Omnisportzaal, Thon Espace Multisport, Thon

Transcription

Omnisportzaal, Thon Espace Multisport, Thon
©
Espace Multisport
Ruelle Moineresse, Thon
Plaats_Localisation
Administration communale d’Andenne
Opdrachtgever_Maître d’ouvrage
SCAHT Architecture & Développement, bureau
d’architectes & d’ingénieurs, Dinant
Architect_Architecte
Bureau d’études Rausch & Associés ingénieursconseils, Bastogne
Studiebureau_Bureau d’études
Vinçotte International, Vilvoorde
Controlebureau_Bureau de contrôle
De Graeve, Beez
Algemene aannemer_Entrepreneur général
TMI, Seilles
Staalbouwer_Constructeur métallique
158
categorie
C
Foto’s_Photos : Ivan Verzar
Omnisportzaal,
Thon
Espace Multisport,
Thon
De omnisportzaal van Thon is een verbouwingsproject van een bestaande gemeentelijke infrastructuur
tot een sportgelegenheid waar jong en oud elkaar
kunnen ontmoeten. Er werd gekozen voor een licht
skelet, rustend op de punt van zijn omgekeerde drievoeten. Het algemeen evenwicht wordt bekomen
door in elk van de hoofdrichtingen twee drievoeten
tegenover elkaar te plaatsen om kanteltendenzen
in evenwicht te houden. De interne spanning in
het skelet wordt duidelijk door de aanwezigheid
van driedimensionale bogen die onderaan, de
steunpunten van de grootste overspanning met
elkaar verbinden. De luifelstructuur bestaat uit vier
tegenover elkaar geplaatste omgekeerde drievoeten.
De nokbalk die de twee portieken verbindt, is een
driedimensionale ligger die de hoofdstructuur voldoende stijfheid bezorgt. Onderaan het raamwerk
worden twee ronde driedimensionale bogen op de
hoofdskelet geënt. Deze kapbenen moeten zorgen
voor de rotatiestabiliteit van de liggers en voor een
economische tussenafstand.
L’espace multisport de Thon est un projet de
requalification d’un espace communal existant
en lieu de rencontre sportive intergénérationnel.
Le parti retenu est une charpente légère, posée
sur la pointe de ses trépieds inversés. L’équilibre
général est obtenu en opposant dans chacune
des directions principales deux trépieds pour
équilibrer les tendances au basculement. La tension interne dans la charpente est mise en exergue par la présence des arcs tridimensionnels
qui relient, en partie inférieure, les appuis sur
la plus grande portée. La structure de l’auvent
est constituée de quatre trépieds inversés placés
en vis à vis. La panne faitière reliant les deux
portiques est une poutre tridimensionnelle qui
assure une raideur suffisante à la structure principale. En pied de charpente, deux arcs courbes
tridimensionnels sont ‘greffés’ sur l’ossature
principale. Ces arbalétriers ont comme fonction
d’assurer la stabilité en rotation des poutres en
arc et d’assurer un entraxe économique.