RICHTLIJNEN OPMAAK AOL-BIJLAGEN - LBC-NVK

Transcription

RICHTLIJNEN OPMAAK AOL-BIJLAGEN - LBC-NVK
STATUUT VAN DE SYNDICALE AFVAARDIGING
CAO VAN 27 JUNI 2011
HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de
ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden van de
non-ferro metalen.
Onder "onderneming" wordt verstaan : de technische bedrijfseenheid in de zin van de wet van 20
september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven.
Onder "werkgever" wordt verstaan : het hoofd van de technische bedrijfseenheid ofwel zijn bevoegd
vertegenwoordiger of vertegenwoordigers.
Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden bedoeld in de
collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001 houdende de functieclassificatie voor de
bedienden.
Artikel 2
De bedienden erkennen de noodzakelijkheid van een wettig gezag van de werkgever en zij maken
er een erepunt van hun werk plichtsgetrouw uit te voeren.
De werkgevers eerbiedigen de waardigheid van de bedienden en zij maken er een erepunt van hen
met rechtvaardigheid te behandelen. Zij verbinden zich ertoe hun vrijheid van vereniging en de vrije
ontplooiing van hun organisatie in de onderneming direct noch indirect te hinderen.
Artikel 3
De werkgevers erkennen dat hun bedienden, aangesloten bij een der ondertekenende
vakverenigingen van bedienden, het recht hebben zich bij hen te laten vertegenwoordigen door een
syndicale afvaardiging waarvan het statuut bij deze overeenkomst wordt geregeld.
Artikel 4
De werkgevers gaan de verbintenis aan de syndicale afvaardiging van hun bedienden te ontvangen,
generlei drukking op het personeel uit te oefenen om te verhinderen dat het tot een vakvereniging
zou toetreden, noch aan niet gesyndiceerde bedienden blijken van voorkeur te geven ten overstaan
van gesyndiceerde bedienden.
Artikel 5
De ondertekenende partijen zullen onder alle omstandigheden :
a) een geest van rechtvaardigheid, van billijkheid en verzoeningsgezindheid aan de dag leggen;
b) elke tekortkoming aan de sociale wetgeving, de arbeidsreglementen van de onderneming, de
collectieve overeenkomsten, alsook aan de arbeidstucht en aan het beroepsgeheim, persoonlijk
vermijden en door hun collega's doen vermijden.
1
Artikel 6
De syndicale afgevaardigden zullen het optreden van de leiding der onderneming en van haar
vertegenwoordigers op de verschillende gezagsposten niet bemoeilijken.
Artikel 7
De ondertekenende vakverenigingen van bedienden gaan de verbintenis aan de vrijheid van
vereniging te eerbiedigen en te zorgen dat hun leden uit hun syndicale propaganda alle methoden
weren, die niet in overeenstemming zijn met de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 van 24 mei
1971 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen
van het personeel der ondernemingen, aangevuld door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5bis
van 30 juni 1971, tot aanvulling en wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 van 24
mei 1971 betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging van het personeel van de
ondernemingen, noch met deze overeenkomst.
HOOFDSTUK II - BEVOEGDHEID
Artikel 8
De syndicale afvaardiging heeft het recht door de werkgever te worden gehoord naar aanleiding van
elk geschil of betwisting van collectieve aard dat zich in de onderneming voordoet; zij heeft hetzelfde
recht, wanneer dergelijke geschillen of betwistingen dreigen te ontstaan.
Artikel 9
Elke individuele klacht wordt langs de gewone hiërarchische weg ingediend door de
belanghebbende werknemer, die op zijn verzoek wordt bijgestaan door zijn syndicale afgevaardigde.
De syndicale afvaardiging heeft het recht te worden gehoord naar aanleiding van elk individueel
geschil of betwisting die langs deze weg niet kon worden opgelost.
Artikel 10
Ten einde in voorgaande artikelen 8 en 9 bedoelde geschillen of betwistingen te voorkomen, moet
de syndicale afvaardiging van het personeel voorafgaandelijk door de werkgever worden ingelicht
over de veranderingen die de contractuele of gebruikelijke arbeids- of beloningsvoorwaarden
kunnen wijzigen, met uitzondering van inlichtingen van individuele aard.
Zij zal inzonderheid worden ingelicht over de wijzigingen die voortvloeien uit de wet, de collectieve
overeenkomsten of de bepalingen van algemene aard die in de individuele arbeidsovereenkomsten
zijn opgenomen, voornamelijk de bepalingen die een weerslag hebben op de loonschalen en de
regelen van de beroepsclassificatie.
Artikel 11
De werkgever zal de syndicale afvaardiging zo spoedig mogelijk ontvangen, ten laatste binnen de
zeven kalenderdagen na het indienen van het verzoek. Gehoor wordt aldus verleend naar aanleiding
van gelijk welke betwisting aangaande :
a) inbreuken op de algemene beginselen bepaald in artikelen 2 tot 7 van deze collectieve
arbeidsovereenkomst;
b) het nakomen van de sociale wetgeving, het arbeidsreglement van de onderneming, de collectieve
overeenkomsten en de individuele contracten, inzonderheid opdat voor de bedienden van de
2
onderneming de weddeschalen en de classificeringsregels worden toegepast, voorzien in het kader
van de geldende wetten en collectieve overeenkomsten;
c) de arbeidsverhoudingen.
Artikel 12
De werkgevers bevestigen de bevoegdheid van de syndicale delegatie om de bedienden bij te staan
bij een eventueel ontslaggesprek. De werkgevers verbinden er zich vanaf datum van ondertekening
van deze CAO toe om bij het begin van een ontslaggesprek de bediende te informeren over dit
recht.
Artikel 13
De syndicale afvaardiging is bevoegd om onderhandelingen te voeren met het oog op het sluiten
van collectieve overeenkomsten of van akkoorden in de schoot van de onderneming, onverminderd
de collectieve overeenkomsten of de akkoorden die op andere vlakken zijn gesloten.
Artikel 14
§ 1. De syndicale afvaardiging is niet bevoegd om aangelegenheden te behandelen die behoren tot
de bevoegdheid van de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming op het
werk.
De syndicale afvaardiging ziet evenwel toe op de oprichting en de werking van deze instellingen en
op de uitvoering van hun beslissingen die de bedienden aanbelangen.
§ 2. Bij ontstentenis van ondernemingsraad, kan de syndicale afvaardiging de taken, rechten en
opdrachten uitoefenen die aan deze raad worden toegekend in het hoofdstuk II, artikel 4, 5, 6, 7 en
11 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr 9 van 9 maart 1972 houdende ordening van de in de
Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten
betreffende de ondernemingsraden.
