraag om correctieve maatregelen per brief 4
Berispingen
6
Extra bezoeken
1
Waarschuwingen
0
Opschortingen
0
Intrekkingen
0
47
48
BITUMINEUZE
MENGSELS
CE
Personeel
Raf Pillaert en Dirk Lacaeyse voeren de audits uit in
het kader van de attestering van het FPC-systeem.
Bezoeken en audits
In 2008 voerden onze auditoren 51 audits uit:
Type
Aantal 2008
Informatieve bezoeken
4
Initiële audits
15
Initiële audits (andere productie-eenheid,
zelfde FPC-systeem)
9
Vervolgaudits
23
Totaal
51
Reglement
De attestering van het FPC-systeem gebeurt volgens
dit reglement:
• Reglement voor de attestering in het kader van
R/CE2+ 64-65 versie 1.0 van 2006-11-16
de CE-markering voor bitumineuze mengsels
Attesteringsniveau 2+
Fabrikanten
In 2008 hebben 24 fabrikanten van asfalt en gietasfalt een FPC-certificaat van ons ontvangen.
Bitumineuze mengsels
Het FPC-systeem wordt toegepast bij de productie
van bitumineuze mengsels volgens de volgende Europese normen:
EN 13108-1 Bitumineuze mengsels - Materiaalspecificaties - Deel 1: Asfaltbeton
EN 13108-2 Bitumineuze mengsels - Materiaalspecificaties - Deel 2: Asfaltbeton voor
zeer dunne lagen
EN 13108-4 Bitumineuze mengsels - Materiaalspecificaties - Deel 4: Warmgewalst
asfalt
EN 13108-5 Bitumineuze mengsels - Materiaalspecificaties - Deel 5: Steenmastiekasfalt
EN 13108-6 Bitumineuze mengsels - Materiaalspecificaties - Deel 6: Gietasfalt
EN 13108-7 Bitumineuze mengsels - Materiaalspecificaties - Deel 7: Zeer open asfaltbeton
In België wordt geen asfalt geproduceerd volgens:
EN 13108-3 Bitumineuze mengsels - Materiaalspecificaties - Deel 3: Zacht asfalt
Evoluties
In 2008 was de CE-markering van bitumineuze mengsels eerder een revolutie dan een evolutie.
FPC-handboek, procedures, documentenbeheerssystemen, interne audits, externe audits, enz. Het
was allemaal nieuw, veel werk, moeilijk, soms saai,
soms (te) vergaand. Maar vooral: het moest. En het
moest snel!
Maar door de enorme inzet van asfaltfabrikanten en
ook een beetje van onze auditoren kwam alles toch
nog op tijd in orde. En het resultaat mocht er zijn,
want de meeste FPC-handboeken waren zeer goed
gemaakt.
Bij de eerste audits bleek dat de toepassing van het
nieuwe FPC-systeem nog in haar kinderschoenen
stond. Het was voor iedereen nog wat zoeken. Bij
de opvolgingsaudits blijkt ondertussen dat het FPCsysteem al wat beter ingeburgerd is. Het vergt in
ieder geval een grote mentaliteitswijziging bij de fabrikanten. Tot nu toe was de verantwoordelijke voor
de zelfcontrole voor het ganse ‘COPRO-gebeuren’
verantwoordelijk. Nu dient iedereen die betrokken
is bij de productie en de controle van bitumineuze
mengsels zijn verantwoordelijkheid op te nemen.
Dit principe is nog steeds wennen en is zelfs nog niet
overal doorgedrongen. Een tweede aanpassing is het
feit dat er slechts één opvolgingsaudit per jaar zal
zijn en dat de fabrikant een gans jaar lang ‘op eigen
initiatief’ het FPC-systeem moet draaiend houden.
Sommige fabrikanten zaten dan ook ongeduldig te
wachten op de eerste opvolgingsaudit, iets wat wij
dan weer niet gewend zijn.
Werkgroepen
COPRO is lid van de volgende Belgische werkgroepen:
• Werkgroep E227 - Belgisch spiegelcomité ‘Road
Materials’ - OCW
TRAITEMENTS
DE SURFACES
CE
Personnel
Raf Pillaert et Dirk Lacaeyse exécutent les audits
dans le cadre de l’attestation du système FPC.
Règlement
L’attestation du système FPC se fait d’après le règlement suivant :
• Règlement pour l’attestation dans le cadre du R/
CE2+ 62 version 1.0 du 2008-08-04.
Le marquage CE pour traitements de surfaces.
Niveau d’attestation 2+.
Fabricants
En 2008 seulement un producteur d’enduits a fait
une demande d’attestation de son système FPC.
Il n’y a pas encore eu de remise de certificats FPC en
2008. Cela se fera probablement bien en 2009, puisque le marquage CE devient obligatoire en décembre
2009.
Les traitements de surfaces
Le système FPC est appliqué lors de la production
de traitements de surfaces selon les normes européennes suivantes :
EN 12271
Enduits superficiels - Spécifications
EN 12273
Matériaux bitumineux coulés à froid Spécifications
• Werkgroep TC227/WG 1 – Belgisch spiegelcomité
Asfalt
Op Europees vlak zijn we actief in CEN/TC227/WG1.
Évolutions
Malgré l’approche du marquage CE, on a peu entendu
parler de l’introduction du système FPC chez les
producteurs de traitements de surfaces en 2008.
Mais certains se préparent bel et bien. Et la préparation prend beaucoup de temps ! Ecrire un manuel
FPC qui contient un tas de procédures, mettre sur
pied un système qui gère les documents, introduire
de nouveaux contrôles, etc. Cela va même plus loin
que cela, car l’approche de traitements de surfaces
diffère fondamentalement de ce que le secteur était
habitué jusqu’à présent : avec les nouvelles normes
européennes on passe radicalement la responsabilité dans la direction des producteurs. Ils sont, dès
à présent, aussi responsables de la création et du
développement. Nous pensons par exemple à l’introduction des TAIT : des espèces de planche d’essai avec lesquels le producteurs doit démontrer ses
performances pour un certain groupe d’enduits.
L’année 2008 a aussi été l’année du grand flou : personne ne savait quand au juste le marquage CE allait
devenir obligatoire, combien de temps durerait la
période de transition, qui contrôlerait les TAIT, sous
quelles conditions on délivrerait le certificat FPC. Ce
n’est qu’à la fin de 2008 qu’on a eu des réponses à
toutes ces questions.
Une chose est sûre : tout deviendra plus compliqué.
Heureusement, les producteurs peuvent faire appel
au savoir du CRR en ce qui concerne les contrôles et
les essais et à COPRO en ce qui concerne l’introduction d’un système FPC.
Groupes de travail
COPRO est membre des groupes de travail belges
suivants :
Concrètement la première norme traite d’enduits et
la deuxième de schlamages.
• Groupe de travail E227 - comité miroir belge ‘Road
Materials’ - CRR
Visites et audits
• Groupe de travail TC227/WG 2 - comité miroir
belge Enduits et en Couches chelems.
En 2008 nos auditeurs n’ont effectué que deux visites
informatives.
49
50
Les liants bitumineux
Personnel :
Responsable de produit :
Philippe du Bus de Warnaffe
Contrôleurs :
Stéphane Baguet, Philippe du Bus de Warnaffe
Groupes de travail
Pour les liants bitumineux, COPRO participe aux
groupes de travail suivants :
• groupe miroir du comité technique CEN TC 336 :
le “SCM 336”, ce groupe de travail discute des
avancements des travaux des groupes de travail
du CEN TC 336, des documents préparés par ces
groupes (entre autres projet de normes). De plus,
ce groupe de travail est le forum où les administrations, MOW et MET, et le secteur discutent des
prescriptions des liants bitumineux.
• le “Sector Group” du groupe des organismes notifiés “Group of Notified Bodies GNB” qui traite les
normes harmonisées préparées par le CEN TC 336
est le SG15.
COPRO a accepté de prendre en charge la présidence
et le secrétariat de ce groupe de travail jusque fin
2008. Pour les liants, le Sectorgroup a décidé de préparer les “posititon paper” dans un sous-groupe de
travail, présidé par Dirk Lacaeyse, et dont Philippe
du Bus de Warnaffe assure le secrétariat.
En mai 2008 COPRO a participé au congrès Européen Eurasphalt & Eurobitume à Copenhague et en
novembre à la journée du bitume à Amersfoort aux
Pays-bas.
Ainsi nous restons informés des évolutions dans le
secteur.
Marquage CE, un futur qui se rapproche
à grands pas ?
Il n’y a pas encore de délai fixé pour la mise en place
du marquage CE des liants bitumineux. La norme
européenne des bitumes serait enfin approuvée,
mais mi-avril 2009, elle n’est toujours pas publiée
par le CEN.
Normes harmonisées publiées par le CEN :
• La norme EN 13924:2006 Bitumes et liants bitumineux - Cadre de spécification des bitumes routiers de grade dur;
• La norme EN 14023:2006 Bitumes et liants bitumineux - Cadre de spécifications des bitumes modifiés par des polymères, est parue début 2006;
• La norme EN 13808:2005 Bitumes et liants bitumineux - Cadre des spécifications pour les émulsions cationiques de bitume.
Normes harmonisées de liants bitumineux encore
attendues :
• EN 12591 : pour les spécifications des bitumes
routiers;
• EN 15322 : pour les spécifications des bitumes
fluidifiés et bitumes fluxés.
Le niveau d’attestation de conformité CE pour les
produits des normes précitées, est le niveau 2+. Cela
implique qu’un organisme certifié (“Notified Body”
ou organisme notifié) est impliqué pour l’attribution
du certificat de conformité du contrôle de la production en usine (Factory Production Control ou FPC),
qui est indispensable au fabricant pour pouvoir appliquer le marquage CE à leurs produits. Les tâches
de cet organisme notifié comportent :
• l’inspection initiale de l’usine et du contrôle du
FPC;
• la surveillance continue, l’évaluation et l’acceptation du FPC.
Dès que ces normes seront publiées dans le Journal Officiel de l’Union Européenne (JOEU), COPRO
demandera la notification, afin de pouvoir opérer
auprès des fabricants de liants bitumineux, en tant
qu’organisme notifié, afin de leur fournir le certificat du FPC, indispensable pour pouvoir appliquer le
marquage CE.
51
In 2008 hebben 6 leveranciers COPRO-gecertificeerd
bitumen geleverd, afkomstig van 9 productiesites: 3
in België, 2 in Nederland, 3 in Frankrijk en 1 site in
Duitsland.
COPRO-certificatie
BITUMEN VOOR
DE WEGENBOUW
Adviesraad:
Voorzitter en ondervoorzitter: opnieuw aan te
duiden; Secretaris: Philippe du Bus de Warnaffe;
Leden: Erik Barbé, Benoît Calcoen, Jo De Roover,
Paul Dietvorst, Frank Huyghe, Chantal Jacobs,
Pierre Joly, Philippe Keppens, Guy Lefèbvre, Karel
Poncelet, Vincent Reeners, Jan Soers, Tine Tanghe,
Christophe Van Vaerenbergh, Stefan Vansteenkiste.
Gecertificeerde bitumen volgens toepassingsreglement TRA 54 zijn:
• wegenbitumen volgens NBN EN 12591,
• hard bitumen volgens NBN EN 13924,
• pigmenteerbaar bitumen,
• bitumen met positieve penetratieindex,
• “emulgeerbaar” bitumen,
• en bitumengranulaat 0/1 (toepassing: de toepassing vermeld in RW99 als additief voor bindmiddel,
teneinde de stabiliteit van gietasfalt te verhogen):
noot: de productie van dit bitumengranulaat onder
certificaat is in de loop van 2008 gestopt.
In 2008 zijn er slechts enkele problemen geweest van
reproduceerbaarheid van indringing. In 2007 heeft
COPRO haar steun verleend aan het OCW bij de organisatie van ringanalyses van één bitumen en twee
PmB’s. De resultaten van deze ringanalysen hebben
aangetoond dat de waarden van reproduceerbaarheid die vermeld staan in de normen voor testen van
het verwerkingspunt (ring en kogel) aanvaardbaar
zijn, maar lijken aan te tonen dat de reproduceerbaarheid van de penetratietest minder goed is dan
vermeld in de norm. Het zou in ieder geval nuttig zijn
om deze vaststellingen op te volgen bij latere ringanalyses.
We hebben een toepassingsreglement dat in 2002
door de sector (via de adviesraad bitumen) is goedgekeurd. Doordat Benelux Bitumen niet meer bestaat,
is vanaf 2008 aan alle vergunninghouders gevraagd
om vertegenwoordigers aan te duiden voor de adviesraad. Begin 2009 werd per e-mail een ontwerpversie van het toepassingsreglement rondgestuurd
om kleine wijzigingen aan te brengen aan het toepassingsreglement. Op 1 april 2009 werd dit nieuwe reglement op deze manier goedgekeurd door de leden
van de adviesraad.
;lebkj_[9EFHE][Y[hj_\_Y[[hZX_jkc[d(&&&#(&&.
'*%
'%%
&%%%idc
52
&*%
&%%
*%
■7^ijbZc
%
'%%%
'%%&
'%%'
'%%(
'%%)
?VVg
'%%*
'%%+
'%%,
'%%-
BITUME MODIFIE PAR
DES POLYMERES - PmB
En 2008 le nombre de fabricants certifiés s’élevait
à 9.
Conseil Consultatif :
Président : Stefan Vansteenkiste
Vice-président : Karel Poncelet
Secrétaire : Philippe du Bus de Warnaffe
Membres : Hendrik Cosemans, Hans Hendrickx,
Frank Huyghe, Chantal Jacobs, Pierre Joly, Philippe
Keppens, Guy Lefèbvre, Christian Rase, Vincent Reeners, Pierre Schloesser, Jan Soers, Hans Suffeleers,
Johan Trigallez.
;lebkj_edFc8(&&&#(&&.
*%%%%
IdccZh
)%%%%
(%%%%
'%%%%
&%%%%
%
'%%%
'%%&
'%%'
'%%(
'%%)
Normalement les cahiers spéciaux des charges devraient désormais reprendre systématiquement les
nouvelles classes.
'%%*
'%%+
'%%,
'%%-
6cc‚Z
■Eb7
Les bitumes modifiés par des polymères (PmB)
repris dans les cahiers de charges type RW 99 et SB
250 sont :
• PmB 50/85-50, PmB 50/85-65 et PmB 85/130-75
En 2008 les spécifications ont été ajustées afin de
rentrer dans le cadre des spécifications prévues par
la norme européenne EN 14023.
Ancienne dénomination
cahiers des charges types
Nouvelles
classes selon
la EN 14023
50/85-50
45/80-50
50/85-65
45/80-65
85/130-75
70/130-75
La norme NBN EN 14023:2006 Bitumes et liants
bitumineux - Cadre de spécifications des bitumes
modifiés par des polymères, est parue début 2006.
Les classes de pénétration des produits mentionnés
ci-dessus ne correspondaient pas aux classes de
pénétration reprises dans la norme européenne. Ceci
signifie que les spécifications des cahiers de charges
ont été adaptées afin de rentrer dans le cadre prévu
de la norme européenne. En 2007 les administrations
ont approuvé les modifications à cet effet au sein du
groupe miroir du CEN TC 336 (le SCM 336). Les fabricants souhaitent ne pas avoir à modifier les produits
actuels, mais uniquement les spécifier selon le cadre
prévu par la nouvelle norme européenne. La caractéristique de Force ductilité n’est pas reprise dans
la norme européenne. Le MOW pensait que l’introduction de spécifications de Force-ductilité pourrait
remplacer les exigences pour la ductilité. Comme la
ductilité se mesure à 5°C et que la Force-ductilité se
mesure à 15°C pour les PmB 45/80-50 il s’est avéré
qu’il n’y a pas de bonne corrélation entre les essais.
En attendant, les administrations ont pris l’option
que la spécification de ductilité reste de mise.
53
54
LES EMULSIONS
DE BITUME ET
LES BITUMES FLUXES
Dans le cadre des émulsions, les normes européennes approuvées sont :
Conseil Consultatif :
• NBN EN 14733:2005
Bitumes et liants bitumineux - Maîtrise de la production en usine des émulsions de bitume, des
bitumes fluxés et fluidifiés
• NBN EN 13808:2005
Bitumes et liants bitumineux - Cadre de spécifications pour les émulsions cationiques de bitume
Président : Stefan Vansteenkiste
Vice-Président : Philippe Keppens
Secrétaire : Philippe du Bus de Warnaffe
Membres : Norbert Alexandre, Frank Huyghe, Chantal Jacobs, Pierre Joly, Guy Lefèbvre, Christian Rase,
Vincent Reeners, Pierre Schloesser, Jan Soers
Fin 2008 un fabricant a suspendu sa licence COPRO.
