Staatsblad Moniteur

Transcription

Staatsblad Moniteur

BELGISCH MONITEUR
STAATSBLAD BELGE
Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de
programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de
artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen
van 20 juli 2005.
Publication conforme aux articles 472 à 478 de la
loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les
articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du
20 juillet 2005.
Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op :
Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse :
www.staatsblad.be
www.moniteur.be
Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42,
1000 Brussel - Adviseur : A. Van Damme
Direction du Moniteur belge, rue de Louvain 40-42,
1000 Bruxelles - Conseiller : A. Van Damme
Gratis tel. nummer : 0800-98 809
Numéro tél. gratuit : 0800-98 809
N. 75
178e JAARGANG
178e ANNEE
DINSDAG 11 MAART 2008
MARDI 11 MARS 2008
TWEEDE EDITIE
DEUXIEME EDITION
INHOUD
Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen
Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken
26 FEBRUARI 2008. — Koninklijk besluit houdende de verlenging
van de duur van de overgangsregeling bedoeld in artikel 67 van de wet
van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van
het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende
gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire
Controle, bl. 14851.
Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer
10 FEBRUARI 2008. — Koninklijk besluit dat de afschaffing van
overweg nr. 13 op de spoorlijn 40 Luik-Maastricht te Wandre machtigt
mits het bouwen van een onderdoorgang voor voetgangers, bl. 14851.
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
SOMMAIRE
Lois, décrets, ordonnances et règlements
Service public fédéral Intérieur
26 FEVRIER 2008. — Arrêté royal portant la prorogation de la durée
du régime transitoire prévu à l’article 67 de la loi du 15 avril 1994
relative à la protection de la population et de l’environnement contre
les dangers résultant des rayonnements ionisants et relative à l’Agence
fédérale de Contrôle nucléaire, p. 14851.
Service public fédéral Mobilité et Transports
10 FEVRIER 2008. — Arrêté royal autorisant la suppression du
passage à niveau n° 13 de la ligne ferroviaire 40 Liège-Maastricht à
Wandre moyennant la construction d’un couloir sous voies pour
piétons, p. 14851.
Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale
15 FEBRUARI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van
29 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en
het breiwerk, betreffende de vormingsinitiatieven voor risicogroepen,
bl. 14852.
15 FEVRIER 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention
collective de travail du 29 juin 2007, conclue au sein de la Commission
paritaire de l’industrie textile et de la bonneterie, concernant les
initiatives de formation en faveur des groupes à risque, p. 14852.
het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werklieden die op het ogenblik
van de beëindiging van de overeenkomst 58 jaar of ouder zijn, bl. 14854.
paritaire de l’industrie textile et de la bonneterie, relative à l’octroi
d’une indemnité complémentaire en faveur de certains ouvriers qui
au moment de la fin du contrat sont âgés de 58 ans ou plus, p. 14854.
het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werklieden die op het ogenblik
van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 60 jaar of ouder zijn,
bl. 14859.
d’une indemnité complémentaire en faveur de certains ouvriers âgés
qui au moment de la fin du contrat de travail sont âgés de 60 ans ou
plus, p. 14859.
142 bladzijden/pages
14846
BELGISCH STAATSBLAD − 11.03.2008 − Ed. 2 − MONITEUR BELGE
29 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de
textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een
aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde bedienden
die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst
60 jaar of ouder zijn, bl. 14864.
paritaire pour employés de l’industrie textile et de la bonneterie,
relative à l’octroi d’une indemnité complémentaire en faveur de
certains employés âgés qui au moment de la fin du contrat de travail
sont âgés de 60 ans ou plus, p. 14864.
29 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de
textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de vormingsinitiatieven
voor risicogroepen, bl. 14869.
relative aux initiatives de formation pour les groupes à risque, p. 14869.
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid
Service public fédéral Sécurité sociale
14 FEBRUARI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 11 oktober 2007 van het Paritair
Subcomité voor de vlasbereiding tot vaststelling van de vakantiedata
voor 2008, bl. 14871.
14 FEVRIER 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la décision
du 11 octobre 2007 de la Sous-commission paritaire de la préparation
du lin concernant la fixation des dates de vacances pour 2008, p. 14871.
14 FEBRUARI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 23 oktober 2007 van het Paritair
Subcomité van de betonindustrie betreffende de vaststelling van de
vakantiedata voor het jaar 2008, bl. 14873.
14 FEVRIER 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la décision
du 23 octobre 2007 de la Sous-Commission paritaire de l’industrie du
béton concernant la fixation des dates de vacances pour l’année 2008,
p. 14873.
14 FEBRUARI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 19 december 2007 van het
Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk betreffende de
vaststelling van de vakantiedata voor het jaar 2008, bl. 14875.
14 FEVRIER 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la décision du
19 décembre 2007 de la Commission paritaire de l’industrie textile
et de la bonneterie concernant la fixation des dates de vacances pour
l’année 2008, p. 14875.
25 FEBRUARI 2008. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de
globale begroting van de financiële middelen voor het hele Rijk voor de
verstrekkingen inzake medische beeldvorming in 2007 in het kader van
de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, bl. 14877.
25 FEVRIER 2008. — Arrêté royal fixant le budget global des moyens
financiers pour l’ensemble du Royaume pour les prestations en matière
d’imagerie médicale en 2007 dans le cadre de l’assurance soins de
santé obligatoire, p. 14877.
globale begroting van de financiële middelen voor het hele Rijk voor de
verstrekkingen inzake klinische biologie in 2007 in het kader van de
verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, bl. 14878.
financiers pour l’ensemble du Royaume pour les prestations en matière
de biologie clinique en 2007 dans le cadre de l’assurance soins de
santé obligatoire, p. 14878.
Gemeenschaps- en Gewestregeringen
Gouvernements de Communauté et de Région
Vlaamse Gemeenschap
Communauté flamande
Vlaamse overheid
Autorité flamande
15 FEBRUARI 2008. — Besluit van de Vlaamse Regering houdende
nadere bepalingen aangaande de inventarisatie van gegevens in het
kader van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming
van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische
bronnen, bl. 14879.
15 FEVRIER 2008. — Arrêté du Gouvernement flamand établissant
les modalités relatives à l’inventoriage des données dans le cadre du
décret du 22 décembre 2006 concernant la protection des eaux contre
la pollution par les nitrates à partir de sources agricoles, p. 14888.
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Région de Bruxelles-Capitale
Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale
28 FEBRUARI 2008. — Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke
Regering houdende uitvoering van artikel 7 van de ordonnantie van
18 januari 2001 houdende organisatie en werking van de Brusselse
Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, bl. 14897.
28 FEVRIER 2008. — Arrêté du Gouvernement de la Région de
Bruxelles-Capitale portant exécution de l’article 7 de l’ordonnance du
18 janvier 2001 portant organisation et fonctionnement de l’Office
régional bruxellois de l’Emploi, p. 14897.
Regering ter bepaling van de tarieven die van toepassing zijn op de
taxidiensten, bl. 14904.
Bruxelles-Capitale relatif à la fixation des tarifs applicables aux
services de taxis, p. 14904.
Andere besluiten
Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken
Personeel. Bevordering, bl. 14905.
Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en Federale Overheidsdienst Justitie
10 FEBRUARI 2008. — Koninklijk besluit tot aanwijzing van
sommige leden van de Federale Politieraad, bl. 14905.
Autres arrêtés
Service public fédéral Intérieur
Personnel. Promotion, p. 14905.
Service public fédéral Intérieur et Service public fédéral Justice
10 FEVRIER 2008. — Arrêté royal portant désignation de certains
membres du Conseil fédéral de police, p. 14905.
Federale Overheidsdienst Financiën
Koninklijke Schenking. Mandaten, bl. 14906.
Afbreken en verwijderen van asbest. Erkenning, bl. 14906.
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid
4 MAART 2008. — Koninklijk besluit houdende benoeming van
leden en hernieuwing van mandaten van leden van het Beheerscomité
van de Rijksdienst voor pensioenen, bl. 14906.
Federale Overheidsdienst Justitie
Rechterlijke Orde. Notariaat, bl. 14907.
Gemeenschaps- en Gewestregeringen
14847
Service public fédéral Finances
Donation royale. Mandats, p. 14906.
Démolition et retrait d’asbeste. Agréation, p. 14906.
Service public fédéral Sécurité sociale
4 MARS 2008. — Arrêté royal portant nomination de membres et
renouvellement de mandats des membres du Comité de gestion de
l’Office national des pensions, p. 14906.
Service public fédéral Justice
Ordre judiciaire. Notariat, p. 14907.
Gouvernements de Communauté et de Région
Vlaamse Gemeenschap
Vlaamse overheid
Bestuurszaken
22 FEBRUARI 2008. — Besluit van de administrateur-generaal van
het Agentschap voor Facilitair Management tot wijziging van het
besluit van de administrateur-generaal van het Agentschap voor
Facilitair Management van 11 december 2007 houdende subdelegatie
van sommige bevoegdheden inzake algemene werking van het Agentschap voor Facilitair Management, bl. 14908.
Onderwijs en Vorming
Vervanging van een lid van de raad van bestuur van het Vlaams
Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen, bl. 14908.
Werk en Sociale Economie
Ontslag. Vroegtijdig pensioen, bl. 14909.
Leefmilieu, Natuur en Energie
26 FEBRUARI 2008. — Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt met betrekking tot herroeping
van de aanwijzing van Intergas Energie BV als aardgasnetbeheerder
bij beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt van 25 oktober 2005, gekend onder de referte
BESL-2005-64 (BESL-2008-29), bl. 14909.
26 FEBRUARI 2008. — Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt tot aanwijzing van Intergas
Energie BV als aardgasnetbeheerder, overeenkomstig artikel 31 van het
besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2002 houdende de
organisatie van de aardgasmarkt (BESL-2008-30), bl. 14909.
Delegatiebesluit, bl. 14910.
Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed
Ruimtelijke ordening. Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Provincie Limburg, bl. 14910. — Ruimtelijke ordening. Gemeentelijk
ruimtelijk uitvoeringsplan. Provincie Limburg, bl. 14910.
Franse Gemeenschap
Communauté française
Ministerie van de Franse Gemeenschap
Ministère de la Communauté française
Raad van beroep. Benoeming, bl. 14911. — Gelijkwaardigheidscommissie voor de buitenlandse universitaire diploma’s. Benoemingen,
bl. 14911. — Commissie voor de gelijkwaardigheidsverklaring van
buitenlandse universitaire diploma’s. Benoeming, bl. 14912. — Commissie voor gezondheidspromotie op school. Benoeming, bl. 14912. —
Overgangsklas. Organisatie, bl. 14912.
Chambre de recours. Nomination, p. 14911. — Commission d’équivalence des diplômes universitaires étrangers. Nominations, p. 14911.
Commission d’équivalence des diplômes universitaires étrangers.
Nomination, p. 14912. — Commission de promotion de la santé à
l’école. Nomination, p. 14912. — Classe-passerelle. Organisation,
p. 14912.
14848
Région wallonne
Ministère de la Région wallonne
12 FEVRIER 2008. — Arrêté ministériel affectant à l’usage d’activité
économique mixte certains terrains situés sur le territoire de la ville
d’Ath (ZAEM Ghislenghien III), p. 14913.
18 FEVRIER 2008. — Arrêté ministériel relatif à l’établissement des
zones de prévention rapprochée et éloignée des ouvrages de prise d’eau
souterraine de catégorie B (potabilisable) dénommés Source Christine
et Source de Laveu sis sur le territoire de la commune d’Etalle, p. 14917.
3 MARS 2008. — Arrêté ministériel décidant l’expropriation pour
cause d’utilité publique du site dit ″Aciérie Allard″ à Charleroi,
p. 14921.
cause d’utilité publique du site dit ″Boma″, à Charleroi, p. 14922.
cause d’utilité publique du site dit ″Fonderie Léonard Giot″ à Charleroi,
p. 14923.
cause d’utilité publique du site dit ″Huileries Grisard″ à Mons, p. 14924.
Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement.
Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la
SARL SNTF, en qualité de transporteur de déchets autres que
dangereux, p. 14926. — Direction générale des Ressources naturelles
et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à
l’enregistrement de la société EUROTRANS - WADOLOWSKI, en
qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 14928. —
Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de
M. Pascal Bulens, en qualité de transporteur de déchets autres que
dangereux, p. 14930. — Direction générale des Ressources naturelles
et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à
l’enregistrement de la SA STD Maintenance, en qualité de transporteur
de déchets autres que dangereux, p. 14932. — Direction générale des
Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets.
Acte procédant à l’enregistrement de la « B.V. L. Van Der Lee en
zonen », en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux,
p. 14934. — Direction générale des Ressources naturelles et de
l’Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la SPRLU E. Gérard, en qualité de transporteur de déchets
autres que dangereux, p. 14936. — Direction générale des Ressources
naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Acte
procédant à l’enregistrement de la « BVBA Steven Vandesompele », en
qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux,
p. 14938. — Direction générale des Ressources naturelles et de
l’Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la Société Gouwy Line, en qualité de transporteur de
déchets autres que dangereux, p. 14940. — Direction générale des
Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets.
Acte procédant à l’enregistrement de M. P. Vandecan, en qualité de
transporteur de déchets autres que dangereux, p. 14942. — Direction
générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon
des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de M. James Tas, en
qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 14944. —
Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de
M. Freddy Ducoron, en qualité de collecteur et de transporteur de
déchets autres que dangereux, p. 14946.
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Région de Bruxelles-Capitale
Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale
14849
10 JANUARI 2001. — Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke
Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de gemeente
Sint-Gillis tot opheffing van het bijzonder bestemmingsplan ″Morichar″, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 20 augustus 1954,
bl. 14948.
10 JANVIER 2001. — Arrêté du Gouvernement de la Région de
Bruxelles-Capitale portant approbation de la décision de la commune
de Saint-Gilles d’abroger le plan particulier d’affectation du sol
″Morichar″ approuvé par arrêté royal du 20 août 1954, p. 14948.
Ukkel tot opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 36 « Wijk
Den Doorn-Visserij », goedgekeurd bij koninklijk besluit van 6 maart 1968,
bl. 14949.
Bruxelles-Capitale portant approbation de la décision de la commune
d’Uccle d’abroger le plan particulier d’affectation du sol n° 36 « quartier
Den Doorn-Pêcherie », approuvé par arrêté royal du 6 mars 1968,
p. 14949.
Avis officiels
Officiële berichten
Conseil d’Etat
Raad van State
Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de
Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de
afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, bl. 14950.
Avis prescrit par l’article 3quater du Régent du 23 août 1948
déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat, p. 14950.
Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de
afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, bl. 14950.
Avis prescrit par l’article 3quater de l’arrêté du Régent du 23 août 1948
déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat, p. 14950.
Staatsrat
Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor der
Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates, S. 14950.
Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor der
Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates, S. 14951.
Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen
27 FEBRUARI 2008. — Besluit tot wijziging van de lijst van de in
België geregistreerde wisselkantoren, bl. 14951.
Federale Overheidsdienst Financiën
Administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit. Inkomstenbelastingen. Bericht aan de werkgevers, bl. 14951. — Mededeling
van de lijst van de Belgische gereglementeerde markten, bl. 14952. —
Administratie van het kadaster, registratie en domeinen. Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek. Erfloze
nalatenschap, bl. 14953.
Arbeidshof te Bergen, bl. 14953. — Arbeidsgerechten. Bericht aan de
representatieve organisaties. Openstaande plaats van een werkend
rechter in sociale zaken als werknemer-arbeider bij de arbeidsrechtbank
van Antwerpen, bl. 14953.
Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
Bureau voor normalisatie (NBN). Publicatie ter kritiek, bl. 14953.
Commission bancaire, financière et des Assurances
27 FEVRIER 2008. — Arrêté modifiant la liste des bureaux de
change enregistrés en Belgique, p. 14951.
Service public fédéral Finances
Administration de la fiscalité des entreprises et des revenus. Impôts
sur les revenus. Avis aux employeurs, p. 14951. — Avis relatif à la liste
des marchés réglementés belges, p. 14952. — Administration du
cadastre, de l’enregistrement et des domaines. Publication prescrite par
l’article 770 du Code civil. Succession en déshérence, p. 14953.
Cour du travail de Mons, p. 14953. — Juridictions du travail. Avis
aux organisations représentatives. Place vacante d’un juge social effectif
au titre de travailleur-ouvrier au tribunal du travail d’Anvers, p. 14953.
Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie
Bureau de normalisation (NBN). Enquêtes publiques, p. 14953.
14850
Agenda’s
Ordres du jour
Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bl. 14954.
Assemblée réunie de la Commission communautaire commune de la
Région de Bruxelles-Capitale, p. 14954.
Brussels Hoofdstedelijk Parlement, bl. 14955.
Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale, p. 14955.
De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten worden niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van
bl. 14957 tot bl. 14986.
Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans ce
sommaire mais figurent aux pages 14957 à 14986.
14851
BELGISCH STAATSBLAD — 11.03.2008 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN
LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR
N. 2008 — 781
[C − 2008/00200]
26 FEBRUARI 2008. — Koninklijk besluit houdende de verlenging
van de duur van de overgangsregeling bedoeld in artikel 67 van de
wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking
en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle
F. 2008 — 781
[C − 2008/00200]
26 FEVRIER 2008. — Arrêté royal portant la prorogation de la durée
du régime transitoire prévu à l’article 67 de la loi du 15 avril 1994
relative à la protection de la population et de l’environnement
contre les dangers résultant des rayonnements ionisants et relative
à l’Agence fédérale de Contrôle nucléaire
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de
bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen
voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor
nucleaire controle, inzonderheid op artikel 67, ingevoegd bij wet van
10 februari 2000;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op
17 december 2007;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de
omstandigheid dat er maatregelen moeten getroffen met het oog op de
verzekering van de continuïteit op het vlak van de operationele
controle in de inrichtingen waar ioniserende stralingen worden aangewend;
Gelet op het advies nr. 44.063/3 van de Raad van State gegeven op
5 februari 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van onze Minister van Binnenlandse Zaken en op
het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,
ALBERT II, Roi des Belges,
A tous, présents et à venir, Salut.
Vu la loi du 15 avril 1994 relative à la protection de la population et
de l’environnement contre les dangers résultant des rayonnements
ionisants et relative à l’Agence fédérale de contrôle nucléaire, notamment l’article 67, inséré par la loi du 10 février 2000;
Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 17 décembre 2007;
Vu l’urgence motivée par le fait que des mesures doivent être prises
afin de garantir la continuité du contrôle opérationnelle dans les
établissements ou des rayonnements ionisants sont utilisées;
Vu l’avis n° 44.063/3 du Conseil d’Etat, donné le 5 février 2008, en
application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois coordonnées sur
le Conseil d’Etat;
Sur la proposition de Notre Ministre de l’Intérieur et de l’avis de Nos
Ministres qui en ont délibéré en Conseil,
Nous avons arrêté et arrêtons :
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. De overgangsregeling bedoeld in artikel 67 van de wet
van 15 april 1994 betreffende de bescherming van bevolking en van het
leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren
en betreffende het Federaal Agentschap voor nucleaire controle, wordt
verlengd met een periode van drie maanden, met name tot 31 maart 2008.
Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008.
Art. 3. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de
uitvoering van dit besluit.
Article 1er. Le régime transitoire prévu dans l’article 67 de la loi du
15 avril 1994 relative à la protection de la population et de l’environnement contre les dangers résultant des rayonnements ionisants et
relative à l’Agence fédérale de contrôle nucléaire, est prorogé pour une
durée de trois mois, notamment jusqu’au 31 mars 2008.
Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2008.
Art. 3. Notre Ministre de l’Intérieur est chargé de l’exécution du
présent arrêté.
Donné à Bruxelles, le 26 février 2008.
Gegeven te Brussel, 26 februari 2008.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
Le Ministre de l’Intérieur,
P. DEWAEL
*
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER
N. 2008 — 782
[C − 2008/14058]
10 FEBRUARI 2008. — Koninklijk besluit dat de afschaffing van
overweg nr. 13 op de spoorlijn 40 Luik-Maastricht te Wandre
machtigt mits het bouwen van een onderdoorgang voor voetgangers
SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS
F. 2008 — 782
[C − 2008/14058]
10 FEVRIER 2008. — Arrêté royal autorisant la suppression du
passage à niveau n° 13 de la ligne ferroviaire 40 Liège-Maastricht à
Wandre moyennant la construction d’un couloir sous voies pour
piétons
Gelet op de wet van 12 april 1835 betreffende de tolgelden en
politiereglementen op de spoorwegen, inzonderheid op artikel 2;
Vu la loi du 12 avril 1835 concernant les péages et règlements de
police sur les chemins de fer, notamment l’article 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van
de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur;
Vu l’arrêté royal du 14 juin 2004 portant réforme des structures de
gestion de l’infrastructure ferroviaire;
Gelet op het ministerieel besluit nr. 99060/40 van 6 september 1999
dat de signalisatie vaststelt van, onder andere, overweg nr. 13 op de
spoorlijn 40 Luik-Maastricht;
Vu l’arrêté ministériel n° 99060/40 du 6 septembre 1999 fixant, entre
autres, la signalisation du passage à niveau n° 13 situé sur la ligne
ferroviaire 40 Liège-Maastricht;
14852
Overwegende dat de afschaffing van overwegen, inzonderheid op
reizigerslijnen, de veiligheid van het wegverkeer en het spoorverkeer
bevordert;
Overwegende dat overwegen bovendien potentiële hindernissen
vormen voor de spoorwegexploitatie en hun afschaffing het vlotte
verloop van de uitbating van de spoorlijnen ten goede komt;
Overwegende dat derhalve de afschaffing van de overwegen,
meer bepaald op de reizigerslijnen, maximaal dient nagestreefd te
worden;
Overwegende dat overweg nr. 13 op de spoorlijn 40 Luik-Maastricht
een overweg voor voetgangers is;
Overwegende dat het bouwen van een onderdoorgang voor voetgangers vanuit technisch en financieel oogpunt en op vlak van
ruimtelijke ordening de meest geschikte oplossing vormt om de
veiligheid van de voetgangers te waarborgen;
Overwegende dat de afschaffing van de overweg en de bouw van een
onderdoorgang voor voetgangers, zoals aangeduid op het plan nr. OA0400-007.783-001, aan het gestelde doel beantwoorden;
Overwegende de resultaten van het openbaar onderzoek waaraan
voornoemd plan onderworpen werd;
Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit,
Considérant que la suppression des passages à niveau, notamment
sur les lignes de voyageurs, contribue à l’amélioration de la sécurité
ferroviaire et routière;
Considérant que les passages à niveau sont, en outre, des entraves
potentielles à l’exploitation ferroviaire et que leur suppression favorise
le bon déroulement de l’exploitation des lignes ferroviaires;
Considérant que, par conséquent, la suppression des passages à
niveau, notamment sur les lignes de voyageurs, doit être poursuivie au
maximum;
Considérant que le passage à niveau n° 13 de la ligne ferroviaire 40
Liège-Maastricht est un passage à niveau pour piétons;
Considérant que la construction d’un couloir sous voies pour piétons
constitue, d’un point de vue technique, financier et d’aménagement du
territoire, la solution la mieux appropriée pour garantir la sécurité des
piétons;
Considérant que la suppression du passage à niveau et la construction d’un couloir sous voies pour piétons, tel qu’indiqué au plan
n° OA-0400-007.783-001, répondent à l’objectif fixé;
Considérant les résultats de l’enquête publique, à laquelle le plan
précité a été soumis;
Sur la proposition de Notre Ministre de la Mobilité,
Artikel 1. Infrabel is gemachtigd de overweg nr. 13 op de spoorlijn 40 Luik-Maastricht te Wandre af te schaffen mits het bouwen van
een onderdoorgang voor voetgangers, zoals aangegeven op het plan
nr. OA-0400-007.783-001, gevoegd bij dit besluit.
Article 1er. Infrabel est autorisée à supprimer le passage à niveau
n° 13 de la ligne ferroviaire 40 Liège-Maastricht à Wandre moyennant la
construction d’un couloir sous voies pour piétons, tel qu’indiqué au
plan n° OA-0400-007.783-001, annexé au présent arrêté.
Art. 2. In artikel 1 van het ministerieel besluit nr. 99060/40 van
6 september 1999 dat de signalisatie vaststelt van, onder andere,
overweg nr. 13 op de spoorlijn 40 Luik-Maastricht, worden de volgende
wijzigingen aangebracht :
Art. 2. A l’article 1er de l’arrêté ministériel n° 99060/40 du 6 septembre 1999 fixant, entre autres, la signalisation du passage à niveau n° 13
situé sur la ligne ferroviaire 40 Liège-Maastricht, sont apportées les
modifications suivantes :
1° in de inleidende zin vervalt het getal « 13 »;
1° dans la phrase liminaire, le nombre « 13 » est supprimé;
2° het 3de streepje vervalt.
2° le 3e tiret est supprimé.
Art. 3. Onze Minister van Mobiliteit is belast met de uitvoering van
dit besluit.
Art. 3. Notre Ministre de la Mobilité est chargé de l’exécution du
présent arrêté.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Minister van Mobiliteit,
Y. LETERME
Le Ministre de la Mobilité,
Y. LETERME
*
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID,
ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
N. 2008 — 783
[C − 2008/12148]
29 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de vormingsinitiatieven voor
risicogroepen (1)
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI,
TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
F. 2008 — 783
15 FEVRIER 2008. — Arrêté
collective de travail du
Commission paritaire de
concernant les initiatives
risque (1)
[C − 2008/12148]
royal rendant obligatoire la convention
29 juin 2007, conclue au sein de la
l’industrie textile et de la bonneterie,
de formation en faveur des groupes à
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op
artikel 28;
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail
et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielnijverheid
en het breiwerk;
Vu la demande de la Commission paritaire de l’industrie textile et de
la bonneterie;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk,
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2007,
gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het
breiwerk, betreffende de vormingsinitiatieven voor risicogroepen.
Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi,
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail
du 29 juin 2007, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission
paritaire de l’industrie textile et de la bonneterie, concernant les
initiatives de formation en faveur des groupes à risque.
Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit
besluit.
ALBERT
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est chargé de l’exécution du
présent arrêté.
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Minister van Werk,
J. PIETTE
Le Ministre de l’Emploi,
J. PIETTE
Nota
Note
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
14853
(1) Référence au Moniteur belge :
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage
Annexe
Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk
Commission paritaire de l’industrie textile et de la bonneterie
Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2007
Convention collective de travail du 29 juin 2007
Vormingsinitiatieven voor risicogroepen
(Overeenkomst geregistreerd op 6 augustus 2007
onder het nummer 84148/CO/120)
Initiatives de formation en faveur des groupes à risque
(Convention enregistrée le 6 août 2007
sous le numéro 84148/CO/120)
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op
alle textielen breigoed-ondernemingen en op alle erin tewerkgestelde
arbeiders en arbeidsters (ook werklieden genoemd) die onder de
bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en
het breiwerk, met uitzondering van de NV Celanese en de ondernemingen en de erin tewerkgestelde werklieden die onder de bevoegdheid vallen van de Paritaire Subcomités voor textiel Verviers
(P.S.C. 120.01), voor het vlas (P.S.C. 120.02) en voor de jute (P.S.C. 120.03).
CHAPITRE Ier. — Champ d’application
Article 1er. La présente convention collective de travail s’applique à
toutes les entreprises du textile et de la bonneterie et à tous les ouvriers
et ouvrières y occupés (ci-après dénommés ouvriers) qui relèvent de la
compétence de la Commission paritaire de l’industrie textile et de la
bonneterie, à l’exception toutefois de la SA Célanèse, ainsi que des
entreprises et des ouvriers y occupés qui relèvent de la compétence des
Sous-commissions paritaires de l’industrie textile de Verviers
(S.C.P. 120.01), du lin (S.C.P. 120.02) et du jute (S.C.P. 120.03).
HOOFDSTUK II. — Draagwijdte van de overeenkomst
Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in
uitvoering van hoofdstuk V - Vorming en opleiding - van de algemene
nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2006 voor
de textielnijverheid en het breiwerk en in toepassing van titel XIII,
hoofdstuk VIII, afdeling 1, van de wet houdende diverse bepalingen
van 27 december 2007.
CHAPITRE II. — Portée de la convention
Art. 2. La présente convention collective de travail est conclue en
exécution du chapitre V - Formation - de la convention collective de
travail nationale générale du 30 novembre 2006 pour l’industrie textile
et de la bonneterie, et en exécution du titre XIII, du chapitre VIII, section
1ère de la loi portant des dispositions diverses du 27 décembre 2007.
HOOFDSTUK III. — Patronale bijdrage
Art. 3. Zoals voorzien in hoofdstuk V - Vorming en opleiding artikel 12, 2de lid van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2006, gesloten in het Paritair Comité voor
de textielnijverheid en het breiwerk, zijn de werkgevers voor de
jaren 2007 tot en met 2010 aan het ″Waarborg- en Sociaal Fonds van de
textielen breigoednijverheid″, een bijdrage van 0,20 pct. verschuldigd,
berekend op grond van het volledig loon van de arbeiders(sters), zoals
bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de
algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en de
uitvoeringsbesluiten van deze wet.
Deze bijdrage is per kwartaal verschuldigd en wordt door het
waarborgen sociaal fonds geïnd en op de sectie ″Opleiding″ gestort.
CHAPITRE III. — Cotisation patronale
Art. 3. Comme prévu au chapitre V - Formation - article 12,
2e alinéa de la convention collective de travail nationale générale du
30 novembre 2006, conclue au sein de la Commission paritaire de
l’industrie textile et de la bonneterie, les employeurs sont pour les
années 2007 à 2010 redevables d’un effort de 0,20 p.c. calculé sur la base
de la rémunération globale des travailleurs, telle que visée par
l’article 23 de la loi du 29 juin 1981 comportant les principes généraux
de la sécurité sociale des travailleurs et par les arrêtés d’exécution de
cette loi, à verser au ″Fonds social et de garantie de l’industrie textile et
de la bonneterie″.
Cette cotisation est due par trimestre et est perçue par le fonds social
et de garantie, qui en verse le produit dans sa section ″Formation″.
HOOFDSTUK IV. — Initiatieven ter bevordering van de vorming
en tewerkstelling van risicogroepen
Art. 4. COBOT en CEFRET blijven de motor van het opleidings- en
vormingsgebeuren in de sector. De opleidingsprojecten die door
COBOT en CEFRET worden uitgevoerd, worden voorafgaandelijk
goedgekeurd in het directiecomité van deze centra.
Art. 5. Partijen komen overeen om voor de periode 2007 tot en met
2010 de middelen zoals bepaald in artikel 3 hierboven aan te wenden
voor :
- de uitwerking van opleidingsprojecten voor personen die behoren
tot de risicogroepen zoals omschreven in artikel 6 hierna;
CHAPITRE IV. — Initiatives en faveur de la formation
et de l’emploi des groupes à risque
Art. 4. COBOT et CEFRET restent les moteurs de la formation dans le
secteur. Les projets de formation mis en oeuvre par COBOT et CEFRET
sont approuvés préalablement par le comité de direction de ces centres.
- de dekking van de werkingskosten van de sectorale opleidingscentra COBOT en CEFRET.
Art. 6. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst
verstaan de partijen onder ″risicogroepen″ :
- de werknemers uit de textielen breigoednijverheid die zonder bijof omscholing het risico lopen langdurig werkloos te worden;
Art. 5. Les parties conviennent pour la période 2007 à 2010 d’affecter
les moyens décrits dans l’article 3 ci-dessus pour :
- l’élaboration de projets de formation destinés aux personnes
appartenant aux groupes à risque, telles que décrites à l’article 6
ci-après;
- la couverture des frais de fonctionnement des centres de formation
sectoriels COBOT et CEFRET.
Art. 6. Pour l’application de cette convention collective de travail, les
parties entendent par ″groupes à risque″ :
- les travailleurs de l’industrie textile et de la bonneterie qui, sans
formation ni recyclage, courent le risque de devenir chômeurs de
longue durée;
14854
- de werknemers die door herstructurering of sluiting van hun
onderneming hun werk verliezen en die zonder bijof omscholing het
risico lopen langdurig werkloos te worden;
- de werknemers die gedurende een lange periode getroffen zijn door
tijdelijke werkloosheid;
- de jongeren uit het deeltijds onderwijs die een industriële leerovereenkomst in de textielen breigoednijverheid sluiten;
- de werkzoekenden.
HOOFDSTUK V. — Eindbepalingen
Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op
1 januari 2007 en is gesloten voor de periode van 1 januari 2007 tot en
met 31 december 2010.
Art. 8. In toepassing van artikel 30 van de wet betreffende het
Generatiepact van 23 december 2005 wordt voorzien in een jaarlijkse
toename van de participatiegraad aan vorming en opleiding met
minstens 5 procentpunten.
Deze jaarlijkse toename zal gerealiseerd worden door :
- de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2006 betreffende vormingsinitiatieven, die voorziet in het opstellen
van opleidingsplannen. Het opleidingsplan moet door de werkgever
voorgesteld worden aan de ondernemingsraad of bij ontstentenis aan
de syndicale delegatie of bij ontstentenis aan het regionaal contactcomité;
- het opleidingsaanbod van de sectorale COBOT en CEFRET
bekendmaken aan werkgevers en werknemers;
- via COBOT en CEFRET acties ondernemen om de participatiegraad
te verhogen;
- werkgevers zullen aangemoedigd worden om alle, zowel formele
als informele opleidingsinspanningen nauwgezet te registreren.
Art. 9. De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve
arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per
koninklijk besluit.
Art. 10. De collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2006
betreffende vormingsinitiatieven voor risicogroepen wordt opgeheven.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van
15 februari 2008.
- les travailleurs qui, suite à la restructuration ou à la fermeture de
leur entreprise, perdent leur emploi et qui sans formation ni recyclage
courent le risque de devenir chômeurs de longue durée;
- les travailleurs qui, pendant une longue période, sont frappés par le
chômage partiel;
- les jeunes inscrits dans l’enseignement à horaire réduit et qui
signent un contrat d’apprentissage industriel dans le textile et la
bonneterie;
- les demandeurs d’emploi.
CHAPITRE V. — Dispositions finales
Art. 7. La présente convention collective de travail entre en vigueur
le 1er janvier 2007 et est conclue pour la période du 1er janvier 2007 au
31 décembre 2010 inclus.
Art. 8. En exécution de l’article 30 de la loi relative au pacte de
solidarité entre les générations du 23 décembre 2005, une augmentation
annuelle d’au moins 5 points de pourcentage du taux de participation
à la formation est prévue.
Cette augmentation annuelle sera réalisée :
- par le bais de l’application de la convention collective de travail du
30 novembre 2006 relative aux initiatives de formation, que prévoit
l’élaboration de plans de formation. Le plan de formation doit être
soumis par l’employeur au conseil d’entreprise ou, à défaut, à la
délégation syndicale ou, à défaut, au comité de contact régional;
- en faisant connaître les formations proposées par les centres de
formation COBOT et CEFRET aux employeurs et aux travailleurs;
- par les actions du COBOT et CEFRET pour augmenter le taux de
participation;
- en encourageant les employeurs à enregistrer avec soin tous les
efforts de formation, qu’ils soient formels ou informels.
Art. 9. Les parties signataires demandent que la présente convention
collective de travail soit rendue obligatoire par arrêté royal.
Art. 10. La convention collective de travail du 30 novembre 2006
relative aux initiatives de formation pour des groupes à risque est
annulée.
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 15 février 2008.
J. PIETTE
J. PIETTE
*
N. 2008 — 784
[C − 2008/12147]
29 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werklieden die
op het ogenblik van de beëindiging van de overeenkomst 58 jaar
of ouder zijn (1)
F. 2008 — 784
[C − 2008/12147]
collective de travail du 29 juin 2007, conclue au sein de la
Commission paritaire de l’industrie textile et de la bonneterie,
certains ouvriers qui au moment de la fin du contrat sont âgés de
58 ans ou plus (1)
artikel 28;
en het breiwerk;
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk,
betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste
van sommige bejaarde werklieden die op het ogenblik van de
beëindiging van de overeenkomst 58 jaar of ouder zijn, met uitzondering van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 2 van de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een
regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde
werknemers indien zij worden ontslagen.
la bonneterie;
d’une indemnité complémentaire en faveur de certains ouvriers qui au
moment de la fin du contrat sont âgés de 58 ans ou plus, à l’exception
des dispositions contraires à l’article 4, § 2 de la convention collective de
travail n° 17 du 19 décembre 1974 instituant un régime d’indemnité
complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en cas de
licenciement.
besluit.
présent arrêté.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
J. PIETTE
J. PIETTE
Nota
14855
Note
Bijlage
Annexe
Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige
bejaarde werklieden die op het ogenblik van de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn (Overeenkomst geregistreerd op 6 augustus 2007 onder het nummer 84150/CO/120)
Octroi d’une indemnité complémentaire en faveur de certains ouvriers
qui au moment de la fin du contrat sont âgés de 58 ans ou plus
(Convention enregistrée le 6 août 2007 sous le numéro 84150/CO/120)
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied van de overeenkomst
alle textielen breigoed-ondernemingen die onder de bevoegdheid
vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk
en op de werklieden die zij tewerkstellen, met uitzondering van de
ondernemingen en de erin tewerkgestelde werklieden die onder de
bevoegdheid vallen van de Paritaire Subcomités voor textiel Verviers
Article 1 . La présente convention collective de travail s’applique à
et ouvrières y occupés qui relèvent de la compétence de la Commission
paritaire de l’industrie textile et de la bonneterie, à l’exception toutefois
des entreprises et des ouvriers y occupés qui relèvent de la compétence
des Sous-commissions paritaires de l’industrie textile de Verviers
HOOFDSTUK II. — Rechthebbenden
Art. 2. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde
werklieden aan wie het ontslag, behalve om dringende redenen, wordt
betekend na 31 maart 2007 en waarvan het brugpensioen ingaat na
31 december 2007.
§ 2. Voor de toepassing van § 1 wordt geen rekening gehouden met
de verlenging van de opzeggingstermijn ingevolge toepassing van de
artikelen 38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten.
Art. 3. § 1. De ontslagen werklieden, bedoeld in artikel 2, § 1, die op
het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en tijdens
de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010 58 jaar of
ouder zijn en die op dat ogenblik 35 jaar voor de mannen respectievelijk
30 jaar voor de vrouwen beroepsverleden als loontrekkende kunnen
rechtvaardigen en die gedurende deze periode recht verkrijgen op
wettelijke werkloosheidsvergoedingen, ontvangen een aanvullende
vergoeding, zoals bedoeld in artikel 5, ten laste van de werkgever.
Het beroepsverleden bedoeld in het vorige lid wordt vanaf
1 januari 2010 op 37 jaar voor de mannen respectievelijk 33 jaar voor de
vrouwen gebracht.
§ 2. Onder het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt verstaan het ogenblik dat de arbeider uit dienst treedt na
het verstrijken van de opzeggingstermijn of, wanneer er geen opzegging werd betekend of wanneer aan de betekende opzeggingstermijn
voortijdig een einde wordt gemaakt, het ogenblik dat de arbeider de
onderneming verlaat.
§ 3. In afwijking van § 1 hiervoor mag de opzeggingstermijn of de
door de opzeggingsvergoeding gedekte periode van de ontslagen
arbeider een einde nemen buiten de geldigheidsduur van de collectieve
arbeidsovereenkomst, voor zover de opzeggingstermijn werd betekend
of de arbeidsovereenkomst werd verbroken tijdens de geldigheidsduur
van de collectieve arbeidsovereenkomst en voor zover de ontslagen
arbeider de leeftijd voorzien in § 1 hiervoor bereikt heeft tijdens de
geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 4. Naast het vereiste beroepsverleden als loontrekkende, dienen
de werklieden, om te kunnen genieten van het conventioneel brugpensioen, bovendien te voldoen aan één van de volgende sectorale
anciënniteitsvoorwaarden :
— ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding,
confectie, vlasbereiding en/of jute;
CHAPITRE II. — Bénéficiaires
Art. 2. § 1er. La présente convention collective règle l’octroi d’une
indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en
cas de notification de licenciement après le 31 mars 2007, exception faite
du licenciement pour motif grave, et qui accèdent au régime de
prépension après le 31 décembre 2007.
§ 2. Pour l’application du § 1er, il n’est pas tenu compte de la
prolongation du délai de préavis en application des articles 38, § 2
et 38bis de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail.
er
Art. 3. § 1er. Les travailleurs licenciés, visés à l’article 2, § 1er, qui ont
atteint l’âge de 58 ans au moment de la cessation de leur contrat de
travail et dans la période du 1er janvier 2008 au 31 décembre 2010
inclus, qui peuvent à ce moment justifier d’un passé professionnel en
tant que salarié(e) d’au moins 35 années pour les hommes et 30 années
pour les femmes, et qui obtiennent le droit à des indemnités de
chômage légales, reçoivent une indemnité complémentaire comme visé
à l’article 5, à charge de l’employeur.
Le passé professionnel visé à l’alinéa précédent est porté à partir du
1er janvier 2010 à 37 années pour les hommes et 33 années pour les
femmes.
§ 2. Par ″moment de la cessation du contrat de travail″, il faut
entendre : soit le moment où l’ouvrier(ère) termine ses prestations après
écoulement du délai de préavis, soit, en l’absence de délai de préavis ou
lorsqu’il est mis fin anticipativement au préavis notifié, le moment où
l’ouvrier(ère) quitte l’entreprise.
§ 3. Par dérogation au § 1er ci-dessus, le délai de préavis ou la période
couverte par l’indemnité de préavis de l’ouvrier(ère) licencié(e) peut
prendre fin en dehors de la durée de validité de la convention collective
de travail, pour autant que le préavis ait été notifié ou que le contrat ait
été rompu pendant la durée de validité de la convention collective de
travail et pour autant que l’ouvrier(ère) ait atteint l’âge prévu au § 1er
pendant la durée de validité de la convention collective de travail.
Art. 4. Outre le passé professionnel requis en tant que salarié(e), les
ouvrier(ère)s doivent, pour pouvoir bénéficier de la prépension conventionnelle, satisfaire à une des conditions d’ancienneté suivantes :
— soit 15 années de travail salarié dans les secteurs textile,
bonneterie, habillement, confection, préparation du lin et/ou jute;
14856
— ofwel 5 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding,
confectie, vlasbereiding en/of jute tijdens de laatste 10 jaren waarvan
minstens 1 jaar in de laatste 2 jaren.
Wat betreft de gelijkstelling met arbeidsdagen wordt verwezen naar
de gelijkstellingen voor het beroepsverleden als loontrekkende.
— soit 5 années de travail salarié dans les secteurs textile, bonneterie,
habillement, confection, préparation du lin et/ou jute au cours des
10 dernières années dont au moins 1 an dans les 2 dernières années.
En ce qui concerne les jours de travail assimilés, il y a lieu de se
référer aux assimilations pour le passé professionnel en tant que salarié.
HOOFDSTUK III. — Betaling van de aanvullende vergoeding
Art. 5. De in artikel 2, § 1 bedoelde aanvullende vergoeding behelst
het toekennen van gelijkaardige voordelen als voorzien door de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale
Arbeidsraad op 19 december 1974.
Art. 6. § 1. Aan de werklieden die tot onderhavig brugpensioenstelsel
toetreden, wordt de aanvullende vergoeding betaald door de werkgever, die het bedrag van de aanvullende vergoeding, beperkt tot het
bedrag berekend overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst
nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad, maar onverminderd de toepassing
van de garantieregeling bedoeld in artikel 11, bij het ″Fonds voor
bestaanszekerheid voor de textielnijverheid en het breiwerk″ (hierna
het ″fonds″ genoemd) kan terugvorderen.
Bovendien worden de bijzondere werkgeversbijdragen opgelegd
door de wettelijke bepalingen en door de uitvoeringsbesluiten eveneens door de werkgever betaald. Het bedrag van deze bijzondere
werkgeversbijdragen, verschuldigd op het bedrag van de aanvullende
vergoeding, berekend overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad, maar onverminderd de
toepassing van de garantieregeling bedoeld in artikel 11, kan eveneens
door de werkgever bij het fonds worden teruggevorderd.
§ 2. In afwijking op § 1 hiervoor, wordt in uitvoering van en
overeenkomstig de voorwaarden gesteld in artikel 52 van de wet van
26 juni 2002 betreffende de sluiting van ondernemingen, de aanvullende vergoeding aan de werklieden die vanaf 50 jaar in de onderneming werden aangeworven, door het fonds voor sluiting van
ondernemingen betaald, vanaf de eerste dag van de maand volgend op
deze waarop de werkman die gerechtigd is op deze aanvullende
vergoeding bij brugpensioen de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt.
Art. 7. De in de artikelen 2 tot en met 4 bedoelde werklieden hebben,
voorzover zij de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen, recht
op de aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd
bereiken waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn binnen de
voorwaarden zoals door de pensioenreglementering vastgesteld.
In afwijking van de voorgaande alinea, hebben die werklieden ook
recht op een aanvullende vergoeding van de eerste dag van de
kalendermaand volgend op de maand tijdens welke zij geen werkloosheidsuitkeringen meer genieten, alleen omdat zij de leeftijdsgrens
hebben bereikt die is vastgesteld in artikel 64 van het koninklijk besluit
van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, tot
de laatste dag van de kalendermaand waarin zij 65 jaar worden.
CHAPITRE III. — Paiement de l’indemnité complémentaire
Art. 5. L’indemnité complémentaire visée à l’article 2, § 1er concerne
l’octroi d’avantages semblables à ceux prévus par la convention
collective de travail n° 17 conclue le 19 décembre 1974 au Conseil
national du travail.
Art. 6. § 1er. Aux ouvrier(ère)s accédant au présent régime de
prépension, l’indemnité complémentaire est payée par l’employeur, qui
peut réclamer auprès du ″Fonds de sécurité de l’industrie textile et de
la bonneterie″ (ci-après dénommé le ″fonds″) le remboursement de
l’indemnité complémentaire, limitée au montant calculé conformément
à la convention collective de travail n° 17 du Conseil national du travail,
sans préjudice de l’application du mécanisme de garantie visé à
l’article 11.
Les cotisations patronales spéciales, imposées par les dispositions
légales et par les arrêtés d’exécution, sont également payées par
l’employeur. Le montant de ces cotisations patronales spéciales, dues
sur le montant de l’indemnité complémentaire calculée conformément
mais sans préjudice de l’application du mécanisme de garantie visé à
l’article 11, peut également être réclamé par l’employeur auprès du
fonds.
§ 2. Par dérogation au § 1er ci-dessus, et en exécution des et
conformément aux conditions prévues par l’article 52 de la loi du
26 juin 2002 relative aux fermetures d’entreprises, l’indemnité complémentaire est payée aux ouvrier(ère)s qui ont été engagé(e)s dans
l’entreprise à partir de 50 ans par le fonds de fermeture d’entreprises à
partir du premier jour du mois qui suit celui où l’ouvrier(ère)
bénéficiant de cette indemnité complémentaire de prépension a atteint
l’âge de 60 ans.
Art. 7. Les ouvrier(ère)s visé(e)s aux articles 2 à 4 ont droit, dans la
mesure où ils (elles) bénéficient des allocations de chômage légales, à
l’indemnité complémentaire jusqu’à la date à laquelle ils (elles)
atteignent l’âge requis pour pouvoir bénéficier de la pension légale et
dans les conditions fixées par la réglementation relative aux pensions.
Par dérogation à l’alinéa précédent, ces ouvrier(ère)s ont également
droit à une indemnité complémentaire à partir du premier jour du mois
calendrier qui suit le mois pendant lequel ils (elles) ne bénéficient plus
d’allocations de chômage, uniquement en raison du fait qu’ils ont
atteint la limite d’âge fixée par l’article 64 de l’arrêté royal du
25 novembre 1991 portant réglementation du chômage, jusqu’au
dernier jour du mois calendrier pendant lequel ils (elles) atteignent
l’âge de 65 ans.
Le régime bénéficie également aux ouvrier(ère)s qui seraient sorti(e)s
temporairement du régime et qui, par après, souhaitent à nouveau
bénéficier de celui-ci, pour autant qu’ils (elles) reçoivent de nouveau
des allocations de chômage légales.
Art. 8. Par dérogation à l’article 7, les ouvrier(ère)s concerné(e)s par
les articles 2 à 4 qui ont leur lieu de résidence principale dans un pays
de l’Espace Economique Européen ont également droit à une indemnité
complémentaire à charge de leur dernier employeur pour autant qu’ils
(elles) ne puissent bénéficier ou qu’ils (elles) ne puissent continuer à
bénéficier d’allocations de chômage dans le cadre de la réglementation
en matière de prépension conventionnelle, uniquement parce qu’ils
(elles) n’ont pas ou n’ont plus leur résidence principale en Belgique au
sens de l’article 66 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant
réglementation du chômage et pour autant qu’ils (elles) bénéficient des
allocations de chômage en vertu de la législation de leur pays de
résidence.
Cette indemnité complémentaire doit être calculée comme si les
travailleurs bénéficiaient d’allocations de chômage sur base de la
législation belge.
Art. 9. § 1er. Par dérogation au paragraphe premier de l’article 7 et à
l’article 8, le droit à l’indemnité complémentaire accordé aux ouvrier(ère)s licencié(e)s dans le cadre de la présente convention collective est
maintenu à charge du dernier employeur, lorsque ces ouvrier(ère)s
reprennent le travail comme salariés auprès d’un employeur autre que
celui qui les a licencié(e)s et n’appartenant pas à la même unité
technique d’exploitation que l’employeur qui les a licencié(e)s.
§ 2. Par dérogation au paragraphe premier de l’article 7 et à l’article 8,
le droit à l’indemnité complémentaire accordé aux ouvrier(ère)s
licencié(e)s dans le cadre de la présente convention collective est
maintenu à charge du dernier employeur, en cas d’exercice d’une
De regeling geldt eveneens voor de werklieden die tijdelijk uit het
stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van de regeling
wensen te genieten, voorzover zij opnieuw de wettelijke werkloosheidsvergoeding ontvangen.
Art. 8. In afwijking van artikel 7 hebben de in de artikelen 2 tot en
met 4 bedoelde werklieden die hun hoofdverblijfplaats hebben in een
land van de Europese Economische Ruimte, ook recht op een aanvullende vergoeding ten laste van hun werkgever voor zover zij geen
werkloosheidsuitkeringen kunnen genieten of kunnen blijven genieten
in het kader van de regelgeving inzake conventioneel brugpensioen,
alleen omdat zij hun hoofdverblijfplaats niet of niet meer in België
hebben in de zin van artikel 66 van het koninklijk besluit van
25 november 1991 houdende werkloosheidsreglementering en voor
zover zij werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de wetgeving
van hun woonland.
Die aanvullende vergoeding moet berekend worden alsof die
werknemers werkloosheidsuitkeringen genieten op basis van de Belgische wetgeving.
Art. 9. § 1. In afwijking van de eerste alinea van artikel 7 en artikel 8
behouden de werklieden die zijn ontslagen in het kader van deze
collectieve overeenkomst het recht op de aanvullende vergoeding ten
laste van de laatste werkgever, wanneer ze het werk hervatten als
loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen
heeft ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.
§ 2. In afwijking van de eerste alinea van artikel 7 en artikel 8
overeenkomst ook het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van
de laatste werkgever, ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep
14857
wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor
rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische
bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.
§ 3. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen hebben de ontslagen
werklieden, wanneer ze het werk hervatten tijdens de door de
opzeggingsvergoeding gedekte periode, op zijn vroegst maar recht op
de aanvullende vergoeding vanaf de dag waarop ze recht zouden
hebben gehad op werkloosheidsuitkeringen indien ze het werk niet
hadden hervat.
§ 4. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen blijft het recht op de
aanvullende vergoeding bestaan tijdens de hele duur van de tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst of tijdens de hele duur
van de uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep
volgens de regels bepaald in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst en voor heel de periode gedurende welke de werklieden die
recht hebben op de aanvullende uitkering geen werkloosheidsuitkeringen als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze meer genieten.
De in § 1 en § 2 bedoelde werklieden leveren aan hun laatste
werkgever het bewijs dat zij opnieuw in dienst zijn genomen op grond
van een arbeidsovereenkomst of dat zij een zelfstandige activiteit in
hoofdberoep uitoefenen.
activité indépendante à titre principal à condition que cette activité ne
soit pas exercée pour le compte de l’employeur qui les a licencié(e)s ou
pour le compte d’un employeur appartenant à la même unité technique
d’exploitation que l’employeur qui les a licenciés.
§ 3. Dans les cas visés au § 1er et au § 2, lorsque les ouvrier(ère)s
licencié(e)s reprennent le travail pendant la période couverte par
l’indemnité de congé, ils n’ont droit à l’indemnité complémentaire
qu’au plus tôt à partir du jour où ils (elles) auraient eu droit aux
allocations de chômage s’ils n’avaient pas repris le travail.
HOOFDSTUK IV. — Bedrag van de aanvullende vergoeding
Art. 10. Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de
helft van het verschil tussen het netto-referteloon en de werkloosheidsuitkering.
Art. 11. De aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager
is dan 99,16 EUR bruto per maand, toegekend in het kader van het
conventioneel brugpensioen voor werklieden, wordt verhoogd tot
99,16 EUR bruto per maand. Deze verhoging van het bedrag van de
aanvullende vergoeding kan evenwel niet tot gevolg hebben dat het
totaal bruto maandbedrag van deze aanvullende vergoeding en de
werkloosheidsuitkeringen samen hoger komt te liggen de drempel die
voor de werknemer zonder gezinslast in aanmerking wordt genomen
voor de berekening van de werknemersbijdrage van 3,5 pct., ingehouden op het geheel van de sociale uitkering en de aanvullende
vergoeding.
Art. 12. Het netto-referteloon is gelijk aan het bruto-maandloon
begrensd tot 940,14 EUR en verminderd met de persoonlijke sociale
zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. Voor de berekening van de
persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage, op het loon aan 100 pct., dient
rekening gehouden te worden met de bepalingen van de wet van
20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm
van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale
zekerheid aan werknemers met lage lonen en aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering.
De grens van 940,14 EUR is gekoppeld aan het indexcijfer 134,52
(1971 = 100) en bedraagt 3.253,42 EUR op 1 januari 2007. Zij is gebonden
aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen,
overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971
houdende inrichting van een stelsel van koppeling aan het indexcijfer
der consumptieprijzen.
Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk jaar herzien in
functie van de regelingslonen overeenkomstig de beslissing van de
Nationale Arbeidsraad.
Het netto-referteloon wordt afgerond naar de hogere euro.
Art. 13. 1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die
rechtstreeks gebonden zijn aan de door de arbeider verrichte prestaties
waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden gedaan en waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt.
Het omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor
sociale zekerheid onderworpen zijn.
Daarentegen worden de premies of vergoedingen, die als tegenwaarde van werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking
genomen.
2. Voor de per maand betaalde arbeider wordt als brutoloon
beschouwd het loon dat hij gedurende de in navolgende punt 6.
bepaalde refertemaand heeft verdiend.
3. Voor de arbeider die niet per maand wordt betaald, wordt het
brutoloon berekend op grond van het normale uurloon.
Het normale uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale
prestaties van de refertemaand te delen door het aantal tijdens die
periode gewerkte normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt
vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren, bepaald bij de wekelijkse
arbeidstijdregeling van de werknemer; dat product, vermenigvuldigd
met 52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het maandloon.
CHAPITRE IV. — Montant de l’indemnité complémentaire
Art. 10. Le montant de l’indemnité complémentaire est égal à la
moitié de la différence entre la rémunération nette de référence et
l’allocation de chômage.
Art. 11. L’indemnité complémentaire accordée dans le cadre de la
prépension conventionnelle pour ouvriers, dont le montant brut est
inférieur à 99,16 EUR par mois, est majorée jusqu’à 99,16 EUR brut par
mois. Cette augmentation du montant de l’indemnité complémentaire
ne peut pas avoir comme conséquence que le montant mensuel brut
total de cette indemnité complémentaire et des allocations de chômage
dépasse le seuil pris en considération pour le calcul de la cotisation de
3,5 p.c. du travailleur sans charge de famille, retenue sur le montant
total de l’allocation sociale et de l’indemnité complémentaire.
§ 4. Dans les cas visés au § 1er et au § 2, le droit à l’indemnité
complémentaire est maintenu pendant toute la durée de l’occupation
dans les liens d’un contrat de travail ou pendant toute la durée de
l’exercice d’une activité indépendante à titre principal, selon les
modalités prévues par la présente convention collective de travail et
pour toute la période où les ouvrier(ère)s ayant droit à l’indemnité
complémentaire ne bénéficient plus d’allocations de chômage en tant
que chômeur complet indemnisé.
Les ouvrier(ère)s visé(e)s au § 1er et au § 2 fournissent à leur dernier
employeur la preuve de leur réengagement dans les liens d’un contrat
de travail ou de l’exercice d’une activité indépendante à titre principal.
Art. 12. La rémunération nette de référence correspond à la
rémunération mensuelle brute plafonnée à 940,14 EUR et diminuée de
la cotisation personnelle de sécurité sociale et de la retenue fiscale.
Pour le calcul de la cotisation personnelle de sécurité sociale sur le
salaire à 100 p.c., il faut tenir compte des dispositions de la loi du
20 décembre 1999 visant à octroyer un bonus à l’emploi sous la forme
d’une réduction des cotisations personnelles de sécurité sociale aux
travailleurs salariés ayant un bas salaire et à certains travailleurs qui ont
été victimes d’une restructuration.
La limite de 940,14 EUR est liée à l’indice 134,52 (1971 = 100) et atteint
donc 3.253,42 EUR au 1er janvier 2007. Elle est liée aux fluctuations de
l’indice des prix à la consommation, conformément aux dispositions de
la loi du 2 août 1971 organisant un régime de liaison à l’indice des prix
à la consommation.
Cette limite est en outre révisée au 1er janvier de chaque année en
tenant compte de l’évolution des salaires conventionnels conformément
à ce qui est décidé à ce sujet au Conseil national du travail.
La rémunération nette de référence est arrondie à l’euro supérieur.
Art. 13. 1. La rémunération brute comprend les primes contractuelles
qui sont directement liées aux prestations fournies par l’ouvrier(ère),
qui font l’objet de retenues de sécurité sociale et dont la périodicité de
paiement n’est pas supérieure à un mois.
Elle comprend aussi les avantages en nature qui sont soumis aux
retenues de sécurité sociale.
Par contre, les primes ou indemnités qui sont accordées en contrepartie de frais réels ne sont pas prises en considération.
2. Pour l’ouvrier(ère) payé(e) par mois, la rémunération brute est la
rémunération obtenue par lui (elle) pour le mois de référence défini au
point 6 ci-après.
3. Pour l’ouvrier(ère) qui n’est pas payé(e) par mois, la rémunération
brute est calculée en fonction de la rémunération horaire normale.
La rémunération horaire normale s’obtient en divisant la rémunérationdes prestations normales du mois de référence par le nombre
d’heures normales fournies dans cette période. Le résultat ainsi obtenu
est multiplié par le nombre d’heures de travail prévu dans le régime de
travail hebdomadaire de l’ouvrier(ère); ce produit multiplié par 52 et
divisé par 12 correspond à la rémunération mensuelle.
14858
4. Het brutoloon van een arbeider die gedurende de ganse refertemaand niet heeft gewerkt, wordt berekend alsof hij aanwezig was
geweest op alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand vallen.
Indien een arbeider, krachtens de bepalingen van zijn arbeidsovereenkomst, slechts gedurende een gedeelte van de refertemaand moet
werken en hij al die tijd niet heeft gewerkt, wordt zijn brutoloon
berekend op grond van het aantal arbeidsdagen, dat in de arbeidsovereenkomst is vastgesteld.
5. Het door de arbeider verdiende brutoloon, ongeacht of het per
maand of anders wordt betaald, wordt vermeerderd met een twaalfde
van het totaal der contractuele premies en van de veranderlijke
bezoldiging waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt en door die arbeider in de loop van de twaalf maanden die aan
het ontslag voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen.
6. Naar aanleiding van het bij artikel 17 voorzien overleg, zal in
gemeen akkoord worden beslist met welke refertemaand rekening
moet worden gehouden. Indien geen refertemaand is vastgesteld,
wordt de kalendermaand, die de datum van het ontslag voorafgaat, in
aanmerking genomen.
4. La rémunération brute d’un(e) ouvrier(ère) qui n’a pas travaillé
pendant tout le mois de référence est calculée comme s’il (elle) avait été
présent(e) tous les jours de travail compris dans le mois considéré.
Lorsqu’en raison des stipulations de son contrat, un(e) ouvrier(ère)
n’est tenu(e) de travailler que pendant une partie du mois de référence
et n’a pas travaillé pendant tout ce temps, sa rémunération brute est
calculée en fonction du nombre de jours de travail prévu dans son
contrat.
5. A la rémunération brute obtenue par l’ouvrier(ère), qu’il (elle) soit
payé(e) par mois ou autrement, il est ajouté un douzième du total des
primes contractuelles et de la rémunération variable dont la périodicité
de paiement n’est pas supérieure à un mois, perçues distinctement par
l’ouvrier(ère) au cours des douze mois qui précèdent la date de
licenciement.
6. A l’occasion de la concertation prévue par l’article 17, il sera décidé
de commun accord quel est le mois de référence à prendre en
considération. Lorsqu’il n’est pas fixé de mois de référence, celui-ci sera
le mois civil qui précède la date du licenciement.
HOOFDSTUK V. — Aanpassing van het bedrag
van de aanvullende vergoeding
Art. 14. Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen
wordt gebonden aan de schommeling van het indexcijfer der consumptieprijzen, volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake
werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van de wet
van 2 augustus 1971.
Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op
1 januari herzien in functie van de ontwikkeling van de regelingslonen
overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale
Arbeidsraad.
Voor de werklieden die in de loop van het jaar tot de regeling
toetreden, wordt de aanpassing op grond van het verloop van de
regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het
jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in aanmerking
genomen voor de berekening van de aanpassing.
CHAPITRE V. — Adaptation du montant
de l’indemnité complémentaire
Art. 14. Le montant des indemnités complémentaires payées est lié
aux fluctuations de l’indice des prix à la consommation suivant les
modalités d’application en matière d’allocations de chômage, conformément aux dispositions de la loi du 2 août 1971.
En outre, le montant de ces indemnités est révisé au 1er janvier de
chaque année en fonction de l’évolution des salaires conventionnels,
conformément à ce qui est décidé à ce sujet au Conseil national du
travail.
Pour les ouvrier(ère)s qui entrent dans le régime dans le courant de
l’année, l’adaptation en vertu de l’évolution des salaires conventionnels
est opérée en tenant compte du moment de l’année où a lieu l’entrée
dans le régime; chaque trimestre est pris en considération pour le calcul
de l’adaptation.
HOOFDSTUK VI. — Tijdstip van betaling van de aanvullende vergoeding
Art. 15. De betaling van de aanvullende vergoeding moet om de
kalendermaand gebeuren.
CHAPITRE VI. — Périodicité du paiement de l’indemnité complémentaire
Art. 15. Le paiement de l’indemnité complémentaire se fait mensuellement.
HOOFDSTUK VII. — Cumulatie van de aanvullende vergoeding
met andere voordelen
Art. 16. De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd
met andere wegens afdanking verleende speciale vergoedingen of
toeslagen, die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire
bepalingen. De arbeider, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4, zal dus
eerst de uit die bepalingen voortvloeiende rechten moeten uitputten,
alvorens aanspraak te kunnen maken op de in artikel 5 voorziene
aanvullende vergoeding.
CHAPITRE VII. — Cumul de l’indemnité complémentaire
avec d’autres avantages
Art. 16. L’indemnité complémentaire ne peut être cumulée avec
d’autres indemnités ou allocations spéciales, résultant du licenciement,
accordées en vertu de dispositions légales ou réglementaires. Dès lors,
l’ouvrier(ère) licencié(e) dans les conditions prévues par les articles 2
à 4 devra d’abord épuiser les droits découlant de ces dispositions, avant
de pouvoir prétendre à l’indemnité complémentaire visée à l’article 5.
HOOFDSTUK VIII. — Overlegprocedure
Art. 17. Vooraleer één of meerdere werklieden, bedoeld in de
artikelen 2 tot en met 4, te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de
vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij
ontstentenis daarvan, met de syndicale afvaardiging. Onverminderd de
bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van
9 maart 1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot
doel in gemeen overleg te beslissen of, afgezien van de in de
onderneming van kracht zijnde afdankingscriteria, werklieden die aan
het in artikel 3, § 1 bepaalde leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang
kunnen worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende regeling kunnen genieten.
Bij ontstentenis van ondernemingsraad of van syndicale afvaardiging, heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de
representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de
werklieden van de onderneming.
Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever
daarenboven de betrokken arbeider bij aangetekende brief uit tot een
onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming.
Dit onderhoud heeft tot doel aan de arbeider de gelegenheid te geven
zijn bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag
kenbaar te maken.
Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1972,
inzonderheid artikel 7, kan de arbeider zich bij dit onderhoud laten
bijstaan door de syndicale afgevaardigde. De opzegging kan ten
vroegste geschieden de tweede werkdag na de dag waarop dit
onderhoud plaats had of waarop dit onderhoud voorzien was.
CHAPITRE VIII. — Procédure de concertation
Art. 17. Avant de licencier un ou plusieurs ouvrier(ère)s visé(e)s aux
articles 2 à 4, l’employeur se concerte avec les représentants du
personnel au sein du conseil d’entreprise ou à défaut, avec la délégation
syndicale. Sans préjudice des dispositions de la convention collective
de travail n° 9 du 9 mars 1972, notamment de son article 12, cette
concertation a pour but de décider, de commun accord, si, indépendamment des critères de licenciement en vigueur dans l’entreprise, des
ouvrier(ère)s, répondant au critère d’âge prévu par l’article 3, peuvent
être licencié(e)s par priorité et, dès lors, bénéficier du régime complémentaire.
A défaut de conseil d’entreprise ou de délégation syndicale, cette
concertation a lieu avec les représentants des organisations représentatives des travailleurs, ou à défaut, avec les ouvrier(ère)s de l’entreprise.
Avant de prendre une décision en matière de licenciement, l’employeur
invite en outre les ouvrier(ère)s concerné(e)s par lettre recommandée,
à un entretien au siège de l’entreprise pendant les heures de travail.
Cet entretien a pour but de permettre à l’ouvrier(ère) de communiquer
à l’employeur ses objections vis-à-vis du licenciement envisagé.
Conformément à la convention collective de travail du 3 mai 1972,
notamment en son article 7, l’ouvrier(ère) peut, lors de cet entretien, se
faire assister par son délégué syndical. Le licenciement peut avoir lieu
au plus tôt à partir du deuxième jour de travail qui suit le jour où
l’entretien a eu lieu ou était prévu.
14859
De ontslagen werklieden hebben de mogelijkheid de aanvullende
regeling te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te
maken van de arbeidsreserve.
Les ouvrier(ère)s licencié(e)s ont la faculté soit d’accepter le régime
complémentaire, soit de le refuser et de faire dès lors partie de la
réserve de main-d’œuvre.
HOOFDSTUK IX. — Eindbepalingen
Art. 18. De administratieve formaliteiten nodig voor de uitvoering
van onderhavige overeenkomst worden door de raad van beheer van
het fonds vastgesteld. De administratieve richtlijnen van de raad van
beheer van het fonds moeten door de werkgever nageleefd worden.
Tevens wordt een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst
gesloten tot wijziging van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, in de zin van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 19. De algemene interpretatiemoeilijkheden van deze collectieve
arbeidsovereenkomst worden door de raad van beheer van het fonds
beslecht in de geest van en refererend naar de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.
koninklijk besluit.
Art. 21. De huidige overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2008
tot en met 31 december 2010.
18 februari 2008.
CHAPITRE IX. — Dispositions finales
Art. 18. Les formalités administratives nécessaires à l’exécution de la
présente convention sont fixées par le conseil d’administration du
fonds. Les directives administratives du conseil d’administration du
fonds doivent être respectées par l’employeur.
En outre, une convention collective distincte est conclue en vue de
modifier les statuts du fonds de sécurité d’existence, conformément à la
présente convention collective de travail.
Art. 19. Les difficultés d’interprétation générale de la présente
convention collective de travail sont réglées par le conseil d’administration du fonds par référence à et dans l’esprit de la convention
collective de travail n° 17 du Conseil national du travail.
J. PIETTE
J. PIETTE
Art. 21. La présente convention est d’application pour la période du
1er janvier 2008 jusqu’au 31 décembre 2010 inclus.
*
N. 2008 — 785
[C − 2008/12154]