§ 3. In ondernemingen waar geen comité voor preventie en bescherming op het werk werd
ingesteld, worden de bevoegdheden van dat comité in voorkomend geval uitgeoefend door de
syndicale afvaardiging.
Gaat het om ondernemingen met meer dan 50 werknemers, dan geldt de bevoegdheidsoverdracht
tot de eerstvolgende sociale verkiezingen.
HOOFDSTUK III - SAMENSTELLING VAN DE AFVAARDIGING
Artikel 15
Op vraag van één of meerdere van de organisaties die deze overeenkomst hebben ondertekend
wordt een syndicale afvaardiging ingesteld :
a) in de ondernemingen met 50 en meer bedienden, wanneer ten minste 25 pct. van de totale
getalsterkte van de bedienden gesyndiceerd is met een minimum van 17 gesyndiceerde bedienden;
b) in de ondernemingen met 25 tot 50 bedienden, wanneer ten minste 17 bedienden gesyndiceerd
zijn.
3
Artikel 16
De syndicale organisatie die een initiatief neemt met het oog op de oprichting van een syndicale
afvaardiging moet bij aangetekend schrijven de andere syndicale organisaties verwittigen van haar
inzicht.
Deze verwittigen binnen de 14 dagen, per aangetekende brief, de initiatiefnemende organisatie dat
zij aanspraak maken op minstens één mandaat. Bij ontstentenis van reactie binnen voormelde
termijn, worden zij geacht geen aanspraak te maken op vertegenwoordiging.
Op straffe van nietigheid wordt het verzoek tot oprichting van een syndicale afvaardiging bij de
werkgever ingediend bij middel van een gemeenschappelijk aangetekend schrijven vanwege die
syndicale organisaties die aanspraak maken op minstens één mandaat.
In dit schrijven zullen bedoelde syndicale organisaties verwijzen naar de bepalingen van deze
collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging.
Artikel 17
De syndicale afvaardiging bestaat uit een zelfde aantal effectieve en plaatsvervangende leden. De
afgevaardigden kunnen één van hen tot voorzitter kiezen.
Artikel 18
Het aantal effectieve afgevaardigden bedraagt, in verhouding tot het aantal bedienden in de
onderneming :







voor 25 tot 75 bedienden : 2 afgevaardigden
voor 76 tot 150 bedienden : 3 afgevaardigden
voor 151 tot 300 bedienden : 4 afgevaardigden
voor 301 tot 500 bedienden : 5 afgevaardigden
voor 501 tot 1000 bedienden : 6 afgevaardigden
voor 1001 tot 2000 bedienden : 8 afgevaardigden
meer dan 2000 bedienden : 10 afgevaardigden
In de ondernemingen met 25 tot 75 bedienden wordt het aantal afgevaardigden echter verhoogd tot
3 wanneer een derde syndicale organisatie bewijst dat zij binnen de onderneming ten minste 25 pct.
van het gesyndiceerd bediendepersoneel vertegenwoordigt.
Het aantal mandaten mag niet gewijzigd worden tijdens de normale duur van het mandaat.
Artikel 19
§ 1. Voor de vaststelling van de in artikelen 15 en 18 bepaalde getalsterkte wordt het gemiddeld
aantal bedienden in aanmerking genomen dat er ingeschreven is in het personeelsregister
gedurende de vier kwartalen die het kwartaal voorafgaan tijdens welke de oprichting van een
syndicale afvaardiging werd aangevraagd of de syndicale afvaardiging moet worden hernieuwd
overeenkomstig artikel 27.
Dit gemiddeld aantal bedienden wordt berekend door het aantal kalenderdagen waarop elke
bediende gedurende bedoelde periode van vier kwartalen werd ingeschreven in het
personeelsregister te delen door 365.
4
Voor de bedienden met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, die niet vallen onder § 3 van
dit artikel, wordt de referentieperiode voor de berekening van het gemiddeld aantal bedienden
uitgebreid tot de zestien kwartalen die het kwartaal voorafgaan tijdens welke de oprichting van een
syndicale afvaardiging werd aangevraagd of de syndicale afvaardiging moet worden hernieuwd
overeenkomstig artikel 27. Hun gemiddeld aantal wordt berekend door het aantal kalenderdagen
waarop elk van deze bedienden gedurende bedoelde periode van zestien kwartalen werd
ingeschreven in het personeelsregister te delen door 1 460.
§ 2. Voor de vaststelling van de syndicalisatiegraad bepaald in artikel 15, a en b, wordt rekening
gehouden met het aantal gesyndiceerde bedienden ingeschreven in het personeelsregister van de
onderneming op het ogenblik van de indiening van de vraag tot oprichting van een syndicale
afvaardiging.
In geval van betwisting aangaande het aantal gesyndiceerde bedienden die in het
personeelsregister van de ondernemingen zijn ingeschreven, wordt beroep gedaan op de voorzitter
van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen.
§ 3. Voor de toepassing van dit artikel worden niet als bediende of gesyndiceerde bediende
beschouwd :


de bediende die verbonden is door een vervangingsovereenkomst gesloten overeenkomstig de
bepalingen van artikel 11ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
de bediende die een werknemer met volledige loopbaanonderbreking vervangt in de zin van
artikel 100 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen.
§ 4. Voor de toepassing van dit artikel worden gelijkgesteld met bedienden of gesyndiceerde
bedienden :



de stagiair met een arbeidsovereenkomst met bedienden in de zin van het koninklijk besluit nr
230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het
arbeidsproces;
bedienden die voor een beroepsopleiding in de onderneming geplaatst is door de
gemeenschapsinstellingen belast met beroepsopleiding;
de vorsers van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek.
HOOFDSTUK IV - AANDUIDING VAN DE AFGEVAARDIGDEN
Artikel 20
Om de functie van effectief afgevaardigde of van plaatsvervanger te mogen uitoefenen, moeten de
bedienden aan de volgende vereisten voldoen op de datum van verzending van de aangetekende
brief met de aanduiding van de syndicale afgevaardigden :
1. gebonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor bedienden;
2. 21 jaar oud zijn;
3. ten minste drie jaar als werknemer gewerkt hebben;
4. minstens twaalf opeenvolgende maanden bij de onderneming in dienst zijn;
5. zich niet in een opzeggingsperiode bevinden op het ogenblik van de aanduiding;
6. lid zijn van één van de ondertekenende vakorganisaties.
Artikel 21
5
De syndicale afgevaardigden worden aangeduid omwille van het gezag dat van hen zal moeten
uitgaan bij de uitoefening van hun kiese taak; ook wegens hun bekwaamheid, wat veronderstelt dat
ze behoorlijk vertrouwd zijn met de onderneming en met de bedrijfstak.