Comme le SPW prépare une révision du RW99, les
fabricants d’émulsions ont demandé de revoir les
spécificiations des émulsions. Ce changement sera
également d’application en Flandres. La modification la plus importante est qu’il y a une introduction
d’une dénomination selon le cahier des charges. La
norme européenne prévoit un codage des émulsions, mais ce code pouvait être le même pour des
émulsions différentes, destinées à des applications
différentes.
;lebkj_ediƒckbi_edi[jX_jkc[i\bknƒiY[hj_\_ƒi9EFHE(&&&#(&&.
'%%%%
IdccZh
&*%%%
&%%%%
*%%%
%
'%%%
'%%&
'%%'
'%%(
'%%)
'%%*
'%%+
'%%,
'%%-
6cc‚Z
■:bjah^dch
Dénomination
CCT
■7^ijbZh[ajm‚h
Code NBN
EN 1380
Applications
Couche de
collage
A1
C60B1
A2
C60B1
A3
C60B1
B1
C60BP1
La norme européenne pour les Bitumes fluxés NBN
EN 15322 est encore au stade de projet. Le secteur
attend de voir les projets finaux avant de débattre
des modifications à apporter aux spécifications
actuelles de ce produit.
MBCF
Couche de
collage sur
béton frais
Enduit
Couche
de collage
visqueuse
Interface
antifissure
✔
✔
✔
✔
✔
B2
C60BP1
C1
C60B1 (AA)
D
C67B1
✔
✔
✔
E
C69BP1
✔
✔
✔
F
C67BP1
✔
✔
✔
60% van de totale vezelverkoop in België betrof de
vooromhulde of samengeperste vezel. Er wordt verwacht dat dit aandeel in de totale verkoop in de loop
van de komende jaren nog zal stijgen.
COPRO-certificatie
VEZELS
Personeel
Controlebezoeken
Productverantwoordelijke: Andie Dedoncker
De keurders van de asfaltsector staan in voor monsternemingen van de vezels, die gebeuren bij de gecertificeerde asfaltfabrikanten.
In 2008 werden er 8 controlebezoeken uitgevoerd.
Hierbij werden er in totaal 8 monsters genomen en
2 uitgebreide bezoeken uitgevoerd op de productieeenheid ter controle van de registers en het bijwonen
van proeven.
Reglement
Adviesraad
Toepassingsreglement voor vezels
• TRA 63 versie 2.0 van 2004-02-09
In 2008 werd er geen Adviesraad Vezels georganiseerd.
Fabrikanten in 2008
De Adviesraad Vezels bestaat uit volgende leden:
Momenteel zijn er 2 fabrikanten die een COPROcertificaat hebben nl. Rettenmaier en Excel.
De vezels van Rettenmaier worden geproduceerd in
Calenberger Mühle (Duitsland).
Excel produceert vanuit Gwent (Groot-Brittannië).
Voorzitter:
Ondervoorzitter: Rob Hoogland
Secretaris:
Andie Dedoncker
Leden:
Daniël Pereira, Johan Trigallez,
Marc Delaby, André Meurrens,
Christophe Van Vaerenbergh en
René Reynaert
Rettenmaier heeft in zijn gecertificeerd assortiment
een vooromhulde vezel. Excel heeft zowel losse als
samengeperste vezels.
Productie
In 2008 werd er t.o.v. 2007 iets meer gecertificeerde
vezels op de Belgische markt gebracht.
L[haeef[lebkj_[
&'%%
&%%%
-%%
+%%
)%%
'%%
%
'%%&
'%%'
'%%(
'%%)
'%%*
?VVg
'%%+
'%%,
Stefan Vansteenkiste
'%%-
55
AFDICHTINGSRINGEN
Overzicht gecertificeerde fabrikanten
Dit jaar waren er 3 gecertificeerde vergunningshouders met in totaal 4 gecertificeerde productieeenheden.
Certificatie BENOR 2008
Deze productie-eenheden bevinden zich in Duitsland
(2), Spanje (1), Polen (1).
Personeel
Bij de certificatie van afdichtingsringen zijn volgende
personen betrokken:
Productverantwoordelijke:
Raf Pillaert
Keurder:
Kim Vandenhoeke
In 2008 hebben Kim en Raf alle voorziene bezoeken
gepland en uitgevoerd.
In totaal zijn er meer dan 1 miljoen afdichtingsringen
onder het BENOR-merk geproduceerd. Dit is een stijging t.o.v. 2007 met bijna 43% en ze is grotendeels te
wijten aan het feit dat er nu gedurende het ganse jaar
rubberringen onder het BENOR-merk aanvaard werden in Duitsland. Indien we enkel het aantal ringen
bekijken die effectief op de Belgische markt werden
verdeeld, merken we een terugval van bijna 5%. De
crisis treft dus ook de rubbersector.
Toepasselijke reglementen
Voor de fabrikanten was TRA 32 versie 3.0 de heilige
bijbel. Dit reglement is vooral toegespitst op rubberringen conform NBN EN 681-1 (eventueel met bijkomende of strengere eisen).
FheZkYj_[#WWdjWbb[df[h`WWh
&'%%
&%%%
6VciVam&%S(
56
-%%
+%%
)%%
'%%
%
'%%%
'%%&
'%%'
'%%(
'%%)
6cc‚Z
'%%*
'%%+
'%%,
'%%-
Doelstellingen 2009
Adviesraad
Na een strijd van meerdere jaren is de kogel dan eindelijk door de kerk. In het najaar van 2008 werd er
een sterke vooruitgang geboekt in de uitbreiding van
de benorisatie van rubberringen conform aan:
De adviesraad is samengesteld uit volgende leden:
Mevr. C. Flémal (Ondervoorzitster)
Mevr. K. Bortels
Mevr. A. Cleiren
Dhr. P. Vanspeybroek (Voorzitter)
Dhr. C. T’Joen
Dhr. P. De Cock
Dhr. E. Desmedt
Dhr. F. Vanluchene
Dhr. P. Blomme
Dhr. W. Pauwels
Dhr. K. Vandenhoeke
Dhr. R. Pillaert (Secretaris)
• EN 681-2: Thermoplastische elastomeren,
• EN 681-3: Gevulcaniseerd schuimrubber,
• EN 681-4: Afdichtingselementen uit gegoten
polyurethaan.
In principe zou in het voorjaar van 2009 het toepassingsreglement aangepast moeten zijn zodat niets
nog de certificatie volgens de hoger vermelde normen in de weg staat.
Dit zal dus hopelijk voor een enorme groei zorgen in
de BENOR-rubberwereld.
In september 2008 werd er voor de adviesraad na
bijna 2 jaar inactiviteit terug verzamelen geblazen
(uitbreiding TRA 32 voor EN 681-2, 3 en 4).
Tijdens deze eerste vergadering werden een nieuwe
voorzitter en ondervoorzitster verkozen. Eveneens
werd een afgevaardigde van de fabrikanten van
de kunststofbuizensector verwelkomd. Aan alle van
harte welkom en onze welgemeende dank voor jullie
medewerking om de BENOR-certificatie van rubberringen mee te optimaliseren.
57
58
Produits de scellement
Certification COPRO
La législation européenne
Au niveau des normes européennes rien n’a été modifié pour les produits de scellement. Les normes suivantes sont par conséquent toujours d’application:
Personnel
• EN 14188-1 : Partie 1 - Spécifications pour produits
de scellement appliqués à chaud,
Pour la certification des produits de scellement les
personnes suivantes sont concernées :
• EN 14188-2 : Partie 2 - Spécifications pour produits
de scellement appliqués à l’état froid,
Responsable produit : Raf Pillaert
• EN 14188-3 : Partie 3 - Spécifications pour joints
d’étanchéité moulés.
Contrôles : Andie Dedoncker
En 2008 tous les contrôles ont été faits comme
prévu.
59
Le code belge
60
Puisqu’il n’existe pas encore pour tous les produits
de scellement des normes européennes, (par exemple des bandes de scellement, …), les cahiers des
charges SB 250 et RW 99 ont pour cela référé à des
méthodes d’essai européennes existantes.
On a ici naturellement tenu compte des prescriptions qui valent dans nos pays avoisinants, grâce à
quoi nos fabricants ont plus de facilité à prouver la
conformité de leur produit.
Pour les produits pour lesquels il existe bien une
norme européenne, les cahiers des charges réfèrent
naturellement à la norme concernée.
Le code de la route pour la certification
Tous les fabricants ont eu le temps jusqu’au 1er mars
2008 pour rendre leur produits et leurs systèmes
conformes aux nouvelles prescriptions. Il y a, malheureusement, certains fabricants qui n’y sont pas
arrivés, suite à quoi ils ont dû cesser leur production
sous certification.
D’autre part, avec l’adaptation des prescriptions, de
nouveaux fabricants ont découvert le marché belge
au courant de l’année 2008.
Pour le moment ce sont surtout les produits suivants
que l’on certifie :
• Les produits de scellement préformés à mettre
en œuvre à chaud
• Les produits de scellement préformés pour enrobés hydrocarbonés (autocollants)
• Les produits de scellement coulés à chaud
Au cours de l’année 2007, un TRA 46 adapté avait
déjà été approuvé, qui était focalisé sur les nouvelles
prescriptions dans le SB 250 et le RW 99.
Pour tous les autres produits de scellement décrits
dans les cahiers des charges, on peut également
demander des certificats COPRO, conformément au
règlement d’application cité ci-dessus.
61
Inerte materialen
Marériaux inertes
GERECYCLEERDE GRANULATEN
Personeel
Sectorverantwoordelijke:
Johny De Nutte.
Productverantwoordelijken: Dieter Krikilion (vaste locaties)
Michaël Van Schelvergem
(mobiele installaties).
De controlebezoeken werden uitgevoerd door Stéphane Baguet, Dorien Desmet,
Dieter Krikilion, Elfver Vandenbraembussche, Anneleen Van Bruystegem, Sofie
Van Hasselt , Michaël Van Schelvergem en Kristof Wille.
Onderwerp van de certificatie
Het betreft de certificatie van puingranulaten afkomstig van het voorafzeven,
breken en zeven van bouw- en slooppuin.
Voor de CE-markering niveau 2+ wordt gebruik gemaakt van:
• R/CE 2+ 10/11 - Reglement voor de attestering van de conformiteit van de
FPC in het kader van de CE-markering niveau 2+ voor gerecycleerde granulaten conform de Europese normen (versie 1.0 dd 2004-04-16).
Voor de COPRO-certificatie wordt gebruik gemaakt van volgende reglementen:
• CRC 01 - Reglement voor productcertificatie in de bouwsector (versie 1.0 dd.
2000-03-24),
• TRA M10 - Toepassingsreglement voor puingranulaten geproduceerd op een
vaste locatie (versie 1.0 dd. 2006-12-13),
• TRA M11 - Toepassingsreglement voor puingranulaten geproduceerd door
een mobiele installatie (versie 1.0 dd. 2006-12-13).
Voor de BENOR-certificatie wordt gebruik gemaakt van volgende reglementen:
• CRC BENOR 01 - Reglement voor productcertificatie in de bouwsector (versie
1.0 dd. 2000-08-01),
• BENOR TRA 10 - Toepassingsreglement voor puingranulaten geproduceerd
op een vaste locatie (versie 1.0 dd. 2006-04-19),
Certificatie
COPRO,
BENOR en
CE-markering
Adviesraad
Overzicht COPRO-certificatie
Zoals de voorgaande jaren bleef de kwaliteitscertificatie van gerecycleerde granulaten ook in 2008 een
quasi exclusieve activiteit voor Vlaanderen.
• Aantal productie-eenheden met certificaat: 194
Voorzitter: J. Desmyter
Vaste locatie:
Secretaris: D. Krikilion
152
Mobiele installatie: 42
Leden:
mevrouw A. Monnaers, A. Van Gucht, M. Van den Berghe,
C. Flemal, M. Verboven, de heren M. Briessinck,
D. Coveliers, L. De Bock, J. De Nutte, J. Desmyter,
A. Ghodsi, M. Hermans, M. Lerat, J-L Marchal,
E. Van de Velde, J. Put, M. Regnier, Johan D’Hooghe.
Plaatsvervangers:
mevrouw E. Wuyts, de heren S. Carmans, M. De Baets,
D. Fransis, P. Keppens, D. Krikilion, T. Mariage,
J. Petit, H. Pieters, , P. Segers, H. Van Den Bergh,
J. Berger, H. Sijsmans, F. Theys, K. Van Rompaey,
M. Van Schelvergem, S. Verbesselt.
• Aantal productie-eenheden in toelatingsperiode
en toelatingsperiode met conform product: 27
Vaste locatie:
16
Mobiele installatie: 11
• Aantal fabrikanten die een formele aanvraag indienden (en nog niet in toelatingsperiode zijn): 17
Vaste locatie:
16
Mobiele installatie:
1
;lebkj_[lWd^[jWWdjWbfheZkYj_[#[[d^[Z[d
'+%
')%
''%
'%%
&-%
6VciVaegdYjXi^Z"ZZc]ZYZc
62
• BENOR TRA 11 - Toepassingsreglement voor
puingranulaten geproduceerd door een mobiele
installatie (versie 1.0 dd. 2006-04-19).
&+%
&)%
&'%
&%%
-%
+%
■ :Zc[dgbZaZVVckgVV\
)%
■ EgdYjXi^Z"ZZc]Z^Y
^cidZaVi^c\heZg^dYZ
'%
■ EgdYjXi^Z"ZZc]Z^Y
bZiXZgi^[^XVVi
%
■ 6VciVaEgdYjXi^Z"ZZc]Z^Y
&..,
&..-
&...
'%%%
'%%&
'%%'
'%%(
6cc‚Z
'%%)
'%%*
'%%+
'%%,
'%%-
Overzicht COPRO-gecertificeerde producten
Totale hoeveelheid gecertificeerde puingranulaten in 2008: 10.703.384 ton.
63
• Vaste locatie (TRA10): 8.951.477 ton (waarvan 2.745.598 ton werd geproduceerd door een mobiele installatie met COPRO-certificaat TRA 11)
• Mobiele installatie (TRA11) - totale productie 4.497.505 ton, waarvan:
- geproduceerd op bouw- en sloopwerven: 1.751.907 ton
- geproduceerd op vaste locaties (TRA 10): 2.745.598 ton
In totaal zijn er 1534 technische fiches,
1118 voor vaste locaties en
416 voor mobiele brekers.
&'%%%%%%
&%%%%%%%
-%%%%%%
■ IdccV\ZIG6&&
lZgkZc kVhiZadXVi^Z
+%%%%%%
■ IdccV\ZIG6&&
lZgkZc
)%%%%%%
■ IdccV\ZIG6&%
egdYjXi^ZYddgIG6&&
'%%%%%%
■ IdccV\ZIG6&%
Z^\ZcWgZ`Zg
■ IdccV\ZIG6&%
&'%%%%%%
&..,
&..-
&...
'%%%
'%%&
'%%'
'%%( '%%)
'%%*
'%%+
'%%,
• Totalen van de geproduceerde soorten granulaten:
Vaste locatie
%
Mobiele installatie
(incl. op TRA10)
%
Gebroken betonpuin
2.802.699 ton
31%
2.058.558 ton
46%
Gebroken mengpuin
3.354.800 ton
37%
1.241.335 ton
28%
Gebroken metselwerkpuin
435.775 ton
5%
332.681 ton
7%
Gebroken asfaltpuin
552.688 ton
5%
207.016 ton
5%
1.856.714 ton
20%
606.931 ton
13%
Zeefzand asfaltpuin
16.184 ton
< 1%
20.724 ton
< 1%
Overige (mengelingen)
32.676 ton
< 1%
26.508 ton
< 1%
Zeefzand (beton- en metselwerkpuin)
• Spreiding van het tonnage over het aantal vergunninghouders:
Totaal tonnage
/ jaar
020.000
20 40.000
40 60.000
60 80.000
80 100.000
100 150.000
150 200.
200.000 200.000 +
TRA
10
aantal
vergunningh. %
47
29.9%
32
20.4%
22
14.0%
15
9.6%
6
3.8%
14
8.9%
14
8.9%
7
4.5%
TRA
11
aantal
fabrikanten %
12
25.5%
1
2.1%
9
19.1%
5
10.6%
5
10.6%
10
21.2%
3
6.3%
2
4,2%
'%%-
Controlebezoeken COPRO-certificatie
64
Er werden in totaal 726 controlebezoeken uitgevoerd.
Tijdens deze bezoeken werden 692 monsters ontnomen, waaronder 246 gebroken betonpuin, 203 gebroken
mengpuin, 149 zeefzand, 37 gebroken asfaltpuin, 38 gebroken metselwerkpuin en 19 andere.
Wat betreft sancties werden er in totaal 59 waarschuwingen en 8 opschortingen van autonome levering uitgeproken.