29 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werklieden die
op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst
60 jaar of ouder zijn (1)
F. 2008 — 785
[C − 2008/12154]
Commission paritaire de l’industrie textile et de la bonneterie,
certains ouvriers âgés qui au moment de la fin du contrat de travail
sont âgés de 60 ans ou plus (1)
artikel 28;
en het breiwerk;
la bonneterie;
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk,
betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste
van sommige bejaarde werklieden die op het ogenblik van de
beëindiging van de arbeidsovereenkomst 60 jaar of ouder zijn, met
uitzondering van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 2, van de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot
invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van
sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.
d’une indemnité complémentaire en faveur de certains ouvriers âgés
qui au moment de la fin du contrat de travail sont âgés de 60 ans ou
plus, à l’exception des dispositions contraires à l’article 4, § 2, de la
convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974 instituant un
régime d’indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs
âgés en cas de licenciement.
besluit.
présent arrêté.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
J. PIETTE
J. PIETTE
Nota’s
Notes
14860
Bijlage
Annexe
Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige
bejaarde werklieden die op het ogenblik van de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst 60 jaar of ouder zijn (Overeenkomst geregistreerd op 6 augustus 2007 onder het nummer 84151/CO/120)
Octroi d’une indemnité complémentaire en faveur de certains ouvriers
âgés qui au moment de la fin du contrat de travail sont âgés de 60 ans
ou plus (Convention enregistrée le 6 août 2007 sous le
numéro 84151/CO/120)
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied van de overeenkomst
alle textielen breigoed-ondernemingen die onder de bevoegdheid
vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk
en op de werklieden die zij tewerkstellen, met uitzondering van de
ondernemingen en de erin tewerkgestelde werklieden die onder de
bevoegdheid vallen van de Paritaire Subcomités voor textiel Verviers
Article 1 . La présente convention collective de travail s’applique à
et ouvrières y occupés qui relèvent de la compétence de la Commission
paritaire de l’industrie textile et de la bonneterie, à l’exception des
entreprises et des ouvriers y occupés qui relèvent de la compétence des
Sous-commissions paritaires de l’industrie textile de Verviers
werklieden aan wie het ontslag, behalve om dringende redenen, wordt
31 december 2007.
artikelen 38, § 2, en 38bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
Art. 3. § 1. De ontslagen werklieden, bedoeld in artikel 2, § 1, die op
de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010 60 jaar of
ouder zijn en die op dat ogenblik 30 jaar voor de mannen respectievelijk
§ 2. Onder ″het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst″ wordt verstaan : het ogenblik dat de arbeider uit dienst treedt
na het verstrijken van de opzeggingstermijn of, wanneer er geen
opzegging werd betekend of wanneer aan de betekende opzeggingstermijn voortijdig een einde wordt gemaakt, het ogenblik dat de arbeider
de onderneming verlaat.
artikelen 38, § 2, en 38bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
de werklieden, om te kunnen genieten van het conventioneel brugpensioen, bovendien te voldoen aan één van de volgende sectorale
- ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding,
indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en
prolongation du délai de préavis en application des articles 38, § 2,
Art. 5. De in artikel 2, § 1, bedoelde aanvullende vergoeding behelst
Art. 6. § 1. Aan de werklieden die tot onderhavig brugpensioenstelsel
bestaanszekerheid voor de textielnijverheid en het breiwerk″ (hierna
het ″fonds″ genoemd) kan terugvorderen.
Bovendien worden de bijzondere werkgeversbij-dragen opgelegd
er
travail et pendant la période du 1er janvier 2008 au 31 décembre 2010
inclus, qui peuvent à ce moment justifier d’un passé professionnel en
tant que salarié(e)s d’au moins 30 années pour les hommes et 26 années
pour les femmes, et qui obtiennent le droit à des indemnités de
chômage légales, reçoivent une indemnité complémentaire comme visé
à l’article 5, à charge de l’employeur.
entendre : soit le moment où l’ouvrier(ère) termine ses prestations après
l’ouvrier(ère) quitte l’entreprise.
prolongation du délai de préavis en application des articles 38, § 2, et
38bis de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail.
Art. 4. Outre le passé professionnel requis en tant que salarié(e)s, les
ouvrier(ère)s doivent, pour pouvoir bénéficier de la prépension conventionnelle, satisfaire à une des conditions d’ancienneté suivantes :
- soit 15 années de travail salarié dans les secteurs textile, bonneterie,
habillement, confection, préparation du lin et/ou jute;
habillement, confection, préparation du lin et/ou jute au cours des 10
dernières années dont au moins 1 an dans les 2 dernières années.
Art. 5. L’indemnité complémentaire visée à l’article 2, § 1er, concerne
l’octroi d’avantages semblables à ceux prévus par la convention de
travail n° 17 conclue le 19 décembre 1974 au Conseil national du travail.
Art. 6. § 1er. Aux ouvrier(ère)s accédant au présent régime de
peut réclamer auprès du ″Fonds de sécurité d’existence de l’industrie
textile et de la bonneterie″ (ci-après dénommé le ″fonds″) le remboursement de l’indemnité complémentaire, limitée au montant calculé
conformément à la convention collective de travail n° 17 du Conseil
national du travail, sans préjudice de l’application du mécanisme de
garantie visé à l’article 11.
légales et par les arrêtés d’exécution, sont également payées par
26 juni 2002 betreffende de sluiting van ondernemingen, de aanvullende vergoeding aan de werklieden die vanaf 50 jaar in de onderneming werden aangeworven, door het fonds voor sluiting van ondernemingen betaald, vanaf de eerste dag van de maand volgend op deze
waarop de werkman die gerechtigd is op deze aanvullende vergoeding
bij brugpensioen de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt.
Art. 7. De in de artikelen 2 tot en met 4 bedoelde werklieden hebben,
bereiken waarop zij wettelijk pensioen-gerechtigd zijn binnen de
voorwaarden zoals door de pensioenreglementering vastgesteld.
In afwijking van de voorgaande alinea, hebben die werklieden ook
De regeling geldt eveneens voor de werklieden die tijdelijk uit het
Art. 8. In afwijking van artikel 7 hebben de in de artikelen 2 tot en
met 4 bedoelde werklieden die hun hoofdverblijfplaats hebben in een
land van de Europese Economische Ruimte, ook recht op een aanvullende vergoeding ten laste van hun werkgever voor zover zij geen
werkloosheidsuitkeringen kunnen genieten of kunnen blijven genieten
in het kader van de regelgeving inzake conventioneel brugpensioen,
alleen omdat zij hun hoofdverblijfplaats niet of niet meer in België
hebben in de zin van artikel 66 van het koninklijk besluit van
25 november 1991 houdende werkloosheidsreglementering en voor
zover zij werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de wetgeving
van hun woonland.
collectieve overeenkomst het recht op de aanvullende vergoeding ten
laste van de laatste werkgever, wanneer ze het werk hervatten als
loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen
overeenkomst ook het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van
de laatste werkgever, ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep
wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor
rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische
bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.
werklieden, wanneer ze het werk hervatten tijdens de door de
hadden hervat.
volgens de regels bepaald in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst en voor heel de periode gedurende welke de werklieden die
recht hebben op de aanvullende uitkering geen werkloosheidsuitkeringen als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze meer genieten.
De in § 1 en § 2 bedoelde werklieden leveren aan hun laatste
14861
fonds.
26 juin 2002 relative aux fermetures d’entreprise, l’indemnité complémentaire est payée aux ouvrier(ère)s qui ont été engagé(e)s dans
partir du premier jour du mois qui suit celui où l’ouvrier(ère)
l’âge de 60 ans.
Art. 7. Les ouvrier(ère)s visé(e)s aux articles 2 à 4 ont droit, dans la
mesure où ils(elles) bénéficient des allocations de chômage légales, à
l’indemnité complémentaire jusqu’à la date à laquelle ils(elles) atteignent l’âge requis pour pouvoir bénéficier de la pension légale et dans
les conditions fixées par la réglementation relative aux pensions.
Par dérogation à l’alinéa précédent, ces ouvrier(ère)s ont également
calendrier qui suit le mois pendant lequel ils(elles) ne bénéficient plus
dernier jour du mois calendrier pendant lequel ils(elles) atteignent l’âge
de 65 ans.
Le régime bénéficie également aux ouvrier(ère)s qui seraient sorti(e)s
bénéficier de celui-ci, pour autant qu’ils(elles) reçoivent de nouveau des
allocations de chômage légales.
Art. 8. Par dérogation à l’article 7, les ouvrier(ère)s concerné(e)s par
complémentaire à charge de leur dernier employeur pour autant
qu’ils(elles) ne puissent bénéficier ou qu’ils(elles) ne puissent continuer
à bénéficier d’allocations de chômage dans le cadre de la réglementation en matière de prépension conventionnelle, uniquement parce
qu’ils(elles) n’ont pas ou n’ont plus leur résidence principale en
Belgique au sens de l’article 66 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991
portant réglementation du chômage et pour autant qu’ils(elles) bénéficient des allocations de chômage en vertu de la législation de leur pays
de résidence.
législation belge.
l’article 8, le droit à l’indemnité complémentaire accordé aux ouvrier(ère)s licencié(e)s dans le cadre de la présente convention collective est
maintenu à charge du dernier employeur, lorsque ces ouvrier(ère)s
reprennent le travail comme salarié(e)s auprès d’un employeur autre
que celui qui les a licencié(e)s et n’appartenant pas à la même unité
§ 2. Par dérogation au paragraphe premier de l’article 7 et à l’article 8,
le droit à l’indemnité complémentaire accordé aux ouvrier(ère)s
licencié(e)s dans le cadre de la présente convention collective est
maintenu à charge du dernier employeur, en cas d’exercice d’une
activité indépendante à titre principal à condition que cette activité ne
soit pas exercée pour le compte de l’employeur qui les a licencié(e)s ou
pour le compte d’un employeur appartenant à la même unité technique
§ 3. Dans les cas visés au § 1er et au § 2, lorsque les ouvrier(ère)s
qu’au plus tôt à partir du jour où ils(elles) auraient eu droit aux
pour toute la période où les ouvrier(ère)s ayant droit à l’indemnité
Les ouvrier(ère)s visé(e)s au § 1er et au § 2 fournissent à leur dernier
14862
Art. 10. Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de
Art. 10. Le montant de l’indemnité complémentaire est égal à la
Art. 11. De aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager
is dan 99,16 EUR bruto per maand, toegekend in het kader van het
conventioneel brugpensioen voor werklieden, wordt verhoogd tot
99,16 EUR bruto per maand. Deze verhoging van het bedrag van de
aanvullende vergoeding kan evenwel niet tot gevolg hebben dat het
totaal bruto maandbedrag van deze aanvullende vergoeding en de
werkloosheidsuitkeringen samen hoger komt te liggen de drempel die
voor de werknemer zonder gezinslast in aanmerking wordt genomen
voor de berekening van de werknemersbijdrage van 3,5 pct., ingehouden op het geheel van de sociale uitkering en de aanvullende
vergoeding.
Art. 11. L’indemnité complémentaire accordée dans le cadre de la
prépension conventionnelle pour ouvriers, dont le montant brut est
inférieur à 99,16 EUR par mois, est majorée jusqu’à 99,16 EUR brut par
mois. Cette augmentation du montant de l’indemnité complémentaire
ne peut pas avoir comme conséquence que le montant mensuel brut
total de cette indemnité complémentaire et des allocations de chômage
persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage, op het loon aan 100 pct., dient
rekening gehouden te worden met de bepalingen van de wet van
20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm
van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale
zekerheid aan werknemers met lage lonen en aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering.
Art. 12. La rémunération nette de référence correspond à la
la cotisation personnelle de sécurité sociale et de la retenue fiscale. Pour
le calcul de la cotisation personnelle de sécurité sociale sur le salaire à
100 p.c., il faut tenir compte des dispositions de la loi du 20 décembre 1999 visant à octroyer un bonus à l’emploi sous la forme d’une
réduction des cotisations personnelles de sécurité sociale aux travailleurs salariés ayant un bas salaire et à certains travailleurs qui ont
été victimes d’une restructuration.
(1971 = 100) en bedraagt 3.253,42 EUR op 1 januari 2007. Zij is gebonden
aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen,
overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971
der consumptieprijzen.
à la consommation.
Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk jaar herzien in
functie van de regelingslonen overeenkomstig de beslissing van de
Nationale Arbeidsraad.
Cette limite est en outre révisée au 1er janvier de chaque année en
tenant compte de l’évolution des salaires conventionnels conformément
à ce qui est décidé à ce sujet au Conseil national du travail.
Het netto-referteloon wordt afgerond naar de hogere euro.
rechtstreeks gebonden zijn aan de door de arbeider verrichte prestaties
waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden gedaan en waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt.
qui sont directement liées aux prestations fournies par l’ouvrier(ère),
qui font l’objet de retenues de sécurité sociale et dont la périodicité de
genomen.
2. Voor de per maand betaalde arbeider wordt als brutoloon
beschouwd het loon dat hij gedurende de in navolgende punt 6
2. Pour l’ouvrier(ère) payé(e) par mois, la rémunération brute est la
rémunération obtenue par lui(elle) pour le mois de référence défini au
point 6 ci-après.
3. Voor de arbeider die niet per maand wordt betaald, wordt het
3. Pour l’ouvrier(ère) qui n’est pas payé(e) par mois, la rémunération
La rémunération horaire normale s’obtient en divisant la rémunération des prestations normales du mois de référence par le nombre
travail hebdomadaire de l’ouvrier(ère); ce produit multiplié par 52 et
4. Het brutoloon van een arbeider die gedurende de ganse refertemaand niet heeft gewerkt, wordt berekend alsof hij aanwezig was
geweest op alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand vallen.
4. La rémunération brute d’un(e) ouvrier(ère) qui n’a pas travaillé
pendant tout le mois de référence est calculée comme s’il(elle) avait été
Indien een arbeider, krachtens de bepalingen van zijn arbeidsovereenkomst, slechts gedurende een gedeelte van de refertemaand moet
werken en hij al die tijd niet heeft gewerkt, wordt zijn brutoloon
berekend op grond van het aantal arbeidsdagen, dat in de arbeidsovereenkomst is vastgesteld.
Lorsqu’en raison des stipulations de son contrat, un(e) ouvrier(ère)
contrat.
5. Het door de arbeider verdiende brutoloon, ongeacht of het per
bezoldiging waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt en door die arbeider in de loop van de twaalf maanden die aan
5. A la rémunération brute obtenue par l’ouvrier(ère), qu’il(elle) soit
l’ouvrier(ère) au cours des douze mois qui précèdent la date de
licenciement.
6. Naar aanleiding van het bij artikel 17 voorzien overleg, zal in
moet worden gehouden. Indien geen refertemaand is vastgesteld,
wordt de kalendermaand, die de datum van het ontslag voorafgaat, in
aanmerking genomen.
considération. Lorsqu’il n’est pas fixé de mois de référence, celui-ci sera
le mois civil qui précède la date du licenciement.
HOOFDSTUK V. — Aanpassing van het bedrag
van de aanvullende vergoeding
wordt gebonden aan de schommeling van het indexcijfer der consumptieprijzen, volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake
werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van de wet
van 2 augustus 1971.
Arbeidsraad.
Voor de werklieden die in de loop van het jaar tot de regeling
14863
CHAPITRE V. — Adaptation du montant de l’indemnité complémentaire
Art. 14. Le montant des indemnités complémentaires payées est lié
conformément à ce qui est décidé à ce sujet au Conseil national du
travail.
Pour les ouvrier(ère)s qui entrent dans le régime dans le courant de
de l’adaptation.
HOOFDSTUK VI. — Tijdstip van betaling van de aanvullende vergoeding
CHAPITRE VI. — Périodicité du paiement de l’indemnité complémentaire
HOOFDSTUK VII. — Cumulatie van de aanvullende vergoeding
met andere voordelen
bepalingen. De arbeider, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4, zal dus
CHAPITRE VII. — Cumul de l’indemnité complémentaire
avec d’autres avantages
l’ouvrier(ère) licencié(e) dans les conditions prévues par les articles 2 à
4 devra d’abord épuiser les droits découlant de ces dispositions, avant
Art. 17. Vooraleer één of meerdere werklieden, bedoeld in de
artikelen 2 tot en met 4, te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de
vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij
ontstentenis daarvan, met de syndicale afvaardiging. Onverminderd de
bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van
9 maart 1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot
doel in gemeen overleg te beslissen of, afgezien van de in de
onderneming van kracht zijnde afdankingscriteria, werklieden die aan
het in artikel 3, § 1, bepaalde leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang
kunnen worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende regeling kunnen genieten.
representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de
werklieden van de onderneming.
daarenboven de betrokken arbeider bij aangetekende brief uit tot een
onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Dit
onderhoud heeft tot doel aan de arbeider de gelegenheid te geven zijn
bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag kenbaar
te maken.
Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1972
inzonderheid artikel 7, kan de arbeider zich bij dit onderhoud laten
De ontslagen werklieden hebben de mogelijkheid de aanvullende
Art. 17. Avant de licencier un ou plusieurs ouvrier(ère)s visé(e)s aux
articles 2 à 4, l’employeur se concerte avec les représentants du
personnel au sein du conseil d’entreprise ou à défaut, avec la délégation
ouvrier(ère)s, répondant au critère d’âge prévu par l’article 3, peuvent
van deze overeenkomst worden door de raad van beheer van het fonds
vastgesteld. De administratieve richtlijnen van de raad van beheer van
het fonds moeten door de werkgever nageleefd worden.
gesloten tot wijziging van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, in de zin van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
koninklijk besluit.
Art. 21. Deze overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2008 tot
en met 31 december 2010.
concertation a lieu avec les représentants des organisations représentatives des travailleurs, ou à défaut, avec les ouvrier(ère)s de l’entreprise.
invite en outre les ouvrier(ère)s concerné(e)s par lettre recommandée, à
un entretien au siège de l’entreprise pendant les heures de travail. Cet
entretien a pour but de permettre à l’ouvrier(ère) de communiquer à
l’employeur ses objections vis-à-vis du licenciement envisagé.
notamment en son article 7, l’ouvrier(ère) peut, lors de cet entretien, se
l’entretien a eu lieu ou était prévu.
Les ouvrier(ère)s licencié(e)s ont la faculté soit d’accepter le régime
réserve de main-d’œuvre.
1er janvier 2008 jusqu’au 31 décembre 2010 inclus.
14864
18 februari 2008.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
J. PIETTE
J. PIETTE
*
N. 2008 — 786
[C − 2008/12248]
29 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van
de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning
van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde
bedienden die op het ogenblik van de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst 60 jaar of ouder zijn (1)
F. 2008 — 786
[C − 2008/12248]
Commission paritaire pour employés de l’industrie textile et de la
bonneterie, relative à l’octroi d’une indemnité complémentaire en
faveur de certains employés âgés qui au moment de la fin du
contrat de travail sont âgés de 60 ans ou plus (1)
artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van
de textielnijverheid en het breiwerk;
Vu la demande de la Commission paritaire pour employés de
l’industrie textile et de la bonneterie;
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en
het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde bedienden die op het ogenblik
van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 60 jaar of ouder zijn,
met uitzondering van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 2 van de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot
invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van
sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.
certains employés âgés qui au moment de la fin du contrat de travail
sont âgés de 60 ans ou plus, à l’exception des dispositions contraires à
l’article 4, § 2 de la convention collective de travail n° 17 du
19 décembre 1974 instituant un régime d’indemnité complémentaire en
faveur de certains travailleurs âgés en cas de licenciement.
besluit.
présent arrêté.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
J. PIETTE
J. PIETTE
Nota
Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Note
Bijlage
Annexe
Paritair Comité voor de bedienden
van de textielnijverheid en het breiwerk
Commission paritaire pour employés de l’industrie textile
et de la bonneterie
Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde bedienden op het ogenblik van de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst 60 jaar of ouder zijn (Overeenkomst geregistreerd
op 6 augustus 2007 onder het nummer 84156/CO/214)
Octroi d’une indemnité complémentaire en faveur de certains
employés qui au moment de la fin du contrat sont âgés de 60 ans ou
plus (Convention enregistrée le 6 août 2007 sous le numéro
84156/CO/214)
alle ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair
Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk en
op de bedienden die zij tewerkstellen.
Article 1 . La présente convention collective est applicable à toutes
les entreprises relevant de la compétence de la Commission paritaire
pour les employés de l’industrie textile et de la bonneterie et aux
employé(e)s qu’elles occupent.
er
14865
bedienden aan wie het ontslag, behalve om dringende redenen, wordt
31 december 2007.
indemnité complémentaire en faveur de certains employé(e)s âgés en
Art. 3. § 1. De ontslagen bedienden, bedoeld in artikel 2, § 1, die op
de periode van 1 januari 2008 tot en met 30 juni 2010 60 jaar of ouder
zijn en die op dat ogenblik 30 jaar voor de mannen respectievelijk
travail et pendant la période du 1er janvier 2008 au 30 juin 2010 inclus,
qui peuvent justifier d’un passé professionnel en tant que salarié(e)s
d’au moins 30 années pour les hommes et 26 années pour les femmes,
et qui obtiennent le droit à des indemnités de chômage légales,
reçoivent une indemnité complémentaire comme visé à l’article 5, à
charge de l’employeur.
§ 2. Onder ″het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst″ wordt verstaan : het ogenblik dat de bediende uit dienst treedt
na het verstrijken van de opzeggingstermijn of, wanneer er geen
opzegging werd betekend of wanneer aan de betekende opzeggingstermijn voortijdig een einde wordt gemaakt, het ogenblik dat de bediende
de onderneming verlaat.
entendre : soit le moment où l’employé(e) termine ses prestations après
l’employé(e) quitte l’entreprise.
de bedienden, om te kunnen genieten van het conventioneel brugpensioen, bovendien te voldoen aan één van de volgende sectorale
Art. 4. Outre le passé professionnel requis en tant que salarié(e), les
employé(e)s doivent, pour pouvoir bénéficier de la prépension conventionnelle, satisfaire à une des conditions d’ancienneté suivantes :
habillement, confection, préparation du lin et/ou jute;
habillement, confection, préparation du lin et/ou jute au cours des
10 dernières années dont au moins 1 an dans les 2 dernières années.
Art. 5. De in artikel 2, § 1 bedoelde aanvullende vergoeding behelst
Art. 5. L’indemnité complémentaire visée à l’article 2, § 1er concerne
l’octroi d’avantages semblables à ceux prévus par la convention de
travail n° 17 conclue le 19 décembre 1974 au Conseil national du travail.
Art. 6. § 1. Aan de bedienden die tot onderhavig brugpensioenstelsel
bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het
breiwerk″ (hierna het ″fonds″ genoemd) kan terugvorderen.
Art. 6. § 1er. Aux employé(e)s accédant au présent régime de
peut réclamer auprès du ″Fonds de sécurité d’existence pour les
employés de l’industrie textile et de la bonneterie″ (ci-après dénommé
le fonds) le remboursement de l’indemnité complémentaire, limitée au
montant calculé conformément à la convention collective de travail
n° 17 du Conseil national du travail, mais sans préjudice de l’application du mécanisme de garantie visé à l’article 10.
Bovendien worden de bijzondere werkgeversbijdragen opgelegd
légales et par les arrêtés d’exé-cution, sont également payées par
fonds.
26 juni 2002 betreffende de sluiting van ondernemingen, de aanvullende vergoeding aan de bedienden die vanaf 50 jaar in de onderneming werden aangeworven, door het fonds voor sluiting van ondernemingen betaald, vanaf de eerste dag van de maand volgend op deze
waarop de bediende die gerechtigd is op deze aanvullende vergoeding
bij brugpensioen de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt.
26 juin 2002 relative aux fermetures d’entreprises, l’indemnité complémentaire est payée aux employé(e)s qui ont été engagé(e)s dans
partir du premier jour du mois qui suit celui où l’employé(e)
l’âge de 60 ans.
Art. 7. De in artikel 2 tot en met 4 bedoelde bedienden hebben,
bereiken waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn en binnen de
voorwaarden zoals door deze pensioenreglementering vastgesteld.
Art. 7. Les employé(e)s visé(e)s aux articles 2 à 4 ont droit, dans la
mesure où ils(elles) bénéficient des allocations de chômage légales, à
l’indemnité complémentaire jusqu’à la date à laquelle ils(elles) atteignent l’âge requis pour pouvoir bénéficier de la pension légale et dans
les conditions fixées par la réglementation relative aux pensions.
14866
In afwijking van de voorgaande alinea, hebben deze bedienden ook
Par dérogation à l’alinéa précédent, ces employé(e)s ont également
calendrier qui suit le mois pendant lequel ils(elles) ne bénéficient plus
dernier jour du mois calendrier pendant lequel ils(elles) atteignent l’âge
de 65 ans.
De regeling geldt eveneens voor de bedienden die tijdelijk uit het
Le régime bénéficie également aux employé(e)s qui seraient sorti(e)s
bénéficier de celui-ci, pour autant qu’ils(elles) reçoivent de nouveau des
allocations de chômage légales.
Art. 8. In afwijking van artikel 7 hebben de in artikel 2 tot en met 4
bedoelde bedienden die hun hoofdverblijfplaats hebben in een land
van de Europese Economische Ruimte, ook recht op een aanvullende
vergoeding ten laste van hun werkgever voor zover zij geen werkloosheidsuitkeringen kunnen genieten of kunnen blijven genieten in het
kader van de regelgeving inzake conventioneel brugpensioen, alleen
omdat zij hun hoofdverblijfplaats niet of niet meer in België hebben in
de zin van artikel 66 van het koninklijk besluit van 25 november 1991
houdende werkloosheidsreglementering en voor zover zij werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de wetgeving van hun woonland.
Art. 8. Par dérogation à l’article 7, les employé(e)s concerné(e)s par
complémentaire à charge de leur dernier employeur pour autant
qu’ils(elles) ne puissent bénéficier ou qu’ils(elles) ne puissent continuer
à bénéficier d’allocations de chômage dans le cadre de la réglementation en matière de prépension conventionnelle, uniquement parce
qu’ils(elles) n’ont pas ou n’ont plus leur résidence principale en
Belgique au sens de l’article 66 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991
portant réglementation du chômage et pour autant qu’ils(elles) bénéficient des allocations de chômage en vertu de la législation de leur pays
de résidence.
législation belge.
behouden de bedienden die zijn ontslagen in het kader van deze
collectieve arbeidsovereenkomst het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van de laatste werkgever, wanneer ze het werk hervatten
als loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen
l’article 8, le droit à l’indemnité complémentaire accordé aux employé(e)s
licencié(e)s dans le cadre de la présente convention collective de travail
est maintenu à charge du dernier employeur, lorsque ces employé(e)s
reprennent le travail comme salariés auprès d’un employeur autre que
celui qui les a licencié(e)s et n’appartenant pas à la même unité
behouden de bedienden die zijn ontslagen in het kader van deze
collectieve arbeidsovereenkomst ook het recht op de aanvullende
vergoeding ten laste van de laatste werkgever, ingeval een zelfstandige
activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die
activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die
hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot
dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft
ontslagen.
§ 2. Par dérogation à l’alinéa premier de l’article 7 et à l’article 8, le
droit à l’indemnité complémentaire accordé aux employé(e)s licencié(e)s dans le cadre de la présente convention collective est maintenu
à charge du dernier employeur, en cas d’exercice d’une activité
indépendante à titre principal à condition que cette activité ne soit pas
exercée pour le compte de l’employeur qui les a licencié(e)s ou pour le
compte d’un employeur appartenant à la même unité technique
bedienden, wanneer ze het werk hervatten tijdens de door de
hadden hervat.
§ 3. Dans les cas visés au § 1er et au § 2, lorsque les employé(e)s
qu’au plus tôt à partir du jour où ils(elles) auraient eu droit aux
volgens de regels bepaald in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst en voor heel de periode gedurende welke de bedienden die recht
hebben op de aanvullende uitkering geen werkloosheidsuitkeringen als
volledig uitkeringsgerechtigde werkloze meer genieten.
pour toute la période où les employé(e)s ayant droit à l’indemnité
De in § 1 en § 2 bedoelde bedienden leveren aan hun laatste
Les employé(e)s visé(e)s au § 1er et au § 2 fournissent à leur dernier
Art. 10. 1. Het bedrag van de aanvullende ver-goeding is gelijk aan de
Art. 10. 1. Le montant de l’indemnité complé-mentaire est égal à la
2. De aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager is dan
99,16 EUR bruto per maand, toegekend in het kader van het conventioneel brugpensioen voor bedienden, wordt verhoogd tot 99,16 EUR
bruto per maand. Deze verhoging van het bedrag van de aanvullende
vergoeding kan evenwel niet tot gevolg hebben dat het totaal bruto
maandbedrag van deze aanvullende vergoeding en de werkloosheidsuitkeringen samen hoger komt te liggen dan de drempel die voor de
werknemer zonder gezinslast in aanmerking wordt genomen voor de
berekening van de werknemers-bijdrage van 3,5 pct., ingehouden op
het geheel van de sociale uitkering en de aanvullende vergoeding.
2. L’indemnité complémentaire accordée dans le cadre de la prépension conventionnelle pour employés, dont le montant brut est inférieur
à 99,16 EUR par mois, est majorée jusqu’à 99,16 EUR brut par mois.
Cette augmentation du montant de l’indemnité complémentaire ne
peut pas avoir comme conséquence que le montant mensuel brut total
de cette indemnité complémentaire et des allocations de chômage
14867
persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage dient rekening gehouden te
worden met de bepalingen van de wet van 20 december 1999 tot
toekenning van een werkbonus onder de vorm van een vermindering
van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers
met lage lonen en aan sommige werknemers die het slachtoffer waren
van een herstructurering.
(1971 = 100) en bedraagt dus 3.253,42 EUR op 1 januari 2007. Zij is
gebonden aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971
der consumptieprijzen. Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van
elk jaar herzien in functie van de regelingslonen overeenkomstig de
beslissing van de Nationale Arbeids-raad.
Het netto-referteloon wordt tot de hogere euro afgerond.
rechtstreeks gebonden zijn aan de door de bediende verrichte prestaties
waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden gedaan en waarvan de periodiciteit van betaling geen maand over-schrijdt.
genomen.
2. Voor de per maand betaalde bediende wordt als brutoloon
beschouwd het loon dat hij (zij) gedurende de in navolgende punt 6
3. Voor de bediende die niet per maand wordt betaald, wordt het
4. Het brutoloon van een bediende die gedurende de ganse
refertemaand niet heeft gewerkt, wordt berekend alsof hij(zij) aanwezig
was geweest op alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand vallen.
Indien een bediende, krachtens de bepalingen van zijn(haar) arbeidsovereenkomst, slechts gedurende een gedeelte van de refertemaand
moet werken en hij(zij) al die tijd niet heeft gewerkt, wordt zijn (haar)
brutoloon berekend op grond van het aantal arbeidsdagen, dat in de
arbeidsovereenkomst is vastgesteld.
5. Het door de bediende verdiende brutoloon, ongeacht of het per
bezoldiging waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt en door die bediende in de loop van de twaalf maanden die aan
6. Naar aanleiding van het bij artikel 16 voorziene overleg, zal in
moet worden gehouden.
Indien geen refertemaand is vastgesteld, wordt de kalendermaand,
die de datum van het ontslag voorafgaat, in aanmerking genomen.
7. Voor de bedienden die in voltijds brugpensioen gaan, aansluitend
op een 1/5e loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking zoals bedoeld in de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de Nationale Arbeidsraad of die van
halftijds naar voltijds brugpensioen overgaan, wordt de aanvullende
vergoeding berekend op het brutoloon voor voltijdse arbeidsprestaties.
Art. 11. La rémunération nette de référence corres-pond à la
la cotisation personnelle de sécurité sociale et de la retenue fiscale. Pour
le calcul de la cotisation personnelle de sécurité sociale, il faut tenir
compte des dispositions de la loi du 20 décembre 1999 visant à octroyer
un bonus à l’emploi sous la forme d’une réduction des cotisations
personnelles de sécurité sociale aux travailleurs salariés ayant un bas
salaire et à certains travailleurs qui ont été victimes d’une restructuration.
à la consommation. Cette limite est en outre révisée au 1er janvier de
chaque année en tenant compte de l’évolution des salaires conventionnels conformément à ce qui est décidé à ce sujet au Conseil national du
travail.
qui sont directement liées aux prestations fournies par l’employé(e), qui
font l’objet de retenues de sécurité sociale et dont la périodicité de
HOOFDSTUK V
Aanpassing van het bedrag van de aanvullende vergoeding
wordt gebonden aan de schommeling van het indexcijfer van de
consumptieprijzen, volgens de modaliteiten die van toepassing zijn
inzake werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van
de wet van 2 augustus 1971.
Arbeidsraad.
CHAPITRE V. — Adaptation du montant de l’indemnité complémentaire
2. Pour l’employé payé(e) par mois, la rémunération brute est la
rémunération obtenue par lui(elle) pour le mois de référence défini au
point 6 ci-après.
3. Pour l’employé(e) qui n’est pas payé(e) par mois, la rémunération
La rémunération horaire normale s’obtient en divisant la rémunérationdes prestations normales du mois de référence par le nombre
travail hebdomadaire de l’employé(e); ce produit multiplié par 52 et
4. La rémunération brute d’un(e) employé(e) qui n’a pas travaillé
pendant tout le mois de référence est calculée comme s’il(elle) avait été
Lorsqu’en raison des stipulations de son contrat, un(e) employé(e)
contrat.
5. A la rémunération brute obtenue par l’employé(e), qu’il(elle) soit
l’employé(e) au cours des douze mois qui précèdent la date de
licenciement.
considération.
Lorsqu’il n’est pas fixé de mois de référence, celui-ci sera le mois civil
qui précède la date du licenciement.
7. Pour les employé(e)s qui entrent dans le régime de la prépension
à temps plein dans le prolongement d’une diminution de carrière
d’1/5ème ou d’une réduction des prestations de travail à mi-temps,
comme fixé par la convention collective de travail n° 77bis du Conseil
national du travail, ou pour les employé(e)s qui passent d’un régime de
prépension à mi-temps à un régime de prépension à temps plein,
l’indemnité complémentaire est calculée sur base du salaire brut pour
des prestations de travail à temps plein.
Art. 13. Le montant des indemnités complé-mentaires payées est lié
conformé-ment à ce qui est décidé à ce sujet au Conseil national du
travail.
14868
Voor de bedienden die in de loop van het jaar tot de regeling
Pour les employé(e)s qui entrent dans le régime dans le courant de
de l’adaptation.
HOOFDSTUK VI
Tijdstip van betaling van de aanvullende vergoeding
CHAPITRE VI
Périodicité du paiement de l’indemnité complémentaire
HOOFDSTUK VII
Cumulatie van de aanvullende vergoeding met andere voordelen
CHAPITRE VII
Cumul de l’indemnité complémentaire avec d’autres avantages
bepalingen. De bediende, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4 zal dus
l’employé(e) licencié(e) dans les conditions prévues par les articles 2 à
4 devra d’abord épuiser les droits découlant de ces dispositions, avant
Art. 16. Vooraleer een of meerdere bedienden bedoeld bij artikel 5 te
ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de vertegenwoordigers van
het personeel in de ondernemingsraad of, bij ontstentenis daarvan, met
de syndicale afvaardiging. Onverminderd de bepalingen van de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972, inzonderheid
van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot doel in gemeen overleg te
beslissen of, afgezien van de in de onderneming van kracht zijnde
afdankingscriteria, bedienden die aan het in artikel 3 bepaalde
leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang kunnen worden ontslagen en
derhalve het voordeel van de aanvullende regeling kunnen genieten.
Art. 16. Avant de licencier un ou plusieurs employé(e)s visé(e)s à
l’article 5, l’employeur se concertera avec les représentants du personnel au sein du conseil d’entreprise ou à défaut, avec la délégation
employé(e)s, répondant au critère d’âge prévu par l’article 3, peuvent
representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met het
personeel van de onderneming.
concertation a lieu avec les représentants des organisations représentatives des travailleurs, ou à défaut, avec les employé(e)s de l’entreprise.
daarenboven de betrokken bediende bij aangetekende brief uit tot een
onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Dit
onderhoud heeft tot doel aan de bediende de gelegenheid te geven zijn
(haar) bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag
kenbaar te maken.
invite en outre les employé(e)s concerné(e)s par lettre recommandée, à
un entretien au siège de l’entreprise pendant les heures de travail. Cet
entretien a pour but de permettre à l’employé(e) de communiquer à
l’employeur ses objections vis-à-vis du licenciement envisagé.
Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1972
inzonderheid artikel 7, kan de bediende zich bij dit onderhoud laten
notamment en son article 7, l’employé(e) peut, lors de cet entretien, se
l’entretien a eu lieu ou était prévu
De ontslagen bedienden hebben de mogelijkheid de aanvullende
Les employé(e)s licencié(e)s ont la faculté soit d’accepter le régime
réserve de main-d’oeuvre.
van onderhavige overeenkomst worden door de raad van beheer van
het fonds vastgesteld. De administratieve richtlijnen van de raad van
beheer van het fonds moeten door de werkgever nageleefd worden.
gesloten tot wijziging van de statuten van het fonds, in de zin van deze
collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 19. Deze overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2008 tot
en met 30 juni 2010.
1er janvier 2008 jusqu’au 30 juin 2010 inclus.
koninklijk besluit.
20 februari 2008.
J. PIETTE
J. PIETTE
14869
N. 2008 — 787
[C − 2008/12243]
29 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van
de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de vormingsinitiatieven voor risicogroepen (1)
F. 2008 — 787
[C − 2008/12243]
Commission paritaire pour employés de l’industrie textile et de la
bonneterie, relative aux initiatives de formation pour les groupes à
risque (1)
artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van
de textielnijverheid en het breiwerk;
Vu la demande de la Commission paritaire pour employés de
l’industrie textile et de la bonneterie;
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2007,
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de vormingsinitiatieven voor risicogroepen.
relative aux initiatives de formation pour les groupes à risque.
besluit.
présent arrêté.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
J. PIETTE
J. PIETTE
Nota
Note
Bijlage
Annexe
Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid
en het breiwerk
Commission paritaire pour employés de l’industrie textile
et de la bonneterie
Vormingsinitiatieven voor risicogroepen
Initiatives de formation pour les groupes à risque
(Overeenkomst geregistreerd op 8 augustus 2007
onder het nummer 84241/CO/214)
(Convention enregistrée le 8 août 2007
sous le numéro 84241/CO/214)
de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair
Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk en
op de bedienden die zij tewerkstellen.
In afwijking op de eerste alinea is deze collectieve arbeidsovereenkomst niet van toepassing op de firma N.V. Celanese en op haar
bedienden.
Met ″bedienden″ worden zowel het vrouwelijk als mannelijk bediendepersoneel bedoeld.
Article 1 . La présente convention collective de travail est applicable
aux entreprises qui relèvent de la Commission paritaire pour les
employés de l’industrie textile et de la bonneterie et aux employés
qu’elles occupent.
Par dérogation à l’alinéa premier, cette convention collective de
travail ne s’applique pas à l’entreprise S.A. Celanese et à ses employés.
HOOFDSTUK II. — Draagwijdte van de overeenkomst
Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de
jaren 2007 en 2008 in uitvoering van hoofdstuk VI - Vorming en
opleiding - artikel 12, 2de alinea van de algemene nationale collectieve
arbeidsovereenkomst van 20 april 2007 voor de textielnijverheid en het
breiwerk en in toepassing van titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van
de wet houdende diverse bepalingen van 27 december 2006.
Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten met de
bedoeling om met de opbrengst van de 0,20 pct. bijdrage een aantal
initiatieven te ontwikkelen ter bevordering van de vorming van
risicogroepen behorende tot de bedienden van de textielen breigoednijverheid.
CHAPITRE II. — Portée de la convention
Art. 2. La présente convention collective de travail est conclue pour
les années 2007 et 2008 en exécution du chapitre VI - Formation article 12, alinéa 2 de la convention collective de travail nationale
générale du 20 avril 2007 pour l’industrie textile et de la bonneterie, et
en exécution du titre XIII, du chapitre VIII, section 1ère, de la loi portant
des dispositions diverses du 27 décembre 2006.
Art. 3. La présente convention collective de travail est conclue dans le
but de développer, grâce au produit de la cotisation de 0,20 p.c., un
certain nombre d’initiatives de promotion de la formation des groupes
à risque parmi les employés de l’industrie textile et de la bonneterie.
er
Par ″employés″, on entend : le personnel employé tant masculin que
féminin.
14870
HOOFDSTUK III. — Initiatieven ter bevordering van de vorming
van risicogroepen
Art. 4. Partijen komen overeen om in het kader van deze collectieve
arbeidsovereenkomst de volgende initiatieven te nemen :
a) het verzorgen van een maximaal aantal opleidingen ten voordele
van risicogroepen;
b) het verrichten van studie- en onderzoeksopdrachten op het vlak
van de opleidings- en vormingsbehoeften van bedienden van de textielen breigoednijverheid.
Deze initiatieven zullen uitgevoerd worden in het kader van de
werking van het sectoraal opleidingscentrum COBOT-Bedienden vzw.
Art. 5. Onder risicogroepen worden werkzoekenden en de volgende
categorieën bedienden tewerkgesteld in de textielen breigoedondernemingen bedoeld :
- alle bedienden die ingevolge de introductie van nieuwe technologieën of elke andere wijziging in hun functie het risico lopen hun
tewerkstelling te verliezen;
- de bedienden uit ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering die zonder bijof omscholing het gevaar lopen hun tewerkstelling te verliezen.
De hiervoor bedoelde werkzoekenden en bedienden komen in
aanmerking als risicogroep ongeacht hun leeftijd of hun genoten
opleiding.
CHAPITRE III. —Initiatives de promotion de la formation
des groupes à risque
Art. 4. Les parties conviennent, dans le cadre de la présente
convention collective de travail, de prendre les initiatives suivantes :
a) l’organisation d’un maximum de formations au profit des groupes
à risque;
b) la réalisation de travaux d’étude et de recherche au niveau des
besoins de formation initiale et professionnelle pour les employés de
l’industrie textile et de la bonneterie.
Ces initiatives seront exécutées dans le cadre des travaux du centre
de formation sectoriel CEFRET-Employés asbl.
Art. 5. Les demandeurs d’emploi et les catégories suivantes d’employés
occupés dans l’industrie textile et de la bonneterie sont considérés
comme groupes à risque :
- tous les employés qui, en raison de l’introduction de nouvelles
technologies, ou en raison de tout changement dans leur fonction,
courent le risque de perdre leur emploi;
- les employés des entreprises en difficulté ou en restructuration qui,
sans formation complémentaire ou recyclage, courent le risque de
perdre leur emploi.
Les demandeurs d’emploi et les employés visés ci-dessus sont
considérés comme groupes à risque quels que soient leur âge ou leur
formation de base.
HOOFDSTUK IV. — Studie- en onderzoeksopdrachten
Art. 6. Ten einde de opleidings- en vormingsinitiatieven die ontplooid worden door het opleidingscentrum vzw COBOT-Bedienden zo
efficiënt en doeltreffend mogelijk te laten verlopen is het noodzakelijk
om een blijvend inzicht te verwerven in de opleidings- en vormingsproblematiek van de bedienden in de textielen breigoednijverheid.
CHAPITRE IV. — Travaux d’étude et de recherche
Art. 6. Afin de donner un maximum d’efficacité aux initiatives de
formation initiale et professionnelle qui sont déployées par le centre de
formation CEFRET-Employés asbl, il est indispensable d’acquérir et de
maintenir une bonne compréhension de la problématique de la
formation initiale et professionnelle des employés de l’industrie textile
et de la bonneterie.
La recherche consistera notamment à concevoir une étude sur les
besoins en formation initiale et professionnelle pour les employés
occupés dans les entreprises et pour ceux qui y seront engagés.
Art. 7. Les études et recherches visées à l’article 6 seront accomplies
sous la conduite du centre de formation CEFRET-Employés asbl.
Het onderzoek ter zake dient onder andere studies te bevatten naar
de opleidings- en vormingsbehoeften van de in de ondernemingen
tewerkgestelde of nieuw aan te werven bedienden.
Art. 7. De in artikel 6 bedoelde studies en onderzoeken zullen
worden verricht onder de leiding van het opleidingscentrum vzw
COBOT-Bedienden.
HOOFDSTUK V. — Patronale bijdrage
Art. 8. Zoals voorzien in hoofdstuk VI - Vorming en opleiding artikel 12, 2de alinea van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de
bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, storten de werkgevers uit de textielen breigoednijverheid met ingang van 1 januari 2007
en voor de jaren 2007 en 2008 een bijdrage van 0,20 pct., berekend op
het volledig loon van de bedienden, zoals bedoeld in artikel 23 van de
wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale
zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet,
aan het ″Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de
textielen breigoednijverheid″.
Deze bijdrage is om het kwartaal verschuldigd en wordt door het
″Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk″ geïnd en op de sectie ″Opleiding″ gestort.
CHAPITRE V. — Cotisation patronale
Art. 8. Comme prévu au chapitre VI - Formation - article 12, 2ème
alinéa de la convention collective de travail nationale générale du
20 avril 2007, conclue au sein de la Commission paritaire pour les
employés de l’industrie textile et de la bonneterie, les employeurs
versent à partir du 1er janvier 2007, pour les années 2007 et 2008, une
cotisation de 0,20 p.c. calculée sur base du salaire global de leurs
employés, tel que défini par l’article 23 de la loi du 29 juin 1981
établissant les principes généraux de la sécurité sociale des travailleurs
et par les arrêtés d’exécution de cette loi, au ″Fonds de sécurité
d’existence pour les employés de l’industrie textile et de la bonneterie″.
HOOFDSTUK VI. — Eindbepalingen
Art. 9. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2007 en is
gesloten voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008.
Art. 10. In toepassing van artikel 30 van de wet betreffende het
generatiepact van 23 december 2005 wordt voorzien in een jaarlijkse
toename van de participatiegraad aan vorming en opleiding met
minstens 5 procentpunten.
Deze jaarlijkse toename zal gerealiseerd worden door :
- de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van
20 april 2007 betreffende vormingsinitiatieven, die voorziet in het
opstellen van opleidingsplannen. Het opleidingsplan moet door de
werkgever voorgesteld worden aan de ondernemingsraad of bij
ontstentenis aan de syndicale delegatie of bij ontstentenis aan COBOTBedienden;
- het opleidingsaanbod van het opleidingscentrum COBOTBedienden, bekendmaken aan werkgevers en werknemers;
- via COBOT-Bedienden acties ondernemen om de participatiegraad
te verhogen;
- werkgevers zullen aangemoedigd worden om alle, zowel formele
als informele opleidingsinspanningen nauwgezet te registreren.
CHAPITRE VI. — Dispositions finales
Art. 9. Cette convention entre en vigueur le 1er janvier 2007 et est
conclue pour la période du 1er janvier 2007 au 31 décembre 2008 inclus.
Cette cotisation est due pour chaque trimestre et est perçue par le
″Fonds de sécurité d’existence pour les employés de l’industrie textile
et de la bonneterie″ et versée à la section ″Formation″.
Art. 10. En exécution de l’article 30 de la loi relative au pacte de
solidarité entre les générations du 23 décembre 2005, une augmentation
annuelle d’au moins 5 points de pourcentage du taux de participation
à la formation est prévue.
Cette augmentation annuelle sera réalisée :
- par le biais de l’application de la convention collective de travail du
20 avril 2007 relative aux initiatives de formation, qui prévoit l’élaboration de plans de formation. Le plan de formation doit être soumis par
l’employeur au conseil d’entreprise ou, à défaut, à la délégation
syndicale ou, à défaut, au CEFRET-Employés;
- en faisant connaître les formations proposées par le CEFRETEmployés aux employeurs et aux travailleurs;
- par les actions du CEFRET-Employés pour augmenter le taux de
participation;
- en encourageant les employeurs à enregistrer avec soin tous les
efforts de formation, qu’ils soient formels ou informels.
14871
koninklijk besluit.
Art. 12. De collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2007
betreffende vormingsinitiatieven voor risicogroepen wordt opgeheven.
20 februari 2008.
J. PIETTE
J. PIETTE
Art. 12. La convention collective de travail du 20 avril 2007 relative
aux initiatives de formation pour les groupes à risque est annulée.
*
FEDERALE OVERHEIDSDIENST
SOCIALE ZEKERHEID
SERVICE PUBLIC FEDERAL
SECURITE SOCIALE
N. 2008 — 788
[C − 2008/22131]
14 FEBRUARI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 11 oktober 2007 van het
Paritair Subcomité voor de vlasbereiding tot vaststelling van de
vakantiedata voor 2008
F. 2008 — 788
[C − 2008/22131]
11 octobre 2007 de la Sous-commission paritaire de la préparation
du lin concernant la fixation des dates de vacances pour 2008
artikel 38, eerste lid, 4°;
Gelet op de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de
werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, inzonderheid op artikel 8;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de
algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, inzonderheid op artikel 63, eerste
lid;
Gelet op het verzoek van het paritair subcomité voor de vlasbereiding waarbij de algemeen verbindend verklaring wordt gevraagd voor
de beslissing van 11 oktober 2007 betreffende de vaststelling van de
vakantiedata voor 2008;
et les commissions paritaires, notamment l’article 38, alinéa 1er, 4°;
Vu les lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs salariés,
coordonnées le 28 juin 1971, notamment l’article 8;
Vu l’arrêté royal du 30 mars 1967 déterminant les modalités générales
d’exécution des lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs
salariés, notamment l’article 63, alinéa 1er;
Vu la demande de la sous-commission paritaire de la préparation du
lin de rendre obligatoire la décision du 11 octobre 2007 concernant la
fixation des dates de vacances pour 2008;
Arrête :
Besluit :
overgenomen beslissing van 11 oktober 2007 van het paritair subcomité
voor de vlasbereiding betreffende de vaststelling van de vakantiedata
voor 2008.
Article 1er. Est rendue obligatoire la décision reprise en annexe du
11 octobre 2007 de la sous-commission paritaire de la préparation du lin
concernant la fixation des dates de vacances pour 2008.
besluit.
présent arrêté.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
J. PIETTE
J. PIETTE
Bijlage
Annexe
Paritair Subcomité voor de vlasbereiding
Sous-commission paritaire de la préparation du lin
Beslissing van 11 oktober 2007
Décision du 11 octobre 2007
Toepassingsgebied
Artikel 1. Deze beslissing is van toepassing op alle werkgevers,
werklieden en werksters van de ondernemingen voor de vlasbereiding
die onder de bevoegdheid ressorteren van het paritair subcomité van
de vlasbereiding.
Champ d’application
Article 1er. La présente décision est applicable à tous les employeurs,
ouvriers et ouvrières des entreprises de la préparation du lin, qui
ressortissent à la compétence de la sous-commission paritaire de la
préparation du lin.
West-Vlaanderen-Henegouwen
Art. 2. In de ondernemingen gevestigd in de provincies WestVlaanderen en Henegouwen en ressorterend onder de bevoegdheid
van het paritair subcomité voor de vlasbereiding, wordt de hoofdvakantie tijdens het jaar 2008 aan de rechthebbende werklieden en
werksters verleend in navolgende periode :
van dinsdag 22 juli tot en met zaterdag 16 augustus 2008 : geldig voor
deze gelegen in het arrondissement Kortrijk en de provincie Henegouwen.
Flandre occidentale-Hainaut
Art. 2. Dans les entreprises situées dans les provinces de Flandre
occidentale et Hainaut et qui ressortissent à la compétence de la
sous-commission paritaire de la préparation du lin, les vacances
principales sont octroyées en 2008 aux ouvriers et ouvrières bénéficiaires, à la période suivante :
du mardi 22 juillet au samedi 16 août 2008 inclus : valable pour celles
situées dans l’arrondissement de Courtrai et de la province Hainaut.
14872
van maandag 16 juni tot en met zaterdag 5 juli 2008 : geldig voor deze
gelegen in de arrondissementen Roeselare-Tielt, Oostende en VeurneDiksmuide.
van dinsdag 22 juli tot en met zaterdag 9 augustus 2008 : geldig voor
deze gelegen in het arrondissement Ieper.
Art. 3. De overige verlofdagen zullen verleend worden op, in
gemeenschappelijk overleg tussen de werkgever en de werknemers,
vastgestelde data.
du lundi 16 juin au samedi 5 juillet 2008 inclus : valable pour celles
situées dans les arrondissements de Roulers-Tielt, Ostende et FurnesDixmude.
du mardi 22 juillet au samedi 9 août 2008 inclus : valable pour celles
situées dans l’arrondissement d’Ypres.
Art. 3. Les jours de vacances restants seront accordés à des dates
fixées de commun accord entre l’employeur et les travailleurs.
Oost-Vlaanderen
Art. 4. In de ondernemingen gevestigd in de provincie OostVlaanderen en ressorterend onder de bevoegdheid van het paritair
subcomité voor de vlasvezelbereiding, wordt de hoofdvakantie tijdens
het jaar 2008 aan de rechthebbende werklieden en werksters verleend
in navolgende periode :
van maandag 19 mei tot en met zaterdag 24 mei 2008 : geldig voor
deze gelegen in het arrondissement Gent-Eeklo.
van maandag 9 juni tot en met zaterdag 14 juni 2008 : geldig voor
deze gelegen in het arrondissement Sint-Niklaas.
van maandag 16 juni tot en met zaterdag 21 juni 2008 : geldig voor
deze gelegen in het arrondissement Oudenaarde.
De tweede week vakantie wordt onmiddellijk vóór of onmiddellijk
na deze vastgestelde hoofdvakantie verleend, zodanig dat zij hiermee
slechts één vakantieperiode uitmaakt.
vastgestelde data.
Flandre orientale
Art. 4. Dans les entreprises qui ressortissent à la compétence de la
sous-commission paritaire de la préparation du lin et qui sont situées
dans la province de Flandre orientale, les vacances principales sont
octroyées en 2008 aux ouvriers et ouvrières bénéficiaires, à la période
suivante :
du lundi 19 mai au samedi 24 mai 2008 inclus : valable pour celles
situées dans l’arrondissement de Gand-Eeklo.
du lundi 9 juin au samedi 14 juin 2008 inclus : valable pour celles
situées dans l’arrondissement de Saint-Nicolas.
du lundi 16 juin au samedi 21 juin 2008 inclus : valable pour celles
situées dans l’arrondissement d’Audenarde.
La deuxième semaine de vacances sera octroyée immédiatement
avant ou immédiatement après les vacances principales fixées ci-dessus,
de façon à ne former avec celles-ci qu’une seule période de vacances.
Overige streken van het land
Art. 6. In de overige streken van het land zal in de ondernemingen
welke ressorteren onder de bevoegdheid van het paritair subcomité
voor de vlasbereiding, een hoofdvakantie worden verleend aan de
rechthebbende werklieden en werksters van twee weken, zijnde van
23 juni 2008 tot en met zaterdag 5 juli 2008.
vastgestelde data.
Autres régions du pays
Art. 6. Dans les entreprises ressortissant à la sous-commission
paritaire de la préparation du lin, situées dans les autres régions du
pays, il est accordé aux ouvriers et ouvrières bénéficiaires, une période
de vacances principales de deux semaines du 23 juin 2008 au samedi
5 juillet 2008 inclus.
Slijters
Art. 8. De vakantie van de slijters dient verleend te worden na de
terugkeer van de slijtcampagne, in zoverre de hoofdvakantie nog niet
werd genomen.
Arracheurs de lin
Art. 8. Les vacances des arracheurs de lin sont octroyées après le
retour de la campagne d’arrachage, pour autant que les vacances
principales n’aient pas été prises.
Afwijkingen
Art. 9. In afwijking van de bepaling van artikel 2 tot en met artikel 7
van de beslissing van het NPSC Vlasbereiding inzake de vaststelling
van de vakantiedata 2008, wordt voor de volgende ondernemingen
deze periode van hoofdvakantie toegestaan :
N.V. ALBERT DECLERCQ
Brugstraat 54
8930 Lauwe
van 28/07/2008 tot en met 22/08/2008;
N.V. CASTELLINS
Drieslaan 4
8560 Moorsele
van 28/07/2008 tot en met 22/08/2008;
B.V.B.A. GALLE Patric
Vijvestraat 33
8720 Oeselgem
van 22/07/2008 tot en met 16/08/2008;
N.V. PROCOTEX CORPORATION
Rue Théodor Klüber 8
7711 DOTTIGNIES
van 28/07/2008 tot en met 16/08/2008;
N.V. SPILLEBEEN
Abelestraat 10
8870 Izegem
van 22/07/2008 tot en met 09/08/2008;
N.V. DELINCO
D’Hoyestraat 25
9870 Olsene
van 04/08/2008 tot en met 09/08/2008;
Dérogations
Art. 9. Par dérogation aux dispositions de l’article 2 à l’article 7 inclus
de la décision de la SCPN Préparation du lin concernant la fixation des
dates de vacances 2008, cette période de vacances principale est
accordée aux entreprises suivantes :
S.A. ALBERT DECLERCQ
Brugstraat 54
8930 Lauwe
du 28/07/2008 au 22/08/2008 inclus;
S.A. CASTELLINS
Drieslaan 4
8560 Moorsele
du 28/07/2008 au 22/08/2008 inclus;
S.P.R.L. GALLE Patric
Vijvestraat 33
8720 Oeselgem
du 22/07/2008 au 16/08/2008 inclus;
S.A. PROCOTEX CORPORATION
Rue Théodor Klüber 8
7711 DOTTIGNIES
du 28/07/2008 au 16/08/2008 inclus;
S.A. SPILLEBEEN
Abelestraat 10
8870 Izegem
du 22/07/2008 au 09/08/2008 inclus;
S.A. DELINCO
D’Hoyestraat 25
9870 Olsene
du 04/08/2008 au 09/08/2008 inclus;
N.V. VANNESTE Jos
Kortrijksesteenweg 283
8530 Harelbeke
van 22/07/2008 tot en met 14/08/2008;
N.V. DEBRUYNE
Pittemsestraat 26
8850 Ardooie
van 30/06/2008 tot en met 26/07/2008;
B.V.B.A. GHEKIERE Daniël
Rollegemkapelsestraat 67 A
8880 Sint-Eloois-Winkel
van 01/08/2008 tot en met 29/08/2008;
B.V.B.A. PICAVET Vlas
Rotsstraat 11
9870 Olsene
van 18/07/2008 tot en met 16/08/2008.
De overige verlofdagen zullen verleend worden op, in gemeenschappelijk overleg tussen de werkgever en de werknemers, vastgestelde
data.
Art. 10. In afwijking van de bepalingen van artikel 2 tot en met artikel
9 is het toegelaten de stoker-roter drie dagen vóór het einde van de
hoofdvakantie tewerk te stellen.
Art. 11. Het laden, vervoer en lossen van strovlas van de oogst 2008
is toegelaten tijdens de vakantieperioden bepaald bij de vorige artikelen
met dien verstande dat de hoofdvakantie moet geëerbiedigd worden.
Art. 12. Buiten de in artikel 9 voorziene afwijkingen kan het bureau
van het paritair subcomité voor de vlasbereiding, voor uitzonderlijk
plots gerezen omstandigheden afwijking toestaan inzake de vakantiedata.
Deze omstandigheden dienen onmiddellijk aan de voorzitter van het
paritair subcomité en aan de in het paritair subcomité vertegenwoordigde vakbondsorganisaties medegedeeld te worden. De omstandigheden dienen van ernstige economische of technische aard te zijn.
De aanvragen tot afwijking, ingevolge hoger geciteerde omstandigheden, dienen ten minste drie weken vóór de aanvraag van de voor
bedoelde onderneming bepaalde vakantieperiode bij de voorzitter van
het paritair subcomité voor de vlasbereiding ingediend te worden en
dienen een nieuw voorstel van vakantieperiode te omvatten of te
vermelden.
14873
S.A. VANNESTE Jos
Kortrijksesteenweg 283
8530 Harelbeke
du 22/07/2008 au 14/08/2008 inclus;
S.A. DEBRUYNE
Pittemsestraat 26
8850 Ardooie
du 30/06/2008 au 26/07/2008 inclus;
S.P.R.L. GHEKIERE Daniël
Rollegemkapelsestraat 67 A
8880 Sint-Eloois-Winkel
du 01/08/2008 au 29/08/2008 inclus;
S.P.R.L. PICAVET Vlas
Rotsstraat 11
9870 Olsene
du 18/07/2008 au 16/08/2008 inclus.
Les jours de vacances restants seront accordés à des dates fixées de
commun accord entre l’employeur et les travailleurs.
Art. 10. Par dérogation aux dispositions des articles 2 à 9 inclus, il est
permis d’occuper le chauffeur-rouisseur trois jours avant la fin des
vacances principales.
Art. 11. Le chargement, le transport et le déchargement du lin en
paille de la moisson 2008 sont autorisés pendant les périodes de
vacances fixées aux articles ci-dessus, pourvu que les vacances
principales soient respectées.
Art. 12. A l’exception des dérogations prévues à l’article 9, le bureau
de la sous-commission paritaire de la préparation du lin peut accorder
une dérogation concernant les dates de vacances pour des circonstances
exceptionnelles imprévues.
Ces circonstances imprévues doivent être signalées immédiatement
au président de la sous-commission paritaire et aux organisations
syndicales représentées au sein de cette sous-commission paritaire. Les
circonstances doivent avoir un caractère économique ou technique
sérieux.
Les demandes de dérogation, suite aux circonstances citées ci-dessus
doivent être introduites auprès du président de la sous-commission
paritaire de la préparation du lin au moins trois semaines avant le
début de la période de vacances fixée pour l’entreprise concernée et
doivent comprendre ou mentionner une nouvelle proposition de
période de vacances.
Slotbepaling
Art. 13. Deze beslissing treedt in werking op 1 januari 2008 en heeft
uitwerking tot en met 31 december 2008.
14 februari 2008.
Disposition finale
Art. 13. La présente décision entre en vigueur le 1er janvier 2008 et est
d’application jusqu’au 31 décembre 2008 inclus.
J. PIETTE
J. PIETTE
*
SOCIALE ZEKERHEID
N. 2008 — 789
[C − 2008/22130]
14 FEBRUARI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 23 oktober 2007 van het
Paritair Subcomité van de betonindustrie betreffende de vaststelling van de vakantiedata voor het jaar 2008
SECURITE SOCIALE
F. 2008 — 789
[C − 2008/22130]
23 octobre 2007 de la Sous-commission paritaire de l’industrie du
béton concernant la fixation des dates de vacances pour l’année 2008
artikel 38, eerste lid, 4;
et les commissions paritaires, notamment l’article 38, alinéa 1er, 4;
Vu les lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs salariés
lid;
14874
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de betonindustrie waarbij de algemeen verbindend verklaring wordt gevraagd voor
de beslissing van 23 oktober 2007 betreffende de vaststelling van de
vakantiedata voor het jaar 2008;
Vu la demande de la sous-commission paritaire de l’industrie du
béton de rendre obligatoire la décision du 23 octobre 2007 concernant la
fixation des dates de vacances pour l’année 2008;
overgenomen beslissing van 23 oktober 2007 van het Paritair Subcomité
van de betonindustrie betreffende de vaststelling van de vakantiedata
voor het jaar 2008.
Article 1er. Est rendue obligatoire la décision reprise en annexe du
23 octobre 2007 de la sous-commission paritaire de l’industrie du béton
concernant la fixation des dates de vacances pour l’année 2008.
besluit.
présent arrêté.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
J. PIETTE
J. PIETTE
Bijlage
Annexe
Paritair subcomité voor de betonindustrie
Sous-commission paritaire de l’industrie du béton
Beslissing van 23 oktober 2007
tot vaststelling van de collectieve vakantiedata voor 2008
Artikel 1. Huidige beslissing is van toepassing op de werkgevers en
arbeiders van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité van
de betonindustrie ressorteren.
Onder « arbeiders » verstaat men de arbeiders en de arbeidsters.
Art. 2. Volgende collectieve vakantiedata worden in 2008 verplicht
vastgelegd :
drie opeenvolgende weken vast te leggen op ondernemingsvlak en te
nemen tussen maandag 7 juli en vrijdag 1 augustus 2008;
maandag 10 november 2008 in vervanging van Allerheiligen op 1
november;
Art. 3. Met enerzijds het akkoord van het ondernemingshoofd, en
anderzijds dat van de ondernemingsraad, of bij ontstentenis van een
ondernemingsraad dat van de syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis van de syndicale afvaardiging dat van de meerderheid van de
betrokken arbeiders, kan er worden beslist om in de onderneming
bijkomende collectieve vakantiedagen vast te leggen.
Art. 4. Een afwijking van de collectief vastgelegde data kan worden
toegestaan door een beperkt comité ingesteld door het Paritair
Subcomité.
De onderneming die een afwijking wil verkrijgen, voor alle personeelsleden of een gedeelte ervan, moet het akkoord van het betrokken
personeel krijgen. De aanvraag moet vóór 15 mei 2008 worden
ingediend bij de patronale organisatie, die gelast is de aanvraag bij het
Beperkt Comité aanhangig te maken.
De aanvraag moet volgende punten bevatten :
- de data die de oorspronkelijke data vervangen;
- de reden van de vervanging;
- indien het een gedeelte van het personeel betreft, de naam van de
betrokkenen;
- een kopie van het ondertekende advies van de ondernemingsraad
of de syndicale afvaardiging of de meerderheid van de betrokken
arbeiders.
14 februari 2008.
Décision du 23 octobre 2007
fixant les dates de vacances collectives annuelles en 2008
Article 1er. La présente décision s’applique aux employeurs et aux
ouvriers des entreprises ressortissant à la sous-commission paritaire de
l’industrie du béton.
L’on entend par « ouvriers », les ouvriers et les ouvrières.
Art. 2. Les vacances collectives sont obligatoirement fixées en 2008
aux dates suivantes :
trois semaines consécutives à fixer au niveau d’entreprise et à
prendre entre le lundi 7 juillet et le vendredi 1 août 2008;
lundi 10 novembre 2008 en remplacement de la Toussaint du 1er
novembre;
Art. 3. Avec l’accord du chef d’entreprise d’une part et celui du
conseil d’entreprise d’autre part, ou à défaut de ce dernier celui de la
délégation syndicale, ou à défaut de cette dernière celui de la majorité
des ouvriers intéressés, des journées supplémentaires de vacances
collectives peuvent être fixées au sein de l’entreprise.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
J. PIETTE
J. PIETTE
Art. 4. Des dérogations aux dates fixées collectivement peuvent être
accordées par un comité restreint institué par la sous-commission
paritaire.
Les entreprises qui souhaitent une telle dérogation, pour l’ensemble
de leur personnel ou pour une partie d’entre eux, doivent obtenir
l’accord du personnel intéressé. La demande doit être introduite avant
le 15 mai 2008 auprès de l’organisation patronale qui se charge d’en
saisir le Comité restreint.
La demande doit comporter les renseignements suivants :
- les dates qui remplaceront les dates initiales;
- la raison du remplacement;
- au cas où il s’agit d’une partie du personnel, le nom des intéressés;
- une copie de l’avis signé du conseil d’entreprise ou de la délégation
syndicale ou de la majorité des ouvriers intéressés.
14875
SOCIALE ZEKERHEID
SECURITE SOCIALE
N. 2008 — 790
[C − 2008/22129]
14 FEBRUARI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 19 december 2007 van het
Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk betreffende de vaststelling van de vakantiedata voor het jaar 2008
F. 2008 — 790
[C − 2008/22129]
19 décembre 2007 de la Commission paritaire de l’industrie textile
et de la bonneterie concernant la fixation des dates de vacances
pour l’année 2008
artikel 38, eerste lid, 4°;
lid;
Gelet op het verzoek van het paritair comité voor de textielnijverheid
en het breiwerk waarbij de algemeen verbindend verklaring wordt
gevraagd van de beslissing van 19 december 2007 betreffende de
vaststelling van de vakantiedata voor 2008.
et les commissions paritaires, notamment l’article 38, alinéa 1er, 4°;
Vu les lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs salariés
Vu la demande de la commission paritaire de l’industrie textile et de
la bonneterie de rendre obligatoire la décision du 19 décembre 2007
concernant la fixation des dates de vacances pour 2008.
overgenomen beslissing van 19 december 2007 van het paritair comité
voor de textielnijverheid en het breiwerk betreffende de vaststelling van
de vakantiedata voor 2008.
Article 1er. Est rendue obligatoire, la décision reprise en annexe du
19 décembre 2007 de la commission paritaire de l’industrie textile et de
la bonneterie concernant la fixation des dates de vacances pour 2008.
besluit.
présent arrêté.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
J. PIETTE
J. PIETTE
Bijlage
Annexe
Paritair comité voor de textielnijverheid en het breiwerk
Beslissing van paritair comité van 19 december 2007
Décision de la Commission paritaire du 19 décembre 2007
Vaststelling van de data van de hoofdvakantie voor het jaar 2008
A. Toepassingsgebied
Artikel 1. De hieronder vermelde regels zijn van toepassing op al de
ondernemingen die ressorteren onder het paritair comité voor de
textielnijverheid en het breiwerk, en op al de arbeiders en arbeidsters in
die ondernemingen tewerkgesteld, met uitsluiting van de ondernemingen die vallen onder de bevoegdheid van de paritaire subcomités.
B. Week van de hoofdvakantie
Art. 2. In de ondernemingen gevestigd in de hierna aangeduide
provincies, arrondissementen en gemeenten wordt de week van de
hoofdvakantie toegekend op de volgende data :
Provincie Limburg – van 21/07 tot 27/07
uitgezonderd N.V. Ralos en N.V. Spindor, (beslissing O.R.);
Arrondissement Aalst - van 07/07 tot 13/07
uitgezonderd, N.V. Denderland-Martin, N.V. Berry Yarns Ninove,
B.V.B.A. Cantaert en N.V. Röchling Automotive Gijzegem (beslissing
O.R.), N.V. Jean ALAN, N.V. Etn. De Sadeleer & Van Wilder en N.V.
Decca (akkoord S.A.) B.V.B.A. Moeremans, N.V. Nilorn Nominette
Ruga, B.V.B.A. Geeroms–Amant, N.V. Artemis, Beeckman Company
B.V.B.A en B.V.B.A. Neckebroeck Passementerie (akkoord werknemers);
Arrondissement Dendermonde - van 07/07 tot 13/07
uitgezonderd de gemeente Hamme, deelgemeente Moerzeke niet
inbegrepen, uitgezonderd N.V. Ontex te Buggenhout, N.V. Desso,
afdeling Dendermonde en Waasmunster, N.V. Microfibres, N.V. De
Saedeleir, N.V. Bonar Technical Fabrics Zele en N.V. Domo Zele
(beslissing O.R.), N.V. Bekintex, N.V. Tissage de Kalken en N.V. La
Zeloise (akkoord werknemers);
Arrondissement Eeklo - van 21/07 tot 27/07
Arrondissement Gent - van 21/07 tot 27/07
Fixation des dates des vacances principales pour l’année 2008
A. Champ d’application
Article 1er. Les règles citées ci-après sont applicables à toutes les
entreprises qui relèvent de la commission paritaire de l’industrie textile
et de la bonneterie, et à tous les ouvriers et ouvrières occupés dans ces
entreprises, excepté les entreprises ressortissant des sous-commissions
paritaires.
B. Semaine de vacances principales
Art. 2. Dans les entreprises situées dans les provinces, arrondissements et communes cités ci-après, la semaine de vacances principale est
octroyée aux dates suivantes :
Province de Limbourg - du 21/07 au 27/07
sauf S.A. Ralos et S.A. Spindor (décision C.E.);
Arrondissement d’Alost - du 07/07 au 13/07
sauf S.A. Denderland-Martin, S.A. Berry Yarns Ninove, S.P.R.L.
Cantaert et S.A. Röchling Automotive Gijzegem (décision C.E.), S.A.
Jean ALAN, S.A. Etn. De Sadeleer & Van Wilder et S.A. Decca (accord
D.S.), S.P.R.L. Moeremans, S.A. Nilorn Nominette Ruga, S.P.R.L.
Geeroms–Amant, S.A. Artemis, Beeckman Company S.P.R.L. et S.P.R.L.
Neckebroeck Passementerie (accord travailleurs);
Arrondissement de Termonde - du 07/07 au 13/07
sauf la commune de Hamme, l’ancienne commune de Moerzeke non
comprise, sauf S.A. Ontex à Buggenhout, S.A. Desso, division Termonde et Waasmunster, S.A. Microfibres, S.A. De Saedeleir, S.A. Bonar
Technical Fabrics Zele et S.A. Domo Zele (décision C.E.), S.A. Bekintex,
S.A. Tissage de Kalken et S.A. La Zeloise (accord travailleurs);
Arrondissement d’Eeklo - du 21/07 au 27/07
Arrondissement de Gand - du 21/07 au 27/07
14876
uitgezonderd N.V. Liebaert te Deinze (beslissing O.R.);
Arrondissement Kortrijk-Waregem - van 28/07 tot 03/08
uitgezonderd N.V. Bekaert Textiles, N.V. Flanders Spinning Mill
Company en N.V. Bekaert Decoration Textiles (beslissing O.R.);
Arrondissement Mechelen - van 07/07 tot 13/07
behalve N.V. De Wit (akkoord werknemers);
Arrondissement Oudenaarde - van 21/07 tot 27/07
uitgezonderd N.V. Domo Oudenaarde productievestiging Oudenaarde (beslissing O.R.) en N.V. Laraco (akkoord werknemers);
Arrondissement Roeselare-Tielt - van 22/07 tot 27/07
Behalve N.V. Orotex, N.V. Orotuft, N.V. Libeltex en N.V. Balta (St.
Baafsvijve) (beslissing O.R.);
Arrondissement Sint-Niklaas - van 07/07 tot 13/07
uitgezonderd de gemeenten Lokeren en Temse en de firma’s N.V.
Domo Oudenaarde productie vestiging Sint-Niklaas en N.V. Filteint
(beslissing O.R.), N.V. Texla, (akkoord S.A.), N.V. MT Breigoederen,
N.V. Waesland en N.V. Breigoederen Lucien De Poortere (akkoord
werknemers);
Arrondissement Turnhout – van 30/06 tot 06/07
Gemeenten :
Deurne - van 30/06 tot 06/07;
Hamme - van 21/07 tot 27/07 :
uitgezonderd deelgemeente Moerzeke;
Hulshout - van 16/06 tot 22/06 :
uitgezonderd Recticel Bedding (akkoord O.R.);
Lokeren - van 04/08 tot 10/08 :
uitgezonderd N.V. Helioscreen (te regelen op ondernemingsvlak);
Merksem – van 07/07 tot 13/07;