Artikel 22
De syndicale organisaties die aanspraak maken op minstens één mandaat, zullen zich voor het
indienen van de gemeenschappelijke aanvraag bedoeld in artikel 16, onderling akkoord stellen
nopens de verdeling der mandaten in verhouding tot het respectieve ledental in de onderneming.
Bij betwisting kan de meest gerede partij hierbij beroep doen op het verzoeningsinitiatief van de
voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen.
Op het ogenblik dat het gemeenschappelijk verzoek volgens artikel 16 aan de werkgever wordt
opgestuurd, zullen de vakorganisaties afschrift van dit verzoek samen met de lijst der mogelijk
effectieve en plaatsvervangende kandidaten toesturen aan de voorzitter van het Paritair Comité voor
de bedienden van de non-ferro metalen. Het totaal aantal mogelijk effectieve en plaatsvervangende
kandidaten is beperkt tot het aantal volgens artikel 18 te begeven zetels.
Zij leggen aan de werkgever, ten laatste 30 dagen na het indienen van het verzoek waarvan sprake
in artikel 16, per aangetekende brief de definitieve lijst voor van de effectieve en plaatsvervangende
afgevaardigden die worden voorgedragen. Deze termijn wordt geschorst in geval van betwisting in
verband met de in de artikelen 15 en 18 bepaalde getalsterkte.
Artikel 23
De plaatsvervangende leden zetelen in de plaats van een effectief lid ingeval dit lid verhinderd is, de
vereisten bepaald bij artikel 20 niet meer vervult of wanneer zijn mandaat een einde heeft genomen
overeenkomstig artikel 28.
Artikel 24
Elke organisatie zal tijdig zorgen voor de vervanging van haar afgevaardigden die hun opdracht niet
meer vervullen. Deze vervanging zal geschieden overeenkomstig de bepalingen van artikelen 20 en
21 en per aangetekende brief ter kennis van de werkgever worden gebracht.
Artikel 25
De werkgever kan zich altijd om ernstige redenen tegen de aanduiding of het behoud van een
afgevaardigde verzetten. De werkgever laat aan de betrokken vakvereniging voor bedienden weten
waarom hij zich verzet, in het eerste geval binnen de 14 werkdagen na voorlegging van de in artikel
22, lid 4, bedoelde lijst of de mededeling van de vervanging voorzien in artikel 24 of, in het tweede
geval, binnen de 14 werkdagen na de hernieuwing van het mandaat.
Bij onenigheid tussen de partijen, wordt het geschil aan het verzoeningsbureau van het Paritair
Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen voorgelegd, dat uitspraak doet ten laatste vier
weken na het indienen van de vraag tot voorlegging.
Tijdens de periode van gebeurlijke betwisting kan de aangeduide syndicale afgevaardigde niet
worden afgedankt om redenen eigen aan die aanduiding.
Artikel 26
De syndicale afvaardiging wordt officieel ingesteld binnen de 14 dagen na het verstrijken van de
termijn, bedoeld in artikel 25, eerste lid.
6
In geval van onenigheid tussen de partijen gaat deze termijn van veertien dagen in na het verstrijken
van de termijn, bedoeld in artikel 25, tweede lid.
Ter gelegenheid van de officiële instelling stellen de partijen, in uitvoering van hoofdstuk VI, de
werkingsmodaliteiten van de syndicale afvaardiging vast.
Artikel 27
§ 1. Het mandaat van de syndicale afgevaardigden duurt 4 jaar. Zij lopen ten einde op een vaste
datum, op 31 december 2012, 2016, 2020...
§ 2. De werkgever kan in de loop van de maand september 2012, 2016, 2020...met een gemotiveerd
en aangetekend schrijven aan de syndicale organisaties die op dat ogenblik één of meerdere
mandaten bekleden in de syndicale afvaardiging, betekenen dat, in toepassing van de artikels 15, 18
en 19 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, het aantal mandaten gewijzigd moet worden of dat
de vakbondsafvaardiging afgeschaft moet worden.
In geval van betwisting zal het geschil beslecht worden overeenkomstig de bepalingen vermeld in de
collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 1995 betreffende de verzoeningsprocedure.
§ 3. De syndicale organisatie welke aanspraak maakt op een mandaat of een mandaatuitbreiding in
een bestaande syndicale afvaardiging doet dit bij middel van een aangetekend schrijven aan de
syndicale organisatie(s) die mandaten bezet(ten).
Deze aanvraag dient op straffe van nietigheid ingediend te worden in de loop van de maand
september voorafgaand aan de in § 1 bedoelde data.
Een kopie van deze aanvraag wordt gelijktijdig aan de werkgever toegezonden.
De syndicale organisaties die aanspraak maken op minstens één mandaat, zullen zich voor het
indienen, per aangetekende brief, van de gemeenschappelijke syndicale afvaardiging bij de
werkgever akkoord stellen nopens de verdeling van de mandaten in verhouding tot het respectieve
ledental in de onderneming.
Bij betwisting kan de meest gerede partij een beroep doen op het verzoeningsinitiatief van de
voorzitter van het Paritair Comité voor bedienden van de non-ferro metalen.
§ 4. Indien een betwisting die voortvloeit uit de toepassing van bovenvermelde § 2 of 3 niet geregeld
is tegen 1 januari 2013, 2017, 2021...blijft de bescherming van de leden van de aftredende syndicale
afvaardiging voor een periode van drie maand behouden in de betrokken onderneming.
§ 5. Indien in toepassing van bovenvermelde § 2 en 3 geen betwisting kenbaar gemaakt wordt in
september 2012, 2016, 2020...wordt het mandaat van de syndicale afgevaardigden stilzwijgend
verlengd met een nieuwe periode van 4 jaar.
§ 6. De duur van 4 jaar van het mandaat, vervat in § 1 van dit artikel, is niet van toepassing op de
syndicale afvaardigingen die werden geïnstalleerd in de loop van de periode liggend tussen twee
vaste data.
In dit geval eindigt het mandaat op de eerstvolgende vaste datum.
Artikel 28
Het mandaat van de syndicale afgevaardigde neemt een einde :
7
a) wanneer de termijn verstrijkt;
b) wanneer een afgevaardigde ontslag neemt uit zijn mandaat. Het ontslag moet schriftelijk ter
kennis van de werkgever worden gebracht;
c) wanneer een afgevaardigde niet meer als bediende deel uitmaakt van het personeel van de
onderneming;
d) wanneer hij naar een andere technische bedrijfseenheid, in de zin van artikel 1, lid 2 van deze
overeenkomst, wordt overgeplaatst;
e) wanneer hij geen deel meer uitmaakt van de vakorganisatie waartoe hij behoorde bij zijn
aanstelling. In dit geval verwittigt de vakvereniging de werkgever bij aangetekend schrijven en duidt
zo nodig, de plaatsvervanger aan;
f) op verzoek van de vakorganisatie die de kandidatuur van de afgevaardigde heeft voorgedragen.