&%%%
■ 6VciVaegdYjXi^Z"
ZZc]ZYZcbZi
XZgi^[^XVViZc^c
idZaVi^c\heZg^dYZ
.%%
-%%
■ 6VciVa6jY^ih8:
,%%
■ 6VciVaXdcigdaZWZodZ`Zc
8DEGD
+%%
■ 6VciVabdchiZgcVbZh
*%%
)%%
(%%
'%%
&%%
&..,
&..-
&...
'%%%
'%%&
'%%'
'%%(
'%%)
'%%*
'%%+
'%%,
'%%-
CE- markering niveau 2+
Sedert 2004 is COPRO door de lidstaat België aangeduid als notified body voor gerecycleerde granulaten.
In 2008 werden door COPRO 45 CE-certificaten uitgereikt, wat het totaal op 203 brengt waaronder:
• Vaste locatie: 152
• Mobiele installatie: 51
Voor 26 producenten werd reeds een
initiële audit uitgevoerd (waaronder
het grootste deel in toelatingsperiode COPRO).
Er werden in totaal 235 audits uitgevoerd.
%
65
GRANULATS NATURELS
& ARTIFICELS
D’où venons-nous…
Avant 2004, chaque pays européen disposait généralement souverainement de
sa propre marque nationale pour garantir au mieux la qualité et les caractéristiques techniques des granulats qui étaient mis sur son marché. On comparait
par rapport aux performances attendues (prescriptions des cahiers des charges, …).
A cette époque, notre marque BENOR était uniquement basée sur des règlements et des prescriptions techniques (à savoir respectivement plusieurs TRA
et PTV pour les gravillons, les sables, les graves, …) ainsi que sur nos normes
nationales d’essais d’application dans ce temps.
2004, une petite révolution !
Au 1er juin 2004, tous les granulats mis sur le marché européen doivent, lorsqu’ils sont d’application, satisfaire aux conditions du marquage CE, lorsque
l’utilisation qui en est faite le nécessite.
Concrètement, les normes d’essais nationales doivent être retirées et remplacées par leurs équivalents européens lorsqu’ils existent. De nouvelles normes
européennes harmonisées (acceptées par tous les Etats membres) définissent les
caractéristiques et les classes de conformité ainsi que des exigences à respecter
pour les principales utilisations des granulats (par ex la EN 12620 - granulats
pour béton).
Ces normes harmonisées produits imposent aux producteurs de granulats de
mettre en place un système dit “de maîtrise” de la production en usine (système
FPC ou encore MPG). Il est de la responsabilité du producteur de déclarer la
conformité de ses produits par rapports à ces référentiels.
Pour les granulats, deux niveaux d’attestation sont possibles selon ces normes,
à savoir le niveau 4 (pas de contrôle par un tiers) et le niveau 2+ ou le système FPC du producteur. Celui-ci est dans ce cas vérifié par un tiers appelé
“organisme notifié”. Les marques nationales ne pouvaient subsister que si elles
apportaient un plus par rapport à ces nouveaux référentiels.
Certifications
BENOR ET
MARQUAGE CE
DE NIVEAU 2+
66
Les dés étaient jetés, les mentalités amenées à changer et le devenir de la marque BENOR le nouveau
challenge à relever. La marque BENOR pourra-t-elle
effectivement être un complément sur base volontaire assurant aux granulats certifiés un plus par
rapport au marquage CE ? La question était posée à
cette époque.
d’en déclarer la conformité, généralement par coup
de sonde vu le principe même d’un audit.
Des groupes de travail sont mis en place reprenant
tous les acteurs concernés : organismes d’inspection
et de certification, producteurs, utilisateurs, prescripteurs, … Un seul objectif à atteindre : de nouvelles
règles cohérentes et compatibles sont à mettre en
place, une refonte en profondeur de notre référentiel
BENOR granulats est une nécessité.
Les acteurs concernés
De 2004 à 2006, le nouveau BENOR
est sur ses rails, complément de qualité
au marquage CE
Au 1er janvier 2006 tout est en place. Tout producteur
de granulats naturels en Belgique intéressé par la
marque BENOR volontaire devait être certifié CE2+
pour être autorisé à continuer à l’apposer.
Les nouveaux règlements d’application du CRIC pour
le marquage CE et la marque BENOR sont disponibles, à savoir :
Pour la marque BENOR, on vérifiera entre autres de
façon plus exhaustive la conformité de chaque caractéristique de chaque produit certifié selon le code
PTV 411 choisi par le producteur.
Toutes ces certifications sont gérées par le CRICOCCN.
COPRO (accrédité Bellac) agit en tant qu’organisme
d’inspection. Ces missions d’inspection et d’audit
étaient jusque là assurées par Stéphane Baguet, qui
a été rejoint en 2007 par Michaël Van Schelvergem
en ce qui concerne la marque BENOR. On notera que
ces personnes participent également aux missions
d’audit et d’inspection dans le monde des granulats recyclés pour le marquage CE et les marques
BENOR et COPRO.
Inspections COPRO dans le cadre
de la marque BENOR
Comme signalé lors des éditions précédentes, 2008
confirme à nouveau la tendance amorcée depuis 2005,
à savoir :
• CRC CE 105 : “Règlement pour l’attestation de
conformité du FPC dans le cadre du marquage CE
de niveau 2 et 2+ (en application de l’annexe III de
la DPC) par le CRIC.”
• Une augmentation du nombre de producteurs intéressés par l’usage de la marque BENOR ;
• TRA CE 410 : “Règlement pour l’attestation de
conformité du FPC par le CRIC dans le cadre du
marquage CE des granulats conformes aux normes européennes”;
En résumé quelques chiffres :
• TRA 411 : “Certification qualité volontaire des
granulats, conformes aux normes EN 12620, EN
13043, EN 13242 et EN 13139”;
• En 2006, 19 producteurs jouissaient de la marque
BENOR pour un total de 110 produits certifiés;
Complément indispensable, le PTV 411 également :
Codification des granulats, conformes aux normes
NBN EN 12620, NBN EN 13043, NBN EN 13242 et
NBN EN 13139;
Conformément aux règlements d’application et normes harmonisées concernées, les audits CE ont pour
but de vérifier la conformité de l’organisation du producteur à maîtriser la production de ses granulats et
• Une augmentation du nombre de produits certifiés.
• En 2005, 16 producteurs jouissaient de la marque
BENOR pour un total de 87 produits certifiés;
• Fin 2007, 23 producteurs jouissaient de la marque
BENOR pour un total de 129 produits certifiés;
• Fin janvier 2009, 30 producteurs jouissaient de
la marque BENOR pour un total 129 produits certifiés !
Nous croyons que ces chiffres parlent d’eux-mêmes
quant à l’intérêt des producteurs pour la marque
volontaire BENOR.
Enfin, contrairement à la période avant 2004, on ne
parle plus uniquement du secteur granulats naturels, mais aussi des artificiels. En effet, de nos jours,
3 licenciés BENOR produisent des granulats issus
des scories ferreuses et non-ferreuses. Ces producteurs sont audités par COPRO. La mise en place de
leur système BENOR également, depuis leur période
probatoire jusqu’à l’obtention de leurs licences.
Conclusions
La liste de tous ces producteurs audités et inspectés par COPRO est consultable sur notre site
www.copro.eu
Pour la marque BENOR des granulats naturels et
scories, le nombre de licenciés et de produits certifiés BENOR disponibles sur le marché s’est considérablement accru depuis début 2005.
Audits COPRO dans le cadre
du marquage CE 2+
Fin 2007, 13 unités de production sont suivies par
COPRO en tant qu’organisme d’inspection dans le
cadre du marquage CE 2+ des granulats.
Comme par le passé, nous souhaitons juste profiter
ici de la présente pour remercier ces producteurs
qui font confiance à COPRO pour la réalisation des
ces missions d’audit.
Autres participations de COPRO Comité de direction - Groupes de travail
Parallèlement aux missions d’audit et d’inspection,
on terminera en signalant que COPRO est actif et a
des représentants dans les assemblées suivantes :
• Comité de direction BENOR des granulats;
• Coordination des organismes de contrôle pour les
granulats;
• Groupe de travail pour la révision des règlements
pour les granulats BENOR;
• Groupes de travail divers (XP P 18-545, scories
métalliques et non métalliques, …);
• TC 154 Mirror Group;
• NBN;
• CCT RW 99 - G.T. 16 : matériaux recyclés;
• …
COPRO est actif comme organisme d’inspection pour
la réalisation des missions d’audit initiales ou de
surveillance d’unités de production dans le cadre
du marquage CE des granulats naturels, artificiels
comme les scories métalliques et non métalliques
ou recyclés.
Concernant la compétence technique de COPRO en
ces matières, retenons que COPRO est actif dans le
monde des granulats naturels de roches massives,
d’alluvionnaires (marin ou non), artificiels (scories
métalliques et non métalliques) ainsi que pour les
recyclés dans le cadre de la marque COPRO et
BENOR.
Il participe de plus aux groupes de travail et autres
réunions connexes relatives à toutes ces matières, ce
qui nous pensons est une garantie de performance
et de qualité dans la réalisation des différentes missions qui lui sont confiées pour ces produits.
67
68
WATERBOUWSTEEN
Personeel
Bij de certificatie van waterbouwstenen zijn de volgende medewerkers betrokken: Johny De Nutte
Onderwerp van de certificatie
Waterbouwsteen wordt toegepast in:
• diverse waterbouwconstructies zoals waterkeringen, bescherming van oevers, bodembescherming, golfbrekers…
• aanvullingen/ophogingen
• bescherming van kabels, leidingen en tunnels…
De fijne materialen worden meestal gebruikt als vulmateriaal voor schanskorven.
Certificatie
KOMO
Deze KOMO-certificatie
wordt beheerd door
BMC (Nederland).
COPRO treedt op als
inspectie-instelling.
Volgende normen en reglementen zijn van toepassing:
• NEN-EN 13383-1. Waterbouwsteen - Deel 1: Specificatie
• NEN 5180. Nederlandse aanvulling op NEN-EN 13383-1 WaterbouwsteenDeel 1: Specificaties
Deze norm geeft nadere normatieve invulling aan een aantal keuzemogelijkheden in NEN-EN13383-1, voor wat betreft de toepassing van waterbouwsteen in Nederland
• NEN-EN 13383-2. Waterbouwsteen - Deel 2: Beproevingsmethoden
• BRL 9312. Nationale beoordelingsrichtlijn betreffende het KOMO-productcertificaat voor waterbouwsteen voor toepassing in GWW-werken.
Het KOMO-certificaat verzekert niet alleen de civieltechnische eigenschappen, maar ook de overeenkomstigheid met het Besluit bodemkwaliteit
(Bouwstoffenbesluit).
Bezochte fabrikanten - Aantal bezoeken
De controleprocedures zijn opgenomen in BRL 9312.
In 2008 is een nieuwe versie van toepassing gesteld.
In 2008 beschikken volgende 5 Belgische producenten over een KOMO-certificaat:
• Gralex N.V. te Beez voor CP 90/250 mm, LMA
5/40 kg en 10/60 kg.
• S.A. Carrières lemay te Vaulx voor LMA 5/40 kg,
10/60 kg, 40/200 kg en 60/300 kg.
• Cimescaut Matériaux S.A. te Antoing voor CP
45/125 mm, 56/125 mm en 90/150 mm.
• Sagrex N.V. te Namêche voor CP 45/180 mm,
90/250 mm, LMA10/60 kg, 40/200 kg en 60/300
kg.
• Exploitation Rondia SPRL te Sprimont voor CP
80/200 mm, LMA 10/60 kg, 40/200 kg, 60/300 kg
en HMA 300/1000 kg.
Belangrijkste wijziging is dat ook het transport van
de groeve naar het werk onder het certificaat valt.
Dikwijls is het niet de producent zelf maar een leverancier/importeur die het transport en de aflevering
bij de klant organiseert. Het is echter de producent
die verantwoordelijk blijft voor de productkwaliteit tot het moment dat de lading wordt gelost of
overgeslagen. De onderlinge verantwoordelijkheden
tussen beide partijen dienen in een overeenkomst
te worden vastgelegd. Jaarlijks voert de producent
bij de leverancier een audit uit om de regels, vastgelegd in de onderlinge overeenkomst, te evalueren. Dit
auditverslag wordt beoordeeld door de certificatieinstelling. Ook de naam van de leverancier wordt op
het certificaat vermeld.
Ook het Bouwstoffenbesluit werd gewijzigd in het
Besluit bodemkwaliteit.
De CE-markering kan worden afgeleverd door BMC.
In dat geval nemen zij de jaarlijkse audit voor hun
rekening.
In de norm EN 13383-1 zijn de relevante eigenschappen en prestatieniveaus voor deze eigenschappen
vastgelegd. Dit is het geval voor de geometrische,
fysische en chemische eigenschappen en de duurzaamheideisen:
• korrelverdeling voor de grove sorteringen (CP),
massaverdeling en gemiddelde massa voor lichte
(LMA) en zware sorteringen (HMA) en korrelvorm
• dichtheid, weerstand tegen breuk, weerstand
tegen afslijting
• wateropname en vorst/dooibestandheid
• scheuren, aderen, klei en leem, verontreinigingen, gehalte gebroken oppervlakken
• andere chemische eisen voor hoogovenslakken,
zonnebrand voor basaltgesteente, …
COPRO voert de controles, betreffende de KOMOcertificatie, uit bij de Belgische producenten.
In 2008 werden in totaal 20 controlebezoeken door
COPRO uitgevoerd.
69
70
NL BSB
STEENSLAG IN ONGEBONDEN
TOESTAND
Personeel
Bij de certificatie van de overeenkomstigheid van steenslag aan het Besluit
Bodemkwaliteit zijn de volgende medewerkers betrokken: Johny De Nutte
Onderwerp van de certificatie
Toepasselijke reglementen:
• Algemeen reglement product- en procescertificatie. (2001).
• BRL 9324 (2008) Nationale beoordelingsrichtlijn betreffende het NL-BSB
productcertificaat voor de milieuhygiënische kwaliteit van steenslag in ongebonden toestand.
Deze beoordelingsrichtlijn (BRL 9324) betreft alleen de certificering in het
kader van het Besluit bodemkwaliteit. Het Bouwstoffenbesluit werd grondig
herzien en vervangen door het Besluit bodemkwaliteit.
Certificatie
NL BSB
Deze NL BSBcertificatie (Besluit
bodemkwaliteit) wordt
beheerd door BMC
(Nederland).
COPRO treedt op als
inspectie-instelling.
De zelfcontrole berust op een kwaliteitssysteem waarin het beheersen van een
correcte monsterneming en monsterbewaring een belangrijke rol spelen. De
uitloogproeven (kolomproeven) op het steenslag worden uitgevoerd (en meestal
ook geëvalueerd) door een erkend laboratorium.
De externe controle behelst het toezicht op het kwaliteitssysteem, het bijwonen
van monsternemingen en de controle van de evaluaties van de proefresultaten.
Naar aanleiding van de wijziging van het Bouwstoffenbesluit in het Besluit Bodemkwaliteit werd ook de BRL 9324 aangepast. Voornaamste wijziging betreft
de vereenvoudigingen die gepaard gaan met de toepassingsmodaliteiten. Voor
evaluatie van de resultaten is de toepassingshoogte niet meer bepalend. Enkel
het onderscheid tussen niet vormgegeven bouwstof en vormgegeven bouwstof
wordt gemaakt.
Bezochte fabrikanten - Aantal bezoeken
De Nederlandse certificatie-instelling BMC beheert
de certificatie. COPRO voert controles uit bij de
Belgische producenten.
Volgende Belgische producenten worden door COPRO
gecontroleerd:
• Cimescaut Matériaux S.A. te Antoing
• Sagrex NV te Beez
• Holcim te Gaurain-Ramecroix
In 2008 werden in totaal 10 controlebezoeken uitgevoerd. Indien mogelijk worden deze gelijktijdig met een
controlebezoek in het kader van de controle voor de
KOMO-certificatie van waterbouwsteen uitgevoerd.
8 Bezoeken werden aldus gecombineerd.
71
72
LES SOLS TRAITÉS
Personnel
Pour la certification des sols traités, les collaborateurs suivants sont concernés :
Johny De Nutte et Elfver Vandenbraembussche.
L’objet de la certification
En rajoutant des liants à des sols déterrés on peut nettement améliorer la qualité technique de construction de l’argile ou des sols argileux. Grâce à cette
amélioration de qualité les sols traités peuvent être utilisés comme matériau de
construction dans un travail. Les applications possibles vont des remblayages
jusqu’aux fondations et sous-fondations de routes et de sols d’entreprises.
Les liants classiques comme la chaux et le ciment, mais aussi d’autres liants ou
mélanges, peuvent être utilisés pour un traitement.
Pour obtenir la certification COPRO, les lots de sol déterré à traiter doivent
être pourvus d’un rapport technique déclaré conforme, pour pouvoir garantir la
qualité environnementale.