Temse - van 16/06 tot 22/06 :
uitgezonderd deelgemeente Tielrode en N.V. Keramab en N.V. Van
Riel (akkoord werknemers) van 02/06 tot 08/06.
Art. 3. Onafgezien het feit dat voor sommige ondernemingen geen
datum voor de week van de hoofdvakantie hierboven wordt vastgesteld, moet de week van de hoofdvakantie collectief verleend worden.
Indien in bepaalde ondernemingen, waarvoor geen vakantiedatum
hierboven is vermeld, het beginsel van collectieve sluiting bij het
vaststellen der data voor de week van de hoofdvakantie niet wordt
nageleefd, dan worden deze onwettelijk op ondernemingsvlak vastgestelde data voor deze eerste week van rechtswege vervangen door deze
vastgesteld voor de week van de hoofdvakantie voor de textielnijverheid van de streek.
Bij betwisting over wat onder ″streek″ moet begrepen worden, zal de
zaak door het bureau van het paritair comité beslecht worden.
C. Tweede week vakantie
Art. 4. De tweede week vakantie moet toegekend worden hetzij
onmiddellijk vóór, hetzij onmiddellijk na de week van de hoofdvakantie, tenzij daarvan afgeweken wordt bij akkoord tussen de werkgever
en de werknemersorganisaties.
D. Derde en vierde week vakantie
Art. 5. De derde en vierde week vakantie worden in principe niet met
de periode van de hoofdvakantie samengevoegd, tenzij de partijen er
anders over beslissen.
De derde en vierde week vakantie kunnen individueel genomen
worden door iedere arbeider of arbeidster in de gevallen waar de
partijen over geen collectieve vakantie beslissen.
In de ondernemingen waar meer dan één dag van de derde en vierde
week vakantie individueel wordt genomen, zal een register bijgehouden worden waarin de dag of dagen van deze derde en vierde week
vakantie door iedere arbeider of arbeidster effectief genomen, nominatief worden ingeschreven.
De ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de syndicale afvaardiging,
of bij ontstentenis van deze laatste, de vertegenwoordigers van de
textielvakbonden, zal van dit register op 1 oktober kennis nemen.
Art. 6. Deze vakantiedagen kunnen over het gehele jaar gespreid
worden en samenvallen met stille tijden, ″bruggen″ of verlof voor
plaatselijke feesten.
Voor de dagen van de vierde week vakantie dienen de toekenningsmodaliteiten van die aard te zijn dat de globale aan de productie
bestede tijd maximaal wordt gevrijwaard.
sauf S.A. Liebaert à Deinze (décision C.E.);
Arrondissement de Courtrai-Waregem - du 28/07 au 03/08
sauf S.A. Bekaert Textiles, S.A. Flanders Spinning Mill Company et
S.A. Bekaert Décoration Textiles (décision C.E.);
Arrondissement de Malines - du 07/07 au 13/07
sauf S.A. De Wit (accord travailleurs);
Arrondissement d’Audenarde - du 21/07 au 27/07
sauf S.A. Domo Oudenaarde siège d’exploitation Audenarde (décision C.E.) et S.A. Laraco (accord travailleurs);
Arrondissement de Roulers-Tielt - du 22/07 au 27/07
Sauf S.A. Orotex, S.A. Orotuft, S.A. Libeltex et S.A. Balta (St.
Baafsvijve) (décision C.E.);
Arrondissement de Saint-Nicolas - du 07/07 au 13/07
sauf les communes de Lokeren et Tamise et les firmes S.A. Domo
Audenarde, siège d’exploitation St. Nicolas et S.A. Filteint (décision
C.E.), S.A. Texla (accord D.S.), S.A. MT Breigoederen, S.A. Waesland et
S.A. Breigoederen Lucien De Poortere (accord travailleurs);
Arrondissement de Turnhout - du 30/06 au 06/07
Communes :
Deurne - du 30/06 au 06/07;
Hamme - du 21/07 au 27/07 :
sauf ancienne commune de Moerzeke;
Hulshout - du 16/06 au 22/06 :
sauf Recticel Bedding (accord C.E.);
Lokeren – du 04/08 au 10/08 :
sauf Helioscreen (à régler au niveau de l’entreprise);
Merksem - du 07/07 au 13/07;
Tamise - du 16/06 au 22/06 :
sauf l’ancienne commune de Tielrode et S.A. Keramab, et S.A. Van
Riel (accord travailleurs) du 02/06 au 08/06.
Art. 3. Indépendamment du fait que pour certaines entreprises,
aucune date de vacances n’ait été fixée ci-dessus pour la semaine de
vacances principales, cette semaine doit être octroyée d’une façon
collective.
Si dans certaines entreprises pour lesquelles aucune date de vacances
n’est citée ci-dessus, le principe de la fermeture collective n’avait pas été
respecté en fixant les dates de la semaine de vacances principales, ces
dates, arrêtées illégalement sur le plan de l’entreprise, seront remplacées de droit pour cette première semaine par celles fixées pour la
semaine de vacances principales pour l’industrie textile de la région.
En cas de désaccord au sujet de ce qu’il faut entendre par « région »
le litige sera tranché par le bureau de la commission paritaire.
C. Deuxième semaine de vacances
Art. 4. La deuxième semaine de vacances doit être octroyée soit
immédiatement avant, soit immédiatement après la première semaine
de vacances, sauf dérogation par accord entre l’employeur et les
organisations de travailleurs.
D. Troisième et quatrième semaines de vacances
Art. 5. La troisième et la quatrième semaines de vacances ne sont pas,
en principe, accolées à la période des vacances principales, à moins que
les parties n’en décident autrement.
La troisième et la quatrième semaines de vacances peuvent être
prises individuellement par chaque ouvrier ou ouvrière dans les cas où
les parties ne décident pas de vacances collectives.
Dans les entreprises où plus d’un jour de la troisième et de la
quatrième semaines de vacances est pris individuellement, il sera établi
un registre dans lequel sera indiqué nominativement le ou les jours de
la troisième et de la quatrième semaines de vacances pris effectivement
par chaque ouvrier ou ouvrière.
Le conseil d’entreprise, ou à défaut, la délégation syndicale, ou à son
défaut, les représentants des organisations syndicales de l’industrie
textile, prendra connaissance de ce registre au 1er octobre.
Art. 6. Ces jours de vacances peuvent être étalés sur toute l’année et
coïncider avec des temps morts, des « ponts » ou des congés pour fêtes
locales.
Les modalités d’octroi pour les jours de la quatrième semaine de
vacances seront telles qu’elles sauvegardent au maximum le temps
global consacré à la production.
14877
Art. 7. Waar partijen beslissen de derde en vierde week vakantie
collectief te nemen, kan dit geschieden per sectie of afdeling van de
onderneming.
E. Algemene bepalingen
Art. 8. Van het beginsel van collectieve sluiting voor de eerste week
of desgevallend voor de tweede week vakantie, kan uitdrukkelijk
afgeweken worden voor de arbeiders en arbeidsters die belast zijn met
de onderhouds-, herstellings- en toezichtwerken en in het algemeen
voor al de arbeiders en arbeidsters wier aanwezigheid vereist is wegens
de bijzondere functie die zij moeten verzekeren.
In dit geval moeten de nodige schikkingen worden genomen opdat
de betrokken personeelsleden hun vakantie zouden genieten binnen de
door de wet vastgestelde periode op de data bepaald bij rechtstreeks
akkoord tussen de partijen.
Art. 9. Ieder geschil betreffende de draagwijdte of de interpretatie
van deze beslissing zal kunnen voorgelegd worden aan het bureau van
het paritair comité.
14 februari 2008.
Art. 7. Si des parties décident de prendre les jours de la troisième et
de la quatrième semaine de vacances d’une façon collective, ceci peut se
faire par section ou division d’entreprise.
E. Dispositions générales
Art. 8. Il peut être dérogé expressément au principe de la fermeture
collective prévu pour la première semaine ou éventuellement pour la
deuxième semaine de vacances à l’égard des ouvriers et ouvrières
occupés aux travaux d’entretien, de réparation et de surveillance, et en
général, de tous les ouvriers et ouvrières dont la présence est
indispensable en raison des fonctions spéciales qu’ils assument.
Dans ce cas, les dispositions nécessaires doivent être prises pour que
le personnel intéressé puisse prendre ses vacances dans la période fixée
par la loi aux dates établies par accord direct entre les parties.
ALBERT
ALBERT
Art. 9. Toute contestation relative à la portée ou à l’interprétation de
la présente décision pourra être déférée au bureau de la commission
paritaire.
Van Koningswege :
Par le Roi :
J. PIETTE
J. PIETTE
*
SOCIALE ZEKERHEID
SECURITE SOCIALE
N. 2008 — 791
[C − 2008/22133]
globale begroting van de financiële middelen voor het hele Rijk
voor de verstrekkingen inzake medische beeldvorming in 2007 in
het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging
F. 2008 — 791
[C − 2008/22133]
financiers pour l’ensemble du Royaume pour les prestations en
matière d’imagerie médicale en 2007 dans le cadre de l’assurance
soins de santé obligatoire
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994,
inzonderheid op artikel 59, eerste lid, en op het artikel 69, § 1,
vervangen bij de wet van 24 december 2002; gewijzigd bij de wet van
27 december 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 oktober 1992 tot uitvoering van
artikel 69, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994,
gewijzigd bij koninklijk besluit van 15 mei 1995;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor
geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en
invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 4 juni 2007;
Gelet op het advies van de Algemene raad van de verzekering voor
5 november 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van
11 januari 2008;
Gelet op het advies 44.068/1 van de Raad van State, gegeven op
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,
Vu la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et
indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, notamment l’article 59,
alinéa 1er; et l’article 69, § 1er, remplacé par la loi du 24 décembre 2002;
modifié par la loi du 27 décembre 2004;
Artikel 1. De globale begroting van de financiële middelen voor het
hele Rijk voor de verstrekkingen inzake medische beeldvorming
bedoeld in artikel 17 en artikel 17bis van de bijlage bij het koninklijk
besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van
de geneeskundige verstrekkingen bedraagt, voor het jaar 2007,
777.390.000 euro, namelijk 229.128.000 euro voor de hiervoor bedoelde
verstrekkingen inzake medische beeldvorming verleend aan in een
ziekenhuis opgenomen rechthebbenden en 548.262.000 euro voor de
hiervoor bedoelde verstrekkingen inzake medische beeldvorming
verleend aan niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden.
Vu l’arrêté royal du 22 octobre 1992 portant exécution de l’article 69,
§ 1er, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et
indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, modifié par l’arrêté royal du
15 mai 1995;
Vu l’avis du Comité de l’assurance soins de santé de l’Institut
national d’assurance maladie-invalidité, émis le 4 juin 2007;
Vu l’avis du Conseil général de l’assurance soins de santé de l’Institut
Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 5 novembre 2007;
Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 11 janvier 2008;
Vu l’avis 44.068/1 du Conseil d’Etat, donné le 14 février 2008, en
Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique et de l’avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en
Conseil,
Article 1er. Le budget global des moyens financiers pour l’ensemble
du Royaume pour les prestations en matière d’imagerie médicale visées
à l’article 17 et à l’article 17bis figurant en annexe à l’arrêté royal du
14 septembre 1984 fixant la nomenclature des prestations de santé,
s’élève pour 2007 à 777.390.000 euros, à savoir 229.128.000 euros pour
les prestations en matière d’imagerie médicale visées ci-avant et
dispensées à des bénéficiaires hospitalisés et 548.262.000 euros pour les
prestations en matière d’imagerie médicale visées ci-avant et dispensées à des bénéficiaires non hospitalisés.
14878
Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is
belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 3. Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
est chargée de l’exécution du présent arrêté.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX
La Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
Mme L. ONKELINX
*
SOCIALE ZEKERHEID
N. 2008 — 792
[C − 2008/22132]
globale begroting van de financiële middelen voor het hele Rijk
voor de verstrekkingen inzake klinische biologie in 2007 in het
kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging
SECURITE SOCIALE
F. 2008 — 792
[C − 2008/22132]
financiers pour l’ensemble du Royaume pour les prestations en
matière de biologie clinique en 2007 dans le cadre de l’assurance
soins de santé obligatoire
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994,
inzonderheid op artikel 59, eerste lid;
Vu la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et
indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, notamment l’article 59,
alinéa 1er;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor
Vu l’avis du Comité de l’assurance soins de santé de l’Institut
Gelet op het advies van de Algemene raad van de verzekering voor
invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 18 juin 2007;
Vu l’avis du Conseil général de l’assurance soins de santé de l’Institut
5 november 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van
11 januari 2008;
Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 11 janvier 2008;
Gelet op het advies 44.067/1 van de Raad van State, gegeven op
Vu l’avis 44.067/1 du Conseil d’Etat, donné le 14 février 2008, en
application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er , 1°, des lois coordonnées sur
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,
Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique et de l’avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en
Conseil,
Artikel 1. De globale begroting van de financiële middelen voor het
hele Rijk voor de verstrekkingen inzake klinische biologie, bedoeld in
de artikelen 3, 18, § 2, B, e), en 24 van de bijlage bij het koninklijk besluit
van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de
geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, beloopt, voor het jaar 2007 1.028.823.000 euro, namelijk
500.659.000 euro voor de hiervoor bedoelde verstrekkingen inzake
klinische biologie, verleend aan in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, en 528.164.000 euro voor de hiervoor bedoelde verstrekkingen inzake klinische biologie, verleend aan niet in een ziekenhuis
opgenomen rechthebbenden.
Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is
belast met de uitvoering van dit besluit.
Article 1er. Le budget global des moyens financiers pour l’ensemble
du Royaume pour les prestations en matière de biologie clinique visées
aux articles 3, 18, § 2, B, e), et 24 de l’annexe à l’arrêté royal du
14 septembre 1984 fixant la nomenclature des prestations de santé en
matière d’assurance maladie-invalidité obligatoire s’élève, pour
l’année 2007, à 1.028.823.000 euro, à savoir 500.659.000 euro pour les
prestations en matière de biologie clinique visées ci-avant et dispensées
à des bénéficiaires hospitalisés et 528.164.000 euro pour les prestations
en matière de biologie clinique visées ci-avant et dispensées à des
bénéficiaires non hospitalisés.
Art. 3. Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
est chargée de l’exécution du présent arrêté.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX
La Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
Mme L. ONKELINX
GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION
GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE
VLAAMSE OVERHEID
N. 2008 — 793
[C − 2008/35403]
15 FEBRUARI 2008. — Besluit van de Vlaamse Regering houdende nadere bepalingen aangaande de inventarisatie
van gegevens in het kader van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de
verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen
De Vlaamse Regering,
Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;
Gelet op het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door
nitraten uit agrarische bronnen, inzonderheid op artikel 4, § 1, 14, § 5, 23, §§ 5 en 7, en 24 § 5;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 december 2007;
Gelet op het advies 43.974/3 van de Raad van State, gegeven op 15 januari 2008, met toepassing van artikel 84,
§ 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;
Na beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
1° minister : de Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu;
2° perceelsnummer : het nummer dat bij de laatste registratie van het betrokken perceel landbouwgrond in het
GBCS aan dat perceel werd toegekend;
3° het GBCS : het GBCS, als vermeld in artikel 2, 14°, van het decreet van 22 december 2006 tot inrichting van een
gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, waarbij het GBCS de afkorting is van het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem;
4° de bevoegde instantie : de bevoegde instantie, als vermeld in artikel 2, § 1, van het besluit van de Vlaamse
Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van
landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid;
5° het vervoerbesluit : het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot het bepalen van de nadere regels
voor het vervoer van meststoffen en houdende uitvoering van artikel 8, § 5, 3°, van het decreet van 22 december 2006
houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen;
6° de verzamelaanvraag : de verzamelaanvraag, als vermeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering
van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers,
exploitaties en landbouwgrond in het kader van het mestbeleid en van het landbouwbeleid;
7° diervoeder : iedere stof die de nutriënten P2O5 of N bevat en die bestemd kan zijn om gevoederd te worden aan
een van de diercategorieën als vermeld in de tabel in artikel 27, § 1, van het Mestdecreet;
8° perceelsgroep : twee of meer percelen waarop eenzelfde gewas of gewascombinatie wordt geteeld en die qua
bodemtype en bemestingspraktijk homogeen zijn. Worden in ieder geval niet beschouwd als een perceelsgroep met een
homogene bemestingspraktijk : percelen waarop een verschillende periode voor het op of in de bodem brengen van
meststoffen, als vermeld in artikel 8 van het Mestdecreet, of verschillende maximale bemestingsnormen, overeenkomstig de artikelen 13, 16, 17, 18, en 86, van het Mestdecreet, van toepassing zijn. Opdat twee of meer percelen grasland
tot eenzelfde perceelsgroep zouden kunnen behoren, dienen deze in elk geval :
a) hetzij allemaal enkel gemaaid te worden;
b) hetzij allemaal begraasd te worden met al dan niet één of meerdere sneden gemaaid.
HOOFDSTUK II. — De berekening van de gemiddelde veebezetting
Art. 2. § 1. Ter uitvoering van artikel 23, § 7, van het Mestdecreet, wordt de gemiddelde veebezetting van een
exploitatie in een bepaald kalenderjaar bepaald door, voor alle diersoorten uitgezonderd de diersoort Runderen, per
diercategorie de som te maken van de gemiddelde veebezetting van elk van de dierregisters die in dat kalenderjaar
voor die exploitatie bijgehouden zijn, en, voor wat betreft de diersoort Runderen, door de in Sanitel voor dat
kalenderjaar voor die exploitatie geregistreerde gegevens om te rekenen.
§ 2. De gemiddelde veebezetting van een dierregister van het type maandregister, wordt bepaald door per
diercategorie de som te nemen van de 12 geregistreerde maandgemiddelden en deze vervolgens te delen door 12.
§ 3. De gemiddelde veebezetting van een dierregister van het type veranderingsregister, wordt bepaald door voor
elk dier dat vermeld is in een van de dierregister die in dat kalenderjaar voor die exploitatie bijgehouden zijn, te
bepalen tot welke diercategorie dat dier behoort en hoeveel dagen dat dier in het desbetreffende kalenderjaar op de
exploitatie aanwezig was. Wanneer een dier in de loop van een kalenderjaar van diercategorie gewijzigd is, wordt voor
elk van de diercategorieën dat het betreffende dier in het voorbije kalenderjaar geweest is, bepaald hoeveel dagen dat
dier in die diercategorie op die exploitatie aanwezig is geweest.
De aldus bekomen aantallen dagen worden per diercategorie opgeteld, en gedeeld door het aantal kalenderdagen
van het desbetreffende kalenderjaar.
14879
14880
§ 4. De gemiddelde veebezetting van een dierregister van het type ronderegister, wordt bepaald door per
diercategorie de som te nemen van :
— het aantal dieren dat op 1 januari op de exploitatie aanwezig was;
— voor elk van de rondes die in de loop van dat kalenderjaar gestart zijn, het aantal dieren dat bij de start van de
ronde aanwezig was;
— voor elk van de rondes die in de loop van dat kalenderjaar beëindigd zijn, het aantal dieren dat bij het einde
van de ronde aanwezig was;
— het aantal dieren dat op 31 december op de exploitatie aanwezig was.
De aldus bekomen totalen, per diercategorie, dienen gedeeld te worden door twee, vervolgens vermenigvuldigd
te worden met het aantal dagen dat er volgens het dierregister dieren van die diercategorie aanwezig waren, en
tenslotte gedeeld te worden door het aantal kalenderdagen van dat bepaald kalenderjaar.
§ 5. Voor de omrekening van de in Sanitel voor dat kalenderjaar voor die exploitatie geregistreerde gegevens,
wordt voor elk dier dat volgens de in Sanitel geregistreerde gegevens in de loop van het betrokken kalenderjaar op de
betrokken exploitatie gehouden is, bepaald tot welke diercategorie dat dier behoort en hoeveel dagen dat dier in het
desbetreffende kalenderjaar op de exploitatie aanwezig was. Wanneer een dier in de loop van een kalenderjaar van
diercategorie gewijzigd is, wordt voor elk van de diercategorieën dat het betreffende dier in het voorbije kalenderjaar
geweest is, bepaald hoeveel dagen dat dier in die diercategorie op die exploitatie aanwezig is geweest.
De aldus bekomen aantallen dagen worden per diercategorie opgeteld, en gedeeld door het aantal kalenderdagen
van het desbetreffende kalenderjaar.
§ 6. Er wordt afgerond op een geheel getal volgens de regel elk getal na de komma lager dan 5 naar beneden en
elk getal na de komma gelijk of hoger dan 5 naar boven.
HOOFDSTUK III. — De aangiftes
Art. 3. § 1. Elke aangifteplichtige landbouwer, landbouwer met groeimedium en landbouwer gevestigd buiten het
Vlaamse Gewest, als vermeld in artikel 23, § 1, 1°, 5° en 7° van het Mestdecreet, moet op unieke wijze als landbouwer
geïdentificeerd zijn in het GBCS.
§ 2. Elke aangifteplichtige landbouwer en landbouwer met groeimedium, als vermeld in artikel 23, § 1, 1° en 5° van
het Mestdecreet, doet elk jaar, per exploitatie, naast de gegevens vermeld in artikel 23, § 5, van het Mestdecreet,
minstens aangifte bij de Mestbank van de volgende gegevens :
1° de identificatiegegevens van de exploitant van de betrokken exploitatie, zoals opgenomen in het GBCS.
Hieronder wordt verstaan de naam, het adres, in voorkomend geval de geboortedatum, het telefoonnummer en het
ondernemingsnummer van de exploitant van de betrokken exploitatie;
2° het staltype of de staltypes waarin de dieren op de betrokken exploitatie worden gehouden, evenals per staltype,
het gemiddeld aantal dieren, gespecificeerd naar diercategorie, dat gedurende het afgelopen kalenderjaar in het
betrokken staltype werd gehouden;
3° de op de betrokken exploitatie geproduceerde hoeveelheid spuiwater, uitgedrukt in kg N, evenals de
vermelding van het soort luchtwassysteem dat op de betrokken exploitatie gebruikt wordt;
4° indien het op de betrokken exploitatie geproduceerde spuiwater een nabehandeling ondergaat op de betrokken
exploitatie waardoor de stikstof in het spuiwater omgezet wordt in N2, het aantal liter spuiwater dat nabehandeld is
geworden evenals het resultaat van deze nabehandeling;
5° de tot de exploitatie behorende oppervlakte groeimedium;
6° de voor eigen gebruik geteelde maïs, voedergranen, en voederbieten, uitgedrukt in hectare;
7° de aangekochte oppervlakte maïs, uitgedrukt in hectare;
8° de aangekochte hoeveelheid perspulp van suikerbieten, uitgedrukt in ton;
9° in voorkomend geval de op de eigen exploitatie geproduceerde hoeveelheid dierlijke mest die op de eigen
exploitatie verwerkt werd.
Voor de berekening in een bepaald kalenderjaar van de op de betrokken exploitatie geproduceerde hoeveelheid
spuiwater, uitgedrukt in kg N, als vermeld in het eerste lid, 3°, wordt het verschil tussen de stand van de
spuiwatermeter op 1 januari en op 31 december, in voorkomend geval omgerekend naar liter, vermenigvuldigd met de
gemiddelde concentratie aan stikstof in het spuiwater, zoals blijkt uit de analyses uitgevoerd overeenkomstig de S-lijst :
Lijst van technieken die de uitgaande stallucht zuiveren, van Bijlage I bij het Ministerieel besluit van 19 maart 2004
houdende vaststelling van de lijst van ammoniakemissiearme stalsystemen in uitvoering van artikel 1.1.2 en artikel
5.9.2.1bis van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake
milieuhygiëne. Deze analyses dienen op de exploitatie bijgehouden te worden.
Voor de berekening in een bepaald kalenderjaar van het resultaat van de nabehandeling, als vermeld in het eerste
lid, 4°, wordt de hoeveelheid vloeistof die men overhield na de nabehandeling, uitgedrukt in liter, vermenigvuldigd
met de overeenkomstige concentratie aan stikstof. Voor het bepalen van de overeenkomstige concentratie aan stikstof,
dient de landbouwer gebruik te maken van het gemiddelde van minstens twee door een krachtens artikel 62, § 6,
erkend laboratorium, in het betreffende kalenderjaar, conform het compendium, als vermeld in artikel 62, § 7, van het
Mestdecreet, uitgevoerde analyses. Deze analyses dienen op de exploitatie bijgehouden te worden.
Voor de berekening in een bepaald kalenderjaar van de oppervlakte groeimedium, als vermeld in artikel 23, § 1,
5°, van het Mestdecreet, en in het eerste lid, 5°, wordt de effectieve oppervlakte groeimedium voor het telen van
gewassen genomen. De rijpaden en de ruimtes tussen de teelten worden meegerekend.
Ingeval van meerdere teeltlagen wordt de oppervlakte van elke teeltlaag opgeteld voor het bekomen van de
effectieve oppervlakte. Als het maximum aantal lagen dat op enig moment in het betrokken kalenderjaar in de
betreffende bedrijfsruimte of op het betreffende perceel, aanwezig was, groter is dan 1, wordt het resultaat van de
vermenigvuldiging met 10 % verminderd.
Onder de voor eigen gebruik geteelde maïs, voedergranen, en voederbieten, uitgedrukt in hectare, als vermeld in
het eerste lid, 6°, wordt verstaan het aantal hectare landbouwgrond die op 1 januari tot de exploitatie behoorde en
waarop maïs, voedergranen, of voederbieten, als hoofdteelt geteeld werd, verminderd met de oppervlakte
landbouwgrond, uitgedrukt in hectare, waarvan de maïs, voedergranen, of voederbieten, als voeder gebruikt worden
in een andere bedrijf dan datgene waartoe de betrokken exploitatie behoort.
Onder de aangekochte oppervlakte maïs, uitgedrukt in hectare, als vermeld in het eerste lid, 7°, wordt verstaan het
aantal hectare landbouwgrond die op 1 januari tot een exploitatie, die deel uitmaakt van een ander bedrijf, behoorde
en waarop maïs als hoofdteelt geteeld werd, maar waarvan de maïsopbrengst van deze landbouwgronden als voeder
gebruikt wordt in het eigen bedrijf. Ingeval de overeenkomst die hieromtrent werd opgemaakt, niet gespecificeerd is
in aantal hectaren maïs, maar in aantal ton maïs, dient, voor de omrekening naar hectaren, het aantal ton maïs, gedeeld
te worden door 45.
Voor de berekening in een bepaald kalenderjaar van de door een installatie, als vermeld in het eerste lid, 9°, op de
eigen exploitatie verwerkte hoeveelheid dierlijke mest, die op de eigen exploitatie geproduceerd werd, dient de
betrokken landbouwer een balans op te maken, gestaafd door analyses, uitgevoerd door een krachtens artikel 62, § 6,
erkend laboratorium, in het betreffende kalenderjaar, conform het door de Mestbank beheerde methodenboek met
bemonsterings- en analysemethodes voor meststoffen, bodem en diervoeders in het kader van het Mestdecreet, zoals
bedoeld in artikel 62, § 7, van het Mestdecreet. Deze analyses dienen op de exploitatie bijgehouden te worden. De
minister kan nadere regels bepalen aangaande de balans en de analyses, nodig ter staving van deze balans.
§ 3. In uitvoering van artikel 23, § 5, van het Mestdecreet, doet de aangifteplichtige landbouwer die gevestigd is
buiten het Vlaamse Gewest doch waarvan een gedeelte van de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond
binnen het Vlaamse Gewest gelegen is, als vermeld in artikel 23, § 1, 7°, van het Mestdecreet, jaarlijks, aangifte bij de
Mestbank van minstens de volgende gegevens :
1° het adres van al de tot het bedrijf behorende exploitaties, die gelegen zijn buiten het Vlaamse Gewest;
2° de naam, het adres, in voorkomend geval de geboortedatum, het telefoonnummer en het ondernemingsnummer
van de exploitant van de exploitaties, als vermeld in 1°;
3° voor wat betreft de gegevens vermeld in artikel 23, § 5, van het Mestdecreet, enkel de gegevens als vermeld in
artikel 23, § 5, 5°, 6°, 7° en 10°, van het Mestdecreet, voor wat betreft al de tot het bedrijf behorende landbouwgronden
die gelegen zijn in het Vlaamse Gewest;
4° de gegevens met betrekking tot de dierlijke mest die geproduceerd werd op een van de tot het bedrijf behorende
exploitaties, gelegen buiten het Vlaamse Gewest, en die opgebracht werd op de tot het bedrijf behorende
landbouwgronden die gelegen zijn in het Vlaamse Gewest. De landbouwer vermeldt hiervoor de soort dierlijke mest,
de hoeveelheid dierlijke mest, uitgedrukt in ton, evenals de naam en het adres van de betrokken mestvoerder of de
betrokken mestvoerders;
5° de gegevens met betrekking tot de andere meststoffen die geproduceerd werden op een van de tot het bedrijf
behorende exploitaties, gelegen buiten het Vlaamse Gewest, en die opgebracht werden op de tot het bedrijf behorende
landbouwgronden die gelegen zijn in het Vlaamse Gewest. De landbouwer vermeldt hiervoor de soort andere
meststoffen, de hoeveelheid andere meststoffen, uitgedrukt in ton, evenals de naam en het adres van de betrokken
mestvoerder of de betrokken mestvoerders.
§ 4. De aangifteplichtigen, als vermeld in artikel 23, § 1, 1°, 5° of 7°, van het Mestdecreet dienen de gegevens,
vermeld in artikel 23, § 5, 3° en 4°, van het Mestdecreet, gespecificeerd per soort mest, aan te geven.
De Mestbank maakt lijsten op waarin de verschillende soorten luchtwassystemen, als vermeld in § 2, 3°, de
verschillende soorten dierlijke mest, als vermeld in § 3, 4°, de verschillende soorten andere meststoffen, als vermeld in
§ 3, 5°, evenals de verschillende soorten mest, als vermeld in het eerste lid, zijn opgenomen en stelt deze ter beschikking
van de aangifteplichtigen. Wanneer de aangifteplichtige bij het invullen van zijn aangifte het soort luchtwassysteem,
de soort dierlijke mest, de soort andere meststoffen of de soort mest, moet specificeren, dient hij hiervoor gebruik te
maken van deze lijsten.
Art. 4. Elke aangifteplichtige uitbater van een mestverzamelpunt, als vermeld in artikel 23, § 1, 2° van het
Mestdecreet doet elk jaar, per mestverzamelpunt, minstens aangifte bij de Mestbank van de volgende gegevens :
van de uitbater van het betrokken mestverzamelpunt;
2° de soorten meststoffen die in het betrokken mestverzamelpunt opgeslagen worden;
3° de opslagcapaciteit van meststoffen op 1 januari van het lopende kalenderjaar, uitgedrukt in m3, en
gespecificeerd naar de soort meststoffen;
4° de opgeslagen hoeveelheid meststoffen op 1 januari van het lopende kalenderjaar, gespecificeerd naar de soort
meststoffen en uitgedrukt in m3, in kg stikstof en in kg difosforpentoxide. Voor het bepalen van de opgeslagen
hoeveelheid mest, uitgedrukt in kg stikstof en in kg difosforpentoxide, wordt gerekend op basis van de samenstelling
als vermeld in het register, bedoeld in artikel 24, § 3, van het Mestdecreet;
5° in voorkomend geval, de meststoffen die, in uitvoering van artikel 25, § 1, van het vervoerbesluit, vanuit de
betrokken uitbating in het vorige kalenderjaar afgevoerd werden, uitgedrukt in ton, in kg stikstof en in kg
difosforpentoxide en gespecificeerd naar de soort meststoffen, en de sector van bestemming van de betrokken
meststoffen;
6° in voorkomend geval, de meststoffen die, in uitvoering van artikel 25, § 1, van het vervoerbesluit, op de
betrokken uitbating in het vorige kalenderjaar ontvangen werden, uitgedrukt in ton, in kg stikstof en in kg
difosforpentoxide en gespecificeerd naar de soort meststoffen.
De Mestbank stelt een lijst op waarin de verschillende soorten meststoffen, als vermeld in het eerste lid, 2°, 3°, 4°,
5° en 6°, en de verschillende sectoren van bestemming, als vermeld in het eerste lid, 5°, zijn opgenomen en stelt deze
ter beschikking van de aangifteplichtigen. Wanneer de aangifteplichtige bij het invullen van zijn aangifte moet
specificeren over welke soort meststoffen het gaat of wat de sector van bestemming is, dient hij hiervoor gebruik te
maken van deze lijsten.
De aangifteplichtige voegt bij zijn aangifte een kopie van het register als vermeld in artikel 24, § 3, van het
Mestdecreet, evenals in voorkomend geval, een kopie van het register als vermeld in artikel 25, § 1, van het
vervoerbesluit.
14881
14882
Art. 5. Elke aangifteplichtige uitbater van een bewerkings- of verwerkingseenheid, als vermeld in artikel 23, § 1,
3° van het Mestdecreet doet elk jaar, per bewerkings- of verwerkingseenheid, minstens aangifte bij de Mestbank van
de volgende gegevens :
1° de naam, het adres, in voorkomend geval de geboortedatum, het telefoonnummer en het Ondernemingsnummer van de uitbater van de betrokken bewerkings- of verwerkingseenheid;
2° het type van activiteit dat op de betrokken uitbating uitgeoefend wordt;
3° de soorten meststoffen die op de betrokken uitbating in het vorige kalenderjaar ontvangen werden, uitgedrukt
in ton, in kg stikstof en in kg difosforpentoxide;
4° de soorten grondstoffen andere dan meststoffen die op de betrokken uitbating in het vorige kalenderjaar
ontvangen werden, uitgedrukt in ton, in kg stikstof en in kg difosforpentoxide;
5° de afgewerkte producten die vanuit de betrokken uitbating in het vorige kalenderjaar afgevoerd werden,
uitgedrukt in ton, in kg stikstof en in kg difosforpentoxide en gespecificeerd naar de soort afgewerkte producten, de
regio van bestemming en de sector van bestemming van de betrokken afgewerkte producten;
gespecificeerd naar de soort meststoffen;
meststoffen en uitgedrukt in m3, in kg stikstof en in kg difosforpentoxide;
8° de opslagcapaciteit van grondstoffen andere dan meststoffen op 1 januari van het lopende kalenderjaar,
uitgedrukt in m3, en gespecificeerd naar de soort grondstoffen andere dan meststoffen;
9° de opgeslagen hoeveelheid grondstoffen andere dan meststoffen op 1 januari van het lopende kalenderjaar,
gespecificeerd naar de soort grondstoffen andere dan meststoffen en uitgedrukt in m3, in kg stikstof en in kg
difosforpentoxide;
10° de opslagcapaciteit van afgewerkte producten op 1 januari van het lopende kalenderjaar, uitgedrukt in m3, en
gespecificeerd naar de soort afgewerkte producten;
11° de opgeslagen hoeveelheid afgewerkte producten op 1 januari van het lopende kalenderjaar, gespecificeerd
naar de soort afgewerkte producten en uitgedrukt in m3, in kg stikstof en in kg difosforpentoxide;
meststoffen;
De Mestbank maakt lijsten op waarin de verschillende types van activiteiten, als vermeld in het eerste lid, 2°, de
verschillende soorten meststoffen, als vermeld in het eerste lid, 3°, 6°, 7°, 12° en 13°, de verschillende soorten
grondstoffen andere dan meststoffen, als vermeld in het eerste lid, 4°, 8° en 9°, de verschillende soorten afgewerkte
producten, als vermeld in het eerste lid, 5°, 10° en 11°, de verschillende regio’s van bestemming, als vermeld in het
eerste lid, 5°, en de verschillende sectoren van bestemming, als vermeld in het eerste lid, 5° en 12°, zijn opgenomen en
stelt deze ter beschikking van de aangifteplichtigen. Wanneer de aangifteplichtige bij het invullen van zijn aangifte het
type van activiteit, de soort meststoffen, de soort grondstoffen andere dan meststoffen, het soort afgewerkt product, de
regio van bestemming of de sector van bestemming moet specificeren, dient hij hiervoor gebruik te maken van deze
lijsten.
De aangifteplichtige voegt bij zijn aangifte een kopie van het register als vermeld in artikel 24, § 3, van het
Mestdecreet, een kopie van de nutriëntenbalans, als vermeld in artikel 5.28.3.2.4., § 2, van het VLAREM II, evenals in
voorkomend geval, een kopie van het register als vermeld in artikel 25, § 1, van het vervoerbesluit.
Art. 6. Elke aangifteplichtige producent of verdeler van andere meststoffen, als vermeld in artikel 23, § 1, 4°, van
het Mestdecreet doet elk jaar, per uitbating, minstens aangifte bij de Mestbank van de volgende gegevens :
van de uitbater van de betrokken uitbating;
2° de hoeveelheid andere meststoffen die in het vorige kalenderjaar op de betrokken uitbating geproduceerd
werden, uitgedrukt in ton, in kg stikstof en in kg difosforpentoxide, gespecificeerd naar de soort andere meststoffen en
met vermelding van de overeenkomstige meststofcode;
3° de opslagcapaciteit van andere meststoffen op 1 januari van het lopende kalenderjaar, uitgedrukt in m3, en
gespecificeerd naar de soort andere meststoffen;
4° de opgeslagen hoeveelheid andere meststoffen op 1 januari van het lopende kalenderjaar, gespecificeerd naar de
soort andere meststoffen en uitgedrukt in m3, in kg stikstof en in kg difosforpentoxide.
De Mestbank maakt lijsten op waarin de verschillende soorten andere meststoffen, als vermeld in het eerste lid, 2°,
3° en 4°, en de verschillende meststofcodes, als vermeld in het eerste lid, 2°, zijn opgenomen en stelt deze ter
beschikking van de aangifteplichtigen. Wanneer de aangifteplichtige bij het invullen van zijn aangifte de soort andere
meststoffen of de meststofcode moet specificeren, dient hij hiervoor gebruik te maken van deze lijsten.
Art. 7. Elke aangifteplichtige producent, verdeler, importeur of exporteur van kunstmest, als vermeld in artikel 23,
§ 1, 6°, van het Mestdecreet doet elk jaar, per uitbating, minstens aangifte bij de Mestbank van de volgende gegevens :
van de uitbater van de betrokken uitbating of van de betrokken importeur of exporteur;
2° de soorten kunstmest die vanuit de betrokken uitbating in het vorige kalenderjaar afgevoerd werden, uitgedrukt
in ton, in kg stikstof en in kg difosforpentoxide en gespecificeerd naar de soort kunstmest, de regio van bestemming
en de sector van bestemming van de betrokken afgewerkte producten.
De Mestbank maakt lijsten op waarin de verschillende soorten kunstmest, als vermeld in het eerste lid, 2°, de
verschillende regio ’s van bestemming, als vermeld in het eerste lid, 2°, en de verschillende sectoren van bestemming,
als vermeld in het eerste lid, 2°, zijn opgenomen en stelt deze ter beschikking van de aangifteplichtigen. Wanneer de
aangifteplichtige bij het invullen van zijn aangifte de soort meststoffen, de soort kunstmest, de regio van bestemming
of de sector van bestemming moet specificeren, dient hij hiervoor gebruik te maken van deze lijsten.
De aangifteplichtige voegt bij zijn aangifte een kopie van het register als vermeld in artikel 24, § 2, eerste lid, van
het Mestdecreet.
Art. 8. In uitvoering van artikel 23, § 7, van het Mestdecreet, wordt de aangifteplicht voor producenten,
invoerders of verkopers van diervoeders, als vermeld in artikel 23, § 1, 8°, van het Mestdecreet, beperkt tot eenieder
die diervoeders of bestanddelen voor diervoeders levert aan landbouwers en die :
1° hetzij diervoeders produceert op een in het Vlaamse Gewest gelegen uitbating en in het kader van Verordening
(EG) Nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor
diervoederhygiëne bij het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen erkend of geregistreerd is als
producent van diervoeders;
2° hetzij diervoeders invoert die geproduceerd zijn door een producent die in het kader van Verordening (EG)
Nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor
diervoederhygiëne hetzij bij het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen, hetzij bij de bevoegde
autoriteit van een andere lidstaat, erkend of geregistreerd is als producent van diervoeders;
3° hetzij diervoeders of bestanddelen voor diervoeders verkoopt die geproduceerd zijn door een producent van
diervoeders, als vermeld in 1°, 2°, 5° en 6°;
4° hetzij perspulp van suikerbieten levert aan landbouwers, gelegen in het Vlaamse Gewest.
5° hetzij diervoeders onder de vorm van brijvoeders produceert;
6° hetzij diervoeders onder de vorm van producten uit de voedingsindustrie produceert.
De producenten, invoerders of verkopers van diervoeders, als vermeld in het eerst lid, doen elk jaar, per uitbating
of per invoerder, minstens aangifte bij de Mestbank van de volgende gegevens :
van de uitbater van de betrokken uitbating of van de betrokken invoerder;
2° de aanduiding of het gaat om een uitbating waar diervoeders worden geproduceerd, om een uitbating waar
diervoeders worden verkocht of om een invoerder van diervoeders;
3° de diervoeders die vanuit de betrokken uitbating in het vorige kalenderjaar afgevoerd werden naar
landbouwers, uitgedrukt in ton, in kg ruw eiwit en in kg difosforpentoxide en gespecificeerd naar de identiteit van de
afnemer. Hierbij dient eveneens vermeld te worden of het een voeder betreft waarvan de fabrikant in het kader van de
productnormering een wijziging van de P2O5 of N-uitscheiding heeft gewaarborgd, als vermeld in artikel 26, § 2, 1°,
van het Mestdecreet.
Onder identiteit van de afnemer, als vermeld in het tweede lid, 3°, wordt verstaan de naam, het adres en in
voorkomend getal het exploitatienummer van de landbouwer die de betrokken diervoeders heeft ontvangen.
Art. 9. Elke erkende mestvoerder, als vermeld in artikel 23, § 1, 9°, van het Mestdecreet doet elk jaar, per uitbating,
minstens aangifte bij de Mestbank van de volgende gegevens :
gespecificeerd naar de soort meststoffen, evenals hetzij voor niet-verplaatsbare opslagen, de locatie waar deze
opslagcapaciteit gelegen is, hetzij, voor verplaatsbare opslagen, het erkenningsnummer, vermeld in de erkenningsbeslissing, als vermeld in artikel 14, § 3, van het vervoerbesluit, dat aan deze opslag is toegekend geworden;
meststoffen en uitgedrukt in m3, in kg stikstof en in kg difosforpentoxide en gespecificeerd per opslag;
meststoffen;
De Mestbank stelt een lijst waarin de verschillende soorten meststoffen, als vermeld in het eerste lid, 1°, 2°, 3° en
4°, zijn opgenomen ter beschikking van de aangifteplichtigen. Wanneer de aangifteplichtige bij het invullen van zijn
aangifte moet specificeren over welke soort meststoffen het gaat, dient hij hiervoor gebruik te maken van deze lijst.
De aangifteplichtige voegt in voorkomend geval bij zijn aangifte een kopie van het register als vermeld in artikel 25, § 1, van het vervoerbesluit.
Art. 10. § 1. De aangifteplichtigen, als vermeld in artikel 23 van het Mestdecreet, dienen ten laatste op de eerste
werkdag na 15 februari, aangifte te doen bij de Mestbank. De Mestbank verstuurt aangifteformulieren aan de
aangifteplichtigen, als vermeld in artikel 23 van het Mestdecreet. De aangifteplichtigen, als vermeld in artikel 23, § 1,
van het Mestdecreet, die geen aangifteformulier hebben ontvangen, moeten bij de Mestbank uiterlijk op 1 februari van
het jaar waarnaar het aangiftejaar wordt genoemd een aangifteformulier aanvragen. Als de Mestbank de formulieren
niet voor 15 januari verstuurt, wordt aan de aangifteplichtigen voor het indienen van de aangifte uitstel verleend tot
uiterlijk de eerste werkdag na de eerstvolgende 15de van een maand, na het versturen van de formulieren. In afwijking
hiervan wordt wanneer het verschil tussen de datum van versturen van de formulieren en de eerste werkdag na de
eerstvolgende 15de van een maand geen 30 kalenderdagen bedraagt, aan de aangifteplichtigen voor het indienen van
de aangifte uitstel verleend tot uiterlijk de eerste werkdag na de tweede volgende 15e van een maand.
14883
14884
In afwijking van het eerste lid, doen de aangifteplichtigen, als vermeld in artikel 23, § 1, 1°, 5° en 7° van het
Mestdecreet, de aangifte van de gegevens, als vermeld in artikel 23, § 5, 6° en 7°, van het Mestdecreet, via de
verzamelaanvraag.
De minister kan bepalen dat een of meerdere aangiftegegevens, als vermeld in artikel 23, § 5, van het Mestdecreet
of in de artikelen 3 tot en met 9, door de Mestbank, op een andere wijze dan vermeld in het eerste of tweede lid,
verkregen zullen worden.
In afwijking van het eerste en het tweede lid, kan de Minister eveneens vastleggen dat bepaalde aangifteplichtigen
hun aangifte of een deel ervan op digitale wijze of via een door de Mestbank ter beschikking gesteld internetloket,
dienen te doen, en kan eveneens de nadere regels hieromtrent vastleggen.
§ 2. In afwijking van § 1, kan elke landbouwer die niet aangifteplichtig is volgens artikel 23, § 1, 1°, 5° en 7°, van
het Mestdecreet, éénmalig een aangifte doen van de gegevens als vermeld in artikel 23, § 5, 6° en 7°, van het
Mestdecreet. Hij moet hiervoor op unieke wijze als landbouwer geïdentificeerd zijn in het GBCS.
In geval de niet-aangifteplichtige landbouwer die éénmalig een aangifte heeft gedaan, als vermeld in het eerste lid,
de tot zijn exploitatie behorende oppervlakte landbouwgrond wijzigt of in geval hij zijn exploitatie stopzet, dient hij op
eigen initiatief de bevoegde instantie, binnen de drie maanden na de wijziging of de stopzetting, hiervan op de hoogte
te stellen. In geval van een wijziging van de tot de exploitatie behorende oppervlakte landbouwgrond, moet de
landbouwer opnieuw een verzamelaanvraag indienen.
Art. 11. De in artikel 23 van het Mestdecreet bedoelde aangiftes mogen, hetzij door één aangifteplichtige, hetzij
collectief door meerdere aangifteplichtigen, bij de Mestbank worden ingediend door middel van één of meerdere
digitale informatiedragers waarvan de conceptie en het systeem door de Mestbank is goedgekeurd of via een door de
Mestbank ter beschikking gesteld internetloket. Opdat een aangifteplichtige voor een bepaald aangiftejaar, de aangifte
kan indienen door middel van een of meerdere digitale informatiedragers, dient de conceptie en het systeem van de
betreffende digitale informatiedragers, door de Mestbank vóór 1 januari van het betreffende aangiftejaar goedgekeurd
te zijn.
Aangifteplichtigen die hun aangifte indienen door middel van een of meerdere digitale informatiedragers, moeten
bij deze informatiedragers evenwel een door henzelf of door hun respectieve volmachtdrager ondertekende verklaring
die de juistheid van de gegevens op de informatiedrager bevestigt, voegen. De minister kan bepalen dat
aangifteplichtigen die hun aangifte indienen via een door de Mestbank ter beschikking gesteld internetloket alsnog een
door henzelf of door hun respectieve volmachtdrager ondertekende verklaring die de juistheid van de gegevens
bevestigd, dienen over te maken aan de Mestbank.
De minister kan bepalen dat bepaalde aangifteplichtigen hun aangifte geheel of gedeeltelijk moeten indienen via
een door de Mestbank ter beschikking gesteld internetloket.
De aangifteplichtige bewaart een afschrift van elke aangifte, op de exploitatie of de uitbating waarop de aangifte
betrekking heeft.
Art. 12. § 1. Eenieder, die een uitbating of delen van een uitbating opstart of overneemt, of die zijn uitbating
dermate uitbreidt dat hij aangifteplichtig wordt overeenkomstig artikel 23 van het Mestdecreet, moet de Mestbank
hiervan schriftelijk op de hoogte stellen voor de opstart, de overname of de uitbreiding.
De aangifteplichtige levert op vraag van de Mestbank alle identificatiegegevens die de Mestbank nodig heeft.
§ 2. Eenieder die in de loop van een kalenderjaar, door het opstarten of overnemen van een uitbating of delen van
een uitbating of door het uitbreiden van zijn uitbating, een aangifteplichtige landbouwer, landbouwer met
groeimedium of landbouwer gevestigd buiten het Vlaamse Gewest, als vermeld in artikel 23, § 1, 1°, 5° of 7°, van het
Mestdecreet, wordt, dient zich als landbouwer laten identificeren in het GBCS of dient zijn bestaande identificatie in
het GBCS aan te passen.
Na de identificatie in het GBCS ontvangen de betrokken landbouwers een verzamelaanvraag waarop ze, voor het
betreffende kalenderjaar aangifte dienen te doen van de gegevens, als vermeld in artikel 23, § 5, 6° en 7°, van het
Mestdecreet. De betrokken landbouwer zendt deze ingevulde en ondertekende verzamelaanvraag, hetzij binnen de
maand na ontvangst, hetzij voor de voor het lopende kalenderjaar uiterste indieningsdatum van deze verzamelaanvraag, als vermeld in artikel 2, § 2, eerste lid, van het ministerieel besluit van 25 november 2005 betreffende de
vaststelling van de modaliteiten van het besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling
en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden, over
aan de bevoegde instantie.
HOOFDSTUK IV. — De registers
Afdeling I. — Het dierregister
Art. 13. § 1. Ter uitvoering van artikel 24, § 1, van het Mestdecreet, dient elke landbouwer, als vermeld in artikel 23, § 1, 1°, a), van het Mestdecreet voor elk van zijn exploitaties, voor elk van de diersoorten die hij gedurende het
afgelopen kalenderjaar op zijn exploitatie heeft gehouden, met uitzondering van de dieren die behoren tot de diersoort
Rundvee, per kalenderjaar, een dierregister bij te houden. De landbouwer heeft hierbij de keuze tussen drie
verschillende types van dierregister, zijnde een maandregister, een ronderegister of een veranderingsregister. Het
ronderegister kan echter enkel gebruikt worden voor diercategorieën, die gehouden worden volgens een rondesysteem.
§ 2. Ter uitvoering van artikel 24, § 1, van het Mestdecreet, dient elke landbouwer die dieren houdt doch waarvan
het bedrijf een productie aan dierlijke mest heeft, kleiner dan 300 kg P2O5, berekend overeenkomstig artikel 23, § 1, 1°,
a), van het mestdecreet, een dierregister bij te houden waarin hij de diersoort of diersoorten vermeldt die op zijn bedrijf
worden gehouden.
Art. 14. De landbouwer die gekozen heeft voor het dierregister, type maandregister, noteert na afloop van elke
maand, per diercategorie, hoeveel dieren van die diercategorie er de voorbije maand gemiddeld op de exploitatie
aanwezig waren.
Art. 15. § 1. De landbouwer die gekozen heeft voor het dierregister, type ronderegister, noteert voor elke ronde,
de starten de einddatum, het aantal dieren dat bij de start van de ronde opgezet werd en het aantal dieren dat op het
einde van de ronde nog aanwezig was. Wanneer er op 1 januari reeds een ronde lopende is, noteert de landbouwer in
het dierregister het aantal dieren dat op 1 januari in de exploitatie aanwezig is. Wanneer er op 31 december een ronde
lopende is, noteert de landbouwer in het dierregister het aantal dieren dat op 31 december in de exploitatie aanwezig
is.
§ 2. Wanneer een landbouwer op zijn exploitatie meerdere stallen of delen van stallen heeft waarin hij een
rondesysteem toepast, en de rondes in de verschillende stallen of delen van stallen niet steeds op hetzelfde tijdstip
starten, op hetzelfde tijdstip stoppen of betrekking hebben op dezelfde diercategorieën, dan dient de landbouwer voor
elke stal of deel van een stal een afzonderlijk dierregister, type ronderegister, bij te houden.
Art. 16. § 1. De landbouwer die gekozen heeft voor het dierregister, type veranderingsregister, noteert in het
dierregister het aantal dieren en de overeenkomstige diercategorieën die op 1 januari op de exploitatie aanwezig zijn
evenals elke verandering aangaande het aantal dieren en de diercategorieën die op de exploitatie aanwezig zijn.
Als een verandering aangaande het aantal dieren en de diercategorieën die op de exploitatie aanwezig zijn, wordt
aanzien :
elk dier dat de exploitatie levend verlaat;
elk dier dat op de exploitatie arriveert;
elke geboorte van een dier op de exploitatie;
elke dood van een dier op de exploitatie, met inbegrip van het slachten op de exploitatie zelf;
elke overgang van de ene diercategorie naar de andere.
§ 2. Voor elk van deze veranderingen noteert de landbouwer de datum, het aantal betrokken dieren, de betrokken
diercategorie en de aard van de verandering. Bij de overgang van de ene diercategorie naar de andere noteert de
landbouwer de diercategorie waartoe het betrokken dier na de overgang behoort.
Art. 17. De landbouwer noteert aanpassingen aan het dierregister hetzij ten laatste de dag na de dag waarin de
feiten die aanleiding gaven tot een aanpassing, gebeurden, hetzij, voor wat betreft het dierregister, type maandregister,
ten laatste 1 dag na het verstrijken van elke maand.
Afdeling II. — Het register voor producenten, verdelers, importeurs en exporteurs
van kunstmest en van andere meststoffen
Art. 18. § 1. Eenieder die een register dient bij te houden, als vermeld in artikel 24, § 2, van het Mestdecreet noteert
uiterlijk de dag na de ontvangst van meststoffen op zijn uitbating, het vertrek van meststoffen vanuit zijn uitbating, de
import van meststoffen of de export van meststoffen, de in de volgende leden bepaalde gegevens.
Per uitbating noteert hij voor alle meststoffen die vanuit zijn uitbating vertrekken :
1° wanneer de betrokken meststoffen niet op de uitbating zelf geproduceerd zijn, de exploitatie of de uitbating
waar de meststoffen geproduceerd werden, evenals de naam van de betrokken landbouwer of uitbater;
2° de exploitatie of de uitbating naar waar de meststoffen vertrekken, evenals de naam van de betrokken
landbouwer of uitbater. Wanneer de meststoffen naar verschillende exploitaties of uitbatingen vertrekken, dient voor
elk van de betrokken exploitaties of uitbatingen, het adres evenals de naam van de betrokken landbouwer of uitbater
genoteerd te worden;
3° de datum van transport. Wanneer de begin- en einddatum van het transport verschillen, dient zowel de beginals de einddatum vermeld te worden;
4° de hoeveelheid meststoffen, uitgedrukt in kg P2O5, in kg N en in ton die vanuit de uitbating vertrokken zijn,
evenals de soort meststoffen die vanuit de uitbating vertrokken zijn. Wanneer de meststoffen op verschillende plaatsen
gelost zijn, dienen voor elke losplaats vermeld te worden hoeveel meststoffen er gelost zijn;
5° de identificatie van de betrokken transporteur. Hieronder wordt verstaan, de naam, het adres en in
voorkomende geval het Mestbanknummer, van de betrokken transporteur.
Voor elke import van meststoffen noteert hij :
1° de exploitatie of de uitbating van waar de meststoffen afkomstig zijn, evenals de naam van de betrokken
landbouwer of uitbater;
4° de hoeveelheid meststoffen, uitgedrukt in kg P2O5, in kg N en in ton die geïmporteerd zijn, evenals de aard en
de vorm van de geïmporteerde meststoffen. Wanneer de meststoffen op verschillende plaatsen gelost zijn, dienen voor
elke losplaats vermeld te worden hoeveel meststoffen er gelost zijn;
5° indien de importeur niet zelf instaat voor het transport, de identificatie van de betrokken transporteur.
Hieronder wordt verstaan, de naam, het adres en in voorkomende geval het Mestbanknummer, van de betrokken
transporteur.
Voor elke export van meststoffen noteert hij :
1° de exploitatie of de uitbating van waar de meststoffen afkomstig zijn, evenals de naam van de betrokken
3° de laadplaats of wanneer de meststoffen op verschillende plaatsen geladen zijn, de laadplaatsen;
5° de hoeveelheid meststoffen, uitgedrukt in kg P2O5, in kg N en in ton die geëxporteerd zijn, evenals de soort
geëxporteerde meststoffen;
6° indien de exporteur niet zelf instaat voor het transport, de identificatie van de betrokken transporteur.
Hieronder wordt verstaan, de naam, het adres en in voorkomende geval het Mestbanknummer, van de betrokken
transporteur.
14885
14886
§ 2. In afwijking van § 1, dienen, als een van de documenten, als vermeld in hoofdstuk XI. De afzet en het vervoer
van meststoffen, van het Mestdecreet, is opgemaakt voor het vertrek, de ontvangst, de import of de export van
meststoffen, in het register enkel de volgende gegevens genoteerd te worden :
1° het nummer van het betrokken document;
2° in voorkomend geval, de datum waarop dat document bij de Mestbank is aangemeld;
3° de gegevens die overeenkomstig § 1 in het register genoteerd dienen te worden en die niet op het betrokken
document vermeld zijn.
Het betrokken document of een kopie ervan dient op de exploitatie bij het register bijgehouden te worden.
Afdeling III. — Het register voor uitbaters van een mestverzamelpunt, een bewerkings- of verwerkingseenheid,
als vermeld in artikel 24, § 3, van het Mestdecreet
Art. 19. § 1. Eenieder die een register dient bij te houden, als vermeld in artikel 24, § 3, van het Mestdecreet moet,
uiterlijk de dag na de ontvangst van meststoffen op zijn uitbating of na het vertrek van meststoffen vanuit zijn uitbating,
de in de volgende leden bepaalde gegevens noteren in een register.
Per uitbating noteert hij voor elke ontvangst van meststoffen :
1° de exploitatie of de uitbating waar de meststoffen geproduceerd werden, evenals de naam van de betrokken
2° indien de aanbieder van de meststof niet de persoon, vermeld in 1° is, de naam en het adres van de aanbieder
van de meststof;
3° de laadplaats of wanneer de meststoffen op verschillende plaatsen geladen zijn, de laadplaatsen;
5° de hoeveelheid meststoffen, uitgedrukt in kg P2O5, in kg N en in ton die hij ontvangen heeft, evenals de soort
ontvangen meststoffen;
voorkomende geval het Mestbanknummer van de betrokken transporteur.
Per uitbating noteert hij voor alle meststoffen die vanuit zijn uitbating vertrekken :
1° wanneer de betrokken meststoffen niet op de uitbating zelf geproduceerd zijn, de exploitatie of de uitbating
waar de meststoffen geproduceerd werden, evenals de naam van de betrokken landbouwer of uitbater;
4° de hoeveelheid meststoffen, uitgedrukt in kg P2O5, in kg N en in ton die vanuit de uitbating vertrokken zijn,
evenals de soort meststoffen die vanuit de uitbating vertrokken zijn;
voorkomende geval het Mestbanknummer, van de betrokken transporteur.
§ 2. In afwijking van § 1, tweede en vierde lid, dienen, als een van de documenten, als vermeld in hoofdstuk XI.
De afzet en het vervoer van meststoffen, van het Mestdecreet, is opgemaakt voor het vertrek of de ontvangst van
meststoffen, in het register enkel de volgende gegevens genoteerd te worden :
1° het nummer van het betrokken document;
2° in voorkomend geval, de datum waarop dat document bij de Mestbank is aangemeld;
3° de gegevens die overeenkomstig § 1, tweede en vierde lid, in het register genoteerd dienen te worden en die niet
op het betrokken document vermeld zijn.
Het betrokken document of een kopie ervan dient op de exploitatie bij het register bijgehouden te worden.
§ 3. Als de gehalten aan stikstof en difosforpentoxide, genoteerd in het register, vermeld in § 1, bepaald zijn op
basis van een of meerdere analyses, uitgevoerd door een krachtens artikel 62, § 6, erkend laboratorium, dient een kopie
van deze analyses, bij het register gevoegd te worden.
Afdeling IV. — Het Bemestingsregister op perceelsniveau voor landbouwers
Art. 20. § 1. Elke landbouwer, als vermeld in artikel 23, § 1, 1°, 5°, of 7°, van het Mestdecreet, houdt, per exploitatie
en per perceel of per perceelsgroep, een bemestingsregister bij.
§ 2. De landbouwers, als vermeld in § 1, noteren in hun bemestingsregister, elk gebruik van meststoffen.
In het geval van bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij begrazing door dieren afkomstig van de eigen
exploitatie, noteert de landbouwer :
1° de veebezetting op het betrokken perceel of de betrokken perceelsgroep. De landbouwer noteert hiervoor de
begin- en einddatum van de begrazingsperiode op het betrokken perceel en per diercategorie, het aantal dieren van de
betrokken diercategorie dat op het betrokken perceel graast;
2° de hoeveelheid dierlijke mest, uitgedrukt in kg P2O5 en kg N, die op het betrokken perceel of de betrokken
perceelsgroep is opgebracht;
3° de hoeveelheid dierlijke mest, uitgedrukt in kg P2O5 en kg N, die omgerekend per hectare is opgebracht.
In het geval van bemesting met dierlijke mest, geproduceerd op de eigen exploitatie, andere dan bemesting door
rechtstreekse uitscheiding bij begrazing, noteert de landbouwer :
1° de hoeveelheid dierlijke mest, uitgedrukt in ton, in kg P2O5 en in kg N, die op het betrokken perceel of de
betrokken perceelsgroep is opgebracht;
2° de hoeveelheid dierlijke mest, uitgedrukt in kg P2O5 en kg N, die omgerekend per hectare is opgebracht;
3° de datum waarop de bemesting is uitgevoerd.
In het geval van bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij begrazing door dieren afkomstig van een andere
exploitatie, noteert de landbouwer :
1° de veebezetting op het betrokken perceel of de betrokken perceelsgroep. De landbouwer noteert hiervoor de
begin- en einddatum van de begrazingsperiode op het betrokken perceel of de betrokken perceelsgroep en per
diercategorie, het aantal dieren van de betrokken diercategorie dat op het betrokken perceel of de betrokken
perceelsgroep graast;
2° de hoeveelheid dierlijke mest, uitgedrukt in kg P2O5 en kg N, die op het betrokken perceel of de betrokken
perceelsgroep is opgebracht;
4° de naam van de landbouwer tot wiens exploitatie de dieren behoren evenals de identificatie van deze
exploitatie.
In het geval van bemesting met dierlijke mest afkomstig van een andere exploitatie, andere dan bemesting door
rechtstreekse uitscheiding bij begrazing, noteert de landbouwer :
1° de hoeveelheid dierlijke mest, uitgedrukt in ton, in kg P2O5 en in kg N, die op het betrokken perceel of de
betrokken perceelsgroep is opgebracht;
3° de naam van de landbouwer van wiens exploitatie de dierlijke mest afkomstig is evenals de identificatie van
deze exploitatie;
4° de datum waarop de bemesting is uitgevoerd;
5° het nummer van het document, als vermeld in hoofdstuk XI. De afzet en het vervoer van meststoffen, van het
Mestdecreet, dat betrekking heeft op de betrokken bemesting.
§ 3. Bij gebruik van andere meststoffen, moet de notitie, in het register als vermeld in § 2, gebeuren door
vermelding van de datum, het nummer van het document, als vermeld in hoofdstuk XI. De afzet en het vervoer van
meststoffen, van het Mestdecreet, dat betrekking heeft op de betrokken bemesting en de hoeveelheid andere
meststoffen uitgedrukt in kg P2O5, in kg N en in ton andere meststoffen per bemesting en met de omrekening naar kg
P2O5 en naar kg N per hectare. Tevens dient de naam van de producent van de andere meststoffen en de identificatie
van de uitbating waar de andere meststoffen werden geproduceerd, in het register genoteerd te worden.
§ 4. Bij gebruik van kunstmest, moet de notitie, in het register als vermeld in § 2, gebeuren door vermelding van
de datum en de hoeveelheid kunstmest uitgedrukt in kg P2O5 en in kg N per hectare.
§ 5. Ingeval de dierlijke mest als vermeld in § 2, de andere meststoffen, als vermeld in § 3, of de kunstmest, als
vermeld in § 4, opgeslagen wordt op het betrokken perceel op de betrokken perceelsgroep via een tussenopslag op de
kopakker, moet dit eveneens vermeld worden in het register.
§ 6. De landbouwer dient het bemestingsregister ten laatste de dag na de bemesting, in te vullen.
Afdeling V. — Het aanvragen, invullen, bijhouden en bewaren van de registers
Art. 21. § 1. De Mestbank stelt registers ter beschikking van de registerplichtigen, als vermeld in artikel 24 van het
Mestdecreet. De betrokkene is verantwoordelijk voor het bijhouden van het register en is gehouden hetzij zelf een
register op te vragen bij de Mestbank indien het hem niet heeft bereikt voor 31 januari van het lopende productiejaar,
hetzij zelf een register op te maken. Het invullen van het register dient te gebeuren met onuitwisbare inkt.
Verbeteringen mogen enkel worden gemaakt door schrapping van de oorspronkelijk ingevulde gegevens en aanvulling
van de juiste gegevens.
De Mestbank kan een digitale versie van de desbetreffende formulieren ter beschikking stellen.
§ 2. Het register moet per exploitatie of per uitbating worden bijgehouden op de plaats waar de registerplichtige
activiteit uitgevoerd wordt. Voor het bemestingsregister op perceelsniveau wordt hieronder het adres van de exploitatie
waar de betrokken percelen toe behoren verstaan.
§ 3. Het register moet, samen met al de bescheiden nodig voor de staving ervan, zoals ondermeer de luiken van
de transportdocumenten die erop betrekking hebben, en de weegbonnen en analyseresultaten afgeleverd door erkende
laboratoria, als vermeld in artikel 62, § 6, van het Mestdecreet, bewaard worden op de plaats waar de registerplichtige
activiteit uitgevoerd wordt.
HOOFDSTUK V. — Overgangsbepalingen en slotbepalingen
Art. 22. In afwijking van artikel 10, kunnen de aangifteplichtigen, als vermeld in artikel 23 van het Mestdecreet,
in 2008, tot de eerste werkdag na 15 maart aangifte doen bij de Mestbank. Als de Mestbank de formulieren niet voor
15 februari 2008 verstuurt, wordt aan de aangifteplichtigen voor het indienen van de aangifte uitstel verleend tot
uiterlijk de eerste werkdag na de eerstvolgende 15de van een maand, na het versturen van de formulieren. In afwijking
hiervan wordt wanneer het verschil tussen de datum van versturen van de formulieren en de eerste werkdag na de
eerstvolgende 15de van een maand geen 30 kalenderdagen bedraagt, aan de aangifteplichtigen voor het indienen van
de aangifte uitstel verleend tot uiterlijk de eerste werkdag na de tweede volgende 15e van een maand.
Art. 23. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met
uitzondering van de artikelen 13 tot en met 20, die in werking treden op 1 januari 2009.
Art. 24. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 februari 2008.
De Minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister voor Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,
H. CREVITS
14887
14888
TRADUCTION
AUTORITE FLAMANDE
F. 2008 — 793
[C − 2008/35403]
15 FEVRIER 2008. — Arrêté du Gouvernement flamand établissant les modalités relatives à l’inventoriage des
données dans le cadre du décret du 22 décembre 2006 concernant la protection des eaux contre la pollution par
les nitrates à partir de sources agricoles
Le Gouvernement flamand,
Vu l’article 20 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles;
Vu le décret du 22 décembre 2006 concernant la protection des eaux contre la pollution par les nitrates à partir de
sources agricoles, notamment l’article 4, § 1er, 14, § 5, 23, §§ 5 et 7, et 24, § 5;
Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 3 décembre 2007;
Vu l’avis 43.974/3 du Conseil d’Etat, donné le 15 janvier 2008, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des
lois coordonnées sur le Conseil d’Etat;
Sur la proposition de la Ministre flamande des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature;
Après délibération,
Arrête :
CHAPITRE Ier. – Dispositions générales
Article 1er. Dans le présent arrêté, on entend par :
1° Ministre : le Ministre flamand compétent pour l’environnement;
2° numéro de parcelle : le numéro attribué à cette parcelle lors du dernier enregistrement de la parcelle agricole
concernée dans le SIGC.
3° SIGC : le SIGC, tel que visé à l’article 2, 14° du décret du 22 décembre 2006 portant création d’une identification
commune d’agriculteurs, d’exploitations et de terres agricoles dans le cadre de la politique relative aux engrais et de
la politique de l’agriculture, SIGC étant l’abréviation du Système intégré de gestion et de contrôle;
4° instance compétente : l’instance compétente, telle que visée à l’article 2, § 1er, de l’arrêté du Gouvernement
flamand du 9 février 2007 contenant des dispositions relatives à la création d’une identification commune
d’agriculteurs, d’exploitations et de terres agricoles dans le cadre de la politique relative aux engrais et de la politique
de l’agriculture;
5° arrêté relatif au transport : l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 juillet 2007 établissant les modalités du
transport d’engrais et portant exécution de l’article 8, § 5, 3°, du décret du 22 décembre 2006 concernant la protection
des eaux contre la pollution par les nitrates à partir de sources agricoles;
6° demande unique : la demande unique, visée à l’article 4 de l’arrêté du Gouvernement flamand du 9 février 2007
contenant des dispositions relatives à la création d’une identification commune d’agriculteurs, d’exploitations et de
terres agricoles dans le cadre de la politique relative aux engrais et de la politique de l’agriculture;
7° aliments pour animaux : toute matière qui contient les éléments nutritifs P2O5 ou N et qui peut servir à alimenter
une des catégories d’animaux mentionnées dans le tableau à l’article 27, § 1er du Décret sur les engrais.
8° groupe de parcelles : deux ou plusieurs parcelles sur lesquelles est cultivée une même culture ou une
combinaison de cultures et qui sont homogènes quant au type de sol et à la pratique de fertilisation. Ne sont en tout
cas pas considérées comme un groupe de parcelles à la pratique de fertilisation homogène : des parcelles régies par
différentes périodes quant à l’épandage ou l’enfouissement d’engrais, telles que visées à l’article 8 du Décret sur les
engrais, ou diverses normes de fertilisation maximales, conformément aux articles 13, 16, 17, 18 et 86 du Décret sur les
engrais. Pour que deux ou plusieurs parcelles puissent appartenir au même groupe de parcelles, celles-ci doivent en
tout cas :
a) soit, toutes uniquement êtres fauchées;
b) soit, toutes être pâturées et fauchées ou non en une ou plusieurs coupes.
CHAPITRE II. — Le calcul de la densité moyenne du bétail
Art. 2. § 1er. En exécution de l’article 23, § 7, du décret sur les engrais, la densité moyenne du bétail d’une
exploitation dans une année calendaire déterminée, est fixée par l’addition pour toutes les espèces d’animaux, à
l’exception de l’espèce bovine, par catégorie d’animaux, de la densité moyenne du bétail de chacun des registres
d’animaux qui sont tenus pour cette exploitation dans cette année calendaire, et, pour ce qui concerne l’espèce bovine,
par la conversion des données enregistrées pour l’exploitation dans Sanitel pour cette année calendaire.
§ 2. La densité moyenne du bétail d’un registre d’animaux du type registre mensuel est déterminée par la somme
des 12 moyennes mensuelles enregistrées par catégorie d’animaux et la division de cette somme par 12.
§ 3. La densité moyenne du bétail d’un registre d’animaux du type registre des changements est fixée en
déterminant pour chaque animal figurant à l’un des registres d’animaux tenus à jour pour cette exploitation dans
l’année calendaire en question, à quel registre d’animaux appartient l’animal et combien de jours cet animal était
présent dans l’exploitation dans l’année calendaire en question. Lorsqu’un animal change de catégorie d’animaux au
cours de l’année calendaire, il est déterminé pour chacune des catégories d’animaux auxquelles l’animal a appartenu
dans l’année calendaire écoulée, le nombre de jours que l’animal faisait partie de cette catégorie d’animaux dans
l’exploitation.
Les nombres de jours ainsi obtenus sont additionnés par catégorie d’animaux et divisés par le nombre de jours
calendaires de l’année calendaire en question.
§ 4. La densité moyenne du bétail d’un registre d’animaux du type registre des cycles est fixée par l’addition par
catégorie d’animaux :
— du nombre d’animaux présents dans l’exploitation au 1er janvier;
— pour chacun des cycles effectués au cours de cette année calendaire en question, du nombre d’animaux présents
au début du cycle;
— pour chacun des cycles terminés au cours de cette année calendaire en question, du nombre d’animaux présents
à la fin du cycle;
— du nombre d’animaux présents dans l’exploitation au 31 décembre;
Les totaux ainsi obtenus par catégorie d’animaux doivent être divisés par deux et ensuite multipliés par le nombre
de jours pendant lesquels des animaux de cette catégorie d’animaux étaient présents suivant le registre des animaux
et enfin divisés par le nombre de jours calendaires de l’année calendaire en question.
§ 5. Pour la conversion des données enregistrées dans Sanitel pour cette exploitation pour l’année calendaire en
question, il est déterminé pour chaque animal détenu dans l’exploitation au cours de l’année calendaire en question
suivant les données enregistrées dans Sanitel, à quelle catégorie d’animaux appartient cet animal et combien de jours
cet animal était présent dans l’exploitation au cours de l’année calendaire en question. Lorsqu’un animal change de
catégorie d’animaux au cours de l’année calendaire, il est déterminé pour chacune des catégories d’animaux auxquelles
l’animal a appartenu dans l’année calendaire écoulée, le nombre de jours que l’animal faisait partie de cette catégorie
d’animaux dans l’exploitation.
Les nombres de jours ainsi obtenus sont additionnés par catégorie d’animaux et divisés par le nombre de jours
calendaires de l’année calendaire en question.
§ 6. Le résultat est arrondi à un nombre entier suivant la règle que chaque chiffre après la virgule inférieur à 5 est
arrondi vers le bas et chaque chiffre après la virgule égal ou supérieur à 5 est arrondi vers le haut.
CHAPITRE III. — Les déclarations
er
Art. 3. § 1 . Chaque agriculteur, agriculteur cultivant sur milieu de croissance et agriculteur établi hors de la
Région flamande, soumis à déclaration, tels que visés à l’article 23, § 1er, 5° et 7° du Décret sur les engrais, doivent être
identifiés de manière unique dans le SIGC.
§ 2. Chaque agriculteur et agriculteur cultivant sur milieu de croissance soumis à déclaration, tels que prévus à
l’article 23, § 1er, 1° et 5° du décret sur les engrais, notifient au moins chaque année par exploitation, outre les données
visées à l’article 23, § 5 du décret sur les engrais, auprès de la Mestbank les données suivantes :
1° les données d’identification de l’exploitant et de l’exploitation concernée, telles que reprises dans le SIGC. Il
s’agit en l’occurrence du nom, de l’adresse, le cas échéant de la date de naissance, du numéro de téléphone et du
numéro d’entreprise de l’exploitant de l’exploitation concernée;
2° le ou les types d’étable dans lesquelles sont détenus les animaux dans l’exploitation concernée, ainsi que par
type d’étable, le nombre moyen d’animaux répartis par catégorie d’animaux, qui a été détenu dans le type d’étable
concerné au cours de l’année calendaire écoulée;
3° la quantité d’eaux d’évacuation produites dans l’exploitation concernée, exprimée en kg N ainsi que la mention
du type de système de lavage d’air installé dans l’exploitation concernée;
4° si les eaux d’évacuation produites dans l’exploitation concernée y font l’objet d’un post-traitement visant à
convertir l’azote des eaux d’évacuation en N2, le nombre de litres d’eaux d’évacuation ayant fait l’objet du traitement
et le résultat de ce dernier;
5° la superficie en milieu de croissance appartenant à l’exploitation;
6° le maïs, les céréales fourragères et les betteraves fourragères cultivés pour propre usage, exprimés en hectares;
7° la superficie en maïs acquise, exprimée en hectares;
8° la quantité acquise de pulpe pressée des betteraves sucrières, exprimée en tonnes;
9° le cas échéant la quantité d’effluents d’élevage produits et transformés dans la propre exploitation.
Pour le calcul dans une année calendaire déterminée des quantités d’eaux d’évacuation produites dans
l’exploitation concernée, exprimées en kg N, comme prévu à l’alinéa 1er, 3°, la différence entre l’indication du mètre
d’eaux d’évacuation le 1er janvier et le 31 décembre, le cas échéant convertie en litres, est multipliée par la concentration
moyenne en azote dans les eaux d’évacuation, telle qu’elle résulte des analyses effectuées conformément à la liste S :
Liste des techniques d’épuration de l’air sortant des étables, de l’annexe Ire à l’arrêté ministériel du 19 mars 2004 fixant
la liste des systèmes d’étables pauvres en émissions ammoniacales en exécution des articles 1.12 et 5.9.2.1bis de l’arrêté
du Gouvernement flamand du 1er juin 1995 fixant les dispositions générales et sectorielles en matière de l’hygiène de
l’environnement. Ces analyses doivent être conservées dans l’exploitation.
Pour le calcul dans une année calendaire déterminée du résultat du post-traitement, visé à l’alinéa 1er, 4°, la
quantité de liquide résultant du post-traitement, exprimée en litres, est multipliée par la concentration correspondante
en azote. Pour la détermination de la concentration en azote correspondante, l’agriculteur doit faire usage de la