HOOFDSTUK V - STATUUT VAN DE SYNDICALE AFGEVAARDIGDEN
Artikel 29
De syndicale afgevaardigden hebben recht op de normale bevordering van de categorie waartoe zij
behoren.
Artikel 30
De leden van de syndicale afvaardiging mogen niet worden afgedankt om redenen die eigen zijn
aan de uitoefening van hun mandaat.
De werkgever die voornemens is een syndicale afgevaardigde om gelijk welke reden, met
uitzondering van dringende reden, af te danken, verwittigt voorafgaandelijk de syndicale
afvaardiging evenals de syndicale organisatie die de kandidatuur van deze afgevaardigde heeft
voorgedragen. Deze verwittiging gebeurt bij aangetekende brief die uitwerking heeft op de derde
dag, volgend op de datum van de verzending.
De betrokken syndicale organisatie beschikt over een termijn van zeven dagen om mee te delen dat
zij de geldigheid van de voorgenomen afdanking weigert te aanvaarden.
Deze mededeling gebeurt bij aangetekende brief; de periode van zeven dagen neemt een aanvang
op de dag waarop het door de werkgever toegezonden schrijven uitwerking heeft.
Het uitblijven van reactie van de syndicale organisatie moet beschouwd worden als een aanvaarding
van de geldigheid van de voorgenomen afdanking.
Indien de syndicale organisatie weigert de geldigheid van de voorgenomen afdanking te
aanvaarden, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval aan het oordeel van het
verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen voor te
leggen; de maatregel tot afdanking mag niet worden uitgevoerd gedurende de duur van deze
procedure.
Indien het verzoeningsbureau tot geen eenparige beslissing is kunnen komen binnen de dertig
dagen van de aanvraag tot tussenkomst, wordt het geschil betreffende de geldigheid van de
redenen die door de werkgever worden ingeroepen om de afdanking te verantwoorden, aan de
arbeidsrechtbank voorgelegd.
Artikel 31
Ingeval een kandidaat voorkomend op de lijst waarvan sprake in artikel 22, derde lid, voor de
officiële instelling bedoeld in artikel 26 wordt afgedankt, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid
8
het geval aan het verzoeningsbureau voor te leggen dat oordeelt of de afdanking geschied is om
redenen eigen aan de kandidaatstelling.
Artikel 32
In geval van afdanking van een syndicale afgevaardigde wegens zware fout, moet de syndicale
organisatie daarvan onmiddellijk worden op de hoogte gebracht.
Artikel 33
Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd in navolgende gevallen:
1° Indien hij een syndicale afgevaardigde afdankt, zonder de in voornoemd artikel 30 bepaalde
procedure na te leven;
2° Indien, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen van afdanking, rekening
houdend met de bepaling van artikel 30, lid 1, door het verzoeningsbureau of door de
arbeidsrechtbank niet wordt erkend;
3° Indien de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen wegens dringende reden en de
arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard;
4° Indien de arbeidsovereenkomst werd beëindigd wegens zware fout van de werkgever die voor de
afgevaardigde een reden is tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst.
De forfaitaire vergoeding is gelijk aan de brutobezoldiging van één jaar, onverminderd de toepassing
van artikel 39 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de syndicale afgevaardigde de vergoeding ontvangt
bepaald in de wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de
personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid
en verfraaiing van de werkplaatsen, alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden.
Artikel 34
De opgezegde syndicale afgevaardigde behoudt tijdens de opzeggingstermijn, benevens de rechten
die uit de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten voortvloeien, ook de rechten
ontstaan uit deze overeenkomst.
Wanneer op grond van de omstandigheden daartoe aanleiding bestaat, kan de werkgever zich
beroepen op de bepalingen van artikel 25.
HOOFDSTUK VI - WERKING VAN DE SYNDICALE AFVAARDIGING
Artikel 35
De syndicale afvaardiging wordt naargelang de noodwendigheden door de werkgever ontvangen.
Artikel 36
De voltallige of niet voltallige afvaardiging komt tijdens de normale werkuren met de werkgever
samen.
Artikel 37
9
De tijd besteed aan de samenkomst van de syndicale afvaardiging met de werkgever, wordt als
werktijd aangezien en bezoldigd. Voor het tijdsgedeelte van de samenkomst dat de normale
arbeidsduur overschrijdt, is geen overloon verschuldigd.
Artikel 38
De leden van de syndicale afvaardiging beschikken over de nodige tijd en faciliteiten - in onderling
akkoord met de werkgever te bepalen en bezoldigd als arbeidstijd - om de in dit statuut omschreven
syndicale opdrachten en activiteiten in de onderneming collectief of individueel uit te oefenen.
Met het oog op het gebruik van die tijd en die faciliteiten dienen de leden van de syndicale
afvaardiging vooraf de werkgever in te lichten en in akkoord met hem ervoor te zorgen dat dit
gebruik het goed verloop van de diensten in de onderneming niet verstoort.
De onderneming stelt - ofwel permanent ofwel occasioneel - een lokaal ter beschikking van de
syndicale afvaardiging van het personeel, teneinde haar toe te staan haar opdracht passend te
vervullen.
Artikel 39
Om de samenkomsten met de werkgever voor te bereiden en met diens vooraf gegeven
toestemming, mag de syndicale afvaardiging binnen de onderneming bijeenkomen.
Deze voorbereidende vergaderingen zijn te beschouwen als syndicale opdrachten en activiteiten
zoals beoogd in artikel 38, lid 1.
Artikel 40
De syndicale afvaardiging kan meer bepaald tijdens de rustperiodes mondeling of schriftelijk
overgaan tot alle mededelingen die nuttig zijn voor het bediendepersoneel, zonder dat zulks de
organisatie van het werk mag verstoren.
Deze mededelingen moeten van professionele of van syndicale aard zijn.
Indien zij bij aanplakking geschieden, zal dit gebeuren op een daartoe voorziene plaats. In de mate
van het mogelijke, zal vooraf aan de werkgever kennis worden gegeven van de schriftelijke
mededelingen die in toepassing van dit artikel aan het personeel worden gericht.
Artikel 41
Op gemotiveerd verzoek door de syndicale afvaardiging in te dienen met een voorafgaande
kennisgeving van 48 uren en met de voorafgaande instemming van de werkgever kunnen door de
syndicale afvaardiging voorlichtingsvergaderingen voor het bediendepersoneel van de onderneming
op de arbeidsplaats en gedurende de werkuren worden belegd. De werkgever kan niet willekeurig
zijn instemming weigeren. Hij wordt er meer bepaald toe gebracht zijn instemming te geven ter
gelegenheid van het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten die het gehele
bediendepersoneel van de onderneming aanbelangen.