Certification
Cette certification
est gérée par l’asbl
COPRO.
Pour les contrôles techniques de la construction, des pré-analyses sur les lots
réceptionnés sont d’abord faites. Sur base de ces pré-analyses du type de sol
et de ses capacités à être traité, on regroupe les lots en batches de production.
Sur une échelle de laboratoire, une étude est faite de ces batches de production
pour déterminer le dosage idéal du liant.
Le produit fini est contrôlé, quant aux exigences techniques de construction et
suivant l’application.
Le tout sur base des recommandations du CRR.
Les exigences auxquelles le produit fini satisfait sont
attestées par une fiche technique.
Conseil consultatif pour la certification des
caractéristiques techniques de construction de sols
En 2008 on a déjà fait usage d’“études type” pour
certains batches. De cette façon les producteurs
pouvant prouver avoir suffisamment d’expérience
et de savoir, peuvent finir plus rapidement des lots,
avec un coût de labo inférieur.
En 2008 le Conseil consultatif s’est réuni par deux
fois.
COPRO effectue des visites de contrôle pour vérifier
le suivi du système, les enregistrements et la conformité du produit fini. De cette façon il devient possible
de fournir un produit fini de qualité.
Règlements d’application:
• CRC 01 - Règlement pour la certification de produits dans le secteur de la construction
• TRA 16 - Règlement pour les sols traités aux liants
et produits sur lieu fixe.
Activités de certification
En 2008, 3 sites fixes ont été certifiés : Stabozand
Gent, Stabozand Sint-Katelijne Waver et Aclagro TOP
Gent.
Fin 2008, un site se trouvait encore dans la période
d’admission : Aclagro AGRC.
Au cours de l’année 2008, 60.824 tonnes de terre améliorée ont été évacuées sous le certificat COPRO.
Application selon la fiche technique
Tonnage
1
Le sol amélioré pour remblayage de tranchées d’égouts et couverture de tuyaux 24.142 ton
2
Le sol amélioré pour remblayages et
rehaussements sous un palier de voie.
3
20.622 ton
Le sol amélioré pour application dans
des fondations sous des sols d’entreprise. 16.060 ton
Nous avons effectué 11 visites de contrôle périodiques et 1 visite d’introduction.
Président :
Dhr. B. Dethy
Vice-président :
Dhr. H. Backaert
Secrétaire :
Dhr. E. Vandenbraembussche
Membres :
Mesdames M. De Vos et J. Petit, Messieurs D.
Dedecker, J. D’Hooghe, J. De Nutte, A. Heurckmans,
J. Janssen, P. Keppens, D. Ponnet, M. Regnier, L.
Rens, P. Somers, D. Stove, K. Vermeren, D. Welter.
Suppléants :
Mesdames K. Lauryssen, M. Verboven et K. Wielant,
Messieurs H. Baquet, L. De Bock, E. Desmedt, J.
Desmyter, T. De Vriese, T. Mariage, C. Ployaert, J.
Soers, F. Thewissen, P. Vanhoegaerden et J. Vervoort.
73
74
UITGEGRAVEN BODEM (GROND)
Personeel
Bij de certificatie van grond zijn de volgende medewerkers betrokken: Johny De
Nutte en Elfver Vandenbraembussche.
Onderwerp van de certificatie
Certificatie
grondbank vzw /
COPRO vzw
De vzw
GRONDBANK is
een OVAM-erkende
bodembeheerorganisatie,
conform het
VLAREBO.
COPRO treedt op
als keuringsinstelling
voor wat betreft
de tussentijdse
opslagplaatsen
(TOP) en de
grondreinigingscentra (CGR).
Tussentijdse opslagplaatsen (TOP) en centra voor grondreiniging (CGR) ontvangen uitgegraven bodems van zowel gekende als ongekende herkomst. Deze
gronden worden per herkomst opgeslagen en ingekeurd met een milieuhygiënische analyse. Uit deze inkeuringsanalyse wordt het verdere traject van de partij
afgeleid: Indien blijkt dat de partij niet verontreinigd is, kan ze worden afgevoerd
als vrij hergebruik binnen bepaalde bestemmingstypes of als bouwkundig bodemgebruik voor gebruik in een werk. Indien de partij verontreinigd blijkt te zijn
dient deze te worden gereinigd of te worden afgevoerd naar een andere verwerker. Mogelijke manieren van reiniging zijn biologische reiniging door beluchting
en ev. toevoeging van nutriënten en bacteriën; fysico-chemische reiniging door
middel van een extractieve wasinstallatie of thermische reiniging.
COPRO voert in opdracht van de vzw Grondbank keuringen uit op basis van het
“Kwaliteitsreglement in het kader van de erkenning van een grondreinigingscentrum of een tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem” en de “Codes
van goede praktijk” van OVAM.
Met deze keuringen is het de bedoeling het ganse traject van aanvoer tot afvoer
van partijen uitgegraven bodem na te zien. De nadruk ligt voornamelijk op de
naspeurbaarheid van de partijen uitgegraven bodem als ook op het voorraadbeheer en een correcte registratie.
Tijdens de keuringsbezoeken wordt ook een staalname bijgewoond ter controle
van zowel de monsternemingsmethode als van de analyseresultaten.
De bodembeheerorganisatie Grondbank vzw levert bodembeheerrapporten af
op basis van een technisch verslag opgemaakt door een erkend bodemsaneringsdeskundige. Het bodembeheerrapport attesteert de conformiteit van de
uitgegraven bodem met de voorwaarden voor de beoogde toepassing.
De tussentijdse opslagplaatsen en grondreiniginscentra kunnen ook zelf bodembeheerrapporten afleveren indien ze door de OVAM erkend zijn. Het behalen van een certificaat is één van de vereisten om
door de OVAM te worden erkend.
De ingang van de nieuwe VLAREBO op 1 juni 2008
verliep voor de vergunninghouders zonder veel problemen. Na de overgangperiode op 27 november
2008 bleken alle vergunninghouders dan ook in regel
te zijn met de nieuwe bepalingen.
Controleactiviteiten
Eind 2008 hadden 28 bedrijven een certificaat bekomen, respectievelijk 17 als CGR en TOP en 11 uitsluitend als TOP. 18 van de 28 bedrijven beschikken
eveneens over een OVAM-erkenning als TOP/CGR.
Er werden door COPRO 58 controlebezoeken uitgevoerd.
75
76
VULSTOFFEN VOOR ASFALT
Algemeen
De discussie over CE en BENOR blijft de gemoederen bezighouden, ook in ons
kleine België.
Is een CE-markering voor vulstoffen dan niet voldoende?
Neen!
Op een CE-conformiteitsverklaring staan alleen die parameters die in de bijlage
ZA van de NBN EN 13043 zijn weergegeven.
Maar er zijn ook parameters die hierin niet te vinden zijn, die wel van groot belang zijn voor de toepassing van de betreffende vulstof. Concrete voorbeelden
hiervan zijn het calciumcarbonaatgehalte (CC) en het calciumhydroxidegehalte
(Ka) voor toepassingen in SMA en ZOA.
Dus, één oplossing: BENOR!
De BENOR-certificatie is een vrijwillige kwaliteitsverklaring, die wel een bredere
garantie geeft dat het product aan welbepaalde, en meer specifieke eisen voldoet.
Renée Declerck en Johny De Nutte, respectievelijk product- en sectorverantwoordelijke, zijn nog steeds de mensen binnen COPRO die de certificatie van de
vulstoffen behartigen.
Toepasselijke documenten
Certificatie
BENOR
De certificatie
wordt beheerd
door COPRO.
De documenten die aan de basis liggen van de BENOR-certificatie en CE-markering zijn niet veranderd:
• NBN EN 13043 (2002) - Toeslagmaterialen voor asfalt en oppervlakbehandeling voor wegen, vliegvelden en andere verkeersgebieden
• CRC BENOR (versie 1.0 dd. 2000-08-01) - Reglement voor productcertificatie
in de bouwsector
• TRA 12 (versie 2.0 dd. 2005-04-19) - Toepassingsreglement voor het gebruik
en de controle van het BENOR-merk in de sector van de vulstoffen voor koolwaterstofmengsels in de wegenbouw
• BENOR-LOGOREGLEMENT (versie 2.0 dd. 2003-03-12) - Reglement voor het
gebruik van het BENOR-logo en de verwijzing naar het BENOR-merk
77
• R/CE 2+ 12 (versie 1.0 dd. 2004-04-16) - Reglement voor de attestering van
de conformiteit van de FPC in het kader van de CE-markering niveau 2 + voor
vulstoffen voor gebruik in koolwaterstofmengsels voor wegen, vliegvelden
en andere verkeersgebieden conform de Europese normen.
Gecertificeerde vergunninghouders en -producten
Het aantal gecertificeerde vergunninghouders en het aantal gecertificeerde
producten in 2008 is niet gewijzigd t.o.v. het jaar ervoor.
Identificatienr. /
Vergunninghouder
Product
Normnaam
Commerciële
Benaming
431 Ankerpoort
Maastricht b.v.
Type Ia
Type Ib
Type IIa
Type IIa
Type IIb
V28/38, BN28/39, MBF10
V28/38, BN28/39, MBF10, CC80
V28/45, BN40/52, MBF10
V28/45, BN40/52, MBF10, Ka5
V44/55, BN40/52, MBF10, Ka20
Duras Filler 1 en 1W
Duras Filler 15
Duras Filler 2 en 2W
Duras Filler 2K en 15K
Duras Filler 25
434 CCB sa
Type Ib
V28/38, BN28/39, MBF10, CC70
Filler Ib
436 Cementbouw
Mineralen b.v.
Type Ia
Type IIa
Type IIa
Type IIb
V28/38, BN28/39, MBF10
V38/45, BN40/52, MBF10
V38/45, BN40/52, MBF10, Ka5
V44/55, BN53/62, MBF10, Ka20
Vulprofite 10 en 20
Vulprofite 30, 30L en 40
Vulprofite 35 en 45
Vulprofite 55
In 2008 werd 91.561 ton aanvoervulstof onder het BENOR-merk geleverd. De
daling blijft zich jammer genoeg verder zetten. Eén van de oorzaken van deze
blijvende daling is het gebruik van recuperatievulstoffen.
Controlebezoeken en andere activiteiten
=[b[l[hZ[^e[bl[[b^[_Zlkbije\\[d
=dZkZZa]Z^YIdc
&*%%%%
&)%%%%
&(%%%%
&'%%%%
&&%%%%
&%%%%%
.%%%%
-%%%%
'%%&
'%%'
'%%(
'%%)
'%%*
'%%+
'%%,
'%%-
78
Het aantal uitgevoerde controlebezoeken en de aantal monsternemingen in 2008 is quasi gelijk gebleven
aan het jaar ervoor. We gaan hierover dan ook niet
verder uitweiden. In 2008 werden er wel 2 waarschuwingen betekend.
Naar aanleiding van een aantal verschillen in resultaten vastgesteld tussen de fabrikanten enerzijds en
de controlelaboratoria anderzijds werd in 2008 een
grote ringanalyse georganiseerd. Hierbij namen de 3
vulstoffabrikanten, 5 controlelabo’s (geaccrediteerd
en niet-geaccrediteerd) en 4 asfaltproducenten deel.
Elke vulstoffabrikant heeft 1 type vulstof geleverd.
Het betrof een type IIa en IIb, met respectievelijk 5
% en 20 % calciumhydroxide en een type Ib met calciumcarbonaat. Niet alleen de eindresultaten van
verschillende proeven werden met elkaar vergeleken, maar ook alle stappen van de proefuitvoering
zelf. Alle deelnemers hadden hiervoor een checklist
van maar liefst 47 pagina’s te doorworstelen. Wij willen hen hierbij nogmaals bedanken voor alle tijd en
energie die ze in deze ringanalyse gestoken hebben.
Maar door het nazicht van alle parameters van de
proefmethodes konden een aantal afwijkende resultaten verklaard worden.
De belangrijkste besluiten die uit deze ringanalyse
konden getrokken worden, zijn:
• De bepaling van het bitumengetal is tijdsafhankelijk bij vulstoffen die kalkhydraat bevatten;
• De gebruikte vloeistof bij de bepaling van de volumemassa kan een invloed hebben op het eindresultaat;
• De belangrijkste parameter die het resultaat van
de holle ruimte beïnvloedt, is de volumemassa.
Adviesraad en werkgroepen
Doordat een aantal leden in 2008 van hun welverdiende
rust wilden gaan genieten, zijn er een aantal verschuivingen geweest. Een nieuwe ondervoorzitter moest
hierdoor verkozen worden. De heer P. Keppens heeft
deze taak op zich genomen, waarvoor onze dank.
De effectieve leden :
de heren S. Vansteenkiste (voorzitter), P. Keppens
(ondervoorzitter), J. Berger, L. Bertoux, E. Danniau,
J. De Nutte, J. Deblire, E. Desmedt, H. Hudales,
F. Huyghe, H. Suffeleers, R. Tison, K. Van Der Plas,
N. Vanhollebeke.
De plaatsvervangers :
Mevr. C. Flemal en J. De Visscher, de heren E. Derycke,
A. Legrève, P.P. Modde, G. Van Geem, J. Vanhollebeke.
Het secretariaat werd verzekerd door Renée Declerck.
In 2008 heeft er 1 adviesraad plaatsgevonden. Naast
de bespreking van de ringanalyse werd er ook gediscussieerd over de kwaliteit van de vulstof zelf en de
functie die deze in het asfaltmengsel moet vervullen.
• Moeten er nieuwe proeven en/of bijkomende eisen
aan de vulstoffen gesteld worden?
• Wat is de mogelijke impact van de aard van de vulstof met betrekking tot de verwerkbaarheid en de
duurzaamheid in SMA-mengsels?
• Kunnen de toegelaten percentages AVI en SVI in
de standaardbestekken gewijzigd worden?
Om op deze vragen te kunnen antwoorden, werd de
hulp van experten ingeroepen. De werkgroep BAC-2
boog zich dan ook het voorbije jaar over deze levensvragen.
Op basis van laboratoriumonderzoeken en resultaten op proefwerven uitgevoerd door het OCW konden
volgende conclusies getrokken worden :
• De toevoeging van 5 % kalkhydraat (vulstof Ka5)
volstaat niet altijd om de watergevoeligheid van
een SMA-asfaltmengsel te verminderen of de duurzaamheid ervan te verhogen.
• Het aanwenden van een vulstof met 20 % kalk
hydraat (vulstof Ka20) heeft een positief effect op
de watergevoeligheid van het SMA-mengsel, doch
een negatieve invloed op de verwerkbaarheid.
• Is een vulstof type Ka10 dan de oplossing? Misschien, maar de precieze bepaling van het percentage toegevoegd kalkhydraat blijft echter wel
een probleem.
• Het voorstel om max. 20 % AVI-vliegassen en
maximaal 40 % (AVI+SVI) toe te laten in vulstoffen
van het type II werd door de werkgroep als aanvaardbaar beschouwd.
79
FYSICO-CHEMISCH BEHANDELDE
GRANULATEN
Personeel
Bij de certificatie van fysico-chemisch behandelde granulaten zijn de volgende
medewerkers betrokken: Johny De Nutte en Elfver Vandenbraembussche.
Onderwerp van de certificatie
Dit reglement behandelt de certificatie van de reinigingscentra wat betreft de
fysico chemisch gewassen granulaten afkomstig van uitgegraven bodem en gelijkaardige afvalstoffen (rioolslib, kolkenzand, zandvangerzand, veegvuil, …).
Het gewassen zand dat wordt bekomen bij fysico-chemische reiniging vindt zijn
toepassingen in zowel zand voor aanvullingen en ophogingen als voor gebruik
in beton en asfalt. De gewassen granulaten kunnen worden gebruikt als funderingsmateriaal.
Gewassen puin afkomstig van grondreinigingsinstallaties is opgenomen in de
VLAREA-lijst van afvalstoffen die in aanmerking komen voor gebruik als secundaire grondstoffen. Voor het hergebruik is zowel een gebruikscertificaat als een
COPRO-keuring verplicht.
Op de gereinigde granulaten is ook de Europese CE-certificatie van toepassing.
Hiervoor wordt het R/CE 2+ certificatiereglement gebruikt dat ook van toepassing
is op de gerecycleerde granulaten. Om te voldoen aan de wettelijke bepalingen
dienen de fabrikanten eerst het CE-certificaat te behalen alvorens het COPROcertificaat kan uitgereikt worden. De vzw COPRO werd door de FOD Economie
aangeduid als Notified Body om dit CE-merk af te leveren.
Certifications
COPRO
Deze certificatie
wordt beheerd door
de vzw COPRO.