moyenne d’au moins deux analyses effectuées dans l’année calendaire en question par un laboratoire agréé en vertu de
l’article 62, § 6 et conformément au compendium, visé à l’article 62, § 7 du décret sur les engrais. Ces analyses doivent
être conservées dans l’exploitation.
Pour le calcul dans une année calendaire déterminée de la superficie en milieu de croissance, visée à l’article 23,
§ 1er, 5° du décret sur les engrais, et à l’alinéa 1er, 5°, il est tenu compte de la superficie effective en milieu de croissance
pour la culture des plantes. Les allées et les espaces entre les cultures sont également pris en compte.
En cas de plusieurs étages de culture, la superficie de chaque étage est additionnée pour obtenir la superficie
effective. Si le nombre maximum d’étages présents à un moment donné dans l’année calendaire dans l’espace
d’exploitation concerné ou sur la parcelle concernée, est supérieur à 1, le résultat de la multiplication est diminué
de 10 %.
Par maïs, céréales fourragères et betteraves fourragères cultivés pour propre usage exprimes en hectares, tels que
visés à l’alinéa 1er, 6°, on entend le nombre d’hectares de terres agricoles appartenant à l’exploitation au 1er janvier et
sur lesquelles sont cultivés comme culture principale du maïs, des céréales fourragères ou des betteraves fourragères,
diminué de la superficie des terres agricoles, exprimées en hectares, dont le maïs, les céréales fourragères ou les
betteraves fourragères sont utilisés comme fourrage dans une autre entreprise que celle à laquelle appartient
l’exploitation en question.
14889
14890
Par superficie en maïs acquise, exprimée en hectares, telle que visée à l’alinéa 1er, 7°, on entend le nombre
d’hectares de terres agricoles qui au 1er janvier appartenait à une exploitation faisant partie d’une autre entreprise et
sur laquelle du mais a été cultivé comme culture principale, mais dont le produit du mais de ces terres agricoles a été
utilisé comme fourrage dans la propre entreprise. Si le contrat établi à cet effet, ne mentionne pas le nombre d’hectares
de maïs mais le nombre de tonnes de maïs, la conversion en hectares doit s’effectuer par la division par 45 du nombre
de tonnes de maïs.
Pour le calcul dans une année calendaire déterminée d’une quantité d’effluents d’élevage produits dans la propre
exploitation et transformés dans la propre exploitation par une installation, visée à l’alinéa 1er, 9°, l’agriculteur intéressé
doit faire un bilan, étayé par des analyses effectuées par un laboratoire agréé en vertu de l’article 62, § 6, dans l’année
calendaire en question, en conformité avec le livre des méthodes reprenant les procédures d’échantillonnage et
d’analyse concernant les engrais, le sol et les aliments pour animaux dans le cadre du décret sur les engrais, tel que visé
à l’article 62, § 7 du décret sur les engrais. Ces analyses doivent être conservées dans l’exploitation. Le Ministre peut
arrêter des modalités concernant le bilan et les analyses nécessaires à l’appui de ces dernières.
§ 3. En exécution de l’article 23, § 5 du décret sur les engrais, l’agriculteur soumis à déclaration qui est établi hors
de la Région flamande mais dont une partie des terres agricoles appartenant à l’entreprise est située en Région
flamande, comme prévu à l’article 23, § 1er, 7° du décret sur les engrais, notifie chaque année à la Mestbank au moins
les données suivantes :
1° l’adresse des exploitations appartenant à l’entreprise qui sont situées hors de la Région flamande;
2° le nom, l’adresse, le cas échéant la date de naissance, le numéro de téléphone et le numéro d’entreprise de
l’exploitant des exploitations, visées au 1°;
3° pour ce qui concerne les données visées à l’article 23, § 5, du décret sur les engrais, seules les données
mentionnées à l’article 23, § 5, 5°, 6°, 7° et 10° du décret sur les engrais, se rapportant à toutes les terres agricoles
appartenant à l’entreprise qui sont situées en Région flamande;
4° les données relatives aux effluents d’élevage produits dans l’une des exploitations appartenant à l’entreprise,
située hors de la Région flamande, et qui sont épandues sur des terres agricoles appartenant à l’entreprise qui sont
situées en Région flamande. L’agriculteur mentionne à cet effet le type des effluents d’élevage, leur quantité, exprimée
en tonnes, ainsi que le nom et l’adresse du ou des transporteurs d’engrais concernés;
5° les données relatives à d’autres engrais produits dans l’une des exploitations appartenant à l’entreprise, située
hors de la Région flamande, et qui sont épandus sur des terres agricoles appartenant à l’entreprise qui sont situées en
Région flamande. L’agriculteur mentionne à cet effet le type des autres engrais, leur quantité, exprimée en tonnes, ainsi
que le nom et l’adresse du ou des transporteurs d’engrais concernés;
§ 4. Les personnes soumises à déclaration, visées à l’article 23, § 1er, 1°, 5° ou 7° du décret sur les engrais, doivent
notifier les données, mentionnées à l’article 23, § 5, 3° et 4°, du décret sur les engrais, réparties par type d’engrais.
La Mestbank dresse des listes reprenant les différents types de systèmes de lavage d’air, visés au § 2, 3°, les
différents types d’effluents d’élevage, visées au § 3, 4°, les différents types d’autres engrais, visés au § 3, 5°, ainsi que
les différents types d’engrais, visés à l’alinéa 1er, et les met à disposition des personnes soumises à déclaration. Lorsque
la personne soumise à déclaration doit spécifier le type de système de lavage d’air, le type d’effluents d’élevage, le type
d’autres engrais ou le type d’engrais, il doit faire usage de ces listes.
Art. 4. Chaque exploitant d’un point de rassemblement d’engrais, soumis à déclaration, visé à l’article 23, § 1er,
2° du décret sur les engrais, notifie chaque année à la Mestbank, par point de rassemblement d’engrais, les données
suivantes :
l’exploitant du point de rassemblement d’engrais concerné;
2° les types d’engrais qui sont stockés dans le point de rassemblement d’engrais concerné;
3° la capacité de stockage d’engrais au 1er janvier de l’année calendaire en cours, exprimée en m3 et répartie par
type d’engrais;
4° la quantité d’engrais stockés au 1er janvier de l’année calendaire en cours, répartie par type d’engrais et exprimée
en m3, en kg d’azote et en kg d’anhydride phosphorique. Pour la détermination de la quantité d’engrais stockés,
exprimée en m3, en kg d’azote et en kg d’anhydride phosphorique, il est tenu compte de la composition mentionnée
dans le registre, visé à l’article 24, § 3, du décret sur les engrais;
5° le cas échéant les engrais qui, en exécution de l’article 25, § 1er, de l’arrêté relatif au transport, ont été évacués
de l’exploitation concernée dans l’année calendaire précédente, exprimés en tonnes, en kg d’azote et en kg d’anhydride
phosphorique et répartis par type d’engrais et le secteur de destination des engrais en question;
6° le cas échéant les engrais qui, en exécution de l’article 25, § 1er, de l’arrêté relatif au transport, ont été
réceptionnés à l’exploitation concernée dans l’année calendaire précédente, exprimés en tonnes, en kg d’azote et en kg
d’anhydride phosphorique et répartis par type d’engrais;
La Mestbank dresse une liste reprenant les différents types d’engrais, visés à l’alinéa 1er, 2°, 3°, 4°, 5° et 6°, et les
différents secteurs de destination, visés à l’alinéa 1er, 5°, et la met à disposition des personnes soumises à déclaration.
Lorsque la personne soumise à déclaration doit spécifier lors du remplissage de sa déclaration, les types d’engrais ou
les secteurs de destination, il doit faire usage de ces listes.
La personne soumise à déclaration joint à sa déclaration une copie du registre, visé à l’article 24, § 3 du décret sur
les engrais, ainsi que, le cas échéant une copie du registre, visé à l’article 25, § 1er de l’arrêté relatif au transport.
Art. 5. Chaque exploitant d’une unité de traitement ou de transformation, soumis à déclaration, visé à l’article 23,
§ 1er, 3° du décret sur les engrais, notifie chaque année à la Mestbank, par unité de traitement ou de transformation,
les données suivantes :
l’exploitant de l’unité de traitement ou de transformation;
2° le type d’activité exercé dans l’exploitation concernée;
3° les types d’engrais réceptionnés à l’exploitation concernée dans l’année calendaire précédente, exprimés en
tonnes, en kg d’azote et en kg d’anhydride phosphorique;
4° les types de matières premières autres que des engrais, réceptionnés à l’exploitation concernée dans l’année
calendaire précédente, exprimés en tonnes, en kg d’azote et en kg d’anhydride phosphorique;
5° les produits finis évacués de l’exploitation concernée dans l’année calendaire précédente, exprimés en tonnes,
en kg d’azote et en kg d’anhydride phosphorique et répartis par type de produit fini, la région de destination et le
secteur de destination des produits finis en question;
6° la capacité de stockage d’engrais au 1er janvier de l’année calendaire en cours, exprimée en m3 et répartie par
type d’engrais;
en m3, en kg d’azote et en kg d’anhydride phosphorique;
8° la capacité de stockage de matières premières autres que des engrais au 1er janvier de l’année calendaire en
cours, exprimée en m3 et répartie par type de matières premières autres que des engrais;
9° la quantité de matières premières stockées autres que des engrais au 1er janvier de l’année calendaire en cours,
répartie par type de matières premières autres que des engrais et exprimée en m3, en kg d’azote et en kg d’anhydride
phosphorique;
10° la capacité de stockage de produits finis au 1er janvier de l’année calendaire en cours, exprimée en m3 et répartie
par type de matières premières;
11° la quantité de produits finis stockés au 1er janvier de l’année calendaire en cours, répartie par type de produits
finis et exprimée en m3, en kg d’azote et en kg d’anhydride phosphorique;
d’anhydride phosphorique et répartis par type d’engrais.
La Mestbank dresse des listes reprenant les différents types d’activités, visées à l’alinéa 1er, 2°, les différents types
d’engrais, visés à l’alinéa 1er, 3°, 6°, 7°, 12° et 13°, les différents types de matières premières autres que des engrais,
visées à l’alinéa 1er, 4°, 8° et 9°, les différents types de produits finis, visés à l’alinéa 1er, 5°, 10° et 11°, les différentes
régions de destination, visées à l’alinéa 1er, 5° et les différents secteurs de destination, visés à l’alinéa 1er, 5° et 12°, et
les met à disposition des personnes soumises à déclaration. Lorsque la personne soumise à déclaration doit spécifier
lors du remplissage de sa déclaration, le type d’activité, le type d’engrais, le type de matières premières autres que des
engrais, le type de produits finis, la région de destination ou le secteur de destination, il doit faire usage de ces listes
à cet effet.
La personne soumise à déclaration joint à sa déclaration une copie du registre, visé à l’article 24, § 3 du décret sur
les engrais, une copie du bilan des éléments nutritifs, visé à l’article 5.28.3.2.4., du VLAREM II, ainsi que, le cas échéant
une copie du registre, visé à l’article 25, § 1er de l’arrêté relatif au transport.
Art. 6. Chaque producteur ou distributeur d’autres engrais, soumis à déclaration, visé à l’article 23, § 1er, 4° du
décret sur les engrais, notifie chaque année à la Mestbank, par exploitation, les données suivantes :
l’exploitant de l’exploitation concernée;
2° la quantité d’autres engrais produits dans l’année calendaire précédente dans l’exploitation concernée, exprimée
en tonnes, en kg d’azote et en kg d’anhydride phosphorique, répartis par type d’autres engrais et avec mention du code
d’engrais correspondant;
3° la capacité de stockage d’autres engrais au 1er janvier de l’année calendaire en cours, exprimée en m3 et répartie
par type d’autres engrais;
4° la quantité d’autres engrais stockés au 1er janvier de l’année calendaire en cours, répartie par type d’autres
engrais et exprimée en m3, en kg d’azote et en kg d’anhydride phosphorique.
La Mestbank dresse des listes reprenant les différents types d’autres engrais, visés à l’alinéa 1er, 2°, 3° et 4°, et les
différents codes d’engrais, visés à l’alinéa 1er, 2°, et les met à disposition des personnes soumises à déclaration. Lorsque
la personne soumise à déclaration doit spécifier lors du remplissage de sa déclaration, le type d’autres engrais, il doit
faire usage de ces listes à cet effet.
Art. 7. Chaque producteur, distributeur, importateur ou exportateur d’engrais chimiques, soumis à déclaration,
visés à l’article 23, § 1er, 6° du décret sur les engrais, notifie chaque année à la Mestbank, par exploitation, les données
suivantes :
l’exploitant de l’exploitation concernée ou de l’importateur ou exportateur concernés;
2° les types d’engrais chimiques évacués de l’exploitation concernée dans l’année calendaire précédente, exprimés
en tonnes, en kg d’azote et en kg d’anhydride phosphorique et répartis par type d’engrais chimiques, la région de
destination et le secteur de destination des produits finis en question.
La Mestbank dresse des listes reprenant les différents types d’engrais chimiques, visés à l’alinéa 1er, 2°, les
différentes régions de destination, visées à l’alinéa 1er, 2° et les différents secteurs de destination, visés à l’alinéa 1er, 2°,
et les met à disposition des personnes soumises à déclaration Lorsque la personne soumise à déclaration doit spécifier
le type d’engrais, le type d’engrais chimiques, la région de destination ou le secteur de destination, il doit faire usage
de ces listes.
La personne soumise à déclaration joint à sa déclaration une copie du registre, visé à l’article 24, § 2, alinéa 1er, du
décret sur les engrais
14891
14892
Art. 8. En exécution de l’article 23, § 7, du décret sur les engrais, l’obligation de déclaration pour les producteurs,
les importateurs ou vendeurs d’aliments pour animaux, visés à l’article 23, § 1er, 8°, du décret sur les engrais, est limitée
à toute personne qui livre des aliments pour animaux ou des composants d’aliments pour animaux aux agriculteurs et
qui :
1° soit, produit des aliments pour animaux dans une exploitation située en Région flamande et est agréé ou
enregistré comme producteur d’aliments pour animaux auprès de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne
alimentaire dans le cadre du Règlement (CE) n° 183/2005 du Parlement européen et du Conseil du 12 janvier 2005
établissant des exigences en matière d’hygiène des aliments pour animaux;
2° soit, importe des aliments pour animaux produits par un producteur agréé ou enregistré comme producteur
d’aliments pour animaux, soit auprès de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire, soit auprès de
l’autorité compétente d’un autre Etat membre, dans le cadre du Règlement (CE) n° 183/2005 du Parlement européen
et du Conseil du 12 janvier 2005 établissant des exigences en matière d’hygiène des aliments pour animaux;
3° soit, vend des aliments pour animaux ou des composants d’aliments pour animaux qui sont produits par un
producteur d’aliments pour animaux, visés aux points 1°, 2°, 5° et 6°;
4° soit, livre de la pulpe pressée de betteraves sucrières aux agriculteurs établis en Région flamande;
5° soit, produit des aliments pour animaux sous la forme d’aliments pâteux;
6° soit, produit des aliments pour animaux sous la forme de produits issus de l’industrie alimentaire.
Les producteurs, importateurs ou vendeurs d’aliments pour animaux, visés à l’alinéa 1er, notifient chaque année
à la Mestbank, par exploitation ou par importateur, au moins les données suivantes :
l’exploitant de l’exploitation concernée ou de l’importateur concerné;
2° la mention qu’il s’agit d’une exploitation qui produit des aliments pour animaux, d’une exploitation qui vend
des aliments pour animaux ou d’un importateur d’aliments pour animaux;
3° les aliments pour animaux qui sont évacués dans l’année calendaire précédente de l’exploitation concernée aux
agriculteurs, exprimés en tonnes, en kg de protéines brutes et en kg d’anhydride phosphorique et répartis suivant
l’identité du client. Il y a lieu également de notifier qu’il s’agit d’un aliment dont le fabricant a garanti une modification
des effluents P2O5 ou N, visée à l’article 26, § 2, 1° du décret sur les engrais, dans le cadre d’une norme de produit.
Par identité du client, visé à l’alinéa deux, 3°, on entend le nom, l’adresse et, le cas échéant le numéro d’exploitation
de l’agriculteur qui a reçu les aliments pour animaux concernés.
Art. 9. Chaque transporteur d’engrais agréé, visé à l’article 23, § 1er, 9° du décret sur les engrais, notifie chaque
année à la Mestbank, par exploitation, au moins les données suivantes :
1° la capacité de stockage pour engrais au 1er janvier de l’année calendaire en cours, exprimée en m3 et répartis par
type d’engrais, ainsi que soit pour les stocks immobiles, le lieu ou est situé cette capacité de stockage, soit pour les
stocks mobiles, le numéro d’agrément visé dans la décision d’agrément, mentionnée à l’article 14, § 3 de l’arrêté relatif
au transport, qui a été attribué à ce stockage;
en m3, en kg d’azote et en kg d’anhydride phosphorique et répartie par stockage;
d’anhydride phosphorique et répartis par type d’engrais.
La Mestbank met à disposition des personnes soumises à déclaration une liste reprenant les différents types
d’engrais, visés à l’alinéa 1er, 1°, 2°, 3° et 4°, Lorsque la personne soumise à déclaration doit spécifier lors du remplissage
de sa déclaration, les types d’engrais, il doit faire usage de ces listes.
La personne soumise à déclaration joint, le cas échéant à sa déclaration une copie du registre, visé à l’article 25,
§ 1er, de l’arrêté relatif au transport.
Art. 10. § 1er. Les personnes soumises à déclaration, visées à l’article 23 du décret sur les engrais, doivent
introduire leur déclaration à la Mestbank, au plus tard le premier jour ouvrable après le 15 février. La Mestbank envoie
des formulaires de déclaration aux personnes soumises à déclaration, visées à l’article 23 du décret sur les engrais. Les
personnes soumises à déclaration, visées à l’article 23, § 1er du décret sur les engrais, qui n’ont pas reçu un formulaire
de déclaration, doivent demander celui-ci à la Mestbank au plus tard le 1er février de l’année de déclaration. Faute de
transmission des formulaires par la Mestbank avant le 15 janvier, une remise est accordée aux personnes soumises à
déclaration pour l’introduction de cette dernière jusqu’au premier jour ouvrable suivant le prochain 15e d’un mois qui
suit l’envoi des formulaires. Par dérogation à ce qui précède, remise est accordée aux personnes soumises à déclaration
pour l’introduction de cette dernière, jusqu’au premier jour ouvrable qui suit le deuxième prochain 15e d’un mois
lorsque la différence entre la date d’envoi des formulaires et le premier jour ouvrable qui suit le premier prochain 15e
d’un mois est inférieur à 30 jours calendaires.
Par dérogation à l’alinéa 1er, les personnes soumises à déclaration, visées à l’article 23, § 1er, 1°, 5° et 7° du décret
sur les engrais, notifient les données, visées à l’article 23, § 5, 6° et 7° du décret sur les engrais, par le biais de la demande
unique.
Le Ministre peut arrêter qu’une ou plusieurs données d’identification, visées à l’article 23, § 5, du décret sur les
engrais ou aux articles 3 à 9 inclus, seront obtenus par la Mestbank d’une manière autre que prévue aux alinéas 1er ou
deux.
Par dérogation aux alinéas 1er et deux, le Ministre peut également arrêter que certaines personnes soumises à
déclaration doivent introduire leur déclaration ou une partie de celle-ci, de manière numérique ou via un guichet
électronique mis à disposition par la Mestbank et il peut établir les modalités en la matière.
§ 2. Par dérogation au § 1er, chaque agriculteur qui n’est pas soumis à déclaration, aux termes de l’article 23, § 1er,
1°, 5° et 7° du décret sur les engrais, doit notifier une fois les données mentionnées à l’article 23, § 5, 6° et 7° du décret
sur les engrais. A cet effet, il doit être identifié comme agriculteur de manière unique dans le SIGC.
Au cas où l’agriculteur non soumis à déclaration, qui a fait une fois une déclaration, comme prévu à l’alinéa 1er,
modifierait la superficie des terres agricoles appartenant à son exploitation ou arrêterait son exploitation, il doit en
avertir d’initiative l’instance compétente dans les trois mois de la modification ou de l’arrêt. En cas de modification de
la superficie des terres agricoles appartenant à l’exploitation, l’agriculteur doit à nouveau introduire une demande
unique.
Art. 11. Les déclarations visées à l’article 23 du décret sur les engrais peuvent être introduites auprès de la
Mestbank, soit par une personne soumise à déclaration, soit de manière collective par plusieurs personnes soumises à
déclaration, à l’aide d’un ou plusieurs supports informatiques numériques dont la conception et le système ont été
approuvés par la Mestbank ou via un guichet électronique mis à disposition par la Mestbank. Pour qu’une personne
soumise à déclaration pour une année de déclaration déterminée puisse introduire celle-ci à l’aide d’un ou plusieurs
supports informatiques numériques, la conception et le système desdits supports doivent être approuvés par la
Mestbank avant le 1er janvier de l’année de déclaration en question.
Les personnes soumises à déclaration qui introduisent cette dernière à l’aide d’un ou plusieurs supports
informatiques numériques, doivent toutefois joindre à ceux-ci une déclaration signée par elles-mêmes ou par leurs
mandataires respectifs qui confirme l’exactitude des données qu’ils contiennent. Le Ministre peut arrêter que les
personnes soumises à déclaration qui introduisent cette dernière via un guichet électronique mis à disposition par la
Mestbank doivent encore transmettre à la Mestbank une déclaration signée par elles-mêmes ou par leurs mandataires
respectifs qui confirme l’exactitude des données.
Le Ministre peut arrêter que certaines personnes soumises à déclaration doivent introduire cette dernière en tout
ou en partie via un guichet électronique mis à disposition par la Mestbank.
La personne soumise à déclaration conserve une copie de chaque déclaration dans l’exploitation à laquelle se
rapporte la déclaration.
Art. 12. § 1er. Toute personne qui met en service ou reprend une exploitation ou des parties d’une exploitation, ou
l’étend de telle sorte qu’elle devient soumise à déclaration, conformément à l’article 23 du décret sur les engrais, doit
en avertir la Mestbank avant la mise en service, la reprise ou l’extension.
La personne soumise à déclaration fournit toutes les données d’identification nécessaires à la Mestbank à la
demande de celle-ci.
§ 2. Toute personne qui, au cours d’une année calendaire, devient un agriculteur, un agriculteur avec milieu de
croissance ou un agriculteur établi hors de la Région flamande, soumis à déclaration, tel que visé à l’article 23, § 1er,
1°, 5° ou 7°, par la mise en service ou la reprise d’une exploitation ou parties d’une exploitation ou par l’extension de
celle-ci, doit se faire identifier comme agriculteur dans le SIGC ou doit adapter son identification existante dans le SIGC.
Après identification dans le SIGC, les agriculteurs concernés reçoivent une demande unique dans laquelle ils
doivent faire déclaration pour l’année calendaire en question, des données visées à l’article 23, § 5, 6° et 7° du décret
sur les engrais. L’agriculteur intéressé envoie à l’instance compétente, cette demande unique remplie et signée, soit dans
le mois après réception, soit avant la date limite d’introduction de cette demande unique pour l’année calendaire en
cours, comme prévu à l’article 2, § 2, alinéa 1er, de l’arrêté ministériel du 25 novembre 2005 établissant les modalités
de l’arrêté du Gouvernement flamand instaurant un régime de paiement unique et établissant certains régimes d’aide
pour agriculteurs et portant application de la conditionnalité.
CHAPITRE IV. — Les registres
Section Ire. — Le registre des animaux
Art. 13. § 1er. En exécution de l’article 24, § 1er, du décret sur les engrais, chaque agriculteur, visé à l’article 23,
§ 1er, 1°, a) du décret sur les engrais, doit tenir, par année calendaire, un registre des animaux pour chacune de ses
exploitations et pour chacune des espèces animales qu’il a détenues dans son exploitation au cours de l’année
calendaire écoulée, à l’exception des animaux qui appartiennent à l’espèce bovine, A cet effet, l’agriculteur peut choisir
entre trois types différents de registres d’animaux, à savoir un registre mensuel, un registre des cycles ou un registre
des changements. Le registre des cycles peut uniquement être tenu pour les catégories d’animaux détenus suivant un
système des cycles.
§ 2. En exécution de l’article 24, § 1er, du décret sur les engrais, chaque agriculteur qui détient des animaux mais
dont l’entreprise a une production d’effluents d’élevage inférieure à 300 kg P2O5, calculée conformément à l’article 23,
§ 1er, 1°, a) du décret sur les engrais, doit tenir un registre des animaux reprenant la ou les espèces animales qu’il détient
dans son entreprise.
Art. 14. L’agriculteur qui a opté pour le registre des animaux, type registre mensuel, note à l’issue de chaque mois,
par catégorie d’animaux, le nombre d’animaux de cette catégorie qui étaient en moyenne présents dans l’exploitation
au cours du mois écoulé.
Art. 15. § 1er. L’agriculteur qui a opté pour le registre des animaux, type registre des cycles, note pour chaque
cycle, la date de début et de fin, le nombre d’animaux présents au début du cycle et le nombre d’animaux encore
présents à la fin du cycle. Lorsqu’un cycle est opérationnel au 1er janvier, l’agriculteur note sur le registre des animaux
le nombre d’animaux présents dans l’exploitation au 1er janvier. Lorsqu’un cycle est opérationnel au 31 décembre,
l’agriculteur note sur le registre des animaux le nombre d’animaux présents dans l’exploitation au 31 décembre.
§ 2. Lorsqu’un agriculteur a plusieurs étables ou parties d’étables dans son exploitation qui font l’objet d’un
système des cycles et les cycles dans les diverses étables ou parties d’étables ne débutent ou s’arrêtent pas toujours à
la même date ou ne se rapportent pas aux mêmes catégories d’animaux, l’agriculteur doit tenir un registre des animaux
distinct, type registre des cycles, pour chaque étable ou partie d’étable.
14893
14894
Art. 16. § 1er. L’agriculteur qui a opté pour le registre des animaux, type registre des changements, note dans le
registre des animaux le nombre d’animaux et les catégories d’animaux correspondantes présents dans l’exploitation au
1er janvier ainsi que tout changement dans le nombre d’animaux et les catégories d’animaux présents dans
l’exploitation.
Est considéré comme un changement dans le nombre d’animaux et les catégories d’animaux qui sont présents dans
l’exploitation :
chaque animal qui quitte l’exploitation à l’état vivant;
chaque animal qui arrive dans l’exploitation;
chaque naissance d’un animal dans l’exploitation;
chaque décès d’un animal dans l’exploitation, y compris l’abattage dans l’exploitation elle-même;
chaque passage d’une catégorie d’animaux à une autre.
§ 2. Pour chacun de ces changements, l’agriculteur note la date, le nombre d’animaux concernés, la catégorie
d’animaux concernée et la nature du changement. En cas de passage d’une catégorie d’animaux à une autre,
l’agriculteur note la catégorie à laquelle appartient l’animal après son passage.
Art. 17. L’agriculteur note les adaptations du registre des animaux, soit au plus tard le jour qui suit celui dans
lequel les faits ont donné lieu à l’adaptation, soit, pour ce qui concerne le registre des animaux, type registre mensuel,
au plus tard 1 jour après l’expiration de chaque mois.
Section II. — Le registre pour producteurs, distributeurs,
importateurs et exportateurs d’engrais chimiques et d’autres engrais
Art. 18. § 1er. Chaque personne qui doit tenir un registre, visé à l’article 24, § 2, du décret sur les engrais, note, au
plus tard le jour après la réception des engrais dans son exploitation, la sortie des engrais de son exploitation,
l’importation des engrais ou l’exportation des engrais, les données prévues aux alinéas suivants.
Il note par exploitation pour tous les engrais sortant de son exploitation :
1° lorsque les engrais concernés ne sont pas produits dans l’exploitation même, l’exploitation où les engrais ont été
produits ainsi que le nom de l’agriculteur ou exploitant intéressés;
2° l’exploitation destinataire des engrais ainsi que le nom de l’agriculteur ou de l’exploitant intéressés. Lorsque les
engrais sont destinés à plusieurs exploitations, l’adresse et le nom de l’agriculteur ou de l’exploitant intéressés doivent
être notés pour chacune des exploitations concernées;
3° la date du transport. Lorsque la date de début et de fin du transport divergent, tant la date de début que la date
de fin doivent être mentionnées;
4° la quantité d’engrais, exprimée en kg P2O5, en kg N et en tonnes qui a quitté l’exploitation ainsi que le type
d’engrais ayant quitté l’exploitation. Lorsque les engrais ont été déchargés à plusieurs endroits, il y a lieu de mentionner
pour chaque lieu de déchargement la quantité d’engrais déchargés;
5° l’identification du transporteur intéressé. Il s’agit en l’occurrence du nom, de l’adresse et, le cas échéant du
numéro à la Mestbank du transporteur concerné.
Il note pour toute importation d’engrais :
1° l’exploitation d’où proviennent les engrais ainsi que le nom de l’agriculteur ou de l’exploitant intéressés;
4° la quantité d’engrais importée, exprimée en kg P2O5, en kg N et en tonnes ainsi que la nature et la forme des
engrais importés. Lorsque les engrais ont été déchargés à plusieurs endroits, il y a lieu de mentionner pour chaque lieu
de déchargement la quantité d’engrais déchargés;
5° si l’importateur n’assure pas lui-même le transport, l’identification du transporteur intéressé. Il s’agit en
l’occurrence du nom, de l’adresse et, le cas échéant du numéro à la Mestbank du transporteur concerné.
Il note pour toute exportation d’engrais :
1° l’exploitation d’où proviennent les engrais ainsi que le nom de l’agriculteur ou de l’exploitant intéressés;
3° le lieu de chargement ou les lieux de chargement lorsque les engrais ont été chargés à divers endroits;
5° la quantité d’engrais exportée, exprimée en kg P2O5, en kg N et en tonnes ainsi que la nature et la forme des
engrais exportés;
6° si l’exportateur n’assure pas lui-même le transport, l’identification du transporteur intéressé. Il s’agit en
l’occurrence du nom, de l’adresse et, le cas échéant du numéro à la Mestbank du transporteur concerné.
§ 2. Par dérogation au § 1er et si un des documents visés au chapitre XI. Vente et transport des engrais du décret
sur les engrais est rédigé avant le départ, la réception, l’importation ou l’exportation des engrais, seules les données
suivantes doivent être consignées sur le registre :
1° le numéro du document concerné;
2° le cas échéant la date de notification du document à la Mestbank;
3° les données à noter dans le registre, conformément au § 1er, et qui ne sont pas mentionnées dans le document
concerné.
Le document concerné ou une copie doit être conservé auprès du registre dans l’exploitation.
Section III. — Le registre pour exploitants d’un point de rassemblement d’engrais,
d’une unité de traitement ou de transformation, visé à l’article 24, § 3 du décret sur les engrais
Art. 19. § 1er. Chaque personne qui doit tenir un registre, visé à l’article 24, § 3, du décret sur les engrais, doit noter
sur un registre, au plus tard le jour après la réception des engrais dans son exploitation ou après la sortie des engrais
de son exploitation, les données prévues aux alinéas suivants.
Il note par exploitation pour chaque réception d’engrais :
1° l’exploitation où sont produits les engrais ainsi que le nom de l’agriculteur ou de l’exploitant intéressés;
2° si l’offreur des engrais n’est pas la personne, visée au 1°, le nom et l’adresse de l’offreur des engrais;
3° le lieu de chargement ou les lieux de chargement lorsque les engrais ont été chargés à divers endroits;
5° la quantité d’engrais qu’il a réceptionnée, exprimée en kg P2O5, en kg N et en tonnes ainsi que la nature des
engrais réceptionnés;
Il note par exploitation pour tous les engrais sortant de son exploitation :
1° lorsque les engrais concernés ne sont pas produits dans l’exploitation même, l’exploitation où les engrais ont été
produits ainsi que le nom de l’agriculteur ou exploitant intéressés;
2° l’exploitation destinataire des engrais ainsi que le nom de l’agriculteur ou de l’exploitant intéressés;
4° la quantité d’engrais, exprimée en kg P2O5, en kg N et en tonnes qui a quitté l’exploitation ainsi que le type
d’engrais ayant quitté l’exploitation;
§ 2. Par dérogation au § 1er, alinéas deux et quatre, et si un des documents visés au chapitre XI. Vente et transport
des engrais du décret sur les engrais est rédigé avant le départ ou la réception des engrais, seules les données suivantes
doivent être consignées sur le registre :
1° le numéro du document concerné;
2° le cas échéant la date de notification du document à la Mestbank;
3° les données à noter dans le registre, conformément au § 1er, alinéas deux et quatre, et qui ne sont pas
mentionnées dans le document concerné.
Le document concerné ou une copie doit être conservé auprès du registre dans l’exploitation.
§ 3. Si les teneurs en azote et en anhydride phosphorique notées sur le registre, visé au § 1er, sont déterminées sur
la base d’une ou plusieurs analyses effectuées par un laboratoire agréé en vertu de l’article 62, § 6, une copie de ces
analyses doit être jointe au registre.
Section IV. — Le registre de fertilisation au niveau des parcelles pour agriculteurs
er
Art. 20. § 1 . Chaque agriculteur, visé à l’article 23, § 1er, 1°, 5° ou 7° du décret sur les engrais, tient un registre
de fertilisation, par exploitation et par parcelle ou par groupe de parcelles.
§ 2. Les agriculteurs visés au § 1er, notent dans le registre de fertilisation, toute utilisation d’engrais.
En cas de fertilisation par excrétion directe durant le pâturage d’animaux provenant de la propre exploitation,
l’agriculteur note :
1° la densité du bétail sur la parcelle concernée ou le groupe de parcelles concerné. A cet effet, l’agriculteur note
la date de début et de fin de la période de pâturage sur la parcelle concernée et, par catégorie d’animaux, le nombre
d’animaux de la catégorie d’animaux concernée qui pâture sur la parcelle en question;
2° la quantité d’effluents d’élevage, exprimée en kg P2O5 et kg N qui est épandue sur la parcelle ou le groupe de
parcelles concernés;
3° la quantité d’effluents d’élevage, exprimée en kg P2O5 et kg N, qui est épandue après conversion en hectares.
En cas de fertilisation par des effluents d’élevage produits dans la propre exploitation autre que la fertilisation par
excrétion directe par pâturage, l’agriculteur note :
1° la quantité d’effluents d’élevage, exprimée en tonnes, en kg P2O5 et en kg N qui est épandue sur la parcelle ou
le groupe de parcelles concernés;
2° la quantité d’effluents d’élevage, exprimée en kg P2O5 et en kg N, qui est épandu après conversion en hectares.
3° la date de fertilisation.
En cas de fertilisation par excrétion directe durant le pâturage d’animaux provenant d’une autre exploitation,
l’agriculteur note :
1° la densité du bétail sur la parcelle concernée ou le groupe de parcelles concerné. A cet effet, l’agriculteur note
la date de début et de fin de la période de pâturage sur la parcelle ou le groupe de parcelles concernés et, par catégorie
d’animaux, le nombre d’animaux de la catégorie d’animaux concernée qui pâture sur la parcelle ou le groupe de
parcelles en question;
2° la quantité d’effluents d’élevage, exprimée en kg P2O5 et kg N qui est épandue sur la parcelle ou le groupe de
parcelles concernés;
14895
14896
3° la quantité d’effluents d’élevage, exprimée en kg P2O5 et kg N, qui est épandu après conversion en hectares.
4° le nom de l’agriculteur à l’exploitation duquel appartiennent les animaux ainsi que l’identification de cette
exploitation.
En cas de fertilisation par des effluents d’élevage provenant d’une autre exploitation autre que la fertilisation par
excrétion directe par pâturage, l’agriculteur note :
1° la quantité d’effluents d’élevage, exprimée en tonnes, en kg P2O5 et en kg N qui est épandue sur la parcelle ou
le groupe de parcelles concernés;
2° la quantité d’effluents d’élevage, exprimée en kg P2O5 et kg N, qui est épandu après conversion en hectares;
3° le nom de l’agriculteur de l’exploitation duquel proviennent les déjections animales ainsi que l’identification de
cette exploitation;
4° la date de fertilisation;
5° le numéro du document visé au chapitre XI. Vente et transport des engrais, du décret sur les engrais qui porte
sur la fertilisation en question.
§ 3. En cas d’autres engrais, la notation dans le registre, visé au § 2, se fait par mention de la date, du numéro du
document, tel que visé au chapitre XI. Vente et transport des engrais, du décret sur les engrais, qui porte sur la
fertilisation en question ainsi que de la quantité d’autres engrais exprimée en kg P2O5, en kg N et en tonnes d’autres
engrais par fertilisation et avec la conversion en kg P2O5 et en kg N par hectare. Le registre doit également mentionner
le nom du producteur des autres engrais et l’identification de l’exploitation où sont produits les autres engrais.
§ 4. En cas d’engrais chimiques, la notation dans le registre, visé au § 2, se fait par mention de la date et de la
quantité d’engrais chimiques, exprimée en kg P2O5 et en kg N per hectare.
§ 5. Si les effluents d’élevage, visés au § 2, les autres engrais, visés au § 3, ou les engrais chimiques, visés au § 4,
sont stockés sur la parcelle concernée sur le groupe de parcelles concerné via un stockage intermédiaire sur la tournière,
le registre doit également en faire mention.
§ 6. L’agriculteur doit remplir le registre de fertilisation au plus tard le jour suivant l’épandage.
Section V. — La demande, le remplissage, la tenue et la conservation des registres
Art. 21. § 1er. La Mestbank met des registres à disposition des personnes soumises à registre, tel que prévu à
l’article 24 du décret sur les engrais. L’intéressé est responsable de la tenue du registre et est obligé, soit à demander
lui-même un registre auprès de la Mestbank s’il n’en a pas reçu un avant le 31 janvier de l’année de production en cours,
soit établir lui-même un registre. Le remplissage du registre se fait à l’encre indélébile. Des corrections sont uniquement
possible par rature des données initiales et la mention des données exactes.
La Mestbank peut mettre à disposition une version numérique des formulaires en question.
§ 2. Le registre doit être tenu par exploitation à l’endroit où l’activité soumise à registre est exercée. Pour le registre
de fertilisation au niveau des parcelles, on entend par là l’adresse de l’exploitation à laquelle appartiennent les parcelles
en question.
§ 3. Doivent être conservés à l’endroit où l’activité soumise à registre est exercée, le registre ainsi que les documents
à l’appui, tels que les volets des documents de transport y afférents et les bons de pesage et les résultats des analyses
délivrés par des laboratoires agréés, visés à l’article 62, § 6 du décret sur les engrais.
CHAPITRE V. — Dispositions transitoires et finales
Art. 22. Par dérogation à l’article 10, les personnes soumises à déclaration, visées à l’article 23 du décret sur les
engrais, peuvent faire leur déclaration à la Mestbank en 2008 jusqu’au premier jour ouvrable qui suit le 15 mars. Faute
de transmission des formulaires par la Mestbank avant le 15 janvier, une remise est accordée aux personnes soumises
à déclaration jusqu’au premier jour ouvrable suivant le prochain 15e d’un mois qui suit l’envoi des formulaires. Par
dérogation à ce qui précède, remise est accordée aux personnes soumises à déclaration pour l’introduction de cette
dernière, jusqu’au premier jour ouvrable qui suit le deuxième prochain 15e d’un mois lorsque la différence entre la date
d’envoi des formulaires et le premier jour ouvrable qui sui le premier prochain 15e d’un mois est inférieur à 30 jours
calendaires.
Art. 23. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge, à l’exception des articles 13
à 20 inclus qui entrent en vigueur le 1er janvier 2009.
Art. 24. La Ministre flamande ayant l’Environnement dans ses attributions est chargée de l’exécution du présent
arrêté.
Bruxelles, le 15 février 2008.
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,
K. PEETERS
La Ministre flamande des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature,
H. CREVITS
14897
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST — REGION DE BRUXELLES-CAPITALE
MINISTERIE
VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
MINISTERE
DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE
N. 2008 — 794
[C − 2008/31092]
Regering houdende uitvoering van artikel 7 van de ordonnantie
van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van de
Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling
F. 2008 — 794
[C − 2008/31092]
Bruxelles-Capitale portant exécution de l’article 7 de l’ordonnance
du 18 janvier 2001 portant organisation et fonctionnement de
l’Office régional bruxellois de l’Emploi
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
Gelet op de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en
werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, inzonderheid op de artikelen 4 en 7;
Gelet op de ordonnantie van 26 juni 2003 betreffendehet gemengd
beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
inzonderheid op artikel 3, § 3;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van
15 april 2004 houdende de uitvoering van de ordonnantie van
26 juni 2003 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op de artikelen 19 tot en
met 24;
Gelet op het besluit van 27 juni 1991 van de Brusselse Hoofdstedelijke
Regering houdende machtiging voor de Brusselse Gewestelijke Dienst
voor Arbeidsbemiddeling tot het sluiten van partnershipovereenkomsten tot vergroting van de kansen van bepaalde werkzoekenden om
werk te vinden of terug te vinden, gewijzigd bij besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering van 16 januari 1997;
17 maart 2005 houdende toelating voor de Brusselse Gewestelijke
Dienst voor Arbeidsbemiddeling om overeenkomsten te sluiten met
tewerkstellingsagentschappen opgericht door Belgische en Europese
overheden in het kader van het gemengd beheer van de arbeidsmarkt
in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
22 juni 2006 tot machtiging van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor
Arbeidsbemiddeling om deel te nemen aan de oprichting, in het
kapitaal of aan het beheer van publieke en private instellingen, publics
que privés; vennootschappen en verenigingen;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van ACTIRIS van
21 december 2007;
Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 20 december 2007;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 29 november 2007;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van
18 januari 2008;
Gelet op het advies nr 44.031/1 van de Raad van State, gegeven op
7 februari 2008 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de
Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering
van 21 juni 2007 tot wijziging van het letterwoord van de Brusselse
Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling in ACTIRIS;
Overwegende dat ACTIRIS, teneinde het gewestelijk werkgelegenheidsbeleid doeltreffend uit te voeren en voor de goede werking van de
arbeidsmarkt te zorgen, zijn opdrachten in nauwe samenwerking met
zijn externe partners moet kunnen uitvoeren;
Overwegende dat ACTIRIS door zijn beheerscontract is erkend als
« regisseur-coördinator » op de Brusselse arbeidsmarkt en dat dit
beheerscontract het kader bepaalt waarbinnen ACTIRIS zijn activiteiten
ontwikkelt;
Overwegende dat ACTIRIS, sinds zijn oprichting, heeft bewezen dat
het in staat is doeltreffende partnerships te sluiten met meer dan
130 inschakelings- en tewerkstellingsoperatoren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die zijn samengebracht in een Netwerk voor Werkgelegenheid, waarvan ACTIRIS als verantwoordelijke voor de verwerking het beheer en de organisatie waarneemt;
Overwegende dat ACTIRIS in het kader van de uitvoering van zijn
opdrachten contractuele verbintenissen heeft gesloten met andere
spelers zoals instellingen belast met de bevordering van de technische
beroepen en instellingen voor taalonderwijs;
Overwegende dat ACTIRIS bovendien door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering werd gemachtigd om andere vormen van partnerships
aan te gaan door mee te werken aan de oprichting, te delen aan het
kapitaal of deel te nemen aan het beheer van publiek- en privaatrechtelijke instellingen, vennootschappen en verenigingen;
Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,
Vu l’ordonnance du 18 janvier 2001 portant organisation et fonctionnement de l’Office régional bruxellois de l’Emploi, notamment les
articles 4 et 7;
Vu l’ordonnance du 26 juin 2003 relative à la gestion mixte du marché
de l’emploi dans la Région de Bruxelles-Capitale, notamment l’article 3,
§ 3;
Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du
15 avril 2004 portant exécution de l’ordonnance du 26 juin 2003 relative
à la gestion mixte du marché de l’emploi dans la Région de
Bruxelles-Capitale, notamment les articles 19 à 24;
27 juin 1991 autorisant l’Office régional bruxellois de l’Emploi à
conclure des conventions de partenariat en vue d’accroître les chances
de certains demandeurs d’emploi de trouver ou de retrouver du travail,
modifié par arrêté du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale du 16 janvier 1997;
17 mars 2005 autorisant l’Office régional bruxellois de l’Emploi à
conclure des conventions avec les agences d’emploi créées par d’autres
pouvoirs publics belges ou européens dans le cadre de la gestion mixte
du marché de l’emploi dans la Région de Bruxelles-Capitale;
participer à la constitution, au capital ou à la gestion d’organismes, de
sociétés ou d’associations, tant publics que privés;
Vu l’avis du Comité de Gestion d’ACTIRIS, donné le 21 décembre 2007;
Vu l’avis du Conseil économique et social de la Région de BruxellesCapitale, donné le 20 décembre 2007;
Vu l’accord du Ministre du Budget, donné le 18 janvier 2008;
Vu l’avis n° 44.031/1 du Conseil d’Etat, donné le 7 février 2008 en
Considérant l’arrêté du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale du 21 juin 2007 modifiant le sigle de l’Office régional bruxellois
de l’Emploi en ACTIRIS;
Considérant que, pour mettre en œuvre de manière efficace la
politique régionale de l’emploi et assurer le bon fonctionnement du
marché de l’emploi, ACTIRIS doit pouvoir exercer ses missions en
étroite collaboration avec des partenaires externes;
Considérant qu’ACTIRIS est reconnu dans son contrat de gestion
comme « régisseur-ensemblier » sur le marché de l’emploi bruxellois et
qu’il prévoit le cadre dans lequel ACTIRIS déploie ses activités;
Considérant qu’ACTIRIS, depuis sa création, a démontré sa capacité
à s’impliquer dans des partenariats effectifs et utiles avec plus de
130 opérateurs d’insertion et d’emploi en Région de Bruxelles-Capitale,
regroupés dans un réseau pour l’emploi dont il assure la gestion et
l’organisation en tant que responsable de traitement;
Considérant qu’ACTIRIS a, par ailleurs, dans l’exercice de ses
missions, noué des relations contractuelles avec d’autres acteurs tels
que des organismes chargés de la promotion des métiers techniques,
des organismes d’enseignement pour l’apprentissage des langues;
Considérant qu’en outre, ACTIRIS a été autorisé, par le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, à établir d’autres formes de
partenariat par la constitution, la prise de participation au capital ou
par la gestion d’organismes, de sociétés ou d’associations, tant publics
que privés;
14898
Overwegende dat de relaties van ACTIRIS met zijn partners geregeld
zijn door verschillende, versnipperde wetteksten, wat de principes, de
diensten en de partners binnen deze samenwerkingsverbanden weinig
begrijpelijk en doorzichtig maakt;
Considérant que les rapports d’ACTIRIS et de ses partenaires sont
régis par plusieurs textes légaux épars rendant peu lisibles et transparents les principes, les services et les partenaires visés par ces
collaborations;
Overwegende dat ACTIRIS moet worden uitgerust met een duidelijk,
doorzichtig en dynamisch kader dat hem toelaat partnerships te sluiten
die tegemoet komen aan de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt;
Considérant qu’il con vient de doter ACTIRIS d’un cadre clair,
transparent et dynamique par lequel il peut conclure des partenariats
permettant de répondre aux évolutions du marché de l’emploi;
Overwegende dat het bijgevolg noodzakelijk is een unieke reglementaire tekst op te stellen die de partnerrelaties tussen ACTIRIS en de
externe derden vereenvoudigt;
Considérant qu’il convient dès lors d’élaborer un texte réglementaire
unique régissant de façon simplifiée l’ensemble des relations de
partenariat entre ACTIRIS et les tiers externes;
Overwegende dat artikel 7 van de ordonnantie van 18 januari 2001
houdende organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst
voor Arbeidsbemiddeling, dat ACTIRIS uitdrukkelijk machtigt overeenkomsten te sluiten en mee te werken aan de oprichting, te delen in
het kapitaal of deel te nemen aan het beheer van publiekrechtelijke of
privaatrechtelijke instellingen, vennootschappen of verenigingen, daar
de grondslag in rechte van vormt;
Considérant que l’article 7 de l’ordonnance du 18 janvier 2001
portant organisation et fonctionnement de l’Office régional bruxellois
de l’Emploi, en constitue le fondement juridique en ce qu’il l’autorise
spécifiquement à conclure des conventions et à prendre des participations à la constitution, au capital ou à la gestion d’organismes, de
sociétés ou d’associations, tant publics que privés;
Op voorstel van de minister bevoegd voor Tewerkstelling,
Sur la proposition du Ministre ayant l’Emploi dans ses attributions,
Na beraadslaging,
Besluit :
Arrête :
HOOFDSTUK I. — Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
CHAPITRE Ier. — Définitions
Article 1er. Pour l’application du présent arrêté, on entend par :
1° ACTIRIS : de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, als gereglementeerd bij de ordonnantie van 18 januari 2001
houdende organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst
voor Arbeidsbemiddeling;
1° ACTIRIS : l’Office régional bruxellois de l’Emploi, réglementé par
l’ordonnance du 18 janvier 2001, portant organisation et fonctionnement de l’Office régional bruxellois de l’Emploi;
2° de ordonnantie : de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende
organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor
Arbeidsbemiddeling;
2° l’ordonnance : l’ordonnance du 18 janvier 2001 portant organisation et fonctionnement de l’Office régional bruxellois de l’Emploi;
3° de Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
3° le Gouvernement : le Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale;
4° de Minister : de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke
Regering bevoegd voor Tewerkstelling;
4° le Ministre : le Ministre du Gouvernement de la Région de
Bruxelles-Capitale ayant l’emploi dans ses attributions;
5° het beheerscontract : de overeenkomst gesloten tussen ACTIRIS en
de Regering krachtens artikel 7bis van de ordonnantie;
5° le contrat de gestion : le contrat conclu entre ACTIRIS et le
Gouvernement en vertu de l’article 7bis de l’ordonnance;
6° de tewerkstellingsactiviteiten : de tewerkstellingsactiviteiten als
omschreven in de ordonnantie van 26 juni 2003 betreffende het
gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest;
6° les activités d’emploi : les activités d’emploi telles que définies
dans l’ordonnance du 26 juin 2003 relative à la gestion mixte du marché
de l’emploi dans la Région de Bruxelles-Capitale;
7° de tewerkstellingsoperatoren : de tewerkstellingsoperatoren als
omschreven in de ordonnantie van 26 juni 2003 betreffende het
gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest.
7° les opérateurs d’emploi : les opérateurs d’emploi tels que définis
dans l’ordonnance du 26 juin 2003 relative à la gestion mixte du marché
de l’emploi dans la Région de Bruxelles-Capitale.
HOOFDSTUK II. — Actiemiddelen
CHAPITRE II. — Moyens d’action
Art. 2. § 1. Om zijn opdrachten te vervullen, mag ACTIRIS overeenkomsten sluiten met derden, ook ten kosteloze titel, onder de door dit
besluit bepaalde voorwaarden.
Art. 2. § 1er. Pour exécuter ses missions, ACTIRIS peut conclure des
conventions avec des tiers, y compris à titre gratuit, dans les conditions
déterminées par le présent arrêté.
§ 2. ACTIRIS mag toelagen verlenen om zijn opdrachten uit te
voeren, en de toepassingsvoorwaarden daarvan bij wijze van overeenkomst bepalen. In dit geval bepaalt ACTIRIS, voor de toekenning van
de toelage, de voorwaarden en modaliteiten van toekenning, en
verzekert hij een voldoende bekendmaking ervan.
§ 2. ACTIRIS peut octroyer des subventions pour exécuter ses
missions, et les modaliser de manière conventionnelle. Dans ce cas,
ACTIRIS détermine, avant l’octroi de la subvention les conditions et les
modalités d’octroi et en assure une publicité suffisante.
§ 3. Voor de overeenkomsten met betrekking tot de in artikel 3, 1°,
van dit besluit bedoelde tewerkstellingsactiviteiten, die de uitvoering
van een geheel van verrichtingen tot voorwerp hebben die desgevallend worden verricht in een geïntegreerd en gecoördineerd proces met
verrichtingen inzake beroepsopleiding en permanente vorming, gaat
ACTIRIS niet over tot een overheidsopdracht voor het leveren van
diensten.
§ 3. Pour les conventions relatives aux activités d’emploi visées à
l’article 3, 1°, du présent arrêté qui ont pour objet l’exécution d’un
ensemble d’opérations réalisées dans une démarche intégrée et coordonnée, le cas échéant, avec des opérations de formation professionnelle et d’éducation permanente, ACTIRIS ne procède pas par voie de
marché de services.
§ 4. ACTIRIS mag eveneens, onder de door dit besluit bepaalde
voorwaarden, deelnemen aan de oprichting, in het kapitaal of aan het
beheer van private en publieke instellingen, vennootschappen en
verenigingen, voor zover dit bijdraagt tot de vervulling van zijn
opdrachten.
§ 4. ACTIRIS peut aussi, dans les conditions déterminées par le
présent arrêté, participer à la constitution, au capital ou à la gestion
d’organismes, de sociétés ou d’associations, tant publics que privés,
pour autant que cela contribue à l’exercice de ses missions.
14899
HOOFDSTUK III. — Bepalingen van toepassing
op de overeenkomsten gesloten door ACTIRIS
met toepassing van zijn opdrachten
CHAPITRE III. — Dispositions applicables
aux conventions conclues par ACTIRIS
en application de ses missions
Afdeling 1. — Algemene bepalingen
Section 1re. — Dispositions générales
Onderafdeling 1. — Voorwerp
Sous-section 1re. — Objet
Art. 3. De overeenkomsten gesloten door ACTIRIS moeten bijdragen tot de uitvoering van zijn in artikel 4 van de ordonnantie bepaalde
opdrachten, en passen in het kader van het beheerscontract. Ze kunnen
met name als voorwerp hebben :
Art. 3. Les conventions conclues par ACTIRIS doivent contribuer à
l’exercice de ses missions, telles que déterminées à l’article 4 de
l’ordonnance, et s’inscrire dans la ligne du contrat de gestion. Elles
peuvent avoir notamment pour objet :
1° tewerkstellingsactiviteiten voor de begeleiding van de werkzoekenden, die operaties omvatten voor :
1° des activités d’emploi visant l’accompagnement des demandeurs
d’emploi, comprenant des opérations visant à :
a) de terbeschikkingstelling aan de werkzoekenden van alle nuttige
informatie in het kader van hun zoektocht naar werk of inzake
opleidingen, inschakeling of in het kader van de strijd tegen discriminatie;
a) la mise à disposition aux demandeurs d’emploi de toute information utile dans le cadre de leur recherche d’emploi ou en matière de
formation, d’insertion ou dans le cadre de la lutte contre la discrimination;
b) de inschrijving of de herinschrijving als werkzoekende. Deze
activiteit moet het voorwerp uitmaken van een bekrachtiging door
ACTIRIS;
b) l’inscription ou la réinscription comme demandeur d’emploi. Cette
activité doit faire l’objet d’une validation par ACTIRIS;
c) de beroepsoriëntering;
c) l’orientation professionnelle;
d) de opstelling en de definitie van een beroepsproject dat desgevallend leidt tot het sluiten van een contract voor beroepsproject onder de
door ACTIRIS bepaalde voorwaarden.
d) l’élaboration et la définition d’un projet professionnel menant, le
cas échéant, à la conclusion d’un contrat de projet professionnel dans
les conditions déterminées par ACTIRIS.
Deze activiteit kan acties omvatten zoals de beroepsbepaling, de
socio-professionele balans, en de professionele heractivering;
Cette activité peut englober des actions telles que la détermination
professionnelle, le bilan socioprofessionnel et la remobilisation professionnelle;
e) de begeleiding bij de verwezenlijking van het beroepsproject en
acties bepaald in het contract voor beroepsproject;
e) l’accompagnement dans la mise en œuvre du projet professionnel
et des actions déterminées dans le contrat de projet professionnel;
f) de hulp bij het zoeken naar een opleiding, een stage en werk, met
inbegrip van de hulp bij het actief zoeken naar werk;
f) l’aide à la recherche de formation, de stage et d’emploi, en ce
compris l’aide à la recherche active d’emploi;
g) de hulp bij het starten van een eigen beroepsactiviteit;
g) l’aide à la création d’une propre activité économique;
h) de beroepsinschakeling voor de duurzame integratie van de
betrokken personen.
h) l’insertion dans l’emploi visant l’intégration durable des personnes
concernées.
2° tewerkstellingsactiviteiten voor de loopbaanbegeleiding van de
werknemers;
2° des activités d’emploi visant l’accompagnement de la carrière des
travailleurs;
3° de opvang van de kinderen van de werkzoekenden;
3° l’accueil des enfants des demandeurs d’emploi;
4° het nagaan en de erkenning van bekwaamheden van de werkzoekende, evenals de ontwikkeling van bekwaamheden die noodzakelijk
zijn voor zijn integratie op de arbeidsmarkt;
4° la vérification et la reconnaissance de compétences du demandeur
d’emploi ainsi que le développement de compétences nécessaires à son
intégration sur le marché de l’emploi;
5° de bevordering, de ontwikkeling, de innovatie en de verbetering
van de toegankelijkheid van de producten en diensten inzake inschakeling, begeleiding en tewerkstelling;
5° la promotion, le développement, l’innovation et l’amélioration de
l’accessibilité des produits et services en matière d’insertion, d’accompagnement et d’emploi;
6° de sensibilisatie betreffende de arbeidsmarkt;
6° la sensibilisation relative au marché de l’emploi;
7° de prospectie van werkaanbiedingen;
7° la prospection d’offres d’emploi;
8° de promotie van beroepen en met name van de knelpuntberoepen;
8° la promotion des métiers et notamment des métiers en pénurie;
9° de strijd tegen discriminatie bij aanwerving;
9° la lutte contre la discrimination à l’embauche;
10° de mobiliteit van de werknemers of de werkzoekenden;
10° la mobilité des travailleurs ou demandeurs d’emploi;
11° de oprichting, de deelname in en de financiering van de
beroepsreferentiecentra;
11° la mise en place, la participation et le financement des centres de
référence professionnelle;
12° het vergaren, de verwerking en de verspreiding van informatie en
statistieken die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de
arbeidsmarkt;
12° la récolte, le traitement et la diffusion d’informations et de
statistiques relatives directement ou indirectement au marché de
l’emploi;
13° de oprichting, de deelname in, de coördinatie en het beheer van
informatica- of andere netwerken om de goede werking van de
arbeidsmarkt te verzekeren;
13° la mise en place, la participation au, la coordination et la gestion
de réseaux informatiques ou autres réseaux visant à assurer le bon
fonctionnement du marché de l’emploi;
14° de uitwisseling van goede praktijken.
14° l’échange de bonnes pratiques.
Onderafdeling 2. — Inhoud van de overeenkomsten
Sous-section 2. — Contenu des conventions
Art. 4. Onverminderd artikel 9, § 3, vermelden alle door ACTIRIS
gesloten overeenkomsten tenminste :
Art. 4. Sans préjudice de l’article 9, § 3, toutes les conventions
conclues par ACTIRIS précisent au minimum :
1° het voorwerp;
1° l’objet;
2° de duur;
2° la durée;
3° de te verlenen bedragen voor de uitvoering van het voorwerp van
de overeenkomst en de modaliteiten voor de betaling ervan;
3° les sommes à octroyer pour l’exécution de l’objet de la convention
et les modalités de leur versement;
4° de modaliteiten van het toezicht en de evaluatie door ACTIRIS;
4° les modalités d’inspection et d’évaluation par ACTIRIS;
5° de modaliteiten van verbreking.
5° les modalités de rupture.
14900
Onderafdeling 3. — Opvolging en controle
Sous-section 3. — Suivi et contrôle
Art. 5. ACTIRIS verzekert de opvolging en de contrôle van de
uitvoering van de overeenkomsten.
Art. 5. ACTIRIS assure le suivi et le contrôle de l’exécution des
conventions.
Onderafdeling 4. — Evaluatie en actieplan
Sous-section 4. — Evaluation et plan d’action
Art. 6. § 1. ACTIRIS stelt jaarlijks een evaluatieverslag op van de
overeenkomsten met betrekking tot de in artikel 3 van dit besluit
bedoelde activiteiten.
Art. 6. § 1er. ACTIRIS établit annuellement un rapport d’évaluation
relatif aux conventions portant sur les activités visées à l’article 3 du
présent arrêté.
§ 2. Dit verslag omvat tenminste :
§ 2. Ce rapport comprend au moins :
1° een overzicht van de lopende overeenkomsten;
1° un relevé des conventions en cours;
2° de betrokken derden;
2° les tiers concernés;
3° de verwezenlijkte activiteiten;
3° les activités réalisées;
4° een analyse van de behaalde resultaten voor de in artikel 3, 1°, van
dit besluit bedoelde activiteiten, met bijzondere aandacht voor tewerkstelling rekening houdend met de kenmerken van het doelpubliek.
§ 3. Dit evaluatieverslag wordt overgemaakt aan de Minister.
4° une analyse des résultats obtenus pour les activités visées à
l’article 3, 1° du présent arrêté, avec une attention particulière sur la
mise à l’emploi tenant compte des caractéristiques du public pris en
charge.
§ 3. Ce rapport d’évaluation est transmis au Ministre.
§ 4. Op basis van de verrichte evaluatie, en overeenkomstig de door
het beheerscontract en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalde
doelstellingen, stelt ACTIRIS voor zijn partnerships een tweejarig
strategisch actieplan op wat betreft de voorstellen van wijzigingen en
de ontwikkeling van de activiteiten die moeten worden verwezenlijkt.
§ 4. Sur la base de l’évaluation effectuée et en conformité avec les
objectifs déterminés par le contrat de gestion et le Gouvernement de la
Région de Bruxelles-Capitale, ACTIRIS élabore un plan d’action
stratégique biennal pour ses partenariats visant les propositions de
modifications et de développements des activités à mettre en œuvre.
ACTIRIS rechtvaardigt in dit plan de keuze van de gebruikte
procedure voor het afsluiten van de vooropgestelde overeenkomsten.
Het eerste plan dekt de periode 2009-2010. Dit strategisch plan wordt
ter goedkeuring voorgelegd aan de Regering in de loop van het laatste
kwartaal dat de betrokken periode voorafgaat, na advies van de
Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Dit advies wordt geacht gunstig te zijn bij ontstentenis ervan binnen de
30 kalenderdagen te rekenen vanaf het overmaken van het strategisch
plan.
ACTIRIS justifie dans ce plan le choix de la procédure utilisée pour la
conclusion des conventions envisagées. Le premier plan couvrira la
période 2009-2010. Ce plan stratégique est soumis au Gouvernement
pour approbation au cours du dernier trimestre qui précède la période
concernée, après avis du Conseil économique et social de la Région de
Bruxelles-Capitale. Lorsque cet avis n’intervient pas dans les 30 jours
calendaires de la transmission du plan stratégique, il est réputé positif.
Afdeling 2. — Bijzondere bepalingen voor de overeenkomsten
met betrekking tot de tewerkstellingsactiviteiten
voor de begeleiding van de werkzoekenden
Section 2. — Dispositions spécifiques aux conventions
relatives aux activités d’emploi visant l’accompagnement
des demandeurs d’emploi
Onderafdeling 1. — Beginselen
Sous-section 1re. — Principes
Art. 7. § 1. Deze overeenkomsten kunnen als voorwerp hebben :
1° de uitvoering van een geheel van in artikel 3, 1°, bedoelde
verrichtingen in het kader van een geïntegreerd en gecoördineerd
begeleidingsproces, desgevallend met verrichtingen inzake beroepsopleiding en permanente vorming;
2° de verwezenlijking van een van deze verrichtingen.
Art. 7. § 1er. Ces conventions peuvent avoir pour objet soit :
1° l’exécution d’un ensemble d’opérations visées à l’article 3, 1°,
réalisées dans une démarche d’accompagnement intégrée et coordonnée, le cas échéant, avec des opérations de formation professionnelle et
d’éducation permanente;
2° la réalisation d’une de ces opérations.
§ 2. Elke verrichting draagt in elk geval bij tot de verwezenlijking van
een aangepast, geïndividualiseerd en samenhangend inschakelingstraject dat de werkzoekende toelaat om zijn afstand tot een bezoldigde
betrekking die gedekt is door de sociale zekerheid te verminderen en de
toegang daartoe bevorderen.
§ 2. Dans tous les cas, chaque opération participe à la réalisation d’un
parcours d’insertion adapté, individualisé et cohérent, permettant au
demandeur d’emploi de réduire sa distance par rapport à un emploi
rémunéré couvert par la sécurité sociale et d’en favoriser l’accès.
§ 3. Deze overeenkomsten hebben in de eerste plaats betrekking op
de kwetsbare werkzoekenden op de arbeidsmarkt, omwille van een of
meer van volgende elementen : het gebrek aan of de afwezigheid van
een kwalificatie, herkomst, leeftijd, persoonlijke moeilijkheden, het
niveau van opleiding of een moeilijk ten nutte te maken of moeilijk
overdraagbare beroepsloopbaan.
§ 3. Ces conventions visent en priorité les demandeurs d’emploi
fragilisés sur le marché du travail en raison d’un ou plusieurs éléments
suivants : le manque ou l’absence de qualification, l’origine, l’âge, les
difficultés personnelles, le niveau de formation ou une carrière
professionnelle difficilement valorisable ou transférable.
§ 4. ACTIRIS legt als voorwaarde voor het sluiten van de overeenkomst de toetreding op van de tewerkstellingsoperator tot een
geïnformatiseerd systeem van informatie-uitwisseling waarvan ACTIRIS het beheer en de organisatie verzekert als verantwoordelijke voor
de verwerking.
§ 4. ACTIRIS impose comme condition à la conclusion de la
convention, l’adhésion de l’opérateur d’emploi à un système informatisé d’échange d’informations dont ACTIRIS assure la gestion et
l’organisation en tant que responsable de traitement.
Onderafdeling 2. — Inhoud
Sous-section 2. — Contenu
Art. 8. Onverminderd de in de artikelen 9, § 3, 5° en 4 van dit besluit
bedoelde bepalingen vermelden de overeenkomsten ten minste :
Art. 8. Sans préjudice aux dispositions des articles 9, § 3, 5° et 4 du
présent arrêté, les conventions précisent au minimum :
1° de te verwezenlijken verrichting of verrichtingen in het kader van
de activiteiten voor de begeleiding van de werkzoekende, desgevallend
met inbegrip van de verrichtingen inzake beroepsopleiding en permanente vorming;
1° la ou les opérations à réaliser dans le cadre des activités visant
l’accompagnement du demandeur d’emploi en ce compris, le cas
échéant, les opérations de formation professionnelle et d’éducation
permanente;
2° de doelgroep of de doelgroepen beoogd door elke te verwezenlijken verrichting in het kader van de activiteiten met betrekking tot
begeleiding;
2° le ou les types de publics visés par chaque opération à réaliser
dans le cadre des activités visant l’accompagnement;
3° de doelstellingen die moeten worden nagestreefd door de
tewerkstellingsoperatoren;
3° les objectifs qui doivent être poursuivis par les opérateurs
d’emploi;
4° de door de tewerkstellingsoperatoren gebruikte methodes voor elk
type van activiteit;
4° les méthodes utilisées par les opérateurs d’emploi pour chaque
type d’activité;
14901
5° de modaliteiten inzake de samenwerking tussen de tewerkstellingsoperatoren die betrokken zijn bij de door de overeenkomst
bedoelde activiteiten, evenals met ACTIRIS;
5° les modalités de collaboration entre les opérateurs d’emploi
concernés par les activités visées par la convention, ainsi qu’avec
ACTIRIS;
6° desgevallend, de rechten en verplichtingen, evenals de juridische,
technische en methodologische voorwaarden die dienen te worden
nageleefd in het kader van de toetreding van de tewerkstellingsoperator tot het geïnformatiseerd netwerk van informatie-uitwisseling;
6° le cas échéant, les droits et obligations ainsi que les conditions
juridiques, techniques et méthodologiques à respecter dans le cadre de
l’adhésion de l’opérateur d’emploi au réseau informatisé d’échange
d’informations;
7° de modaliteiten van vervroegde verbreking door een van de
partijen;
7° les modalités de rupture anticipée par l’une des parties;
8° de modaliteiten van het toezicht en de evaluatie door ACTIRIS.
8° les modalités d’inspection et d’évaluation par ACTIRIS.
HOOFDSTUK I V
Overeenkomsten met betrekking tot de toekenning van een toelage
CHAPITRE IV
Conventions ayant pour objet l’octroi d’une subvention
Art. 9. § 1. Voor de toekenning van toelagen gaat ACTIRIS in
beginsel over tot een projectoproep waarvan hij de voorwaarden van
deelname, uitvoering en de keuzecriteria bepaalt, en dit binnen de
grenzen van de beschikbare kredieten die hiertoe zijn ingeschreven in
zijn begroting.
Art. 9. § 1er. Pour l’octroi de subventions, ACTIRIS procède en
principe à un appel à projets, dont il détermine les conditions de
participation, d’exécution et les critères de choix, et ce dans les limites
des crédits disponibles inscrits à cet effet dans son budget.
§ 2. In afwijking van § 1 kan ACTIRIS de voorwaarden van de toelage
bepalen zonder dat hij overgaat tot een projectoproep. In dit geval zal
ACTIRIS het uitzonderlijk of bijzonder karakter van het project
rechtvaardigen in een aan de overeenkomst toegevoegde nota aan zijn
beheerscomité.
§ 2. Par dérogation au § 1er, ACTIRIS peut, déterminer les conditions
de la subvention sans faire usage de la technique d’appel à projets.
Dans ce cas, ACTIRIS justifiera le caractère exceptionnel ou spécifique
du projet dans une note à son comité de gestion accompagnant la
convention.
§ 3. Bovendien moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan :
§ 3. Les conditions suivantes doivent par ailleurs être respectées :
1° de toelage mag niet meer bedragen dan datgene wat noodzakelijk
is om de kosten ingevolge de uitvoering van het voorwerp van de
overeenkomst te dekken, desgevallend rekening houdend met de
desbetreffende ontvangsten;
1° la subvention ne peut pas excéder ce qui est nécessaire pour
couvrir les coûts occasionnés par l’exécution de l’objet de la convention
compte tenu, le cas échéant, des recettes y relatives;
2° de kosten, die in aanmerking dienen te worden genomen,
omvatten alle kosten ingevolge de uitvoering van het voorwerp van de
overeenkomst. Deze zijn berekend op basis van de algemeen aanvaarde
beginselen van de analytische en gescheiden boekhouding;
2° les coûts à prendre en considération englobent tous les coûts
occasionnés par l’exécution de l’objet de la convention. Ils sont calculés
sur la base des principes de comptabilité analytique et séparée
généralement acceptés;
3° de toelage moet daadwerkelijk worden gebruikt om de uitvoering
te verzekeren van het voorwerp van de overeenkomst;
3° la subvention doit être effectivement utilisée pour assurer
l’exécution de l’objet de la convention;
4° ACTIRIS gaat regelmatig over tot controles teneinde zich ervan te
vergewissen dat de begunstigde geen toelage ontvangt die het in 1°
bedoeld bedrag overschrijdt;
4° ACTIRIS procède à des contrôles réguliers afin de s’assurer que le
bénéficiaire ne perçoit pas une subvention excédent le montant visé au
point 1°;
5° de bestekken of overeenkomsten moeten met name vermelden :
5° les cahiers de charge ou conventions doivent notamment indiquer :
a) de aard en de duur van de toevertrouwde opdracht;
a) la nature et la durée de la mission confiée;
b) de categorieën van betrokken personen en desgevallend de
betrokken gebieden;
b) les catégories de personnes et le cas échéant les territoires
concernés;
c) de parameters voor de berekening, de controle en de herziening
van de toelage;
c) les paramètres de calcul, de contrôle et de révision de la
subvention;
d) de middelen om te vermijden dat de toelage de kosten ingevolge
de uitvoering van de opdracht overschrijdt;
d) les moyens d’éviter que le montant de la subvention soit supérieur
aux coûts occasionnés par l’exécution de la mission;
e) de financiële en boekhoudkundige documenten die door de
begunstigde van de toelage moeten worden verstrekt;
e) les documents financiers et comptables à fournir par le bénéficiaire
de la subvention;
f) de modaliteiten van terugbetaling bij eventuele overfinanciering.
f) les modalités de remboursement en cas d’éventuelles surcompensations.
Art. 10. De beslissingen betreffende de toekenning of weigering van
toelagen worden met redenen omkleed. De redenen worden medegedeeld uiterlijk binnen de maand die volgt op de beslissing.
Art. 10. Les décisions relatives à l’octroi ou au refus de subventions
sont motivées. Les motifs sont communiqués au plus tard dans le mois
qui suit la décision.
HOOFDSTUK V. — De deelname aan de oprichting, in het kapitaal
of aan het beheer van private en publieke instellingen,
vennootschappen en verenigingen
CHAPITRE V. — La participation à la constitution, au capital
ou à la gestion d’organismes, de sociétés ou d’associations,
tant publics que privés
Art. 11. ACTIRIS is gemachtigd om deel te nemen aan de oprichting,
in het kapitaal of aan het beheer van private en publieke instellingen,
vennootschappen en verenigingen.
Art. 11. ACTIRIS est autorisé à participer à la constitution, au capital
ou à la gestion d’organismes, de sociétés ou d’associations, tant publics
que privés.
Art. 12. De deelname moet bijdragen tot de uitvoering van de in
artikel 4 van de ordonnantie bepaalde opdrachten, en passen in het
kader van het beheerscontract.
Art. 12. La participation doit contribuer à l’exercice des missions,
telles que déterminées à l’article 4 de l’ordonnance, et s’inscrire dans la
ligne du contrat de gestion.
Art. 13. § 1. Indien ACTIRIS na het verloop van de verrichting niet
beschikt over een meerderheid of een beslissende macht binnen de
betrokken instelling, vennootschap of vereniging, moet hij redelijke
contractuele waarborgen verkrijgen om de verwezenlijking te verzekeren van de doelstellingen die hij nastreeft in het kader van de
voorgenomen verrichting. Deze waarborgen kunnen de vorm aannemen van een aandeelhouderspact met de andere partners of een
overeenkomst die rechtstreeks wordt gesloten met de betrokken
instelling, vennootschap of vereniging.
Art. 13. § 1er. Si, au terme de l’opération, ACTIRIS ne dispose pas
d’une majorité ou d’un pouvoir déterminant au sein de l’organisme, de
la société ou de l’association concernée, il doit obtenir des garanties
contractuelles raisonnables pour assurer la bonne fin des objectifs qu’il
poursuit dans le cadre de l’opération projetée. Ces garanties peuvent
prendre la forme d’un pacte d’actionnaires avec les autres partenaires
ou d’une convention passée directement avec l’organisme, la société ou
l’association concernée.
14902
§ 2. ACTIRIS verzekert zich bovendien van een rechtstreeks of
onrechtstreeks controlerecht wat betreft het beheer en de rekeningen
van de betrokken instelling, vennootschap of vereniging.
§ 2. En outre, ACTIRIS s’assure un droit de contrôle, direct ou
indirect, sur la gestion et les comptes de l’organisme, de la société ou de
l’association concernée.
Art. 14. § 1. Het beheerscomité van ACTIRIS beslist over de
verrichting op basis van een schriftelijk verslag waarin de door