HOOFDSTUK VII - BESLECHTING VAN EEN GESCHIL
Artikel 42
Wanneer binnen de onderneming een geschil ontstaat, wordt het beslecht volgens de procedure
bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 1995 betreffende de
verzoeningsprocedure.
10
HOOFDSTUK VIII - SLOTBEPALINGEN
Artikel 43
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 27 juni 2011.
Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur en kan door elke partij worden opgezegd, met betekening
van een opzegging van drie maand.
De opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het
paritair comité en aan elk van de ondertekenende organisaties.
De organisatie die het initiatief tot opzegging neemt, gaat de verbintenis aan de redenen te noemen
en onmiddellijk voorstellen tot wijziging in te dienen. De ondertekenende partijen gaan de
verplichting aan deze voorstellen binnen de maand na ontvangst te bespreken.
Artikel 44
Uitzonderlijke gevallen of gevallen die in deze collectieve arbeidsovereenkomst niet zijn voorzien,
worden onderzocht door het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen.
Artikel 45
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de CAO van 31 maart 1995 gesloten in het paritair
comité voor de bedienden van de non-ferro metalen betreffende het statuut van de syndicale
afvaardiging.
Zij vervangt tevens artikel 31 van de CAO van 27 juni 2011 gesloten in het paritair comité voor de
bedienden van de non-ferro metalen betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2011-2012.
STATUT DE LA DELEGATION SYNDICALE
CCT DU 27 JUIN 2011
CHAPITRE I - DISPOSITIONS GENERALES
Article 1
La présente convention collective de travail est applicable aux employeurs et employés des
entreprises relevant de la Commission paritaire pour les employés des métaux non ferreux.
Par "entreprise" on entend : l'unité technique d'exploitation au sens de la loi du 20 septembre 1948
portant organisation de l'économie.
Par "employeur" on entend : le chef de l'unité technique d'exploitation ou son ou ses représentants
qualifiés.
Par "employé" on entend : les employés masculins et féminins visés par la convention collective de
travail du 17 décembre 2001 concernant la classification des fonctions des employés.
Article 2
11
Les employés reconnaissent la nécessité d'une autorité légitime de l'employeur et mettent leur
honneur à exécuter consciencieusement leur travail.
Les employeurs respectent la dignité des employés et mettent leur honneur à les traiter avec justice.
Ils s'engagent à ne porter, directement ou indirectement, aucune entrave à leur liberté d'association,
ni au libre développement de leur organisation dans l'entreprise.
Article 3
Les employeurs reconnaissent à leur personnel employé, syndiqué au sein d'une des organisations
syndicales d'employés signataires, le droit à se faire représenter auprès d'eux par une délégation
syndicale dont le statut est régi par la présente convention.
Article 4
Les employeurs s'engagent à recevoir la délégation syndicale d'employés et à n'exercer aucune
pression sur le personnel pour l'empêcher de se syndiquer ainsi qu'à ne pas consentir aux employés
non syndiqués d'autres prérogatives qu'aux employés syndiqués.
Article 5
Les parties signataires doivent en toutes circonstances :
a) faire montre d'un esprit de justice, d'équité et de conciliation;
b) éviter personnellement et faire éviter par leurs collègues tout manquement au respect de la
législation sociale, du règlement de travail de l'entreprise, des conventions collectives, ainsi qu'à la
discipline du travail et au secret professionnel.
Article 6
Les délégués syndicaux ne porteront pas d'entrave à l'action de la direction de l'entreprise et de ses
représentants aux divers échelons.
Article 7
Les organisations syndicales d'employés signataires s'engagent, en respectant la liberté
d'association, à veiller à ce que leurs membres excluent de leur propagande syndicale les méthodes
qui ne seraient pas conformes à l'esprit de la convention collective n° 5 du 24 mai 1971, conclue au
sein du Conseil national du Travail, concernant le statut des délégations syndicales du personnel
des entreprises, complétée par la convention n° 5bis du 30 juin 1971 complétant et modifiant la
convention collective de travail n° 5 du 24 mai 1971 concernant le statut des délégations syndicales
du personnel des entreprises, et de la présente convention.
CHAPITRE II - COMPETENCE
Article 8
La délégation syndicale a le droit d'être reçue par le chef d'entreprise à l'occasion de tout litige ou
différend de caractère collectif survenant dans l'entreprise; le même droit lui appartient en cas de
menace de pareils litiges ou différends.
Article 9
Toute réclamation individuelle est présentée en suivant la voie hiérarchique habituelle par le
travailleur intéressé, assisté à sa demande par son délégué syndical. La délégation a le droit d'être
12
reçue à l'occasion de tous litiges ou différends de caractère individuel qui n'ont pu être résolus par
cette voie.
Article 10
En vue de prévenir les litiges ou différends visés aux articles 8 et 9 ci-dessus, la délégation
syndicale doit être informée préalablement par l'employeur des changements susceptibles de
modifier les conditions contractuelles ou habituelles de travail et de rémunération, à l'exclusion des
informations de caractère individuel.
Elle sera notamment informée des changements résultant de la loi, des conventions collectives ou
des dispositions de caractère général figurant dans les contrats de travail individuels, en particulier
des dispositions ayant une incidence sur les taux de rémunération et les règles de classification
professionnelle.
Article 11
L'employeur recevra la délégation syndicale le plus rapidement possible, au plus tard dans les sept
jours civils suivant l'introduction de la demande. Cette audience lui sera accordée à l'occasion de
tout litige concernant :
a) les atteintes aux principes fondamentaux énoncés aux articles 2 à 7 de la présente convention
collective de travail;
b) l'application de la législation sociale, du règlement de travail de l'entreprise, des conventions
collectives et des contrats de travail individuels, et notamment l'application au personnel employé de
l'entreprise des taux d'appointements et des règles de classification dans le cadre des lois et des
conventions collectives en vigueur;
c) les règlements de travail.
Article 12
Les employeurs confirment la compétence de la délégation syndicale pour assister les employés
lors d’un éventuel entretien de licenciement. Les employeurs s’engagent à partir de la date de
signature de cette cct à informer l’employé de ce droit au début d’un entretien de licenciement.
Article 13
La délégation syndicale est compétente pour mener des négociations en vue de la conclusion de
conventions ou d'accords collectifs au sein de l'entreprise sans préjudice des conventions collectives
ou accords conclus à d'autres niveaux.