80
Toepasselijke reglementen:
• CRC 01 Reglement voor productcertificatie in de
bouwsector
• TRA 17 Toepassingsreglement voor gereinigde
granulaten afkomstig van de (Fysico-chemische)
reiniging van uitgegraven bodem of van gelijkaardige afvalstoffen.
• R/CE2+ Reglement voor de attestering van de
conformiteit van de FPC in het kader van de
CE-markering niveau 2+ voor gerecycleerde granulaten.
Certificatie-activiteiten
In 2008 werden in totaal 4 CE-audits uitgevoerd.
Er gebeurden 10 keuringsbezoeken voor de COPROcertificatie.
1 producent behaalde in 2008 het COPRO-certificaat
voor hun fysico-chemisch behandelde granulaten
wat het totaal op 3 gecertificeerde bedrijven brengt
(GRC Kallo, De Bree Solutions en SITA Remediation)
Eind 2008 bevindt er zich nog 1 producent in toelatingsperiode. (FSC AITCH-GROUP)
In 2008 werd in totaal 83.243 ton gewassen zand en
granulaat afgevoerd onder het COPRO-certificaat:
Toepassing volgens technische fiche
1
Gewassen zand voor gebruik
in beton volgens NBN EN 12620
Tonnage
61.923 ton
2
Gewassen zand voor funderingsmateriaal
volgens NBN EN 13242
1.483 ton
3
Gewassen granulaat voor
funderingsmateriaal volgens
NBN EN 13242
17.742 ton
Het reglement en de technische aspecten van de certificatie voor fysico-chemisch behandelde granulaten maken ook deel uit van de activiteiten van de adviesraad voor de certificatie van de bouwtechnische
kenmerken van grond (Zie ook behandelde grond).
81
82
HYDRAULISCH GEBONDEN
MENGSELS VAN KORRELIGE
MATERALEN
Personeel
Bij de certificatie van hydraulisch gebonden mengsels van korrelige materialen
zijn volgende medewerkers betrokken: Johny De Nutte en Sofie Van Hasselt.
Inhoud van de certificatie
Certificatie
COPRO / BENOR
Deze certificatie
wordt beheerd
door de vzw COPRO.
De certificatie volgens TRA 21 heeft betrekking op de “volledige” productcertificatie waarbij de kwaliteit en de conformiteit van het product worden vooropgesteld. Voor producten waarvan de proefresultaten niet gekend zijn op het
ogenblik van levering, is het onontbeerlijk het productiesysteem te controleren.
De zelfcontrole aangevuld met onafhankelijk toezicht van COPRO vermijdt zo
niet-conforme resultaten na plaatsing. Vandaar dat de certificatie alle noodzakelijke facetten omvat, gaande van controle op de grondstoffen (granulaten en
bindmiddelen), via voorstudie en fabricagecontrole tot controle van de eindproducten. Let wel, deze certificatie vervangt niet de controle op de uitvoering op
werven.
De voorstudie wordt uitgevoerd per product, hier wordt de samenstelling van
het mengsel vastgelegd. Deze voorstudie bestaat uit een korrelverdeling van
het granulaatmengsel, het wateroptimum, de druksterkte en de verwerkbaar-
heidsperiode. Het wateroptimum is het watergehalte van het mengsel waarbij optimale verdichting
verkregen wordt (maximale droge volumemassa).
Met de druksterkte op Proctors wordt gecontroleerd of het mengsel met bepaald cementgehalte
en watergehalte (= wateroptimum) voldoet aan de
vereiste sterkteklasse. Voor de verwerkbaarheidsperiode wordt nagegaan hoe lang na vervaardiging
het mengsel nog voldoende verdicht kan worden,
hiervoor wordt de grens gelegd op 98% van de droge
volumemassa (cf. wateroptimum).
De voorstudie dient slechts herhaald te worden indien
de grenzen bij de productcontrole worden overschreden en/of de grondstoffen van het mengsel wijzigen.
Door het uitvoeren van een voorstudie kan het mengsel
geoptimaliseerd worden. Hierbij kan het cementgehalte beperkt worden, wat een economisch voordeel
kan zijn.
Naast de voorstudie wordt het fabricageproces gecontroleerd. Het watergehalte dat wordt nagestreefd
moet het wateroptimum benaderen. Het is dan ook
noodzakelijk het vochtgehalte van de grondstoffen
te kennen. Daarom wordt dagelijks het watergehalte
van de granulaten bepaald, waarmee rekening wordt
gehouden bij de waterdosering.
Bij de controle van de eindproducten wordt gecontroleerd of het mengsel aan de voorstudie voldoet door
controle van de korrelverdeling, het watergehalte en
de druksterkte. Zo worden de producten die naar de
werf vertrekken, gecontroleerd en geverifieerd aan
de voorstudie en is de kwaliteit gewaarborgd. De frequentie van de productcontrole is afhankelijk van het
productiesysteem; een geautomatiseerde centrale
heeft een lagere beproevingsfrequentie dan een nietgautomatiseerde centrale (doorstroommenger).
Een bijkomend voordeel is dat TRA 21 opgesteld is
vanuit de EN-normen. Hierdoor is een ruime keuze
van grondstoffen mogelijk. Zo kunnen zowel gerecycleerde, kunstmatige als natuurgranulaten gebruikt
worden. Ook in bindmiddelen is variatie mogelijk
gaande van cement, vliegassen, slakken tot hydraulische wegbindmiddelen (HRB). Als deze normen
geharmoniseerd worden, zal de producent die TRA21
gecertificeerd is, ook onmiddellijk aan de CE-markering voldoen.
Opstart certificatie
Het toepassingsreglement voor de certificatie van
hydraulisch gebonden mengsels van korrelige materialen werd 29 februari 2008 goedgekeurd in de adviesraad. Aangezien de controle op deze producten
‘nieuw’ is, kunnen de producenten een informatief
bezoek aanvragen. Tijdens het informatief bezoek
wordt uitleg gegeven over wat van de producent verwacht wordt, het uitvoeren van voorstudies, productcontrole, …
In 2008 werden 8 van deze informatieve bezoeken
uitgevoerd. Eind 2008 heeft dan ook de eerste producent zijn formele aanvraag ingediend, die ondertussen in zijn toelatingsperiode vertoeft. Ondertussen
zijn reeds 4 producenten gestart.
83
Adviesraad
84
De adviesraad van Hydraulisch gebonden mengsels is als volgt samengesteld:
Voorzitter:
Dhr. M. Briessinck
Ondervoorzitter:
Mevr. Ann Van Gucht
Secretaris:
Mevr. S. Van Hasselt
Leden:
Mevr. Chantal Flemal, Mevr. Caroline Ladang, Mevr. Ann Van Gucht, Mevr. Van Hasselt
Sofie, Mevr. Géraldine Welvaert, Dhr. Huges Baquet, Dhr. Margo Briessinck, Dhr. Luc
Christiaens, Dhr. Johan D’Hooghe, Dhr. Olivier De Myttenaere, Dhr. Johny De Nutte,
Dhr. Dino Henderickx, Dhr. Freddy Henin, Dhr. Claude Ployaert, Dhr. Johan Put, Dhr.
Marc Regnier, Dhr. Dirk Vandecapelle, Dhr. Serge Vermeren, Dhr. Jan Weckx.
Plaatsvervangers: Mver. Colette Grégoire, Mevr. Joëlle Petit, Mevr. Sylvie Smets, Mevr. Militza Zamurovic,
Dhr. Gerd Bosman, Dhr. Stefan Carmans, Dhr. Valère Cornelis, Dhr. Karel De Cuyper,
Dhr. Eli Desmedt, Dhr. Yves Goffart, Dhr. Willy Goossens, Dhr. Thibault Mariage, Dhr.
Luc Rens, Dhr. Jan Soers, Dhr. Erik Van De Velde, Dhr. René Van Den Broeck, Dhr.
Dieter Van Rossem.
85
Metaalsector
Secteur du métal
Tot deze sector behoren de volgende producten:
• gietijzeren wegenisproducten
• gietijzeren buizen
• gietijzeren boomroosters
• metalen wegenisproducten
• vangrails
• metalen wapeningsnetten
• schanskorven
In deze sector worden aan een 40-tal fabrikanten en verdelers certificaten uitgereikt.
Zij komen uit 12 landen verspreid over 3 continenten.
De sectorverantwoordelijke is Toon
De Ruyver, daarbij ondersteund
door Kris Vandenneucker en Kim
Vandenhoeke (in opleiding) als verantwoordelijke voor de afzonderlijke producten.
De keuringen en audits in de fabrieken gebeuren door Kris en Kim
bijgestaan door Pieter Herbots en
Dieter Krikilion.
Hierna kunt u lezen wat voor deze
sector de voornaamste gebeurtenissen van 2008 zijn en wat de verwachtingen zijn voor morgen.
86
TUYAUX ET ACCESSOIRES EN FONTE
Personnel
Durant l’année 2008, les visites de contrôles ont été effectuées par Pieter
Herbots, épaulé par Kris Vandenneucker, responsable produit métal et par Toon
De Ruyver, responsable secteur métal.
Documents d’application
Les documents d’application sur lesquels la certification des tuyaux est basée,
sont inchangés :
Documents techniques : NBN EN 598
Cette norme constitue la base technique pour l’attribution du certificat
BENOR pour les “Tuyaux, raccords et accessoires en fonte ductile et leur
assemblage pour l’assainissement”.
Documents de certification :
• Les différents règlements BENOR
Certification
BENOR
• Le règlement d‘application TRA 598
Aperçu des fabricants certifiés
Visites de contrôle
1850 tonnes ! Ceci est la quantité de tuyaux en fonte
vendue sur le marché belge sous la marque BENOR.
Nous pouvons parler d’augmentation spectaculaire
par rapport à l’année 2007 et ça porte la courbe
ascendante de 2004 à 2006 plus haute.
Espérons garder ce rythme en 2009 !
16 visites de contrôle ont été effectuées au total.
En cours de l’année 2008, aucun problème relatif à
la qualité des tuyaux en fonte ne s’est manifesté !
Les tuyaux certifiés ont été livrés sur le marché
belge par les distributeurs suivants :
• Saint-Gobain Pipe Systems Belgium de Landen,
pour les fabricants suivants :
- Saint-Gobain PAM à Pont-à-Mousson
- Saint-Gobain Gussrohr à Saarbrücken
Et :
• B.G. Pipe de Wilrijk, pour
- Sertubi (groupe Duferco) à Trieste (Italie)
;lebkj_edZ[igkWdj_jƒiY[hj_\_ƒ[il[dZk[ijedd[
'%%%
&-*%
&,*%
&*%%
&*%%
&&%%
&%%%
+,-
*%%
%
'%%)
'%%*
'%%+
'%%,
'%%-
87
88
PIÈCES DE VOIRIE EN FONTE
Personnel
En 2008 les tâches de contrôle de Kris Vandenneucker, responsable produit du
secteur Métal, ont été reprises avec succès par Pieter Herbots. Le tout était
toujours sous surveillance du responsable du secteur Métal, Toon De Ruyver.
Documents d’application
Les documents suivants sont d’application pour la certification des pièces
d’égouts en fonte :
Documents techniques :
• Le PTV 800 : Dispositifs de fermeture en fonte ou en acier moulé avec
épaisseur minimale 10 mm : exigences
• Le PTV 801 : Dispositifs de fermeture en fonte ou en acier moulé avec
épaisseur minimale 7 mm : exigences
• Le PTV 802 : Pièces et appareils en fonte pour la récolte et l’évacuation
des eaux de ruissellement : exigences
Certification
BENOR et
COPRO
• Le PTV 803 : Grilles d’arbres : exigences
• La NBN EN 124
• La NBN B53-101
Documents pour les contrôles :
• Règlement pour la certification de produit dans le secteur de la construction CRC BENOR
• Règlement pour la certification de produit dans le secteur de la construction CRC 01
• Règlement d’application pour l’usage et le contrôle de la marque BENOR dans le secteur des dispositifs de couronnement et de pour les zones de circulation utilisées par les piétons et les véhicules
• Règlement d’application pour pièces de voirie en fonte TRA 124
Relevé des fabricants certifiés de pièces de voirie en fonte
Les unités de production suivantes détiennent un certificat BENOR :
• Fondatel - Gieterij
Herne (B)
• Fonderies Lecomte
Andenne (B)
• Norfond - Groupe Norinco
Saint Crépin Ibouvillers (F)
distributeur : Bernard Cassart - Bruxelles
Les unités de production suivantes sont certifiées COPRO :
- Fondatel - Gieterij
Herne (B)
- Fonderies Lecomte
Andenne (B)
- Buderus Guss
Limburg (D)
distributeur : Wolters - Diest
- Norfond - Groupe Norinco
Saint Crépin Ibouvillers (F)
distributeur : Bernard Cassart - Bruxelles
- Saint-Gobain PAM
Pont-à-Mousson (F)
distributeur : SGPS Belgium - Landen
- Saint-Gobain Canalizaçao
Itauna (Brazilië)
distributeur : SGPS Belgium - Landen
- Saint-Gobain Slévárna
Králuv Dvur (CZ)
distributeur : SGPS Belgium - Landen
- Decloedt-Decov
Veldegem
distributeur : Probo - Gistel
- P.P.H.U Deptula
Lidzbark Warminski (PL)
distributeur : Imcoma - Hamme
Fin 2008 nous avons, sur demande du fabricant Heinrich Meier
Eisengießerei, aussi bien arrêté la certification BENOR que la
certification COPRO pour son usine.
Environ 20.900 tonnes de matériaux certifiés ont été livrés en cette
année.
89
Visites de contrôle
90
Pendant l’année 2008 COPRO a fait 47 visites de
contrôle chez les fabricants et les distributeurs.
Suite à ces visites de contrôle, nous avons dû notifier un avertissement et une suspension de livraison
autonome.
Le Conseil consultatif de la Fonte
Président :
Chantal Flemal
Tous ces points d’agenda seront traités davantage
et terminés en 2009 lors des réunions du conseil
consultatif.
Révision de la norme européenne EN 124
Dans le groupe de travail 4 de la Commission technique européenne CEN/TC165 on a continué à travailler sur la révision de la norme EN 124. Toon De
Ruyver participe, au nom du conseil consultatif, à ces
réunions.
Vice-président : Roger Lecomte
Les modifications importantes concernent :
Secrétaire :
• la norme EN 124 sera étendue à d’autres matériaux : la matière synthétique, l’aluminium, etc.
Kris Vandenneucker
En 2008 ce sont surtout les personnes suivantes qui
ont assisté aux réunions :
Kurt Beghyn, Bernard Cassart, Rudy Lombet, Bart
Stulens, Luc Bauwens et les personnes mentionnées
ci-dessus.
• la norme sera pourvue d’une annexe ZA, ce qui signifie que le marquage CE sera aussi obligatoire
pour ces produits.
Les points d’agenda les plus importants étaient :
• développer une méthode d’essai et fixer les exigences pour la charnière d’un couvercle afin de
garantir la sécurité de l’utilisateur;
• fixer les exigences pour la certification de couvercles multiples;
• le PTV 802 : la détermination du débit d’un collecteur d’eau au moyen d’une simulation d’ordinateur
ou en développant une méthode d’essai;
• la rédaction d’un document informatif pour les
autorités, les bureaux d’étude, les entrepreneurs,
… concernant les normes valables, les différences entre les PTV en vigueur et la différence entre
des matériaux certifiés COPRO ou BENOR.
Lors du conseil consultatif, nous avons également
consacré de l’attention à la révision des cahiers des
charges types et à la référence aux PTV dans ceuxci, pour que ces cahiers des charges ne soient pas en
contradiction avec les directives européennes.
Nous avons conclu que la référence à ces PTV dans
les cahiers des charges type n’était pas en contradiction avec les règles européennes.
Couvercle en metal
Les couvercles métalliques en acier inoxydable certifiés COPRO sont produits et livrés par GE Power
Controls, situé à Haaksbergen aux Pays-Bas.
En 2008 cette certification a été continuée, sur base
de la norme NBN EN 124.
Les couvercles sont utilisés pour des armoires sousterraines de distribution d’électricité.
91
SCHANSKORVEN
SCHANSKOR
Personeel
Bij de certificatie van schanskorven
skorven zijn de volgende
volgende
nde medewerkers
medewerke
medewe
betrokken:
Sectorverantwoordelijke metaal:
Sectorve
Toon
Toon De Ruyver
Productverantwoordelijke
Produc
jke staaldraad: Kriss Vandenneucker
Vandenneuc
Vandenn
Keurder
Keurde staaldraad:
Dieter
ieter Krikilion
Krikil
Toepasselijke reglementen
Toepas
De docum
documenten van toepassing voor de certifi
rtificatie van
v d
de schanskorven zijn
n ook
ongewijzigd gebleven:
in 2008 ong
Toepassingsreglement voor schanskorven
• Toepass
anskorven
korven
TRA 68
hett Standaardbestek 250
De certificatie van sschanskorven gebeurt
urt op basis van
va h
technische fiche, opgesteld
of volgens een technis
steld
ld door de fabrikant
fab ikant en gewaarmerkt
door COPRO.