ACTIRIS nagestreefde doelstelling wordt uiteengezet. Het verslag
rechtvaardigt in welke mate de verrichting bijdraagt tot de uitvoering
van de opdrachten van ACTIRIS en past in het kader van het
beheerscontract.
Art. 14. § 1er. Le comité de gestion d’ACTIRIS décide de l’opération
sur la base d’un rapport écrit qui expose l’objectif poursuivi par
ACTIRIS. Le rapport justifie en quoi l’opération contribue à l’exercice
des missions d’ACTIRIS et s’inscrit dans la ligne du contrat de gestion.
§ 2. Het verslag vermeldt de benaming, de gegevens, de rechtsvorm
en het maatschappelijk oogmerk, en verstrekt meer in het algemeen alle
informatie van juridische aard met betrekking tot de bij de voorgenomen verrichting betrokken instelling, vennootschap of vereniging.
§ 2. Le rapport mentionne la dénomination, les coordonnées, la forme
juridique et l’objet social et, plus généralement, donne toutes les
informations d’ordre juridique relatives à l’organisme, à la société ou à
l’association concernée par l’opération projetée.
§ 3. Het verslag vermeldt de vennoten, de leden of de partners van de
betrokken instelling, vennootschap of vereniging, en bevat een uiteenzetting van de rechten waarover ACTIRIS zal beschikken na het
verloop van de voorgenomen verrichting.
§ 3. Le rapport précise les associés, les membres ou les partenaires de
l’organisme, de la société ou de l’association concernée et expose les
droits dont ACTIRIS disposera au terme de l’opération projetée.
§ 4. Het verslag bevat een uiteenzetting van de financiële situatie of
het financieel plan van de betrokken instelling, vennootschap of
vereniging, en bevat een begroting met een gedetailleerde raming van
de kostprijs voor ACTIRIS van de voorgenomen verrichting gedurende
een periode van tenminste drie jaar.
§ 4. Le rapport expose la situation financière ou le plan financier de
l’organisme, de la société ou de l’association concernée et présente un
budget évaluant en détail le coût de l’opération projetée pour ACTIRIS
pendant une période d’au moins trois ans.
Het verslag bevat bovendien een uiteenzetting van de manier
waarop ACTIRIS een rechtstreeks of onrechtstreeks controlerecht zal
uitoefenen over het beheer en de rekeningen van de betrokken
instelling, vennootschap of vereniging.
Le rapport expose en outre la manière dont ACTIRIS pourra exercer
un droit de contrôle, direct ou indirect, sur la gestion et les comptes de
l’organisme, de la société ou de l’association concernée.
§ 5. Het verslag bevat een uiteenzetting van de wijze waarop de
betrokken instelling, vennootschap of vereniging wordt beheerd, en
desgevallend van de manier waarop ACTIRIS hierbij zal worden
betrokken.
§ 5. Le rapport expose le mode de gestion de l’organisme, de la
société ou de l’association concernée et, le cas échéant, la manière dont
ACTIRIS y sera associé.
Indien ACTIRIS na het verloop van de verrichting niet beschikt over
een meerderheid of een beslissende macht binnen de betrokken
instelling, vennootschap of vereniging, bevat het verslag de verkregen
contractuele waarborgen die passend zijn om de verwezenlijking te
verzekeren van de door ACTIRIS nagestreefde doelstellingen in het
kader van de voorgenomen verrichting.
Si au terme de l’opération projetée, ACTIRIS ne dispose pas d’une
majorité ou d’un pouvoir déterminant au sein de l’organisme, de la
société ou de l’association concernée, le rapport présente les garanties
contractuelles obtenues et propres à assurer la bonne fin des objectifs
poursuivis par ACTIRIS dans le cadre de l’opération projetée.
§ 6. Het verslag gaat vergezeld van alle nuttige documenten,
waaronder met name de statuten of het ontwerp van statuten, de
contracten of ontwerpen van contracten, de balansen, de rekeningen,
het financieel plan en de begroting.
§ 6. Le rapport est accompagné de tous les documents utiles dont
notamment les statuts ou projet de statuts, contrats ou projets de
contrats, bilans, comptes, plan financier, budget.
§ 7. De regeringscommissarissen als bedoeld in artikel 36 van de
ordonnantie verstrekken een schriftelijk en met redenen omkleed
advies over het in dit artikel bedoeld verslag.
§ 7. Les commissaires du Gouvernement visés à l’article 36 de
l’ordonnance donnent un avis écrit et motivé sur le rapport visé au
présent article.
Art. 15. De beslissing van het beheerscomité is met redenen omkleed
en duidt desgevallend de personen aan die belast zijn met de
vertegenwoordiging van ACTIRIS voor de verwezenlijking van de
verrichting en voor het bekleden van eventuele mandaten binnen de
betrokken instelling, vennootschap of vereniging.
Art. 15. La décision du comité de gestion est motivée et désigne, le
cas échéant, les personnes chargées de représenter ACTIRIS pour la
réalisation de l’opération et pour exercer d’éventuels mandats au sein
de l’organisme, de la société ou de l’association concernée.
Art. 16. Elk van de door ACTIRIS in het kader van dit besluit
verwezenlijkte verrichtingen maakt het voorwerp uit van een gedetailleerde beschrijvende vermelding in het jaarverslag dat wordt opgesteld
door ACTIRIS in uitvoering van artikel 32 van de ordonnantie. Het
jaarverslag vermeldt met name de door ACTIRIS nagestreefde doelstelling en verduidelijkt in welke mate de verrichting bijdraagt tot de
uitvoering van zijn opdrachten en past in het kader van het beheerscontract dat is gesloten tussen hem en de Regering.
Art. 16. Chacune des opérations réalisées par ACTIRIS dans le cadre
du présent arrêté fait l’objet d’une mention descriptive détaillée dans le
rapport annuel établi par ACTIRIS en exécution de l’article 32 de
l’ordonnance. Le rapport annuel mentionne notamment l’objectif
poursuivi par ACTIRIS et précise en quoi l’opération contribue à
l’exercice de ses missions et s’inscrit dans la ligne du contrat de gestion
conclu entre lui et le Gouvernement.
HOOFDSTUK VI
Opheffings-, wijzigings-, overgangs- en slotbepalingen
CHAPITRE VI
Dispositions abrogatoires, modificatives, transitoires et finales
Afdeling 1. — Opheffingsbepalingen
Section 1re. — Dispositions abrogatoires
Art. 17. Worden opgeheven :
Art. 17. Sont abrogés :
1° de artikelen 19 tot en met 24 van het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004 houdende de uitvoering
van de ordonnantie van 26 juni 2003 betreffende het gemengd beheer
van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
1° les articles 19 à 24 de l’arrêté du Gouvernement de la Région de
Bruxelles-Capitale du 15 avril 2004 portant exécution de l’ordonnance
du 26 juin 2003 relative à la gestion mixte du marché de l’emploi dans
la Région de Bruxelles-Capitale;
2° het besluit van 27 juni 1991 van de Brusselse Hoofdstedelijke
Regering houdende machtiging voor de Brusselse Gewestelijke Dienst
voor Arbeidsbemiddeling tot het sluiten van partnershipovereenkomsten tot vergroting van de kansen van bepaalde werkzoekenden om
werk te vinden of terug te vinden;
2° l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du
de certains demandeurs d’emploi de trouver ou de retrouver du travail;
3° het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van
17 maart 2005 houdende toelating voor de Brusselse Gewestelijke
Dienst voor Arbeidsbemiddeling om overeenkomsten te sluiten met
tewerkstellingsagentschappen opgericht door Belgische en Europese
overheden in het kader van het gemengd beheer van de arbeidsmarkt
in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
17 mars 2005 autorisant l’Office régional bruxellois de l’Emploi à
conclure des conventions avec les agences d’emploi créées par d’autres
pouvoirs publics belges ou européens dans le cadre de la gestion mixte
du marché de l’emploi dans la Région de Bruxelles-Capitale;
14903
4° het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van
22 juni 2006 tot machtiging van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor
Arbeidsbemiddeling om deel te nemen aan de oprichting, in het
kapitaal of aan het beheer van publieke en private instellingen,
vennootschappen en verenigingen.
participer à la constitution, au capital ou à la gestion d’organismes, de
sociétés ou d’associations, tant publics que privés.
Afdeling 2. — Wijzigingsbepalingen
Section 2. — Dispositions modificatives
Art. 18. In artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke
Regering van 15 april 2004 houdende de uitvoering van de ordonnantie
van 26 juni 2003 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt
in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden telkens de woorden « bij
toepassing van artikel 19 van dit besluit » geschrapt.
Art. 18. A l’article 3 de l’arrêté du Gouvernement de la Région de
Bruxelles-Capitale du 15 avril 2004 portant exécution de l’ordonnance
du 26 juin 2003 relative à la gestion mixte du marché de l’emploi dans
la Région de Bruxelles-Capitale, les mots « en application de l’article 19
du présent arrêté » sont à chaque fois supprimés.
Art. 19. In artikel 4, § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden «
bij toepassing van de artikels 19 tot 24 van dit besluit » geschrapt.
Art. 19. A l’article 4, § 2 du même arrêté, les mots « en application
des articles 19 à 24 du présent arrêté » sont supprimés.
Art. 20. Het opschrift van hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt
vervangen als volgt :
Art. 20. L’intitulé du chapitre III du même arrêté est remplacé
comme suit :
« Hoofdstuk III. — Uitoefening van tewerkstellingsactiviteiten in het
kader van sommige partnershipovereenkomsten ».
« Chapitre III. — L’exercice des activités d’emploi dans le cadre de
certaines conventions de partenariat ».
Art. 21. Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
Art. 21. L’article 25 du même arrêté est remplacé comme suit :
« Art. 25. § 1. Het is toegestaan aan de in artikel 3 bedoelde
tewerkstellingsoperatoren, waarop een overeenkomst van toepassing is
krachtens het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van
27 juni 1991 houdende machtiging voor de Brusselse Gewestelijke
Dienst voor Arbeidsbemiddeling tot het sluiten van partnershipovereenkomsten teneinde de kansen van bepaalde werkzoekenden om
werk te vinden of terug te vinden, te vergroten in het kader van
gecoördineerde beschikkingen voor socio-professionele inschakeling,
of krachtens het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van
27 juni 1991 houdende machtiging voor de Brusselse Gewestelijke
Dienst voor Arbeidsbemiddeling tot het sluiten van partnershipovereenkomsten tot vergroting van de kansen van bepaalde werkzoekenden om werk te vinden of terug te vinden, en gesloten voor hun
opheffing, om de in artikel 2 van de ordonnantie bedoelde tewerkstellingsactiviteiten uit te oefenen.
« Art. 25. § 1er. Il est permis aux opérateurs d’emploi visés à l’article 3, auxquels s’appliquent une convention en vertu de l’arrêté du
Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 27 juin 1991
autorisant l’Office régional bruxellois de l’Emploi à conclure des
conventions de partenariat en vue d’accroître les chances de certains
demandeurs d’emploi de trouver ou de retrouver du travail dans le
cadre de dispositifs coordonnés d’insertion socioprofessionnelle, ou en
vertu de l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale
du 27 juin 1991 autorisant l’Office régional bruxellois de l’Emploi à
conclue avant leur abrogation, d’exercer des activités d’emploi visées à
l’article 2 de l’ordonnance.
§ 2. De toelating als bedoeld in § 1 geldt gedurende de periode als
bedoeld in artikel 22 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke
Regering van 8 février 2008 houdende uitvoering van artikel 7 van de
ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van
de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling. »
§ 2. La permission visée au § 1er vaut pour la période visée à l’article 22 de l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale
du 28 février 2008 portant exécution de l’article 7 de l’ordonnance du
18 janvier 2001 portant organisation et fonctionnement de l’Office
régional bruxellois de l’Emploi. »
Afdeling 3. — Overgangsbepaling
Section 3. — Disposition transitoire
Art. 22. Blijven van toepassing tot aan hun wijziging of verbreking
door ACTIRIS, overeenkomstig de door dit besluit voorziene procedures, de overeenkomsten gesloten krachtens het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering van 27 juni 1991 houdende machtiging voor
de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling tot het
sluiten van partnershipovereenkomsten teneinde de kansen van bepaalde
werkzoekenden om werk te vinden of terug te vinden, te vergroten in
het kader van gecoördineerde beschikkingen voor socio-professionele
inschakeling, of krachtens het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke
Regering van 27 juni 1991 houdende machtiging voor de Brusselse
Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling tot het sluiten van
partnershipovereenkomsten tot vergroting van de kansen van bepaalde
werkzoekenden om werk te vinden of terug te vinden, en gesloten voor
de opheffing van de genoemde besluiten.
Art. 22. Restent d’application, jusqu’à leur modification ou leur
rupture par ACTIRIS conformément aux procédures prévues par le
présent arrêté, les conventions conclues en vertu de l’arrêté du
Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 27 juin 1991
autorisant l’Office régional bruxellois à l’Emploi à conclure des
conventions de partenariats en vue d’accroître les chances de certains
demandeurs d’emploi de trouver ou retrouver du travail dans le cadre
des dispositifs coordonnés d’insertion socioprofessionnelle ou en vertu
de l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du
et conclues avant l’abrogation desdits arrêtés.
Afdeling 4. — Slotbepalingen
Section 4. — Dispositions finales
Art. 23. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 23. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication
au Moniteur belge.
Art. 24. De Minister bevoegd voor Tewerkstelling is belast met de
uitvoering van dit besluit.
Art. 24. Le Ministre ayant l’Emploi dans ses attributions est chargé
de l’exécution du présent arrêté.
Vanwege de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
Par le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale :
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast
met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en
Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid
en Ontwikkelingssamenwerking,
Ch. PICQUE
Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du Territoire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine, du
Logement, de la Propreté publique et de la Coopération au Développement,
Ch. PICQUE
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met
Economie, Werkgelegenheid en Wetenschappelijk Onderzoek,
B. CEREXHE
Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale
chargé de l’Economie, de l’Emploi et de la Recherche scientifique,
B. CEREXHE
14904
MINISTERIE
N. 2008 — 795
[C − 2008/31091]
Regering ter bepaling van de tarieven die van toepassing zijn op de
taxidiensten
MINISTERE
F. 2008 — 795
[C − 2008/31091]
Bruxelles-Capitale relatif à la fixation des tarifs applicables aux
services de taxis
Gelet op de ordonnantie van 27 april 1995 inzake de taxidiensten en
de verhuurdiensten van voertuigen met chauffeur, inzonderheid op
artikel 29, gewijzigd bij ode ordonnanties van 11 juli 2002 en
20 juli 2006;
Vu l’ordonnance du 27 avril 1995 relative aux services de taxis et aux
services de location de voitures avec chauffeur, notamment l’article 29,
modifié par les ordonnances du 11 juillet 2002 et 20 juillet 2006;
24 november 2005 betreffende de stijging van de tarieven die van
toepassing zijn op de taxidiensten;
Vu l’ arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale
du 24 novembre 2005 relatif à l’augmentation des tarifs applicables aux
services de taxis;
Gelet op het ministerieel besluit van 20 december 2005 tot wijziging
van het ministerieel besluit van 11 januari 2002 houdende vaststelling
van de maximumprijzen voor het vervoer van taxi’s;
Vu l’arrêté ministériel du 20 décembre 2005 modifiant l’arrêté
ministériel du 11 janvier 2002 fixant les prix maxima pour le transport
par taxis;
Gelet op het positief advies van het Gewestelijk Adviescomité voor
de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met
chauffeur;
Vu l’avis favorable du Comité Consultatif régional des taxis et
voitures de location avec chauffeur;
Gelet op het akkoord van de Minister van Economische Zaken van
9 november 2005 waarbij een afwijking wordt toegestaan voor de
hoogte van het bedrag van het instapgeld;
Vu l’accord du Ministre des Affaires économiques du 9 novembre 2005 autorisant une dérogation à la hauteur du montant de la prise
en charge;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van
21 februari 2008;
Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances du 21 février 2008;
Overwegende dat het tarief dat van toepassing is op het grondgebied
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ongewijzigd is sedert 2005;
Considérant que le tarif applicable sur le territoire de la Région de
Bruxelles-Capitale est inchangé depuis 2005;
Op voorstel van de Minister bevoegd voor Mobiliteit en Openbare
Werken.
Sur la proposition du Ministre qui a la Mobilité et les Travaux publics
dans ses attributions;
Na beraadslaging,
Besluit :
Arrête :
Artikel 1. Het tarief voor het vervoer per taxi wordt als volgt
vastgesteld :
Article 1er. Le tarif pour le transport par taxis est fixé comme suit :
1. Kilometerprijs :
1. Prix kilométrique :
tarief I : S 1,35;
en tarif I : S 1,35;
tarief II : S 2,70.
en tarif II : S 2,70.
2. Instapgeld : S 2,40.
2. Prise en charge : S 2,40.
3. Wachtgeld per uur : S 25,00.
3. Heure d’attente : S 25,00.
4. Forfaitaire toeslag voor de nachtritten : S 2,00.
4. Supplément forfaitaire pour les courses de nuit : S 2,00.
Art. 2. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van
24 november 2005 betreffende de stijging van de tarieven die van
toepassing zijn op de taxidiensten, wordt opgeheven.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 10 maart 2008.
Art. 4. De Minister bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken is
belast met uitvoering van dit besluit.
Art. 2. L’arrêté du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale du 24 novembre 2005 relatif à l’augmentation des tarifs
applicables aux services de taxis, est abrogé.
Art. 3. Le présent arrêté produit ses effets le 10 mars 2008.
Art. 4. Le Ministre qui a la Mobilité et les Travaux publics dans ses
attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale :
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten
en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare
Netheid en Ontwikkelingssamenwerking,
Ch. PICQUE
Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du
Territoire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine,
du Logement, de la Propreté publique et de la Coopération
au Développement,
Ch. PICQUE
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
belast met Mobiliteit en Openbare Werken,
P. SMET
Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,
chargé de la Mobilité et des Travaux publics,
P. SMET
14905
ANDERE BESLUITEN — AUTRES ARRETES
[2008/00164]
[2008/00164]
Personeel. — Bevordering
Personnel. — Promotion
Bij koninklijk besluit van 27 januari 2008 wordt met ingang van
1 april 2007, Mevr. Bernaerts, Monique, attaché, bevorderd in de titel
van adviseur in de klasse A3 in de vakrichting Bevolking en Veiligheid
bij de Algemene Directie Crisiscentrum van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.
Par arrêté royal du 27 janvier 2008, Mme Bernaerts, Monique, attaché,
est promue au titre de conseiller dans la classe A3 et dans la filière de
métiers Population et Sécurité à la Direction générale Centre de Crise
du Service public fédéral Intérieur, à partir du 1er avril 2007.
*
EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
ET SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE
[C − 2008/00237]
10 FEBRUARI 2008. — Koninklijk besluit tot aanwijzing
van sommige leden van de Federale Politieraad
[C − 2008/00237]
10 FEVRIER 2008. — Arrêté royal portant désignation
de certains membres du Conseil fédéral de police
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een
geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, zoals
gewijzigd bij de wet van 20 juni 2006, inzonderheid op artikel 6, eerste
lid, 3° en 8°;
Vu la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré,
structuré à deux niveaux, modifiée par la loi du 20 juin 2006,
notamment l’article 6, premier alinéa, 3° et 8°;
Gelet op het koninklijk van 3 november 2001 betreffende de Federale
Politieraad;
Vu l’arrêté royal du 3 novembre 2001 relatif au Conseil fédéral de
police;
Gelet op de koninklijk besluiten van 26 oktober 2001, 16 mei 2004 en
13 februari 2007 tot aanwijzing van leden van de Federale Politieraad;
Vu les arrêtes royaux du 26 octobre 2001, 16 mai 2004 et 13 février 2007
portant désignation des membres du Conseil fédéral de police;
Gelet op het voorstel van het College van Procureurs-generaal,
gedaan op 26 december 2006 en 26 april 2007;
Vu la proposition du Collège des Procureurs généraux, faite le
26 décembre 2006 et le 26 avril 2007;
Gelet op het voorstel van de Vaste Commissie van de Lokale Politie,
gedaan op 13 september 2007;
Vu la proposition de la Commission permanente de la Police locale,
faite le 13 septembre 2007
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en van Onze
Minister van Binnenlandse Zaken en op advies van Onze in Raad
vergaderde ministers;
Sur la proposition de Notre Ministre de la Justice et de Notre Ministre
de l’Intérieur et de l’avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en
Conseil;
Artikel 1. Worden voor een hernieuwbare periode van vier jaar
aangewezen als lid van de Federale Politieraad, voorzover de persoon
zijn hoedanigheid behoudt :
Article 1er. Sont désignés pour une période renouvelable de quatre ans comme membres du Conseil fédéral de police, pour autant que
la personne garde sa qualité :
de heer Claude Michaux, Procureur-Generaal bij het Hof van Beroep
te Bergen,
M. Claude Michaux, Procureur général près la Cour d’Appel de
Mons,
de heer Freddy Thielemans, burgemeester van de stad Brussel, lid
van de Adviesraad van burgemeesters.
M. Freddy Thielemans, bourgmestre de la ville de Bruxelles, membre
du Conseil consultatif des bourgmestres
de heer Stefaan Platteau, burgemeester van Dilbeek, lid van de
Adviesraad van Burgemeesters.
M. Stefaan Platteau, bourgmestre de Dilbeek, membre du Conseil
consultatif des bourgmestres.
Art. 2. Worden voor een hernieuwbare periode van vier jaar aangewezen als plaatsvervangend lid van de Federale Politieraad, voorzover
de persoon zijn hoedanigheid behoudt :
Art. 2. Sont désignés pour une période renouvelable de quatre ans
comme membres suppléants du Conseil fédéral de police, pour autant
que la personne garde sa qualité :
de heer Cédric Visart De Bocarme, Procureur-Generaal bij het Hof
van Beroep te Luik,
M. Cédric Visart De Bocarme, Procureur général près la Cour
d’Appel de Liège,
de heer Bruno Bulthé, procureur des Konings te Brussel,
M. Bruno Bulthé, procureur du Roi à Bruxelles,
Mevr. Isabelle Panou, onderzoeksrechter te Brussel,
Mme Isabelle Panou, juge d’instruction à Bruxelles,
Mevr. Catherine De Bolle, korpschef van de lokale politie te Ninove.
Mme Catherine De Bolle, chef de corps de la police locale à Ninove.
Art. 3. De aanwijzing van de heer Marnic De Meulemeester, burgemeester van de stad Oudenaarde, als lid van de Federale Politieraad
wordt op zijn verzoek beëindigd.
Art. 3. Il est mis fin, à sa demande, à la désignation comme membre
du Conseil fédéral de police, de M. Marnic De Meulemeester, bourgmestre de la ville d’ Audenarde.
Art. 4. Dit besluit treedt heden in werking.
Art. 4. Le présent arrête entre en vigueur ce jour.
14906
Art. 5. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister
van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit
besluit.
Art. 5. Notre Ministre de l’Intérieur et Notre Ministre de la Justice
sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution du présent
arrêté.
Donné à Bruxelles, 10 février 2008.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Minister van Binnelandse zaken,
P. DEWAEL
Le Ministre de l’Intérieur,
P. DEWAEL
De Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Le Ministre de la Justice,
J. VANDEURZEN
*
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN
SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES
[2008/03085]
[2008/03085]
Koninklijke Schenking. — Mandaten
Donation royale. — Mandats
Bij koninklijk besluit van 24 februari 2008 wordt de heer Geert Noels,
chief economist en vennoot van de NV Petercam, tot beheerder van de
Koninklijke Schenking benoemd.
Bij hetzelfde besluit wordt baron A. Van de Voorde, uittredend
beheerder, ertoe gemachtigd de eretitel van zijn ambt te voeren.
Par arrêté royal du 24 février 2008, M. Geert Noels, chief economist
et partenaire de la SA Petercam, est nommé administrateur de la
Donation royale.
Par le même arrêté, le baron A. Van de Voorde, administrateur
sortant, est autorisé à porter le titre honorifique de ses fonctions.
*
[2008/12354]
Afbreken en verwijderen van asbest. — Erkenning
Bij ministerieel besluit van 29 februari 2008 is de BVBA Stasbest,
Brusselsesteenweg 220, te 1785 Merchtem, erkend geworden voor het
afbreken en verwijderen van asbest tot 28 februari 2010.
[2008/12354]
Démolition et retrait d’asbeste. — Agréation
Par arrêté ministériel du 29 février 2008, la SPRL Stasbest, Brusselsesteenweg 220, à 1785 Merchtem, est agréée pour effectuer des travaux
de démolition et de retrait d’asbeste jusqu’au 28 février 2010.
*
SOCIALE ZEKERHEID
[C − 2008/22136]
4 MAART 2008. — Koninklijk besluit houdende benoeming van
leden en hernieuwing van mandaten van leden van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen
Gelet op het koninklijk besluit nr. 513 van 27 maart 1987 tot
afschaffing van de Rijkskas voor rust- en overlevingspensioenen en tot
reorganisatie van de Rijksdienst voor werknemerspensioenen, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende
het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op de
artikelen 40, 43 en 45 en op artikel 42, zoals vervangen bij artikel 114
van de wet van 20 december 1995 houdende sociale bepalingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996, genomen ter
uitvoering van hetzelfde koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967;
Gelet op de voordracht van kandidaten door de representatieve
werkgevers- en werknemersorganisaties;
Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen,
SECURITE SOCIALE
[C − 2008/22136]
4 MARS 2008. — Arrêté royal portant nomination de membres et
renouvellement de mandats des membres du Comité de gestion de
l’Office national des pensions
Vu l’arrêté royal n° 513 du 27 mars 1987 portant suppression de la
Caisse nationale des pensions de retraite et de survie et réorganisation
de l’Office national des pensions pour travailleurs salariés, notamment
l’article 1er;
Vu l’arrêté royal n° 50 du 24 octobre 1967 relatif à la pension de
retraite et de survie des travailleurs salariés, notamment les articles 40,
43 et 45 et l’article 42, remplacé par l’article 114 de la loi du
20 décembre 1995 portant des dispositions sociales;
Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996, pris en exécution du même arrêté
royal n° 50 du 24 octobre 1967;
Vu la présentation de candidats par les organisations représentatives
des employeurs et des travailleurs;
Sur la proposition de Notre Ministre des Pensions,
Artikel 1. Worden benoemd tot effectieve leden van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen voor een termijn van
zes jaar :
Article 1er. Sont nommés membres effectifs du Comité de gestion de
l’Office national des pensions pour un terme de six ans :
a) als vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties :
a) en qualité de représentants des organisations représentatives des
employeurs :
Mevrn. :
Mmes :
ADNET, Bernadette;
ADNET, Bernadette;
VANDERSTAPPEN, Anne;
VANDERSTAPPEN, Anne;
VANLIERDE, Lieve.
VANLIERDE, Lieve.
14907
MM. :
De heren :
COULON, Dominique;
COULON, Dominique;
DELFOSSE, Jan;
DELFOSSE, Jan;
DEMARREE, Serge;
DEMARREE, Serge;
JACOBS, Yves;
JACOBS, Yves;
b) als vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties :
b) en qualité de représentants des organisations représentatives des
travailleurs :
Mmes :
Mevrn. :
CEULEMANS, Estelle;
CEULEMANS, Estelle;
SLEGERS, Sabine;
SLEGERS, Sabine;
VANMOERKERKE, Celien.
VANMOERKERKE, Celien.
MM. :
De heren :
DE POTTER, Alfons;
DE POTTER, Alfons;
SAVOYE, Marcel;
SAVOYE, Marcel;
VAN DAELE, Daniel;
VAN DAELE, Daniel;
WYCKMANS, Ferre.
WYCKMANS, Ferre.
Art. 2. Worden benoemd tot plaatsvervangende leden van het
Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen voor een termijn
van zes jaar :
Art. 2. Sont nommés membres suppléants du Comité de gestion de
l’Office national des pensions pour un terme de six ans :
a) als vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties :
a) en qualité de représentants des organisations représentatives des
employeurs :
Mme VERMEERSCH, Catherine.
Mevr. VERMEERSCH, Catherine.
MM. :
De heren :
LAENENS, Koen;
LAENENS, Koen;
VAN ASSCHE, Danny;
VAN ASSCHE, Danny;
b) als vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties :
b) en qualité de représentants des organisations représentatives des
travailleurs :
MM. :
De heren :
MAES, Jef;
MAES, Jef;
PALSTERMAN, Paul;
PALSTERMAN, Paul;
VAN LANCKER, Hugo.
VAN LANCKER, Hugo.
Art. 3. Le présent arrêté royal entre en vigueur le 2 mars 2008.
Art. 4. Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering
van dit besluit.
Art. 4. Notre Ministre des Pensions est chargé de l’exécution du
présent arrêté.
Donné à Bruxelles, le 4 mars 2008.
Gegeven te Brussel, 4 maart 2008.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Minister van Pensioenen,
C. DUPONT
Le Ministre des Pensions,
C. DUPONT
*
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE
[C − 2008/09163]
[C − 2008/09163]
Rechterlijke Orde. — Notariaat
Ordre judiciaire. — Notariat
Bij ministerieel besluit van 4 maart 2008 is de aanwijzing in
hoedanigheid van lid kandidaat-notaris van het adviescomité van
notarissen hernieuwd, voor de duur van een jaar met ingang van
20 februari 2008, voor de provincie Vlaams-Brabant :
Par arrêté ministériel du 4 mars 2008, est renouvelée, pour une durée
d’un an prenant cours le 20 février 2008, la désignation en qualité de
membre candidat-notaire du comité d’avis des notaires de la province
du Brabant-Flamand :
— als plaatsvervangend lid, van Mevr. Arnaerts, H.
Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akte met individuele strekking kan voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking.
Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad
van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), te worden
toegezonden.
— en qualité de membre suppléant, de Mme Arnaerts, H.
Le recours en annulation de l’acte précité à portée individuelle peut
être soumis à la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat
endéans les soixante jours après cette publication. La requête doit être
envoyée au Conseil d’Etat (adresse : rue de la Science 33, 1040 Bruxelles), sous pli recommandé à la poste.
14908
GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION
GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE
VLAAMSE OVERHEID
Bestuurszaken
[C − 2008/35392]
22 FEBRUARI 2008. — Besluit van de administrateur-generaal van het Agentschap voor Facilitair Management tot
wijziging van het besluit van de administrateur-generaal van het Agentschap voor Facilitair Management van
11 december 2007 houdende subdelegatie van sommige bevoegdheden inzake algemene werking van het
Agentschap voor Facilitair Management
De Administrateur-Generaal van het Agentschap voor Facilitair Management,
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van
beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid,
gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2006;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd
agentschap « Agentschap voor Facilitair Management »;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 tot operationalisering van het beleidsdomein
Bestuurszaken, inzonderheid op artikel 2, § 2;
Gelet op het besluit van de administrateur-generaal van het Agentschap voor Facilitair Management van 3 juli 2006
houdende indeling van het agentschap in subentiteiten;
Gelet op het besluit van de administrateur-generaal van het Agentschap voor Facilitair Management van
11 december 2007 houdende subdelegatie van sommige bevoegdheden inzake algemene werking van het Agentschap
voor Facilitair Management,
Besluit :
Artikel 1. In artikel 13 van het besluit van de administrateur-generaal van het Agentschap voor Facilitair
Management van 11 december 2007 houdende subdelegatie van sommige bevoegdheden inzake algemene werking van
het Agentschap voor Facilitair Management wordt § 1 vervangen door wat volgt :
« § 1. Het hoofd van een afdeling heeft delegatie om overheidsopdrachten te gunnen tot een bedrag dat de
bedragen van de onderstaande tabel niet overschrijdt :
Bedragen in euro
Openbare of
beperkte
aanbesteding
Algemene of
beperkte
offerteaanvraag
Onderhandelingsprocedure met
voorafgaande
bekendmaking
Onderhandelingsprocedure zonder
voorafgaande
bekendmaking
Werken
500.000
150.000
150.000
65.000
Leveringen
500.000
150.000
150.000
65.000
Diensten
250.000
75.000
75.000
65.000 »
K. GEVAERT
*
VLAAMSE OVERHEID
Onderwijs en Vorming
[C − 2008/35389]
Vervanging van een lid van de raad van bestuur
van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen
Bij besluit van de Vlaamse Regering van 15 februari 2008 wordt het volgende bepaald :
aan Mevr. Mieke De Raedemaecker wordt eervol ontslag verleend als lid van de raad van bestuur van het Vlaams
Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen.
Mevr. Françoise Vermeersch wordt benoemd als lid van de raad van bestuur van het Vlaams Agentschap voor
Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen als vertegenwoordiger van de representatieve organisaties van de
werknemers die in de Sociaal Economische Raad van Vlaanderen zitting hebben, ter vervanging van Mevr. Mieke De
Raedemaecker wiens mandaat zij zal beëindigen.
Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008.
De Vlaamse minister, bevoegd voor de beroepsomscholing en -bijscholing, is belast met de uitvoering van dit
besluit.
14909
VLAAMSE OVERHEID
Werk en Sociale Economie
[2008/35402]
Ontslag. — Vroegtijdig pensioen
Bij besluit van de Secretaris-generaal d.d. 21 februari 2008 wordt aan Mevr. An Wauters met ingang van
1 maart 2008 ontslag verleend uit haar functie van adjunct van de directeur.
Betrokkene is ertoe gemachtigd, met ingang van deze datum aanspraak op pensioen te doen gelden.
*
VLAAMSE OVERHEID
[C − 2008/35399]
26 FEBRUARI 2008. — Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt met
betrekking tot herroeping van de aanwijzing van Intergas Energie B.V. als aardgasnetbeheerder bij beslissing
van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt van 25 oktober 2005, gekend onder de
referte BESL-2005-64 (BESL-2008-29)
De Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt,
Gelet op artikel 6 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de organisatie van de gasmarkt, hierna genoemd het
« Aardgasdecreet »;
Gelet op artikel 30 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2002 met betrekking tot de organisatie
van de aardgasmarkt, hierna genoemd, het Besluit’;
Gelet op de beslissing van de VREG van 25 oktober 2005 tot aanwijzing van Intergas Energie B.V. als
aardgasnetbeheerder overeenkomstig artikel 31 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2002
houdende de organisatie van de aardgasmarkt (gekend onder de referte BESL-2005-64);
Overwegende dat Intergas Energie B.V. door middel van de hierboven vermelde beslissing van de VREG van
25 oktober 2005 aangewezen werd als aardgasnetbeheerder met ingang op 14 oktober 2005 op voorwaarde dat niet later
dan 14 oktober 2006 voldaan zou zijn aan alle voorwaarden bedoeld in de artikelen 10 tot en met 21 van het besluit;
Overwegende dat uit de gegevens overgemaakt aan de VREG op 15 oktober 2007 door Intergas Energie B.V., niet
blijkt dat Intergas Energie B.V. voldoet aan alle bepalingen van de artikelen 10 tot en met 21 van het besluit;
Overwegende dat de VREG om deze reden toepassing maakt van de bepalingen van artikel 31 van het besluit;
Overwegende dat de VREG bijgevolg de aanwijzing van Intergas Energie B.V. als aardgasnetbeheerder voor het
aardgasdistributienet waarop zij een eigendomsrecht en/of een gebruiksrecht heeft, gelegen op het grondgebied van
de gemeente Baarle-Hertog met uitzondering van de wijk Zondereigen, herroept met ingang van 15 oktober 2007,
Beslist :
Artikel 1. De aanwijzing van Intergas Energie B.V., met zetel te Warandelaan 2, 4900 AA Oosterhout, Nederland,
als beheerder van het aardgasdistributienet waarop zij een eigendomsrecht en/of een gebruiksrecht heeft, gelegen op
het grondgebied van de gemeente Baarle-Hertog met uitzondering van de wijk Zondereigen, bij beslissing van de
VREG van 25 oktober 2005, gekend onder de referte BESL-2005-67, wordt herroepen met toepassing van artikel 31 van
het besluit van 11 oktober 2002 met betrekking tot de organisatie van de aardgasmarkt.
Art. 2. Deze beslissing wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. Deze beslissing heeft uitwerking vanaf 15 oktober 2007.
Voor de VREG :
A. Pictoel,
gedelegeerd bestuurder.
*
VLAAMSE OVERHEID
[C − 2008/35400]
26 FEBRUARI 2008. — Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt tot
aanwijzing van Intergas Energie B.V. als aardgasnetbeheerder, overeenkomstig artikel 31 van het besluit van
de Vlaamse Regering van 11 oktober 2002 houdende de organisatie van de aardgasmarkt (BESL-2008-30)
De Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt,
Gelet op artikel 6 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de organisatie van de gasmarkt, hierna genoemd
’het Aardgasdecreet’;
Gelet op artikel 31 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 oktober 2002 houdende de organisatie van
de aardgasmarkt, hierna genoemd : ’het besluit’;
Gelet op de beslissing van de VREG van 26 februari 2008 tot herroeping met ingang van 15 oktober 2007 van de
aanwijzing van de aanvrager bij beslissing van de VREG van 25 oktober 2005 tot aanwijzing van Intergas Energie B.V.
als aardgasnetbeheerder, overeenkomstig artikel 31 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 oktober 2002
houdende organisatie van de gasmarkt, gekend onder de referte BESL-2008-29;
14910
Gezien de aanvraag, ingediend per drager met ontvangstbewijs, door de Intergas Energie B.V., met zetel te
Warandelaan 2, 4900 AA Oosterhout, hierna genoemd : ’de Aanvrager’, om aangewezen te worden als beheerder van
het aardgasdistributienet gelegen op het grondgebied van de gemeente Baarle-Hertog met uitzondering van de wijk
Zondereigen, ontvangen door de VREG op 15 oktober 2007;
Gelet op de volledigverklaring van de aanvraag op 14 november 2007;
Gezien de specifieke situatie in de gemeente Baarle-Hertog waarbij de aansluitingen in de verschillende enclaves
van deze gemeente onlosmakelijk verbonden zijn met het Nederlandse gasnet;
Overwegende dat de Aanvrager voldoet aan de bepalingen van het Nederlands Technisch Reglement Gas en men
omwille van de verschillen tussen het Vlaams en Nederlands Technisch Reglement onmogelijk kan eisen van de
Aanvrager dat voor de aansluitingen in de verschillende enclaves die onlosmakelijk verbonden zijn met het Nederlands
gasnet zowel wordt voldaan aan het Nederlands als het Vlaams Technisch Reglement Gas;
Overwegende de afspraken die zijn gemaakt tussen de VREG en de Aanvrager waarbij overeengekomen werd dat
wanneer een leverancier zijn contract opzegt met een inwoner van Baarle-Hertog, er eerst overleg dient plaats te vinden
tussen de Aanvrager, de betrokken inwoner van Baarle-Hertog en de lokale adviescommissie van Baarle-Hertog en er
pas kan overgegaan worden tot afsluiting na een positief advies van de lokale adviescommissie van Baarle-Hertog;
Overwegende dat de inwoners van Baarle-Hertog in praktijk de mogelijkheid hebben om vrij een leverancier
te kiezen zolang deze leverancier beschikt over een Nederlandse leveringsvergunning;
Overwegende dat uit het aanvraagdossier van de aanvrager tot aanwijzing als aardgasnetbeheerder blijkt dat
de aanvrager enkel nog niet voldoet aan de voorwaarden opgesomd in afdeling IV van hoofdstuk I van het besluit;
Overwegende dat de VREG op grond van artikel 31 van het besluit overgaat tot de voorwaardelijke aanwijzing
van Intergas Energie B.V. als aardgasnetbeheerder voor de gemeente Baarle-Hertog aangezien Intergas Energie B.V.
voldoet aan de voorwaarden vermeld in de artikelen 2 tot en met 9 van het Besluit en er geen enkele andere kandidaat
voldoet aan alle in het Besluit vermelde voorwaarden,
Beslist :
Artikel 1. Intergas Energie B.V., met zetel te Warandelaan 2, 4900 AA Oosterhout, Nederland, wordt aangewezen
als beheerder van het aardgasdistributienet waarop zij een eigendomsrecht en/of gebruiksrecht heeft, gelegen op het
grondgebied van de gemeente Baarle-Hertog met uitzondering van de wijk Zondereigen, op voorwaarde dat niet later
dan op 15 oktober 2008 voldaan is aan alle voorwaarden bedoeld in de artikelen 10 tot en met 21 van het besluit;
Art. 2. De aanwijzing van Intergas Energie B.V., geldt voor een periode van acht jaar, dewelke een aanvang neemt
op 15 oktober 2007;
Art. 3. Deze beslissing wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Voor de VREG :
De Voorzitter,
A. Pictoel
*
VLAAMSE OVERHEID
[C − 2008/35412]
Delegatiebesluit
De heer Frank Van Sevencoten, Administrateur-generaal, verleent volmacht aan de heer Kris Biebaut, Directeur,
om de beslissingen te nemen zoals bepaald in artikel 16, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van
10 oktober 2003, tot regeling van de delegatie van de beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern
verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, inzake de aankoop van 3 percelen in blote eigendom,
gelegen te Grimbergen op 12 maart 2008.
*
VLAAMSE OVERHEID
[2008/35410]
Ruimtelijke ordening. — Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. — Provincie Limburg
MEEUWEN-GRUITRODE. — Bij besluit van 31 januari 2008 heeft de deputatie van de provincie Limburg het
gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan « partiële herziening BPA Ellikom », dat definitief werd vastgesteld door de
gemeenteraad van Meeuwen-Gruitrode in zitting van 29 november 2007 en dat een grafisch plan en een bundel
bevattende de toelichtingsnota, met de bestaande feitelijke en juridische toestand, en de stedenbouwkundige
voorschriften bevat, goedgekeurd.
*
VLAAMSE OVERHEID
[2008/35411]
Ruimtelijke ordening. — Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. — Provincie Limburg
SINT-TRUIDEN. — Bij besluit van 31 januari 2008 heeft de deputatie van de provincie Limburg het gemeentelijk
ruimtelijk uitvoeringsplan « voormalig stort te Melveren », dat definitief werd vastgesteld door de gemeenteraad van
Sint-Truiden in zitting van 15 oktober 2007 en dat een toelichtingsnota met de bestaande juridische en feitelijke
toestand, stedenbouwkundige voorschriften en een grafisch plan bevat, goedgekeurd.
14911
COMMUNAUTE FRANÇAISE — FRANSE GEMEENSCHAP
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE
[C − 2008/29137]
Chambre de recours. — Nomination
Par arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 8 février 2008, dans l’article 1er, premier alinéa, de
l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 13 février 2003 portant nomination des membres de la
chambre de recours de l’enseignement officiel subventionné du niveau secondaire ordinaire et spécial, modifié par les
arrêtés du Gouvernement de la Communauté française des 23 octobre 2006 et 30 janvier 2007, les mots « M. Jean
LOOSVELT » sont remplacés par les mots « M. Jean-Charles DRESSE » et ce, à partir du 8 février 2008.
VERTALING
MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP
[C − 2008/29137]
Raad van beroep. — Benoeming
Bij besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 februari 2008, in artikel 1, eerste lid, van het besluit
van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 februari 2003 houdende benoeming van de leden van de raad van
beroep voor het gesubsidieerd gewoon en buitengewoon secundair officieel onderwijs, gewijzigd bij de besluiten van
de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 oktober 2006 en 30 januari 2007, worden de woorden « de heer Jean
LOOSVELT » vervangen door de woorden « de heer Jean-Charles DRESSE » en dit, vanaf 8 februari 2008.
*
[C − 2008/29116]
Commission d’équivalence des diplômes universitaires étrangers. — Nominations
Par arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 21 décembre 2007, est nommé membre de la
commission d’équivalence visée à l’article 4 de l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 28 août 1996
déterminant les conditions et la procédure d’octroi de l’équivalence des diplômes ou certificats d’études étrangers aux
grades académiques modifié par l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 14 avril 2004,
pour la section : philosophie et lettres :
M. Louis Gerrekens, professeur à la Faculté de philosophie et lettres (Université de Liège) et ce, à partir du
1er octobre 2007.
Par arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 21 décembre 2007, est nommé membre de la
déterminant les conditions et la procédure d’octroi de l’équivalence des diplômes ou certificats d’études étrangers aux
grades académiques modifié par l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 14 avril 2004,
pour la section : philosophie et lettres, en remplacement de M. Jacques Joset, membre démissionnaire :
M. Franz Bierlaire, professeur à la Faculté de philosophie et lettres (Université de Liège) et ce, à partir du
1er octobre 2005.
VERTALING
[C − 2008/29116]
Gelijkwaardigheidscommissie voor de buitenlandse universitaire diploma’s. — Benoemingen
Bij besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 december 2007 wordt benoemd tot lid van de
gelijkwaardigheidscommissie bepaald in artikel 4 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van
28 augustus 1996 tot vaststelling van de voorwaarden en de procedure voor het verlenen van de gelijkwaardigheid van
buitenlandse diploma’s en studiegetuigschriften met de academische graden, gewijzigd bij het besluit van de Regering
van de Franse Gemeenschap van 14 april 2004, voor de afdeling : wijsbegeerte en letteren :
De heer Louis Gerrekens, hoogleraar op de Faculteit wijsbegeerte en letteren (Université de Liège) en dit vanaf
1 oktober 2007.
Bij besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 december 2007 wordt benoemd tot lid van de
gelijkwaardigheidscommissie bepaald in artikel 4 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van
28 augustus 1996 tot vaststelling van de voorwaarden en de procedure voor het verlenen van de gelijkwaardigheid van
buitenlandse diploma’s en studiegetuigschriften met de academische graden, gewijzigd bij het besluit van de Regering
van de Franse Gemeenschap van 14 april 2004, voor de afdeling : wijsbegeerte en letteren, ter vervanging van de
heer Jacques Joset, ontslagnemend lid :
De heer Franz Bierlaire, hoogleraar op de Faculteit wijsbegeerte en letteren (Université de Liège) en dit vanaf
1 oktober 2005.
14912
[C − 2008/29123]
Commission d’équivalence des diplômes universitaires étrangers. — Nomination
Par arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 14 janvier 2008, est nommé membre de la
déterminant les conditions et la procédure d’octroi de l’équivalence des diplômes ou certificats d’études étrangers
aux grades académiques modifié par l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 14 avril 2004, pour
la section : philosophie et lettres, en remplacement de M. Jean KLEIN, membre démissionnaire :
— M. Jean-Claude POLET, Professeur à la Faculté de philosophie et lettres (Université Catholique de Louvain)
et ce, à partir du 1er décembre 2007.
VERTALING
[C − 2008/29123]
Commissie voor de gelijkwaardigheidsverklaring van buitenlandse universitaire diploma’s. — Benoeming
Bij besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 14 januari 2008, wordt benoemd tot lid van de
Commissie voor de gelijkwaardigheidsverklaring bedoeld bij artikel 4 van het besluit van de Regering van de Franse
Gemeenschap van 28 augustus 1996 tot vaststelling van de voorwaarden tot en de procedure van het verlenen van de
gelijkwaardigheid van diploma’s en studiegetuigschriften met de academische graden, gewijzigd bij het besluit van
de Regering van de Franse Gemeenschap van 14 april 2004, voor de afdeling : letteren en wijsbegeerte, ter vervanging
van de heer Jean KLEIN, ontslagnemend :
- de heer Jean-Claude POLET, hoogleraar bij de Faculté de philosophie et lettres (Université Catholique de
Louvain) en dit, vanaf 1 december 2007.
*
[C − 2008/29131]
Commission de promotion de la santé à l’école. — Nomination
Par arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 15 janvier 2008, à l’article 2, 2°, de l’arrêté du
Gouvernement de la Communauté française du 22 février 2007 nommant des membres de la Commission de promotion
de la santé à l’école, les mots « M. Xavier Bodson » sont remplacés par les mots « Mlle Minh Giang DO THI » et ce, à
partir du 1er février 2008.
VERTALING
[C − 2008/29131]
Commissie voor gezondheidspromotie op school. — Benoeming
Bij besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 januari 2008, in artikel 2, 2°, van het besluit van
de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 februari 2007 tot benoeming van de leden van de Commissie voor
gezondheidspromotie op school, worden de woorden « de heer Xavier Bodson » vervangen door de woorden
« Mej. Minh Giang DO THI » en dit, vanaf 1 februari 2008.
*
[C − 2008/29136]
Classe-passerelle. — Organisation
Par arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 25 janvier 2008, en région de langue française,
l’organisation d’une classe-passerelle est autorisée du 7 janvier au 30 juin 2008 dans l’école communale sise rue de
Wellin 61, à Pondrôme, sur la commune de Beauraing, à partir du 7 janvier 2008.
VERTALING
[C − 2008/29136]
Overgangsklas. — Organisatie
Bij besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 januari 2008, in het Franse taalgebied, wordt de
organisatie van een overgangsklas van 7 januari tot 30 juni 2008 toegelaten in de gemeenteschool, gevestigd « rue de
Wellin 61 » te Pondrôme, op de gemeente van Beauraing, en dit vanaf 7 januari 2008.
14913
REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST
MINISTERE DE LA REGION WALLONNE
[C − 2008/27037]
12 FEVRIER 2008. — Arrêté ministériel affectant à l’usage d’activité économique mixte
certains terrains situés sur le territoire de la ville d’Ath (ZAEM Ghislenghien III)
Le Ministre du Logement, des Transports et du Développement territorial,
Vu la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980 modifiée par la loi spéciale du 8 août 1988 de
réformes institutionnelles, notamment l’article 6, § 1er, I, 3°;
Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 8 janvier 2008 fixant la répartition des compétences entre les Ministres
et réglant la signature des actes du Gouvernement, notamment l’article 3;
Vu la loi du 26 juillet 1962 relative à la procédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour cause
d’utilité publique;
Vu le décret du 11 mars 2004 relatif aux infrastructures d’accueil des activités économiques;
Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 22 avril 2004 adoptant définitivement la révision du plan de secteur
Ath-Lessines-Enghien en vue de l’inscription de zones d’activité économique sur le territoire de la ville d’Ath;
Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 21 octobre 2004 tel que modifié, portant exécution du décret du
11 mars 2004 relatif aux infrastructures d’accueil des activités économiques;
Vu l’arrêté ministériel signé le 15 décembre 2006 par le Ministre du Logement, des Transports et du Développement
territorial approuvant le cahier des charges urbanistique et environnemental pour le parc d’activité économique
mixte de Ghislenghien 3;
Vu la décision du conseil d’administration de l’Ideta du 14 février 2007 de solliciter du Gouvernement wallon un
arrêté de reconnaissance et d’expropriation des immeubles nécessaires à l’aménagement des espaces destinés à
accueillir des activités économiques sur ladite zone;
Vu qu’un dossier de demande de reconnaissance et d’expropriation pour ladite zone a été introduit à la Direction
de l’Equipement des Zones industrielles le 14 mars 2007 et a été déclaré complet le 9 mai 2007.
Vu que le dossier introduit répond aux exigences telles que décrites dans le Cahier des charges urbanistique
et environnemental dudit parc;
Vu l’enquête publique organisée par la ville d’Ath du 14 juin 2007 au 13 juillet 2007 et la publication de l’avis
dans 3 journaux : La Dernière Heure, Le Courrier de l’Escaut, Passe-partout;
Vu les observations de 7 réclamants recueillies pendant le délai de l’enquête qui portent sur les gabarits jugés
trop imposants des futurs bâtiments, sur les aménagements paysagers prévus pour protéger les habitations riveraines,
sur l’implantation éventuelle d’une éolienne, sur des expropriations jugées excessives par rapport à leur destination,
sur des inquiétudes par rapport au parcage des véhicules, sur la possibilité de continuer à exploiter les terrains jusqu’à
l’implantation des entreprises et sur les mesures prises pour réduire la vitesse des véhicules sur le Chemin de Chièvres;
Vu l’avis favorable du conseil communal sur le projet émis en date du 29 juin 2007;
Vu l’avis favorable de la Direction générale de l’Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine émis
en date du 4 juin 2007;
Vu l’avis favorable du fonctionnaire délégué;
Vu l’avis favorable de la Direction générale de l’Agriculture émis en date du 24 mai 2007;
Vu l’avis du Ministère wallon de l’Equipement et des Transports émis en date du 24 mai 2007 qui précise les zones
de recul des entreprises par rapport à la N7 ainsi que les réserves émises par rapport à la requalification de celle-ci
en « boulevard urbain »;
14914
Considérant que la procédure décrite dans le décret du 11 mars 2004 précité a été respectée et permet à l’autorité
de statuer en parfaite connaissance de cause;
Considérant que les remarques énoncées par les réclamants sont prises en compte par l’Ideta à savoir :
- que les prescriptions urbanistiques de la nouvelle ZAE prévoient des gabarits de douze mètres pour
l’implantation d’entreprises, ce qui est le strict minimum;
- qu’un merlon d’une hauteur minimum d’1,5 m planté d’arbres moyenne tiges et d’essences arbustives est prévu
en bordure des habitations riveraines;
- que l’emplacement potentiel d’une éolienne est situé au centre de la zone, c’est-à-dire à l’endroit le plus éloigné
des habitations;
- que l’aménagement de la ZAE prévoit suffisamment de places de parking, ce qui n’aura donc pas d’influence
à l’extérieur de la zone;
- que les terrains expropriés à l’entrée du site sont retirés du périmètre d’expropriation ainsi qu’une partie du
dispositif d’isolement paysager au nord-ouest de la zone;
- que l’acquisition des terrains sera différée dans le temps avec la prise de possession de ceux-ci, à l’exception
des emprises de voiries. Ceci qui permettra, après signature par les parties d’une convention, l’exploitation des terrains
jusqu’à l’arrivée des entreprises;
Considérant que l’objectif poursuivi par le projet présenté par la demanderesse est d’étendre deux zones d’activités
économiques existantes;
Considérant que la pertinence économique de ce projet fut validée dans le cadre de la procédure de révision du
plan de secteur initiée par le Gouvernement wallon en 2000;
Considérant que cette procédure de révision du plan de secteur visait à mettre le plus rapidement possible
des terrains à la disposition des activités économiques et que certaines entreprises doivent pouvoir débuter des
investissements dans les plus brefs délais,
Arrête :
Article 1er. Il y a lieu de reconnaître d’utilité publique la mise en œuvre, au bénéfice d’activités économiques
mixtes, des terrains délimités par un liseré vert repris au plan d’affectation et d’expropriation ci-annexé et situés sur
le territoire de la ville d’Ath.
Art. 2. Il y a utilité publique à exproprier en pleine propriété les terrains délimités par un liseré pointillé rouge
au plan d’expropriation ci-annexé et il est indispensable d’en prendre immédiatement possession.
Art. 3. L’intercommunale Ideta à Tournai est autorisée à procéder à l’expropriation de ces terrains conformément
aux dispositions de la loi du 26 juillet 1962 relative à la procédure d’extrême urgence en matière d’expropriation
pour cause d’utilité publique.
Namur, le 12 février 2008.
A. ANTOINE
14915
14916
14917
[C − 2008/27036]
18 FEVRIER 2008. — Arrêté ministériel relatif à l’établissement des zones de prévention rapprochée et éloignée
des ouvrages de prise d’eau souterraine de catégorie B (potabilisable) dénommés Source Christine et Source
de Laveu sis sur le territoire de la commune d’Etalle
Le Ministre de l’Agriculture, de la Ruralité, de l’Environnement et du Tourisme,
Vu le Code de l’Eau, notamment les articles D172 à D174 et R159, § 3;
Vu le contrat de gestion du 16 mars 2006 conclu entre la Région wallonne et la Société publique de Gestion de l’Eau
(S.P.G.E.);
Vu le contrat de service de protection de l’eau potabilisable entre l’administration communale de Saint-Léger et
la S.P.G.E. signé le 17 août 2000;
Vu la lettre recommandée à la poste du 5 novembre 2007 de l’Inspecteur général de la Division de l’Eau de la
Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement du Ministère de la Région wallonne accusant
réception du dossier complet à l’administration communale de Saint-Léger;
Vu la dépêche ministérielle du 5 novembre 2007 adressant au collège des bourgmestre et échevins de la commune
d’Etalle le projet de délimitation des zones de prévention rapprochée et éloignée des ouvrages de prise d’eau
souterraine de catégorie B (potabilisable) dénommés Source Christine et Source de Laveu sis sur le territoire de
la commune d’Etalle;
Vu le procès-verbal du 17 décembre 2007 dressé en clôture de l’enquête publique effectuée du 16 novembre 2007
au 17 décembre 2007 sur le territoire de la commune d’Etalle, au cours de laquelle aucune observation n’a été reçue;
Vu l’avis motivé du collège des bourgmestre et échevins de la commune d’Etalle rendu en date du
18 décembre 2007;
Considérant la nécessité d’adapter ou de préciser certaines mesures générales de protection en fonction des
situations spécifiques rencontrées dans les zones de prévention,
Arrête :
Article 1er. Pour l’application du présent arrêté, on entend par :
- administration : la Division de l’Eau de la Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement
du Ministère de la Région wallonne;
- titulaire : le titulaire du permis d’environnement portant sur les prises d’eau, à savoir : l’administration
communale de Saint-Léger, domicilié rue du Château 19, à 6747 Saint-Léger;
- ouvrages de prise d’eau : les ouvrages de prise d’eau souterraine de catégorie B (potabilisable) dénommés Source
Christine et Source de Laveu (71/3/1/001 et 71/3/1/002).
Art. 2. § 1er. Les zones de prévention rapprochée des ouvrages de prise d’eau sont délimitée par les périmètres
tracés sur l’extrait de plan cadastral Etalle, 3e Div. Chantemelle, Sect D., 3e feuille. Ce plan est consultable à
l’administration.
Les zones de prévention rapprochée ont été délimitées sur base des distances forfaitaires.
§ 2. La zone de prévention éloignée commune des ouvrages de prise d’eau est délimitée par le périmètre tracé sur
les extraits de plans cadastraux Etalle, 3e Div. Chantemelle, Sect D., 1re, 2e et 3e feuille et Etalle, 5e Div. Vance, Sect C.,
re
1 et 3e feuille. Ces plans sont consultables à l’administration.
La zone de prévention éloignée a été déterminée sur base du bassin versant agrandi aux distances forfaitaires
au Nord-Est.
Les limites des zones de prévention peuvent être révisées si une acquisition ultérieure de données permet de
les établir en fonction des temps de transfert.
Un tracé approximatif des zones de prévention rapprochée et éloignée est présenté sur l’extrait de carte de
l’annexe Ire du présent arrêté.
Art. 3. § 1er. Dans la zone de prévention rapprochée, les dispositions des articles R165 à R167 et R458, §§ 2 et 3,
du Code de l’Eau sont d’application.
Toutefois, en complément des dispositions de l’article R165, 1°, à l’exception des stations-services, qui doivent se
conformer aux dispositions des arrêtés du Gouvernement wallon du 4 mars 1999, du 30 novembre 2000 et du
17 juillet 2003 modifiant le titre III du règlement général pour la protection du travail en insérant des mesures spéciales
applicables à l’implantation et l’exploitation des stations-service, les autres industries et PME possédant des réservoirs
d’hydrocarbures, d’huiles, de lubrifiants, de liquides contenant des produits visés à l’article R175 du Code de l’Eau
font l’objet des mesures particulières suivantes :
- enlèvement des citernes enterrées simple paroi, à remplacer par des citernes munies d’une double enveloppe
dont l’étanchéité peut être contrôlée pour s’assurer de l’absence de tout rejet, ou par des citernes en chambre, ou par
des citernes aériennes installées dans des cuvettes de rétention étanches à l’abri de la pluie, ou par des installations
ne présentant aucun risque de pollution par des hydrocarbures;
- aménagement des récipients aériens de stockage avec cuvettes de rétention étanches à l’abri de la pluie;
- étanchéification des aires de manipulation (transfert, chargement/déchargement) des produits et pose de
caniveaux de collecte.
14918
§ 2. Dans la zone de prévention éloignée, les dispositions des articles R168 à R170 et R458, § 4, du Code de l’Eau
sont d’application.
Toutefois, en complément des dispositions de l’article R170, 1°, à l’exception des stations-service, qui doivent
se conformer aux dispositions des arrêtés du Gouvernement wallon du 4 mars 1999, du 30 novembre 2000 et
du 17 juillet 2003 modifiant le titre III du règlement général pour la protection du travail en insérant des mesures
spéciales applicables à l’implantation et l’exploitation des stations-service, les autres industries et P.M.E. possédant
des réservoirs d’hydrocarbures, d’huiles, de lubrifiants, de liquides contenant des produits visés à l’article R175 du
Code de l’Eau font l’objet des mesures particulières suivantes :
- enlèvement des citernes enterrées simple paroi, à remplacer par des citernes munies d’une double enveloppe
dont l’étanchéité peut être contrôlée pour s’assurer de l’absence de tout rejet, ou par des citernes en chambre, ou par
des citernes aériennes installées dans des cuvettes de rétention étanches à l’abri de la pluie, ou par des installations
ne présentant aucun risque de pollution par des hydrocarbures;
- aménagement des récipients aériens de stockage avec cuvettes de rétention étanches à l’abri de la pluie;
- étanchéification des aires de manipulation (transfert, chargement/déchargement) des produits et pose de
caniveaux de collecte.
§ 3. Tous les récipients enterrés existants à la date d’entrée en vigueur du présent arrêté doivent être soumis,
dans les deux ans qui suivent la désignation des zones de prévention, à un test d’étanchéité et de corrosion de manière
à évaluer leur durée de vie, voire détecter une défectuosité.
Si le réservoir testé ne présente aucun défaut d’étanchéité et que sa durée de vie est supérieure à quatre ans,
un nouveau test doit être reproduit à la moitié de la durée de vie diagnostiquée, et ainsi de suite jusqu’au délai limite
fixé par l’article R458, §§ 2 et 4, du Code de l’Eau.
Si le test indique un manque d’étanchéité, ou une durée de vie inférieure à 4 ans, le réservoir doit être remplacé
immédiatement par un récipient répondant aux conditions des articles R165, 1° et R170, 1°.
Ces tests sont pris en charge par le titulaire, sauf s’ils sont déjà imposés par d’autres textes réglementaires.
Art. 4. § 1er. A moins de 10 mètres de la projection en surface de l’axe longitudinal des galeries constitutives
des prises d’eau ″Source Christine et Source Laveu″, aucune activité autre que celles en rapport direct avec la
production d’eau n’est permise; l’emploi de pesticides et d’engrais y est notamment interdit. Dans ce but, le titulaire
en empêche l’accès à toute personne non autorisée, ainsi que tout rejet.
§ 2. L’aire ainsi définie est aménagée de façon à ce que les eaux de ruissellement puissent s’en échapper et que
les eaux de toute nature provenant de l’extérieur ne puissent y pénétrer ni s’accumuler à sa périphérie.
Art. 5. Le titulaire est chargé de, et les fonctionnaires de l’administration habilités à, procéder à toutes les
investigations nécessaires en vue de recueillir les informations devant leur permettre d’évaluer de manière précise
la nature et le coût des travaux de mise en conformité des constructions et activités implantées dans les zones de
prévention; ils sont habilités à surveiller et contrôler l’exécution de ces travaux.
Art. 6. § 1er. Des panneaux conformes au modèle repris en annexe II, signalant l’existence d’une zone de
prévention, sont placés par le titulaire sur tous les axes principaux de circulation aux points d’entrée de ceux-ci
dans la zone de prévention éloignée.
§ 2. En cas d’incident susceptible de conduire à une pollution des eaux souterraines, les personnes impliquées
sont tenues de prévenir :
- le titulaire;
- le bourgmestre de la commune du lieu de l’incident.
Art. 7. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 8. L’administration est chargée de transmettre un exemplaire du présent arrêté :
- au titulaire;
- à la Société publique de Gestion de l’Eau (SPGE);
- à l’administration communale d’Etalle;
- à la députation permanente du Conseil provincial de Luxembourg;
- au Centre d’Arlon de la Direction générale de l’Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine
du Ministère de la Région wallonne;
- à toute personne ayant fait des observations au cours de l’enquête publique.
B. LUTGEN
14919
14920
14921
[2008/200758]
3 MARS 2008. — Arrêté ministériel décidant l’expropriation pour cause d’utilité publique
du site dit ″Aciérie Allard″ à Charleroi
Vu le décret du 6 mai 1988 relatif aux expropriations pour cause d’utilité publique, poursuivies ou autorisées par
l’Exécutif régional wallon;
Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 26 août 2004 portant règlement du fonctionnement du Gouvernement,
modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon du 16 septembre 2004 et du 15 avril 2005;
et réglant la signature des actes du Gouvernement;
Vu la déclaration de politique régionale 2004-2009 du 20 juillet 2004;
Vu les actions prioritaires pour l’avenir wallon, adoptées le 30 août 2005;
Vu la décision du Gouvernement wallon du 9 février 2006 approuvant la liste définitive de 15 sites d’activité
économique désaffectés pollués visés au plan d’actions prioritaires pour l’avenir wallon, axe 2.6, émargeant au
financement alternatif;
Vu la décision du Gouvernement wallon du 31 janvier 2008 marquant accord sur le recours à l’expropriation
pour cause d’utilité publique des parcelles constitutives des sites de la liste définitive de 15 sites d’activité économique
désaffectés pollués dont l’accessibilité pose problème;
Considérant que la déclaration de politique régionale 2004-2009 du 20 juillet 2004 prévoit un renouvellement du
contrat d’avenir wallon ciblé sur quatre plans stratégiques transversaux; que le quatrième de ces plans vise au
développement territorial équilibré et durable de la Wallonie, au travers de sept axes; que le cinquième de ces axes
prévoit d’accélérer l’assainissement des sites d’activités économiques désaffectés (SAED) en simplifiant et accélérant
les décisions; que deux priorités sont fixées dans le cadre de cet axe, la deuxième portant sur l’assainissement des
sites pollués qui présentent des dangers pour la santé ou l’environnement;
Considérant que dans le plan d’actions prioritaires pour l’avenir wallon du 30 août 2005, le Gouvernement wallon
se fixe pour objectif, au travers du deuxième axe du plan - stimuler la création d’activités - de réhabiliter en profondeur
50 périmètres pollués avant la fin de la législature, ceci de manière à améliorer le cadre de vie de la population, à assurer
sa santé et à gérer parcimonieusement le territoire en réaffectant ces sites dépollués à de nouvelles activités;
Considérant que le Gouvernement wallon, le 9 février 2006, a approuvé définitivement une première liste de
15 sites d’activité économique désaffectés pollués tels que visés dans le deuxième axe du plan d’actions prioritaires
pour l’avenir wallon, sélectionnés sur base de l’étude des caractérisations réalisée par la SPAQuE parmi ceux où les
niveaux de suspicion de pollution sont les plus élevés, soit les sites de catégorie A (risque élevé) et B (risque moyen),
et compte tenu de la pollution sur l’environnement et du nombre de personnes exposées directement ou indirectement
à celle-ci;
Considérant que le Gouvernement wallon a, dans la décision précitée du 9 février 2006, décidé du principe de
l’appropriation foncière des sites pollués afin de permettre qu’au terme des travaux d’assainissement et de dépollution,
ces sites puissent être réaffectés conformément aux dispositions environnementales et du Code wallon de
l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine;
Considérant que le site dit ″Aciérie Allard″ est repris dans la liste définitive des sites d’activités économiques
désaffectés pollués approuvée le 9 février 2006;
Considérant que ce site a été occupé entre 1905 et 1979 par une aciérie spécialisée dans la production de pièces
et leur parachèvement;
Considérant qu’aujourd’hui, il n’y a plus aucune activité sur le site et que les bâtiments sont à l’abandon;
Considérant que l’étude des caractérisations réalisée par la SPAQuE a mis en évidence le caractère pollué du
site constituant un risque pour l’environnement et/ou la santé et imposant d’intervenir prioritairement;
Considérant en effet que le sol présente à certains endroits de fortes contaminations en hydrocarbures aromatiques
polycycliques (HAP), en huiles minérales et métaux lourds;
Considérant que les eaux souterraines présentent quant à elles une contamination élevée en huiles minérales;
Considérant que le site est situé en zone urbaine, à proximité des centres urbains de Mont-sur-Marchienne
et Marchienne-au-Pont et que son assainissement pourrait permettre le redéploiement tant d’activités économiques
que d’habitat;
Considérant que la SPAQuE doit pouvoir pénétrer de manière urgente sur le site d’une part pour démanteler
les bâtiments restants afin d’atteindre les pollutions qui se trouvent au droit de ces bâtiments, et d’autre part pour
qu’elle puisse exécuter les travaux de réhabilitation;
Considérant que la prise de possession immédiate des biens visés à l’article 1er est indispensable à la réalisation
des travaux de réhabilitation,
Arrête :
Article 1er. L’expropriation des parcelles cadastrées ou l’ayant été à Charleroi, 14e Division/Mont-sur-Marchienne,
Section A, nos 232m, 234k2, 234L2, 239y, 240b, 241d, 241f, 244h, 244e2, 244g2, 244p2, 244/02b, 244/02c, 245b, 246z,
251r, 251s et Charleroi, 15e Division/Marchienne-au-Pont, Section B, nos 572e3, 572z3, 575p et 267a situées sur le site
dit ″Aciérie Allard″, est décrétée d’utilité publique.
L’expropriation est poursuivie par la Région wallonne.
Art. 2. La prise de possession immédiate des biens visés à l’article 1er est indispensable à la réalisation de sa
réhabilitation.
En conséquence, il sera fait application de la procédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour
cause d’utilité publique, telle que fixée par la loi du 26 juillet 1962.
Art. 3. Le présent arrêté sera notifié :
- à la ville de Charleroi;
- aux propriétaires concernés.
Il sera publié au Moniteur belge et transcrit sur les registres de la conservation des hypothèques.
Art. 4. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa signature.
Namur, le 3 mars 2008.
B. LUTGEN
14922
[2008/200756]
du site dit ″Boma″, à Charleroi
Vu le décret du 6 mai 1988 relatif aux expropriations pour cause d’utilité publique, poursuivies ou autorisées par
l’Exécutif régional wallon;
Vu la loi du 26 juillet 1962 relative à la procédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour cause d’utilité
publique;
Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 8 janvier 2008 fixant la répartition des compétences entre les Ministres et
réglant la signature des actes du Gouvernement;
Vu le plan d’actions prioritaires pour l’avenir wallon, adopté le 30 août 2005;
Vu la décision du Gouvernement wallon du 31 janvier 2008 marquant accord sur le recours à l’expropriation pour
cause d’utilité publique des parcelles constitutives des sites de la liste définitive de 15 sites d’activité économique
prévoit d’accélérer l’assainissement des sites d’activités économiques désaffectés (SAED) en simplifiant et accélérant les
décisions; que deux priorités sont fixées dans le cadre de cet axe, la deuxième portant sur l’assainissement des sites
pollués qui présentent des dangers pour la santé ou l’environnement;
se fixe pour objectif, au travers du deuxième axe du plan - stimuler la création d’activités - de réhabiliter en
profondeur 50 périmètres pollués avant la fin de la législature, ceci de manière à améliorer le cadre de vie de la
population, à assurer sa santé et à gérer parcimonieusement le territoire en réaffectant ces sites dépollués à de nouvelles
activités;
pour l’avenir wallon, sélectionnés sur base de l’étude de caractérisation réalisée par la SPAQuE sa parmi ceux où les
à celle-ci;
Considérant que le site dit ″Boma″ est repris dans la liste définitive des sites d’activités économiques désaffectés
pollués approuvée le 9 février 2006;
Considérant que la partie nord de ce site a vu se succéder, depuis la fin du 19e siècle, une gare de formation,
divers ateliers de la société métallurgique Hainaut-Sambre, puis entre 1963 et 1987, le laminoir no 380 de cette société.
A partir de 1987, et ce jusqu’en 1999, elle a été occupé par la société Boma, qui y a installé un centre de récupération
et de valorisation de déchets issus des industries sidérurgiques, verrières et alimentaires;
Considérant que la partie sud de site a été utilisée comme lieu de chargement/déchargement et lieu de passage de
laitier des hauts fourneaux et de stériles de charbonnage provenant de la rive nord de la Sambre vers le terril du
Boubier, et que cette partie du site était reliée à la rive nord par une passerelle surplombant la Sambre et comportant
un important tank à mazout;
Considérant que l’étude des caractérisations réalisée par la SPAQuE a mis en évidence le caractère pollué du site
constituant un risque pour l’environnement et/ou la santé et imposant d’intervenir prioritairement;
Considérant en effet que le sous-sol du site présente de nombreuses contaminations en benzène, métaux lourds et
hydrocarbures aromatiques polycycliques, et plus ponctuellement en huiles minérales;
Considérant que les eaux souterraines présentent quant à elles une contamination en manganèse et en phtalates;
14923
Considérant que le site est situé en zone industrielle et pour partie en zone d’habitat, proche de Montignies-surSambre et de sa plate-forme multimodale et que son assainissement pourrait notamment permettre de promouvoir
l’économie des services par l’extension de la plateforme multimodale contiguë au site;
Considérant que la SPAQuE doit pouvoir pénétrer de manière urgente sur le site d’une part pour démanteler les
bâtiments restants afin d’atteindre les pollutions qui se trouvent au droit de ces bâtiments, et d’autre part pour qu’elle
puisse exécuter les travaux de réhabilitation;
Considérant que la prise de possession immédiate du site est indispensable à la réalisation des travaux de
réhabilitation,
Arrête :
Article 1er. L’expropriation des parcelles cadastrées ou l’ayant été à Montignies-sur-Sambre, 7e division, section C,