Article 14
§ 1. La délégation syndicale n'est pas compétente pour traiter des questions qui relèvent de la
compétence du conseil d'entreprise ou du comité pour la prévention et la protection au travail.
Toutefois, la susdite délégation veille à la constitution et au fonctionnement de ces organes et à
l'application des décisions que ceux-ci auraient prises pour les employés.
§ 2. A défaut de conseil d'entreprise, la délégation syndicale peut assumer les tâches, droits et
missions qui sont confiés à ce conseil au chapitre II, article 4, 5, 6, 7 et 11 de la convention
collective de travail n° 9 du 9 mars 1992 coordonnant les accords nationaux et les conventions
collectives de travail relatifs aux conseils d'entreprise conclus au sein du Conseil national du travail.
13
§ 3. Dans les entreprises où aucun comité pour la prévention et la protection au travail n'est institué,
les compétences de ce comité sont le cas échéant assumées par la délégation syndicale.
Lorsqu'il s'agit d'entreprises de plus de 50 travailleurs, ce transfert de compétences n'est valable
qu'aux prochaines élections sociales.
CHAPITRE III - COMPOSITION DE LA DELEGATION
Article 15
A la demande d'une ou de plusieurs organisations signataires une délégation syndicale est instituée
:
a) dans les entreprises comptant 50 employés et plus lorsque 25 p.c. au moins de l'effectif total des
employés est syndiqué avec un minimum de 17 employés syndiqués;
b) dans les entreprises, comptant de 25 à 50 employés, lorsque 17 employés au moins sont
syndiqués.
Article 16
L'organisation syndicale qui prend une initiative visant à instaurer une délégation syndicale, doit en
informer les autres organisations syndicales par lettre recommandée.
Celles-ci avertissent, par lettre recommandée, endéans les 14 jours, l'organisation qui a pris
l'initiative, qu'elles prétendent à au moins un mandat. A défaut de réaction de leur part dans le délai
précité, elles sont supposées ne pas prétendre à une représentation.
Sous peine de nullité, la demande d'instauration d'une délégation syndicale est introduite auprès de
l'employeur au moyen d'une lettre recommandée commune à ces organisations syndicales qui
prétendent à au moins un mandat.
Dans cette lettre, les organisations syndicales citées ci-dessus se référeront aux dispositions de la
présente convention collective de travail sur le statut de la délégation syndicale.
Article 17
La délégation est composée de délégués effectifs et de délégués suppléants. Il y a autant de
suppléants que d'effectifs. Les délégués peuvent désigner parmi eux un président de délégation.
Article 18
Le nombre de délégués effectifs est fixé comme suit, au prorata du nombre d'employés dans
l'entreprise :







de 25 à 75 employés : 2 délégués
de 76 à 150 employés : 3 délégués
de 151 à 300 employés : 4 délégués
de 301 à 500 employés : 5 délégués
de 501 à 1000 employés : 6 délégués
de 1001 à 2000 employés : 8 délégués
plus de 2000 employés : 10 délégués
14
Dans les entreprises comptant 25 à 75 employés, le nombre de délégués sera toutefois porté à 3,
lorsqu'une troisième organisation syndicale prouve qu'elle compte dans l'entreprise au moins 25 p.c.
du personnel employé syndiqué.
Le nombre de mandats ne peut être modifié au cours de la durée normale du mandat.
Article 19
§ 1. En vue d'établir quel est l'effectif du personnel employé de l'entreprise cités aux articles 15 et 18
ci-dessus, il est tenu compte du nombre moyen d'employés inscrits au registre du personnel au
cours des quatre trimestres civils qui précèdent celui au cours duquel est faite la demande d'instituer
une délégation syndicale ou au cours duquel la délégation syndicale doit être renouvelée
conformément à l'article 27.
Ce nombre moyen d'employés se calcule en divisant par 365 le total des jours civils pendant
lesquels chaque employé a été inscrit dans le registre du personnel pendant la période susdite de
quatre trimestres.
Pour les employés ayant un contrat de travail à durée déterminée, à l'exclusion de ceux visés au § 3
de cet article, la période de référence pour le calcul du nombre moyen d'employés est élargie aux
seize trimestres qui précèdent celui au cours duquel est faite la demande d'instituer une délégation
syndicale ou au cours duquel la délégation syndicale doit être renouvelée conformément à l'article
27. Leur nombre moyen se calcule en divisant par 1 460 le total des jours civils pendant lesquels
ces employés ont été inscrits dans le registre du personnel pendant la période susdite de seize
trimestres.
§ 2. En vue d'établir les taux de syndicalisation prévus à l'article 15, a et b, il est tenu compte du
nombre d'employés syndiqués inscrits au registre du personnel au moment de la demande de
création d'une délégation syndicale.
En cas de contestation au sujet du nombre d'employés syndiqués inscrits au registre du personnel, il
est fait appel au président de la Commission paritaire pour les employés des métaux non ferreux.
§ 3. Pour l'application du présent article, ne sont pas considérés comme employé ou employé
syndiqué :


l'employé lié par un contrat de remplacement conclu conformément aux dispositions de l'article
11ter de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail;
l'employé qui remplace un travailleur en interruption de carrière professionnelle au sens de
l'article 100 de la loi de redressement du 22 janvier 1985 contenant des dispositions sociales.
§ 4. Pour l'application du présent article, sont assimilés à des employés ou employés syndiqués :



le stagiaire au sens de l'arrêté royal n° 320 du 21 décembre 1983 relatif au stage et à l'insertion
professionnelle, lié par un contrat de travail pour employés;
l'employé placé en formation professionnelle dans l'entreprise par les organismes des
Communautés chargés de la formation professionnelle;
les chercheurs du Fonds national de la recherche scientifique.
CHAPITRE IV - DESIGNATION DES DELEGUES
Article 20
Pour pouvoir remplir les fonctions de délégué effectif ou de suppléant, les membres du personnel
employé doivent répondre aux conditions suivantes à la date d'expédition de la lettre recommandée
désignant les délégués syndicaux :
15
1. être lié par un contrat de travail pour employés;
2. être âgé de 21 ans;
3. avoir été occupé en qualité de travailleur depuis au moins trois ans;
4. avoir au moins douze mois consécutifs de présence dans l'entreprise;
5. ne pas être en période de préavis au moment de sa désignation;
6. être affilié à l'une des organisations syndicales signataires de la présente convention.
Article 21
Les délégués syndicaux sont désignés pour l'autorité dont ils doivent disposer dans l'exercice de
leurs délicates fonctions et pour leur compétence qui comporte une bonne connaissance de
l'entreprise et de la branche d'activité.