Voor 2009 heeft onze productverant
productverantwoordelijke
oordelijke
delijke zich
zic voorgenomen
vo rgenomen om zijn geliefde TRA
RA 68 te herzien.
Certificatie
COPRO
92
Overzicht gecertificeerde fabrikanten
van schanskorven
Onder de gecertificeerde verdelers en productieeenheden zijn er in 2008 een paar veranderingen
gebeurd. Zo zette Texion een punt achter de samenwerking met hun leverancier Link Middle East. Zij
verdelen nu enkel nog schanskorven van Maccaferri.
Link Middle East hebben wij dan weer als nieuwkomer (én oude bekende) mogen verwelkomen eind
2008, dit keer als rechtstreekse leverancier.
De lopende certificaten voor schanskorven zijn op
naam van:
• Egetra nv - Beveren-Leie
• Heyrman - De Roeck nv - Beveren-Waas
• Link Middle East - Dubai, VAE
• Maccaferri - Bologna, Italië
In 2008 werden ongeveer 98.500 m² (bovenoppervlak) gecertificeerde schanskorven geleverd op de
Belgische markt.
Controlebezoeken
In 2008 werd door het uitvoeren van in totaal 15 controlebezoeken bij de verdelers en fabrikanten, de
kwaliteitscontrole opgevolgd. Tijdens deze bezoeken
werd een welbepaald probleem vastgesteld betreffende de identificatie van geleverde hoeveelheden.
De betrokken vergunninghouder werd een opschorting van autonome levering opgelegd.
93
WAPENINGSNETTEN VAN METAAL
Personeel
Dieter Krikilion is nog steeds de man die instaat voor de controlebezoeken van
de wapeningsnetten van metaal. Hij wordt professioneel gesuperviseerd door
zijn productverantwoordelijke Kris Vandenneucker. Voor problemen betreffende
deze netten kunt u steeds bij hem terecht: tel. +32 478 31.07.64.
Toepasselijke reglementen
Het volgende document is nog steeds in voege (toestand ongewijzigd t.o.v. 2007):
• Toepassingsreglement voor wapeningsnetten van metaal
TRA 67
De certificatie van de wapeningsnetten van metaal gebeurt op basis van het
Standaardbestek 250, RW 99, Typebestek 2000 of volgens een door COPRO
gewaarmerkte technische fiche opgesteld door de fabrikant.
Overzicht gecertificeerde fabrikanten
van wapeningsnetten van metaal
In het jaar 2008 is er in het totaal ongeveer 150.000 m² metalen wapeningsnetten verkocht op de Belgische markt onder het COPRO-merk. De dalende trend
wordt met andere woorden voortgezet.
Bekaert nv. te Zwevegem, de tot op heden enige fabrikant van gecertificeerde
metalen wapeningsnetten, levert zijn wapeningsnetten vanuit het Slovaakse
Hlohovec.
De certificatie van deze netten gebeurt volgens de specificaties van de technische fiche met referentie AS-03-20 van november 1999.
Controlebezoeken
Bij de hoger vermelde fabrikant werden er naar gewoonte in totaal 4 controlebezoeken uitgevoerd over het jaar 2008. Deze controlebezoeken werden allen
uitgevoerd door COPRO zelf.
Gedurende het jaar 2008 zijn er geen noemenswaardige problemen opgetreden.
Certificatie
COPRO
94
VANGRAILS
Personeel
De controlebezoeken werden in 2008 uitgevoerd door Kris Vandenneucker en
Kim Vandenhoeke. Recent werden ook bij COPRO enkele interne herstructureringen doorgevoerd waardoor Kris in de toekomst meer tijd kan besteden aan
de andere producten waarvoor hij productverantwoordelijke is.
Sectorverantwoordelijke: Toon De Ruyver
Productverantwoordelijke: Kim Vandenhoeke
Keurder: Kris Vandenneucker en Kim Vandenhoeke
Toekomst
2008 stond vooral in het teken van de voorbereiding van een BENOR-certificatie
van stalen vangrailconstructies, bijkomend aan de COPRO-certificatie van onderdelen voor stalen vangrailconstructies.
Deze huidige COPRO-certificatie van onderdelen blijft van toepassing voor herstellingen van bestaande constructies.
Daar waar vroeger enkel onderdelen op zich gecertificeerd werden zullen nu
ook geteste constructies kunnen worden gecertificeerd.
Een kleine verduidelijking…
De fabrikant van een vangrailconstructie kan een aanvraag indienen om een
bepaald systeem te laten certificeren op basis van een botsproefverslag afkomstig van een gespecialiseerd testlabo.
Certificatie
BENOR en
COPRO
Indien het botsproefverslag voldoet aan de eisen van de normenreeks EN 1317
en de PTV 869 kan een samenvattende technische fiche worden opgemaakt en
gewaarmerkt.
Deze constructie kan dan onder het BENOR-merk op iedere werf worden geleverd.
Bestek
Bestekschrijvers zullen in de toekomst enkel maar
bepaalde prestatiecriteria - relevant voor de locatie
waar het systeem zal worden opgesteld - moeten
voorschrijven.
Er zal dus moeten worden afgestapt van het vroegere
uitgangspunt waarbij de vorm en afmetingen van de
onderdelen werden voorgeschreven.
Factoren waarmee zal moeten worden rekening gehouden zijn onder meer:
• verkeersintensiteit
• soorten voertuigen, snelheid, massa
• af te schermen objecten
• uitbuiging van de constructie
• veiligheid van de autobestuurder
• …
Belangrijk zal zijn dat de conformiteit van de botsproefverslagen met de norm zal worden nagegaan
en te verifiëren of de botsproeven wel degelijk succesvol werden uitgevoerd.
Meerwaarde voor het bestuur
Door voor een BENOR-certificatie van vangrailconstructies te kiezen zullen besturen gebruik kunnen
maken van begeleiding door COPRO, en dit vanaf het
indienen van het botsproefrapport tot de uiteindelijke plaatsing op de werf.
De leverancier van de constructie zal immers moeten aantonen dat het gevraagde veiligheidsniveau
behaald wordt door het voorleggen van de botsproefresultaten.
Immers, wanneer er onvoldoende controle uitgeoefend wordt op de juistheid van de door de leverancier
verstrekte informatie kan de overheid bij ongevallen
nog steeds aansprakelijk worden gesteld.
NBN EN 1317-2 :
Afschermende constructies voor wegen
De norm bestaat uit 4 belangrijke aspecten die stuk
voor stuk moeten worden beoordeeld tijdens de
botsproeven. Voor iedere constructie dienen deze
factoren telkens te worden bepaald.
• Prestatieklasse
• Werkingsbreedte
• Schokindex
• Bijkomende voorwaarden
De norm bepaalt eveneens heel gedetailleerd hoe
een botsproefverslag moet worden opgemaakt en
wat het moet bevatten om bewijskrachtig te zijn.
Zo moet een geteste constructie heel precies en
ondubbelzinnig worden beschreven en moeten alle
resultaten volgens dezelfde standaarden worden
weergegeven.
Uiteraard mogen enkel erkende laboratoria de proeven uitvoeren. De meeste botsproeven worden dan
ook uitgevoerd bij L.I.E.R. (Frankrijk), TüV en BASt
(Duitsland).
In de deelnemende landen worden instellingen ingeschakeld die moeten nagaan of de in de botsrapporten beschreven elementen technisch overeenkomen.
In een verdere fase worden deze instellingen ingepast in de procedures van de CE-markering.
95
Prestatiecriteria
96
In de huidige norm NBN EN 1317-2 zijn er een tiental
prestatieklassen gedefinieerd gaande van T1 (laagste
niveau) tot H4b (hoogste niveau).
Om een hoger niveau zoals bvb. H2 te behalen dient
men te voldoen aan 2 botsproeven; de eigenlijke niveau
proef TB51 en de autoproef TB11.
Prestatieklassen voor wegbeveiligingssystemen volgens NBN EN 1317-2
Weerstandsklasse
Lage botshoek
Normale weerstand
Hoge weerstand
Prestatieklasse
Massa voertuig
in kg
Botssnelheid
in km/h
Botshoek
In °
T1
TB21
1300
80
8
T2
TB22
1300
80
15
T3
TB21
1300
80
8
TB41
10000
70
8
N1
TB31
1500
80
20
N2
TB32
1500
110
20
TB11
900
100
20
TB42
10000
70
15
TB11
900
100
20
TB51
13000
70
20
TB11
900
100
20
TB61
16000
80
20
TB11
900
100
20
TB71
30000
65
20
TB11
900
100
20
TB81
38000
65
20
TB11
900
100
20
H1
H2
H3
Zeer hoge weerstand
Test
H4a
H4b
Om bijvoorbeeld de klasse H4b te behalen dient het aangeboden systeem te voldoen aan een botsproef van
een geladen vrachtwagen met oplegger van 38 ton die tegen een snelheid van 65 km/h en onder een hoek
van 20° tegen de constructie botst.
De controletest (TB11) wordt altijd uitgevoerd met een personenwagen van 900 kg die met een snelheid van
100 km/h en onder een hoek van 20° tegen de constructie aanrijdt.
Deze controletest is relevant voor het verkrijgen van de schokindex.
Werkingsbreedte, schokindex en bijkomende voorwaarden
W1
W2
Werkingsbreedte : uit de eigenlijk niveauproef wordt
de uitwijking van de constructie (inclusief de breedte van
de constructie) gedestilleerd. Hierdoor weet men hoeveel
ruimte men achter de afbakening moet voorzien vooraleer
er obstakels mogen opduiden.
W3
W4
W5
W6
W7
W8
Schokindex : is een referentieindex die de ernst van het effect
van een aanrijding op de inzittenden van een licht voertuig
aangeeft. ASI A is veiliger voor de inzittenden dan ASI B.
Bijkomende voorwaarden : Om van een geslaagde
botsproef te kunnen spreken moet nog aan tal van factoren
worden voldaan.
‹ 0,6 m
W ‹ 0,8 m
W ‹ 1,0 m
W ‹ 1,3 m
W ‹ 1,7 m
W ‹ 2,1 m
W ‹ 2,5 m
W ‹ 3,5 m
W
ASI A, B of C*
Ondergrond,
CEN-box, brokstukken,
gedrag, voertuigen, …
* In België worden systemen met ASI C door de overheden niet toegelaten.
Adviesraad
Toepasselijke reglementen
De leden van de Adviesraad kwamen in 2008 maar
liefst 9 maal bijeen om de BENOR-certificatie samen
met de PTV 869 te bespreken en verder uit te werken.
Volgende documenten zijn van toepassing voor de
certificatie:
Het resultaat hiervan is dat er reeds in 2008 van zowel het BENOR-reglement als van de PTV 869 een
eerste versie verschenen is.
Natuurlijk zal er in 2009 verder worden gewerkt aan
een optimalisering van beide documenten.
Volgende leden waren frequent aanwezig op de
vergaderingen:
Armand Rouffaert (voorzitter), Paul Bauweraerts,
Philippe Braine, Lionel Voos, David De Saedeleer,
Hadelin Dumont, Wolter N. Jager, John Kreps,
Joseph Marra, Kris Redant, Maarten Debruyne,
Joris Vienne, Laurent Gosset, Toon De Ruyver, Kris
Vandenneucker (secretaris) en Kim Vandenhoeke.
Toepassingsreglement voor onderdelen voor stalen
vangrails
• TRA 69 COPRO versie 1.0 van 2001-01-18
Toepassingsreglement voor stalen vangrailconstructies
• TRA 69 BENOR versie 2.0 van 2008-10-07
COPRO regulations for CE attestation
• R/CE 1317 version 1.0 from 2008-08-20
97
Vergunninghouders
98
In 2008 is er ongeveer 1900 ton vangrailonderdelen
verkocht op de Belgische markt onder het COPROmerk.
Momenteel beschikken volgende fabrikanten of leveranciers over een COPRO en/of BENOR-vergunning :
• continue jaarlijkse opvolging van de FPC,
• duurzaamheid,
• evaluatie van de botsproefrapporten.
Door de notificatie aan te vragen wil COPRO een
actieve rol spelen in de verdere begeleiding van
fabrikanten in hun tocht naar het behalen van het
CE-certificaat voor hun producten.
Wordt ongetwijfeld vervolgd ...
COPRO-vergunning
BENORvergunning
Productieplaats
Prins Dokkum
Dokkum (NL)
SPIG GmbH
/
Schmelz
Limbach (D)
Kant Constructies N.V.
/
Temse
MS3
Monticello
d’Alba
/
Beringen
Prins Dokkum
/
Belgian Guard Rails
Ook fabrikanten en leveranciers van geteste constructies hebben alle baat bij een BENOR-certificatie
van hun systemen. Door te kiezen voor een certificatie vermijden ze de voorgeschreven partijkeuringen
per werf en kiezen ze voor een vlotte gang van zaken
betreffende de indiening van hun dossier bij de besturen en de plaatsing op de werf.
CE Markering
In 2008 heeft de Belgische Federale Overheidsdienst
Economie COPRO genotificeerd voor de producten die
onder de scope van de Europese norm EN 1317-5 Afschermende constructies voor wegvoertuigen, vallen.
De CE-markering van afschermende constructies
voor wegvoertuigen is nu al mogelijk en dient ten
laatste in januari 2011 te zijn ingevoerd.
Dit betekent dat vanaf die datum elke constructie met
CE-markering op de markt moet worden gebracht.
Het attesteringsniveau werd vastgelegd op AoC 1,
wat betekent dat COPRO als genotificeerde instelling
verantwoordelijk zal zijn voor:
• Initial Type Testing (ITT) en eventuele wijzigingen aan de geteste constructie,
• initiële inspectie van de fabriek en van de Factory Production Control (FPC),
Werkgroepen
Om een optimale certificatie te kunnen aanbieden
participeert COPRO in volgende werkgroepen:
• SG04 Circulation fixtures
• CEN TC 226 WG1
• REC (Road Equipment Commission),
spiegelcomité van CEN TC 226
• Spiegelcomité van de werkgroep
CEN TC 226 WG 1
• RW99 werkgroep GT5
Sector Kunststoffen
& Diverse producten
Secteur des synthétiques
& Produits divers
Tot deze sector behoren de volgende producten:
• geosynthetics
- geogrid
- geotextiel
• wegmarkeringsproducten
- koudplasten
- nastrooimaterialen en premixglasparels
- thermoplasten
- wegenverf
• gras-kunststofplaten
• natuurstenen wegenisproducten
• partijkeuring
- kunststofbuizen
- diverse producten
• ladders
• nieuwe producten
In deze sector worden een 50-tal certificaten uitgereikt. De fabrikanten en
leveranciers komen uit meer dan 10 landen verspreid over Europa, Amerika en
Azië.
De verantwoordelijke voor deze sector is Toon De Ruyver bijgestaan door Renée
Declerck als verantwoordelijke voor de partijkeuringen en Philippe du Bus de
Warnaffe als verantwoordelijke voor de wegmarkeringsproducten.
Kris Vandenneucker, Kim Vandenhoeke en Pieter Herbots zijn, samen met
Renée en Philippe, de personen die de keuringen en audits in de fabrieken uitvoeren.
Verderop leest u wat 2008 bracht voor deze sector en producten.
99
100
GEOSYNTHETICS
Geotextiel
Personeel
Productverantwoordelijke: Toon De Ruyver
Keurders: Pieter Herbots en Kim Vandenhoeke
BENOR-merk
Het BENOR-merk is een kwaliteitslabel dat zich baseert op normen en/of PTV’s.
Elk product dat dit label draagt wordt onderworpen aan specifieke controles.
Deze controles hebben als doel, nakijken of de productspecificaties van een
product voldoen aan de desbetreffende norm. De normen en technische voorschriften voor bouwproducten worden aanzien als “regels van goed vakmanschap”. Daarnaast worden de technische voorschriften, vb. PTV 829, door de
Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie - Kwaliteit
van de Bouw - Goedkeuring en Voorschriften (FOD-DGV) geregistreerd ten titel
van typevoorschrift in de zin van de wet van 28 december 1984. Deze nationale
verankering maakt dat het BENOR-merk een nationale draagkracht krijgt.
De toekenning van een BENOR-certificaat voor een bouwproduct is gesteund op
een aantal principes. Deze houden in dat:
• de fabrikant als vergunninghouder van het BENOR-merk, de doorlopende
overeenstemming van zijn product met de norm waarborgt op basis van
een productiecontrole in de fabriek, in het BENOR-jargon “industriële zelfcontrole” genoemd;
• de certificatie-instelling periodieke controlebezoeken uitvoert. Het naleven
van de regels door de fabrikant wordt door middel van deze audits gecontroleerd. Als er een voldoende mate van vertrouwen is in de interne industriële
zelfcontrole van de fabrikant en de eisen die onder de BENOR-regulering
vallen, dan kan COPRO overgaan tot een verklaring van overeenstemming.