numéros 926D3, 1015/02D, 982W, 985/02B, 985/02C, situées sur le site dit ″Boma″, est décrétée d’utilité publique.
réhabilitation.
En conséquence, il sera fait application de la procédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour cause
d’utilité publique, telle que fixée par la loi du 26 juillet 1962.
— à la ville de Charleroi;
— au propriétaire : la SPRL Boma, dont le siège social est établi à 4020 Wandre, Au Wérinet 53.
B. LUTGEN
*
[2008/200759]
du site dit ″Fonderie Léonard Giot″ à Charleroi
Vu le décret du 6 mai 1988 relatif aux expropriations pour cause d’utilité publique, poursuivies ou autorisées
par l’Exécutif régional wallon;
Vu la loi du 26 juillet 1962 relative à la procédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour cause d’utilité
publique;
50 périmètres pollués avant la fin de la législature, ceci de manière à améliorer le cadre de vie de la population, à assurer
sa santé et à gérer parcimonieusement le territoire en réaffectant ces sites dépollués à de nouvelles activités;
à celle-ci;
Considérant que le site dit ″Fonderie Léonard Giot″ est repris dans la liste définitive des sites d’activités
économiques désaffectés pollués approuvée le 9 février 2006;
14924
Considérant que ce site, dans sa partie Est, a été occupé entre 1862 et 1978 par une fonderie spécialisée dans
la chaudronnerie puis dans le travail de la fonte, d’aciers et d’aciers spéciaux et dans sa partie Ouest a accueilli
successivement depuis 1900 jusqu’à 1978, une usine de construction automobile, des ateliers de réparations puis
les magasins et entrepôts de stockage des modèles et moules de la fonderie Giot;
Considérant que les dernières activités exercées sur la zone Est du site consistaient en un stockage clandestin
de pneus usagés destinés à l’exportation;
Considérant qu’en 2005, la SPAQuE a donc procédé à l’enlèvement de plus de 2 000 tonnes de pneus présents sur ce
site; que néanmoins, pour des raisons de sécurité liées à la stabilité de certains bâtiments, elle n’a pu effectuer
cette opération pour les pneus entreposés à l’intérieur et dans les caves de ces bâtiments;
Considérant que cette étude des caractérisations a mis en évidence la présence de plusieurs contaminations
au niveau des sols : dans la partie Est, une contamination en huiles minérales, métaux lourds et ponctuellement en
hydrocarbures aromatiques polycycliques, qui se rencontrent essentiellement dans les remblais et dans une moindre
mesure en surface et dans le sol naturel; dans la partie Ouest, l’étude des caractérisations a révélé la présence d’une
contamination en métaux lourds et en hydrocarbures aromatiques polycycliques dans la tranche superficielle et
les remblais;
Considérant que d’anciennes citernes de stockage de carburants sont également présentes sous certains bâtiments;
Considérant par ailleurs les risques d’accidents physiques liés à l’état de délabrement des bâtiments encore
présents sur le site;
Considérant en effet que le site n’est pas protégé contre les intrusions et que certaines personnes en profitent
pour s’y introduire et démanteler, en toute illégalité, certains bâtiments afin d’une part, d’en récupérer les briques et
d’autre part, de s’emparer de matériaux tels que tuyaux de plomberie, câbles électriques et tôles de toiture en zinc;
Considérant que ce démontage ″sauvage″ a d’ailleurs provoqué une inondation dans l’un des bâtiments et que
cette situation est d’autant plus dangereuse que, au même endroit, l’on rencontre de nombreux câbles électriques
sectionnés;
Considérant que cette situation est totalement inacceptable et qu’il s’impose donc d’intervenir dans les plus
brefs délais afin d’y mettre un terme;
Considérant que le site est situé en zone urbaine, à proximité du centre urbain de Marchienne-au-Pont et que
son assainissement pourrait permettre le redéploiement d’activités tant d’habitat qu’économiques;
Considérant que la SPAQuE doit pouvoir pénétrer de manière urgente sur le site pour qu’elle puisse exécuter
les travaux de réhabilitation;
Arrête :
Article 1er. L’expropriation des parcelles cadastrées ou l’ayant été à Charleroi, 15e division/Marchienne-au-Pont,
section A, nos 372s, 377l, 396s, 399b5, 399k5, 400l2, 413w4, 413x4, 413v5 et 413w5 situées sur le site dit ″Fonderie
Léonard Giot″, est décrétée d’utilité publique.
réhabilitation.
- à la ville de Charleroi;
B. LUTGEN
*
[2008/200757]
du site dit ″Huileries Grisard″ à Mons
Vu le décret du 6 mai 1988 relatif aux expropriations pour cause d’utilité publique, poursuivies ou autorisées
par l’Exécutif régional wallon;
Considérant que la déclaration de politique régionale 2004-2009 du 20 juillet 2004 prévoit un renouvellement
du contrat d’avenir wallon ciblé sur quatre plans stratégiques transversaux; que le quatrième de ces plans vise au
50 périmètres pollués avant la fin de la législature, ceci de manière à améliorer le cadre de vie de la population,
à assurer sa santé et à gérer parcimonieusement le territoire en réaffectant ces sites dépollués à de nouvelles activités;
à celle-ci;
Considérant que le site dit ″Huileries Grisard″ est repris dans la liste définitive des sites d’activités économiques
désaffectés pollués approuvée le 9 février 2006;
Considérant que ce site a vu se succéder diverses activités depuis 1923, à savoir une savonnerie reconvertie
en huileries en 1930, une lustrerie, un dépôt de produits de margarine, un magasin de matériel électronique et une
société de fabrique et de maintenance d’ascenseurs;
Considérant en effet que le sol présente à certains endroits de fortes contaminations en hydrocarbures aromatiques
polycycliques (HAP) et en huiles minérales;
Considérant que les eaux souterraines présentent quant à elles une forte contamination en huiles minérales;
Considérant également les risques d’accidents physiques liés au mauvais état général des bâtiments et surtout
des deux cheminées d’usine dont une, localisée au-dessus d’un bâtiment très délabré, menace de s’effondrer;
Considérant que le site est situé en zone urbaine, proche du centre-ville de Mons et que son assainissement
pourrait permettre le redéploiement tant d’activités économiques que d’habitat;
Considérant que la SPAQuE doit pouvoir pénétrer de manière urgente sur le site d’une part pour démanteler
les bâtiments restants afin d’atteindre les pollutions qui se trouvent au droit de ces bâtiments, et d’autre part pour
qu’elle puisse exécuter les travaux de réhabilitation;
Arrête :
Article 1 . L’expropriation des parcelles cadastrées ou l’ayant été à Mons, 6e division, section A, numéros 97v7,
97w7, 97x7 et 93y2, situées sur le site dit ″Huileries Grisard″, est décrétée d’utilité publique.
er
réhabilitation.
- à la ville de Mons;
B. LUTGEN
14925
14926
[2008/200687]
Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets.
Acte procédant à l’enregistrement de la SARL SNTF, en qualité de transporteur de déchets autres que
dangereux
L’Inspecteur général a.i.,
Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, modifié par le décret-programme du 19 décembre 1996 portant
diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, par
l’arrêt de la Cour d’arbitrage no 81/97 du 17 décembre 1997, par le décret-programme du 17 décembre 1997 portant
diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs
locaux et de transports, par le décret du 27 novembre 1997 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire,
de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du
15 février 2001, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière
de déchets, par le décret du 20 décembre 2001 en vue de l’instauration d’une obligation de reprise de certains biens ou
déchets, par le décret du 18 juillet 2002 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et
du Patrimoine, par le décret du 19 septembre 2002 modifiant les décrets du 27 juin 1996 relatif aux déchets et du
11 mars 1999 relatif au permis d’environnement et le décret du 15 mai 2003 modifiant le décret du 11 septembre 1985
organisant l’évaluation des incidences sur l’environnement dans la Région wallonne, le décret du 27 juin 1996 relatif
aux déchets et le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 16 octobre 2003, par le
décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter, par
l’arrêté du Gouvernement wallon du 15 juin 2006 modifiant, en exécution de l’article 1er du décret-programme du
3 février 2005 de relance économique et de simplification administrative, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets,
par le décret du 22 mars 2007 et par le décret du 31 mai 2007 relatif à la participation du public en matière
d’environnement;
Vu le décret du 25 juillet 1991 relatif à la taxation des déchets en Région wallonne, modifié par le décret du
17 décembre 1992, le décret du 22 décembre 1994, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, le décret-programme
du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés,
logement et action sociale, le décret du 19 décembre 1996, le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses
mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et
de transports, le décret du 16 juillet 1998, le décret-programme du 16 décembre 1998 portant diverses mesures en
matière d’impôts, de taxes, d’épuration des eaux usées et de pouvoirs locaux, le décret du 11 mars 1999 relatif au permis
d’environnement, du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes
régionales directes, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en
matière de déchets, par le décret du 22 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols
pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter;
Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté
du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du
22 mars 2001;
Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994 pris en application du Règlement 259/93/CEE du
1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie
de la Communauté européenne, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon des 16 octobre 1997, 20 décembre 2001 et 13 novembre 2002;
Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et
transporteurs de déchets autres que dangereux;
Vu la demande introduite par la SARL SNTF le 17 janvier 2008;
Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du
Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé,
Acte :
Article 1er. § 1er. La SARL SNTF, sise chemin du Halage 1158, à F-59500 Douai, est enregistrée en qualité de
transporteur de déchets autres que dangereux.
L’enregistrement est identifié par le numéro 2008-02-05-05
§ 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants :
- déchets industriels ou agricoles non dangereux.
§ 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants :
- déchets inertes;
- déchets ménagers et assimilés;
- déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1;
- déchets dangereux;
- huiles usagées;
- PCB/PCT;
- déchets animaux;
- déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2.
Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région
wallonne.
Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre
d’un collecteur enregistré de déchets.
Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures.
Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions
requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables.
Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport
de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer.
§ 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport
des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes :
a) la description du déchet;
b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres;
c) la date du transport;
d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des
déchets;
e) la destination des déchets;
f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur;
g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur.
§ 3. La procédure visée au § 2, reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets
visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets.
Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport.
Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant :
a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social;
b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis
des déchets;
c) la date et le lieu de la remise;
d) la quantité de déchets remis;
e) la nature et le code des déchets remis;
f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets.
§ 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de
l’administration.
Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de transport
de déchets.
La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence.
La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets.
§ 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans.
Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office
wallon des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes :
1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des
tiers et affectés au transport des déchets;
2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport.
Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent
enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte.
Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 259/93/CEE du Conseil du
1er février 1993 relatif aux transferts de déchets à l’entrée, à la sortie et à l’intérieur de la Communauté européenne,
au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une
décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense
et de régulariser la situation dans un délai déterminé.
En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer
un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante
n’ait été entendue.
Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans.
§ 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois
la limite de validité susvisée.
Ir A. HOUTAIN
14927
14928
[2008/200688]
Acte procédant à l’enregistrement de la société EUROTRANS - WADOLOWSKI, en qualité de transporteur
de déchets autres que dangereux
d’environnement;
22 mars 2001;
Vu la demande introduite par la société EUROTRANS - WADOLOWSKI le 16 janvier 2008;
Acte :
Article 1er. § 1er. La société EUROTRANS - WADOLOWSKI, sise rue Dzialkowa 14, à PL-58-100 Swidnica, est
enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux.
L’enregistrement est identifié par le numéro 2008-02-05-06
- déchets inertes;
- huiles usagées;
- PCB/PCT;
- déchets animaux;
wallonne.
déchets;
des déchets;
l’administration.
Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de transport de
déchets.
Ir A. HOUTAIN
14929
14930
[2008/200689]
Acte procédant à l’enregistrement de M. Pascal Bulens, en qualité de transporteur de déchets autres que
dangereux
d’environnement;
22 mars 2001;
Vu la demande introduite par M. Pascal Bulens le 15 janvier 2008;
Acte :
Article 1er. § 1er. M. Pascal Bulens, Kruisbekstraat 58160, à 2170 Merksem, est enregistré en qualité de transporteur
de déchets autres que dangereux.
L’enregistrement est identifié par le numéro 2008-02-05-07.
- déchets inertes;
- huiles usagées;
- PCB/PCT;
- déchets animaux;
wallonne.
Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrant du respect des prescriptions
déchets;
Art. 7. § 1er. L’impétrant remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant :
des déchets;
§ 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrant pendant cinq ans à disposition de
l’administration.
Art. 8. § 1er. L’impétrant transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de transport de
déchets.
§ 2. L’impétrant conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans.
Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrant transmet à l’Office
1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers
et affectés au transport des déchets;
Art. 10. Si l’impétrant souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent
enregistrement, il en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte.
décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrant la possibilité de faire valoir ses moyens de défense
En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrant soit de nature à causer
un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrant
n’ait été entendu.
Ir A. HOUTAIN
14931
14932
[2008/200690]
Acte procédant à l’enregistrement de la SA STD Maintenance, en qualité de transporteur de déchets autres
que dangereux
d’environnement;
22 mars 2001;
Vu la demande introduite par la SA STD Maintenance le 29 janvier 2008;
Acte :
Article 1er. § 1er. La SA STD Maintenance, sise rue Sainte-Henriette 212/c, à 7140 Morlanwelz, est enregistrée
en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux.
- déchets inertes;
- huiles usagées;
- PCB/PCT;
- déchets animaux;
wallonne.
d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis
des déchets;
des déchets;
l’administration.
de déchets.
Ir A. HOUTAIN
14933
14934
[2008/200691]
Acte procédant à l’enregistrement de la « B.V. L. Van Der Lee en zonen », en qualité de transporteur de déchets
autres que dangereux
diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale,
par l’arrêt de la Cour d’arbitrage no 81/97 du 17 décembre 1997, par le décret-programme du 17 décembre 1997 portant
de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret
du 15 février 2001, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en
matière de déchets, par le décret du 20 décembre 2001 en vue de l’instauration d’une obligation de reprise de certains
biens ou déchets, par le décret du 18 juillet 2002 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire,
de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 19 septembre 2002 modifiant les décrets du 27 juin 1996 relatif
aux déchets et du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement et le décret du 15 mai 2003 modifiant le
décret du 11 septembre 1985 organisant l’évaluation des incidences sur l’environnement dans la Région wallonne,
le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets et le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret
du 16 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités
économiques à réhabiliter, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 15 juin 2006 modifiant, en exécution de l’article 1er
du décret-programme du 3 février 2005 de relance économique et de simplification administrative, le décret
du 27 juin 1996 relatif aux déchets, par le décret du 22 mars 2007 et par le décret du 31 mai 2007 relatif à la participation
du public en matière d’environnement;
Vu le décret du 25 juillet 1991 relatif à la taxation des déchets en Région wallonne, modifié par le décret
du 17 décembre 1992, le décret du 22 décembre 1994, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, le décret-programme
22 mars 2001;
Vu la demande introduite par la « B.V. L. Van Der Lee en zonen », le 8 janvier 2008;
Acte :
Article 1er. § 1er. La « B.V. L. Van Der Lee en zonen » sise Haagweg 125/17, à NL-2600 AA Delft, est enregistrée
en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux.
— déchets industriels ou agricoles non dangereux.
— déchets inertes;
— déchets ménagers et assimilés;
— déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1;
— déchets dangereux;
— huiles usagées;
— PCB/PCT;
— déchets animaux;
— déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2.
wallonne.
Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un
collecteur enregistré de déchets.
des déchets;
des déchets;
§ 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition
de l’administration.
de déchets.
Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à
l’Office wallon des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes :
En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un
retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait
été entendue.
§ 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite
de validité susvisée.
Ir A. HOUTAIN
14935
14936
[2008/200692]
Acte procédant à l’enregistrement de la SPRLU E. Gérard, en qualité de transporteur de déchets autres
que dangereux
22 mars 2001;
Vu la demande introduite par la SPRLU E. Gérard, le 10 janvier 2008;
Acte :
Article 1er. § 1er. La SPRLU E. Gérard, sise rue des Semeries 12, à 7822 Meslin-l’Evêque, est enregistrée en qualité
de transporteur de déchets autres que dangereux.
— déchets inertes.
— déchets industriels ou agricoles non dangereux;
— PCB/PCT;
wallonne.
des déchets;
des déchets;
de déchets.
été entendue.
Ir A. HOUTAIN
14937
14938
[2008/200693]
Acte procédant à l’enregistrement de la « BVBA Steven Vandesompele », en qualité de collecteur et de
transporteur de déchets autres que dangereux
22 mars 2001;
Vu la demande introduite par la « BVBA Steven Vandesompele », le 11 janvier 2008;
Acte :
Article 1er. § 1er. La « BVBA Steven Vandesompele », sise Sprietestraat 350, à 8792 Desselgem, est enregistrée en
qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux.
§ 2. Le présent enregistrement porte sur la collecte et le transport des déchets suivants :
§ 3. Le présent enregistrement exclut la collecte et le transport des déchets suivants :
— PCB/PCT;
Art. 2. La collecte et le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, sont autorisés sur l’ensemble du territoire
de la Région wallonne.
des déchets;
b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des
déchets;
Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de collecte ou
de transport de déchets.
Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, à la collecte ou au transport des déchets désignés
dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte.
été entendue.
Ir A. HOUTAIN
14939
14940
[2008/200694]
Acte procédant à l’enregistrement de la Société Gouwy Line, en qualité de transporteur de déchets autres
que dangereux
22 mars 2001;
Vu la demande introduite par la Société Gouwy Line, le 22 décembre 2007;
Acte :
Article 1er. § 1er. La Société Gouwy Line, sise quai de l’Escaut 56, à 7620 Bléharies, est enregistrée en qualité de
transporteur de déchets autres que dangereux.
— déchets ménagers et assimilés.
— déchets industriels ou agricoles non dangereux;
— PCB/PCT;
wallonne.
§ 2.Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport
des déchets;
des déchets;
de déchets.
été entendue.
Ir A. HOUTAIN
14941
14942
[2008/200695]
Acte procédant à l’enregistrement de M. P. Vandecan, en qualité de transporteur de déchets autres
que dangereux
22 mars 2001;
Vu la demande introduite par M. P. Vandecan, le 11 février 2008;
Considérant que le requérant a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du
Acte :
Article 1er. § 1er. M. P. Vandecan, rue de Cras Avernas 4, à 4280 Hannut, est enregistré en qualité de transporteur
de déchets autres que dangereux.
— PCB/PCT;
wallonne.
des déchets;
Art. 7. § 1er. L’impétrant remet à la personne dont il a reçu des déchets une attestation mentionnant :
déchets;
§ 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrant pendant cinq ans à disposition
Art. 8. § 1er. L’impétrant transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de transport
de déchets.
Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrant transmet à
En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrant soit de nature à causer un
retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrant n’ait
été entendu.
Ir A. HOUTAIN
14943
14944
[2008/200696]
Acte procédant à l’enregistrement de M. James Tas, en qualité de transporteur de déchets autres
que dangereux
de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 19 septembre 2002 modifiant les décrets du 27 juin 1996 relatif aux
déchets et du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement et le décret du 15 mai 2003 modifiant le
du décret-programme du 3 février 2005 de relance économique et de simplification administrative, le décret jdu
27 juin 1996 relatif aux déchets, par le décret du 22 mars 2007 et par le décret du 31 mai 2007 relatif à la participation
22 mars 2001;
Vu la demande introduite par M. James Tas, le 11 février 2008;
Acte :
Article 1er. § 1er. M. James Tas, Sint-Pieterskaai 74, à 8000 Brugge, est enregistré en qualité de transporteur de
déchets autres que dangereux.
— PCB/PCT;
wallonne.
des déchets;
déchets;
Art. 8. § 1er. L’impétrant transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de transport
de déchets.
été entendu.
Ir A. HOUTAIN
14945
14946
[2008/200697]
Acte procédant à l’enregistrement de M. Freddy Ducoron, en qualité de collecteur et de transporteur de déchets
autres que dangereux
L’Inspecteur général,
22 mars 2001;
Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994 pris en application du Règlement 259/93/CEE
du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie
Vu la demande introduite par M. Freddy Ducoron, le 2 janvier 2008;
Acte :
Article 1er. § 1er. M. Freddy Ducoron, rue des Combattants 20, à 7972 Belœil, est enregistré en qualité de collecteur
et de transporteur de déchets autres que dangereux.
§ 2. Le présent enregistrement porte sur la collecte et le transport des déchets suivants :
§ 3. Le présent enregistrement exclut la collecte et le transport des déchets suivants :
— PCB/PCT;
Art. 2. La collecte et le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, sont autorisés sur l’ensemble du territoire
de la Région wallonne.
des déchets;
des déchets;
Art. 8. § 1er. L’impétrant transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de collecte ou de
transport de déchets.
Art. 10. Si l’impétrant souhaite renoncer, en tout ou en partie, à la collecte ou au transport des déchets désignés
dans le présent enregistrement, il en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte.
été entendu.
R. FONTAINE, Dr Sc.
14947
14948
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST — REGION DE BRUXELLES-CAPITALE
MINISTERIE
MINISTERE
[C − 2008/31094]
[C − 2008/31094]
Sint-Gillis tot opheffing van het bijzonder bestemmingsplan
″Morichar″ goedgekeurd bij koninklijk besluit van 20 augustus 1954
Bruxelles-Capitale portant approbation de la décision de la commune de Saint-Gilles d’abroger le plan particulier d’affectation du
sol ″Morichar″ approuvé par arrêté royal du 20 août 1954
Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie
van de planning en de stedenbouw, inzonderheid op artikel 65bis tot
65quinquies;
Vu l’ordonnance du 29 août 1991 organique de la planification et de
l’urbanisme, notamment l’article 65bis à 65quinquies;
Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan goedgekeurd bij besluit
van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 maart 1995, waarvan
de geschreven stedenbouwkundige voorschriften van de verordenende
kaart van de bodembestemming alsook de verordenende kaart van de
bodembestemming opgeheven werden op 16 juli 1998;
Vu le plan régional de développement approuvé par arrêté du
Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 mars 1995 dont
les prescriptions urbanistiques littérales de la carte réglementaire de
l’affectation du sol et la carte réglementaire de l’affectation du sol ont
été abrogées le 16 juillet 1998;
Gelet op het gewestelijk bestemmingsplan goedgekeurd bij besluit
van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001;
Vu le plan régional d’affectation du sol approuvé par arrêté du
Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 mai 2001;
Gelet op het bijzonder bestemmingsplan ″Morichar″ van de gemeente
Sint-Gillis goedgekeurd bij koninklijk besluit van 20 augustus 1954;
Vu le plan particulier d’affectation du sol ″Morichar″ de la commune
de Saint-Gilles approuvé par arrêté royal du 20 août 1954;
Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van de gemeente
Sint-Gillis van 21 december 2000 waarbij een ontwerpbeslissing, om het
bijzonder bestemmingsplan ″Morichar″ op te heffen, vergezeld van een
verslag dat de opheffing verantwoordt, wordt goedgekeurd;
Vu la délibération du conseil communal du 21 décembre 2000 par
laquelle la commune de Saint-Gilles adopte un projet de décision
d’abroger le plan particulier d’affectation du sol ″Morichar″ accompagné d’un rapport qui justifie l’abrogation du plan particulier
d’affectation du sol;
Gelet op het advies van de overlegcommissie van 23 februari 2001;
Vu l’avis de la commission de concertation du 23 février 2001;
Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 26 april 2001
van de gemeente Sint-Gillis waarbij de ontwerpbeslissing tot opheffing
van het bijzonder bestemmingsplan ″Morichar″ definitief wordt goedgekeurd;
Vu la délibération du 26 avril 2001 par laquelle le conseil communal
de la commune de Saint-Gilles adopte définitivement le projet de
décision d’abrogation du plan particulier d’affectation du sol ″Morichar″;
Overwegende dat uit het bij deze beraadslaging gevoegde dossier
blijkt dat de bij de artikelen 65ter en 65quater van de ordonnantie van
29 augustus 1991 voorgeschreven formaliteiten vervuld zijn;
Considérant qu’il apparaît du dossier annexé à cette délibération, que
les formalités prescrites par les articles 65ter et 65quater de l’ordonnance
du 29 août 1991 ont été remplies;
Overwegende dat het bijzonder bestemmingsplan zo goed als
volledig gerealiseerd is, dat het niet meer aangepast is aan de
stedenbouwkundige evolutie van de wijk en dat zijn voorschriften
gereduceerd en in onbruik geraakt zijn;
Considérant que le plan particulier d’affectation du sol est réalisé
dans sa quasi totalité, qu’il n’est plus adapté à l’évolution urbanistique
du quartier et que ses prescriptions sont réduites et obsolètes;
Overwegende dat een groot deel van het bijzonder bestemmingsplan
begrepen is binnen de grenzen van de Gemeentelijk stedenbouwkundige zone verordening ″Stadhuiswijk″ (goedgekeurd door de Regering
op 4 juli 1996) die zeer strenge voorschriften bevat namelijk voor wat de
bescherming van het patrimonium betreft;
Considérant qu’une grande partie du le plan particulier d’affectation
du sol est comprise dans les limites du règlement communal d’urbanisme zoné ″Quartier de l’Hôtel de ville″ (approuvé par le Gouvernement en date du 4 juillet 1996) qui comporte des prescrits très stricts
notamment en ce qui concerne la protection du patrimoine;
Overwegende dat de eventuele wijze van bestemming geregeld
wordt door de bepalingen van de hogere plannen en dat voor de plaats
van vestiging en het bouwprofiel de voorschriften van de gewestelijke
en gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen gelden alsmede
de regels inzake goede plaatselijke aanleg,
Considérant que les questions éventuelles d’affectation seront réglées
par les dispositions des plans supérieurs, et que celles d’implantation et
de gabarit devront répondre aux prescriptions des règlements d’urbanisme régionaux et communaux ainsi qu’aux règles du bon aménagement des lieux,
Besluit :
Enig artikel. De beslissing van de gemeente Sint-Gillis tot opheffing
van het bijzonder bestemmingsplan ″Morichar″, goedgekeurd bij
koninklijk besluit van 20. augustus 1954, wordt goedgekeurd.
Brussel, 10 januari 2001.
Arrête :
Article unique. La décision de la commune de Saint-Gilles d’abroger
le plan particulier d’affectation du sol ″Morichar″, approuvé par arrêté
royal du 20 août 1954, est approuvée.
Bruxelles, le 10 janvier 2001.
en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek,
F.-X. DE DONNEA
Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du Territoire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine et de la
Recherche scientifique,
F.-X. DE DONNEA
De Staatssecretaris voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met
Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd
Vervoer van Personen,
W. DRAPS
Le Secrétaire d’Etat à la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de
l’Aménagement du Territoire, des Monuments et Sites et du Transport rémunéré des Personnes,
W. DRAPS
14949
MINISTERIE
MINISTERE
[C − 2008/31093]
[C − 2008/31093]
Ukkel tot opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 36
« Wijk Den Doorn-Visserij », goedgekeurd bij koninklijk besluit
van 6 maart 1968
Bruxelles-Capitale portant approbation de la décision de la commune d’Uccle d’abroger le plan particulier d’affectation du sol
n° 36 « quartier Den Doorn-Pêcherie », approuvé par arrêté royal
du 6 mars 1968
Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie
van de planning en de stedenbouw, inzonderheid op de artikelen 65bis
tot 65quinquies;
Vu l’ordonnance du 29 août 1991 organique de la planification et de
l’urbanisme, notamment les articles 65bis à 65quinquies;
Gelet op het gewestplan van de Brusselse Agglomeratie goedgekeurd
bij koninklijk besluit van 28 november 1979 waarvan bepaalde
schriftelijke en grafische stedenbouwkundige voorschriften opgeheven
werden op 3 maart 1995;
Vu le plan de secteur de l’Agglomération bruxelloise approuvé par
arrêté royal du 28 novembre 1979 dont certaines prescriptions urbanistiques littérales et graphiques ont été abrogées le 3 mars 1995;
Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan goedgekeurd bij besluit
van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 maart 1995, waarvan
de geschreven stedenbouwkundige voorschriften van de verordenende
kaart van de bodembestemming alsook de verordenende kaart van de
bodembestemming opgeheven werden op 16 juli 1998;
Vu le plan régional de développement approuvé par arrêté du
Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 mars 1995 dont
les prescriptions urbanistiques littérales de la carte réglementaire de
l’affectation du sol et la carte réglementaire de l’affectation du sol ont
été abrogées le 16 juillet 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 maart 1968 houdende goedkeuring van het bijzonder bestemmingsplan nr. 36 « Wijk Den DoornVisserij », begrensd door de J&P Carsoellaan, de Den Doornlaan en de
Visserijstraat;
Vu l’arrêté royal du 6 mars 1968 approuvant le plan particulier
d’affectation du sol n° 36 « quartier Den Doorn-Pêcherie » délimité par
les avenues J&P Carsoel, Den Doorn et la rue de la Pêcherie;
Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van de Gemeente
Ukkel van 25 november 1999 waarbij een ontwerpbeslissing, om het
bijzonder bestemmingsplan nr. 36 op te heffen, vergezeld van een
verslag dat de opheffing verantwoordt, wordt goedgekeurd;
Vu la délibération du conseil communal du 25 novembre 1999 par
laquelle la Commune d’Uccle adopte un projet de décision d’abroger le
plan particulier d’affectation du sol n° 36 accompagné d’un rapport qui
justifie l’abrogation du plan particulier d’affectation du sol;
Gelet op het advies van de overlegcommissie van 15 oktober 1999;
Vu l’avis de la commission de concertation du 15 octobre 1999;
Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van Ukkel van
7 september 2000 waarbij een ontwerpbeslissing tot opheffing van het
bijzonder bestemmingsplan nr. 36 definitief wordt goedgekeurd;
Vu la délibération du 7 septembre 2000 par laquelle le conseil
communal d’Uccle adopte définitivement le projet de décision d’abrogation du plan particulier d’affectation du sol n° 36;
Overwegende dat uit het bij deze beraadslaging gevoegde dossier
blijkt dat de bij de artikelen 65ter en 65quater van de ordonnantie van
29 augustus 1991 voorgeschreven formaliteiten vervuld zijn;
Considérant qu’il apparaît du dossier annexé à cette délibération, que
les formalités prescrites par les articles 65ter et 65quater de l’ordonnance
du 29 août 1991 ont été remplies;
Overwegende dat de oorspronkelijke doelstellingen van het bijzonder bestemmingsplan nr. 36 voor een groot deel zijn bereikt, met name
de verbreding van de Carsoellaan en de Visserijstraat alsmede het
optrekken van woongebouwen rondom het huizenblok;
Considérant que les objectifs initiaux du plan particulier d’affectation
du sol n° 36 ont été réalisés en grande partie, à savoir l’ élargissement
de l’avenue Carsoel et de la rue de la Pêcherie ainsi que la construction
d’immeubles de logements autour de l’îlot;
Overwegende dat de overige doelstellingen niet langer met het
gevoerde gewestelijke en gemeentelijke stedenbouwkundige beleid
overeenstemmen en dat er veeleer gestreefd dient te worden naar een
goede plaatselijke aanleg die de huidige verwachtingen beantwoord;
Considérant que les autres objectifs ne répondent plus aux orientations de la politique communale et régionale en matière d’aménagement urbain et qu’ils doivent être abandonnés au profit d’une approche
basée sur le bon aménagement des lieux qui répond aux attentes
actuelles;
Overwegende dat de wijze van bestemming geregeld wordt door de
bepalingen van de hogere plannen en dat voor de plaats van vestiging
en het bouwprofiel de voorschriften van de gewestelijke en de
gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen gelden alsmede de
regels inzake goede plaatselijke aanleg,
Considérant que les questions d’affectation seront réglées par les
dispositions des plans supérieurs et que celles d’implantation et de
gabarit seront soumises aux prescriptions des règlements d’urbanisme
régional et communal, ainsi qu’aux règles du bon aménagement des
lieux,
Besluit :
Arrête :
Enig artikel. De beslissing van de gemeente UKKEL tot opheffing
van het bijzonder bestemmingsplan nr. 36 « Wijk Den Doorn-Visserij »,
goedgekeurd bij koninklijk besluit van 6 maart 1968 (begrensd door de
J&P Carsoellaan, de Den Doornlaan en de Visserijstraat) wordt
goedgekeurd.
Brussel, 11 januari 2001.
Article unique. La décision de la commune d’Uccle d’abroger le plan
particulier d’affectation du sol n° 36 ″quartier Den Doorn-Pêcherie »,
approuvé par arrêté royal du 6 mars 1968 (délimité par les avenues
J&P Carsoel, Den Doorn et la rue de la Pêcherie) est approuvée.
en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek,
F.-X. DE DONNEA
Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du Territoire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine et de la
Recherche scientifique,
F.-X. DE DONNEA
De Staatssecretaris voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met
Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd
Vervoer van Personen,
W. DRAPS
Le Secrétaire d’Etat à la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de
l’Aménagement du Territoire, des Monuments et Sites et du Transport rémunéré des Personnes,
W. DRAPS
Bruxelles, le 11 janvier 2001.
14950
OFFICIELE BERICHTEN — AVIS OFFICIELS
RAAD VAN STATE
CONSEIL D’ETAT
[2006/18044]
Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor
de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
[2006/18044]
Avis prescrit par l’article 3quater du Régent du 23 août 1948
déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat
De NV VFT BELGIUM, met zetel te 9060 Zelzate, Vredekaai 18, heeft
op 21 december 2007 een verzoekschrift tot nietigverklaring ingediend
van het besluit van de deputatie van de provincieraad van OostVlaanderen, van 11 oktober 2007, houdende goedkeuring van het
gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Zelzate, zoals definitief vastgesteld bij besluit door de gemeenteraad van Zelzate, van 7 juni 2007.
Dit besluit is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 24 oktober 2007.
Deze zaak is ingeschreven onder het rolnummer G/A. 186.438/X13.592.
Voor de Hoofdgriffier,
G. De Sloover,
Hoofdsecretaris.
La SA VFT BELGIUM, dont le siège est établi à 9060 Zelzate,
Vredekaai 18, a demandé le 21 décembre 2007 l’annulation de l’arrêté de
la députation du conseil provincial de la Flandre orientale du
11 octobre 2007 portant approbation du schéma de structure d’aménagement communal de Zelzate, tel qu’il a été fixé définitivement par la
délibération du conseil communal de Zelzate du 7 juin 2007.
Cet arrêté a été publié au Moniteur belge du 24 octobre 2007.
Cette affaire est inscrite au rôle sous le numéro G/A. 186.438/X13.592.
Pour le Greffier en chef,
G. De Sloover,
Secrétaire en chef.
STAATSRAT
[2006/18044]
Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948
zur Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates
Die VFT BELGIUM AG, mit Sitz in 9060 Zelzate, Vredekaai 18, hat am 21. Dezember 2007 die Nichtigerklärung des
Erlasses des Ausschusses des Provinzialrates von Ostflandern vom 11. Oktober 2007 zur Billigung des kommunalen
räumlichen Strukturschemas von Zelzate, wie es durch den Beschluss des Gemeinderates von Zelzate vom 7. Juni 2007
definitiv festgelegt worden ist, beantragt.
Dieser Erlass wurde im Belgischen Staatsblaat vom 24. Oktober 2007 veröffentlicht.
Diese Sache wurde unter der Nummer G/A. 186.438/X-13.592 ins Geschäftsverzeichnis eingetragen.
Für den Hauptkanzler,
G. De Sloover,
Hauptsekretär.
*
RAAD VAN STATE
CONSEIL D’ETAT
[2008/18036]
[2008/18036]
Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor
de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Avis prescrit par l’article 3quater de l’arrêté du Régent du 23 août 1948
déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat
De VZW Vlaamse Lokale Ontvangers, de feitelijke vereniging van
Vlaamse O.C.M.W.-secretarissen, Philip Lefever, Nicole Morren, Jan
Hacour, Jan De Meulenaer, Marc Bovy en Hubert Van Kerckhove, allen
woonplaats kiezend bij Mrs. Dirk Lindemans en Frank Judo, advocaten,
met kantoor te 1000 Brussel, Keizerslaan 3, hebben op 22 februari 2008
een verzoekschrift tot nietigverklaring ingediend van het besluit van de
Vlaamse Regering van 7 december 2007 - meer bepaald de artikelen 39,
51, 52, 53, 124, 219, 223 en 240 - houdende de minimale voorwaarden
voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris
en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
L’ASBL « Vlaamse Lokale Ontvangers », l’association de fait « Vlaamse O.C.M.W.-secretarissen », Philip Lefever, Nicole Morren, Jan Hacour,
Jan De Meulenaer, Marc Bovy et Hubert Van Kerckhove, ayant tous élu
domicile chez Mes Dirk Lindemans et Frank Judo, avocats, ayant leur
cabinet à 1000 Bruxelles, boulevard de l’Empereur 3, ont demandé le
22 février 2008 l’annulation de l’arrêté du Gouvernement flamand du
7 décembre 2007 - en particulier des articles 39, 51, 52, 53, 124, 219, 223
et 240 - portant les conditions minimales pour le cadre organique, le
statut et le régime de mandats du personnel communal et du personnel
provincial, et portant quelques dispositions relatives au statut du
secrétaire et du receveur des centres publics d’aide sociale.
Dit besluit is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 24 december 2007.
Deze zaak is ingeschreven onder het rolnummer G/A. 187.183/XII5352.
Cet arrêté a été publié au Moniteur belge du 24 décembre 2007.
Cette affaire est inscrite au rôle sous le numéro G/A. 187.183/XII5352.
Voor de Hoofdgriffier,
Pour le Greffier en chef,
G. De Sloover,
Hoofdsecretaris.
G. De Sloover,
Secrétaire en chef.
14951
STAATSRAT
[2008/18036]
Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948
zur Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates
Die «Vlaamse Lokale Ontvangers» VoG, die faktische Vereinigung «Vlaamse O.C.M.W.-secretarissen», Philip
Lefever, Nicole Morren, Jan Hacour, Jan De Meulenaer, Marc Bovy und Hubert Van Kerckhove, die alle bei den Herren
Dirk Lindemans und Frans Judo, Rechtsanwälte, in 1000 Brüssel, boulevard de l’Empereur 3, ihr Domizil erwählt
haben, haben am 22. Februar 2008 die Nichtigerklärung des Erlasses der Flämischen Regierung vom 7. Dezember 2007
- insbesondere der Artikel 39, 51, 52, 53, 124, 219, 223 und 240 - zur Festlegung der Mindestbedingungen für den
Stellenplan, die Rechtsstellung und die Mandatsregelung des Gemeinde- und Provinzialpersonals und über einige
Bestimmungen bezüglich der Rechtsstellung des Sekretärs und des Einnehmers der Sozialhilfezentren beantragt.
Dieser Erlass wurde im Belgischen Staatsblatt vom 24. Dezember 2007 veröffentlicht.
Diese Sache wurde unter der Nummer G/A. 187.183/XII-5352 ins Geschäftsverzeichnis eingetragen.
Für den Hauptkanzler,
G. De Sloover,
Hauptsekretär.
*
COMMISSIE VOOR HET BANK-, FINANCIEEN ASSURANTIEWEZEN
COMMISSION BANCAIRE, FINANCIERE
ET DES ASSURANCES
[C − 2008/03088]
27 FEBRUARI 2008. — Besluit tot wijziging van de lijst
van de in België geregistreerde wisselkantoren
[C − 2008/03088]
27 FEVRIER 2008. — Arrêté modifiant la liste
des bureaux de change enregistrés en Belgique
Het Directiecomité van de Commissie voor het Bank-, Financieen Assurantiewezen,
Le Comité de direction de la Commission bancaire, financière
et des Assurances,
Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht
op de beleggingsondernemingen, inzonderheid op de artikelen 139
en 139bis;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 december 1994 betreffende de
wisselkantoren en de valutahandel, inzonderheid op artikel 7;
Gelet op de lijst van de in België geregistreerde wisselkantoren,
vastgesteld op 31 december 2007 evenals op de sedertdien ingetreden
wijzigingen;
Gelet op de registratie van de BVBA Ria Envia Financial Services
Belgium als wisselkantoor,
Vu la loi du 6 avril 1995 relative au statut et au contrôle des
entreprises d’investissement notamment ses articles 139 et 139bis;
Besluit :
De op 31 december 2007 opgemaakte lijst van de in België
geregistreerde wisselkantoren wordt gewijzigd in de rubriek
« 1. Wisselkantoren opgericht in de vorm van een vennootschap » door
de toevoeging van « RIA ENVIA FINANCIAL SERVICES BELGIUM
BVBA », ook optredend onder de handelsnaam « RIA ENVIA BELGIUM BVBA », Paul Deschanellaan 53-55, bus 20, 1030 Brussel ».
Arrête :
La liste, arrêtée au 31 décembre 2007, des bureaux de change
enregistrés en Belgique est modifiée à la rubrique « 1. Bureaux de
Change constitués sous la forme d’une société » par l’enregistrement de
« RIA ENVIA FINANCIAL SERVICES BELGIUM SPRL », en abrégé
« RIA ENVIA BELGIUM SPRL », avenue Paul Deschanel 53-55, bte 20,
1030 Bruxelles ».
De Voorzitter,
J.-P. SERVAIS
Le Président,
J.-P. SERVAIS
Vu l’arrêté royal du 27 décembre 1994 relatif aux bureaux de change
et au commerce des devises, notamment son article 7;
Vu la liste des bureaux de change enregistrés en Belgique, arrêtée au
31 décembre 2007 et les modifications intervenues depuis cette date;
Vu l’enregistrement de la SPRL Ria Envia Financial Services Belgium
comme bureau de change,
*
[C − 2008/03087]
[C − 2008/03087]
Administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit
Inkomstenbelastingen. — Bericht aan de werkgevers
Administration de la fiscalité des entreprises et des revenus
Impôts sur les revenus. — Avis aux employeurs
De werkgevers en de andere schuldenaars van aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen inkomsten worden erover ingelicht dat de
richtlijnen voor het invullen van de individuele fiches 281.10, 281.11,
281.12, 281.13, 281.14, 281.15, 281.16, 281.17, 281.18, 281.20 en 281.30,
evenals de ermee overeenstemmende samenvattende opgaven 325, met
betrekking tot de inkomsten van het jaar 2007, beschikbaar zijn op de
volgende website van de FOD Financiën :
Les employeurs et autres débiteurs de revenus soumis au précompte
professionnel sont informés du fait que les directives en vue de
compléter les fiches individuelles 281.10, 281.11, 281.12, 281.13, 281.14,
281.15, 281.16, 281.17, 281.18, 281.20 et 281.30 ainsi que les relevés
récapitulatifs 325 correspondants portant sur les revenus de l’année 2007
sont disponibles sur le site internet du SPF Finances à l’adresse
suivante :
http://fiscus.fgov.be/interfisc/home_nl.htm
http://fiscus.fgov.be/interfisc/home_fr.htm
rubriek : Nieuwigheden
rubrique : Nouveautés
Bericht aan de werkgevers - Inkomsten 2007- 31/01/2008
Avis aux employeurs - Revenus 2007 - 31/01/2008
Klikken in kolom Aanslagjaar 2008
Cliquez dans la colonne Exercice 2008
14952
Voormelde richtlijnen kunnen op eenvoudig verzoek eveneens
bekomen worden bij de hierna vermelde bevoegde documentatiecentra
bedrijfsvoorheffing.
Les directives susvisées peuvent également être obtenues sur simple
demande adressée au centre de documentation-précompte professionnel compétent repris ci-après.
Brussel-Hoofdstad
Documentatiecentrum - Bedrijfsvoorheffing te Brussel
Belliardstraat 45
1040 Brussel
Tel. : 02-287 13 11
Fax : 02-230 19 25
Het Nederlandse taalgebied;
de randgemeenten,
de taalgrensgemeenten
gelegen in het Nederlandse taalgebied :
Documentatiecentrum - Bedrijfsvoorheffing te Denderleeuw
Kruisstraat 28
9470 Denderleeuw
Tel. : 053-64 04 00
Fax : 053-64 04 02
Bruxelles-Capitale
Centre de documentation - Précompte professionnel de Bruxelles
Rue Belliard 45
1040 Bruxelles
Tél. : 02-287 13 11
Fax : 02-230 19 25
Région de langue française
et communes de la frontière linguistique
y situées
Région de langue allemande
Centre de documentation - Précompte professionnel de Mons
C.A.E.
Chemin de l’Inquiétude
7000 Mons
Tél. : 065-34 12 10
Fax : 065-34 12 53
Het koninklijk besluit van 3 juni 2007, tot wijziging van het KB/WIB
92 tot invoering van de VERPLICHTE indiening langs elektronische
weg van fiches, samenvattende opgaven en aangiftes in de bedrijfsvoorheffing, verplicht vanaf 1 januari 2008 het gebruik van elektronische fiches en opgaven voor schuldenaars die op jaarbasis over de
inkomsten van 2007 een totaal bedrag aan bedrijfsvoorheffing van
100.000,00 EUR of meer betaald hebben.
Vanaf 1 januari 2009 zal deze maatregel van toepassing zijn op alle
schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing, d.w.z. voor de fiches en de
opgaven met betrekking tot de inkomsten van het kalenderjaar 2008.
Hoewel nog niet volledig verplicht, is het gebruik van belcotax on
web sterk aanbevolen (http://www.belcotaxonweb.be/)
(De pers wordt verzocht dit bericht over te nemen.)
L’arrêté royal du 3 juin 2007 modifiant l’AR/CIR 92 instaurant
l’introduction OBLIGATOIRE par voie électronique des fiches, des
relevés récapitulatifs et des déclarations au précompte professionnel,
impose, à partir du 1er janvier 2008, l’introduction des fiches et relevés
par voie électronique pour les débiteurs de revenus qui ont payé un
montant total annuel de précompte professionnel afférent aux revenus
de l’année 2007 supérieur ou égal à 100.000,00 EUR.
Cette disposition sera toutefois applicable à tous les débiteurs de
revenus soumis au précompte professionnel, à partir du 1er janvier 2009
soit pour les fiches et relevés relatifs aux revenus de l’année civile 2008.
L’utilisation de Belcotax on web, lorsqu’elle n’est pas encore
obligatoire,
est
donc
fortement
recommandée
(http://www.belcotaxonweb.be/)
(La presse est invitée à reproduire le présent avis.)
*
[C − 2008/03086]
[C − 2008/03086]
Mededeling van de lijst van de Belgische gereglementeerde markten
Avis relatif à la liste des marchés réglementés belges
Overeenkomstig artikel 3, § 1, derde lid, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële
diensten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 april 2007, worden
de lijst van Belgische gereglementeerde markten die zijn vergund met
toepassing van het eerste lid en elke wijziging van deze lijst door
toedoen van de minister in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Conformément à l’article 3, § 1er, alinéa 3, de la loi du 2 août 2002
relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers,
modifié par l’arrêté royal du 27 avril 2007, la liste des marchés
réglementés belges agréés en application de l’alinéa 1er et toute
modification apportée à cette liste sont publiées au Moniteur belge par
les soins du ministre.
Op 31 december 2007 waren volgende markten opgenomen op de
lijst, krachtens het ministerieel besluit van 11 april 2003 houdende de
lijst van de Belgische gereglementeerde markten, gewijzigd bij ministeriële besluiten van 31 juli 2003, 28 november 2003, 7 juli 2005,
27 februari 2007 en 29 oktober 2007 :
Au 31 décembre 2007, les marchés suivants étaient inscrits sur la liste,
en vertu de l’arrêté ministériel du 11 avril 2003 fixant la liste des
marchés réglementés belges, modifié par les arrêtés ministériels des
31 juillet 2003, 28 novembre 2003, 7 juillet 2005, 27 février 2007 et
29 octobre 2007 :
1° de markt « Euronext Brussels » en de markt voor afgeleide
producten van Euronext Brussels;
1° le marché « Euronext Brussels » et le marché des instruments
dérivés d’Euronext Brussels;
2° de buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste
effecten en de schatkistcertificaten.
2° le marché hors bourse des obligations linéaires, des titres scindés
et des certificats de trésorerie.
14953
Administratie van het kadaster, registratie en domeinen
Administration du cadastre, de l’enregistrement et des domaines
Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 770
van het Burgerlijk Wetboek
Publication prescrite par l’article 770
du Code civil
[2007/54524]
[2007/54524]
Erfloze nalatenschap van Leblanc, Jean-Pierre André
Succession en déshérence de Leblanc, Jean-Pierre André
Leblanc, Jean-Pierre André, geboren te Tournai op 9 januari 1959,
wonende te Tournai (Vaulx), rue Bonne Rencontre 34, is overleden te
Tournai (Vaulx) op 8 februari 2002, zonder bekende erfopvolger na te
laten.
Alvorens te beslissen over de vraag van de Administratie van de
BTW, registratie en domeinen, namens de Staat, tot inbezitstelling van
de nalatenschap, heeft de rechtbank van eerste aanleg van Tournai, bij
beschikking van 3 januari 2007, de bekendmakingen en aanplakkingen
voorzien bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek bevolen.
Bergen, 16 januari 2007.
Leblanc, Jean-Pierre André, né à Tournai le 9 janvier 1959, domicilié
à Tournai (Vaulx), rue Bonne Rencontre 34, est décédé à Tournai (Vaulx)
le 8 février 2002, sans laisser de successeur connu.
Avant de statuer sur la demande de l’Administration de la T.V.A., de
l’enregistrement et des domaines tendant à obtenir, au nom de l’Etat,
l’envoi en possession de la succession, le tribunal de première instance
de Tournai a, par ordonnance du 3 janvier 2007, prescrit les publications
et affiches prévues par l’article 770 du Code civil.
Mons, le 16 janvier 2007.
De directeur van de registratie,
F. Faignard.
Le directeur de l’enregistrement,
F. Faignard.
(54524)
(54524)
*
[2008/12353]
[2008/12353]
Arbeidshof te Bergen
Cour du travail de Mons
Op 26 februari 2008 werd de heer Turu, Jean-Claude, raadsheer in
sociale zaken, als werknemer-arbeider, bij het arbeidshof te Bergen,
door de eerste voorzitter van dit hof aangewezen om het ambt van
plaatsvervangend magistraat uit te oefenen tot hij de leeftijd van 70 jaar
heeft bereikt.
Le 26 février 2008, M. Turu, Jean-Claude, conseiller social au titre de
travailleur-ouvrier, à la cour du travail de Mons, a été désigné par le
premier président de cette cour pour exercer les fonctions de magistrat
suppléant jusqu’à ce qu’il ait atteint l’âge de 70 ans.
*
[2008/12382]
Arbeidsgerechten. — Bericht aan de representatieve organisaties. —
Openstaande plaats van een werkend rechter in sociale zaken als
werknemer-arbeider bij de arbeidsrechtbank van Antwerpen ter
vervanging van de heer Ivan Aerts
[2008/12382]
Juridictions du travail. — Avis aux organisations représentatives. —
Place vacante d’un juge social effectif au titre de travailleur-ouvrier
au tribunal du travail d’Anvers, en remplacement de M. Ivan Aerts
De betrokken organisaties worden verzocht de kandidaturen voor te
dragen overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit
van 7 april 1970 en uiterlijk binnen de drie maanden na de bekendmaking van dit bericht.
De voordrachten van de kandidaten moeten worden gericht aan de
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Dienst Arbeidsgerechten, Ernest Blerotstraat 1, 1070 Brussel.
Bij de lijsten wordt voor elk der voorgedragen kandidaten een
uittreksel van de geboorteakte gevoegd.
Les organisations représentatives intèressées sont invitées à présenter
les candidatures à cette fonction conformément aux articles 2 et 3 de
l’arrêté royal du 7 avril 1970 et au plus tard dans les trois mois qui
suivent la publication du présent avis.
Ces présentations doivent être adressées au SPF Emploi, Travail et
Concertation sociale, Service des Juridictions du travail, rue Ernest
Blerot 1, à 1070 Bruxelles.
Les listes seront accompagnées d’un extrait d’acte de naissance pour
chacun des candidats présentés.
*
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,
K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,
P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE
[C − 2008/11120]
Bureau voor normalisatie (NBN). — Publicatie ter kritiek
[C − 2008/11120]
Bureau de normalisation (NBN). — Enquêtes publiques
Het Bureau voor normalisatie (NBN) publiceert ter kritiek de hierna
volgende Belgische normontwerpen.
Deze ontwerpen zijn verkrijgbaar tegen betaling van hun prijs bij
het Bureau voor normalisatie, Brabançonnelaan 29, 1000 Brussel
(www.nbn.be).
Opmerkingen en suggesties mogen overgemaakt worden aan het
NBN tot op de sluitingsdatum van het onderzoek.
De vermelde sluitingsdatum dient eventueel gewijzigd te worden om
een termijn van vijf maanden na het verschijnen van dit bericht te
waarborgen.
Le Bureau de normalisation (NBN) met à l’enquête publique les
projets de norme belge ci-après.
Ces projets peuvent être obtenus contre paiement de leur prix au
Bureau de normalisation, avenue de la Brabançonne 29, 1000 Bruxelles
(www.nbn.be).
Observations et suggestions peuvent être envoyées au NBN jusqu’à
la date de clôture de l’enquête.
La date de clôture est à modifier, le cas échéant, pour réserver un
délai de cinq mois après la parution du présent avis.
14954
NBN B 21-600
Algemene bepalingen voor geprefabriceerde betonproducten - Nationale aanvulling bij NBN EN 13369:2004 (1e uitgave)
NBN B 21-600
Règles communes pour les produits préfabriqués en béton - Complément national à la NBN EN 13369:2004 (1re édition)
Enquête publique jusqu’au 30 septembre 2008.
Publicatie ter kritiek tot 30 september 2008.
NBN B 21-603
Geprefabriceerde betonproducten - Geribde vloerelementen - Nationale aanvulling bij NBN EN 13224:2004 (1e uitgave)
NBN B 21-603
Produits préfabriqués en béton - Eléments de plancher nervurés Complément national à la NBN EN 13224:2004 (1re édition)
NBN B 21-604
Geprefabriceerde betonproducten - Lijnvormige dragende bouwdelen - Nationale aanvulling bij NBN EN 13225:2004 (1e uitgave)
NBN B 21-604
Produits préfabriqués en béton - Eléments de structure linéaires Complément national à la NBN EN 13225:2004 (1re édition)
AGENDA’S — ORDRES DU JOUR
VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE
GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
ASSEMBLEE REUNIE
DE LA COMMISSION COMMUNAUTAIRE COMMUNE
[C − 2008/20030]
[C − 2008/20030]
Commissievergaderingen
Réunions de commission
Agenda
Ordre du jour
Woensdag 12 maart 2008, om 10 uur
Mercredi 12 mars 2008, à 10 heures
(Paleis van het Brussels Parlement - commissiezaal 201)
(Palais du Parlement bruxellois - salle de commission 201)
Commissie voor de Sociale Zaken
Commission des Affaires sociales
- Ontwerp van ordonnantie betreffende de voorzieningen voor
opvang of huisvesting van bejaarde personen.
- Projet d’ordonnance relative aux établissements d’accueil ou
d’hébergement pour personnes âgées, n° B-102/1 - 2006/2007.
Voorstel van ordonnantie (van de heer Michel Colson en
Mevr. Viviane Teitelbaum) betreffende de subsidies voor investeringen
in rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen.
Proposition d’ordonnance (de M. Michel Colson et Mme Viviane
Teitelbaum) relative aux subsides pour investissements dans les
maisons de repos et les maisons de repos et de soins.
Rapporteurs : Mevr. Anne Sylvie Mouzon, de heren Michel Colson en
Jan Beghin.
Rapporteurs : Mme Anne Sylvie Mouzon, MM. Michel Colson et
Jan Beghin.
- Lezing en goedkeuring van het verslag.
- Lecture et approbation du rapport.
Donderdag 13 maart 2008, om 14 uur
Jeudi 13 mars 2008, à 14 heures
(Palais du Parlement bruxellois - salle de commission 201).
Commissie voor de Gezondheid
Commission de la Santé
- Interpellatie van Mevr. Fatiha Saïdi (F) tot de heren Guy Vanhengel,
lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid,
Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, en Benoît Cerexhe, lid
van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid en het
Openbaar Ambt, betreffende « de verwezenlijkingen in het kader van
de projecten ’Brussel, Gezond Stadsgewest’ ».
- Interpellation de Mme Fatiha Saïdi (F) à MM. Guy Vanhengel,
membre du Collège réuni, compétent pour la Politique de la Santé, les
Finances, le Budget et les Relations extérieures, et Benoît Cerexhe,
membre du Collège réuni, compétent pour la Politique de la Santé et la
Fonction publique, concernant « les réalisations dans le cadre des
projets ’Bruxelles, Ville Région en santé’ ».
14955
- Interpellatie van Mevr. Jacqueline Rousseaux (F) tot de heren Guy
Vanhengel, lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, en Benoît
Cerexhe, lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid en het Openbaar Ambt, betreffende « de gevolgen voor het
Brussels Gewest van de federalisering van het Instituut Pasteur van
Brussel en de bedreigingen voor zijn voortbestaan en de toekomst van
de wetenschappelijke opdrachten die de zijne waren ».
- Mondelinge vraag van Mevr. Fatiha SaIdi (F) aan de heren Guy
Vanhengel, lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, en Benoît
Cerexhe, lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid en het Openbaar Ambt, betreffende « de opsporing van kanker in
het kader van de kaderovereenkomst tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Rabat ».
- Interpellation de Mme Jacqueline Rousseaux (F) à MM. Guy
Vanhengel, membre du Collège réuni, compétent pour la Politique de la
Santé, les Finances, le Budget et les Relations extérieures, et Benoît
Cerexhe, membre du Collège réuni, compétent pour la Politique de la
Santé et la Fonction publique, concernant « les conséquences en Région
bruxelloise de la fédéralisation de l’Institut Pasteur de Bruxelles et les
menaces qui pèsent quant à sa survie et l’avenir des missions
scientifiques qui étaient les siennes ».
- Question orale de Mme Fatiha Saïdi (F) à MM. Guy Vanhengel,
membre du Collège réuni, compétent pour la Politique de la Santé, les
Finances, le Budget et les Relations extérieures, et Benoît Cerexhe,
membre du Collège réuni, compétent pour la Politique de la Santé et la
Fonction publique, concernant « le dépistage du cancer dans le cadre de
la Convention cadre conclue entre la Région bruxelloise et Rabat ».
- Mondelinge vraag van Mevr. Dominique Braeckman (F) aan de
heren Guy Vanhengel, lid van het Verenigd College, bevoegd voor het
Gezondheidsbeleid, Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, en
Benoît Cerexhe, lid van het Verenigd College, bevoegd voor het
Gezondheidsbeleid en het Openbaar Ambt, betreffende « de
defibrillatoren ».
- Question orale de Mme Dominique Braeckman (F) à MM. Guy
Vanhengel, membre du Collège réuni, compétent pour la Politique de la
Santé, les Finances, le Budget et les Relations extérieures, et Benoît
Cerexhe, membre du Collège réuni, compétent pour la Politique de la
Santé et la Fonction publique, concernant « les défibrillateurs ».
*
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT
PARLEMENT DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE
[C − 2008/20029]
[C − 2008/20029]
Commissievergaderingen
Réunions de commission
Agenda
Ordre du jour
Woensdag 12 maart 2008, om 14 u. 30 m.
Mercredi 12 mars 2008, à 14 h 30 m
Commissie voor de Infrastructuur,
belast met Openbare Werken en Verkeerswezen
Commission de l’infrastructure,
chargé″ des Travaux publics et des Communications
Interpellatievan Mevr. Carla Dejonghe (N) tot de heer Pascal Smet,
Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, betreffende « het Brussels openbaar vervoer
dat niet voldoet aan de eisen van jonge ouders ».
- Interpellation de Mme Carla Dejonghe (N) à M. Pascal Smet,
Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé
de la Mobilité et des Travaux publics, concernant « le réseau bruxellois
de transports en commun qui ne satisfait pas aux exigences des jeunes
parents ».
Toegevoegde interpellatie van de heer Rachid Madrane (F) betreffende « de resultaten van het onderzoek gepubliceerd door Brussels
Studies over de verplaatingswijzen in Brussel ».
- Interpellation jointe de M. Rachid Madrane (F) concernant « les
résultats de l’étude publiée par Brussels Studies, relative à la manière
de se déplacer à Bruxelles ».
Interpellatievan de heer Joël Riguelle (F) tot de heer Pascal Smet,
Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, betreffende « de uitvoering, de evaluatie en
de resultaten van de verkeersovereenkomsten met de gemeenten en het
veiliger maken van de gevaarlijke kruispunten ».
- Interpellation de M. Joël Riguelle (F) à M. Pascal Smet, Ministre du
Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de la
Mobilité et des Travaux publics, concernant « la mise en pratique,
l’évaluation et les résultats des conventions de circulation routière avec
les communes et la sécurisation des carrefours dangereux ».
Interpellatievan Mevr. Carla Dejonghe (N) tot de heer Pascal Smet,
Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, betreffende « de uitrusting van de
MIVB-haltes ».
- Interpellation de Mme Carla Dejonghe (N) à M. Pascal Smet,
de la Mobilité et des Travaux publics, concernant « l’équipement des
arrêts de la STIB ».
Toegevoegde interpellatie van Mevr. Souad Razzouk (F) betreffende
« het richtplan voor de informatie in de beheersovereenkomst van de
MIVB ».
- Interpellation jointe de Mme Souad Razzouk (F) concernant « le
plan directeur pour l’information dans le contrat de gestion de la STIB.
14956
Interpellatievan Mevr. Françoise Schepmans (F) tot de heer Pascal
SMET, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met
Mobiliteit en Openbare Werken, betreffende « de komende wijzigingen
op het MIVB-net ».
- Interpellation de Mme Françoise Schepmans (F) à M. Pascal SMET,
de la Mobilité et des Travaux publics, concernant « les prochaines
modifications au réseau de la STIB ».
Interpellatievan Mevr. Céline Delforge (F) tot de heer Pascal SMET,
Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, betreffende « het beheer van de bussen in
geval van uitzonderlijke of steeds groter wordende verkeersopstoppingen ».
- Interpellation de Mme Céline Delforge (F) à M. Pascal Smet,
de la Mobilité et des Travaux publics, concernant « la gestion des bus en
cas d’embouteillages exceptionnels ou en voie d’aggravation ».
Toegevoegde interpellatie van de heer Yves de Jonghe d’Ardoye
d’erp (F) betreffende « de efficiëntie van de bussen van de Maatschappij
voor het intercommunaal vervoer te Brussel ».
Interpellation jointe de M. Yves de Jonghe d’Ardoye d’erp (F)
concernant « l’efficacité des bus de la Société des transports publics
bruxellois ».
- Mondelinge vraag van Mevr. Céline Delforge (F) aan de heer Pascal
Smet, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met
Mobiliteit en Openbare Werken, betreffende « de initiatieven van het
Vlaamse en Waalse Gewest om ecocombi’s in het verkeer toe te laten ».
- Question orale de Mme Céline Delforge (F) à M. Pascal Smet,
de la Mobilité et des Travaux publics, concernant « la volonté des
Régions flamande et wallonne de mener des expériences de circulation
des super camions ».
Toegevoegde mondelinge vraag van Mevr. Anne Swaelens (F)
betreffende « de gigaliners of ecocombi’s ».
- Question orale jointe de Mme Anne Swaelens (F) concernant « les
super poids lourds ou écocombis ».
- Mondelinge vraag van de heer Rachid Madrane (F) aan de heer
Pascal Smet, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast
met Mobiliteit en Openbare Werken, betreffende « de invoering van de
Eco-drive door de MIVB voor de metrostellen op lijn 2 ».
- Question orale de M. Rachid Madrane (F) à M. Pascal Smet, Ministre
du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de la
Mobilité et des Travaux publics, concernant « la mise en place de
l’Eco-drive par la STIB pour les métros fréquentant la ligne 2 ».
- Mondelinge vraag van Mevr. Anne Swaelens (F) aan de heer Pascal
Smet, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met
Mobiliteit en Openbare Werken, betreffende « de tram 92 en zijn traject
op de Steenweg op Charleroi ».
- Question orale de Mme Anne Swaelens (F) à M. Pascal Smet,
de la Mobilité et des Travaux publics, concernant « le tram 92 et son
trajet sur la chaussée de Charleroi ».
- Mondelinge vraag van de heer Mustapha El Karouni (F) aan de heer
Pascal Smet, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast
met Mobiliteit en Openbare Werken, betreffende « de klinkerbestrating
op de gewestwegen ».
- Question orale de M. Mustapha El Karouni (F) à M. Pascal Smet,
de la Mobilité et des Travaux publics, concernant « les tronçons
aménagés en klinkers sur les voiries régionales ».
Donderdag 13 maart 2008 om 14 u. 30 m.
Jeudi 13 mars 2008 à 14 h 30 m
Commissie voor de Financiën, Begroting, Openbaar Ambt,
Externe Betrekkingen en Algemene Zaken
Commission des Finances, du Budget, de la Fonction publique,
des Relations extérieures et des Affaires générales
Voorzitter : de heer Eric TOMAS.
Président : M. Eric TOMAS.
Interpellatie van de heer Jos Van Assche (N) tot de heren Charles
Picque, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid
en Ontwikkelingssamenwerking, en Guy Vanhengel, Minister van de
Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting,
Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, betreffende « het voor
Brussel financieel niet bijster gunstig resultaat van het Octopusoverleg ».
- Interpellation de M. Jos Van Assche (N) à MM. Charles Picque,
Ministre-Président du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du territoire,
des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine, du Logement, de la
Propreté publique et de la Coopération au développement, et Guy
Vanhangel, Ministre du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé des Finances, du Budget, de la Fonction publique et
des Relations extérieures, concernant « le résultat financier peu favorable pour Bruxelles de la négociation Octopus ».
- Mondelinge vraag van de heer Paul Galand (F) aan de heer Guy
Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast
met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen,
betreffende « de vrijstelling van de belasting op de inverkeerstelling en
de verkeersbelasting voor de gehandicapten ».
- Question orale de M. Paul Galand (F) à M. Guy Vanhengel, Ministre
du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des
Finances, du Budget, de la Fonction publique et des Relations
extérieures, concernant « l’exemption de la taxe de mise en circulation
et de circulation pour les personnes handicapées ».
WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN
EN VERSCHILLENDE BERICHTEN
PUBLICATIONS LEGALES
ET AVIS DIVERS
Aankondigingen − Annonces
sur simple demande écrite, aux actionnaires nominatifs ou aux actionnaires au porteur inscrits en compte qui ont passé leurs ordres via
Fastnet Belgium SA, et qui souhaitent participer à l’assemblée générale.
Seules les actions nominatives et au porteur inscrites en compte sont
commercialisées publiquement en Belgique.
Les actionnaires sont informés que l’assemblée n’a pas besoin de
quorum pour délibérer valablement. Les résolutions, pour être valables,
doivent réunir la majorité des voix des actionnaires présents ou
représentés.
Enfin, nous vous informons qu’une version du prospectus et des
prospectus simplifiés de l’OPC, de l’addendum belge au prospectus
ainsi que le dernier rapport annuel et s’il est publié, le rapport
semestriel subséquent, sont disponibles sans frais auprès de l’agent
financier belge Fastnet Belgium.
Le conseil d’administration.
(7610)
VENNOOTSCHAPPEN − SOCIETES
Menuiserie industrielle, société anonyme,
chaussée de Bruxelles 584, 1410 Waterloo
R.P.M. Bruxelles 0465.570.405
MM. les actionnaires sont invités à assister à l’assemblée générale des
actionnaires qui aura lieu le 28 mars 2008, à 18 heures, au siège
social. — Ordre du jour : 1. Approbation du bilan et du compte de
résultat au 31 décembre 2007. 2. Approbation de l’affectation du résultat
de l’exercice 2007.
(7608)
14957
Academische Coöperatieve Vennootschap, in ’t kort : « Acco »,
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
Brusselsestraat 153, 3000 Leuven
RPR Leuven 0403.547.615
Een algemene vergadering zal plaats hebben te Leuven op dinsdag
25 maart 2008, om 19 uur, in de Brusselsestraat 153, met agenda :
verplaatsing jaarlijke algemene vergadering naar dinsdag 8 april 2008.
(7611)
Avallon, société anonyme,
avenue Prince d’Orange 28 A, 1180 Bruxelles
Academische Coöperatieve Vennootschap, in ’t kort : « Acco »,
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
Brusselsestraat 153, 3000 Leuven
R.P.M. Bruxelles 0431.200.434
RPR Leuven 0403.547.615
Assemblée générale ordinaire le 28 mars 2008, à 18 heures, au siège
social. — Ordre du jour : 1. Rapport du conseil d’administration.
2. Approbation des comptes annuels au 30 septembre 2007. 3. Affectation des résultats. 4. Décharge aux administrateurs. 5. Divers.
(7609)
Een algemene vergadering zal plaats hebben te Leuven op dinsdag
8 april 2008, om 19 uur, in de Brusselsestraat 153, met agenda : verslag
raad van bestuur. Verslag commissaris. Goedkeuring jaarrekening.
Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders en commissaris.
Benoeming bestuurders. Varia.
(7612)
Uni-Global,
société d’Investissement à Capital variable de Droit luxembourgeois
R.C.S. Luxembourg B 38908
Agent financier belge : Fastnet Belgium SA,
avenue du Port 86C, bte 320, 1000 Bruxelles
CARRIERES UNIES DE PORPHYRE, société anonyme
faisant ou ayant fait publiquement appel à l’épargne
chaussée Gabrielle Richet 193b, 7860 Lessines
RPM n° 0400.462.916
Convocation
Avis aux actionnaires
Convocation à l’assemblée générale ordinaire
Le conseil d’administration a l’honneur de convoquer les actionnaires de la sicav Uni-Global, à l’assemblée générale ordinaire qui se
tiendra le 2 avril 2008, à 14 heures, au siège social, afin de délibérer sur
l’ordre du jour suivant :
1. Rapport du conseil d’administration et du réviseur d’entreprises.
2. Approbation des comptes annuels arrêtés au 31 décembre 2007.
3. Affectation des résultats.
4. Quitus aux administrateurs.
5. Renouvellement du mandat du réviseur d’entreprises.
6. Nominations statutaires.
Si vous souhaitez participer à l’assemblée, nous vous remercions de
bien vouloir en informer la Banque du Luxembourg SA, boulevard
Royal 14, L-2449 Luxembourg ou l’agent financier belge Fastnet
Belgium SA, avenue du Port 86C, bte 320, B-1000 Bruxelles, au moins
cinq jours francs avant sa tenue. Un certificat de blocage sera délivré,
Carrières Unies de Porphyre SA (« CUP ») invite, par la présente, les
actionnaires à participer à l’Assemblée Générale Ordinaire qui se
tiendra le vendredi 28 mars 2008, à 15 heures, au siège social de la
société à Lessines Chaussée Gabrielle Richet 193b.
Les actionnaires qui souhaitent prendre part à cette assemblée sont
invités à se présenter au plus tard à 14 h 30 m.
Ordre du jour :
1. Examen des rapports du conseil d’administration et du commissaire concernant l’exercice social clôturé le 31 décembre 2007.
Proposition de décision : examen des rapports.
2. Examen et approbation des comptes annuels clôturés au 31 décembre 2007.
Proposition de décision : approbation des comptes annuels au
31 décembre 2007.
3. Affectation du résultat.
Proposition de décision : report du bénéfice de l’exercice à l’exercice
suivant.
14958
4. Décharge aux administrateurs et commissaire.
Proposition de décision : octroi de la décharge aux administrateurs
qui ont administré la société pendant l’exercice clôturé au 31 décembre 2007 et au commissaire.
Pour pouvoir prendre part à l’assemblée convoquée en date du
28 mars 2008, les actionnaires sont, conformément à l’article 25 des
statuts, tenus de déposer leurs actions au porteur soit au siège social,
chaussée Gabrielle Richet 193b, à 7860 Lessines, soit à ING, cour SaintMichel 60, à 1040 Bruxelles, ou dans ses agences, au plus tard le
23 mars 2008. Conformément à l’article 26 des statuts, tout détenteur
d’actions au porteur peut se faire représenter à l’assemblée par un
mandataire, pourvu que celui-ci soit lui-même actionnaire et qu’il ait le
droit d’assister à l’assemblée. Pour être admis à l’assemblée, ce mandataire devra remettre, le jour de l’assemblée, l’original signé d’une
procuration écrite. Les personnes physiques souhaitant prendre part à
l’assemblée, en qualité d’actionnaire, de mandataire ou de représentant
d’une personne morale devront pouvoir justifier de leur identité pour
avoir accès à l’assemblée. Les représentants de personne morale
devront en outre pouvoir remettre tous les documents établissant leur
qualité d’organes ou de mandataires spéciaux.
Il est attiré l’attention des actionnaires sur le fait que l’assemblée se