Article 22
Les organisations syndicales qui prétendent à un mandat au moins se mettront d'accord entre elles,
avant l'introduction de la demande commune visée à l'article 16, sur la répartition des mandats,
proportionnellement au nombre respectif des membres dans l'entreprise.
En cas de contestation, la partie la plus diligente peut faire appel à l'initiative de conciliation du
président de la Commission paritaire pour les employés des métaux non ferreux.
Au moment où la demande commune, visée à l'article 16, est envoyée à l'employeur, les
organisations syndicales enverront au président de la Commission paritaire pour les employés des
métaux non ferreux, par lettre recommandée, copie de cette demande, avec la liste des candidats
effectifs et suppléants possibles. Le nombre des candidats effectifs et suppléants possibles est limité
au nombre de mandats à pourvoir fixé à l'article 18.
La liste définitive des délégués effectifs et suppléants proposés est présentée par lettre
recommandée à l'employeur au plus tard 30 jours après l'introduction de la demande visée à l'article
16. Ce délai est suspendu en cas de contestation du nombre fixé aux articles 15 et 18.
Article 23
Les membres suppléants sont appelés à siéger en remplacement du membre effectif en cas
d'empêchement de celui-ci, lorsque le membre effectif ne réunit plus les conditions fixées à l'article
20 ou si son mandat est venu à échéance en application de l'article 28.
Article 24
Chaque organisation pourvoira en temps utile au remplacement de ceux de ses délégués qui
viendraient à cesser leurs fonctions. Ce remplacement se fera conformément aux dispositions
définies aux articles 20 et 21 et est notifié a l'employeur par lettre recommandée.
Article 25
L'employeur peut toujours s'opposer, pour des motifs sérieux, à la désignation ou au maintien d'un
délégué. Dans le premier cas, l'employeur fait connaître aux organisations syndicales d'employés en
cause ses motifs d'opposition dans les quatorze jours ouvrables qui suivent la communication de la
liste prévue à l'article 22, alinéa 4 ou de la notification du remplacement prévue à l'article 24 ou,
dans le second cas, dans les quatorze jours ouvrables suivant le renouvellement du mandat.
16
En cas de désaccord entre les parties, la question est soumise au bureau de conciliation de la
Commission paritaire pour les employés des métaux non ferreux, qui se prononce au plus tard dans
les quatre semaines suivant l'introduction de la demande d'intervention.
Pendant la période de contestation éventuelle, le délégué syndical désigné ne peut être licencié
pour des motifs inhérents à cette désignation.
Article 26
La délégation syndicale est installée officiellement dans les quatorze jours après l'expiration du délai
visé à l'article 25, premier alinéa.
En cas de désaccord entre les parties, ce délai de quatorze jours prend cours après expiration du
délai visé à l'article 25, deuxième alinéa.
A l'occasion de l'installation officielle, les parties fixent les modalités de fonctionnement de la
délégation syndicale, en application du chapitre VI.
Article 27
§ 1. Le mandat des délégués syndicaux dure 4 ans.Ils expirent à une date fixe, le 31 décembre
2012, 2016, 2020, ….
§ 2. L'employeur peut, dans le courant du mois de septembre 2012, 2016, 2020... par avis motivé et
recommandé, informer les organisations syndicales qui occupent en ce moment un ou plusieurs des
mandats dans la délégation syndicale, qu'il y a lieu, en application des articles 15, 18 et 19 de la
présente convention collective de travail, de modifier le nombre de mandats ou de supprimer la
délégation syndicale.
En cas de contestation, le différend sera réglé conformément aux dispositions de la convention
collective de travail du 31 mars 1995 concernant la procédure de conciliation.
§ 3. L'organisation syndicale qui prétend à un mandat ou à une extension de mandats dans une
délégation syndicale existante, en avise par lettre recommandée la ou les organisations syndicales
qui détiennent ces mandats.
Cette demande doit à peine de nullité, être formulée dans le courant du mois de septembre
précédant les dates visées au § 1er.
Une copie de cette demande sera envoyée en même temps à l'employeur.
Les organisations syndicales qui prétendent à au moins un mandat se mettront d'accord avant
l'introduction de la délégation syndicale commune, par lettre recommandée, auprès de l'employeur
sur la répartition des mandats proportionnellement au nombre d'affiliés dans l'entreprise.
En cas de contestation, la partie la plus diligente peut faire appel à l'initiative de conciliation du
président de la Commission paritaire pour les employés des métaux non ferreux.
§ 4. Au cas où une contestation née de l'application du § 2 ou 3 ci-dessus n'est pas réglée pour le
1er janvier 2013, 2017, 2021..., la protection des membres de la délégation syndicale sortante sera
maintenue pour une durée de 3 mois dans l'entreprise concernée.
§ 5. Si en septembre 2012, 2016, 2020...aucune contestation n'est formulée en application des § 2
et 3 ci-avant, le mandat des délégués syndicaux est reconduit tacitement pour un nouveau terme de
4 ans.
§ 6. La durée de 4 ans du mandat prévue au § 1er du présent article ne s'applique pas aux
délégations syndicales installées au cours de la période se situant entre deux termes fixes.
17
Dans ce cas, le mandat se termine au terme fixe immédiatement suivant.
Article 28
Le mandat du délégué syndical prend fin :
a)
b)
c)
d)
à son expiration normale;
par démission du délégué de son mandat, signifiée par écrit à l'employeur;
lorsque le délégué cesse de faire partie du personnel employé de l'entreprise;
par transfert vers une autre unité technique d'exploitation au sens de l'article 1er, alinéa 2, de
la présente convention;
e) lorsque le délégué cesse de faire partie de l'organisation syndicale dont il était membre au
moment de sa désignation. Dans ce cas, l'organisation syndicale avertit l'employeur par
lettre recommandée et désigne le suppléant s'il y a lieu;
f) à la demande de l'organisation syndicale qui a présenté la candidature du délégué.
CHAPITRE V - STATUT DES DELEGUES SYNDICAUX
Article 29
Les délégués syndicaux jouissent des promotions et avancements normaux de la catégorie des
travailleurs à laquelle ils appartiennent.
Article 30
Les membres de la délégation syndicale ne peuvent pas être licenciés pour des motifs inhérents à
l'exercice de leur mandat.
L'employeur qui envisage de licencier un délégué syndical, pour quelque motif que ce soit, sauf pour
motif grave, en informe préalablement la délégation syndicale ainsi que l'organisation syndicale, qui
a présenté la candidature de ce délégué. Cette information se fera par lettre recommandée sortant
ses effets le troisième jour suivant la date de son expiration.
L'organisation syndicale intéressée dispose d'un délai de sept jours pour notifier son refus
d'admettre la validité du licenciement envisagé. Cette notification se fera par lettre recommandée; la
période de sept jours débute le jour où la lettre envoyée par l'employeur sort ses effets.