Met andere woorden het uitgeven van een conformiteitcertificaat.
BENOR-audits
Een BENOR-audit is een periodiek controlebezoek
binnen het kader van een certificatiedossier. Het
ruimere kader waarbinnen deze bezoeken plaatsvinden wordt geschetst in het reglement CRC BENOR.
Het reglement TRA 29 is een verfijning van het CRC
BENOR specifiek voor de sector geotextiel. PTV 829
bevat de voorschriften voor geotextiel.
Documenten:
• PTV 829 - geotextiel en aan geotextiel verwante
producten, technische voorschriften
• CRC BENOR - reglement voor productcertificatie
in de bouwsector
• TRA 29 - toepassingsreglement voor het gebruik
en de controle van het BENOR-merk in de sector
van het geotextiel
De BENOR-certificatie van geotextiel kan gebeuren
voor elk product dat voldoet aan PTV 829. Binnen
de PTV 829 wordt dan weer doorverwezen naar de
volgende Europese normen.
Geotextiel en aan geotextiel verwante producten Vereiste eigenschappen voor toepassing in:
• NBN EN 13249 - de wegenbouw en voor andere
verkeersbestemmingen (exclusief spoorwegen en
asfaltlagen)
• NBN EN 13250 - de spoorwegbouw
• NBN EN 13251 - grondwerken, funderingen en
keermuren
• NBN EN 13252 - drainagesystemen
• NBN EN 13253 - beschermingsconstructies tegen
erosie (kust- en oeververdedigingswerken)
• NBN EN 13254 - de bouw van spaarbekkens en
stuwdammen
• NBN EN 13255 - de kanaalbouw
• NBN EN 13256 - de tunnelbouw en in ondergrondse bouwwerken
• NBN EN 13257 - opslagplaatsen voor vaste afvalstoffen
• NBN EN 13265 - projecten voor het insluiten van
vloeibare afvalstoffen
De fabrikant specificeert zijn productengamma
aan de hand van een door de certificatie-instelling
gewaarmerkte technische fiche voor ieder gecertificeerd product. Deze technische fiches maken deel
uit van het certificaat. De geldigheid van een technische fiche is nooit langer zijn dan de geldigheid van
het certificaat. Maar een van de troeven van het BENOR-merk is dat het de certificaathouders de ruimte
laat om aan productoptimalisatie te doen. M.a.w. de
fabrikant kan een nieuwe technische fiche voor een
product verkrijgen, als hij kan aantonen dat deze
nieuwe versie nog steeds conform is aan de desbetreffende specificaties. Dit staat in contrast met
andere certificatiesystemen die minder flexibiliteit
vertonen. De certificaathouders kunnen dus hun
gamma verbeteren, binnen een kader van kwaliteit.
101
Evolutie van de leveringen van BENORgecertificeerd geotextiel
102
In 2008 is er wederom een lichte stijging vast te
stellen in de totale hoeveelheid geleverde BENORgecertificeerde geotextiel. Deze trend zet zich al een
aantal jaren door. COPRO zal deze evolutie ook in de
toekomst opvolgen.
Evolutie van het tonnage geproduceerde BENORgeotextiel.
IdiVVa\ZaZkZgYZ]dZkZZa]Z^Y\ZdiZmi^Zaidc
;lebkj_[lWd^[jjeddW][][fheZkY[[hZ[8;DEH#][ej[nj_[b
&.%%
&-*%
&-%%
&,*%
&,%%
&+*%
&+%%
&**%
&*%%
&)*%
&)%%
'%%(
'%%)
'%%*
'%%+
'%%,
'%%-
_VVg
BENOR-geotextiel in cijfers
In 2008:
• werden de productconformiteit en kwaliteit
gewaarborgd door 22 BENOR-audits. De BENORaudits werden uitgevoerd bij de fabrikanten in
België, Frankrijk en Duitsland. De gecertificeerde
fabrikanten kunnen worden geraadpleegd op de
website www.copro.eu.
• werd er een totaal van 1832,7 ton gecertificeerd
geotextiel geleverd op de Belgische markt.
Adviesraad
De adviesraad is een overlegorgaan voor de verschillende belanghebbende partijen binnen de sector.
Leden van deze raad zijn vertegenwoordigers van de
overheid, de fabrikanten, de gebruikers en experts.
De huidige leden zijn:
Philippe Keppens (voorzitter), Fred Foubert (ondervoorzitter), Paul Blomme, Ronny Borny, Luc Courard,
Jürgen De Bock, M. de Vaulx de Champion, Jacques
Deblire, Christian Debuysscher, Chantal Flémal,
Jean-Marie Gerardy, Eric Ghilain, Marc Helewaut,
Noël Huybrechts, Johanna Louwagie, André Meurrens, Etienne Motte, Walter Pauwels, Dirk Peereman, Ramon Roman, Marc Scheppermans, Els Serbruyns, Wouter Spleers, Patrick Surmont, Claude
T’Joen, Ann Vanelstraete, Frank Theys, Johan Maeck,
Nancy Bertram, Toon De Ruyver (secretaris) en Pieter
Herbots.
De adviesraad behandelt de problemen binnen de
geotextiel sector wat betreft de certificatie. Een van
de belangrijke punten van 2008 was de ringanalyse
die COPRO heeft georganiseerd. Dit project wordt
ook in 2009 verder gezet. De ringanalyse bestudeert
de reproduceerbaarheid en vergelijkbaarheid van
laboresultaten. Deze analyse is nodig omdat de
proefresultaten van de fabriekslabo’s en de controlelabo’s opmerkelijke verschillen kunnen vertonen.
Door middel van de resultaten van de ringanalyse
2008, kon COPRO een eerste gegronde inschatting
maken rond de producthomogeniteit van het bestudeerde geotextiel en hieraan gekoppeld de vergelijkbaarheid van de laboresultaten. Ook in 2009 wordt
hiermee verder gewerkt. De conclusies uit 2008
worden meegenomen in de daarop volgende ringanalyse in 2009.
SG11 - CE-markering
COPRO is als genotificeerde instelling actief binnen
de werkgroep SG11. SG11 is een overlegplatform
voor de instellingen die in het kader van de CEmarkering van geotextiel zijn genotificeerd.
COPRO neemt ook deel aan de vergaderingen van de
Europese technische commissie CEN/TC 189, die de
Europese normen opstelt.
Geogrid
Personeel
Productverantwoordelijke: Toon De Ruyver
Keurder: Pieter Herbots
Geogrid
Geogrids en geotextielen zijn verwante productcategorieën. Ze behoren allebei tot dezelfde groep van
geosynthetics. Ze worden namelijk samen beschreven in Europese normen. Beiden producten kunnen
uit vergelijkbare grondstoffen vervaardigd worden. Maar geogrids kunnen zowel uit kunststof als uit glasvezel vervaardigd worden. Voor de geogrids die uit kunststof gemaakt worden zijn er verschillend types.
Zo bestaan er uni-, bi- en triaxiale geogrids.
Voor de geogrids die vervaardigd zijn uit glasvezel, wordt meestal gekozen voor een bi-axiale opbouw.
103
104
Europese normering
Adviesraad
Voor de meeste toepassingen van geogrid gelden de
10 Europese normen voor geotextiel. Een lijst van die
normen vindt u onder de rubriek “Geotextiel”.
Ook binnen het producten gamma geogrids is er een
adviesraad. In deze adviesraad zetelen zowel fabrikanten, vertegenwoordigers van de openbare instellingen en gebruikers als experts ter zaken. Deze
adviesraad staat in voor het opstellen van de regels
voor dit specifieke productengamma.
In 2008 kwam, voor dit product, één nieuwe norm tot
stand. Namelijk een norm voor Geogrids als scheurremmende tussenlaag in asfalt:
EN 15381:2008 - “Geotextiles and geotextile-related
products - Requirements for use in pavements and
asphalt overlays”.
Evolutie binnen geogrid
Geogrid is nog steeds een snel evoluerende sector.
De laatste jaren is het aantal gecertificeerde producenten toegenomen van 1 producent in 2006 tot
4 producenten in 2007 naar 6 producenten in 2008.
Einde 2008 werd ook 1 certificaat stopgezet en een
nieuwe certificatieaanvraag ingediend.
;lebkj_[lWd^[jWWdjWb][Y[hj_\_Y[[hZ[\WXh_aWdj[d
lWd^[jWWdjWb][Y
aWdj[d
DkZgo^X]ikVcVVciVa
DkZgo^X]ikVcVVciVaXZgi^[^XVVi]djYZgh!
VVckgV\ZcZc
VVckgV\ZcZchideoZii^c\Zc
&%
6VciVa
+
)
'
%
'%%+
'%%,
_VVg
■deoZ\
■VVckgVV\
■XZgi^[^XVVi]djYZgh
'%%-
Een van de belangrijke actiepunten is de herwerking
van PTV 829. De PTV 829 is enkele jaren geleden
opgesteld in de adviesraad geotextiel. Per definitie
betekent dit dat de focus vooral op geotextiel lag.
Deze situatie komt voort uit de Europese normen die
spreken van “geotextiel en aanverwante producten”.
Dit betekent dat PTV 829 ook geldt voor geogrid, één
van die “aanverwante producten”.
In 2008 bestond het werk van de adviesraad erin na
te gaan of PTV 829 inderdaad moet worden aangepast specifiek voor geogrid.
In de 2de helft van 2008 is in Nederland een reeks
in-situtesten uitgevoerd. De hoop is dat deze testen
de mogelijkheid bieden de huidige variëteit aan berekeningsmethoden te evalueren. Deze dynamiek kan
leiden naar een herziening van de PTV 829 op maat
van geogrids in het bijzonder.
PRODUITS DE MARQUAGE ROUTIER
105
Personnel
Responsable Secteur : Toon De Ruyver
Responsable Produit : Philippe du Bus de Warnaffe
Contrôleur : Kim Vandenhoeke
Groupes de travail
Pour ce secteur, COPRO participe aux groupes de travail suivants :
• SG 04 Circulation fixtures;
• CEN TC 226 : Task group EN 13212 : Groupe de travail présidé par Gauthier Michaux (MET) et Stéphan
Dujardin (Beads Belgium);
• CEN TC 226 : Task group EN 1423 et 1424 : Groupe de travail présidé par Paul Arker (Sovitec France);
• REC (Road Equipment Commission), le Comité Miroir du CEN TC 226;
• Comité Miroir du groupe de travail CEN TC 226 WG 2;
• Bureau exécutif 6.1 de l’UBAtc;
• Groupe spécialisé 6 de l’UBAtc;
• Conseil Consultatif Produits de marquage routier;
• RW99 Groupe de travail GT8 : sous-groupe de travail pour les marquages routiers.
Les activités de COPRO dans le secteur des produits de marquage routier peuvent être regroupées selon les
systèmes de certification, comme illustré dans le tableau suivant :
Produits de marquage routier
Marquage légal
Marques volontaires de qualité
CE
BENOR
ATG
Produits de
Produits de saupoudrage
Peintures routières
saupoudrage
Microbilles de verre de prémélange
Enduits à chaud
Enduits à froid
Marquages préformés
Le marquage routier et la Directive Européenne pour les Produits de Construction :
marquage CE
Le marquage CE est obligatoire dans l’EEE (Espace Economique Européen) pour les produits de saupoudrage depuis mai 2005. Pour les autres produits de marquage routier, le CEN TC 226 a approuvé des projets de normes européennes. L’enquête CEN est désormais terminée et les normes devraient en principe
être publiées en 2009. Le marquage CE ne serait néanmoins pas obligatoire dans l’immédiat, une période
de coexistence plus longue serait prévue pour donner le temps, aux fabricants, de réaliser les essais de
durabilité, par exemple par des essais sur champs d’homologation.
106
Marquage CE des produits
de saupoudrage
La certification volontaire des produits
de marquage routier
COPRO est un organisme notifié (Notified Body) pour
attribuer les certificats de conformité CE aux produits de saupoudrage selon la EN 1423 depuis 2004.
Les gestionnaires des routes souhaitent vivement
améliorer la qualité des marquages routiers.
Malgré le fait qu’il n’y a qu’une seule usine de microbilles de verre en Belgique, 10 fabricants ont choisi
de faire appel à COPRO pour la certification CE de
leur production de produits de saupoudrage. Nos
inspecteurs évaluent la conformité de dossiers en
français, en néerlandais, en allemand et en anglais,
étant donné que les clients pour le marquage CE sont
situés en Belgique (1), en Allemagne (2), en France
(1), aux Pays-Bas (1), en Pologne (1) et au RoyaumeUni (3) et depuis 2008 également au Texas (1).
Les visites de contrôle sont soit effectuées par
COPRO, soit par le SPW qui est également notifié par
la Belgique, mais uniquement en tant qu’organisme
d’inspection.
Il y a un nombre important d’organisme notifiés pour
le marquage CE et il est apparu qu’il y a de grandes différences d’interprétation de la même norme
européenne pour l’évaluation de la conformité pour
l’attribution de certificats de conformité. Le groupe
de travail qui revoit la norme européenne EN 1423 a
souhaité ajouter les règles pour cette évaluation de
la conformité dans le but de mettre tout le monde sur
un pied d’égalité afin de combattre la concurrence
déloyale au niveau de la certification CE. COPRO a
œuvré activement au sein de ce groupe de travail
pour établir des règles claires en la matière. Le projet de norme pr EN 1423 contient des règles précises
et a été approuvé en début d’année 2009 (publication
de la norme EN1423 révisée probablement encore
en 2009).
En 2007-2008, 3M, fabricant d’éléments de saupoudrage rétro-réfléchissant à haut indice de réfraction,
a fait les démarches pour obtenir le marquage CE via
un agrément technique européen ETA attribué par
l’UBAtc. COPRO sera l’organisme notifié pour attribuer ce marquage CE.
Afin de s’assurer que les applicateurs ont à leur
disposition des produits qui atteignent un niveau
de qualité déterminé et qui ne varient pas trop, les
administrations ont établi des spécifications pour la
plupart des produits de marquage routier. Les spécifications sont actuellement basées sur les normes
européennes et sur l’expérience en Belgique.
Sur base de ces spécifications, les producteurs ont
la possibilité de demander une certification volontaire pour démontrer la conformité de leurs produits
selon des règles établies. Le fait de mettre des produits certifiés à la disposition des applicateurs ne
donne certes pas une garantie du résultat final, mais
cela donne en tout cas les moyens pour maîtriser
l’application de marquages routiers.
Marque de qualité BENOR, pour
les produits de saupoudrage et les
microbilles de verre de prémélange
COPRO est l’organisme de secteur désigné pour
la certification BENOR des microbilles de verre et
des granulats antidérapants. En 2006, la certification volontaire ATG a basculé vers une certification
BENOR.
Les visites de contrôle sont effectuées par le SPW
et COPRO, tous les deux accrédités BELAC pour ces
inspections.
Il y actuellement 6 producteurs certifiés.
Conseil Consultatif Produits
de marquage routier
Les règles pour la certification sont établies par le
Conseil Consultatif Produits de marquage routier.
Les membres effectifs du Conseil Consultatif
Produits de marquage routier sont :
Xavier Appelmans, Kirsten Bortels, Guy Cools,
Luc Courard, Maarten Debruyne, Philippe du
Bus de Warnaffe (secrétaire), Stéphan Dujardin,
Christos Economides, Marc Grommen, Pascal Hivert,
Vincianne Lerate, Gauthier Michaux (président),
François Parent, Bas van der Tak, Lionel Voos,
Jean-Michel Wyns.
Les suppléants sont :
Erik Barbé, Franz Detry, Georges Durvaux, Toni Ogemark, Cyril Taminiau, Vincent Thibert, Jean Wiertz.
Agrément technique avec certification
pour les peintures, les enduits à chaud,
les enduits à froid et les marquages
préformés
COPRO est désigné comme organisme d’inspection pour les visites de contrôle effectuées dans le
cadre des agréments techniques avec certification.
L’UBAtc (Union Belge des Agréments techniques
dans la construction) est l’organisme de certification qui gère la certification ATG de ces produits de
marquage routier. En tant que membre du BE 6.1
les représentants de COPRO au BE 6.1 sont régulièrement désignés comme rapporteur pour l’introduction de demandes d’agrément.
L’UBAtc a débuté en 2007 une homologation de systèmes de marquage. Cette homologation est basée
sur le guide d’agrément G0025 et permet aux fabricants de démontrer la durabilité et la performance
du système présenté pour l’homologation. Le but
est de classer les systèmes selon la performance
afin de permettre aux applicateurs de sélectionner
les systèmes performants; ce qui leur permettra
de mieux évaluer les outils disponibles pour arriver
aux performances requises par le maître d’ouvrage.