tiendra à l’issue de la procédure d’Offre Publique de Retrait actuellement en cours.
(7613)
OMEGA PRESERVATION FUND, sicav publique de droit belge,
optant pour le placement en instruments financiers et liquidités,
place Sainte Gudule 19, 1000 Bruxelles
RPM 0864.363.634 Bruxelles
Avis de convocation de l’assemblée générale ordinaire
Le conseil d’administration a l’honneur d’inviter les actionnaires de
la société anonyme OMEGA PRESERVATION FUND, sicav publique
de droit belge, optant pour le placement en instruments financiers et
liquidités, à assister à l’assemblée générale ordinaire, qui se réunira le
mardi 25 mars 2008, à 11 heures, au siège social aux fins d’entendre les
rapports annuels du conseil d’administration et du commissaire et de
délibérer et statuer sur l’ordre du jour suivant reprenant les propositions du conseil d’administration. Les propositions de résolution sont
faites sous la condition suspensive de l’approbation de la Commission
Bancaire, Financière et des Assurances :
1. Approbation des comptes annuels arrêtés au 31 décembre 2007,
présentant un total au bilan de S 88.627.389,49 et un résultat bénéficiaire
de S 5.510.409,51.
2. Affectation du résultat : approbation du report du résultat.
3. Décharge aux administrateurs et commissaire pour l’exercice de
leur mandat jusqu’au 31 décembre 2007.
4. Approbation des émoluments attribués par provisions au commissaire à raison de S 1.250.
5. Démission de M. André de Schrijver et de Deutsche Bank AG
comme administrateur et nomination de Messieurs Marc Sallet, Carl
Naesens et Frederic Coorevits comme administrateurs de la société
jusqu’à l’assemblée générale ordinaire de 2014.
Les actionnaires désireux d’assister à l’assemblée ou de s’y faire
représenter sont invités à déposer leurs titres au porteur ou pour les
titres dématérialisés, l’attestation établie par le teneur de comptes
agréé, auprès de la société de bourse PETERCAM SA à 1000 Bruxelles,
Place Sainte-Gudule 19, qui assure le service financier, au plus tard le
mardi 18 mars 2008.
Le prospectus, le prospectus simplifié et le dernier rapport périodique de la sicav sont disponibles gratuitement aux adresses ci-dessus
mentionnées.
(7614)
OMEGA PRESERVATION FUND, Openbare bevek naar Belgisch
recht, opterend voor een belegging in financiële instrumenten en
liquide middelen, Sint-Goedeleplein 19, 1000 Brussel
RPR 864.363.634 Brussel
Oproepingsbericht voor de gewone algemene vergadering
De raad van bestuur heeft de eer de aandeelhouders van de naamloze vennootschap OMEGA PRESERVATION FUND, openbare bevek
naar Belgisch recht, opterend voor een belegging in financiële
instrumenten en liquide middelen, uit te nodigen op de gewone
algemene vergadering, die doorgaat op dinsdag 25 maart 2008, om 11
uur, op de maatschappelijke zetel om de jaarverslagen van de raad van
bestuur en van de commissaris te aanhoren en om over volgende
dagorde, die de voorstellen van de raad van bestuur bevat, te beraadslagen en te beslissen. De voorstellen van besluit zijn opgemaakt onder
de opschortende voorwaarde van de goedkeuring van de Commissie
voor Bank-, Financie- en Assurantiewezen :
1. Goedkeuring, compartiment per compartiment, van de jaarrekeningen op 31 december 2007 die voor alle compartimenten samen een
balanstotaal van S 88.627.389,49 en een winst van S 5.510.409,51
vertonen.
2. Resultaatverwerking : overdracht van de resultaten.
3. Kwijting aan de bestuurders en commissaris voor de uitoefening
van hun mandaat tot 31 december 2007.
4. Goedkeuring van de bezoldigingen die als voorschot werden
toegekend aan de commissaris voor een bedrag van S 12.250.
5. Goedkeuring van het ontslag van de heer André de Schrijver en
Deutsche Bank AG als bestuurders en benoeming van de heren Marc
Sallet, Carl Naesens en Frederic Coorevits als bestuurder van de
vennootschap tot de gewone algemene vergadering van 2014.
De aandeelhouders die wensen de vergadering bij te wonen of zich
te laten vertegenwoordigen, worden verzocht hun aandelen aan
toonder of voor de gedematerialiseerde aandelen, een attest opgesteld
door de erkende rekeninghouder, ten laatste op dinsdag 18 maart 2008
te deponeren bij de beursvennootschap PETERCAM NV, te
1000 Brussel, Sint-Goedeleplein 19, die voor de financiële dienst zorgt.
Het prospectus, het vereenvoudigd prospectus en het laatste periodieke verslag van de bevek zijn gratis beschikbaar aan de hierboven
vermelde adressen.
De raad van bestuur.
(7614)
HORIZON INVESTMENTS, société anonyme, sicav publique de
droit belge à multiple compartiments, optant pour le placement en
instruments financiers et liquidités place Sainte Gudule 19,
1000 Bruxelles
RPM 464.984.148 Bruxelles
Avis de convocation de l’assemblée générale ordinaire
Le conseil d’administration a l’honneur d’inviter les actionnaires de
la société anonyme Horizon Investments, sicav publique de droit belge
à compartiments multiples, optant pour le placement en instruments
financiers et liquidités, à assister à l’assemblée générale ordinaire, qui
se réunira le mercredi 26 mars 2007, à 16 heures, au siège social aux
fins d’entendre les rapports annuels du conseil d’administration et du
commissaire et de délibérer et statuer sur l’ordre du jour suivant
reprenant les propositions du conseil d’administration :
Approbation, compartiment par compartiment, des comptes annuels
arrêtés au 31 décembre 2007 présentant pour l’ensemble des compartiments un total au bilan de S 255.455.047,51 et un résultat bénéficiaire
de S 4.403.283,90.
Approbation de la distribution d’un dividende aux détenteurs
d’actions de distribution pour l’exercice 2007 à concurrence de :
S 19 brut par action, aux actions de distribution du compartiment
HORIZON INVESTMENTS EQUITIES EUROPE;
HORIZON INVESTMENTS BALANCED GROWTH et;
HORIZON INVESTMENTS EQUITIES BELGIUM PLUS.
Affectation du résultat : report du résultat.
Décharge aux administrateurs et commissaire pour l’exercice de leur
mandat jusqu’au 31 décembre 2007.
DEXIA ALLOCATION, sicav de droit belge,
catégorie O.P.C.V.M.
Siège social : rue Royale 180, 1000 Bruxelles
Approbation des émoluments attribués par provisions au commissaire pour un montant de S 11.000.
Numéro d’entreprise 0443.513.001
Les actionnaires désireux d’assister à l’assemblée ou de s’y faire
représenter sont invités à déposer leurs titres au porteur ou pour les
titres dématérialisés, l’attestation établie par le teneur de comptes
agréé, auprès de la société de bourse PETERCAM SA à 1000 Bruxelles,
place Sainte-Gudule 19, qui assure le service financier, au plus tard le
jeudi 20 mars 2008.
Avis de convocation à l’assemblée générale ordinaire
Le prospectus, le prospectus simplifié et le dernier rapport périodique de la sicav sont disponibles gratuitement à l’adresse ci-dessus
mentionnée.
(7615)
14959
L’assemblée générale ordinaire des actionnaires de DEXIA ALLOCATION, sicav de droit belge, se tiendra le mercredi 26 mars 2008,
à 15 h 30 m en l’immeuble Dexia Tower, place Rogier 11, 1210 Bruxelles,
pour délibérer sur l’ordre du jour suivant :
1. Lecture du rapport du conseil d’administration sur l’exercice
clôturé au 31 décembre 2007.
2. Lecture du rapport du Commissaire sur l’exercice clôturé au
31 décembre 2007.
3. Approbation des comptes annuels.
HORIZON INVESTMENTS, naamloze vennootschap, Openbare
bevek naar Belgisch recht met meerdere compartimenten, opterend
voor een belegging in financiële instrumenten en liquiditeiten,
Sint-Goedeleplein 19, 1000 Brussel
RPR 464.984.148 Brussel
De raad van bestuur heeft de eer de aandeelhouders van de naamloze vennootschap HORIZON INVESTMENTS, openbare bevek naar
Belgisch recht met meerdere compartimenten, opterend voor een
belegging in financiële instrumenten en liquiditeiten, uit te nodigen op
de gewone algemene vergadering, die doorgaat op woensdag
26 maart 2008, om 16 uur, op de maatschappelijke zetel om de
jaarverslagen van de raad van bestuur en van de commissaris te
aanhoren en om over volgende dagorde, die de voorstellen van de raad
van bestuur bevat, te beraadslagen en te beslissen :
Goedkeuring, compartiment per compartiment, van de jaarrekeningen op 31 december 2007 die voor alle compartimenten samen een
balanstotaal van 255.455.047,51 en een winst van S 4.403.283,90
vertonen.
Goedkeuring van de distributie van een dividend aan de houders
van distributie-aandelen voor het boekjaar 2007 ten belope van :
S 19 bruto per aandeel aan de distributie-aandelen van het compartiment HORIZON INVESTMENTS EQUITIES EUROPE;
S 410 bruto per aandeel aan de distributie-aandelen van het compartiment HORIZON INVESTMENTS BALANCED GROWTH;
S 10 bruto per aandeel aan de distributie-aandelen van het compartiment HORIZON INVESTMENTS EQUITIES BELGIUM PLUS.
Resultaatverwerking : overdracht van de resultaten.
Kwijting aan de bestuurders en commissaris voor de uitoefening van
hun mandaat tot 31 december 2007.
Goedkeuring van de bezoldigingen die als voorschot werden
toegekend aan de commissaris voor een bedrag van S 11.000.
De aandeelhouders die wensen de vergadering bij te wonen of zich
te laten vertegenwoordigen, worden verzocht hun aandelen aan
toonder of voor de gedematerialiseerde aandelen, een attest opgesteld
door de erkende rekeninghouder, ten laatste op donderdag
20 maart 2008 te deponeren bij de beursvennootschap PETERCAM NV,
te 1000 Brussel, Sint-Goedeleplein 19, die voor de financiële dienst
zorgt.
Proposition de décision : L’assemblée approuve, globalement et par
compartiment, les comptes annuels de l’exercice clôturé au 31 décembre 2007.
4. Affectation des résultats.
Proposition de décision : L’assemblée approuve, par compartiment,
la proposition du conseil d’administration de la répartition du résultat
pour l’exercice clôturé au 31 décembre 2007.
5. Décharge aux Administrateurs et au Commissaire.
Proposition de décision : L’assemblée donne décharge, globalement
et par compartiment, aux Administrateurs et au Commissaire pour
l’exercice clôturé au 31 décembre 2007.
6. Nominations statutaires.
Proposition de décision :
L’Assemblée décide, sous réserve d’approbation de la CBFA, de :
renouveler les mandats de MM. Johan Wuytack, Marc Vermeiren, de
la société privée à responsabilité limitée “Musenius“, dont le représentant permanent est M. Wim Moesen et de la société anonyme Dexia
Asset Management Belgium, dont le représentant permanent est Mme
Helena Colle;
ne pas renouveler le mandat de M. Arnaud Delputz;
nommer comme nouvel administrateur M. Willy Lauwers.
Le mandat des administrateurs ainsi nommés sera exercé à titre
gratuit, à l’exception de celui de l’administrateur indépendant, dont la
rémunération annuelle est fixée à EUR 2.000. Leurs fonctions prendront
fin à l’Assemblée générale de 2009.
7. Dématérialisation.
Communication sur les changements de statuts dans le cadre de la
loi du 14/12/2005 portant suppression des titres au porteur. Les changements sont apportés, conformément à l’article 96, § 1, de la loi du
25/4/2007 portant des dispositions diverses, par décision du Conseil
d’Administration du 18/12/2007 sous la forme d’un acte authentique.
Les actionnaires au porteur sont informés que pour être admis à
l’assemblée générale ordinaire, ils doivent déposer leurs actions cinq
jours ouvrables avant la date de l’assemblée aux guichets des agences
de Dexia Banque Belgique.
Les propriétaires d’actions dématérialisées doivent, dans le même
délai, déposer au siège social de la société ou aux guichets de
l’institution susmentionnée, une attestation établie par le teneur de
comptes agréé ou par l’organisme de liquidation constatant
l’indisponibilité des dites actions jusqu’à la date de l’assemblée.
Het prospectus, het vereenvoudigd prospectus en het laatste
periodieke verslag van de bevek zijn gratis beschikbaar aan de hierboven vermelde adressen.
Le prospectus, le prospectus simplifié, le rapport annuel et le rapport
semi-annuel de DEXIA ALLOCATION sont disponibles gratuitement
au siège social de la société ou dans les agences de l’institution susmentionnée.
(7615)
(7616)
14960
DEXIA ALLOCATION, bevek naar belgisch recht,
categorie I.C.B.E.
Maatschappelijke zetel : Koningsstraat 180, 1000 Brussel
Ondernemingsnummer 0443.513.001
Het prospectus, het vereenvoudigd prospectus, het jaarverslag en het
halfjaarverslag van DEXIA ALLOCATION zijn kosteloos beschikbaar
op de hoofdzetel van de vennootschap en van de hierbovenvermelde
instelling die de financiële dienst verzekeren of in hun agentschappen.
(7616)
De gewone algemene vergadering der aandeelhouders van DEXIA
ALLOCATION, bevek naar Belgisch recht heeft plaats op woensdag
26 maart 2008, om 15 u. 30 m., in het gebouw Dexia Tower, Rogierplein 11, te 1210 Brussel, om te beraadslagen over de volgende
agendapunten :
CORDIUS CAPITAL, sicav de droit belge,
catégorie O.P.C. en Valeurs Mobilières et Liquidités
Siège social : rue Royale 180, 1000 Bruxelles
1. Lezing van het verslag van de raad van bestuur voor het boekjaar
afgesloten op 31 december 2007.
Avis de convocation à l’assemblée générale ordinaire
2. Lezing van het verslag van de Commissaris voor het boekjaar
3. Goedkeuring van de jaarrekeningen.
Voorstel tot beslissing : De vergadering keurt de globale jaarrekening
alsook de jaarrekening van elk compartiment goed voor het boekjaar
4. Toewijzing van de resultaten.
Voorstel tot beslissing : De vergadering aanvaardt het voorstel van
de raad van bestuur betreffende de toewijzing van de resultaten van
het boekjaar afgesloten op 31 december 2007 per compartiment.
5. Kwijting te verlenen aan de Bestuurders en de Commissaris.
Voorstel tot beslissing : De vergadering beslist, globaal en per
compartiment, kwijting te verlenen aan de Bestuurders en aan de
Commissaris voor de uitoefening van hun mandaat tijdens het boekjaar
6. Statutaire benoeming.
Voorstel tot beslissing :
De Vergadering beslist, onder voorbehoud van goedkeuring door de
CBFA :
om de mandaten van de heren Johan Wuytack, Marc Vermeiren, van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid « Musenius », vast vertegenwoordigd door de heer Wim Moesen en van de
naamloze vennootschap Dexia Asset Management Belgium, vast vertegenwoordigd door Mevr. Helena Colle, te hernieuwen;
om het mandaat van de heer Arnaud Delputz niet te hernieuwen;
om als nieuwe bestuurder de heer Willy Lauwers te benoemen.
Deze mandaten zullen ten kosteloze titel worden uitgeoefend
behalve die van de onafhankelijke bestuurder waarvan de jaarlijkse
bezoldiging is vastgesteld op 2.000 EUR. Hun functies zullen een einde
nemen op de algemene vergadering van 2009.
7. Dematerialisatie
Kennisgeving van de statutenwijzigingen in het kader van de wet
van 14/12/2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder. De
wijzigingen werden aangebracht, in overeenstemming met artikel 96,
§ 1, van de wet van 25/04/2007 houdende diverse bepalingen, door
beslissing van de raad van bestuur van 18/12/2007 onder de vorm van
een authentieke akte.
De aandeelhouders aan toonder worden erop gewezen dat om te
worden toegelaten tot de vergadering zij uiterlijk vijf werkdagen vóór
de datum van de vergadering hun aandelen moeten neerleggen aan de
loketten van de agentschappen van Dexia Bank België.
De eigenaars van gedematerialiseerde aandelen moeten, binnen
dezelfde termijn, op de maatschappelijke zetel van de vennootschap of
aan de loketten van de hierbovenvermelde instelling, een attest neerleggen dat opgesteld werd door de erkende rekeninghouder of
vereffeningsinstelling en dat de onbeschikbaarheid van de bovenvermelde aandelen vaststelt tot de datum van de vergadering.
L’assemblée générale ordinaire des actionnaires de CORDIUS
CAPITAL, sicav de droit belge, se tiendra le jeudi 27 mars 2008,
à 15 h 30 m, en l’immeuble Dexia Tower, place Rogier 11, 1210 Bruxelles
pour délibérer sur l’ordre du jour suivant :
1) Lecture des rapports du conseil d’administration et du Commissaire
2) Approbation des comptes annuels de l’exercice clôturé au
31 décembre 2007.
Proposition de décision : l’assemblée approuve, globalement et par
compartiment, les comptes annuels de l’exercice clôturé au 31 décembre 2007.
3) Affectation des résultats de l’exercice clos le 31 décembre 2007.
Proposition de décision : l’assemblée accepte la proposition du
Conseil d’Administration relative à l’affectation, pour chaque compartiment, des résultats de l’exercice clôturé le 31 décembre 2007.
4) Lecture des rapports spéciaux du Conseil d’Administration et du
Commissaire relatif à l’échéance des compartiments « Distri
Target 10 », « Minimax Bel 20 III », « Quality Click », « Fix Target 100 »,
« Sector Select », « Digi-call », « Minimax Eurostoxx50 », « 30-Call » et
« Distri Variable ».
5) Lecture des rapports de deux administrateurs constatant la clôture
des compartiments « Distri Target 10 », « Minimax Bel 20 III », « Quality
Click », « Fix Target 100 », « Sector Select », « Digi-call », « Minimax
Eurostoxx50 », « 30-Call » et « Distri Variable ».
6) Décharge spéciale aux administrateurs et au Commissaire par
l’Assemblée dans le cadre de la clôture des compartiments « Distri
Target 10 », « Minimax Bel 20 III », « Quality Click », « Fix Target 100 »,
« Sector Select », « Digi-call », « Minimax Eurostoxx50 », « 30-Call » et
« Distri Variable ».
Proposition de décision : l’assemblée donne décharge aux administrateurs et au Commissaire dans le cadre de la clôture des compartiments « Distri Target 10 », « Minimax Bel 20 III », « Quality Click »,
« Fix Target 100 », « Sector Select », « Digi-call », « Minimax Eurostoxx50 », « 30-Call » et « Distri Variable ».
7) Décharge aux Administrateurs et au Commissaire par compartiment.
Proposition de décision : l’assemblée donne décharge aux Administrateurs, y compris Messieurs Emmanuel Jennes, Baudouin Davister et
Bernard Mommens, et au Commissaire pour l’accomplissement de leur
mandat jusqu’au 31 décembre 2007.
8) Nominations Statutaires.
Proposition de décision : l’assemblée décide :
de renouveler le mandat de MM. Marc Vermeiren et Willy Lauwers,
de Mme Myriam Vanneste et de la société privée à responsabilité
limitée “Musenius“, dont le représentant permanent est M. Wim
Moesen et de la société anonyme Dexia Asset Management Belgium,
représentée par Mme Helena Colle;
de ne pas renouveler le mandat de M. Christophe Cimino;
de nommer sous réserve de l’approbation de la Commission
Bancaire, Financière et des Assurances en remplacement du mandat de
M. Christophe Cimino, M. Sébastien Leclercq comme nouvel administrateur.
14961
Le mandat des administrateurs ainsi nommés sera exercé à titre
gratuit, à l’exception de celui de l’administrateur indépendant, dont la
rémunération annuelle est fixée à EUR 2.000. Leurs fonctions prendront
fin à l’Assemblée générale de 2009.
9) Dématérialisation.
Communication sur les changements de statuts dans le cadre de la
loi du 14/12/2005 portant suppression des titres au porteur. Les
changements sont apportés, conformément à l’article 96, § 1, de la loi
du 25/4/2007 portant des dispositions diverses, par décision du
Conseil d’Administration du 18/12/2007 sous la forme d’un acte
authentique.
Les actionnaires désireux de participer à l’Assemblée sont priés de se
conformer aux prescriptions statutaires.
Le prospectus, le prospectus simplifié, le rapport annuel et le rapport
semi-annuel de CORDIUS CAPITAL sont disponibles gratuitement au
siège social de la société et des agences des institutions suivantes qui
assurent le service financier :
DEXIA BANQUE BELGIQUE SA.
BANK J. VAN BREDA NV.
(7617)
CORDIUS CAPITAL, bevek naar belgisch recht,
I.C.B in effecten en liquide middelen
Maatschappelijke zetel : Koningsstraat 180, 1000 Brussel
De gewone algemene vergadering van aandeelhouders van
CORDIUS CAPITAL, bevek naar Belgisch recht, heeft plaats op
donderdag 27 maart 2008, om 15 u. 30 m., in het gebouw Dexia Tower,
Rogierplein 11, 1210 Brussel, om te beraadslagen over de volgende
agendapunten :
1) Lezing van de verslagen van de raad van bestuur en van de
Commissaris.
2) Goedkeuring van de jaarrekeningen voor het boekjaar afgesloten
op 31 december 2007.
Voorstel tot beslissing : de vergadering keurt de globale jaarrekening
alsook de jaarrekening van elk compartiment van het boekjaar afgesloten op 31 december 2007 goed.
3) Toewijzing van de resultaten van het boekjaar afgesloten op
31 december 2007.
Voorstel tot beslissing : de vergadering aanvaardt het voorstel van
de raad van bestuur betreffende de toewijzing, voor ieder compartiment, van de resultaten van het afgesloten boekjaar per
31 december 2007.
4) Lezing van de bijzondere verslagen van de raad van bestuur en
van de Commissaris betreffende de afsluiting van de compartimenten
« Distri Target 10 », « Minimax Bel 20 III », « Quality Click », « Fix
Target 100 », « Sector Select », « Digi-call », « Minimax Eurostoxx50 »,
« 30-Call » en « Distri Variable ».
5) Lezing van de verslagen van twee bestuurders waarin de eindvervaldag van de compartimenten « Distri Target 10 », « Minimax Bel
20 III », « Quality Click », « Fix Target 100 », « Sector Select », « Digicall », « Minimax Eurostoxx50 », « 30-Call » en « Distri Variable ».
6) Bijzondere kwijting aan de bestuurders en aan de Commissaris
door de Vergadering in het kader van de afsluiting van de compartimenten « Distri Target 10 », « Minimax Bel 20 III », « Quality Click »,
« Fix Target 100 », « Sector Select », « Digi-call », « Minimax Eurostoxx50 », « 30-Call » en « Distri Variable ».
Voorstel tot beslissing : de vergadering verleent bijzondere kwijting
aan de bestuurders en aan de Commissaris voor de afsluiting van de
compartimenten « Distri Target 10 », « Minimax Bel 20 III », « Quality
Click », « Fix Target 100 », « Sector Select », « Digi-call », « Minimax
Eurostoxx50 », « 30-Call » en « Distri Variable ».
7) Kwijting te verlenen aan de Bestuurders en de Commissaris per
compartiment.
Voorstel tot beslissing : de vergadering verleent kwijting aan de
bestuurders, met inbegrip van de heren Emmanuel Jennes, Baudouin
Davister en Bernard Mommens, en aan de Commissaris voor het
vervullen van hun mandaat tot 31 december 2007.
8) Statutaire benoemingen.
Voorstel tot beslissing : de vergadering beslist :
om de mandaten van de heren Marc Vermeiren en Willy Lauwers,
van Mevr. Myriam Vanneste en van de BVBA Musenius, vast vertegenwoordigd door de heer Wim Moesen en van de naamloze vennootschap Dexia Asset Management Belgium vast vertegenwoordigd door
Mevr. Helena COLLE te hernieuwen.
om het mandaat van de heer Christophe Cimino niet te hernieuwen;
onder voorbehoud van goedkeuring van Commissie voor het Bank-,
Financie-, en Assurantiewezen om ter vervanging van het mandaat van
de heer Christophe Cimino, de heer Sébastien Leclercq te benoemen als
nieuwe bestuurder.
Deze mandaten zullen ten kosteloze titel worden uitgeoefend
behalve die van de onafhankelijke bestuurder waarvan de jaarlijkse
bezoldiging is vastgesteld op 2.000 EUR. Hun functies zullen een einde
nemen op de algemene vergadering van 2009.
9) Dematerialisatie.
Kennisgeving van de statutenwijzigingen in het kader van de wet
van 14/12/2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder. De
wijzigingen werden aangebracht, in overeenstemming met artikel 96,
§ 1, van de wet van 25/04/2007 houdende diverse bepalingen, door
beslissing van de raad van bestuur van 18/12/2007 onder de vorm van
een authentieke akte.
De aandeelhouders die wensen deel te nemen aan de vergadering,
worden verzocht de statutaire bepalingen na te leven.
Het prospectus, het vereenvoudigd prospectus, het jaarverslag en het
halfjaarverslag van CORDIUS CAPITAL zijn gratis beschikbaar op de
hoofdzetel van de vennootschap en van de agentschappen van de
volgende instellingen die de financiële dienst verzekeren :
DEXIA BANK BELGIË N.V.
BANK J. VAN BREDA N.V.
(7617)
Auto-Service Etablissements Dosogne et Rorive, société anonyme,
avenue des Bassins 11, 7000 MONS
Assemblée ordinaire au siège social le 15/03/2008, à 10 heures.
Ordre du jour : Rapport du C.A.. Approbation comptes annuels.
Affectation résultats. Décharge administrateurs. Divers.
(AOPC1801578/11.03)
(7718)
Belavi, naamloze vennootschap,
Watermolen 9/a, 2980 Halle-Zoersel
De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de jaarvergadering, die
zal gehouden worden op 31 maart 2008, om 18 uur, ten maatschappelijke zetel. — Agenda : 1. Verslag van de raad van bestuur. 2. Goedkeuring jaarrekening afgesloten op 30 september 2007. 3. Bestemming
van het resultaat. 4. Kwijting te verlenen aan de bestuurders. 5.Varia.″
(AOPC-1-7-11382/11.03)
(7719)
14962
Een eerste vergadering met dezelfde agenda, welke werd gehouden
op 3 maart 2008 ten kantor van notaris Lesage Jean-Pierre, heeft niet
geldig kunnen beraadslagen aangezien het wettelijk quorum niet
bereikt werd.
Bouwbedrijf Joosten, naamloze vennootschap,
Broekkempweg 9A, 3680 Maaseik
Algemene vergadering ter zetel op 31/03/2008, om 20 uur.
Agenda : Jaarverslag. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat.
Kwijting bestuurders.. Divers.
(AOPC-1-8-00014/11.03)
Agenda :
(7720)
Bouwonderneming Vanmaercke, naamloze vennootschap,
Tieboutslaan 5, 8573 Anzegem-Tiegem
Rechtspersonenregister ondernemingsnummer 0406.075.058
De aandeelhouders worden uitgenodigd tot het bijwonen van de
algemene vergadering die zal gehouden worden in het kantoor van
notaris Bob Bultereys, te Avelgem, Stijn Streuvelslaan 11, op maandag
31 maart 2008, om 13u. 30 m., met als dagorde :
1. Beslissing tot wijziging van het boekjaar, om het te doen aanvatten
op 1 januari en af te sluiten op 31 december van elk jaar. Aanpassing
van het lopende boekjaar.
2. Verplaatsing van de jaarvergadering naar de 3e zaterdag van de
maand juni, om 14 uur. Aanpassing van de eerstvolgende jaarvergadering.
3. Aanpassing der statuten aan de genomen beslissingen en aan het
nieuwe Wetboek vennootschappen en andere wetswijzigingen.
1. Wijziging van het boekjaar van de vennootschap, om het voortaan
te laten aanvangen op één oktober van ieder jaar en af te sluiten
eind september van ieder jaar. Voorstel, om het lopende boekjaar af te
sluiten op 30 september 2009.
2. Wijziging van de datum van de jaarlijkse algemene vergadering,
om deze te brengen op de derde zaterdag van maart, om 14 uur.
Voorstel, om de eerstvolgende jaarvergadering te houden op de
derde zaterdag van maart 2010, om 14 uur.
3. Aanpassing van de statuten aan de genomen beslissingen.
Zich richten naar de statuten.
(AXPC-1-8-02394/11.03)
(7724)
Centracar Truck Service, en abrégé : ″CTS″, société anonyme,
rue de Wallonie 2, 4432 Ans (Alleur)
4. (Her)benoemingen.
5. Machtiging tot uitvoering en coördinatie.
De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de
statuten.
(AXPC-1-8-02733/11.03)
Bijgevolg zal de vergadering van 31 maart 2008 geldig kunnen
beraadslagen welke ook het aantal aanwezige of vertegenwoordigde
aandelen zijn, overeenkomstig art. 558 Wetb. Venn.
(7721)
Brasserie Brouta, société anonyme,
Zoning industriel, rue de Fontenelle 2, 6240 Farciennes
(AOPC-1-8-02234/11.03)
(7725)
Compagnie d’Investissements Mobiliers et Immobiliers,
en abrégé : ″Cimi″ et Immobiliers, société anonyme,
rue Léopold Ier 148, 1020 Bruxelles
(AOPC-1-8-02300/11.03)
(AOPC-1-8-02707/11.03)
(7726)
(7722)
Crédit Ouvrier des Cantons de Wavre et de Perwez, société anonyme,
rue de la Croix 9, 1390 Archennes
Bruzimo, société anonyme,
avenue Elleboudt 5, 1180 Bruxelles
Assemblée générale ordinaire au siège social le 26/03/2008,
à 15 heures. — Ordre du jour : Rapport de gestion. Approbation des
comptes annuels au 30/09/2007. Décharge du mandat aux administrateurs. Divers.
(AOPC-1-8-02737/11.03)
Assemblée ordinaire au siège social le 31/03/2008, à 18 h 30 m.
Affectation résultats. Décharge administrateurs. Nominations. Divers.
(AOPC-1-8-00714/11.03)
(7727)
(7723)
Bragima, naamloze vennootschap,
Ooigemstraat 38, 8710 Wielsbeke
Ice Concept, société anonyme,
2ème avenue 31, 4040 Herstal
De aandeelhouders worden uitgenodigd op de buitengewone algemene vergadering op maandag 31 maart 2008, om 9 uur, op het kantore
van notaris Lesage, Jean-Pierre, te 8830 Hooglede, Bruggestraat 92.
Assemblée générale extraordinaire au siège social le 01/04/2008
à 9 heures. — Ordre du jour : Nomination du commissaire aux comptes
pour l’exercice 2007.
(AXPC-1-8-02529/11.03)
(7728)
14963
Datex, naamloze vennootschap,
Mannebeekstraat 33, 8790 Waregem
Marlau Consulting, naamloze vennootschap,
Hof ter Triest, Tweede Doorsnijdstraat 1, 8531 Bavikhove
0416.296.185 — RPR Kortrijk
0437.811.676 - RPR Kortrijk
De aandeelhouders worden verzocht de jaarvergadering bij te
wonen, die zal plaatshebben op 28 maart 2008, om 9 uur, op de zetel
van de vennootschap, met als agenda :
1. Verslag van de raad van bestuur. 2. Lezing van de jaarrekening per
31 december 2007. 3. Verslag van de commissaris. 4. Goedkeuring van
de jaarrekening. 5. Goedkeuring van de toewijzing van het resultaat.
6. Kwijting aan de bestuurders en aan de commissaris. 7. Ontslagen en
benoemingen.
(7729)
(AOPC-1-8-02696/11.03)
Immobilière du Beau Chemin, société anonyme,
avenue Henri Dunant, 20, bte 42, Evere (Evere)
De aandeelhouders worden verzocht de jaarvergadering bij te
wonen, die zal plaatshebben op 28 maart 2008, om 19 uur, op de zetel
van de vennootschap, met als agenda :
1. Lezing van de jaarrekening per 30 september 2007. 2. Goedkeuring
van de jaarrekening. 3. Goedkeuring van de toewijzing van het
resultaat. 4. Kwijting aan de leden van de raad van bestuur.
5. Ontslagen en benoemingen.
(AOPC-1-8-02697/11.03)
(7734)
Natha, naamloze vennootschap,
Kortrijksesteenweg 1102, 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem)
Les actionnaires sont convoqués, à une assemblée générale extraordinaire qui se tiendra le mardi 25 mars 2008, à 10 h 30 m, en l’étude du
notaire D’Haeyer, chaussée de Bruxelles 147, à 6020 Dampremy, en vue
de délibérer sur la conversion du capital en euros et sur la refonte des
statuts pour les adapter, à la décision de conversion et, à l’ensemble
des décisions légales dont le Code des sociétés.
Ordre du jour :
1. Expression du capital en euro.
2. refonte des statuts pour les adopter, à la décision prise ci-dessus
et, à l’ensemble des décisions légales dont le Code des sociétés.
3. Pouvoir au conseil d’administration pour l’exécution des résolutions prises.
Pour assister, à l’assemblée : se conformer aux statuts.
Conseil d’administration.
(AXPC-1-8-02734/11.03)
(7730)
Agenda : Jaarverslag.
(AOPC-1-8-00807/11.03)
(7735)
Pan Solar Belgium, naamloze vennootschap,
Patersveld 6A, 9880 Aalter
Algemene vergadering ter zetel op 31/03/2008, om 15 uur. Agenda :
Jaarverslag. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting
bestuurders.
(AOPC-1-8-00806/11.03)
(7736)
Immomeir, naamloze vennootschap,
Grote Markt 25/15, 8800 Roeselare
Serkurad, burgerlijke vennootschap
onder de vorm van een naamloze vennootschap,
Molenstraat 27, 9060 Zelzate
Kwijting bestuurders. (Her)Benoemingen. Divers.
(AOPC-1-8-01283/11.03)
(7731)
Kwijting bestuurders.
Lavoir et Carbonisage de Dolhain, société anonyme,
avenue Reine Astrid 91, 4831 Dolhain
Assemblée générale ordinaire au siège social le 31/03/2008,
à 18 heures. — Ordre du jour : 1. Rapport du conseil d’administration.
2. Approbation des comptes annuels. 3. Affectation du résultat.
4. Décharge aux administrateurs.
(AOPC-1-8-01212/11.03)
(7732)
Learimo, burgerlijke vennootschap
onder de vorm van een naamloze vennootschap,
Bergstraat 42-44, 1000 Brussel
(AOPC-1-8-01294/11.03)
(7737)
Unibox, société anonyme,
avenue du Parc 22, 4650 Chaîneux-Herve
Assemblée générale extraordinaire au siège social le 26/03/2008,
à 11 heures. — Ordre du jour : Nomination d’un adminsitrateur.
(AXPC-1-8-02736/11.03)
(7738)
Vandecasteele Noël en Bernard,
commanditaire vennootschap op aandelen,
Risquons Toutstraat 14, 8511 Kortrijk (Aalbeke)
Ondernemingsnummer 0420712457
bestuurders. (Her)Benoemingen. Divers.
(AOPC-1-7-11572/11.03)
(7733)
bestuurders. (Her)Benoemingen. Divers.
(AOPC-1-8-00848/11.03)
(7739)
14964
9. Pouvoirs au conseil d’administration.
Pour l’admission, à l’assemblée / le dépôt des titres se conformer aux
statuts.
(7741)
Vefin, naamloze vennootschap,
Plasstraat 127, 1860 Meise
Daar het quorum niet bereikt werd op de eerste algemene vergadering, worden de aandeelhouders uitgenodigd op een tweede algemene
vergadering op 26/03/2008, om 19 u 30, op de maatschappelijke zetel.
Deze vergadering zal geldig kunnen besluiten ongeacht het aantal
aanwezige of vertegenwoordigde deelbewijzen. Agenda : Jaarverslag.
Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Divers.
(AOPC-1-8-02656/11.03)
(7740)
″D. & S. COMPANY SA″, société anonyme
Dufinco, naamloze vennootschap,
Ambachtenlaan 12, 3001 Heverlee
0415.973.315 RPR Leuven
Jaarvergadering op 28/03/2008, om 15 uur, op de zetel. Agenda :
Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2007.
Kwijting bestuurders.
(7715)
Siège social : drève de Richelle 29, à 1410 Waterloo
Numéro d’entreprise 0443.159.544 RPM Nivelles
Epiq, naamloze vennootschap,
Transportstraat 1, 3980 Tessenderlo
0436.764.274 RPR Tongeren
Les actionnaires sont priés d’assister, à l’assemblée générale extraordinaire qui se tiendra le 28 mars 2008, à 15 heures, en l’étude du notaire
Jean-Louis Snyers, à Hannut, rue Albert Ier 91.
Ordre du jour :
1. A) Rapport établi par le conseil d’administration en application de
l’article 559 du Code des sociétés, avec, en annexe, un état comptable
en date du 31 décembre 2007.
B) Proposition de modification de l’objet social pour remplacer ledit
objet social par le suivant :
″La société a pour objet, tant pour son compte que pour le compte de
tiers, l’acquisition, la vente, la gestion, la location, l’entretien,
le lotissement et la mise en valeur de tous biens et droits mobiliers et
immobiliers.
Elle pourra investir dans des sociétés de droits belges et étrangers.
Elle pourra investir, acheter, vendre, rénover, décorer, louer, donner
en gage, louer des biens immeubles et meubles, collectionner des biens
de natures diverses, faire des opérations ″marchand de biens″,
acheter et revendre des biens immobiliers sur plans.
La société pourra également procéder, à l’achat, et, à la vente de
voitures automobiles ″ancêtres″ et d’œuvres d’art, louer des meubles
meublants et autres, ainsi que louer des immeubles meublés (maisons,
appartements ou autres).
La société a également pour objet la constitution d’un patrimoine tant
mobilier qu’immobilier.
La société peut donner en garantie ses propres obligations ou des
obligations de tiers, voire des biens appartenant, à la société, y compris
des garanties hypothécaires.
Elle peut, dans les limites de son objet social, tant en Belgique qu’à
l’étranger, effectuer toutes opérations mobilières, immobilières, financières, industrielles, commerciales ou civiles.
Elle peut s’intéresser, par voie d’apport, de cession, de fusion, de
souscription, de participation, d’intervention financière ou autrement,
dans toutes sociétés, entreprises ou opérations ayant un objet similaire
ou connexe, ou de nature, à favoriser la réalisation de son objet.
Elle peut être administrateur ou liquidateur d’autres sociétés.
L’assemblée générale peut modifier l’objet social dans les conditions
prévues par la loi.″
2. Proposition de changement de la dénomination.
3. Proposition d’adoption d’un label.
4. Modification de l’article deux des statuts pour tenir compte du
déplacement du siège social..
5. Modification de l’article 5 dans le cadre du passage, à l’euro.
6. Suppression aux articles 18, 21, 24, 25, 31, 37, 39, 42, 43, et 46 des
statuts de la référence aux lois coordonnées sur les sociétés commerciales.
7. Modification de l’article 40 des statuts pour l’adapter, à la loi.
8. Proposition de nommer M. Kevin Embourg, demeurant, à
Bruxelles, rue Ortélius 30, comme 3e administrateur de la société.
De aandeelhouders worden verzocht om aanwezig te zijn op : A. De
jaarvergadering welke zal plaats hebben op 27 maart, om 15 uur, in het
kantoor van notaris Tom Colson, te Maasmechelen, met als agenda :
1. Verslag van de raad van bestuur aangaande de geconsolideerde en
jaarrekening per 31 december 2007; Report of the Executive Board
concerning the consolidated and annual accounts of the company as
per 31 December 2007; 2. Verslag van de Commissaris-Revisor
aangaande de geconsolideerde en jaarrekening per 31 december 2007/
Report of the Statutory Auditor concerning the consolidated and
annual accounts of the company as per 31 december 2007; 3. Goedkeuring van/Approval of : a. de geconsolideerde jaarrekening per
31 december 2007 met een balanstotaal van EUR 102.914.229,00 en een
winst van EUR 4.567.981,00 / the consolidated annual report as per
31 December 2007, showing a balance total of EUR 102.914.229,00, and
a profit of EUR 4.567.981,00 b. het jaarverslag per 31 december met een
balans totaal van EUR 36.429.627,00 en een verlies van
EUR 7.405.093,00;/the single annual report as per 31 december 2007,
showing a balance total of EUR 36.429.627,00, and a loss of
EUR 7.405.093,00; Voorstellen van besluit/ Decision proposal : Goedkeuring van / Approval of : a. de geconsolideerde jaarrekening per
31 december 2007 met een balanstotaal van EUR 102.914.229,00 en een
winst van EUR 4.567.981,00/ the consolidated annual report as per
31 december 2007, showing a balance total of EUR 102.914.229,00, and
a profit of EUR 4.567.981,00 b. de niet-geconsolideerde jaarrekening per
31 december met een balans totaal van EUR 36.429.627,00 en een verlies
van EUR 7.405.093,00/ the single annual report as per 31 december
2007, showing a balance total of EUR 36.429.627,00, and a loss of
EUR 7.405.093,00. 4. Bestemming van het resultaat/ Allocation of the
result; Voorstel van Besluit/ Decision proposal : overdracht van het
resultaat naar het volgend boekjaar/ transfer of the result to the following accounting year. 5. Kwijting/ Discharge of liabilities; a. Kwijting
aan de bestuurders voor hun bestuur tot 31 december 2007/ Discharge
of the Directors for liabilities in the exercise of their mandate until
31 december 2007; Voorstel van Besluit/ Decision proposal : Kwijting
aan de Bestuurders voor hun bestuur tot 31 december 2007/Discharge
of the Directors for liabilities in the exercise of their mandate until
31 december 2007; b. Kwijting aan de Commisaris-Revisor voor zijn
mandaat tot 31 december 2007/ Discharge of the Statutory Auditor for
liabilities in the exercise of her mandate until 31 december 2007;
Voorstel van besluit/ Decision proposal : Kwijting aan de CommissarisRevisor voor zijn mandaat tot 31 december 2007/ Discharge of the
Statutory Auditor for liabilities in the exercise of her mandate until
31 december 2007; 6. Goedkeuring van bezoldigingen/ Approval of
salaries; a. Goedkeuring van de bezoldigingen voor een bedrag van
EUR 11.718,47 die reeds waren toegekend aan de bestuurders/
Approval of the salaries in the amount of EUR 11.718,47 that were
allocated in advance to the Directors; Voorstel van besluit /Decision
proposal : Goedkeuring van de bezoldigingen voor een bedrag van
EUR 11.718,47 die reeds waren toegekend aan de bestuurders /
Approval of the salaries in the amount of EUR 11.718,47 that were
allocated in advance to the Directors; b. Goedkeuring van de bezoldigingen voor een bedrag van EUR 24.045,00 die reeds waren toegekend
aan de commissaris - revisor / Approval of the salaries in the amount
of EUR 24.045,00, that were allocated in advance to the Statutory
Auditor; Voorstel van beslissing / Decision proposal : Goedkeuring van
de bezoldigingen voor een bedrag van EUR 24.045,00 die reeds waren
toegekend aan de commissaris - revisor Approval of the salaries in the
amount of EUR 24.045,00, that were allocated in advance to the Statutory Auditor; 7. (Her)benoeming van bestuurders/ (Re)appointment of
Directors; Voorstel van beslissing / Decision proposal : de algemene
vergadering keurt de (her)benoeming goed van volgende bestuurders
/ The General Meeting approves the re-appointment of the
following Directors : a. Dhr/Mr Roland DUCHATELET,
b. Mevr/Mrs Françoise CHOMBAR, c. Dhr/Mr Gilles BERNARD,
d. Mevr/Mrs Jenny CLAES, e. MOOVA N.V., met als vaste
vertegenwoordiger/ with as permanent representative Dhr/Mr Willy
VANDEN POEL, f. EUGEN SCHLÖTZER INNOVATION, met als vaste
vertegenwoordiger /with as permanent representative Mr Eugen
SCHLÖTZER. 8. Varia/ Miscellaneous B. Hierop aansluitend nl. op
27 maart 2008, om 16 uur, zal in het kantoor van notaris Tom Colson, te
Maasmechelen, Rijksweg 363, een buitengewone algemene vergadering
gehouden worden waartoe de aandeelhouders tevens worden uitgenodigd om aanwezig te zijn, met volgende agenda : 1. Aanpassing van
artikel 9 m.o.o. de stapsgewijze afschaffing van de aandelen aan
toonder; 2. Wijziging van de statuten om ze in overeenstemming te
brengen met het genomen besluit; 3. Machtiging verlenen aan de raad
van bestuur tot uitvoering van de genomen besluiten en coördinatie
van de statuten.
(7716)
14965
7° houder zijn van een diploma of getuigschrift dat toegang verleent
tot de betrekkingen van niveau 1 bij de federale overheidsdiensten,
vermeld in bijlage I bij het K.B. van 2 oktober 1937, of een diploma
vermeld in bijlage 1 bij het K.B. van 19 april 1999 tot vaststelling van de
geschiktheids- en bekwaamheidscriteria voor de officieren van de
openbare brandweerdiensten.
Bijkomende informatie
Belangstellenden kunnen een uitgebreid informatiebundel
aanvragen bij de Personeelsdienst van de stad Veurne, Grote Markt 27,
8630 Veurne (tel. : 058-33 55 14, e-mail [email protected]).
Indienen van kandidaturen
Kandidaturen moeten voor 15 april 2008, bij ter post aangetekende
brief met ontvangstmelding worden gericht aan Jan Verfaillie, burgemeester, p.a. Personeelsdienst, Grote Markt 27, 8630 Veurne. Verplichte
bijlagen bij deze brief : curriculum vitae, met minstens gegevens over
studies en eventuele beroepservaring of andere relevante ervaring,
uittreksel uit het strafregister (aan te vragen bij het gemeentebestuur
van de woonplaats van de kandidaat), recto/verso-kopie van het
rijbewijs en kopie van het diploma dat toegang geeft tot de betrekking.
(7618)
Katholieke Universiteit Brussel
Patrimco, naamloze vennootschap,
Kruisstraat 38, 2431 Laakdal
0450.962.205 RPR Turnhout
Jaarvergadering op 3/04/2008, om 18 uur, op de zetel. Agenda :
Goedkeuring jaarrekening per 30/09/2007. Bestemming resultaat.
Kwijting bestuurders. Varia. Zich richten naar de statuten.
(7717)
Openbare Besturen en Technisch Onderwijs
Administrations publiques
et Enseignement technique
OPENSTAANDE BETREKKINGEN − PLACES VACANTES
Stad Veurne
Bij het beroepspersoneel van de gemeentelijke gemengde brandweerdienst te Veurne (Y-korps) is volgende betrekking vacant bij aanwerving :
Onderluitenant (m/v)
Niveau A
Schaal : A6 (Burg. Ir.) of PBA1 (andere diploma’s)
De kandidaten moeten aan volgende voorwaarden voldoen :
1° Belg zijn;
2° ten minste 21 jaar oud zijn;
3° een minimale lengte hebben van 1,60 m;
4° van goed zedelijk gedrag zijn;
5° in orde zijn met de dienstplichtwetten;
6° binnen de zes maanden na de benoeming de hoofdverblijfplaats
hebben op een locatie, vanwaar bij een normale verkeerssituatie de
brandweerkazerne in een aanrijtijd van maximum vijf minuten bereikbaar is;
Voltijds (hoofd)docent taal & letterkunde
Taakinhoud
academisch onderwijs in het vakgebied Algemene Literatuurwetenschap en Engelse literatuur voor de vakken : « Algemene Literatuurwetenschap 1 » (2 s.u., 1e Ba T&L) « Algemene Literatuurwetenschap
2 » (3 s.u., 2e Ba T&L), « Engelse Literatuur 1 : Poetry » (1,5 s.u., 1e Ba
T&L), « Engelse literatuur 2 : History » (3 s.u., 2e Ba T&L), « Literature,
Ideology & Politics » (2 s.u., 3e Ba T&L), « Scottish Literature (2 s.u., 3e
Ba T&L);
wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied Algemene Literatuurwetenschap en Engelse literatuur;
wetenschappelijke dienstverlening;
in het kader van de samenwerking met de academische opleiding
Toegepaste Taalkunde binnen de HUB kunnen taken worden toegevoegd en/of gewijzigd.
Profiel
in het bezit zijn van het diploma van Doctor in de Taal- en
Letterkunde of een diploma of certificaat dat in toepassing van de
richtlijnen van de Europese Unie of bilateraal akkoord hiermee als
gelijkwaardig wordt erkend;
bij voorkeur onderwijs- en/of onderzoekservaring kunnen voorleggen die gerelateerd is aan de hiervoor genoemde onderwijsopdrachten met focus op « Romantic en Victorian Literature » en Hedendaagse literatuurtheorie;
een sterk wetenschappelijk dossier kunnen voorleggen;
over goede didactische kwaliteiten beschikken;
over kwaliteiten en vaardigheden beschikken m.b.t. het uitoefenen
van beleidsfuncties en coördinerende taken voor het onderzoekscentrum CELV (Centrum voor Engelstalige literatuur in Nederlandse
vertaling).
Beschikbaarheid en statuut
aanstelling als voltijds (hoofd)docent voor drie jaar, met mogelijkheid
tot vaste benoeming mits gunstige evaluatie;
de aanstelling als hoofddocent is afhankelijk van het voorgelegde
dossier als docent in het andere geval wordt de weerhouden kandidaat
als docent aangesteld;
indiensttreding : op 1 september 2008.
14966
Kandidaatstelling
Vredegerecht van het kanton Boom
Geïnteresseerde kandidaten dienen een sollicitatiebrief gericht aan de
waarnemend rector en een uitgebreid curriculum vitae (op het daartoe
bestemde sollicitatieformulier) te bezorgen aan de Personeelsdienst van
HUB-K.U. Brussel, ten laatste op 21 maart 2008.
Het sollicitatieformulier is beschikbaar op de website van de
Hogeschool-Universiteit Brussel (www.hubrussel.be). Het kan ook
aangevraagd worden bij de Personeelsdienst van HUB-K.U. Brussel,
tel. :
02-210 13 84,
fax :
02-217 64 64
of
via
e-mail
[email protected].
Voor bijkomende inlichtingen over de inhoud van de functie kunt u
contact opnemen met prof.dr. Martine de Clercq, waarnemend rector
(02-412 42 60 of 02-221 12 10; [email protected]). Voor
bijkomende inlichtingen m.b.t. het statuut en de bezoldiging kunt u
contact opnemen met de personeelsdienst van HUB-K.U. Brussel
(02-210 13 84).
Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Boom, verleend op
4 maart 2008, werd Messagie, Adèle, geboren te Auchel (Frankrijk) op
20 januari 1922, wonende R.V.T. Zonnetij, 2630 Aartselaar,
Leugstraat 11, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg
toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : De Troetsel, Maria, advocaat
en plaatsvervangend vrederechter, met kantoor te 2845 Niel, Kerkstraat 18.
Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op
22 februari 2008.
Boom, 4 maart 2008.
De griffier, (get.) H. Gheuens.
(62787)
De selectieprocedure omvat een didactische proef en een interview
met de selectieprocedure.
De HUB moedigt kansengroepen in het kader van haar diversiteitsbeleid aan om te solliciteren.
(7619)
Vredegerecht van het eerste kanton Brugge
Gerechtelijke akten
en uittreksels uit vonnissen
Bij vonnis verleend door de heer Vrederechter van het eerste kanton
Brugge, in dato 22 februari 2008, werd voor recht verklaard, dat Faidherbe, Georges, geboren te Doornik op 19 december 1942, wonende te
8400 Zandvoorde (Oostende), Keignaertlaan 26, thans verblijvende in
het Sint-Amandusinstituut, Reigerlo 10, te 8730 Beernem, niet in staat
is zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : de heer Huys, Pieter, advocaat, wonende te 8000 Brugge,
Filips de Goedelaan 22, met de bevoegdheden zoals bepaald in
artikel 488bis, f, § 1 tot en met § 6 van het Burgerlijk Wetboek.
Actes judiciaires
et extraits de jugements
Brugge, 4 maart 2008.
De hoofdgriffier, (get.) W. Van Neste.
(62788)
Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 488bis e, § 1
Publication faite en exécution de l’article 488bis e, § 1er
du Code civil
Aanstelling voorlopig bewindvoerder
Désignation d’administrateur provisoire
Vredegerecht van het derde kanton Brugge
Beschikking d.d. 22 februari 2008 van de heer Vrederechter van het
derde kanton Brugge, verklaren dat Michel Vander Elst, geboren te
Nederland (Amsterdam) op 25 oktober 19934, wonende te
8300 Knokke-Heist, ’t Vaartje 10, niet in staat is zijn goederen te
beheren.
Vredegerecht van het kanton Aarschot
Beschikking d.d. 28 februari 2008, stellen vast dat De Greef, Anna
Elisabeth, geboren te Croix-du-vie (Fr.) op 11 december 1915, gepensioneerde, wonende te 3220 Holsbeek, Kortrijksebaan 4, niet in staat is
haar goederen te beheren.
Voegt toe als voorlopige bewindvoerder : Andrée Ackers, wonende
te 8300 Knokke-Heist, ’t Vaartje 10.
Brugge, 4 maart 2008.
De griffier, (get.) Van Der Veken, Monique.
(62789)
Voegen aan deze persoon als voorlopig bewindvoerder toe : Ruelens,
Petrus Antonius, geboren te Korbeek-Lo op 22 juni 1938, gepensioneerde, wonende te 3010 Leuven (Kessel-Lo), Koetsweg 97.
Vredegerecht van het kanton Diest
Aarschot, 4 maart 2008.
De hoofdgriffier, (get.) Anckaert, Luc.
(62785)
Vredegerecht van het eerste kanton Anderlecht
Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Anderlecht, verleend op 28 februari 2008, werd Vanbegin, Luc, geboren te
Sint-Agatha-Berchem op 13 juli 1955, gedomicilieerd te 1070 Anderlecht, Home Ter Welle, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren
en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : D’Hollander, Jean,
advocaat, wonende te 1780 Wemmel, de Limburg Stirumlaan 62.
Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd adjunct-griffier, (get.)
Séverine Hubert.
(62786)
Bij beschikking van het vredegerecht van het kanton Diest,
d.d. 25 februari 2008, werd Mevr. Vanderzanden, Gerda Bertha Paula,
geboren te Averbode op 16 juni 1947, gedomicilieerd te 3271 Scherpenheuvel (Zichem), Averbodeweg 50, voorheen verblijvende in het Algemeen Ziekenhuis Diest, Michel Theysstraat 18, te 3290 Diest, en thans
verblijvende in het rusthuis « De Winde », Werfstraat 9-11, te
2431 Veerle, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en
werd haar toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mevr. Didden,
Inge, geboren te Koersel op 13 januari 1967, huisvrouw en wonende te
3271 Scherpenheuvel (Zichem), Tessenderlobaan 52, dochter van de
beschermde persoon.
Diest (Kaggevinne), 3 maart 2008.
De griffier, (get.) Colla, Arnold.
(62790)
d.d. 25 februari 2008, werd Mevr. Baeke, Theresa Julienne, geboren te
Diest op 20 juli 1924, gedomicilieerd te 3290 Diest, Emile Vanderveldestraat 49, voorheen verblijvende in het Algemeen Ziekenhuis Diest,
Michel Theysstraat 18, te 3290 Diest, en thans verblijvende in het
rusthuis « Sint-Augustinus, Fabiolalaan z/n, te 3290 Diest, niet in staat
verklaard zelf haar goederen te beheren en werd haar toegevoegd als
voorlopig bewindvoerder : Mr. Reynders, Annita, advocaat, met
kantoor te 3290 Diest, Statiestraat 11-13.
(62791)
14967
Vredegerecht van het kanton Jette
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Jette,
d.d. 22 februari 2008, ingevolge het verzoekschrift, neergelegd op
18 februari 2008, werd de genoemde Vannieuwenhuysen, Antoinette,
geboren op 6 mei 1935, wonende te 8377 Nieuwmunster, Domein 17,
maar verblijvende te 1090 Jette, Dikke Beuklaan 50, Green Residence,
onbekwaam verklaard haar goederen te beheren en voorzien van een
voorlopig bewindvoerder, zijnde Mr. Grouwels, Kristien, advocaat te
1020 Brussel, Romeinsesteenweg 515.
Jette, 4 maart 2008.
De hoofdgriffier, (get.) Hubrich, Veronica.
(62796)
d.d. 25 februari 2008, werd de heer Degol, Ivan Emiel, geboren te Diest
op 1 juli 1963, gedomicilieerd te 3290 Diest, Anjerstraat 19/D001, bus 7
en thans verblijvende in het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Annendael,
Vestenstraat 1, te 3290 Diest, niet in staat verklaard zelf zijn goederen te
beheren en werd haar toegevoegd als voorlopig bewindvoerder :
Mr. Reynders, Annita, advocaat, met kantoor te 3290 Diest, Statiestraat 11-13.
(62792)
Vredegerecht van het kanton Kontich
Beschikking d.d. 4 maart 2008 :
verklaart Cap, Maria, geboren te Bazel op 28 september 1920,
wonende te 2550 Kontich, Witvrouwenveldstraat 1, niet in staat zelf
haar goederen te beheren;
voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Cap, Magda, wonende te
2900 Schoten, Lode Vleeshouwerslaan 5.
Kontich, 4 maart 2008.
Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Nuffel, Geert.
(62797)
Vredegerecht van het kanton Halle
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Halle, verleend
op 28 februari 2008, werd Ghenassia, Christiane, geboren te Halle op
16 september 1953, ongehuwd, gedomicilieerd te 1640 Sint-GenesiusRode, Octave Michotlaan 36, verblijvende te 1650 Beersel, Ukkelsesteenweg 1, « Centrum Hotel », niet in staat verklaard zelf haar
goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Van Der Sypt, Chantal, advocaat, met kantoor te 1020 Brussel,
E. Bockstaellaan 137.
Halle, 4 maart 2008.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Vanderelst, Monique.
(62793)
Vredegerecht van het kanton Landen-Zoutleeuw, zetel Landen
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton LandenZoutleeuw, zetel Landen, verleend op 3 maart 2008, werd Duerinckx,
Luc Simon Gerard, geboren te Tienen op 11 december 1961, invalide,
wonende te 3400 Landen, residentie Boendaele, Jan van Boendaelelaan 5/5, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg
toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Duerinckx, Yvan Joseph
Clément, geboren te Tienen op 10 december 1959, beroepsmilitair,
wonende te 3800 Sint-Truiden, Sint-Trudostraat 2, bus 301.
25 februari 2008.
Landen, 3 maart 2008.
De hoofdgriffier, (get.) Schruers, Gilbert.
Vredegerecht van het eerste kanton Hasselt
(62798)
Bij vonnis van de vrederechter van het eerste kanton te Hasselt van
29 februari 2008, wordt over Vounckx, Maddy, geboren te Hasselt op
17 september 1965, wonende te 3500 Hasselt, Gaarveldstraat 118,
aangesteld als voorlopige bewindvoerder : Vounckx, Bruno, wonende
te 3500 Hasselt, Gaarveldstraat 118.
Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier,
(get.) Baeyens, Veronique.
(62794)
Vredegerecht van het kanton Ieper II-Poperinge, zetel Poperinge
Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Ieper II-Poperinge,
zetel Poperinge, verleend op 28 februari 2008, werd Mevr. Desegher,
Simonne, geboren te Poperinge op 20 januari 1937, wonende te
8970 Poperinge, Komstraat 124, doch verblijvende te 8978 Watou,
De Eeuwige Lente, Douvieweg 14, niet in staat verklaard haar goederen
te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : de heer
Six, Marcel, wonende te 8970 Poperinge, Komstraat 124.
Poperinge, 29 februari 2008.
De griffier, (get.) Dorme, Nadine.
(62795)
Vredegerecht van het kanton Lier
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Lier, verleend op
28 februari 2008, werd Van Spitael, Honorine, geboren te Lieze op
2 juni 1924, wettelijk gedomicilieerd te 2845 Niel, Edward Claessenslaan 132/86, verblijvende in het Psychiatrisch Centrum Sint-Norbertus,
Stationsstraat 22c, te Duffel, niet in staat verklaard haar goederen te
beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Van
Gaever, Myriam, wonende te 2845 Niel, Heideplaats 31, bus 4.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Moeyersoms, Maria.
(62800)
Vredegerecht van het kanton Maasmechelen
Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Maasmechelen,
verleend op 29 februari 2008, werd Majcher, Euzebia Michalina,
geboren te Piaskii (Polen) op 17 april 1930, wonende te 3630 Maasmechelen, Eisderbosstraat 24/4, verblijvende te ZOL Sint-Barbara,
Bessemerstraat 478, te 3620 Lanaken, niet in staat verklaard haar
14968
goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Smits, Christine, geboren te Eisden op 26 maart 1950, lerares,
wonende te 5024 Gelbressée, rue Ernest Moens 107.
Justice de paix du canton d’Ath-Lessines, siège de Lessines
14 februari 2008.
Suite à la requête déposée le 11 février 2008, par ordonnance du juge
de paix du canton d’Ath-Lessines, siège de Lessines, rendue le
29 février 2008, M. Freddy Pelders, né à Deux-Acren le 14 octobre 1939,
domicilié à Flobecq, rue des Frères Gabreau 43, a été déclaré incapable
de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la
personne de Me Laurent Devreux, notaire, domicilié à Lessines, rue
César Despretz 26.
Maasmechelen, 3 maart 2008.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Rita Coun.
(62801)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Maasmechelen,
verleend op 29 februari 2008, werd Welkenhuysen, Eliza Josephina,
geboren te Neerharen op 3 oktober 1910, wonende te 3620 Gellik, Zavelstraat 22, verblijvende te Huize Sint-Anna, Gasthuisstraat 20, te
3620 Lanaken, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg
toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Beckers, Catharina, geboren
te Maastricht op 8 augustus 1945, huishoudster, wonende te
3620 Gellik, Vlootgracht 19/2.
15 februari 2008.
Maasmechelen, 4 maart 2008.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Rita Coun.
(62802)
Vredegerecht van het kanton Neerpelt-Lommel, zetel Neerpelt
Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Neerpelt-Lommel, met
zetel te Neerpelt, verleend op 26 februari 2008, werd Voets, Roland,
geboren te Lommel op 5 september 1966, gedomicilieerd te « Open
Poort », Burgemeester Laenenstraat 7, bus 3, 3900 Overpelt, niet in staat
verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig
bewindvoerder : Evers, Bernadette, advocaat, wonende Fabriekstraat 28, 3910 Neerpelt.
Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd adjunct-griffier, (get.)
Christel Vanheel.
(62803)
Vredegerecht van het kanton Schilde
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Derobertmasure,
Jean-Marie.
(62806)
Avis rectificatif
Justice de paix du canton de Châtelet
Suite à la requête déposée le 3 janvier 2008, par ordonnance de
Mme le juge de paix du canton de Châtelet, rendue le 19 février 2008,
Mme Marguerite Vandoren, née à Charleroi le 19 mars 1931, domiciliée
à 6200 Châtelineau, rue Jean Jaurès 78, a été déclarée incapable de gérer
ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la
personne de Mme Renée Lambotte, domiciliée à 6200 Châtelineau, allée
des Ormes 2.
Cet avis rectifie celui paru au Moniteur belge du 4 mars 2008, n° 62467.
Pour extrait conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) Christine
Plateau.
(62807)
Justice de paix du canton d’Etterbeek
Par ordonnance du juge de paix du canton d’Etterbeek, rendue le
20 février 2008, Mme Flipkens, Maria, née à Neeroeteren le 25 juin 1932,
domiciliée rue de Gerlache 9, à 1040 Etterbeek, a été déclarée incapable
de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la
personne de Mme Stessens, Marie-Claire, avocate, dont le cabinet est
établi à 1050 Bruxelles, rue Forestière 22.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) André Stalpaert.
(62808)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Schilde, verleend
op 28 februari 2008, werd Jacobs, Kamiel, geboren te Duffel op
15 maart 1923, wettelijk gedomicilieerd te 2530 Boechout, Alexander
Franckstraat 270, thans verblijvende te W.Z.C. Compostela, te
2150 Borsbeek (Antwerpen), Doolweg 6, niet in staat verklaard zijn
goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Jacobs, Rudiger, geboren te Lier op 13 april 1952, gepensioneerde,
wonende te 2530 Boechout, Vredeborgstraat 32.
Schilde, 3 maart 2008.
De adjunct-griffier, (get.) Verhamme, Inge.
(62804)
Par ordonnance du juge de paix du canton d’Etterbeek, rendue le
20 février 2008, M. Wauters, Lucien, né à Chièvres le 13 février 1931,
domicilié à 1040 Etterbeek, rue de Gerlache 9, a été déclaré incapable
de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la
personne de Mme Stessens, Marie-Claire, avocate, dont le cabinet est
établi à 1050 Bruxelles, rue Forestière 22.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) André Stalpaert.
(62809)
Justice de paix du canton d’Andenne
Justice de paix du canton de Fosses-la-Ville
Par ordonnance de M. le juge de paix du canton d’Andenne, en date
du 28 février 2008, la nommée Mme Nicole Galloy, née le 20 juin 1946
à Namur, domiciliée et résidant au home « La Roseraie », rue Haut
Bois 16, à 5340 Haltinne, a été déclarée incapable de gérer ses bien et a
été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de
Me Christel Delvaux, dont les bureaux sont établis rue Grande 84, à
5500 Dinant.
Suite à la requête déposée le 27 décembre 2007, par ordonnance de
Mme le juge de paix du canton de Fosses-la-Ville, rendue le
4 mars 2008, M. Splaingaire, René Ghislain Joseph, né le 8 août 1930 à
Charleroi, domicilié place de l’Europe 5, à 5150 Namur (Soye), a été
déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur
provisoire en la personne de Me Henry, Antoinette, avocat, rue Célestin
Hastir 35, à 5150 Floreffe.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Martine Grégoire.
(62805)
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Lesire, Huguette.
(62810)
Justice de paix du canton de Jette
Par ordonnance du juge de paix du canton de Jette, en date du
22 février 2008, suite à la requête du 18 février 2008, la nommée
Boeykens, Jeanne, née le 9 août 1923, domiciliée à 1083 Ganshoren, mais
résidant actuellement à 1090 Jette, avenue de l’Arbre Ballon 50,
« Green Ballon », a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été
pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de M. Alofs,
Jacques, domicilié à 1083 Ganshoren, avenue Jean Van Overbeke 196/6.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Hubrich, Veronica.
(62811)
14969
Suite à la requête déposée le 5 février 2008, une ordonnance du juge
de paix du deuxième canton de Liège, rendue le 27 février 2008, a
déclaré M. Bragard, Thierry Christian Claude Michel, né le
31 janvier 1968 à Hermalle-sous-Argenteau, électricien, divorcé, domicilié à 4040 Herstal, rue Richard Heinz 41, résidant à l’établissement
« Centre hospitalier Saint-Vincent & Sainte-Elisabeth », rue François
Lefebvre 207, à 4000 Rocourt, incapable de gérer ses biens, et cette
personne a, en conséquence, été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Mme l’avocate Vandenbeylaardt, Lice, dont le
cabinet est sis à 4600 Visé, rue de Berneau 3.
Liège, le 4 mars 2008.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Gillis, Monique.
(62817)
15 février 2008, suite à la requête du 6 février 2008, la nommée Droogné,
Aline, née le 15 août 1919, domiciliée à 1800 Vilvoorde, Heembeekstraat 33, mais résidant actuellement à Jette, avenue de Laerbeek 101,
« UZB », a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue
d’un administrateur provisoire en la personne de M. Robert Verbelen,
domicilié à Anderlecht, rue du Savoir 34.
(62812)
22 février 2008, suite à la requête du 18 février 2008, le nommé
Masquelier, Pierre, né le 1er juillet 1929, domicilié à 1083 Ganshoren,
avenue Marie de Hongrie 95, bte 009, a été déclaré incapable de gérer
ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne
de M. Masquelier, Luc, domicilié à 5030 Gembloux, rue de l’Abbaye 17.
(62813)
Justice de paix du canton de Marche-en-Famenne - Durbuy,
siège de Durbuy
de paix du canton de Marche-en-Famenne - Durbuy, siège de Durbuy,
rendue le 26 février 2008, Mme Nicaise, Suzanne Louise Marie
Ghislaine, Belge, née le 15 octobre 1912 à Lobbes, pensionnée, veuve,
domiciliée rue d’Andenne 13, à 6940 Petithan, a été déclarée incapable
de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la
personne de Me Petit, Jacqueline, avocate, dont les bureaux sont sis rue
du Soy 4, à 6940 Oppagne.
Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Leruth,
Corine.
(62818)
Justice de paix du premier canton de Namur
21 février 2008, suite à la requête déposée au greffe le 6 février 2008, la
nommée Gilda Silski, née le 30 octobre 1963, domiciliée à Jette, rue
Uyttenhove 37, bte 332, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a
été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de
Me Michel Bogaerts, avocat à 1050 Bruxelles, rue Dautzenberg 42.
(62814)
Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Namur,
prononcée en date du 3 mars 2008 (RG. N° 08A344), Mme Isabelle
Alexandre, née à Namur le 6 juin 1966, domiciliée et résidant à
5000 Namur, avenue des Champs Elysées 26, a été déclarée hors d’état
de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, à
savoir : Me Marlène Laurent, avocat, dont le cabinet est établi à
5340 Faulx-les-Tombes, rue de la Taillette 1.
22 février 2008, suite à la requête du 20 février 2008, le nommé Verbelen,
Jean-Claude, né le 17 août 1945, domicilié à 1480 Tubize, rue de
Virginal 164/R6, mais résidant actuellement à 1090 Jette, avenue du
Laerbeek 101, « UZB », a été déclaré incapable de gérer ses biens et a
été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de
M. Verbelen, Robert, domicilié à 1070 Bruxelles, rue du Savoir 34.
(62815)
Justice de paix du deuxième canton de Liège
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Michel Hernalsteen.
(62819)
prononcée en date du 3 mars 2008 (RG. N° 08A342), M. Frédéric
Vekemans, né à Tubize le 24 mars 1975, domicilié à 5030 Gembloux, rue
Chapelle Marion 1, et résidant à 5100 Dave, rue Saint-Hubert, « Hôpital
psychiatrique Saint-Martin », a été déclaré hors d’état de gérer ses biens
et a été pourvu d’un administrateur provisoire, à savoir : Me Olivier
Gravy, avocat, dont le cabinet est établi à 5000 Namur, rue Pépin 14.
Suite à la requête déposée le 4 février 2008, une ordonnance du juge
de paix du deuxième canton de Liège, rendue le 27 février 2008, a
déclaré M. Bellefroid, Patrick Marc, né le 23 mars 1963 à Liège, employé,
divorcé, domicilié à 4000 Liège, rue de Vottem 26, résidant à l’établissement « C.H.P. », site « Petit Bourgogne », rue Professeur Mahaim 84,
à 4000 Liège, incapable de gérer ses biens, et cette personne a, en
conséquence, été pourvue d’un administrateur provisoire en la
personne de Me Girouard, Françoise, avocat, dont le cabinet est sis à
4000 Liège, rue Gilles Demarteau 8.
Liège, le 4 mars 2008.
(62816)
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Michel Hernalsteen.
(62820)
Justice de paix du canton de Seraing
de paix du canton de Seraing, rendue le 21 février 2008, constatons que
Mlle Laterza, Danièle Louis Antoine, née à Liège le 14 février 1986, de
nationalité belge, célibataire, sans profession, domiciliée à 4100 Seraing,
rue Chapuis 37, n’est pas apte à assurer la gestion de ses biens,
14970
désignons Me Jean-Claude Clignet, avocat, juge de paix suppléant,
dont les bureaux sont établis à 4020 Liège, boulevard de l’Est 4, en
qualité d’administrateur provisoire, avec les pouvoirs prévus à
l’article 488bis, c du Code civil.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jean-Marie Fouarge.
(62821)
Justice de paix du second canton de Tournai
Justice de paix du second canton de Wavre
Suite à la requête déposée le 18 janvier 2008, par ordonnance du juge
de paix du second canton de Wavre, rendue le 28 février 2008,
Mme Goffin, Christiane, née à Grand-Manil le 29 août 1931, domiciliée
à 1380 Lasne, chemin des Chasseurs 6, résidant à 1340 Ottignies,
« Centre William Lennox », allée de Clerlande 6, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire
en la personne de M. Rousseau, Jean, domicilié à 1380 Lasne, chemin
des Chasseurs 6.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jonet, Lucette.
(62826)
Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai, rendue
le 25 février 2008, M. Gossuin, Christian, né le 9 janvier 1944 à Ath,
domicilié à 7500 Tournai, avenue Van Cutsem 11, résidant « A.I.T. », site
« Hôpital », chambre 213, boulevard Lalaing 39, à 7500 Tournai, a été
déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur
provisoire en la personne de Me Pochart, Jean-Philippe, avocat, dont
les bureaux sont établis à 7500 Tournai, rue Childéric 47.
Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Danielle
Delbart.
(62822)
Justice de paix du canton de Woluwe-Saint-Pierre
Par ordonnance rendue le 3 mars 2008, Rep. 1000, par le juge de paix
de Woluwe-Saint-Pierre, la nommée Cuvilliez, Marcelle, née à Schaerbeek le 16 juin 1920, domiciliée à 1200 Bruxelles, avenue de Mai 184, a
été déclarée inapte à gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Me Dominique Silance, avocat à 1060 Bruxelles,
chaussée de Charleroi 138/5.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Georges Stevens.
(62827)
Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai, rendue
le 22 février 2008, Mme Liénard, Monique, née le 3 janvier 1948 à
Denain (France), domiciliée à 7500 Tournai, avenue de Maire 124/11, a
été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un
administrateur provisoire en la personne de Me Brotcorne, Pierre,
avocat, dont le cabinet est établi à 7500 Tournai, rue Bonnemaison 8B.
Delbart.
(62823)
Justice de paix du canton d’Uccle
Par ordonnance du juge de paix du canton d’Uccle, en date du
3 mars 2008, en suite de la requête déposée le 31 janvier 2008,
Mme Kowalski, Isabelle Nadia, née à Watermael-Boitsfort le
30 novembre 1968, vendeuse, domiciliée à 1180 Uccle, rue Georges
Ugeux 4/74, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue
d’un administrateur provisoire, étant : Me Moussebois, Martine,
avocate, dont le cabinet est sis à 1050 Bruxelles, rue Paul-Emile
Janson 11.
Mainlevée d’administration provisoire
Opheffing voorlopig bewind
Vredegerecht van het kanton Oudenaarde-Kruishoutem,
zetel Oudenaarde
Beschikking d.d. 29 februari 2008 verklaart Philippe Vande Weghe,
aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het
kanton
Oudenaarde-Kruishoutem,
zetel
Oudenaarde,
op
17 september 2002 (rolnummer 02B78-Rep. nr.1318/2002), tot voorlopig
bewindvoerder over Irene Vandendriessche, in leven wonende te
9680 Maarkedal, Hasseltstraat 7 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad
van 25 september 2002, blz. 43420 en onder nr. 67360), met ingang van
heden ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon
overleden is te Maarkedal op 27 januari 2008.
Oudenaarde, 4 maart 2008.
De eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Baguet, Filip.
(62828)
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Goies, Pascal.
(62824)
Vredegerecht van het kanton Schilde
Par ordonnance du juge de paix du canton d’Uccle, en date du
29 février 2008, en suite de la requête déposée le 11 février 2008,
Mme Piens, Marcelle Fernande, de nationalité belge, née à Ixelles le
2 mars 1931, pensionnée, veuve, domiciliée à 1180 Uccle, avenue
Winston Churchill 253/A, résidant à l’établissement « M.R.S.
L’Olivier », avenue des Statuaires 46, à 1180 Uccle, a été déclarée
incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur
provisoire, étant : Me Gillet, Muriel, avocate, ayant son cabinet à
1190 Forest, avenue du Roi 206.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Goies, Pascal.
(62825)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Schilde, verleend
op 4 maart 2008, werd vanaf heden een einde gesteld aan de opdracht
van Van Caeneghem, Wim, advocaat, kantoorhoudende te
2018 Antwerpen, Quinten Matsijslei 34, voorlopig bewindvoerder over
Dieltjens, Leonia, geboren te Schilde op 7 april 1925, wettelijk gedomicilieerd en verblijvende in het R.V.T. Hof Ten Dorpe, te
2160 Wommelgem, Welkomstraat 61, gezien de beschermde persoon
overleden is te Wommelgem op 27 februari 2008.
Schilde, 4 maart 2008.
De adjunct-griffier, (get.) Verhamme, Inge.
(62829)
Justice de paix du canton d’Ath-Lessines,
siège de Lessines
Justice de paix du second canton de Tournai
Par ordonnance de M. le juge de paix du canton d’Ath-Lessines, siège
de Lessines, en date du 29 février 2008, il a été mis fin au mandat de
Me Nathalie Joly, avocat, dont les bureaux sont sis à Lessines, Grand
rue 26, en sa qualité d’administrateur provisoire des biens de Marcel
Vanvynck, né à Lessines le 23 juin 1925, domicilié à Lessines, rue des
Quatre Fils Aymon 17, cette personne étant décédée le 18 février 2008.
Pour
extrait
conforme :
J-M Derobertmasure.
le
greffier
en
14971
chef,
(signé)
(62830)
Justice de paix du canton de Beauraing-Dinant-Gedinne,
siège de Beauraing
Par ordonnance rendue le 26 février 2008, le juge de paix du canton
de Beauraing-Dinant-Gedinne, siège de Beauraing,
Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai, en
date du 22 février 2008, il a été constaté que la mesure d’administration
provisoire prise par ordonnance du 23 mai 2005, a pris fin en cause de
M. Detournay, Geoffroy, né le 16 mai 1978 à Tournai, ouvrier, domicilié
à 7520 Tournai, rue Pierre Oorreel 9.
Par conséquent, après dépôt d’un rapport de gestion, il a été mis fin
à la mission de son administratrice provisoire : Mme Derbaudrenghien,
Inès, domiciliée à 7530 Tournai (Gaurain-Ramecroix), rue
d’Havinnes 47.
Delbart.
(62834)
provisoire prise par ordonnance du 7 mai 1992, a pris fin au décès de
M. Ferrain, René, né le 29 mai 1935 à Tournai, domicilié à 7500 Tournai,
CHP « Les Marronniers », rue Despars 94, décédé à Ath le
31 janvier 2008.
a constaté que la mesure d’administration provisoire des biens, prise
par son ordonnance du 8 mai 2007, à l’égard de Mme Antoine,
Monique, née le 20 septembre 1941 à Javingue, célibataire, retraitée,
domiciliée rue des Ardennes 216, à 5570 Beauraing (Javingue), cesse de
produire ses effets de plein droit, suite au décès de la personne protégée
précitée, survenu à Javingue le 4 février 2008, en conséquence, le
mandat de l’administrateur provisoire de Mme Rimbaut, Josette, née le
13 mars 1942 à Couillet, mariée, retraitée, domiciliée rue des Ecoles 24,
à 6120 Nalinnes, a pris fin.
à la mission de son administratrice provisoire : Me Poncin, Corinne,
avocate, dont le cabinet est établi à 7500 Tournai, rue Barre SaintBrice 21.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Nadine Morel.
(62835)
Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Englebert,
Joseph.
(62831)
provisoire prise par ordonnance du 18 juin 2007, a pris fin en cause de
Mme Fieuw, Marie-Thérèse, née le 25 novembre 1948 à Bourghelles
(France), domiciliée à 7604 Peruwelz (Callenelle), rue des Fiefs 15.
Justice de paix du deuxième canton de Liège
Par ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Liège, du
4 mars 2008, il a été constaté que la mesure d’administration provisoire
prise par ordonnance du 18 novembre 2003 a pris fin suite au décès le
31 janvier 2008 de Robat, Christian, né le 7 décembre 1960 à Denée,
domicilié à Herstal, boulevard Zénobe Gramme 162, résidant à l’établissement « Regina Pacis », rue Ernest Solvay 3, à 4000 Liège, il a été mis
fin, en conséquence, après dépôt d’un rapport de gestion, à la mission
de son administrateur provisoire Jammaer, Thierry, avocat à Liège, rue
de Campine 293.
(62832)
Justice de paix du premier canton de Namur
prononcée en date du 4 mars 2008 (Rep. n° 1123/08), il a été constaté
que la mission de l’administrateur provisoire, M. Massaux, Alexandre,
domicilié chemin du Bonnier 11, à 5000 Beez, a cessé de plein droit lors
du décès survenu le 28 décembre 2007, de la personne protégée,
Mme José Germaine Leroy, née le 27 janvier 1917 à Hemptinne,
domiciliée et résidant en son vivant à la Maison d’Harscamp, rue SaintNicolas 2, à 5000 Namur.
Pour extrait conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) Laurence
Torreborre.
(62833)
à la mission de son administrateur provisoire : Me Delecluse, Nicolas,
avocat, dont le cabinet est établi à 7500 Tournai, rue de l’Athénée 12.
Delbart.
(62836)
provisoire prise par ordonnance du 23 janvier 2006, a pris fin en cause
de Mme Hayez, Carine, née le 8 septembre 1963 à Leuze, piqueuse,
domiciliée à 7760 Celles-lez-Tournai, rue des Ouvriers 10.
à la mission de son administratrice provisoire : Me Scouflaire, Isabelle,
avocate, dont les bureaux sont établis à 7500 Tournai, rue Albert
Asou 56.
Delbart.
(62837)
provisoire prise par ordonnance du 26 juillet 2005, a pris fin suite au
décès de Mme Pannier, Hélène, née le 26 août 1917 à Tournai,
domiciliée à 7520 Tournai (Templeuve), Institut Saint-Joseph, rue aux
Pois 8, décédée à Tournai le 31 janvier 2008.
à la mission de son administrateur provisoire : Me Pochart, JeanPhilippe, avocat, dont les bureaux sont établis à 7500 Tournai, rue
Childéric 47.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Nadine Morel.
(62838)
14972
Justice de paix du canton de Woluwe-Saint-Pierre
Justice de paix du canton de Malmedy-Spa-Stavelot,
siège de Stavelot
Par ordonnance rendue le 3 mars 2008, rép. : 1018, le juge de paix de
Woluwe-Saint-Pierre, constate que par le décès de la personne protégée,
M. Edgard Charlier, né à Mons le 20 mars 1912, domiciliée au « Home
Saint-Lambert » à 1200 Bruxelles, rue de la Charrette 27, l’ordonnance
rendue par ce siège le 17 mars 2006, désignant Mme Dominique
Willems, avocat, dont le cabinet est sis à 1150 Bruxelles, rue François