L'absence de réaction de l'organisation syndicale est à considérer comme une acceptation de la
validité du licenciement envisagé.
Si l'organisation syndicale refuse d'admettre la validité du licenciement envisagé, la partie la plus
diligente a la faculté de soumettre le cas à l'appréciation du bureau de conciliation de la Commission
paritaire pour les employés des métaux non ferreux.
L'exécution de la mesure de licenciement ne peut intervenir pendant la durée de cette procédure.
Si le bureau de conciliation n'a pu arriver à une décision unanime dans les trente jours de la
demande d'intervention, le litige concernant la validité des motifs invoqués par l'employeur pour
justifier le licenciement est soumis au tribunal du travail.
Article 31
Si un candidat figurant sur la liste visée à l'article 22 troisième alinéa, est licencié avant l'installation
officielle, visée à l'article 26, la partie la plus diligente peut présenter le cas au bureau de conciliation
qui appréciera si le licenciement a été décidé pour des raisons dues à la candidature.
18
Article 32
En cas de licenciement d'un délégué syndical pour motif grave, l'organisation syndicale doit en être
informée immédiatement.
Article 33
Une indemnité forfaitaire est due par l'employeur dans les cas suivants :
1° s'il licencie un délégué syndical sans respecter la procédure prévue à l'article 30 ci-dessus;
2° si, au terme de cette procédure, la validité des motifs du licenciement, au regard de la disposition
de l'article 30, alinéa 1 ci-dessus, n'est pas reconnue par le bureau de conciliation ou par le tribunal
du travail;
3° si l'employeur a licencié le délégué pour motif grave et que le tribunal du travail a déclaré le
licenciement non fondé;
4° si le contrat de travail a pris fin en raison d'une faute grave de l'employeur, qui constitue pour le
délégué un motif de résiliation immédiate du contrat.
L'indemnité forfaitaire est égale à la rémunération brute d'un an, sans préjudice de l'application de
l'article 39 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail.
Cette indemnité n'est pas due lorsque le délégué syndical bénéficie de l'indemnité prévue par la loi
du 19 mars 1991 portant un régime de licenciement particulier pour les délégués du personnel aux
conseils d'entreprise et aux comités de sécurité, d'hygiène et d'embellissement des lieux de travail,
ainsi que pour les candidats délégués du personnel.
Article 34
Le délégué syndical sous préavis conserve pendant la durée de son préavis, outre les droits
découlant de la loi sur le contrat d'emploi, ceux qui résultent de la présente convention.
Si les circonstances le justifient, l'employeur peut invoquer les dispositions de l'article 25 ci-dessus.
CHAPITRE VI - FONCTIONNEMENT DE LA DELEGATION SYNDICALE
Article 35
La délégation syndicale est reçue suivant les nécessités, par l'employeur.
Article 36
La délégation syndicale, plénière ou partielle, se réunit avec l'employeur pendant les heures
normales de travail.
Article 37
Le temps consacré aux réunions de la délégation syndicale avec l'employeur est considéré comme
prestation de travail et est rétribué comme tel. Toutefois, le temps de réunion qui dépasse les
heures normales de travail ne donne pas lieu à un sursalaire.
Article 38
Les membres de la délégation syndicale disposent du temps et des facilités nécessaires - à
déterminer de commun accord avec l'employeur et rémunérés comme temps de travail - pour
l'exercice collectif ou individuel des missions et activités syndicales dans l'entreprise prévues par le
présent statut.
19
En vue de l'utilisation de ce temps et de ces facilités, les membres de la délégation syndicale
doivent informer au préalable l'employeur et veiller de commun accord avec lui à ce que cette
utilisation ne perturbe pas la bonne marche des services de l'entreprise.
L'entreprise donne à la délégation syndicale l'usage d'un local - soit en permanence, soit
occasionnellement - afin de lui permettre de remplir adéquatement sa mission.
Article 39
La délégation syndicale peut, en vue de préparer les réunions avec l'employeur, se réunir à
l'intérieur de l'entreprise moyennant l'accord préalable de l'employeur. Ces réunions préparatoires
sont à considérer comme des missions et activités syndicales telles que visées par l'article 38,
alinéa 1.
Article 40
Sans que cela puisse perturber l'organisation du travail, la délégation syndicale peut, notamment
pendant les heures de repos, procéder oralement ou par écrit à toutes les communications utiles au
personnel employé.
Ces communications doivent avoir un caractère professionnel ou syndical.
Si elles ont lieu par voie d'affichage, celui-ci se fera à un endroit prévu à cet effet. Dans toute la
mesure du possible, il sera donné préalablement connaissance à l'employeur des communications
écrites adressées au personnel dans le cadre de la présente disposition.
Article 41
Sur demande motivée à introduire par la délégation syndicale avec un préavis de 48 heures et
moyennant l'accord de l'employeur, des réunions d'information du personnel employé de l'entreprise
peuvent être organisées par la délégation syndicale sur les lieux du travail et pendant les heures de
travail. L'employeur ne peut arbitrairement refuser cet accord. Il est plus particulièrement amené à le
donner lors de la conclusion de conventions collectives de travail intéressant l'ensemble des
employés de l'entreprise.
CHAPITRE VII - REGLEMENT D’UN DIFFEREND
Article 42
Lorsqu'un différend surgit à l'intérieur de l'entreprise, il sera réglé selon la procédure fixée par la
convention collective de travail du 31 mars 1995 concernant la procédure de conciliation.
CHAPITRE VIII - DISPOSITIONS FINALES
Article 43
La présente convention collective de travail produit ses effets le 27 juin 2011.
Elle est conclue pour une durée indéterminée et peut être dénoncée par chacune des parties
moyennant un préavis écrit de trois mois.
La dénonciation est notifiée par lettre recommandée à la poste, adressée au président de la
commission paritaire et à chacune des organisations signataires.
20
L'organisation qui prend l'initiative de dénoncer la convention s'engage à en indiquer les motifs et à
déposer immédiatement des propositions d'amendements. Les signataires de la présente
convention collective de travail s'engagent à discuter ces propositions dans le délai d'un mois de
leur réception.
Article 44
Les cas spéciaux ou non prévus par la présente convention collective de travail sont examinés par
la Commission paritaire pour les employés des métaux non ferreux.
Article 45
La présente convention collective de travail remplace la CCT du 31 mars 1995 conclue au sein de la
Commission Paritaire pour les employés des métaux non-ferreux relative au statut de la délégation
syndicale.
Elle remplace également l’article 31 de la CCT du 27 juin 2011 conclue au sein de la Commission
Paritaire pour les employés des métaux non-ferreux relative au protocole d’accord sectoriel 20112012.
21