Dans le futur il est prévu que les cahiers de charges imposent l’utilisation de systèmes de produits
qui ont démontré leurs performances sur un site
d’homologation sur route. La priorité est donnée aux
produits qui disposent d’un certificat de conformité.
Ceci explique probablement également en partie la
croissance de la certification volontaire.
COPRO participe activement au Bureau Exécutif BE
6.1, qui traite les dossiers d’agrément technique et
prépare de nouveaux guides d’agréments.
L’UBAtc a établi en 2008 les règles pour la certification ATG des produits préformés pour que tous
les produits utilisés pour le marquage routier soient
couverts par des spécifications appropriées et par la
possibilité de certification volontaire.
107
108
GRASKUNSTSTOFPLATEN
Personeel
Productverantwoordelijke: Toon De Ruyver
Keuring: Pieter Herbots
PTV 828
De PTV 828 is het normatief document voor graskunststofplaten. Hierin worden verschillende parameters
vastgelegd. De vorm, de afmetingen, materiaal en de
mechanische kenmerken zijn enkele zaken die beschreven worden in dit normatief document.
TRA 28
De TRA 28 beschrijft het certificatiesysteem waarbinnen de specificaties worden nagekeken. Dit certificatiesysteem omvat niet enkel de conformiteit aan
de PTV 828, maar ook een kwaliteitsvolle organisatie.
In de TRA 28 worden namelijk ook verschillende eisen
voor het productieproces beschreven. Deze eisen
leiden tot een hogere maat van interne controle. Er
wordt namelijk verwacht dat een certificaathouder
geregistreerde controle heeft over het traject dat zijn
product doorloopt. Van ingangscontrole op de aangekochte basismaterialen tot opvolging van klantenklachten na verkoop. Een certificaathouder moet, in het
algemeen, kunnen bewijzen dat hij zijn verantwoordelijkheid neemt voor alle aspecten van de TRA 28.
Certificatie
De PTV 828 werd goedgekeurd en geregistreerd
door:
• de adviesraad graskunststofplaten
• het NBN - Bureau voor Normalisatie
• de Federale Overheidsdienst Economie, KMO,
Middenstand en Energie.
Op basis van het reglement TRA 28 en de specificaties
PTV 829 staat COPRO in voor de certificatie.
Deze verankering impliceert een vereenvoudiging
voor de bouwheren.
De certificatie van de graskunststofplaten wordt
overzien door de adviesraad gras-kunststofplaten.
De bouwheren kunnen namelijk eenvoudigweg verwijzen naar PTV 828. Vervolgens kunnen ze kwaliteitsvolle graskunststofplaten verwachten die aan
alle eisen van de PTV 828 voldoen. Deze kwaliteitseisen worden op hun beurt gecontroleerd door
COPRO. Daarom kunnen graskunststofplaten met
het COPRO-certificaat als hoogwaardige bouwmaterialen worden beschouwd.
De huidige leden van de adviesraad zijn:
Patrick Surmont (voorzitter), Olivier De Myttenaere
(ondervoorzitter), Anne Beeldens, Bas Bergman,
Raf Bouteligier, Margo Briessinck, Yves de Baenst,
Gunther De Baerdemaeker, Frans De Meerleer, Frans
De Schepper, Marc de Wolff, Geert Debruyne, PierreYves Lamy, Christian Mauroit, David Montauban
Van Swijndregt, Luk Ottevaere, Jurgen Sermijn, Jan
van Erp, Guido Van Moorter, Ron van Raam, Piet
Vandaele, Joris Vienne, Erik Barbé, Toon De Ruyver
(secretaris) en Pieter Herbots.
De productie van graskunststofplaten wordt gekenmerkt door een zoektocht naar optimalisatie. Vele
fabrikanten zoeken naar mogelijkheden om hun
producten te optimaliseren op het gebied van gebruikte hoeveelheid materiaal en op het gebied van
productspecificaties. Door deze dynamiek worden de
specificaties en interpretaties van de PTV 828 soms
overschreden. In 2008 is hierdoor wederom discussie ontstaan rond de interpretatie van sommige specificaties. De adviesraad zal deze discussie begeleiden en meezoeken naar kwaliteitsvolle oplossingen.
In 2008 werden geen nieuwe formele aanvragen
tot certificatie ingediend en aan het einde van 2008
waren er 3 gecertificeerde productie-eenheden.
In de adviesraad worden de discussies gevoerd
rond de PTV 828 en de TRA 28. Met de verschillende
belanghebbende partijen tracht de adviesraad een
vergelijk te vinden dat de kwaliteit van het desbetreffende product ten goede komt.
109
PRODUITS DE VOIRIE
EN PIERRE NATURELLE
Personnel
Responsable produit : Toon De Ruyver
Contrôleurs : Kris Vandenneucker et Renée Declerck
Certification
Natuursteenbedrijf Eggermont de Deinze essaie de se maintenir comme unique
détenteur d’un certificat dans le monde des produits de voirie en pierre naturelle. Il détient un certificat aussi bien pour l’unité de production à Deinze que
pour celle en Chine.
En 2008 il a été décidé de passer à la certification BENOR-ATg pour les produits
en pierre naturelle.
Cela signifie que des produits ne peuvent plus être livrés avec uniquement
l’agrément technique ATg ou uniquement la certification BENOR. Les deux sont
toujours exigés.
Cette certification se fait en collaboration avec BCCA et UBAtc. S’il s’agit de matériaux pour la voirie, la certification se fait par COPRO. S’il s’agit de matériaux
destinés à la construction de bâtiments, la certification est prise en charge par
BCCA. Ces deux organismes ont signé un accord à ce sujet.
Certificatie:
BENOR
Productverantwoordelijke:
Staf Devalck
Keurder:
Gaëtan Pluym
110
Dans le cadre de la certification ATg-BENOR,
nous travaillons en collaboration avec BCCA à un
règlement général pour la certification de la pierre
naturelle. Une première version du règlement
devrait normalement être terminée en 2009.
“Des réceptions par lot donnent seulement une indication sur le matériel présenté”, “le temps qu’occupent
les essais peut être long” et “le coût des réceptions
par lot donc assez élevé”, “les réceptions par lot se
font par chantier”…
Ces modifications n’ont pas retenu 2 distributeurs
à introduire une demande de certification de pierre
naturelle pour produits de voirie. Ils vont tous les
deux chercher leurs matériaux en Chine.
Ces quelques arguments, joint au fait que l’on n’a
pas de certitude sur la provenance des matériaux,
a convaincu les 2 derniers distributeurs à faire une
demande de certification.
Espérons que les demandes des autres fabricants
suivront bien vite afin de pouvoir toujours livrer un
produit qualitatif et certifié sur le marché.
Réceptions par lot
Comme il n’y avait toujours qu’un fournisseur qui
était certifié BENOR en 2008, il y a eu régulièrement
des réceptions par lot.
L’avenir ?
Comme nous l’avons déjà signalé, on est passé à la
certification BENOR-ATg. En ce moment cela entraîne
encore quelques tracas administratifs (l’adaptation
et la rédaction de règlements) et un peu de résistance. Nous sommes convaincus que nous pourrons
y remédier dans le courant de l’année 2009, avec
l’aide de BCCA et que par conséquent la certification
111
112
BENOR-ATg sera en général acceptée aussi bien en
Flandres qu’en Wallonie.
Ce que nous réserve la Région bruxelloise n’est pas
encore clair en ce moment. Espérons qu’ils s’engageront également dans la voie de la qualité et qu’ils
choisiront la certification BENOR-ATg.
Conseil consultatif
En 2008 il y a eu une seule réunion du conseil consultatif. Lors de cette réunion on a fixé la stratégie à
suivre pour la transition vers la certification BENOR
ATg. On a également soumis aux membres présents
un premier projet d’un règlement général pour la
certification de la pierre naturelle.
Cette certification sera davantage optimalisée en 2009,
grâce à l’approbation des règlements concernés.
Contrôles
En 2008 il y a eu au total 6 visites de contrôle à l’entreprise de pierre naturelle Eggermont et elles ont
été effectuées par COPRO dans le cadre de la certification BENOR. Ces visites de contrôle ont eu lieu
aussi bien en Chine qu’en Belgique.
Lors de ces visites COPRO a également indiqué des
échantillons sur lesquels ont été réalisés des essais
de contrôle dans un laboratoire externe de contrôle.
Aussi bien les audits que les résultats de contrôle
ont donné satisfaction.
Nous avons également effectué deux visites de
contrôle dans les carrières et les usines en Chine
pour les distributeurs susmentionnés, dans le cadre
de leur demande de certification.
Règlements
En 2008 la base pour la remise d’un certificat BENOR
et donc aussi pour l’exécution de contrôles, étaient
toujours :
• Le règlement d’application TRA 19;
• Le règlement général de certification CRC
BENOR;
• Les prescriptions techniques PTV 841, PTV 842
et PTV 843.
Les versions en vigueur peuvent être retrouvées sur
le site web de COPRO.
RECEPTIONS PAR LOT
Le surveillant de chantier attentif…
Un bon surveillant de chantier qui veut effectuer son
travail comme il se doit, vérifie toujours convenablement tous les produits livrés sur son chantier. Il doit
de plus se poser deux questions fondamentales :
1. Les produits sont-ils en concordance avec ce qui
est décrit dans le cahier des charges ?
2. Les produits sont-ils contrôlés, soit via un contrôle continu dans le cadre de la certification
produit (p.ex. BENOR ou COPRO), soit via une RECEPTION PAR LOT?
En quoi consiste réellement une réception par lot ?
Définition :
Une RECEPTION PAR LOT est l’action d’une tierce
partie qui permet de déclarer avoir oui ou non suffisamment confiance qu’un lot identifié convenablement est en concordance avec un document de contrôle précis.
COPRO intervient lors d’une réception par lot comme tierce partie. En tant qu’organisme impartial
nous déterminons les produits présentés pour contrôle, nous les identifions au moyen d’un numéro de
lot unique et, enfin, nous désignons les échantillons
nécessaires pour les essais. Nous appelons ceci ‘premier estampillage’. Dès que les résultats des essais
sont connus pour le lot concerné et en concordance
avec les exigences des documents de contrôle, on
attribue au lot le logo COPRO. Nous appelons ceci le
‘contre-estampillage’.
Quand la procédure de réception par lot est totalement parcourue et que les produits satisfont aux
exigences émises, un document ‘ATTESTATION DE
CONFORMITÉ’ est établi lors de la clôture.
Cette attestation est une preuve de qualité pour ce
lot spécifique de produits livrés à un chantier bien
déterminé. Seule l’attestation originale pourvue
du cachet bleu COPRO et de la signature peut être
acceptée sur ce chantier.
Lors d’une réception par lot, deux choses doivent être
disponibles : l’identification sur le produit même ET
l’attestation de conformité. Il va de soi que les données sur l’attestation correspondent à l’identification
sur le produit même.
113
Les produits réceptionnés par lot…
114
Le nombre de réceptions par lot effectuées l’année
écoulée a diminué. Nous attribuons partiellement
cette baisse à l’arrivée de la marque BENOR pour les
pièces de raccord de PVC-U non plastifiées.
Nous nous posons naturellement la question suivante :
Une liste ‘0.3 - Produits réceptionnés’ est reprise
dans le SB 250. Comment se fait-il alors qu’il y ait
moins de réceptions par lot, bien qu’il y ait pas mal
de lots de produits à contrôler ?
Nous sommes donc pratiquement certains que beaucoup de ces produits se retrouvent sur le chantier
non contrôlés. Voilà pourquoi notre appel au contrôleur de chantier à être attentif : VERIFIEZ BIEN
CONSTAMMENT LES PRODUITS LIVRÉS SUR VOTRE
CHANTIER, LA QUALITÉ NE POURRA EN ÊTRE QUE
MEILLEURE !
Un aperçu des produits réceptionnés par lot en 2008 :
Secteur
Produit
Nombre
de
réceptions
Inerte
Granulats recyclés
9
Granulats naturels
3
Asphalte
Asphalte naturel
1
Bagues d’étanchéité
9
Métal
Tuyaux en fonte
6
Synthétiques Tuyaux
Les inspecteurs de réceptions par lot
expérimentés…
COPRO possède en son sein toute une panoplie
d’inspecteurs de réceptions par lot expérimentés.
Vous croisez régulièrement sur vos routes Renée
Declerck, Kris Vandenneucker et Pieter Herbots
avec tout leur attirail d’estampillage prêt à marquer
les produits. Nos réceptions par lot sont rigoureusement suivies au bureau par Toon De Ruyver.
Autres
TOTAL
2
Tuyaux de drainage
5
Pièces de raccord
27
Géotextile
1
Revêtement
5
Pierre naturelle
8
Tuyaux en béton polymère
2
78
NIEUWE CERTIFICATEN
Berging en afvoer van hemelwater
Vorig jaar hadden wij aangekondigd dat in het verlengde van onze activiteiten rond de gras-kunststofplaten COPRO zou werken aan de specificatie en
certificatie van infiltratietoepassingen.
In een reeks vergaderingen is er druk gefilosofeerd
over welke richting deze activiteit moest uitgaan.
Helaas, zonder veel concreet resultaat. Toch is dit
geen verloren jaar geweest.
Ten eerste hebben de discussies duidelijk gemaakt
dat het enkel toespitsen op infiltratie niet goed is.
De problematiek moet in zijn geheel worden bekeken. Vandaar dat we nu ook spreken van “berging en
afvoer van hemelwater”.
De huidige leden van de vergadering zijn:
Anne
Bas
Paul
Gavin
Raf
Margo
Yves
Gunther
Ad
Frans
Frans
Marc
Geert
Valérie
Jacques
Wendy
Pierre-Yves
William
Christian
Christophe
Luk
Jürgen
Carel
Dirk
Patrick
Martin H.
Claude
Jan
Ron
Piet
Joris
Erik
Staf
Toon
Beeldens
Bergman
Blomme
Borgman
Bouteligier
Briessinck
de Baenst
De Baerdemaeker
de Groot
De Meerleer
De Schepper
de Wolff
Debruyne
Decoux
Detry
Francken
Lamy
Martens
Mauroit
Mevis
Ottevaere
Sermijn
Soer
Stove
Surmont
ter Woerds
T’joen
van Erp
van Raam
Vandaele
Vienne
Barbé
Devalck
De Ruyver
OCW - CRR
GL Plastics
BCCA
Insulco
Eco-Beton
MOW - AWV Wegenbouwkunde
Insulco
Scala Plastics
Aquaflow
Texion Geosynthetics
Emotrade
Drain Products Europe
De Neef - Construction Chemicals
Ministère Région Bruxelles-Capitale
OCW - CRR
Vlario
Ministère Région Bruxelles-Capitale
TMVW
VMSW
Stradus Aqua NV
Tradecc
Deschacht Plastics
HTW Infiltratietechniek
Grontmij-Gent
VMSW
HTW Infiltratietechniek
Wavin
Kremers Beheer
Drain Products Europe
Tradecc
Becetel
COPRO
COPRO
COPRO
Het grondig bespreken van de doelstellingen heeft er
ook voor gezorgd dat buiten de “usual suspects” ook
anderen het nut zijn beginnen inzien van een goede
specificatie en keuring. De “usual suspects” zijn natuurlijk de bouwheren/overheid, de anderen zijn de
leveranciers maar ook de gebruikers (studiebureaus
en aannemers).
Ten slotte zijn door de grondige “start” de krijtlijnen
van wat nog moet gebeuren duidelijker afgetekend.
Ook is door de vergaderingen en de voor- en nabesprekingen ervan de groep van geïnteresseerden
sterk uitgebreid. Dan gaat het zowel over personen, bedrijven als belangenverenigingen. Dit kan de
toekomstige discussies en resultaten alleen maar
ten goede komen.
2009 zal dus het jaar van de doorbraak zijn.
Andere producten
In de loop van 2008 zijn dossiers opgestart voor certificatie van een aantal nicheproducten. Omdat deze
dossiers nog niet in een certificaat zijn uitgemond
verbiedt de vertrouwelijkheid ons om meer informatie te geven. Dus volgend jaar meer hierover.
Het toont wel aan dat fabrikanten en leveranciers in
COPRO een partner zien om via certificatie het verschil te maken en zich te onderscheiden op de markt.
115
116
De voorzitter aan het woord
Notes
• Nota’s
Le mot
du Président
asbl COPRO vzw
Rue de Termonde 168
Dendermondsestraat 168
1083 Bruxelles
1083 Brussel
Tel. +32(0)2 468 00 95
Fax +32(0)2 469 10 19
[email protected]
www.copro.eu
wij na a r
en
iz
u
h
er
v
…
rt
ko
en
n
Bin
tôt à ...
Nous d éména ge ons bien
Z.1 Researchpark
Kranenberg 190
1731 Asse (Zellik)