Gay 275, en qualité d’administrateur provisoire, cesse de produire ses
effets à dater du 5 février 2008.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Kinon, Josiane.
(62839)
Remplacement d’administrateur provisoire
Vervanging voorlopig bewindvoerder
Vredegerecht van het kanton Heist-op-den-Berg
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Heist-op-denBerg, verleend op 19 februari 2008, werd een einde gesteld aan de
opdracht van Eraly, Stefanie, wonende te 3120 Tremelo, Pater
Damiaanstraat 39, als voorlopig bewindvoerder, in die hoedanigheid
aangesteld bij beslissing van de vrederechter van het kanton Heist-opden-Berg, d.d. 10 november 1992 (rolnummer 92B1651), over Eraly,
Eulalia, geboren te Tremelo op 13 april 1939, wonende te 3120 Tremelo,
Pater Damiaanstraat 39, en kreeg deze laatste toegevoegd als nieuwe
voorlopige bewindvoerder : Eraly, Anna, wonende te 3140 Keerbergen,
Tremelobaan 242.
5 februari 2008.
Heist-op-den-Berg, 20 februari 2008.
Bij uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Wim Ooms.
(62840)
Justice de paix du canton de Binche
Par ordonnance de M. le juge de paix du canton de Malmedy-SpaStavelot, siège de Stavelot, en date du 27 février 2008, Mme Lucie
Niessen, née le 6 août 1927, domiciliée rue Nicolas Arnold 29A, à
4800 Petit-Rechain, a été pourvue d’un nouvel administrateur provisoire en la personne de Me Isabelle Decker, avocate, ayant son cabinet
rue du Palais 33, à 4800 Verviers, en remplacement de M. Renaud
Gason, avenue de Spa 41, à 4800 Verviers.
Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Grogna,
Christiane.
(62843)
Par ordonnance de M. le juge de paix du canton de Malmedy-SpaStavelot, siège de Stavelot, en date du 27 février 2008, Mme Reine
Taliwongso, née en Indonésie le 16 octobre 1934, domiciliée et résidant
rue du Doyard 15, à 4990 Lierneux, a été pourvue d’un nouvel
administrateur provisoire en la personne de Me Françoise Gathoye,
avocate, ayant son cabinet avenue F. Nicolay 18A, à 4970 Stavelot, en
remplacement de M. Renaud Gason, avenue de Spa 41, à 4800 Verviers.
Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Grogna,
Christiane.
(62844)
Justice de paix du canton de Seraing
de paix du canton de Seraing, rendue le 28 février 2008, déchargeons
Ernst, Raphaël Lucien Hubert, époux de Dethier, Monique, de nationalité Belge, né le 16 avril 1950 à Chaineux, assistant social, domicilié rue
sur le Bois 37, à 4601 Argenteau, de sa mission d’administrateur
provisoire des biens de Schillaci, Francesco, de nationalité italienne, né
le 23 février 1960 à Ougrée, ouvrier, célibataire, domicilié avenue
Wuidar 11, à 4102 Ougrée, et résidant actuellement Regina Pacis II,
boulevard Zénobe Gramme 162, à 4040 Herstal, qui lui avait été conféré
par notre ordonnance du 9 décembre 1992 et publiée au Moniteur belge
du 19 décembre 1992.
« .... On omet ».
Par ordonnance de Mme le juge de paix du canton de Binche, en date
du 26 février 2008, il a été mis fin au mandat de Graux, Christian,
avocat, domicilié à 7181 Feluy, rue de la Baronne 16-18, et désignons
pour le remplacer Denis, Eric, avocat, domicilié à 6031 Monceau-surSambre, rue de Dorlodot 21, en qualité d’administrateur provisoire de
Meunier, Lucienne Luce Désirée, née à Croix-lez-Rouveroy le
19 mai 1921, résidant à 7130 Binche, résidence « Jeanne Mertens », rue
du Moulin Blanc 15.
Pour extrait conforme : (signé) Maryline George.
Constatons que l’intéressé Schillaci, Francesco, de nationalité
italienne, né le 23 février 1960 à Ougrée, ouvrier, célibataire, domicilié
avenue Wuidar 11, à 4102 Ougrée, et résidant actuellement Regina Pacis
II, boulevard Zénobe Gramme 162, à 4040 Herstal, reste inapte à assurer
la gestion de ses biens.
Désignons en qualité de nouvel administrateur provisoire Me JeanPascal d’Inverno, avocat dont les bureaux sont établis à 4120 Neupré,
rue Bellaire 19.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jean-Marie Fouarge.
(62845)
(62841)
Vredegerecht van het tweede kanton Leuven
Justice de paix du premier canton de Liège
Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Liège, rendue
le mercredi 20 février 2008, il a été mis fin au mandat de Me Sabine
Closset, avocate, dont les bureaux sont sis à 4020 Liège, rue de la Loi 8,
en sa qualité d’administrateur provisoire de M. Van De Reyd, André
Marie Ghislain, Belge, né le 27 mai 1959 à Montegnée, employé
actuellement invalide, marié, domicilié rue de Pitteurs 7, à 4020 Liège.
Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Leuven,
verleend op 3 maart 2008, werd Geens, Roger, geboren te Aarschot op
25 oktober 1937, gepensioneerde, gedomicilieerd te 98000 Monaco,
Quai Jean-Charles Rey 42, verblijvend R.V.T. Sint-Bernardus, Egenhovenstraat 22, te 3060 Bertem, verblijvend in rechte krachtens
art. 488bis k) B.W. bij zijn voorlopige bewindvoerders nog steeds niet in
staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als
nieuwe voorlopig bewindvoerder : Depuydt, Paul, advocaat, gedomicilieerd te 1050 Brussel, Waterloosesteenweg 412F.
Par la même ordonnance, un nouvel administrateur provisoire a été
désigné à cette personne protégée, à savoir : Me Godin, Philippe,
avocat, ayant ses bureaux sis rue Hoyoux 60, à 4040 Herstal.
Hierdoor komt een einde aan het mandaat van Tournicourt, Reinhold, advocaat, kantoorhoudend Tervurenlaan 270, 1150 Brussel.
Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Doyen,
Anne-Françoise.
(62842)
Leuven, 3 maart 2008.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Veronique Verbist.
(62799)
Avis rectificatif
14973
objet déclaration : acceptation, sous bénéfice d’inventaire, à la succession de De Schepper, Octave Gerard Louis, né à Houdeng-Goegnies le
28 juin 1931, de son vivant domicilié à Auderghem, avenue Daniel
Boon 2, et décédé le 22 novembre 2007 à Auderghem.
Justice de paix du premier canton de Liège
(Signé) Delforge, Antoine; Philippe Mignon.
Au Moniteur belge du 29 février 2008, page 12657, avis n° 62373, il
faut lire : « ...Van De Reyd, André... », au lieu de « ...Van Den Reyd,
André... ».
(62846)
Dont acte, signé, après lecture.
Le greffier, (signé) Philippe Mignon.
(7621)
Tribunal de première instance de Huy
du Code civil
L’an 2008, le 5 mars, au greffe du tribunal de première instance de
Huy, a comparu :
Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving
Acceptation sous bénéfice d’inventaire
Mme Deckers, Agnès, domiciliée à Moha, rue de l’Eglise 241, agissant
en qualité de mandataire spécial en vertu d’une procuration faite, sous
seing privé, datée du 18 février 2008, dont copie restera annexée au
présent acte, au nom de :
L’an 2008, le 22 février, au greffe du tribunal de première instance de
Bruxelles, a comparu :
Mme Neuville, Christine Béatrice Martine, née le 11 juin 1976 à Huy,
domiciliée à 4560 Ocquier, rue Chien Rue 9, épouse du défunt, agissant
à titre personnel, et en sa qualité de mère et représentante légale de son
enfant mineur, à savoir :
Mme Bettendorf, Michèle, agissant pour et au nom de son mandant :
M. Akinci, Yakup, domicilié à 1140 Evere, rue J. Van Ruusbroeck 115,
administrateur légal des enfants mineurs :
Akinci, Elisabeth, née à Bruxelles le 20 décembre 2001, domiciliée à
1140 Evere, rue J. Van Ruusbroeck 115;
Akinci, Gabrielle, née à Bruxelles le 22 octobre 2004, domiciliée à
1140 Evere, rue J. Van Ruusbroeck 115;
autorisé, par ordonnance du juge de paix du canton de Saint-Josseten-Noode, en date du 6 février 2008,
lequel comparant a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la
succession de Mme Natalin, Saliba, née à Kamechi (Syrie) le
25 juillet 1978, domiciliée en dernier lieu à Berchem-Sainte-Agathe,
avenue Josse Goffin 121, et décédée à Jette le 2 octobre 2007, pour
compte de Mlles Elisabeth et Gabrielle Akinci.
Dont acte, signé, lecture faite par le comparant et le greffier.
Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits,
par avis recommandé, dans un délai de trois mois, de la date de
l’insertion au Moniteur belge, au notaire Marc Van Beneden, rue du
Noyer 183, à 1000 Bruxelles.
(Signé) Marc Van Beneden, notaire associé.
(7620)
Tribunal de première instance de Bruxelles
Déclaration d’acceptation, sous bénéfice d’inventaire, devant le greffier du tribunal de première instance de Bruxelles, faite le
23 janvier 2008, par :
Me Delforge, Antoine, avocat à 1060 Saint-Gilles, chaussée de Charleroi 138/5;
en qualité de : mandataire en vertu d’une procuration, sous seing
privé, ci-annexée, datée du 17 janvier 2008, et donnée par Me Rasquin,
Dominique, avocat à Namur, rue Pépin 44, agissant en sa qualité
d’administrateur provisoire de :
M. De Schepper, Dominique, né à Saint-Josse-ten-Noode le
15 janvier 1964, et demeurant à 5100 Dave, « H.P.N. Saint-Martin », rue
Saint-Hubert 84;
désigné à cette fonction, par ordonnance du juge de paix du
second canton de Namur, en date du 30 juin 2006;
autorisation : ordonnance du juge de paix du second canton de
Namur, en date du 14 janvier 2008;
Alexandre, Corentin Michaël Olivier Philippe, né le 27 mars 1999 à
Marche-en-Famenne, fils du défunt, domicilié avec sa mère, laquelle est
autorisée aux fins des présentes, par ordonnance du juge de paix du
canton d’Hamoir, datée du 28 février 2008, dont copie restera annexée
au présent acte,
laquelle comparante a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la
succession d’Alexandre, Michaël Emile Jean Roger, né à Seraing le
8 avril 1976, de son vivant domicilié à Clavier, rue Chien Rue 9, et
décédé le 7 novembre 2007, à Clavier.
Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du
Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étude
de Me Grégoire, Denis, notaire de résidence à 4520 Wanze, rue de
Bas-Oha 252/A, où les créanciers et légataires sont invités à faire valoir
leurs droits, par avis recommandé, dans les trois mois de la présente
insertion.
(Signatures illisibles).
Le greffier, (signé) J.-P. Renson.
(7622)
Huy, a comparu :
Me Jacquemotte, Marc, avocat de résidence à Fléron, avenue des
Martyrs 302/2, agissant en qualité d’administrateur provisoire des
biens de :
M. Cando Valin, Vincente, né le 18 juin 1927, domicilié à 4480 Engis,
quai du Halage 9, résidant « La Seigneurie Michel-Ange », route de
Beaufays 122, à 4052 Beaufays, époux de la défunte; lequel est désigné
à cette fonction, par ordonnance du juge de paix du canton de Fléron,
datée du 24 octobre 2007, et;
autorisé aux fins des présentes, par ordonnance du juge de paix du
canton de Fléron, datée du 6 juin 2007, dont copies resteront annexées
au présent acte,
lequel comparant a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la
succession de Nunez-Diego, Christina, née à Quintanilla della Cueza
(Espagne) le 13 mars 1926, de son vivant domiciliée à Engis, quai du
Halage 9, et décédée le 31 octobre 2006, à Chaudfontaine.
Code civil, le comparant déclare faire élection de domicile en l’étude
de Me Jeandrain, Fabienne, notaire de résidence à 4400 Ivoz-Ramet,
chaussée d’Uvoz 275, où les créanciers et légataires sont invités à faire
valoir leurs droits, par avis recommandé, dans les trois mois de la
présente insertion.
Le greffier, (signé) J.-P. Renson.
(7623)
14974
Tribunal de première instance de Liège
Liège, a comparu :
Me Paquot, Muriel, avocate, chaussée de Tirlemont 4, à Hannut,
agissant en qualité d’administrateur provisoire des biens de :
M. Defauwes, Martin, né à Liège le 30 octobre 1965, domicilié rue
Jean Lamoureux 32, à 4040 Herstal;
désignée à cette fonction, par ordonnance de Mme le juge de paix du
canton d’Herstal, rendue en date du 19 décembre 2007;
et à ce, autorisée, par ordonnance dudit juge de paix, rendue en date
du 13 février 2008;
ordonnances toutes deux produites en copies, et qui resteront
annexées au présent acte,
laquelle comparante a déclaré, ès qualités, accepter, sous bénéfice
d’inventaire, la succession de Vroemen, Julia Félicie, née à Liège le
25 janvier 1928, de son vivant domiciliée à Herstal, rue Jean
Lamoureux 32, et décédée le 6 septembre 2006, à Herstal.
Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étude
de Me Gauthy, Jean-Michel, notaire, rue Hoyoux 87, à 4040 Herstal.
Dont acte, signé, lecture faite par la comparante et le greffier, lequel
certifie avoir attiré l’attention du déclarant sur les dispositions du
troisième paragraphe de l’article 793 du Code civil.
Pour extrait conforme : le greffier, (signature illisible).
(7624)
De schuldeisers en de legatarissen worden verzocht hun rechten te
doen kennen, binnen de drie maanden te rekenen van deze bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, bij aangetekend bericht gericht aan de
door de erfgenamen gekozen woonplaats.
Antwerpen, 5 maart 2008.
De griffier, (get.) Ph. Jano.
(7626)
Op 26 februari 2008, is voor ons, Ph. Jano, griffier bij de rechtbank
van eerste aanleg te Antwerpen, ter griffie van deze rechtbank verschenen :
De Schutter, Franciscus Julianus Cornelius, geboren te Pulderbos, op
17 mei 1958, wonende te 2240 Zandhoven, Amelbergastraat 90;
handelend in zijn hoedanigheid van bijzonder gevolmachtigde, ingevolge onderhandse volmacht, hem verleend te Pulderbos op
20 februari 2008, teneinde dezer van Peeters, Maria Cornelia, geboren
te Zandhoven op 16 september 1933, wonende te 2242 Zandhoven
(Pulderbos), Goormansstraat 23;
handelend in haar hoedanigheid van ouder, over de in staat van
verlengde minderjarigheid (bij vonnis van de rechtbank van eerste
aanleg te Antwerpen, d.d. 25 februari 1991) verklaarde :
De Schutter, Rita Joanna Augusta, geboren te Pulderbos op
1 mei 1960, wonende te 2242 Zandhoven (Pulderbos), Goormansstraat 23.
Verschijner verklaart ons, handelend in zijn voormelde hoedanigheid, de nalatenschap van wijlen De Schutter, Joseph Corneel, geboren
te Pulderbos op 21 december 1932, in leven laatst wonende te
2240 Zandhoven, Goormansstraat 23, en overleden te Lier op
30 november 2007, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving.
Er wordt woonstkeuze gedaan ten kantore van notaris Goossens,
Philippe, kantoorhoudende te 2280 Grobbendonk, Wijngaardstraat 40.
Avis rectificatif
Tribunal de première instance de Mons
Verschijner legt ons de beschikking van de vrederechter van het
kanton Zandhoven, d.d. 30 januari 2008, voor waarbij Peeters, Maria,
hiertoe gemachtigd werd.
Waarvan akte, datum als boven.
Na voorlezing ondertekend door verschijner en ons, griffier.
Au Moniteur belge du 10 janvier 2008, page 819, acte n° 812, il faut
ajouter : « Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs
droits, par avis recommandé, au domicile élu par Mlle Laura Leleup,
soit au domicile précité de Mme Arlette Quinez, dans les trois mois de
la présente insertion ».
(7625)
(Get.) De Schutter Fr.; Jano, Ph.
Voor eensluidend verklaard afschrift.
Afgeleverd aan verschijners.
De griffier, (get.) Ph. Jano, griffier.
(7627)
Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen
Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde
Volgens akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg
te Antwerpen, op 5 maart 2008, hebben :
Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te
Dendermonde, op 5 maart 2008, heeft notaris C. Denys, ter standplaats
9240 Zele, Minister Edmond Rubbenslaan 16, handelend als gevolmachtigde van Dhondt, Johan, wonende te 9240 Zele, Veldekensstraat 14, handelend in zijn hoedanigheid van voorlopige bewindvoerder over de hierna vermelde beschermde persoon, zijnde :
Theys, Annie Franciscus R., geboren te Merksem op 15 juni 1948,
wonende te 2900 Schoten, Berkenlei 12;
Theys, Erwin Roger G., geboren te Deurne op 25 oktober 1959,
wonende te 2900 Schoten, August Jonckersstraat 3;
Theys, Pascale Christiaan M., geboren te Schoten op
14 november 1965, wonende te 2600 Berchem, Fruithoflaan 104/32;
Theys, Nicole Clothildis C., geboren te Wommelgem op
23 maart 1950, wonende te 2900 Schoten, Antoon Wolfsstraat 4/2;
verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap
te aanvaarden van wijlen Theys, Albert, geboren te Wilrijk op
20 november 1915, in leven laatst wonende te 2100 Deurne (Antwerpen), Bisschoppenhoflaan 432/434, en overleden te Merksem op
14 januari 2007.
Er wordt keuze van woonst gedaan bij notaris P. Timmermans, te
2060 Antwerpen, Van de Wervestraat 63.
Michiels, Lea, geboren te Zele op 27 oktober 1918, wonende te
9240 Zele, Koevliet 3, verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden van wijlen Dhondt, André Marie,
geboren te Kalken op 14 maart 1920, in leven laatst wonende te
9290 Berlare, Kamershoek 89, en overleden te Dendermonde op
25 oktober 2007.
De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de drie
maanden, te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch
Staatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen ter
studie van Mr. notaris C. Denys, ter standplaats 9240 Zele, Minister
Edmond Rubbenslaan 16.
Dendermonde, 5 maart 2008.
De griffier, (get.) A. Vermeire.
(7628)
Rechtbank van eerste aanleg te Gent
14975
Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 805
Gent, op 4 maart 2008, hebben Bruggeman, Filip, geboren te Hamme
op 2 februari 1981, wonende te 9220 Hamme, Strijderslaan 75, handelend in eigen naam en tevens als volmachtdrager van Bruggeman,
Steven, geboren te Hamme op 5 november 1978, wonende te
9220 Hamme, A. v. Sassenbroucklaan 21, handelend in eigen naam;
verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap
te aanvaarden van wijlen Bruggeman, Guido Alfons Celeste, geboren
te Hamme op 24 september 1954, in leven laatst wonende te 9831 SintMartens-Latem, Klapstraat 10, en overleden te Aalst op
29 december 2007.
maanden, te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch
Staatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen ter
studie van Mr. A. De Wulf, notaris te 9200 Dendermonde, Sint-Christianastraat 17.
Publication faite en exécution de l’article 805
du Code civil
Par ordonnance de M. le président du tribunal de première instance
de Charleroi du 13 décembre 2007, Me Eric Herinne, avocat à
6000 Charleroi, rue Tumelaire 23, bte 18, a été désigné en qualité
d’administrateur provisoire de la succession de M. Roland, Bernard, né
à Charleroi le 3 août 1953, décédé à Bucarest (Roumanie) le
18 novembre 2007, en son vivant domicilié à 6001 Marcinelle, rue
Brachet 62.
Les créanciers sont priés d’adresser leurs déclarations à l’administrateur provisoire.
Charleroi, le 5 mars 2008.
(Signé) Me E. Hérinne, qualitate qua.
(7632)
Gent, 4 maart 2008.
De adjunct-griffier, (get.) Fabienne Fermont.
(7629)
van het Gerechtelijk Wetboek
du Code judiciaire
Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen
Mechelen, op 5 maart 2008, heeft Bleys, Nadia, geboren te Antwerpen
op 2 april 1975, wonende te 2235 Hulshout, Grote Baan 184, handelend
in hoedanigheid van voogd over de bij haar inwonende minderjarige
kinderen :
Verswijver, Angelino, geboren te Wilrijk op 20 september 1990;
Verswijver, Givano, geboren te Wilrijk op 4 september 1992;
Verswijver, Davino, geboren te Antwerpen op 30 mei 1994;
Aanstelling voorlopig bewindvoerder
Désignation d’un administrateur provisoire
Par jugement du tribunal de commerce de Namur du 27 février 2008,
Me Marielle Schumacker, avocat, dont le cabinet est sis rue du
Lombard 85, à 5000 Namur, a été désignée en qualité d’administrateur
provisoire de la SPRL Ambiance Concepts & Peinture, avec pour
mission de gérer et administrer celle-ci avec seul pouvoir de signature,
pour une période de six mois avec faculté de solliciter une prolongation.
(Signé) Marielle Schumacker, avocat.
(7633)
hiertoe gemachtigd bij beschikking d.d. 5 februari 2008 van de
vrederechter van het vredegerecht van het kanton Heist-op-den-Berg.
Verklaard, onder voorrecht van boedelbeschrijving, de nalatenschap
te aanvaarden van wijlen Bleys, Carine Josée Julia, geboren te Wilrijk
op 11 februari 1968, in leven laatst wonende te 2221 Booischot, Kleine
Steenweg 163, en overleden te Heist-op-den-Berg op 22 juni 2007.
Faillissement − Faillite
maanden, te rekenen vanaf de datum van opneming in het Belgisch
Staatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op
het kantoor van Mevr. Bleys, Nadia, Grote Baan 184, te 2235 Hulshout.
Rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge
Mechelen, 5 maart 2008.
De griffier-hoofd van dienst, (get.) G. Helsen.
(7630)
Bij vonnis van de eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel
te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 3 maart 2008, werd het faillissement
van Viaroos BVBA, destijds met maatschappelijke zetel te
8730 Beernem, De Pluime 15, met ondernemingsnummer 0464.981.574,
afgesloten.
De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard.
Wordt als vereffenaar beschouwd, overeenkomstig artikel 185 van het
Wetboek van vennootschappen, de heer Guy Roosens, wonende te
8930 Menen, Bruggestraat 477.
Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 803bis
Publication faite en exécution de l’article 803bis
du Code civil
Voor eensluidend verklaard uittreksel : de griffier, (get.) T. Neels.
(7634)
Me Claire Dieudonné, avocat à 6200 Châtelet, rue du Collège 22, a
été désignée en qualité d’administrateur, chargée d’administrer et de
liquider la succession de Claire De Lee, née à Etterbeek le 11 juillet 1939,
décédée à Charleroi le 12 septembre 2007, en son vivant domiciliée à
Charleroi, résidence « Centre Europe », 12e étage, rue du Commerce 1.
(Signé) Claire Dieudonné, avocat.
(7631)
van P.P. Heylen BVBA, destijds met maatschappelijke zetel te
8000 Brugge, Kuipersstraat 1, met ondernemingsnummer 0425.910.073,
afgesloten.
14976
Wetboek van vennootschappen, de heer Peter Heylen, wonende te
8000 Brugge, Kortewinkel 13.
(7635)
van Socarel NV, destijds met zetel gevestigd te 8750 Wingene, Vrijgeweidestraat 49, met ondernemingsnummer 0425.065.777, afgesloten
bij gebrek aan actief.
Wetboek van vennootschappen, de heer Denoo, Noël, wonende te
8700 Tielt, Blekerijstraat 1.
(7636)
van Aqua Heaven NV, destijds met maatschappelijke zetel te
8380 Brugge (Lissewege), Stationsstraat 32, met ondernemingsnummer 0458.617.483, afgesloten.
Wetboek van vennootschappen, de heer Dirk Bombeke, wonende te
8300 Knokke-Heist, Natiënlaan 153.
(Pro deo)
(7637)
In toepassing van artikel 74 van de faillissementswet wordt de
uitvoering van het voormeld vonnis gedurende één maand geschorst
vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Identiteit van de persoon die als vereffenaar wordt beschouwd : de
heer Hermans, Olaf, wonende te Nederland, 4815-CT Breda,
Leeuwerikstraat 42.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) K. Waterschoot.
(7639)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde,
zesde kamer, d.d. 3 maart 2008, werd het faillissement van Ceylan
Systems BVBA, productie van vers vlees, Keizersplein 62/1, 9300 Aalst,
gesloten verklaard bij gebrek aan actief.
Ondernemingsnummer 0466.895.444.
heer Bart Vaeyens, wonende te 9300 Aalst, Keizersplein 62/2.
(7640)
zesde kamer, d.d. 3 maart 2008, werd het faillissement van Royal
Avenue BVBA, restaurant, Gentse Steenweg 148, 9160 Lokeren,
gesloten verklaard bij gebrek aan actief.
Bij vonnis van de tijdelijke eerste kamer bis van de rechtbank van
koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 4 maart 2008, werd, op
bekentenis, het faillissement uitgesproken van de BVBA Pascos, met
maatschappelijke zetel te 4020 Luik-2, rue des Champs 90, met
ondernemingsnummer 0472.106.324, met uitbatingszetel te 8420 De
Haan, Kerkstraat 1, met als handelsactiviteit uitbaten van een horecazaak onder de benaming « Avenue ».
heer Khetan Anil, wonende te Shannon Co Clare, Ierland, 36 Glean An
Oir.
(7641)
Datum van staking van betalingen : 4 maart 2008.
Curatoren : Mr. Ignace Vanwynsberghe, advocaat te 8490 Jabbeke,
Dorpsstraat 35, en Mr. Jan Delepiere, advocaat te 8200 Brugge, Stokveldelaan 30.
De aangiften van schuldvordering dienen neergelegd te worden ter
griffie van de rechtbank van koophandel te 8000 Brugge, Kazernevest 3,
vóór 4 april 2008.
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter
griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter Fail.W.
Het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen
zal dienen neergelegd te worden op de griffie van de rechtbank, uiterlijk
op 14 april 2008.
Voor eensluidend verklaard uittreksel : de hoofdgriffier, (get.)
F. Hulpia.
(Pro deo)
(7638)
Rechtbank van koophandel te Dendermonde
zesde kamer, d.d. 3 maart 2008, werd het faillissement van De MeyerBriers VOF, productie van T.V.-programma’s, Oudegemsebaan 164,
9200 Dendermonde (Oudegem), gesloten verklaard bij vereffening.
heer De Meyer, Michel, wonende te 9200 Dendermonde, Oudegemsebaan 164.
(7642)
zesde kamer, d.d. 3 maart 2008, werd het faillissement van Van Den
Broeck William & C° NV, August De Boeckstraat 9, 9100 Sint-Niklaas,
gesloten verklaard bij vereffening.
zesde kamer, d.d. 3 maart 2008, werd het faillissement van M500 BVBA,
informatiekantoor, Prins Albertstraat 28, 9100 Sint-Niklaas, gesloten
verklaard bij gebrek aan actief.
Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd :
de heer Colman, Guido, wonende te 9100 Sint-Niklaas, Hogenakkerstraat 164;
de heer Martens, Christophe, wonende te 9100 Sint-Niklaas,
Mgr. Stillemansstraat 61, bus 3;
de heer De Vries, Gerard, wonende te Nederland, Bogerd 46,
NML 4143 Leerman.
(7643)
14977
Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel
te Turnhout van 4 maart 2008, werd het faillissement van de genaamde
Coco Lamarr BVBA, Lakenmakersstraat 20, 2400 Mol, afgesloten.
Sluiting bij vereffening.
Vereffenaars : Ooms, Christianne en Geys, Dirk.
Rechtbank van koophandel te Oudenaarde
Laatst gekend adres : 2400 Mol, Martelarenstraat 56.
De griffier : (get.) L. Verstraelen.
(7648)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Oudenaarde,
tweede kamer, d.d. 28 februari 2008, werd het faillissement op naam
van de heer ’T Sobbel, Thierry, geboren te Ronse op datum van
27 januari 1971, voorheen wonende te 9690 Kluisbergen,
Zulzekestraat 51, thans wonende te 9600 Ronse, Grote Markt 4, met
ondernemingsnummer 0736.201.591, gesloten wegens gebrek aan
actief.
RMW België BVBA, steenweg op Mol 50, 2360 Oud-Turnhout, afgesloten.
De gefailleerde is niet verschoonbaar verklaard.
Voor eensluidend verklaard uittreksel : de griffier, (get.) Fostier,
Marijke.
(7644)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Oudenaarde,
tweede kamer, d.d. 28 februari 2008, werd het faillissement op naam
van de BVBA Flanders House Renting Company, met vennootschapszetel te 9600 Ronse, Engelsenlaan 50, met ondernemingsnummer 0463.850.436, gesloten bij gebrek aan actief.
Als vermoedelijke vereffenaar wordt beschouwd :
Sluiting bij gebrek aan actief.
Vereffenaar : Gruijters, Rolf, voorheen wonende te 2460 Kasterlee,
Houtum 54, thans ambtshalve geschrapt.
(7649)
B.C.O. BVBA, Spechtdreef 8, 2280 Grobbendonk, afgesloten.
Sluiting bij gebrek aan voldoende actief.
Mevr. Van Schepdael, Linda, wonende te 8200 Brugge, Torhoutse
steenweg 65/10.
Voor eensluidend verklaard uittreksel : de griffier, (get.) Fostier,
Marijke.
(7645)
Rechtbank van koophandel te Turnhout
Smet Waterputten en Diepboringen, in vereffening, NV « Smet-DB, in
vereffening », Molsebaan 85, 2480 Dessel, afgesloten.
Vereffenaar : Van Peer, Erik.
Laatst gekend adres : 2280 Grobbendonk, Spechtdreef 8.
(7650)
te Turnhout van 4 maart 2008, werd de genaamde Dyafa BVBA,
Winkelomseheide 264, 2440 Geel, kleinhandel in aardappelen, vleeswaren, zuivelproducten, groenten en fruit, met ondernemingsnummer 0480.714.380, failliet verklaard, op dagvaarding O.M.
Rechter-commissaris : de heer Sleebus.
Curator : advocaat Beirinckx, Kruisven 51, 2400 Mol.
Tijdstip van ophouding van betaling : 4 maart 2008.
Indiening van schuldvorderingen : vóór 1 april 2008.
Neerlegging eerste proces-verbaal nazicht schuldvorderingen : op
15 april 2008.
Vereffenaar : Smet, Marc.
Laatst gekend adres : 2400 Mol (Postel), Arendonkseweg 1.
(7646)
Dros M.D. Meat Processing NV, Houtelweg 1, 2310 Rijkevorsel, afgesloten.
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld)
kunnen hiervan een verklaring ter griffie neerleggen (art. 72bis en
art. 72ter F.W.).
(7651)
te Turnhout van 4 maart 2008, werd de genaamde P.F.F. Investments
NV, Schotelven 69, 2370 Arendonk, beleggingsvennootschap, holding,
met ondernemingsnummer 0449.728.622, failliet verklaard, op dagvaarding O.M.
Rechter-commissaris : de heer Nuyens.
Vereffenaar : Dros, Junior.
Curator : advocaat Van Gompel, Dorp 8, 2360 Oud-Turnhout.
Laatst gekend adres : Nederland 5253 AK Nieuwkuyk, Nieuwkuykesstraat 108.
(7647)
15 april 2008.
14978
art. 72ter F.W.).
(7652)
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (zoals onder meer personen die zich borg hebben gesteld)
kunnen hiervan een verklaring ter griffie afleggen (art. 72bis en art. 72ter
F.W.).
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) E. Niville.
(7655)
te Turnhout van 4 maart 2008, werd de genaamde Body and Mechanical
Solutions BVBA, Groeneweg 50, 2400 Mol, kleinhandel in technische
hulpproducten voor garage en carrosseriebedrijven, met ondernemingsnummer 0876.140.622, failliet verklaard, op bekentenis.
Tribunal de commerce de Liège
Curator : advocaat Geukens, Lindestraat 2, 2490 Balen.
15 april 2008.
art. 72ter F.W.).
(7653)
te Turnhout van 4 maart 2008, werd de genaamde D.B. BVBA,
Paviljoenweg 57, 2400 Mol, bouwonderneming, met ondernemingsnummer 0474.669.302, failliet verklaard, op bekentenis.
Curator : advocaat Geukens, Lindestraat 2, 2490 Balen.
15 april 2008.
art. 72ter F.W.).
(7654)
Rechtbank van koophandel te Veurne
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Veurne, van
5 maart 2008, werd, op bekentenis, in staat van faillissement verklaard
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Willim, met
maatschappelijke zetel te 8670 Koksijde, Zeelaan 296, en met uitbatingszetel te 8670 Koksijde, Westendestraat 11, met ondernemingsnummer 0432.675.032, met als handelsactiviteiten uitbaten van
vakantieverblijf voor gehandicapten.
Rechter-commissaris : de heer Ph. Vandaele.
Curator : Mr. Ivan Heughebaert, advocaat, Zuidstraat 39, bus 8,
8630 Veurne.
Staking van betalingen : 22 februari 2008.
Par jugement du 3 mars 2008, le tribunal de commerce de Liège a
prononcé, sur citation, la faillite de la SPRL Manpro, établie et ayant
son siège social à 4000 Liège, rue Saint-Léonard 12, ayant pour
activités : l’exploitation d’une brasserie, sous la dénomination « Le
Doigt et la Lune », inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous
le numéro 0873.837.762.
Curateur : Jean-Luc Paquot, avocat à 4000 Liège, avenue Blonden 33.
Juge-commissaire : M. André Bruyère.
Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal
de commerce de Liège, à 4000 Liège, îlot Saint-Michel, rue Joffre 12,
endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.
Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle
du failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément
à l’article 72ter de la loi sur les faillites.
Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des
créances est fixé au mercredi 16 avril 2008.
Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) J. Tits.
(7656)
prononcé, sur aveu, la faillite de M. Jevathava Thambipillai, de nationalité Sri Lankaise, né à Jaffna (Sri Lanka) le 16 octobre 1978, domicilié
à 4020 Liège, rue de Robermont 254, bte 21, ayant pour activités :
l’exploitation d’un night shop, à 4030 Liège (Grivegnée), rue de
Herve 500, sous la dénomination « Thambipillai », inscrite à la BanqueCarrefour des Entreprises sous le numéro 0884.364.143.
Curateur : Georges Rigo, avocat à 4000 Liège, rue Beeckman 14.
Juge-commissaire : M. Christian de Maeseneire.
(7657)
prononcé, sur aveu, la faillite de Mme Pilati, Orianna Teresa, de
nationalité Belge, née à Conco (Italie) le 24 octobre 1949, domiciliée à
4020 Liège, boulevard de la Constitution 89, ayant pour activités : la
vente au détail d’articles de brocante et de décoration, sous la dénomination « Orianna », à 4000 Liège, rue du Rèwe 2c, inscrite à la BanqueCarrefour des Entreprises sous le numéro 0598.440.213.
Curateur : Sophie Bertrand, avocat à 4020 Liège, rue de Chaudfontaine 1.
Juge-commissaire : M. Guy Bernard.
Indienen schuldvorderingen vóór 26 maart 2008, ter griffie van de
rechtbank van koophandel te Veurne, Peter Benoitlaan 2.
Eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen neerleggen op 21 april 2008, om 10 uur, ter griffie van de rechtbank van
koophandel te Veurne, Peter Benoitlaan 2.
(7658)
prononcé, sur aveu, la faillite de Mme Dominique Widart, de nationalité Belge, née à Grivegnée le 5 juin 1948, domiciliée à 4030 Liège
(Grivegnée), rue Jules Claskin 87, ayant pour activités : l’exploitation
d’un commerce de gros en cycles, cyclomoteurs, pièces et accessoires, à
4030 Liège (Grivegnée), rue des Oblats 4, inscrite à la Banque-Carrefour
des Entreprises sous le numéro 0603.940.410.
Curateur : Alain Bodeus, avocat à 4000 Liège, rue du Limbourg 50.
Juge-commissaire : M. Jean-Marc Ange.
(7659)
prononcé, sur aveu, la faillite de M. Jost, Olivier Pierre Gérard, de
nationalité Belge, né à Chênée le 25 juin 1971, domicilié à 4000 Liège,
rue Schmerling 24, ayant des activités de construction, inscrit à la
Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0652.439.123.
Curateurs : Jean-Marc Van Durme, avocat à 4000 Liège, rue de Joie 56,
et Koenraad Tanghe, avocat à 4000 Liège, rue Duvivier 22, ces derniers
ayant le pouvoir d’agir chacun séparément.
Juge-commissaire : M. Alain Smets.
(7660)
prononcé, sur citation, la faillite de M. Benoît Wietkin, de nationalité
Belge, né à Montegnée le 16 mars 1972, domicilié à 4000 Liège,
boulevard Ernest Solvay 531, ayant pour activités : l’ exploitation d’un
débit de boissons, inscrit à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le
numéro 0751.396.345.
Curateur : Béatrice Versie, avocat à 4000 Liège, rue Lambert-leBègue 9.
Juge-commissaire : M. Pierre Walczak.
(7661)
14979
prononcé, sur citation, la faillite de M. Michel Chapelle, de nationalité
Belge, né à Ottignies le 27 août 1967, domicilié à 4101 Seraing, rue de la
Station 59, bte 15, ayant des activités de construction, inscrite à la
Curateurs : Laurent Stas de Richelle, avocat à 4000 Liège, rue
Louvrex 81, et André Renette, avocat à 4000 Liège, rue Paul Devaux 2,
ces derniers ayant le pouvoir d’agir chacun séparément.
Juge-commissaire : M. Philippe Tromme.
(7662)
prononcé, sur aveu, la faillite de la succursale en Belgique de la société
de droit anglais DM & C° Limited, ayant son siège social en GrandeBretagne, à DN68DD Doncaster, Carcroft Entreprise Park
Station 9D, dénommée « DM & C° Limited », ayant son siège d’exploitation à 4610 Beyne-Heusay, Grand-Route 560, ayant pour activités : le
commerce de détail de meubles, inscrite à la Banque-Carrefour des
Entreprises sous le numéro 0882.194.907.
Curateur : André Magotteaux, avocat à 4000 Liège, rue du Pont 36.
Juge-commissaire : M. Guy Bernard.
(7663)
prononcé, sur citation, la faillite de la SPRL Tomali, établie et ayant son
siège social à 4347 Fexhe-le-Haut-Clocher, rue de Freloux 3, ayant pour
activités : le commerce de gros de véhicules automobiles, inscrite à la
Curateurs : Pierre Ramquet et Xavier Charles, avocats à 4000 Liège,
place Verte 13, ces derniers ayant le pouvoir d’agir chacun séparément.
Juge-commissaire : M. Jean-Pierre Paduart.
(7664)
prononcé, sur citation, la faillite de la SPRL Vi.Tho. Express, établie et
ayant son siège social à 4357 Donceel (Jeneffe), rue Trixhe 44, ayant des
activités de courriers, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises
sous le numéro 0467.660.259.
14980
Curateur : Léon-Pierre Proumen, avocat à 4020 Liège, place du Haut
Pré 10.
Juge-commissaire : M. Jean-Louis Rampen.
(7665)
Tribunal de commerce de Namur
Par jugement prononcé le 28 février 2008, le tribunal de commerce
de Namur a reporté définitivement la date de cessation des paiements
au 14 décembre 2006, de la faillite : SPRL Le Roi de Cœur, dont le siège
social est sis à 5000 Namur, rue des Combattants 1, inscrite à la BCE
sous le numéro 0861.698.807.
Cette faillite a été prononcée par jugement du tribunal de commerce
de Namur en date du 14 juin 2007.
Pour extrait conforme : le greffier en chef faisant fonction, (signé)
André Baye.
(7666)
Tribunal de commerce de Neufchâteau
Par jugement du 4 mars 2008, le tribunal de commerce de Neufchâteau a prononcé, sur aveu et sur assignation, la faillite de M. Badr, Adil,
né à Rabat (Maroc) le 1er novembre 1969, domicilié à L-9068 Ettelbruck
(Grand-Duché du Luxembourg), Philippe Manderlach 30, et exploitant
son commerce à 6600 Bastogne, rue du Vivier 126, sous la dénomination
« White Moon », inscrit au registre de la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0878.376.372, pour exercer l’activité principale renseignée de commerce de détail de textiles et d’accessoires du vêtement.
Curateur : Me Véronique Dury, avocat à 6840 Neufchâteau (Laherie),
Le Puits du Bois 3-5.
Les créanciers sont invités à déposer au greffe du tribunal de
commerce de Neufchâteau, rue Franklin Roosevelt 33, la déclaration de
leurs créances, au plus tard, pour le 3 avril 2008.
Le dépôt par le curateur au greffe de ce tribunal du premier procèsverbal de vérification des créances est fixé au vendredi 25 avril 2008.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) P. Wanlin.
(7667)
Tribunal de commerce de Tournai
Par jugement rendu le 3 mars 2008 par le tribunal de commerce de
Tournai, a été ouverte, sur aveu, la faillite de la SPRL Delannoy Consulting, ayant son siège social à 7538 Vezon, rue de Cavin 3 (Vez), inscrite
à la B.C.E. sous le n° d’entreprise 0879.682.904, et ayant pour activité
commerciale l’entreprise de gestion et de marchand de biens.
Les créanciers sont tenus de produire leurs créances au greffe du
tribunal de commerce de Tournai, rue des Filles Dieu 1, à 7500 Tournai,
dans un délai de trente jours (3 avril 2008).
Pour bénéficier de la décharge, les personnes physiques qui, à titre
gratuit, se sont constituées sûreté personnelle du failli sont tenues de
déposer au greffe du tribunal de commerce une déclaration attestant
que leur obligation est disproportionnée à leurs revenus et à leur
patrimoine, les pièces dont question à l’article 72ter de la loi sur les
faillites devant être jointes à cette déclaration.
Le premier procès-verbal de vérification des créances sera déposé au
greffe du tribunal de commerce de Tournai le 23 avril 2008.
Curateur : Me Paris, Frédéric, rue de Monnel 17, 7500 Tournai.
Juge commissaire : Ph. Luyten.
Tournai, le 5 mars 2008.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) G. Lavennes.
(7669)
Par jugement rendu le 4 mars 2008 par le tribunal de commerce de
Tournai, a été ouverte, sur aveu, la faillite de Breizh 22 SPRL, ayant son
siège social à 7500 Tournai, rue Dorez 13 (Tou), inscrite à la B.C.E. sous
le n° d’entreprise 0879.055.471, et ayant pour activité commerciale
l’exploitation d’une crêperie bretonne.
Les créanciers sont tenus de produire leurs créances au greffe du
tribunal de commerce de Tournai, rue des Filles Dieu 1, à 7500 Tournai,
dans un délai de trente jours (4 avril 2008).
Pour bénéficier de la décharge, les personnes physiques qui, à titre
gratuit, se sont constituées sûreté personnelle du failli sont tenues de
déposer au greffe du tribunal de commerce une déclaration attestant
que leur obligation est disproportionnée à leurs revenus et à leur
patrimoine, les pièces dont question à l’article 72ter de la loi sur les
faillites devant être jointes à cette déclaration.
Le premier procès-verbal de vérification des créances sera déposé au
greffe du tribunal de commerce de Tournai le 24 avril 2008.
Curateur : Me Paris, Frédéric, rue de Monnel 17, 7500 Tournai.
Juge commissaire : R. Vangeneberg.
Tournai, le 5 mars 2008.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) G. Lavennes.
(7670)
Tribunal de commerce de Verviers
Faillite sur aveu
Par jugement du 4 mars 2008, le tribunal de commerce de Neufchâteau a prononcé, sur aveu et sur assignation, la faillite de M. Munster,
Olivier José Marc, né à Arlon le 9 août 1968, domicilié à 6860 Leglise
(Assenois), rue de la Gaume 1, inscrit au registre de la BanqueCarrefour des Entreprises sous le n° 0718.564.023, pour exercer l’activité
principale renseignée d’installateur électricien dans les bâtiments.
Curateur : Me Véronique Dury, avocat à 6840 Neufchâteau (Laherie),
Le Puits du Bois 3-5.
Les créanciers sont invités à déposer au greffe du tribunal de
commerce de Neufchâteau, rue Franklin Roosevelt 33, la déclaration de
leurs créances, au plus tard, pour le 3 avril 2008.
Le dépôt par le curateur au greffe de ce tribunal du premier procèsverbal de vérification des créances est fixé au vendredi 25 avril 2008.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) P. Wanlin.
(7668)
Par jugement du jeudi 28 février 2008, le tribunal de commerce de
Verviers a déclaré la faillite de la société privée à responsabilité limitée
ABC Constructions, dont le siège social est établi à 4651 Herve (Battice),
Sur les Vignes 35E, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous
le numéro 0465.887.634, pour une entreprise générale de constructions
exercée au siège social.
Curateur : Me Ghislain Royen, avocat à 4880 Aubel, Côte de Hagelstein 23-25.
Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe endéans les
trente jours.
Clôture du premier procès-verbal de vérification des créances : le
28 avril 2008, à 9 h 30 m, au palais de justice de Verviers.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Marc Duysinx.
(7671)
14981
de inbreng in het gemeenschappelijk vermogen van een eigen onroerend goed van de heer Patrick Hereng, een verklaring van eigen
goederen en de inlassing van een keuzebeding, gehomologeerd.
Huwelijksvermogensstelsel − Régime matrimonial
Bij verzoekschrift d.d. 4 maart 2008 gericht aan de rechtbank
van eerste aanleg te Antwerpen, hebben de heer Livens,
Louis Leon, bestuurder van vennootschappen, rijksregister nummer 36.02.19.199-01, geboren te Aartselaar op 19 februari 1936, en zijn
echtgenote, Mevr. Van Gestel, Irene Josephine Elisabeth, huisvrouw,
rijksregister nummer 37.12.29-178-07, geboren te Antwerpen (Deurne)
op 29 december 1937, beiden wonende te 2550 Kontich, Singel 2,
verzocht om homologatie van de wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, bij akte verleden voor notaris Ilse Janssens, te Kontich, op
4 maart 2008, in welke akte :
de echtgenoten Livens-Van Gestel een keuzebeding hebben aangenomen en,
de heer Livens, Louis, volgende onroerende goederen in het gemeenschappelijk vermogen inbrengt : 1° een huis te Kontich, Duffelsesteenweg 217; 2° een magazijn te Kontich, Duffelsesteenweg +217;
3° een perceel bouwland te Kontich, Duffelsesteenweg en 4° een perceel
bouwland te Kontich, Schythagen.
Voor de verzoekers : (get.) Ilse Janssens, notaris.
(7672)
Bertem (Leefdaal), 4 maart 2008.
(Get.) E. Vangoetsenhoven, notaris.
(7676)
Bij vonnis d.d. 31 januari 2008 heeft de rechtbank van eerste aanleg
te Gent (derde burgerlijke kamer), gehomologeerd de akte verleden
voor Mr. Jan Byttebier, geassocieerd notaris te Nevele, Cyriel Buyssestraat 38, op 9 mei 2007, inhoudende de wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de echtgenoten, de heer Moens, Roger Arnold,
geboren te Lovendegem op 19 oktober 1952, en zijn echtgenote,
Mevr. Coppens, Lieva Anna, geboren te Deinze op 20 februari 1952,
samenwonende te 9850 Nevele, IJsbeerlaan 21.
Door deze wijzigende akte, opgemaakt door geassocieerd notaris Jan
Byttebier, te Nevele, op 9 mei 2007, wordt het wettelijk stelsel
behouden, doch uitgebreid met de inbreng van een eigen onroerend
goed in het gemeenschappelijk huwelijksvermogen door Mevr. Lieva
Coppens.
Nevele, 4 maart 2008.
(Get.) Jan Byttebier, geassocieerd notaris.
(7677)
Op 5 maart 2008 hebben de heer Quirynen, Robert Jacques Clement,
en zijn echtgenote, Mevr. Schrauwen, Marina Josepha, beiden wonende
te 2100 Antwerpen, district Deurne, Ter Rivierenlaan 6, bus 10, ter griffie
van de rechtbank van eerste aanlg te Antwerpen een verzoekschrift de
dato 12 februari 2008 neergelegd strekkende tot homologatie van de
akte, verleden voor notaris Ludo Gielen, te Edegem (Elsdonk), op
8 februari 2008, waarbij zij hun huwelijksvermogensstelsel wijzigden.
Edegem, 5 maart 2008.
(Get.) Ludo Gielen, notaris.
(7673)
Bij verzoekschrift van 15 februari 2008 hebben de heer Pascal
Rimbert, geboren te Borgerhout op 19 januari 1971, en zijn echtgenote,
Mevr. Anne Debusscher, geboren te Halle op 5 mei 1972, gehuwd onder
het wettelijk stelsel bij gebreke aan huwelijkscontract, aan de rechtbank
van eerste aanleg te Brussel, de homologatie verzocht van de akte
verleden voor notaris Lode Leemans, te Sint-Pieters-Leeuw, op
15 februari 2008, inhoudende de wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel door de inbreng in het eigen vermogen van Mevr. Debusscher, Anne, van roerende goederen van het gemeenschappelijk
vermogen.
Voor de verzoekers : (get.) Lode Leemans, notaris.
(7674)
Bij verzoekschrift van 1 februari 2008, neergelegd op de griffie van
de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, op 12 februari 2008, hebben
de heer Paul Gustaaf Emile Vandermeulen, geboren te Aarsele op
28 oktober 1930 en Mevr. Gabriella Camilla Julia Vandewoestyne,
geboren te Wannegem (Lede) op 20 maart 1931, samenwonende te
8700 Tielt, Karmstraat 92, de homologatie aangevraagd bij de rechtbank
van eerste aanleg te Brugge, van de wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel opgemaakt door notaris Godelieve Monballyu, te
Pittem, op 20 januari 2008, houdende inbreng door de echtgenoot, van
een onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen.
Namens de echtgenoten Paul Vandermeulen-Vandewoestyne,
Gabriella : (get.) godelieve Montballyu, notaris.
(7675)
Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van eerste aanleg
te Leuven, in datum van 21 januari 2008, werd de akte verleden door
notaris Eugène Vangoetsenhoven, te Bertem (Leefdaal), op 27 juni 2007,
houdende wijziging huwelijksvermogensstelsel bestaande tussen de
echtgenoten Patrick Johan Victor Hereng-Ilse Anne Hilde Deldycke,
samenwonende te 3080 Tervuren, Lindenberg 32, houdende onder meer
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, op
8 januari 2008, werd de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel gehomologeerd, verleden voor notaris Karel
Vanbeylen, te Zwevezele, op 31 oktober 2007, tussen de heer D’Hoore,
Frans, en zijn echtgenote, Mevr. Pattyn, Angèle, samenwonende te
8750 Wingene, Hellestraat 10, waarbij de heer D’Hoore, Frans onroerende goederen in de huwgemeenschap heeft ingebracht.
Voor de echtgenoten D’Hoore, Frans-Pattyn, Angèle : (get.) Karel
Vanbeylen, notaris, te Zwevezele.
(7678)
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, op
15 januari 2008, werd de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel gehomologeerd, verleden voor notaris Karel
Vanbeylen, te Zwevezele, op 7 november 2007, tussen de heer Watteny,
Roger, en zijn echtgenote, Mevr. Minne, Anny, samenwonende te
8750 Wingene, Meiboomstraat 47, waarbij de heer Watteny, Roger,
onroerende goederen in de huwgemeenschap heeft ingebracht.
Voor de echtgenoten Watteny, Roger-Minne, Anny : (get.) Karel
Vanbeylen, notaris, te Zwevezele.
(7679)
Bij vonnis, uitgesproken door de rechtbank van eerste aanleg te
Antwerpen, in raadkamer van de tweede B1 kamer, op 18 januari 2008,
werd de akte verleden voor geassocieerd notaris Frederic Van Cauwenbergh, te Edegem, op 14 juni 2007, gehomologeerd, waarbij de echtgenoten Bergen (Bergen), Louis Denies Antonia, geboren te Edegem op
24 september 1934, en Mevr. Hofkens (Hofkens), Lea Mathilde Charles
Ghislaine, geboren te Edegem op 12 augustus 1938, wonend te
2650 Edegem, Onafhankelijkheidsstraat 51, hun huwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd, en waarbij het stelsel, ingevolge huwelijkscontract destijds verleden voor notaris Gaston Adriaenssens, te
Edegem, op 6 september 1960, behouden bleef, doch waarbij een
onroerend goed, persoonlijk toebehorende aan Mevr. Hofkens, Lea,
voornoemd, werd ingebracht in de gemeenschap van aanwinsten.
Edegem, 28 februari 2008.
Voor ontledend uittreksel : (get.) K. Ducatteeuw, geassocieerd notaris.
(7680)
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, uitgesproken op 27 februari 2008, werd de akte van wijziging huwelijksvermogensstelsel verleden voor notaris Hervé De Graef, te Mol, gehomologeerd.
14982
In deze akte hebben de heer Mariën, Jan Peter, geboren te Mol op
27 december 1924, en zijn echtgenote, Mevr. Robert, Clementina Georgina, geboren te Zichem op 22 juni 1900, samenwonende te 2400 Mol,
Wezel 83, hun huwelijksvermogensstelsel gewijzigd door inbreng van
een onroerend goed door de heeer Mariën, Jan, doch met behouod van
het wettelijk stelsel.
Voor de echtgenoten Mariën-Robert : (get.) Hervé De Graef, notaris.
(7681)
Op verzoek van de heer filip Roger Vandendriessche, en zijn echtgenote, Mevr. Sofie Bouckaert, samenwonende te 8480 Ichtegem, Ringlaan 34, werd een verzoekschrift ondertekend op 4 maart 2008, dat zal
ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, strekkende tot homologatie van de wijziging aan het huwelijksvermogensstelsel, bljkens akte verleden voor notaris Eveline De Vlieger, te
Ichtegem, op 4 maart 2008.
Voor de verzoekers : (get.) Eveline De Vlieger, notaris.
(7682)
Volgens vonnis uitgesproken op 19 februari 2008, door de rechtbank
van eerste aanleg te Brussel, werd de akte houdende wijziging van het
huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Pierrre Martin Louis Vandermosten, en Mevr. Aline Melania Verwinnen, te Wezembeek-Oppem,
Mechelsesteenweg 56, verleden voor notaris Theo Vermeire, te Hoeilaart, op 7 augustus 2007, gehomologeerd.
Hoeilaart, 3 maart 2008.
Voor de echtgenoten Vandermosten-Verwinnen :
Vermeire, notaris, te Hoeilaart.
(get.)
Theo
Bij verzoekschrift van 28 februari 2008 hebben de echtgenoten,
Heijnen, Johannes Antonius Cornelis Catharina Maria, vennootschapszaakvoerder, geboren te Roosendaal en Nispen (Nederland) op
31 augustus 1946, en Meijers, Maria Theresia Agnes, secretaresse,
geboren te Oudenbosch (Nederland) op 9 december 1946, beiden van
Nederlandse nationaliteit, beiden wonende te 3640 Kinrooi, Weertersteenweg 128, voor de burgerlijke rechtbank van eerste aanleg te
Tongeren een vraag ingediend tot homologatie van de wijziging van
hun huwelijksvermogensstelsel, opgemaakt bij akte verleden voor
notaris Charles Van Cauwelaert, te Maaseik, op 19 februari 2008.
Voor eensluidend uittreksel : (get.) Ch. Van Cauwelaert, notaris.
(7687)
Op 4 februari 2008 hebben de heer Wouters, Chris Sylvain, geboren
te Diest op 26 september 1977, en zijn echtgenote, Mevr. Thiry Sara
Gerda Julienne, geboren te Tienen op 22 april 1979, samenwonende te
Lummen, Linkhoutstraat 264, ter griffie van de rechtbank van eerste
aanleg te Hasselt een verzoekschrift d.d. 4 november 2008 neergelegd
strekkende tot homologatie van de akte verleden voor notaris Gustaaf
Huybrechs, te Hove, op 21 december 2007 waarbij zij hun huwelijksvermogensstelsel wijzigden.
Deze wijziging heeft verandering van de samenstelling der vermogens tot gevolg onder meer door inbreng door de heer Wouters van
een huis en tuin te Lummen, Linkhoutstraat 264 met de eropwegende
schulden.
Hove, 5 maart 2008.
(Get.) G. Huybrechs, notaris.
(7688)
(7683)
Bij akte verleden voor notaris Peter Verhaegen, te Puurs, de dato
5 maart 2008, hebben de heer Van Schel, Stefan Jan Clemence, geboren
te Dendermonde op 14 mei 1969, en zijn echtgenote, Mevr. De Beys,
Katia, geboren te Asse op 10 oktober 1975, samenwonende te
2830 Willebroek, Molenstraat 79A, de rechtbank van eerste aanleg te
Mechelen verzocht te homologeren, de wijziging van hun huwelijksvoorwaarden, met name behoud van het wettelijk stelsel, doch waarin
werd bepaald dat de volle eigendom van een perceel grond met daarop
steenpuin, gelegen in woongebied te Londerzeel, eerste afdeling, aan
de Koeisteert 21, gekadastreerd of het geweest, volgens titel en huidig
kadaster sectie B, nummer 168/G, met een oppervlakte volgens meting
in titel en huidig kadaster van vier are eenentachtig centiare (4 a 81 ca),
door de heer Van Schel, Stefan werd ingebracht in het gemeenschappelijk vermogen, alsook toevoeging van de keuzeclausule.
Puurs, 5 maart 2008.
(Get.) Van Schel, Stefan; De Beys, Katia.
(7684)
Bij vonnis van 13 februari 2008 heeft de rechtbank van eerste aanleg
te Veurne, zevende kamer, de akte gehomologeerd verleden voor
notaris Frank Heyvaert, te Veurne, op 10 januari 2008, houdende de
wijziging van het huwelijksstelsel tussen de heer Roeland, Maurits
Cornelius Leuridan en Mevr. Elsje Angèle Elvire Meheus, samenwonende te 8670 Koksijde, Berglaan 19.
Namens de echtgenoten Leuridan-Meheus : (get.) Frank Heyvaert,
notaris.
(7685)
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, de dato
27 februari 2008, werd homologatie verleend aan de wijziging huwelijkscontract tussen de heer Peeters, Jozef Alfons Amand, gepensioneerde, en zijn echtgenote, Mevr. Thys, Jeannine Maria, gepensioneerde, samenwonende te 2221 Heist-op-den-Berg (Booischot),
Dorpsstraat 109, op basis van akte verleden voor notaris Rita Heylen,
te Heist-op-den-Berg, op 7 december 2007.
Voor verzoekers : (get.) Rita Heylen, notaris.
(7686)
Er blijkt uit een verzoekschrift van 3 maart 2008, tot homologatie
van een akte houdende wijziging van hun huwelijksstelsel gericht aan
de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, dat de heer Van de Sompele,
Luc Achiel Cornelius, geboren te Westkapelle op 20 juli 1955, en zijn
echtgenote, Mevr. Vande Velde Godelieve Maria Brigitte, geboren te
Knokke op 3 februari 1956, samenwonend te Torhout, Oude
Gentweg 20, wensen hun huwelijksstelsel te wijzigen overeenkomstig
artikel 1394 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, met inbreng in
het huwgemeenschap van eigen goederen, doch met behoud van het
huidige stelsel.
Knokke-Heist, 4 maart 2008.
Voor ontledend uittreksel : (get.) Luc Van de Sompele-Godelieve
Vande Velde.
(7689)
Bij vonnis de dato 8 januari 2008 heeft de rechtbank van eerste aanleg
te Brugge, de akte verleden voor notaris Michel van Tieghem de Ten
Berghe, te Oostende, op 8 oktober 2007 gehomologeerd houdende
wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Pulinckx,
Rob Guy Franklin Denis, geboren te Oostende op 13 augustus 1976, en
zijn echtgenote, Mevr. Isselée, Dominique Adeline Charles, geboren te
Oostende op 6 april 19711, samenwonende te 8400 Oostende, Poststraat 17/1R, gehuwd onder het stelsel der scheiding van goederen met
beperkte gemeenschap van aanwinsten bljkens akte huwelijkscontract
verleden voor notaris Michel van Tieghem de Ten Berghe, te Oostende,
op 19 mei 2005.
Bij zelfde akte hebben de voornoemde echtgenoten hun huwelijksvermogensstelsel behouden maar heeft de heer Rob Pulinckx een
appartement en twee garages in de residentie Infinity te Oostende,
Northlaan 9/15, evenals kredieten Fortis, ingebracht in het gemeenschappelijk vermogen.
(Get.) Michel van Tieghem de Ten Berghe, notaris.
(7690)
De heer Van de Vyver, Luc Maurice, Belg, zelfstandige invalide,
geboren te Beveren op 29 mei 1950, nationaal nummer 50.05.29-261-51,
identiteitskaart nummer 590-3185445-88, hier vermeld met zijn uitdrukkelijke toestemming, en zijn echtgenote, Mevr. Waem, Erna Rosalie
Clementina, huisvrouw, Belg, geboren te Beveren op 6 oktober 1949,
nationaal
nummer
49.10.06-260-77,
identiteitskaart
nummer
590-3298913-66, hier vermeld met haar uitdrukkelijke toestemming,
beiden wonende te 9120 Beveren, Klapperstraat 137.
Zij verlangen in hun huwelijksvermogensstelsel inbreng te doen van
een onroerend goed.
Daartoe hebben zij een akte regeling-inbreng huwelijksgemeenschap
opgemaakt voor Mr. Joost Vercouteren, te Beveren, op 5 maart 2008 en
het verzoekschrift hebben ingediend bij de rechtbank van eerste aanleg
te Dendermonde.
(Get.) J. Vercouteren, notaris.
(7691)
Bij vonnis van 27 februari 2008 heeft de rechtbank van eerste aanleg
te Veurne, zevende kamer, de akte gehomologeerd verleden voor
notaris Frank Heyaert, te Veurne, op 5 november 2007, houdende de
wijziging van het huwelijksstelsel tussen de heer Kris Fideel Monique
Maria Cornelius Cailliau en Mevr. Ann Philomena Mestdagh, samenwonende te 8670 Koksijde, Gaupinlaan 57.
Namens de echtgenoten Cailliau-Mestdagh : (get.) Frank Heyvaert,
notaris.
(7692)
Bij verzoekschrift van 5 maart 2008 ingediend bij de rechtbank van
eerste aanleg te Brugge, vragen de echtgenoten De Smet, Luc Jules
Amand Marie-Cosyn, Martine Flavie Irma, samenwonende te KnokkeHeist (Duinbergen)), Leeuwerikenlaan 5, de homologatie van het
contract houdende wijziging van hun huwelijkscontract, verleden voor
notaris Eeman, Joost, te Gent, op 5 maart 2008, en meer bepaald
houdende de verklaring bepaalde onroerende goederen in de
huwgemeenschap in te brengen.
(Get.) J. Eeman, notaris.
(7693)
Bij vonnis gewezen door de rechtbank van eerste aanleg te
Antwerpen op 14 november 2007, houdende wijziging van het
huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Wegge, Armand Edmond
Emma, op rust, geboren te Antwerpen op 20 september 1927, en zijn
echtgenote, Mevr. Janssens, Maria Henrica Augusta, op rust, geboren
te Borgerhout op 25 november 1929, samenwonende te 2140 Antwerpen
(Borgerhout), Luitenant Lippenslaan 20.
Antwerpen (Merksem), 3 maart 2008.
(Get.) J. Van Roosbroeck, notaris.
(7694)
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, de dato
14 januari 2008, werd de akte verleden voor Dirk Michiels, geassocieerde notaris, te Aarschot, op 29 januari 2007, houdende wijziging
van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Desiron, Frank, en
zijn echtgenote, Mevr. Janssens, Chantal, samenwonende te
3201 Aarschot (Langdorp), Testeltsesteenweg 62, gehomologeerd.
Voor verzoekers : (get.) Dirk Michiels, geassocieerde notaris.
(7695)
14983
Bij vonnis uitgesproken op 8 januari 2008 door de zevende kamer
van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, werd de akte houdende
wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Ameel,
Jean-Paul Omer Valeer, zelfstandige, en zijn echtgenote,
Mevr. Volckaert, Nathalie Cathy, medewerkende echtgenote, samenwonende te 8820 Torhout, Rijselstraat 12, met inbreng van eigen onroerende goederen van de beide echtgenoten in de gemeenschap, en
verleden voor notaris Christophe Mouriau de Meulenacker, te Torhout,
op 5 november 2007, gehomologeerd.
Voor gelijkvormig verklarend uittreksel : voor de verzoekers, (get.)
Christophe Mouriau de Meulenacker, notaris, te Turnhout.
(7697)
Bij verzoekschrift van 3 maart 2008 vragen de heer Camille René
Evers, en zijn echtgenote, Mevr. Monique Maria Collin, wonende te
3052 Oud-Heverlee (Blanden), Kartuizersstraat 67, de homologatie aan
van de akte verleden voor notaris Thomas Boes, te Heverlee (Leuven),
op 3 maart 2008, houdende wijziging van hun huwelijkscontract, door
inbreng van een onroerend goed door de heer Camille Evers in het
gemeenschappelijk vermogen.
Voor de verzoekers : (get.) Thomas Boes, geassocieerde notaris.
(7698)
Bij verzoekschrift van 29 februari 2008 hebben de heer Hoeterickx,
Bonifacius Julianus, arbeider, geboren te Lubbeek op 9 juli 1964, rijksregister nummer 64.07.09-279-68, en zijn echtgenote, Mevr. Michiels,
Kristin Roza Francine, bediende, geboren te Leuven op 17 april 1968,
rijksregister
nummer
68.04.17-432-29,
samenwonende
te
3320 Hoegaarden (Meldert), Meerstraat 16B, aan de rechtbank van
eerste aanleg te Leuven om homologatie gevraagd van de akte
houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, verleden voor
notaris
Michaël
Janssen,
te
Korbeek-Lo
(Bierbeek),
op
19 december 2007.
De wijziging houdt in : wijziging aan te brengen in het gemeenschappelijk vermogen en door toevoeging van een keuzebeding.
(Get.) Michaël Janssen, notaris.
(7699)
Bij verzoekschrift van 28 februari 2008, welk zal neergelegd worden
ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Oudenaarde, hebben
de heer De Smaele, Dirk Willy, geboren te Zottegem op 10 maart 1960,
nationaal nummer 600310-269-33, en zijn echtgenote, Mevr. Raes,
Linda, geboren te Zottegem op 19 augustus 1961, nationaal nummer
61.08.19-210-72, samenwonend te Sint-Lievens-Houtem, Wettersesteenweg 72A, de homologatie gevraagd van de akte houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel verleden op 28 februari 2008,
voor notaris François Story, te Zottegem.
Bij deze akte heeft Mevr. Linda Raes een onroerend goed ingebracht
in het gemeenschappelijk vermogen, zodat de aard van het stelsel werd
gewijzigd.
Zottegem, 28 februari 2008.
(Get.) François Story, notaris, te Zottegem.
(7700)
Bij verzoekschrift van 20 februari 2008, neergelegd op de griffie van
de rechtbank van eerste aanleg, te Gent, op 4 maart 2008, hebben de
heer De Vlieger, Willy, gepensioneerd landbouwer en Mevr. Boelens,
Agnes, huisvrouw, samenwonende te 9940 Evergem (Sleidinge),
Schroonhoek 7 de homologatie aangevraagd bij de rechtbank van eerste
aanleg te Gent van de wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel
verleden voor geassocieerd notaris Annelies Wylleman, te Evergem
(Sleidinge), op 20 februari 2008, houdende inbreng door de echtgenoot
van verschillende onroerende goederen in het gemeenschappelijk
vermogen.
Namens de echtgenote De Vlieger-Boelens : (get.) A. Wylleman, geassocieerd notaris.
(7696)
Par requête en date du 5 février 2008, M. Vangriecken, Daniel Jean
Stéphane, employé, né à Liège le 21 septembre 1970, et son épouse,
Mme Marichal, Fabienne Valérie Géraldine, employée, né à Rocourt le
15 juillet 1971, domiciliés ensemble à 4041 Herstal (Vottem), rue
Ferdinand Nicolay 86, ont sollicité du tribunal de première instance de
Liège, l’homologation du contrat modificatif de leur régime matrimonial reçu par Me Frédéric Binot, notaire à Vivegnis (Oupeye) le
5 février 2008, et visant à faire apport au patrimoine commun d’un
élément actif.
(Signé) F. Binot, notaire.
(7701)
14984
Par requête en date du 17 janvier 2008, M. Segers, Jean Marcel
Eugène, né à Bruxelles, premier district, le 15 mai 1943, et son épouse,
Mme Van Obberghen, Chantal Jeanne Françoise, née à Vilvoorde le
4 octobre 1944, domiciliés et demeurant ensemble à WatermaelBoitsfort, chaussée de la Hulpe 241, mariés sous le régime de la
séparation pure et simple des biens, vont introduire devant le tribunal
de première instance de Bruxelles, l’homologation de l’acte dressé par
le notaire Patrick Gustin, à Auderghem, en date du 19 novembre 2007,
et portant sur le changement dudit régime en communauté réduite aux
acquêts.
Pour extrait conforme : (signé) P. Gustin, notaire.
(7702)
Par décision du 3 mars 2008, le tribunal de première instance de
Liège, a homologué la modification du régime matrimonial sollicitée
par M. Charles Albert et Mme Bourguignon, Micheline, ayant pour
objet d’adjoindre au régime de biens pure et simple une société
accessoire et de faire apport à ladite société du logement familial, savoir
une maison d’habitation à 4600 Visé, rue de Richelle 86, appartenant en
propre à M. Charles Albert, ainsi que des meubles meublants.
(Signé) Me Jacques, notaire associé.
(7703)
Aux termes de cet acte :
les époux précités ont déclaré maintenir pour leur régime matrimonial le régime de la communauté réduite aux acquêts, tel qu’organisé
par leur contrat de mariage précité.
M. Rosoux, a déclaré vouloir faire apport à la dite communauté du
bien immeuble suivant, dont il est seul propriétaire :
Ville de Hannut, première division :
Une maison avec jardin et serre, l’ensemble sis Grand Place 12, et
+12, en lieu-dit « Village », cadastré ou l’ayant été section A, numéros
343/B, 343/E et 344/C, pour une contenance totale de 18 ares 75 centiares.
(Signé) J-L. Snyers, notaire.
(7706)
Par jugement du 18 février 2008, le tribunal de première instance de
Huy, a homologué l’acte reçu par le notaire Jean-Louis Snyers, à
Hannut, le 8 novembre 2007, portant modification au régime matrimonial de M. Doneux, Louis Clément Joseph, né à Hannut le 17 juin 1935,
et son épouse, Mme Vecoven, Micheline Joséphine Eugénie Ghislaine,
née à Hannut le 5 novembre 1942, domiciliés à 4280 Hannut (Crehen),
Vieille Voie de Liège 2, mariés à Hannut, le 27 juillet 1963, sous le
régime de la communauté, à défaut de contrat de mariage.
Aux termes de cet acte :
Suivant jugement prononcé en date du 3 décembre 2007, la troisième
chambre du tribunal de première instance séant à Verviers, a homologué l’acte reçu par le notaire Benoît Jeangette, résidant à Dison,
substituant le notaire Vincent Jansen, résidant à Virton, le
22 janvier 2007, portant modification au régime matrimonial de
M. Lecomte, Philippe Jean Jacques, né à Verviers le 23 juin 1952, gérant
de société, et son épouse, Mme Langohr, Huberte Rose Alphonse
Ghislaine, née à Verviers le 27 décembre 1957, gérante de société,
demeurant et domiciliés actuellement à Lambermont (Verviers), rue
Couloury 5. Cette convention comprend apport par l’époux de la
résidence conjugale desdits époux dans une société que ces derniers ont
consituée en annexe à leur contrat de séparation de biens.
Pour les époux requérants, (signé) Vincent Jansen, notaire.
(7704)
Par jugement rendu le 4 février 2008, le tribunal de première instance
de Mons, a homologué l’acte reçu par le notaire Jean-Louis
Van Boxstael, à Boussu, le 23 juin 2007, portant modification du régime
matrimonial existant entre M. Van Roy, Etienne Ghislain Simon Emile,
né à Nivelles le 18 mars 1965, et son épouse, Mme Demaret, Florence
Marie Thérèse Ghislaine, née à Nivelles le 4 septembre 1973, demeurant
et domiciliés ensemble à 1470 Genappe, rue Emile Vandevandel 47A,
mariés sour le régime de la séparation de biens aux termes de leur
contrat de mariage reçu par le notaire Michel Van Boxstael, ayant résidé
à Boussu, le 22 juillet 1996.
Le contrat modificatif prévoit l’adjonction d’une société d’acquêts
accessoire à leur contrat de séparation de biens, et apport à la dite
société d’acquêts par M. Van Roy, de deux parcelles de terrain sises à
Genappe, lieu-dit « Les Crawannes », à front de la rue Emile
Vandevandel, cadastrées sous Genappe (première division - Genappe),
section B, numéro 149 p 3 pour 2 a 79 ca et numéro 149 v pour 4 a
80 ca, lui appartenant en propre.
(Signé) Jean-Louis Van Boxstael, notaire.
(7705)
Par jugement du 18 février 2008, le tribunal de première instance de
Huy, a homologué l’acte reçu par le notaire Jean-Louis Snyers, à
Hannut, le 20 novembre 2007, portant modification au régime matrimonial de M. Rosoux, Joseph Jean Marie Ghislain, né à Hannut le
18 février 1931, et son épouse, Mme Cremers, Christiane Agnès
Ghislaine, née à Banningville (Congo belge) le 9 mai 1936, domiciliés à
4280 Hannut, Grand Place 12, mariés à Huy le 1er août 1959, sous le
régime de la communauté réduite aux acquêts suivant contrat de
mariage reçu par le notaire Rodolphe Legot, à Les Waleffes, le
23 juillet 1959.
les époux précités ont déclaré maintenir pour leur régime matrimonial le régime de la communauté, tel qu’il est établi par les articles 1398
à 1450 du Code civil;
M. Doneux, déclare vouloir faire apport à la dite communauté des
immeubles situés à Hannut, rue Albert 1er, 87 et +87, rue Lambert
Mottart, +15 et rue Lambert Mottart +24.
(Signé) J-L. Snyers, notaire.
(7707)
Par requête en date du 4 mars 2008, les époux Eric Gaston Ghislain
Dupuis et Rita Marguerite Ghislaine Coorens, domiciliés à 6536 Thuin,
section de Thuillies, rue de la Garenne 13, ont introduit devant le
tribunal de première instance de Charleroi, une requête en homologation du contrat modificatif de leur régime matrimonial, dressé par acte
reçu par le notaire Guy Carlier de Beaumont, en date du 19 février 2008
(lequel fût précédé d’un inventaire en date du 28 novembre 2005).
La modification de régime matrimonial souhaitée entraîne passage
d’un régime de séparation de biens (contrat de mariage du notaire Guy
Carlier de Beaumont, en date du 11 janvier 1996), au régime de la
communauté universelle.
Thuin-Thuillies, le 4 mars 2008.
(Suivent les signatures de M. Eric Dupuis et de Mme Rita Coorens).
(7708)
Par jugement du 11 janvier 2008, le tribunal de première instance de
Nivelles, a homologué l’acte passé devant le notaire François Noé, à
Nivelles, le 16 juillet 2007, aux termes duquel M. Lallemand, Arnaud,
né à Bruxelles (deuxième district) le 23 octobre 1966 (registre national
numéro 66102307908), et son épouse, Mme Léonard, Verdiana (dite
Veridiana) Delfina Léa Asuncion Arlette, née à Bruxelles (premier
district) le 4 mai 1965 (registre national numéro 65050415063), demeurant ensemble à Thines, rue du Palais 28, mariés sous le régime de la
séparation de biens pure et simple, en vertu de leur contrat de mariage
reçu par le notaire Alfred Molle, alors à Nivelles, le 13 mai 1992, ont
modifié leur régime matrimonial.
La modification de régime comporte la création d’une société
d’acquêts et l’apport à cette société d’acquêts par les époux de
l’immeuble, sis à Nivelles (section de Thines-septième division), étant
une maison d’habitation sise du Palais 28, cadastrée ou l’ayant été
section A numéro 184/Z/2, pour une superficie d’après titre et cadastre
de dix ares vingt et un centiares, l’apport par Mme Léonard Verdiana
d’un/quart en nue-propriété de l’immeuble sis à Bruxelles (onzième
division), étant une maison d’habitation sise rue Anneessens 17, cadastrée ou l’ayant été section M, numéro 1431/g/4, pour une contenance
14985
d’un are septante centiares, l’apport par M. Lallemand, Arnaud, d’un/
douzième en nue-propriété de l’immeuble sis à Evere, rue Jacques
Houtmeyers 5, cadastrée section D partie du numéro 245, pour une
contenance d’un are cinquante centiares cinquante-quatre décimilliares.
Pour extrait conforme : (signé) F. Noé, notaire.
(7709)
Par ordonnance de la chambre du conseil du 25 février 2008, près le
tribunal de première instance de et à Verviers, Me Raphaël Lebrun,
avocat, place Albert Ier 4, à 4800 Verviers, a été désigné en qualité de
curateur à succession vacante de feu M. Raymond Alex Emile Kutsch,
né à Verviers le 1er novembre 1953, veuf de Mme Rose-Marie Huberte
Jeanne Ghislaine Roggemans, ayant eu son dernier domicile à
4800 Verviers, rue de Rome 9/3e étage, et décédé à Verviers le
17 septembre 2006.
Par requête du 4 mars 2008, M. Stievenart, Guillaume Maurice
Réginald, né à Mouscron le 10 octobre 1980, et son épouse,
Mme Morlighem, Amélie Marie Lucie, née à Tournai le 1er octobre 1982,
domiciliés ensemble à 7711 Mouscron (Dottignies), rue de France 9, ont
introduit, devant le tribunal de première instance de Tournai, une
demande en homologation du contrat modificatif de régime matrimonial dressé par acte du notaire Christophe Werbrouck, à Mouscron
(ex-Dottignies), le même jour. Le changement soumis à l’homologation
entraîne modification du partage de la communauté en cas de décès
d’un des époux, contient une disposition contractuelle et entraîne une
modification de la composition actuelle des patrimoines des époux et
en particulier l’apport à la communauté d’une maison d’habitation sise
à Dottignies, rue de France 9, et d’une dette hypothéciare, appartenant
en propre à chacun des époux, pour moitié.
Les créanciers débiteurs du défunt sont invités à sa manifester, par
pli recommandé, avec accusé de réception, endéans un délai strict de
deux mois, de la présente insertion, aux fins de faire acter leur
déclaration de créance ou de faire état de leur dette à l’encontre de la
curatelle.
(Signé) Raphaël Lebrun, avocat.
(7712)
Dottignies, le 4 mars 2008.
Pour les époux Stievenart-Morlighem, (signé) Christophe Werbrouck,
notaire.
(7710)
Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde
Het blijk uit een vonnis uitgesproken op 15 februari 2008 door de
eerste kamer der rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, zitting
houdende in burgerlijke zaken, dat Mr. Pieter Pauwels, advocaat te
9100 Sint-Niklaas, Apostelstraat 29, werd aangestel als curator over de
onbeheerde nalatenschap van wijlen : De Backer, Marie Jeanne, geboren
te Mere op 12 januari 1937, laatst wonende te 9280 Lebbeke, Lange
Minnestraat 125, en overleden te Dendermonde op 22 september 2006.
9200 Dendermonde, 4 maart 2008.
De afgev. adjunct-griffier, (get.) Eliane Verschueren.
Onbeheerde nalatenschap − Succession vacante
(7713)
Par ordonnance prononcée le 30 janvier 2008, par la
quatrième chambre du tribunal de première instance de Tournai,
Me Dominique Surquin, avocate à 7800 Ath, square Saint-Julien 20A, a
été désignée en qualité de curateur à la succession vacante de
M. Boutry, Bruno, né à Meudon (France) le 5 janvier 1969, décédé le
5 novembre 2006, en son vivant domicilié à Ellezelles, place 13/1.
Les héritiers éventuels et créanciers sont invités à prendre contact
avec le curateur, dans les trois mois, de la publication de la présente.
Ath, le 4 mars 2008.
(Signé) Me Dominique Surquin, avocat.
Het blijk uit een vonnis uitgesproken op 15 februari 2008 door de
eerste kamer der rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, zitting
houdende in burgerlijke zaken, dat Mr. Johan Van Wilder, advocaat te
9300 Aalst, Korte Zoutstraat 32C, werd aangesteld als curator over de
onbeheerde nalatenschap van wijlen : Huylenbroeck, Werner, geboren
te Aalst op 23 oktober 1965, laatst wonende te 9300 Aalst, Nieuwbeekstraat 87, en overleden te Aalst op 23 november 2006.
9200 Dendermonde, 4 maart 2008.
De afgev. adjunct-griffier, (get.) Eliane Verschueren.
(7711)
Katholieke Universiteit Leuven
Leden raad van bestuur K.U.Leuven — 1 januari 2008
Prof. dr. ir. Jef Roos, voorzitter raad van bestuur K.U.Leuven, Mooi Verblijflaan 11, 8670 Koksijde.
Prof. dr. Marc Vervenne, rector, gewoon hoogleraar, Groot Begijnhof 20, 3000 Leuven.
Prof. dr. ir. Koenraad Debackere, algemeen beheerder, gewoon hoogleraar, Alfons Stesselsstraat 8, 3012 Leuven.
Prof. dr. Ir. Karen Maex, vicerector Groep Wetenschap & Technologie, gewoon hoogleraar, Arnoudt Rulenslaan 31, 3020 Herent.
Prof. dr. Mark Waer, vicerector Groep Biomedische Wetenschappen, gewoon hoogleraar, Waversebaan 263, 3001 Heverlee.
Prof. dr. Filip Abraham, vicerector Groep Humane Wetenschappen, gewoon hoogleraar, Beukenlaan 38, 3001 Heverlee.
Prof. dr. Piet Vanden Abeele, vicerector Campus Kortrijk, gewoon hoogleraar, Attenhovendreef 9, 3220 Holsbeek.
Prof. dr. Paul De Boeck, coördinator Onderzoeksbeleid, gewoon hoogleraar, Wijngaardlaan 11/12, 3001 Heverlee.
Prof. dr. Mart Buekers, coördinator Studentenbeleid, gewoon hoogleraar, Kloosterstraat 4, 3360 Bierbeek.
Prof. dr. Ludo Melis, coördinator Onderwijsbeleid, gewoon hoogleraar, Paul Van Ostaijenlaan 59, 3001 Heverlee.
Dr. Pol Bamelis, bestuurder van vennootschappen, Strandstraat 2, 8300 Knokke-Heist.
Mevr. Christine Dekkers, ere-procureur-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen, Sneeuwbeslaan 25, 2610 Wilrijk.
Mevr. Ann Demeulemeester, algemeen secretaris ACW, Vlaamse Hefboomweg 4, 9031 Drongen.
De heer Willy Durion, bestuurder van vennootschappen, Oude Pastoriestraat 2, 3050 Oud-Heverlee.
(7714)
14986
De heer Philippe Michiels, gedelegeerd bestuurder Lessius Hogeschool Antwerpen, Van Schoonbekestraat 110, 2018 Antwerpen.
De heer Jan Smets, directeur Nationale Bank van België, Kollekasteelstraat 17A, 9030 Mariakerke.
De heer Eric Stroobants, secretaris-generaal departement Coördinatie, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Zoutwerf 20, bus 301,
2800 Mechelen.
De heer Patrick Vanden Avenne, bestuurder NV Vanden Avenne, Desselgemsestraat 15, 8710 Ooigem.
De heer Charles-Louis van Arenberg, voorzitter raad van bestuur Belgocontrol, Bloemenlaan 2/2, 1150 Sint-Pieters-Woluwe.
De heer Franciscus van Daele, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van België bij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie,
Tervuursesteenweg 153, 1160 Brussel.
De heer André Van Oudenhove, ere-procureur-generaal bij het hof van beroep, Wilgengaarde 24, 1702 Groot-Bijgaarden.
De heer Bert Vandenkendelaere, studentenvertegenwoordiger, Mandellaan 423 8800 Roeselare.
De heer Klaas Keirse, studentenvertegenwoordiger, Iepersestraat 566, 8800 Roeselare.
(80154)
Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel. − Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles.
Adviseur/Conseiller : A. VAN DAMME

Staatsblad Moniteur

Transcription

Documents pareils

Meer info ook via het artikel van de Berchem News van april 2016.

K.B. 01-04-2009

assurance individuelle accident

Artikel 10, §3 Geneesmiddelenwet

Peux-tu nous décrire tes bikes de DH et de 4X?

BELGISCHE SENAAT SE´NAT DE BELGIQUE

en de bijdrage(werkgever

REGISTR.-ENRE6ISTR. 1 5 -05

La sonnerie lumineuse pour le téléphone ou la

Fiche Emetteurs Fr-Nl:Fiche sol auto FR-GB